Een duidelijk verhaal over Intra-uteriene Inseminatie
Een duidelijk verhaal over Intra-uteriene Inseminatie
Een duidelijk verhaal over Intra-uteriene Inseminatie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Deze brochure kwam tot stand met medewerking van<br />
dr. B.J. Cohlen, Isala Klinieken,<br />
locatie Sophia Zwolle, die gepromoveerd is op<br />
onderzoek naar de effectiviteit van IUI.<br />
Postbus 581, 2003 PC Haarlem<br />
www.msd.nl<br />
Vooruit in fertiliteit<br />
0312PUR11NL1021PE0311<br />
<strong>Een</strong> <strong>duidelijk</strong> <strong>verhaal</strong> <strong>over</strong><br />
<strong>Intra</strong>-<strong>uteriene</strong> <strong>Inseminatie</strong>
<strong>Intra</strong>-<strong>uteriene</strong> inseminatie (IUI)<br />
De behandeling van ongewenste kinderloosheid door<br />
middel van intra-<strong>uteriene</strong> inseminatie (IUI) is wereldwijd<br />
één van de meest toegepaste methoden van geassis teerde<br />
voortplanting. <strong>Een</strong> andere methode van geassis teerde voortplanting<br />
is bijvoorbeeld reageerbuisbe vruchting (IVF).<br />
Deze brochure vertelt u meer <strong>over</strong> IUI, wie voor IUI in<br />
aanmerking komt, wat de IUI-behandeling inhoudt en hoe<br />
groot de kans op een zwangerschap is.<br />
Verminderde vruchtbaarheid<br />
Ongeveer tien procent van alle paren is verminderd vruchtbaar<br />
en hun aantal lijkt nog toe te nemen. We spreken<br />
van verminderde vruchtbaarheid als na een jaar van regelmatige,<br />
onbeschermde gemeenschap een zwangerschap<br />
uitblijft. Paren bij wie zwangerschap uitblijft, kunnen zich<br />
voor advies en begeleiding in eerste instantie wenden tot<br />
hun huisarts. Indien noodzakelijk worden zij doorverwezen<br />
naar de specialist voor aanvullend onderzoek en eventueel<br />
voor een behandeling.<br />
Welke behandeling de specialist zal adviseren hangt af van<br />
de oorzaak van de verminderde vruchtbaarheid. Om die<br />
oorzaak te kunnen achterhalen, zal er onderzoek worden<br />
uitgevoerd bij zowel de vrouw als de man. Niet altijd zal er<br />
een <strong>duidelijk</strong>e oorzaak gevonden worden.<br />
De omvang van het probleem<br />
<strong>Een</strong> vruchtbaar paar tussen de 20 en 30 jaar oud met een<br />
regelmatig seksleven, heeft iedere maand een kans van<br />
ongeveer twintig procent op bevruchting. Bij negen van de<br />
tien paren die een kind willen, zal de vrouw binnen één jaar<br />
zwanger worden.<br />
2<br />
<strong>Een</strong> <strong>duidelijk</strong> <strong>verhaal</strong> <strong>over</strong><br />
intra-<strong>uteriene</strong> inseminatie<br />
Bij de <strong>over</strong>ige tien procent - de paren waar een zwangerschap<br />
uitblijft - zal de diagnose van verminderde vruchtbaarheid<br />
of onvruchtbaarheid gesteld worden. Het grootste<br />
deel van hen is verminderd vruchtbaar (subfertiel) en<br />
kan vaak geholpen worden met een behandeling. Echte<br />
onvruchtbaarheid komt gelukkig maar zelden voor.<br />
Het bepalen van de oorzaak van<br />
verminderde vruchtbaarheid<br />
Onderzoek door een huisarts of specialist kan in de meeste<br />
gevallen de mogelijke oorzaak van de verminderde vruchtbaarheid<br />
aan het licht brengen. Bij twintig procent van de<br />
paren blijft de oorzaak onbekend. Juist voor deze paren kan<br />
IUI mogelijk een oplossing bieden.<br />
Naast algemeen lichamelijk en/of gynaecologisch onderzoek<br />
worden vaak de volgende testen uitgevoerd om de oorzaak<br />
van de verminderde vruchtbaarheid op te sporen:<br />
• Temperatuurcurves en hormoonbepalingen om vast te<br />
stellen hoe de maandelijkse cyclus van de vrouw verloopt<br />
en of er maandelijks een eisprong optreedt;<br />
• Sperma-onderzoek (het vaststellen van het aantal, de<br />
beweeglijkheid en de vorm van de zaadcellen);<br />
• Bloedonderzoek (Chlamydia antistof-titer) en/of röntgenonderzoek<br />
en/of een kijkoperatie om de doorgankelijkheid<br />
en kwaliteit van de eileiders te bepalen;<br />
• <strong>Een</strong> test na de geslachtsgemeenschap (zgn. samenlevingstest<br />
of post-coïtum test) om te onderzoeken of het<br />
sperma in het baarmoederhalsslijm van de vrouw kan<br />
<strong>over</strong>leven.<br />
<strong>Intra</strong>-<strong>uteriene</strong> inseminatie (IUI)<br />
Het doel van IUI is om het sperma op het juiste tijdstip met<br />
een slangetje direct in de baarmoeder (uterus) van de vrouw<br />
in te brengen. De bevruchting wordt bevorderd door de<br />
zaadcellen dichter bij de vrijgekomen eicellen te brengen.<br />
Voordat het sperma in de baarmoeder wordt ingebracht,<br />
wordt het voorbewerkt in het laboratorium.<br />
Welke paren hebben baat bij IUI?<br />
De methode van IUI is gebaseerd op het natuurlijk ver-<br />
mogen van zaadcellen om in het voortplantingskanaal<br />
een eicel te bevruchten. Daarom is het belangrijk dat de<br />
onderzoeken naar verminderde vruchtbaarheid bij de man<br />
aantonen dat er een redelijke spermafunctie aanwezig is<br />
(geen grote afwijkingen in het aantal, de beweeglijkheid en<br />
de vorm van de zaadcellen). Bovendien is het belangrijk dat<br />
bij de vrouw de eileiders doorgankelijk zijn, zodat de direct<br />
in de baarmoeder ingebrachte zaadcellen bij de eicel(len)<br />
kunnen komen.<br />
Recent onderzoek heeft aangetoond dat IUI een effectieve<br />
behandeling kan zijn bij paren waarvan:<br />
1 de man een verminderde vruchtbaarheid heeft.<br />
De verminderde vruchtbaarheid kan betrekking hebben<br />
op bijvoorbeeld te weinig zaadcellen in het sperma,<br />
onvoldoende beweeglijkheid van de zaadcellen en<br />
een afwijkende vorm van de zaadcellen. Wel dient het<br />
ejaculaat een minimaal aantal beweeglijke zaadcellen te<br />
bevatten (na het opwerken van het sperma liefst meer<br />
dan 3 miljoen).<br />
2 zowel bij de vrouw als bij de man geen aanwijsbare<br />
oorzaken voor de verminderde vruchtbaarheid zijn<br />
aangetoond.<br />
<strong>Intra</strong>-<strong>uteriene</strong> inseminatie<br />
3 de vrouw een lichte vorm van endometriose heeft. Endometriose<br />
is een aandoening waarbij weefsel van de baarmoederwand<br />
(endometrium) op andere plaatsen in de<br />
buikholte (bijvoorbeeld in de eierstokken) wordt aangetroffen.<br />
Het is een veel voorkomende stoornis, vooral bij<br />
vrouwen die ouder zijn dan 30 jaar en nog geen kinderen<br />
hebben. Endometriose zou verantwoordelijk zijn voor één<br />
op de vijftien gevallen van verminderde vruchtbaarheid.<br />
Vrouwen met lichte endometriose worden veelal op een<br />
gelijksoortige wijze behandeld als vrouwen met onverklaarbare<br />
verminderde vruchtbaarheid.<br />
4 de vrouw een zogenaamd ‘vijandig’ baarmoederhalsslijm<br />
of te weinig slijm produceert (zgn. ‘cervical hostility’).<br />
Door met IUI de baarmoedermond te passeren wordt de<br />
kans op zwangerschap vergroot.<br />
3
Spermacel<br />
5 de man een afweerreactie tegen zijn eigen sperma heeft.<br />
Hij produceert als het ware antilichamen tegen zijn eigen<br />
zaadcellen. Daardoor gaan deze ‘aan elkaar klitten’ en<br />
kunnen ze niet meer vooruit bewegen. Bij deze afwijking,<br />
bekend als ‘anti-sperma-antilichamen’, kan het sperma<br />
gewoonlijk niet door het baarmoederhalsslijm van de<br />
vrouw dringen en dus de eicel niet bereiken. Met de<br />
IUI-techniek wordt het sperma bewerkt, zodat zo veel<br />
mogelijk anti-sperma-antilichamen ‘weggewassen’<br />
worden. Wel dient het sperma een minimaal aantal<br />
beweeglijke zaadcellen te bevatten (na bewerking van<br />
het sperma liefst meer dan 1 miljoen) om tot bevruchting<br />
te kunnen komen. IUI kan ook worden toegepast bij vrouwen<br />
met ovulatiestoornissen; bijvoorbeeld als er geen of<br />
onvoldoende eicellen vrij komen.<br />
IUI wordt in deze gevallen gecombineerd met een hormoonkuur<br />
om de eicelrijping te stimuleren en daarmee de<br />
kans op een eisprong te vergroten. Rond het moment dat<br />
ovulatie (eisprong) heeft plaatsgevonden zal het sperma<br />
in de baarmoeder worden ingebracht. De methode van het<br />
stimuleren van eicelrijping wordt ovulatie-inductie genoemd.<br />
IUI in combinatie met ovula tie-inductie geniet steeds vaker<br />
de voorkeur.<br />
4<br />
Samenvattend<br />
De meest gebruikelijke indicaties voor IUI zijn:<br />
• Onverklaarde verminderde vruchtbaarheid;<br />
• Lichte endometriose;<br />
• Verminderde mannelijke vruchtbaarheid, al dan niet met<br />
anti-sperma-antilichamen;<br />
• Cervical hostility.<br />
De toepassing van IUI<br />
Uit onderzoeken is gebleken dat IUI niet werkt als<br />
de man een zeer laag aantal zaadcellen heeft.<br />
Ook bij vrouwen met beschadigde eileiders biedt<br />
IUI geen uitkomst.<br />
De techniek achter IUI<br />
De beste resultaten worden behaald met IUI als de inseminatie<br />
plaatsvindt rondom het tijdstip van de eisprong. Dit<br />
kan de eigen natuurlijke eisprong zijn of een met hormonen<br />
opgewekte eisprong.<br />
Het bepalen van het moment van de eisprong is één van<br />
de belangrijkste aspecten van de hele IUI-behandeling. In<br />
de natuurlijke (eigen) cyclus wordt dat meestal gedaan met<br />
hormoonbepalingen in het bloed of de urine (één tot twee<br />
keer per dag). In het geval dat de eierstokken met hormonen<br />
moeten worden gestimuleerd, wordt een hormoonpreparaat<br />
gegeven om de eisprong op te wekken (de eisprong vindt<br />
ongeveer 36-40 uur na de injectie plaats). Vaak komen meerdere<br />
(twee tot drie) eicellen vrij na stimulatie. Om die reden<br />
spreken artsen van ‘super ovulatie en IUI’ om de techniek te<br />
beschrijven. De hoogste succespercentages worden behaald<br />
met vruchtbaarheidsmiddelen die ‘gonadotrofinen’ genoemd<br />
worden. Hiermee wordt echter ook de kans op een meerlingzwangerschap<br />
verhoogd.<br />
Wanneer wordt IUI toegepast in een natuurlijke<br />
cyclus en wanneer in een stimulatie-cyclus?<br />
Recent onderzoek heeft aangetoond dat IUI in de eigen<br />
natuurlijke cyclus zinvol is bij ‘cervical hostility’, bij mannen<br />
met sperma met anti-sperma-antilichamen en bij mannen<br />
met lage aantallen beweeglijke zaadcellen (tussen de 3-10<br />
miljoen in het sperma).<br />
Transvaginale echografie<br />
Bij paren met onverklaarde verminderde vruchtbaarheid,<br />
lichte endometriose, of bij mannen met sperma met meer<br />
dan 10 miljoen beweeglijke zaadcellen, is aangetoond dat<br />
IUI gecombineerd dient te worden met zogenaamde ‘milde<br />
ovariële hyperstimulatie’.<br />
De vrouw krijgt dan dagelijks hormoonpreparaten via<br />
injecties toegediend (gonadotrofines) om twee tot drie<br />
eiblaasjes (follikels) tot ontwikkeling te laten komen. Het is<br />
belangrijk om te beseffen dat deze behandeling niet alleen<br />
de kans op een zwangerschap verhoogt, maar ook de kans<br />
op een meerling (meestal tweeling). Vandaar dat er tijdens<br />
de behandeling regelmatig controles plaatsvinden (vaginale<br />
echo’s en soms bloedonderzoek). Reageren de eierstokken<br />
te heftig (ontwikkeling van meer dan drie follikels), dan<br />
wordt de behandeling vaak gestopt en wordt geadviseerd<br />
géén onbeschermde gemeenschap te hebben. Er bestaan<br />
ook tabletten om de eierstokken te stimuleren, maar hoewel<br />
ze de kans op een zwangerschap iets kunnen verhogen,<br />
lijken ze minder effectief dan de gonadotrofine-injecties.<br />
5
IUI in stimulatie-cyclus stap voor stap<br />
1. Behandeling met geneesmiddelen om de rijping van maximaal<br />
drie eicellen te bevorderen.<br />
- Dit zijn meestal gonadotrofinen (toe te dienen door middel<br />
van onderhuidse (subcutane) injecties) om de groei van<br />
follikels te stimuleren.<br />
2. Controleren van de behandeling en meten van de follikelgroei<br />
om eventueel de dosering van de medicijnen individueel<br />
aan te passen en bijwerkingen te voorkomen.<br />
- Door transvaginale echoscopie.<br />
- Soms door het meten van hormoonconcentraties in het<br />
bloed.<br />
3. Timen van de IUI door middel van een éénmalige<br />
hormooninjectie als de eicel(len) voldoende gerijpt is/zijn.<br />
4. Het sperma, verkregen op de ochtend van de verwachte<br />
eisprong, wordt bewerkt en later diezelfde dag ingebracht.<br />
5. Zwangerschapstest, indien de menstruatie uitblijft.<br />
Indien IUI plaatsvindt in de natuurlijke cyclus (zonder<br />
hormoonpreparaten), wordt er vanaf een bepaalde cyclusdag<br />
dagelijks bloed- of urineonderzoek gedaan om het moment<br />
van de eisprong te bepalen. Er worden dan meestal geen<br />
echo’s verricht.<br />
Omdat hormoonpreparaten meerdere eicellen kunnen opwekken,<br />
is controle tijdens de behandeling belangrijk. Enige<br />
bijwerking van de behandeling en/of het risico van een meerlingzwangerschap<br />
moet, indien mogelijk, worden vermeden.<br />
Controle van de behandeling geschiedt soms door het meten<br />
van de hormoonspiegels in het bloed en door het nagaan van<br />
de follikelontwikkeling via echografie. Te veel ontwikkelde<br />
follikels betekent de productie van een <strong>over</strong>maat aan eicellen<br />
met een grotere kans op meerling zwangerschap.<br />
6<br />
<strong>Intra</strong>cycloplasmatische sperma injectie (ICSI)<br />
Het doel van de stimulatie bij IUI is om 1 tot 2 en maximaal<br />
3 rijpe eicellen tot ontwikkeling te laten komen. Superovulatie<br />
bij IUI verschilt van die bij IVF (In Vitro Fertilisatie): de eerste<br />
methode is erop gericht slechts een gering aantal eicellen te<br />
stimuleren, terwijl het bij IVF de bedoeling is om veel meer<br />
eicellen te produceren voor bevruchting in het laboratorium.<br />
Als de grootste follikel een grootte van 18-20 mm heeft<br />
bereikt, wordt de ovulatie opgewekt met een hormooninjectie<br />
(hCG). Daarna wordt, rondom het tijdstip van de ovulatie, een<br />
vers spermamonster (op dezelfde dag geproduceerd) bewerkt<br />
en hoog in de uterus via een fijn slangetje ingebracht. Dit is<br />
een vrijwel pijnloze procedure.<br />
Wiens sperma?<br />
In normale omstandigheden wordt er bij IUI gebruik-<br />
gemaakt van sperma van de mannelijke partner. Bij een andere<br />
inseminatietechniek, kunstmatige inseminatie met donorzaad<br />
(KID of DI), wordt gebruikgemaakt van ge screende spermamonsters<br />
van donors. Tegenwoordig zijn donors niet meer anoniem,<br />
maar worden gegevens centraal geregistreerd bij een stichting.<br />
Donorinseminatie kan worden toegepast in geval van ernstig<br />
verminderde mannelijke vruchtbaarheid; het sperma van de<br />
mannelijke partner vertoont ernstige afwijkingen zoals heel<br />
weinig of geen zaadcellen of zaadcellen met een afwijkende<br />
vorm en een zeer slechte beweeglijkheid.<br />
KID is een emotioneel zware procedure en vereist meestal<br />
deskundige begeleiding. ‘Micromanipulatie’-technieken om deze<br />
ernstige gevallen van verminderde mannelijke vruchtbaarheid<br />
te behandelen, worden als een ommekeer beschouwd. Met de<br />
techniek van ‘intracytoplasmatische sperma injectie’ (ICSI) kan<br />
de arts één enkele zaadcel in de eicel brengen om bevruchting<br />
te bevorderen. Het opmerkelijke succes van ICSI betekent dat<br />
donor-inseminatie veel minder vaak toegepast wordt, eigenlijk<br />
alleen nog bij afwezigheid van zaadcellen bij de man of bij<br />
paren die ICSI afwijzen.<br />
Wat zijn de risico’s van de behandeling?<br />
IUI kent weinig risico’s. Indien er zich meer dan drie follikels<br />
ontwikkelen en er een te grote kans op meerlingzwangerschap<br />
bestaat, kan dat onderbreking van de behandeling betekenen.<br />
U wordt dan ook geadviseerd geen onbeschermde gemeenschap<br />
te hebben.<br />
Bij meerlingzwangerschappen bestaat er een grotere kans op<br />
verlies van de vrucht of op baby’s met een lager geboortegewicht.<br />
Bovendien kunnen er sociale problemen ontstaan.<br />
Om meerlingzwangerschappen te voorkomen wordt tegenwoordig<br />
bij stimulatie begonnen met heel lage doseringen van<br />
de medicijnen. De dosering kan dan in kleine stapjes worden<br />
opgehoogd. Zo wordt getracht grote aantallen follikels te<br />
voorkomen. Gecombineerd met strenge controles en <strong>duidelijk</strong>e<br />
grenzen is het risico op een tweeling kleiner dan 10%.<br />
De behandeling wordt ook onderbroken indien er enig teken is<br />
van een zeldzame aandoening, bekend als het ovarieel hyperstimulatiesyndroom<br />
(OHSS); hierbij zetten de eierstokken (ovaria)<br />
fors op omdat er teveel follikels groeien, ontstaat er buikpijn<br />
en kan er zich vocht in buikholte ophopen. Reden waarom de<br />
behandelingscycli altijd worden gecontroleerd. <strong>Een</strong> te hoge<br />
dosis medicijnen kan leiden tot <strong>over</strong>matige stimulering van de<br />
eierstokken (ovaria), hetgeen ervaren kan worden als buikpijn.<br />
Hoe groot is de kans van slagen?<br />
De succespercentages van superovulatie en IUI liggen rond<br />
de vijftien procent per cyclus (bij verminderde vruchtbaarheid<br />
van de man is het succespercentage rond de tien procent per<br />
cyclus). De kans op zwangerschap na zes behandelingscycli kan<br />
oplopen tot vijftig procent. Dit betekent dat bij ongeveer vijftig<br />
van de honderd paren die herhaalde IUI-behandeling ondergaan,<br />
een zwangerschap kan optreden.<br />
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat er een verschil<br />
bestaat in de succespercentages. De kans van slagen is onder<br />
meer afhankelijk van de indicatie (wat is de oorzaak van de<br />
verminderde vruchtbaarheid), wel of geen stimulatie van de<br />
cyclus en de medicatie die gebruikt wordt voor het stimuleren<br />
van de eierstokken. Artsen kunnen drie tot zes IUI-behande-<br />
lingen proberen en, indien hiermee geen resultaat wordt<br />
behaald, andere methoden zoals IVF of ICSI aanbevelen.<br />
In tegenstelling tot IVF of ICSI,<br />
hoeven er bij IUI geen eicellen uit<br />
het lichaam te worden gehaald.<br />
Bovendien vindt de bevruchting in<br />
het eigen lichaam plaats en niet<br />
in het laboratorium. Daarom is<br />
IUI nog steeds een populaire en<br />
redelijk succesvolle methode voor<br />
de behandeling van verminderde<br />
vruchtbaarheid.<br />
7