ROTA Nieuwsbrief - Ecorys
ROTA Nieuwsbrief - Ecorys
ROTA Nieuwsbrief - Ecorys
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Jaar van veranderingen<br />
Nr. 15 - April 2010<br />
<strong>ROTA</strong> <strong>Nieuwsbrief</strong>, een uitgave van ECORYS Nederland,<br />
verschijnt twee keer per jaar.<br />
Colofon<br />
Redactie: rota@ecorys.com<br />
Postbus 4175, 3006 AD Rotterdam<br />
T 010 453 88 00<br />
Aan– of afmelden: http://www.ecorys.nl/<strong>ROTA</strong>_april2010<br />
<strong>ROTA</strong> <strong>Nieuwsbrief</strong><br />
ECORYS Transport & Mobiliteit<br />
De val van het kabinet laat zijn sporen na in de beleidsagenda van Nederland: de kilometerheffing is voorlopig in de<br />
ijskast gezet, nieuwe plannen voor binnenvaarthavens zullen het voorlopig zonder overheidssubsidie moeten doen.<br />
Ook het nieuwe kabinet zal echter voor grote mobiliteitsuitdagingen staan. De aanleg van nieuwe infrastructuur kan<br />
daarbij helpen, maar zal geen volledige oplossing bieden. Verandering van het mobiliteitsgedrag kan eveneens<br />
bijdragen aan de oplossing. En dan wordt het ook een zaak van private partijen. Het relatief nieuwe concept van<br />
mobiliteitsleasing is zo’n instrument dat het gedrag van werknemers kan beïnvloeden. Onze nieuwe collega Robert<br />
Galjaard legt uit hoe dit werkt.<br />
Duurzaamheid is een thema dat door veel partijen wordt omarmd. Overheden proberen het inhoud te geven in hun beleid, private<br />
partijen zien een nieuw marketing thema om zich op te profileren. ECORYS levert beide partijen advies in duurzaamheidvraagstukken.<br />
Om dit veld verder te versterken zal binnenkort een door ECORYS gesponsorde hoogleraar aan de EUR / RSM aantreden.<br />
Ook onderwerpen als luchtvaart en de Europese scheepsbouwindustrie komen in deze <strong>ROTA</strong> aan bod, waarmee de volle breedte<br />
van het werkveld van ECORYS Transport & Mobiliteit wordt getoond.<br />
Overigens zijn we niet alleen in Nederland actief, maar ook ver daarbuiten. Zo heeft ECORYS het afgelopen jaar een eigen vestiging<br />
in India geopend waarin Transport & Mobiliteit zeer goed vertegenwoordigd is. De eerste projecten op die markt zijn inmiddels<br />
in volle gang.<br />
We wensen u veel leesplezier!<br />
Namens het management van ECORYS Transport & Mobiliteit,<br />
Wim Spit<br />
In deze uitgave onder meer:<br />
Opinie: Na luchtvaart ook emissiehandel voor de scheepvaart? 2<br />
Opinie: Mobiliteitsleasing moet bereikbaarheid Maastricht verbeteren 4<br />
Windmolens op zee, wat betekent dat voor de scheepvaart? 6<br />
MKBA Programma Hoogfrequent Spoorvervoer 7<br />
Mobiliteitstrategie bij groot onderhoud wegen: maatwerk vereist 10<br />
Inzicht in knelpunten en colonnevorming goederenvervoer in de Zuidvleugel 14<br />
Nieuwe medewerkers Transport & Mobiliteit 16<br />
Wim Spit<br />
ECORYS Nederland<br />
Al meer dan 80 jaar helpt ECORYS opdrachtgevers wereldwijd<br />
bij het realiseren van hun ambities. Vanuit een onafhankelijke<br />
positie leveren onze professionals heldere adviezen en<br />
effectieve ondersteuning bij de uitvoering van beleid en<br />
programma’s, gebaseerd op inhoudelijke kennis en scherpe<br />
analyses. Wat onze aanpak typeert zijn de kwaliteiten van<br />
onze experts: specifieke kennis op economisch, sociaal en<br />
ruimtelijk gebied, maatschappelijke betrokkenheid, persoonlijke<br />
service en de capaciteit om vraagstukken vanuit verschillende<br />
disciplines te benaderen. Deze unieke mix van factoren<br />
garandeert de kwaliteit waarnaar onze klanten op zoek zijn.
Na luchtvaart ook emissiehandel voor de<br />
scheepvaart?<br />
De CO2-uitstoot in de internationale lucht- en scheepvaart is<br />
afgelopen jaren sterk toegenomen. Daarnaast tonen ook toekomstscenario's<br />
aan dat de sterkste groei van CO2-emissies te<br />
verwachten is in de transport deelsectoren. Vanaf januari 2012<br />
zal de luchtvaartsector opgenomen worden binnen het EU ETS.<br />
Emissierechten zullen worden toegekend aan luchtvaartmaatschappijen,<br />
die daardoor gestimuleerd worden hun uitstoot te<br />
verlagen, bijvoorbeeld door schonere toestellen in te zetten of te<br />
zorgen voor een betere bezetting van stoelen.<br />
De Europese Commissie overweegt om ook de zeescheepvaart<br />
binnen het EU ETS te brengen. Men zou dit liever wereldwijd<br />
doen in IMO-verband (Internationale Maritieme Organisatie),<br />
maar dat proces loopt erg traag en niet alle IMO-leden zijn in<br />
gelijke mate bereid actie te ondernemen. Naast de luchtvaart zou<br />
Europa ook bij de zeevaart zo’n voortrekkersrol kunnen spelen.<br />
Mogelijke gevolgen<br />
Als zeeschepen in de toekomst voor hun CO2-emissies rechten<br />
moeten inleveren, zal dit effect hebben op de kosten van maritiem<br />
vervoer. En daarmee wellicht op de keuze voor andere vervoerwijzen.<br />
Shortsea rederijen maken zich al zorgen dat er straks<br />
lading overgaat naar de weg. En dat terwijl Europa toch juist het<br />
shortsea vervoer wil stimuleren via programma’s als ‘Marco Polo’<br />
en ‘Motorways of the Sea’. Een ‘modal shift’ naar weg is het<br />
tegenovergestelde van wat men ambieert en zal eerder tot meer<br />
emissies leiden dan tot minder.<br />
Zou het beter zijn om ook het vervoer over land onder EU ETS te<br />
OPINIE<br />
Sinds 2005 is er een Europees emissiehandelssysteem (EU ETS – Emission Trading System) voor stationaire bronnen. Denk<br />
hierbij aan energiecentrales, hoogovens en andere locaties waar installaties van bedrijven veel CO2 uitstoten. Koolstofdioxide<br />
(CO2-uitstoot) is een broeikasgas dat ontstaat als gevolg van de verbranding van o.a. fossiele brandstoffen. Het doel<br />
van het EU ETS is om via een markt voor emissierechten, door middel van een prijsprikkel tot een reductie van de uitstoot te<br />
komen. Het systeem kan op deze manier bijdragen aan het voorkomen van klimaatverandering en minder afhankelijkheid<br />
van fossiele energievormen.<br />
brengen? Dit lijkt niet direct het meest kosteneffectieve instrument,<br />
maar wel kan worden gedacht aan strengere emissie-eisen<br />
voor vrachtauto’s, brandstofbelasting of voertuigbelasting. Dan is<br />
er immers sprake van een eerlijker systeem: iedere modaliteit<br />
binnen de transportsector moet zich inspannen (via emissierechten<br />
of andere instrumenten) om energie-efficiënter te worden,<br />
met minder CO2-uitstoot tot gevolg. Verladers kunnen een afweging<br />
maken op basis van kosten en service (tijd, kwaliteit), waarbij<br />
de kosten ook een waardering van de milieu-impact omvatten.<br />
Er zijn nog meer mogelijke gevolgen. Zo kan een verhoging van<br />
de vervoerskosten over zee leiden tot andere routekeuzes voor<br />
schepen en het aandoen van andere havens. Rotterdam kan<br />
- afhankelijk van de definitieve vormgeving van het systeem -<br />
door haar ligging aantrekkelijker worden dan de dieper landinwaarts<br />
gelegen haven van Antwerpen, of de noordelijker gelegen<br />
havens van Hamburg en Bremen. Hier tegenover staat de<br />
mogelijke sterke toename van de concurrentie met containerhavens<br />
in Zuid-Europa. Vanuit China bevinden deze zich immers<br />
dichterbij, wat minder uitstoot oplevert. Van Marseille of Triest kun<br />
je ook via het spoor Europa in. Maar die afweging is pas eerlijk<br />
als ook het spoor deelneemt aan EU ETS of andere inspanningen<br />
moet leveren om CO2-uitstoot te reduceren. Een risico van de<br />
opname van de internationale scheepvaart binnen het ETS is dat<br />
het ook kan leiden tot uitwijkgedrag van schepen of reders, het<br />
zogenoemde ‘carbon leakage’ effect.<br />
Voor beleidsmakers biedt EU ETS bovendien kansen voor flankerend<br />
beleid. Denk daarbij aan het verder vergroenen van de<br />
zeescheepvaart en het gebruik van terugsluismechanismen om<br />
de doelen nog beter te bereiken. Het is bijvoorbeeld de vraag op<br />
welke manier opbrengsten uit de veiling van rechten zullen<br />
worden teruggesluisd naar de maritieme sector.<br />
Conclusie: EU-acties kunnen verstrekkende gevolgen<br />
hebben voor haven- en scheepvaart<br />
Hoe langer de IMO wacht met effectieve maatregelen op internationaal<br />
niveau, hoe groter de kans is dat de EU actie gaat<br />
(Vervolg op volgende pagina)<br />
Sound analyses, inspiring ideas <strong>ROTA</strong> <strong>Nieuwsbrief</strong> - April 2010<br />
2
(Vervolg van vorige pagina)<br />
nemen. Dit zal leiden tot een heroptimalisatie van logistieke netwerken<br />
en routekeuzes en zal gevolgen hebben voor de concurrentiepositie<br />
van havens en scheepvaartdienstverleners. Dit effect<br />
kan doorwerken in lokale en nationale economieën, zowel in economische<br />
groei als veranderende werkgelegenheid. De uiteindelijke<br />
invulling van een dergelijke opname binnen het EU ETS kan<br />
aanzienlijke gevolgen hebben voor de haven- en scheepvaart<br />
activiteiten in Europa. ECORYS heeft onlangs voor de Vlaamse<br />
overheid onderzoek gedaan, om voor de vier Vlaamse zeehavens<br />
de mogelijke economische en concurrentie-effecten van verschillende<br />
vormgevingen van de opname van de zeescheepvaart binnen<br />
het EU ETS in te schatten.<br />
De mobiliteitsscan<br />
De mobiliteitsscan is bedoeld voor alle professionals in<br />
Nederland, die betrokken zijn bij de samenhangende thema’s<br />
milieu, ruimte, bereikbaarheid en verkeer en vervoer. De mobiliteitsscan<br />
maakt het mogelijk om snel inzicht te krijgen in<br />
de oorzaken van problemen en de gevolgen van uw<br />
beleidssuggesties voor elk van deze thema’s.<br />
De mobiliteitsscan, ontwikkeld door Goudappel Coffeng en<br />
ECORYS biedt de mogelijkheid zicht te krijgen op de wisselwerking<br />
tussen mobiliteit, ruimte en milieu. In opdracht van KpVV<br />
(Kennisplatform Verkeer en Vervoer) zijn inmiddels twee pilots<br />
uitgevoerd met de werkgroepen in de regio’s IJmond en BRU<br />
(Bestuur Regio Utrecht) . Deze pilots hebben belangrijke input<br />
opgeleverd voor het programma van eisen en de test van de<br />
eerste versie van de scan.<br />
In de mobiliteitsscan staat de ladder van Verdaas in al zijn<br />
aspecten centraal. Speciale aandacht is er voor onder andere het<br />
parkeerbeleid. De gebruiker kan zelf met praktische maatregelen<br />
ingrijpen in ruimtelijke ontwikkelingen of in het verplaatsingsgedrag<br />
van mensen. Uiteindelijk biedt de mobiliteitsscan de mogelijkheid<br />
om weloverwogen en gericht het gemeentelijke beleid<br />
vorm te geven.<br />
Transparantie stond centraal bij de ontwikkeling van de mobiliteitsscan.<br />
De gebruiker krijgt het resultaat van zijn keuzes direct<br />
te zien en kan deze tevens aanpassen. Zo is het mogelijk snel en<br />
gecontroleerd de mogelijkheden in het verkeersmodel door te<br />
rekenen. Met de mobiliteitsscan krijgt de gebruiker inzicht in wat<br />
nuttige verbeteringen zijn om verplaatsingen soepeler te laten<br />
verlopen. Denk aan betere bereikbaarheid, beter ingerichte ruimte<br />
of minder hinder voor het milieu. De scan berekent geen nieuw<br />
evenwicht, de daarvoor benodigde rekentechnieken zijn te complex.<br />
De gebruiker bepaalt zelf welke maatregelen nuttig lijken en<br />
3<br />
Voor meer informatie<br />
Johan Gille<br />
E johan.gille@ecorys.com<br />
Robert Kok<br />
E robert.kok@ecorys.com<br />
in welke effecten interessant. De mobiliteitsscan werkt als een<br />
verkeersmodel waarbij de gebruiker zelf geheel aan de knoppen<br />
mag draaien.<br />
De eerste versie van de mobiliteitsscan is begin februari 2010<br />
opgeleverd. KpVV is voornemens om de mobiliteitsscan bij alle<br />
gemeenten onder de aandacht te brengen. Binnenkort starten in<br />
een aantal regio’s extra pilots. Speciale aandacht zal nog worden<br />
gegeven aan de toepassing van de mobiliteitsscan in de dagelijkse<br />
werkomgeving van een gemeente of regio. Daartoe zijn waarschijnlijk<br />
protocollen nodig. KpVV is van plan te gaan werken met<br />
gebruikersgroepen en om deze te betrekken bij het maken van<br />
opvolgende versies.<br />
Website: http://mobiliteitsscan.bereikbaarheidskaart.nl/<br />
Voor meer informatie<br />
Marco Martens<br />
marco.martens@ecorys.com<br />
<strong>ROTA</strong> <strong>Nieuwsbrief</strong> - April 2010 Sound analyses, inspiring ideas
Mobiliteitsleasing moet bereikbaarheid<br />
Maastricht verbeteren<br />
ECORYS is een proef rond mobiliteitsleasing aan het voorbereiden in de regio Maastricht. Het doel van de proef is om in<br />
samenwerking met overheden, werkgevers en leasemaatschappijen in Maastricht de bereikbaarheidsproblemen te bestrijden.<br />
De bereikbaarheidsproblematiek rond Maastricht is het gevolg van de aanleg van de A2-tunnel door de stad. De proef<br />
richt zich op de introductie van een nieuwe vorm van autoleasing. Hierdoor zal het gebruik van de leaseauto aanzienlijk<br />
verminderen en zal de verkeershinder tijdens de bouw van de tunnel beperkt blijven.<br />
Fileleed in Nederland; een dagelijkse bron van ergernis voor<br />
autorijdend Nederland, een grote schadepost voor de economie<br />
en een niet te vermijden gespreksonderwerp op een willekeurig<br />
familiefeestje. Het verbreden van wegen en het aanleggen van<br />
nieuwe verbindingen heeft nog niet kunnen verhinderen dat<br />
Nederland ’s ochtends en ’s avonds aansluit in een eindeloze rij<br />
auto’s. De laatste jaren zijn op diverse plaatsen in Nederland<br />
spitsmijden-projecten ingezet om filerijders met een financiële<br />
bonus te prikkelen om buiten de filetijden de weg op te gaan. En<br />
met succes, want door inzet van dit beloningsinstrument kwamen<br />
er zoveel minder auto’s langs diverse fileknelpunten dat de<br />
verkeershinder beperkt werd. Spitsmijden toont daarmee aan dat<br />
het een effectief en direct inzetbaar beprijzingsinstrument is.<br />
Toch kleven er twee nadelen aan deze oplossing: De schatkist<br />
moet altijd open om geld voor de noodzakelijke incentives te kunnen<br />
betalen. En als de incentives worden stopgezet, vervallen de<br />
deelnemers in hun oude gedragspatroon en komt de file weer<br />
terug.<br />
Leaserijders uit de spits halen<br />
ECORYS zoekt actief naar mogelijkheden om deze beperkingen<br />
OPINIE<br />
Fileleed: een dagelijkse ergernis voor veel automobilisten.<br />
van de huidige spitsmijden-projecten te ondervangen en tot<br />
structurele oplossingen te komen. Voorwaarde is wel dat er een<br />
groep automobilisten te vinden is die massaal de spits bevolkt, de<br />
mogelijkheid heeft om de spits te mijden, en zelf de financiële<br />
prikkel kan financieren die noodzakelijk is om op andere tijden te<br />
gaan reizen.<br />
De leaserijders lijken een groep te vormen die aan deze voorwaarden<br />
voldoet. Een kentekenonderzoek door Rijkswaterstaat<br />
heeft aangetoond dat de leaseauto ruim vertegenwoordigd is in<br />
de spits. Eén op de drie, soms zelfs één op de twee auto’s in de<br />
ochtend- en avondfile blijkt een leaseauto te zijn. Opmerkelijk,<br />
omdat leaseauto’s maar acht procent van het totale wagenpark<br />
uitmaken. De berijders van leaseauto’s zijn vaak werkzaam in de<br />
dienstverlenende sector en hebben de mogelijkheid om hun<br />
werktijden flexibel in te richten. En niet oninteressant: voor de<br />
werkgevers vormt de leaseauto jaarlijks een kostenpost van circa<br />
8 miljard euro.<br />
(Vervolg op volgende pagina)<br />
Sound analyses, inspiring ideas <strong>ROTA</strong> <strong>Nieuwsbrief</strong> - April 2010<br />
4
(Vervolg van vorige pagina)<br />
De huidige autoleaseregelingen bevatten prikkels voor de gebruikers<br />
om jaarlijks zoveel mogelijk kilometers te maken. De fiscus<br />
vraagt een vast bedrag voor het gebruik van de auto ongeacht<br />
het aantal kilometers. De werkgever legt geen strobreed in de<br />
weg om het aantal privékilometers in de hand te houden uit vrees<br />
om de werknemer tegen zich in het harnas te jagen. Bovendien<br />
ontmoedigt de werkgever het gebruik van alternatieven voor de<br />
leaseauto. Als een leaserijder een zakelijke reis met de trein wil<br />
maken worden de kosten niet vergoed, of haalt de leaserijder<br />
zich veel administratieve rompslomp op de hals. Door deze<br />
prikkels om vooral veel te rijden blijven de leasekosten voor<br />
werkgevers stijgen en prijst het leaseproduct zich uit de markt.<br />
De oplossing: mobiliteitsleasing<br />
Om deze nadelen te ondervangen hebben de grote leasemaatschappijen<br />
in Nederland autoleaseproducten ontwikkeld op basis<br />
van het persoonsgebonden mobiliteitsbudget: mobiliteitsleasing.<br />
Bij werkgevers die mobiliteitsleasing hebben ingevoerd daalt het<br />
leaseautogebruik ten gunste van vervoersalternatieven en stijgt<br />
de werknemertevredenheid omdat werknemers zelf kunnen<br />
sturen op mobiliteit en het bijbehorende budget. In de praktijk<br />
betekent mobiliteitsleasing dat een werknemer voor zijn mobiliteit<br />
niet alleen de beschikking heeft over ‘zijn ‘leaseauto, maar vanaf<br />
dat moment ook financieel geprikkeld wordt om gebruik te maken<br />
van alternatieven voor de auto (trein, bus, OV-fiets, P&R-<br />
voorzieningen, telewerken, teleconferencing). De leaserijder is<br />
namelijk in staat om voor elke afzonderlijke reis een keuze te<br />
maken voor de auto of een alternatief. Een reis per auto betekent<br />
een forse aanslag op zijn persoonlijk mobiliteitsbudget. Een reis<br />
per OV betekent een veel kleinere aanslag op zijn mobiliteitsbudget.<br />
Het budget dat aan het eind van het jaar overblijft, komt<br />
toe aan de leaserijder. En zo ontstaat een structurele incentive<br />
om minder gebruik te maken van de auto.<br />
Mobiliteitsleasing biedt structurele<br />
prikkels om minder gebruik te<br />
maken van de auto.<br />
Bereikbaarheid neemt toe<br />
Mobiliteitsleasing is een aantrekkelijk product voor werkgevers en<br />
werknemers. Bovendien daalt het aantal autoleasekilometers en<br />
dat is goed voor de bereikbaarheid. Toch verloopt de introductie<br />
van de opvolger van de klassieke leaseregeling langzaam. Het<br />
product is complexer, werkgevers zijn moeilijk te overtuigen dat<br />
de kosten niet zullen stijgen maar gelijk zullen blijven. En niet<br />
onbelangrijk: mobiliteitsleasing vereist registratie van alle verreden<br />
kilometers op dagelijkse basis, inclusief de autokilometers.<br />
5<br />
Mobiliteitsleasing kan gebruik van OV stimuleren.<br />
De kosten van zo’n ritregistratiesysteem vormen voor geïnteresseerde<br />
werkgevers een te grote barrière.<br />
Maastricht goede showcase<br />
Om de marktintroductie van mobiliteitsleasing te versnellen en<br />
gelijktijdig de bereikbaarheid te verbeteren heeft ECORYS contact<br />
gelegd tussen vooruitstrevende autoleasemaatschappijen,<br />
overheden en werkgevers in Maastricht. De regio Maastricht<br />
kampt met forse bereikbaarheidsproblemen, veroorzaakt door de<br />
aanleg van een tunnel onder de huidige A12, wat tot 2016 zal<br />
duren. Het voorstel dat op tafel ligt lijkt aantrekkelijk genoeg om<br />
samenwerking tussen werkgevers, overheden en autoleasemaatschappijen<br />
tot stand te brengen. Bij doorgang van de proef verruilen<br />
de werkgevers voor 1.000 werknemers het klassieke leasecontract<br />
voor een mobiliteitsleasecontract. De overheden financieren<br />
de noodzakelijke ritregistratiesystemen en de betrokken<br />
leasemaatschappijen leveren de benodigde menskracht om de<br />
nieuwe producten professioneel te introduceren. Zo kan in Maastricht<br />
een showcase mobiliteitsleasing ontstaan, waardoor het<br />
nieuwe product snel bekendheid kan opbouwen. Bovendien zouden<br />
structureel dagelijks 200 auto’s uit de files rond Maastricht<br />
verdwijnen. En dat is toch tien procent van het totaal aantal auto’s<br />
dat van de weg af moet om het verkeer te kunnen laten doorstromen<br />
tijdens de bouw van de tunnel.<br />
Voor meer informatie<br />
Robert Galjaard<br />
robert.galjaard@ecorys.com<br />
<strong>ROTA</strong> <strong>Nieuwsbrief</strong> - April 2010 Sound analyses, inspiring ideas
Windmolens op zee, wat betekent dat voor<br />
de scheepvaart?<br />
De Nederlandse regering wil voor 6000 MW (megawatt) aan windenergievermogen op de Noordzee plaatsen. Dit zal gevolgen<br />
hebben voor allerlei stakeholders, waaronder de scheepvaart. ECORYS heeft recentelijk de impact van windparken op de<br />
aanlooproutes naar de zeehavens onderzocht en concludeert dat langere routes kunnen leiden tot kostenstijging, wat een<br />
concurrentienadeel kan opleveren.<br />
De Nederlandse overheid wil het aandeel van groene energie<br />
binnen de totale energievoorziening laten groeien, door onder<br />
andere in te zetten op windenergie. Op diverse locaties in het<br />
land is al ruim 2000 MW aan vermogen gestationeerd. Op zee is<br />
inmiddels ook voor ruim 200 MW voorzien middels twee windparken<br />
op zee: Offshore Windpark Egmond aan Zee en Prinses<br />
Amalia voor de kust van IJmuiden.<br />
Het streven is om het totale offshore windenergievermogen uit te<br />
breiden tot 6000 MW. De vraag is waar de hiervoor benodigde<br />
windmolens geplaatst moeten worden. Er zijn diverse afwegingen<br />
die een rol spelen: kosten, gevolgen voor de natuur, maar ook het<br />
feit dat de Noordzee geen leeg gebied is. Diverse locaties zijn<br />
gereserveerd als oefenterrein voor defensie of aangewezen voor<br />
bevissing. Ook zijn er talloze scheepvaartroutes. Dit alles maakt<br />
de Noordzee tot een van de drukst bevaren zeeën ter wereld.<br />
ECORYS heeft in opdracht van Rijkswaterstaat diverse varianten<br />
voor offshore windmolenparken bestudeerd, op diverse locaties.<br />
Deze leidden ieder in meer of mindere mate tot een toename van<br />
de vaarafstanden, doordat routes zouden moeten worden verlegd<br />
en er soms andere beperkingen voor de scheepvaart mee<br />
gepaard zouden gaan. Hierdoor wordt het bereiken van havens<br />
duurder: er moet immers een langere afstand worden afgelegd en<br />
dat kost meer tijd en geld.<br />
Met het door ECORYS en CPB ontwikkelde Havenconcurrentiemodel<br />
zijn de mogelijke effecten geanalyseerd. Hierbij moet<br />
worden opgemerkt dat dit voorlopige varianten betreft en dat er<br />
door de overheid nog geen keuzes zijn gemaakt. Daartoe zal een<br />
integrale afweging worden gemaakt, waarin o.a. ook kosten-<br />
verhoging voor scheepvaart tegen verhoging van aanlegkosten<br />
van windparken zullen worden afgewogen.<br />
Het Havenconcurrentiemodel<br />
Voor de import en export van gecontaineriseerde lading kunnen<br />
de verschillende delen van het Europese continent worden bediend<br />
door verschillende combinaties van diepzeeroutes, zeehavens<br />
en vormen voor achterlandtransport (weg, water, spoor).<br />
Zo’n combinatie wordt een ‘routing’ genoemd. Het achterland van<br />
de havens toont een grote mate van overlap en er is daardoor<br />
veel concurrentie tussen de havens (zie illustratie). Een verandering<br />
van prijs of kwaliteit van een haven heeft daardoor direct<br />
gevolgen voor het (potentiële) marktaandeel van deze haven.<br />
Voorbeeld van zeeroutes en havens, ofwel ‘routing’<br />
Naast vaarafstanden zijn, zo bleek uit het onderzoek, ook nautische<br />
veiligheid, beschikbaarheid en bereikbaarheid van ankerplaatsen<br />
en imago belangrijke factoren voor de haven. Waar de<br />
directe vaarkosten slechts in zeer beperkte mate zullen toenemen<br />
– en daardoor de impact op ladingoverslag in de onderzochte<br />
varianten relatief beperkt zal blijven – kunnen deze aspecten tot<br />
extra effecten leiden. Daarnaast bestaan er ook in omliggende<br />
landen plannen voor meer windparken op zee, waardoor verschuivingen<br />
van Nederlandse naar concurrerende havens weer<br />
omgekeerd zou kunnen worden.<br />
Voor meer informatie<br />
Johan Gille<br />
johan.gille@ecorys.com<br />
Sound analyses, inspiring ideas <strong>ROTA</strong> <strong>Nieuwsbrief</strong> - April 2010<br />
6
MKBA Programma Hoogfrequent Spoorvervoer<br />
ECORYS voert voor het Ministerie van Verkeer en Waterstaat de maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) uit voor het<br />
Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS). PHS heeft als doel de middellange termijn de ambitie van het kabinet vorm<br />
te geven om hoogfrequent personenvervoer in combinatie met het snel groeiende goederenvervoer mogelijk te maken.<br />
In 2004 beschreef het kabinet de ambities voor het spoorvervoer<br />
in 2020 in de Nota Mobiliteit; hoge frequenties op spoorverbin-<br />
dingen met de grootste reizigersstromen en goede bereikbaarheid<br />
van havens, greenports en industriecomplexen voor<br />
goederenvervoer worden mogelijk gemaakt.<br />
Ter aanvulling en verdieping op de Nota Mobiliteit en de netwerkanalyses<br />
is er in 2007 een Landelijke Markt- Capaciteitsanalyse<br />
Spoor uitgevoerd. De conclusie van de LMCA Spoor was dat de<br />
groeiprognose van het goederen- en personenvervoer over het<br />
spoor ten opzichte van de Nota Mobiliteit naar boven moeten worden<br />
bijgesteld en dat deze groei leidt tot capaciteitsknelpunten.<br />
Hoogfrequent spoorvervoer kan<br />
stapsgewijs worden gerealiseerd op<br />
basis van de verwachte groei van de<br />
passagiersaantallen.<br />
Het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) is gestart als<br />
follow-up van de LMCA-Spoor en heeft als doel de middellange<br />
termijn de ambitie van het kabinet vorm te geven om hoogfrequent<br />
personenvervoer in combinatie met het snel groeiende<br />
goederenvervoer mogelijk te maken. Er zijn vier speerpunten<br />
geformuleerd voor de kwaliteit van het personen- en goederenvervoer<br />
op het spoor voor PHS:<br />
1. Hoogfrequent spoorvervoer op de drukste trajecten in de brede<br />
Randstad;<br />
2. Toekomstvaste routestrategie spoorgoederenvervoer;<br />
3. Samenhangende regionale OV-systemen waarvan het spoorvervoer<br />
- met name de ‘sprinter’ - de ruggengraat vormt, met<br />
goede benutting van en aansluitingen in de keten op het<br />
vervoer per bus, tram en metro;<br />
4. Kwaliteit voor de reistijden naar de landsdelen (duur en<br />
betrouwbaarheid).<br />
Hoogfrequent spoorvervoer kan stapsgewijs worden gerealiseerd<br />
op basis van de verwachte groei van de passagiersaantallen. Op<br />
enkele trajecten zijn de prognoses dusdanig, dat er niet alleen<br />
vaker treinen moeten rijden maar dat ook de capaciteit van de<br />
infrastructuur verbeterd moet worden.<br />
7<br />
Dit is het geval op de volgende corridors:<br />
• Schiphol - Amsterdam - Almere - Lelystad (OV-SAAL);<br />
• Utrecht - Arnhem/Nijmegen;<br />
• Utrecht - Den Bosch;<br />
• Den Haag - Rotterdam.<br />
ECORYS voert de MKBA uit voor de laatste drie corridors. In de<br />
zomer van 2010 zal besluitvorming plaatsvinden over het<br />
programma.<br />
Voor meer informatie<br />
Wim Spit<br />
wim.spit@ecorys.com<br />
Bas Scholten<br />
bas.scholten@ecorys.com<br />
<strong>ROTA</strong> <strong>Nieuwsbrief</strong> - April 2010 Sound analyses, inspiring ideas
Effectevaluatie Parkeertariefmaatregelen Amsterdam<br />
In 2008 heeft de gemeente Amsterdam het plan ‘Voorrang<br />
voor een Gezonde Stad’ (VGS) vastgesteld. Een van de<br />
maatregelen in dit plan betreft een verhoging van de parkeertarieven<br />
en een uitbreiding van de bloktijden per 1 januari<br />
2009. ECORYS heeft voor de gemeente Amsterdam een<br />
evaluatie uitgevoerd van het effect van deze maatregelen op<br />
parkeren, verkeer, luchtkwaliteit en de sociale effecten.<br />
Omdat een integrale nulmeting van het aantal parkeerbewegingen<br />
in het jaar 2008 ontbrak, is het beeld opgebouwd uit diverse<br />
bronnen als omzetgegevens, beschikbare tellingen en ontwikkeling<br />
van het aantal parkeerbewegingen in garages en P+R terreinen.<br />
Voor het isoleren van de factor ‘recessie’ is ondermeer gekeken<br />
naar de ontwikkeling van het parkeren in diverse andere gemeenten<br />
waar geen verhoging van de tarieven heeft plaatsgehad,<br />
landelijke trends en andere studies. Verder heeft ECORYS een<br />
telefonisch onderzoek laten uitvoeren onder 600 Amsterdammers.<br />
Het aantal parkeerbewegingen binnen<br />
de Ring A10 is het afgelopen jaar met<br />
6,8% afgenomen. Minimaal 3,8% daarvan<br />
is toe te schrijven aan parkeermaatregelen.<br />
ECORYS onderzocht de effecten van parkeermaatregelen in<br />
Amsterdam<br />
Uit het onderzoek kan onder andere worden geconcludeerd dat<br />
het aantal parkeerbewegingen door niet-vergunninghouders<br />
binnen de Ring A10 (exclusief Noord) het afgelopen jaar met<br />
6,8% is afgenomen ten opzichte van 2008, waarvan minimaal<br />
3,8% is toe te rekenen aan de parkeermaatregelen. De beoogde<br />
reductie van stikstof-dioxide (NO2) wordt ruim gehaald, de beoogde<br />
reductie van fijnstof (PM10) gedeeltelijk.<br />
Wat betreft sociale effecten geeft een kwart van de Amsterdammers<br />
in het kerngebied (die hebben meegewerkt aan het onderzoek)<br />
aan minder bezoek te ontvangen. De maatregelen blijken<br />
slechts een beperkt effect te hebben gehad op de sociale en<br />
recreatieve activiteiten van de Amsterdammers.<br />
Voor meer informatie<br />
Rob Jeuring<br />
rob.jeuring@ecorys.com<br />
Sound analyses, inspiring ideas <strong>ROTA</strong> <strong>Nieuwsbrief</strong> - April 2010<br />
8
Toolkit om overheden te helpen bij de<br />
introductie van ITS<br />
Langzame en ongecoördineerde besluitvorming m.b.t. de invoering van ITS (Intelligente Transport Systemen) op stedelijk,<br />
regionaal en nationaal niveau is een urgent probleem, dat moet worden opgelost. 2DECIDE is een project rond het ontwikkelen<br />
van een toolkit, die overheden moet ondersteunen bij de invoering van ITS. Daarnaast moet de toolkit overheden helpen<br />
bij het oplossen van verkeers- en vervoersproblemen en bijdragen aan het behalen van beleidsdoelstellingen. ECORYS is<br />
verantwoordelijk voor de beoordeling van de kosten, baten en effecten van ITS-oplossingen.<br />
ECORYS is lid van een consortium van partnerorganisaties, die<br />
tezamen het 2DECIDE project uitvoeren. 2DECIDE wordt als<br />
project deels gefinancierd onder het 7e kaderprogramma voor<br />
onderzoek en ontwikkeling van de Europese Commissie. Het doel<br />
van de toolkit is om overheden te helpen ITS in te zetten binnen<br />
de aanpak van om problemen rond congestie, ongevallen en<br />
milieuverontreiniging. Daarnaast kan de toolkit worden ingezet bij<br />
het verbeteren van diensten voor de gebruiker, het promoten van<br />
intermodaliteit transport, het verbeteren van de toegang tot<br />
informatie en het vergroten van de veiligheid.<br />
ITS live demonstraties tijdens Cooperative Mobility Showcase,<br />
Intertraffic Amsterdam 2010<br />
Verschillende oplossingen<br />
Binnen 2DECIDE zullen verschillende oplossingen worden aangeboden,<br />
afhankelijk van het probleem of de situatie waarin de<br />
gebruiker verkeert. Oplossingen omvatten de inzet van systemen<br />
die telematica en transporttechniek integreren om transportsystemen<br />
te plannen, ontwerpen, exploiteren, onderhouden en<br />
te beheren, in zowel het wegvervoer als het openbaar vervoer.<br />
Gebruikerswensen<br />
Het verzamelen van informatie over de wensen van de potentiële<br />
gebruikers is een belangrijk onderdeel van het project. Hiertoe is<br />
9<br />
eind 2009 een korte vragenlijst verstuurd naar potentiële<br />
gebruikers in Europa. In aanvulling daarop zijn interviews gehouden<br />
met geselecteerde respondenten van de vragenlijst om<br />
verder te discussiëren over kwesties als de functionaliteit van de<br />
toolkit, in- en uitvoer van de toolkit, enz. Op 25 maart is een<br />
Gebruikersforum georganiseerd tijdens het Intertraffic congres te<br />
Amsterdam, waar de resultaten van de vragenlijsten en interviews<br />
zijn gepresenteerd. Ook zijn de inhoud en de gebruikersinterface<br />
van de toolkit in een workshop besproken met de toekomstige<br />
gebruikers.<br />
Resultaten<br />
De ITS toolkit zal kosteloos aan gebruikers worden aangeboden<br />
en zal het volgende bevatten:<br />
• ‘Best practice’ voorbeelden van ITS-implementaties;<br />
• Informatie over de kosten, baten en effecten van ITSoplossingen;<br />
• Een database met evaluatieverslagen van ITS-projecten;<br />
• Informatie over technische en juridische aspecten van ITSoplossingen;<br />
• Gerichte informatie in antwoord op een specifieke zoekopdracht<br />
van een gebruiker.<br />
Dit alles zal worden verstrekt via een gebruiksvriendelijke, op<br />
internet gebaseerde toolkit voor ondersteuning van besluitvorming<br />
over ITS-toepassingen en diensten. Om taalbarrières te overwinnen,<br />
zullen de ITS-toolkit en de meest relevante informatie<br />
beschikbaar zijn in verschillende talen.<br />
Website 2DECIDE Toolkit: http://www.2DECIDE.eu<br />
Voor meer informatie<br />
Dick Mans<br />
dick.mans@ecorys.com<br />
<strong>ROTA</strong> <strong>Nieuwsbrief</strong> - April 2010 Sound analyses, inspiring ideas
Mobiliteitstrategie bij groot onderhoud<br />
wegen: maatwerk vereist<br />
ECORYS ondersteunt Rijkswaterstaat Dienst Zuid-Holland en Dienst Utrecht bij het opstellen van een mobiliteitstrategie<br />
voor periodes van groot onderhoud en de aanleg van spitsstroken op de snelwegen A12, A27 en<br />
A28. Het onderhoud en de wegverbredingen zijn onderdeel van de ‘spoedaanpak wegen’ waarbij door het<br />
Ministerie van Verkeer en Waterstaat 18 spoedwegprojecten en 30 versnellingsprojecten zijn aangewezen.<br />
Rijkswaterstaat heeft zich tot doel gesteld om de extra files als<br />
gevolg van groot onderhoudswerkzaamheden tot een aanvaardbaar<br />
niveau terug te brengen. Bij grotere onderhoudswerken is<br />
het tijdelijk buiten gebruik stellen van delen van de weg echter<br />
onontkoombaar. De opgave is dan om een deel van de weggebruikers<br />
te verleiden tot aanpassing van hun gedrag en zo de<br />
afwikkeling op aanvaardbaar niveau te houden. Om de beste<br />
strategie te heeft Rijkswaterstaat onder de naam Toekan een<br />
transparant en eenvoudig instrument ontwikkeld en dat samen<br />
met maatschappelijke partners (wegbeheerders, belangenorganisaties,<br />
vervoerders) kan worden ingezet.<br />
De strategie van Toekan is gericht<br />
op het zoveel mogelijk beperken<br />
van verkeershinder.<br />
Wat is Toekan?<br />
Toekan (Toespitsen op Kansen) is een methodiek voor de bepaling<br />
van de mobiliteit-beïnvloedingstrategie bij de uitvoering van<br />
wegwerkzaamheden. Deze strategie is gericht op het zoveel<br />
mogelijk beperken van verkeershinder. Toekan bestaat uit vijf<br />
stappen:<br />
1. Verhelderen van de opgave (hoeveel moet er van de weg?)<br />
2. Segmenteren van de markt (welke doelgroepen zijn er, welke<br />
belangrijke herkomst en bestemmingen, welke alternatieven<br />
zijn voorhanden?)<br />
3. Potenties schatten (hoe aantrekkelijk zijn de alternatieven?)<br />
4. Bepalen van de mobiliteitsstrategie (welk type maatregelen<br />
zijn kansrijk?)<br />
5. Kiezen van het maatregelpakket (afwegingen op basis van<br />
onder andere kosteneffectiviteit)<br />
Bij het bepalen van de juiste strategie voor de vraagombuiging<br />
hebben we te maken met een sterk gesegmenteerde mobiliteitsmarkt.<br />
Het totale verkeersaanbod op de betreffende wegvakken<br />
wordt daarom eerst uitgesplitst in zeven tot acht herkomst-<br />
bestemmingsstromen, afhankelijk van de behandelde snelweg.<br />
Over elk van de stromen worden vervolgens per ritmotief (werk,<br />
zakelijk, vrije tijd en vracht) vier mogelijke gedragsaanpassingen<br />
beschouwd, te weten andere route, andere tijd, andere modaliteit,<br />
niet naar bestemming afreizen.<br />
Voor elk van deze segmenten wordt per stroom de potentie<br />
geschat. Dat levert een totaaloverzicht op van de potenties binnen<br />
de verschillende marktsegmenten. Om de geschatte potenties<br />
te effectueren kunnen uiteenlopende maatregelen worden<br />
ingezet. Er staan drie clusters maatregelen ter beschikking:<br />
Verkeers-management (VM), Mobiliteitmanagement (MM) en<br />
Communicatie. Een aantal maatregelen wordt in ieder geval genomen:<br />
een publiekscampagne om alle partijen adequaat te informeren,<br />
bebording voor belangrijkste omleidingroutes, enz. Deze<br />
maatregelen vormen het vertrekpunt.<br />
De mobiliteitsstrategie is gericht op het zoveel mogelijk beperken<br />
van verkeershinder.<br />
De Toekan-methodiek wordt samen met partners in de regio<br />
doorlopen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de ervaringskennis<br />
van deze partijen bij het schattingsproces en wordt gewerkt aan<br />
draagvlak voor ieders bijdrage aan de opgave; we maken zichtbaar<br />
waarvoor elke partij aan de lat staat.<br />
(Vervolg op volgende pagina)<br />
Sound analyses, inspiring ideas <strong>ROTA</strong> <strong>Nieuwsbrief</strong> - April 2010<br />
10
(Vervolg van vorige pagina)<br />
ECORYS: procesbegeleiding en inhoud<br />
ECORYS heeft Toekan toegepast voor Rijkswaterstaat Dienst<br />
Zuid-Holland voor de A12 tussen Woerden en Gouda en voor de<br />
Dienst Utrecht voor de A12 (Lunnetten-Veenendaal), A27<br />
(Everdingen-Rijnsweerd) en A28 (Utrecht-Amsersfoort). Daarbij<br />
hebben we de workshops met de omgevingspartijen (o.a. wegbeheerders,<br />
ANWB, TLN, EVO, Verkeersonderneming, NS, VNM)<br />
inhoudelijk voorbereid en gefaciliteerd. Daarnaast hebben we de<br />
aantrekkelijkheid van een groot aantal gedragsbeïnvloedende<br />
maatregelen geanalyseerd en een inschatting gemaakt van de<br />
kosteneffectiviteit van de maatregelen. Dit is samengebracht in<br />
de mobiliteitsstrategie.<br />
Door de toepassing van Toekan was ECORYS in staat in een<br />
korte periode een beeld te schetsen van de ernst van de hinder,<br />
en de kans op succes van maatregelen om deze hinder te verminderen.<br />
De workshops met de omgevingspartijen zijn daarin<br />
belangrijk geweest, om ideeën te genereren voor maatregelen en<br />
de kansrijkheid van deze maatregelen te schatten. Daarnaast zijn<br />
de workshops van belang geweest in de communicatie rondom<br />
de wegwerkzaamheden en om de planning nog beter af te stemmen<br />
op mogelijke werkzaamheden aan routes die als omrijdroutes<br />
kunnen worden gebruikt.<br />
Website startschot spoedaanpak Gouda-Woerden:<br />
http://www.verkeerenwaterstaat.nl/actueel/nieuws/<br />
ministereurlingsstartuitvoering3espoedaanpakprojectwoerdengouda.aspx<br />
Nieuwe projecten<br />
Omvang stroom 500<br />
Woon-werk / Zakelijk /<br />
Leisure / Vracht<br />
Meer informatie over deze projecten kunt u nalezen op onze website: www.ecorys.nl.<br />
11<br />
67 / 22 / 1 / 9 %<br />
Reistijd spits (dal) 110 (85) Minuten<br />
Reistijd omrijden spits<br />
(dal)<br />
Stroomkenmerken<br />
130 (100) Minuten<br />
Reistijd OV 120 Minuten<br />
Illustratie: voorbeeld deelstroom op de A12: stad naar stad<br />
(illustratie met medewerking van Goudappel Coffeng)<br />
Voor meer informatie<br />
MVT/uur in ochtendspits<br />
Bas Scholten<br />
bas.scholten@ecorys.com<br />
ECORYS werkt wereldwijd aan interessante en relevante projecten op het gebied van transport en mobiliteit. Hieronder geven wij u<br />
enkele voorbeelden van recente en nieuwe projecten buiten Nederland:<br />
• Punjab Integrated Transport Policy and Strategy, India (Wereldbank)<br />
• Review van de organisaties van wegbeheer in Zuid-Oost Azië (Wereldbank)<br />
• Verkeerscongestie studie Cairo, Egypte (Wereldbank)<br />
• Haventraining in Bandar Aceh (Wereldvoedselprogramma Verenigde Naties)<br />
• Raamwerkcontract voor de beoordeling van transportinfrastructuurprojecten onder het Europese Fonds voor Regionale<br />
Ontwikkeling (Europese Commissie)<br />
• Vervoersbeleid en economische ontwikkeling: een toolkit voor beleidsmakers (Wereldbank)<br />
• Beoordeling investeringsprojecten havens van Candarli en Mercin, Turkije (Europese Commissie)<br />
<strong>ROTA</strong> <strong>Nieuwsbrief</strong> - April 2010 Sound analyses, inspiring ideas
Concurrentiekracht van de Europese scheepsbouwindustrie<br />
ECORYS heeft de actuele stand van zaken, inclusief sterke en zwakke punten van de scheepsbouwindustrie in<br />
kaart gebracht als onderdeel van het raamwerkcontract voor sectorale concurrentiestudies. Zoals de richtlijnen<br />
van het LeaderSHIP2015-programma voorschrijven, zijn ook aanbevelingen voor toekomstige acties ontwikkeld.<br />
De Europese scheepsbouwindustrie is lang de wereldmarktleider<br />
geweest. De concurrentiepositie en het daarmee samenhangende<br />
marktaandeel vertonen de laatste jaren echter een<br />
gestage daling. Andere, vooral Aziatische landen verwerven<br />
marktaandeel ten koste van Europa, voornamelijk als gevolg van<br />
gerichte, overheidsgestuurde industrieontwikkelingsprogramma’s.<br />
De goede positie van Europa is in de jaren ’50 geleidelijk overgenomen<br />
door Japan, gevolgd door Zuid-Korea in de jaren ’70.<br />
De laatste tien jaar was vooral China in leidende positie.<br />
Recentelijk hebben nieuw opkomende landen als Vietnam, India<br />
en de Filippijnen de markt betreden met lage productiekosten.<br />
De concurrentiepositie en het<br />
marktaandeel van de Europese<br />
scheepsbouwindustrie vertonen de<br />
laatste jaren een gestage daling.<br />
Niet alleen aan de aanbodkant is de Europese scheepsbouw-<br />
industrie uitgedaagd door nieuw producerende landen, ook de<br />
vraagzijde is aan veranderingen onderhevig. Hoewel het aantal<br />
Europese scheepsbouwers de laatste jaren aanzienlijk is afgenomen,<br />
is de branche nog steeds belangrijk door een sterk netwerk<br />
van toeleveranciers, de hoge mate van specialisatie en de<br />
werkgelegenheid. Bovendien behoren sommige Europese landen<br />
tot de grootste maritieme naties en is ongeveer 40% van de<br />
commerciële vloot eigendom van Europese bedrijven.<br />
De financiële crisis heeft wereldwijd, maar vooral in Europa<br />
gezorgd voor een grote daling in maritiem transport. Dit is terug te<br />
zien in erg lage dagtarieven voor in (lijn)dienst varende schepen,<br />
het schrappen van lijndiensten door exploitanten en het stilleggen<br />
van schepen. Als gevolg van de huidige overcapaciteit worden<br />
weinig orders geplaatst en zien scheepswerven hun orderboek<br />
snel afnemen, wat aanzienlijke druk legt op het grote aantal<br />
arbeiders in deze bedrijfstak.<br />
Wat kan Europa doen om de sector te<br />
helpen zijn positie te behouden en bij<br />
te dragen aan de Lissabon agenda<br />
voor groei en werkgelegenheid?<br />
De Europese scheepsbouwindustrie wordt uitgedaagd door nieuw<br />
producerende landen, maar is ook aan de vraagzijde aan verandering<br />
onderhevig.<br />
Een team van experts van ECORYS heeft de concurrentiekracht<br />
van de Europese scheepsbouwindustrie beoordeeld. Hierbij is<br />
gekeken naar onder meer de volgende aspecten. Welke<br />
Europese politieke maatregelen zijn effectief in het stimuleren van<br />
de Europese transportsector in deze economische crisis? En wat<br />
kan Europa doen om de sector te helpen zijn positie op de lange<br />
termijn te behouden en bij te dragen aan de Lissabon agenda<br />
voor groei en werkgelegenheid? De politieke aanbevelingen zijn<br />
in lijn met de kerngebieden van de LeaderSHIP2015-strategie.<br />
Voor meer informatie<br />
Roelof Jan Molemaker<br />
roelofjan.molemaker@ecorys.com<br />
Wesley van Dijk<br />
wesley.vandijk@ecorys.com<br />
Sound analyses, inspiring ideas <strong>ROTA</strong> <strong>Nieuwsbrief</strong> - April 2010<br />
12
Evaluatie Wet Melding Voorvallen Burgerluchtvaart<br />
Het Analysebureau Luchtvaartvoorvallen, het loket waar voorvallen in de luchtvaart worden gemeld, moet<br />
opnieuw worden ingericht om het effect van het meldingensysteem te vergroten. Dit adviseert de Commissie<br />
Van Delden, die op verzoek van het kabinet de Meldingsplicht Voorvallen Burgerluchtvaart heeft geëvalueerd.<br />
Ook concludeert de commissie dat er regelmatig overleg moet plaatsvinden tussen luchtvaartsector en het OM<br />
over de gemelde voorvallen, zodat de onderlinge relatie tussen beide partijen versterkt wordt. ECORYS heeft de<br />
commissie Van Delden ondersteund bij het opstellen van haar advies.<br />
De evaluatie van de Commissie Van Delden is in 2007 aangekondigd,<br />
toen in Nederland nieuwe Europese regels gingen<br />
gelden over het melden van voorvallen. Het werd voor bepaalde<br />
beroepsgroepen in de burgerluchtvaart, zoals gezagvoerders en<br />
luchtverkeersleiders, verplicht om melding te maken van defecten,<br />
fouten of andere onregelmatigheden. Het gaat hierbij om<br />
voorvallen die invloed kunnen hebben op de vliegveiligheid, maar<br />
die niet leiden tot een ongeval of ernstig incident. Dit meldingensysteem<br />
leidt tot een centraal overzicht van de voorvallen met als<br />
doel de luchtvaartveiligheid te vergroten.<br />
De commissie heeft het nieuwe systeem twee jaar na invoering<br />
onder de loep genomen, gekeken hoe het functioneert en wat kan<br />
worden verbeterd. Volgens de commissie is het aantal meldingen<br />
fors toegenomen maar functioneert het Analysebureau<br />
Luchtvaartvoorvallen (ABL) - het loket waar de meldingen binnenkomen<br />
- nog niet optimaal. Het ABL koppelt de meldingen bijvoorbeeld<br />
niet regelmatig terug aan overheid en de luchtvaartsector.<br />
Hierdoor staat de meldingsbereidheid in de sector onder druk.<br />
Daarnaast zou het ABL meer analyses moeten maken van trends,<br />
gevolgen en oorzaken, zodat kan worden geleerd van de informatie.<br />
Inmiddels is er bij het ABL een begin gemaakt met het opvolgen<br />
van deze aanbevelingen.<br />
“Het Analysebureau Luchtvaartvoorvallen<br />
moet opnieuw worden<br />
ingericht en er moet meer overleg plaatsvinden<br />
tussen de luchtvaartsector en het<br />
OM over gemelde incidenten.”<br />
Omdat verhoging van de vliegveiligheid het ultieme doel van is<br />
van de meldingen, zijn de gegevens van de melder beschermd.<br />
Meldingen worden dan ook niet gebruikt voor strafrechtelijke<br />
vervolging, tenzij er sprake is van opzet of grove nalatigheid. Als<br />
dit het geval is legt het ABL contact met het OM om de melding te<br />
onderzoeken. Volgens de commissie Van Delden moet dit zo<br />
blijven. Binnen de luchtvaartsector leeft het gevoel dat de<br />
13<br />
meldingsbereidheid onder druk staat door deze mogelijkheid.<br />
Overigens is het sinds de invoering van het nieuwe systeem nog<br />
niet voorgekomen dat een melding naar het OM is doorgestuurd.<br />
Om het vertrouwen tussen sector en OM te versterken moet de<br />
transparantie volgens de commissie worden verhoogd, onder<br />
andere door regelmatig overleg tussen sector en OM. Een<br />
dergelijk zogeheten casusoverleg kan de relatie tussen de sector<br />
en het OM versterken en verbeteren.<br />
ECORYS heeft de Commissie ondersteund bij het opstellen van<br />
haar advies. Zo hebben wij een groot aantal interviews afgenomen<br />
met spelers uit de sector, is er een interactieve workshop<br />
georganiseerd met de sector en de Commissie, en hebben we<br />
ondersteuning verleend bij het opstellen van de rapportage.<br />
Voor meer informatie<br />
Robert Piers<br />
robert.piers@ecorys.com<br />
<strong>ROTA</strong> <strong>Nieuwsbrief</strong> - April 2010 Sound analyses, inspiring ideas
Inzicht in knelpunten en colonnevorming<br />
goederenvervoer in de Zuidvleugel<br />
In meerdere regio’s zijn stappen gezet in het kader van het Kwaliteitsnet Goederenvervoer. Deze zijn vooral<br />
gericht op het in kaart brengen van - infrastructurele - knelpunten voor de huidige situatie op het hoofdwegennet.<br />
ECORYS en Goudappel hebben gezamenlijk in het project Netwerkanalyse Goederenvervoer Zuidvleugel<br />
aangetoond dat de toepassing van de netwerkanalysemethode waardevol kan zijn bij het ontwikkelen van een<br />
robuust Kwaliteitsnet Goederenvervoer.<br />
De nadruk ligt lag hierbij op het in kaart brengen van mogelijke<br />
toekomstige problemen voor de bereikbaarheid op zowel het<br />
hoofdwegennet als het onderliggende wegennet. Een recente<br />
analyse voor de Zuidvleugel heeft belangrijke inzichten opgeleverd<br />
in onder andere de positie en de omvang van kiempunten<br />
(locaties die als veroorzaker van files kunnen worden aangmerkt)<br />
op het netwerk en de omvang van colonnevorming van het<br />
vrachtverkeer.<br />
Kiemenanalyse geeft inzicht effectiviteit maatregelen<br />
Vaak worden files veroorzaakt door capaciteitsproblemen op<br />
weefvakken, of door beperkte capaciteit op (aansluitingen van)<br />
het onderliggende wegennet. Dit noemen we kiemen van knelpunten.<br />
Door terugslag kunnen nieuwe files ontstaan op wegvakken<br />
waar (nog) geen capaciteitsproblemen bestaan. Binnen<br />
de Zuidvleugel is gekeken wat de effecten zijn van het uitschakelen<br />
van bepaalde kiempunten. De analyse laat zien dat met<br />
gerichte maatregelen de vertraging deels verminderd zou kunnen<br />
worden. Het gaat dan om maatregelen die de capaciteit vergroten,<br />
bijvoorbeeld door een extra rijstrook te realiseren (al dan niet<br />
alleen te gebruiken door het vrachtverkeer), verruiming van weefvakken<br />
of zelfs een nieuwe verbinding (2e oeververbinding).<br />
Een deel van die maatregelen is overigens al voorzien (aansluitingenprogramma,<br />
zoals N3/A15, N3/A16). Soms is uitbreiding<br />
van de capaciteit onvoldoende, doordat het kiempunt verschuift.<br />
Verder lijkt dat er, ondanks MIRT-maatregelen, nog veel kiempunten<br />
resteren die voor vertraging voor het vrachtverkeer zorgen.<br />
Analyse laat zien dat met gerichte<br />
maatregelen de vertraging deels zou<br />
kunnen worden verminderd.<br />
Analyse colonnevorming toont gevoeligheid hoofd- en<br />
onderliggende netwerk<br />
Hoge vrachtwagenintensiteiten op een gedeelte van het netwerk<br />
kan colonnevorming tot gevolg hebben. Kans op colonnevorming<br />
doet zich zowel binnen als buiten de spitsperioden voor. Colonne-<br />
Illustratie: Kiempunten vrachtverkeer ochtendspits (2020)<br />
Bron: ECORYS/Goudappel<br />
vorming kan leiden tot problemen met het in- en uitvoegen en dit<br />
kan tot een terugslageffect zorgen op het onderliggende wegennet.<br />
De analyse voor de Zuidvleugel heeft in beeld gebracht welke<br />
delen van het netwerk gevoelig zijn voor colonnevorming. Daardoor<br />
wordt een meer gerichte aanpak mogelijk gemaakt.<br />
Voor meer informatie<br />
Jeroen Bozuwa<br />
jeroen.bozuwa@ecorys.com<br />
Sound analyses, inspiring ideas <strong>ROTA</strong> <strong>Nieuwsbrief</strong> - April 2010<br />
14
“Oog voor het proces en kennis van de inhoud”<br />
Interview met Jorrit Harmsen en Johan Gille<br />
Jorrit Harmsen en Johan Gille zijn beide, respectievelijk als consultant en als senior consultant<br />
werkzaam bij de divisie Transport & Mobiliteit en beide gedetacheerd bij de projectorganisatie<br />
Anders Betalen voor Mobiliteit van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Een kort gesprek<br />
over klantgericht werken, ‘de inhoud’ en verschillende interessante projecten.<br />
Kun je je werkzaamheden als gedetacheerde bij Anders Betalen<br />
voor Mobiliteit kort beschrijven?<br />
Johan: Ik heb me het afgelopen jaar bezig gehouden met de<br />
vormgeving van het spitstarief. Doel is congestiereductie, maar<br />
het moet ook een eenvoudig en uitlegbaar systeem worden en<br />
ongewenste effecten moeten zoveel mogelijk worden voorkomen.<br />
Het is een complex vraagstuk, waarvoor het nodige onderzoek is<br />
uitgevoerd.<br />
Jorrit: Ik ben vooral bezig geweest met het opstellen van de Wet<br />
kilometerprijs die vorig jaar november naar de Tweede Kamer is<br />
gestuurd. Daarbij ging het onder andere over de tarieven, differentiaties<br />
daarin, en effecten op het milieu. Nu de kilometerprijs<br />
door de tweede Kamer tot controversieel onderwerp is verklaard,<br />
is het de vraag of en wanneer er over besloten gaat worden.<br />
Wat zijn jullie ervaringen als gedetacheerde?<br />
Jorrit: Het is heel erg leerzaam om als consultant een tijd ‘in huis’<br />
bij een belangrijke klant van ECORYS te werken. Mijn detachering<br />
heeft mij meer inzicht gegeven in de processen rondom<br />
besluitvorming en wetgeving. Deze dimensie komt minder aan<br />
bod bij reguliere onderzoeken van ECORYS.<br />
Johan: Bovendien heb je zo een beter zicht op wat er in de praktijk<br />
met een onderzoek gebeurt. Dit helpt ook bij het schrijven van<br />
onderzoeksrapporten voor klanten: je leert nog meer klantgericht<br />
werken. Verder heb ik meer inzicht gekregen in de rol van verschillende<br />
onderdelen binnen het ministerie. VenW gaat natuurlijk<br />
niet alleen over de kilometerprijs maar bijvoorbeeld ook over wegen<br />
en openbaar vervoer, en die hangen nauw met elkaar samen.<br />
Wat onderscheidt ECORYS van andere consultancybedrijven?<br />
Jorrit: Dat is ongetwijfeld onze inhoudelijke inbreng. Je komt bij<br />
het ministerie ook consultants tegen van andere bureaus. Ik denk<br />
dat een belangrijk verschil is dat veel andere consultants worden<br />
ingehuurd vanuit hun kennis van processen of organisatievaardigheden,<br />
terwijl ECORYS toch vooral vanuit de inhoud een bijdrage<br />
levert. Johan en ik worden toch wel gezien als inhoudelijke<br />
experts op het gebied van verkeer, vervoer, milieueffecten en<br />
kosten-batenanalyse. Deze informatie is erg belangrijk bij beleidsvoorbereiding.<br />
15<br />
Jorit Harmsen Johan Gille<br />
Johan: Wij worden gewaardeerd omdat we niet alleen oog voor<br />
het proces hebben maar ook kennis van de inhoud. Ik denk dat<br />
het ook heel waardevol is dat wij als inhoudelijk georiënteerde<br />
consultants bijdragen aan projecten waar inhoud en proces<br />
samenhangen. In ons land met het poldermodel is het proces dat<br />
je afspreekt met stakeholders erg belangrijk, maar dan moet de<br />
inhoudelijke voeding wel juist zijn, en daar kunnen wij meerwaarde<br />
bieden. De combinatie van inhoud en proces biedt<br />
volgens mij de beste kansen.<br />
Zijn er ervaringen uit jullie detachering die er echt uitspringen?<br />
Jorrit: Ik ben onder ander een keer mee geweest naar een AO,<br />
een Algemeen Overleg met de vaste Kamercommissie voor<br />
Verkeer en Waterstaat. Dan moet je de minister ondersteunen bij<br />
het beantwoorden van vragen. Daarnaast was de periode rondom<br />
het bekend maken van de Wet kilometerprijs zeer boeiend om<br />
mee te maken.<br />
Johan: Ik heb heel veel interessante dingen beleefd. Wat ik erg<br />
boeiend vind zijn de gesprekken tussen VenW en decentrale<br />
overheden. Beide partijen hebben hetzelfde doel voor ogen,<br />
namelijk een betere bereikbaarheid, maar toch komen we tot<br />
andere ideeën over hoe het zou moeten. Het gezamenlijk onderzoeken<br />
van alternatieven levert erg leuke bevindingen op. Ik denk<br />
dat dit uiteindelijk een mooier Nederland oplevert.<br />
Het klinkt alsof jullie louter positieve ervaringen hebben met het<br />
gedetacheerd zijn. Of zit er ook een andere zijde aan?<br />
Johan: Tsja, Den Haag is voor mij wel iets verder reizen dan<br />
Rotterdam. En je ziet je eigen collega’s minder. Maar je krijgt er<br />
ook veel voor terug: een uitdagende omgeving en een spannend<br />
dossier. Bovendien kan ik het met mijn collega’s bij het ministerie<br />
ook heel goed vinden.<br />
Jorrit: Het is soms moeilijk een detachering te combineren met<br />
andere werkzaamheden. Het kan voorkomen dat iets voor het<br />
ministerie binnen een paar uur moet worden uitgezocht of<br />
opgeschreven. Dit kan conflicteren met deadlines van andere<br />
projecten.<br />
(Vervolg op volgende pagina)<br />
<strong>ROTA</strong> <strong>Nieuwsbrief</strong> - April 2010 Sound analyses, inspiring ideas
(Vervolg van vorige pagina)<br />
Jullie zijn vast niet de enige ECORYS-experts die als gedetacheerde<br />
werken bij de opdrachtgever?<br />
Jorrit: Onze collega Koen Vervoort is al enige tijd gedetacheerd<br />
bij de provincie Zuid-Holland. Daar is hij onder andere betrokken<br />
bij de planvorming voor een aantal lopende MIRT-projecten (zoals<br />
A13/A16 en A27) in de Zuidvleugel.<br />
Johan: Zelf was ik vorig jaar enige tijd gedetacheerd bij het<br />
Centraal Planbureau. De opdracht was om een kostenbatenanalyse<br />
uit te voeren voor de Schaalsprong Almere (de<br />
Nieuwe medewerkers<br />
Robert Galjaard<br />
bouw van 60.000 woningen) en het verbeteren van de bereikbaar<br />
heid via het openbaar vervoer. Het CPB is weer een ander type<br />
organisatie dan het ministerie maar speelt bij grote projecten in<br />
Nederland ook een belangrijke rol. Daarom vond ik het heel leerzaam<br />
deze organisatie eens van binnen te leren kennen.<br />
Jorrit: En ook collega’s van andere divisies zijn wel eens gedetacheerd.<br />
Zo zit Bart Witmond (divisie RSO) bijvoorbeeld ook<br />
gedetacheerd bij Verkeer en Waterstaat, op het programma<br />
Randstad Urgent. En Bregtje Bax (ECORYS Finance) zit ook<br />
gedetacheerd bij Anders Betalen voor Mobiliteit. Zij houdt zich<br />
daar bezig met de regionale mobiliteitsprojecten.<br />
Robert Galjaard werkt sinds september 2009 als principal consultant bij de divisie Transport & Mobiliteit en<br />
richt zich vooral op het verbeteren van de bereikbaarheid van stedelijke gebieden. Centraal hierbij staat het<br />
opzetten van structurele beloningsprikkels voor grote groepen forensen om alternatieven te kiezen voor de<br />
auto in het woon-werkverkeer. Momenteel zet hij in samenwerking met overheden, werkgevers en dienstverleners<br />
pilots op, die gericht zijn op een bewuster gebruik van de leaseauto en die bij succes op korte<br />
termijn nationaal opschaalbaar zijn.<br />
Robert Galjaard heeft in de loop van zijn carrière de nodige kennis en ervaring opgebouwd op het gebied<br />
van mobiliteitsmanagement. Vanuit het Ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft hij het eerste Nederlandse<br />
publiek-private samenwerkingsverband rond mobiliteit opgezet en geleid: Swingh (Nu: Bereik!). In deze<br />
periode heeft hij Spitsmijden ontworpen en toegepast. Spitsrijden is een tijdelijke beloningsmaatregel, bedoeld om verkeershinder<br />
gedurende een beperkte periode (bijvoorbeeld als gevolg van wegwerkzaamheden) sterk te verminderen.<br />
De overstap naar het bedrijfsleven (DHV, Heijmans) van enkele jaren geleden heeft Robert inzicht geboden in verdergaande<br />
mogelijkheden om de bereikbaarheid structureel te verbeteren door het bundelen van publieke en private belangen.<br />
Jonas van Praag<br />
Jonas van Praag is sinds juni 2009 als consultant werkzaam bij ECORYS Transport & Mobiliteit. Jonas heeft<br />
in 2006 zijn Master behaald in Econometrie en Operationele Research en heeft daarnaast een Bachelor in<br />
Wiskunde, beide aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is zijn carrière gestart bij adviesbureau McKinsey &<br />
Company, waar hij in projectteams heeft gewerkt aan strategische vraagstukken in het bedrijfsleven en<br />
incidenteel voor de overheid. Na hier twee jaar werkzaam te zijn geweest wilde Jonas meer ervaring opdoen<br />
met beleidsvraagstukken en maakte hij de keuze voor ECORYS aan de slag te gaan. Jonas wordt enthousiast<br />
van het inzichtelijk maken van complexe vraagstukken en hiervoor samen met de opdrachtgever<br />
oplossingen te formuleren.<br />
Sound analyses, inspiring ideas <strong>ROTA</strong> <strong>Nieuwsbrief</strong> - April 2010<br />
16
Hanno Tillema<br />
Hanno Tillema is sinds mei 2009 werkzaam bij ECORYS Transport & Mobiliteit. Hanno heeft in 2009 zijn<br />
Master behaald in Financial Economics aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zijn masterscriptie had als<br />
titel ‘Takeover Premiums in Mergers and Acquisitions using a Real Options Approach – evidence from the<br />
US energy sector’. Het onderzoek gaf ondermeer aan dat fusies en overnames in deze sector geen<br />
aandeelhouderswaarde creëren.<br />
Tijdens zijn studententijd heeft Hanno zich naast Finance ook gespecialiseerd in regionale en vastgoedontwikkeling<br />
en de rol die transport hierbij speelt (MSc. Urban Economics). Daarnaast is hij als commissielid<br />
actief betrokken geweest bij het organiseren van de FRESH Consultancy week. Gedurende deze week<br />
komen topmensen uit de vastgoedwereld samen met een selectie van vastgoedstudenten, om een business<br />
case uit te werken en kennis met elkaar en elkaars ideeën te maken.<br />
Momenteel neemt Hanno deel aan het International Talent Programme dat ECORYS jaarlijks organiseert. Hierin doorloopt hij rotaties<br />
bij verschillende divisies om zo kennis op verschillende vakgebieden op te doen en het bedrijf en zijn divisies goed te leren kennen.<br />
Ewa Paluszkiewicz<br />
Shahram Tahmasseby<br />
Ewa Paluszkiewicz is sinds mei 2009 werkzaam bij ECORYS. Voordat zij een full-time medewerker van<br />
Transport & Mobiliteit werd, was zij werkzaam als student-assistent bij dezelfde divisie. Ewa heeft een<br />
Masters degree in Economie van Wroclaw University of Economics (Polen) en van de Erasmus Universiteit<br />
Rotterdam.<br />
Ewa werkt aan verschillende internationale projecten in de transportsector. Haar voornaamste interesse<br />
betreft de transport en duurzaamheid interface, met name hernieuwbare energiebronnen in het vervoer.<br />
Shahram Tahmasseby is sinds november 2009 werkzaam als consultant bij de divisie Transport & Mobiliteit.<br />
In 1998 behaalde Shahram zijn bachelor op afdeling Civiele Techniek van de Universiteit van Teheran.<br />
Vervolgens behaalde hij begin 2001zijn master in transport engineering bij Sharif University of Technology in<br />
Iran. Shahram heeft drie jaar werkervaring opgedaan voor Teheran Comprehensive Transport en Verkeer<br />
Studies Company, waarbij hij betrokken is geweest bij diverse multidisciplinaire onderzoeksprojecten.<br />
Daarna begon hij bij de Britse Engineering Group Halcrow en was betrokken bij verschillende verkeerseffectenstudies<br />
in de snel groeiende stad van Dubai in de Verenigde Arabische Emiraten.<br />
Shahram begon in 2005 zijn PhD aan de afdeling Transport en Planning van de faculteit Civiele Techniek en<br />
Geowetenschappen van de Technische Universiteit Delft. Zijn onderzoek betreft ‘betrouwbaarheid in het<br />
stedelijk openbaar vervoer beoordeling en design’. Tijdens zijn studie presenteerde hij diverse papers op nationale en internationale<br />
conferenties. Binnen ECORYS richt Shahram zich vooral op personenvervoer.<br />
17<br />
<strong>ROTA</strong> <strong>Nieuwsbrief</strong> - April 2010 Sound analyses, inspiring ideas
Sound analysis, inspiring ideas<br />
ECORYS Nederland BV<br />
Watermanweg 44<br />
3067 GG Rotterdam<br />
Postbus 4175<br />
3006 AD Rotterdam<br />
T +31 10 453 88 00<br />
F +31 10 453 07 68<br />
E netherlands@ecorys.com<br />
W www.ecorys.nl<br />
Contactgegevens Transport & Mobiliteit<br />
E transport@ecorys.com<br />
Vestiging Rotterdam<br />
T 010 453 88 50<br />
F 010 452 36 80<br />
Vestiging Amsterdam<br />
T 020 638 97 56<br />
F 020 638 98 36<br />
Sound analyses, inspiring ideas <strong>ROTA</strong> <strong>Nieuwsbrief</strong> - April 2010<br />
18