1. Toepassing van rij- en rusttijden - Rent 2 Drive

1. Toepassing van rij- en rusttijden
Concreet betekent dit per dag (tussen twee rusttijden) dat maximaal 9 uren mag worden gereden, met:
• ofwel een verplichte onderbreking van 45 minuten na een rijperiode van 4 uur 30 minuten.
• ofwel 45 minuten verdeeld over één onderbreking van ten minste 15 minuten en één van ten minste 30 minuten
(in die volgorde), afgewisseld met een rijtijd van maximum 4 uur en 30 minuten. De volledige periode moet eindigen
met een onderbreking of een rusttijd.
RIJTIJDEN
Per dag (tussen twee rusttijden) maximum 9 uur
Hoogstens 2 x in de loop van 1 week verlengd tot: maximum 10 uur
Per week (van maandag 00.00 uur tot zondag 24.00 uur)
Totaal aantal rij-uren per week: maximum 56 uur
Totaal aantal rij-uren per 2 opeenvolgende weken: maximum 90 uur (verdeeld over 2 weken met een maximum van
56 uur in één week)
Bv. 1 ste week: 56 uur (max.) 2 de week: 34 uur
1 ste week: 45 uur 2 de week: 45 uur
1 ste week: 34 uur 2 de week: 56 uur
Ononderbroken rijtijd: maximum 4 uur en 30 minuten (4 1/2 uur)
RIJTIJDONDERBREKING
Een onderbreking is elke periode waarin de bestuurder niet mag rijden, geen andere werkzaamheden mag verrichten en die
uitsluitend dient om te rusten.
Na 4 1/2 uur ononderbroken rijtijd is de minimum verplichte onderbreking 45 minuten tenzij een rusttijd begint.
of
Op 4 1/2 rij-uren onderbrekingen van 1 maal 15 minuten en 1 maal 30 minuten (in die volgorde).
Opgelet: van zodra een totaal van 45 minuten pauze (genomen in één pauze of twee pauzes) genomen werd, dienen
de voorafgaande rijtijd en pauzes van die dag te worden genegeerd bij het berekenen van de volgende rijtijden en
pauzes van die dag.
Een rijtijdonderbreking mag in een rijdend voertuig worden genomen (twee bestuurders) en wordt niet beschouwd als
dagelijkse rusttijden. Deze rijtijdonderbreking is dan een gewone rustperiode of passieve werktijd.
59

DAGELIJKSE RUSTTIJDEN
De dagelijkse rusttijd is een periode waarin de bestuurder vrijelijk over zijn tijd kan beschikken.
Voor één bestuurder bedraagt de normale dagelijkse rusttijd 11 opeenvolgende uren per periode van 24 uur.
Verkorte dagelijkse rusttijd: 3 x per week mag de rusttijd verminderd worden tot minimum 9 opeenvolgende uren
per 24 uur.
60
Afwijking: Indien de dagelijkse rusttijd meer dan 3 x per week verkort wordt tot 9 uur:
- moet vanaf de vierde keer een extra rusttijd van 3 opeenvolgende uren ingelast worden in de periode van 24 uur.
Deze extra rusttijd van 3 uur moet de rusttijd van 9 opeenvolgende uren voorafgaan.
Gecombineerd vervoer (vervoer over de weg dat aansluit bij boot of trein).
- Een normale dagelijkse rusttijd van 11 uur mag 2 x onderbroken worden voor maximum 1 uur.
- De rusttijd moet genomen worden in een bed of op een slaapbank.
Veiligheid (enkel voor personenvervoer):
als langer moet gereden worden om veiligheidsredenen (om een geschikte stopplaats te vinden):
- De aard en de reden van de afwijking op het registratieblad van de tachograaf vermelden.
Voor twee bestuurders bedraagt de rusttijd minimum 9 opeenvolgende uren per periode van 30 uur.
De rusttijd mag niet genomen worden in een rijdend voertuig, wel in een stilstaand voertuig dat een slaapbank bevat!
WEKELIJKSE RUSTTIJDEN
Per week (na maximum 6 dagen rijden) bedraagt de normale wekelijkse rusttijd minimum 45 opeenvolgende uren,
inbegrepen de dagelijkse rusttijd van de laatste dag waarop gereden werd.
Verkorte wekelijkse rusttijd: De wekelijkse rusttijd mag worden ingekort tot minimum 24 uur.
- Deze mag buiten de standplaats worden genomen in een stilstaand voertuig op een slaapbank.
- Om de tekorten te compenseren moet een rusttijd worden genomen voor het einde van de derde week die volgt
op de betrokken week. Deze rusttijd moet het gekorte aantal uren bedragen en aansluiten bij een andere rusttijd
van ten minste 9 uur .
Per 2 opeenvolgende weken moet ten minste één normale wekelijkse rusttijd van minimum 45 opeenvolgende
uren genomen worden.
Een wekelijkse rusttijd die in 2 weken valt mag slechts in één van de twee weken worden geteld.