Calamiteitenplan - Jeroen Bosch College

Calamiteiten- en
ontruimingsplan
2011-2012
Schoolgebouw Jeroen Bosch College
Rompertsebaan 63
s’-Hertogenbosch
073 – 641 2350
Hoofd Veiligheid
Mw. W.H. Boonstra
06 5126 1323
1 maart 2012

Inhoudsopgave
Inleiding
Algemene gegevens
1. Voorzorgsmaatregelen………………………………………………… 5
Externe alarmering
Interne alarmering
Blusmiddelen
Vluchtwegen
Instructies
2. Brandinstructie………………………………………………………… 7
Algemene instructie
Instructie directie
Instructie conciërges / technische dienst
Algemene richtlijnen ter voorkoming van brand en ongevallen bij brand
3. Het ontruimingsplan…………………………………………………….. 9
Het ontruimingssignaal
Commandopost
Verzamelplaatsen
Wanneer ontruimen
Hoe ontruimen
Instructie verzamelplaatsen
Bezittingen
E.H.B.O.
Instructie leiding
Instructie ontruimingsfunctionarissen
Instructie conciërges
Instructie E.H.B.O.
4. Bommelding…………………………………………………………. 12
Reële bomplaatsing en melding
De melding
Procedure directie/management
5. Rampsituatie…………………………………………………………… 15
Basisscenario
Componenten
6. Informatie……………………………………………………………….. 16
Voorlichting aan het personeel
Onderwijsondersteunend personeel
Voorlichting aan de leerlingen
Ouders
Algemene Opmerkingen
Instructie
Bijlagen
Pictogrammen ontruimingsplan
Bommeldingsformulier
Plattegronden
2

INLEIDING
U staat er misschien niet altijd bij stil, maar voorlichting aan scholen in verband met
preventieve veiligheid heeft als doel bijzondere aandacht om de volgende redenen:
- Scholen hebben, net als bedrijven en winkelcentra, een hoge “bevolkingsdichtheid”.
- De meerderheid van de schoolbevolking bestaat uit jonge mensen die weinig of geen
ervaring met onveilige situaties hebben.
- Het overbrengen van informatie omtrent veiligheidsvoorlichting aan kinderen vereist
een verantwoordelijke didactische aanpak.
- Er moet naar worden gestreefd dat ouders in geval van een calamiteit ervan
overtuigd zijn dat hun kinderen op school goed begeleid worden.
Opzet en aanpak
De schoolleiding neemt de centrale plaats in bij de aanpak van preventieve voorlichting aan
scholen.
Immers, het is de schoolleiding die verantwoordelijk is voor de veiligheid van alle personen in en
om het schoolgebouw.
De schoolleiding moet er dan ook voor zorgen dat iedereen bij een (dreigende) calamiteit handelt
volgens een basisscenario.
Het is dan ook zeer wenselijk dat de school een plan opstelt, waarin het scenario is opgenomen.
In dit basisscenario moeten de volgende zaken aan de orde komen:
- voorzorgsmaatregelen
- brandinstructie
- ontruimingsplan
- andere calamiteiten, bommelding, rampsituatie
3

ALGEMENE GEGEVENS
Naam object : Jeroen Bosch College
Adres : Rompertsebaan 63
Gemeente : s’-Hertogenbosch
Rector : Lian Derks
Telefoon : 06 50 27 60 73
Waarschuwingsadres buiten openingstijd:
Naam : Wilma Boonstra
Telefoon : 06 51 26 13 23
Aantal leerlingen : 1300
Aantal personeelsleden : 120
Ontruimingsplan aanwezig bij de receptie
4

1. VOORZORGSMAATREGELEN
1.1 Externe alarmering
Bij het uitbreken van brand moet ongeacht de grootte van de brand en ongeacht het resultaat
van de eigen bluspoging altijd onmiddellijk de brandweer worden gewaarschuwd. Hiervoor
moeten de in de school aanwezige telefoontoestellen worden gebruikt.
ALARMNUMMER 112
1.2 Interne alarmering
De school is voorzien van een intercom ( omroepinstallatie ) en een
(brandmeld)alarminstallatie.
Bij een alarmmelding wordt automatisch de sirene geactiveerd, deze dient meteen te worden
uitgeschakeld door medewerkers van de receptie, waarna onmiddellijk het Hoofd Veiligheid
(Mw. W.Boonstra 7145), of diens plaatsvervanger(Dhr. W. de Man 06 20 06 75 94 )
gewaarschuwd dient te worden, die vervolgens de Bedrijfshulpverlening opstart.
1.3 Blusmiddelen
Het gebouw is voorzien van brandslanghaspels en/of handbrandblussers. Deze dienen
tenminste éénmaal per jaar op hun deugdelijkheid gecontroleerd te worden door deskundigen.
Alle personeelsleden moeten de bedieningsvoorschriften van deze blusmiddelen kennen en
regelmatig oefenen met kleine blusmiddelen.
De keuze van het soort blusmiddel is afhankelijk van de soort brandbare stoffen in de
omgeving waar het geplaatst is. Zo kunnen vaste stoffen over het algemeen het beste geblust
worden met een brandslanghaspel, poederblusser of multiclasschuimblusser;
vloeistoffen het beste met een poederblusser, multiclasschuimblusser of
koolzuursneeuwblusser en technische installaties het beste met een koolzuursneeuwblusser.
Deze blusmiddelen zijn er voor gemaakt om door een leek te worden bediend. Overtuig u
daarom van de werking van de apparaten die in uw werkomgeving zijn geplaatst. Op elk
blusmiddel is een duidelijke gebruiksaanwijzing geschreven.
Als u deze nog moet gaan leren als er brand is uitgebroken, komt er waarschijnlijk niets van
terecht!
WANNEER REDDEN EN BLUSSEN
Als u een brand ontdekt zorgt u direct dat dit gemeld wordt, Daarna probeert u bedreigde
personen te evacueren.
Hoe ver moet u hiermee nou gaan?
Uw veiligheid komt op de eerste plaats; twee slachtoffers is erger dan één!
Indien de bedreigde persoon zich in een ruimte bevindt, waar brand kan zijn, doe dan de deur
niet direct open, maar voel met de hand of deze warm is. Als dit het geval is, kunt u niets
meer doen. Laat de deur dicht en vang de brandweer op om hun zo snel mogelijk naar de
brand te brengen. Dit geldt ook als er rook onder de deur uitkomt! Indien de deur niet
bijzonder warm aanvoelt, kunt u het riskeren deze een klein stukje te openen. Ga hierbij laag
zitten om een eventuele steekvlam te ontwijken. Als in de ruimte alles nog redelijk zichtbaar
is, kunt u de bedreigde persoon eruit halen. Doe dit niet als er veel rook in de ruimte hangt!
Wacht dan ook op de brandweer.
5

Het voorgaande geldt ook voor een bluspoging, uiteraard moet u hierbij elk risico vermijden!
Als u door een ruimte moet waar rook hangt om een veilige plaats te bereiken, blijf dan laag
bij de grond.
Blijf bij elkaar en kruip langs de muur.
1.4 Vluchtwegen
Een vluchtmogelijkheid is een weg die bestemd is om de, in een ruimte in een gebouw,
aanwezige personen, in geval van brand, gelegenheid te geven vanuit die ruimte op een veilige
wijze een veilige plaats te bereiken.
Alle gangen en trappenhuizen zijn vluchtmogelijkheden. De vluchtmogelijkheden in het
gebouw zijn soms voorzien van rook- en/of brandwerende deuren.
Deze deuren zijn zelfsluitend uitgevoerd en dienen te allen tijde gesloten te zijn, maar zij
moeten nog wel geopend kunnen worden om te ontvluchten.
Niet op slot doen dus! Na eventueel ontvluchten via deze deuren, de deuren uiteraard wel weer
dicht doen.
De vluchtwegen dienen op een plattegrond van ten minste A4-formaat door middel van groene
richtingspijlen te worden aangegeven. In ieder van de schoollokalen dient een dergelijke
plattegrond zichtbaar geplaatst te zijn. (zie lokatieplan in het lokaal)
1.5 Instructies
Alle personeelsleden zijn verplicht kennis te nemen van de brandveiligheidsinstructie en van
het brandbestrijdings- en ontruimingsplan.
Deze instructies zullen jaarlijks worden doorgenomen en aan de praktijk worden getoetst door
oefening.
In alle schoollokalen hangt:
a. een brandinstructie
b. een plattegrond, zoals omschreven in 1.4. De leerlingen worden jaarlijks geïnformeerd
over hetgeen er van hen verwacht wordt bij brand en ontruiming.
6

2. BRANDINSTRUCTIE
De brandweer heeft de leiding van de brandbestrijding.
2.1 Algemene instructie
A. meld brand onmiddellijk:
- via (0)112
- via de receptie
- gebruik de ontruimingsalarminstallatie
B. blijf kalm, paniek is erger dan brand. Uw houding is bepalend
voor de reacties van de mensen in uw buurt
C. breng eventueel direct bedreigde personen in veiligheid
D. sluit deuren en ramen
E. probeer de brand te blussen
F. gebruik geen lift
G. bij het ontvluchten van een met rook gevulde ruimte laag bij de
grond blijven
2.2 Instructie schoolleiding
A. overtuig u ervan dat de brand gemeld is
B. win informatie in over de aard en de omvang van de brand
C. overtuig u ervan dat ter plaatse de juiste maatregelen getroffen zijn
(worden)
D. stel indien noodzakelijk, ook voor de komst van de brandweer, het
ontruimingsplan in werking
E. laat de brandweer/ andere hulpverleningsinstanties opvangen en houd
F. u ter beschikking van de brandweer
G. roep afhankelijk van de omvang van de brand extra personeel op ter
voorbereiding van het ontruimingsplan
H. houd de gegevens van de leerlingen per groep in gereedheid, onder
andere het actuele leerlingenaantal
I. wijs een EHBO-er aan en bepaal waar eventuele gewonden verzameld
en behandeld worden in afwachting van de Ambulancedienst.
2.3 Instructie conciërge/technische dienst
A. handel bij het ontdekken van brand volgens de algemene
instructie
B. controleer en open indien nodig de uitgangen en vluchtdeuren en
liften
C. schakel indien nodig, in overleg met de schoolleiding en
brandweer, technische apparatuur uit
D. houd u ter beschikking van de schoolleiding
7

2.4 Algemene richtlijnen ter voorkoming van brand en ongevallen bij brand
- ledig geen asbakken zonder meer in de prullenmand, geen brandende sigaren
of sigaretten in een prullenmand of naar buiten werpen
- vermijd het in voorraad hebben van gevaarlijke vloeistoffen
- gebruik geen ondeugdelijke elektrische apparatuur of armaturen zoals driewegstekkers en
dergelijke
- het is niet toegestaan elektrische of gastoestellen te plaatsen in vertrekken, welke kennelijk
niet voor het gebruik hiervan zijn bestemd
- meld defecten of beschadigingen aan elektrische toestellen zo spoedig mogelijk bij de
conciërge
- stel u vroegtijdig ( en herhaal dit regelmatig) op de hoogte van het gebruik van de
aanwezige blusmiddelen
- de in het gebouw voorkomende rook- en/of brandwerende deuren dienen te allen tijde
gesloten (niet op slot) te zijn, zodat deze bij een eventuele brand hun werk kunnen doen
als rook- en/of brandwerende deur
- vermijd het geheel of gedeeltelijk blokkeren van vluchtwegen, trappen, (nood)uitgangen
enz. door obstakels, zodat bij een eventuele ontvluchting deze vluchtwegen niet
geblokkeerd worden
- zorg dat u steeds bekend bent met de vluchtwegen, nooduitgangen, blusmiddelen e.d
- voorkom het geheel of gedeeltelijk aan het zicht onttrekken van blusmiddelen
- schakel elektrische apparatuur uit bij het beëindigen van de werktijd en bij een eventuele
ontruiming
- niet roken, (algemeen rookverbod)
- houd kasten zoveel mogelijk gesloten
- let op bij brandgevaarlijke werkzaamheden zoals bijvoorbeeld lassen, solderen en slijpen
- plaats geen brandbare materialen bij warmteverspreidende toestellen
- hang geen brandgevaarlijke versiering op en gebruik geen spuitbussen in de nabijheid van
open vuur, zoals een gastoestel
- waarschuw leerlingen voor brandgevaarlijke handelingen en maak ze attent op gevaarlijke
situaties
8

3. HET ONTRUIMINGSPLAN
3.1 Het ontruimingssignaal
A. bij ontruiming worden alle in het gebouw aanwezige personen
gewaarschuwd via de ontruimingsinstallatie en intercom.
B. Zo mogelijk worden deze signalen een aantal malen herhaald.
3.2 Commandopost
De receptie wordt gebruikt als commandopost. Indien deze niet te gebruiken is
fungeert de conciërgeruimte als uitwijkmogelijkheid. De brandweer en de
schoolleiding plegen hier overleg met elkaar. Alle functionarissen die iets
moeten melden doen dit op de commandopost. Alle in- en uitgaande
verbindingen worden vanuit de commandopost gedirigeerd.
3.3 Verzamelplaatsen
Bij ontruiming gaan alle personen naar het sportveld gelegen achter de school.
3.4 Wanneer ontruimen
Na het ontruimingssignaal moet het gebouw direct, doch kalm en zonder
paniek te veroorzaken,verlaten worden.
3.5 Hoe ontruimen
Er wordt gebruik gemaakt van de gangen, trappenhuizen en uitgangen zoals
aangegeven op de bijgevoegde plattegrond.
De ontruiming moet groepsgewijs plaatsvinden onder leiding van de
leerkracht.
3.6 Instructie verzamelplaatsen
Het personeel met de leerlingen begeeft zich via de vluchtroutes naar het
sportveld. Men stelt zich op per groep zodat er gemakkelijk appèl kan worden
gehouden.
Niemand verlaat zonder uitdrukkelijke toestemming van de leiding de
verzamelplaats.
De bedrijfshulpverleners begeven zich direct naar de commandopost, en
stellen zich ter beschikking van de leiding en fungeren als bedrijfshulpverlener
en waar nodig als ontruimingsfunctionarissen.
3.7 Bezittingen
Alle bezittingen, alsmede jassen en tassen moeten worden achtergelaten.
Niemand mag terug in het gebouw om eventuele bezittingen op te gaan halen.
3.8 E.H.B.O.
Personen die gewond zijn geraakt, worden in Muzieklokaal (A18) verzameld
en behandeld in afwachting van een arts of eventueel vervoer naar het
ziekenhuis.
9

3.9 Instructie leiding
De leiding is tijdens de ontruiming in handen van de rector ( of diens
plaatsvervanger). Hij geeft opdracht voor de ontruiming en coördineert de
ontruiming daarna vanuit de commandopost (receptie of conciërgeruimte).
A. Beslis of het schoolgebouw ontruimd moet worden
B. Stel het ontruimingssignaal in werking of geef hiertoe opdracht
C. Informeer de leerkrachten als de afgesproken vluchtweg(en) niet
gebruikt kan/kunnen worden en geef een alternatief
D. Geef een ontruimingsfunctionaris eventueel de opdracht informatie in
te winnen
E. Geef opdracht aan de ontruimingsfunctionarissen om per verdieping te
controleren op achtergebleven personen
F. Ontvang rapport van de ontruimingsfunctionarissen op de
commandopost. Deze meldt welke lokalen zijn gecontroleerd op
achtergebleven personen
G. De mensen van de technische dienst / conciërge voegen zich bij u om
in overleg met de brandweer installaties, machines en dergelijke uit te
schakelen
H. Informeer de leerkrachten op de appèlplaats en laat een personeels- en
leerlingenappèl houden
I. Controleer of er gewonden zijn en of, indien nodig, al een ambulance
is gewaarschuwd
J. Blijf zoveel mogelijk ter beschikking van de operationele diensten op
de commandopost.
3.10 Instructie ontruimingsfunctionarissen
Het betreft hier de aangewezen bedrijfshulpverleners.
A. Voorkom paniek
B. Begeleid leerlingen, personeel en bezoekers via veilige route naar de
uitgang. Alleen bij andersluidende instructie of blokkering van de
vluchtweg wordt van de voorgeschreven weg afgeweken. Indien alle
vluchtwegen zijn geblokkeerd, begeleid de betrokkenen dan naar een
voor de redding meest gunstig gelegen plaats en probeer de leiding op
de commandopost hiervan in kennis te stellen
C. Zorg dat iedereen de persoonlijke bezittingen achterlaat
D. Schakel de apparatuur, die met een noodknop is uit te schakelen, uit
E. Sluit ramen en deuren
F. Nadat de school is ontruimd, wordt deze op achterblijvers
gecontroleerd. ( denk aan toiletten en dergelijke )
G. Meld aan de directie dat de school is ontruimd
H. Let op uw eigen veiligheid; neem geen onverantwoorde risico’s
10

3.11 Instructie conciërges
A. Vervoeg u bij de leiding in de commandopost en sluit in opdracht en
in overleg met de leiding installaties, machines en dergelijke af
B. Breng hiervan rapport uit en houd u ter beschikking van de leiding
C. Houd u beschikbaar als ontruimingsfunctionaris.
3.12 Instructie E.H.B.O.
Het muzieklokaal (A18) fungeert als ‘gewondenverzamelplaats’.
Als reserveplaats is B 10 beschikbaar.
Op de commandopost is een EHBO-koffer aanwezig.
Door de leiding wordt een EHBO-er aangewezen om de gewonden te
verzorgen.
A. Zorg voor de gewonden en verleen eerste hulp
B. Zorg dat, indien nodig, een ambulance wordt gewaarschuwd
C. Registreer iedereen die binnenkomt en behandeld moet worden
D. Breng rapport uit aan de leiding op de commandopost.
11

4.0 BOMMELDING
4.1 Reële bomplaatsing en melding
De basisgedachte bij een bommelder is altijd levenssparend. Zou hij deze gedachtegang niet
hebben dan zou hij nalaten de melding te doen en zondermeer zijn bom laten ontploffen. Zijn
oogmerk zal er dan ook op zijn gericht om uitsluitend materiële schade te veroorzaken.
Irreële bomplaatsing en melding.
(valse plaatsing of melding)
De gedachtegang van deze dader is moeilijker in te schatten. Bepaalde ontevredenheid,
agressiviteit, sensatiebelustheid of wrok liggen hieraan vaak ten grondslag.
Dit is ook de dader die naar aanleiding van een persbericht ( krant of journaal ) ook eens een
bommelding doet zonder dat daartoe enige aanleiding bestaat.
Het meest cruciale onderdeel is het inschatten van de melding: Is het reëel of irreëel?
Voor bedrijven en instellingen is deze vraag uiterst moeilijk te beantwoorden daar de
verantwoordelijke persoon of personen, aan de hand van de melding, moeten inschatten of de
noodzaak tot ontruimen aanwezig is.
De verantwoording voor het wel of niet ontruimen ligt volledig bij de rector of diens
plaatsvervanger
Van politiezijde uit kan gesteld worden dat elke bommelding als reëel zal worden benaderd.
Wanneer een bommelding ter kennis komt van de politie zal hierop te allen tijde gereageerd
worden met een inzet van politiepersoneel, dan wel een contactname door de politie met het
bedrijf of instelling.
Afhankelijk van de melding , de verschafte informatie, de beschikbare tijd (tussen melding en
uur-U) en de vooraf ontvangen ambtelijke informatie ( risicogroeperingen ) wordt bezien of
dat een speciaal bomverkenningsteam in actie zal komen.
Wanneer door de verantwoordelijke persoon van het bedrijf of instelling besloten is NIET tot
ontruiming over te gaan en de politie heeft uit de ambtelijke informatie bekendheid met het
feit dat de gedane bommelding uiterst reëel is, dan wel als een verdacht voorwerp wordt
aangetroffen, kan de ontruiming worden bevolen. Op grond van art. 219 van de Gemeentewet
kan door de Burgemeester een noodverordening worden uitgevaardigd waarin een gedwongen
ontruiming kan worden opgenomen.
Gesteld kan worden:
VEILIGHEID BOVEN ALLES, DOCH NIET TEN KOSTE VAN ALLES
12

4.2 DE MELDING
De bommelding wordt vaak telefonisch gedaan. Degene die de melding aanneemt zal met de
procedure op de hoogte moeten zijn.
Een alerte behandeling van de melding is van cruciaal belang voor de verder te nemen
maatregelen.
Meldingbehandeling:
LAAT ZE PRATEN!!!
Vraag:
1. Noteer het tijdstip van ontvangst.
2. Noteer de letterlijke inhoud van het bericht.
- wanneer springt de bom?
- Waar ligt hij?
- Hoe ziet hij eruit?
- Wat voor soort bom is het? ( explosief / brand )
- Waarom doet u dit?
Uit tweede hand:
- van wie gehoord?
- Hoe heeft u dit gehoord?.
3 Identificatie berichtgever.
Gebruik daarvoor een bijgevoegde lijst en vul deze zo gedetailleerd mogelijk in.
4. Identificatie plaats melding; zie 3
SPREEK HIEROVER MET NIEMAND ANDERS DAN MET DE VERANTWOORDELIJKE
FUNCTIONARIS
Als de melding bij de politie binnenkomt, zult u hierover geïnformeerd worden, zodat u eventuele
maatregelen kunt nemen.
Komt de melding bij u binnen, laat de verantwoordelijke functionaris de politie inlichten.
- de letterlijke melding
- beschikbare informatie
- is het object beveiligd?
- is er een plan voor bommeldingen?
- wordt er gezocht? Hoe en door wie?
- Moeilijkheden in het bedrijf/instelling?
- Ontruimen?
13

Hieronder volgt een aanvalsplan bommeldingen.
4.3 PROCEDURE DIRECTIE / MANAGEMENT
Bommelding = opname op het formulier
Na bommelding dienen te worden gewaarschuwd:
VERANTWOORDELIJK AANSPREEKPUNT ( SCHOOLLEIDING)
1. Lian Derks intern: 7110
mobiel: 06 50 27 60 73
PLAATSVERVANGEND VERANTWOORDELIJK AANSPREEKPUNT
2. Fred Blans intern: 7115
mobiel: 06 51 26 15 66
HOOFD BEVEILIGING
3. Wilma Boonstra intern: 7145
mobiel: 06 51 26 13 23
4. Politie alarmnummer 112
0900-8844
1,2 en 3 vervoegen zich onmiddellijk bij de administratie(centrale hal).
1,2 en 3 beslissen, na bestudering van het meldingsformulier
A. ONTRUIMEN, gehele complex door middel van het ontruimingssignaal.
- Klassen begeven zich o.l.v. de docent naar het sportveld.
- Leerlingen die geen les hebben, maar wel in de school zijn, begeven zich onder
begeleiding van de Bedrijfshulpverleners eveneens naar het sportveld.
B. BEDEKTE INSPECTIE, door beveiliging en/of bedrijfshulpverleners indien twijfel
aan de waarde van de melding.
C. MOGELIJKE BESLISSING TOT ONTRUIMING
1. Bij gerede twijfel - POLITIE WAARSCHUWEN
- bedekte zoekactie
- openlijke zoekactie
2. Na vondst - POLITIE WAARSCUWEN
- gehele ontruiming
- personeel inzetten bij het op afstand houden omstanders
14

5. RAMPSITUATIE
5.1 Basisscenario
Drie stappen
Het basisscenario legt de burgers in drie stappen uit hoe te handelen zodra de sirene gaat of de
geluidswagens in de straat waarschuwen voor een (naderende) ramp. Na het alarmsignaal
dienen de volgende stappen te worden genomen:
“Ga naar binnen”: moet direct worden opgevolgd, waar u ook bent; in of om het huis, buiten
aan het werk, op het schoolterrein of onderweg.
“Sluit deuren en ramen”: zorg er ook voor dat ventilatiesystemen geen buitenlucht
aanvoeren.
“Zet radio of TV aan”: en stem uw radio/TV af op de regionale omroep. Via de radio en TV
geeft de overheid verdere aanwijzingen. Die moeten nauwlettend worden opgevolgd.
5.2 Componenten
Zonder volledigheid na te streven ( in verband met het gemeentelijk) rampenplan), zal de
taakverdeling in ieder geval de volgende componenten moeten bevatten.
- wie maakt binnen de school bekend dat er een alarmsituatie is ontstaan?Schoolleiding
- Hoe wordt een rampsituatie bekend gemaakt? Door het ontruimngsignaal en/of de
omroepinstallatie.
- Wie zorgt/zorgen ervoor dat alle leerlingen naar het veld gaan? BHV-ers
- Wie houdt er telefoondienst ? Receptionist(e)
- Wie geeft leiding aan de evacuatie? Hfd.beveiliging
15

6. INFORMATIE
6.1 Voorlichting aan personeel
De brandweer preventiefunctionaris kan u uitleg geven over de inhoud en werking van het
gemeentelijk rampenplan.
Op schoolniveau heet dit plan een calamiteitenplan.
Dit is een op schrift gezet plan van aanpak en betreft de organisatie en taakverdeling bij een
calamiteit. Het verdient aanbeveling dat eenieder die een taak heeft een exemplaar in zijn bezit
heeft.
6.2 Onderwijsondersteunend personeel
Het is aan te bevelen het onderwijsondersteunend personeel in het bijzonder bij de uitvoering
van het calamiteitenplan te betrekken.
6.3 Voorlichting aan de leerlingen
Naast de voorlichting aan de docenten en het onderwijsondersteunend personeel, kan wellicht
ook voorlichting gegeven worden aan de leerlingen over onder andere het basisscenario en dat
van hen verwacht wordt dat zij de instructies van het personeel op moet volgen in geval van
een calamiteit.
6.4 Ouders
Mogelijkheden om de ouders hiervan op de hoogte te stellen, zijn bijvoorbeeld, eventueel in
combinatie:
- u stelt een brief op voor de ouders waarin in eenvoudige bewoording het bestaan en de
werking van het calamiteitenplan wordt uitgelegd. Het belangrijkste onderdeel van de
tekst vermeldt dat in noodsituaties de kinderen op school blijven en dat de ouders niet naar
school moeten komen of bellen totdat de alarmfase is opgeheven;
- de ouders worden mondeling geïnformeerd tijdens de ouderavond
- affiches in de school op plaatsen waar ouders komen, duiden op het bestaan van het
calamiteitenplan;
- in de schoolkrant kan aandacht aan het plan worden besteed, bij voorkeur op een pagina
die ook door ouders wordt geraadpleegd. (bij data vakanties).
6.5 Algemene opmerkingen
Belangrijk is de ouders te verzoeken bij een (dreigende) ramp niet naar school te komen,
en zeker niet te bellen, met het argument dat dan de telefooncentrale overbelast raakt.
De ouders van allochtone leerlingen dienen extra aandacht te krijgen, bijvoorbeeld door de
brief die het plan beschrijft, te laten vertalen in de talen die van toepassing zijn.
De informatie aan de ouders moet minimaal eenmaal per jaar worden herhaald, al is het maar
omdat de school ieder jaar met een nieuwe “lichting”ouders te maken krijgt.
16

Checklist Hoofd Beveiliging
Wilma Boonstra
U wordt in kennis gesteld door de receptie.
► Ga naar de administratie en neem kennis van de melding
► Bepaal of het coördinatiepunt juist is t.o.v. calamiteit
(conciërge loge of receptie)
Vorm samen met rector en plv. rector (géén coördinatoren) een crisisteam
► Alle BHV-ers melden zich bij de administratie, waarbij aangetekend dat de
aanwezige groepshoofden zich melden bij het Hoofd Beveiliging.
► Overtuig u dat hulpverleningsdiensten zijn gewaarschuwd
► B.H.V.-ploeg zal gaan verkennen, mogelijk blussen,redden,stabiliseren(2 pers.)
► Laat 1 lid van het B.H.V.-team de hulpverleningsinstanties opvangen
► Stel in overleg vast of er moet worden geëvacueerd
► Geheel ontruimen
► Gedeeltelijk ontruimen (door aanzegging)
► Laat de coördinatie van de ontruiming over aan de Schoolleiding.
► Laat zo mogelijk de technische dienst elektra en gas afsluiten
► Overtuig u bij een ontruiming of iedereen daadwerkelijk in veiligheid is
o Denk aan leerlingen
o Aura Reingoud ( 5Hb) en Rosanna Schellekens (3Ac), Sem Kempkes(slecht
ziend , 1 c)
- Deze leerlingen zijn minder valide en hebben de 1 e prioriteit.
o Personeel
o Medewerkers Asito
o Bezoekers
o Liftgebruikers
Het signaal voor ontruiming is een onafgebroken brandalarmsignaal!!!!!
Of door aanzegging dan wel omroep.
GEEF LEIDING AAN DE GEHELE OPERATIE EN CONTROLEER DEZE.
17

Checklist schoolleiding
Lian. Derks (rector)
Fred Blans (plv.rector)
` U wordt in kennis gesteld door de receptie:
► Ga naar de receptie en neem kennis van de melding
► Vorm samen met voornoemde personen een crisisteam
► Overtuig u dat hulpverleningsdiensten zijn gewaarschuwd
► De B.H.V.-ploeg zal gaan verkennen en mogelijk blussen, redden, stabiliseren (2pers.)
► Stel vast of er moet worden ontruimd( i.o.m. Hoofd Beveiliging )
► Geheel ontruimen ( i.o.m. Hoofd Beveiliging )
► Gedeeltelijk ontruimen ( door aanzegging )
► Neem de coördinatie van de ontruiming op u, waarbij u bijgestaan wordt door het
hoofd beveiliging.
► Verzorg de externe communicatie t.w. pers, media, ouders e.d.
18

Checklist Bedrijfshulpverleners
1 Wilma Boonstra (Hfd. Veiligheid)
2 Wim de Man (plv. Hfd. Veiligheid) + (Lift sluiten en poorten openen) +
ontruimingsfunctionaris op het sportveld
3 Gerry van de Ven-Vugts B-vleugel ontruimen
4 Ine Oijen-Hoedemakers B-vleugel ontruimen
5 Martijn van Dockem O-vleugel beneden ontruimen en C1, C2, C3.
6 Ellen van Dongen-Zadora B-vleugel beneden ontruimen en OLC
7. O-vleugel boven ontruimen
8 Jos van de Kallen O-vleugel boven ontruimen
9 Coen Rijken C-vleugel 2 e en 3 e verdieping ontruimen
10 Hijmen Schilperoort C-vleugel 2 e en 3 e verdieping ontruimen
11 Leon Weber C1, C2 en C3 ontruimen en O vleugel beneden
12 Ria van den Dungen G vleugel/aula/garderobe/kantine/techniek/handvaardigheid/gymlokalen
13 Toine van Gils G vleugel/aula/garderobe/kantine/techniek/handvaardigheid/gymlokalen
*= nog op te leiden personen.
Bij een calamiteit – wordt u door het Hoofd Veiligheid gewaarschuwd middels de pager,
en dient u zich te melden in de hal bij de administratie, en/of door u op eigen initiatief te
melden.
► Naar gelang de aard en de omvang van de calamiteit bent u inzetbaar e.e.a. te bepalen door het
Hoofd Beveiliging.
DOE NIETS OP EIGEN INITIATIEF
Mogelijke werkzaamheden kunnen zijn:
- Bestrijden van brand
- Het in veiligheid brengen van personen
- Het waarschuwen van personen door aanzegging
- Het samen met de Technische Dienst afsluiten van gas en elektra
- Het opvangen van hulpverlenende instanties
- Het assisteren bij de ontruiming
- Mensen bevrijden uit lift
Nadat er ( eventueel ) ontruimd is:
► Gaat u in opdracht van het Hoofd Veiligheid controleren op nog aanwezige personen
( let wel: alleen in opdracht, dus niet op eigen initiatief )
► Doe verslag van u bevindingen bij het Hoofd beveiliging.
Het “Hoofd Beveiliging”is tevens “Hoofd Bedrijfs Hulp Verlening”
19

Checklist Receptie
Gerrie van de Ven-Vugts
Ine Oijen- Hoedemakers
INGEVAL VAN BOMMELDING: zie calamiteitenplan.
► Het aannemen van de melding
In kennis stellen van - Schoolleiding (tstl 7110) Lian Derks
- Hoofd Beveiliging (tstl 7145) Wilma Boonstra
- Collegae administratie ( ter assistentie)
► Waarschuwen hulpverleningsdiensten ( 112 )
1Wilma Boonstra (Hfd. Veiligheid)
2 Wim de Man ( plv.Hfd. Veiligheid)
3 Lian Derks (Schoolleiding)
En na opdracht van het hoofd Veiligheid de niet gemelde BHV-ers.
► Waarschuwen Technische Dienst.( via Hfd Veiligheid )
ALGEMEEN.
BLIJF OP UW POST, tenzij er een andere opdracht wordt gegeven door het Hoofd Veiligheid!
ROEP HULP IN VAN MENSEN TER ONDERSTEUNING
Door centrale post zijn de volgende personen geïnformeerd:
1:…………………….. door………….. ……… paraaf………………….
2:…………………….. door………………….. paraaf………………….
3:…………………….. door………….. ……… paraaf………………….
4:…………………….. door………………….. paraaf………………….
5:…………………….. door………….. ……… paraaf………………….
6:…………………….. door………………….. paraaf………………….
7:…………………….. door………….. ……… paraaf………………….
8:…………………….. door………………….. paraaf………………….
9:…………………….. door………….. ……… paraaf………………….
20

Instructie docenten t.a.v. een calamiteit binnen de school.
In geval van brand en/of ongeval:
- Melding aan administratie
- Stel in de nabijheid aanwezige collegae in kennis van voorval
- Probeer de situatie te overzien
- Draai eventueel aanwezige apparaten buiten werking
- Neem uw klas mee naar het sportveld
- Laat tassen en jassen achter
BLIJF KALM, RUSTIG en VOORKOM PANIEK!!!!!!!
Instructie docenten t.a.v. een calamiteit bij ontruiming.
- U hoort het brandalarmsignaal dat aanhoudend klinkt.
- U hoort dat u de school moet verlaten d.m.v. aanzegging
In beide gevallen dient u zich met uw klas te vervoegen op het sportveld.
Neem het klassenboek mee naar de verzamelplaats.
Instructie docenten t.a.v. een calamiteit.
OP HET VELD
- zorg dat de klas bij elkaar blijft !!!
- Niemand mag weg zonder toestemming van het Hfd. Veiligheid.
- Controleer of alle leerlingen aanwezig zijn, is dit niet het geval meldt dit dan aan de
aanwezige BHV-er.
- Zorg dat de leerlingen niet naar een andere groep lopen, i.v.m. aanwezigheidscontrole
Doe niets op eigen initiatief.
Voorkom paniek.
21

Checklist ontruiming
BHV-er aan te wijzen door de Veiligheidsfunctionaris
* Als is vastgesteld dat ontruiming is gewenst, zijn de volgende items van belang:
► In opdracht van het Hoofd Veiligheid wordt het signaal, dan wel de omroep gedaan.
► Zorg dat de klassen op het achterterrein bij elkaar blijven
(zie bijlage plattegrond verzamelplaats)
► Informeer bij de aanwezige docenten of er leerlingen worden vermist, zo ja, neem het
klassenboek van betreffende klas mee en informeer bij de administratie of betreffende
leerling zich mogelijk al heeft gemeld
► Geef uw bevindingen door aan het Hoofd Beveiliging ( schriftelijk )
► Delegeer de werkzaamheden op het achterterrein door docenten in te zetten die op dat
moment geen klas voorstaan
► Verifieer of alle mensen van de schoonmaakdienst op de verzamelplaats aanwezig zijn
► Ga na of er bezoekers in het gebouw aanwezig waren
► Informeer bij het Hoofd Beveiliging of er assistentie kan komen, mogelijk van
B.H.V.-ers
► Laat u assisteren door B.H.V.-ers.
Laat geen persoon weggaan, ongeacht de reden!!!!!!!!!!
Personen mogen alleen van het sportterrein af nadat het sein is gegeven door:
- Hoofd Beveiliging ( Wilma Boonstra) op advies van instanties.
22

Plattegrond achterterrein (indeling)
Bovenbouw
brugklassen
Klas 2 en 3
23