Download Paraplu 1998-2 - Stichting voor Afweerstoornissen
Download Paraplu 1998-2 - Stichting voor Afweerstoornissen
Download Paraplu 1998-2 - Stichting voor Afweerstoornissen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
1<br />
COLOFON<br />
"De paraplu"<br />
Uitgave van de <strong>Stichting</strong> <strong>voor</strong><br />
<strong>Afweerstoornissen</strong>. Ingeschreven<br />
bij de K.v.K., Utrecht onder nr.<br />
41181767<br />
Secretariaat:<br />
Burg. Krijgsmangeerde 27<br />
4942 AV Raamsdonkveer<br />
tel.: 01621-17210<br />
Girorekening: 16.32.040<br />
t.n.v. <strong>Stichting</strong> <strong>voor</strong><br />
AfweerStoornissen.<br />
Bestuur:<br />
<strong>voor</strong>z.: Michel Oomen<br />
secr.: Cees Waas<br />
p. meester: Geert Janssen<br />
best. lid: Frans Priems<br />
best. lid: Peter Lambregts<br />
Leden Medische Adviesraad:<br />
<strong>voor</strong>zitter:<br />
Prof. Dr. J.W.M. van der Meer,<br />
Nijmegen<br />
vice-<strong>voor</strong>z:<br />
Prof. Dr. M.F. Niermeyer,<br />
Rotterdam<br />
secretaris:<br />
Dr. W. Kuis, Utrecht<br />
lid:<br />
Dr. R.S. Weeninge, Amsterdam<br />
Reactie "De <strong>Paraplu</strong>"<br />
Frans Lambregts<br />
Valkenierstraat 37<br />
5021 DD Tilburg<br />
Internet site:<br />
http://home-2.worldonline.nl/∼saspid<br />
E-mail adres:<br />
Saspid@worldonline.nl<br />
Voorwoord<br />
Het bestuur<br />
Voor u ligt de <strong>Paraplu</strong> uitgave najaar<br />
<strong>1998</strong>. Ook deze <strong>Paraplu</strong> is weer goed<br />
gevuld met interessante artikelen.<br />
Aangezien de SAS aangesloten is bij de<br />
VSOP en er regelmatig artikelen<br />
afkomstig van de VSOP worden<br />
gepubliceerd in De <strong>Paraplu</strong> en de SAS<br />
Nieuwsbrief is in deze uitgave een<br />
duidelijke uiteenzetting geplaatst wie de<br />
VSOP is en wat zij zoal doen.<br />
Dat ook het bestuur van de SAS actief<br />
deel neemt aan congressen valt te lezen<br />
in het <strong>voor</strong> u opgestelde verslag. Het<br />
grootste nieuws van dit congres was dat<br />
Kees Waas <strong>voor</strong> twee jaar is gekozen<br />
als bestuurslid van de IPOPI.<br />
Tevens is een belangrijk bericht <strong>voor</strong><br />
patiënten met een absolute IGA<br />
deficiëntie te vinden.<br />
Bij deze <strong>Paraplu</strong> is een blanco<br />
acceptgiro kaart toegevoegd <strong>voor</strong> de<br />
contributie van de SAS <strong>voor</strong> <strong>1998</strong>.<br />
Wegens technische storing was het niet<br />
mogelijk de acceptgiro op naam te<br />
stellen en het bedrag van Hfl. 40,00 <strong>voor</strong><br />
te drukken. Gelieve zelf deze gegevens<br />
en uw rekeningnummer in te vullen en<br />
de acceptgiro naar uw bank te sturen.<br />
Rest ons nog om uw prettige feestdagen<br />
te wensen en een gezond 1999!
Wie of wat is de VSOP<br />
Bron: VSOP; campagnespecial najaar '98<br />
De VSOP is een samenwerkingsverband van 50 ouder- en<br />
patiëntenorganisaties, die betrokken zijn bij erfelijke en aangeboren<br />
aandoeningen. Naast het beschikbaar stellen van informatie<br />
stimuleert de VSOP wetenschappelijk onderzoek naar oorzaak,<br />
preventie, vroegtijdige onderkenning en therapie op het gebied van<br />
erfelijkheid en/of aangeboren aandoeningen. Ook participeert zij in<br />
tal van overlegorganen.<br />
In het ethisch Manifest formuleert de VSOP uitgangspunten <strong>voor</strong><br />
beleid en neemt standpunten in over diverse onderwerpen. Om<br />
wetenschappelijk onderzoek te stimuleren heeft de VSOP vier<br />
bijzondere leerstoelen aan de universiteit van Utrecht, Groningen,<br />
Amsterdam en Rotterdam. De hoogleraren houden zich onder<br />
andere bezig met onderzoek, diagnostiek, vroegtijdige behandeling<br />
en begeleiding, verbetering van erfelijkheids<strong>voor</strong>lichting, ethische<br />
kwesties en psychosociale begeleiding. Daarnaast adviseren zij de<br />
VSOP ook in de ontwikkeling van beleid en <strong>voor</strong>lichting<br />
Voor een actueel overzicht van de aangesloten ouder- en<br />
patiëntenorganisaties kunt u de ERFO-lijn van de VSOP bellen: 035-<br />
6028555 (op werkdagen van 10.00 tot 16.00 uur)<br />
2
3<br />
Knelpunten en kansen bij zeldzame<br />
aandoeningen<br />
Bron: VSOP; campagnespecial najaar '98<br />
De doorbraak in het DNA-onderzoek hebben een enorme invloed.<br />
Steeds meer in kaart gebrachte genen maken diagnostiek mogelijk<br />
en dragen bij aan inzicht in de ziekteprocessen van geheel of<br />
gedeeltelijk erfelijke ziekten. Echter, diagnostiek is één, maar wat als<br />
de diagnose van de, over het algemeen toch tamelijk zeldzame,<br />
aangeboren aandoening gesteld is?<br />
Zowel de periode <strong>voor</strong>, als na het stellen van de diagnose doet een<br />
enorm emotioneel appel op ouders. Een meer gestructureerde zorg<br />
rond kinderen met een zeldzame aandoening zou hun zoektochten<br />
naar de juiste informatie, behandeling en zorg minder nodig maken.<br />
De VSOP ontwikkelde hier een brochure over. Deze laat zien waar<br />
de knelpunten zitten in de zorg <strong>voor</strong> kinderen met een zeldzame<br />
aandoening en welke kansen aangegrepen moeten worden om die<br />
zorg te verbeteren. De brochure is bedoeld <strong>voor</strong> hulpverleners.<br />
FoIlow-up team<br />
Het ontbreken van geprotocolleerde zorg is volgens artsen en<br />
ouders een belangrijk knelpunt. 'Het is prachtig dat er medische<br />
follow-up teams bestaan <strong>voor</strong> kinderen met het syndroom van Down,<br />
neurofibromatosis en tubereuze sclerosis. Maar de complexiteit van<br />
de problematiek is <strong>voor</strong> al die duizenden andere syndromen precies<br />
hetzelfde. Ouders vallen na de diagnose in een groot niets. Ook bij<br />
die aandoeningen zou geprotocolleerde zorg ingebouwd moeten<br />
worden'.<br />
'Een team, waarin verschillende disciplines vertegenwoordigd zijn,<br />
kan zich werpen op zowel de diagnostiek als de follow-up en de zorg<br />
die daarna komt. Dan maak je optimaal gebruik van de kennis van<br />
iedereen', aldus een van de informanten tijdens het <strong>voor</strong>onderzoek<br />
<strong>voor</strong> de brochure.
Patiënt of proefkonijn<br />
Bron: Intermediair 13/8/98; martin Enserink<br />
Voor de familie Z., woonachtig in het noorden des lands, was de<br />
kennismaking met de wereld van het medisch-wetenschappelijk<br />
onderzoek ‚n grote teleurstelling. De vader van het gezin leed aan<br />
longkanker; met de gewone behandeling was genezing <strong>voor</strong> hem<br />
niet meer moge lijk. In het Academisch Ziekenhuis Groningen werd<br />
hem de mogelijkheid geboden mee te doen aan een experiment met<br />
een nieuwe behandelingsmethode. Hij zou dan een naald in een van<br />
zijn aderen krijgen, waarlangs met een pompje, dat hij met zich mee<br />
moest dragen, continu chemotherapie zou worden toegediend.<br />
Daarnaast zou hij worden bestraald.<br />
Na uitgebreid overleg met zijn familie stemde Z. toe. Veel te<br />
verliezen had hij immers niet. Enkele dagen nadat hij ja had gezegd<br />
en de formulieren had getekend, kwam echter het bericht dat Z. bij<br />
de loting in de 'controlegroep' terecht was gekomen; hij zou niet de<br />
nieuwe, maar de standaardbehandeling krijgen - de behandeling<br />
waarvan al vaststond dat die hem niet meer zou baten. Hoewel de<br />
familie van tevoren was geïnformeerd over die mogelijkheid, kwam<br />
de boodschap hard aan. Z. had het gevoel dat zijn laatste strohalm,<br />
zijn laatste kans op levensverlenging, hem was ontnomen. Hij is in<br />
oktober vorig jaar overleden.<br />
Z. was een van de duizenden Nederlanders die jaarlijks meedoen<br />
aan een medisch-wetenschappelijk experiment Daarover komen wel<br />
vaker trieste verhalen naar buiten; zoals in maart van dit jaar, toen<br />
bekend werd dat het Academisch Ziekenhuis Utrecht een<br />
experiment acuut had afgebroken omdat een bepaalde behandeling<br />
een aanmerkelijk hoger risico om te overlijden opleverde.<br />
Dat nieuws leidde in ver schillende ziekenhuizen tot een tijdelijke,<br />
maar duidelijk merkbare afname van de bereidheid om aan medisch<br />
onderzoek mee te doen. 'Zo'n geval is devastating <strong>voor</strong> het<br />
onderzoek, dat is ongelooflijk' zegt Harry Buller, hoogleraar<br />
vasculaire ziekten en een van de meest productieve onderzoekers in<br />
het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam. 'Ook al gaat het<br />
4
5<br />
om totaal andere middelen, de patiënten zeggen: 'Ik heb de krant<br />
gelezen. Vergeet het maar.'<br />
Maar hoe komt het dat die bereidheid inmiddels weer terug is op het<br />
oude peil? Dat artsen en onderzoekers graag meedoen aan zulke<br />
experimenten ligt <strong>voor</strong> de hand: het zijn de bouwstenen van hun<br />
carrière. Dat de farmaceutische industrie dergelijk onderzoek<br />
financiert hoeft evenmin verbazing te wekken: zonder de nodige<br />
experimenten krijgen zij hun producten niet goedgekeurd. Maar is<br />
het <strong>voor</strong> de patiënt wel zo verstandig om mee te doen aan wat veel<br />
weg heeft van een medische roulette?<br />
Reusachtige machine<br />
Op 1 januari aanstaande treedt in Nederland eindelijk een wet in<br />
werking die de belangen van patiënten bij medische experimenten<br />
beschermt, de 'Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met<br />
mensen' Daarmee krijgt de overheid <strong>voor</strong> het eerst enig zicht op wat<br />
zich in de ziekenhuizen en dokterspraktijken afspeelt. De nieuwe wet<br />
<strong>voor</strong>ziet in een landelijke commissie die wordt belast met het<br />
toezicht op het onderzoek.<br />
Het meest verbazingwekkend aan de huidige situatie is misschien<br />
wel dat niemand weet hoeveel Nederlanders jaarlijks lijf en leden<br />
<strong>voor</strong> een medisch experiment ter beschikking stellen. Iedere muis<br />
die in een Nederlands laboratorium overlijdt, komt keurig in de<br />
statistieken terecht. Maar niemand registreert het aantal menselijke<br />
proefkonijnen. Schattingen lopen al snel op tot meer dan tienduizend<br />
per jaar. Vast staat dat het er in vergelijking met andere landen veel<br />
zijn. Met z'n goed georganiseerde gezondheidszorg, verzekering en<br />
infrastructuur is Nederland een populaire proeftuin <strong>voor</strong> de<br />
farmaceutische industrie. Vast staat ook dat de aantallen groeien.<br />
Dat komt <strong>voor</strong>al doordat steeds diepgravender studies vereist zijn<br />
<strong>voor</strong>dat een middel op de markt mag komen. 'Vroeger hoefde het<br />
allemaal niet zo uitgebreid, waardoor je de kans liep zeldzame<br />
bijwerkingen te missen', zegt Raymond Schmidt, medisch directeur<br />
van het farmaceutisch bedrijf Novartis (vorig jaar ontstaan door de<br />
fusie van Ciba-Geigy en Sandoz).'Bovendien pikte je er meestal<br />
maar ‚‚n dosering uit. Nu onderzoeken we er altijd meerdere.'<br />
Ter goedkeuring van het onlangs geregistreerde Exelon, een middel
<strong>voor</strong> de behandeling van Alzheimer, deed Novartis onderzoek met in<br />
totaal zo'n drieduizend proefpersonen. Dat aantal kan nog hoger<br />
worden als een geneesmiddel niet echt nieuw is maar afgeleid van<br />
een ouder middel, en daarom hooguit ietsje beter dan z'n<br />
<strong>voor</strong>ganger. Minieme verschillen zijn statistisch lastiger hard te<br />
krijgen en vereisen dus grootschaliger onderzoek. Hetzelfde geldt als<br />
een medicijn bij<strong>voor</strong>beeld een hartinfarct of een beroerte moet<br />
<strong>voor</strong>komen. Om dat aan te tonen zijn langer lopende studies<br />
noodzakelijk, en omdat überhaupt maar een deel van de<br />
proefpersonen de aandoening krijgt, zijn soms tienduizenden<br />
proefkonijnen nodig.<br />
Hoewel het artsen zijn die dit soortonderzoek uitvoeren - de<br />
patiënten rekruteren en de resultaten verwerken en publiceren in<br />
medische vakbladen - neemt de farmaceutische industrie meestal de<br />
organisatie van de trial<strong>voor</strong> z'n rekening. Achter de dokter gaat,<br />
onzichtbaar <strong>voor</strong> de patiënt, een reusachtige machinerie schuil, die<br />
draaiende wordt gehouden op het hoofdkantoor van een van de<br />
farmaceuten.<br />
Spijkerharde eis<br />
De arts die zich aan die machinerie verbindt, wordt onderworpen aan<br />
de moderne, strenge regels van het medisch onderzoek. Na<br />
eeuwenlang in het duister te hebben getast over de vraag welke<br />
behandelingen wel en welke niet werken, ontwikkelde de<br />
geneeskunde vlak na de Tweede Wereldoorlog de standaard om<br />
eventuele werkzaamheid aan te tonen: het, gerandomiseerd,<br />
gecontroleerd, dubbelblind onderzoek'.<br />
Dat komt erop neer dat de patiënten door het lot over twee groepen<br />
worden verdeeld, waarvan de één een nieuwe, experimentele<br />
behandeling krijgt, en de andere de gebruikelijke of een placebo, een<br />
neppil. Noch de patiënt, noch de dokter mag weten wie wat krijgt;<br />
vandaar de term, dubbelblind'.<br />
Voor patiënten is deze spijkerharde eis soms een bron van frustratie;<br />
vaak begrijpen ze niet waarom dat nou per se moet. 'Geef mij maar<br />
het nieuwe middel, dat is vast beter', is een vaak gehoorde reactie.<br />
Maar ook het omgekeerde komt <strong>voor</strong>: 'Doe mij maar dat oude, dan<br />
weet je wat je krijgt' Geen van beide is mogelijk. Na afloop van de<br />
6
7<br />
proef mag de patiënt overigens wel weten wat hij heeft geslikt.<br />
Vreemd genoeg kan de patiënt in een nog frustrerender situatie<br />
belanden als het onmogelijk is het onderzoek dubbelblind uit te<br />
voeren, dat wil zeggen te verhullen wie welke behandeling<br />
ondergaat. Ook dan moeten volgens de regelen der kunst de patiënt<br />
eerst een loting ondergaan, waarna ze simpelweg te horen krijgen in<br />
welke groep ze zijn beland. Wat tot bizarre situaties kan leiden. In<br />
onderzoeken waarin de effectiviteit van een 'borstsparende operatie'<br />
wordt vergeleken met een volledige amputatie, moeten patiënt<br />
bij<strong>voor</strong>beeld accepteren dat het toeval bepaalt hoe zwaar ze wordt<br />
verminkt.<br />
Medisch-ethici worstelen nog steeds met dit soort problemen, die<br />
ook ten grondslag liggen aan het ge val van patiënt Z. Ook in dat<br />
experiment was het verschil tussen de beide behandelingen zo groot<br />
dat van dubbelblind geen sprake kon zijn.<br />
Kan zo'n experiment dan niet anders, minder belastend worden<br />
opgezet? Eind jaren zeventig kwam de Amerikaanse ethicus Marvin<br />
Zelen met een alternatief <strong>voor</strong>stel: verdeel eerst via het lot de<br />
patiënten over beide groepen, en licht vervolgens alleen de groep in<br />
die <strong>voor</strong> de nieuwe behandeling is geselecteerd. De andere groep<br />
krijgt gewoon de standaardbehandeling en wordt verder niets<br />
verteld.<br />
'Zeer twijfelachtig', zo noemt de Groningse hoogleraar oncologie<br />
N.H. Mulder deze aanpak. Het gevaar is dan groot dat de arts<br />
bewust of onbewust de verdeling beïnvloedt. Wetenschappelijke<br />
tijdschriften, zo weet hij, accepteren die aanpak daarom vaak niet Hij<br />
noemt nog een argument tegen het 'Zelen-design'. patiënten die de<br />
standaardbehandeling krijgen, worden dan 'stiekem' in het<br />
experiment betrokken. Ze worden niet ingelicht, maar hun<br />
uitkomsten worden wel gebruikt 'Het is <strong>voor</strong> de dokter misschien<br />
makkelijker, maar eigenlijk houd je de patiënt een beetje <strong>voor</strong> de<br />
gek.'<br />
Het argument dat de patiënt bij de klassieke opzet een kans op<br />
genezing wordt ontnomen, gaat er bij hem echter niet in. 'We weten<br />
nog niet welke behandeling het beste is. Als het goed is, wordt de
patiënt eerlijk verteld dat hij loot tussen twee dingen die wat de arts<br />
betreft gelijkwaardig zijn.'<br />
Bijzonder belastend<br />
Toch zouden sommige artsen hun patiënten die ervaring liever<br />
besparen. Ton Lensing, stollingsarts en neuroloog in het<br />
Academisch Medisch Centrum in Amsterdam, bij<strong>voor</strong>beeld, deed<br />
onlangs een poging een onderzoek bij trombose patiënten volgens<br />
het minder 'wrede' Zelen- design op te zetten.<br />
Bekend is dat trombose in vijf tot zeven procent van de gevallen<br />
wordt veroorzaakt door een verborgen tumor. Die tumoren zou je<br />
kunnen opsporen en behandelen, maar het is de vraag of de reeks<br />
onderzoeken die alle patiënten daar<strong>voor</strong> moeten ondergaan,<br />
opwegen tegen de medische winst die zo'n vroegtijdige opsporing<br />
<strong>voor</strong> die vijf a zeven procent van de patiënten oplevert. De enige<br />
manier om daar achter te komen is twee groepen trombosepatienten<br />
te nemen en bij de ene wel, en de andere niet naar tumoren te gaan<br />
speuren. Na een paar jaar vergelijk je de overlevings cijfers. 'Maar'<br />
zegt Lensing, 'dan zou je dus een deel van de patiënten moeten<br />
vertellen: u hebt vijf tot zeven procent kans op kanker, maar we<br />
doen er niks aan, omdat we willen weten wat er met u gebeurt.<br />
Moetje je <strong>voor</strong>stellen wat dat <strong>voor</strong> die mensen betekent.'<br />
Lensing en zijn collega's wilden daarom eerst loten, en dan alleen de<br />
groep om toestemming vragen die <strong>voor</strong>, opsporing' had geloot De<br />
rest zou stilzwijgend worden gevolgd. Maar de medisch-ethische<br />
commissie van het AMC vond het Zelen-design onaanvaardbaar,<br />
omdat dan een deel van de patiënten buiten hun medeweten zou<br />
meelopen. Dus gaat het onderzoek nu van start op de klassieke<br />
manier, waarbij iedereen wordt ingelicht. 'Maar ik vind het bijzonder<br />
belastend' zegt Lensing. Opmerkelijk is overigens dat in Italië, waar<br />
ook een deel van het onderzoek wordt uitgevoerd, de ethici precies<br />
het tegenovergestelde vonden: daar moest het met het Zelendesign.<br />
Experimenten kunnen ook om een andere reden discutabel zijn. Zo<br />
was er enkele jaren geleden het geval van een groot experiment<br />
naar dipyridamole, een medicijn dat beroertes moest <strong>voor</strong>komen bij<br />
mensen die al een keer een lichte beroerte zonder blijvende<br />
8
9<br />
gevolgen hadden gehad. Daarbij kreeg een deelvan de patiënten het<br />
nieuwe middel, al of niet in combinatie met aspirine, en een deel<br />
kreeg een nep pil<br />
'Hoogst onethisch', en 'een fout' noemden verschillende<br />
<strong>voor</strong>aanstaande neurologen destijds (in Intermediair) dat<br />
experiment; volgens hen was gedurende de vijf jaar dat het<br />
onderzoek liep duidelijk geworden dat ook een dagelijkse dosis<br />
aspirine beroertes kan <strong>voor</strong>komen, en had vanaf dat moment de<br />
placebo groep dus op z'n minst aspirine moeten krijgen. Doordat dat<br />
niet gebeurde, liepen die patiënten onnodig risico. (In deze groep<br />
vielen uiteindelijk ook de meeste slachtoffers.)<br />
Ook al is een proef op zichzelf onomstreden, dan nog kan hij <strong>voor</strong> de<br />
patiënt verkeerd uitpakken. Gebeurtenissen zoals in Utrecht zijn<br />
helemaal niet zo bijzonder. Er zijn wel meer trials waarbij de<br />
onderzoekers die de lugubere taak hebben in de twee groepen het<br />
aantal hartinfarcten, hersenbloedingen of overleden patiënten te<br />
turven, langzaam maar zeker moeten constateren dat het nieuwe<br />
middel een medische nachtmerrie is. Enkele jaren geleden moest<br />
een onderzoek naar ibopamine, een middel tegen hartfalen dat<br />
onderzocht werd in een internationaal onderzoek dat mede vanuit<br />
het Academisch Ziekenhuis Groningen werd gecoördineerd,<br />
<strong>voor</strong>tijdig afgebroken worden omdat bleek dat in de groep die het<br />
middel kreeg, twintig procent meer dodelijke slachtoffers vielen dan<br />
in de controlegroep.<br />
Dat risico hoort erbij, maar de gevolgen moeten wel zo klein mogelijk<br />
worden gehouden. In de Utrechtse zaak is de twijfel daarover nooit<br />
hele maal weggenomen. 'Naar mijn mening had er eerder en vaker<br />
naar de gegevens gekeken moeten worden', vindt bij<strong>voor</strong>beeld nog<br />
steeds de Amsterdamse hoogleraar klinische epidemiologie Jan<br />
Tijssen. Volgens hem hadden de onderzoekers eerder kunnen<br />
constateren dat de sterftecijfers in beide groepen wel erg sterk<br />
uiteenliepen, en het experiment dus eerder kunnen afbreken.<br />
Het probleem is dat men het binnen de medische wetenschap wel<br />
eens is wat betreft de wetenschappelijke eisen waaraan een studie<br />
moet voldoen, maar dat het ontwikkelen van veiligheidsregels nog in<br />
de kinderschoenen staat Veel studies kennen een
'veiligheidscomite‚' dat regelmatig de uitkomsten analyseert om te<br />
kijken of er reden is om te stoppen. Maar hoe vaak er moet worden<br />
gekeken is nergens vastgelegd; dat is een lastige statistische<br />
kwestie. Een toevallige afwijking in ongunstige zin mag geen<br />
aanleiding zijn de proef af te breken. Bovendien wil je geen middelen<br />
naar de prullenmand verwijzen die op korte termijn enig risico<br />
opleveren, maar op de lange termijn beschermend werken.<br />
Beoordelen of een onderzoek aan de wetenschappelijke en ethische<br />
normen voldoet, is de taak van de 'toetsingscommissie" die elk aan<br />
haar <strong>voor</strong>gelegd onderzoek moet keuren. Praktisch elk ziekenhuis,<br />
hoe klein ook, heeft z'n eigen commissie, meestal samengesteld uit<br />
artsen, juristen, ethici en een paar leken. Maar niet al die<br />
commissies zijn op hun taak berekend. Vooral in de regionale<br />
ziekenhuizen ontbreekt nogal eens het brede spectrum aan<br />
deskundigheid, nodig om elk onderzoeks<strong>voor</strong>stel goed te<br />
beoordelen. Bovendien hoeven sommige commissies maar een paar<br />
onderzoeks<strong>voor</strong>stellen per jaar te bekijken, wat ook niet bevorderlijk<br />
is <strong>voor</strong> de expertise.<br />
Uit een in 1986 gehouden onder zoek bleek dat de commissies bij<br />
hun beoordeling sterk verschillende nor men aanleggen; de een let<br />
sterk op de veiligheid, de ander vindt de privacy van de patiënt van<br />
cruciaal belang, terwijl de derde iets heeft tegen het testen van metoo-drugs,<br />
medicijnen die nauwelijks iets aan het al bestaande<br />
arsenaal toevoegen. Sommige commissies bleken niet goed in staat<br />
een onderzoeks<strong>voor</strong>stel op z'n weten schappelijke merites te<br />
beoordelen.<br />
De nieuwe wet moet aan dat soort problemen een einde maken; de<br />
bestaande commissies moeten versmelten tot regionale, meer<br />
professioneel opererende commissies, die erkend moeten worden<br />
door de nieuwe, centrale commissie, en bovendien een nog nader te<br />
bepalen minimum aan <strong>voor</strong>stellen moeten behandelen. 'Elke<br />
commissie zou eigenlijk minimaal honderd protocollen per jaar<br />
moeten zien, vindt Dick Engberts, jurist en lid van de ethische<br />
commissie van het Academisch Ziekenhuis in Leiden. Zijn eigen<br />
commissie krijgt er jaarlijks zo'n 250 <strong>voor</strong>gelegd.<br />
Maar uiteindelijk is het aan de patiënt om te beslissen of hij wel of iet<br />
10
11<br />
meedoet Die moet, temidden van alle zorgen, angsten en<br />
onzekerheden, besluiten of hij zijn gezondheid in handen zalleggen<br />
van het lot Dat gebeurt op basis van informed consent; de patiënt<br />
wordt mondeling <strong>voor</strong>gelicht - ook over de nadelen en risico's - en<br />
krijgt de informatie ook schriftelijk mee. Maar is dat een garantie<br />
<strong>voor</strong> een weloverwogen beslissing?<br />
Nee, aldus Frans Verheggen, die bij de Universiteit Maastricht onder<br />
zoek deed naar de ervaringen van patiënten bij medicijntrials en<br />
daar in 1996 op promoveerde. Volgens Verheggen is het informed<br />
consent meer een ideaal, of zoals hij het noemt, een 'mythe'. In<br />
werkelijkheid blijken patiënten de verstrekte informatie vaak niet<br />
goed te begrijpen, en kunnen ze zich achteraf de inhoud ervan ook<br />
niet goed herinneren. Opvallend genoeg blijken ze meestal wel<br />
tevreden over de informatie die ze kregen - of ze nu besluiten mee<br />
te doen of niet.<br />
Hoeveel de patiënt te horen zou moet krijgen, is onderwerp van<br />
verhitte discussie. Meestal beslaat de verstrekte informatie niet meer<br />
dan twee of drie A4'tjes, maar er is een trend waarneembaar om<br />
steeds meer informatie te geven. 'We gaan de Amerikaanse kant<br />
op', aldus de Amsterdamse hoogleraar Buller. 'Er komt steeds meer<br />
in te staan. Daardoor krijg je bij de patiënt een staat van verwarring.<br />
Natuurlijk is het onwenselijk om te zeggen "bek dicht en hier<br />
tekenen, wij weten wat goed <strong>voor</strong> je is." Maar iemands kennisniveau<br />
in een half uurtje op dat van een medicus brengen, kan ook niet.<br />
Waar het midden ligt, dat is ongelooflijk moeilijk.'<br />
Verkeerde dosis<br />
Uit Verheggens onderzoek bleek dat de verstrekte informatie niet<br />
zo'n grote rol speelt bij de uiteindelijke beslissing om mee te doen.<br />
Maar waarom doen ze dan wel mee? Het evidente <strong>voor</strong>deel is de<br />
kans op een nieuw en beter geneesmiddel; je hebt dus een kans dat<br />
je er beter van wordt. Natuurlijk zullen artsen geneigd zijn die kant<br />
van de zaak te benadrukken, hoewel hij in feite niet zoveel om het lijf<br />
heeft. Je kunt immers ook het 'oude'‚ middel krijgen, of een placebo,<br />
of het nieuwe middel maar in een verkeerde dosis. En het nieuwe<br />
middel kan ook nog gewoon onwerkzaam zijn.<br />
Toch ligt in de meeste experimenten de deelname boven de tachtig
procent; en dat wordt hoger naarmate de patiënt er slechter aan toe<br />
is. Wie een onbehandelbare vorm van kanker heeft, heeft weinig te<br />
verliezen en zal sneller ja zeggen. 'Als ik een ongeneeslijke ziekte<br />
had, zou ik dat waarschijnlijk ook doen,' zegt Novartis-directeur<br />
Schmidt. 'Als het zou gaan om een middel tegen hoge bloeddruk,<br />
dat misschien ietsje beter is dan het vorige - dan zou ik er eens goed<br />
over nadenken.<br />
12<br />
Dat nadenken is <strong>voor</strong>al nodig omdat meedoen ook duidelijke<br />
nadelen heeft; en dan niet alleen het risico dat het de sterftekans<br />
verhoogt. Een nieuw medicijn kan ook onverwachte bijwerkingen<br />
hebben, en deelname brengt vrijwel altijd extra onderzoeken met<br />
zich mee: meer bezoekjes aan het ziekenhuis, vaker bloed laten<br />
prikken of scans laten maken.<br />
Toch is er gek genoeg ook een groep patiënten <strong>voor</strong> wie dat laatste<br />
de motivatie is om deel te nemen. 'Er zijn mensen die het heel<br />
prettig vinden regelmatig naar het ziekenhuis te gaan, altijd de<br />
dokter te mogen bellen, en eens helemaal door de molen gehaald te<br />
worden', zegt Schmidt. En misschien hebben zij niet eens helemaal<br />
ongelijk. Er zijn onderzoeken waaruit blijkt dat het meedoen aan een<br />
experiment de gezondheid van de patiënt bevordert. Maar of dat<br />
komt door de betere medische bewaking of berust op een placeboeffect,<br />
is onduidelijk.<br />
Naast al die min of meer rationele overwegingen speelt overigens<br />
nog een andere factor een rol - volgens Dick Engberts waarschijnlijk<br />
de belangrijkste: men wilde dokter niet teleurstellen. 'Patiënten zijn<br />
bang om lastig gevonden te worden als ze weigeren. "Ik moet<br />
misschien nog jaren met die man verder" denken ze.' Om dat te<br />
<strong>voor</strong>komen gebeurt het tegenwoordig wel vaker dat een<br />
onafhankelijke derde de procedure met de patiënt doorneemt.<br />
Volgens de nieuwe wet heeft een patiënt in elk geval het recht een<br />
arts te raadplegen die niet bij het onderzoek betrokken is. 'Dat<br />
gebeurt wel, maar te weinig', constateert Engberts. 'Eigenlijk zou het<br />
duidelijker moeten zijn dat je onderzoek en behandeling niet met<br />
elkaar moet verwarren. De patiënt doet iets <strong>voor</strong> de dokter, terwijl hij<br />
het ziekenhuis binnengekomen was om <strong>voor</strong> zichzelf iets te<br />
bereiken, namelijk behandeling van z' n klachten. De rollen zijn
13<br />
anders geworden. Het is belangrijk dat dat in de hoofden van de<br />
patiënten beklijft.'<br />
Winst <strong>voor</strong> de maatschap<br />
Wat patiënten zich doorgaans niet realiseren, is dat de dokter zelf<br />
persoonlijk belang bij hun deelname kan hebben. Engberts: 'Het<br />
komt <strong>voor</strong>: een onderzoeker die zijn proefschrift af moet zien te<br />
krijgen en daarom nog snel vijftien patiënten in zijn onderzoek moet<br />
hebben'. Wat ook <strong>voor</strong>komt: dat de dokter eraan verdient. De<br />
farmaceutische industrie betaalt een arts <strong>voor</strong> deelname van elke<br />
patient een bedrag dat (afhankelijk van de hoeveelheid werk) kan<br />
varieren van een paar honderd tot wel tienduizend gulden. In de<br />
academische ziekenhuizen gaat dit geld doorgaans in een speciaal<br />
potje <strong>voor</strong> congresbezoek en onderzoek dat anders moeilijk te<br />
financieren zou zijn, maar artsen in de regionale ziekenhuizen<br />
beschouwen het meestal gewoon als winst <strong>voor</strong> hun maatschap.<br />
Het is een publiek geheim dat dat een belangrijke motivatie vormt,<br />
hoewel Novartis-directeur Schmidt dat bestrijdt. 'In Nederland<br />
betalen we redelijke vergoedingen, die in lijn liggen met wat de arts<br />
zou verdienen als hij in dezelfde tijd een patiënt zou behandelen',<br />
verzekert hij. 'De vergoeding moet in principe geen argument zijn om<br />
mee te doen.'<br />
Zou de dubbende patiënt op z'n minst niet moeten weten dat er<br />
sprake is van belangen verstrengeling? 'Vind ik wel', zegt Engberts.<br />
'Daar zou gewoon openheid over moeten zijn.' Buller zit er niet op te<br />
wachten: 'Elke handeling die de arts doet, levert hem geld op. Als hij<br />
een foto maakt vertelt hij ook niet wat hij eraan verdient. Ik weet niet<br />
of de patiënt gebaat is bij dat soort informatie, en of het zijn<br />
beslissing zou beïnvloeden.'<br />
Wat de patiënt ook beslist, uiteindelijk zijn de <strong>voor</strong>delen minimaal<br />
Medisch-wetenschappelijk onderzoek wordt ook niet opgezet om de<br />
gezondheid van de deelnemende patiënten te bevorderen. Volgens<br />
strakke protocollen opgezet, dubbelblind en gecontroleerd onderzoek<br />
met levende proefkonijnen is simpelweg de enige manier om in de<br />
geneeskunde werkelijk iets nieuws te weten te komen.<br />
Wie meedoet aan een experiment, doet dat uiteindelijk <strong>voor</strong>al om
latere generaties patiënten van dienst te zijn. Proefkonijn worden is<br />
<strong>voor</strong>al een kwestie van altruïsme. Veel mensen zijn zich daar<br />
terdege van bewust, zo blijkt uit onderzoek, en noemen dat ook als<br />
belangrijkste argument. Het risico naamloos te eindigen in de<br />
controlegroep of in de tabel' overleden', nemen ze daarbij op de<br />
koop toe.<br />
14
15<br />
Ervaringen van congresgangers.<br />
Van 8 t/m 11 oktober zijn Michel Oomen en Kees Waas naar het<br />
tweejaarlijks congres van de International Patient Organization for<br />
Primary immunodeficiencies (IPOPI) geweest. Dit jaar was het de 5e<br />
bijeenkomst. De locatie was Rodos.<br />
Een stukje <strong>voor</strong>geschiedenis:<br />
In 1990 is mede op initiatief van Dr. Helen Chapel uit Engeland de<br />
internationale patiëntenvereniging IPOPI opgericht. Om de twee jaar<br />
wordt er een algemene vergadering gehouden. Van het begin af aan<br />
is aangesloten bij de European Society for Immunodeficiencies<br />
(ESID) een organisatie waarin Europese immunologen verenigd zijn.<br />
Later heeft ook de International Nursing Group for Immunodeficiencies<br />
(INGID) aansluiting gevonden. Iedere groep heeft eigen<br />
specifieke congressen, maar er zijn ook een aantal<br />
gemeenschappelijke bijeenkomsten.<br />
Het programma van <strong>1998</strong>:<br />
Donderdag 8 oktober<br />
13.30 - 14.00 Poster set up.<br />
14.00 - 14.30 Opening van de IPOPI conferentie<br />
14.30 - 16.30 Groepsdiscussie tussen artsen, verplegende en<br />
patiënten.<br />
16.30 - 17.00 Koffie/thee pauze.<br />
18.00 - 18.30 Officiële opening van het congres door de 3<br />
<strong>voor</strong>zitters.<br />
18.30 - 19.30 Genetisch onderzoek bij primaire immuundeficiënties.<br />
21.00 - Welkom receptie.<br />
Vrijdag 9 oktober:<br />
08.30 - 09.30 Drie decennia van beenmerg transplantaties bij<br />
primaire immuundeficiënties.<br />
09.00 - 09.15 Agenda van de dag doornemen.<br />
09.15 - 10.30 Presentatie van speciale IPOPI projecten.<br />
10.30 - 11.00 Koffie/thee pauze.<br />
11.20 - 12.15 Resultaten van beenmerg transplantaties bij SCID.
12.15 - 13.30 Lunch<br />
13.30 - 15.00 Ontmoeting met vertegenwoordigers van de plasma<br />
industrie.<br />
15.00 - 16.15 IPOPI workshops.<br />
16.15 - 16.45 Koffie/thee pauze.<br />
16.45 - 18.15 Vervolg workshops.<br />
18.15 - 18.45 Hapje en drankje<br />
18.45 - 19.15 Overdraagbare infecties bij het toedienen van<br />
immuunglobulinen.<br />
19.15 - 20.45 Klinische behandeling van IgG deficiënties (CVID)<br />
zaterdag 10 oktober<br />
08.30 - 10.00 Officiële bijeenkomst van leden van IPOPI <strong>voor</strong> de<br />
verkiezing van een nieuw bestuur.<br />
10.00 - 10.30 Koffie/thee pauze.<br />
10.30 - 11.30 Lezing over het Wiskott Aldrich Syndrome.<br />
11.30 - 12.30 Bijeenkomst van het bestuur van IPOPI<br />
12.30 - 14.30 Lunch en ontmoeting met de Medische Advies Raad.<br />
14.30 - 14.50 De kwaliteit van het leven bij behandeling van CGD<br />
met conventionele medicijnen. Beenmerg<br />
transplantatie bij CGD.<br />
15.00 - 16.00 Bijeenkomst van de European Patients Primary<br />
Collaboration (EPPIC)<br />
16.30 - 18.30 Bezoek aan de oude stad met een bezoek aan het<br />
archeologisch museum.<br />
21.00 - Gala Diner.<br />
Zondag 11 oktober<br />
08.30 - 09.30 Bijeenkomst van het IPOPI bestuur.<br />
09.30 - 10.00 Agenda van de dag doornemen.<br />
10.00 - 10.30 Koffie/thee pauze.<br />
10.30 - 11.30 Verslag van de IPOPI workshops<br />
11.30 - 12.30 Laatste mededelingen en afsluiting van het IPOPI<br />
congres.<br />
12.30 - 13.30 Officiële afsluiting van de bijeenkomsten door de drie<br />
<strong>voor</strong>zitters.<br />
13.30 - Lunch.<br />
16
17<br />
Op donderdag middag kwamen de vertegenwoordigers van<br />
ongeveer 23 verschillende landen bij elkaar. Louise Carroll heette<br />
iedereen welkom en gaf het woord aan de vertegenwoordiger van de<br />
Griekse patiëntenorganisatie. Deze heette iedereen welkom op<br />
Rodos en gaf aan dat het feit dat dit congres in Griekenland<br />
plaatsvond van groot belang was <strong>voor</strong> de Griekse patiënten. De<br />
regering van Griekenland werd nu met de neus op de feiten gedrukt,<br />
dat er zoiets bestaat als afweerstoornissen.<br />
Na deze opening was er tijd <strong>voor</strong> een groepsdiscussie met artsen,<br />
verplegende en patiënten.<br />
Later op de middag was er gelegenheid <strong>voor</strong> de nationale<br />
patiëntenorganisaties om zich te presenteren d.m.v.<br />
posters/materiaal.<br />
's Avonds was er een welkomsreceptie in het hartje van de oude<br />
stad Rodos, op het binnenplein van het kasteel van de<br />
Grootmeester.<br />
Op vrijdag morgen zijn we bijgepraat over de verschillende projecten<br />
die IPOPI de afgelopen twee jaar is gestart:<br />
• Met steun van verschillende plasma producenten, waaronder het<br />
CLB is IPOPI er in geslaagd om immuunglobulinen te sturen naar<br />
patiënten in o.a. Belgrado, chili en India.<br />
• De veiligheid van bloedprodukten werd m.n. vanuit de<br />
Amerikaanse hoek aan de orde gesteld. In Amerika is de laatste<br />
maanden een tekort ontstaan aan immuunglobulinen. Dit omdat<br />
grote partijen immuunglobulinen van de markt gehaald werden<br />
vanwege het dreigende gevaar van besmetting met CJD<br />
(Creuzfeldt-Jacob Disease).<br />
• Voor het eerst waren jonge patiënten (± 16 - 20 jr) uit 7<br />
verschillende landen bijeen om te praten over hun ervaringen over<br />
het leven met een afweerstoornis.<br />
• Er wordt gewerkt aan verschillende boeken. Een boek komt eind<br />
van dit jaar op de markt. Hierin staan ervaringen van ouders en<br />
patiënten vermeld. Het andere boek zal meer gaan over de<br />
psychologische en emotionele kanten van leven met een<br />
afweerstoornis.<br />
Tijdens de ontmoeting met vertegenwoordigers van de plasma<br />
industrie is opnieuw gesproken over de veiligheid van de
loedprodukten. De nieuwste technologie wordt gebruikt en naar de<br />
huidige maatstaven gemeten zijn de bloedprodukten veilig.<br />
Ook bleek dat het kunstmatig maken van immuunglobulinen<br />
<strong>voor</strong>lopig nog niet aan de orde is. We zullen het moeten blijven doen<br />
met immuunglobulinen die verkregen worden uit menselijk bloed.<br />
IN de IPOPI workshops is gesproken over IPOPI in het nieuwe<br />
millennium. De bedoeling is dat er blijvend steun wordt gegeven aan<br />
bepaalde gebieden waar immuunglobulinen moeilijk of niet te<br />
verkrijgen zijn. IPOPI hier<strong>voor</strong> kan rekenen op steun van de plasma<br />
industrie. Opvallend detail: deze hulpverlende plasma fabrikanten<br />
zijn vrijwel uitsluitend niet-profit instellingen.<br />
De zaterdag begon met het officiële gedeelte van IPOPI. Het<br />
financieel jaarverslag werd doorgenomen en een wijziging in de<br />
statuten werd besproken. Tot nog toe was het zo dat vanuit ieder<br />
land maar een organisatie stemgerechtigd lid kon zijn van IPOPI. Dit<br />
is nu veranderd. Er kunnen meerde organisaties uit een land<br />
stemgerechtigd lid zijn. Een land mag echter maar één<br />
afgevaardigde in het IPOPI bestuur hebben.<br />
Na het goedkeuren van de financiën en de statutenwijziging werden<br />
de kandidaten <strong>voor</strong> het bestuur <strong>voor</strong>gesteld. Kees Waas was<br />
kandidaat gesteld <strong>voor</strong> namens de SAS. Omdat er maar acht<br />
kandidaten waren <strong>voor</strong> acht bestuursposten, zijn alle kandidaten<br />
verkozen. Dus heeft de SAS de komende twee jaren een<br />
vertegenwoordiger in het IPOPI bestuur.<br />
Na deze plichtplegingen was het tijd <strong>voor</strong> een informatieve lezing.<br />
Een Amerikaanse arts kwam helder en duidelijk uitleg geven over<br />
het Wiskott Aldrich Syndrome. Ook had deze arts een duidelijk<br />
verhaal over genreparatie. dit zou een betere oplossing <strong>voor</strong><br />
"genezing" van o.a. deze afweerstoornis dan gentherapie.<br />
De ontmoeting met de Medische Advies Raad liep door<br />
organisatorische problemen in het honderd. daardoor was er meer<br />
tijd <strong>voor</strong> wandelgangen overleg.<br />
De patiëntenorganisaties uit Europese landen hebben besloten tot<br />
de oprichting van de European Patients Primary Collaboration<br />
(EPPIC), omdat we in Europees verband tegen dezelfde problemen<br />
aan lopen. Onder het motto "eendracht maakt macht" wordt<br />
samengewerkt met de Europese Hemofilie vereniging.<br />
's Avond was het Gala diner. Wat nou precies het verschil is in<br />
18
19<br />
Griekenland tussen de lunch en een diner is niet duidelijk geworden,<br />
maar het was wel gezellig en het eten was overvloedig en goed.<br />
<strong>voor</strong>al de toetjes smaakten <strong>voor</strong>treffelijk.<br />
Zondag begon met een bijeenkomst van het bestuur van IPOPI. Hier<br />
werden taken verdeeld over de verschillende bestuursleden. Kees<br />
gaat zich de komende twee jaren bezig houden met een IPOPIhandboek<br />
over de 8 meest <strong>voor</strong>komende afweerstoornissen. Het is<br />
de bedoeling dat dit handboek in een aantal talen zal worden<br />
uitgegeven door IPOPI.<br />
Verder werd er een kort verslag gedaan van de IPOPI workshops.<br />
Hierbij bleek dat de jeugd grote plannen heeft gemaakt <strong>voor</strong> de<br />
toekomst. De jongeren willen o.a. komen tot een internationaal<br />
uitwisselingsprogramma.<br />
Na deze verslagen sloot Louise Carroll, die opnieuw <strong>voor</strong> twee jaar<br />
de <strong>voor</strong>zitter van het bestuur is de bijeenkomst.<br />
In de grote zaal werd tot slot met een diapresentatie nog een<br />
overzicht gegeven van het mooie Rodos. Na de lunch ging ieder<br />
zijns weegs.<br />
Als alles goed gaat is er over twee jaar weer een internationaal<br />
congres. De locatie......... naar alle waarschijnlijkheid Jeruzalem.<br />
Uw verslaggevers:<br />
Michel Oomen en Kees waas
20<br />
Let op met een absolute " IgA-deficientie."<br />
''Pas op met een bloedtransfusie en met bloedproducten"<br />
Door: Coby P.<br />
Al meteen na het vaststellen van de absolute IgA-deficientie, tijdens<br />
een ziekte periode, veroorzaakt door een darmontsteking met de<br />
parasiet "GIARDIA Lambliae", nu 28jaar geleden, werd mij een<br />
verklaring overhandigd door het Academisch Ziekenhuis te Utrecht,<br />
afdeling Immunopathologie, met de waarschuwing <strong>voor</strong> het gebruik<br />
bij bloedproducten en bloed transfusie.<br />
Wanneer er een bloedtransfusie nodig is, dan dient toediening van<br />
"6 maal gewassen Erythrocyten" plaats te vinden. Plasma en<br />
plasmaproducten dienen zo veel mogelijk vermeden te worden. Altijd<br />
draag ik die verklaring bij mij <strong>voor</strong> het geval dat.<br />
En wat ik vreesde gebeurde ook. Op een gegeven moment nu 3 jaar<br />
geleden deed zich een zware bloeding <strong>voor</strong>, (een baarmoeder<br />
vloeiing), waardoor ik toch met spoed een bloedtransfusie nodig<br />
had. Direct bij de opname kon ik de verklaring geven en drong er op<br />
aan <strong>voor</strong>al hier rekening mee te houden. Het werd serieus genomen.<br />
Echter het proces om " 6x gewassen bloed" te maken nam nog 6<br />
lange uren in beslag. Na de operatie lette ik nog slaperig op of het<br />
wel goed in orde was. (Slaperig) Ik controleerde de zakjes van de<br />
bloedtransfusie wat er op stond. Ik bleef op mijn hoede. Ikzelf wist<br />
maar al te goed wat het risico kon zijn bij absolute IgA deficiëntie.<br />
Lees de <strong>voor</strong>lichtings folder van "de <strong>Stichting</strong> <strong>voor</strong> Afweer<br />
Stoornissen" over IgA-deficiëntie, op pagina 6, waar wordt<br />
beschreven hoe er bij patiënten met een absolute IgA-deficientieeen<br />
kans bestaat dat ze afweerstoffen tegen IgA gaan maken. (Anti- IgAantistoffen)<br />
enz. Het bloed bleek in orde en ik kon gerust zijn. Er<br />
stond op: " 6 x gewassen"! Echter de hoeveelheid gewassen<br />
erythrocyten bleek nog niet voldoende te zijn en omdat het zo'n lang<br />
proces was bij het <strong>voor</strong>bereiden werd besloten om verder zelf te<br />
proberen weer voldoende bloedwaarde aan te maken.<br />
Thuis herstelde ik verder toch wel snel met staal en ijzerhoudende<br />
voeding. Zo liep het goed af.<br />
Wel wil ik er op wijzen dat het van groot belang is goed op te letten<br />
als er een absolute IgA-deficiëntie bekend is. Draag een Medic-alert<br />
'/ SOS-pas SOS verklaring bij u, men kan nooit weten.
21<br />
Ook toegangsbijdrage thuiszorg komt te vervallen<br />
Algemene eigen-bijdrage <strong>voor</strong> ziekenfondsverzekerden afgeschaft.<br />
Met ingang van het nieuwe jaar zijn er belangrijke wijzigingen in de<br />
gezondheidszorg. Vanaf 1 januari 1999 vervalt de algemene eigenbijdrage<br />
<strong>voor</strong> ziekenfondsverzekerden. Dit betekent dat u de<br />
algemene eigen-bijdrage niet meer hoeft te betalen als u<br />
bij<strong>voor</strong>beeld een medisch specialist bezoekt of in een ziekenhuis<br />
wordt opgenomen. Bovendien wordt de jaarlijkse toegangsbijdrage<br />
<strong>voor</strong> de thuiszorg afgeschaft.<br />
Wel kunt u in 1999 nog een rekening ontvangen <strong>voor</strong> de eigen<br />
bijdrage die u over <strong>1998</strong> verschuldigd bent. Bij<strong>voor</strong>beeld wanneer u<br />
in het laatste kwartaal van <strong>1998</strong> een specialist bezocht of bij de<br />
apotheek medicijnen gehaald heeft. Hier<strong>voor</strong> was in <strong>1998</strong> nog de<br />
algemene eigen bijdrage van kracht. Deze eigen bijdrage wordt dan<br />
in 1999 door uw ziekenfonds bij u in rekening gebracht. Heeft u in<br />
<strong>1998</strong> geen medische hulp gehad dan ontvangt u uiteraard geen<br />
rekening.<br />
Andere bijbetalingsregelingen<br />
Alleen de in 1997 ingevoerde algemene eigen-bijdrageregeling<br />
vervalt. De al veel langer bestaande andere bijbetalingsregelingen<br />
blijven bestaan. Daardoor moet u soms toch bijbetalen. Voor<br />
bij<strong>voor</strong>beeld ziekenvervoer geldt een bijdrage. Maar ook <strong>voor</strong><br />
verschillende vormen van thuiszorg blijven inkomensafhankelijke<br />
bijdragen bestaan. Het afschaffen van de algemene eigenbijdrageregeling<br />
staat daar los van.<br />
Verhoging nominale premie<br />
Het afschaffen van de algemene eigen-bijdrage heeft altijd<br />
financi‰le gevolgen <strong>voor</strong> u. Zo betaalt u geen algemene eigenbijdrage<br />
meer als u medische hulp wordt verleend. Maar daar staat<br />
tegenover dat de nominale premie omhoog gaat. De nominale<br />
premie is het vaste bedrag dat u maandelijks aan uw ziekenfonds<br />
moet betalen <strong>voor</strong> uw ziekenfondsverzekering. Deze nominale<br />
premie is bij de invoering van de eigen bijdrage in 1997 met ruim f<br />
9,- per verzekerde per maand verlaagd. U betaalt vanaf 1997 per<br />
jaar dus zo'n f 110,- minder. Zo bleven de financiële gevolgen van
de invoering van de algemene eigen-bijdrage beperkt. Nu de<br />
algemene eigen-bijdrage is afgeschaft, is ook de verlaging van de<br />
nominale premie weer ongedaan gemaakt.<br />
Daarnaast worden ook de jaarlijkse prijsaanpassingen in de nieuwe<br />
nominale premie verwerkt. De definitieve hoogte van uw nominale<br />
premie wordt door uw ziekenfonds vastgesteld. De premie kan<br />
daardoor per ziekenfonds verschillen. Of u in 1999 meer of minder<br />
gaat betalen, is dus afhankelijk van uw persoonlijke situatie ‚n van<br />
het ziekenfonds waarbij u zich heeft verzekerd.<br />
Toegangsbijdrage thuiszorg<br />
Om gebruik te kunnen maken van thuiszorg moest u tot nu toe<br />
jaarlijks een toegangsbijdrage (meestal f 55,-) betalen aan de<br />
thuiszorginstelling. Maar ook <strong>voor</strong>consultatiebureaus <strong>voor</strong> ouders<br />
met zuigelingen en peuters, dieetadviezen en de<br />
hulpmiddelenuitleen was deze toegangsbijdrage van kracht. Met<br />
ingang van 1 januari 1999 vervalt deze jaarlijkse toegangsbijdrage.<br />
Vanaf die datum blijft u <strong>voor</strong> een aantalvormen van thuiszorg (zoals<br />
verpleging, verzorging en huishoudelijke hulp) alleen een<br />
inkomensafhankelijke bijdrage betalen. Voor consultatiebureaus <strong>voor</strong><br />
ouders met zuigelingen en peuters, dieetadviezen en<br />
hulpmiddelenuitleen hoeft u helemaal geen bijdrage meer te betalen.<br />
Langdurige fysiotherapie<br />
Ook in de vergoeding <strong>voor</strong> langdurige fysiotherapie en oefentherapie<br />
Cesar/Mensendieck verandert er het een en ander. In de regel<br />
worden fysiotherapie en oefentherapie sinds 1996 vergoed tot een<br />
beperkt aantal behandelingen per aandoening per jaar. Toch zijn er<br />
mensen die meer behandelingen nodig hebben. Het gaat dan om<br />
mensen met bepaalde (ernstige) chronische aandoeningen. Deze<br />
aandoeningen staan vermeld op een lijst.<br />
Met ingang van 1 januari 1999 is deze lijst aangepast en uitgebreid.<br />
Bij aandoeningen die op deze lijst staan, wordt langdurige therapie<br />
wel vergoed. Dit betekent dat langdurige fysiotherapie en/of<br />
oefentherapie nu bij een groter aantal (ernstige) chronische<br />
aandoeningen wordt vergoed. U kunt bij uw arts, fysiotherapeut,<br />
oefentherapeut of ziekenfonds informeren of u <strong>voor</strong> vergoeding van<br />
langdurige therapie in aanmerking komt. Voor zo'n behandeling moet<br />
u in ieder geval <strong>voor</strong>af toestemming vragen aan uw ziekenfonds.<br />
22
23<br />
Meer informatie?<br />
Bovenstaande veranderingen staan ook beschreven in de brochure<br />
Zeker van zorg1999 die verkrijgbaar is in de bibliotheek of op<br />
internet: www.ziekenfondsraad.nl. Heeft u na het lezen nog vragen<br />
of wilt u meer informatie? Neemt u dan contact op met uw<br />
ziekenfonds/zorgverzekeraar. Hier helpen ze u graag met uw<br />
vragen.<br />
ZiekenfondsRaad<br />
Belangrijke data:<br />
10 april 1999 SAS dag bij het CLB te Amsterdam<br />
6 november 1999 SAS dag bij het CLB te Amsterdam