02.09.2013 Views

jaarverslag 2012 - Woningstichting Putten

jaarverslag 2012 - Woningstichting Putten

jaarverslag 2012 - Woningstichting Putten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>2012</strong><br />

Jaarverslag<br />

Volkshuisvestingsverslag<br />

Jaarrekening


Inhoudsopgave<br />

1 Inleiding 4<br />

2. Verslag van de bestuurder 6<br />

2.1 Ontwikkelingen om ons heen 6<br />

2.1.1 Landelijk 6<br />

2.1.2 Regionaal 6<br />

2.1.3 Gemeente <strong>Putten</strong> 6<br />

2.2 Missie, opgave en strategie 6<br />

2.3 Samenvatting belangrijkste resultaten <strong>2012</strong> 8<br />

2.4 Belangrijkste bestuursbesluiten in <strong>2012</strong> 12<br />

3. Organisatie, governance en maatschappelijke inbedding 13<br />

3.1 Organisatie 14<br />

3.2 Samenwerking/maatschappelijke inbedding en verbindingen 15<br />

3.3 Governancestructuur 17<br />

3.3.1 Bestuur 17<br />

3.3.2 Raad van Commissarissen 17<br />

3.3.3 De controle van de financiële verslaggeving, de positie<br />

van de interne controlefunctie en van de externe accountant 18<br />

3.3.4. Interne risicobeheersings- en controlesystemen 18<br />

4 Maatschappelijk prestaties 19<br />

4.1 Beschikbaarheid 20<br />

4.1.1 Nieuwbouwplannen 20<br />

4.1.1.1 Doelstellingen 20<br />

4.1.1.2 Sloop 21<br />

4.1.1.3 Nieuwbouw huur 21<br />

4.1.1.4 Nieuwbouw koop 21<br />

4.1.2 Verkoop bestaand bezit 21<br />

4.1.3 Woonruimteverdeling 22<br />

4.1.3.1 Woningzoekenden 22<br />

4.1.3.2 Woningtoewijzingen 22<br />

4.1.3.3 Woningtoewijzingen op basis van huur- en inkomensgrenzen 23<br />

4.1.4 Wonen en zorg 24<br />

4.2 Betaalbaarheid 24<br />

4.2.2 Streefhuur en huurharmonisatie 25<br />

4.2.3 Huurontvangsten 25<br />

4.3 Kwaliteit woningbezit 26<br />

4.3.1 Planmatig onderhoud 26<br />

4.3.2 Niet-planmatig onderhoud 28<br />

4.3.2.1 Serviceonderhoud 28<br />

4.3.2.2 Mutatieonderhoud 29<br />

4.3.2.3 Contractonderhoud 30<br />

4.3.3 Strategische investeringen 30<br />

4.3.4 Energiemaatregelen 30<br />

4.3.5 Wens van de klant 31<br />

4.3.5.1 Geriefverbeteringen 31<br />

4.3.5.2 Woningaanpassingen 31<br />

4.3.5.3 Zelf aangebrachte voorzieningen 31<br />

4.3.5.4 Keuzevrijheid 31


4.4 Kwaliteit woonomgeving 31<br />

4.4.1 Overleg met bewoners 31<br />

4.4.1.1 Huurdersorganisatie <strong>Putten</strong> 32<br />

4.4.1.2 Bewonersbijeenkomsten 32<br />

4.4.1.3 Bewoners in de rol van toezichthouder 32<br />

4.4.2 Leefbaarheid 32<br />

4.4.2.1 Sociaal vangnetoverleg 32<br />

4.4.2.2 Woonomgeving 34<br />

4.4.2.3 Maatschappelijk vastgoed 34<br />

4.4.2.4 Buurtbudget 34<br />

4.4.2.5 Veiligheid 34<br />

4.4.2.6 Woonfraudebeleid 34<br />

4.5 Kwaliteit dienstverlening 34<br />

4.5.1 KWH-huurlabel 34<br />

4.5.2 Informatie aan huurders/bewoners 36<br />

5. Financiële prestaties 37<br />

5.1 Financiële resultaten 38<br />

5.2 Financiële continuïteit 42<br />

5.2.1. Externe beoordeling 42<br />

5.2.2. Interne beoordeling 45<br />

6 Risicomanagement 49<br />

6.1 Marktontwikkelingen 50<br />

6.2 Grondposities 51<br />

6.3 Renterisico 52<br />

6.3.1 Rente-exposure 52<br />

6.3.2 Derivatenportefeuille 53<br />

6.4 Kwaliteit medewerkers 55<br />

6.5 Besluitvorming 55<br />

7 Toekomst 57<br />

8 Verslag van de Raad van Commissarissen over <strong>2012</strong> 59<br />

9 Kerncijfers 65<br />

10 Balans per 31 december <strong>2012</strong> 69<br />

11 Winst- en verliesrekening over het boekjaar <strong>2012</strong> 73<br />

12 Kasstroomoverzicht 75<br />

13 Toelichting waarderingsgrondslagen 77<br />

14 Toelichting op de balans 83<br />

15 Toelichting op de winst- en verliesrekening 99<br />

16 Overige gegevens 107


1Inleiding


4<br />

1 Inleiding<br />

Voor u ligt het <strong>jaarverslag</strong> en de jaarrekening <strong>2012</strong> van<br />

<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong>. Met dit verslag willen wij u<br />

inzicht geven in de ontwikkelingen die ons raken en<br />

de maatschappelijke prestaties die wij in <strong>2012</strong> hebben<br />

geleverd op het gebied van wonen in <strong>Putten</strong>. Daarnaast<br />

geven wij een doorkijk naar de wijze waarop wij ook<br />

in de toekomst inhoud willen geven aan onze kerntaak:<br />

het bieden van goede en betaalbare huisvesting in<br />

een prettige omgeving, vooral aan diegenen die ons<br />

daarvoor nodig hebben.<br />

Het thema van dit <strong>jaarverslag</strong> is ‘<strong>Putten</strong> in beweging’.<br />

De foto’s in dit <strong>jaarverslag</strong>, beschikbaar gesteld door<br />

de diverse (sport)verenigingen waarvoor wij hen zeer<br />

erkentelijk zijn, symboliseren de beweging in ons<br />

dorp. Bovendien laten de foto’s zien dat sport mensen<br />

samenbrengt, verbroedert, de gezondheid verbetert en<br />

niet aan leeftijd gebonden is. Bij talloze verenigingen<br />

zijn mensen actief. Soms individueel, maar vooral met<br />

elkaar. En niet alleen als sporter, maar ook als trainer,<br />

vrijwilliger of supporter. Deze beweging past goed bij<br />

ons motto: “Ruimte geven en samen leven”.<br />

Het verslag van de bestuurder geeft alles in vogelvlucht<br />

weer en kan in dat opzicht als een samenvatting<br />

worden gelezen.


2Verslag van de bestuurder


6<br />

2. Verslag van de bestuurder<br />

2.1 Ontwikkelingen om ons heen<br />

2.1.1 Landelijk<br />

Vanuit Den Haag zijn er allerlei maatregelen genomen<br />

met als doel de woningmarkt te hervormen. Zowel op<br />

de huur- als op de koopsector heeft dit zijn effect.<br />

Het regeerakkoord Rutte II en daarop volgend het<br />

woonakkoord heeft de toekomst van de corporaties<br />

behoorlijk op zijn kop gezet. Een hoge verhuurderheffing,<br />

gecombineerd met een flinke bijdrage<br />

aan saneringssteun voor het Centraal Fonds, zet<br />

de kasstromen in de sector behoorlijk onder druk.<br />

Dit heeft grote gevolgen voor de investeringscapaciteit<br />

en daarmee op de bouwproductie van corporaties. Dit<br />

in combinatie met de eerdere genomen maatregelen<br />

voor investeringen in andere projecten dan sociale<br />

huurwoningen, maakt dat corporaties noodgedwongen<br />

kritisch naar hun investeringsplannen kijken.<br />

De strengere hypotheekeisen maken het voor starters<br />

niet makkelijk om een woning te kopen. En een woning<br />

verkopen is in de huidige onzekere economische tijd<br />

ook niet eenvoudig. Het woonakkoord heeft als doel<br />

deze maatregelen iets te verzachten, maar het is nog<br />

maar de vraag in hoeverre dit weer beweging brengt<br />

in de woningmarkt.<br />

Ook op <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> hebben deze<br />

ontwikkelingen hun effect, maar minder sterk dan bij<br />

veel andere corporaties het geval is. Wij hebben ons<br />

in de afgelopen jaren altijd sterk geconcentreerd op<br />

de bouw en exploitatie van sociale huurwoningen.<br />

Ook naar de toekomst toe ligt hier het accent. Dit<br />

betekent dat wij geen problemen ervaren rond<br />

teruglopende woningverkopen of financierbaarheid<br />

van duurdere huurwoningen.<br />

<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> heeft ten opzichte van de<br />

grootte van de corporatie de afgelopen jaren een fors<br />

investeringsprogramma gehad, dat ook de komende<br />

jaren nog doorloopt. De realisatie van de ‘harde’<br />

projecten levert financieel gezien geen knelpunten<br />

op. De financiële kengetallen waarop gestuurd wordt<br />

passen binnen de gewenste normen. Het is dan ook<br />

niet nodig gebleken om ons investeringsprogramma<br />

aan te passen aan het regeer-/woonakkoord. Wel zien<br />

wij dat er in enkele jaren knelpunten ontstaan, als wij de<br />

nieuwbouwaantallen uit de Woonvisie daadwerkelijk<br />

realiseren. Dit betekent dat hogere huurverhogingen<br />

onvermijdelijk zijn.<br />

2.1.2 Regionaal<br />

In het regionale volkshuisvestingsbeleid spelen<br />

drie zaken een belangrijke rol: Woon <strong>2012</strong>, de<br />

overeenkomst wonen-welzijn-zorg en de regionale<br />

woonruimteverdeling.<br />

In <strong>2012</strong> is in de regio het woningmarktonderzoek<br />

Woon uitgevoerd. Dit vormt een basis voor de discussie<br />

over de herverdeling van de nieuwbouwaantallen en<br />

voor de regionale woonvisie. <strong>Putten</strong> wil graag meer<br />

nieuwbouw realiseren dan op grond van de huidige<br />

verdeling mogelijk is.<br />

In het kader van de overeenkomst wonen-welzijn-zorg<br />

is in <strong>2012</strong> bekeken hoe toegankelijk het woningbezit<br />

van de corporaties is. Dit geeft woningzoekenden<br />

informatie over de geschiktheid van een woning en<br />

maakt duidelijk welke tekorten er zijn, gelet op de<br />

toenemende vraag naar deze woningen door de<br />

stijging van het aantal oudere huishoudens.<br />

In <strong>2012</strong> is de samenwerking bij de regionale<br />

woonruimteverdeling voortgezet. In afwachting van de<br />

invoering van de nieuwe Huisvestingswet zijn er geen<br />

veranderingen in de systematiek aangebracht. Wel is<br />

in <strong>2012</strong> de nieuwe urgentieregeling ingevoerd.<br />

2.1.3 Gemeente <strong>Putten</strong><br />

In <strong>2012</strong> hebben we met de gemeente <strong>Putten</strong> prestatieafspraken<br />

gemaakt. In de prestatieafspraken is<br />

opgenomen dat <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> de eerste<br />

partij is die door de gemeente wordt benaderd voor de<br />

realisatie van de sociale huurwoningen. Daarnaast zijn<br />

afspraken gemaakt over de inspanningen ten aanzien<br />

van energiebesparing, huurachterstanden, verkoop<br />

van huurwoningen, grondprijzen, leefbaarheid e.d.<br />

2.2 Missie, opgave en strategie<br />

In <strong>2012</strong> hebben wij een nieuw ondernemingsplan<br />

opgesteld voor de periode 2013-2017 met de<br />

naam ‘Ruimte geven en samen leven’. Jaarlijks zal<br />

in september gekeken worden of in- en externe<br />

ontwikkelingen moeten leiden tot een bijstelling van<br />

het plan.<br />

Visie en missie<br />

In de visie van <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> moet iedereen<br />

goed kunnen wonen. Er zouden geen knelpunten op<br />

de woningmarkt mogen bestaan. Iedereen zou de


voor hem of haar ideale wooncarrière moeten kunnen<br />

doorlopen en naar tevredenheid kunnen wonen in een<br />

omgeving waar hij of zij zich thuis voelt.<br />

<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> denkt aan deze ideale situatie<br />

een bijdrage te kunnen leveren door zich vooral te<br />

richten op de huisvesting van mensen die hiervoor zelf<br />

niet kunnen zorgen.<br />

Onze missie luidt dan ook:<br />

<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> wil op de woningmarkt van<br />

<strong>Putten</strong> dé partij zijn die zorgt voor goed en betaalbaar<br />

wonen voor nu en in de toekomst. Wij zorgen voor<br />

huisvesting van mensen die hierin vanuit financiële of<br />

sociale omstandigheden niet zelf kunnen voorzien en<br />

dragen bij aan een prettige woonomgeving en goede<br />

onderlinge contacten tussen bewoners, met als doel<br />

dat iedereen zich thuis voelt.<br />

Doelgroep<br />

Wij hebben onze primaire doelgroep als volgt in onze<br />

missie gedefinieerd: ‘Wij zorgen voor huisvesting<br />

van mensen die hierin vanuit financiële of sociale<br />

omstandigheden niet zelf kunnen voorzien’.<br />

De primaire doelgroep kan als volgt nader worden<br />

gespecificeerd:<br />

• Lagere inkomens: huishoudens met een inkomen<br />

tot en met € 34.085 (prijspeil <strong>2012</strong>). Dit is de<br />

doelgroep waar corporaties minimaal 90% van<br />

de vrijkomende woningen aan moeten toewijzen.<br />

Binnen deze groep benoemen we specifiek de een-<br />

en tweepersoonshuishoudens (starters en ouderen);<br />

• Middeninkomens: huishoudens met een inkomen<br />

tussen € 34.085 en € 45.000. Deze groep kan zich<br />

binnen de huidige woningmarkt in <strong>Putten</strong> niet zelf<br />

redden. Het aanbod aan duurdere huurwoningen<br />

is beperkt en het aanbod aan koopwoningen is<br />

veelal te duur;<br />

• Mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke<br />

beperking: Deze mensen hebben veelal zorg en<br />

ondersteuning nodig bij het zelfstandig wonen en<br />

horen qua inkomen ook tot de primaire doelgroep.<br />

Als gevolg van de toenemende vergrijzing verdienen<br />

ouderen zowel binnen de primaire doelgroep maar<br />

ook daarbuiten bijzondere aandacht. Niet alleen<br />

hebben zij specifieke wooneisen om langer zelfstandig<br />

te kunnen blijven wonen, ook vormen vermogende<br />

ouderen met een laag inkomen een bedreiging voor de<br />

huisvestingsmogelijkheden van de primaire doelgroep<br />

doordat zij in de huidige woonruimteverdelingsregels<br />

ook kans maken op woningtoewijzing.<br />

Strategische doelen<br />

Uit de analyse van waar we als <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong><br />

nu staan en de ontwikkelingen om ons heen hebben<br />

wij een vijftal strategische doelstellingen afgeleid om<br />

de door ons gedefinieerde doelgroep te bedienen:<br />

1. Voldoende huisvesting bieden voor onze primaire<br />

doelgroep door het vergroten van het aantal<br />

beschikbare woningen voor lage inkomens,<br />

het creëren en benutten van kansen voor<br />

middeninkomens en het bieden van mogelijkheden<br />

voor huisvesting van verstandelijk en/of<br />

lichamelijk beperkten, met daarbij aandacht voor<br />

levensloopbestendige woningen waardoor deze<br />

ook geschikt zijn voor bewoning door ouderen.<br />

2. Het voeren van een huurbeleid dat leidt tot<br />

huurprijzen die enerzijds passend zijn bij de<br />

financiële draagkracht van onze primaire doelgroep,<br />

maar anderzijds ook passen bij de kwaliteit van ons<br />

bezit, met mogelijkheden tot differentiatie voor de<br />

meer vermogende woningzoekende.<br />

3. Het in stand houden van de huidige kwaliteit van<br />

het bezit enerzijds en anderzijds het vergroten van<br />

deze kwaliteit wanneer dit vanuit de klant gewenst<br />

is of nodig is vanuit milieutechnisch oogpunt of<br />

verandering van de (toekomstige) vraag.<br />

4. Zorgdragen voor een leefomgeving waarin iedereen<br />

zich thuis voelt door het vergroten van de<br />

sociale samenhang in en het verbeteren van de<br />

uitstraling van wijken en buurten door enerzijds<br />

actieve betrokkenheid van bewoners en anderzijds<br />

de inzet van en samenwerking met andere sociaalmaatschappelijke<br />

organisaties.<br />

5. Het creëren van een werkorganisatie die toegerust<br />

is om de strategische doelen te realiseren en in<br />

haar handelen de klant centraal heeft staan.<br />

Onze missie, concreet vertaald in de strategische<br />

doelen, willen wij realiseren door te investeren in<br />

beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit:<br />

• Beschikbaarheid door te zorgen voor voldoende<br />

aanbod;<br />

• Betaalbaarheid door te zorgen voor draagbare<br />

woonlasten (huur en energie);<br />

• Kwaliteit door te zorgen voor een kwalitatief<br />

goede woning in een prettige omgeving en met<br />

goede dienstverlening.<br />

Daarbij streven wij naar een zo optimaal mogelijke<br />

inzet van de beschikbare financiële middelen,<br />

waarbij te allen tijde de financiële continuïteit en de<br />

continuïteit van de dienstverlening op langere termijn<br />

moet zijn gewaarborgd. Voor de financiële continuïteit<br />

geldt dat voldaan moet worden aan de eisen rond<br />

7


8<br />

financierbaarheid van het Waarborgfonds Sociale<br />

Woningbouw en dat het A1 continuïteitsoordeel van<br />

het Centraal Fonds moet worden behouden.<br />

2.3 Samenvatting belangrijkste<br />

resultaten <strong>2012</strong><br />

Onze missie, concreet vertaald in de strategische<br />

doelen, willen wij realiseren door te investeren<br />

in beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit.<br />

Hieronder een samenvatting van de wijze waarop wij<br />

hier in <strong>2012</strong> inhoud aan hebben gegeven en wat onze<br />

voornemens zijn voor de komende jaren.<br />

Beschikbaarheid: voldoende aanbod<br />

In <strong>2012</strong> hebben wij 56 nieuwe woningen aan ons<br />

bezit toegevoegd. Het betreft 36 appartementen met<br />

lift nabij een zorgcentrum, 16 woningen (waarvan 10<br />

nultredenwoningen) op een inbreidingslocatie dichtbij<br />

het centrum en 4 woningen op een uitbreidingslocatie.<br />

Daarnaast zijn er 14 koopappartementen opgeleverd<br />

en zijn wij gestart met de bouw van 13 duurdere<br />

huurappartementen en 26 sociale huurappartementen<br />

dicht bij het centrum.<br />

In <strong>2012</strong> was de scoringskans voor woningzoekenden<br />

33%, een lichte daling ten opzichte van 2011. Dat<br />

betekent dat van alle 10 huishoudens die actief reageerden<br />

op een woning we er aan ruim 3 daadwerkelijk een<br />

woning konden toewijzen. Van de 154 verhuurde<br />

sociale huurwoningen in ons bezit is 94% toegewezen<br />

aan een huishouden met een inkomen tot € 34.085.<br />

Hiermee is voldaan aan de eis dat minimaal 90% moest<br />

worden toegewezen aan lage inkomensgroepen. In<br />

<strong>2012</strong> stonden er 2.032 woningzoekenden ingeschreven.<br />

Aan het eind van <strong>2012</strong> waren er nog 324 actief op zoek<br />

naar een woning en waren er 158 geholpen. De overige<br />

woningzoekenden staan uit voorzorg ingeschreven. Het<br />

aantal woningzoekenden dat jaarlijks daadwerkelijk op<br />

zoek is naar een woning schommelt de laatste jaren<br />

rond de 450.<br />

In <strong>2012</strong> hebben we, naast 14 nieuwbouwappartementen,<br />

nog 44 bestaande woningen voor verkoop aangeboden.<br />

Daarvan zijn er 3 daadwerkelijk verkocht,<br />

waarvan 2 aan zittende huurders en 1 woning bij<br />

mutatie. Kopers konden daarbij gebruik maken van de<br />

corporatiestarterslening.<br />

Doorkijkje<br />

Er is nog steeds veel meer vraag naar huurwoningen<br />

dan aanbod. Daarom willen we de komende jaren met<br />

nieuwbouw het aanbod van sociale huurwoningen<br />

uitbreiden, binnen de mogelijkheden die het Kwalitatief<br />

Woningbouw Programma (KWP) van de provincie<br />

Gelderland en de Woonvisie bieden.<br />

We hebben voor de periode 2013-2020 vier<br />

nieuwbouwprojecten in portefeuille, waardoor tot<br />

2015 het aanbod met 30 sociale huurwoningen<br />

toeneemt. De resterende ruimte binnen de Woonvisie<br />

bedraagt nog circa 80 sociale huurwoningen. Hier<br />

worden nog nieuwbouwmogelijkheden bij gezocht en<br />

ruimte binnen het KWP.<br />

Er zijn veel ouderen en kleine huishoudens die graag een<br />

huurwoning willen. Daarom bouwen we vooral voor<br />

deze groepen, in de vorm van ‘nultredenwoningen’.<br />

Wij zijn terughoudend met de bouw van duurdere<br />

huurwoningen.<br />

Betaalbaarheid: woonlasten<br />

De huren in <strong>Putten</strong> zijn laag als je kijkt naar de<br />

kwaliteit van de woningen. Daarom is in <strong>2012</strong> voor<br />

alle woningen een streefhuurniveau vastgesteld op<br />

65% van de maximaal toegestane huurprijs. Bij<br />

nieuwe verhuringen wordt de huur opgetrokken naar<br />

dit niveau. Zo komt de prijs meer in overeenstemming<br />

met de kwaliteit. De reguliere huurverhoging bedroeg<br />

in <strong>2012</strong> 2,3%. Het was niet mogelijk om huurders<br />

met een hoger inkomen een hogere huurverhoging<br />

te geven. We hebben in <strong>2012</strong> ook besloten veel<br />

te investeren in energiebesparende maatregelen.<br />

Hiervoor wordt (in overeenstemming met de wens van<br />

de Huurdersorganisatie) geen directe huurverhoging<br />

gevraagd. Wel wordt de huur opgetrokken na het<br />

leegkomen van de woning.<br />

Doorkijkje<br />

De jaarlijkse huurverhoging willen wij gebruiken om<br />

de prijs meer in overeenstemming te brengen met de<br />

kwaliteit (huursombenadering). Bij mensen die meer<br />

verdienen maar nu een lage huurprijs betalen willen<br />

wij de huur vanaf 2014 extra verhogen. De huur wordt<br />

dan overigens niet hoger dan 65% van de maximaal<br />

toegestane huur.<br />

Kwaliteit van het woningbezit<br />

In <strong>2012</strong> hebben wij € 1.502.000 aan planmatig<br />

onderhoud van het bezit uitgegeven. Grote projecten<br />

waren: complex 340 (Anna van Loenenstraat,<br />

Ds. Hollandstraat) waar ramen vervangen zijn en<br />

dubbelglas geplaatst is en complex 360 (Bentinckstraat,<br />

Luitgardestraat en van Mehenstraat) waar keukens


vervangen zijn en de mechanische ventilatie in de<br />

woningen is aangepast. Ook hebben we een groot<br />

aantal woningen weer opnieuw laten certificeren<br />

op basis van de uitgangspunten van de Nationale<br />

BeveiligingsRichtlijn. We hebben ca. € 230.000<br />

uitgegeven voor deze aanpassingen aan de woningen.<br />

Daarnaast hebben we schilderwerk uitgevoerd, cvketels<br />

vervangen en keukens, badkamers en toiletten<br />

gerenoveerd. Er is € 738.000 besteed aan nietplanmatig<br />

onderhoud, zoals serviceonderhoud en<br />

mutatieonderhoud. We hebben in <strong>2012</strong> een forse<br />

stijging gezien van het inhaal planmatig onderhoud.<br />

Dit is onderhoud dat op verzoek van bewoners pas<br />

plaatsvindt als zij de woning verlaten. Dit is het gevolg<br />

van een grotere keuzevrijheid van bewoners ten<br />

aanzien van het moment van planmatig onderhoud.<br />

Doorkijkje<br />

Wij blijven ook de komende jaren flink investeren in de<br />

kwaliteit van ons bezit, circa € 3 mln per jaar. Daarnaast<br />

streven wij ernaar om in 2020 alle woningen minimaal<br />

aan energielabel C te laten voldoen. Wij zetten<br />

daarbij vooral in op comfortverbetering. Zo wordt<br />

meer geïnvesteerd in spouw-, vloer- en dakisolatie en<br />

9


10<br />

in dubbel glas dan in installatietechniek. Daarnaast<br />

wordt in 2013 een asbestinventarisatie uitgevoerd bij<br />

de woningen die eerder gebouwd zijn dan 1995.<br />

We willen ook graag ruimte geven voor de mening<br />

en wensen van de bewoners. Welke verbeteringen<br />

zouden zij willen en hoe kunnen wij dit meenemen<br />

in het onderhoud of in een geriefverbetering op maat.<br />

Hiervoor zoeken wij actief het contact met bewoners,<br />

om hun ervaringen te betrekken bij onze planvorming.<br />

Hiervoor wordt een beperkte uitbreiding in de formatie<br />

gerealiseerd.<br />

Kwaliteit van de woonomgeving/leefbaarheid<br />

Goed wonen betreft meer dan alleen de woning,<br />

de omgeving waar de woning staat is minstens zo<br />

belangrijk. Hierbij horen ook de sociale contacten in<br />

de buurt en de onderlinge saamhorigheid. In <strong>2012</strong> is in<br />

goede samenwerking met de gemeente de omgeving<br />

van de Van Dedemstraat en de Verbruggenstraat<br />

aangepakt en zijn de toezichthouders in deze<br />

complexen daadwerkelijk begonnen.<br />

Daarnaast hebben we energie gestoken in de nodige<br />

overlastzaken en hebben we bewonersbijeenkomsten<br />

georganiseerd voor de bewoners van de Lupinehof en


de Roggestraat, om te horen wat er zoal leeft in de<br />

wijk. Daarnaast hebben we samen met de Huurdersorganisatie<br />

een tuinenwedstrijd georganiseerd als<br />

stimulans voor mensen om hiermee hun woonomgeving<br />

te verbeteren.<br />

Doorkijkje<br />

Wij willen de komende jaren een actieve rol spelen bij<br />

het versterken van de sociale binding tussen bewoners.<br />

Hiervoor wordt het contact met de Huurdersorganisatie<br />

nauw onderhouden. Daarnaast worden er<br />

jaarlijks minimaal twee bijeenkomsten georganiseerd<br />

waar bewoners elkaar kunnen treffen en worden de<br />

toezichthouders begeleid.<br />

Wij zijn terughoudend bij het bieden van individuele<br />

sociale begeleiding, hiervoor zijn andere instanties<br />

aangewezen. Wij willen wel graag de sfeer in de<br />

woonbuurten goed houden en mensen met elkaar<br />

in contact brengen. Zo kunnen wij ook eventuele<br />

problemen vroegtijdig signaleren en de nodige actie<br />

(laten) ondernemen. Bovendien willen we bewoners<br />

meer invloed laten uitoefenen op het beheer van<br />

hun directe woonomgeving. Hierin trekken wij nauw<br />

samen op met de gemeente en met andere partijen<br />

als de Stichting Welzijn <strong>Putten</strong> en Maatschappelijke<br />

Dienstverlening Veluwe. Hiervoor wordt, in combinatie<br />

met de doelen binnen de kwaliteit van het woningbezit,<br />

een beperkte uitbreiding in de formatie gezocht.<br />

Kwaliteit van de dienstverlening<br />

In <strong>2012</strong> hebben wij opnieuw ruim voldaan aan de<br />

eisen van KWH. De score lag beduidend hoger dan<br />

landelijk gemiddeld. Met een totaalscore van 8,2 is<br />

onze dienstverlening gerust goed te noemen.<br />

Doorkijkje<br />

Wij willen het huurlabel van KWH behouden. Op de<br />

onderdelen die erg belangrijk zijn voor de huurders<br />

(onderhoud en klachtenafhandeling) willen wij 0,5<br />

punten hoger scoren dan de KWH-eisen. We willen<br />

op een transparante manier onze werkzaamheden<br />

verrichten en hechten dan ook veel belang aan goede<br />

contacten met ons maatschappelijke netwerk op<br />

lokaal niveau. Voor de governance (goed bestuur en<br />

toezicht) werken we aan diverse rapportages om op<br />

basis hiervan goed te kunnen (bij)sturen.<br />

Financieel<br />

In <strong>2012</strong> hebben wij een resultaat geboekt van € 2,6<br />

mln. negatief. Begroot was een resultaat van € 0,2 mln.<br />

positief. Het grootste deel van het verschil ligt buiten<br />

onze invloedssfeer en is veroorzaakt door de waardeveranderingen<br />

als gevolg van andere eisen rond de<br />

waardering van grond in de bedrijfswaardeberekening<br />

en de splitsing van sociaal en commercieel vastgoed.<br />

Dit leidt tot een verschil van € 4,1 mln. negatief. Daarnaast<br />

is € 0,5 mln. minder aan onderhoud uitgegeven<br />

dan gepland. En de vennootschapsbelastinglast was<br />

begroot op € 1,0 mln., maar hiervan is, door toepassing<br />

van fiscale afwaardering van het vastgoed in exploitatie,<br />

uiteindelijk € 0,6 mln. gerealiseerd.<br />

De financiële positie van <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> is<br />

gezond, ook in vergelijking met andere corporaties.<br />

Dit blijkt onder meer uit de jaarlijkse analyse<br />

Corporatie in Perspectief van het Centraal Fonds.<br />

Er is sprake van een relatief lage schuld en lage<br />

bedrijfslasten per woning. De verhouding tussen de<br />

WOZ-waarde en de huurprijs van de woning is gunstig<br />

in vergelijking met andere corporaties. De netto<br />

kasstroom per woning is fors hoger.<br />

Ook het solvabiliteits- en continuïteitsoordeel van het<br />

Centraal Fonds zijn positief. Er is geen aanleiding voor<br />

nader onderzoek of aanvullende maatregelen, omdat<br />

de geplande activiteiten goed passen bij de financiële<br />

positie. Dit geldt tevens voor de operationele kasstromen.<br />

Deze zijn de komende jaren positief, zodat<br />

er borging van het WSW kan worden verkregen bij het<br />

aantrekken van nieuwe leningen.<br />

Doorkijkje<br />

Ook bij het doorrekenen van de financiële gevolgen<br />

van het regeerakkoord van Rutte II met daarbij enkele<br />

scenario’s (meer nieuwbouw en minder verkopen<br />

dan gepland in de basismeerjarenbegroting) blijkt<br />

dat de financiële continuïteit, gemeten in financiële<br />

begrippen als interest coverage ratio, ontwikkeling<br />

11


12<br />

solvabiliteitsoordeel en operationele kasstromen, geen<br />

grote knelpunten zal opleveren, mits wordt uitgegaan<br />

van een huurverhoging van 1,5% boven inflatie bij<br />

woningen die nog een huurprijs onder streefhuurniveau<br />

hebben.<br />

2.4 Belangrijkste bestuursbesluiten<br />

in <strong>2012</strong><br />

In <strong>2012</strong> zijn bestuursbesluiten genomen over onder<br />

meer de volgende onderwerpen:<br />

• Vaststelling ondernemingsplan 2013-2017;<br />

• Opdrachtverlening voor enkele nieuwbouwprojecten<br />

(Blok C en Blok D Brinkstraat);<br />

• (Investerings)beslissingen omtrent enkele<br />

nieuwbouwprojecten (Schoolstraat, Hoek<br />

Van Damstraat, Blok A en Blok C Brinkstraat);<br />

• Interne organisatie (vaste aanstelling, wijziging<br />

contract medewerkers, contractverlenging<br />

NCCW);<br />

• Vaststelling <strong>jaarverslag</strong> 2011, (mjb)begroting<br />

2013-2022, (mjb)begroting tbv dPi 2013-2022,<br />

jaarplannen 2013 en periodieke rapportages;<br />

• Invoering RJ 645;<br />

• Relatie met omgeving (prestatieafspraken<br />

gemeente <strong>Putten</strong>, bijdrage inloophuis);<br />

• Treasurystatuut en renteaanpassingen van<br />

leningen;<br />

• Verkoop van woningen<br />

(Corporatie Starterslening);<br />

• Beleid leefbaarheid;<br />

• Huurbeleid, huurharmonisatie en huurinkomenstabel.<br />

Verklaring bestuurder<br />

Als directeur-bestuurder verklaar ik dat <strong>Woningstichting</strong><br />

<strong>Putten</strong> in <strong>2012</strong> uitsluitend werkzaam is<br />

geweest binnen de volkshuisvesting conform het<br />

BBSH en de Aedescode en geen nevenstructuren<br />

heeft opgericht. De medewerkers van <strong>Woningstichting</strong><br />

<strong>Putten</strong> verdienen veel waardering voor de wijze<br />

waarop zij zich hebben ingespannen voor het leveren<br />

van goede dienstverlening, wat wel blijkt uit de grote<br />

tevredenheid van onze klanten. Met elkaar hebben<br />

zij ook in <strong>2012</strong> weer een belangrijke bijdrage geleverd<br />

aan het goed en betaalbaar wonen in <strong>Putten</strong>!<br />

<strong>Putten</strong>, mei 2013<br />

drs. Monique Boeijen


3Organisatie, governance en<br />

maatschappelijke inbedding


14<br />

3. Organisatie, governance en maatschappelijke inbedding<br />

In dit hoofdstuk lichten wij de organisatie van<br />

<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> toe. Ook de governancestructuur<br />

en de samenwerking met andere organisaties<br />

en instellingen komt hierbij aan de orde.<br />

3.1 Organisatie<br />

<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> is een woningcorporatie met<br />

1874 woningen, uitsluitend werkzaam in de gemeente<br />

<strong>Putten</strong>. <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> is een toegelaten<br />

instelling op grond van het BBSH, aangesloten bij<br />

Aedes vereniging van woningcorporaties en ondertekenaar<br />

van de AedesCode.<br />

Arbo-beleid<br />

De medewerkers van <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong><br />

werken in een veilige en gezonde omgeving. Alle<br />

medewerkers beschikken over het personeelshandboek<br />

waarin o.a. de beleidslijnen zijn vastgelegd<br />

rondom de arbo-omstandigheden en het gebruik van<br />

beschermingsmiddelen.<br />

Integriteitbeleid<br />

<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> beschikt over een integriteitcode,<br />

met daarin opgenomen een klokkenluidersregeling.<br />

Er zijn in <strong>2012</strong> geen situaties geweest waarin<br />

de integriteit van de bestuurder of van medewerkers in<br />

het geding was of waarin tegenstrijdige belangen een<br />

rol hebben gespeeld.<br />

Vanuit de Arbo-Unie is een vertrouwenspersoon<br />

beschikbaar voor ondersteuning en advies bij het<br />

melden van integriteitkwesties. In het integriteitbeleid<br />

Raad van Toezicht<br />

Directeur-bestuurder<br />

De organisatie is een stichting, het bestuur wordt<br />

gevormd door de directeur-bestuurder en het<br />

interne toezicht wordt verricht door de Raad van<br />

Commissarissen. De eventuele winsten worden<br />

uitsluitend ten dienste van de volkshuisvesting ingezet.<br />

De werkorganisatie is verdeeld over drie afdelingen,<br />

zie onderstaand organogram. Eind <strong>2012</strong> waren er<br />

15 medewerkers (12,3 fte) in dienst. In verhouding tot<br />

het woningbezit is dit een kleine bezetting.<br />

Controller<br />

Vastgoed Woondiensten Financiën<br />

zijn de acties beschreven die intern, dan wel door<br />

de vertrouwenspersoon worden ondernomen naar<br />

aanleiding van een melding (klokkenluidersregeling).<br />

Er zijn in <strong>2012</strong> geen meldingen bij de vertrouwenspersoon<br />

binnengekomen op het gebied van<br />

integriteitschendingen. Ook zijn op geen enkele<br />

andere wijze signalen binnengekomen dat sprake zou<br />

zijn geweest van schending van het integriteitsbeleid.<br />

Ondernemingsraad<br />

Ondanks dat <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> hiertoe niet<br />

verplicht is, heeft zij een Ondernemingsraad (OR). De<br />

OR bestaat uit 3 werknemers en is in <strong>2012</strong> driemaal<br />

bijeengeweest. Daarnaast is door de OR tweemaal<br />

gesproken met de directeur-bestuurder en eenmaal<br />

met een vertegenwoordiging van de Raad van<br />

Commissarissen. Indien van toepassing heeft de OR<br />

gebruik gemaakt van haar instemmings- en adviesrecht.


3.2 Samenwerking/maatschappelijke<br />

inbedding en verbindingen<br />

Samenwerking met stakeholders<br />

Belangrijkste stakeholders voor <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong><br />

zijn de gemeente <strong>Putten</strong>, de Huurdersorganisatie, de<br />

zorginstellingen, Stichting Welzijn <strong>Putten</strong>, het Ouderen<br />

Overleg <strong>Putten</strong>, de Politie en het Maatschappelijk<br />

Werk. In <strong>2012</strong> hebben we op verschillende manieren<br />

contact gehad met onze stakeholders. In augustus zijn<br />

alle stakeholders uitgenodigd voor een rondrit langs<br />

ons woningbezit en een discussie over het conceptondernemingsplan.<br />

De reacties waren uiterst positief.<br />

Gemeente <strong>Putten</strong><br />

Met de gemeente <strong>Putten</strong> is in <strong>2012</strong> viermaal bestuurlijk<br />

overleg geweest in het Overleg Volkshuisvesting <strong>Putten</strong><br />

(OVP). Agendapunten waren onder meer de prestatieafspraken,<br />

nieuwe woningbouwprojecten, woonruimteverdeling<br />

en huurbeleid, schuldhulpverlening,<br />

verbetering van de woonomgeving, de toekomstvisie<br />

voor <strong>Putten</strong> en het ondernemingsplan van de WSP.<br />

Ook zijn er vele contacten met ambtenaren geweest,<br />

bijvoorbeeld voor bouwplannen of bij de sociale dienst.<br />

<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> en de gemeente <strong>Putten</strong> hebben<br />

elkaar nodig bij het realiseren van de gemeentelijke<br />

Woonvisie en het ondernemingsplan van de WSP.<br />

15


16<br />

Huurdersorganisatie<br />

Iedere twee maanden is overlegd met de voorzitter<br />

en secretaris van de Huurdersorganisatie <strong>Putten</strong>.<br />

Daarnaast is er driemaal een bijeenkomst geweest<br />

met de voltallige Huurdersorganisatie. Er zijn diverse<br />

onderwerpen de revue gepasseerd, zoals het huur-<br />

(harmonisatie)beleid, de woonruimteverdeling, het<br />

sociaal plan bij sloop, de tuinenwedstrijd, het belonen<br />

van trouwe huurders, nieuwbouwprojecten, het<br />

nieuwe ondernemingsplan etc.<br />

Ouderen Overleg <strong>Putten</strong><br />

In het Ouderen Overleg <strong>Putten</strong> (OOP) zijn alle partijen<br />

vertegenwoordigd die betrokken zijn bij de zorg<br />

voor ouderen. Dit overleg heeft in <strong>2012</strong> tweemaal<br />

plaatsgevonden. In dit overleg kunnen wij onze<br />

plannen rond wonen en zorg tegen het licht houden en<br />

de ontwikkelingen in de vraag van ouderen bespreken.<br />

Diverse zorginstellingen<br />

In <strong>2012</strong> zijn de appartementen naast De Schauw<br />

opgeleverd en hebben wij met de Zorggroep Noordwest-Veluwe<br />

afspraken gemaakt over de toewijzing<br />

van zorgwoningen. Ook hebben we aangegeven dat<br />

de WSP in de laatste fase van de nieuwbouw van De<br />

Schauw graag sociale huurwoningen wil realiseren.<br />

Dit wordt nog onderzocht.<br />

Aan Careander, Stichting <strong>Putten</strong>steyn, Stichting<br />

De Pinnenburg, Stichting Sprank en de Stichting<br />

Grensverleggende Talenten verhuren wij complexen<br />

voor begeleid zelfstandig wonen. Wij bieden de<br />

huisvesting, zij bieden de zorg.<br />

Sociaal vangnetoverleg<br />

Het sociaal vangnetoverleg (SVO) in <strong>Putten</strong> heeft<br />

in <strong>2012</strong> negenmaal plaatsgevonden. <strong>Woningstichting</strong><br />

<strong>Putten</strong> speelt een belangrijke rol bij de signalering<br />

van probleemsituaties, zodat hier de nodige zorg<br />

en begeleiding op maat kan worden geboden.<br />

Ook de Politie en het Maatschappelijk Werk nemen<br />

hieraan deel.<br />

Samenwerking in de regio<br />

In de regio Noord-Veluwe streven de corporaties<br />

en gemeenten naar afstemming van het woonbeleid.<br />

Er heeft een aantal keer overleg plaatsgevonden<br />

tussen de corporatiebestuurders en de wethouders in<br />

de regio Noord-Veluwe (<strong>Putten</strong>, Ermelo, Harderwijk,<br />

Nunspeet, Elburg, Oldenbroek, Epe, Hattem en<br />

Heerde). De wethouders en corporatiebestuurders<br />

zijn ook gesprekspartner van de provincie bij de<br />

totstandkoming van het Kwalitatief Woningbouw<br />

Programma.<br />

In <strong>2012</strong> zijn onder meer de volgende thema’s aan de<br />

orde geweest: behoefte aan wonen met zorg, regionale<br />

woonruimteverdeling, energiebesparing, regionale<br />

woonagenda, classificatiesysteem toegankelijkheid.<br />

Verbindingen met andere rechtspersonen en<br />

vennootschappen<br />

<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> is in <strong>2012</strong> geen bestuurlijke<br />

en/of financiële verbindingen aangegaan met andere<br />

rechtspersonen en/of vennootschappen. Er zijn geen<br />

vennootschappen of nevenstructuren binnen de<br />

organisatie aanwezig.<br />

Sponsoring<br />

<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> heeft in <strong>2012</strong> een beperkt<br />

bedrag besteed aan sponsoring van lokale (sport)<br />

activiteiten, die een bijdrage leveren aan de sociale<br />

samenhang. Daarnaast wordt een bijdrage gegeven


aan het Hospice van Nijkerk, omdat een dergelijke<br />

voorziening in <strong>Putten</strong> ontbreekt en inwoners van<br />

<strong>Putten</strong> van deze woon- en verblijfsvoorziening in de<br />

laatste fase van hun leven gebruik maken. Het gaat om<br />

in totaal een bedrag van ruim € 1.000,-.<br />

Verder heeft de WSP in het kader van de leefbaarheid<br />

een eenmalige financiële bijdrage geleverd van<br />

€ 10.000,- voor de totstandkoming van het Inloophuis<br />

‘t Hart van <strong>Putten</strong>.<br />

3.3 Governancestructuur<br />

<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> onderschrijft de bepalingen<br />

van de Governancecode Woningcorporaties. In het<br />

‘Verslag van de Raad van Commissarissen’ wordt<br />

hierop verder ingegaan.<br />

Voor de vertaling van de principes uit de Governancecode<br />

zijn de volgende interne documenten opgesteld:<br />

• Reglement voor de Raad van Commissarissen;<br />

• Profielschets van de Raad van Commissarissen;<br />

• Reglement voor het Bestuur;<br />

• Integriteitcode met klokkenluidersregeling.<br />

In overleg met de Raad van Commissarissen zijn<br />

de belangrijkste stakeholders benoemd. Met hen vindt<br />

regelmatig overleg plaats, passend bij de aard van<br />

de relatie.<br />

3.3.1 Bestuur<br />

Taak en werkwijze<br />

Het bestuur is belast met het besturen van de<br />

organisatie. Dit betekent onder meer dat het<br />

bestuur verantwoordelijk is voor de realisatie van<br />

de doelstellingen van de organisatie, de strategie, de<br />

financiering, het beleid en de daaruit voortvloeiende<br />

resultatenontwikkeling en het beleid ten aanzien van<br />

deelnemingen van de organisatie. Het bestuur is tevens<br />

verantwoordelijk voor de naleving van alle relevante<br />

wet- en regelgeving en ook voor het beheersen van<br />

de risico’s, verbonden aan de activiteiten van de<br />

organisatie. Het bestuur weegt ook de belangen af van<br />

andere organisaties die met de werkzaamheden van<br />

<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> verbonden zijn (stakeholders).<br />

Het bestuur legt over haar werkzaamheden<br />

verantwoording af aan de Raad van Commissarissen.<br />

Daartoe verschaft het bestuur de Raad van<br />

Commissarissen tijdig alle informatie die nodig is<br />

voor het uitoefenen van de taak van de raad. Het<br />

bestuur bespreekt ook de interne risicobeheersing- en<br />

controlesystemen met de Raad van Commissarissen.<br />

De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden<br />

van het bestuur zijn in artikel 7 van de statuten van<br />

<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> omschreven. Een en ander is<br />

verder uitgewerkt in het reglement voor het bestuur.<br />

Het bestuur wordt gevormd door directeur-bestuurder<br />

mw. drs. M.C.M. Boeijen. Zij is benoemd voor<br />

onbepaalde tijd.<br />

Tegenstrijdige belangen<br />

Elke schijn van belangenverstrengeling tussen de<br />

organisatie en de bestuurder moet worden vermeden.<br />

Besluiten tot het aangaan van transacties waarbij<br />

tegenstrijdige belangen van de bestuurder spelen<br />

die van materiële betekenis zijn voor de organisatie<br />

of de bestuurder, behoeven de goedkeuring van de<br />

Raad van Commissarissen. Omtrent transacties met<br />

een tegenstrijdig belang wordt gerapporteerd in de<br />

bestuursrapportage. In <strong>2012</strong> is geen sprake geweest van<br />

tegenstrijdige belangen met betrekking tot de directeurbestuurder,<br />

zoals bedoeld in principe II.3 van de<br />

Governancecode Woningcorporaties. De bestuurder<br />

heeft ook geen nevenfuncties die de onafhankelijkheid<br />

of integriteit in gevaar zouden kunnen brengen.<br />

3.3.2 Raad van Commissarissen<br />

Taak en werkwijze<br />

De Raad van Commissarissen houdt toezicht op<br />

het beleid van het bestuur en op de algemene gang<br />

van zaken in de organisatie. Daarnaast staat hij<br />

het bestuur met raad ter zijde. Hij richt zich bij<br />

de vervulling van zijn taak naar het belang van de<br />

organisatie. De raad is verantwoordelijk voor de<br />

kwaliteit van zijn eigen functioneren. In het ‘Verslag<br />

van de Raad van Commissarissen’ in dit <strong>jaarverslag</strong><br />

zijn de taak en de werkwijze van de raad nader<br />

beschreven, evenals de wijze waarop hij hieraan in<br />

2011 invulling heeft gegeven.<br />

Onafhankelijkheid<br />

De Raad van Commissarissen bestaat uit 5 leden en<br />

is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte<br />

van elkaar, het bestuur en welk deelbelang dan ook,<br />

onafhankelijk en kritisch kunnen opereren. Hierover<br />

zijn in het Reglement voor de Raad van Commissarissen<br />

bepalingen opgenomen.<br />

Jaarlijks wordt over de onafhankelijkheid van de leden<br />

van de Raad van Commissarissen gerapporteerd in het<br />

verslag van de Raad van Commissarissen.<br />

17


18<br />

Deskundigheid en samenstelling<br />

De Raad van Commissarissen is zodanig<br />

samengesteld dat hij zijn taak naar behoren kan<br />

vervullen. De kwalificatievereisten voor leden van<br />

de Raad van Commissarissen zijn opgenomen in de<br />

‘Profielschets voor de Raad van Commissarissen’. De<br />

randvoorwaarden voor het functioneren van de raad<br />

als geheel zijn opgenomen in het ‘Reglement van de<br />

Raad van Commissarissen’. Een (her)benoeming van<br />

een lid van de Raad van Commissarissen vindt plaats<br />

na zorgvuldige overweging waarbij de profielschets en<br />

het reglement in acht worden genomen. Benoeming<br />

vindt in principe plaats voor een periode van vier<br />

jaar, waarbij als uitgangspunt wordt gehanteerd<br />

dat commissarissen conform de Governancecode<br />

maximaal acht jaar zitting kunnen hebben in de raad.<br />

3.3.3 De controle van de financiële<br />

verslaggeving, de positie van de<br />

interne controlefunctie en van<br />

de externe accountant.<br />

Financiële verslaggeving<br />

Het bestuur is verantwoordelijk voor de kwaliteit en<br />

de volledigheid van de openbaar gemaakte financiële<br />

informatie. De Raad van Commissarissen ziet erop toe<br />

dat het bestuur deze verantwoordelijkheid vervult.<br />

Externe accountant<br />

De Raad van Commissarissen benoemt de externe<br />

accountant, na advies van de directeur-bestuurder.<br />

Het bestuur en de Raad van Commissarissen maken<br />

ten minste eenmaal in de vier jaar een grondige beoordeling<br />

van het functioneren van de externe accountant<br />

in de diverse entiteiten en capaciteiten waarin de<br />

externe accountant fungeert. Deze beoordeling heeft<br />

in 2011 plaatsgevonden en op basis hiervan is voor<br />

<strong>2012</strong> opdracht gegeven aan BDO Accountants voor de<br />

controle van de jaarrekening <strong>2012</strong>. De kosten hiervan<br />

bedragen € 33.430. Opdrachten van het bestuur<br />

voor niet-controlewerkzaamheden door de externe<br />

accountant worden vooraf besproken in een vergadering<br />

van de Raad van Commissarissen. De kosten van enkele<br />

fiscale adviezen bedroegen in <strong>2012</strong> € 23.410.<br />

Interne controlefunctie<br />

Het bestuur is verantwoordelijk voor de interne<br />

beheersings- en controlesystemen.<br />

Relatie en communicatie van de externe accountant<br />

met de organisatie<br />

De externe accountant woont het gedeelte van<br />

de vergadering van de Raad van Commissarissen<br />

bij waarin over de vaststelling van de jaarrekening<br />

wordt besloten. De externe accountant rapporteert<br />

zijn bevindingen betreffende het onderzoek van<br />

de jaarrekening (het accountantsverslag) gelijkelijk<br />

aan zowel de Raad van Commissarissen als aan het<br />

bestuur. De externe accountant is onafhankelijk en kan<br />

tijdens deze vergadering over zijn verklaring omtrent<br />

de getrouwheid van de jaarrekening worden bevraagd<br />

door de Raad van Commissarissen.<br />

3.3.4 Interne risicobeheersings- en<br />

controlesystemen<br />

Risicobeheersing wordt steeds belangrijker bij<br />

woningcorporaties, vooral door een aantal negatieve<br />

gebeurtenissen in de afgelopen jaren.<br />

Er zijn verschillende risico’s te onderscheiden. Zo zijn<br />

er ontwikkelrisico’s, maar ook bijvoorbeeld marktrisico’s,<br />

rente- en financieringsrisico’s, fiscale risico’s<br />

(vennootschapsbelasting en btw) en frauderisico’s. De<br />

kunst is om een juiste inschatting van risico’s te maken<br />

en tijdig maatregelen te nemen om deze te beheersen.<br />

Het bestuur van <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> is verantwoordelijk<br />

voor de interne risicobeheersings- en<br />

controlesystemen, voor het actief managen van de<br />

strategische, financiële en operationele risico’s en<br />

voor het beperken van de impact van mogelijke<br />

incidenten. In 2011 zijn onder begeleiding van het<br />

Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement<br />

(NAR) de belangrijkste vijf risico’s benoemd.<br />

Dit zijn marktontwikkelingen (nieuwbouw/aanbod<br />

sluit niet aan bij de klantvraag), grondposities (te<br />

weinig betaalbare grondposities), renterisico’s<br />

(onverwachte rentestijgingen), kwaliteit medewerkers<br />

(kennisniveau door veranderende regelgeving), en<br />

besluitvorming (onvoldoende helder en daardoor<br />

verkeerde investeringsbeslissingen). Daarnaast is ook<br />

het politiek ingrijpen een groot risico. Dit blijkt al uit<br />

de gevolgen van het regeerakkoord. Hierop zijn de<br />

sturingsmogelijkheden voor individuele corporaties<br />

beperkt. De risico’s zijn in <strong>2012</strong> in het MT besproken.<br />

Dit krijgt in 2013 een nog uitgebreider gevolg.<br />

Dan zal ook de Raad van Commissarissen via<br />

de periodieke rapportages worden geïnformeerd<br />

over de wijze waarop het bestuur omgaat met de<br />

gesignaleerde risico’s.


4Maatschappelijke prestaties


20<br />

4. Maatschappelijke prestaties<br />

In hoofdstuk 2 hebben we de vijf strategische doelstellingen<br />

uit ons ondernemingsplan 2013-2017 benoemd.<br />

Voor het concretiseren van deze doelstellingen zijn ze<br />

teruggebracht naar de volgende drie beleidsvelden:<br />

1. Beschikbaarheid<br />

2. Betaalbaarheid<br />

3. Kwaliteit<br />

- woningbezit<br />

- woonomgeving<br />

- dienstverlening<br />

In dit hoofdstuk worden resultaten over <strong>2012</strong> geplaatst<br />

ten opzichte van de gemaakte beleidskeuzes op deze<br />

diverse onderdelen.<br />

4.1 Beschikbaarheid<br />

Wanneer we spreken over beschikbaarheid hebben<br />

we het over zorgen voor voldoende aanbod voor onze<br />

doelgroep. Beschikbaarheid kunnen wij beïnvloeden<br />

door keuzes te maken ten aanzien van nieuw-<br />

bouwplannen (§ 4.1.1), verkoop van bestaand bezit<br />

(§ 4.1.2), de woonruimteverdeling (§ 4.1.3) en<br />

toepassing van overige wet- en regelgeving (§ 4.1.4).<br />

4.1.1 Nieuwbouwplannen<br />

4.1.1.1 Doelstellingen<br />

Door te investeren in nieuwbouw willen wij hoofdzakelijk<br />

het volgende bereiken:<br />

• Het aanbod sociale huurwoningen verruimen<br />

in de jaren tot 2020. Hiertoe benutten we de<br />

ruimte die wordt geboden binnen het KWP en de<br />

Woonvisie voor de realisatie van woningen tot de<br />

Huurtoeslaggrens.<br />

• Het aanbod van nultredenwoningen en levensloopbestendige<br />

woningen vergroten. Dit willen wij<br />

bereiken door middel van transformatie van ons<br />

bezit op inbreidingslocaties. We stellen onszelf<br />

ten doel dat minimaal 88% van de nieuwbouw uit<br />

nultredenwoningen (cf. KWP) bestaat.


4.1.1.2 Sloop<br />

In <strong>2012</strong> hebben wij 16 woningen en een bedrijfspand<br />

aan de Brinkstraat gesloopt. Op die plek worden in<br />

2013 26 sociale huur- en 13 vrije sectorappartementen<br />

opgeleverd. Daarnaast zijn er nog drie projecten<br />

in voorbereiding waar de komende jaren nog 46<br />

woningen worden gesloopt en vervangen door 66<br />

sociale huurwoningen en -appartementen.<br />

Woningtype Aantal op<br />

1 jan <strong>2012</strong><br />

4.1.1.3 Nieuwbouw huur<br />

Sociale huurwoningen<br />

In <strong>2012</strong> zijn de volgende projecten opgeleverd:<br />

• De Schauw: 36 sociale huurwoningen<br />

• Bijsteren: 4 sociale huurwoningen<br />

• Veldstraat: 4 sociale huurwoningen<br />

• Schoolstraat: 12 sociale huurwoningen<br />

Daarnaast is in <strong>2012</strong> begonnen met de bouw van<br />

blok D aan de Brinkstraat. Deze nieuwbouw wordt<br />

in 2013 opgeleverd. Ook zijn de nodige voor-<br />

bereidingen getroffen voor nieuwbouw aan de Hoek<br />

Van Damstraat en de Tollenstraat.<br />

Dure huurwoningen<br />

In <strong>2012</strong> is begonnen met de bouw van blok C aan<br />

de Brinkstraat, bestaande uit 13 appartementen.<br />

Deze nieuwbouw wordt in 2013 opgeleverd.<br />

Verder zijn er geen vrije sector woningen in<br />

ontwikkeling gezien de financiële risico’s die hiermee<br />

gepaard gaan en het feit dat we hiermee niet onze<br />

primaire doelgroep bedienen.<br />

Specifieke doelgroepen<br />

Er is in <strong>2012</strong> geen nieuwbouw voor specifieke<br />

doelgroepen opgeleverd. Op dit moment zijn dergelijke<br />

projecten niet in ontwikkeling, omdat we deze<br />

alleen aannemen in geval er een specifieke vraag ligt.<br />

Dit laatste is niet het geval.<br />

% Aantal op<br />

31 dec <strong>2012</strong><br />

Reguliere eengezinswoning 1.307 71,3 1.310 69,9<br />

Grondgebonden seniorenwoning 166 9,1 170 9,1<br />

Appartement met lift 138 7,5 174 9,3<br />

Appartement zonder lift op verdieping 110 6,0 115 6,1<br />

Appartement zonder lift op begane grond 88 4,8 95 5,1<br />

Te slopen woningen 23 1,3 10 0,5<br />

Totaal 1.832 100 1874 100<br />

Transformatie bezit<br />

De sloop-nieuwbouw leidt ertoe dat wij in verhouding<br />

meer nultredenwoningen in ons bezit krijgen. Dit is<br />

in overeenstemming met onze doelstelling. Bestond<br />

ons bezit op 1 januari <strong>2012</strong> nog voor 71,3% uit<br />

eengezinswoningen, aan het eind van het jaar was<br />

dit 69,9%. Het aandeel van nultredenwoningen is<br />

toegenomen van 21,4% naar 23,5%. Naast deze 1.874<br />

woningen hebben wij overigens ook nog 54 garages<br />

en 6 woongebouwen met 79 wooneenheden voor<br />

verstandelijk beperkten.<br />

4.1.1.4 Nieuwbouw koop<br />

In <strong>2012</strong> zijn de 14 koopappartementen aan de<br />

Brinkstraat opgeleverd. Hiervan zijn er eind <strong>2012</strong> in<br />

totaal 8 verkocht. De overige 6 appartementen staan<br />

nog te koop.<br />

In de toekomst zijn we terughoudend met de bouw van<br />

nieuwe koopwoningen. De nieuwbouwlocaties willen<br />

we vooral benutten voor de bouw van (nultreden)<br />

sociale huurwoningen, om zo het aanbod goed te<br />

laten aansluiten op de vraag naar huurwoningen.<br />

4.1.2 Verkoop bestaand bezit<br />

In 2009 is de bouw- en woontechnische kwaliteit<br />

van ons bezit geïnventariseerd. Toen hebben wij ook<br />

besloten om 61 oudere huurwoningen, verspreid over<br />

meerdere complexen, te verkopen. Er zijn drie redenen<br />

die aan dit besluit ten grondslag liggen, te weten:<br />

%<br />

21


22<br />

1. Vernieuwing van ons woningbezit. Naar verwachting<br />

is er op termijn sprake van een te ruim<br />

aanbod van betaalbare eengezinshuurwoningen.<br />

De oude woningen die we verkopen leveren geld<br />

op om nieuwbouwprojecten, waarmee wij ons<br />

bezit kunnen transformeren, te financieren.<br />

2. Toevoegen van betaalbare koopwoningen. De<br />

woningen die we te koop aanbieden zijn relatief<br />

goedkoop, de gemiddelde WOZ-waarde (2013)<br />

bedraagt € 180.000. Daarbij komt dat de koper<br />

ook met een starterslening kan kopen. Zo bedienen<br />

wij een nieuwe doelgroep die anders niet in staat<br />

zou zijn geweest een woning in <strong>Putten</strong> te kopen.<br />

3. Differentiatie tussen huur- en koopwoningen in<br />

de wijk.<br />

In <strong>2012</strong> hebben 44 zittende huurders een aanbieding<br />

gekregen om hun woning te kopen. Twee huurders<br />

zijn op dit aanbod ingegaan. Daarnaast zijn in <strong>2012</strong><br />

twee te verkopen woningen vrijgekomen door mutatie,<br />

waarvan er één is verkocht. Kopers konden gebruik<br />

maken van de corporatie-starterslening, maar hiervan<br />

is geen gebruik gemaakt. Eind <strong>2012</strong> hebben we nog<br />

56 huurwoningen in ons bezit die zullen worden<br />

verkocht zodra ze leegkomen.<br />

4.1.3 Woonruimteverdeling<br />

4.1.3.1 Woningzoekenden<br />

Er is een aparte rapportage beschikbaar over de<br />

woonruimteverdeling in <strong>2012</strong>. In deze paragraaf<br />

schetsen wij hieruit de hoofdlijnen.<br />

Eind <strong>2012</strong> staan 2.032 huishoudens ingeschreven als<br />

woningzoekenden, waarvan er 324 actief op zoek naar<br />

een woning waren, maar hierin nog niet geslaagd zijn.<br />

De opbouw van het woningzoekendenbestand eind<br />

<strong>2012</strong> naar huishoudgrootte en leeftijdsklasse (actief en<br />

passief tezamen) ziet er als volgt uit:<br />

Het overgrote deel van de woningzoekenden betreft<br />

één- of tweepersoonshuishoudens (91%). Dit komt<br />

onder meer door het grote aantal ouderen onder<br />

de ingeschreven woningzoekenden, 40% is 55 jaar<br />

of ouder.<br />

Het aantal actief woningzoekenden ontwikkelde zich<br />

de afgelopen jaren als volgt:<br />

Actieve woningzoekenden<br />

500<br />

400<br />

300<br />

200<br />

100<br />

0<br />

Geholpen<br />

Actief<br />

191 123 181 158<br />

278 318 303 324<br />

2009 2010 2011 <strong>2012</strong><br />

Het totaal aantal actief woningzoekenden is de laatste<br />

jaren redelijk constant. De slagingskans (dat is het<br />

aantal geholpen woningzoekenden ten opzichte van<br />

het totaal aantal actief woningzoekenden), is iets<br />

gedaald. Deze bedroeg in <strong>2012</strong> 33%, vorig jaar was<br />

dat 37%. De slagingskans wordt vooral beïnvloed door<br />

de oplevering van nieuwbouwwoningen. In <strong>2012</strong> zijn<br />

56 nieuwbouwwoningen opgeleverd, in 2011 waren<br />

dit er 98.<br />

4.1.3.2 Woningtoewijzingen<br />

Vanaf 1 januari <strong>2012</strong> wordt geen gedrukte Huurkrant<br />

met het woningaanbod meer verspreid. Via www.<br />

hurennoordveluwe.nl worden de woningen wekelijks<br />

Leeftijd 1 2<br />

Huishoudgrootte<br />

3 4 of meer Totaal<br />

18 t/m 22 285 40 0 2 327<br />

23 t/m 34 374 118 31 15 538<br />

35 t/m 54 160 82 58 59 359<br />

55 t/m 64 76 123 12 8 219<br />

65 en ouder 236 350 1 2 589<br />

Totaal 1131 713 102 86 2032


aangeboden en onze eigen website. Voor de mensen<br />

zonder internet is het aanbod nog op papier beschikbaar<br />

bij de gemeente en de Stichting Welzijn <strong>Putten</strong>.<br />

In <strong>2012</strong> heeft <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> 155 woningen<br />

toegewezen, waarvan 56 nieuwbouwwoningen. De<br />

mutatiegraad bedroeg, inclusief nieuwbouw en tijdelijke<br />

verhuur, 8,3%. Zonder de nieuwbouw bedroeg<br />

deze 5,3%. Dit is iets lager dan in 2011 (5,8%). In<br />

verhouding met de regio-corporaties en landelijk is de<br />

mutatiegraad in <strong>Putten</strong> laag.<br />

Met de bouwmaatschappijen Kroon en Van de<br />

Mheen is afgesproken dat hun sociale huurwoningen<br />

Aantal<br />

verhuringen<br />

%<br />

Regulier urgent 14 9%<br />

Urgent vanwege sloop 30 19%<br />

Statushouders 4 3%<br />

Tijdelijke verhuur 6 4%<br />

Regulier 104 65%<br />

Totaal 158 100%<br />

Aantal<br />

personen<br />

Inkomen Leeftijd Huur <br />

€ 366,37<br />

en €<br />

524,37 en<br />

<br />

€ 366,37<br />

en €<br />

561,98 en<br />

<br />

€ 664,66<br />

Totalen<br />

1 € 22.025 < 65 jaar 4 13 8 0<br />

1 = 65 jaar 0 2 26 0<br />

1 > € 20.675 >= 65 jaar 0 1 5 0<br />

Totalen 11 39 44 0 94<br />

2 € 29.900 < 65 jaar 0 1 3 0<br />

2 = 65 jaar 0 5 8 0<br />

2 > € 28.225 >= 65 jaar 0 1 8 1<br />

Totalen 0 16 26 1 43<br />

3 of meer € 29.900 < 65 jaar 0 2 4 0<br />

3 of meer = 65 jaar 0 0 0 0<br />

3 of meer > € 28.225 >= 65 jaar 0 0 0 0<br />

Totalen 0 13 5 0 18<br />

Totaal 155<br />

Aantal verhuringen aan huishoudens met een inkomen onder de huurtoeslaggrens: 104 (67%) (2011: 57%).<br />

23


24<br />

Uit de voorgaande tabel blijkt dat 67% van de nieuwe<br />

huurders een inkomen onder de huurtoeslaggrens had<br />

(2011: 57%). Daarnaast blijkt ook dat 51% van de<br />

(op)nieuw verhuurde woningen een huur onder de<br />

tweede aftoppingsgrens (€ 524 respectievelijk<br />

€ 561) had (2011: 63%). Dit relatief lage percentage<br />

komt vooral doordat de in <strong>2012</strong> opgeleverde<br />

nieuwbouwwoningen een huurprijs boven de tweede<br />

aftoppingsgrens hadden.<br />

In <strong>2012</strong> moest minimaal 90% van de vrijkomende<br />

woningen (inclusief nieuwbouw) met een huur tot de<br />

huurtoeslaggrens (€ 664) worden toegewezen aan<br />

huishoudens met een verzamelinkomen van maximaal<br />

€ 34.085 (prijspeil <strong>2012</strong>). De resterende 10% van de<br />

vrijkomende woningen mocht worden toegewezen aan<br />

4.1.4 Wonen en zorg<br />

In <strong>2012</strong> zijn de 36 nieuwe woningen bij De Schauw<br />

opgeleverd. Kandidaten met een AWBZ-indicatie of<br />

een WMO-indicatie voor verhuizing krijgen voorrang<br />

bij de toewijzing van deze woningen.<br />

Zoals reeds in paragraaf 4.1.1.3 is genoemd, bestaat<br />

23,5% van ons woningbezit aan het eind van <strong>2012</strong><br />

uit nultredenwoningen. Bij nieuwbouw zetten wij in<br />

op levensloopbestendig bouwen en houden wij, gelet<br />

op de vergrijzing, de aanpasbaarheid en geschiktheid<br />

op de langere termijn voor ouderen en beperkten goed<br />

in de gaten.<br />

4.2 Betaalbaarheid<br />

Betaalbaarheid wordt beïnvloed door onze keuzes ten<br />

aanzien van de jaarlijkse huurverhoging, de streef-<br />

huur en het huurharmonisatiebeleid. Daarnaast gaan<br />

we in deze paragraaf ook in op huurachterstand en<br />

huurderving.<br />

Kern van ons bestaansrecht is het bieden van<br />

woonruimte aan diegenen die hierin niet zelf kunnen<br />

voorzien. Hierbij horen betaalbare huurprijzen en een<br />

Belastbaar<br />

jaarinkomen<br />

Aantal<br />

verhuringen<br />

Tot € 34.085<br />

Van € 34.085 -<br />

145 94%<br />

€ 43.000 7 5%<br />

Vanaf € 43.000 2 1%<br />

Totaal 154 100%<br />

huishoudens met een inkomen boven deze grens. Om<br />

ook deze huishoudens te helpen, hebben wij in <strong>2012</strong><br />

de huurinkomensgrens halverwege het jaar verruimd<br />

naar maximaal € 43.000. Uiteindelijk is 6% van de<br />

woningen met een huurprijs tot de huurtoeslaggrens<br />

terechtgekomen bij deze inkomensgroep (2011: 9%).<br />

zo gematigd mogelijk huurbeleid. De netto huurprijs<br />

van ons woningbezit bedroeg op 1 januari 2013<br />

gemiddeld € 435 per woning per maand. Voor 99%<br />

van ons bezit geldt dat de huurprijs onder de € 681<br />

ligt en dus de mogelijkheid voor huurtoeslag bestaat.<br />

Bovendien heeft ruim 87% van onze woningen zelfs<br />

een huur onder de tweede aftoppingsgrens voor de<br />

één- en tweepersoonshuishoudens van € 535.<br />

Als we kijken naar onze huurprijzen in vergelijking met<br />

andere corporaties is het beeld op basis van het jaar<br />

2011 als volgt (bron: ‘Corporatie in Perspectief <strong>2012</strong>’<br />

van het Centraal Fonds):<br />

De benutting van de potentiële huurprijsruimte is ten<br />

opzichte van andere sociale verhuurders laag. Ook<br />

de verhouding tussen de huurprijs en de WOZwaarde<br />

is in <strong>Putten</strong> laag. Dit betekent dat mensen<br />

minder snel de overstap naar koop kunnen/zullen<br />

maken. Opvallend is ook het hoge puntenaantal op<br />

grond van het Woningwaarderingsstelsel. Dit duidt<br />

op hoge kwaliteit. De benutting van de potentiële<br />

huurprijsruimte is hierdoor laag.<br />

<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> Regio Landelijk<br />

Gemiddelde huurprijs € 399 € 427 € 434<br />

Gemiddeld aantal punten 167 148 137<br />

Benutting potentiële huurprijsruimte 53,0% 61,8% 70,2%<br />

Huur/Woz woningen in % 2,6% 3,2% 3,4%<br />

%


4.2.1 Jaarlijkse huurverhoging<br />

Voor de jaarlijkse huurverhoging zijn wij gebonden<br />

aan wettelijke regels. In <strong>2012</strong> mocht de huurverhoging<br />

uiteindelijk maximaal 2,3% bedragen. Aanvankelijk<br />

was sprake van een hogere huurverhoging voor<br />

huishoudens met een hoger inkomen. Dit is echter op<br />

het laatste moment weer teruggedraaid.<br />

Alle huurders, met uitzondering van huurders in een<br />

woning die gesloopt wordt, hebben in <strong>2012</strong> een<br />

huurverhoging van 2,3% gekregen.<br />

Er zijn in <strong>2012</strong> geen bezwaren tegen de jaarlijkse<br />

huurverhoging ingediend.<br />

4.2.2 Streefhuur en huurharmonisatie<br />

Bij leegkomen worden de huurprijzen geharmoniseerd<br />

naar de streefhuur. Hiermee bereiken wij dat de prijs<br />

van de woning aansluit bij de geboden kwaliteit.<br />

Woningen met meer kwaliteit mogen duurder zijn dan<br />

woningen met minder kwaliteit. De kwaliteit wordt<br />

bepaald op grond van het woningwaarderingsstelsel.<br />

In <strong>2012</strong> hebben wij in overleg met de Huurdersorganisatie<br />

<strong>Putten</strong> een verandering in ons harmonisatie-<br />

Bijna 43% van de vrijkomende woningen valt onder<br />

de aftoppingsgrens voor één- en tweepersoonshuishoudens<br />

(€ 524) en bijna 60% onder de aftoppingsgrens<br />

voor huishoudens met 3 of meer personen (€ 561).<br />

Ruim 98% van ons bezit heeft een huur onder de<br />

huurtoeslaggrens (€ 664). Deze huurprijsverdeling past<br />

bij de inkomensverdeling van de woningzoekenden.<br />

4.2.3 Huurontvangsten<br />

Huurachterstand<br />

Wij willen de huurachterstand beperken tot maximaal<br />

0,75% op jaarbasis. Door een strak incassobeleid<br />

beleid doorgevoerd. Tot medio <strong>2012</strong> hanteerden<br />

wij inclusief schaarstepunten een gedifferentieerd<br />

percentage van de maximaal toegestane huur op<br />

grond van het woningwaarderingsstelsel, variërend<br />

van 59% voor de meeste woningen tot 69% voor<br />

een beperkt aantal woningen. In overleg met de<br />

Huurdersraad is in <strong>2012</strong> besloten om de streefhuur<br />

van alle woningen te stellen op 65% van de maximaal<br />

toegestane huur. In ruil hiervoor wordt er geen directe<br />

huurverhoging berekend voor door ons aangebrachte<br />

energiebesparende maatregelen.<br />

Indien de huidige huur reeds boven 65% van de<br />

maximaal toegestane huur ligt, zal huurharmonisatie<br />

niet tot een huurverlaging leiden.<br />

Wij hebben er daarnaast voor gekozen om de<br />

huurprijzen bij huurharmonisatie af te toppen op de<br />

maximale huurtoeslaggrens, zijnde € 664,66 per<br />

maand.<br />

Wanneer wij ons woningbezit per 1 september <strong>2012</strong><br />

volledig harmoniseren naar een streefhuur van 65%<br />

dan ziet de verdeling van het aantal woningen naar<br />

huurprijscategorie er als volgt uit:<br />

Netto huur Huidige huur Na 65% harmonisatie Verdeling<br />

1- Tot € 366,37 429 23 1.2%<br />

2- € 366,37 - € 524,37 1,183 762 41.4%<br />

3- € 524,37 - € 561,98 82 312 16.9%<br />

4- € 561,98 - € 664,66 128 711 38.6%<br />

5- vanaf € 664,66 20 34 1.8%<br />

Totaal 1,842 1,842 100.0%<br />

en goede samenwerking met de gemeente <strong>Putten</strong><br />

bedroeg de huurachterstand in <strong>2012</strong> 0,63%. Ondanks<br />

de economische crisis is in <strong>2012</strong> het achterstandspercentage<br />

niet gestegen.<br />

2008<br />

Huurachterstand<br />

t.o.v. bruto jaarhuur<br />

0,80%<br />

2009 0,60%<br />

2010 0,58%<br />

2011 0,66%<br />

<strong>2012</strong> 0,63%<br />

25


26<br />

Huurderving<br />

Niet alle woningen kunnen aansluitend worden<br />

verhuurd. Soms ontstaat er huurderving door leegstand,<br />

omdat er nog onderhoudswerkzaamheden moeten<br />

plaatsvinden. In <strong>2012</strong> is bijna een derde van de totale<br />

huurderving als gevolg van leegstand veroorzaakt door<br />

onderhoud. De toename in de omvang komt doordat<br />

bij mutatie steeds vaker inhaalplanmatig onderhoud<br />

wordt uitgevoerd. Daarnaast ontstaat huurderving door<br />

leegstand in afwachting van sloop. In 2010 en 2011<br />

zijn leeggekomen woningen die op termijn gesloopt<br />

worden direct uit exploitatie gehaald. In <strong>2012</strong> staan<br />

opnieuw een aantal woningen in afwachting van sloop<br />

leeg, maar deze worden niet uit exploitatie gehaald.<br />

Ongeveer de helft van de huurderving als gevolg van<br />

Juridische procedures en ontruimingen<br />

In <strong>2012</strong> zijn vier juridische procedures gevoerd in<br />

verband met overlast c.q. onrechtmatige bewoning.<br />

Twee daarvan hebben in <strong>2012</strong> geleid tot een ontbinding<br />

van de huurovereenkomst, één is ingetrokken<br />

vanwege het voortijdige vertrek van de bewoner<br />

en één procedure is in 2013 in het voordeel van de<br />

<strong>Woningstichting</strong> beslist.<br />

Er zijn in <strong>2012</strong> diverse procedures gevoerd in verband<br />

met huurachterstand. Er hebben geen ontruimingen op<br />

deze grond plaatsgevonden.<br />

4.3 Kwaliteit woningbezit<br />

Wij zorgen voor kwalitatief goede woningen. De<br />

kwaliteit van ons bezit is goed en dat willen we zo<br />

houden. Door regelmatig onderhoud (planmatig<br />

en niet-planmatig) borgen wij dit. Daarnaast willen<br />

wij deze kwaliteit vergroten wanneer dit vanuit verandering<br />

van de (toekomstige) vraag of milieutechnisch<br />

oogpunt noodzakelijk is of wanneer dit vanuit de<br />

klant gewenst is.<br />

In <strong>2012</strong> zijn voor onderhoud de volgende bedragen<br />

begroot respectievelijk besteed:<br />

leegstand is in <strong>2012</strong> veroorzaakt door toekomstige<br />

sloop. De huurderving als gevolg van leegstand en<br />

oninbaarheid bedroeg in <strong>2012</strong> totaal 0,33% (zie<br />

onderstaande tabel).<br />

Huurderving t.o.v. bruto jaarhuur<br />

Leegstand Oninbaar Totaal<br />

2008 0,40% 0,09% 0,49%<br />

2009 0,42% 0,03% 0,45%<br />

2010 0,08% 0,00% 0,08%<br />

2011 0,08% 0,06% 0,15%<br />

<strong>2012</strong> 0,27% 0,06% 0,33%<br />

4.3.1 Planmatig onderhoud<br />

Door goed planmatig onderhoud (regulier) willen we<br />

de kwaliteit van onze woningen waarborgen en/of<br />

verbeteren. Om die reden is een meerjarenbegroting<br />

opgesteld, waarin per complex de nodige onderhoudswerkzaamheden<br />

c.q. verbeteringen in de totale<br />

exploitatieperiode zijn opgenomen. Werkzaamheden<br />

die onder meer worden uitgevoerd zijn: schilderwerk,<br />

vervangen kozijnen, vernieuwen aanrechtblokken,<br />

vervangen tegelwerk en vervangen cv-ketels.<br />

Indien de resterende exploitatietermijn korter is dan<br />

15 jaar wordt, in geval geen levensduurverlengende<br />

investeringen worden gepleegd, uitsluitend instandhoudingsonderhoud<br />

of regulier onderhoud uitgevoerd.<br />

Zijn woningen door ons aangewezen om in de<br />

toekomst te worden gesloopt, dan wordt in de 6 jaren<br />

voorafgaand aan de sloop geen planmatig onderhoud<br />

meer uitgevoerd.<br />

In <strong>2012</strong> zijn alle voorgenomen werkzaamheden van het<br />

planmatig onderhoud uitgevoerd. De werkzaamheden<br />

bestonden onder andere uit het vervangen van cv’s,<br />

het vernieuwen van dakgoten, het aanbrengen van<br />

mechanische ventilatie, het vervangen van ramen en<br />

Begroot Gerealiseerd Verschil<br />

Planmatig onderhoud<br />

Service-, mutatie- en con-<br />

€ 2.169.000 € 1.502.000 - € 667.000<br />

tractonderhoud* € 738.000 € 923.000 € 185.000<br />

Totaal € 2.907.000 € 2.425.000 - € 482.000<br />

* Bedragen zijn inclusief eigen dienst (begroot € 67.000, gerealiseerd € 60.000).


deuren, schilderwerk, het vernieuwen van keukens,<br />

douches en toiletten. In <strong>2012</strong> hebben we hieraan in<br />

totaal € 1,5 mln. uitgegeven ten opzichte van € 2,1<br />

mln. begroot.<br />

Dat de uitgaven lager zijn dan was begroot, wordt<br />

enerzijds veroorzaakt door de huidige economische<br />

situatie, waardoor aannemers fors lager inschrijven<br />

dan begroot. Anderzijds zijn er in een aantal<br />

complexen veel minder werkzaamheden uitgevoerd<br />

dan was verwacht, vooral omdat bewoners hierin een<br />

belangrijke stem hebben.<br />

In <strong>2012</strong> heeft KWH opnieuw de kwaliteit van onze<br />

dienstverlening rond het onderhoud van de woning<br />

gemeten. Wij scoorden op dit onderdeel eind <strong>2012</strong><br />

gemiddeld een 8,1. Dit is een fractie hoger dan het<br />

landelijk gemiddelde van 7,9 en ruim boven de eis die<br />

wij onszelf hebben gesteld: minimaal 0,5 punt hoger<br />

dan de KWH-eis van een 7. Huurders waren vooral<br />

zeer positief over de informatie die ze kregen over de<br />

uitvoering van het planmatig onderhoud. De conclusie<br />

is daarmee gerechtvaardigd dat sprake is van een<br />

klantgerichte aanpak van het groot onderhoud.<br />

27


28<br />

4.3.2 Niet-planmatig onderhoud<br />

Het niet-planmatig onderhoud valt uiteen in een drietal<br />

componenten, die als volgt zijn begroot:<br />

Begroot Gerealiseerd Verschil<br />

Serviceonderhoud € 372.000 € 375.000 € 3.000<br />

Mutatieonderhoud € 163.000 € 306.000 € 143.000<br />

Contractonderhoud € 203.000 € 242.000 € 39.000<br />

Totaal € 738.000 € 923.000 € 185.000<br />

4.3.2.1 Serviceonderhoud<br />

Serviceonderhoud wordt uitgevoerd op verzoek<br />

van een huurder. Door goed planmatig onderhoud<br />

proberen wij het aantal reparatieverzoeken in een jaar<br />

te beperken tot maximaal één per woning. In <strong>2012</strong> zijn<br />

1845 reparatieverzoeken uitgevoerd, op een totaal van<br />

1874 woningen.<br />

Ten behoeve van het niet-planmatig onderhoud heeft<br />

<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> één medewerker in dienst, die<br />

bijna volledig zijn tijd besteedt aan het niet-planmatig<br />

onderhoud van het woningbezit. Verder wordt gebruik<br />

gemaakt van de diensten van derden.<br />

De kosten van inhaal planmatig onderhoud zijn sterk<br />

toegenomen ten opzichte van twee jaar geleden. We<br />

voeren steeds grotere onderhoudswerkzaamheden uit,<br />

zoals nieuwe badkamers en keukens, op een ander<br />

(later) moment dan planmatig ingepland. Dit komt<br />

doordat bewoners de mogelijkheid hebben om af te<br />

zien van het onderhoud, waarna het eventueel later<br />

wordt uitgevoerd.


Aan Serviceonderhoud zijn in <strong>2012</strong> de volgende<br />

bedragen besteed:<br />

<strong>2012</strong><br />

Begroot<br />

Aan het tijdig en correct uitvoeren van reparaties<br />

hecht de klant grote waarde. Volgens onderzoek van<br />

KWH vindt de klant dit het allerbelangrijkste. Reden<br />

voor ons om hier blijvend aandacht aan te besteden<br />

en op dit onderdeel te streven naar een minimaal 0,5<br />

punt hogere score dan minimaal vereist in het KWHhuurlabel.<br />

Dit is in <strong>2012</strong> ruim gelukt. Wij haalden een<br />

KWH-score bij het uitvoeren van reparaties van 8,6.<br />

In <strong>2012</strong> hebben wij de afhandelingsduur van reparaties<br />

in kaart gebracht. Hierdoor kunnen wij de aannemers<br />

beter aansturen voor het niet-planmatig onderhoud.<br />

Wij streven ernaar om tenminste 90% van alle reguliere<br />

bonnen binnen twee weken af te handelen. De meeste<br />

aannemers slagen hier in.<br />

<strong>2012</strong><br />

Gerealiseerd<br />

<strong>2012</strong><br />

Verschil<br />

4.3.2.2 Mutatieonderhoud<br />

2011<br />

Gerealiseerd<br />

2010<br />

Gerealiseerd<br />

Kosten totaal* € 372.000 € 375.000 € 3.000 € 352.000 € 398.000<br />

Aantal verzoeken totaal 1.815 1.845 30 1.773 1.888<br />

- Regulier 1.750 1.815 65 1.734 1.816<br />

- Inhaal planmatig 65 30 -35 39 72<br />

Kosten per verzoek gemiddeld € 205 € 203 -€ 2 € 199 € 211<br />

- Regulier € 153 € 167 € 14 € 151 € 160<br />

- Inhaal planmatig € 1.600 € 2.397 € 797 € 2.395 € 1.502<br />

*inclusief kosten eigen dienst<br />

<strong>2012</strong><br />

Begroot<br />

Mutatieonderhoud wordt uitgevoerd bij een<br />

bewonerswisseling om de woning weer in een goed<br />

verhuurbare staat te brengen. In enkele gevallen is<br />

sprake van uitgesteld planmatig onderhoud. Bij het<br />

mutatieonderhoud zien we dezelfde trend als bij<br />

het serviceonderhoud. Er worden steeds grotere<br />

klussen uitgevoerd in verband met inhaal planmatig<br />

onderhoud.<br />

Aan mutatieonderhoud zijn in <strong>2012</strong> de volgende<br />

bedragen besteed:<br />

<strong>2012</strong><br />

Gerealiseerd<br />

<strong>2012</strong><br />

Verschil<br />

2011<br />

Gerealiseerd<br />

2010<br />

Gerealiseerd<br />

Kosten totaal* € 163.000 € 306.000 € 143.000 € 221.000 € 176.000<br />

Aantal mutaties totaal** 95 99 4 100 92<br />

- Regulier 95 95 0 98 91<br />

- Inhaal planmatig 10 29 19 20 18<br />

Kosten per mutatie gemiddeld € 1.711 € 3.091 € 1.380 € 2.142 € 1.874<br />

- Regulier € 1.111 € 882 -€ 229 € 1.149 € 1.110<br />

- Inhaal planmatig € 5.700 € 7.650 € 1.950 € 5.076 € 3.969<br />

*inclusief kosten eigen dienst<br />

**exclusief nieuwbouw<br />

29


30<br />

In <strong>2012</strong> was sprake van een forse overschrijding van<br />

de begroting, met name door het leegkomen van<br />

een groot aantal oudere woningen, waar nog inhaal<br />

planmatig onderhoud moest worden uitgevoerd.<br />

Dit werd mede veroorzaakt door de oplevering van de<br />

36 nieuwbouwwoningen aan het Schauwplein.<br />

Het mutatieproces verloopt naar tevredenheid van<br />

onze klanten. Bij de KWH-meting haalden wij op<br />

het onderdeel ‘Nieuwe woning’ een 8,3 en op het<br />

onderdeel ‘Huur opzeggen’ een 8,1.<br />

4.3.2.3 Contractonderhoud<br />

Aan contractonderhoud zijn in <strong>2012</strong> de volgende<br />

bedragen besteed:<br />

<strong>2012</strong><br />

Begroot<br />

Het totaal aan uitgaven voor contractonderhoud is<br />

hoger dan was begroot. Dit komt met name omdat we<br />

meer hebben uitgegeven aan serviceonderhoud van<br />

cv-ketels. Dit onderhoud wordt per cv-ketel afgerekend<br />

en is moeilijk te begroten.<br />

4.3.3 Strategische investeringen<br />

Strategische investeringen spelen in op veranderingen<br />

in de (toekomstige) vraag. Op deze manier willen wij<br />

ons woningbezit levensloopbestendiger maken.<br />

In 2009 is de bouw- en woontechnische kwaliteit<br />

van ons bezit geïnventariseerd. Dit heeft destijds<br />

geresulteerd in de rapportage Vastgoedsturing, waarin<br />

per complex maatregelen genoemd zijn. De afgelopen<br />

jaren hebben we daarom in een aantal complexen<br />

fors geïnvesteerd. In <strong>2012</strong> hebben we geïnvesteerd in<br />

de afsluitbaarheid en verbetering van de entrees van<br />

de appartementen aan de Van Oldenbarneveltstraat/<br />

Van Goltsteinstraat.<br />

4.3.4 Energiemaatregelen<br />

Sinds 1 juli 2011 bepaalt het energielabel mede het<br />

aantal punten volgens het woningwaarderingsstelsel<br />

(WWS). Het primaire doel hiervan is corporaties te<br />

stimuleren om te investeren in energiebesparende<br />

maatregelen. Het nieuwe WWS is direct van invloed<br />

op de hoogte van de maximaal toegestane huur en<br />

daarmee op de hoogte van de (streef-)huur, dus op<br />

het huurbeleid van de corporatie. In <strong>2012</strong> zijn alle<br />

energielabels van onze woningen opnieuw bepaald.<br />

Dit is onder meer gebeurd in het licht van de landelijke<br />

prestatieafspraken voor de verbetering van het milieu.<br />

De inzet van het Convenant Energiebesparing<br />

Huursector 28 juni <strong>2012</strong> is dat alle huurwoningen in de<br />

sector een gemiddelde Energie-Index van 1,25 (label<br />

<strong>2012</strong><br />

Gerealiseerd<br />

<strong>2012</strong><br />

Verschil<br />

2011<br />

Gerealiseerd<br />

2010<br />

Gerealiseerd<br />

Kosten totaal* € 203.000 € 242.000 € 39.000 € 180.000 € 173.000<br />

- Liften € 18.000 € 21.000 € 3.000 € 15.000 € 14.000<br />

- CV individueel € 145.000 € 175.000 € 30.000 € 127.000 € 136.000<br />

- Goten schoonmaken € 20.000 € 23.000 € 3.000 € 22.000 € 12.000<br />

- Legionella bestrijding € 10.500 € 16.000 € 5.500 € 12.000 € 10.000<br />

- Tuinonderhoud € 8.000 € 2.000 - € 6.000 € 3.000 € 500<br />

- Diversen € 1.500 € 5.000 € 3.500 € 1.000 € 500<br />

*inclusief kosten eigen dienst<br />

B) moeten gaan krijgen. Ook wij leveren als corporatie<br />

hieraan een bijdrage.<br />

Daarnaast is de verwachting dat de komende jaren<br />

de energielasten ten opzichte van de huur fors zullen<br />

stijgen. Het energiezuiniger maken van ons bezit, en<br />

het daardoor betaalbaar houden van de woonlasten<br />

voor mensen uit onze primaire doelgroep, is een<br />

maatschappelijke verantwoordelijkheid geworden.<br />

In <strong>2012</strong> zijn de benodigde energiemaatregelen en<br />

het benodigde onderhoud aan de buitenschil van de<br />

woningen geconcretiseerd en verwerkt in de meerjaren<br />

onderhoudsbegroting. Uitgangspunt is dat ons<br />

woningbezit minimaal voldoet/gaat voldoen aan label<br />

C. Daarnaast werken we in een aantal complexen aan<br />

comfortverbetering.<br />

In <strong>2012</strong> zijn de VR-ketels van 21 woningen vervangen<br />

door energiezuinige HR-ketels. Bij de nieuwbouw<br />

van de appartementen aan het Schauwplein is een


WKO-installatie (warmte-koude-opslag) aangebracht.<br />

Verder hebben we bij 3 complexen HR ++ glas op de<br />

verdieping aangebracht.<br />

4.3.5 Wens van de klant<br />

4.3.5.1 Geriefverbeteringen<br />

Naast de maatregelen die wij collectief aanbieden,<br />

is het voor huurders individueel mogelijk om<br />

geriefverbeteringen aan te vragen. Het kan dan<br />

bijvoorbeeld gaan om het plaatsen van centrale<br />

verwarming, een vaste trap, tweede toilet boven of<br />

dubbelglas. De investering wordt doorberekend aan<br />

de huurder door middel van een huurverhoging.<br />

Voor geriefverbeteringen hadden wij in <strong>2012</strong> een<br />

bedrag van € 25.000 begroot. We hebben uiteindelijk<br />

voor een bedrag van € 80.000 geïnvesteerd. Meer<br />

mensen dan verwacht kozen voor een individuele<br />

geriefverbetering, maar daarnaast hebben wij een groep<br />

bewoners bij planmatig onderhoud meerwerkopties<br />

aangeboden tegen huurverhoging.<br />

4.3.5.2 Woningaanpassingen<br />

Ook mensen die zorg nodig hebben willen graag<br />

zelfstandig kunnen (blijven) wonen. Om dit<br />

mogelijk te maken werken we nauw samen met de<br />

gemeente <strong>Putten</strong>, die het instrument van de Wet<br />

Maatschappelijke Ondersteuning heeft om woningen<br />

hiervoor zo geschikt mogelijk te maken. In <strong>2012</strong><br />

hebben wij in totaal 24 woningaanpassingen verricht<br />

voor een totaalbedrag van € 51.000. De aanpassingen<br />

varieerden van het aanbrengen van beugelgrepen en<br />

het plaatsen van een verhoogd toilet tot het plaatsen<br />

van een traplift.<br />

4.3.5.3 Zelf aangebrachte voorzieningen<br />

Wij geven aan bewoners de ruimte voor zelf<br />

aangebrachte voorzieningen. Voor een aantal nader<br />

omschreven ingrepen wordt hiervoor ook een<br />

vergoeding gegeven, meestal bij vertrek uit de woning<br />

binnen de afschrijvingstermijn. Bewoners hoeven de<br />

voorzieningen niet ongedaan te maken als ze voldoen<br />

aan onze kwaliteitseisen. Ook in <strong>2012</strong> is op deze wijze<br />

een aantal vergoedingen verstrekt.<br />

4.3.5.4 Keuzevrijheid<br />

Wij bieden bewoners keuzevrijheid bij het uitvoeren<br />

van onderhoudswerkzaamheden aan de binnenzijde<br />

van de woning, zowel over het moment van uitvoeren<br />

van het onderhoud als over de uitrusting in de woning.<br />

Wij bieden dit maatwerk om daarmee het woonplezier<br />

te vergroten. Dit heeft in <strong>2012</strong> wel, zoals eerder<br />

beschreven, tot hogere kosten geleid bij service-<br />

en mutatieonderhoud vanwege inhaal planmatig<br />

onderhoud.<br />

4.4 Kwaliteit woonomgeving<br />

De bijdrage die wij willen leveren aan de kwaliteit<br />

van de woonomgeving is door mensen te verbinden.<br />

Vragen en initiatieven van bewoners die direct verband<br />

houden met de woonomgeving en bijdragen aan het<br />

woongenot en het leefklimaat stimuleren wij.<br />

4.4.1 Overleg met bewoners<br />

Om een goed beeld te krijgen van wat er onder huurders<br />

leeft en welke behoeften er bestaan, vinden wij<br />

het belangrijk om een goede relatie te onderhouden<br />

met huurders (vertegenwoordigingen). Op basis van<br />

die informatie kunnen wij ons dienstenpakket verder<br />

verbeteren. Bovendien biedt het een kader voor het<br />

creëren van draagvlak voor het beleid van de woning-<br />

31


32<br />

corporatie. Concreet betekent dit het voeren van overleg<br />

met huurders en hun vertegenwoordigers, en het<br />

bieden van ondersteuning aan de huurdersorganisatie.<br />

4.4.1.1 Huurdersorganisatie <strong>Putten</strong><br />

De Huurdersorganisatie <strong>Putten</strong> is de enige officiële<br />

vertegenwoordiging van de huurders/bewoners in<br />

<strong>Putten</strong>. De afspraken omtrent de samenwerking tussen<br />

de Huurdersorganisatie en de <strong>Woningstichting</strong> zijn<br />

vastgelegd in een convenant.<br />

In <strong>2012</strong> is één keer per twee maanden overlegd met<br />

de voorzitter en secretaris van de Huurdersorganisatie.<br />

Er zijn diverse onderwerpen besproken, zoals het<br />

huur(harmonisatie)beleid, de woonruimteverdeling,<br />

het sociaal plan bij sloop, de tuinenwedstrijd, het<br />

belonen van trouwe huurders, nieuwbouwprojecten,<br />

het nieuwe ondernemingsplan etc. Daarnaast heeft<br />

in <strong>2012</strong> drie keer overleg plaatsgevonden tussen de<br />

voltallige Huurdersraad en het bestuur van de WSP.<br />

Om de Huurdersorganisatie in haar activiteiten te<br />

ondersteunen en haar in de gelegenheid te stellen<br />

om zich verder te scholen, ontvangt zij een financiële<br />

bijdrage van de <strong>Woningstichting</strong>. Deze bedroeg in<br />

<strong>2012</strong> € 7.000,-.<br />

De inbreng van de huurdersorganisatie betrekken wij<br />

bij onze standpuntbepaling. Zo besteden wij mede op<br />

verzoek van hen veel aandacht aan het tuinenbeleid.<br />

In <strong>2012</strong> is ook een tuinenwedstrijd uitgeschreven.<br />

4.4.1.2 Bewonersbijeenkomsten<br />

Wij vinden het belangrijk de wensen en ervaringen<br />

van bewoners te betrekken bij het opstellen van de<br />

meerjaren onderhoudsbegroting (vraaggestuurd).<br />

Hiervoor organiseerden wij in <strong>2012</strong> een bijeenkomst<br />

met de bewoners van de Lupinehof. We hebben de<br />

hele straat uitgenodigd en zijn met de huurders in<br />

gesprek gegaan. Zo kregen wij een beter beeld van<br />

wat hen beviel aan hun woning en omgeving. Deze<br />

informatie betrekken wij bij de onderhoudsstrategie<br />

van de woningen. Ook nodigden wij de bewoners<br />

van de Roggestraat uit in verband met onderhoud<br />

en verbetering van hun woning. Een andere<br />

(voorgenomen) bijeenkomst voor de bewoners van de<br />

Schoolstraat hebben wij niet door laten gaan, vanwege<br />

nog te grote onzekerheden rond de toekomststrategie<br />

van deze woningen.<br />

4.4.1.3 Bewoners in de rol van toezichthouder<br />

In <strong>2012</strong> zijn de toezichthouders bij de Van Dedemstraat,<br />

Verbruggenstraat en Jan Nijenhuisstraat officieel gestart<br />

met hun werkzaamheden. Zij houden een oogje in<br />

het zeil, verrichten wat hand en spandiensten bij het<br />

beheer van de woonomgeving rond hun complex,<br />

verwelkomen nieuwe bewoners etc. Op deze manier<br />

streven wij ernaar de onderlinge contacten tussen<br />

bewoners te bevorderen en de woonomgeving prettig<br />

te houden.<br />

4.4.2 Leefbaarheid<br />

4.4.2.1 Sociaal vangnetoverleg<br />

In <strong>Putten</strong> kennen we geen specifieke buurt- of<br />

wijkgebonden leefbaarheidsproblemen. Maar we<br />

onderkennen wel dat er kwetsbare groepen zijn die<br />

sociaal en maatschappelijk onvoldoende participeren<br />

of ondersteuning nodig hebben. Ook de gemeente<br />

heeft vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning<br />

haar verantwoordelijkheid op het terrein van leefbaarheid.<br />

Daarom is samenwerking op dit gebied<br />

belangrijk. Deze samenwerking, ook met zorg- en


34<br />

welzijnspartijen, heeft onder meer vorm gekregen in<br />

het sociaal vangnetoverleg, dat in <strong>2012</strong> iedere zes<br />

weken heeft plaatsgevonden. Wij kunnen op deze<br />

manier vroegtijdig probleemsituaties signaleren en<br />

bevoegde instanties inschakelen die zorgen voor de<br />

daadwerkelijke begeleiding indien nodig.<br />

4.4.2.2 Woonomgeving<br />

Investeren in de leefomgeving betekent ook investeren<br />

in bijvoorbeeld speelvoorzieningen, groen en achterpadverlichting.<br />

Deze voorzieningen leveren een<br />

positieve bijdrage aan de leefbaarheid en passen<br />

binnen de maatschappelijke verantwoordelijkheid van<br />

de <strong>Woningstichting</strong>.<br />

Ook stimuleren wij dat openbaar groen dat grenst aan<br />

onze woningen goed wordt onderhouden. Hiervoor<br />

hebben wij in <strong>2012</strong> een belangrijke rol gespeeld bij<br />

het verbeteren van de woonomgeving van de Van<br />

Dedemstraat en de Verbruggenstraat. De vernieuwde<br />

omgeving is feestelijk geopend.<br />

4.4.2.3 Maatschappelijk vastgoed<br />

Indien gevraagd investeren wij in maatschappelijk<br />

vastgoed, als dit een wezenlijke bijdrage levert aan de<br />

verhuurbaarheid van het bezit, de samenhang in de<br />

wijk en de ontmoetingsmogelijkheden van bewoners.<br />

In <strong>2012</strong> is besloten tot de inrichting van een inloophuis<br />

in <strong>Putten</strong>. Ook de voedselbank vindt hier een thuis.<br />

De inloop is bedoeld voor iedereen, maar vult<br />

met name een vacuüm voor mensen die in een<br />

sociaal isolement verkeren. Dit initiatief is door de<br />

<strong>Woningstichting</strong> financieel ondersteund.<br />

4.4.2.4 Buurtbudget<br />

De leefbaarheid in een buurt kan alleen maar<br />

verbeteren als dat door iedereen gewenst en ondersteund<br />

wordt. <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> heeft een<br />

buurtbudget, waaruit goede ideeën van bewoners<br />

financieel kunnen worden ondersteund. In <strong>2012</strong> zijn<br />

vijf aanvragen gehonoreerd<br />

4.4.2.5 Veiligheid<br />

In het kader van de veiligheid voldoet nagenoeg ons hele<br />

woningbezit qua hang- en sluitwerk aan de eisen van<br />

het Nationale BeveiligingsRichtlijn (NBR). Waar nodig<br />

is dit in <strong>2012</strong> op niveau van de huidige eisen gebracht.<br />

Hiermee was een bedrag gemoeid van € 229.000.<br />

4.4.2.6 Woonfraudebeleid<br />

Voor zover bekend komt woonfraude (illegale<br />

onderhuur) in <strong>Putten</strong> slechts beperkt voor. Meldingen<br />

of verdenkingen worden zo goed mogelijk onderzocht,<br />

maar het verkrijgen van de feitelijke bewijslast is<br />

moeilijk. Concreet is er in <strong>2012</strong> één melding gedaan<br />

die achteraf niet juist bleek te zijn.<br />

4.5 Kwaliteit dienstverlening<br />

4.5.1 KWH-huurlabel<br />

In <strong>2012</strong> hebben wij het (vernieuwde) KWH-label<br />

goed kunnen behouden. Er wordt nu continu gemeten<br />

op de kwaliteit van de geleverde diensten. Uit de<br />

resultaten over <strong>2012</strong> bleek dat wij gemiddeld een<br />

8,2 hebben behaald. Uit onderzoek blijkt dat de<br />

huurders de volgende aspecten van dienstverlening<br />

het meest belangrijk vinden:<br />

• Goede reacties op reparatieverzoeken<br />

• Goede klachtenafhandeling<br />

• Goed onderhoud


Daarom willen wij juist op deze onderdelen goede<br />

resultaten boeken, minimaal 0,5 punten hoger dan de<br />

KWH-eisen. Dit is in <strong>2012</strong> goed gelukt.<br />

In de onderstaande tabel zijn onze scores op de negen<br />

labelonderdelen vergeleken met de landelijke scores.<br />

Op 8 van de 9 onderdelen scoorden wij hoger dan<br />

landelijk gemiddeld.<br />

Resultaten KWH-meting <strong>2012</strong>:<br />

Resultaten KWH <strong>2012</strong><br />

9,0<br />

8,5<br />

8,0<br />

7,5<br />

7,0<br />

6,5<br />

6,0<br />

Contact<br />

Bereikbaarheid<br />

Communicatie en informatie<br />

Woning zoeken<br />

Nieuwe woning<br />

Klachtenadviescommissie BBSH<br />

De Klachtenadviescommissie is door de corporaties in<br />

de regio ingesteld voor het afhandelen van klachten<br />

van huurders. In <strong>2012</strong> zijn twee klachten door de<br />

Klachtenadviescommissie behandeld, twee andere<br />

klachten zijn niet ontvankelijk verklaard. Geen van de<br />

klachten had betrekking op <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong>.<br />

Huur opzeggen<br />

Reparaties<br />

Onderhoud<br />

Klachten behandelen<br />

WSP<br />

Landelijk gemiddeld<br />

Gemiddeld<br />

Klachtencommissie Woonruimteverdeling<br />

In <strong>2012</strong> heeft de Regionale klachtencommissie<br />

woonruimteverdeling Noord-Veluwe 18 klachten<br />

van woningzoekenden in behandeling genomen.<br />

Van deze klachten gingen er 15 over het niet<br />

verlenen van een urgentie aan woningzoekenden.<br />

De overige 3 klachten gingen over de uitvoering van<br />

de samenwerkingsovereenkomst. Geen van deze<br />

3 klachten betrof woningzoekenden uit <strong>Putten</strong>.<br />

35


36<br />

4.5.2 Informatie aan huurders/bewoners<br />

We willen zichtbaar zijn over ons beleid en onze<br />

werkzaamheden richting onze klanten en stakeholders.<br />

Bewonersblad<br />

Via ons bewonersblad Inform zijn de bewoners in<br />

<strong>2012</strong> driemaal geïnformeerd over diverse zaken die<br />

het wonen in <strong>Putten</strong> aangaan.<br />

Brochures en website<br />

In <strong>2012</strong> werden de kwaliteitseisen van het KWH<br />

vernieuwd. De beoordeling door het KWH leidde<br />

tot enkele aanpassingen van onze website en<br />

brochures. In het bijzonder werd de informatie voor<br />

woningzoekenden verbeterd en uitgebreid.<br />

Sociale media<br />

In <strong>2012</strong> werden wij actief op Facebook en Twitter.<br />

We willen deze media inzetten als ondersteuning<br />

bij onze informatievoorziening (vooral richting<br />

stakeholders) en kunnen reageren op berichten die ons<br />

aan gaan. In <strong>2012</strong> heeft het accent vooral gelegen op<br />

het bieden van informatie.<br />

In <strong>2012</strong> besteedden wij specifiek aandacht aan de<br />

volgende onderwerpen:<br />

• Nieuwbouw;<br />

• Huurverhoging <strong>2012</strong>;<br />

• Prestatieafspraken met gemeente;<br />

• Excursie stakeholders;<br />

• Leefbaarheiditems;<br />

• Actie duurzaamheid;<br />

• Petitie verhuurderheffing.


5Financiële prestaties


38<br />

5. Financiële prestaties<br />

5.1 Financiële resultaten<br />

Jaarresultaat <strong>2012</strong><br />

Het jaarresultaat over <strong>2012</strong> bedraagt ruim € 2,5 mln.<br />

negatief. Begroot was een jaarresultaat van ruim<br />

€ 0,2 mln. positief.<br />

Bedragen x € 1.000 werkelijk <strong>2012</strong> begroot <strong>2012</strong> werkelijk 2011<br />

Bedrijfsopbrengsten 12.648 12.501 9.576<br />

Bedrijfslasten -/- 12.448 -/- 9.009 -/- 3.501<br />

200 3.492 6.075<br />

Financiële baten en lasten -/- 2.162 -/- 2.266 -/- 1.949<br />

-/- 1.962 1.226 4.126<br />

Belastingen -/- 611 -/- 1.001 -/- 48<br />

Jaarresultaat -/- 2.573 225 4.078<br />

Het verschil tussen het begrote resultaat en het<br />

werkelijke resultaat is aanmerkelijk. Hieronder wordt<br />

dit nader toegelicht.<br />

Bedrijfsopbrengsten<br />

Ondanks dat de huurverhoging over <strong>2012</strong> was begroot<br />

op 2,0% en uiteindelijk 2,3% bedroeg, is de totale<br />

opbrengst huren toch € 59.000 lager dan begroot. Dit<br />

wordt met name veroorzaakt doordat in de begroting<br />

was ingerekend dat vanaf 1 oktober 7 woningen aan<br />

Brinkstraat blok A niet verkocht zouden zijn en vanaf<br />

dat moment als vrije sector woningen verhuurd zouden<br />

gaan worden. In de loop van <strong>2012</strong> is echter besloten<br />

de woningen als koopwoningen aan te blijven houden.<br />

Daarnaast is bij het complex Parel-Staete sprake<br />

geweest van een verschuiving van netto-huur (begroot)<br />

naar vergoeding voor servicekosten (realisatie).<br />

De vergoedingen zijn bijna € 27.000 te laag begroot,<br />

voornamelijk door de hiervoor genoemde verschuiving.<br />

De verkoop van onroerende zaken is ruim € 169.000<br />

hoger uitgekomen dan begroot. Dit komt doordat<br />

de verkoop van twee woningen met een korting<br />

van 25% begroot was, terwijl er drie verkopen zijn<br />

gerealiseerd allemaal zonder korting. Dit positieve<br />

effect van € 237.000 wordt echter deels teniet gedaan<br />

doordat hier ook de toegerekende projectopbrengst van<br />

de koopwoningen Brinkstraat blok A is opgenomen.<br />

Eind <strong>2012</strong> is het project opgeleverd en uiteindelijk<br />

waren ultimo <strong>2012</strong> acht van de veertien woningen<br />

daadwerkelijk verkocht.<br />

Bedrijfslasten<br />

Het grote verschil (€ 3,4 mln. hoger) in de bedrijfslasten<br />

ten opzichte van de begroting <strong>2012</strong> wordt hoofdzakelijk<br />

veroorzaakt door de verwerking van de onrendabele<br />

toppen.<br />

Begroot was een last van € 1,0 mln. aan onrendabele<br />

toppen, terwijl er uiteindelijk een last van € 5,1 mln. is<br />

gerealiseerd. De belangrijkste oorzaak is dat in <strong>2012</strong><br />

voor het eerst de herziene RJ 645 is toegepast. Hierin<br />

staat ondermeer dat de restwaarde van de grond in<br />

de bepaling van de bedrijfswaarde moet worden<br />

meegenomen. De restwaarde van de grond wordt<br />

daarbij bepaald als de resultante van de huidige waarde<br />

van de grond gegeven de verwachte bestemming aan<br />

het eind van de levensduur, te weten bouwrijpe grond<br />

met een sociale huurbestemming, gecorrigeerd voor<br />

te maken kosten zoals uitplaatsingskosten en kosten<br />

van sloop. Daarnaast is op basis van de herziene<br />

RJ 645 dit jaar voor het eerst binnen onroerende zaken<br />

in exploitatie de splitsing tussen sociaal en commercieel<br />

vastgoed aangebracht. Het sociaal vastgoed hebben<br />

we daarbij gekwalificeerd als bedrijfsmiddel in plaats<br />

van vastgoedbelegging. Al hoewel wij ervoor gekozen<br />

hebben om voor zowel het sociaal als commercieel<br />

vastgoed in exploitatie te blijven waarderen op<br />

historische kostprijs, verschilt het actuele waardebegrip<br />

voor beide soorten vastgoed. Bij sociaal vastgoed is de<br />

bedrijfswaarde de waarderingsgrondslag voor actuele<br />

waarde, maar bij commercieel vastgoed is dit de<br />

marktwaarde.


De afschrijvingen waren in <strong>2012</strong> begroot op € 2,0<br />

mln. en de realisatie bedraagt € 1,9 mln. Dat er<br />

uiteindelijk minder is afgeschreven wordt hoofdzakelijk<br />

verklaard doordat begin <strong>2012</strong> een drietal complexen<br />

administratief zijn gesplitst in meerdere complexen<br />

met onderling verschillende resterende levensduren.<br />

Hierbij is aangesloten bij de levensduren zoals deze bij<br />

het opstellen van de meerjarenonderhoudsbegroting<br />

worden gehanteerd.<br />

Onder de post Kosten uitbesteed werk zijn de<br />

toegerekende projectkosten van de koopwoningen<br />

Brinkstraat blok A opgenomen. Voor <strong>2012</strong> was € 1,2<br />

mln. begroot en de realisatie is uitgekomen op € 1,1 mln.<br />

De onderhoudslasten voor <strong>2012</strong> zijn ruim € 475.000<br />

lager dan begroot. Dit komt ten eerste doordat<br />

we in <strong>2012</strong> in totaal € 1,5 mln. aan planmatig<br />

onderhoud hebben uitgegeven ten opzichte van<br />

€ 2,1 mln. begroot. Dit wordt enerzijds veroorzaakt<br />

door de huidige economische situatie, waardoor<br />

aannemers fors lager inschrijven dan begroot.<br />

Anderzijds zijn er in een aantal complexen minder<br />

werkzaamheden uitgevoerd dan was verwacht, vooral<br />

omdat bewoners hierin een belangrijke stem hebben.<br />

Ten tweede is in <strong>2012</strong> sprake van een overschrijding<br />

van de begroting mutatieonderhoud (€ 143.000),<br />

met name door het leegkomen van een groot aantal<br />

oudere woningen (mede door de oplevering van het<br />

Schauwplein), waar nog inhaal planmatig onderhoud<br />

moest worden uitgevoerd.<br />

De gerealiseerde overige bedrijfslasten zijn € 31.000<br />

lager dan begroot. Dit komt met name doordat wij<br />

een hogere sectorspecifieke heffing hadden begroot<br />

dan feitelijk is gerealiseerd (€80.000 respectievelijk<br />

€ 38.000). Dit voordeel wordt gedeeltelijk tenietgedaan<br />

door hogere gerealiseerde kosten op andere posten.<br />

Financiële baten en lasten<br />

Per saldo hebben we € 0,1 mln. minder aan financiële<br />

lasten gerealiseerd dan was begroot. Ten eerste komt<br />

dit door hogere rentebaten dan begroot, met name<br />

door van de belastingdienst ontvangen heffingsrente<br />

(€ 37.000) inzake aangiften vennootschapsbelasting<br />

van voorgaande boekjaren. Ten tweede zijn de<br />

gerealiseerde rentelasten op de leningen van kredietinstellingen<br />

€ 51.000 lager dan begroot doordat in <strong>2012</strong><br />

twee leningen een renteconversies hebben ondergaan.<br />

De rente van beide leningen ligt na conversie rond de<br />

3% terwijl in de begroting was gerekend met 5,25%.<br />

Belastingen<br />

Aan vennootschapsbelasting is € 1,0 mln. begroot,<br />

maar de realisatie is uitgekomen op € 0,6 mln. De last<br />

in de jaarrekening heeft betrekking op het saldo van<br />

de dotatie aan een actieve belastinglatentie uit hoofde<br />

van verrekenbare verliezen en de dotatie aan een passieve<br />

belastinglatentie die is ontstaan doordat in <strong>2012</strong><br />

het vastgoed in exploitatie fiscaal is afgewaardeerd<br />

naar lagere WOZ. Als gevolg van de toegepaste<br />

afwaardering is de belastingdruk over <strong>2012</strong> nihil.<br />

Waarde van ons bezit<br />

Als we kijken naar de waarde van ons bezit, kan dat<br />

op verschillende wijzen worden gepresenteerd. Zoals<br />

in onderstaande tabel is te zien, is de boekwaarde<br />

beduidend lager dan de actuele waarde en ligt de<br />

actuele waarde weer ver onder de WOZ-waarde.<br />

39


40<br />

31-12-<strong>2012</strong> 31-12-2011 31-12-2010<br />

Boekwaarde huurwoningen 66,1 64,3 49,7<br />

- sociaal vastgoed 63,0 61,1<br />

- commercieel vastgoed 3,1 3,2<br />

Actuele waarde huurwoningen 1) 115,2 103,2 87,4<br />

- sociaal vastgoed (bedrijfswaarde) 110,3<br />

- commercieel vastgoed (marktwaarde) 4,9<br />

WOZ-waarde huurwoningen 329,3 341,0 331,0<br />

- sociaal vastgoed 324,3<br />

- commercieel vastgoed 5,0<br />

Bedragen in € mln.<br />

1) De actuele waarde van de huurwoningen ultimo 2010 en 2011 is gebaseerd op de bedrijfswaarde, exclusief<br />

restwaarde grond.<br />

De belangrijkste verklaring voor de toename in de<br />

actuele waarde van 2010 naar 2011 komt door de<br />

vele opgeleverde nieuwbouwprojecten (€ 13,0 mln.)<br />

in 2011. De vele nieuwbouw zien we ook terug in<br />

de stijging van de boekwaarde en de WOZ-waarde<br />

in 2011. De toename in de actuele waarde van 2011<br />

naar <strong>2012</strong> komt hoofdzakelijk door eerste toepassing<br />

van de restwaarde grond in de berekening van de<br />

bedrijfswaarde (€ 14,4 mln). De afname van de WOZwaarde<br />

<strong>2012</strong> ten opzichte van 2011 komt door de<br />

algemene economische omstandigheden en het effect<br />

daarvan op de woningmarkt. De gemiddelde WOZwaarde<br />

per woning is in het afgelopen jaar met 6%<br />

gedaald.<br />

Corporatie in Perspectief<br />

Jaarlijks brengt het Centraal Fonds Volkshuisvesting<br />

(CFV) de rapportage ‘Corporatie in Perspectief’ uit.<br />

Hiermee kan eenvoudig een beeld worden verkregen<br />

van enkele belangrijke kengetallen en hoe deze zich<br />

verhouden tot andere corporaties.<br />

Uit de rapportages <strong>2012</strong> en 2011, welke zijn gebaseerd<br />

op cijfers van respectievelijk 2011 en 2010, zijn de<br />

volgende gegevens ontleend:<br />

In onderstaande tabel valt op dat <strong>Woningstichting</strong><br />

<strong>Putten</strong> in 2011 ten opzichte van 2010 een veel lagere<br />

netto kasstroom per vhe heeft, terwijl deze in de<br />

regio en landelijk op hetzelfde niveau is gebleven.<br />

De netto kasstroom per vhe is bij ons in 2011 opmerkelijk<br />

lager dan in 2010 doordat enerzijds in 2011<br />

de onderhoudslasten € 1,3 mln. hoger zijn waar<br />

€ 0,9 mln. hogere huuropbrengsten en opbrengsten<br />

uit verkoop van onroerende zaken tegenover staan.<br />

Anderzijds is de betaalde rente in 2011 ruim € 0,5 mln.<br />

hoger dan in 2010. De toename in de betaalde rente<br />

in 2011 is ook terug te zien in de forse toename van<br />

de financiering per vhe ten opzichte van 2010. Deze<br />

ontwikkeling bij <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> is niet terug te<br />

zien bij de overige corporaties, want voor de regio en<br />

landelijk ligt de financiering per vhe in lijn met vorig<br />

jaar. De rentedekkingsgraad geeft aan hoe vaak uit de<br />

netto kasstroom de rente aan verschaffers van vreemd<br />

vermogen kan worden betaald. Gezien de hiervoor<br />

genoemde ontwikkelingen in de netto kasstroom en<br />

de financiering is de rentedekkingsgraad in 2011 bij<br />

<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> opvallend lager dan in 2010,<br />

terwijl dit voor de regio en landelijk op een (vrijwel)<br />

gelijk niveau is gebleven. De rentedekkingsgraad<br />

ligt echter nog steeds boven het gemiddeld van de<br />

2011 2010<br />

<strong>Woningstichting</strong> Regio Landelijk <strong>Woningstichting</strong> Regio Landelijk<br />

<strong>Putten</strong><br />

<strong>Putten</strong><br />

Netto kasstroom per vhe € 1.291 € 1.184 € 1.073 € 1.947 € 1.179 € 1.019<br />

Rentedekkingsgraad 2,2 2 1,8 3,5 2,1 1,8<br />

Financiering per vhe € 27.603 € 27.753 € 31.673 € 21.232 € 26.183 € 32.459<br />

Gemiddelde rentelasten 4,27% 4,37% 4,17% 4,29% 4,41% 4,32%<br />

Netto bedrijfslasten per vhe € 919 € 1.237 € 1.299 € 1.081 € 1.253 € 1.257


42<br />

regio en het landelijk gemiddelde. Daarnaast zijn de<br />

gemiddelde rentelasten van de leningenportefeuille<br />

nog steeds lager dan gemiddeld, in de verhouding<br />

tot het gemiddelde is hierin het afgelopen jaar weinig<br />

veranderd. Ook is nog steeds sprake van opvallend<br />

lagere bedrijfslasten per woning dan het gemiddelde.<br />

Dit alles draagt bij aan de goede financiële positie van<br />

<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong>.<br />

5.2 Financiële continuïteit<br />

Bij het realiseren van de strategische doelen streven<br />

wij naar een zo optimaal mogelijke inzet van de<br />

beschikbare financiële middelen, waarbij te allen<br />

tijde de financiële continuïteit en de continuïteit<br />

van de dienstverlening op langere termijn moet zijn<br />

gewaarborgd. Hierop wordt mede toegezien door het<br />

Centraal Fonds Volkshuisvesting, die mede op basis van<br />

het solvabiliteitsoordeel en het continuïteitsoordeel<br />

zicht houdt op de vraag of de ambities van de<br />

corporatie aansluiten bij de financiële positie. Ons<br />

doel is dat het A1 continuïteitsoordeel van het CFV<br />

wordt behouden.<br />

Ook het Waarborgfonds Sociale Woningbouw ziet<br />

toe op de financiële continuïteit met haar eisen rond<br />

financierbaarheid. Wij zijn voor de borging van onze<br />

financiering aangewezen op het WSW, dus wij zullen<br />

aan haar eisen moeten blijven voldoen.<br />

De ontwikkeling van de financiële continuïteit wordt<br />

daarmee door externen nauwlettend in de gaten<br />

gehouden, maar ook <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> zelf<br />

houdt vinger aan de pols.<br />

5.2.1 Externe beoordeling<br />

Oordeelsbrief BZK<br />

Van het ministerie van Binnenlandse Zaken en<br />

Koninkrijksrelaties (BZK) hebben wij in november <strong>2012</strong><br />

de oordeelsbrief over het verslagjaar 2011 ontvangen.<br />

In deze brief spreekt de minister zijn oordeel uit over:<br />

a. de financiële positie van de corporatie;<br />

b. de mate waarin wet- en regelgeving is nageleefd.<br />

Het financiële oordeel is gebaseerd op het<br />

solvabiliteitsoordeel van het Centraal Fonds Volkshuisvesting.<br />

De minister concludeert op basis van het<br />

door het Centraal Fonds uitgebrachte oordeel over<br />

de vermogenspositie, dat de solvabiliteit, uitgaande<br />

van voortgezette verhuur van het bezit, ultimo 2011<br />

voldoende is. Dit betekent dat de corporatie aan haar<br />

verplichtingen kan voldoen.<br />

Ten aanzien van de naleving van wet- en regelgeving<br />

heeft de Minister een opmerking gemaakt over<br />

het voldoen aan de staatsteunregeling. Over het<br />

verslagjaar 2011 is in zijn algemeenheid geconstateerd<br />

dat veel corporaties een onjuiste en/of onvolledige<br />

administratie hebben gevoerd op het gebied van<br />

toewijzing in het kader van de staatssteunregeling.<br />

Dit heeft in de sector geleid tot veel Assurancerapporten<br />

met oordeelsonthouding of zelfs een<br />

afkeurend oordeel hierover van de accountants. Ook<br />

bij <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> was voor 2011 sprake van<br />

een oordeelsonthouding, waardoor wij niet voldeden<br />

aan de staatssteunregeling. Gelet op de genoemde<br />

aanloopproblemen vindt de Minister een sanctie<br />

echter nog niet op zijn plaats. Wel wordt verwacht<br />

dat inzake de staatssteunregeling het verslagjaar<br />

<strong>2012</strong> tot een positieve beoordeling van de accountant<br />

zal leiden.<br />

Centraal Fonds Volkshuisvesting<br />

Het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) geeft<br />

jaarlijks een solvabiliteitsoordeel en een continuïteitsoordeel.<br />

Deze oordelen zijn gebaseerd op een uniforme<br />

waarderingsmethodiek van de bedrijfswaarde. Hierdoor<br />

is het voor het CFV mogelijk een vergelijking<br />

tussen corporaties te maken.<br />

Met het solvabiliteitsoordeel wordt vastgesteld of de<br />

corporatie financieel gezien in staat is haar bestaande<br />

woningbezit blijvend te verhuren zonder gedwongen<br />

verkoop. Het solvabiliteitsoordeel <strong>2012</strong> is gebaseerd op<br />

onze vermogenspositie op balansdatum 31 december<br />

2011. Omdat de huurtoeslagheffing nog niet wettelijk<br />

was opgelegd op moment van oordeelsvorming, is het<br />

oordeel gebaseerd op de vermogenspositie exclusief<br />

de heffing. Daarnaast is er geen rekening gehouden<br />

met eerdere invoering van de huurtoeslagheffing in<br />

2013 en een saneringsheffing in 2013.


Het CFV concludeert op basis van de ingediende<br />

verantwoordingsinformatie 2011 dat het vermogen op<br />

31 december 2011 groter is dan het voor onze<br />

corporatie minimaal noodzakelijke volkshuisvestelijke<br />

vermogen op basis van de risico-inschatting inclusief<br />

vpb-beklemming (56,2% ten opzichte van 9,5%).<br />

Dit leidt tot het oordeel ‘voldoende solvabiliteit’.<br />

Indien het verschil tussen het volkshuisvestelijk<br />

vermogen en het berekende risicobedrag minder dan<br />

10% van het balanstotaal bedraagt, wordt aanvullend<br />

bezien of de marktwaarde van het bezit meer dan 150%<br />

bedraagt van de volkshuisvestelijke exploitatiewaarde.<br />

Deze zogenaamde marktwaardetoets moet aan het<br />

licht brengen of in geval van nood de te verwachten<br />

verkoopopbrengsten van delen van het woningbezit in<br />

voldoende mate als vangnet kunnen fungeren. Nu is<br />

deze aanvullende toets voor ons niet van toepassing<br />

omdat het genoemde verschil 46,7% bedraagt<br />

en dus hoger is dan 10%, toch heeft het CFV de<br />

marktwaardetoets gerapporteerd. De verhouding<br />

Uit de rapportage ‘Corporatie in Perspectief’ <strong>2012</strong><br />

van het CFV, gebaseerd op cijfers van 2011, zijn de<br />

volgende gegevens ontleend:<br />

Ons volkshuisvestelijk vermogen ligt niet alleen boven<br />

het vereiste minimum, maar is ook hoger dan bij andere<br />

corporaties. De financiële positie van <strong>Woningstichting</strong><br />

<strong>Putten</strong> is dus gezond, ook in vergelijking met andere<br />

corporaties.<br />

tussen marktwaarde en bedrijfswaarde bedraagt bij ons<br />

212,3%, dus ook op basis van de marktwaardetoets is<br />

ons vermogen voldoende.<br />

Jaarlijks geeft het Centraal Fonds een continuïteitsoordeel<br />

af. Het continuïteitsoordeel doet een uitspraak<br />

in hoeverre de door de corporatie voorgenomen<br />

activiteiten in de prognoseperiode passend zijn bij<br />

de vermogenspositie. Het meest recente oordeel<br />

is gebaseerd op de begroting <strong>2012</strong>-2016. Hiertoe<br />

wordt het volkshuisvestelijk vermogen na het<br />

derde prognosejaar (2014) en aan het einde van de<br />

prognoseperiode (2016) berekend. <strong>Woningstichting</strong><br />

<strong>Putten</strong> heeft in juni <strong>2012</strong> een A1-oordeel gekregen. De<br />

voorgenomen investeringen zijn geplaatst in het kader<br />

van de beoordeling van het Centraal Fonds. Hieruit<br />

blijkt dat ons volkshuisvestelijk vermogen ultimo 2016<br />

nog steeds voldoet aan de eisen voor een A1-oordeel,<br />

want het zit nog ruim boven de ondergrens van 2016.<br />

De onderstaande gegevens zijn ontleend aan de bij dit<br />

oordeel horende rapportage.<br />

Vermogen % balans-totaal<br />

Volkshuisvestelijk vermogen ultimo 2014 € 61,3 mln. 48,8<br />

Volkshuisvestelijk vermogen ultimo 2016 (incl. meerjarenbegroting) € 59,2 mln. 44,8<br />

Ondergrens ultimo 2014 (risico plus vpb beklemming) € 14,2 mln. 11,3<br />

Ondergrens ultimo 2016 (risico plus vpb beklemming) € 22,8 mln. 17,2<br />

Waarborgfonds Sociale Woningbouw<br />

De totale leningenportefeuille van <strong>Woningstichting</strong><br />

<strong>Putten</strong> bedraagt eind <strong>2012</strong> € 54 mln. Daarvan is<br />

€ 17,4 mln. geborgd door het WSW (en de rest door<br />

de Gemeente <strong>Putten</strong>), waar wij sinds 2009 bij zijn<br />

aangesloten. Het WSW is geen toezichtsorgaan,<br />

maar zij zorgt dat woningcorporaties tegen gunstige<br />

rentetarieven geld kunnen lenen door garanties te<br />

verstrekken aan hun financiers (borging). Het WSW<br />

<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> Regio Landelijk<br />

Volkshuisvestelijk vermogen eind 2011 per vhe € 35.877 € 18.303 € 13.802<br />

Volkshuisvestelijk vermogen eind 2016 per vhe € 31.575 € 13.882 € 12.348<br />

43


44<br />

doet dat op basis van een onderlinge garantiestelling<br />

van corporaties met achtervang van de overheid. Het<br />

WSW monitort actief risico’s om vast te stellen of<br />

corporaties aan hun verplichtingen kunnen voldoen.<br />

Op basis van de begroting <strong>2012</strong> heeft het WSW het<br />

faciliteringsvolume voor de jaren <strong>2012</strong> tot en met 2014<br />

bepaald. Dit is het bedrag dat aangeeft hoeveel leningen<br />

<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> deze drie jaar onder borging<br />

van het WSW kan aantrekken voor de financiering van<br />

borgbare onroerende zaken en herfinanciering van<br />

bestaande leningen. Het faciliteringsvolume is in mei<br />

<strong>2012</strong> vastgesteld op € 18 mln., inclusief de forward<br />

gefixeerde leningen. In november <strong>2012</strong> heeft het WSW<br />

laten weten, gezien de grote financiële onzekerheden<br />

omtrent de uitwerking van het regeerakkoord, de<br />

borging van de financieringsbehoefte voor alle<br />

deelnemers te beperken tot en met het jaar 2013. Het<br />

WSW geeft derhalve geen faciliteringsvolume voor<br />

2014 en verder af. Het (resterende) faciliteringsvolume<br />

voor <strong>2012</strong> en 2013 is in december <strong>2012</strong> vastgesteld op<br />

€ 7,3 mln. Hiervan heeft <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> tot op<br />

heden nog geen gebruik gemaakt.<br />

Voor 1 april 2013 heeft het WSW de nieuwe prognoses<br />

op basis van de financiële meerjarenbegroting<br />

2013-2022 van ons ontvangen. Het WSW zal<br />

op basis daarvan beoordelen wat de effecten<br />

zijn van de overheidsmaatregelen, welke in deze<br />

prognoses zijn ingerekend (zie paragraaf 5.2.2), op


de beoordelingscriteria van onze corporatie en de<br />

borging daar op afstemmen. Het WSW hanteert een<br />

kasstroommodel op basis waarvan zij bepalen of de<br />

aan te trekken leningen kunnen worden geborgd.<br />

Zij corrigeert de operationele kasstroom voor een<br />

aflossingsfictie van 2% van de leningenportefeuille. Op<br />

basis van onze financiële meerjarenbegroting zien deze<br />

kasstromen er voor de komende vijf jaar als volgt uit:<br />

Bedragen x € 1.000.<br />

5.2.2. Interne beoordeling<br />

Meerjarenprognose<br />

Voor de jaren tot en met 2015 heeft <strong>Woningstichting</strong><br />

<strong>Putten</strong> nog ruim € 15,5 mln. aan investeringen in<br />

nieuwbouw gepland staan. Deze investeringen<br />

zijn opgenomen en doorgerekend in de financiële<br />

meerjarenbegroting. Vanzelfsprekend zijn nieuwbouwprojecten<br />

met de nodige onzekerheden<br />

omgeven, maar de ingerekende projecten zijn allemaal<br />

zogenaamde harde projecten. Naast nieuwbouw zijn<br />

de onderhoudsuitgaven en verbeteringen ingerekend,<br />

waarbij rekening is gehouden met de benodigde<br />

energiemaatregelen die nodig zijn om ons woningbezit<br />

minimaal te laten voldoen aan label C of ten behoeve<br />

van comfortverbetering.<br />

Gezien de grote wettelijke onzekerheden rondom<br />

inkomensafhankelijke huurverhogingen zijn wij voor<br />

de komende jaren voor alle huurders van sociale<br />

huurwoningen uitgegaan van de extra huurverhoging<br />

van 1,5% boven inflatie, welke voor de laagste<br />

inkomens (tot € 33.614) is toegestaan. De inflatie is<br />

door ons jaarlijks gesteld op 2,25% gesteld.<br />

In onze meerjarenbegroting is rekening gehouden met<br />

het voorstel het WWS-puntensysteem voor de bepaling<br />

van de maximaal toegestane huur te vervangen door<br />

een maximaal toegestane huur van 4,5% van de WOZwaarde<br />

van een woning.<br />

Met ingang van 1 januari 2013 kan het CFV maximaal<br />

5% in plaats van maximaal 1% van de jaarhuuromzet<br />

Het WSW stelt als eis dat de gecorrigeerde<br />

operationele kasstroom de komende vijf jaar positief<br />

moet zijn. Dit is voor onze meerjarenprognose (zie<br />

verder paragraaf 5.2.2.) dus het geval. Dit betekent<br />

dat de financierbaarheid van DAEB-activiteiten geen<br />

problemen geeft en de leningen kunnen worden<br />

aangetrokken onder borging door het WSW.<br />

2013 2014 2015 2016 2017<br />

Operationele kasstroom WSP 2.478 1.724 2.037 2.104 1.671<br />

Af: Aflossingsfictie leningen (2%) 1.084 1.103 1.182 1.215 1.184<br />

Operationele kasstroom WSW 1.394 621 855 889 487<br />

aan saneringssteun heffen. Onze verwachting is dat<br />

het CFV de komende vijf jaar de saneringssteun zal<br />

vaststellen zoals de volgende tabel.<br />

Prognosejaar Saneringsheffing<br />

2013<br />

4%<br />

2014<br />

3%<br />

2015<br />

3%<br />

2016<br />

2%<br />

2017<br />

1%<br />

Daarnaast moeten we vanaf 2013 een verhuurderheffing<br />

betalen voor iedere sociale huurwoning die wij<br />

bezitten. De heffing wordt berekend over de totale<br />

WOZ-waarde. Het tarief van de verhuurderheffing voor<br />

2013 is vastgesteld op 0,014% van de WOZ-waarde.<br />

Voor 2014 was de verhuurderheffing aanvankelijk op<br />

0,231% gesteld, maar in het regeerakkoord is een extra<br />

verhuurderheffing opgenomen. Voor de komende vijf<br />

jaar hebben wij de volgende tarieven, per € 1.000<br />

WOZ-waarde, voor de (extra) verhuurderheffing<br />

ingerekend:<br />

Prognosejaar Heffing<br />

2013<br />

€ 0,13<br />

2014<br />

€ 3,65<br />

2015<br />

€ 4,51<br />

2016<br />

€ 5,43<br />

2017<br />

€ 6,38<br />

45


46<br />

Ultimo <strong>2012</strong> hebben we nog zes opgeleverde nieuwbouw<br />

woningen welke wij in 2013 verwachten te<br />

verkopen. Daarnaast zijn we er in de begroting van<br />

uitgegaan dat we jaarlijks twee bestaande woningen<br />

zullen verkopen.<br />

Tenslotte is ten aanzien van de post vennootschapsbelasting<br />

gekozen om in <strong>2012</strong> gebruik te maken van<br />

de mogelijkheid onroerend goed af te waarderen naar<br />

lagere WOZ voor zover de waardedaling ten opzichte<br />

Bedragen x € 1.000<br />

van 2009 meer dan 10% bedraagt. Daarnaast zal<br />

vanaf 2018 een fiscale onderhoudsvoorziening worden<br />

gevormd. Deze twee tijdelijke maatregelen zouden<br />

ertoe moeten leiden dat we belastingbetaling tot 2019<br />

kunnen uitstellen.<br />

Dat in twee jaren de netto kasstroom nihil is, komt<br />

doordat wij sturen op een positieve stand van de<br />

liquide middelen. Wanneer dit niet het geval is, wordt<br />

het tekort bij geleend.<br />

Vorenstaande aannames leiden voor de komende jaren tot de volgende kasstroomprognoses:<br />

Kasstromen 2013 2014 2015 2016 2017<br />

Ontvangsten 10.599 11.266 11.917 12.558 13.011<br />

Uitgaven -8.121 -9.542 -9.879 -10.453 -11.340<br />

Operationele kasstroom 2.478 1.724 2.038 2.105 1.671<br />

Investeringen -6.225 -6.034 -3.963 -750 -44<br />

Verkopen 2.242 359 314 342 341<br />

Investeringskasstroom -3.983 -5.675 -3.649 -408 297<br />

Financieringskasstroom 965 3.951 1.611 -1.514 -1.550<br />

Netto kasstroom -540 0 0 183 418


Rentedekkingsgraad<br />

Voor de beoordeling van de financiële continuïteit is<br />

het belangrijk om te weten of <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong><br />

in staat is de toekomstige financieringslasten uit de<br />

operationele kasstromen (exploitatie) te kunnen<br />

voldoen. Hiervoor wordt de interest coverage ratio<br />

(ICR) gebruikt. Dit is de operationele kasstroom voor<br />

In alle jaren wordt (ruim) aan de norm voldaan.<br />

Scenario’s<br />

Er is een scenario op de basisbegroting doorgerekend,<br />

waarbij meer nieuwbouw (totaal 106 eenheden) aan<br />

de plannen zijn toegevoegd. Bij dat scenario ontstaan<br />

nog steeds geen knelpunten ten aanzien van financiële<br />

continuïteit. De jaarlijkse operationele kasstromen<br />

inclusief 2% aflossingsfictie leiden er toe dat het saldo<br />

van de kasstromen over vijf jaren gemeten positief<br />

is. Ook is de tendens van de jaarlijkse kasstromen<br />

positief. Daarnaast ligt ook de ICR jaarlijks (net) boven<br />

de gestelde eis.<br />

We hebben bij dit scenario getoetst in hoeverre we<br />

van de extra huurverhoging van 1,5% boven inflatie<br />

afhankelijk zijn. Het blijkt dat, om de nieuwbouwaantallen<br />

sociale huur conform de woonvisie te<br />

kunnen realiseren, we niet kunnen volstaan met<br />

een inflatievolgend huurbeleid. In geval van een<br />

inflatievolgend huurbeleid komt de kasstroomprognose<br />

van het WSW op de middellange termijn niet langer<br />

positief uit. De jaarlijkse ICR leidt daarbij slechts<br />

incidenteel tot een verhoogd financieringsrisico.<br />

rente in relatie tot de betaalde rente. Wij hebben deze<br />

norm vastgesteld op minimaal 1,4. Toetsing van deze<br />

norm aan de verwachte kasstroomprognose geeft het<br />

onderstaande resultaat.<br />

2013 2014 2015 2016 2017<br />

Operationele kasstroom excl rente 4.755 4.052 4.598 4.769 4.338<br />

Rentelasten (netto) 2.277 2.328 2.561 2.665 2.667<br />

Rentedekkingsgraad (ICR) 2,09 1,74 1,80 1,79 1,63<br />

47


6Risicomanagement


50<br />

6. Risicomanagement<br />

In het kader van het in-control zijn als onderneming is<br />

het belangrijk om de risico’s die kunnen optreden en<br />

de gevolgen daarvan voor de bedrijfsvoering in kaart te<br />

brengen en waar mogelijk te beheersen. In 2011 heeft<br />

het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement<br />

(NAR) ons ondersteund in de verdere implementatie<br />

van risicomanagement. Dit heeft ertoe geleid dat de<br />

volgende vijf belangrijkste risico’s zijn benoemd:<br />

1. Marktontwikkelingen<br />

2. Grondposities<br />

3. Renterisico<br />

4. Kwaliteit medewerkers<br />

5. Besluitvorming<br />

Naast deze vijf genoemde risico’s onderkennen wij<br />

dat het onverwacht politiek ingrijpen als gevolg van<br />

wijzigingen in wet- en regelgeving een grote invloed<br />

kan hebben op onze financiële positie. Hierop zijn de<br />

sturingsmogelijkheden voor individuele corporaties<br />

beperkt.<br />

In <strong>2012</strong> hebben we een nieuw ondernemingsplan<br />

opgesteld voor de periode 2013-2017. Bij het opstellen<br />

van dit plan hebben we de sterke en zwakke punten<br />

van de eigen organisatie in kaart gebracht en de<br />

kansen en bedreigingen die vanuit de omgeving op<br />

ons afkomen. Hieruit zijn impliciet een aantal risico’s<br />

(en kansen) naar voren gekomen waarmee wij bij onze<br />

beleidskeuzen rekening hebben gehouden.<br />

6.1 Marktontwikkelingen<br />

Als we het over risico’s als gevolg van marktontwikkelingen<br />

hebben, gaat dit voornamelijk om het<br />

lange termijnrisico op structurele leegstand in geval<br />

van onder andere een onvoldoende op de vraag<br />

afgestemde woningvoorraad.


Dit zogenaamde woningmarktrisico is reeds in 2009<br />

in kaart gebracht bij de discussie rond het strategisch<br />

voorraadbeheer. Hier zijn verwachte bevolkingsontwikkelingen<br />

en marktontwikkelingen voor de<br />

gemeente <strong>Putten</strong> besproken. De ontwikkelingen zijn<br />

in 2011 opnieuw tegen het licht gehouden bij het<br />

opstellen van de Woonvisie en bij het onderzoek<br />

naar de behoefte aan wonen en zorg. In <strong>2012</strong> heeft<br />

er wederom een onderzoek, Woon <strong>2012</strong>, plaatsgevonden.<br />

De resultaten hiervan zullen in 2013<br />

gerapporteerd worden en vormen de basis voor de<br />

nieuwe regionale woningbehoefte en binnenregionale<br />

verdeling van nieuwbouwaantallen (KWP).<br />

Gelet op de grote vraag naar betaalbare woonruimte<br />

zijn de risico’s op structurele leegstand in <strong>Putten</strong><br />

vooralsnog zeer beperkt.<br />

Wij monitoren de vraag van onze klanten naar<br />

onze producten om tijdig te kunnen anticiperen op<br />

veranderende behoeften. De kans op het aanbieden<br />

van typen woningen waaraan de klant geen behoefte<br />

heeft, wordt daarmee verkleind en leegstand<br />

voorkomen. Zowel bij nieuwbouw als bij transformatie<br />

van ons huidige bezit liggen hier risico’s maar ook<br />

kansen. In ons ondernemingsplan hebben we bepaald<br />

dat we het aanbod van nultredenwoningen en<br />

levensloopbestendige woningen gaan vergroten, door<br />

middel van transformatie van ons bezit, met name op<br />

inbreidingslocaties. Daarnaast hebben we, conform<br />

het KWP, als norm gesteld dat minimaal 88% van de<br />

nieuwbouw bestaat uit nultredenwoningen.<br />

Ten aanzien van maatschappelijk onroerend goed<br />

(zoals woonvoorzieningen voor verstandelijk en/of<br />

lichamelijk beperkten) bestaat een verhoogd risico<br />

op leegstand in verband met wijzigende politieke<br />

beslissingen. In het ondernemingplan hebben we,<br />

uitgaande van de ophanden zijnde scheiding van wonen<br />

en zorg, gedefinieerd dat we bij het ontwik-kelen van<br />

maatschappelijk vastgoed zullen kiezen voor realisatie<br />

van zelfstandig te verhuren appartementen. Boven-<br />

dien zijn er wat ons betreft alleen mogelijkheden tot<br />

uitbreiding van begeleid zelfstandig wonen op verzoek<br />

van een specifieke cliëntengroep.<br />

Gezien de huidige marktomstandigheden in de regio<br />

<strong>Putten</strong> zijn de risico’s in het kader van verkoopbaarheid<br />

van woningen de laatste jaren sterk toegenomen. Het<br />

verkoopbeleid van <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> is echter<br />

terughoudend. Voor het bestaande bezit rekenen we<br />

op slechts twee woningverkopen per jaar en ultimo<br />

<strong>2012</strong> hebben we nog zes gerealiseerde nieuwbouw<br />

koopwoningen in onze woningvoorraad. In ons<br />

ondernemingsplan hebben we bovendien opgenomen<br />

dat we terughoudend zijn met de bouw van nieuwe<br />

koopwoningen in verband met verkooprisico’s en<br />

het benutten van nieuwbouwlocaties voor de bouw<br />

van huurwoningen ten behoeve van de gewenste<br />

transformatie van ons bezit.<br />

6.2 Grondposities<br />

Ten aanzien van grondposities gaat het voornamelijk<br />

om het risico dat niet kan worden voldaan aan afspraken<br />

met de gemeente over het bouwvolume (en type).<br />

Ook dit risico wordt getypeerd als woningmarktrisico.<br />

In <strong>2012</strong> heeft <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> met de gemeente<br />

<strong>Putten</strong> prestatieafspraken gemaakt voor de jaren <strong>2012</strong>-<br />

2017. Hierin zijn diverse afspraken gemaakt over (her/<br />

des) investeringen, kwaliteit bezit, leefbaarheid en<br />

zorg. De aantallen nieuw te bouwen woningen in<br />

de in 2011 opgestelde Woonvisie van de Gemeente<br />

<strong>Putten</strong> zijn te hoog ten opzichte van het beschikbare<br />

contingent van de provincie.<br />

51


52<br />

Onze resterende woonbehoefte van 106 eenheden,<br />

waar op dit moment nog geen concrete projecten<br />

voor zijn, kan desondanks wel binnen de bestaande<br />

afspraken worden gerealiseerd. De termijn waarop de<br />

realisatie van deze eenheden zou kunnen plaatsvinden,<br />

is echter nog onzeker.<br />

Door gebrek aan betaalbare grond kunnen wij<br />

beperkt of geen nieuwbouw realiseren. Tegelijkertijd<br />

is het door overheidsregels moeilijk om grond nu al<br />

aan te kopen. Daarnaast ontstaat bij het speculatief<br />

doen van grondaankopen een groot risico of de<br />

grond daadwerkelijk kan worden bebouwd. Er is<br />

door <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> in <strong>2012</strong> geen grond<br />

aangekocht. Dus ook geen grond waar geen zekerheid<br />

is dat er binnen 10 jaar een bouwbestemming op zal<br />

komen. Er zijn dit jaar eveneens geen aankopen van<br />

bestaande woningen gedaan om een toekomstige<br />

herontwikkeling mogelijk te maken.<br />

6.3 Renterisico<br />

Het renterisico is het risico dat de netto kasstroom<br />

van <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> wordt beïnvloed door<br />

schommelingen van de rente.<br />

De rentelasten over de leningenportefeuille vormen een<br />

belangrijk deel van de uitgaven van <strong>Woningstichting</strong><br />

<strong>Putten</strong>. Zo werd over <strong>2012</strong> € 2,3 mln. verantwoord<br />

aan rentelasten op een huuropbrengst van € 9,9 mln.<br />

Afgerond bedragen de rentelasten dus 23% van de<br />

huuropbrengsten.<br />

Rente Exposure<br />

10.000<br />

8.000<br />

6.000<br />

4.000<br />

2.000<br />

0<br />

6.3.1 Rente-exposure<br />

Naast de beweeglijkheid van de rente is de omvang<br />

van het renterisico afhankelijk van de omvang van het<br />

bedrag dat onder invloed staat van rentefluctuaties, dit<br />

wordt exposure genoemd. Onderstaande grafiek toont<br />

de rente-exposure in de jaren 2013 t/m 2022 van de<br />

bestaande leningenportefeuille.<br />

<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> voldoet in de periode 2013-<br />

2022 voor wat betreft de huidige leningenportefeuille<br />

aan de WSW-norm inzake rente-exposure. Deze<br />

norm houdt in dat jaarlijks maximaal 15% van het<br />

rentedragend vreemd vermogen rente-exposure mag<br />

ondergaan.<br />

In 2014 en 2016 is sprake van een hoge rente-exposure<br />

als gevolg van een spreadherziening. Dit betekent<br />

dat de risico-opslag, als onderdeel van het totale<br />

rentepercentage, wordt herzien. Bij een renteconversie<br />

wordt de basisrente zelf herzien.<br />

Wanneer we de huidige leningenportefeuille verhogen<br />

met de toekomstige financieringsbehoefte op basis van<br />

onze meerjarenprognose, ontstaat het in onderstaande<br />

grafiek weergegeven beeld van de rente-exposure in<br />

de jaren 2013 t/m 2022. De WSW-norm in deze grafiek<br />

is de eerder genoemde norm dat jaarlijks maximaal<br />

15% van het rentedragend vreemd vermogen renteexposure<br />

mag ondergaan. Deze is hier gebaseerd op de<br />

bestaande leningenportefeuille exclusief aanvullende<br />

financieringsbehoefte. Dit betekent dat als wel met<br />

deze financieringsbehoefte rekening gehouden wordt,<br />

de WSW-norm hoger komt te liggen.<br />

Grafiek: Rente-exposure huidige leningenportefeuille<br />

2013 - 2022<br />

2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022<br />

Eindaflossing<br />

Renteconversie<br />

Spreadherziening<br />

wsw norm


Renterisico<br />

15.000<br />

10.000<br />

5.000<br />

0<br />

-5.000<br />

-10.000<br />

In de grafiek hierboven is goed te zien dat in het<br />

jaar 2014 een relatief groot renterisico ontstaat.<br />

Dit komt door de nieuwbouw in dat jaar van<br />

€ 5,9 mln en door de spreadherziening van een<br />

lening van € 5 mln. Uit deze grafiek blijkt ook dat<br />

vanaf het jaar 2016 negatieve financieringsbehoeften<br />

ontstaan (liquiditeitsoverschotten) doordat er geen<br />

nieuwbouwprojecten zijn meegenomen.<br />

6.3.2 Derivatenportefeuille<br />

In september <strong>2012</strong> zijn door de Minister van<br />

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beleidsregels<br />

gepubliceerd inzake het gebruik van financiële<br />

derivaten door toegelaten instellingen, welke van<br />

toepassing zijn vanaf 1 oktober <strong>2012</strong>. Als gevolg<br />

hiervan hebben wij onder begeleiding van een externe<br />

deskundige, daar waar nodig, ons treasurystatuut<br />

aangepast. Dit herziene statuut is eind november <strong>2012</strong><br />

vastgesteld door de Raad van Commissarissen.<br />

In ons treasurystatuut hebben wij opgenomen dat het<br />

gebruik van derivaten slechts is toegestaan in situaties<br />

waarin sprake is van renterisico-reductie. Met andere<br />

woorden: derivaten mogen worden gehanteerd als<br />

defensief instrument. Er mogen uitsluitend financiële<br />

derivaten aangetrokken worden ter hedging van<br />

Grafiek: Renterisico exposure totale<br />

bedrijfsvoering 2013 - 2022<br />

2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022<br />

Spreadherziening<br />

Renteconversie<br />

Financieringsbehoefte<br />

wsw norm<br />

variabele leningen die voor of tegelijk met het<br />

moment van afsluiten van het derivatencontract zijn<br />

aangetrokken. De aan te trekken payer swaps mogen<br />

geen langere looptijd hebben dan het lopende jaar<br />

en de direct daarop volgende negen kalenderjaren.<br />

Het speculatief gebruik van derivaten is te allen tijde<br />

verboden. Indien het renterisico gereduceerd kan<br />

worden op een meer ‘traditionele’ on-balancewijze<br />

(financiële transacties die in de balans worden<br />

53


54<br />

opgenomen, bijvoorbeeld leningen met uitgestelde<br />

storting) geniet dit de voorkeur.<br />

Daarnaast hebben wij in het treasurystatuut beschreven<br />

dat rente-instrumenten worden afgesloten bij banken<br />

met minimaal een internationale AA-rating. Alvorens<br />

met een bepaalde bank een rente-instrument aan te<br />

gaan, zullen de wederzijdse verplichtingen die daaruit<br />

voortkomen geregeld worden in een speciaal daartoe<br />

af te sluiten contract.<br />

Tenslotte is door ons in het treasurystatuut vastgelegd<br />

dat voor het aangaan van derivatentransacties vooraf<br />

goedkeuring nodig is van de directeur-bestuurder en<br />

de Raad van Commissarissen. Voorafgaande aan het<br />

effectueren van de derivatentransactie is bovendien<br />

een advies van een extern deskundige noodzakelijk.<br />

Deze deskundige mag op geen enkele wijze betrokken<br />

zijn bij de partij die de transactie verschaft.<br />

Het jaarlijks op te stellen treasuryjaarplan maakt bij<br />

<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> onderdeel uit van de begroting,<br />

welke eveneens wordt vastgesteld door de Raad van<br />

Commissarissen.


Het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) heeft op<br />

peildatum 31 december <strong>2012</strong> opnieuw onderzocht of<br />

corporaties met een derivatenportefeuille voldoende<br />

buffer aanhouden om te kunnen voldaan aan<br />

onderpandverplichtingen bij een fictieve rentedaling<br />

van 1% respectievelijk 2%.<br />

Op 31 december <strong>2012</strong> bestaat de portefeuille van<br />

<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> uit twee basisrenteleningen,<br />

die in de opvatting van het CFV (en niet in de<br />

opvatting van het WSW) als derivaten kwalificeren.<br />

Basisrenteleningen zijn leningen waarbij op een<br />

bepaald moment de kredietopslag herzien gaat worden.<br />

Op het moment van renteherziening zal de<br />

kredietopslag worden herzien. Indien de bank en<br />

de corporatie geen overeenstemming bereiken over<br />

de aanpassing van de kredietopslag zal de leningovereenkomst<br />

worden beëindigd. Bij beëindiging vindt<br />

op de herzieningsdatum een verrekening plaats tussen<br />

de basisrente en de rente op de kapitaalmarkt over<br />

de rest van de looptijd. Dit bedrag en de hoofdsom<br />

moeten worden afgerekend. Dit betekent een herfinancieringsrisico<br />

voor de corporatie.<br />

De waarde van onze derivatenportefeuille ziet er als<br />

volgt uit:<br />

Nominale waarde<br />

31-12-<strong>2012</strong><br />

10.500<br />

Marktwaarde -3.480<br />

Marktwaarde bij rentedaling van -1% -5.992<br />

Marktwaarde bij rentedaling van -2% -8.503<br />

Bedragen x € 1.000.<br />

De marktwaarden geven aan wat door ons moet<br />

worden bijgestort op moment dat de leningovereenkomsten<br />

worden beëindigd, vandaar de weergave als<br />

negatieve bedragen. Er wordt geen specifieke buffer<br />

aangehouden in de vorm van middelen die liquide zijn<br />

of direct liquide zijn te maken, maar dit is bij derivaten<br />

in de vorm van basisrenteleningen ook niet vereist.<br />

6.4 Kwaliteit medewerkers<br />

Het succes van een organisatie wordt in belangrijke<br />

mate bepaald door de kwaliteit van haar medewerkers.<br />

Kwaliteit wordt daarbij bepaald door onder meer<br />

kennis, integriteit en betrokkenheid<br />

Door steeds veranderende regelgeving moet het kennisniveau<br />

van de medewerkers up-to-date blijven om zo<br />

schade door verkeerde beslissingen te voorkomen.<br />

Per afdeling hebben we daarom een jaarlijks<br />

opleidingsbudget beschikbaar. Daar waar intern<br />

onvoldoende expertise aanwezig is, huren we externe<br />

deskundigen in.<br />

Om de integriteit van de medewerkers te bewaken is<br />

binnen <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> een Integriteitsbeleid<br />

opgesteld. Iedere nieuwe medewerker ontvangt deze<br />

gedragscode bij indiensttreding en conformeert zich<br />

met de inhoud. In de plannings-, voortgangs- en<br />

beoordelingsgesprekken wordt expliciet het thema<br />

integriteit aan de orde gesteld.<br />

In <strong>2012</strong> heeft vier keer een personeelsoverleg<br />

plaatsgevonden. Hiermee wordt de betrokkenheid van<br />

medewerkers bij andere zaken dan hun eigen werk/<br />

afdeling vergroot. Tijdens dit overleg is gesproken over<br />

lopende zaken binnen de andere afdelingen en over<br />

nieuwe ontwikkelingen en projecten.<br />

6.5 Besluitvorming<br />

Het gaat hierbij voornamelijk om de mogelijke risico’s<br />

van onvoldoende sturing van de organisatie op basis<br />

van de beschikbare informatie en het niet tijdig<br />

monitoren van het bereiken van de gestelde doelen.<br />

<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> bevindt zich in een dynamische<br />

omgeving, onder meer op het gebied van wet- en<br />

regelgeving. Dit verhoogt het belang van een adequate<br />

planning- en controlcyclus, die tevens regelmatig dient<br />

te worden aangepast aan de actuele ontwikkelingen.<br />

Onze beheersingsmaatregelen bestaan uit:<br />

• Ondernemingsplan;<br />

• (Financiële) meerjarenbegroting;<br />

• Maandelijkse budgetrapportage;<br />

• Viermaandelijkse managementrapportage;<br />

• Procuratieregeling;<br />

• Investeringsstatuut.<br />

55


7Toekomst


58<br />

7 Toekomst<br />

In dit <strong>jaarverslag</strong> stonden onze activiteiten in <strong>2012</strong><br />

en de financiële vertaling ervan centraal. Graag<br />

kijken we naar de komende jaren. Wat brengen die<br />

voor de corporatiesector in het algemeen en voor<br />

<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> in het bijzonder?<br />

De onzekere economische situatie en de sterke<br />

noodzaak voor verdere bezuinigingen op rijksniveau<br />

zetten de sector stevig onder druk. De maatregelen<br />

uit het regeerakkoord hebben grote invloed op de<br />

financiële positie van de corporaties. Door een aantal<br />

negatieve gebeurtenissen in de sector in de afgelopen<br />

jaren is de roep om meer in- en extern toezicht<br />

sterk toegenomen. In de concept-herziening van de<br />

Woningwet is hierover al het nodige opgenomen.<br />

Ook de parlementaire enquête die in 2013 plaatsvindt,<br />

zal zijn effect hebben op de regelgeving die voor<br />

corporaties van kracht is.<br />

De corporatiesector moet nog nadrukkelijker duidelijk<br />

maken waarom zij de dingen doet die zij doet en wat<br />

de maatschappelijke meerwaarde is. Het huisvesten<br />

van mensen met de smalle beurs is een kerntaak die<br />

de afgelopen jaren in sommige situaties wat naar de<br />

achtergrond is verschoven. Juist deze ontwikkeling<br />

heeft ertoe geleid dat er veel discussie is over de<br />

rol en taakvervulling. Toch is dit niet altijd terecht.<br />

Dankzij een brede sociale volkshuisvestingssector<br />

hebben wij in Nederland een kwalitatief zeer goede<br />

huursector in wijken waar het over het algemeen<br />

goed wonen is. Verwacht mag worden dat de sector<br />

in de toekomst kleiner zal worden, niet alleen qua<br />

vraagontwikkeling van lagere inkomensgroepen, maar<br />

ook om alle financiële gevolgen van de verhuurderheffing<br />

te kunnen dragen.<br />

Ook in <strong>Putten</strong> kan de voorraad sociale huurwoningen<br />

op termijn kleiner worden, als we kijken naar de<br />

ontwikkeling van het aantal huishoudens met een lager<br />

inkomen. Hier gaan echter nog wel wat jaren overheen<br />

voordat het zover is. Door de huidige scheefheid zijn<br />

veel woningen momenteel nog bewoond door mensen<br />

met een hoger inkomen. Bovendien groeit het aantal<br />

huishoudens de komende jaren nog, in tegenstelling<br />

tot andere gebieden in Gelderland waar de krimp is<br />

ingezet. Het toekomstige huurbeleid kan ertoe leiden<br />

dat de mensen met hogere inkomens verhuizen<br />

naar een woning in de koopsector. Dit vergroot de<br />

beschikbaarheid van woningen voor onze doelgroep.<br />

Wij zetten nog steeds in op een beperkte verruiming<br />

van de sociale huurwoningenvoorraad. Dit doen wij via<br />

de toevoeging van toekomstbestendige woningtypen.<br />

Als we zouden willen beantwoorden aan de vraag, zou<br />

er in de periode 2010-2020 nog een aantal van circa 290<br />

sociale huurwoningen moeten worden gerealiseerd<br />

(plancapaciteit), op een totale plancapaciteit van 980<br />

nieuwe woningen. Helaas biedt de huidige KWPafspraak<br />

hiervoor geen ruimte en zal <strong>Putten</strong> het met<br />

het toegekende aantal van 555 woningen moeten<br />

doen. Deze zijn inmiddels ook allemaal opgenomen<br />

in harde plannen. De ruimte om het aantal sociale<br />

huurwoningen te vergroten is er zonder medewerking<br />

van de provincie en de regio dan ook niet.<br />

In 2013 wordt op basis van Woon <strong>2012</strong> in regionaal<br />

verband de discussie geopend over de KWP-cijfers.<br />

Dit zou voor <strong>Putten</strong> moeten leiden tot een hoger aantal<br />

nieuwbouwwoningen, waaronder huurwoningen in<br />

het betaalbare segment. Onze focus ligt met name<br />

op het betaalbare segment, de zogenaamde DAEB-<br />

activiteiten. Het duurdere segment is primair een markt<br />

voor andere partijen, te meer daar de financieringscondities<br />

voor dit type woningen voor corporaties niet<br />

gunstiger zijn dan voor andere partijen. De kern van<br />

onze activiteiten bevindt zich dus in het segment met<br />

een huurprijs tot € 681 (prijspeil 2013). Als er in een<br />

duurder segment aanbod wordt gerealiseerd, moet dat<br />

kostendekkend gebeuren.<br />

De komende jaren staat er een ‘hard’ nieuwbouwprogramma<br />

op stapel, waarmee een investeringsbedrag<br />

van ruim € 15,5 mln. is gemoeid, waarvan € 5,1<br />

mln. onrendabel. Ook in (regulier) onderhoud en<br />

verbetering van het bestaande bezit (inclusief energetische<br />

maatregelen) staan de nodige uitgaven tot<br />

2022 gepland, te weten een bedrag van € 37,3 mln.<br />

Deze projecten vragen de nodige inzet van onze<br />

(kleine) werkorganisatie.<br />

In het ondernemingsplan 2013-2017 hebben we de<br />

contouren neergezet voor ons beleid ten aanzien van<br />

beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit, om de<br />

strategische doelen te realiseren die wij gezamenlijk<br />

met onze stakeholders hebben benoemd. Zo geven wij<br />

concreet vorm aan de maatschappelijke resultaten die<br />

van onze woningstichting mogen worden verwacht.


8Verslag van de Raad van<br />

Commissarissen over <strong>2012</strong>


60<br />

8 Verslag van de Raad van Commissarissen over <strong>2012</strong><br />

Inleiding<br />

<strong>2012</strong> is voor elke woningcorporatie een roerig jaar<br />

geweest. Een jaar, dat behoorlijk in het teken gestaan<br />

heeft van een zoekend overheidsbeleid over de<br />

aanpak van de vastgelopen woningmarkt. Dit geldt<br />

zowel voor de koop- als huursector. Het zoekende<br />

overheidsbeleid dat uiteindelijk pas in 2013 vastere<br />

vorm gekregen heeft, heeft als neveneffect gehad<br />

dat de woningcorporaties lange tijd niet wisten<br />

waar ze aan toe waren. Het heeft geleid tot uitstel<br />

en stop van nieuwbouw- en renovatie projecten,<br />

het niet kunnen verzilveren van voorgenomen<br />

verkoop van huurwoningen aan de markt, en<br />

extra werk aan rapporteren aan WSW en Centraal<br />

Fonds. Allemaal zaken die een projectgeoriënteerde<br />

organisatie afhouden van de daadwerkelijke volkshuisvestelijke<br />

taak.<br />

De Raad van Commissarissen (RvC) en directie<br />

van <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> (WSP) hebben de<br />

ontwikkelingen op de voet gevolgd en waar nodig<br />

de effecten daarvan doorgesproken en het beleid<br />

aangepast. Dit heeft geleid tot aanpassingen en<br />

aanscherpingen van het treasurybeleid, een nieuw<br />

en geactualiseerd ondernemingsplan (2013 - 2017)<br />

en scenarioanalyses ter beoordeling van risico’s in<br />

de toekomst. Hoewel het er voor <strong>Woningstichting</strong><br />

<strong>Putten</strong> met het nieuwe overheidsbeleid niet gemakkelijker<br />

op geworden is om aan de kerntaken voor de<br />

volkshuisvesting te voldoen (verhuurderheffing,<br />

verhoging huren, aanpak scheefwoners, extra belastingdruk),<br />

zijn wij blij dat de uitgangssituatie van<br />

<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> een van de betere is vergeleken<br />

met de situatie waarin vele andere woningcorporaties<br />

verkeren. <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> is dankzij een<br />

prudent financieel beleid in staat gebleken ook in <strong>2012</strong><br />

weer nieuwe woningen op te leveren, onderhoud en<br />

renovatie met energiemaatregelen te realiseren en<br />

dusdanige plannen te ontwikkelen voor de nabije<br />

toekomst waarmee daadwerkelijk een bijdrage wordt<br />

geleverd aan het lokale volkshuisvestingsbeleid.<br />

Werkzaamheden<br />

De Raad van Commissarissen heeft tot taak het houden<br />

van toezicht op het bestuur en op de algemene gang<br />

van zaken binnen <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong>. Daarnaast<br />

staat de RvC het bestuur met raad terzijde. In dit<br />

verslag legt de RvC verantwoording af over de wijze<br />

waarop invulling is gegeven aan de uitvoering van haar<br />

taken en bevoegdheden in het afgelopen jaar.<br />

Het toezicht door de RvC omvat in ieder geval:<br />

• de realisatie van de doelstellingen van de<br />

corporatie;<br />

• de strategie en de risico’s verbonden aan de<br />

activiteiten van de corporatie;<br />

• het toezicht op en de werking van de interne<br />

risicobeheersing- en controlesystemen;<br />

• het kwaliteitsbeleid;<br />

• de kwaliteit van de maatschappelijke<br />

verantwoording;<br />

• de financiële verslaggeving;<br />

• de naleving van toepasselijke wet- en regelgeving.<br />

In de statuten zijn de taken, verantwoordelijkheden<br />

en bevoegdheden van de RvC omschreven. Een<br />

uitwerking heeft plaatsgevonden in het Reglement<br />

voor de RvC.<br />

Toezichtkader<br />

Het kader voor de beoordeling van de werkzaamheden<br />

van <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> wordt gevormd door het<br />

ondernemingsplan. Hierin zijn de kaders voor het beleid<br />

vastgelegd. De vertaling van het ondernemingsplan<br />

krijgt zijn beslag in de (meerjaren)begroting. Die biedt<br />

zicht op de operationele en financiële doelstellingen<br />

van de corporatie. Bij de meerjarenbegroting <strong>2012</strong>-<br />

2021 is een addendum gemaakt met meerdere<br />

scenario’s naar de toekomst, waaruit naar voren kwam<br />

welke financiële risico’s er naar de toekomst waren met<br />

bijvoorbeeld extra nieuwbouw al dan niet aangevuld<br />

met investeringen in energiemaatregelen en eventuele<br />

verkoop van bezit. Dit bood een mooie onderlegger<br />

voor de discussie rond het nieuwe ondernemingsplan<br />

2013-2017, met de titel “Ruimte geven en samen leven”.<br />

Daarbij zijn een aantal keuzes gemaakt ten aanzien<br />

van betaalbaarheid, beschikbaarheid en kwaliteit.


Deze keuzes zijn ook besproken met de belangrijkste<br />

stakeholders en konden op brede steun rekenen. Het<br />

ondernemingsplan is daarna door de RvC vastgesteld.<br />

Vervolgens is dit plan vertaald in de meerjarenbegroting<br />

2013-2022, als nieuw toetsingskader.<br />

Bij de periodieke rapportage is door de RvC toegezien<br />

op de realisatie van de doelstellingen ten aanzien van<br />

de verschillende prestatievelden zoals het huisvesten<br />

van de doelgroepen van beleid, het betrekken van<br />

bewoners bij beleid en beheer, de leefbaarheid, de<br />

kwaliteit van het bezit, de financiële continuïteit en de<br />

taken op het gebied van wonen en zorg. Daarbij zijn<br />

ook externe ontwikkelingen betrokken.<br />

De interne risicobeheersing- en controlesystemen<br />

hebben hun weerslag gekregen in de procedurebeschrijvingen.<br />

Ook is de raad via het overzicht van<br />

(voor)genomen bestuursbesluiten betrokken geweest<br />

bij zaken die spelen binnen <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong>,<br />

niet alleen waar dit besluiten betreft waarvoor expliciet<br />

goedkeuring van de RvC nodig was.<br />

Tenslotte zijn ook de beoordelingen van het Centraal<br />

Fonds en het Ministerie besproken in de RvC.<br />

De RvC kan in voorkomende gevallen als klankbord<br />

fungeren voor de directeur-bestuurder. Dan wordt<br />

de commissaris benaderd die beschikt over de<br />

betreffende deskundigheid. In <strong>2012</strong> is de klankbordrol<br />

van de commissarissen met name gebruikt bij de<br />

opdrachtverstrekking rond onderhoud en nieuwbouw.<br />

Daarnaast heeft de voorzitter van de RvC regelmatig<br />

bilateraal overleg gevoerd met de directeur-bestuurder<br />

over onderwerpen die strategisch van aard zijn,<br />

alsmede ter voorbereiding van de vergaderingen en<br />

agendavorming van de RvC.<br />

Informatievoorziening<br />

De RvC maakt voor de goede vervulling van haar<br />

functie gebruik van diverse informatiebronnen. Veel<br />

informatie wordt verkregen via de brancheorganisatie<br />

Aedes. Daarnaast zijn alle leden van de raad aan-<br />

gesloten bij de Vereniging Toezichthouders Woningcorporaties.<br />

Er zijn in <strong>2012</strong> bijeenkomsten van de<br />

VTW bezocht en publicaties bestudeerd. Ook zijn<br />

kennisbijeenkomsten gevolgd van Ernst & Young<br />

en Deloitte (derivaten). Bovendien kan de RvC indien<br />

gewenst externe deskundigen inschakelen om zich<br />

te laten adviseren. In <strong>2012</strong> heeft een bijeenkomst<br />

plaatsgevonden met mevr. drs B. van Hoesel (inmiddels<br />

directeur-bestuurder WSW) omtrent volkshuisvestelijk<br />

beleid en de financiële consequenties. Door deze<br />

informatievoorziening kan de raad de ontwikkelingen<br />

binnen de sector monitoren en afzetten tegen de<br />

ontwikkelingen binnen <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong>.<br />

Door gesprekken met de OR en informatie van de<br />

accountant wordt ook toezicht gehouden op de<br />

interne gang van zaken binnen <strong>Woningstichting</strong><br />

<strong>Putten</strong>. Dit als aanvulling op de informatie die door de<br />

directeur-bestuurder wordt verstrekt via de periodieke<br />

rapportages, specifieke notities, het overzicht van<br />

genomen bestuursbesluiten en de daarop gegeven<br />

nadere, mondelinge toelichtingen tijdens de vergaderingen.<br />

Twee bijeenkomsten zijn er geweest waar<br />

zowel de voltallige Raad van Commissarissen alsook<br />

het voltallige MT van WSP aanwezig waren. Ook<br />

voeren de twee leden die op voordracht van de<br />

Huurdersorganisatie zijn benoemd, jaarlijks overleg<br />

met de Huurdersorganisatie <strong>Putten</strong> om hun kijk op de<br />

organisatie en geleverde prestaties te vernemen.<br />

Vergaderingen<br />

De RvC heeft in <strong>2012</strong> viermaal regulier vergaderd.<br />

Daarnaast is in maart een speciale bijeenkomst gewijd<br />

aan financieel beleid, ter voorbereiding op de discussie<br />

over het ondernemingsplan. In juni is gesproken over<br />

het concept-ondernemingsplan en in december is een<br />

speciale bijeenkomst gewijd aan de zelfevaluatie van<br />

de RvC. De vergaderingen zijn, op de zelfevaluatie en<br />

de evaluatie van het functioneren van de bestuurder<br />

na, altijd in aanwezigheid van de directeur-bestuurder<br />

gehouden. Daarnaast is in oktober <strong>2012</strong> een studiedag<br />

georganiseerd voor de RvC waar in Rotterdam gekeken<br />

is naar de stadsontwikkeling en sociale woningbouw.<br />

Verder is de raad aanwezig geweest bij het stakeholdersoverleg<br />

(Gemeente, zorgpartijen, politieke<br />

partijen, afvaardiging huurdersorganisatie), bij diverse<br />

openingen en ingebruiknames (zoals Schoolstraat en<br />

Schauwplein) en bij huurdersvergaderingen (huurderscommissarissen).<br />

61


62<br />

Besproken onderwerpen in <strong>2012</strong><br />

Binnen de RvC zijn in <strong>2012</strong> de volgende onderwerpen<br />

aan de orde geweest:<br />

• de voortgang van de diverse<br />

nieuwbouwprojecten, zoals Brinkstraat, De<br />

Schauw, Veldstraat, Schoolstraat, hoek Van<br />

Damstraat en de nieuwbouw in Bijsteren;<br />

• mogelijke nieuwe projecten die zouden kunnen<br />

worden gerealiseerd;<br />

• de concretisering van de verkoop van woningen<br />

o.a. Brinkstraat;<br />

• het <strong>jaarverslag</strong> 2011;<br />

• scenario’s begroting <strong>2012</strong>-2021;<br />

• ondernemingsplan 2013-2017;<br />

• begroting 2013-2022;<br />

• de periodieke rapportages en de opzet hiervan;<br />

• toepassing verslaggevingsregels (RJ 645);<br />

• de managementletter interim controle;<br />

• de beoordelingen van het Centraal Fonds<br />

(Solvabiliteits- en Continuïteitsoordeel en<br />

Corporatie in Perspectief);<br />

• ontwikkelingen bij personeel, organisatie en<br />

huurdersraad (w.o. KWH-huurlabel);<br />

• het treasurystatuut, aanpassing aan nieuwe<br />

regelgeving de opdrachtverstrekking aan de<br />

accountant;<br />

• diverse landelijke ontwikkelingen in de sociale<br />

huursector en de mogelijke consequenties;<br />

• prestatieafspraken gemeente <strong>Putten</strong>;<br />

• verkoop van woningen met de corporatiestarterslening;<br />

• keuzes in het energiebeleid;<br />

• vrijwaring en vrijtekening;<br />

• de herbenoeming van een nieuwe commissaris;<br />

• de honorering van bestuur en RvC;<br />

• het eigen functioneren van de raad (zelfevaluatie).<br />

De jaarstukken over <strong>2012</strong> zijn goedgekeurd nadat de<br />

RvC kennis heeft genomen van de door de accountant<br />

uitgebrachte verklaring.<br />

Werkzaamheden Klachtenadviescommissie<br />

Het <strong>jaarverslag</strong> van de Regionale Klachtenadviescommissie<br />

is door het bestuur ter kennis gebracht van<br />

de RvC. Deze commissie heeft in <strong>2012</strong> geen klachten<br />

over de werkwijze van <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong><br />

voorgelegd gekregen.<br />

Governance Code<br />

In <strong>2012</strong> is de Governance Code Woningcorporaties<br />

niet apart besproken in de RvC. <strong>Woningstichting</strong><br />

<strong>Putten</strong> voldoet aan nagenoeg alle regels uit deze code.<br />

Alleen op het punt van een herbenoeming van een<br />

commissaris na een termijn van 8 jaar is (eenmalig) een<br />

afwijkend standpunt ingenomen. In de Governance<br />

Code Woningcorporaties is vanaf het begin voorzien in<br />

een bestuursbenoeming voor maximaal vier jaar. Deze<br />

regel is door <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> niet toegepast,<br />

mede omdat de arbeidsovereenkomst met de directeurbestuurder<br />

is gesloten vóór de inwerkingtreding van<br />

de Code en er naar het oordeel van de raad geen<br />

aanleiding bestaat op de benoeming voor onbepaalde<br />

tijd terug te komen. De RvC heeft voorts besloten geen<br />

toezichtkader voor verbindingen vast te stellen, omdat<br />

deze verbindingen er niet zijn. Zodra hiervan wel<br />

sprake is, wordt vooraf een toezichtkader opgesteld.<br />

Samenstelling<br />

De RvC bestond in het verslagjaar uit vijf personen.<br />

De RvC waakt ervoor dat haar leden onafhankelijk<br />

zijn in de zin van de in de Governance Code<br />

Woningcorporaties aangeduide criteria. Er hebben<br />

geen voormalige bestuursleden, leden van het college<br />

van B&W of van Provinciale Staten zitting in de RvC.<br />

In de statuten is opgenomen dat de Huurdersraad twee<br />

leden van de RvC voordraagt. In het verslagjaar hadden<br />

twee leden (mw. Van Sluis en dhr. Bakker) zitting in de<br />

RvC op voordracht van de Huurdersorganisatie.<br />

In <strong>2012</strong> is de heer K.Bakker herbenoemd voor een<br />

periode van vier jaar.<br />

Persoonlijke gegevens van de RvC:<br />

De heer mr. dr. D.B. Bijl (voorzitter)<br />

• Geboortedatum: 15-03-1946<br />

• Functie: Raadsheer-plaatsvervanger Gerechtshof<br />

Amsterdam en Breda<br />

• Relevante nevenfuncties: geen<br />

• Eerste benoeming: 01-01-2007<br />

• Benoemd tot eind 2014<br />

• Mogelijke herbenoeming: nee<br />

• Expertise: fiscaal/juridisch<br />

De heer E. Kous<br />

• Geboortedatum: 25-05-1941<br />

• Huidige functie: gepensioneerd,<br />

vh directeur/vennoot van een accountants/<br />

belastingadvieskantoor<br />

• Relevante nevenfunctie: geen<br />

• Eerste benoeming: 16-01-2003<br />

• Benoemd tot eind 2013<br />

• Mogelijke herbenoeming: nee<br />

• Expertise: fiscaal/financieel


De heer ir. K. Bakker<br />

• Geboortedatum: 31-12-1946<br />

• Huidige functie: gepensioneerd,<br />

vh stafdirecteur DHV B.V.<br />

• Relevante nevenfuncties: geen<br />

• Eerste benoeming: 1 januari 2009<br />

• Benoemd tot eind 2016<br />

• Mogelijke herbenoeming: nee<br />

• Expertise: projectmanagement, bouwkundig<br />

De heer ir. B.J.W. van der Heijden (vicevoorzitter)<br />

• Geboortedatum: 28-05-1955<br />

• Huidige functie: organisatie adviseur/interim<br />

manager vh Raad van Bestuur RSG NV<br />

• Relevante nevenfunctie: lid RvC Openbaar<br />

Belang Zwolle<br />

• Eerste benoeming: 2 februari 2010<br />

• Benoemd tot eind 2013<br />

• Mogelijke herbenoeming: ja<br />

• Expertise: management, personeel en organisatie<br />

Mevrouw E. van Sluis-Barto<br />

• Geboortedatum: 26-03-1948<br />

• Huidige functie: gepensioneerd, vh directeur<br />

Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse<br />

gemeenten<br />

• Relevante nevenfunctie: lid RvC <strong>Woningstichting</strong><br />

Nijkerk<br />

• Eerste benoeming: 1 januari 2011<br />

• Benoemd tot eind 2014<br />

• Mogelijke herbenoeming: ja<br />

• Expertise: volkshuisvestelijk/maatschappelijk<br />

Gezien de omvang van de RvC zijn er geen aparte<br />

commissies ingesteld.<br />

Werkgeversrol<br />

De RvC is verantwoordelijk voor een goed bestuur,<br />

onder meer door benoeming, schorsing, ontslag<br />

en jaarlijkse evaluatie van het bestuur. In <strong>2012</strong> is de<br />

samenstelling van het bestuur niet gewijzigd. Sinds 1<br />

januari 2007 is mevrouw drs. M.C.M. Boeijen (1964)<br />

bestuurder bij <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong>. Mevrouw<br />

Boeijen is bestuurslid van MKW, platform voor<br />

middelgrote en kleine woningcorporaties en lid van<br />

de kandidaatstellingscommissie voor het Aedesbestuur.<br />

Deze nevenfuncties leiden niet tot belangenverstrengeling<br />

met de uitvoering van de functie als<br />

directeur-bestuurder bij <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong>.<br />

In <strong>2012</strong> heeft wederom een beoordelingsgesprek<br />

plaatsgevonden met de directeur-bestuurder. De RvC<br />

was zeer tevreden over de wijze waarop de directeur-<br />

bestuurder haar taken heeft uitgevoerd. Het fiscaal<br />

loon van directeur-bestuurder mw. drs. M.C.M. Boeijen<br />

bedroeg in <strong>2012</strong> € 105.369 (inclusief fiscale bijtelling<br />

auto) en de pensioenlasten (inclusief werknemersdeel)<br />

€ 30.314. Dit salaris paste binnen de Sectorbrede<br />

Beloningscode, maar ligt boven de normering van<br />

de staffel uit de Wet normering topinkomens voor<br />

een corporatie van deze omvang. Deze staffel wordt<br />

juridisch overigens nog aangevochten. Mevrouw<br />

Boeijen valt onder het overgangsrecht. Dat betekent<br />

dat gedurende een periode van vier jaar de huidige<br />

salarisafspraken gehonoreerd worden, waarna een<br />

afbouw van het salaris plaatsvindt.<br />

Integriteit en onafhankelijkheid<br />

<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> beschikt over een integriteitsbeleid.<br />

Er zijn in <strong>2012</strong> geen meldingen bij de<br />

RvC binnengekomen omtrent schending van het<br />

integriteitsbeleid. Het integriteitsbeleid met daarin de<br />

klokkenluidersregeling is vermeld op de website van<br />

de corporatie.<br />

De leden van de RvC verklaren dat zij op basis van<br />

onafhankelijkheid hun functie vervullen. Er hebben<br />

geen transacties plaatsgevonden waarbij sprake was van<br />

tegenstrijdige belangen. Er zijn ook geen agendapunten<br />

behandeld waarbij de onafhankelijkheid in het geding<br />

zou kunnen zijn. De RvC is van mening dat hij zodanig<br />

is samengesteld, dat de taken naar behoren kunnen<br />

worden vervuld. De leden kunnen ten opzichte van<br />

elkaar onafhankelijk en kritisch opereren. Ook de<br />

accountant heeft geen aanleiding gezien tot het maken<br />

van opmerkingen rond het thema integriteitsbeleid.<br />

Benoeming accountant<br />

De RvC is verantwoordelijk voor het aanstellen van de<br />

externe accountant. In 2011 heeft een evaluatie van BDO<br />

plaatsgevonden van de wijze waarop de accountant<br />

de controlewerkzaamheden sinds de jaarrekening<br />

2006 inhoud geeft, zowel vanuit het perspectief van<br />

de werkorganisatie als vanuit het perspectief van de<br />

RvC. Deze evaluatie was positief. Een belangrijk<br />

argument was tevens dat naarmate een accountant<br />

het bedrijf beter kent, ook de adviserende taak<br />

(naast de controlerende) beter tot zijn recht kan<br />

komen. Daarom is besloten om het contract voor<br />

een periode van maximaal drie jaar voort te zetten,<br />

waarbij overigens wel jaarlijks wordt besloten of dit<br />

daadwerkelijk gebeurt. In <strong>2012</strong> is in lijn met deze<br />

afspraken daarom opnieuw opdracht verstrekt voor het<br />

controleren van de jaarrekening. BDO heeft in <strong>2012</strong><br />

ook aanvullend enkele adviserende werkzaamheden<br />

voor <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> verricht, met name op<br />

het gebied van de fiscaliteit.<br />

63


64<br />

Risicobeheersing<br />

Er is binnen <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> een notitie<br />

risicobeleid opgesteld, waarin de verschillende risico’s<br />

zijn benoemd en beoordeeld. Ten aanzien van elk<br />

risicoveld zijn mogelijke maatregelen benoemd en<br />

waar mogelijk ook genomen om de risico’s te beperken.<br />

Ook in <strong>2012</strong> is het risicobeleid binnen de werkorganisatie<br />

weer een apart punt van aandacht geweest.<br />

Bij de beoordeling van investeringsbeslissingen<br />

wordt in de informatievoorziening richting RvC ook<br />

specifiek aandacht besteed aan de mogelijke risico’s<br />

die de investering met zich brengt en hoe deze kunnen<br />

worden gewogen en verkleind.<br />

(Zelf)evaluatie en bezoldiging RvC<br />

Eind <strong>2012</strong> heeft opnieuw een (zelf)evaluatie van het<br />

functioneren van de RvC plaatsgevonden. Hierbij is<br />

ook de informatie betrokken uit het evaluatiegesprek<br />

met de directeur-bestuurder. Uit de zelfevaluatie is<br />

gebleken dat de raad zich mede via de cursussen en<br />

bijeenkomsten van VTW en het bijwonen van specials<br />

voldoende geïnformeerd acht om goed toezicht te<br />

kunnen houden. De beheersing van de risico’s zal ook<br />

in 2013 de volledige aandacht hebben.<br />

De leden van de RvC ontvingen in <strong>2012</strong> een bruto<br />

vergoeding van € 5.000 per jaar. De voorzitter ontving<br />

€ 7.500. Dit is conform niveau C in de Honoreringscode<br />

Commissarissen van de VTW. Er zijn geen<br />

aanvullende onkostenvergoedingen verstrekt. Opgemerkt<br />

zij in dit verband dat een honorering van<br />

commissarissen volgens de Honoreringscode vanaf 1<br />

januari <strong>2012</strong> verplicht is.<br />

Voor rekening van <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> is ten behoeve<br />

van bestuur en RvC een aansprakelijkheidsverzekering<br />

afgesloten.<br />

Samenvattend oordeel<br />

Meer dan in voorgaande jaren wordt o.a. door de crisis<br />

weer duidelijk hoe groot het belang is van een goed<br />

draaiende woningbouwsector. Woningbouwstichting<br />

<strong>Putten</strong> heeft de afgelopen jaren consistent laten zien<br />

dat zij haar doelstellingen niet alleen kan halen, maar<br />

ook bij kan dragen aan een prettig woonklimaat voor<br />

de sociaal zwakkeren in onze <strong>Putten</strong>se samenleving.<br />

Met grote interesse wordt door de RvC gevolgd welke<br />

gevolgen het overheidsbeleid voor WSP en de <strong>Putten</strong>se<br />

samenleving zal hebben indien gemeenten gedwongen<br />

moeten samenwerken of zelfs fuseren. Vooralsnog<br />

heeft WSP ook zonder deze overheidsinterventies<br />

voldoende uitdagingen om het komende jaar actief te<br />

werken aan haar plan met het thema: “Ruimte geven<br />

en samen leven”<br />

Met voldoening wordt teruggekeken op <strong>2012</strong>. In<br />

dat jaar heeft WSP 56 woningen nieuwe woningen<br />

toegevoegd aan haar bezit, een bedrag van<br />

€ 2,4 mln. besteed aan onderhoud van het bezit,<br />

bezit, 158 woningzoekenden aan een nieuw huis<br />

kunnen helpen en een rapportcijfer van een 8,2 voor<br />

de dienstverlening gekregen. Het jaar wordt financieel<br />

afgesloten met een tekort van bijna € 2,6 mln.,<br />

met name veroorzaakt door de boekhoudkundige<br />

verwerking van waardeveranderingen.<br />

Binnen de corporatiesector onderscheidt WSP zich<br />

door lage bedrijfskosten, een hoge effectiviteit,<br />

tevreden huurdersorganisatie, financiële stabiliteit en<br />

een consistent beleid. De Raad concludeert onder<br />

meer hieruit, dat de organisatie in control is, er geen<br />

onnodige risico’s genomen worden, terwijl het ambitie<br />

niveau onverminderd groot is.<br />

De Raad van Commissarissen is de directie zeer<br />

erkentelijk voor het gevoerde beleid en spreekt zijn<br />

waardering en dank uit aan directie en medewerkers<br />

voor hetgeen en de wijze waarop ook dit jaar weer<br />

gepresteerd is.<br />

Raad van Commissarissen:<br />

mr. dr. D.B. Bijl E. Kous<br />

<strong>Putten</strong>, mei 2013<br />

ir. K. Bakker ir. B.J.W. van der Heiden<br />

mw. E. van Sluis-Barto


9Kerncijfers


66<br />

Boekjaar <strong>2012</strong> 2011 2010 2009 2008<br />

Gegevens woningbezit<br />

Aantal verhuureenheden in exploitatie<br />

- Woningen/woongebouwen 1.868 1.826 1.773 1.745 1.721<br />

- Garages 54 54 54 54 56<br />

- Bedrijfsruimten 1 1 1 1 1<br />

- Overige verhuureenheden 6 6 8 5 7<br />

- Wooneenheden 79 79 49 49 49<br />

Totaal 2.008 1.966 1.885 1.854 1.834<br />

Gemiddelde verzekerde waarde/woning<br />

(x 1.000) n.v.t. n.v.t. n.v.t. € 123 € 121<br />

Gemiddelde grondslag onroerende<br />

zaakbelasting/woning (x 1.000) € 175 € 179 € 183 € 187 € 180<br />

Mutaties in het aantal woningen<br />

- Aantal opgeleverd 56 98 32 45 34<br />

- Aantal aangekocht - 3 3 - -<br />

- Aantal verkocht 3 2 - - -<br />

- Aantal gesloopt 11 17 4 - 2<br />

- Aantal uit exploitatie - 1 - 23 -<br />

- Administratief overgeheveld - - - 2 -<br />

Aantal woningen naar huurprijsklasse<br />

- Onder kortingsgrens Wht 428 570 612 635 715<br />

- Boven kortingsgrens Wht 1.440 1.256 1.161 1.110 1.006<br />

Kwaliteit<br />

- Aantal reparatieverzoeken/woning 0,9 1,0 1,0 0,9 1,2<br />

- Aantal gevallen Mutatieonderhoud/woning 5,3% 5,8% 4,8% 8,0% 4,7%<br />

- Kosten niet-planmatig onderhoud/woning € 462 € 383 € 396 € 222 € 174<br />

- Kosten planmatig onderhoud/woning € 804 € 1.149 € 423 € 742 € 1.708<br />

- Totaal kosten onderhoud/woning € 1.266 € 1.532 € 819 € 964 € 1.882<br />

Prijs/kwaliteitsverhouding<br />

- Gemiddelde aantal punten WWS 169,0 167,0 144 146,6 145,8<br />

- Gemiddelde netto-huurprijs € 435.00 € 418.00 € 399.00 € 387.92 € 365.92


Boekjaar <strong>2012</strong> 2011 2010 2009 2008<br />

Het verhuren van woningen<br />

- Mutatiegraad 5,3% 5,8% 4,8% 8,0% 4,7%<br />

- Huurachterstand in % 0,63% 0,66% 0,58% 0,60% 0,80%<br />

- Huurderving in % 0,33% 0,15% 0,08% 0,45% 0,49%<br />

Financiële continuïteit<br />

- Solvabiliteit (EV/TV) 21,4% 25,3% 24,9% 38,1% 40,7%<br />

- Liquiditeit (Current Ratio) 0.9 1.2 1.2 0.3 0.3<br />

- Rentabiliteit eigen vermogen -15,3% 21,0% -21,0% 1,8% -6,0%<br />

- Rentabiliteit vreemd vermogen (leningen) 4,3% 4,5% 4,6% 5,6% 5,7%<br />

- Rentabiliteit totaal vermogen -0,4% 7,9% -2,8% 3,4% 0,4%<br />

- Interne financiering/woning € 5.201 € 6.462 € 5.982 € 10.507 € 10.167<br />

- Operationele kasstroom/woning € 2.508 € 1.406 € 2.636 € 216 € 663<br />

Balans en winst- en verliesrekening<br />

- Eigen vermogen/woning € 8.661 € 10.202 € 8.343 € 10.251 € 10.206<br />

- Voorzieningen/woning € 2.558 € 14 € 1.991 € 197 € 85<br />

- Totaal opbrengsten/woning € 6.496 € 5.027 € 4.771 € 4.505 € 4.331<br />

- Overige bedrijfslasten/woning € 542 € 567 € 612 € 627 € 527<br />

- Jaarresultaat/woning € (1.321) € 2.141 € (1.750) € 182 € (614)<br />

Personeelsbezetting<br />

Aantal formatieplaatsen per 1.000 woningen<br />

gesplitst naar activiteiten:<br />

- Algemeen beheerzaken 0,5 0,5 0,5 0,6 0,6<br />

- Woondiensten 3,2 3,2 3,3 3,2 2,8<br />

- Financieel-economische zaken 1,0 1,0 1,1 1,1 1,0<br />

- Onderhoud 1,6 1,6 2,5 2,5 2,6<br />

Totaal 6,3 6,3 7,4 7,4 7,0<br />

67


Jaarrekening


10<br />

Balans per 31 december <strong>2012</strong>


70<br />

10. Balans per 31 december <strong>2012</strong> (x € 1,-)<br />

Activa Referentie 31 december <strong>2012</strong> 31 december 2011<br />

Vaste activa<br />

Materiële vaste activa<br />

14.1<br />

Sociaal vastgoed in exploitatie 14.1.1 63.010.006 61.062.083<br />

Onroerende zaken in ontwikkeling<br />

Onroerende en roerende zaken ten<br />

dienste van de exploitatie<br />

14.1.2 2.893.056 5.251.725<br />

14.1.3 478.357 480.100<br />

Totaal 66.381.419 66.793.908<br />

Vastgoedbeleggingen<br />

14.2<br />

Commercieel vastgoed in exploitatie<br />

Onroerende zaken verkocht onder<br />

14.2.1 3.092.811 3.150.402<br />

voorwaarden<br />

Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor<br />

14.2.2 144.731 155.625<br />

eigen exploitatie 14.2.3 951.620 258.207<br />

Totaal 4.189.162 3.564.234<br />

Financiële vaste activa<br />

14.3<br />

Latente belastingvordering 14.3.1 3.965.427 0<br />

Leningen u/g 14.3.2 55.011 0<br />

Totaal 4.020.438 0<br />

Totaal vaste activa 74.591.019 70.358.142<br />

Vlottende activa<br />

Voorraden<br />

14.4<br />

Onroerende zaken bestemd voor<br />

verkoop<br />

14.4.1<br />

699.405 0<br />

Vorderingen<br />

14.5<br />

Huurdebiteuren 14.5.1 62.182 60.147<br />

Gemeente <strong>Putten</strong><br />

Belastingen en premies sociale<br />

14.5.2 7.897 13.933<br />

verzekeringen 14.5.3 1.324.078 1.470.339<br />

Overige vorderingen 14.5.4 6.241 8.927<br />

Overlopende activa 14.5.5 84.409 149.820<br />

Totaal 1.484.807 1.703.166<br />

Liquide middelen 14.6 2.030.472 4.687.396<br />

Totaal vlottende activa 4.214.684 6.390.562<br />

Totaal activa 78.805.703 76.748.704


Passiva Referentie 31 december <strong>2012</strong> 31 december 2011<br />

Eigen vermogen 14.7<br />

Overige reserves 14.7.1 19.435.364 15.356.968<br />

Resultaat boekjaar 14.7.2 -2.572.775 4.078.396<br />

Totaal eigen vermogen 16.862.589 19.435.364<br />

Voorzieningen 14.8<br />

Voorziening onrendabele top<br />

nieuwbouw<br />

14.8.1 377.893 0<br />

Voorziening latente<br />

belastingverplichtingen<br />

14.8.2 4.603.388 27.278<br />

Totaal voorzieningen 4.981.281 27.278<br />

Langlopende schulden 14.9<br />

Leningen kredietinstellingen 14.9.1 52.884.386 51.802.861<br />

Verplichtingen uit hoofde van<br />

Onroerende zaken verkocht onder<br />

voorwaarden<br />

14.9.2 148.363 155.625<br />

Totaal langlopende schulden 53.032.749 51.958.486<br />

Kortlopende schulden 14.10<br />

Schulden aan kredietinstellingen 14.10.1 1.408.475 2.363.309<br />

Schulden aan gemeenten 14.10.2 15.804 18.758<br />

Schulden aan leveranciers 14.10.3 760.363 1.090.852<br />

Belastingen en premies sociale<br />

verzekeringen<br />

14.10.4 357.119 515.922<br />

Onderhanden projecten 14.10.5 0 294.666<br />

Overige schulden 14.10.6 37.209 59.210<br />

Overlopende passiva 14.10.7 1.350.114 984.859<br />

Totaal kortlopende schulden 3.929.084 5.327.576<br />

Totaal passiva 78.805.703 76.748.704<br />

71


11<br />

Winst- en verliesrekening<br />

over het boekjaar <strong>2012</strong>


74<br />

11. Winst- en verliesrekening over het boekjaar <strong>2012</strong><br />

Omschrijving Referentie Verslagjaar<br />

<strong>2012</strong><br />

Begroting<br />

<strong>2012</strong><br />

Voorgaand<br />

verslagjaar<br />

€ € €<br />

Bedrijfsopbrengsten 15.1<br />

Huren 15.1.1 9.889.081 9.948.000 9.132.400<br />

Vergoedingen 15.1.2 115.625 89.000 89.170<br />

Verkoop onroerende zaken 15.1.3 2.627.477 2.458.000 339.315<br />

Overige bedrijfsopbrengsten 15.1.4 15.611 6.000 15.359<br />

Som der bedrijfsopbrengsten 12.647.794 12.501.000 9.576.244<br />

Bedrijfslasten 15.2<br />

Afschrijving materiële vaste activa en<br />

vastgoedportefeuille 15.2.1 1.935.886 2.019.000 1.684.563<br />

Waardeveranderingen materiële vaste activa 15.2.2 5.072.486 989.000 -3.099.131<br />

Lonen en salarissen 15.2.3 701.280 680.000 713.151<br />

Sociale lasten 15.2.4 99.440 84.000 95.901<br />

Pensioenlasten 15.2.5 128.808 128.000 131.591<br />

Kosten uitbesteed werk 15.2.6 1.090.529 1.182.000 97.577<br />

Lasten onderhoud 15.2.7 2.364.081 2.840.000 2.797.517<br />

Overige bedrijfslasten 15.2.8 1.055.571 1.087.000 1.079.711<br />

Som der bedrijfslasten 12.448.081 9.009.000 3.500.880<br />

Bedrijfsresultaat 199.713 3.492.000 6.075.364<br />

Financiële baten en lasten 15.3<br />

Rentebaten en soortgelijke opbrengsten 15.3.1 99.135 47.000 72.307<br />

Rentelasten en soortgelijke kosten 15.3.2 2.260.940 2.313.000 2.020.776<br />

Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen -1.962.092 1.226.000 4.126.895<br />

Belastingen 15.4 610.683 1.001.000 48.499<br />

Resultaat na belastingen -2.572.775 225.000 4.078.396


12<br />

Kasstroomoverzicht


76<br />

12. Kasstroomoverzicht (volgens indirecte methode) (bedragen x € 1.000,-)<br />

<strong>2012</strong> 2011<br />

Kasstroom uit operationele activiteiten<br />

Bedrijfsresultaat<br />

Aanpassingen voor:<br />

200 6.075<br />

- Afschrijvingen 1.936 0<br />

- Waardeverandering materiële vaste activa<br />

- Veranderingen in werkkapitaal:<br />

5.072 -3.099<br />

mutatie vorderingen 218 -727<br />

mutatie kortlopende schulden -381 756<br />

- Mutatie voorzieningen 0 -14<br />

Kasstroom uit bedrijfsoperaties 7.045 2.991<br />

Ontvangen rente 99 72<br />

Betaalde rente -2.261 -2.021<br />

Vennootschapsbelasting 0 -48<br />

-2.162 -1.997<br />

Kasstroom uit operationele activiteiten 4.883 994<br />

Kasstroom uit investeringsactiviteiten<br />

Investeringen in materiële vaste activa -7.643 -15.171<br />

Desinvesteringen in materiële vaste activa 31 2<br />

Kasstroom uit investeringsactiviteiten -7.612 -15.169<br />

Kasstroom uit financieringsactiviteiten<br />

Opgenomen leningen o/g 2.400 15.500<br />

Aflossing langlopende schulden -2.273 -1.689<br />

Verstrekte leningen u/g -55<br />

Verplichtingen onroerende zaken VOV 0 156<br />

Kasstroom uit financieringsactiviteiten 72 13.967<br />

Netto kasstroom -2.657 -208<br />

<strong>2012</strong> 2011<br />

Mutatie liquide middelen:<br />

Stand 31 december 2.030 4.687<br />

Stand 1 januari 4.687 3.210<br />

Mutatie boekjaar -2.657 1.477


13<br />

Toelichting waarderingsgrondslagen


78<br />

13. Toelichting waarderingsgrondslagen<br />

13.1 Algemeen<br />

De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met<br />

algemeen in Nederland aanvaardbare grondslagen<br />

voor financiële verslaggeving zoals hierna vermeld.<br />

Dit betekent dat de jaarrekening is opgesteld in<br />

overeenstemming met de daartoe geldende bepalingen<br />

volgens titel 9 BW 2 en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving.<br />

Voor de indeling en presentatie van de<br />

in deze jaarrekening opgenomen gegevens is gekozen<br />

voor het model voor de balans en winst- en verliesrekening<br />

zoals genoemd in bijlage 1 van de RJ 645.<br />

Stelselwijziging<br />

<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> past vanaf verslagjaar <strong>2012</strong><br />

de herziene Richtlijn voor de <strong>jaarverslag</strong>geving, 645<br />

Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting (2011) toe.<br />

In deze herziene Richtlijn is een aantal belangrijke<br />

wijzigingen opgenomen. Zo hebben wij ons vastgoed<br />

in exploitatie geclassificeerd naar de categorieën<br />

sociaal vastgoed en commercieel vastgoed, waarbij het<br />

sociaal vastgoed als bedrijfsmiddel wordt aangemerkt.<br />

Als waarderingsgrondslag is gekozen voor de<br />

historische kostprijs. Concreet betekent dit dat zowel<br />

het sociale vastgoed, als het commerciële vastgoed<br />

wordt gewaardeerd tegen historische kostprijs. Het<br />

toepassen van de nieuwe RJ 645 kwalificeert als een<br />

stelselwijziging. Conform de verslaggevingsvereisten<br />

zijn de vergelijkende cijfers over het boekjaar 2011<br />

herrekend naar de nieuwe waarderingsgrondslagen en<br />

als zodanig verwerkt in de jaarrekening. De effecten<br />

van de stelselwijziging zijn retrospectief verwerkt in<br />

het beginvermogen, maar bedragen voor zowel het<br />

vermogen als het resultaat nihil.<br />

13.2 Balans<br />

Materiële vaste activa<br />

Sociaal vastgoed in exploitatie<br />

Sociaal vastgoed betreft woningen met een huurprijs<br />

onder de huurtoeslaggrens, maatschappelijk vastgoed<br />

en overig sociaal vastgoed.<br />

De woningen met de daarbij behorende installaties,<br />

garages en aanpassingen zijn gewaardeerd tegen<br />

historische kostprijs, verminderd met de daarop<br />

toegepaste afschrijvingen. De afschrijvingen worden<br />

gebaseerd op de geschatte economische levensduur<br />

en worden berekend op basis van een vast percentage<br />

van de verkrijgingsprijs, rekening houdend met een<br />

eventuele residuwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf<br />

het moment van ingebruikneming. Op grond wordt<br />

niet afgeschreven.<br />

Bij na-investeringen worden alleen kosten geactiveerd<br />

wanneer deze kosten leiden tot een uitbreiding van de<br />

capaciteit, verlenging van de gebruiksduur of toename<br />

van de restwaarde. Op grond wordt niet afgeschreven.<br />

Bij het bepalen van de kasstroomgenererende eenheden<br />

(complexen) is de indeling gebaseerd op de volgende<br />

componenten: verhuurbaarheid, onderhoudsbeleid en<br />

daarmee sterk samenhangend de levensduurschatting<br />

van deze eenheden.<br />

Bedrijfswaarde<br />

De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante<br />

waarde van het saldo van de toekomstige kasstromen<br />

over de verwachte economische levensduur van de<br />

investeringen.<br />

Bij complexen waarbij de bedrijfswaarde lager is dan<br />

de boekwaarde wordt het verschil afgeboekt.<br />

Hierbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:<br />

• bij de bepaling van de resterende levensduur is<br />

rekening gehouden met de reeds uitgevoerde en<br />

geplande grootonderhoudswerkzaamheden tot<br />

en met het jaar <strong>2012</strong>;<br />

• een rekenrente van 5,25%;<br />

• een jaarlijkse huurstijging van 2% vanaf 2013;<br />

• een jaarlijkse huurderving van 0,3% van de<br />

huursom;<br />

• jaarlijkse mutatiekans van 4%;<br />

• de kosten van niet-planmatig en planmatig<br />

onderhoud zijn gebaseerd op de begrote posten<br />

tot einde levensduur met een lastenstijging van<br />

3% per jaar;<br />

• de beheerkosten en de zakelijke lasten zijn<br />

opgenomen tegen de begrote posten per woning<br />

per jaar met een jaarlijkse lastenstijging van 2%;<br />

• de lasten uit hoofde van sectorspecifieke<br />

heffingen, vennootschapsbelasting, rente op<br />

rekeningen-courant bank en overige rentebaten<br />

worden niet meegenomen;<br />

• toekomstige verkoop bestaand bezit wordt 5 jaar<br />

meegenomen;<br />

• toekomstige sloop bestaand bezit wordt 5 jaar<br />

meegenomen;<br />

• huurharmonisatie wordt 5 jaar meegenomen<br />

(voortschrijdend);<br />

• restwaarde grond wordt meegenomen.


Restwaarde<br />

De bepaling van de restwaarde van de grond<br />

opgenomen in de bedrijfswaarde vindt, voor zover<br />

er nog geen herbestemming van de grond heeft<br />

plaatsgevonden, plaats op basis van de huidige<br />

vergelijkbare kavel- of vierkantemeterprijs voor<br />

een sociale huurwoning. Deze kavelprijs wordt<br />

geïndexeerd naar het einde van de levensduur en<br />

verminderd met de verwachte sloopkosten en kosten<br />

van uitplaatsing. Indien feitelijk dan wel in rechte<br />

afdwingbare verplichtingen zijn aangegaan die<br />

consequenties hebben voor de bestemming van de<br />

grond, dan wordt met deze gewijzigde bestemming in<br />

de waardering rekening gehouden.<br />

Bij de bepaling van de restwaarde grond zijn de volgende<br />

uitgangspunten gekozen:<br />

• grondprijs: € 165,09 per m²;<br />

• indexatie grondprijs:<br />

2013 2014 2015 2016 2017<br />

Index 0.0% -2.0% -1.0% 0.0% 0.0%<br />

2018 2019 2020 2021 2022 e.v.<br />

Index 1.0% 1.5% 2.0% 2.0% 2.5%<br />

• sloop- en uitplaatsingskosten tezamen € 10.000<br />

per vhe (garages € 1.000 per vhe) met een<br />

jaarlijkse indexatie van 2%;<br />

• kosten bouwrijp maken worden niet<br />

meegenomen.<br />

Door aanpassing van de uitgangspunten van de<br />

bedrijfswaarde is deze einde boekjaar herrekend.<br />

Op grond van deze berekening zou voor een bedrag<br />

van € 3,0 mln aan in eerdere jaren afgeboekte onrendabele<br />

toppen teruggenomen kunnen worden. Onduidelijk is<br />

of er sprake is van een duurzaam hogere bedrijfswaarde<br />

omdat de gevolgen van de verhuurderheffing en het<br />

huurbeleid en de huursombenadering nog niet zijn<br />

meegenomen. Derhalve is besloten dit jaar nog geen<br />

terugname door te voeren. In de loop van het jaar 2013<br />

zal rekening houdend met de definitieve invulling van<br />

de regelgeving en heffingen worden bezien wat het<br />

duurzame karakter is.<br />

Onroerende zaken in ontwikkeling<br />

De onroerende zaken in ontwikkeling zijn gewaardeerd<br />

tegen de tot en met balansdatum bestede bedragen,<br />

onder aftrek van eenmalige subsidies. De aangegane<br />

verplichtingen voor de huurwoningen zijn in de<br />

toelichting op de balans opgenomen.<br />

Bedrijfswaarde<br />

De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante<br />

waarde van het saldo van de toekomstige kasstromen<br />

over de verwachte economische levensduur van de<br />

investeringen. Bij nieuwbouwprojecten waarbij de<br />

totaal verwachte stichtingskosten hoger zijn dan de<br />

bedrijfswaarde wordt het verschil afgeboekt op het<br />

moment van start bouw.<br />

Hierbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:<br />

• Planmatig onderhoud: € 750,- p.j. per eenheid<br />

vanaf het derde jaar in exploitatie;<br />

• Klachtenonderhoud (serviceonderhoud plus<br />

contractonderhoud): € 250,- p.j. per eenheid<br />

• Mutatieonderhoud: € 1.000,- p.j. per eenheid<br />

• Belastingen (WOZ/Waterschap): € 145,- p.j. per<br />

eenheid (jaarlijks met 2% geïndexeerd);<br />

• Verzekeringen: € 30,- p.j. per eenheid (jaarlijks<br />

met 2% geïndexeerd);<br />

• Vergoeding/lasten servicekosten: € 19,20 p.j. per<br />

eenheid voor glasverzekering (jaarlijks met 2%<br />

geïndexeerd);<br />

Grondposities<br />

Ingenomen grondposities worden onder deze post<br />

verwerkt tegen verkrijgingsprijs, bijkomende kosten<br />

en indien van toepassing verminderd met bijzondere<br />

waardeverminderingen. Rentetoerekening vindt eerst<br />

plaats nadat ontwikkelactiviteiten zijn gestart. Als<br />

de grondposities een zodanige waardevermindering<br />

ondergaan dat de reële waarde lager is dan de<br />

aanschafwaarde en bijkomende kosten, dan wordt<br />

deze waardevermindering ten laste van het resultaat<br />

verantwoord. Hiertoe wordt de waarde van de<br />

gronden periodiek getoetst aan marktwaarde en de<br />

ontwikkelmogelijkheden.<br />

Onroerende en roerende zaken ten dienste van de<br />

exploitatie<br />

Deze activa zijn gewaardeerd tegen de aanschafwaarde<br />

minus de gecumuleerde afschrijvingen volgens het<br />

lineaire systeem.<br />

Vastgoedbeleggingen<br />

Commercieel vastgoed in exploitatie<br />

Commercieel vastgoed betreft woningen met een<br />

huurprijs boven de huurtoeslaggrens, bedrijfsmatig<br />

vastgoed (niet zijnde maatschappelijk vastgoed) en<br />

overig commercieel vastgoed. De woningen met de<br />

daarbij behorende installaties, garages en aanpassingen<br />

alsmede losse garages zijn gewaardeerd tegen<br />

79


80<br />

historische kostprijs, verminderd met de daarop<br />

toegepaste afschrijvingen. De afschrijvingen worden<br />

gebaseerd op de geschatte economische levensduur<br />

en worden berekend op basis van een vast percentage<br />

van de verkrijgingsprijs, rekening houdend met een<br />

eventuele residuwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf<br />

het moment van ingebruikneming. Op grond wordt<br />

niet afgeschreven.<br />

Bij na-investeringen worden alleen kosten geactiveerd<br />

wanneer deze kosten leiden tot een uitbreiding van de<br />

capaciteit, verlenging van de gebruiksduur of toename<br />

van de restwaarde. Op grond wordt niet afgeschreven.<br />

Bij het bepalen van de kasstroomgenererende eenheden<br />

(complexen) is de indeling gebaseerd op de volgende<br />

componenten: verhuurbaarheid, onderhoudsbeleid<br />

en daarmee sterk samenhangend de levensduurschatting<br />

van deze eenheden.<br />

Marktwaarde<br />

De marktwaarde is bepaald aan de hand van door een<br />

makelaar uitgevoerde taxaties. Bij complexen waarbij<br />

de marktwaarde lager is dan de boekwaarde wordt het<br />

verschil afgeboekt. Het commercieel vastgoed is per<br />

31 december <strong>2012</strong> voor het eerst getaxeerd. Op grond<br />

van deze taxaties zou voor een bedrag van € 0,2 mln.<br />

aan in eerdere jaren afgeboekte onrendabele toppen<br />

teruggenomen kunnen worden.<br />

Onduidelijk is of er sprake is van een duurzaam hogere<br />

marktwaarde gezien de economische omstandigheden<br />

op dit moment in Nederland en het effect daarvan op<br />

de woningmarkt. Derhalve is besloten dit jaar nog geen<br />

terugname door te voeren. In de loop van het jaar 2013<br />

zal rekening houdend met de definitieve invulling van<br />

de maatregelen uit het akkoord voor de woningmarkt<br />

worden bezien wat het duurzame karakter is.<br />

Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden<br />

Onroerende zaken die in het kader van een regeling<br />

Verkoop onder Voorwaarden (VOV) zijn overgedragen<br />

aan een derde en waarvoor de woningcorporatie een<br />

terugkoopverplichting kent worden aangemerkt als<br />

financieringsconstructie. De betreffende onroerende<br />

zaken worden gewaardeerd tegen actuele waarde,<br />

zijnde de met de koper overeengekomen contractprijs<br />

(eerste waardering) en daarna de marktwaarde<br />

op basis van VOV (deze is bepaald op basis van de<br />

waardeontwikkeling in de WOZ-waarde). Voor de<br />

in de regeling overeengekomen overdrachtswaarde<br />

wordt aan de creditzijde van de balans een terugkoopverplichting<br />

opgenomen. Deze terugkoopverplichting<br />

wordt jaarlijks gewaardeerd en getoetst<br />

aan de bij de overdracht ontstane verplichting, rekening<br />

houdend met de contractvoorwaarden.<br />

Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen<br />

exploitatie<br />

De onroerende zaken in ontwikkeling zijn gewaardeerd<br />

tegen de tot en met balansdatum bestede bedragen,<br />

onder aftrek van eenmalige subsidies.<br />

De aangegane verplichtingen voor de huurwoningen<br />

zijn in de toelichting op de balans opgenomen.<br />

Financiële vaste activa<br />

Latente belastingvordering<br />

Met betrekking tot het vastgoed in exploitatie is sprake<br />

van een latente belastingvordering wegens een fiscaal<br />

hogere boekwaarde dan commercieel. De latente<br />

vordering stijgt jaarlijks aangezien commercieel wel<br />

en fiscaal niet kan worden afgeschreven in verband<br />

met de bodemwaarde. Gezien het langlopend<br />

karakter tendeert de latentie op basis van de contante<br />

waarde naar nihil. De latentie is derhalve niet in de<br />

jarrekening verwerkt. Bij waardering tegen nominale<br />

waarde bedraagt de latente vordering ultimo <strong>2012</strong> naar<br />

schatting € 0,7 miljoen.<br />

Leningen u/g<br />

Verstrekte leningen (leningen u/g) worden bij de<br />

eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde<br />

en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde<br />

kostprijs, welke gelijk zijn aan de nominale waarde,<br />

onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen.<br />

Deze voorzieningen worden bepaald op basis van<br />

individuele beoordeling van de vorderingen.<br />

Voorraden<br />

Onroerende zaken bestemd voor verkoop.<br />

De onroerende zaken bestemd voor verkoop zijn<br />

gewaardeerd tegen de tot en met balansdatum bestede<br />

bedragen, onder aftrek van eenmalige subsidies.<br />

Vorderingen en liquide middelen<br />

Vorderingen en liquide middelen worden bij eerste<br />

verwerking opgenomen tegen de reële waarde en<br />

vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde<br />

kostprijs, welke gelijk zijn aan de nominale waarde,<br />

onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen.<br />

Deze voorzieningen worden bepaald op basis van<br />

individuele beoordeling van de vorderingen.<br />

Voorzieningen<br />

Latente belastingvorderingen zijn opgenomen onder<br />

de financiële vaste activa indien de verwachte<br />

looptijd > 1 jaar is, latente belastingverplichtingen<br />

zijn opgenomen onder de voorzieningen. De latenties


worden opgenomen tegen contante waarde.<br />

Langlopende schulden<br />

Leningen kredietinstellingen en schulden aan<br />

kredietinstellingen<br />

Als voortvloeisel uit BW2, titel 9, zijn de aflossingen die<br />

in 2013 moeten worden verricht onder de Kortlopende<br />

schulden opgenomen.<br />

Kortlopende schulden<br />

Onderhanden projecten<br />

De onderhanden projecten worden gewaardeerd<br />

tegen de werkelijk bestede kosten onder aftrek van de<br />

gefactureerde termijnen aan de kopers en de overige<br />

opbrengsten.<br />

Op basis van de stand van het project wordt een<br />

overeenkomstig deel van de berekende winst geactiveerd.<br />

Voorzieningen voor verliezen worden op de<br />

waardering in mindering gebracht.<br />

Overige schulden<br />

De overige schulden zijn gewaardeerd tegen nominale<br />

waarden.<br />

13.3 Winst- en verliesrekening<br />

Algemeen<br />

De resultaten van beide boekjaren zijn zoveel mogelijk<br />

vergelijkbaar gepresenteerd. Als baten worden die<br />

opbrengsten aangemerkt, die op de balansdatum<br />

geïnd of invorderbaar waren; als lasten die kosten die<br />

op de balansdatum betaald of voorzienbaar zijn. De<br />

waarderingsmethoden ter bepaling van het resultaat<br />

zijn gelijk aan die, die in de balans zijn toegepast.<br />

Verkoop onroerende zaken<br />

Verkoop sociaal vastgoed in exploitatie<br />

Het betreft het saldo van de gerealiseerde<br />

verkoopopbrengsten van woningen (na aftrek van<br />

verkoopkosten) minus de boekwaarde. Winsten<br />

worden verantwoord op het moment van levering<br />

(passeren transportakte).<br />

Toegerekende projectopbrengsten<br />

Het betreft de op basis van percentage of completion<br />

aan het jaar toegerekende verkoopopbrengsten uit<br />

nieuwbouw.<br />

Overige bedrijfsopbrengsten<br />

Hieronder worden verantwoord de doorberekende<br />

beheerkosten aan de onderhouds- en nieuwbouwprojecten<br />

en de resultaten van de gerealiseerde<br />

nieuwbouwprojecten.<br />

Afschrijvingen materiële vaste activa en<br />

vastgoedportefeuille<br />

De afschrijvingen materiële vaste activa en<br />

vastgoedportefeuille worden gebaseeerd op de<br />

verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Afschrijvingen<br />

vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van<br />

de geschatte economische levensduur. Afschrijving<br />

van het actief vindt plaats tot de restwaarde is bereikt.<br />

Binnen de afschrijving op het sociaal vastgoed in<br />

exploitatie worden componenten onderkend met<br />

een verschillende levensduur. Naast de grond (geen<br />

afschrijving) en de opstal worden installaties en<br />

inventaris onderkend. Van een afzonderlijk component<br />

is sprake indien deze component meer dan 10 procent<br />

uitmaakt van de waarde van het actief en/of indien<br />

de afschrijvingslast (als gevolg van een afwijkende<br />

levensduur van de component ten opzichte van de<br />

opstal) meer dan 10 procent afwijkt van de situatie dat<br />

geen component zou zijn onderkend.<br />

Waardeveranderingen materiële vaste activa en<br />

vastgoedportefeuille<br />

Onder deze post worden af- of opwaarderingen<br />

opgenomen die zijn gedaan in het kader van het toepassen<br />

van de minimum waarderingsregel (historische<br />

kostprijs of lagere bedrijfswaarde cq marktwaarde). Bij<br />

nieuwbouwprojecten wordt hieronder het onrendabele<br />

deel van de investering verantwoord.<br />

Pensioenlasten<br />

De (vroeg)pensioenen van de werknemers van<br />

de corporatie zijn ondergebracht bij Stichting<br />

Pensioenfonds voor de Woningcorporaties (SPW).<br />

De betreffende pensioenregeling kwalificeert zich<br />

als een toegezegde-pensioenregeling aangezien<br />

de pensioenuitkeringen aan de deelnemers niet<br />

uitsluitend afhankelijk zijn van de betaalde premies en<br />

behaalde rendementen, maar ook gekoppeld zijn aan<br />

de pensioengrondslagen/salarissen van de deelnemers.<br />

De Pensioenregeling is in de jaarrekening verwerkt als<br />

een toegezegde-bijdrageregeling.<br />

Dit betekent dat de verschuldigde premiebijdragen<br />

rechtstreeks in de winst- en verliesrekening als<br />

pensioenlast worden verantwoord en dat de nog<br />

te betalen, dan wel terug te ontvangen bijdragen<br />

worden opgenomen onder de kortlopende schulden,<br />

respectievelijk vorderingen.<br />

81


82<br />

Dekkingsgraad pensioenfonds<br />

De dekkingsgraad van het betrokken bedrijfstakpensioenfonds<br />

bedraagt ultimo <strong>2012</strong> volgens opgave<br />

van het fonds 106%. Op basis van het uitvoeringsreglement<br />

hebben wij bij een tekort in het fonds geen<br />

verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen<br />

anders dan door hogere toekomstige premies.<br />

Kosten uitbesteed werk<br />

Het betreft de op basis van percentage of completion<br />

aan het jaar toegerekende vervaardigingsprijs van<br />

verkochte nieuwbouw.<br />

Lasten onderhoud<br />

Hieronder vallen de kosten voor de in het verslagjaar<br />

uitgevoerde onderhoudswerken. In de winst- en<br />

verliesrekening zijn de kosten eigen dienst opgenomen<br />

bij de kostensoorten lonen en salarissen, sociale lasten<br />

en overige bedrijfslasten.<br />

Overige bedrijfslasten<br />

Hieronder worden de overige kosten verantwoord<br />

die zijn gemaakt in het kader van de gewone bedrijfsvoering<br />

zoals huisvestingskosten, bestuurskosten,<br />

algemene kosten, overige personeelskosten,<br />

belastingen, verzekeringen etc.<br />

Financiële baten en lasten<br />

De rentebaten bestaan in hoofdzaak uit de rente<br />

op uitgezette middelen en overige vorderingen. De<br />

rentelasten hebben voornamelijk betrekking op de<br />

rente op de langlopende leningen.<br />

Belastingen<br />

De belasting over het resultaat wordt berekend<br />

over het resultaat voor belastingen in de winst- en<br />

verliesrekening, rekening houdend met beschikbare<br />

fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande<br />

boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente<br />

belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen<br />

en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens<br />

wordt rekening gehouden met wijzigingen die<br />

optreden in de latente belastingvorderingen en latente<br />

belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het<br />

te hanteren belastingtarief. De afwijkende effectieve<br />

belastingdruk wordt veroorzaakt door het benutten<br />

van fiscale verliescompensatie, de waardering van<br />

latenties en fiscaal vrijgestelde winstbestanddelen.<br />

Integrale vennootschapsbelasting<br />

Met ingang van 1 januari 2008 zijn woningcorporaties<br />

integraal belastingplichtig voor de Wet op de Ven-<br />

nootschapsbelasting. De regels voor woningcorporaties<br />

zijn uitgewerkt in een Vaststellingsovereenkomst (VSO<br />

II). Omdat de interpretatie van de afspraken (VSO II) nog<br />

op een aantal punten onduidelijk is wordt het inzicht<br />

in de toekomstige verrekeningsmogelijkheden van<br />

(latente) belastingen op dit moment nog bemoeilijkt.<br />

De verwerking van belastingen in de jaarrekening<br />

van de woningcorporaties is uitgewerkt in de nieuwe<br />

RJ 645. In de basis zijn de regels zoals omschreven<br />

in RJ 272 ‘Belastingen naar de winst’ ook voor<br />

woningcorporaties van toepassing. In RJ 272.306<br />

is geregeld dat voor alle verrekenbare tijdelijke<br />

verschillen tussen fiscale en commerciële waardering<br />

een latente belastingpost dient te worden gevormd tot<br />

het bedrag dat het waarschijnlijk is dat er fiscale winst<br />

beschikbaar zal zijn voor verrekening.<br />

De waardering van latente belastingverplichtingen en<br />

latente belastingvorderingen is gebaseerd op de fiscale<br />

gevolgen van de per balansdatum voorgenomen<br />

wijze van realisatie of afwikkeling van de activa,<br />

voorzieningen, schulden of overlopende passiva.<br />

De voorgenomen wijze van realisatie of afwikkeling<br />

is gebaseerd op het strategisch voorraadbeleid. De<br />

horizon voor toetsing bedraagt derhalve een periode<br />

tussen de 5 tot maximaal 10 jaren.<br />

De berekening van de latente belastingvorderingen<br />

en –verplichtingen geschiedt tegen contante waarde<br />

waarbij het belastingpercentage een afgeleide is van<br />

de realisatietermijn (25%, 20%).<br />

Latente belastingvorderingen uit hoofde van verrekenbare<br />

verschillen en beschikbare voorwaartse<br />

verliescompensatie worden opgenomen voor zover<br />

het waarschijnlijk is dat er toekomstige fiscale winst<br />

beschikbaar zal zijn waarmee verliezen kunnen<br />

worden gecompenseerd en verrekeningsmogelijkheden<br />

kunnen worden benut.<br />

Ten aanzien van de acute belastinglast en belasting<br />

latenties in de jaarrekening zijn een aantal standpunten<br />

ingenomen die eerst bij afwerking van de aangifte over<br />

het verslagjaar <strong>2012</strong> door de fiscus zullen worden<br />

getoetst. Dientengevolge kan de fiscale last over <strong>2012</strong><br />

nog wijzigingen ondergaan.<br />

13.4 Kasstroomoverzicht<br />

Het kasstroomoverzicht is opgesteld in overeenstemming<br />

met de indirecte methode zoals opgenomen<br />

in RJ 360.


14<br />

Toelichting op de balans


84<br />

14. Toelichting op de balans per 31 december<br />

Vaste activa<br />

31 december <strong>2012</strong> 31 december 2011<br />

14.1 Materiële vaste activa<br />

14.1.1 Sociaal vastgoed in exploitatie 63.010.006 61.062.083<br />

14.1.2 Onroerende zaken in ontwikkeling 2.893.056 5.251.725<br />

14.1.3 Onroerende en roerende zaken ten dienste<br />

van de exploitatie<br />

478.357 480.100<br />

Totaal 66.381.419 66.793.908<br />

14.1.1 Sociaal vastgoed in exploitatie<br />

Grond Woningen<br />

en woongebouwen<br />

Onroerende<br />

zaken niet<br />

zijnde<br />

woningen<br />

Totaal<br />

Saldo begin boekjaar:<br />

- aanschafwaarde 11.442.054 71.881.740 43.001 83.366.795<br />

- cumulatieve waardeveranderingen 0 -9.257.080 0 -9.257.080<br />

- cumulatieve afschrijvingen 0 -13.036.814 -10.818 -13.047.632<br />

Boekwaarde begin boekjaar 11.442.054 49.587.846 32.183 61.062.083<br />

Mutaties in boekjaar:<br />

- investeringen 4.847 488.936 - 493.783<br />

- desinvesteringen 1.262- -20.341 - -21.603<br />

- waardeverminderingen - -3.516.042 -3.507 -3.519.549<br />

- afschrijvingen - -1.836.311 -81 -1.836.392<br />

- cumulatieve afschrijving desinvesteringen - 17.221 - 17.221<br />

- aanschafwaarde herclassificatie - 37.300 -37.300 0<br />

- cumulatieve afschrijving herclassificatie - -8.705 8.705 0<br />

- overboeking van in ontwikkeling 1.261.763 5.560.241 - 6.822.004<br />

- aanschafwaarde overboeking naar in ontwikkeling 7.541- -42.061 - -49.602<br />

- cumulatieve afschrijving overboeking naar in<br />

ontwikkeling<br />

- 42.061 - 42.061<br />

Saldo mutaties boekjaar 1.257.807 722.299 -32.183 1.947.923<br />

Saldo einde boekjaar:<br />

- aanschafwaarde 12.699.861 80.526.414 5.701 93.231.976<br />

- cumulatieve waardeveranderingen 0 -15.393.721 -3.507 -15.397.228<br />

- cumulatieve afschrijvingen - -14.822.548 -2.194 -14.824.742<br />

Boekwaarde einde boekjaar 12.699.861 50.310.145 0 63.010.006


Afschrijvingsmethode en -termijnen<br />

De afschrijvingsmethode en -termijnen bedragen<br />

respectievelijk voor:<br />

Lineair<br />

Woningen 50 jaar<br />

Garages 40 jaar<br />

Sanitair 25 jaar<br />

Warmwaterinstallatie 20 jaar<br />

Dubbel glas 20 jaar<br />

Lift 20 jaar<br />

CV-installatie 17 jaar<br />

Keuken 17 jaar<br />

Woningaanpassingen div.<br />

Isolatie div.<br />

Zekerheden e.d.<br />

Er zijn geen activa als zekerheid gesteld voor verstrekte<br />

leningen. Er is woningbezit met een totale WOZ-waarde<br />

van € 114,8 mln. ingebracht als onderpand bij het<br />

Waarborgfonds Sociale Woningbouw voor de borging<br />

van leningen ter grootte van maximaal 50% van dit<br />

bedrag.<br />

Verzekering<br />

De onroerende en roerende zaken in exploitatie zijn<br />

verzekerd tegen risico van brand- en stormschade.<br />

De laatste wijziging heeft plaats gevonden op 31<br />

december <strong>2012</strong>.<br />

Actuele waarde<br />

De waarde van de woningen, woongebouwen en<br />

onroerende zaken niet zijnde woningen bedraagt<br />

volgens de aanslag onroerende zaakbelasting 2013<br />

€ 324 mln. (peildatum 1 januari <strong>2012</strong>). Per peildatum 1<br />

januari 2011 was het € 341 mln..<br />

Bedrijfswaarde<br />

Op basis van de onder de waarderingsgrondslagen<br />

vermelde uitgangspunten bedraagt de bedrijfswaarde<br />

van het sociale woningbezit per 31 december <strong>2012</strong><br />

€ 110,3 mln. inclusief grond en exclusief rentabiliteitswaardecorrecties.<br />

Verloop bedrijfswaarde 2011 (x € 1.000)<br />

Bedrijfswaarde 2011 103.243<br />

Niet-DAEB bezit -3.042<br />

100.201<br />

Autonome ontwikkeling<br />

vrijval kasstromen -5.115<br />

effect een jaar opschuiven 4.992<br />

Subtotaal autonome ontwikkeling -123<br />

Voorraadmutaties<br />

verkoop -38<br />

sloop -27<br />

verbeteringen 37<br />

nieuwbouw 5.144<br />

aankoop 0<br />

overige nieuwe vhe’s 0<br />

overige mutaties woninggegevens 8.217<br />

Subtotaal voorraadmutaties 13.333<br />

Parameterwijzigingen<br />

indexaties -131<br />

levensduur 1.207<br />

mutatiegraad -1.654<br />

Subtotaal parameterwijzigingen -578<br />

Wijzigingen exploitatiebeleid<br />

huren harmonisatie -6.076<br />

planmatig onderhoud -6.448<br />

serviceonderhoud -466<br />

mutatieonderhoud -1.975<br />

belasting en verzekeringen -237<br />

personeelskosten -435<br />

bedrijfskosten -1.377<br />

servicekosten 22<br />

restwaarde grond 14.441<br />

Subtotaal wijzigingen exploitatiebeleid -2.551<br />

Bedrijfswaarde 110.282<br />

85


86<br />

14.1.2 Onroerende zaken in ontwikkeling <strong>2012</strong> 2011<br />

Saldo per 1 januari 5.251.725 6.428.086<br />

Mutaties in het boekjaar:<br />

- investeringen nieuwbouw 5.638.742 14.125.211<br />

- overboeking naar mva in exploitatie -6.822.004 -14.114.382<br />

- overboeking van mva in exploitatie 7.541 130.119<br />

- afboeken kosten niet doorgaan ontwikkeling nieuwbouw -11.537 0<br />

- vrijval voorziening 0 -3.586.114<br />

- dotatie voorziening 377.893 0<br />

- waardeveranderingen -1.549.305 2.268.805<br />

Saldo per 31 december 2.893.056 5.251.725<br />

14.1.3 Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie<br />

Kantoorpand<br />

magazijn/<br />

garages/<br />

straatwerk<br />

Inventaris Bedrijfsauto’s<br />

Automatisering<br />

Totaal<br />

Saldo begin boekjaar:<br />

- aanschafwaarde 572.913 78.741 80.978 38.377 771.009<br />

- cumulatieve afschrijvingen<br />

incl. waardeveranderingen -206.768 -42.672 -18.595 -22.874 -290.909<br />

Boekwaarde begin boekjaar 366.145 36.069 62.383 15.503 480.100<br />

Mutaties in boekjaar:<br />

- investeringen 36.494 20.089 0 1.853 58.436<br />

- aanschafwaarde desinvesteringen - - -24.000 0 -24.000<br />

- afschrijvingen -14.485 -15.669 -15.025 0 -45.179<br />

- cumulatieve afschrijving<br />

desinvesteringen<br />

- - 9.000 0 9.000<br />

Saldo mutaties boekjaar 22.009 4.420 -30.025 1.853 -1.743<br />

Saldo einde boekjaar:<br />

- aanschafwaarde 609.407 98.830 56.978 40.230 805.445<br />

- cumulatieve afschrijvingen<br />

incl. waardeveranderingen -221.253 -58.341 -24.620 -22.874 -327.088<br />

Boekwaarde einde boekjaar 388.154 40.489 32.358 17.356 478.357<br />

Actuele waarde<br />

De WOZ-waarde van het kantoorpand de Beukenheg per 1 januari <strong>2012</strong> is € 704.000.


14.2 Vastgoedbeleggingen 31 december <strong>2012</strong> 31 december 2011<br />

14.2.1 Commercieel vastgoed in exploitatie 3.092.811 3.150.402<br />

14.2.2 Onroerende zaken verkocht onder<br />

voorwaarden<br />

144.731 155.625<br />

14.2.3 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor<br />

eigen exploitatie<br />

951.620 258.207<br />

Totaal 4.189.162 3.564.234<br />

14.2.1 Commercieel vastgoed in exploitatie<br />

Grond Woningen<br />

en woongebouwen<br />

Totaal<br />

Saldo begin boekjaar:<br />

- aanschafwaarde 594.156 3.308.192 98.875 4.001.223<br />

- cumulatieve waardeveranderingen 0 -624.298 0 -624.298<br />

- cumulatieve afschrijvingen 0 -194.178 -32.345 -226.523<br />

Boekwaarde begin boekjaar 594.156 2.489.716 66.530 3.150.402<br />

Mutaties in boekjaar:<br />

- investeringen - -3.276 - -3.276<br />

- afschrijvingen - -52.429 -1.886 -54.315<br />

Saldo mutaties boekjaar 0 -55.705 -1.886 -57.591<br />

Saldo einde boekjaar:<br />

- aanschafwaarde 594.156 3.304.916 98.875 3.997.947<br />

- cumulatieve waardeveranderingen 0 -624.298 0 -624.298<br />

- cumulatieve afschrijvingen - -246.607 -34.231 -280.838<br />

Boekwaarde einde boekjaar 594.156 2.434.011 64.644 3.092.811<br />

Actuele waarde<br />

De actuele waarde van het commerciële woningbezit per 31 decmber <strong>2012</strong> bedraagt op basis van taxaties<br />

€ 4,9 mln.<br />

87


88<br />

14.2.2 Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden <strong>2012</strong> 2011<br />

Saldo per 1 januari 155.625 0<br />

Mutaties in het boekjaar:<br />

- overboeking van onroerende zaken in exploitatie 0 6.421<br />

- waardeverandering bij verkoop 0 149.204<br />

- daling marktwaarde -10.894 0<br />

Saldo per 31 december 144.731 155.625<br />

Per 31 december <strong>2012</strong> is er één woning verkocht onder voorwaarden:<br />

• Koopgarant<br />

• Kortingspercentage 25%<br />

• Verhouding kortingspercentage vs aandeel waardeontwikkeling 1 : 2<br />

14.2.3 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie<br />

Saldo per 1 januari 258.207 281.153<br />

Mutaties in het boekjaar:<br />

- investeringen nieuwbouw 1.455.318 -396.787<br />

- overboeking van mva in exploitatie 3.665<br />

- overboeking naar onderhanden projecten -761.905 370.176<br />

Saldo per 31 december 951.620 258.207<br />

14.3 Financiële vaste activa<br />

31-12-<strong>2012</strong> 31-12-2011<br />

14.3.1 Latente belastingvordering 3.965.427 0<br />

14.3.2 Leningen u/g 55.011 0<br />

Totaal 4.020.438 0<br />

14.3.1 Latente belastingvordering<br />

Stand per 1 januari 0 0<br />

Mutaties in het boekjaar:<br />

-Dotatie 3.965.427 0<br />

Stand per 31 december 3.965.427 0<br />

De latente belastingvordering heeft betrekking op fiscaal verrekenbare verliezen.<br />

De latentie is gebaseerd op een belastingpercentage van 20%.


Vlottende activa<br />

14.4 Voorraden 31-12-<strong>2012</strong> 31-12-2011<br />

14.4.1 Onroerende zaken bestemd voor verkoop 699.405 0<br />

Totaal 699.405 0<br />

Het verloop van de rekening-courant in het boekjaar is als volgt:<br />

<strong>2012</strong><br />

Stand per 1 januari 0<br />

Mutaties in het boekjaar:<br />

- Overboeking van Onderhanden projecten 699.405<br />

Stand per 31 december 699.405<br />

14.5 Vorderingen 31-12-<strong>2012</strong> 31-12-2011<br />

14.5.1 Huurdebiteuren 62.182 60.147<br />

14.5.2 Gemeente <strong>Putten</strong> 7.897 13.933<br />

14.6.3 Belastingen en premies sociale verzekeringen 1.324.078 1.470.339<br />

14.6.4 Overige vorderingen 6.241 8.927<br />

14.6.5 Overlopende activa 84.409 149.820<br />

Totaal 1.484.807 1.703.166<br />

89


90<br />

14.5.1 Huurdebiteuren<br />

Periode Aantal huurders Huurachterstand<br />

31-12-<strong>2012</strong> 31-12-2011 31-12-<strong>2012</strong> 31-12-2011<br />

tot 1 maand 87 100 25.196 27.171<br />

1 tot 2 maanden 17 20 11.553 14.404<br />

2 tot 3 maanden 7 4 7.502 4.030<br />

3 tot 4 maanden 5 3 7.983 5.738<br />

4 tot 5 maanden 1 2 1.640 2.668<br />

5 maanden of meer 3 2 8.308 6.136<br />

Totaal 120 131 62.182 60.147<br />

De huurachterstand bedraagt ultimo boekjaar 0,63% (2011: 0,66%) van de bruto jaarhuur.


31-12-<strong>2012</strong> 31-12-2011<br />

14.5.2 Gemeente <strong>Putten</strong><br />

Woningaanpassingen 1.269 4.426<br />

Bijdrage kosten Kruidentuin 4.994 6.040<br />

Premie-A subsidie 1.634 0<br />

Huur 0 2.393<br />

Overig 0 1.074<br />

Totaal 7.897 13.933<br />

31-12-<strong>2012</strong> 31-12-2011<br />

14.5.3 Belastingen en premies sociale verzekeringen<br />

Vennootschapsbelasting 14.5.3.1 1.324.078 1.467.288<br />

Pensioenpremie 14.5.3.2 0 3.051<br />

Totaal 1.324.078 1.470.339<br />

14.5.3.1 Vennootschapsbelasting<br />

Vennootschapsbelasting <strong>2012</strong> 480.687 0<br />

Vennootschapsbelasting 2011 490.000 490.000<br />

Vennootschapsbelasting 2010 0 480.002<br />

Vennootschapsbelasting 2009 353.391 353.391<br />

Vennootschapsbelasting 2008 0 143.895<br />

Totaal 1.324.078 1.467.288<br />

14.5.4 Overige vorderingen<br />

Deurwaarder 2.934 1.523<br />

Overig 10.754 15.122<br />

Af: voorziening -7.447 -7.718<br />

Totaal 6.241 8.927<br />

Het verloop van de voorziening in het boekjaar is als volgt: <strong>2012</strong><br />

Stand per 1 januari -7.718<br />

Ontvangsten 439<br />

Afboekingen 2.646<br />

Dotatie -2.814<br />

Stand per 31 december -7.447<br />

91


92<br />

14.5.5 Overlopende activa 31-12-<strong>2012</strong> 31-12-2011<br />

Bankrente 17.437 65.488<br />

Nog te ontvangen subsidie opgeleverde nieuwbouw 0 65.948<br />

Nog te ontvangen bedragen 5.380 12.837<br />

Nog te factureren bedragen 52.249 1.823<br />

Vooruitbetaalde bedragen 9.343 3.724<br />

Totaal 84.409 149.820<br />

14.6 Liquide middelen 31-12-<strong>2012</strong> 31-12-2011<br />

Kas 228 206<br />

Rekeningen-courant bank 533.987 74.875<br />

Internetspaarrekeningen 1.488.007 4.625.000<br />

Betalingen onderweg 0 -13.685<br />

Derdengeldenrekening 8.250 0<br />

Kruisposten 0 1.000<br />

Passiva<br />

Totaal 2.030.472 4.687.396<br />

Van het saldo op de rekeningen-courant bank is € 69.300 niet vrij opneembaar. Ook het saldo op<br />

de derdengeldenrekening is niet direct opvraagbaar.<br />

14.7 Eigen vermogen 31-12-<strong>2012</strong> 31-12-2011<br />

14.7.1 Overige reserves 19.435.364 15.356.968<br />

14.7.2 Resultaat boekjaar -1.948.453 4.078.396<br />

Totaal 17.486.911 19.435.364<br />

Onder de Overige reserves is een bedrag ad € 144.315 verantwoord aan ongerealiseerde<br />

waardestijgingen op Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden.<br />

14.8 Voorzieningen<br />

14.8.1 Voorziening onrendabele top nieuwbouw 377.893 0<br />

14.8.2 Voorziening latente belastingverplichtingen 4.603.388 27.278<br />

Totaal 4.981.281 27.278


14.8.1 Voorziening onrendabele top nieuwbouw <strong>2012</strong><br />

Stand per 1 januari 0<br />

Dotatie in verband met start bouw<br />

- 26 appartementen Brinkstraat blok D 377.893<br />

Stand per 31 december 377.893<br />

Looptijd van de voorziening onrendabele top nieuwbouw ultimo boekjaar is korter dan 1 jaar.<br />

14.8.2 Voorziening latente belastingverplichtingen<br />

Stand per 1 januari 27.278<br />

Mutaties in het boekjaar:<br />

- Vrijval -13.639<br />

- Dotatie 4.589.749<br />

Stand per 31 december 4.603.388<br />

De voorziening latente belastingverplichtingen heeft betrekking op het verschil tussen de<br />

bedrijfseconomische en fiscale waardering van het Sociaal en Commercieel vastgoed in exploitatie en<br />

de Leningen kredietinstellingen. De voorziening is gebaseerd op een belastingpercentage van 20%.<br />

14.9 Langlopende schulden<br />

31-12-<strong>2012</strong> 31-12-2011<br />

14.9.1 Leningen kredietinstellingen 52.884.386 51.802.861<br />

14.9.2 Verplichtingen uit hoofde van Onroerende zaken verkocht<br />

onder voorwaarden<br />

148.363 155.625<br />

Totaal 53.032.749 51.958.486<br />

93


94<br />

14.9.1 Leningen kredietinstellingen<br />

Bank Nederlandse Gemeenten 37.432.434 37.942.336<br />

Nederlandse Waterschapsbank 11.451.952 9.360.525<br />

Rabobank 4.000.000 4.500.000<br />

Totaal 52.884.386 51.802.861<br />

Het verloop van het totaal van de<br />

leningen in het boekjaar was als volgt: <strong>2012</strong> 2011<br />

Saldo per 1 januari 54.166.170 40.355.010<br />

Mutaties in het boekjaar:<br />

- Aflossing -2.273.309 -1.688.840<br />

- nieuwe leningen 2.400.000 15.500.000<br />

54.292.861 54.166.170<br />

Aflossing volgend boekjaar -1.408.475 -2.363.309<br />

Saldo per 31 december 52.884.386 51.802.861<br />

De gemiddelde rentevoet van de uitstaande leningen van kredietinstellingen ultimo boekjaar bedraagt<br />

4,17% (2011: 4,25%) en de gemiddelde resterende looptijd bedraagt 23 jaar. Het schuldrestant met<br />

een looptijd langer dan 5 jaar bedraagt totaal € 47.045.640.<br />

Zekerheden<br />

Er zijn geen complexen hypothecair bezwaard. In 2009 hebben wij ons aangesloten bij het<br />

Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Onder deze regeling zijn tot en met 31 december <strong>2012</strong><br />

twee fix-leningen totaal ad € 10.500.000 en twee lineaire leningen totaal ad € 6.900.000 opgenomen.<br />

De overige leningen worden nog allemaal door de Gemeente <strong>Putten</strong> geborgd.<br />

14.9.2 Verplichtingen uit hoofde van Onroerende zaken<br />

verkocht onder voorwaarden<br />

<strong>2012</strong> 2011<br />

Saldo per 1 januari 155.625 0<br />

Mutaties in het boekjaar:<br />

- verkoop woning 0 155.625<br />

- daling marktwaarde -7.262 0<br />

Saldo per 31 december 148.363 155.625


14.10 Kortlopende schulden 31-12-<strong>2012</strong> 31-12-2011<br />

14.10.1 Schulden aan kredietinstellingen 1.408.475 2.363.309<br />

14.10.2 Schulden aan gemeenten 15.804 18.758<br />

14.10.3 Schulden aan leveranciers 760.363 1.090.852<br />

14.10.4 Belastingen en premies sociale verzekeringen 357.119 515.922<br />

14.10.5 Onderhanden projecten 0 294.666<br />

14.10.6 Overige schulden 37.209 59.210<br />

14.10.7 Overlopende passiva 1.350.114 984.859<br />

Totaal 3.929.084 5.327.576<br />

14.10.1 Schulden aan kredietinstellingen<br />

14.10.1.1 Kortlopend deel leningen kredietinstellingen 1.408.475 2.363.309<br />

14.10.1.2 Rekening-courant bank 0 0<br />

Totaal 1.408.475 2.363.309<br />

14.8.1.2 De maximale kredietfaciliteit van de rekening-courant bij<br />

de Rabobank bedraagt € 3.000.000. Hiervan wordt<br />

per 31 december <strong>2012</strong> geen gebruik gemaakt. Er zijn<br />

geen zekerheden gesteld.<br />

14.10.2 Schulden aan gemeenten<br />

Gemeente <strong>Putten</strong>:<br />

Exploitatieresultaat woonwagencentrum 10.182 10.195<br />

Diversen 5.622 8.563<br />

Totaal 15.804 18.758<br />

14.10.3 Schulden aan leveranciers<br />

Handelscrediteuren 760.363 1.090.852<br />

Totaal 760.363 1.090.852<br />

14.10.4 Belastingen en premies sociale verzekeringen<br />

Omzetbelasting 305.694 480.676<br />

Loonbelasting 37.765 35.246<br />

Pensioenpremies 13.660 0<br />

Totaal 357.119 515.922<br />

95


96<br />

14.10.5 Onderhanden projecten<br />

Gedeclareerde termijnen 2.255.685 552.375<br />

Gerealiseerde kosten -1.887.511 -182.199<br />

Toegerekende winst -1.067.579 -75.510<br />

Overgeboekt naar Onroerende zaken bestemd voor<br />

verkoop<br />

699.405 0<br />

Totaal 0 294.666<br />

14.10.6 Overige schulden<br />

Verplichtingen huurgewenning 37.209 59.210<br />

Totaal 37.209 59.210<br />

De post Verplichtingen huurgewenning heeft betrekking<br />

op de periode 2013 tot en met 2016.<br />

14.10.7 Overlopende passiva<br />

Niet vervallen rente 959.157 816.845<br />

Nakomende kosten opgeleverde nieuwbouw 225.831 47.734<br />

Reservering vakantiedagen 18.439 19.475<br />

Vooruitontvangen huur 52.932 32.782<br />

Vooruitontvangen huurtoeslag 37.457 36.702<br />

Nog te betalen bedragen 23.226 11.559<br />

Reservering accountantskosten 17.000 14.130<br />

Afrekening servicekosten huurders 13.767 3.407<br />

Bankkosten 2.260 2.225<br />

Vooruitgefactureerde bedragen 45 0<br />

1.350.114 984.859


Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen<br />

Aangegane verplichtingen<br />

Ultimo boekjaar is sprake van een (restant) verplichting ad € 4.167.676 inzake nieuwbouwprojecten waarvoor een<br />

opdracht met derden is aangegaan die nog niet (geheel) is afgewikkeld. Dit bedrag is als volgt te specificeren:<br />

Project Aanneemsom Gefactureerd Restant<br />

Brinkstraat blok A 1.727.880 1.404.081 323.799<br />

Brinkstraat blok C 1.676.746 760.374 916.371<br />

Brinkstraat blok D 3.574.764 714.095 2.860.668<br />

Hoek van Damstr (architect) 99.059 45.592 53.466<br />

Tollensstraat (architect) 21.396 8.025 13.371<br />

4.167.676<br />

Obligo WSW<br />

Obligo aan het WSW uit hoofde van een door het WSW geborgde lening, die opeisbaar wordt indien blijkt dat het<br />

aan het WSW betaalde disagio an de achtergestelde lening niet voldoende zijn om de aanspraken op het WSW te<br />

dekken. Ultimo <strong>2012</strong> bedraagt het obligo € 669.900.<br />

Bankgarantie<br />

Per 31 december <strong>2012</strong> heeft <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> een bankgarantie afgegeven tot een totaalbedrag van € 69.300.<br />

Jubileumuitkeringen<br />

Voor eventuele jubileumuitkeringen is geen voorziening gevormd omdat de omvang van deze verplichting niet<br />

betrouwbaar kan worden bepaald. Dit vanwege het beperkt aantal medewerkers. Overigens gaat het om een<br />

bedrag dat niet materieel is.<br />

97


15<br />

Toelichting op de winsten<br />

verliesrekening


100<br />

15. Toelichting op de Winst- en Verliesrekening<br />

15.1 Bedrijfsopbrengsten<br />

<strong>2012</strong><br />

Begroting<br />

<strong>2012</strong> 2011<br />

15.1.1 Huren<br />

Te ontvangen nettohuur 9.922.186 9.978.000 9.145.827<br />

Af: huurderving, wegens<br />

- leegstand -27.354 -20.000 -7.716<br />

- overige redenen -5.751 -10.000 -5.711<br />

Totaal 9.889.081 9.948.000 9.132.400<br />

15.1.2 Vergoedingen<br />

Te ontvangen netto vergoedingen 115.836 89.000 89.210<br />

Af: vergoedingsderving, wegens<br />

- leegstand -211 0 -40<br />

Totaal 115.625 89.000 89.170<br />

15.1.3 Verkoop onroerende zaken<br />

Verkoop grond 0 0 0<br />

Verkoop onroerende zaken in exploitatie 544.879 308.000 166.228<br />

Toegerekende projectopbrengsten 2.082.598 2.150.000 173.087<br />

Totaal 2.627.477 2.458.000 339.315<br />

15.1.4 Overige bedrijfsopbrengsten<br />

Vergoedingen/verrichte diensten 15.611 6.000 12.683<br />

Boekwinst verkopen onroerende zaken<br />

ten dienste van de exploitatie<br />

0 2.651<br />

Overige 0 0 25<br />

Totaal 15.611 6.000 15.359<br />

15.2 Bedrijfslasten<br />

15.2.1 Afschrijving materiële vaste activa en<br />

vastgoedportefeuille<br />

Sociaal vastgoed in exploitatie 1.836.392 1.977.000 1.613.887<br />

Onroerende en roerende zaken ten<br />

dienste van de exploitatie<br />

45.179 42.000 40.605<br />

Commercieel vastgoed in exploitatie 54.315 30.071<br />

Totaal 1.935.886 2.019.000 1.684.563


15.2.2 Waardeveranderingen materiële vaste activa<br />

Overige waardeveranderingen materiële<br />

vaste activa<br />

Niet-gerealiseerde waardeveranderingen<br />

vastgoed portefeuille<br />

<strong>2012</strong><br />

Begroting<br />

<strong>2012</strong> 2011<br />

15.2.2.1 5.068.854 989.000 -3.099.131<br />

15.2.2.2 3.632 0<br />

Totaal 5.072.486 989.000 -3.099.131<br />

15.2.2.1 Overige waardeveranderingen materiële vaste activa<br />

Sociaal vastgoed in exploitatie 15.2.2.1.A 3.519.549 0 -830.326<br />

Onroerende zaken in ontwikkeling 15.2.2.1.B 1.549.305 989.000 -2.268.805<br />

Totaal 5.068.854 989.000 -3.099.131<br />

15.2.2.1.A Sociaal vastgoed in exploitatie<br />

36 seniorenappartementen De Schauw 1.332.984 0 0<br />

4 woningen Bijsteren (fase 1.4) 41.300 0 0<br />

4 HAT-woningen Veldstraat -17.877 0 0<br />

8 appartementen en 4 seniorenwoningen Schoolstraat 261.167 0 0<br />

21 appartementen Kievitlaan 669.802 0 -626.501<br />

37 eengezinswoningen Aaltsengoed 22.359 0 0<br />

33 appartementen Bijsteren (fase 2.4) 425.315 0 0<br />

22 woningen Bijsteren (fase 3.1) 426.010 0 0<br />

8 HAT-woningen Veldstraat 150.291 0 -140.429<br />

8 HAT-woningen Garderenseweg/Veldstraat 137.419 0 0<br />

3 seniorenwoningen Esdoornlaan 63.746 0 -63.396<br />

4 eengezinswoningen Spechtstraat 3.526 0 0<br />

3 autoboxen 3.507 0 0<br />

Totaal 3.519.549 0 -830.326<br />

15.2.2.1.B Onroerende zaken in ontwikkeling<br />

26 appartementen Brinkstraat (Blok D) 1.549.305 989.000 0<br />

36 seniorenappartementen De Schauw 0 0 -876.692<br />

33 appartementen Bijsteren (fase 2.4) 0 0 -1.148.672<br />

22 woningen Bijsteren (fase 3.1) 0 0 -577.915<br />

21 appartementen Brinkstraat (Blok B) 0 0 -214.356<br />

4 woningen Bijsteren (fase 1.4) 0 0 63.167<br />

4 HAT-woningen Veldstraat 0 0 116.216<br />

8 appartementen en 4 seniorenwoningen Schoolstraat 0 0 369.447<br />

Totaal 1.549.305 989.000 -2.268.805<br />

101


102<br />

15.2.2.2 Niet-gerealiseerde waardeveranderingen<br />

vastgoed portefeuille<br />

Onroerende zaken verkocht onder<br />

voorwaarden<br />

Verplichtingen uit hoofde van Onroerende<br />

zaken verkocht onder voorwaarden<br />

<strong>2012</strong><br />

Begroting<br />

<strong>2012</strong> 2011<br />

10.894 0<br />

-7.262 0<br />

Totaal 3.632 0<br />

15.2.3 Lonen en salarissen<br />

Bruto salarissen 695.829 680.000 755.330<br />

Inhuur personeel 28.174 0 0<br />

Mutatie reservering vakantiedagen -1.036 -35.083<br />

Ontvangen ziekengelden -21.687 0 -7.096<br />

Totaal 701.280 680.000 713.151<br />

15.2.4 Sociale lasten<br />

Sociale lasten 99.440 84.000 95.901<br />

Totaal 99.440 84.000 95.901<br />

15.2.5 Pensioenlasten<br />

Pensioenen 128.808 128.000 131.591<br />

Totaal 128.808 128.000 131.591<br />

15.2.6 Kosten uitbesteed werk<br />

Toegerekende projectkosten 1.090.529 1.182.000 97.577<br />

Totaal 1.090.529 1.182.000 97.577<br />

15.2.7 Lasten onderhoud<br />

Planmatig onderhoud 1.501.558 2.169.000 2.098.606<br />

Serviceonderhoud 374.819 372.000 352.083<br />

Mutatieonderhoud 305.585 163.000 221.281<br />

Contractonderhoud 242.370 203.000 180.320<br />

2.424.332 2.907.000 2.852.290<br />

Eigen dienst -60.251 -67.000 -54.773<br />

Totaal 2.364.081 2.840.000 2.797.517<br />

De kosten inzake Eigen dienst zijn reeds<br />

elders in de jaarrekening verantwoord.


<strong>2012</strong><br />

Begroting<br />

<strong>2012</strong> 2011<br />

15.2.8 Overige bedrijfslasten<br />

Overige personeelskosten 15.2.8.1 79.523 83.000 90.994<br />

Huisvestingskosten 15.2.8.2 52.562 57.000 42.105<br />

Bestuurskosten 15.2.8.3 41.813 35.000 31.531<br />

Algemene kosten 15.2.8.4 412.340 415.000 421.496<br />

Zakelijke bedrijfslasten 15.2.8.5 362.629 355.000 342.316<br />

Overige directie exploitatiekosten 15.2.8.6 106.704 142.000 151.269<br />

Totaal 1.055.571 1.087.000 1.079.711<br />

15.2.8.1 Overige personeelskosten<br />

Opleidingen 28.177 34.245<br />

Vergoedingen 15.050 14.546<br />

Verzekeringen 18.883 21.947<br />

Bijdrage ziektekosten 5.000 6.250<br />

Overig 12.413 14.006<br />

Totaal 79.523 83.000 90.994<br />

15.2.8.2 Huisvestingskosten<br />

Onderhoud kantoorgebouw 9.521 4.918<br />

Gas, water, elektra 8.896 8.533<br />

Tuinonderhoud 5.409 5.841<br />

Schoonmaakkosten 15.886 9.238<br />

Belastingen en verzekeringen 3.477 3.511<br />

Overige huisvestingskosten 9.373 10.064<br />

Totaal 52.562 57.000 42.105<br />

15.2.8.3 Bestuurskosten<br />

Vergoeding Raad van Commissarissen 27.500 22.000<br />

Overige bestuurskosten 14.313 9.531<br />

Totaal 41.813 35.000 31.531<br />

15.2.8.4 Algemene kosten<br />

Automatisering 134.004 132.297<br />

Advieskosten 59.525 52.522<br />

Leefbaarheid 36.870 26.057<br />

Accountantskosten 33.430 35.000<br />

Drukwerk en kantoorbenodigdheden 18.753 23.055<br />

Contributies en abonnementen 18.222 15.065<br />

Woonruimteverdeling 15.999 25.783<br />

Autokosten 19.210 15.022<br />

Telefoonkosten 12.912 11.452<br />

103


104<br />

<strong>2012</strong><br />

Begroting<br />

<strong>2012</strong> 2011<br />

Kosten niet doorgaan ontwikkeling<br />

nieuwbouw<br />

11.537 0<br />

Bewonersblad 9.567 10.559<br />

Bewonersparticipatie 8.880 9.930<br />

Bankkosten 8.718 8.785<br />

Portikosten 8.500 9.554<br />

Verkoopkosten 5.384 25.904<br />

Pro rata omzetbelasting -14.833 0<br />

Overige algemene kosten 25.662 20.511<br />

Totaal 412.340 415.000 421.496<br />

Onder de accountants- en advieskosten is een bedrag ad<br />

€ 33.430 (2011: € 35.000) aan accountantskosten BDO<br />

en € 23.410 (2011:€ 19.629) aan advieskosten BDO<br />

opgenomen.<br />

15.2.8.5 Zakelijke bedrijfslasten<br />

Belastingen 289.681 285.000 276.566<br />

Verzekeringen 53.635 50.000 46.318<br />

Contributie landelijke federatie 19.313 20.000 19.432<br />

Totaal 362.629 355.000 342.316<br />

15.2.8.6 Overige directie exploitatiekosten<br />

Sectorspecifieke heffing 38.173 80.000 112.379<br />

Overig 68.531 62.000 38.890<br />

Totaal 106.704 142.000 151.269<br />

15.3 Financiële baten en lasten<br />

15.3.1 Rentebaten en soortgelijke opbrengsten<br />

Rente belastingdienst 37.484 0 3.242<br />

Rente op uitgezette middelen 52.064 47.000 66.668<br />

Rente op overige vorderingen 9.587 0 2.397<br />

Totaal 99.135 47.000 72.307<br />

15.3.2 Rentelasten en soortgelijke kosten<br />

Rente leningen kredietinstellingen 2.260.940 2.312.000 2.011.383<br />

Rente belastingdienst 0 9.241<br />

Rente rekeningen-courant bank 0 1.000 152<br />

Totaal 2.260.940 2.313.000 2.020.776


<strong>2012</strong><br />

Begroting<br />

<strong>2012</strong> 2011<br />

15.4 Belastingen<br />

Vennootschapsbelasting boekjaar 0 1.015.000 0<br />

Mutatie voorziening latente belastingverplichtingen 4.576.110 -14.000 -13.639<br />

Mutatie latente belastingvordering -3.965.427 62.138<br />

Totaal 610.0683 1.001.000 48.499<br />

De berekening van het belastbaar resultaat <strong>2012</strong> is als volgt:<br />

Commercieel resultaat -1.962.092<br />

Bij: Fiscaal lagere afschrijving MVA 1.438.886<br />

Fiscaal geen waardeveranderingen 5.072.486<br />

Vrijval (dis)agio op leningen kredietinstellingen 68.195<br />

Fiscaal lagere kosten uitbesteed werk 1.090.529<br />

Beperkt aftrekbare kosten 4.400<br />

Toerekening algemene kosten 417.629<br />

Bijdrageheffing CFV 38.173<br />

Af: Fiscaal geen verkoop onroerende zaken in exploitatie -544.879<br />

Fiscaal hogere lasten onderhoud -408.504<br />

Fiscaal lagere projectopbrengst -2.077.742<br />

Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek 15.474<br />

Fiscaal afwaarderen onroerende zaken in exploitatie -22.948.744<br />

8.130.298<br />

-25.995.343<br />

Belastbaar bedrag -19.827.137<br />

Overige informatie<br />

Werknemers<br />

Gedurende het verslagjaar <strong>2012</strong> had de corporatie gemiddeld 12,3 werknemers in dienst (2011: 12,9).<br />

Dit aantal is gebaseerd op het aantal full-time equivalenten.<br />

Bestuurders en commissarissen<br />

• Het fiscaal loon van de bestuurder (inclusief bijtelling leaseauto) bedroeg in <strong>2012</strong> € 105.369 (2011: € 106.343).<br />

De pensioenlasten (inclusief werknemersdeel) bedroegen € 30.314 (2011: € 29.857).<br />

• De bruto vergoeding voor de Raad van Commissarissen bedroeg in <strong>2012</strong> totaal € 27.500 (2011: € 22.000).<br />

105


16<br />

Overige gegevens


108<br />

16. Overige gegevens<br />

16.1 Winstbestemming<br />

In afwachting van de goedkeuring door de Raad van Commissarissen is het nadelig resultaat ad. € 2.572.775 nog<br />

niet toegevoegd aan de Overige reserve.<br />

16.2 Statutaire winstbepaling<br />

In de statuten van <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> wordt in artikel 3 lid 1 en artikel 4 vermeld dat deze zich ten doel<br />

stelt uitsluitend op het gebied van de volkshuisvesting werkzaam te zijn. Hieruit volgt dat <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong><br />

conform artikel 22 van het BBSH (1 juli 2002) batige saldi uitsluitend bestemt voor werkzaamheden op het gebied<br />

van de volkshuisvesting. De verwerking hiervan (reserveringen en onttrekkingen) verloopt via de Overige reserve<br />

van de stichting.<br />

16.3 Gebeurtenissen na balansdatum<br />

Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum die vermeld moeten worden.<br />

16.4 <strong>Woningstichting</strong> in het kort<br />

Naam : <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong><br />

Vestigingsplaats : <strong>Putten</strong><br />

Correspondentieadres : Postbus 230, 3880 AE <strong>Putten</strong><br />

Bezoekadres : Spoorstraat 2, 3881 BW <strong>Putten</strong><br />

Statutair werkgebied : <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> heeft toelating in de gemeenten <strong>Putten</strong>,<br />

Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek en Elburg<br />

Oprichtingsdatum : 23 januari 1970<br />

Datum en nummer van het Koninklijk<br />

Besluit waarbij de instelling is toegelaten : 20 maart 1971, nummer 103<br />

Nummer inschrijving Handelsregister : 08013464 bij de KvK te Harderwijk<br />

BTW-nummer : 8064.62.127<br />

Lidmaatschap Landelijke federatie : Aedes, vereniging van woningcorporaties, Hilversum<br />

Nummer Stichting Nationaal<br />

Register Volkshuisvesting (NRV) : 13350<br />

VROM nummer : L 1865<br />

Bedrijfstakcode : <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> onderschrijft de Aedescode en de<br />

Governance Code Woningcorporaties


111

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!