jaarverslag 2012 - Woningstichting Putten
jaarverslag 2012 - Woningstichting Putten
jaarverslag 2012 - Woningstichting Putten
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>2012</strong><br />
Jaarverslag<br />
Volkshuisvestingsverslag<br />
Jaarrekening
Inhoudsopgave<br />
1 Inleiding 4<br />
2. Verslag van de bestuurder 6<br />
2.1 Ontwikkelingen om ons heen 6<br />
2.1.1 Landelijk 6<br />
2.1.2 Regionaal 6<br />
2.1.3 Gemeente <strong>Putten</strong> 6<br />
2.2 Missie, opgave en strategie 6<br />
2.3 Samenvatting belangrijkste resultaten <strong>2012</strong> 8<br />
2.4 Belangrijkste bestuursbesluiten in <strong>2012</strong> 12<br />
3. Organisatie, governance en maatschappelijke inbedding 13<br />
3.1 Organisatie 14<br />
3.2 Samenwerking/maatschappelijke inbedding en verbindingen 15<br />
3.3 Governancestructuur 17<br />
3.3.1 Bestuur 17<br />
3.3.2 Raad van Commissarissen 17<br />
3.3.3 De controle van de financiële verslaggeving, de positie<br />
van de interne controlefunctie en van de externe accountant 18<br />
3.3.4. Interne risicobeheersings- en controlesystemen 18<br />
4 Maatschappelijk prestaties 19<br />
4.1 Beschikbaarheid 20<br />
4.1.1 Nieuwbouwplannen 20<br />
4.1.1.1 Doelstellingen 20<br />
4.1.1.2 Sloop 21<br />
4.1.1.3 Nieuwbouw huur 21<br />
4.1.1.4 Nieuwbouw koop 21<br />
4.1.2 Verkoop bestaand bezit 21<br />
4.1.3 Woonruimteverdeling 22<br />
4.1.3.1 Woningzoekenden 22<br />
4.1.3.2 Woningtoewijzingen 22<br />
4.1.3.3 Woningtoewijzingen op basis van huur- en inkomensgrenzen 23<br />
4.1.4 Wonen en zorg 24<br />
4.2 Betaalbaarheid 24<br />
4.2.2 Streefhuur en huurharmonisatie 25<br />
4.2.3 Huurontvangsten 25<br />
4.3 Kwaliteit woningbezit 26<br />
4.3.1 Planmatig onderhoud 26<br />
4.3.2 Niet-planmatig onderhoud 28<br />
4.3.2.1 Serviceonderhoud 28<br />
4.3.2.2 Mutatieonderhoud 29<br />
4.3.2.3 Contractonderhoud 30<br />
4.3.3 Strategische investeringen 30<br />
4.3.4 Energiemaatregelen 30<br />
4.3.5 Wens van de klant 31<br />
4.3.5.1 Geriefverbeteringen 31<br />
4.3.5.2 Woningaanpassingen 31<br />
4.3.5.3 Zelf aangebrachte voorzieningen 31<br />
4.3.5.4 Keuzevrijheid 31
4.4 Kwaliteit woonomgeving 31<br />
4.4.1 Overleg met bewoners 31<br />
4.4.1.1 Huurdersorganisatie <strong>Putten</strong> 32<br />
4.4.1.2 Bewonersbijeenkomsten 32<br />
4.4.1.3 Bewoners in de rol van toezichthouder 32<br />
4.4.2 Leefbaarheid 32<br />
4.4.2.1 Sociaal vangnetoverleg 32<br />
4.4.2.2 Woonomgeving 34<br />
4.4.2.3 Maatschappelijk vastgoed 34<br />
4.4.2.4 Buurtbudget 34<br />
4.4.2.5 Veiligheid 34<br />
4.4.2.6 Woonfraudebeleid 34<br />
4.5 Kwaliteit dienstverlening 34<br />
4.5.1 KWH-huurlabel 34<br />
4.5.2 Informatie aan huurders/bewoners 36<br />
5. Financiële prestaties 37<br />
5.1 Financiële resultaten 38<br />
5.2 Financiële continuïteit 42<br />
5.2.1. Externe beoordeling 42<br />
5.2.2. Interne beoordeling 45<br />
6 Risicomanagement 49<br />
6.1 Marktontwikkelingen 50<br />
6.2 Grondposities 51<br />
6.3 Renterisico 52<br />
6.3.1 Rente-exposure 52<br />
6.3.2 Derivatenportefeuille 53<br />
6.4 Kwaliteit medewerkers 55<br />
6.5 Besluitvorming 55<br />
7 Toekomst 57<br />
8 Verslag van de Raad van Commissarissen over <strong>2012</strong> 59<br />
9 Kerncijfers 65<br />
10 Balans per 31 december <strong>2012</strong> 69<br />
11 Winst- en verliesrekening over het boekjaar <strong>2012</strong> 73<br />
12 Kasstroomoverzicht 75<br />
13 Toelichting waarderingsgrondslagen 77<br />
14 Toelichting op de balans 83<br />
15 Toelichting op de winst- en verliesrekening 99<br />
16 Overige gegevens 107
1Inleiding
4<br />
1 Inleiding<br />
Voor u ligt het <strong>jaarverslag</strong> en de jaarrekening <strong>2012</strong> van<br />
<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong>. Met dit verslag willen wij u<br />
inzicht geven in de ontwikkelingen die ons raken en<br />
de maatschappelijke prestaties die wij in <strong>2012</strong> hebben<br />
geleverd op het gebied van wonen in <strong>Putten</strong>. Daarnaast<br />
geven wij een doorkijk naar de wijze waarop wij ook<br />
in de toekomst inhoud willen geven aan onze kerntaak:<br />
het bieden van goede en betaalbare huisvesting in<br />
een prettige omgeving, vooral aan diegenen die ons<br />
daarvoor nodig hebben.<br />
Het thema van dit <strong>jaarverslag</strong> is ‘<strong>Putten</strong> in beweging’.<br />
De foto’s in dit <strong>jaarverslag</strong>, beschikbaar gesteld door<br />
de diverse (sport)verenigingen waarvoor wij hen zeer<br />
erkentelijk zijn, symboliseren de beweging in ons<br />
dorp. Bovendien laten de foto’s zien dat sport mensen<br />
samenbrengt, verbroedert, de gezondheid verbetert en<br />
niet aan leeftijd gebonden is. Bij talloze verenigingen<br />
zijn mensen actief. Soms individueel, maar vooral met<br />
elkaar. En niet alleen als sporter, maar ook als trainer,<br />
vrijwilliger of supporter. Deze beweging past goed bij<br />
ons motto: “Ruimte geven en samen leven”.<br />
Het verslag van de bestuurder geeft alles in vogelvlucht<br />
weer en kan in dat opzicht als een samenvatting<br />
worden gelezen.
2Verslag van de bestuurder
6<br />
2. Verslag van de bestuurder<br />
2.1 Ontwikkelingen om ons heen<br />
2.1.1 Landelijk<br />
Vanuit Den Haag zijn er allerlei maatregelen genomen<br />
met als doel de woningmarkt te hervormen. Zowel op<br />
de huur- als op de koopsector heeft dit zijn effect.<br />
Het regeerakkoord Rutte II en daarop volgend het<br />
woonakkoord heeft de toekomst van de corporaties<br />
behoorlijk op zijn kop gezet. Een hoge verhuurderheffing,<br />
gecombineerd met een flinke bijdrage<br />
aan saneringssteun voor het Centraal Fonds, zet<br />
de kasstromen in de sector behoorlijk onder druk.<br />
Dit heeft grote gevolgen voor de investeringscapaciteit<br />
en daarmee op de bouwproductie van corporaties. Dit<br />
in combinatie met de eerdere genomen maatregelen<br />
voor investeringen in andere projecten dan sociale<br />
huurwoningen, maakt dat corporaties noodgedwongen<br />
kritisch naar hun investeringsplannen kijken.<br />
De strengere hypotheekeisen maken het voor starters<br />
niet makkelijk om een woning te kopen. En een woning<br />
verkopen is in de huidige onzekere economische tijd<br />
ook niet eenvoudig. Het woonakkoord heeft als doel<br />
deze maatregelen iets te verzachten, maar het is nog<br />
maar de vraag in hoeverre dit weer beweging brengt<br />
in de woningmarkt.<br />
Ook op <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> hebben deze<br />
ontwikkelingen hun effect, maar minder sterk dan bij<br />
veel andere corporaties het geval is. Wij hebben ons<br />
in de afgelopen jaren altijd sterk geconcentreerd op<br />
de bouw en exploitatie van sociale huurwoningen.<br />
Ook naar de toekomst toe ligt hier het accent. Dit<br />
betekent dat wij geen problemen ervaren rond<br />
teruglopende woningverkopen of financierbaarheid<br />
van duurdere huurwoningen.<br />
<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> heeft ten opzichte van de<br />
grootte van de corporatie de afgelopen jaren een fors<br />
investeringsprogramma gehad, dat ook de komende<br />
jaren nog doorloopt. De realisatie van de ‘harde’<br />
projecten levert financieel gezien geen knelpunten<br />
op. De financiële kengetallen waarop gestuurd wordt<br />
passen binnen de gewenste normen. Het is dan ook<br />
niet nodig gebleken om ons investeringsprogramma<br />
aan te passen aan het regeer-/woonakkoord. Wel zien<br />
wij dat er in enkele jaren knelpunten ontstaan, als wij de<br />
nieuwbouwaantallen uit de Woonvisie daadwerkelijk<br />
realiseren. Dit betekent dat hogere huurverhogingen<br />
onvermijdelijk zijn.<br />
2.1.2 Regionaal<br />
In het regionale volkshuisvestingsbeleid spelen<br />
drie zaken een belangrijke rol: Woon <strong>2012</strong>, de<br />
overeenkomst wonen-welzijn-zorg en de regionale<br />
woonruimteverdeling.<br />
In <strong>2012</strong> is in de regio het woningmarktonderzoek<br />
Woon uitgevoerd. Dit vormt een basis voor de discussie<br />
over de herverdeling van de nieuwbouwaantallen en<br />
voor de regionale woonvisie. <strong>Putten</strong> wil graag meer<br />
nieuwbouw realiseren dan op grond van de huidige<br />
verdeling mogelijk is.<br />
In het kader van de overeenkomst wonen-welzijn-zorg<br />
is in <strong>2012</strong> bekeken hoe toegankelijk het woningbezit<br />
van de corporaties is. Dit geeft woningzoekenden<br />
informatie over de geschiktheid van een woning en<br />
maakt duidelijk welke tekorten er zijn, gelet op de<br />
toenemende vraag naar deze woningen door de<br />
stijging van het aantal oudere huishoudens.<br />
In <strong>2012</strong> is de samenwerking bij de regionale<br />
woonruimteverdeling voortgezet. In afwachting van de<br />
invoering van de nieuwe Huisvestingswet zijn er geen<br />
veranderingen in de systematiek aangebracht. Wel is<br />
in <strong>2012</strong> de nieuwe urgentieregeling ingevoerd.<br />
2.1.3 Gemeente <strong>Putten</strong><br />
In <strong>2012</strong> hebben we met de gemeente <strong>Putten</strong> prestatieafspraken<br />
gemaakt. In de prestatieafspraken is<br />
opgenomen dat <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> de eerste<br />
partij is die door de gemeente wordt benaderd voor de<br />
realisatie van de sociale huurwoningen. Daarnaast zijn<br />
afspraken gemaakt over de inspanningen ten aanzien<br />
van energiebesparing, huurachterstanden, verkoop<br />
van huurwoningen, grondprijzen, leefbaarheid e.d.<br />
2.2 Missie, opgave en strategie<br />
In <strong>2012</strong> hebben wij een nieuw ondernemingsplan<br />
opgesteld voor de periode 2013-2017 met de<br />
naam ‘Ruimte geven en samen leven’. Jaarlijks zal<br />
in september gekeken worden of in- en externe<br />
ontwikkelingen moeten leiden tot een bijstelling van<br />
het plan.<br />
Visie en missie<br />
In de visie van <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> moet iedereen<br />
goed kunnen wonen. Er zouden geen knelpunten op<br />
de woningmarkt mogen bestaan. Iedereen zou de
voor hem of haar ideale wooncarrière moeten kunnen<br />
doorlopen en naar tevredenheid kunnen wonen in een<br />
omgeving waar hij of zij zich thuis voelt.<br />
<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> denkt aan deze ideale situatie<br />
een bijdrage te kunnen leveren door zich vooral te<br />
richten op de huisvesting van mensen die hiervoor zelf<br />
niet kunnen zorgen.<br />
Onze missie luidt dan ook:<br />
<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> wil op de woningmarkt van<br />
<strong>Putten</strong> dé partij zijn die zorgt voor goed en betaalbaar<br />
wonen voor nu en in de toekomst. Wij zorgen voor<br />
huisvesting van mensen die hierin vanuit financiële of<br />
sociale omstandigheden niet zelf kunnen voorzien en<br />
dragen bij aan een prettige woonomgeving en goede<br />
onderlinge contacten tussen bewoners, met als doel<br />
dat iedereen zich thuis voelt.<br />
Doelgroep<br />
Wij hebben onze primaire doelgroep als volgt in onze<br />
missie gedefinieerd: ‘Wij zorgen voor huisvesting<br />
van mensen die hierin vanuit financiële of sociale<br />
omstandigheden niet zelf kunnen voorzien’.<br />
De primaire doelgroep kan als volgt nader worden<br />
gespecificeerd:<br />
• Lagere inkomens: huishoudens met een inkomen<br />
tot en met € 34.085 (prijspeil <strong>2012</strong>). Dit is de<br />
doelgroep waar corporaties minimaal 90% van<br />
de vrijkomende woningen aan moeten toewijzen.<br />
Binnen deze groep benoemen we specifiek de een-<br />
en tweepersoonshuishoudens (starters en ouderen);<br />
• Middeninkomens: huishoudens met een inkomen<br />
tussen € 34.085 en € 45.000. Deze groep kan zich<br />
binnen de huidige woningmarkt in <strong>Putten</strong> niet zelf<br />
redden. Het aanbod aan duurdere huurwoningen<br />
is beperkt en het aanbod aan koopwoningen is<br />
veelal te duur;<br />
• Mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke<br />
beperking: Deze mensen hebben veelal zorg en<br />
ondersteuning nodig bij het zelfstandig wonen en<br />
horen qua inkomen ook tot de primaire doelgroep.<br />
Als gevolg van de toenemende vergrijzing verdienen<br />
ouderen zowel binnen de primaire doelgroep maar<br />
ook daarbuiten bijzondere aandacht. Niet alleen<br />
hebben zij specifieke wooneisen om langer zelfstandig<br />
te kunnen blijven wonen, ook vormen vermogende<br />
ouderen met een laag inkomen een bedreiging voor de<br />
huisvestingsmogelijkheden van de primaire doelgroep<br />
doordat zij in de huidige woonruimteverdelingsregels<br />
ook kans maken op woningtoewijzing.<br />
Strategische doelen<br />
Uit de analyse van waar we als <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong><br />
nu staan en de ontwikkelingen om ons heen hebben<br />
wij een vijftal strategische doelstellingen afgeleid om<br />
de door ons gedefinieerde doelgroep te bedienen:<br />
1. Voldoende huisvesting bieden voor onze primaire<br />
doelgroep door het vergroten van het aantal<br />
beschikbare woningen voor lage inkomens,<br />
het creëren en benutten van kansen voor<br />
middeninkomens en het bieden van mogelijkheden<br />
voor huisvesting van verstandelijk en/of<br />
lichamelijk beperkten, met daarbij aandacht voor<br />
levensloopbestendige woningen waardoor deze<br />
ook geschikt zijn voor bewoning door ouderen.<br />
2. Het voeren van een huurbeleid dat leidt tot<br />
huurprijzen die enerzijds passend zijn bij de<br />
financiële draagkracht van onze primaire doelgroep,<br />
maar anderzijds ook passen bij de kwaliteit van ons<br />
bezit, met mogelijkheden tot differentiatie voor de<br />
meer vermogende woningzoekende.<br />
3. Het in stand houden van de huidige kwaliteit van<br />
het bezit enerzijds en anderzijds het vergroten van<br />
deze kwaliteit wanneer dit vanuit de klant gewenst<br />
is of nodig is vanuit milieutechnisch oogpunt of<br />
verandering van de (toekomstige) vraag.<br />
4. Zorgdragen voor een leefomgeving waarin iedereen<br />
zich thuis voelt door het vergroten van de<br />
sociale samenhang in en het verbeteren van de<br />
uitstraling van wijken en buurten door enerzijds<br />
actieve betrokkenheid van bewoners en anderzijds<br />
de inzet van en samenwerking met andere sociaalmaatschappelijke<br />
organisaties.<br />
5. Het creëren van een werkorganisatie die toegerust<br />
is om de strategische doelen te realiseren en in<br />
haar handelen de klant centraal heeft staan.<br />
Onze missie, concreet vertaald in de strategische<br />
doelen, willen wij realiseren door te investeren in<br />
beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit:<br />
• Beschikbaarheid door te zorgen voor voldoende<br />
aanbod;<br />
• Betaalbaarheid door te zorgen voor draagbare<br />
woonlasten (huur en energie);<br />
• Kwaliteit door te zorgen voor een kwalitatief<br />
goede woning in een prettige omgeving en met<br />
goede dienstverlening.<br />
Daarbij streven wij naar een zo optimaal mogelijke<br />
inzet van de beschikbare financiële middelen,<br />
waarbij te allen tijde de financiële continuïteit en de<br />
continuïteit van de dienstverlening op langere termijn<br />
moet zijn gewaarborgd. Voor de financiële continuïteit<br />
geldt dat voldaan moet worden aan de eisen rond<br />
7
8<br />
financierbaarheid van het Waarborgfonds Sociale<br />
Woningbouw en dat het A1 continuïteitsoordeel van<br />
het Centraal Fonds moet worden behouden.<br />
2.3 Samenvatting belangrijkste<br />
resultaten <strong>2012</strong><br />
Onze missie, concreet vertaald in de strategische<br />
doelen, willen wij realiseren door te investeren<br />
in beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit.<br />
Hieronder een samenvatting van de wijze waarop wij<br />
hier in <strong>2012</strong> inhoud aan hebben gegeven en wat onze<br />
voornemens zijn voor de komende jaren.<br />
Beschikbaarheid: voldoende aanbod<br />
In <strong>2012</strong> hebben wij 56 nieuwe woningen aan ons<br />
bezit toegevoegd. Het betreft 36 appartementen met<br />
lift nabij een zorgcentrum, 16 woningen (waarvan 10<br />
nultredenwoningen) op een inbreidingslocatie dichtbij<br />
het centrum en 4 woningen op een uitbreidingslocatie.<br />
Daarnaast zijn er 14 koopappartementen opgeleverd<br />
en zijn wij gestart met de bouw van 13 duurdere<br />
huurappartementen en 26 sociale huurappartementen<br />
dicht bij het centrum.<br />
In <strong>2012</strong> was de scoringskans voor woningzoekenden<br />
33%, een lichte daling ten opzichte van 2011. Dat<br />
betekent dat van alle 10 huishoudens die actief reageerden<br />
op een woning we er aan ruim 3 daadwerkelijk een<br />
woning konden toewijzen. Van de 154 verhuurde<br />
sociale huurwoningen in ons bezit is 94% toegewezen<br />
aan een huishouden met een inkomen tot € 34.085.<br />
Hiermee is voldaan aan de eis dat minimaal 90% moest<br />
worden toegewezen aan lage inkomensgroepen. In<br />
<strong>2012</strong> stonden er 2.032 woningzoekenden ingeschreven.<br />
Aan het eind van <strong>2012</strong> waren er nog 324 actief op zoek<br />
naar een woning en waren er 158 geholpen. De overige<br />
woningzoekenden staan uit voorzorg ingeschreven. Het<br />
aantal woningzoekenden dat jaarlijks daadwerkelijk op<br />
zoek is naar een woning schommelt de laatste jaren<br />
rond de 450.<br />
In <strong>2012</strong> hebben we, naast 14 nieuwbouwappartementen,<br />
nog 44 bestaande woningen voor verkoop aangeboden.<br />
Daarvan zijn er 3 daadwerkelijk verkocht,<br />
waarvan 2 aan zittende huurders en 1 woning bij<br />
mutatie. Kopers konden daarbij gebruik maken van de<br />
corporatiestarterslening.<br />
Doorkijkje<br />
Er is nog steeds veel meer vraag naar huurwoningen<br />
dan aanbod. Daarom willen we de komende jaren met<br />
nieuwbouw het aanbod van sociale huurwoningen<br />
uitbreiden, binnen de mogelijkheden die het Kwalitatief<br />
Woningbouw Programma (KWP) van de provincie<br />
Gelderland en de Woonvisie bieden.<br />
We hebben voor de periode 2013-2020 vier<br />
nieuwbouwprojecten in portefeuille, waardoor tot<br />
2015 het aanbod met 30 sociale huurwoningen<br />
toeneemt. De resterende ruimte binnen de Woonvisie<br />
bedraagt nog circa 80 sociale huurwoningen. Hier<br />
worden nog nieuwbouwmogelijkheden bij gezocht en<br />
ruimte binnen het KWP.<br />
Er zijn veel ouderen en kleine huishoudens die graag een<br />
huurwoning willen. Daarom bouwen we vooral voor<br />
deze groepen, in de vorm van ‘nultredenwoningen’.<br />
Wij zijn terughoudend met de bouw van duurdere<br />
huurwoningen.<br />
Betaalbaarheid: woonlasten<br />
De huren in <strong>Putten</strong> zijn laag als je kijkt naar de<br />
kwaliteit van de woningen. Daarom is in <strong>2012</strong> voor<br />
alle woningen een streefhuurniveau vastgesteld op<br />
65% van de maximaal toegestane huurprijs. Bij<br />
nieuwe verhuringen wordt de huur opgetrokken naar<br />
dit niveau. Zo komt de prijs meer in overeenstemming<br />
met de kwaliteit. De reguliere huurverhoging bedroeg<br />
in <strong>2012</strong> 2,3%. Het was niet mogelijk om huurders<br />
met een hoger inkomen een hogere huurverhoging<br />
te geven. We hebben in <strong>2012</strong> ook besloten veel<br />
te investeren in energiebesparende maatregelen.<br />
Hiervoor wordt (in overeenstemming met de wens van<br />
de Huurdersorganisatie) geen directe huurverhoging<br />
gevraagd. Wel wordt de huur opgetrokken na het<br />
leegkomen van de woning.<br />
Doorkijkje<br />
De jaarlijkse huurverhoging willen wij gebruiken om<br />
de prijs meer in overeenstemming te brengen met de<br />
kwaliteit (huursombenadering). Bij mensen die meer<br />
verdienen maar nu een lage huurprijs betalen willen<br />
wij de huur vanaf 2014 extra verhogen. De huur wordt<br />
dan overigens niet hoger dan 65% van de maximaal<br />
toegestane huur.<br />
Kwaliteit van het woningbezit<br />
In <strong>2012</strong> hebben wij € 1.502.000 aan planmatig<br />
onderhoud van het bezit uitgegeven. Grote projecten<br />
waren: complex 340 (Anna van Loenenstraat,<br />
Ds. Hollandstraat) waar ramen vervangen zijn en<br />
dubbelglas geplaatst is en complex 360 (Bentinckstraat,<br />
Luitgardestraat en van Mehenstraat) waar keukens
vervangen zijn en de mechanische ventilatie in de<br />
woningen is aangepast. Ook hebben we een groot<br />
aantal woningen weer opnieuw laten certificeren<br />
op basis van de uitgangspunten van de Nationale<br />
BeveiligingsRichtlijn. We hebben ca. € 230.000<br />
uitgegeven voor deze aanpassingen aan de woningen.<br />
Daarnaast hebben we schilderwerk uitgevoerd, cvketels<br />
vervangen en keukens, badkamers en toiletten<br />
gerenoveerd. Er is € 738.000 besteed aan nietplanmatig<br />
onderhoud, zoals serviceonderhoud en<br />
mutatieonderhoud. We hebben in <strong>2012</strong> een forse<br />
stijging gezien van het inhaal planmatig onderhoud.<br />
Dit is onderhoud dat op verzoek van bewoners pas<br />
plaatsvindt als zij de woning verlaten. Dit is het gevolg<br />
van een grotere keuzevrijheid van bewoners ten<br />
aanzien van het moment van planmatig onderhoud.<br />
Doorkijkje<br />
Wij blijven ook de komende jaren flink investeren in de<br />
kwaliteit van ons bezit, circa € 3 mln per jaar. Daarnaast<br />
streven wij ernaar om in 2020 alle woningen minimaal<br />
aan energielabel C te laten voldoen. Wij zetten<br />
daarbij vooral in op comfortverbetering. Zo wordt<br />
meer geïnvesteerd in spouw-, vloer- en dakisolatie en<br />
9
10<br />
in dubbel glas dan in installatietechniek. Daarnaast<br />
wordt in 2013 een asbestinventarisatie uitgevoerd bij<br />
de woningen die eerder gebouwd zijn dan 1995.<br />
We willen ook graag ruimte geven voor de mening<br />
en wensen van de bewoners. Welke verbeteringen<br />
zouden zij willen en hoe kunnen wij dit meenemen<br />
in het onderhoud of in een geriefverbetering op maat.<br />
Hiervoor zoeken wij actief het contact met bewoners,<br />
om hun ervaringen te betrekken bij onze planvorming.<br />
Hiervoor wordt een beperkte uitbreiding in de formatie<br />
gerealiseerd.<br />
Kwaliteit van de woonomgeving/leefbaarheid<br />
Goed wonen betreft meer dan alleen de woning,<br />
de omgeving waar de woning staat is minstens zo<br />
belangrijk. Hierbij horen ook de sociale contacten in<br />
de buurt en de onderlinge saamhorigheid. In <strong>2012</strong> is in<br />
goede samenwerking met de gemeente de omgeving<br />
van de Van Dedemstraat en de Verbruggenstraat<br />
aangepakt en zijn de toezichthouders in deze<br />
complexen daadwerkelijk begonnen.<br />
Daarnaast hebben we energie gestoken in de nodige<br />
overlastzaken en hebben we bewonersbijeenkomsten<br />
georganiseerd voor de bewoners van de Lupinehof en
de Roggestraat, om te horen wat er zoal leeft in de<br />
wijk. Daarnaast hebben we samen met de Huurdersorganisatie<br />
een tuinenwedstrijd georganiseerd als<br />
stimulans voor mensen om hiermee hun woonomgeving<br />
te verbeteren.<br />
Doorkijkje<br />
Wij willen de komende jaren een actieve rol spelen bij<br />
het versterken van de sociale binding tussen bewoners.<br />
Hiervoor wordt het contact met de Huurdersorganisatie<br />
nauw onderhouden. Daarnaast worden er<br />
jaarlijks minimaal twee bijeenkomsten georganiseerd<br />
waar bewoners elkaar kunnen treffen en worden de<br />
toezichthouders begeleid.<br />
Wij zijn terughoudend bij het bieden van individuele<br />
sociale begeleiding, hiervoor zijn andere instanties<br />
aangewezen. Wij willen wel graag de sfeer in de<br />
woonbuurten goed houden en mensen met elkaar<br />
in contact brengen. Zo kunnen wij ook eventuele<br />
problemen vroegtijdig signaleren en de nodige actie<br />
(laten) ondernemen. Bovendien willen we bewoners<br />
meer invloed laten uitoefenen op het beheer van<br />
hun directe woonomgeving. Hierin trekken wij nauw<br />
samen op met de gemeente en met andere partijen<br />
als de Stichting Welzijn <strong>Putten</strong> en Maatschappelijke<br />
Dienstverlening Veluwe. Hiervoor wordt, in combinatie<br />
met de doelen binnen de kwaliteit van het woningbezit,<br />
een beperkte uitbreiding in de formatie gezocht.<br />
Kwaliteit van de dienstverlening<br />
In <strong>2012</strong> hebben wij opnieuw ruim voldaan aan de<br />
eisen van KWH. De score lag beduidend hoger dan<br />
landelijk gemiddeld. Met een totaalscore van 8,2 is<br />
onze dienstverlening gerust goed te noemen.<br />
Doorkijkje<br />
Wij willen het huurlabel van KWH behouden. Op de<br />
onderdelen die erg belangrijk zijn voor de huurders<br />
(onderhoud en klachtenafhandeling) willen wij 0,5<br />
punten hoger scoren dan de KWH-eisen. We willen<br />
op een transparante manier onze werkzaamheden<br />
verrichten en hechten dan ook veel belang aan goede<br />
contacten met ons maatschappelijke netwerk op<br />
lokaal niveau. Voor de governance (goed bestuur en<br />
toezicht) werken we aan diverse rapportages om op<br />
basis hiervan goed te kunnen (bij)sturen.<br />
Financieel<br />
In <strong>2012</strong> hebben wij een resultaat geboekt van € 2,6<br />
mln. negatief. Begroot was een resultaat van € 0,2 mln.<br />
positief. Het grootste deel van het verschil ligt buiten<br />
onze invloedssfeer en is veroorzaakt door de waardeveranderingen<br />
als gevolg van andere eisen rond de<br />
waardering van grond in de bedrijfswaardeberekening<br />
en de splitsing van sociaal en commercieel vastgoed.<br />
Dit leidt tot een verschil van € 4,1 mln. negatief. Daarnaast<br />
is € 0,5 mln. minder aan onderhoud uitgegeven<br />
dan gepland. En de vennootschapsbelastinglast was<br />
begroot op € 1,0 mln., maar hiervan is, door toepassing<br />
van fiscale afwaardering van het vastgoed in exploitatie,<br />
uiteindelijk € 0,6 mln. gerealiseerd.<br />
De financiële positie van <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> is<br />
gezond, ook in vergelijking met andere corporaties.<br />
Dit blijkt onder meer uit de jaarlijkse analyse<br />
Corporatie in Perspectief van het Centraal Fonds.<br />
Er is sprake van een relatief lage schuld en lage<br />
bedrijfslasten per woning. De verhouding tussen de<br />
WOZ-waarde en de huurprijs van de woning is gunstig<br />
in vergelijking met andere corporaties. De netto<br />
kasstroom per woning is fors hoger.<br />
Ook het solvabiliteits- en continuïteitsoordeel van het<br />
Centraal Fonds zijn positief. Er is geen aanleiding voor<br />
nader onderzoek of aanvullende maatregelen, omdat<br />
de geplande activiteiten goed passen bij de financiële<br />
positie. Dit geldt tevens voor de operationele kasstromen.<br />
Deze zijn de komende jaren positief, zodat<br />
er borging van het WSW kan worden verkregen bij het<br />
aantrekken van nieuwe leningen.<br />
Doorkijkje<br />
Ook bij het doorrekenen van de financiële gevolgen<br />
van het regeerakkoord van Rutte II met daarbij enkele<br />
scenario’s (meer nieuwbouw en minder verkopen<br />
dan gepland in de basismeerjarenbegroting) blijkt<br />
dat de financiële continuïteit, gemeten in financiële<br />
begrippen als interest coverage ratio, ontwikkeling<br />
11
12<br />
solvabiliteitsoordeel en operationele kasstromen, geen<br />
grote knelpunten zal opleveren, mits wordt uitgegaan<br />
van een huurverhoging van 1,5% boven inflatie bij<br />
woningen die nog een huurprijs onder streefhuurniveau<br />
hebben.<br />
2.4 Belangrijkste bestuursbesluiten<br />
in <strong>2012</strong><br />
In <strong>2012</strong> zijn bestuursbesluiten genomen over onder<br />
meer de volgende onderwerpen:<br />
• Vaststelling ondernemingsplan 2013-2017;<br />
• Opdrachtverlening voor enkele nieuwbouwprojecten<br />
(Blok C en Blok D Brinkstraat);<br />
• (Investerings)beslissingen omtrent enkele<br />
nieuwbouwprojecten (Schoolstraat, Hoek<br />
Van Damstraat, Blok A en Blok C Brinkstraat);<br />
• Interne organisatie (vaste aanstelling, wijziging<br />
contract medewerkers, contractverlenging<br />
NCCW);<br />
• Vaststelling <strong>jaarverslag</strong> 2011, (mjb)begroting<br />
2013-2022, (mjb)begroting tbv dPi 2013-2022,<br />
jaarplannen 2013 en periodieke rapportages;<br />
• Invoering RJ 645;<br />
• Relatie met omgeving (prestatieafspraken<br />
gemeente <strong>Putten</strong>, bijdrage inloophuis);<br />
• Treasurystatuut en renteaanpassingen van<br />
leningen;<br />
• Verkoop van woningen<br />
(Corporatie Starterslening);<br />
• Beleid leefbaarheid;<br />
• Huurbeleid, huurharmonisatie en huurinkomenstabel.<br />
Verklaring bestuurder<br />
Als directeur-bestuurder verklaar ik dat <strong>Woningstichting</strong><br />
<strong>Putten</strong> in <strong>2012</strong> uitsluitend werkzaam is<br />
geweest binnen de volkshuisvesting conform het<br />
BBSH en de Aedescode en geen nevenstructuren<br />
heeft opgericht. De medewerkers van <strong>Woningstichting</strong><br />
<strong>Putten</strong> verdienen veel waardering voor de wijze<br />
waarop zij zich hebben ingespannen voor het leveren<br />
van goede dienstverlening, wat wel blijkt uit de grote<br />
tevredenheid van onze klanten. Met elkaar hebben<br />
zij ook in <strong>2012</strong> weer een belangrijke bijdrage geleverd<br />
aan het goed en betaalbaar wonen in <strong>Putten</strong>!<br />
<strong>Putten</strong>, mei 2013<br />
drs. Monique Boeijen
3Organisatie, governance en<br />
maatschappelijke inbedding
14<br />
3. Organisatie, governance en maatschappelijke inbedding<br />
In dit hoofdstuk lichten wij de organisatie van<br />
<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> toe. Ook de governancestructuur<br />
en de samenwerking met andere organisaties<br />
en instellingen komt hierbij aan de orde.<br />
3.1 Organisatie<br />
<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> is een woningcorporatie met<br />
1874 woningen, uitsluitend werkzaam in de gemeente<br />
<strong>Putten</strong>. <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> is een toegelaten<br />
instelling op grond van het BBSH, aangesloten bij<br />
Aedes vereniging van woningcorporaties en ondertekenaar<br />
van de AedesCode.<br />
Arbo-beleid<br />
De medewerkers van <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong><br />
werken in een veilige en gezonde omgeving. Alle<br />
medewerkers beschikken over het personeelshandboek<br />
waarin o.a. de beleidslijnen zijn vastgelegd<br />
rondom de arbo-omstandigheden en het gebruik van<br />
beschermingsmiddelen.<br />
Integriteitbeleid<br />
<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> beschikt over een integriteitcode,<br />
met daarin opgenomen een klokkenluidersregeling.<br />
Er zijn in <strong>2012</strong> geen situaties geweest waarin<br />
de integriteit van de bestuurder of van medewerkers in<br />
het geding was of waarin tegenstrijdige belangen een<br />
rol hebben gespeeld.<br />
Vanuit de Arbo-Unie is een vertrouwenspersoon<br />
beschikbaar voor ondersteuning en advies bij het<br />
melden van integriteitkwesties. In het integriteitbeleid<br />
Raad van Toezicht<br />
Directeur-bestuurder<br />
De organisatie is een stichting, het bestuur wordt<br />
gevormd door de directeur-bestuurder en het<br />
interne toezicht wordt verricht door de Raad van<br />
Commissarissen. De eventuele winsten worden<br />
uitsluitend ten dienste van de volkshuisvesting ingezet.<br />
De werkorganisatie is verdeeld over drie afdelingen,<br />
zie onderstaand organogram. Eind <strong>2012</strong> waren er<br />
15 medewerkers (12,3 fte) in dienst. In verhouding tot<br />
het woningbezit is dit een kleine bezetting.<br />
Controller<br />
Vastgoed Woondiensten Financiën<br />
zijn de acties beschreven die intern, dan wel door<br />
de vertrouwenspersoon worden ondernomen naar<br />
aanleiding van een melding (klokkenluidersregeling).<br />
Er zijn in <strong>2012</strong> geen meldingen bij de vertrouwenspersoon<br />
binnengekomen op het gebied van<br />
integriteitschendingen. Ook zijn op geen enkele<br />
andere wijze signalen binnengekomen dat sprake zou<br />
zijn geweest van schending van het integriteitsbeleid.<br />
Ondernemingsraad<br />
Ondanks dat <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> hiertoe niet<br />
verplicht is, heeft zij een Ondernemingsraad (OR). De<br />
OR bestaat uit 3 werknemers en is in <strong>2012</strong> driemaal<br />
bijeengeweest. Daarnaast is door de OR tweemaal<br />
gesproken met de directeur-bestuurder en eenmaal<br />
met een vertegenwoordiging van de Raad van<br />
Commissarissen. Indien van toepassing heeft de OR<br />
gebruik gemaakt van haar instemmings- en adviesrecht.
3.2 Samenwerking/maatschappelijke<br />
inbedding en verbindingen<br />
Samenwerking met stakeholders<br />
Belangrijkste stakeholders voor <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong><br />
zijn de gemeente <strong>Putten</strong>, de Huurdersorganisatie, de<br />
zorginstellingen, Stichting Welzijn <strong>Putten</strong>, het Ouderen<br />
Overleg <strong>Putten</strong>, de Politie en het Maatschappelijk<br />
Werk. In <strong>2012</strong> hebben we op verschillende manieren<br />
contact gehad met onze stakeholders. In augustus zijn<br />
alle stakeholders uitgenodigd voor een rondrit langs<br />
ons woningbezit en een discussie over het conceptondernemingsplan.<br />
De reacties waren uiterst positief.<br />
Gemeente <strong>Putten</strong><br />
Met de gemeente <strong>Putten</strong> is in <strong>2012</strong> viermaal bestuurlijk<br />
overleg geweest in het Overleg Volkshuisvesting <strong>Putten</strong><br />
(OVP). Agendapunten waren onder meer de prestatieafspraken,<br />
nieuwe woningbouwprojecten, woonruimteverdeling<br />
en huurbeleid, schuldhulpverlening,<br />
verbetering van de woonomgeving, de toekomstvisie<br />
voor <strong>Putten</strong> en het ondernemingsplan van de WSP.<br />
Ook zijn er vele contacten met ambtenaren geweest,<br />
bijvoorbeeld voor bouwplannen of bij de sociale dienst.<br />
<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> en de gemeente <strong>Putten</strong> hebben<br />
elkaar nodig bij het realiseren van de gemeentelijke<br />
Woonvisie en het ondernemingsplan van de WSP.<br />
15
16<br />
Huurdersorganisatie<br />
Iedere twee maanden is overlegd met de voorzitter<br />
en secretaris van de Huurdersorganisatie <strong>Putten</strong>.<br />
Daarnaast is er driemaal een bijeenkomst geweest<br />
met de voltallige Huurdersorganisatie. Er zijn diverse<br />
onderwerpen de revue gepasseerd, zoals het huur-<br />
(harmonisatie)beleid, de woonruimteverdeling, het<br />
sociaal plan bij sloop, de tuinenwedstrijd, het belonen<br />
van trouwe huurders, nieuwbouwprojecten, het<br />
nieuwe ondernemingsplan etc.<br />
Ouderen Overleg <strong>Putten</strong><br />
In het Ouderen Overleg <strong>Putten</strong> (OOP) zijn alle partijen<br />
vertegenwoordigd die betrokken zijn bij de zorg<br />
voor ouderen. Dit overleg heeft in <strong>2012</strong> tweemaal<br />
plaatsgevonden. In dit overleg kunnen wij onze<br />
plannen rond wonen en zorg tegen het licht houden en<br />
de ontwikkelingen in de vraag van ouderen bespreken.<br />
Diverse zorginstellingen<br />
In <strong>2012</strong> zijn de appartementen naast De Schauw<br />
opgeleverd en hebben wij met de Zorggroep Noordwest-Veluwe<br />
afspraken gemaakt over de toewijzing<br />
van zorgwoningen. Ook hebben we aangegeven dat<br />
de WSP in de laatste fase van de nieuwbouw van De<br />
Schauw graag sociale huurwoningen wil realiseren.<br />
Dit wordt nog onderzocht.<br />
Aan Careander, Stichting <strong>Putten</strong>steyn, Stichting<br />
De Pinnenburg, Stichting Sprank en de Stichting<br />
Grensverleggende Talenten verhuren wij complexen<br />
voor begeleid zelfstandig wonen. Wij bieden de<br />
huisvesting, zij bieden de zorg.<br />
Sociaal vangnetoverleg<br />
Het sociaal vangnetoverleg (SVO) in <strong>Putten</strong> heeft<br />
in <strong>2012</strong> negenmaal plaatsgevonden. <strong>Woningstichting</strong><br />
<strong>Putten</strong> speelt een belangrijke rol bij de signalering<br />
van probleemsituaties, zodat hier de nodige zorg<br />
en begeleiding op maat kan worden geboden.<br />
Ook de Politie en het Maatschappelijk Werk nemen<br />
hieraan deel.<br />
Samenwerking in de regio<br />
In de regio Noord-Veluwe streven de corporaties<br />
en gemeenten naar afstemming van het woonbeleid.<br />
Er heeft een aantal keer overleg plaatsgevonden<br />
tussen de corporatiebestuurders en de wethouders in<br />
de regio Noord-Veluwe (<strong>Putten</strong>, Ermelo, Harderwijk,<br />
Nunspeet, Elburg, Oldenbroek, Epe, Hattem en<br />
Heerde). De wethouders en corporatiebestuurders<br />
zijn ook gesprekspartner van de provincie bij de<br />
totstandkoming van het Kwalitatief Woningbouw<br />
Programma.<br />
In <strong>2012</strong> zijn onder meer de volgende thema’s aan de<br />
orde geweest: behoefte aan wonen met zorg, regionale<br />
woonruimteverdeling, energiebesparing, regionale<br />
woonagenda, classificatiesysteem toegankelijkheid.<br />
Verbindingen met andere rechtspersonen en<br />
vennootschappen<br />
<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> is in <strong>2012</strong> geen bestuurlijke<br />
en/of financiële verbindingen aangegaan met andere<br />
rechtspersonen en/of vennootschappen. Er zijn geen<br />
vennootschappen of nevenstructuren binnen de<br />
organisatie aanwezig.<br />
Sponsoring<br />
<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> heeft in <strong>2012</strong> een beperkt<br />
bedrag besteed aan sponsoring van lokale (sport)<br />
activiteiten, die een bijdrage leveren aan de sociale<br />
samenhang. Daarnaast wordt een bijdrage gegeven
aan het Hospice van Nijkerk, omdat een dergelijke<br />
voorziening in <strong>Putten</strong> ontbreekt en inwoners van<br />
<strong>Putten</strong> van deze woon- en verblijfsvoorziening in de<br />
laatste fase van hun leven gebruik maken. Het gaat om<br />
in totaal een bedrag van ruim € 1.000,-.<br />
Verder heeft de WSP in het kader van de leefbaarheid<br />
een eenmalige financiële bijdrage geleverd van<br />
€ 10.000,- voor de totstandkoming van het Inloophuis<br />
‘t Hart van <strong>Putten</strong>.<br />
3.3 Governancestructuur<br />
<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> onderschrijft de bepalingen<br />
van de Governancecode Woningcorporaties. In het<br />
‘Verslag van de Raad van Commissarissen’ wordt<br />
hierop verder ingegaan.<br />
Voor de vertaling van de principes uit de Governancecode<br />
zijn de volgende interne documenten opgesteld:<br />
• Reglement voor de Raad van Commissarissen;<br />
• Profielschets van de Raad van Commissarissen;<br />
• Reglement voor het Bestuur;<br />
• Integriteitcode met klokkenluidersregeling.<br />
In overleg met de Raad van Commissarissen zijn<br />
de belangrijkste stakeholders benoemd. Met hen vindt<br />
regelmatig overleg plaats, passend bij de aard van<br />
de relatie.<br />
3.3.1 Bestuur<br />
Taak en werkwijze<br />
Het bestuur is belast met het besturen van de<br />
organisatie. Dit betekent onder meer dat het<br />
bestuur verantwoordelijk is voor de realisatie van<br />
de doelstellingen van de organisatie, de strategie, de<br />
financiering, het beleid en de daaruit voortvloeiende<br />
resultatenontwikkeling en het beleid ten aanzien van<br />
deelnemingen van de organisatie. Het bestuur is tevens<br />
verantwoordelijk voor de naleving van alle relevante<br />
wet- en regelgeving en ook voor het beheersen van<br />
de risico’s, verbonden aan de activiteiten van de<br />
organisatie. Het bestuur weegt ook de belangen af van<br />
andere organisaties die met de werkzaamheden van<br />
<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> verbonden zijn (stakeholders).<br />
Het bestuur legt over haar werkzaamheden<br />
verantwoording af aan de Raad van Commissarissen.<br />
Daartoe verschaft het bestuur de Raad van<br />
Commissarissen tijdig alle informatie die nodig is<br />
voor het uitoefenen van de taak van de raad. Het<br />
bestuur bespreekt ook de interne risicobeheersing- en<br />
controlesystemen met de Raad van Commissarissen.<br />
De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden<br />
van het bestuur zijn in artikel 7 van de statuten van<br />
<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> omschreven. Een en ander is<br />
verder uitgewerkt in het reglement voor het bestuur.<br />
Het bestuur wordt gevormd door directeur-bestuurder<br />
mw. drs. M.C.M. Boeijen. Zij is benoemd voor<br />
onbepaalde tijd.<br />
Tegenstrijdige belangen<br />
Elke schijn van belangenverstrengeling tussen de<br />
organisatie en de bestuurder moet worden vermeden.<br />
Besluiten tot het aangaan van transacties waarbij<br />
tegenstrijdige belangen van de bestuurder spelen<br />
die van materiële betekenis zijn voor de organisatie<br />
of de bestuurder, behoeven de goedkeuring van de<br />
Raad van Commissarissen. Omtrent transacties met<br />
een tegenstrijdig belang wordt gerapporteerd in de<br />
bestuursrapportage. In <strong>2012</strong> is geen sprake geweest van<br />
tegenstrijdige belangen met betrekking tot de directeurbestuurder,<br />
zoals bedoeld in principe II.3 van de<br />
Governancecode Woningcorporaties. De bestuurder<br />
heeft ook geen nevenfuncties die de onafhankelijkheid<br />
of integriteit in gevaar zouden kunnen brengen.<br />
3.3.2 Raad van Commissarissen<br />
Taak en werkwijze<br />
De Raad van Commissarissen houdt toezicht op<br />
het beleid van het bestuur en op de algemene gang<br />
van zaken in de organisatie. Daarnaast staat hij<br />
het bestuur met raad ter zijde. Hij richt zich bij<br />
de vervulling van zijn taak naar het belang van de<br />
organisatie. De raad is verantwoordelijk voor de<br />
kwaliteit van zijn eigen functioneren. In het ‘Verslag<br />
van de Raad van Commissarissen’ in dit <strong>jaarverslag</strong><br />
zijn de taak en de werkwijze van de raad nader<br />
beschreven, evenals de wijze waarop hij hieraan in<br />
2011 invulling heeft gegeven.<br />
Onafhankelijkheid<br />
De Raad van Commissarissen bestaat uit 5 leden en<br />
is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte<br />
van elkaar, het bestuur en welk deelbelang dan ook,<br />
onafhankelijk en kritisch kunnen opereren. Hierover<br />
zijn in het Reglement voor de Raad van Commissarissen<br />
bepalingen opgenomen.<br />
Jaarlijks wordt over de onafhankelijkheid van de leden<br />
van de Raad van Commissarissen gerapporteerd in het<br />
verslag van de Raad van Commissarissen.<br />
17
18<br />
Deskundigheid en samenstelling<br />
De Raad van Commissarissen is zodanig<br />
samengesteld dat hij zijn taak naar behoren kan<br />
vervullen. De kwalificatievereisten voor leden van<br />
de Raad van Commissarissen zijn opgenomen in de<br />
‘Profielschets voor de Raad van Commissarissen’. De<br />
randvoorwaarden voor het functioneren van de raad<br />
als geheel zijn opgenomen in het ‘Reglement van de<br />
Raad van Commissarissen’. Een (her)benoeming van<br />
een lid van de Raad van Commissarissen vindt plaats<br />
na zorgvuldige overweging waarbij de profielschets en<br />
het reglement in acht worden genomen. Benoeming<br />
vindt in principe plaats voor een periode van vier<br />
jaar, waarbij als uitgangspunt wordt gehanteerd<br />
dat commissarissen conform de Governancecode<br />
maximaal acht jaar zitting kunnen hebben in de raad.<br />
3.3.3 De controle van de financiële<br />
verslaggeving, de positie van de<br />
interne controlefunctie en van<br />
de externe accountant.<br />
Financiële verslaggeving<br />
Het bestuur is verantwoordelijk voor de kwaliteit en<br />
de volledigheid van de openbaar gemaakte financiële<br />
informatie. De Raad van Commissarissen ziet erop toe<br />
dat het bestuur deze verantwoordelijkheid vervult.<br />
Externe accountant<br />
De Raad van Commissarissen benoemt de externe<br />
accountant, na advies van de directeur-bestuurder.<br />
Het bestuur en de Raad van Commissarissen maken<br />
ten minste eenmaal in de vier jaar een grondige beoordeling<br />
van het functioneren van de externe accountant<br />
in de diverse entiteiten en capaciteiten waarin de<br />
externe accountant fungeert. Deze beoordeling heeft<br />
in 2011 plaatsgevonden en op basis hiervan is voor<br />
<strong>2012</strong> opdracht gegeven aan BDO Accountants voor de<br />
controle van de jaarrekening <strong>2012</strong>. De kosten hiervan<br />
bedragen € 33.430. Opdrachten van het bestuur<br />
voor niet-controlewerkzaamheden door de externe<br />
accountant worden vooraf besproken in een vergadering<br />
van de Raad van Commissarissen. De kosten van enkele<br />
fiscale adviezen bedroegen in <strong>2012</strong> € 23.410.<br />
Interne controlefunctie<br />
Het bestuur is verantwoordelijk voor de interne<br />
beheersings- en controlesystemen.<br />
Relatie en communicatie van de externe accountant<br />
met de organisatie<br />
De externe accountant woont het gedeelte van<br />
de vergadering van de Raad van Commissarissen<br />
bij waarin over de vaststelling van de jaarrekening<br />
wordt besloten. De externe accountant rapporteert<br />
zijn bevindingen betreffende het onderzoek van<br />
de jaarrekening (het accountantsverslag) gelijkelijk<br />
aan zowel de Raad van Commissarissen als aan het<br />
bestuur. De externe accountant is onafhankelijk en kan<br />
tijdens deze vergadering over zijn verklaring omtrent<br />
de getrouwheid van de jaarrekening worden bevraagd<br />
door de Raad van Commissarissen.<br />
3.3.4 Interne risicobeheersings- en<br />
controlesystemen<br />
Risicobeheersing wordt steeds belangrijker bij<br />
woningcorporaties, vooral door een aantal negatieve<br />
gebeurtenissen in de afgelopen jaren.<br />
Er zijn verschillende risico’s te onderscheiden. Zo zijn<br />
er ontwikkelrisico’s, maar ook bijvoorbeeld marktrisico’s,<br />
rente- en financieringsrisico’s, fiscale risico’s<br />
(vennootschapsbelasting en btw) en frauderisico’s. De<br />
kunst is om een juiste inschatting van risico’s te maken<br />
en tijdig maatregelen te nemen om deze te beheersen.<br />
Het bestuur van <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> is verantwoordelijk<br />
voor de interne risicobeheersings- en<br />
controlesystemen, voor het actief managen van de<br />
strategische, financiële en operationele risico’s en<br />
voor het beperken van de impact van mogelijke<br />
incidenten. In 2011 zijn onder begeleiding van het<br />
Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement<br />
(NAR) de belangrijkste vijf risico’s benoemd.<br />
Dit zijn marktontwikkelingen (nieuwbouw/aanbod<br />
sluit niet aan bij de klantvraag), grondposities (te<br />
weinig betaalbare grondposities), renterisico’s<br />
(onverwachte rentestijgingen), kwaliteit medewerkers<br />
(kennisniveau door veranderende regelgeving), en<br />
besluitvorming (onvoldoende helder en daardoor<br />
verkeerde investeringsbeslissingen). Daarnaast is ook<br />
het politiek ingrijpen een groot risico. Dit blijkt al uit<br />
de gevolgen van het regeerakkoord. Hierop zijn de<br />
sturingsmogelijkheden voor individuele corporaties<br />
beperkt. De risico’s zijn in <strong>2012</strong> in het MT besproken.<br />
Dit krijgt in 2013 een nog uitgebreider gevolg.<br />
Dan zal ook de Raad van Commissarissen via<br />
de periodieke rapportages worden geïnformeerd<br />
over de wijze waarop het bestuur omgaat met de<br />
gesignaleerde risico’s.
4Maatschappelijke prestaties
20<br />
4. Maatschappelijke prestaties<br />
In hoofdstuk 2 hebben we de vijf strategische doelstellingen<br />
uit ons ondernemingsplan 2013-2017 benoemd.<br />
Voor het concretiseren van deze doelstellingen zijn ze<br />
teruggebracht naar de volgende drie beleidsvelden:<br />
1. Beschikbaarheid<br />
2. Betaalbaarheid<br />
3. Kwaliteit<br />
- woningbezit<br />
- woonomgeving<br />
- dienstverlening<br />
In dit hoofdstuk worden resultaten over <strong>2012</strong> geplaatst<br />
ten opzichte van de gemaakte beleidskeuzes op deze<br />
diverse onderdelen.<br />
4.1 Beschikbaarheid<br />
Wanneer we spreken over beschikbaarheid hebben<br />
we het over zorgen voor voldoende aanbod voor onze<br />
doelgroep. Beschikbaarheid kunnen wij beïnvloeden<br />
door keuzes te maken ten aanzien van nieuw-<br />
bouwplannen (§ 4.1.1), verkoop van bestaand bezit<br />
(§ 4.1.2), de woonruimteverdeling (§ 4.1.3) en<br />
toepassing van overige wet- en regelgeving (§ 4.1.4).<br />
4.1.1 Nieuwbouwplannen<br />
4.1.1.1 Doelstellingen<br />
Door te investeren in nieuwbouw willen wij hoofdzakelijk<br />
het volgende bereiken:<br />
• Het aanbod sociale huurwoningen verruimen<br />
in de jaren tot 2020. Hiertoe benutten we de<br />
ruimte die wordt geboden binnen het KWP en de<br />
Woonvisie voor de realisatie van woningen tot de<br />
Huurtoeslaggrens.<br />
• Het aanbod van nultredenwoningen en levensloopbestendige<br />
woningen vergroten. Dit willen wij<br />
bereiken door middel van transformatie van ons<br />
bezit op inbreidingslocaties. We stellen onszelf<br />
ten doel dat minimaal 88% van de nieuwbouw uit<br />
nultredenwoningen (cf. KWP) bestaat.
4.1.1.2 Sloop<br />
In <strong>2012</strong> hebben wij 16 woningen en een bedrijfspand<br />
aan de Brinkstraat gesloopt. Op die plek worden in<br />
2013 26 sociale huur- en 13 vrije sectorappartementen<br />
opgeleverd. Daarnaast zijn er nog drie projecten<br />
in voorbereiding waar de komende jaren nog 46<br />
woningen worden gesloopt en vervangen door 66<br />
sociale huurwoningen en -appartementen.<br />
Woningtype Aantal op<br />
1 jan <strong>2012</strong><br />
4.1.1.3 Nieuwbouw huur<br />
Sociale huurwoningen<br />
In <strong>2012</strong> zijn de volgende projecten opgeleverd:<br />
• De Schauw: 36 sociale huurwoningen<br />
• Bijsteren: 4 sociale huurwoningen<br />
• Veldstraat: 4 sociale huurwoningen<br />
• Schoolstraat: 12 sociale huurwoningen<br />
Daarnaast is in <strong>2012</strong> begonnen met de bouw van<br />
blok D aan de Brinkstraat. Deze nieuwbouw wordt<br />
in 2013 opgeleverd. Ook zijn de nodige voor-<br />
bereidingen getroffen voor nieuwbouw aan de Hoek<br />
Van Damstraat en de Tollenstraat.<br />
Dure huurwoningen<br />
In <strong>2012</strong> is begonnen met de bouw van blok C aan<br />
de Brinkstraat, bestaande uit 13 appartementen.<br />
Deze nieuwbouw wordt in 2013 opgeleverd.<br />
Verder zijn er geen vrije sector woningen in<br />
ontwikkeling gezien de financiële risico’s die hiermee<br />
gepaard gaan en het feit dat we hiermee niet onze<br />
primaire doelgroep bedienen.<br />
Specifieke doelgroepen<br />
Er is in <strong>2012</strong> geen nieuwbouw voor specifieke<br />
doelgroepen opgeleverd. Op dit moment zijn dergelijke<br />
projecten niet in ontwikkeling, omdat we deze<br />
alleen aannemen in geval er een specifieke vraag ligt.<br />
Dit laatste is niet het geval.<br />
% Aantal op<br />
31 dec <strong>2012</strong><br />
Reguliere eengezinswoning 1.307 71,3 1.310 69,9<br />
Grondgebonden seniorenwoning 166 9,1 170 9,1<br />
Appartement met lift 138 7,5 174 9,3<br />
Appartement zonder lift op verdieping 110 6,0 115 6,1<br />
Appartement zonder lift op begane grond 88 4,8 95 5,1<br />
Te slopen woningen 23 1,3 10 0,5<br />
Totaal 1.832 100 1874 100<br />
Transformatie bezit<br />
De sloop-nieuwbouw leidt ertoe dat wij in verhouding<br />
meer nultredenwoningen in ons bezit krijgen. Dit is<br />
in overeenstemming met onze doelstelling. Bestond<br />
ons bezit op 1 januari <strong>2012</strong> nog voor 71,3% uit<br />
eengezinswoningen, aan het eind van het jaar was<br />
dit 69,9%. Het aandeel van nultredenwoningen is<br />
toegenomen van 21,4% naar 23,5%. Naast deze 1.874<br />
woningen hebben wij overigens ook nog 54 garages<br />
en 6 woongebouwen met 79 wooneenheden voor<br />
verstandelijk beperkten.<br />
4.1.1.4 Nieuwbouw koop<br />
In <strong>2012</strong> zijn de 14 koopappartementen aan de<br />
Brinkstraat opgeleverd. Hiervan zijn er eind <strong>2012</strong> in<br />
totaal 8 verkocht. De overige 6 appartementen staan<br />
nog te koop.<br />
In de toekomst zijn we terughoudend met de bouw van<br />
nieuwe koopwoningen. De nieuwbouwlocaties willen<br />
we vooral benutten voor de bouw van (nultreden)<br />
sociale huurwoningen, om zo het aanbod goed te<br />
laten aansluiten op de vraag naar huurwoningen.<br />
4.1.2 Verkoop bestaand bezit<br />
In 2009 is de bouw- en woontechnische kwaliteit<br />
van ons bezit geïnventariseerd. Toen hebben wij ook<br />
besloten om 61 oudere huurwoningen, verspreid over<br />
meerdere complexen, te verkopen. Er zijn drie redenen<br />
die aan dit besluit ten grondslag liggen, te weten:<br />
%<br />
21
22<br />
1. Vernieuwing van ons woningbezit. Naar verwachting<br />
is er op termijn sprake van een te ruim<br />
aanbod van betaalbare eengezinshuurwoningen.<br />
De oude woningen die we verkopen leveren geld<br />
op om nieuwbouwprojecten, waarmee wij ons<br />
bezit kunnen transformeren, te financieren.<br />
2. Toevoegen van betaalbare koopwoningen. De<br />
woningen die we te koop aanbieden zijn relatief<br />
goedkoop, de gemiddelde WOZ-waarde (2013)<br />
bedraagt € 180.000. Daarbij komt dat de koper<br />
ook met een starterslening kan kopen. Zo bedienen<br />
wij een nieuwe doelgroep die anders niet in staat<br />
zou zijn geweest een woning in <strong>Putten</strong> te kopen.<br />
3. Differentiatie tussen huur- en koopwoningen in<br />
de wijk.<br />
In <strong>2012</strong> hebben 44 zittende huurders een aanbieding<br />
gekregen om hun woning te kopen. Twee huurders<br />
zijn op dit aanbod ingegaan. Daarnaast zijn in <strong>2012</strong><br />
twee te verkopen woningen vrijgekomen door mutatie,<br />
waarvan er één is verkocht. Kopers konden gebruik<br />
maken van de corporatie-starterslening, maar hiervan<br />
is geen gebruik gemaakt. Eind <strong>2012</strong> hebben we nog<br />
56 huurwoningen in ons bezit die zullen worden<br />
verkocht zodra ze leegkomen.<br />
4.1.3 Woonruimteverdeling<br />
4.1.3.1 Woningzoekenden<br />
Er is een aparte rapportage beschikbaar over de<br />
woonruimteverdeling in <strong>2012</strong>. In deze paragraaf<br />
schetsen wij hieruit de hoofdlijnen.<br />
Eind <strong>2012</strong> staan 2.032 huishoudens ingeschreven als<br />
woningzoekenden, waarvan er 324 actief op zoek naar<br />
een woning waren, maar hierin nog niet geslaagd zijn.<br />
De opbouw van het woningzoekendenbestand eind<br />
<strong>2012</strong> naar huishoudgrootte en leeftijdsklasse (actief en<br />
passief tezamen) ziet er als volgt uit:<br />
Het overgrote deel van de woningzoekenden betreft<br />
één- of tweepersoonshuishoudens (91%). Dit komt<br />
onder meer door het grote aantal ouderen onder<br />
de ingeschreven woningzoekenden, 40% is 55 jaar<br />
of ouder.<br />
Het aantal actief woningzoekenden ontwikkelde zich<br />
de afgelopen jaren als volgt:<br />
Actieve woningzoekenden<br />
500<br />
400<br />
300<br />
200<br />
100<br />
0<br />
Geholpen<br />
Actief<br />
191 123 181 158<br />
278 318 303 324<br />
2009 2010 2011 <strong>2012</strong><br />
Het totaal aantal actief woningzoekenden is de laatste<br />
jaren redelijk constant. De slagingskans (dat is het<br />
aantal geholpen woningzoekenden ten opzichte van<br />
het totaal aantal actief woningzoekenden), is iets<br />
gedaald. Deze bedroeg in <strong>2012</strong> 33%, vorig jaar was<br />
dat 37%. De slagingskans wordt vooral beïnvloed door<br />
de oplevering van nieuwbouwwoningen. In <strong>2012</strong> zijn<br />
56 nieuwbouwwoningen opgeleverd, in 2011 waren<br />
dit er 98.<br />
4.1.3.2 Woningtoewijzingen<br />
Vanaf 1 januari <strong>2012</strong> wordt geen gedrukte Huurkrant<br />
met het woningaanbod meer verspreid. Via www.<br />
hurennoordveluwe.nl worden de woningen wekelijks<br />
Leeftijd 1 2<br />
Huishoudgrootte<br />
3 4 of meer Totaal<br />
18 t/m 22 285 40 0 2 327<br />
23 t/m 34 374 118 31 15 538<br />
35 t/m 54 160 82 58 59 359<br />
55 t/m 64 76 123 12 8 219<br />
65 en ouder 236 350 1 2 589<br />
Totaal 1131 713 102 86 2032
aangeboden en onze eigen website. Voor de mensen<br />
zonder internet is het aanbod nog op papier beschikbaar<br />
bij de gemeente en de Stichting Welzijn <strong>Putten</strong>.<br />
In <strong>2012</strong> heeft <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> 155 woningen<br />
toegewezen, waarvan 56 nieuwbouwwoningen. De<br />
mutatiegraad bedroeg, inclusief nieuwbouw en tijdelijke<br />
verhuur, 8,3%. Zonder de nieuwbouw bedroeg<br />
deze 5,3%. Dit is iets lager dan in 2011 (5,8%). In<br />
verhouding met de regio-corporaties en landelijk is de<br />
mutatiegraad in <strong>Putten</strong> laag.<br />
Met de bouwmaatschappijen Kroon en Van de<br />
Mheen is afgesproken dat hun sociale huurwoningen<br />
Aantal<br />
verhuringen<br />
%<br />
Regulier urgent 14 9%<br />
Urgent vanwege sloop 30 19%<br />
Statushouders 4 3%<br />
Tijdelijke verhuur 6 4%<br />
Regulier 104 65%<br />
Totaal 158 100%<br />
Aantal<br />
personen<br />
Inkomen Leeftijd Huur <br />
€ 366,37<br />
en €<br />
524,37 en<br />
<br />
€ 366,37<br />
en €<br />
561,98 en<br />
<br />
€ 664,66<br />
Totalen<br />
1 € 22.025 < 65 jaar 4 13 8 0<br />
1 = 65 jaar 0 2 26 0<br />
1 > € 20.675 >= 65 jaar 0 1 5 0<br />
Totalen 11 39 44 0 94<br />
2 € 29.900 < 65 jaar 0 1 3 0<br />
2 = 65 jaar 0 5 8 0<br />
2 > € 28.225 >= 65 jaar 0 1 8 1<br />
Totalen 0 16 26 1 43<br />
3 of meer € 29.900 < 65 jaar 0 2 4 0<br />
3 of meer = 65 jaar 0 0 0 0<br />
3 of meer > € 28.225 >= 65 jaar 0 0 0 0<br />
Totalen 0 13 5 0 18<br />
Totaal 155<br />
Aantal verhuringen aan huishoudens met een inkomen onder de huurtoeslaggrens: 104 (67%) (2011: 57%).<br />
23
24<br />
Uit de voorgaande tabel blijkt dat 67% van de nieuwe<br />
huurders een inkomen onder de huurtoeslaggrens had<br />
(2011: 57%). Daarnaast blijkt ook dat 51% van de<br />
(op)nieuw verhuurde woningen een huur onder de<br />
tweede aftoppingsgrens (€ 524 respectievelijk<br />
€ 561) had (2011: 63%). Dit relatief lage percentage<br />
komt vooral doordat de in <strong>2012</strong> opgeleverde<br />
nieuwbouwwoningen een huurprijs boven de tweede<br />
aftoppingsgrens hadden.<br />
In <strong>2012</strong> moest minimaal 90% van de vrijkomende<br />
woningen (inclusief nieuwbouw) met een huur tot de<br />
huurtoeslaggrens (€ 664) worden toegewezen aan<br />
huishoudens met een verzamelinkomen van maximaal<br />
€ 34.085 (prijspeil <strong>2012</strong>). De resterende 10% van de<br />
vrijkomende woningen mocht worden toegewezen aan<br />
4.1.4 Wonen en zorg<br />
In <strong>2012</strong> zijn de 36 nieuwe woningen bij De Schauw<br />
opgeleverd. Kandidaten met een AWBZ-indicatie of<br />
een WMO-indicatie voor verhuizing krijgen voorrang<br />
bij de toewijzing van deze woningen.<br />
Zoals reeds in paragraaf 4.1.1.3 is genoemd, bestaat<br />
23,5% van ons woningbezit aan het eind van <strong>2012</strong><br />
uit nultredenwoningen. Bij nieuwbouw zetten wij in<br />
op levensloopbestendig bouwen en houden wij, gelet<br />
op de vergrijzing, de aanpasbaarheid en geschiktheid<br />
op de langere termijn voor ouderen en beperkten goed<br />
in de gaten.<br />
4.2 Betaalbaarheid<br />
Betaalbaarheid wordt beïnvloed door onze keuzes ten<br />
aanzien van de jaarlijkse huurverhoging, de streef-<br />
huur en het huurharmonisatiebeleid. Daarnaast gaan<br />
we in deze paragraaf ook in op huurachterstand en<br />
huurderving.<br />
Kern van ons bestaansrecht is het bieden van<br />
woonruimte aan diegenen die hierin niet zelf kunnen<br />
voorzien. Hierbij horen betaalbare huurprijzen en een<br />
Belastbaar<br />
jaarinkomen<br />
Aantal<br />
verhuringen<br />
Tot € 34.085<br />
Van € 34.085 -<br />
145 94%<br />
€ 43.000 7 5%<br />
Vanaf € 43.000 2 1%<br />
Totaal 154 100%<br />
huishoudens met een inkomen boven deze grens. Om<br />
ook deze huishoudens te helpen, hebben wij in <strong>2012</strong><br />
de huurinkomensgrens halverwege het jaar verruimd<br />
naar maximaal € 43.000. Uiteindelijk is 6% van de<br />
woningen met een huurprijs tot de huurtoeslaggrens<br />
terechtgekomen bij deze inkomensgroep (2011: 9%).<br />
zo gematigd mogelijk huurbeleid. De netto huurprijs<br />
van ons woningbezit bedroeg op 1 januari 2013<br />
gemiddeld € 435 per woning per maand. Voor 99%<br />
van ons bezit geldt dat de huurprijs onder de € 681<br />
ligt en dus de mogelijkheid voor huurtoeslag bestaat.<br />
Bovendien heeft ruim 87% van onze woningen zelfs<br />
een huur onder de tweede aftoppingsgrens voor de<br />
één- en tweepersoonshuishoudens van € 535.<br />
Als we kijken naar onze huurprijzen in vergelijking met<br />
andere corporaties is het beeld op basis van het jaar<br />
2011 als volgt (bron: ‘Corporatie in Perspectief <strong>2012</strong>’<br />
van het Centraal Fonds):<br />
De benutting van de potentiële huurprijsruimte is ten<br />
opzichte van andere sociale verhuurders laag. Ook<br />
de verhouding tussen de huurprijs en de WOZwaarde<br />
is in <strong>Putten</strong> laag. Dit betekent dat mensen<br />
minder snel de overstap naar koop kunnen/zullen<br />
maken. Opvallend is ook het hoge puntenaantal op<br />
grond van het Woningwaarderingsstelsel. Dit duidt<br />
op hoge kwaliteit. De benutting van de potentiële<br />
huurprijsruimte is hierdoor laag.<br />
<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> Regio Landelijk<br />
Gemiddelde huurprijs € 399 € 427 € 434<br />
Gemiddeld aantal punten 167 148 137<br />
Benutting potentiële huurprijsruimte 53,0% 61,8% 70,2%<br />
Huur/Woz woningen in % 2,6% 3,2% 3,4%<br />
%
4.2.1 Jaarlijkse huurverhoging<br />
Voor de jaarlijkse huurverhoging zijn wij gebonden<br />
aan wettelijke regels. In <strong>2012</strong> mocht de huurverhoging<br />
uiteindelijk maximaal 2,3% bedragen. Aanvankelijk<br />
was sprake van een hogere huurverhoging voor<br />
huishoudens met een hoger inkomen. Dit is echter op<br />
het laatste moment weer teruggedraaid.<br />
Alle huurders, met uitzondering van huurders in een<br />
woning die gesloopt wordt, hebben in <strong>2012</strong> een<br />
huurverhoging van 2,3% gekregen.<br />
Er zijn in <strong>2012</strong> geen bezwaren tegen de jaarlijkse<br />
huurverhoging ingediend.<br />
4.2.2 Streefhuur en huurharmonisatie<br />
Bij leegkomen worden de huurprijzen geharmoniseerd<br />
naar de streefhuur. Hiermee bereiken wij dat de prijs<br />
van de woning aansluit bij de geboden kwaliteit.<br />
Woningen met meer kwaliteit mogen duurder zijn dan<br />
woningen met minder kwaliteit. De kwaliteit wordt<br />
bepaald op grond van het woningwaarderingsstelsel.<br />
In <strong>2012</strong> hebben wij in overleg met de Huurdersorganisatie<br />
<strong>Putten</strong> een verandering in ons harmonisatie-<br />
Bijna 43% van de vrijkomende woningen valt onder<br />
de aftoppingsgrens voor één- en tweepersoonshuishoudens<br />
(€ 524) en bijna 60% onder de aftoppingsgrens<br />
voor huishoudens met 3 of meer personen (€ 561).<br />
Ruim 98% van ons bezit heeft een huur onder de<br />
huurtoeslaggrens (€ 664). Deze huurprijsverdeling past<br />
bij de inkomensverdeling van de woningzoekenden.<br />
4.2.3 Huurontvangsten<br />
Huurachterstand<br />
Wij willen de huurachterstand beperken tot maximaal<br />
0,75% op jaarbasis. Door een strak incassobeleid<br />
beleid doorgevoerd. Tot medio <strong>2012</strong> hanteerden<br />
wij inclusief schaarstepunten een gedifferentieerd<br />
percentage van de maximaal toegestane huur op<br />
grond van het woningwaarderingsstelsel, variërend<br />
van 59% voor de meeste woningen tot 69% voor<br />
een beperkt aantal woningen. In overleg met de<br />
Huurdersraad is in <strong>2012</strong> besloten om de streefhuur<br />
van alle woningen te stellen op 65% van de maximaal<br />
toegestane huur. In ruil hiervoor wordt er geen directe<br />
huurverhoging berekend voor door ons aangebrachte<br />
energiebesparende maatregelen.<br />
Indien de huidige huur reeds boven 65% van de<br />
maximaal toegestane huur ligt, zal huurharmonisatie<br />
niet tot een huurverlaging leiden.<br />
Wij hebben er daarnaast voor gekozen om de<br />
huurprijzen bij huurharmonisatie af te toppen op de<br />
maximale huurtoeslaggrens, zijnde € 664,66 per<br />
maand.<br />
Wanneer wij ons woningbezit per 1 september <strong>2012</strong><br />
volledig harmoniseren naar een streefhuur van 65%<br />
dan ziet de verdeling van het aantal woningen naar<br />
huurprijscategorie er als volgt uit:<br />
Netto huur Huidige huur Na 65% harmonisatie Verdeling<br />
1- Tot € 366,37 429 23 1.2%<br />
2- € 366,37 - € 524,37 1,183 762 41.4%<br />
3- € 524,37 - € 561,98 82 312 16.9%<br />
4- € 561,98 - € 664,66 128 711 38.6%<br />
5- vanaf € 664,66 20 34 1.8%<br />
Totaal 1,842 1,842 100.0%<br />
en goede samenwerking met de gemeente <strong>Putten</strong><br />
bedroeg de huurachterstand in <strong>2012</strong> 0,63%. Ondanks<br />
de economische crisis is in <strong>2012</strong> het achterstandspercentage<br />
niet gestegen.<br />
2008<br />
Huurachterstand<br />
t.o.v. bruto jaarhuur<br />
0,80%<br />
2009 0,60%<br />
2010 0,58%<br />
2011 0,66%<br />
<strong>2012</strong> 0,63%<br />
25
26<br />
Huurderving<br />
Niet alle woningen kunnen aansluitend worden<br />
verhuurd. Soms ontstaat er huurderving door leegstand,<br />
omdat er nog onderhoudswerkzaamheden moeten<br />
plaatsvinden. In <strong>2012</strong> is bijna een derde van de totale<br />
huurderving als gevolg van leegstand veroorzaakt door<br />
onderhoud. De toename in de omvang komt doordat<br />
bij mutatie steeds vaker inhaalplanmatig onderhoud<br />
wordt uitgevoerd. Daarnaast ontstaat huurderving door<br />
leegstand in afwachting van sloop. In 2010 en 2011<br />
zijn leeggekomen woningen die op termijn gesloopt<br />
worden direct uit exploitatie gehaald. In <strong>2012</strong> staan<br />
opnieuw een aantal woningen in afwachting van sloop<br />
leeg, maar deze worden niet uit exploitatie gehaald.<br />
Ongeveer de helft van de huurderving als gevolg van<br />
Juridische procedures en ontruimingen<br />
In <strong>2012</strong> zijn vier juridische procedures gevoerd in<br />
verband met overlast c.q. onrechtmatige bewoning.<br />
Twee daarvan hebben in <strong>2012</strong> geleid tot een ontbinding<br />
van de huurovereenkomst, één is ingetrokken<br />
vanwege het voortijdige vertrek van de bewoner<br />
en één procedure is in 2013 in het voordeel van de<br />
<strong>Woningstichting</strong> beslist.<br />
Er zijn in <strong>2012</strong> diverse procedures gevoerd in verband<br />
met huurachterstand. Er hebben geen ontruimingen op<br />
deze grond plaatsgevonden.<br />
4.3 Kwaliteit woningbezit<br />
Wij zorgen voor kwalitatief goede woningen. De<br />
kwaliteit van ons bezit is goed en dat willen we zo<br />
houden. Door regelmatig onderhoud (planmatig<br />
en niet-planmatig) borgen wij dit. Daarnaast willen<br />
wij deze kwaliteit vergroten wanneer dit vanuit verandering<br />
van de (toekomstige) vraag of milieutechnisch<br />
oogpunt noodzakelijk is of wanneer dit vanuit de<br />
klant gewenst is.<br />
In <strong>2012</strong> zijn voor onderhoud de volgende bedragen<br />
begroot respectievelijk besteed:<br />
leegstand is in <strong>2012</strong> veroorzaakt door toekomstige<br />
sloop. De huurderving als gevolg van leegstand en<br />
oninbaarheid bedroeg in <strong>2012</strong> totaal 0,33% (zie<br />
onderstaande tabel).<br />
Huurderving t.o.v. bruto jaarhuur<br />
Leegstand Oninbaar Totaal<br />
2008 0,40% 0,09% 0,49%<br />
2009 0,42% 0,03% 0,45%<br />
2010 0,08% 0,00% 0,08%<br />
2011 0,08% 0,06% 0,15%<br />
<strong>2012</strong> 0,27% 0,06% 0,33%<br />
4.3.1 Planmatig onderhoud<br />
Door goed planmatig onderhoud (regulier) willen we<br />
de kwaliteit van onze woningen waarborgen en/of<br />
verbeteren. Om die reden is een meerjarenbegroting<br />
opgesteld, waarin per complex de nodige onderhoudswerkzaamheden<br />
c.q. verbeteringen in de totale<br />
exploitatieperiode zijn opgenomen. Werkzaamheden<br />
die onder meer worden uitgevoerd zijn: schilderwerk,<br />
vervangen kozijnen, vernieuwen aanrechtblokken,<br />
vervangen tegelwerk en vervangen cv-ketels.<br />
Indien de resterende exploitatietermijn korter is dan<br />
15 jaar wordt, in geval geen levensduurverlengende<br />
investeringen worden gepleegd, uitsluitend instandhoudingsonderhoud<br />
of regulier onderhoud uitgevoerd.<br />
Zijn woningen door ons aangewezen om in de<br />
toekomst te worden gesloopt, dan wordt in de 6 jaren<br />
voorafgaand aan de sloop geen planmatig onderhoud<br />
meer uitgevoerd.<br />
In <strong>2012</strong> zijn alle voorgenomen werkzaamheden van het<br />
planmatig onderhoud uitgevoerd. De werkzaamheden<br />
bestonden onder andere uit het vervangen van cv’s,<br />
het vernieuwen van dakgoten, het aanbrengen van<br />
mechanische ventilatie, het vervangen van ramen en<br />
Begroot Gerealiseerd Verschil<br />
Planmatig onderhoud<br />
Service-, mutatie- en con-<br />
€ 2.169.000 € 1.502.000 - € 667.000<br />
tractonderhoud* € 738.000 € 923.000 € 185.000<br />
Totaal € 2.907.000 € 2.425.000 - € 482.000<br />
* Bedragen zijn inclusief eigen dienst (begroot € 67.000, gerealiseerd € 60.000).
deuren, schilderwerk, het vernieuwen van keukens,<br />
douches en toiletten. In <strong>2012</strong> hebben we hieraan in<br />
totaal € 1,5 mln. uitgegeven ten opzichte van € 2,1<br />
mln. begroot.<br />
Dat de uitgaven lager zijn dan was begroot, wordt<br />
enerzijds veroorzaakt door de huidige economische<br />
situatie, waardoor aannemers fors lager inschrijven<br />
dan begroot. Anderzijds zijn er in een aantal<br />
complexen veel minder werkzaamheden uitgevoerd<br />
dan was verwacht, vooral omdat bewoners hierin een<br />
belangrijke stem hebben.<br />
In <strong>2012</strong> heeft KWH opnieuw de kwaliteit van onze<br />
dienstverlening rond het onderhoud van de woning<br />
gemeten. Wij scoorden op dit onderdeel eind <strong>2012</strong><br />
gemiddeld een 8,1. Dit is een fractie hoger dan het<br />
landelijk gemiddelde van 7,9 en ruim boven de eis die<br />
wij onszelf hebben gesteld: minimaal 0,5 punt hoger<br />
dan de KWH-eis van een 7. Huurders waren vooral<br />
zeer positief over de informatie die ze kregen over de<br />
uitvoering van het planmatig onderhoud. De conclusie<br />
is daarmee gerechtvaardigd dat sprake is van een<br />
klantgerichte aanpak van het groot onderhoud.<br />
27
28<br />
4.3.2 Niet-planmatig onderhoud<br />
Het niet-planmatig onderhoud valt uiteen in een drietal<br />
componenten, die als volgt zijn begroot:<br />
Begroot Gerealiseerd Verschil<br />
Serviceonderhoud € 372.000 € 375.000 € 3.000<br />
Mutatieonderhoud € 163.000 € 306.000 € 143.000<br />
Contractonderhoud € 203.000 € 242.000 € 39.000<br />
Totaal € 738.000 € 923.000 € 185.000<br />
4.3.2.1 Serviceonderhoud<br />
Serviceonderhoud wordt uitgevoerd op verzoek<br />
van een huurder. Door goed planmatig onderhoud<br />
proberen wij het aantal reparatieverzoeken in een jaar<br />
te beperken tot maximaal één per woning. In <strong>2012</strong> zijn<br />
1845 reparatieverzoeken uitgevoerd, op een totaal van<br />
1874 woningen.<br />
Ten behoeve van het niet-planmatig onderhoud heeft<br />
<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> één medewerker in dienst, die<br />
bijna volledig zijn tijd besteedt aan het niet-planmatig<br />
onderhoud van het woningbezit. Verder wordt gebruik<br />
gemaakt van de diensten van derden.<br />
De kosten van inhaal planmatig onderhoud zijn sterk<br />
toegenomen ten opzichte van twee jaar geleden. We<br />
voeren steeds grotere onderhoudswerkzaamheden uit,<br />
zoals nieuwe badkamers en keukens, op een ander<br />
(later) moment dan planmatig ingepland. Dit komt<br />
doordat bewoners de mogelijkheid hebben om af te<br />
zien van het onderhoud, waarna het eventueel later<br />
wordt uitgevoerd.
Aan Serviceonderhoud zijn in <strong>2012</strong> de volgende<br />
bedragen besteed:<br />
<strong>2012</strong><br />
Begroot<br />
Aan het tijdig en correct uitvoeren van reparaties<br />
hecht de klant grote waarde. Volgens onderzoek van<br />
KWH vindt de klant dit het allerbelangrijkste. Reden<br />
voor ons om hier blijvend aandacht aan te besteden<br />
en op dit onderdeel te streven naar een minimaal 0,5<br />
punt hogere score dan minimaal vereist in het KWHhuurlabel.<br />
Dit is in <strong>2012</strong> ruim gelukt. Wij haalden een<br />
KWH-score bij het uitvoeren van reparaties van 8,6.<br />
In <strong>2012</strong> hebben wij de afhandelingsduur van reparaties<br />
in kaart gebracht. Hierdoor kunnen wij de aannemers<br />
beter aansturen voor het niet-planmatig onderhoud.<br />
Wij streven ernaar om tenminste 90% van alle reguliere<br />
bonnen binnen twee weken af te handelen. De meeste<br />
aannemers slagen hier in.<br />
<strong>2012</strong><br />
Gerealiseerd<br />
<strong>2012</strong><br />
Verschil<br />
4.3.2.2 Mutatieonderhoud<br />
2011<br />
Gerealiseerd<br />
2010<br />
Gerealiseerd<br />
Kosten totaal* € 372.000 € 375.000 € 3.000 € 352.000 € 398.000<br />
Aantal verzoeken totaal 1.815 1.845 30 1.773 1.888<br />
- Regulier 1.750 1.815 65 1.734 1.816<br />
- Inhaal planmatig 65 30 -35 39 72<br />
Kosten per verzoek gemiddeld € 205 € 203 -€ 2 € 199 € 211<br />
- Regulier € 153 € 167 € 14 € 151 € 160<br />
- Inhaal planmatig € 1.600 € 2.397 € 797 € 2.395 € 1.502<br />
*inclusief kosten eigen dienst<br />
<strong>2012</strong><br />
Begroot<br />
Mutatieonderhoud wordt uitgevoerd bij een<br />
bewonerswisseling om de woning weer in een goed<br />
verhuurbare staat te brengen. In enkele gevallen is<br />
sprake van uitgesteld planmatig onderhoud. Bij het<br />
mutatieonderhoud zien we dezelfde trend als bij<br />
het serviceonderhoud. Er worden steeds grotere<br />
klussen uitgevoerd in verband met inhaal planmatig<br />
onderhoud.<br />
Aan mutatieonderhoud zijn in <strong>2012</strong> de volgende<br />
bedragen besteed:<br />
<strong>2012</strong><br />
Gerealiseerd<br />
<strong>2012</strong><br />
Verschil<br />
2011<br />
Gerealiseerd<br />
2010<br />
Gerealiseerd<br />
Kosten totaal* € 163.000 € 306.000 € 143.000 € 221.000 € 176.000<br />
Aantal mutaties totaal** 95 99 4 100 92<br />
- Regulier 95 95 0 98 91<br />
- Inhaal planmatig 10 29 19 20 18<br />
Kosten per mutatie gemiddeld € 1.711 € 3.091 € 1.380 € 2.142 € 1.874<br />
- Regulier € 1.111 € 882 -€ 229 € 1.149 € 1.110<br />
- Inhaal planmatig € 5.700 € 7.650 € 1.950 € 5.076 € 3.969<br />
*inclusief kosten eigen dienst<br />
**exclusief nieuwbouw<br />
29
30<br />
In <strong>2012</strong> was sprake van een forse overschrijding van<br />
de begroting, met name door het leegkomen van<br />
een groot aantal oudere woningen, waar nog inhaal<br />
planmatig onderhoud moest worden uitgevoerd.<br />
Dit werd mede veroorzaakt door de oplevering van de<br />
36 nieuwbouwwoningen aan het Schauwplein.<br />
Het mutatieproces verloopt naar tevredenheid van<br />
onze klanten. Bij de KWH-meting haalden wij op<br />
het onderdeel ‘Nieuwe woning’ een 8,3 en op het<br />
onderdeel ‘Huur opzeggen’ een 8,1.<br />
4.3.2.3 Contractonderhoud<br />
Aan contractonderhoud zijn in <strong>2012</strong> de volgende<br />
bedragen besteed:<br />
<strong>2012</strong><br />
Begroot<br />
Het totaal aan uitgaven voor contractonderhoud is<br />
hoger dan was begroot. Dit komt met name omdat we<br />
meer hebben uitgegeven aan serviceonderhoud van<br />
cv-ketels. Dit onderhoud wordt per cv-ketel afgerekend<br />
en is moeilijk te begroten.<br />
4.3.3 Strategische investeringen<br />
Strategische investeringen spelen in op veranderingen<br />
in de (toekomstige) vraag. Op deze manier willen wij<br />
ons woningbezit levensloopbestendiger maken.<br />
In 2009 is de bouw- en woontechnische kwaliteit<br />
van ons bezit geïnventariseerd. Dit heeft destijds<br />
geresulteerd in de rapportage Vastgoedsturing, waarin<br />
per complex maatregelen genoemd zijn. De afgelopen<br />
jaren hebben we daarom in een aantal complexen<br />
fors geïnvesteerd. In <strong>2012</strong> hebben we geïnvesteerd in<br />
de afsluitbaarheid en verbetering van de entrees van<br />
de appartementen aan de Van Oldenbarneveltstraat/<br />
Van Goltsteinstraat.<br />
4.3.4 Energiemaatregelen<br />
Sinds 1 juli 2011 bepaalt het energielabel mede het<br />
aantal punten volgens het woningwaarderingsstelsel<br />
(WWS). Het primaire doel hiervan is corporaties te<br />
stimuleren om te investeren in energiebesparende<br />
maatregelen. Het nieuwe WWS is direct van invloed<br />
op de hoogte van de maximaal toegestane huur en<br />
daarmee op de hoogte van de (streef-)huur, dus op<br />
het huurbeleid van de corporatie. In <strong>2012</strong> zijn alle<br />
energielabels van onze woningen opnieuw bepaald.<br />
Dit is onder meer gebeurd in het licht van de landelijke<br />
prestatieafspraken voor de verbetering van het milieu.<br />
De inzet van het Convenant Energiebesparing<br />
Huursector 28 juni <strong>2012</strong> is dat alle huurwoningen in de<br />
sector een gemiddelde Energie-Index van 1,25 (label<br />
<strong>2012</strong><br />
Gerealiseerd<br />
<strong>2012</strong><br />
Verschil<br />
2011<br />
Gerealiseerd<br />
2010<br />
Gerealiseerd<br />
Kosten totaal* € 203.000 € 242.000 € 39.000 € 180.000 € 173.000<br />
- Liften € 18.000 € 21.000 € 3.000 € 15.000 € 14.000<br />
- CV individueel € 145.000 € 175.000 € 30.000 € 127.000 € 136.000<br />
- Goten schoonmaken € 20.000 € 23.000 € 3.000 € 22.000 € 12.000<br />
- Legionella bestrijding € 10.500 € 16.000 € 5.500 € 12.000 € 10.000<br />
- Tuinonderhoud € 8.000 € 2.000 - € 6.000 € 3.000 € 500<br />
- Diversen € 1.500 € 5.000 € 3.500 € 1.000 € 500<br />
*inclusief kosten eigen dienst<br />
B) moeten gaan krijgen. Ook wij leveren als corporatie<br />
hieraan een bijdrage.<br />
Daarnaast is de verwachting dat de komende jaren<br />
de energielasten ten opzichte van de huur fors zullen<br />
stijgen. Het energiezuiniger maken van ons bezit, en<br />
het daardoor betaalbaar houden van de woonlasten<br />
voor mensen uit onze primaire doelgroep, is een<br />
maatschappelijke verantwoordelijkheid geworden.<br />
In <strong>2012</strong> zijn de benodigde energiemaatregelen en<br />
het benodigde onderhoud aan de buitenschil van de<br />
woningen geconcretiseerd en verwerkt in de meerjaren<br />
onderhoudsbegroting. Uitgangspunt is dat ons<br />
woningbezit minimaal voldoet/gaat voldoen aan label<br />
C. Daarnaast werken we in een aantal complexen aan<br />
comfortverbetering.<br />
In <strong>2012</strong> zijn de VR-ketels van 21 woningen vervangen<br />
door energiezuinige HR-ketels. Bij de nieuwbouw<br />
van de appartementen aan het Schauwplein is een
WKO-installatie (warmte-koude-opslag) aangebracht.<br />
Verder hebben we bij 3 complexen HR ++ glas op de<br />
verdieping aangebracht.<br />
4.3.5 Wens van de klant<br />
4.3.5.1 Geriefverbeteringen<br />
Naast de maatregelen die wij collectief aanbieden,<br />
is het voor huurders individueel mogelijk om<br />
geriefverbeteringen aan te vragen. Het kan dan<br />
bijvoorbeeld gaan om het plaatsen van centrale<br />
verwarming, een vaste trap, tweede toilet boven of<br />
dubbelglas. De investering wordt doorberekend aan<br />
de huurder door middel van een huurverhoging.<br />
Voor geriefverbeteringen hadden wij in <strong>2012</strong> een<br />
bedrag van € 25.000 begroot. We hebben uiteindelijk<br />
voor een bedrag van € 80.000 geïnvesteerd. Meer<br />
mensen dan verwacht kozen voor een individuele<br />
geriefverbetering, maar daarnaast hebben wij een groep<br />
bewoners bij planmatig onderhoud meerwerkopties<br />
aangeboden tegen huurverhoging.<br />
4.3.5.2 Woningaanpassingen<br />
Ook mensen die zorg nodig hebben willen graag<br />
zelfstandig kunnen (blijven) wonen. Om dit<br />
mogelijk te maken werken we nauw samen met de<br />
gemeente <strong>Putten</strong>, die het instrument van de Wet<br />
Maatschappelijke Ondersteuning heeft om woningen<br />
hiervoor zo geschikt mogelijk te maken. In <strong>2012</strong><br />
hebben wij in totaal 24 woningaanpassingen verricht<br />
voor een totaalbedrag van € 51.000. De aanpassingen<br />
varieerden van het aanbrengen van beugelgrepen en<br />
het plaatsen van een verhoogd toilet tot het plaatsen<br />
van een traplift.<br />
4.3.5.3 Zelf aangebrachte voorzieningen<br />
Wij geven aan bewoners de ruimte voor zelf<br />
aangebrachte voorzieningen. Voor een aantal nader<br />
omschreven ingrepen wordt hiervoor ook een<br />
vergoeding gegeven, meestal bij vertrek uit de woning<br />
binnen de afschrijvingstermijn. Bewoners hoeven de<br />
voorzieningen niet ongedaan te maken als ze voldoen<br />
aan onze kwaliteitseisen. Ook in <strong>2012</strong> is op deze wijze<br />
een aantal vergoedingen verstrekt.<br />
4.3.5.4 Keuzevrijheid<br />
Wij bieden bewoners keuzevrijheid bij het uitvoeren<br />
van onderhoudswerkzaamheden aan de binnenzijde<br />
van de woning, zowel over het moment van uitvoeren<br />
van het onderhoud als over de uitrusting in de woning.<br />
Wij bieden dit maatwerk om daarmee het woonplezier<br />
te vergroten. Dit heeft in <strong>2012</strong> wel, zoals eerder<br />
beschreven, tot hogere kosten geleid bij service-<br />
en mutatieonderhoud vanwege inhaal planmatig<br />
onderhoud.<br />
4.4 Kwaliteit woonomgeving<br />
De bijdrage die wij willen leveren aan de kwaliteit<br />
van de woonomgeving is door mensen te verbinden.<br />
Vragen en initiatieven van bewoners die direct verband<br />
houden met de woonomgeving en bijdragen aan het<br />
woongenot en het leefklimaat stimuleren wij.<br />
4.4.1 Overleg met bewoners<br />
Om een goed beeld te krijgen van wat er onder huurders<br />
leeft en welke behoeften er bestaan, vinden wij<br />
het belangrijk om een goede relatie te onderhouden<br />
met huurders (vertegenwoordigingen). Op basis van<br />
die informatie kunnen wij ons dienstenpakket verder<br />
verbeteren. Bovendien biedt het een kader voor het<br />
creëren van draagvlak voor het beleid van de woning-<br />
31
32<br />
corporatie. Concreet betekent dit het voeren van overleg<br />
met huurders en hun vertegenwoordigers, en het<br />
bieden van ondersteuning aan de huurdersorganisatie.<br />
4.4.1.1 Huurdersorganisatie <strong>Putten</strong><br />
De Huurdersorganisatie <strong>Putten</strong> is de enige officiële<br />
vertegenwoordiging van de huurders/bewoners in<br />
<strong>Putten</strong>. De afspraken omtrent de samenwerking tussen<br />
de Huurdersorganisatie en de <strong>Woningstichting</strong> zijn<br />
vastgelegd in een convenant.<br />
In <strong>2012</strong> is één keer per twee maanden overlegd met<br />
de voorzitter en secretaris van de Huurdersorganisatie.<br />
Er zijn diverse onderwerpen besproken, zoals het<br />
huur(harmonisatie)beleid, de woonruimteverdeling,<br />
het sociaal plan bij sloop, de tuinenwedstrijd, het<br />
belonen van trouwe huurders, nieuwbouwprojecten,<br />
het nieuwe ondernemingsplan etc. Daarnaast heeft<br />
in <strong>2012</strong> drie keer overleg plaatsgevonden tussen de<br />
voltallige Huurdersraad en het bestuur van de WSP.<br />
Om de Huurdersorganisatie in haar activiteiten te<br />
ondersteunen en haar in de gelegenheid te stellen<br />
om zich verder te scholen, ontvangt zij een financiële<br />
bijdrage van de <strong>Woningstichting</strong>. Deze bedroeg in<br />
<strong>2012</strong> € 7.000,-.<br />
De inbreng van de huurdersorganisatie betrekken wij<br />
bij onze standpuntbepaling. Zo besteden wij mede op<br />
verzoek van hen veel aandacht aan het tuinenbeleid.<br />
In <strong>2012</strong> is ook een tuinenwedstrijd uitgeschreven.<br />
4.4.1.2 Bewonersbijeenkomsten<br />
Wij vinden het belangrijk de wensen en ervaringen<br />
van bewoners te betrekken bij het opstellen van de<br />
meerjaren onderhoudsbegroting (vraaggestuurd).<br />
Hiervoor organiseerden wij in <strong>2012</strong> een bijeenkomst<br />
met de bewoners van de Lupinehof. We hebben de<br />
hele straat uitgenodigd en zijn met de huurders in<br />
gesprek gegaan. Zo kregen wij een beter beeld van<br />
wat hen beviel aan hun woning en omgeving. Deze<br />
informatie betrekken wij bij de onderhoudsstrategie<br />
van de woningen. Ook nodigden wij de bewoners<br />
van de Roggestraat uit in verband met onderhoud<br />
en verbetering van hun woning. Een andere<br />
(voorgenomen) bijeenkomst voor de bewoners van de<br />
Schoolstraat hebben wij niet door laten gaan, vanwege<br />
nog te grote onzekerheden rond de toekomststrategie<br />
van deze woningen.<br />
4.4.1.3 Bewoners in de rol van toezichthouder<br />
In <strong>2012</strong> zijn de toezichthouders bij de Van Dedemstraat,<br />
Verbruggenstraat en Jan Nijenhuisstraat officieel gestart<br />
met hun werkzaamheden. Zij houden een oogje in<br />
het zeil, verrichten wat hand en spandiensten bij het<br />
beheer van de woonomgeving rond hun complex,<br />
verwelkomen nieuwe bewoners etc. Op deze manier<br />
streven wij ernaar de onderlinge contacten tussen<br />
bewoners te bevorderen en de woonomgeving prettig<br />
te houden.<br />
4.4.2 Leefbaarheid<br />
4.4.2.1 Sociaal vangnetoverleg<br />
In <strong>Putten</strong> kennen we geen specifieke buurt- of<br />
wijkgebonden leefbaarheidsproblemen. Maar we<br />
onderkennen wel dat er kwetsbare groepen zijn die<br />
sociaal en maatschappelijk onvoldoende participeren<br />
of ondersteuning nodig hebben. Ook de gemeente<br />
heeft vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning<br />
haar verantwoordelijkheid op het terrein van leefbaarheid.<br />
Daarom is samenwerking op dit gebied<br />
belangrijk. Deze samenwerking, ook met zorg- en
34<br />
welzijnspartijen, heeft onder meer vorm gekregen in<br />
het sociaal vangnetoverleg, dat in <strong>2012</strong> iedere zes<br />
weken heeft plaatsgevonden. Wij kunnen op deze<br />
manier vroegtijdig probleemsituaties signaleren en<br />
bevoegde instanties inschakelen die zorgen voor de<br />
daadwerkelijke begeleiding indien nodig.<br />
4.4.2.2 Woonomgeving<br />
Investeren in de leefomgeving betekent ook investeren<br />
in bijvoorbeeld speelvoorzieningen, groen en achterpadverlichting.<br />
Deze voorzieningen leveren een<br />
positieve bijdrage aan de leefbaarheid en passen<br />
binnen de maatschappelijke verantwoordelijkheid van<br />
de <strong>Woningstichting</strong>.<br />
Ook stimuleren wij dat openbaar groen dat grenst aan<br />
onze woningen goed wordt onderhouden. Hiervoor<br />
hebben wij in <strong>2012</strong> een belangrijke rol gespeeld bij<br />
het verbeteren van de woonomgeving van de Van<br />
Dedemstraat en de Verbruggenstraat. De vernieuwde<br />
omgeving is feestelijk geopend.<br />
4.4.2.3 Maatschappelijk vastgoed<br />
Indien gevraagd investeren wij in maatschappelijk<br />
vastgoed, als dit een wezenlijke bijdrage levert aan de<br />
verhuurbaarheid van het bezit, de samenhang in de<br />
wijk en de ontmoetingsmogelijkheden van bewoners.<br />
In <strong>2012</strong> is besloten tot de inrichting van een inloophuis<br />
in <strong>Putten</strong>. Ook de voedselbank vindt hier een thuis.<br />
De inloop is bedoeld voor iedereen, maar vult<br />
met name een vacuüm voor mensen die in een<br />
sociaal isolement verkeren. Dit initiatief is door de<br />
<strong>Woningstichting</strong> financieel ondersteund.<br />
4.4.2.4 Buurtbudget<br />
De leefbaarheid in een buurt kan alleen maar<br />
verbeteren als dat door iedereen gewenst en ondersteund<br />
wordt. <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> heeft een<br />
buurtbudget, waaruit goede ideeën van bewoners<br />
financieel kunnen worden ondersteund. In <strong>2012</strong> zijn<br />
vijf aanvragen gehonoreerd<br />
4.4.2.5 Veiligheid<br />
In het kader van de veiligheid voldoet nagenoeg ons hele<br />
woningbezit qua hang- en sluitwerk aan de eisen van<br />
het Nationale BeveiligingsRichtlijn (NBR). Waar nodig<br />
is dit in <strong>2012</strong> op niveau van de huidige eisen gebracht.<br />
Hiermee was een bedrag gemoeid van € 229.000.<br />
4.4.2.6 Woonfraudebeleid<br />
Voor zover bekend komt woonfraude (illegale<br />
onderhuur) in <strong>Putten</strong> slechts beperkt voor. Meldingen<br />
of verdenkingen worden zo goed mogelijk onderzocht,<br />
maar het verkrijgen van de feitelijke bewijslast is<br />
moeilijk. Concreet is er in <strong>2012</strong> één melding gedaan<br />
die achteraf niet juist bleek te zijn.<br />
4.5 Kwaliteit dienstverlening<br />
4.5.1 KWH-huurlabel<br />
In <strong>2012</strong> hebben wij het (vernieuwde) KWH-label<br />
goed kunnen behouden. Er wordt nu continu gemeten<br />
op de kwaliteit van de geleverde diensten. Uit de<br />
resultaten over <strong>2012</strong> bleek dat wij gemiddeld een<br />
8,2 hebben behaald. Uit onderzoek blijkt dat de<br />
huurders de volgende aspecten van dienstverlening<br />
het meest belangrijk vinden:<br />
• Goede reacties op reparatieverzoeken<br />
• Goede klachtenafhandeling<br />
• Goed onderhoud
Daarom willen wij juist op deze onderdelen goede<br />
resultaten boeken, minimaal 0,5 punten hoger dan de<br />
KWH-eisen. Dit is in <strong>2012</strong> goed gelukt.<br />
In de onderstaande tabel zijn onze scores op de negen<br />
labelonderdelen vergeleken met de landelijke scores.<br />
Op 8 van de 9 onderdelen scoorden wij hoger dan<br />
landelijk gemiddeld.<br />
Resultaten KWH-meting <strong>2012</strong>:<br />
Resultaten KWH <strong>2012</strong><br />
9,0<br />
8,5<br />
8,0<br />
7,5<br />
7,0<br />
6,5<br />
6,0<br />
Contact<br />
Bereikbaarheid<br />
Communicatie en informatie<br />
Woning zoeken<br />
Nieuwe woning<br />
Klachtenadviescommissie BBSH<br />
De Klachtenadviescommissie is door de corporaties in<br />
de regio ingesteld voor het afhandelen van klachten<br />
van huurders. In <strong>2012</strong> zijn twee klachten door de<br />
Klachtenadviescommissie behandeld, twee andere<br />
klachten zijn niet ontvankelijk verklaard. Geen van de<br />
klachten had betrekking op <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong>.<br />
Huur opzeggen<br />
Reparaties<br />
Onderhoud<br />
Klachten behandelen<br />
WSP<br />
Landelijk gemiddeld<br />
Gemiddeld<br />
Klachtencommissie Woonruimteverdeling<br />
In <strong>2012</strong> heeft de Regionale klachtencommissie<br />
woonruimteverdeling Noord-Veluwe 18 klachten<br />
van woningzoekenden in behandeling genomen.<br />
Van deze klachten gingen er 15 over het niet<br />
verlenen van een urgentie aan woningzoekenden.<br />
De overige 3 klachten gingen over de uitvoering van<br />
de samenwerkingsovereenkomst. Geen van deze<br />
3 klachten betrof woningzoekenden uit <strong>Putten</strong>.<br />
35
36<br />
4.5.2 Informatie aan huurders/bewoners<br />
We willen zichtbaar zijn over ons beleid en onze<br />
werkzaamheden richting onze klanten en stakeholders.<br />
Bewonersblad<br />
Via ons bewonersblad Inform zijn de bewoners in<br />
<strong>2012</strong> driemaal geïnformeerd over diverse zaken die<br />
het wonen in <strong>Putten</strong> aangaan.<br />
Brochures en website<br />
In <strong>2012</strong> werden de kwaliteitseisen van het KWH<br />
vernieuwd. De beoordeling door het KWH leidde<br />
tot enkele aanpassingen van onze website en<br />
brochures. In het bijzonder werd de informatie voor<br />
woningzoekenden verbeterd en uitgebreid.<br />
Sociale media<br />
In <strong>2012</strong> werden wij actief op Facebook en Twitter.<br />
We willen deze media inzetten als ondersteuning<br />
bij onze informatievoorziening (vooral richting<br />
stakeholders) en kunnen reageren op berichten die ons<br />
aan gaan. In <strong>2012</strong> heeft het accent vooral gelegen op<br />
het bieden van informatie.<br />
In <strong>2012</strong> besteedden wij specifiek aandacht aan de<br />
volgende onderwerpen:<br />
• Nieuwbouw;<br />
• Huurverhoging <strong>2012</strong>;<br />
• Prestatieafspraken met gemeente;<br />
• Excursie stakeholders;<br />
• Leefbaarheiditems;<br />
• Actie duurzaamheid;<br />
• Petitie verhuurderheffing.
5Financiële prestaties
38<br />
5. Financiële prestaties<br />
5.1 Financiële resultaten<br />
Jaarresultaat <strong>2012</strong><br />
Het jaarresultaat over <strong>2012</strong> bedraagt ruim € 2,5 mln.<br />
negatief. Begroot was een jaarresultaat van ruim<br />
€ 0,2 mln. positief.<br />
Bedragen x € 1.000 werkelijk <strong>2012</strong> begroot <strong>2012</strong> werkelijk 2011<br />
Bedrijfsopbrengsten 12.648 12.501 9.576<br />
Bedrijfslasten -/- 12.448 -/- 9.009 -/- 3.501<br />
200 3.492 6.075<br />
Financiële baten en lasten -/- 2.162 -/- 2.266 -/- 1.949<br />
-/- 1.962 1.226 4.126<br />
Belastingen -/- 611 -/- 1.001 -/- 48<br />
Jaarresultaat -/- 2.573 225 4.078<br />
Het verschil tussen het begrote resultaat en het<br />
werkelijke resultaat is aanmerkelijk. Hieronder wordt<br />
dit nader toegelicht.<br />
Bedrijfsopbrengsten<br />
Ondanks dat de huurverhoging over <strong>2012</strong> was begroot<br />
op 2,0% en uiteindelijk 2,3% bedroeg, is de totale<br />
opbrengst huren toch € 59.000 lager dan begroot. Dit<br />
wordt met name veroorzaakt doordat in de begroting<br />
was ingerekend dat vanaf 1 oktober 7 woningen aan<br />
Brinkstraat blok A niet verkocht zouden zijn en vanaf<br />
dat moment als vrije sector woningen verhuurd zouden<br />
gaan worden. In de loop van <strong>2012</strong> is echter besloten<br />
de woningen als koopwoningen aan te blijven houden.<br />
Daarnaast is bij het complex Parel-Staete sprake<br />
geweest van een verschuiving van netto-huur (begroot)<br />
naar vergoeding voor servicekosten (realisatie).<br />
De vergoedingen zijn bijna € 27.000 te laag begroot,<br />
voornamelijk door de hiervoor genoemde verschuiving.<br />
De verkoop van onroerende zaken is ruim € 169.000<br />
hoger uitgekomen dan begroot. Dit komt doordat<br />
de verkoop van twee woningen met een korting<br />
van 25% begroot was, terwijl er drie verkopen zijn<br />
gerealiseerd allemaal zonder korting. Dit positieve<br />
effect van € 237.000 wordt echter deels teniet gedaan<br />
doordat hier ook de toegerekende projectopbrengst van<br />
de koopwoningen Brinkstraat blok A is opgenomen.<br />
Eind <strong>2012</strong> is het project opgeleverd en uiteindelijk<br />
waren ultimo <strong>2012</strong> acht van de veertien woningen<br />
daadwerkelijk verkocht.<br />
Bedrijfslasten<br />
Het grote verschil (€ 3,4 mln. hoger) in de bedrijfslasten<br />
ten opzichte van de begroting <strong>2012</strong> wordt hoofdzakelijk<br />
veroorzaakt door de verwerking van de onrendabele<br />
toppen.<br />
Begroot was een last van € 1,0 mln. aan onrendabele<br />
toppen, terwijl er uiteindelijk een last van € 5,1 mln. is<br />
gerealiseerd. De belangrijkste oorzaak is dat in <strong>2012</strong><br />
voor het eerst de herziene RJ 645 is toegepast. Hierin<br />
staat ondermeer dat de restwaarde van de grond in<br />
de bepaling van de bedrijfswaarde moet worden<br />
meegenomen. De restwaarde van de grond wordt<br />
daarbij bepaald als de resultante van de huidige waarde<br />
van de grond gegeven de verwachte bestemming aan<br />
het eind van de levensduur, te weten bouwrijpe grond<br />
met een sociale huurbestemming, gecorrigeerd voor<br />
te maken kosten zoals uitplaatsingskosten en kosten<br />
van sloop. Daarnaast is op basis van de herziene<br />
RJ 645 dit jaar voor het eerst binnen onroerende zaken<br />
in exploitatie de splitsing tussen sociaal en commercieel<br />
vastgoed aangebracht. Het sociaal vastgoed hebben<br />
we daarbij gekwalificeerd als bedrijfsmiddel in plaats<br />
van vastgoedbelegging. Al hoewel wij ervoor gekozen<br />
hebben om voor zowel het sociaal als commercieel<br />
vastgoed in exploitatie te blijven waarderen op<br />
historische kostprijs, verschilt het actuele waardebegrip<br />
voor beide soorten vastgoed. Bij sociaal vastgoed is de<br />
bedrijfswaarde de waarderingsgrondslag voor actuele<br />
waarde, maar bij commercieel vastgoed is dit de<br />
marktwaarde.
De afschrijvingen waren in <strong>2012</strong> begroot op € 2,0<br />
mln. en de realisatie bedraagt € 1,9 mln. Dat er<br />
uiteindelijk minder is afgeschreven wordt hoofdzakelijk<br />
verklaard doordat begin <strong>2012</strong> een drietal complexen<br />
administratief zijn gesplitst in meerdere complexen<br />
met onderling verschillende resterende levensduren.<br />
Hierbij is aangesloten bij de levensduren zoals deze bij<br />
het opstellen van de meerjarenonderhoudsbegroting<br />
worden gehanteerd.<br />
Onder de post Kosten uitbesteed werk zijn de<br />
toegerekende projectkosten van de koopwoningen<br />
Brinkstraat blok A opgenomen. Voor <strong>2012</strong> was € 1,2<br />
mln. begroot en de realisatie is uitgekomen op € 1,1 mln.<br />
De onderhoudslasten voor <strong>2012</strong> zijn ruim € 475.000<br />
lager dan begroot. Dit komt ten eerste doordat<br />
we in <strong>2012</strong> in totaal € 1,5 mln. aan planmatig<br />
onderhoud hebben uitgegeven ten opzichte van<br />
€ 2,1 mln. begroot. Dit wordt enerzijds veroorzaakt<br />
door de huidige economische situatie, waardoor<br />
aannemers fors lager inschrijven dan begroot.<br />
Anderzijds zijn er in een aantal complexen minder<br />
werkzaamheden uitgevoerd dan was verwacht, vooral<br />
omdat bewoners hierin een belangrijke stem hebben.<br />
Ten tweede is in <strong>2012</strong> sprake van een overschrijding<br />
van de begroting mutatieonderhoud (€ 143.000),<br />
met name door het leegkomen van een groot aantal<br />
oudere woningen (mede door de oplevering van het<br />
Schauwplein), waar nog inhaal planmatig onderhoud<br />
moest worden uitgevoerd.<br />
De gerealiseerde overige bedrijfslasten zijn € 31.000<br />
lager dan begroot. Dit komt met name doordat wij<br />
een hogere sectorspecifieke heffing hadden begroot<br />
dan feitelijk is gerealiseerd (€80.000 respectievelijk<br />
€ 38.000). Dit voordeel wordt gedeeltelijk tenietgedaan<br />
door hogere gerealiseerde kosten op andere posten.<br />
Financiële baten en lasten<br />
Per saldo hebben we € 0,1 mln. minder aan financiële<br />
lasten gerealiseerd dan was begroot. Ten eerste komt<br />
dit door hogere rentebaten dan begroot, met name<br />
door van de belastingdienst ontvangen heffingsrente<br />
(€ 37.000) inzake aangiften vennootschapsbelasting<br />
van voorgaande boekjaren. Ten tweede zijn de<br />
gerealiseerde rentelasten op de leningen van kredietinstellingen<br />
€ 51.000 lager dan begroot doordat in <strong>2012</strong><br />
twee leningen een renteconversies hebben ondergaan.<br />
De rente van beide leningen ligt na conversie rond de<br />
3% terwijl in de begroting was gerekend met 5,25%.<br />
Belastingen<br />
Aan vennootschapsbelasting is € 1,0 mln. begroot,<br />
maar de realisatie is uitgekomen op € 0,6 mln. De last<br />
in de jaarrekening heeft betrekking op het saldo van<br />
de dotatie aan een actieve belastinglatentie uit hoofde<br />
van verrekenbare verliezen en de dotatie aan een passieve<br />
belastinglatentie die is ontstaan doordat in <strong>2012</strong><br />
het vastgoed in exploitatie fiscaal is afgewaardeerd<br />
naar lagere WOZ. Als gevolg van de toegepaste<br />
afwaardering is de belastingdruk over <strong>2012</strong> nihil.<br />
Waarde van ons bezit<br />
Als we kijken naar de waarde van ons bezit, kan dat<br />
op verschillende wijzen worden gepresenteerd. Zoals<br />
in onderstaande tabel is te zien, is de boekwaarde<br />
beduidend lager dan de actuele waarde en ligt de<br />
actuele waarde weer ver onder de WOZ-waarde.<br />
39
40<br />
31-12-<strong>2012</strong> 31-12-2011 31-12-2010<br />
Boekwaarde huurwoningen 66,1 64,3 49,7<br />
- sociaal vastgoed 63,0 61,1<br />
- commercieel vastgoed 3,1 3,2<br />
Actuele waarde huurwoningen 1) 115,2 103,2 87,4<br />
- sociaal vastgoed (bedrijfswaarde) 110,3<br />
- commercieel vastgoed (marktwaarde) 4,9<br />
WOZ-waarde huurwoningen 329,3 341,0 331,0<br />
- sociaal vastgoed 324,3<br />
- commercieel vastgoed 5,0<br />
Bedragen in € mln.<br />
1) De actuele waarde van de huurwoningen ultimo 2010 en 2011 is gebaseerd op de bedrijfswaarde, exclusief<br />
restwaarde grond.<br />
De belangrijkste verklaring voor de toename in de<br />
actuele waarde van 2010 naar 2011 komt door de<br />
vele opgeleverde nieuwbouwprojecten (€ 13,0 mln.)<br />
in 2011. De vele nieuwbouw zien we ook terug in<br />
de stijging van de boekwaarde en de WOZ-waarde<br />
in 2011. De toename in de actuele waarde van 2011<br />
naar <strong>2012</strong> komt hoofdzakelijk door eerste toepassing<br />
van de restwaarde grond in de berekening van de<br />
bedrijfswaarde (€ 14,4 mln). De afname van de WOZwaarde<br />
<strong>2012</strong> ten opzichte van 2011 komt door de<br />
algemene economische omstandigheden en het effect<br />
daarvan op de woningmarkt. De gemiddelde WOZwaarde<br />
per woning is in het afgelopen jaar met 6%<br />
gedaald.<br />
Corporatie in Perspectief<br />
Jaarlijks brengt het Centraal Fonds Volkshuisvesting<br />
(CFV) de rapportage ‘Corporatie in Perspectief’ uit.<br />
Hiermee kan eenvoudig een beeld worden verkregen<br />
van enkele belangrijke kengetallen en hoe deze zich<br />
verhouden tot andere corporaties.<br />
Uit de rapportages <strong>2012</strong> en 2011, welke zijn gebaseerd<br />
op cijfers van respectievelijk 2011 en 2010, zijn de<br />
volgende gegevens ontleend:<br />
In onderstaande tabel valt op dat <strong>Woningstichting</strong><br />
<strong>Putten</strong> in 2011 ten opzichte van 2010 een veel lagere<br />
netto kasstroom per vhe heeft, terwijl deze in de<br />
regio en landelijk op hetzelfde niveau is gebleven.<br />
De netto kasstroom per vhe is bij ons in 2011 opmerkelijk<br />
lager dan in 2010 doordat enerzijds in 2011<br />
de onderhoudslasten € 1,3 mln. hoger zijn waar<br />
€ 0,9 mln. hogere huuropbrengsten en opbrengsten<br />
uit verkoop van onroerende zaken tegenover staan.<br />
Anderzijds is de betaalde rente in 2011 ruim € 0,5 mln.<br />
hoger dan in 2010. De toename in de betaalde rente<br />
in 2011 is ook terug te zien in de forse toename van<br />
de financiering per vhe ten opzichte van 2010. Deze<br />
ontwikkeling bij <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> is niet terug te<br />
zien bij de overige corporaties, want voor de regio en<br />
landelijk ligt de financiering per vhe in lijn met vorig<br />
jaar. De rentedekkingsgraad geeft aan hoe vaak uit de<br />
netto kasstroom de rente aan verschaffers van vreemd<br />
vermogen kan worden betaald. Gezien de hiervoor<br />
genoemde ontwikkelingen in de netto kasstroom en<br />
de financiering is de rentedekkingsgraad in 2011 bij<br />
<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> opvallend lager dan in 2010,<br />
terwijl dit voor de regio en landelijk op een (vrijwel)<br />
gelijk niveau is gebleven. De rentedekkingsgraad<br />
ligt echter nog steeds boven het gemiddeld van de<br />
2011 2010<br />
<strong>Woningstichting</strong> Regio Landelijk <strong>Woningstichting</strong> Regio Landelijk<br />
<strong>Putten</strong><br />
<strong>Putten</strong><br />
Netto kasstroom per vhe € 1.291 € 1.184 € 1.073 € 1.947 € 1.179 € 1.019<br />
Rentedekkingsgraad 2,2 2 1,8 3,5 2,1 1,8<br />
Financiering per vhe € 27.603 € 27.753 € 31.673 € 21.232 € 26.183 € 32.459<br />
Gemiddelde rentelasten 4,27% 4,37% 4,17% 4,29% 4,41% 4,32%<br />
Netto bedrijfslasten per vhe € 919 € 1.237 € 1.299 € 1.081 € 1.253 € 1.257
42<br />
regio en het landelijk gemiddelde. Daarnaast zijn de<br />
gemiddelde rentelasten van de leningenportefeuille<br />
nog steeds lager dan gemiddeld, in de verhouding<br />
tot het gemiddelde is hierin het afgelopen jaar weinig<br />
veranderd. Ook is nog steeds sprake van opvallend<br />
lagere bedrijfslasten per woning dan het gemiddelde.<br />
Dit alles draagt bij aan de goede financiële positie van<br />
<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong>.<br />
5.2 Financiële continuïteit<br />
Bij het realiseren van de strategische doelen streven<br />
wij naar een zo optimaal mogelijke inzet van de<br />
beschikbare financiële middelen, waarbij te allen<br />
tijde de financiële continuïteit en de continuïteit<br />
van de dienstverlening op langere termijn moet zijn<br />
gewaarborgd. Hierop wordt mede toegezien door het<br />
Centraal Fonds Volkshuisvesting, die mede op basis van<br />
het solvabiliteitsoordeel en het continuïteitsoordeel<br />
zicht houdt op de vraag of de ambities van de<br />
corporatie aansluiten bij de financiële positie. Ons<br />
doel is dat het A1 continuïteitsoordeel van het CFV<br />
wordt behouden.<br />
Ook het Waarborgfonds Sociale Woningbouw ziet<br />
toe op de financiële continuïteit met haar eisen rond<br />
financierbaarheid. Wij zijn voor de borging van onze<br />
financiering aangewezen op het WSW, dus wij zullen<br />
aan haar eisen moeten blijven voldoen.<br />
De ontwikkeling van de financiële continuïteit wordt<br />
daarmee door externen nauwlettend in de gaten<br />
gehouden, maar ook <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> zelf<br />
houdt vinger aan de pols.<br />
5.2.1 Externe beoordeling<br />
Oordeelsbrief BZK<br />
Van het ministerie van Binnenlandse Zaken en<br />
Koninkrijksrelaties (BZK) hebben wij in november <strong>2012</strong><br />
de oordeelsbrief over het verslagjaar 2011 ontvangen.<br />
In deze brief spreekt de minister zijn oordeel uit over:<br />
a. de financiële positie van de corporatie;<br />
b. de mate waarin wet- en regelgeving is nageleefd.<br />
Het financiële oordeel is gebaseerd op het<br />
solvabiliteitsoordeel van het Centraal Fonds Volkshuisvesting.<br />
De minister concludeert op basis van het<br />
door het Centraal Fonds uitgebrachte oordeel over<br />
de vermogenspositie, dat de solvabiliteit, uitgaande<br />
van voortgezette verhuur van het bezit, ultimo 2011<br />
voldoende is. Dit betekent dat de corporatie aan haar<br />
verplichtingen kan voldoen.<br />
Ten aanzien van de naleving van wet- en regelgeving<br />
heeft de Minister een opmerking gemaakt over<br />
het voldoen aan de staatsteunregeling. Over het<br />
verslagjaar 2011 is in zijn algemeenheid geconstateerd<br />
dat veel corporaties een onjuiste en/of onvolledige<br />
administratie hebben gevoerd op het gebied van<br />
toewijzing in het kader van de staatssteunregeling.<br />
Dit heeft in de sector geleid tot veel Assurancerapporten<br />
met oordeelsonthouding of zelfs een<br />
afkeurend oordeel hierover van de accountants. Ook<br />
bij <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> was voor 2011 sprake van<br />
een oordeelsonthouding, waardoor wij niet voldeden<br />
aan de staatssteunregeling. Gelet op de genoemde<br />
aanloopproblemen vindt de Minister een sanctie<br />
echter nog niet op zijn plaats. Wel wordt verwacht<br />
dat inzake de staatssteunregeling het verslagjaar<br />
<strong>2012</strong> tot een positieve beoordeling van de accountant<br />
zal leiden.<br />
Centraal Fonds Volkshuisvesting<br />
Het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) geeft<br />
jaarlijks een solvabiliteitsoordeel en een continuïteitsoordeel.<br />
Deze oordelen zijn gebaseerd op een uniforme<br />
waarderingsmethodiek van de bedrijfswaarde. Hierdoor<br />
is het voor het CFV mogelijk een vergelijking<br />
tussen corporaties te maken.<br />
Met het solvabiliteitsoordeel wordt vastgesteld of de<br />
corporatie financieel gezien in staat is haar bestaande<br />
woningbezit blijvend te verhuren zonder gedwongen<br />
verkoop. Het solvabiliteitsoordeel <strong>2012</strong> is gebaseerd op<br />
onze vermogenspositie op balansdatum 31 december<br />
2011. Omdat de huurtoeslagheffing nog niet wettelijk<br />
was opgelegd op moment van oordeelsvorming, is het<br />
oordeel gebaseerd op de vermogenspositie exclusief<br />
de heffing. Daarnaast is er geen rekening gehouden<br />
met eerdere invoering van de huurtoeslagheffing in<br />
2013 en een saneringsheffing in 2013.
Het CFV concludeert op basis van de ingediende<br />
verantwoordingsinformatie 2011 dat het vermogen op<br />
31 december 2011 groter is dan het voor onze<br />
corporatie minimaal noodzakelijke volkshuisvestelijke<br />
vermogen op basis van de risico-inschatting inclusief<br />
vpb-beklemming (56,2% ten opzichte van 9,5%).<br />
Dit leidt tot het oordeel ‘voldoende solvabiliteit’.<br />
Indien het verschil tussen het volkshuisvestelijk<br />
vermogen en het berekende risicobedrag minder dan<br />
10% van het balanstotaal bedraagt, wordt aanvullend<br />
bezien of de marktwaarde van het bezit meer dan 150%<br />
bedraagt van de volkshuisvestelijke exploitatiewaarde.<br />
Deze zogenaamde marktwaardetoets moet aan het<br />
licht brengen of in geval van nood de te verwachten<br />
verkoopopbrengsten van delen van het woningbezit in<br />
voldoende mate als vangnet kunnen fungeren. Nu is<br />
deze aanvullende toets voor ons niet van toepassing<br />
omdat het genoemde verschil 46,7% bedraagt<br />
en dus hoger is dan 10%, toch heeft het CFV de<br />
marktwaardetoets gerapporteerd. De verhouding<br />
Uit de rapportage ‘Corporatie in Perspectief’ <strong>2012</strong><br />
van het CFV, gebaseerd op cijfers van 2011, zijn de<br />
volgende gegevens ontleend:<br />
Ons volkshuisvestelijk vermogen ligt niet alleen boven<br />
het vereiste minimum, maar is ook hoger dan bij andere<br />
corporaties. De financiële positie van <strong>Woningstichting</strong><br />
<strong>Putten</strong> is dus gezond, ook in vergelijking met andere<br />
corporaties.<br />
tussen marktwaarde en bedrijfswaarde bedraagt bij ons<br />
212,3%, dus ook op basis van de marktwaardetoets is<br />
ons vermogen voldoende.<br />
Jaarlijks geeft het Centraal Fonds een continuïteitsoordeel<br />
af. Het continuïteitsoordeel doet een uitspraak<br />
in hoeverre de door de corporatie voorgenomen<br />
activiteiten in de prognoseperiode passend zijn bij<br />
de vermogenspositie. Het meest recente oordeel<br />
is gebaseerd op de begroting <strong>2012</strong>-2016. Hiertoe<br />
wordt het volkshuisvestelijk vermogen na het<br />
derde prognosejaar (2014) en aan het einde van de<br />
prognoseperiode (2016) berekend. <strong>Woningstichting</strong><br />
<strong>Putten</strong> heeft in juni <strong>2012</strong> een A1-oordeel gekregen. De<br />
voorgenomen investeringen zijn geplaatst in het kader<br />
van de beoordeling van het Centraal Fonds. Hieruit<br />
blijkt dat ons volkshuisvestelijk vermogen ultimo 2016<br />
nog steeds voldoet aan de eisen voor een A1-oordeel,<br />
want het zit nog ruim boven de ondergrens van 2016.<br />
De onderstaande gegevens zijn ontleend aan de bij dit<br />
oordeel horende rapportage.<br />
Vermogen % balans-totaal<br />
Volkshuisvestelijk vermogen ultimo 2014 € 61,3 mln. 48,8<br />
Volkshuisvestelijk vermogen ultimo 2016 (incl. meerjarenbegroting) € 59,2 mln. 44,8<br />
Ondergrens ultimo 2014 (risico plus vpb beklemming) € 14,2 mln. 11,3<br />
Ondergrens ultimo 2016 (risico plus vpb beklemming) € 22,8 mln. 17,2<br />
Waarborgfonds Sociale Woningbouw<br />
De totale leningenportefeuille van <strong>Woningstichting</strong><br />
<strong>Putten</strong> bedraagt eind <strong>2012</strong> € 54 mln. Daarvan is<br />
€ 17,4 mln. geborgd door het WSW (en de rest door<br />
de Gemeente <strong>Putten</strong>), waar wij sinds 2009 bij zijn<br />
aangesloten. Het WSW is geen toezichtsorgaan,<br />
maar zij zorgt dat woningcorporaties tegen gunstige<br />
rentetarieven geld kunnen lenen door garanties te<br />
verstrekken aan hun financiers (borging). Het WSW<br />
<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> Regio Landelijk<br />
Volkshuisvestelijk vermogen eind 2011 per vhe € 35.877 € 18.303 € 13.802<br />
Volkshuisvestelijk vermogen eind 2016 per vhe € 31.575 € 13.882 € 12.348<br />
43
44<br />
doet dat op basis van een onderlinge garantiestelling<br />
van corporaties met achtervang van de overheid. Het<br />
WSW monitort actief risico’s om vast te stellen of<br />
corporaties aan hun verplichtingen kunnen voldoen.<br />
Op basis van de begroting <strong>2012</strong> heeft het WSW het<br />
faciliteringsvolume voor de jaren <strong>2012</strong> tot en met 2014<br />
bepaald. Dit is het bedrag dat aangeeft hoeveel leningen<br />
<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> deze drie jaar onder borging<br />
van het WSW kan aantrekken voor de financiering van<br />
borgbare onroerende zaken en herfinanciering van<br />
bestaande leningen. Het faciliteringsvolume is in mei<br />
<strong>2012</strong> vastgesteld op € 18 mln., inclusief de forward<br />
gefixeerde leningen. In november <strong>2012</strong> heeft het WSW<br />
laten weten, gezien de grote financiële onzekerheden<br />
omtrent de uitwerking van het regeerakkoord, de<br />
borging van de financieringsbehoefte voor alle<br />
deelnemers te beperken tot en met het jaar 2013. Het<br />
WSW geeft derhalve geen faciliteringsvolume voor<br />
2014 en verder af. Het (resterende) faciliteringsvolume<br />
voor <strong>2012</strong> en 2013 is in december <strong>2012</strong> vastgesteld op<br />
€ 7,3 mln. Hiervan heeft <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> tot op<br />
heden nog geen gebruik gemaakt.<br />
Voor 1 april 2013 heeft het WSW de nieuwe prognoses<br />
op basis van de financiële meerjarenbegroting<br />
2013-2022 van ons ontvangen. Het WSW zal<br />
op basis daarvan beoordelen wat de effecten<br />
zijn van de overheidsmaatregelen, welke in deze<br />
prognoses zijn ingerekend (zie paragraaf 5.2.2), op
de beoordelingscriteria van onze corporatie en de<br />
borging daar op afstemmen. Het WSW hanteert een<br />
kasstroommodel op basis waarvan zij bepalen of de<br />
aan te trekken leningen kunnen worden geborgd.<br />
Zij corrigeert de operationele kasstroom voor een<br />
aflossingsfictie van 2% van de leningenportefeuille. Op<br />
basis van onze financiële meerjarenbegroting zien deze<br />
kasstromen er voor de komende vijf jaar als volgt uit:<br />
Bedragen x € 1.000.<br />
5.2.2. Interne beoordeling<br />
Meerjarenprognose<br />
Voor de jaren tot en met 2015 heeft <strong>Woningstichting</strong><br />
<strong>Putten</strong> nog ruim € 15,5 mln. aan investeringen in<br />
nieuwbouw gepland staan. Deze investeringen<br />
zijn opgenomen en doorgerekend in de financiële<br />
meerjarenbegroting. Vanzelfsprekend zijn nieuwbouwprojecten<br />
met de nodige onzekerheden<br />
omgeven, maar de ingerekende projecten zijn allemaal<br />
zogenaamde harde projecten. Naast nieuwbouw zijn<br />
de onderhoudsuitgaven en verbeteringen ingerekend,<br />
waarbij rekening is gehouden met de benodigde<br />
energiemaatregelen die nodig zijn om ons woningbezit<br />
minimaal te laten voldoen aan label C of ten behoeve<br />
van comfortverbetering.<br />
Gezien de grote wettelijke onzekerheden rondom<br />
inkomensafhankelijke huurverhogingen zijn wij voor<br />
de komende jaren voor alle huurders van sociale<br />
huurwoningen uitgegaan van de extra huurverhoging<br />
van 1,5% boven inflatie, welke voor de laagste<br />
inkomens (tot € 33.614) is toegestaan. De inflatie is<br />
door ons jaarlijks gesteld op 2,25% gesteld.<br />
In onze meerjarenbegroting is rekening gehouden met<br />
het voorstel het WWS-puntensysteem voor de bepaling<br />
van de maximaal toegestane huur te vervangen door<br />
een maximaal toegestane huur van 4,5% van de WOZwaarde<br />
van een woning.<br />
Met ingang van 1 januari 2013 kan het CFV maximaal<br />
5% in plaats van maximaal 1% van de jaarhuuromzet<br />
Het WSW stelt als eis dat de gecorrigeerde<br />
operationele kasstroom de komende vijf jaar positief<br />
moet zijn. Dit is voor onze meerjarenprognose (zie<br />
verder paragraaf 5.2.2.) dus het geval. Dit betekent<br />
dat de financierbaarheid van DAEB-activiteiten geen<br />
problemen geeft en de leningen kunnen worden<br />
aangetrokken onder borging door het WSW.<br />
2013 2014 2015 2016 2017<br />
Operationele kasstroom WSP 2.478 1.724 2.037 2.104 1.671<br />
Af: Aflossingsfictie leningen (2%) 1.084 1.103 1.182 1.215 1.184<br />
Operationele kasstroom WSW 1.394 621 855 889 487<br />
aan saneringssteun heffen. Onze verwachting is dat<br />
het CFV de komende vijf jaar de saneringssteun zal<br />
vaststellen zoals de volgende tabel.<br />
Prognosejaar Saneringsheffing<br />
2013<br />
4%<br />
2014<br />
3%<br />
2015<br />
3%<br />
2016<br />
2%<br />
2017<br />
1%<br />
Daarnaast moeten we vanaf 2013 een verhuurderheffing<br />
betalen voor iedere sociale huurwoning die wij<br />
bezitten. De heffing wordt berekend over de totale<br />
WOZ-waarde. Het tarief van de verhuurderheffing voor<br />
2013 is vastgesteld op 0,014% van de WOZ-waarde.<br />
Voor 2014 was de verhuurderheffing aanvankelijk op<br />
0,231% gesteld, maar in het regeerakkoord is een extra<br />
verhuurderheffing opgenomen. Voor de komende vijf<br />
jaar hebben wij de volgende tarieven, per € 1.000<br />
WOZ-waarde, voor de (extra) verhuurderheffing<br />
ingerekend:<br />
Prognosejaar Heffing<br />
2013<br />
€ 0,13<br />
2014<br />
€ 3,65<br />
2015<br />
€ 4,51<br />
2016<br />
€ 5,43<br />
2017<br />
€ 6,38<br />
45
46<br />
Ultimo <strong>2012</strong> hebben we nog zes opgeleverde nieuwbouw<br />
woningen welke wij in 2013 verwachten te<br />
verkopen. Daarnaast zijn we er in de begroting van<br />
uitgegaan dat we jaarlijks twee bestaande woningen<br />
zullen verkopen.<br />
Tenslotte is ten aanzien van de post vennootschapsbelasting<br />
gekozen om in <strong>2012</strong> gebruik te maken van<br />
de mogelijkheid onroerend goed af te waarderen naar<br />
lagere WOZ voor zover de waardedaling ten opzichte<br />
Bedragen x € 1.000<br />
van 2009 meer dan 10% bedraagt. Daarnaast zal<br />
vanaf 2018 een fiscale onderhoudsvoorziening worden<br />
gevormd. Deze twee tijdelijke maatregelen zouden<br />
ertoe moeten leiden dat we belastingbetaling tot 2019<br />
kunnen uitstellen.<br />
Dat in twee jaren de netto kasstroom nihil is, komt<br />
doordat wij sturen op een positieve stand van de<br />
liquide middelen. Wanneer dit niet het geval is, wordt<br />
het tekort bij geleend.<br />
Vorenstaande aannames leiden voor de komende jaren tot de volgende kasstroomprognoses:<br />
Kasstromen 2013 2014 2015 2016 2017<br />
Ontvangsten 10.599 11.266 11.917 12.558 13.011<br />
Uitgaven -8.121 -9.542 -9.879 -10.453 -11.340<br />
Operationele kasstroom 2.478 1.724 2.038 2.105 1.671<br />
Investeringen -6.225 -6.034 -3.963 -750 -44<br />
Verkopen 2.242 359 314 342 341<br />
Investeringskasstroom -3.983 -5.675 -3.649 -408 297<br />
Financieringskasstroom 965 3.951 1.611 -1.514 -1.550<br />
Netto kasstroom -540 0 0 183 418
Rentedekkingsgraad<br />
Voor de beoordeling van de financiële continuïteit is<br />
het belangrijk om te weten of <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong><br />
in staat is de toekomstige financieringslasten uit de<br />
operationele kasstromen (exploitatie) te kunnen<br />
voldoen. Hiervoor wordt de interest coverage ratio<br />
(ICR) gebruikt. Dit is de operationele kasstroom voor<br />
In alle jaren wordt (ruim) aan de norm voldaan.<br />
Scenario’s<br />
Er is een scenario op de basisbegroting doorgerekend,<br />
waarbij meer nieuwbouw (totaal 106 eenheden) aan<br />
de plannen zijn toegevoegd. Bij dat scenario ontstaan<br />
nog steeds geen knelpunten ten aanzien van financiële<br />
continuïteit. De jaarlijkse operationele kasstromen<br />
inclusief 2% aflossingsfictie leiden er toe dat het saldo<br />
van de kasstromen over vijf jaren gemeten positief<br />
is. Ook is de tendens van de jaarlijkse kasstromen<br />
positief. Daarnaast ligt ook de ICR jaarlijks (net) boven<br />
de gestelde eis.<br />
We hebben bij dit scenario getoetst in hoeverre we<br />
van de extra huurverhoging van 1,5% boven inflatie<br />
afhankelijk zijn. Het blijkt dat, om de nieuwbouwaantallen<br />
sociale huur conform de woonvisie te<br />
kunnen realiseren, we niet kunnen volstaan met<br />
een inflatievolgend huurbeleid. In geval van een<br />
inflatievolgend huurbeleid komt de kasstroomprognose<br />
van het WSW op de middellange termijn niet langer<br />
positief uit. De jaarlijkse ICR leidt daarbij slechts<br />
incidenteel tot een verhoogd financieringsrisico.<br />
rente in relatie tot de betaalde rente. Wij hebben deze<br />
norm vastgesteld op minimaal 1,4. Toetsing van deze<br />
norm aan de verwachte kasstroomprognose geeft het<br />
onderstaande resultaat.<br />
2013 2014 2015 2016 2017<br />
Operationele kasstroom excl rente 4.755 4.052 4.598 4.769 4.338<br />
Rentelasten (netto) 2.277 2.328 2.561 2.665 2.667<br />
Rentedekkingsgraad (ICR) 2,09 1,74 1,80 1,79 1,63<br />
47
6Risicomanagement
50<br />
6. Risicomanagement<br />
In het kader van het in-control zijn als onderneming is<br />
het belangrijk om de risico’s die kunnen optreden en<br />
de gevolgen daarvan voor de bedrijfsvoering in kaart te<br />
brengen en waar mogelijk te beheersen. In 2011 heeft<br />
het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement<br />
(NAR) ons ondersteund in de verdere implementatie<br />
van risicomanagement. Dit heeft ertoe geleid dat de<br />
volgende vijf belangrijkste risico’s zijn benoemd:<br />
1. Marktontwikkelingen<br />
2. Grondposities<br />
3. Renterisico<br />
4. Kwaliteit medewerkers<br />
5. Besluitvorming<br />
Naast deze vijf genoemde risico’s onderkennen wij<br />
dat het onverwacht politiek ingrijpen als gevolg van<br />
wijzigingen in wet- en regelgeving een grote invloed<br />
kan hebben op onze financiële positie. Hierop zijn de<br />
sturingsmogelijkheden voor individuele corporaties<br />
beperkt.<br />
In <strong>2012</strong> hebben we een nieuw ondernemingsplan<br />
opgesteld voor de periode 2013-2017. Bij het opstellen<br />
van dit plan hebben we de sterke en zwakke punten<br />
van de eigen organisatie in kaart gebracht en de<br />
kansen en bedreigingen die vanuit de omgeving op<br />
ons afkomen. Hieruit zijn impliciet een aantal risico’s<br />
(en kansen) naar voren gekomen waarmee wij bij onze<br />
beleidskeuzen rekening hebben gehouden.<br />
6.1 Marktontwikkelingen<br />
Als we het over risico’s als gevolg van marktontwikkelingen<br />
hebben, gaat dit voornamelijk om het<br />
lange termijnrisico op structurele leegstand in geval<br />
van onder andere een onvoldoende op de vraag<br />
afgestemde woningvoorraad.
Dit zogenaamde woningmarktrisico is reeds in 2009<br />
in kaart gebracht bij de discussie rond het strategisch<br />
voorraadbeheer. Hier zijn verwachte bevolkingsontwikkelingen<br />
en marktontwikkelingen voor de<br />
gemeente <strong>Putten</strong> besproken. De ontwikkelingen zijn<br />
in 2011 opnieuw tegen het licht gehouden bij het<br />
opstellen van de Woonvisie en bij het onderzoek<br />
naar de behoefte aan wonen en zorg. In <strong>2012</strong> heeft<br />
er wederom een onderzoek, Woon <strong>2012</strong>, plaatsgevonden.<br />
De resultaten hiervan zullen in 2013<br />
gerapporteerd worden en vormen de basis voor de<br />
nieuwe regionale woningbehoefte en binnenregionale<br />
verdeling van nieuwbouwaantallen (KWP).<br />
Gelet op de grote vraag naar betaalbare woonruimte<br />
zijn de risico’s op structurele leegstand in <strong>Putten</strong><br />
vooralsnog zeer beperkt.<br />
Wij monitoren de vraag van onze klanten naar<br />
onze producten om tijdig te kunnen anticiperen op<br />
veranderende behoeften. De kans op het aanbieden<br />
van typen woningen waaraan de klant geen behoefte<br />
heeft, wordt daarmee verkleind en leegstand<br />
voorkomen. Zowel bij nieuwbouw als bij transformatie<br />
van ons huidige bezit liggen hier risico’s maar ook<br />
kansen. In ons ondernemingsplan hebben we bepaald<br />
dat we het aanbod van nultredenwoningen en<br />
levensloopbestendige woningen gaan vergroten, door<br />
middel van transformatie van ons bezit, met name op<br />
inbreidingslocaties. Daarnaast hebben we, conform<br />
het KWP, als norm gesteld dat minimaal 88% van de<br />
nieuwbouw bestaat uit nultredenwoningen.<br />
Ten aanzien van maatschappelijk onroerend goed<br />
(zoals woonvoorzieningen voor verstandelijk en/of<br />
lichamelijk beperkten) bestaat een verhoogd risico<br />
op leegstand in verband met wijzigende politieke<br />
beslissingen. In het ondernemingplan hebben we,<br />
uitgaande van de ophanden zijnde scheiding van wonen<br />
en zorg, gedefinieerd dat we bij het ontwik-kelen van<br />
maatschappelijk vastgoed zullen kiezen voor realisatie<br />
van zelfstandig te verhuren appartementen. Boven-<br />
dien zijn er wat ons betreft alleen mogelijkheden tot<br />
uitbreiding van begeleid zelfstandig wonen op verzoek<br />
van een specifieke cliëntengroep.<br />
Gezien de huidige marktomstandigheden in de regio<br />
<strong>Putten</strong> zijn de risico’s in het kader van verkoopbaarheid<br />
van woningen de laatste jaren sterk toegenomen. Het<br />
verkoopbeleid van <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> is echter<br />
terughoudend. Voor het bestaande bezit rekenen we<br />
op slechts twee woningverkopen per jaar en ultimo<br />
<strong>2012</strong> hebben we nog zes gerealiseerde nieuwbouw<br />
koopwoningen in onze woningvoorraad. In ons<br />
ondernemingsplan hebben we bovendien opgenomen<br />
dat we terughoudend zijn met de bouw van nieuwe<br />
koopwoningen in verband met verkooprisico’s en<br />
het benutten van nieuwbouwlocaties voor de bouw<br />
van huurwoningen ten behoeve van de gewenste<br />
transformatie van ons bezit.<br />
6.2 Grondposities<br />
Ten aanzien van grondposities gaat het voornamelijk<br />
om het risico dat niet kan worden voldaan aan afspraken<br />
met de gemeente over het bouwvolume (en type).<br />
Ook dit risico wordt getypeerd als woningmarktrisico.<br />
In <strong>2012</strong> heeft <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> met de gemeente<br />
<strong>Putten</strong> prestatieafspraken gemaakt voor de jaren <strong>2012</strong>-<br />
2017. Hierin zijn diverse afspraken gemaakt over (her/<br />
des) investeringen, kwaliteit bezit, leefbaarheid en<br />
zorg. De aantallen nieuw te bouwen woningen in<br />
de in 2011 opgestelde Woonvisie van de Gemeente<br />
<strong>Putten</strong> zijn te hoog ten opzichte van het beschikbare<br />
contingent van de provincie.<br />
51
52<br />
Onze resterende woonbehoefte van 106 eenheden,<br />
waar op dit moment nog geen concrete projecten<br />
voor zijn, kan desondanks wel binnen de bestaande<br />
afspraken worden gerealiseerd. De termijn waarop de<br />
realisatie van deze eenheden zou kunnen plaatsvinden,<br />
is echter nog onzeker.<br />
Door gebrek aan betaalbare grond kunnen wij<br />
beperkt of geen nieuwbouw realiseren. Tegelijkertijd<br />
is het door overheidsregels moeilijk om grond nu al<br />
aan te kopen. Daarnaast ontstaat bij het speculatief<br />
doen van grondaankopen een groot risico of de<br />
grond daadwerkelijk kan worden bebouwd. Er is<br />
door <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> in <strong>2012</strong> geen grond<br />
aangekocht. Dus ook geen grond waar geen zekerheid<br />
is dat er binnen 10 jaar een bouwbestemming op zal<br />
komen. Er zijn dit jaar eveneens geen aankopen van<br />
bestaande woningen gedaan om een toekomstige<br />
herontwikkeling mogelijk te maken.<br />
6.3 Renterisico<br />
Het renterisico is het risico dat de netto kasstroom<br />
van <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> wordt beïnvloed door<br />
schommelingen van de rente.<br />
De rentelasten over de leningenportefeuille vormen een<br />
belangrijk deel van de uitgaven van <strong>Woningstichting</strong><br />
<strong>Putten</strong>. Zo werd over <strong>2012</strong> € 2,3 mln. verantwoord<br />
aan rentelasten op een huuropbrengst van € 9,9 mln.<br />
Afgerond bedragen de rentelasten dus 23% van de<br />
huuropbrengsten.<br />
Rente Exposure<br />
10.000<br />
8.000<br />
6.000<br />
4.000<br />
2.000<br />
0<br />
6.3.1 Rente-exposure<br />
Naast de beweeglijkheid van de rente is de omvang<br />
van het renterisico afhankelijk van de omvang van het<br />
bedrag dat onder invloed staat van rentefluctuaties, dit<br />
wordt exposure genoemd. Onderstaande grafiek toont<br />
de rente-exposure in de jaren 2013 t/m 2022 van de<br />
bestaande leningenportefeuille.<br />
<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> voldoet in de periode 2013-<br />
2022 voor wat betreft de huidige leningenportefeuille<br />
aan de WSW-norm inzake rente-exposure. Deze<br />
norm houdt in dat jaarlijks maximaal 15% van het<br />
rentedragend vreemd vermogen rente-exposure mag<br />
ondergaan.<br />
In 2014 en 2016 is sprake van een hoge rente-exposure<br />
als gevolg van een spreadherziening. Dit betekent<br />
dat de risico-opslag, als onderdeel van het totale<br />
rentepercentage, wordt herzien. Bij een renteconversie<br />
wordt de basisrente zelf herzien.<br />
Wanneer we de huidige leningenportefeuille verhogen<br />
met de toekomstige financieringsbehoefte op basis van<br />
onze meerjarenprognose, ontstaat het in onderstaande<br />
grafiek weergegeven beeld van de rente-exposure in<br />
de jaren 2013 t/m 2022. De WSW-norm in deze grafiek<br />
is de eerder genoemde norm dat jaarlijks maximaal<br />
15% van het rentedragend vreemd vermogen renteexposure<br />
mag ondergaan. Deze is hier gebaseerd op de<br />
bestaande leningenportefeuille exclusief aanvullende<br />
financieringsbehoefte. Dit betekent dat als wel met<br />
deze financieringsbehoefte rekening gehouden wordt,<br />
de WSW-norm hoger komt te liggen.<br />
Grafiek: Rente-exposure huidige leningenportefeuille<br />
2013 - 2022<br />
2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022<br />
Eindaflossing<br />
Renteconversie<br />
Spreadherziening<br />
wsw norm
Renterisico<br />
15.000<br />
10.000<br />
5.000<br />
0<br />
-5.000<br />
-10.000<br />
In de grafiek hierboven is goed te zien dat in het<br />
jaar 2014 een relatief groot renterisico ontstaat.<br />
Dit komt door de nieuwbouw in dat jaar van<br />
€ 5,9 mln en door de spreadherziening van een<br />
lening van € 5 mln. Uit deze grafiek blijkt ook dat<br />
vanaf het jaar 2016 negatieve financieringsbehoeften<br />
ontstaan (liquiditeitsoverschotten) doordat er geen<br />
nieuwbouwprojecten zijn meegenomen.<br />
6.3.2 Derivatenportefeuille<br />
In september <strong>2012</strong> zijn door de Minister van<br />
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beleidsregels<br />
gepubliceerd inzake het gebruik van financiële<br />
derivaten door toegelaten instellingen, welke van<br />
toepassing zijn vanaf 1 oktober <strong>2012</strong>. Als gevolg<br />
hiervan hebben wij onder begeleiding van een externe<br />
deskundige, daar waar nodig, ons treasurystatuut<br />
aangepast. Dit herziene statuut is eind november <strong>2012</strong><br />
vastgesteld door de Raad van Commissarissen.<br />
In ons treasurystatuut hebben wij opgenomen dat het<br />
gebruik van derivaten slechts is toegestaan in situaties<br />
waarin sprake is van renterisico-reductie. Met andere<br />
woorden: derivaten mogen worden gehanteerd als<br />
defensief instrument. Er mogen uitsluitend financiële<br />
derivaten aangetrokken worden ter hedging van<br />
Grafiek: Renterisico exposure totale<br />
bedrijfsvoering 2013 - 2022<br />
2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022<br />
Spreadherziening<br />
Renteconversie<br />
Financieringsbehoefte<br />
wsw norm<br />
variabele leningen die voor of tegelijk met het<br />
moment van afsluiten van het derivatencontract zijn<br />
aangetrokken. De aan te trekken payer swaps mogen<br />
geen langere looptijd hebben dan het lopende jaar<br />
en de direct daarop volgende negen kalenderjaren.<br />
Het speculatief gebruik van derivaten is te allen tijde<br />
verboden. Indien het renterisico gereduceerd kan<br />
worden op een meer ‘traditionele’ on-balancewijze<br />
(financiële transacties die in de balans worden<br />
53
54<br />
opgenomen, bijvoorbeeld leningen met uitgestelde<br />
storting) geniet dit de voorkeur.<br />
Daarnaast hebben wij in het treasurystatuut beschreven<br />
dat rente-instrumenten worden afgesloten bij banken<br />
met minimaal een internationale AA-rating. Alvorens<br />
met een bepaalde bank een rente-instrument aan te<br />
gaan, zullen de wederzijdse verplichtingen die daaruit<br />
voortkomen geregeld worden in een speciaal daartoe<br />
af te sluiten contract.<br />
Tenslotte is door ons in het treasurystatuut vastgelegd<br />
dat voor het aangaan van derivatentransacties vooraf<br />
goedkeuring nodig is van de directeur-bestuurder en<br />
de Raad van Commissarissen. Voorafgaande aan het<br />
effectueren van de derivatentransactie is bovendien<br />
een advies van een extern deskundige noodzakelijk.<br />
Deze deskundige mag op geen enkele wijze betrokken<br />
zijn bij de partij die de transactie verschaft.<br />
Het jaarlijks op te stellen treasuryjaarplan maakt bij<br />
<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> onderdeel uit van de begroting,<br />
welke eveneens wordt vastgesteld door de Raad van<br />
Commissarissen.
Het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) heeft op<br />
peildatum 31 december <strong>2012</strong> opnieuw onderzocht of<br />
corporaties met een derivatenportefeuille voldoende<br />
buffer aanhouden om te kunnen voldaan aan<br />
onderpandverplichtingen bij een fictieve rentedaling<br />
van 1% respectievelijk 2%.<br />
Op 31 december <strong>2012</strong> bestaat de portefeuille van<br />
<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> uit twee basisrenteleningen,<br />
die in de opvatting van het CFV (en niet in de<br />
opvatting van het WSW) als derivaten kwalificeren.<br />
Basisrenteleningen zijn leningen waarbij op een<br />
bepaald moment de kredietopslag herzien gaat worden.<br />
Op het moment van renteherziening zal de<br />
kredietopslag worden herzien. Indien de bank en<br />
de corporatie geen overeenstemming bereiken over<br />
de aanpassing van de kredietopslag zal de leningovereenkomst<br />
worden beëindigd. Bij beëindiging vindt<br />
op de herzieningsdatum een verrekening plaats tussen<br />
de basisrente en de rente op de kapitaalmarkt over<br />
de rest van de looptijd. Dit bedrag en de hoofdsom<br />
moeten worden afgerekend. Dit betekent een herfinancieringsrisico<br />
voor de corporatie.<br />
De waarde van onze derivatenportefeuille ziet er als<br />
volgt uit:<br />
Nominale waarde<br />
31-12-<strong>2012</strong><br />
10.500<br />
Marktwaarde -3.480<br />
Marktwaarde bij rentedaling van -1% -5.992<br />
Marktwaarde bij rentedaling van -2% -8.503<br />
Bedragen x € 1.000.<br />
De marktwaarden geven aan wat door ons moet<br />
worden bijgestort op moment dat de leningovereenkomsten<br />
worden beëindigd, vandaar de weergave als<br />
negatieve bedragen. Er wordt geen specifieke buffer<br />
aangehouden in de vorm van middelen die liquide zijn<br />
of direct liquide zijn te maken, maar dit is bij derivaten<br />
in de vorm van basisrenteleningen ook niet vereist.<br />
6.4 Kwaliteit medewerkers<br />
Het succes van een organisatie wordt in belangrijke<br />
mate bepaald door de kwaliteit van haar medewerkers.<br />
Kwaliteit wordt daarbij bepaald door onder meer<br />
kennis, integriteit en betrokkenheid<br />
Door steeds veranderende regelgeving moet het kennisniveau<br />
van de medewerkers up-to-date blijven om zo<br />
schade door verkeerde beslissingen te voorkomen.<br />
Per afdeling hebben we daarom een jaarlijks<br />
opleidingsbudget beschikbaar. Daar waar intern<br />
onvoldoende expertise aanwezig is, huren we externe<br />
deskundigen in.<br />
Om de integriteit van de medewerkers te bewaken is<br />
binnen <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> een Integriteitsbeleid<br />
opgesteld. Iedere nieuwe medewerker ontvangt deze<br />
gedragscode bij indiensttreding en conformeert zich<br />
met de inhoud. In de plannings-, voortgangs- en<br />
beoordelingsgesprekken wordt expliciet het thema<br />
integriteit aan de orde gesteld.<br />
In <strong>2012</strong> heeft vier keer een personeelsoverleg<br />
plaatsgevonden. Hiermee wordt de betrokkenheid van<br />
medewerkers bij andere zaken dan hun eigen werk/<br />
afdeling vergroot. Tijdens dit overleg is gesproken over<br />
lopende zaken binnen de andere afdelingen en over<br />
nieuwe ontwikkelingen en projecten.<br />
6.5 Besluitvorming<br />
Het gaat hierbij voornamelijk om de mogelijke risico’s<br />
van onvoldoende sturing van de organisatie op basis<br />
van de beschikbare informatie en het niet tijdig<br />
monitoren van het bereiken van de gestelde doelen.<br />
<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> bevindt zich in een dynamische<br />
omgeving, onder meer op het gebied van wet- en<br />
regelgeving. Dit verhoogt het belang van een adequate<br />
planning- en controlcyclus, die tevens regelmatig dient<br />
te worden aangepast aan de actuele ontwikkelingen.<br />
Onze beheersingsmaatregelen bestaan uit:<br />
• Ondernemingsplan;<br />
• (Financiële) meerjarenbegroting;<br />
• Maandelijkse budgetrapportage;<br />
• Viermaandelijkse managementrapportage;<br />
• Procuratieregeling;<br />
• Investeringsstatuut.<br />
55
7Toekomst
58<br />
7 Toekomst<br />
In dit <strong>jaarverslag</strong> stonden onze activiteiten in <strong>2012</strong><br />
en de financiële vertaling ervan centraal. Graag<br />
kijken we naar de komende jaren. Wat brengen die<br />
voor de corporatiesector in het algemeen en voor<br />
<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> in het bijzonder?<br />
De onzekere economische situatie en de sterke<br />
noodzaak voor verdere bezuinigingen op rijksniveau<br />
zetten de sector stevig onder druk. De maatregelen<br />
uit het regeerakkoord hebben grote invloed op de<br />
financiële positie van de corporaties. Door een aantal<br />
negatieve gebeurtenissen in de sector in de afgelopen<br />
jaren is de roep om meer in- en extern toezicht<br />
sterk toegenomen. In de concept-herziening van de<br />
Woningwet is hierover al het nodige opgenomen.<br />
Ook de parlementaire enquête die in 2013 plaatsvindt,<br />
zal zijn effect hebben op de regelgeving die voor<br />
corporaties van kracht is.<br />
De corporatiesector moet nog nadrukkelijker duidelijk<br />
maken waarom zij de dingen doet die zij doet en wat<br />
de maatschappelijke meerwaarde is. Het huisvesten<br />
van mensen met de smalle beurs is een kerntaak die<br />
de afgelopen jaren in sommige situaties wat naar de<br />
achtergrond is verschoven. Juist deze ontwikkeling<br />
heeft ertoe geleid dat er veel discussie is over de<br />
rol en taakvervulling. Toch is dit niet altijd terecht.<br />
Dankzij een brede sociale volkshuisvestingssector<br />
hebben wij in Nederland een kwalitatief zeer goede<br />
huursector in wijken waar het over het algemeen<br />
goed wonen is. Verwacht mag worden dat de sector<br />
in de toekomst kleiner zal worden, niet alleen qua<br />
vraagontwikkeling van lagere inkomensgroepen, maar<br />
ook om alle financiële gevolgen van de verhuurderheffing<br />
te kunnen dragen.<br />
Ook in <strong>Putten</strong> kan de voorraad sociale huurwoningen<br />
op termijn kleiner worden, als we kijken naar de<br />
ontwikkeling van het aantal huishoudens met een lager<br />
inkomen. Hier gaan echter nog wel wat jaren overheen<br />
voordat het zover is. Door de huidige scheefheid zijn<br />
veel woningen momenteel nog bewoond door mensen<br />
met een hoger inkomen. Bovendien groeit het aantal<br />
huishoudens de komende jaren nog, in tegenstelling<br />
tot andere gebieden in Gelderland waar de krimp is<br />
ingezet. Het toekomstige huurbeleid kan ertoe leiden<br />
dat de mensen met hogere inkomens verhuizen<br />
naar een woning in de koopsector. Dit vergroot de<br />
beschikbaarheid van woningen voor onze doelgroep.<br />
Wij zetten nog steeds in op een beperkte verruiming<br />
van de sociale huurwoningenvoorraad. Dit doen wij via<br />
de toevoeging van toekomstbestendige woningtypen.<br />
Als we zouden willen beantwoorden aan de vraag, zou<br />
er in de periode 2010-2020 nog een aantal van circa 290<br />
sociale huurwoningen moeten worden gerealiseerd<br />
(plancapaciteit), op een totale plancapaciteit van 980<br />
nieuwe woningen. Helaas biedt de huidige KWPafspraak<br />
hiervoor geen ruimte en zal <strong>Putten</strong> het met<br />
het toegekende aantal van 555 woningen moeten<br />
doen. Deze zijn inmiddels ook allemaal opgenomen<br />
in harde plannen. De ruimte om het aantal sociale<br />
huurwoningen te vergroten is er zonder medewerking<br />
van de provincie en de regio dan ook niet.<br />
In 2013 wordt op basis van Woon <strong>2012</strong> in regionaal<br />
verband de discussie geopend over de KWP-cijfers.<br />
Dit zou voor <strong>Putten</strong> moeten leiden tot een hoger aantal<br />
nieuwbouwwoningen, waaronder huurwoningen in<br />
het betaalbare segment. Onze focus ligt met name<br />
op het betaalbare segment, de zogenaamde DAEB-<br />
activiteiten. Het duurdere segment is primair een markt<br />
voor andere partijen, te meer daar de financieringscondities<br />
voor dit type woningen voor corporaties niet<br />
gunstiger zijn dan voor andere partijen. De kern van<br />
onze activiteiten bevindt zich dus in het segment met<br />
een huurprijs tot € 681 (prijspeil 2013). Als er in een<br />
duurder segment aanbod wordt gerealiseerd, moet dat<br />
kostendekkend gebeuren.<br />
De komende jaren staat er een ‘hard’ nieuwbouwprogramma<br />
op stapel, waarmee een investeringsbedrag<br />
van ruim € 15,5 mln. is gemoeid, waarvan € 5,1<br />
mln. onrendabel. Ook in (regulier) onderhoud en<br />
verbetering van het bestaande bezit (inclusief energetische<br />
maatregelen) staan de nodige uitgaven tot<br />
2022 gepland, te weten een bedrag van € 37,3 mln.<br />
Deze projecten vragen de nodige inzet van onze<br />
(kleine) werkorganisatie.<br />
In het ondernemingsplan 2013-2017 hebben we de<br />
contouren neergezet voor ons beleid ten aanzien van<br />
beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit, om de<br />
strategische doelen te realiseren die wij gezamenlijk<br />
met onze stakeholders hebben benoemd. Zo geven wij<br />
concreet vorm aan de maatschappelijke resultaten die<br />
van onze woningstichting mogen worden verwacht.
8Verslag van de Raad van<br />
Commissarissen over <strong>2012</strong>
60<br />
8 Verslag van de Raad van Commissarissen over <strong>2012</strong><br />
Inleiding<br />
<strong>2012</strong> is voor elke woningcorporatie een roerig jaar<br />
geweest. Een jaar, dat behoorlijk in het teken gestaan<br />
heeft van een zoekend overheidsbeleid over de<br />
aanpak van de vastgelopen woningmarkt. Dit geldt<br />
zowel voor de koop- als huursector. Het zoekende<br />
overheidsbeleid dat uiteindelijk pas in 2013 vastere<br />
vorm gekregen heeft, heeft als neveneffect gehad<br />
dat de woningcorporaties lange tijd niet wisten<br />
waar ze aan toe waren. Het heeft geleid tot uitstel<br />
en stop van nieuwbouw- en renovatie projecten,<br />
het niet kunnen verzilveren van voorgenomen<br />
verkoop van huurwoningen aan de markt, en<br />
extra werk aan rapporteren aan WSW en Centraal<br />
Fonds. Allemaal zaken die een projectgeoriënteerde<br />
organisatie afhouden van de daadwerkelijke volkshuisvestelijke<br />
taak.<br />
De Raad van Commissarissen (RvC) en directie<br />
van <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> (WSP) hebben de<br />
ontwikkelingen op de voet gevolgd en waar nodig<br />
de effecten daarvan doorgesproken en het beleid<br />
aangepast. Dit heeft geleid tot aanpassingen en<br />
aanscherpingen van het treasurybeleid, een nieuw<br />
en geactualiseerd ondernemingsplan (2013 - 2017)<br />
en scenarioanalyses ter beoordeling van risico’s in<br />
de toekomst. Hoewel het er voor <strong>Woningstichting</strong><br />
<strong>Putten</strong> met het nieuwe overheidsbeleid niet gemakkelijker<br />
op geworden is om aan de kerntaken voor de<br />
volkshuisvesting te voldoen (verhuurderheffing,<br />
verhoging huren, aanpak scheefwoners, extra belastingdruk),<br />
zijn wij blij dat de uitgangssituatie van<br />
<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> een van de betere is vergeleken<br />
met de situatie waarin vele andere woningcorporaties<br />
verkeren. <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> is dankzij een<br />
prudent financieel beleid in staat gebleken ook in <strong>2012</strong><br />
weer nieuwe woningen op te leveren, onderhoud en<br />
renovatie met energiemaatregelen te realiseren en<br />
dusdanige plannen te ontwikkelen voor de nabije<br />
toekomst waarmee daadwerkelijk een bijdrage wordt<br />
geleverd aan het lokale volkshuisvestingsbeleid.<br />
Werkzaamheden<br />
De Raad van Commissarissen heeft tot taak het houden<br />
van toezicht op het bestuur en op de algemene gang<br />
van zaken binnen <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong>. Daarnaast<br />
staat de RvC het bestuur met raad terzijde. In dit<br />
verslag legt de RvC verantwoording af over de wijze<br />
waarop invulling is gegeven aan de uitvoering van haar<br />
taken en bevoegdheden in het afgelopen jaar.<br />
Het toezicht door de RvC omvat in ieder geval:<br />
• de realisatie van de doelstellingen van de<br />
corporatie;<br />
• de strategie en de risico’s verbonden aan de<br />
activiteiten van de corporatie;<br />
• het toezicht op en de werking van de interne<br />
risicobeheersing- en controlesystemen;<br />
• het kwaliteitsbeleid;<br />
• de kwaliteit van de maatschappelijke<br />
verantwoording;<br />
• de financiële verslaggeving;<br />
• de naleving van toepasselijke wet- en regelgeving.<br />
In de statuten zijn de taken, verantwoordelijkheden<br />
en bevoegdheden van de RvC omschreven. Een<br />
uitwerking heeft plaatsgevonden in het Reglement<br />
voor de RvC.<br />
Toezichtkader<br />
Het kader voor de beoordeling van de werkzaamheden<br />
van <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> wordt gevormd door het<br />
ondernemingsplan. Hierin zijn de kaders voor het beleid<br />
vastgelegd. De vertaling van het ondernemingsplan<br />
krijgt zijn beslag in de (meerjaren)begroting. Die biedt<br />
zicht op de operationele en financiële doelstellingen<br />
van de corporatie. Bij de meerjarenbegroting <strong>2012</strong>-<br />
2021 is een addendum gemaakt met meerdere<br />
scenario’s naar de toekomst, waaruit naar voren kwam<br />
welke financiële risico’s er naar de toekomst waren met<br />
bijvoorbeeld extra nieuwbouw al dan niet aangevuld<br />
met investeringen in energiemaatregelen en eventuele<br />
verkoop van bezit. Dit bood een mooie onderlegger<br />
voor de discussie rond het nieuwe ondernemingsplan<br />
2013-2017, met de titel “Ruimte geven en samen leven”.<br />
Daarbij zijn een aantal keuzes gemaakt ten aanzien<br />
van betaalbaarheid, beschikbaarheid en kwaliteit.
Deze keuzes zijn ook besproken met de belangrijkste<br />
stakeholders en konden op brede steun rekenen. Het<br />
ondernemingsplan is daarna door de RvC vastgesteld.<br />
Vervolgens is dit plan vertaald in de meerjarenbegroting<br />
2013-2022, als nieuw toetsingskader.<br />
Bij de periodieke rapportage is door de RvC toegezien<br />
op de realisatie van de doelstellingen ten aanzien van<br />
de verschillende prestatievelden zoals het huisvesten<br />
van de doelgroepen van beleid, het betrekken van<br />
bewoners bij beleid en beheer, de leefbaarheid, de<br />
kwaliteit van het bezit, de financiële continuïteit en de<br />
taken op het gebied van wonen en zorg. Daarbij zijn<br />
ook externe ontwikkelingen betrokken.<br />
De interne risicobeheersing- en controlesystemen<br />
hebben hun weerslag gekregen in de procedurebeschrijvingen.<br />
Ook is de raad via het overzicht van<br />
(voor)genomen bestuursbesluiten betrokken geweest<br />
bij zaken die spelen binnen <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong>,<br />
niet alleen waar dit besluiten betreft waarvoor expliciet<br />
goedkeuring van de RvC nodig was.<br />
Tenslotte zijn ook de beoordelingen van het Centraal<br />
Fonds en het Ministerie besproken in de RvC.<br />
De RvC kan in voorkomende gevallen als klankbord<br />
fungeren voor de directeur-bestuurder. Dan wordt<br />
de commissaris benaderd die beschikt over de<br />
betreffende deskundigheid. In <strong>2012</strong> is de klankbordrol<br />
van de commissarissen met name gebruikt bij de<br />
opdrachtverstrekking rond onderhoud en nieuwbouw.<br />
Daarnaast heeft de voorzitter van de RvC regelmatig<br />
bilateraal overleg gevoerd met de directeur-bestuurder<br />
over onderwerpen die strategisch van aard zijn,<br />
alsmede ter voorbereiding van de vergaderingen en<br />
agendavorming van de RvC.<br />
Informatievoorziening<br />
De RvC maakt voor de goede vervulling van haar<br />
functie gebruik van diverse informatiebronnen. Veel<br />
informatie wordt verkregen via de brancheorganisatie<br />
Aedes. Daarnaast zijn alle leden van de raad aan-<br />
gesloten bij de Vereniging Toezichthouders Woningcorporaties.<br />
Er zijn in <strong>2012</strong> bijeenkomsten van de<br />
VTW bezocht en publicaties bestudeerd. Ook zijn<br />
kennisbijeenkomsten gevolgd van Ernst & Young<br />
en Deloitte (derivaten). Bovendien kan de RvC indien<br />
gewenst externe deskundigen inschakelen om zich<br />
te laten adviseren. In <strong>2012</strong> heeft een bijeenkomst<br />
plaatsgevonden met mevr. drs B. van Hoesel (inmiddels<br />
directeur-bestuurder WSW) omtrent volkshuisvestelijk<br />
beleid en de financiële consequenties. Door deze<br />
informatievoorziening kan de raad de ontwikkelingen<br />
binnen de sector monitoren en afzetten tegen de<br />
ontwikkelingen binnen <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong>.<br />
Door gesprekken met de OR en informatie van de<br />
accountant wordt ook toezicht gehouden op de<br />
interne gang van zaken binnen <strong>Woningstichting</strong><br />
<strong>Putten</strong>. Dit als aanvulling op de informatie die door de<br />
directeur-bestuurder wordt verstrekt via de periodieke<br />
rapportages, specifieke notities, het overzicht van<br />
genomen bestuursbesluiten en de daarop gegeven<br />
nadere, mondelinge toelichtingen tijdens de vergaderingen.<br />
Twee bijeenkomsten zijn er geweest waar<br />
zowel de voltallige Raad van Commissarissen alsook<br />
het voltallige MT van WSP aanwezig waren. Ook<br />
voeren de twee leden die op voordracht van de<br />
Huurdersorganisatie zijn benoemd, jaarlijks overleg<br />
met de Huurdersorganisatie <strong>Putten</strong> om hun kijk op de<br />
organisatie en geleverde prestaties te vernemen.<br />
Vergaderingen<br />
De RvC heeft in <strong>2012</strong> viermaal regulier vergaderd.<br />
Daarnaast is in maart een speciale bijeenkomst gewijd<br />
aan financieel beleid, ter voorbereiding op de discussie<br />
over het ondernemingsplan. In juni is gesproken over<br />
het concept-ondernemingsplan en in december is een<br />
speciale bijeenkomst gewijd aan de zelfevaluatie van<br />
de RvC. De vergaderingen zijn, op de zelfevaluatie en<br />
de evaluatie van het functioneren van de bestuurder<br />
na, altijd in aanwezigheid van de directeur-bestuurder<br />
gehouden. Daarnaast is in oktober <strong>2012</strong> een studiedag<br />
georganiseerd voor de RvC waar in Rotterdam gekeken<br />
is naar de stadsontwikkeling en sociale woningbouw.<br />
Verder is de raad aanwezig geweest bij het stakeholdersoverleg<br />
(Gemeente, zorgpartijen, politieke<br />
partijen, afvaardiging huurdersorganisatie), bij diverse<br />
openingen en ingebruiknames (zoals Schoolstraat en<br />
Schauwplein) en bij huurdersvergaderingen (huurderscommissarissen).<br />
61
62<br />
Besproken onderwerpen in <strong>2012</strong><br />
Binnen de RvC zijn in <strong>2012</strong> de volgende onderwerpen<br />
aan de orde geweest:<br />
• de voortgang van de diverse<br />
nieuwbouwprojecten, zoals Brinkstraat, De<br />
Schauw, Veldstraat, Schoolstraat, hoek Van<br />
Damstraat en de nieuwbouw in Bijsteren;<br />
• mogelijke nieuwe projecten die zouden kunnen<br />
worden gerealiseerd;<br />
• de concretisering van de verkoop van woningen<br />
o.a. Brinkstraat;<br />
• het <strong>jaarverslag</strong> 2011;<br />
• scenario’s begroting <strong>2012</strong>-2021;<br />
• ondernemingsplan 2013-2017;<br />
• begroting 2013-2022;<br />
• de periodieke rapportages en de opzet hiervan;<br />
• toepassing verslaggevingsregels (RJ 645);<br />
• de managementletter interim controle;<br />
• de beoordelingen van het Centraal Fonds<br />
(Solvabiliteits- en Continuïteitsoordeel en<br />
Corporatie in Perspectief);<br />
• ontwikkelingen bij personeel, organisatie en<br />
huurdersraad (w.o. KWH-huurlabel);<br />
• het treasurystatuut, aanpassing aan nieuwe<br />
regelgeving de opdrachtverstrekking aan de<br />
accountant;<br />
• diverse landelijke ontwikkelingen in de sociale<br />
huursector en de mogelijke consequenties;<br />
• prestatieafspraken gemeente <strong>Putten</strong>;<br />
• verkoop van woningen met de corporatiestarterslening;<br />
• keuzes in het energiebeleid;<br />
• vrijwaring en vrijtekening;<br />
• de herbenoeming van een nieuwe commissaris;<br />
• de honorering van bestuur en RvC;<br />
• het eigen functioneren van de raad (zelfevaluatie).<br />
De jaarstukken over <strong>2012</strong> zijn goedgekeurd nadat de<br />
RvC kennis heeft genomen van de door de accountant<br />
uitgebrachte verklaring.<br />
Werkzaamheden Klachtenadviescommissie<br />
Het <strong>jaarverslag</strong> van de Regionale Klachtenadviescommissie<br />
is door het bestuur ter kennis gebracht van<br />
de RvC. Deze commissie heeft in <strong>2012</strong> geen klachten<br />
over de werkwijze van <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong><br />
voorgelegd gekregen.<br />
Governance Code<br />
In <strong>2012</strong> is de Governance Code Woningcorporaties<br />
niet apart besproken in de RvC. <strong>Woningstichting</strong><br />
<strong>Putten</strong> voldoet aan nagenoeg alle regels uit deze code.<br />
Alleen op het punt van een herbenoeming van een<br />
commissaris na een termijn van 8 jaar is (eenmalig) een<br />
afwijkend standpunt ingenomen. In de Governance<br />
Code Woningcorporaties is vanaf het begin voorzien in<br />
een bestuursbenoeming voor maximaal vier jaar. Deze<br />
regel is door <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> niet toegepast,<br />
mede omdat de arbeidsovereenkomst met de directeurbestuurder<br />
is gesloten vóór de inwerkingtreding van<br />
de Code en er naar het oordeel van de raad geen<br />
aanleiding bestaat op de benoeming voor onbepaalde<br />
tijd terug te komen. De RvC heeft voorts besloten geen<br />
toezichtkader voor verbindingen vast te stellen, omdat<br />
deze verbindingen er niet zijn. Zodra hiervan wel<br />
sprake is, wordt vooraf een toezichtkader opgesteld.<br />
Samenstelling<br />
De RvC bestond in het verslagjaar uit vijf personen.<br />
De RvC waakt ervoor dat haar leden onafhankelijk<br />
zijn in de zin van de in de Governance Code<br />
Woningcorporaties aangeduide criteria. Er hebben<br />
geen voormalige bestuursleden, leden van het college<br />
van B&W of van Provinciale Staten zitting in de RvC.<br />
In de statuten is opgenomen dat de Huurdersraad twee<br />
leden van de RvC voordraagt. In het verslagjaar hadden<br />
twee leden (mw. Van Sluis en dhr. Bakker) zitting in de<br />
RvC op voordracht van de Huurdersorganisatie.<br />
In <strong>2012</strong> is de heer K.Bakker herbenoemd voor een<br />
periode van vier jaar.<br />
Persoonlijke gegevens van de RvC:<br />
De heer mr. dr. D.B. Bijl (voorzitter)<br />
• Geboortedatum: 15-03-1946<br />
• Functie: Raadsheer-plaatsvervanger Gerechtshof<br />
Amsterdam en Breda<br />
• Relevante nevenfuncties: geen<br />
• Eerste benoeming: 01-01-2007<br />
• Benoemd tot eind 2014<br />
• Mogelijke herbenoeming: nee<br />
• Expertise: fiscaal/juridisch<br />
De heer E. Kous<br />
• Geboortedatum: 25-05-1941<br />
• Huidige functie: gepensioneerd,<br />
vh directeur/vennoot van een accountants/<br />
belastingadvieskantoor<br />
• Relevante nevenfunctie: geen<br />
• Eerste benoeming: 16-01-2003<br />
• Benoemd tot eind 2013<br />
• Mogelijke herbenoeming: nee<br />
• Expertise: fiscaal/financieel
De heer ir. K. Bakker<br />
• Geboortedatum: 31-12-1946<br />
• Huidige functie: gepensioneerd,<br />
vh stafdirecteur DHV B.V.<br />
• Relevante nevenfuncties: geen<br />
• Eerste benoeming: 1 januari 2009<br />
• Benoemd tot eind 2016<br />
• Mogelijke herbenoeming: nee<br />
• Expertise: projectmanagement, bouwkundig<br />
De heer ir. B.J.W. van der Heijden (vicevoorzitter)<br />
• Geboortedatum: 28-05-1955<br />
• Huidige functie: organisatie adviseur/interim<br />
manager vh Raad van Bestuur RSG NV<br />
• Relevante nevenfunctie: lid RvC Openbaar<br />
Belang Zwolle<br />
• Eerste benoeming: 2 februari 2010<br />
• Benoemd tot eind 2013<br />
• Mogelijke herbenoeming: ja<br />
• Expertise: management, personeel en organisatie<br />
Mevrouw E. van Sluis-Barto<br />
• Geboortedatum: 26-03-1948<br />
• Huidige functie: gepensioneerd, vh directeur<br />
Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse<br />
gemeenten<br />
• Relevante nevenfunctie: lid RvC <strong>Woningstichting</strong><br />
Nijkerk<br />
• Eerste benoeming: 1 januari 2011<br />
• Benoemd tot eind 2014<br />
• Mogelijke herbenoeming: ja<br />
• Expertise: volkshuisvestelijk/maatschappelijk<br />
Gezien de omvang van de RvC zijn er geen aparte<br />
commissies ingesteld.<br />
Werkgeversrol<br />
De RvC is verantwoordelijk voor een goed bestuur,<br />
onder meer door benoeming, schorsing, ontslag<br />
en jaarlijkse evaluatie van het bestuur. In <strong>2012</strong> is de<br />
samenstelling van het bestuur niet gewijzigd. Sinds 1<br />
januari 2007 is mevrouw drs. M.C.M. Boeijen (1964)<br />
bestuurder bij <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong>. Mevrouw<br />
Boeijen is bestuurslid van MKW, platform voor<br />
middelgrote en kleine woningcorporaties en lid van<br />
de kandidaatstellingscommissie voor het Aedesbestuur.<br />
Deze nevenfuncties leiden niet tot belangenverstrengeling<br />
met de uitvoering van de functie als<br />
directeur-bestuurder bij <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong>.<br />
In <strong>2012</strong> heeft wederom een beoordelingsgesprek<br />
plaatsgevonden met de directeur-bestuurder. De RvC<br />
was zeer tevreden over de wijze waarop de directeur-<br />
bestuurder haar taken heeft uitgevoerd. Het fiscaal<br />
loon van directeur-bestuurder mw. drs. M.C.M. Boeijen<br />
bedroeg in <strong>2012</strong> € 105.369 (inclusief fiscale bijtelling<br />
auto) en de pensioenlasten (inclusief werknemersdeel)<br />
€ 30.314. Dit salaris paste binnen de Sectorbrede<br />
Beloningscode, maar ligt boven de normering van<br />
de staffel uit de Wet normering topinkomens voor<br />
een corporatie van deze omvang. Deze staffel wordt<br />
juridisch overigens nog aangevochten. Mevrouw<br />
Boeijen valt onder het overgangsrecht. Dat betekent<br />
dat gedurende een periode van vier jaar de huidige<br />
salarisafspraken gehonoreerd worden, waarna een<br />
afbouw van het salaris plaatsvindt.<br />
Integriteit en onafhankelijkheid<br />
<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> beschikt over een integriteitsbeleid.<br />
Er zijn in <strong>2012</strong> geen meldingen bij de<br />
RvC binnengekomen omtrent schending van het<br />
integriteitsbeleid. Het integriteitsbeleid met daarin de<br />
klokkenluidersregeling is vermeld op de website van<br />
de corporatie.<br />
De leden van de RvC verklaren dat zij op basis van<br />
onafhankelijkheid hun functie vervullen. Er hebben<br />
geen transacties plaatsgevonden waarbij sprake was van<br />
tegenstrijdige belangen. Er zijn ook geen agendapunten<br />
behandeld waarbij de onafhankelijkheid in het geding<br />
zou kunnen zijn. De RvC is van mening dat hij zodanig<br />
is samengesteld, dat de taken naar behoren kunnen<br />
worden vervuld. De leden kunnen ten opzichte van<br />
elkaar onafhankelijk en kritisch opereren. Ook de<br />
accountant heeft geen aanleiding gezien tot het maken<br />
van opmerkingen rond het thema integriteitsbeleid.<br />
Benoeming accountant<br />
De RvC is verantwoordelijk voor het aanstellen van de<br />
externe accountant. In 2011 heeft een evaluatie van BDO<br />
plaatsgevonden van de wijze waarop de accountant<br />
de controlewerkzaamheden sinds de jaarrekening<br />
2006 inhoud geeft, zowel vanuit het perspectief van<br />
de werkorganisatie als vanuit het perspectief van de<br />
RvC. Deze evaluatie was positief. Een belangrijk<br />
argument was tevens dat naarmate een accountant<br />
het bedrijf beter kent, ook de adviserende taak<br />
(naast de controlerende) beter tot zijn recht kan<br />
komen. Daarom is besloten om het contract voor<br />
een periode van maximaal drie jaar voort te zetten,<br />
waarbij overigens wel jaarlijks wordt besloten of dit<br />
daadwerkelijk gebeurt. In <strong>2012</strong> is in lijn met deze<br />
afspraken daarom opnieuw opdracht verstrekt voor het<br />
controleren van de jaarrekening. BDO heeft in <strong>2012</strong><br />
ook aanvullend enkele adviserende werkzaamheden<br />
voor <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> verricht, met name op<br />
het gebied van de fiscaliteit.<br />
63
64<br />
Risicobeheersing<br />
Er is binnen <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> een notitie<br />
risicobeleid opgesteld, waarin de verschillende risico’s<br />
zijn benoemd en beoordeeld. Ten aanzien van elk<br />
risicoveld zijn mogelijke maatregelen benoemd en<br />
waar mogelijk ook genomen om de risico’s te beperken.<br />
Ook in <strong>2012</strong> is het risicobeleid binnen de werkorganisatie<br />
weer een apart punt van aandacht geweest.<br />
Bij de beoordeling van investeringsbeslissingen<br />
wordt in de informatievoorziening richting RvC ook<br />
specifiek aandacht besteed aan de mogelijke risico’s<br />
die de investering met zich brengt en hoe deze kunnen<br />
worden gewogen en verkleind.<br />
(Zelf)evaluatie en bezoldiging RvC<br />
Eind <strong>2012</strong> heeft opnieuw een (zelf)evaluatie van het<br />
functioneren van de RvC plaatsgevonden. Hierbij is<br />
ook de informatie betrokken uit het evaluatiegesprek<br />
met de directeur-bestuurder. Uit de zelfevaluatie is<br />
gebleken dat de raad zich mede via de cursussen en<br />
bijeenkomsten van VTW en het bijwonen van specials<br />
voldoende geïnformeerd acht om goed toezicht te<br />
kunnen houden. De beheersing van de risico’s zal ook<br />
in 2013 de volledige aandacht hebben.<br />
De leden van de RvC ontvingen in <strong>2012</strong> een bruto<br />
vergoeding van € 5.000 per jaar. De voorzitter ontving<br />
€ 7.500. Dit is conform niveau C in de Honoreringscode<br />
Commissarissen van de VTW. Er zijn geen<br />
aanvullende onkostenvergoedingen verstrekt. Opgemerkt<br />
zij in dit verband dat een honorering van<br />
commissarissen volgens de Honoreringscode vanaf 1<br />
januari <strong>2012</strong> verplicht is.<br />
Voor rekening van <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> is ten behoeve<br />
van bestuur en RvC een aansprakelijkheidsverzekering<br />
afgesloten.<br />
Samenvattend oordeel<br />
Meer dan in voorgaande jaren wordt o.a. door de crisis<br />
weer duidelijk hoe groot het belang is van een goed<br />
draaiende woningbouwsector. Woningbouwstichting<br />
<strong>Putten</strong> heeft de afgelopen jaren consistent laten zien<br />
dat zij haar doelstellingen niet alleen kan halen, maar<br />
ook bij kan dragen aan een prettig woonklimaat voor<br />
de sociaal zwakkeren in onze <strong>Putten</strong>se samenleving.<br />
Met grote interesse wordt door de RvC gevolgd welke<br />
gevolgen het overheidsbeleid voor WSP en de <strong>Putten</strong>se<br />
samenleving zal hebben indien gemeenten gedwongen<br />
moeten samenwerken of zelfs fuseren. Vooralsnog<br />
heeft WSP ook zonder deze overheidsinterventies<br />
voldoende uitdagingen om het komende jaar actief te<br />
werken aan haar plan met het thema: “Ruimte geven<br />
en samen leven”<br />
Met voldoening wordt teruggekeken op <strong>2012</strong>. In<br />
dat jaar heeft WSP 56 woningen nieuwe woningen<br />
toegevoegd aan haar bezit, een bedrag van<br />
€ 2,4 mln. besteed aan onderhoud van het bezit,<br />
bezit, 158 woningzoekenden aan een nieuw huis<br />
kunnen helpen en een rapportcijfer van een 8,2 voor<br />
de dienstverlening gekregen. Het jaar wordt financieel<br />
afgesloten met een tekort van bijna € 2,6 mln.,<br />
met name veroorzaakt door de boekhoudkundige<br />
verwerking van waardeveranderingen.<br />
Binnen de corporatiesector onderscheidt WSP zich<br />
door lage bedrijfskosten, een hoge effectiviteit,<br />
tevreden huurdersorganisatie, financiële stabiliteit en<br />
een consistent beleid. De Raad concludeert onder<br />
meer hieruit, dat de organisatie in control is, er geen<br />
onnodige risico’s genomen worden, terwijl het ambitie<br />
niveau onverminderd groot is.<br />
De Raad van Commissarissen is de directie zeer<br />
erkentelijk voor het gevoerde beleid en spreekt zijn<br />
waardering en dank uit aan directie en medewerkers<br />
voor hetgeen en de wijze waarop ook dit jaar weer<br />
gepresteerd is.<br />
Raad van Commissarissen:<br />
mr. dr. D.B. Bijl E. Kous<br />
<strong>Putten</strong>, mei 2013<br />
ir. K. Bakker ir. B.J.W. van der Heiden<br />
mw. E. van Sluis-Barto
9Kerncijfers
66<br />
Boekjaar <strong>2012</strong> 2011 2010 2009 2008<br />
Gegevens woningbezit<br />
Aantal verhuureenheden in exploitatie<br />
- Woningen/woongebouwen 1.868 1.826 1.773 1.745 1.721<br />
- Garages 54 54 54 54 56<br />
- Bedrijfsruimten 1 1 1 1 1<br />
- Overige verhuureenheden 6 6 8 5 7<br />
- Wooneenheden 79 79 49 49 49<br />
Totaal 2.008 1.966 1.885 1.854 1.834<br />
Gemiddelde verzekerde waarde/woning<br />
(x 1.000) n.v.t. n.v.t. n.v.t. € 123 € 121<br />
Gemiddelde grondslag onroerende<br />
zaakbelasting/woning (x 1.000) € 175 € 179 € 183 € 187 € 180<br />
Mutaties in het aantal woningen<br />
- Aantal opgeleverd 56 98 32 45 34<br />
- Aantal aangekocht - 3 3 - -<br />
- Aantal verkocht 3 2 - - -<br />
- Aantal gesloopt 11 17 4 - 2<br />
- Aantal uit exploitatie - 1 - 23 -<br />
- Administratief overgeheveld - - - 2 -<br />
Aantal woningen naar huurprijsklasse<br />
- Onder kortingsgrens Wht 428 570 612 635 715<br />
- Boven kortingsgrens Wht 1.440 1.256 1.161 1.110 1.006<br />
Kwaliteit<br />
- Aantal reparatieverzoeken/woning 0,9 1,0 1,0 0,9 1,2<br />
- Aantal gevallen Mutatieonderhoud/woning 5,3% 5,8% 4,8% 8,0% 4,7%<br />
- Kosten niet-planmatig onderhoud/woning € 462 € 383 € 396 € 222 € 174<br />
- Kosten planmatig onderhoud/woning € 804 € 1.149 € 423 € 742 € 1.708<br />
- Totaal kosten onderhoud/woning € 1.266 € 1.532 € 819 € 964 € 1.882<br />
Prijs/kwaliteitsverhouding<br />
- Gemiddelde aantal punten WWS 169,0 167,0 144 146,6 145,8<br />
- Gemiddelde netto-huurprijs € 435.00 € 418.00 € 399.00 € 387.92 € 365.92
Boekjaar <strong>2012</strong> 2011 2010 2009 2008<br />
Het verhuren van woningen<br />
- Mutatiegraad 5,3% 5,8% 4,8% 8,0% 4,7%<br />
- Huurachterstand in % 0,63% 0,66% 0,58% 0,60% 0,80%<br />
- Huurderving in % 0,33% 0,15% 0,08% 0,45% 0,49%<br />
Financiële continuïteit<br />
- Solvabiliteit (EV/TV) 21,4% 25,3% 24,9% 38,1% 40,7%<br />
- Liquiditeit (Current Ratio) 0.9 1.2 1.2 0.3 0.3<br />
- Rentabiliteit eigen vermogen -15,3% 21,0% -21,0% 1,8% -6,0%<br />
- Rentabiliteit vreemd vermogen (leningen) 4,3% 4,5% 4,6% 5,6% 5,7%<br />
- Rentabiliteit totaal vermogen -0,4% 7,9% -2,8% 3,4% 0,4%<br />
- Interne financiering/woning € 5.201 € 6.462 € 5.982 € 10.507 € 10.167<br />
- Operationele kasstroom/woning € 2.508 € 1.406 € 2.636 € 216 € 663<br />
Balans en winst- en verliesrekening<br />
- Eigen vermogen/woning € 8.661 € 10.202 € 8.343 € 10.251 € 10.206<br />
- Voorzieningen/woning € 2.558 € 14 € 1.991 € 197 € 85<br />
- Totaal opbrengsten/woning € 6.496 € 5.027 € 4.771 € 4.505 € 4.331<br />
- Overige bedrijfslasten/woning € 542 € 567 € 612 € 627 € 527<br />
- Jaarresultaat/woning € (1.321) € 2.141 € (1.750) € 182 € (614)<br />
Personeelsbezetting<br />
Aantal formatieplaatsen per 1.000 woningen<br />
gesplitst naar activiteiten:<br />
- Algemeen beheerzaken 0,5 0,5 0,5 0,6 0,6<br />
- Woondiensten 3,2 3,2 3,3 3,2 2,8<br />
- Financieel-economische zaken 1,0 1,0 1,1 1,1 1,0<br />
- Onderhoud 1,6 1,6 2,5 2,5 2,6<br />
Totaal 6,3 6,3 7,4 7,4 7,0<br />
67
Jaarrekening
10<br />
Balans per 31 december <strong>2012</strong>
70<br />
10. Balans per 31 december <strong>2012</strong> (x € 1,-)<br />
Activa Referentie 31 december <strong>2012</strong> 31 december 2011<br />
Vaste activa<br />
Materiële vaste activa<br />
14.1<br />
Sociaal vastgoed in exploitatie 14.1.1 63.010.006 61.062.083<br />
Onroerende zaken in ontwikkeling<br />
Onroerende en roerende zaken ten<br />
dienste van de exploitatie<br />
14.1.2 2.893.056 5.251.725<br />
14.1.3 478.357 480.100<br />
Totaal 66.381.419 66.793.908<br />
Vastgoedbeleggingen<br />
14.2<br />
Commercieel vastgoed in exploitatie<br />
Onroerende zaken verkocht onder<br />
14.2.1 3.092.811 3.150.402<br />
voorwaarden<br />
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor<br />
14.2.2 144.731 155.625<br />
eigen exploitatie 14.2.3 951.620 258.207<br />
Totaal 4.189.162 3.564.234<br />
Financiële vaste activa<br />
14.3<br />
Latente belastingvordering 14.3.1 3.965.427 0<br />
Leningen u/g 14.3.2 55.011 0<br />
Totaal 4.020.438 0<br />
Totaal vaste activa 74.591.019 70.358.142<br />
Vlottende activa<br />
Voorraden<br />
14.4<br />
Onroerende zaken bestemd voor<br />
verkoop<br />
14.4.1<br />
699.405 0<br />
Vorderingen<br />
14.5<br />
Huurdebiteuren 14.5.1 62.182 60.147<br />
Gemeente <strong>Putten</strong><br />
Belastingen en premies sociale<br />
14.5.2 7.897 13.933<br />
verzekeringen 14.5.3 1.324.078 1.470.339<br />
Overige vorderingen 14.5.4 6.241 8.927<br />
Overlopende activa 14.5.5 84.409 149.820<br />
Totaal 1.484.807 1.703.166<br />
Liquide middelen 14.6 2.030.472 4.687.396<br />
Totaal vlottende activa 4.214.684 6.390.562<br />
Totaal activa 78.805.703 76.748.704
Passiva Referentie 31 december <strong>2012</strong> 31 december 2011<br />
Eigen vermogen 14.7<br />
Overige reserves 14.7.1 19.435.364 15.356.968<br />
Resultaat boekjaar 14.7.2 -2.572.775 4.078.396<br />
Totaal eigen vermogen 16.862.589 19.435.364<br />
Voorzieningen 14.8<br />
Voorziening onrendabele top<br />
nieuwbouw<br />
14.8.1 377.893 0<br />
Voorziening latente<br />
belastingverplichtingen<br />
14.8.2 4.603.388 27.278<br />
Totaal voorzieningen 4.981.281 27.278<br />
Langlopende schulden 14.9<br />
Leningen kredietinstellingen 14.9.1 52.884.386 51.802.861<br />
Verplichtingen uit hoofde van<br />
Onroerende zaken verkocht onder<br />
voorwaarden<br />
14.9.2 148.363 155.625<br />
Totaal langlopende schulden 53.032.749 51.958.486<br />
Kortlopende schulden 14.10<br />
Schulden aan kredietinstellingen 14.10.1 1.408.475 2.363.309<br />
Schulden aan gemeenten 14.10.2 15.804 18.758<br />
Schulden aan leveranciers 14.10.3 760.363 1.090.852<br />
Belastingen en premies sociale<br />
verzekeringen<br />
14.10.4 357.119 515.922<br />
Onderhanden projecten 14.10.5 0 294.666<br />
Overige schulden 14.10.6 37.209 59.210<br />
Overlopende passiva 14.10.7 1.350.114 984.859<br />
Totaal kortlopende schulden 3.929.084 5.327.576<br />
Totaal passiva 78.805.703 76.748.704<br />
71
11<br />
Winst- en verliesrekening<br />
over het boekjaar <strong>2012</strong>
74<br />
11. Winst- en verliesrekening over het boekjaar <strong>2012</strong><br />
Omschrijving Referentie Verslagjaar<br />
<strong>2012</strong><br />
Begroting<br />
<strong>2012</strong><br />
Voorgaand<br />
verslagjaar<br />
€ € €<br />
Bedrijfsopbrengsten 15.1<br />
Huren 15.1.1 9.889.081 9.948.000 9.132.400<br />
Vergoedingen 15.1.2 115.625 89.000 89.170<br />
Verkoop onroerende zaken 15.1.3 2.627.477 2.458.000 339.315<br />
Overige bedrijfsopbrengsten 15.1.4 15.611 6.000 15.359<br />
Som der bedrijfsopbrengsten 12.647.794 12.501.000 9.576.244<br />
Bedrijfslasten 15.2<br />
Afschrijving materiële vaste activa en<br />
vastgoedportefeuille 15.2.1 1.935.886 2.019.000 1.684.563<br />
Waardeveranderingen materiële vaste activa 15.2.2 5.072.486 989.000 -3.099.131<br />
Lonen en salarissen 15.2.3 701.280 680.000 713.151<br />
Sociale lasten 15.2.4 99.440 84.000 95.901<br />
Pensioenlasten 15.2.5 128.808 128.000 131.591<br />
Kosten uitbesteed werk 15.2.6 1.090.529 1.182.000 97.577<br />
Lasten onderhoud 15.2.7 2.364.081 2.840.000 2.797.517<br />
Overige bedrijfslasten 15.2.8 1.055.571 1.087.000 1.079.711<br />
Som der bedrijfslasten 12.448.081 9.009.000 3.500.880<br />
Bedrijfsresultaat 199.713 3.492.000 6.075.364<br />
Financiële baten en lasten 15.3<br />
Rentebaten en soortgelijke opbrengsten 15.3.1 99.135 47.000 72.307<br />
Rentelasten en soortgelijke kosten 15.3.2 2.260.940 2.313.000 2.020.776<br />
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen -1.962.092 1.226.000 4.126.895<br />
Belastingen 15.4 610.683 1.001.000 48.499<br />
Resultaat na belastingen -2.572.775 225.000 4.078.396
12<br />
Kasstroomoverzicht
76<br />
12. Kasstroomoverzicht (volgens indirecte methode) (bedragen x € 1.000,-)<br />
<strong>2012</strong> 2011<br />
Kasstroom uit operationele activiteiten<br />
Bedrijfsresultaat<br />
Aanpassingen voor:<br />
200 6.075<br />
- Afschrijvingen 1.936 0<br />
- Waardeverandering materiële vaste activa<br />
- Veranderingen in werkkapitaal:<br />
5.072 -3.099<br />
mutatie vorderingen 218 -727<br />
mutatie kortlopende schulden -381 756<br />
- Mutatie voorzieningen 0 -14<br />
Kasstroom uit bedrijfsoperaties 7.045 2.991<br />
Ontvangen rente 99 72<br />
Betaalde rente -2.261 -2.021<br />
Vennootschapsbelasting 0 -48<br />
-2.162 -1.997<br />
Kasstroom uit operationele activiteiten 4.883 994<br />
Kasstroom uit investeringsactiviteiten<br />
Investeringen in materiële vaste activa -7.643 -15.171<br />
Desinvesteringen in materiële vaste activa 31 2<br />
Kasstroom uit investeringsactiviteiten -7.612 -15.169<br />
Kasstroom uit financieringsactiviteiten<br />
Opgenomen leningen o/g 2.400 15.500<br />
Aflossing langlopende schulden -2.273 -1.689<br />
Verstrekte leningen u/g -55<br />
Verplichtingen onroerende zaken VOV 0 156<br />
Kasstroom uit financieringsactiviteiten 72 13.967<br />
Netto kasstroom -2.657 -208<br />
<strong>2012</strong> 2011<br />
Mutatie liquide middelen:<br />
Stand 31 december 2.030 4.687<br />
Stand 1 januari 4.687 3.210<br />
Mutatie boekjaar -2.657 1.477
13<br />
Toelichting waarderingsgrondslagen
78<br />
13. Toelichting waarderingsgrondslagen<br />
13.1 Algemeen<br />
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met<br />
algemeen in Nederland aanvaardbare grondslagen<br />
voor financiële verslaggeving zoals hierna vermeld.<br />
Dit betekent dat de jaarrekening is opgesteld in<br />
overeenstemming met de daartoe geldende bepalingen<br />
volgens titel 9 BW 2 en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving.<br />
Voor de indeling en presentatie van de<br />
in deze jaarrekening opgenomen gegevens is gekozen<br />
voor het model voor de balans en winst- en verliesrekening<br />
zoals genoemd in bijlage 1 van de RJ 645.<br />
Stelselwijziging<br />
<strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> past vanaf verslagjaar <strong>2012</strong><br />
de herziene Richtlijn voor de <strong>jaarverslag</strong>geving, 645<br />
Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting (2011) toe.<br />
In deze herziene Richtlijn is een aantal belangrijke<br />
wijzigingen opgenomen. Zo hebben wij ons vastgoed<br />
in exploitatie geclassificeerd naar de categorieën<br />
sociaal vastgoed en commercieel vastgoed, waarbij het<br />
sociaal vastgoed als bedrijfsmiddel wordt aangemerkt.<br />
Als waarderingsgrondslag is gekozen voor de<br />
historische kostprijs. Concreet betekent dit dat zowel<br />
het sociale vastgoed, als het commerciële vastgoed<br />
wordt gewaardeerd tegen historische kostprijs. Het<br />
toepassen van de nieuwe RJ 645 kwalificeert als een<br />
stelselwijziging. Conform de verslaggevingsvereisten<br />
zijn de vergelijkende cijfers over het boekjaar 2011<br />
herrekend naar de nieuwe waarderingsgrondslagen en<br />
als zodanig verwerkt in de jaarrekening. De effecten<br />
van de stelselwijziging zijn retrospectief verwerkt in<br />
het beginvermogen, maar bedragen voor zowel het<br />
vermogen als het resultaat nihil.<br />
13.2 Balans<br />
Materiële vaste activa<br />
Sociaal vastgoed in exploitatie<br />
Sociaal vastgoed betreft woningen met een huurprijs<br />
onder de huurtoeslaggrens, maatschappelijk vastgoed<br />
en overig sociaal vastgoed.<br />
De woningen met de daarbij behorende installaties,<br />
garages en aanpassingen zijn gewaardeerd tegen<br />
historische kostprijs, verminderd met de daarop<br />
toegepaste afschrijvingen. De afschrijvingen worden<br />
gebaseerd op de geschatte economische levensduur<br />
en worden berekend op basis van een vast percentage<br />
van de verkrijgingsprijs, rekening houdend met een<br />
eventuele residuwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf<br />
het moment van ingebruikneming. Op grond wordt<br />
niet afgeschreven.<br />
Bij na-investeringen worden alleen kosten geactiveerd<br />
wanneer deze kosten leiden tot een uitbreiding van de<br />
capaciteit, verlenging van de gebruiksduur of toename<br />
van de restwaarde. Op grond wordt niet afgeschreven.<br />
Bij het bepalen van de kasstroomgenererende eenheden<br />
(complexen) is de indeling gebaseerd op de volgende<br />
componenten: verhuurbaarheid, onderhoudsbeleid en<br />
daarmee sterk samenhangend de levensduurschatting<br />
van deze eenheden.<br />
Bedrijfswaarde<br />
De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante<br />
waarde van het saldo van de toekomstige kasstromen<br />
over de verwachte economische levensduur van de<br />
investeringen.<br />
Bij complexen waarbij de bedrijfswaarde lager is dan<br />
de boekwaarde wordt het verschil afgeboekt.<br />
Hierbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:<br />
• bij de bepaling van de resterende levensduur is<br />
rekening gehouden met de reeds uitgevoerde en<br />
geplande grootonderhoudswerkzaamheden tot<br />
en met het jaar <strong>2012</strong>;<br />
• een rekenrente van 5,25%;<br />
• een jaarlijkse huurstijging van 2% vanaf 2013;<br />
• een jaarlijkse huurderving van 0,3% van de<br />
huursom;<br />
• jaarlijkse mutatiekans van 4%;<br />
• de kosten van niet-planmatig en planmatig<br />
onderhoud zijn gebaseerd op de begrote posten<br />
tot einde levensduur met een lastenstijging van<br />
3% per jaar;<br />
• de beheerkosten en de zakelijke lasten zijn<br />
opgenomen tegen de begrote posten per woning<br />
per jaar met een jaarlijkse lastenstijging van 2%;<br />
• de lasten uit hoofde van sectorspecifieke<br />
heffingen, vennootschapsbelasting, rente op<br />
rekeningen-courant bank en overige rentebaten<br />
worden niet meegenomen;<br />
• toekomstige verkoop bestaand bezit wordt 5 jaar<br />
meegenomen;<br />
• toekomstige sloop bestaand bezit wordt 5 jaar<br />
meegenomen;<br />
• huurharmonisatie wordt 5 jaar meegenomen<br />
(voortschrijdend);<br />
• restwaarde grond wordt meegenomen.
Restwaarde<br />
De bepaling van de restwaarde van de grond<br />
opgenomen in de bedrijfswaarde vindt, voor zover<br />
er nog geen herbestemming van de grond heeft<br />
plaatsgevonden, plaats op basis van de huidige<br />
vergelijkbare kavel- of vierkantemeterprijs voor<br />
een sociale huurwoning. Deze kavelprijs wordt<br />
geïndexeerd naar het einde van de levensduur en<br />
verminderd met de verwachte sloopkosten en kosten<br />
van uitplaatsing. Indien feitelijk dan wel in rechte<br />
afdwingbare verplichtingen zijn aangegaan die<br />
consequenties hebben voor de bestemming van de<br />
grond, dan wordt met deze gewijzigde bestemming in<br />
de waardering rekening gehouden.<br />
Bij de bepaling van de restwaarde grond zijn de volgende<br />
uitgangspunten gekozen:<br />
• grondprijs: € 165,09 per m²;<br />
• indexatie grondprijs:<br />
2013 2014 2015 2016 2017<br />
Index 0.0% -2.0% -1.0% 0.0% 0.0%<br />
2018 2019 2020 2021 2022 e.v.<br />
Index 1.0% 1.5% 2.0% 2.0% 2.5%<br />
• sloop- en uitplaatsingskosten tezamen € 10.000<br />
per vhe (garages € 1.000 per vhe) met een<br />
jaarlijkse indexatie van 2%;<br />
• kosten bouwrijp maken worden niet<br />
meegenomen.<br />
Door aanpassing van de uitgangspunten van de<br />
bedrijfswaarde is deze einde boekjaar herrekend.<br />
Op grond van deze berekening zou voor een bedrag<br />
van € 3,0 mln aan in eerdere jaren afgeboekte onrendabele<br />
toppen teruggenomen kunnen worden. Onduidelijk is<br />
of er sprake is van een duurzaam hogere bedrijfswaarde<br />
omdat de gevolgen van de verhuurderheffing en het<br />
huurbeleid en de huursombenadering nog niet zijn<br />
meegenomen. Derhalve is besloten dit jaar nog geen<br />
terugname door te voeren. In de loop van het jaar 2013<br />
zal rekening houdend met de definitieve invulling van<br />
de regelgeving en heffingen worden bezien wat het<br />
duurzame karakter is.<br />
Onroerende zaken in ontwikkeling<br />
De onroerende zaken in ontwikkeling zijn gewaardeerd<br />
tegen de tot en met balansdatum bestede bedragen,<br />
onder aftrek van eenmalige subsidies. De aangegane<br />
verplichtingen voor de huurwoningen zijn in de<br />
toelichting op de balans opgenomen.<br />
Bedrijfswaarde<br />
De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante<br />
waarde van het saldo van de toekomstige kasstromen<br />
over de verwachte economische levensduur van de<br />
investeringen. Bij nieuwbouwprojecten waarbij de<br />
totaal verwachte stichtingskosten hoger zijn dan de<br />
bedrijfswaarde wordt het verschil afgeboekt op het<br />
moment van start bouw.<br />
Hierbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:<br />
• Planmatig onderhoud: € 750,- p.j. per eenheid<br />
vanaf het derde jaar in exploitatie;<br />
• Klachtenonderhoud (serviceonderhoud plus<br />
contractonderhoud): € 250,- p.j. per eenheid<br />
• Mutatieonderhoud: € 1.000,- p.j. per eenheid<br />
• Belastingen (WOZ/Waterschap): € 145,- p.j. per<br />
eenheid (jaarlijks met 2% geïndexeerd);<br />
• Verzekeringen: € 30,- p.j. per eenheid (jaarlijks<br />
met 2% geïndexeerd);<br />
• Vergoeding/lasten servicekosten: € 19,20 p.j. per<br />
eenheid voor glasverzekering (jaarlijks met 2%<br />
geïndexeerd);<br />
Grondposities<br />
Ingenomen grondposities worden onder deze post<br />
verwerkt tegen verkrijgingsprijs, bijkomende kosten<br />
en indien van toepassing verminderd met bijzondere<br />
waardeverminderingen. Rentetoerekening vindt eerst<br />
plaats nadat ontwikkelactiviteiten zijn gestart. Als<br />
de grondposities een zodanige waardevermindering<br />
ondergaan dat de reële waarde lager is dan de<br />
aanschafwaarde en bijkomende kosten, dan wordt<br />
deze waardevermindering ten laste van het resultaat<br />
verantwoord. Hiertoe wordt de waarde van de<br />
gronden periodiek getoetst aan marktwaarde en de<br />
ontwikkelmogelijkheden.<br />
Onroerende en roerende zaken ten dienste van de<br />
exploitatie<br />
Deze activa zijn gewaardeerd tegen de aanschafwaarde<br />
minus de gecumuleerde afschrijvingen volgens het<br />
lineaire systeem.<br />
Vastgoedbeleggingen<br />
Commercieel vastgoed in exploitatie<br />
Commercieel vastgoed betreft woningen met een<br />
huurprijs boven de huurtoeslaggrens, bedrijfsmatig<br />
vastgoed (niet zijnde maatschappelijk vastgoed) en<br />
overig commercieel vastgoed. De woningen met de<br />
daarbij behorende installaties, garages en aanpassingen<br />
alsmede losse garages zijn gewaardeerd tegen<br />
79
80<br />
historische kostprijs, verminderd met de daarop<br />
toegepaste afschrijvingen. De afschrijvingen worden<br />
gebaseerd op de geschatte economische levensduur<br />
en worden berekend op basis van een vast percentage<br />
van de verkrijgingsprijs, rekening houdend met een<br />
eventuele residuwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf<br />
het moment van ingebruikneming. Op grond wordt<br />
niet afgeschreven.<br />
Bij na-investeringen worden alleen kosten geactiveerd<br />
wanneer deze kosten leiden tot een uitbreiding van de<br />
capaciteit, verlenging van de gebruiksduur of toename<br />
van de restwaarde. Op grond wordt niet afgeschreven.<br />
Bij het bepalen van de kasstroomgenererende eenheden<br />
(complexen) is de indeling gebaseerd op de volgende<br />
componenten: verhuurbaarheid, onderhoudsbeleid<br />
en daarmee sterk samenhangend de levensduurschatting<br />
van deze eenheden.<br />
Marktwaarde<br />
De marktwaarde is bepaald aan de hand van door een<br />
makelaar uitgevoerde taxaties. Bij complexen waarbij<br />
de marktwaarde lager is dan de boekwaarde wordt het<br />
verschil afgeboekt. Het commercieel vastgoed is per<br />
31 december <strong>2012</strong> voor het eerst getaxeerd. Op grond<br />
van deze taxaties zou voor een bedrag van € 0,2 mln.<br />
aan in eerdere jaren afgeboekte onrendabele toppen<br />
teruggenomen kunnen worden.<br />
Onduidelijk is of er sprake is van een duurzaam hogere<br />
marktwaarde gezien de economische omstandigheden<br />
op dit moment in Nederland en het effect daarvan op<br />
de woningmarkt. Derhalve is besloten dit jaar nog geen<br />
terugname door te voeren. In de loop van het jaar 2013<br />
zal rekening houdend met de definitieve invulling van<br />
de maatregelen uit het akkoord voor de woningmarkt<br />
worden bezien wat het duurzame karakter is.<br />
Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden<br />
Onroerende zaken die in het kader van een regeling<br />
Verkoop onder Voorwaarden (VOV) zijn overgedragen<br />
aan een derde en waarvoor de woningcorporatie een<br />
terugkoopverplichting kent worden aangemerkt als<br />
financieringsconstructie. De betreffende onroerende<br />
zaken worden gewaardeerd tegen actuele waarde,<br />
zijnde de met de koper overeengekomen contractprijs<br />
(eerste waardering) en daarna de marktwaarde<br />
op basis van VOV (deze is bepaald op basis van de<br />
waardeontwikkeling in de WOZ-waarde). Voor de<br />
in de regeling overeengekomen overdrachtswaarde<br />
wordt aan de creditzijde van de balans een terugkoopverplichting<br />
opgenomen. Deze terugkoopverplichting<br />
wordt jaarlijks gewaardeerd en getoetst<br />
aan de bij de overdracht ontstane verplichting, rekening<br />
houdend met de contractvoorwaarden.<br />
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen<br />
exploitatie<br />
De onroerende zaken in ontwikkeling zijn gewaardeerd<br />
tegen de tot en met balansdatum bestede bedragen,<br />
onder aftrek van eenmalige subsidies.<br />
De aangegane verplichtingen voor de huurwoningen<br />
zijn in de toelichting op de balans opgenomen.<br />
Financiële vaste activa<br />
Latente belastingvordering<br />
Met betrekking tot het vastgoed in exploitatie is sprake<br />
van een latente belastingvordering wegens een fiscaal<br />
hogere boekwaarde dan commercieel. De latente<br />
vordering stijgt jaarlijks aangezien commercieel wel<br />
en fiscaal niet kan worden afgeschreven in verband<br />
met de bodemwaarde. Gezien het langlopend<br />
karakter tendeert de latentie op basis van de contante<br />
waarde naar nihil. De latentie is derhalve niet in de<br />
jarrekening verwerkt. Bij waardering tegen nominale<br />
waarde bedraagt de latente vordering ultimo <strong>2012</strong> naar<br />
schatting € 0,7 miljoen.<br />
Leningen u/g<br />
Verstrekte leningen (leningen u/g) worden bij de<br />
eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde<br />
en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde<br />
kostprijs, welke gelijk zijn aan de nominale waarde,<br />
onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen.<br />
Deze voorzieningen worden bepaald op basis van<br />
individuele beoordeling van de vorderingen.<br />
Voorraden<br />
Onroerende zaken bestemd voor verkoop.<br />
De onroerende zaken bestemd voor verkoop zijn<br />
gewaardeerd tegen de tot en met balansdatum bestede<br />
bedragen, onder aftrek van eenmalige subsidies.<br />
Vorderingen en liquide middelen<br />
Vorderingen en liquide middelen worden bij eerste<br />
verwerking opgenomen tegen de reële waarde en<br />
vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde<br />
kostprijs, welke gelijk zijn aan de nominale waarde,<br />
onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen.<br />
Deze voorzieningen worden bepaald op basis van<br />
individuele beoordeling van de vorderingen.<br />
Voorzieningen<br />
Latente belastingvorderingen zijn opgenomen onder<br />
de financiële vaste activa indien de verwachte<br />
looptijd > 1 jaar is, latente belastingverplichtingen<br />
zijn opgenomen onder de voorzieningen. De latenties
worden opgenomen tegen contante waarde.<br />
Langlopende schulden<br />
Leningen kredietinstellingen en schulden aan<br />
kredietinstellingen<br />
Als voortvloeisel uit BW2, titel 9, zijn de aflossingen die<br />
in 2013 moeten worden verricht onder de Kortlopende<br />
schulden opgenomen.<br />
Kortlopende schulden<br />
Onderhanden projecten<br />
De onderhanden projecten worden gewaardeerd<br />
tegen de werkelijk bestede kosten onder aftrek van de<br />
gefactureerde termijnen aan de kopers en de overige<br />
opbrengsten.<br />
Op basis van de stand van het project wordt een<br />
overeenkomstig deel van de berekende winst geactiveerd.<br />
Voorzieningen voor verliezen worden op de<br />
waardering in mindering gebracht.<br />
Overige schulden<br />
De overige schulden zijn gewaardeerd tegen nominale<br />
waarden.<br />
13.3 Winst- en verliesrekening<br />
Algemeen<br />
De resultaten van beide boekjaren zijn zoveel mogelijk<br />
vergelijkbaar gepresenteerd. Als baten worden die<br />
opbrengsten aangemerkt, die op de balansdatum<br />
geïnd of invorderbaar waren; als lasten die kosten die<br />
op de balansdatum betaald of voorzienbaar zijn. De<br />
waarderingsmethoden ter bepaling van het resultaat<br />
zijn gelijk aan die, die in de balans zijn toegepast.<br />
Verkoop onroerende zaken<br />
Verkoop sociaal vastgoed in exploitatie<br />
Het betreft het saldo van de gerealiseerde<br />
verkoopopbrengsten van woningen (na aftrek van<br />
verkoopkosten) minus de boekwaarde. Winsten<br />
worden verantwoord op het moment van levering<br />
(passeren transportakte).<br />
Toegerekende projectopbrengsten<br />
Het betreft de op basis van percentage of completion<br />
aan het jaar toegerekende verkoopopbrengsten uit<br />
nieuwbouw.<br />
Overige bedrijfsopbrengsten<br />
Hieronder worden verantwoord de doorberekende<br />
beheerkosten aan de onderhouds- en nieuwbouwprojecten<br />
en de resultaten van de gerealiseerde<br />
nieuwbouwprojecten.<br />
Afschrijvingen materiële vaste activa en<br />
vastgoedportefeuille<br />
De afschrijvingen materiële vaste activa en<br />
vastgoedportefeuille worden gebaseeerd op de<br />
verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Afschrijvingen<br />
vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van<br />
de geschatte economische levensduur. Afschrijving<br />
van het actief vindt plaats tot de restwaarde is bereikt.<br />
Binnen de afschrijving op het sociaal vastgoed in<br />
exploitatie worden componenten onderkend met<br />
een verschillende levensduur. Naast de grond (geen<br />
afschrijving) en de opstal worden installaties en<br />
inventaris onderkend. Van een afzonderlijk component<br />
is sprake indien deze component meer dan 10 procent<br />
uitmaakt van de waarde van het actief en/of indien<br />
de afschrijvingslast (als gevolg van een afwijkende<br />
levensduur van de component ten opzichte van de<br />
opstal) meer dan 10 procent afwijkt van de situatie dat<br />
geen component zou zijn onderkend.<br />
Waardeveranderingen materiële vaste activa en<br />
vastgoedportefeuille<br />
Onder deze post worden af- of opwaarderingen<br />
opgenomen die zijn gedaan in het kader van het toepassen<br />
van de minimum waarderingsregel (historische<br />
kostprijs of lagere bedrijfswaarde cq marktwaarde). Bij<br />
nieuwbouwprojecten wordt hieronder het onrendabele<br />
deel van de investering verantwoord.<br />
Pensioenlasten<br />
De (vroeg)pensioenen van de werknemers van<br />
de corporatie zijn ondergebracht bij Stichting<br />
Pensioenfonds voor de Woningcorporaties (SPW).<br />
De betreffende pensioenregeling kwalificeert zich<br />
als een toegezegde-pensioenregeling aangezien<br />
de pensioenuitkeringen aan de deelnemers niet<br />
uitsluitend afhankelijk zijn van de betaalde premies en<br />
behaalde rendementen, maar ook gekoppeld zijn aan<br />
de pensioengrondslagen/salarissen van de deelnemers.<br />
De Pensioenregeling is in de jaarrekening verwerkt als<br />
een toegezegde-bijdrageregeling.<br />
Dit betekent dat de verschuldigde premiebijdragen<br />
rechtstreeks in de winst- en verliesrekening als<br />
pensioenlast worden verantwoord en dat de nog<br />
te betalen, dan wel terug te ontvangen bijdragen<br />
worden opgenomen onder de kortlopende schulden,<br />
respectievelijk vorderingen.<br />
81
82<br />
Dekkingsgraad pensioenfonds<br />
De dekkingsgraad van het betrokken bedrijfstakpensioenfonds<br />
bedraagt ultimo <strong>2012</strong> volgens opgave<br />
van het fonds 106%. Op basis van het uitvoeringsreglement<br />
hebben wij bij een tekort in het fonds geen<br />
verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen<br />
anders dan door hogere toekomstige premies.<br />
Kosten uitbesteed werk<br />
Het betreft de op basis van percentage of completion<br />
aan het jaar toegerekende vervaardigingsprijs van<br />
verkochte nieuwbouw.<br />
Lasten onderhoud<br />
Hieronder vallen de kosten voor de in het verslagjaar<br />
uitgevoerde onderhoudswerken. In de winst- en<br />
verliesrekening zijn de kosten eigen dienst opgenomen<br />
bij de kostensoorten lonen en salarissen, sociale lasten<br />
en overige bedrijfslasten.<br />
Overige bedrijfslasten<br />
Hieronder worden de overige kosten verantwoord<br />
die zijn gemaakt in het kader van de gewone bedrijfsvoering<br />
zoals huisvestingskosten, bestuurskosten,<br />
algemene kosten, overige personeelskosten,<br />
belastingen, verzekeringen etc.<br />
Financiële baten en lasten<br />
De rentebaten bestaan in hoofdzaak uit de rente<br />
op uitgezette middelen en overige vorderingen. De<br />
rentelasten hebben voornamelijk betrekking op de<br />
rente op de langlopende leningen.<br />
Belastingen<br />
De belasting over het resultaat wordt berekend<br />
over het resultaat voor belastingen in de winst- en<br />
verliesrekening, rekening houdend met beschikbare<br />
fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande<br />
boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente<br />
belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen<br />
en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens<br />
wordt rekening gehouden met wijzigingen die<br />
optreden in de latente belastingvorderingen en latente<br />
belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het<br />
te hanteren belastingtarief. De afwijkende effectieve<br />
belastingdruk wordt veroorzaakt door het benutten<br />
van fiscale verliescompensatie, de waardering van<br />
latenties en fiscaal vrijgestelde winstbestanddelen.<br />
Integrale vennootschapsbelasting<br />
Met ingang van 1 januari 2008 zijn woningcorporaties<br />
integraal belastingplichtig voor de Wet op de Ven-<br />
nootschapsbelasting. De regels voor woningcorporaties<br />
zijn uitgewerkt in een Vaststellingsovereenkomst (VSO<br />
II). Omdat de interpretatie van de afspraken (VSO II) nog<br />
op een aantal punten onduidelijk is wordt het inzicht<br />
in de toekomstige verrekeningsmogelijkheden van<br />
(latente) belastingen op dit moment nog bemoeilijkt.<br />
De verwerking van belastingen in de jaarrekening<br />
van de woningcorporaties is uitgewerkt in de nieuwe<br />
RJ 645. In de basis zijn de regels zoals omschreven<br />
in RJ 272 ‘Belastingen naar de winst’ ook voor<br />
woningcorporaties van toepassing. In RJ 272.306<br />
is geregeld dat voor alle verrekenbare tijdelijke<br />
verschillen tussen fiscale en commerciële waardering<br />
een latente belastingpost dient te worden gevormd tot<br />
het bedrag dat het waarschijnlijk is dat er fiscale winst<br />
beschikbaar zal zijn voor verrekening.<br />
De waardering van latente belastingverplichtingen en<br />
latente belastingvorderingen is gebaseerd op de fiscale<br />
gevolgen van de per balansdatum voorgenomen<br />
wijze van realisatie of afwikkeling van de activa,<br />
voorzieningen, schulden of overlopende passiva.<br />
De voorgenomen wijze van realisatie of afwikkeling<br />
is gebaseerd op het strategisch voorraadbeleid. De<br />
horizon voor toetsing bedraagt derhalve een periode<br />
tussen de 5 tot maximaal 10 jaren.<br />
De berekening van de latente belastingvorderingen<br />
en –verplichtingen geschiedt tegen contante waarde<br />
waarbij het belastingpercentage een afgeleide is van<br />
de realisatietermijn (25%, 20%).<br />
Latente belastingvorderingen uit hoofde van verrekenbare<br />
verschillen en beschikbare voorwaartse<br />
verliescompensatie worden opgenomen voor zover<br />
het waarschijnlijk is dat er toekomstige fiscale winst<br />
beschikbaar zal zijn waarmee verliezen kunnen<br />
worden gecompenseerd en verrekeningsmogelijkheden<br />
kunnen worden benut.<br />
Ten aanzien van de acute belastinglast en belasting<br />
latenties in de jaarrekening zijn een aantal standpunten<br />
ingenomen die eerst bij afwerking van de aangifte over<br />
het verslagjaar <strong>2012</strong> door de fiscus zullen worden<br />
getoetst. Dientengevolge kan de fiscale last over <strong>2012</strong><br />
nog wijzigingen ondergaan.<br />
13.4 Kasstroomoverzicht<br />
Het kasstroomoverzicht is opgesteld in overeenstemming<br />
met de indirecte methode zoals opgenomen<br />
in RJ 360.
14<br />
Toelichting op de balans
84<br />
14. Toelichting op de balans per 31 december<br />
Vaste activa<br />
31 december <strong>2012</strong> 31 december 2011<br />
14.1 Materiële vaste activa<br />
14.1.1 Sociaal vastgoed in exploitatie 63.010.006 61.062.083<br />
14.1.2 Onroerende zaken in ontwikkeling 2.893.056 5.251.725<br />
14.1.3 Onroerende en roerende zaken ten dienste<br />
van de exploitatie<br />
478.357 480.100<br />
Totaal 66.381.419 66.793.908<br />
14.1.1 Sociaal vastgoed in exploitatie<br />
Grond Woningen<br />
en woongebouwen<br />
Onroerende<br />
zaken niet<br />
zijnde<br />
woningen<br />
Totaal<br />
Saldo begin boekjaar:<br />
- aanschafwaarde 11.442.054 71.881.740 43.001 83.366.795<br />
- cumulatieve waardeveranderingen 0 -9.257.080 0 -9.257.080<br />
- cumulatieve afschrijvingen 0 -13.036.814 -10.818 -13.047.632<br />
Boekwaarde begin boekjaar 11.442.054 49.587.846 32.183 61.062.083<br />
Mutaties in boekjaar:<br />
- investeringen 4.847 488.936 - 493.783<br />
- desinvesteringen 1.262- -20.341 - -21.603<br />
- waardeverminderingen - -3.516.042 -3.507 -3.519.549<br />
- afschrijvingen - -1.836.311 -81 -1.836.392<br />
- cumulatieve afschrijving desinvesteringen - 17.221 - 17.221<br />
- aanschafwaarde herclassificatie - 37.300 -37.300 0<br />
- cumulatieve afschrijving herclassificatie - -8.705 8.705 0<br />
- overboeking van in ontwikkeling 1.261.763 5.560.241 - 6.822.004<br />
- aanschafwaarde overboeking naar in ontwikkeling 7.541- -42.061 - -49.602<br />
- cumulatieve afschrijving overboeking naar in<br />
ontwikkeling<br />
- 42.061 - 42.061<br />
Saldo mutaties boekjaar 1.257.807 722.299 -32.183 1.947.923<br />
Saldo einde boekjaar:<br />
- aanschafwaarde 12.699.861 80.526.414 5.701 93.231.976<br />
- cumulatieve waardeveranderingen 0 -15.393.721 -3.507 -15.397.228<br />
- cumulatieve afschrijvingen - -14.822.548 -2.194 -14.824.742<br />
Boekwaarde einde boekjaar 12.699.861 50.310.145 0 63.010.006
Afschrijvingsmethode en -termijnen<br />
De afschrijvingsmethode en -termijnen bedragen<br />
respectievelijk voor:<br />
Lineair<br />
Woningen 50 jaar<br />
Garages 40 jaar<br />
Sanitair 25 jaar<br />
Warmwaterinstallatie 20 jaar<br />
Dubbel glas 20 jaar<br />
Lift 20 jaar<br />
CV-installatie 17 jaar<br />
Keuken 17 jaar<br />
Woningaanpassingen div.<br />
Isolatie div.<br />
Zekerheden e.d.<br />
Er zijn geen activa als zekerheid gesteld voor verstrekte<br />
leningen. Er is woningbezit met een totale WOZ-waarde<br />
van € 114,8 mln. ingebracht als onderpand bij het<br />
Waarborgfonds Sociale Woningbouw voor de borging<br />
van leningen ter grootte van maximaal 50% van dit<br />
bedrag.<br />
Verzekering<br />
De onroerende en roerende zaken in exploitatie zijn<br />
verzekerd tegen risico van brand- en stormschade.<br />
De laatste wijziging heeft plaats gevonden op 31<br />
december <strong>2012</strong>.<br />
Actuele waarde<br />
De waarde van de woningen, woongebouwen en<br />
onroerende zaken niet zijnde woningen bedraagt<br />
volgens de aanslag onroerende zaakbelasting 2013<br />
€ 324 mln. (peildatum 1 januari <strong>2012</strong>). Per peildatum 1<br />
januari 2011 was het € 341 mln..<br />
Bedrijfswaarde<br />
Op basis van de onder de waarderingsgrondslagen<br />
vermelde uitgangspunten bedraagt de bedrijfswaarde<br />
van het sociale woningbezit per 31 december <strong>2012</strong><br />
€ 110,3 mln. inclusief grond en exclusief rentabiliteitswaardecorrecties.<br />
Verloop bedrijfswaarde 2011 (x € 1.000)<br />
Bedrijfswaarde 2011 103.243<br />
Niet-DAEB bezit -3.042<br />
100.201<br />
Autonome ontwikkeling<br />
vrijval kasstromen -5.115<br />
effect een jaar opschuiven 4.992<br />
Subtotaal autonome ontwikkeling -123<br />
Voorraadmutaties<br />
verkoop -38<br />
sloop -27<br />
verbeteringen 37<br />
nieuwbouw 5.144<br />
aankoop 0<br />
overige nieuwe vhe’s 0<br />
overige mutaties woninggegevens 8.217<br />
Subtotaal voorraadmutaties 13.333<br />
Parameterwijzigingen<br />
indexaties -131<br />
levensduur 1.207<br />
mutatiegraad -1.654<br />
Subtotaal parameterwijzigingen -578<br />
Wijzigingen exploitatiebeleid<br />
huren harmonisatie -6.076<br />
planmatig onderhoud -6.448<br />
serviceonderhoud -466<br />
mutatieonderhoud -1.975<br />
belasting en verzekeringen -237<br />
personeelskosten -435<br />
bedrijfskosten -1.377<br />
servicekosten 22<br />
restwaarde grond 14.441<br />
Subtotaal wijzigingen exploitatiebeleid -2.551<br />
Bedrijfswaarde 110.282<br />
85
86<br />
14.1.2 Onroerende zaken in ontwikkeling <strong>2012</strong> 2011<br />
Saldo per 1 januari 5.251.725 6.428.086<br />
Mutaties in het boekjaar:<br />
- investeringen nieuwbouw 5.638.742 14.125.211<br />
- overboeking naar mva in exploitatie -6.822.004 -14.114.382<br />
- overboeking van mva in exploitatie 7.541 130.119<br />
- afboeken kosten niet doorgaan ontwikkeling nieuwbouw -11.537 0<br />
- vrijval voorziening 0 -3.586.114<br />
- dotatie voorziening 377.893 0<br />
- waardeveranderingen -1.549.305 2.268.805<br />
Saldo per 31 december 2.893.056 5.251.725<br />
14.1.3 Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie<br />
Kantoorpand<br />
magazijn/<br />
garages/<br />
straatwerk<br />
Inventaris Bedrijfsauto’s<br />
Automatisering<br />
Totaal<br />
Saldo begin boekjaar:<br />
- aanschafwaarde 572.913 78.741 80.978 38.377 771.009<br />
- cumulatieve afschrijvingen<br />
incl. waardeveranderingen -206.768 -42.672 -18.595 -22.874 -290.909<br />
Boekwaarde begin boekjaar 366.145 36.069 62.383 15.503 480.100<br />
Mutaties in boekjaar:<br />
- investeringen 36.494 20.089 0 1.853 58.436<br />
- aanschafwaarde desinvesteringen - - -24.000 0 -24.000<br />
- afschrijvingen -14.485 -15.669 -15.025 0 -45.179<br />
- cumulatieve afschrijving<br />
desinvesteringen<br />
- - 9.000 0 9.000<br />
Saldo mutaties boekjaar 22.009 4.420 -30.025 1.853 -1.743<br />
Saldo einde boekjaar:<br />
- aanschafwaarde 609.407 98.830 56.978 40.230 805.445<br />
- cumulatieve afschrijvingen<br />
incl. waardeveranderingen -221.253 -58.341 -24.620 -22.874 -327.088<br />
Boekwaarde einde boekjaar 388.154 40.489 32.358 17.356 478.357<br />
Actuele waarde<br />
De WOZ-waarde van het kantoorpand de Beukenheg per 1 januari <strong>2012</strong> is € 704.000.
14.2 Vastgoedbeleggingen 31 december <strong>2012</strong> 31 december 2011<br />
14.2.1 Commercieel vastgoed in exploitatie 3.092.811 3.150.402<br />
14.2.2 Onroerende zaken verkocht onder<br />
voorwaarden<br />
144.731 155.625<br />
14.2.3 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor<br />
eigen exploitatie<br />
951.620 258.207<br />
Totaal 4.189.162 3.564.234<br />
14.2.1 Commercieel vastgoed in exploitatie<br />
Grond Woningen<br />
en woongebouwen<br />
Totaal<br />
Saldo begin boekjaar:<br />
- aanschafwaarde 594.156 3.308.192 98.875 4.001.223<br />
- cumulatieve waardeveranderingen 0 -624.298 0 -624.298<br />
- cumulatieve afschrijvingen 0 -194.178 -32.345 -226.523<br />
Boekwaarde begin boekjaar 594.156 2.489.716 66.530 3.150.402<br />
Mutaties in boekjaar:<br />
- investeringen - -3.276 - -3.276<br />
- afschrijvingen - -52.429 -1.886 -54.315<br />
Saldo mutaties boekjaar 0 -55.705 -1.886 -57.591<br />
Saldo einde boekjaar:<br />
- aanschafwaarde 594.156 3.304.916 98.875 3.997.947<br />
- cumulatieve waardeveranderingen 0 -624.298 0 -624.298<br />
- cumulatieve afschrijvingen - -246.607 -34.231 -280.838<br />
Boekwaarde einde boekjaar 594.156 2.434.011 64.644 3.092.811<br />
Actuele waarde<br />
De actuele waarde van het commerciële woningbezit per 31 decmber <strong>2012</strong> bedraagt op basis van taxaties<br />
€ 4,9 mln.<br />
87
88<br />
14.2.2 Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden <strong>2012</strong> 2011<br />
Saldo per 1 januari 155.625 0<br />
Mutaties in het boekjaar:<br />
- overboeking van onroerende zaken in exploitatie 0 6.421<br />
- waardeverandering bij verkoop 0 149.204<br />
- daling marktwaarde -10.894 0<br />
Saldo per 31 december 144.731 155.625<br />
Per 31 december <strong>2012</strong> is er één woning verkocht onder voorwaarden:<br />
• Koopgarant<br />
• Kortingspercentage 25%<br />
• Verhouding kortingspercentage vs aandeel waardeontwikkeling 1 : 2<br />
14.2.3 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie<br />
Saldo per 1 januari 258.207 281.153<br />
Mutaties in het boekjaar:<br />
- investeringen nieuwbouw 1.455.318 -396.787<br />
- overboeking van mva in exploitatie 3.665<br />
- overboeking naar onderhanden projecten -761.905 370.176<br />
Saldo per 31 december 951.620 258.207<br />
14.3 Financiële vaste activa<br />
31-12-<strong>2012</strong> 31-12-2011<br />
14.3.1 Latente belastingvordering 3.965.427 0<br />
14.3.2 Leningen u/g 55.011 0<br />
Totaal 4.020.438 0<br />
14.3.1 Latente belastingvordering<br />
Stand per 1 januari 0 0<br />
Mutaties in het boekjaar:<br />
-Dotatie 3.965.427 0<br />
Stand per 31 december 3.965.427 0<br />
De latente belastingvordering heeft betrekking op fiscaal verrekenbare verliezen.<br />
De latentie is gebaseerd op een belastingpercentage van 20%.
Vlottende activa<br />
14.4 Voorraden 31-12-<strong>2012</strong> 31-12-2011<br />
14.4.1 Onroerende zaken bestemd voor verkoop 699.405 0<br />
Totaal 699.405 0<br />
Het verloop van de rekening-courant in het boekjaar is als volgt:<br />
<strong>2012</strong><br />
Stand per 1 januari 0<br />
Mutaties in het boekjaar:<br />
- Overboeking van Onderhanden projecten 699.405<br />
Stand per 31 december 699.405<br />
14.5 Vorderingen 31-12-<strong>2012</strong> 31-12-2011<br />
14.5.1 Huurdebiteuren 62.182 60.147<br />
14.5.2 Gemeente <strong>Putten</strong> 7.897 13.933<br />
14.6.3 Belastingen en premies sociale verzekeringen 1.324.078 1.470.339<br />
14.6.4 Overige vorderingen 6.241 8.927<br />
14.6.5 Overlopende activa 84.409 149.820<br />
Totaal 1.484.807 1.703.166<br />
89
90<br />
14.5.1 Huurdebiteuren<br />
Periode Aantal huurders Huurachterstand<br />
31-12-<strong>2012</strong> 31-12-2011 31-12-<strong>2012</strong> 31-12-2011<br />
tot 1 maand 87 100 25.196 27.171<br />
1 tot 2 maanden 17 20 11.553 14.404<br />
2 tot 3 maanden 7 4 7.502 4.030<br />
3 tot 4 maanden 5 3 7.983 5.738<br />
4 tot 5 maanden 1 2 1.640 2.668<br />
5 maanden of meer 3 2 8.308 6.136<br />
Totaal 120 131 62.182 60.147<br />
De huurachterstand bedraagt ultimo boekjaar 0,63% (2011: 0,66%) van de bruto jaarhuur.
31-12-<strong>2012</strong> 31-12-2011<br />
14.5.2 Gemeente <strong>Putten</strong><br />
Woningaanpassingen 1.269 4.426<br />
Bijdrage kosten Kruidentuin 4.994 6.040<br />
Premie-A subsidie 1.634 0<br />
Huur 0 2.393<br />
Overig 0 1.074<br />
Totaal 7.897 13.933<br />
31-12-<strong>2012</strong> 31-12-2011<br />
14.5.3 Belastingen en premies sociale verzekeringen<br />
Vennootschapsbelasting 14.5.3.1 1.324.078 1.467.288<br />
Pensioenpremie 14.5.3.2 0 3.051<br />
Totaal 1.324.078 1.470.339<br />
14.5.3.1 Vennootschapsbelasting<br />
Vennootschapsbelasting <strong>2012</strong> 480.687 0<br />
Vennootschapsbelasting 2011 490.000 490.000<br />
Vennootschapsbelasting 2010 0 480.002<br />
Vennootschapsbelasting 2009 353.391 353.391<br />
Vennootschapsbelasting 2008 0 143.895<br />
Totaal 1.324.078 1.467.288<br />
14.5.4 Overige vorderingen<br />
Deurwaarder 2.934 1.523<br />
Overig 10.754 15.122<br />
Af: voorziening -7.447 -7.718<br />
Totaal 6.241 8.927<br />
Het verloop van de voorziening in het boekjaar is als volgt: <strong>2012</strong><br />
Stand per 1 januari -7.718<br />
Ontvangsten 439<br />
Afboekingen 2.646<br />
Dotatie -2.814<br />
Stand per 31 december -7.447<br />
91
92<br />
14.5.5 Overlopende activa 31-12-<strong>2012</strong> 31-12-2011<br />
Bankrente 17.437 65.488<br />
Nog te ontvangen subsidie opgeleverde nieuwbouw 0 65.948<br />
Nog te ontvangen bedragen 5.380 12.837<br />
Nog te factureren bedragen 52.249 1.823<br />
Vooruitbetaalde bedragen 9.343 3.724<br />
Totaal 84.409 149.820<br />
14.6 Liquide middelen 31-12-<strong>2012</strong> 31-12-2011<br />
Kas 228 206<br />
Rekeningen-courant bank 533.987 74.875<br />
Internetspaarrekeningen 1.488.007 4.625.000<br />
Betalingen onderweg 0 -13.685<br />
Derdengeldenrekening 8.250 0<br />
Kruisposten 0 1.000<br />
Passiva<br />
Totaal 2.030.472 4.687.396<br />
Van het saldo op de rekeningen-courant bank is € 69.300 niet vrij opneembaar. Ook het saldo op<br />
de derdengeldenrekening is niet direct opvraagbaar.<br />
14.7 Eigen vermogen 31-12-<strong>2012</strong> 31-12-2011<br />
14.7.1 Overige reserves 19.435.364 15.356.968<br />
14.7.2 Resultaat boekjaar -1.948.453 4.078.396<br />
Totaal 17.486.911 19.435.364<br />
Onder de Overige reserves is een bedrag ad € 144.315 verantwoord aan ongerealiseerde<br />
waardestijgingen op Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden.<br />
14.8 Voorzieningen<br />
14.8.1 Voorziening onrendabele top nieuwbouw 377.893 0<br />
14.8.2 Voorziening latente belastingverplichtingen 4.603.388 27.278<br />
Totaal 4.981.281 27.278
14.8.1 Voorziening onrendabele top nieuwbouw <strong>2012</strong><br />
Stand per 1 januari 0<br />
Dotatie in verband met start bouw<br />
- 26 appartementen Brinkstraat blok D 377.893<br />
Stand per 31 december 377.893<br />
Looptijd van de voorziening onrendabele top nieuwbouw ultimo boekjaar is korter dan 1 jaar.<br />
14.8.2 Voorziening latente belastingverplichtingen<br />
Stand per 1 januari 27.278<br />
Mutaties in het boekjaar:<br />
- Vrijval -13.639<br />
- Dotatie 4.589.749<br />
Stand per 31 december 4.603.388<br />
De voorziening latente belastingverplichtingen heeft betrekking op het verschil tussen de<br />
bedrijfseconomische en fiscale waardering van het Sociaal en Commercieel vastgoed in exploitatie en<br />
de Leningen kredietinstellingen. De voorziening is gebaseerd op een belastingpercentage van 20%.<br />
14.9 Langlopende schulden<br />
31-12-<strong>2012</strong> 31-12-2011<br />
14.9.1 Leningen kredietinstellingen 52.884.386 51.802.861<br />
14.9.2 Verplichtingen uit hoofde van Onroerende zaken verkocht<br />
onder voorwaarden<br />
148.363 155.625<br />
Totaal 53.032.749 51.958.486<br />
93
94<br />
14.9.1 Leningen kredietinstellingen<br />
Bank Nederlandse Gemeenten 37.432.434 37.942.336<br />
Nederlandse Waterschapsbank 11.451.952 9.360.525<br />
Rabobank 4.000.000 4.500.000<br />
Totaal 52.884.386 51.802.861<br />
Het verloop van het totaal van de<br />
leningen in het boekjaar was als volgt: <strong>2012</strong> 2011<br />
Saldo per 1 januari 54.166.170 40.355.010<br />
Mutaties in het boekjaar:<br />
- Aflossing -2.273.309 -1.688.840<br />
- nieuwe leningen 2.400.000 15.500.000<br />
54.292.861 54.166.170<br />
Aflossing volgend boekjaar -1.408.475 -2.363.309<br />
Saldo per 31 december 52.884.386 51.802.861<br />
De gemiddelde rentevoet van de uitstaande leningen van kredietinstellingen ultimo boekjaar bedraagt<br />
4,17% (2011: 4,25%) en de gemiddelde resterende looptijd bedraagt 23 jaar. Het schuldrestant met<br />
een looptijd langer dan 5 jaar bedraagt totaal € 47.045.640.<br />
Zekerheden<br />
Er zijn geen complexen hypothecair bezwaard. In 2009 hebben wij ons aangesloten bij het<br />
Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Onder deze regeling zijn tot en met 31 december <strong>2012</strong><br />
twee fix-leningen totaal ad € 10.500.000 en twee lineaire leningen totaal ad € 6.900.000 opgenomen.<br />
De overige leningen worden nog allemaal door de Gemeente <strong>Putten</strong> geborgd.<br />
14.9.2 Verplichtingen uit hoofde van Onroerende zaken<br />
verkocht onder voorwaarden<br />
<strong>2012</strong> 2011<br />
Saldo per 1 januari 155.625 0<br />
Mutaties in het boekjaar:<br />
- verkoop woning 0 155.625<br />
- daling marktwaarde -7.262 0<br />
Saldo per 31 december 148.363 155.625
14.10 Kortlopende schulden 31-12-<strong>2012</strong> 31-12-2011<br />
14.10.1 Schulden aan kredietinstellingen 1.408.475 2.363.309<br />
14.10.2 Schulden aan gemeenten 15.804 18.758<br />
14.10.3 Schulden aan leveranciers 760.363 1.090.852<br />
14.10.4 Belastingen en premies sociale verzekeringen 357.119 515.922<br />
14.10.5 Onderhanden projecten 0 294.666<br />
14.10.6 Overige schulden 37.209 59.210<br />
14.10.7 Overlopende passiva 1.350.114 984.859<br />
Totaal 3.929.084 5.327.576<br />
14.10.1 Schulden aan kredietinstellingen<br />
14.10.1.1 Kortlopend deel leningen kredietinstellingen 1.408.475 2.363.309<br />
14.10.1.2 Rekening-courant bank 0 0<br />
Totaal 1.408.475 2.363.309<br />
14.8.1.2 De maximale kredietfaciliteit van de rekening-courant bij<br />
de Rabobank bedraagt € 3.000.000. Hiervan wordt<br />
per 31 december <strong>2012</strong> geen gebruik gemaakt. Er zijn<br />
geen zekerheden gesteld.<br />
14.10.2 Schulden aan gemeenten<br />
Gemeente <strong>Putten</strong>:<br />
Exploitatieresultaat woonwagencentrum 10.182 10.195<br />
Diversen 5.622 8.563<br />
Totaal 15.804 18.758<br />
14.10.3 Schulden aan leveranciers<br />
Handelscrediteuren 760.363 1.090.852<br />
Totaal 760.363 1.090.852<br />
14.10.4 Belastingen en premies sociale verzekeringen<br />
Omzetbelasting 305.694 480.676<br />
Loonbelasting 37.765 35.246<br />
Pensioenpremies 13.660 0<br />
Totaal 357.119 515.922<br />
95
96<br />
14.10.5 Onderhanden projecten<br />
Gedeclareerde termijnen 2.255.685 552.375<br />
Gerealiseerde kosten -1.887.511 -182.199<br />
Toegerekende winst -1.067.579 -75.510<br />
Overgeboekt naar Onroerende zaken bestemd voor<br />
verkoop<br />
699.405 0<br />
Totaal 0 294.666<br />
14.10.6 Overige schulden<br />
Verplichtingen huurgewenning 37.209 59.210<br />
Totaal 37.209 59.210<br />
De post Verplichtingen huurgewenning heeft betrekking<br />
op de periode 2013 tot en met 2016.<br />
14.10.7 Overlopende passiva<br />
Niet vervallen rente 959.157 816.845<br />
Nakomende kosten opgeleverde nieuwbouw 225.831 47.734<br />
Reservering vakantiedagen 18.439 19.475<br />
Vooruitontvangen huur 52.932 32.782<br />
Vooruitontvangen huurtoeslag 37.457 36.702<br />
Nog te betalen bedragen 23.226 11.559<br />
Reservering accountantskosten 17.000 14.130<br />
Afrekening servicekosten huurders 13.767 3.407<br />
Bankkosten 2.260 2.225<br />
Vooruitgefactureerde bedragen 45 0<br />
1.350.114 984.859
Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen<br />
Aangegane verplichtingen<br />
Ultimo boekjaar is sprake van een (restant) verplichting ad € 4.167.676 inzake nieuwbouwprojecten waarvoor een<br />
opdracht met derden is aangegaan die nog niet (geheel) is afgewikkeld. Dit bedrag is als volgt te specificeren:<br />
Project Aanneemsom Gefactureerd Restant<br />
Brinkstraat blok A 1.727.880 1.404.081 323.799<br />
Brinkstraat blok C 1.676.746 760.374 916.371<br />
Brinkstraat blok D 3.574.764 714.095 2.860.668<br />
Hoek van Damstr (architect) 99.059 45.592 53.466<br />
Tollensstraat (architect) 21.396 8.025 13.371<br />
4.167.676<br />
Obligo WSW<br />
Obligo aan het WSW uit hoofde van een door het WSW geborgde lening, die opeisbaar wordt indien blijkt dat het<br />
aan het WSW betaalde disagio an de achtergestelde lening niet voldoende zijn om de aanspraken op het WSW te<br />
dekken. Ultimo <strong>2012</strong> bedraagt het obligo € 669.900.<br />
Bankgarantie<br />
Per 31 december <strong>2012</strong> heeft <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> een bankgarantie afgegeven tot een totaalbedrag van € 69.300.<br />
Jubileumuitkeringen<br />
Voor eventuele jubileumuitkeringen is geen voorziening gevormd omdat de omvang van deze verplichting niet<br />
betrouwbaar kan worden bepaald. Dit vanwege het beperkt aantal medewerkers. Overigens gaat het om een<br />
bedrag dat niet materieel is.<br />
97
15<br />
Toelichting op de winsten<br />
verliesrekening
100<br />
15. Toelichting op de Winst- en Verliesrekening<br />
15.1 Bedrijfsopbrengsten<br />
<strong>2012</strong><br />
Begroting<br />
<strong>2012</strong> 2011<br />
15.1.1 Huren<br />
Te ontvangen nettohuur 9.922.186 9.978.000 9.145.827<br />
Af: huurderving, wegens<br />
- leegstand -27.354 -20.000 -7.716<br />
- overige redenen -5.751 -10.000 -5.711<br />
Totaal 9.889.081 9.948.000 9.132.400<br />
15.1.2 Vergoedingen<br />
Te ontvangen netto vergoedingen 115.836 89.000 89.210<br />
Af: vergoedingsderving, wegens<br />
- leegstand -211 0 -40<br />
Totaal 115.625 89.000 89.170<br />
15.1.3 Verkoop onroerende zaken<br />
Verkoop grond 0 0 0<br />
Verkoop onroerende zaken in exploitatie 544.879 308.000 166.228<br />
Toegerekende projectopbrengsten 2.082.598 2.150.000 173.087<br />
Totaal 2.627.477 2.458.000 339.315<br />
15.1.4 Overige bedrijfsopbrengsten<br />
Vergoedingen/verrichte diensten 15.611 6.000 12.683<br />
Boekwinst verkopen onroerende zaken<br />
ten dienste van de exploitatie<br />
0 2.651<br />
Overige 0 0 25<br />
Totaal 15.611 6.000 15.359<br />
15.2 Bedrijfslasten<br />
15.2.1 Afschrijving materiële vaste activa en<br />
vastgoedportefeuille<br />
Sociaal vastgoed in exploitatie 1.836.392 1.977.000 1.613.887<br />
Onroerende en roerende zaken ten<br />
dienste van de exploitatie<br />
45.179 42.000 40.605<br />
Commercieel vastgoed in exploitatie 54.315 30.071<br />
Totaal 1.935.886 2.019.000 1.684.563
15.2.2 Waardeveranderingen materiële vaste activa<br />
Overige waardeveranderingen materiële<br />
vaste activa<br />
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen<br />
vastgoed portefeuille<br />
<strong>2012</strong><br />
Begroting<br />
<strong>2012</strong> 2011<br />
15.2.2.1 5.068.854 989.000 -3.099.131<br />
15.2.2.2 3.632 0<br />
Totaal 5.072.486 989.000 -3.099.131<br />
15.2.2.1 Overige waardeveranderingen materiële vaste activa<br />
Sociaal vastgoed in exploitatie 15.2.2.1.A 3.519.549 0 -830.326<br />
Onroerende zaken in ontwikkeling 15.2.2.1.B 1.549.305 989.000 -2.268.805<br />
Totaal 5.068.854 989.000 -3.099.131<br />
15.2.2.1.A Sociaal vastgoed in exploitatie<br />
36 seniorenappartementen De Schauw 1.332.984 0 0<br />
4 woningen Bijsteren (fase 1.4) 41.300 0 0<br />
4 HAT-woningen Veldstraat -17.877 0 0<br />
8 appartementen en 4 seniorenwoningen Schoolstraat 261.167 0 0<br />
21 appartementen Kievitlaan 669.802 0 -626.501<br />
37 eengezinswoningen Aaltsengoed 22.359 0 0<br />
33 appartementen Bijsteren (fase 2.4) 425.315 0 0<br />
22 woningen Bijsteren (fase 3.1) 426.010 0 0<br />
8 HAT-woningen Veldstraat 150.291 0 -140.429<br />
8 HAT-woningen Garderenseweg/Veldstraat 137.419 0 0<br />
3 seniorenwoningen Esdoornlaan 63.746 0 -63.396<br />
4 eengezinswoningen Spechtstraat 3.526 0 0<br />
3 autoboxen 3.507 0 0<br />
Totaal 3.519.549 0 -830.326<br />
15.2.2.1.B Onroerende zaken in ontwikkeling<br />
26 appartementen Brinkstraat (Blok D) 1.549.305 989.000 0<br />
36 seniorenappartementen De Schauw 0 0 -876.692<br />
33 appartementen Bijsteren (fase 2.4) 0 0 -1.148.672<br />
22 woningen Bijsteren (fase 3.1) 0 0 -577.915<br />
21 appartementen Brinkstraat (Blok B) 0 0 -214.356<br />
4 woningen Bijsteren (fase 1.4) 0 0 63.167<br />
4 HAT-woningen Veldstraat 0 0 116.216<br />
8 appartementen en 4 seniorenwoningen Schoolstraat 0 0 369.447<br />
Totaal 1.549.305 989.000 -2.268.805<br />
101
102<br />
15.2.2.2 Niet-gerealiseerde waardeveranderingen<br />
vastgoed portefeuille<br />
Onroerende zaken verkocht onder<br />
voorwaarden<br />
Verplichtingen uit hoofde van Onroerende<br />
zaken verkocht onder voorwaarden<br />
<strong>2012</strong><br />
Begroting<br />
<strong>2012</strong> 2011<br />
10.894 0<br />
-7.262 0<br />
Totaal 3.632 0<br />
15.2.3 Lonen en salarissen<br />
Bruto salarissen 695.829 680.000 755.330<br />
Inhuur personeel 28.174 0 0<br />
Mutatie reservering vakantiedagen -1.036 -35.083<br />
Ontvangen ziekengelden -21.687 0 -7.096<br />
Totaal 701.280 680.000 713.151<br />
15.2.4 Sociale lasten<br />
Sociale lasten 99.440 84.000 95.901<br />
Totaal 99.440 84.000 95.901<br />
15.2.5 Pensioenlasten<br />
Pensioenen 128.808 128.000 131.591<br />
Totaal 128.808 128.000 131.591<br />
15.2.6 Kosten uitbesteed werk<br />
Toegerekende projectkosten 1.090.529 1.182.000 97.577<br />
Totaal 1.090.529 1.182.000 97.577<br />
15.2.7 Lasten onderhoud<br />
Planmatig onderhoud 1.501.558 2.169.000 2.098.606<br />
Serviceonderhoud 374.819 372.000 352.083<br />
Mutatieonderhoud 305.585 163.000 221.281<br />
Contractonderhoud 242.370 203.000 180.320<br />
2.424.332 2.907.000 2.852.290<br />
Eigen dienst -60.251 -67.000 -54.773<br />
Totaal 2.364.081 2.840.000 2.797.517<br />
De kosten inzake Eigen dienst zijn reeds<br />
elders in de jaarrekening verantwoord.
<strong>2012</strong><br />
Begroting<br />
<strong>2012</strong> 2011<br />
15.2.8 Overige bedrijfslasten<br />
Overige personeelskosten 15.2.8.1 79.523 83.000 90.994<br />
Huisvestingskosten 15.2.8.2 52.562 57.000 42.105<br />
Bestuurskosten 15.2.8.3 41.813 35.000 31.531<br />
Algemene kosten 15.2.8.4 412.340 415.000 421.496<br />
Zakelijke bedrijfslasten 15.2.8.5 362.629 355.000 342.316<br />
Overige directie exploitatiekosten 15.2.8.6 106.704 142.000 151.269<br />
Totaal 1.055.571 1.087.000 1.079.711<br />
15.2.8.1 Overige personeelskosten<br />
Opleidingen 28.177 34.245<br />
Vergoedingen 15.050 14.546<br />
Verzekeringen 18.883 21.947<br />
Bijdrage ziektekosten 5.000 6.250<br />
Overig 12.413 14.006<br />
Totaal 79.523 83.000 90.994<br />
15.2.8.2 Huisvestingskosten<br />
Onderhoud kantoorgebouw 9.521 4.918<br />
Gas, water, elektra 8.896 8.533<br />
Tuinonderhoud 5.409 5.841<br />
Schoonmaakkosten 15.886 9.238<br />
Belastingen en verzekeringen 3.477 3.511<br />
Overige huisvestingskosten 9.373 10.064<br />
Totaal 52.562 57.000 42.105<br />
15.2.8.3 Bestuurskosten<br />
Vergoeding Raad van Commissarissen 27.500 22.000<br />
Overige bestuurskosten 14.313 9.531<br />
Totaal 41.813 35.000 31.531<br />
15.2.8.4 Algemene kosten<br />
Automatisering 134.004 132.297<br />
Advieskosten 59.525 52.522<br />
Leefbaarheid 36.870 26.057<br />
Accountantskosten 33.430 35.000<br />
Drukwerk en kantoorbenodigdheden 18.753 23.055<br />
Contributies en abonnementen 18.222 15.065<br />
Woonruimteverdeling 15.999 25.783<br />
Autokosten 19.210 15.022<br />
Telefoonkosten 12.912 11.452<br />
103
104<br />
<strong>2012</strong><br />
Begroting<br />
<strong>2012</strong> 2011<br />
Kosten niet doorgaan ontwikkeling<br />
nieuwbouw<br />
11.537 0<br />
Bewonersblad 9.567 10.559<br />
Bewonersparticipatie 8.880 9.930<br />
Bankkosten 8.718 8.785<br />
Portikosten 8.500 9.554<br />
Verkoopkosten 5.384 25.904<br />
Pro rata omzetbelasting -14.833 0<br />
Overige algemene kosten 25.662 20.511<br />
Totaal 412.340 415.000 421.496<br />
Onder de accountants- en advieskosten is een bedrag ad<br />
€ 33.430 (2011: € 35.000) aan accountantskosten BDO<br />
en € 23.410 (2011:€ 19.629) aan advieskosten BDO<br />
opgenomen.<br />
15.2.8.5 Zakelijke bedrijfslasten<br />
Belastingen 289.681 285.000 276.566<br />
Verzekeringen 53.635 50.000 46.318<br />
Contributie landelijke federatie 19.313 20.000 19.432<br />
Totaal 362.629 355.000 342.316<br />
15.2.8.6 Overige directie exploitatiekosten<br />
Sectorspecifieke heffing 38.173 80.000 112.379<br />
Overig 68.531 62.000 38.890<br />
Totaal 106.704 142.000 151.269<br />
15.3 Financiële baten en lasten<br />
15.3.1 Rentebaten en soortgelijke opbrengsten<br />
Rente belastingdienst 37.484 0 3.242<br />
Rente op uitgezette middelen 52.064 47.000 66.668<br />
Rente op overige vorderingen 9.587 0 2.397<br />
Totaal 99.135 47.000 72.307<br />
15.3.2 Rentelasten en soortgelijke kosten<br />
Rente leningen kredietinstellingen 2.260.940 2.312.000 2.011.383<br />
Rente belastingdienst 0 9.241<br />
Rente rekeningen-courant bank 0 1.000 152<br />
Totaal 2.260.940 2.313.000 2.020.776
<strong>2012</strong><br />
Begroting<br />
<strong>2012</strong> 2011<br />
15.4 Belastingen<br />
Vennootschapsbelasting boekjaar 0 1.015.000 0<br />
Mutatie voorziening latente belastingverplichtingen 4.576.110 -14.000 -13.639<br />
Mutatie latente belastingvordering -3.965.427 62.138<br />
Totaal 610.0683 1.001.000 48.499<br />
De berekening van het belastbaar resultaat <strong>2012</strong> is als volgt:<br />
Commercieel resultaat -1.962.092<br />
Bij: Fiscaal lagere afschrijving MVA 1.438.886<br />
Fiscaal geen waardeveranderingen 5.072.486<br />
Vrijval (dis)agio op leningen kredietinstellingen 68.195<br />
Fiscaal lagere kosten uitbesteed werk 1.090.529<br />
Beperkt aftrekbare kosten 4.400<br />
Toerekening algemene kosten 417.629<br />
Bijdrageheffing CFV 38.173<br />
Af: Fiscaal geen verkoop onroerende zaken in exploitatie -544.879<br />
Fiscaal hogere lasten onderhoud -408.504<br />
Fiscaal lagere projectopbrengst -2.077.742<br />
Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek 15.474<br />
Fiscaal afwaarderen onroerende zaken in exploitatie -22.948.744<br />
8.130.298<br />
-25.995.343<br />
Belastbaar bedrag -19.827.137<br />
Overige informatie<br />
Werknemers<br />
Gedurende het verslagjaar <strong>2012</strong> had de corporatie gemiddeld 12,3 werknemers in dienst (2011: 12,9).<br />
Dit aantal is gebaseerd op het aantal full-time equivalenten.<br />
Bestuurders en commissarissen<br />
• Het fiscaal loon van de bestuurder (inclusief bijtelling leaseauto) bedroeg in <strong>2012</strong> € 105.369 (2011: € 106.343).<br />
De pensioenlasten (inclusief werknemersdeel) bedroegen € 30.314 (2011: € 29.857).<br />
• De bruto vergoeding voor de Raad van Commissarissen bedroeg in <strong>2012</strong> totaal € 27.500 (2011: € 22.000).<br />
105
16<br />
Overige gegevens
108<br />
16. Overige gegevens<br />
16.1 Winstbestemming<br />
In afwachting van de goedkeuring door de Raad van Commissarissen is het nadelig resultaat ad. € 2.572.775 nog<br />
niet toegevoegd aan de Overige reserve.<br />
16.2 Statutaire winstbepaling<br />
In de statuten van <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> wordt in artikel 3 lid 1 en artikel 4 vermeld dat deze zich ten doel<br />
stelt uitsluitend op het gebied van de volkshuisvesting werkzaam te zijn. Hieruit volgt dat <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong><br />
conform artikel 22 van het BBSH (1 juli 2002) batige saldi uitsluitend bestemt voor werkzaamheden op het gebied<br />
van de volkshuisvesting. De verwerking hiervan (reserveringen en onttrekkingen) verloopt via de Overige reserve<br />
van de stichting.<br />
16.3 Gebeurtenissen na balansdatum<br />
Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum die vermeld moeten worden.<br />
16.4 <strong>Woningstichting</strong> in het kort<br />
Naam : <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong><br />
Vestigingsplaats : <strong>Putten</strong><br />
Correspondentieadres : Postbus 230, 3880 AE <strong>Putten</strong><br />
Bezoekadres : Spoorstraat 2, 3881 BW <strong>Putten</strong><br />
Statutair werkgebied : <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> heeft toelating in de gemeenten <strong>Putten</strong>,<br />
Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek en Elburg<br />
Oprichtingsdatum : 23 januari 1970<br />
Datum en nummer van het Koninklijk<br />
Besluit waarbij de instelling is toegelaten : 20 maart 1971, nummer 103<br />
Nummer inschrijving Handelsregister : 08013464 bij de KvK te Harderwijk<br />
BTW-nummer : 8064.62.127<br />
Lidmaatschap Landelijke federatie : Aedes, vereniging van woningcorporaties, Hilversum<br />
Nummer Stichting Nationaal<br />
Register Volkshuisvesting (NRV) : 13350<br />
VROM nummer : L 1865<br />
Bedrijfstakcode : <strong>Woningstichting</strong> <strong>Putten</strong> onderschrijft de Aedescode en de<br />
Governance Code Woningcorporaties
111