Duurzaam bouwen - de werfkrant

evelingen in het Vlaamse en Waalse
Gewest automatisch opgesteld worden
op basis van de verzamelde gebouwgegevens,
oefent de certificeerder
geen rechtstreekse invloed uit op
de adviezen van het certificaat. Dit
automatische aanbevelingssysteem
houdt bovendien geen rekening met
criteria zoals de technische uitvoerbaarheid
van de aanbevelingen, de
overeenstemming met de stedenbouwkundige
regels of pathologische
problemen. De aanbevelingen geven
ook geen informatie over de techniek
die gebruikt moet worden. Zo kan
een aanbeveling bv. isolatiewerken
aan een plat dak aanraden zonder
te preciseren of je een omkeerdak of
een warm dak moet realiseren en of
je de bestaande dakafdichting moet
aanpassen.
Voor sommige renovatiewerken is
geen bouwaanvraag nodig en kunnen
de werken uitgevoerd worden zonder
architect. Hierdoor kan de aannemer
rechtstreeks geconfronteerd worden
met de aanbevelingen uit de certificaten
en kan hem gevraagd worden
om de klant uitleg te geven over de
keuze en de plaatsing van de technieken.
Om een duidelijk beeld te krijgen
van de uit te voeren werken, is
het raadzaam een beroep te doen op
de diensten van een architect of een
technische expert die niet verbonden
is aan het bedrijf dat de werken zal
uitvoeren. De aannemer kan zich ook
baseren op de aanbevelingen uit de
vrijwillige eap-audits. Deze adviezen
zijn immers preciezer dan deze die
geleverd worden bij de energieprestatiecertificering
en werden bovendien
specifiek opgesteld voor het
beschouwde gebouw.
Eens de werken afgerond zijn, zorgt
de aannemer ervoor dat alle technische
informatie die de klant nodig
heeft om aan te tonen dat de werken
wel degelijk uitgevoerd werden, doorgegeven
wordt. Zo kan de verbeterde
energieprestatie van het gebouw ge-
❚ februari 2011 ❚
Voorbeeldprojecten
duurzaam bouwen gezocht
Consortia van bedrijven aangestuurd door een Vlaamse kmo die een voorbeeldproject inzake duurzaam
wonen en bouwen willen starten, kunnen dat project tegen 15 maart indienen bij de Vlaamse Instelling
voor Technologisch Onderzoek (VITO).
Het studieproject kan geformuleerd zijn samen met de VITO, het WTCB of andere kennisinstellingen.
Het moet gaan om projecten die gericht zijn op de ‘integratie van duurzame technieken, materialen,
concepten en systemen in residentiële en niet-residentiële nieuwbouw’ van maximum 100.000 EUR.
De VITO subsidieert 66% van de kostprijs. Bij acties met collectieve inslag waarvan de resultaten via
WTCB-kanalen in de sector verspreid kunnen worden, kan het WTCB 20% van de kosten voor eigen
rekening nemen.
De projecten moeten in overeenstemming zijn met de transitiepaden die uitgestippeld zijn door
DuWoBo (Duurzaam Wonen en Bouwen), het netwerk van overheid, onderzoeksinstellingen, vastgoedplanners,
bouwsector en eindgebruikers dat de Vlaamse overheid in 2004 gelanceerd heeft om de
transitie naar een duurzaam bewoond en bebouwd Vlaanderen tot stand te brengen.
De ingediende projecten worden geëvalueerd door de VITO, het WTCB en DuWoBo. Ze kunnen meerdere
varianten goedkeuren. Terugkoppeling mag verwacht worden tegen 30 april. Informatie over de
voorwaarden, het inschrijvingsformulier en een model van samenwerkingsovereenkomst vinden de
geïnteresseerde bedrijven op www.vito.be/kmo, rubriek ‘Duurzaam bouwen’. Of meer informatie bij
carine.vanhove@vito.be of tel. 014 33 69 79.
valoriseerd worden in een toekomstig
energieprestatiecertificaat. Deze informatie
kan bv. bestaan uit een beschrijving
van de wandopbouw met
de eigenschappen van de gebruikte
isolatie (producttype, merk, dikte en
lambda-waarden), technische informatie
over de vensters (merken en types,
U- en g-waarden), de technische
gegevens van de nieuwe installaties,
… De aannemer moet ook zijn facturen
opstellen met een gedetailleerde
omschrijving van de uitgevoerde werken
(een loutere vermelding in het
bestek is niet voldoende) en met een
duidelijke vermelding van het adres
van het gebouw (eventueel het nummer
van het appartement). Een voldoende
gedetailleerde factuur kan de
klant soms goed van pas komen bij
de certificering van zijn woning.
9. Verwachte evoluties
De gewesten hebben elk een plan
opgesteld om de energieprestatie
van gebouwen te verbeteren: ‘Energierenovatieprogramma
2020’ in
het Vlaamse Gewest, ‘Plan pour la
maîtrise durable de l’energie’ in het
Waalse Gewest en ‘Plan d’action en
matière d’efficacité énergétique’ in
het Brusselse Gewest. De verschillende
regeringsprogramma’s kondigden
bovendien een geleidelijke invoering
aan van ambitieuze eisen voor gerenoveerde
gebouwen.
In het kader van het Energierenovatieprogramma
2020 overweegt men
in het Vlaamse Gewest een uitbereiding
van het toepassingsgebied van
de energieprestatie-eisen naar andere
gebouwen dan enkel nieuwe of
gerenoveerde bouwwerken (bv. naar
bewoonde gebouwen die geen onderwerp
uitmaken van een verkoop,
verhuur of renovatie). Dit programma
beoogt dat elke Vlaming tegen 2020
een energiezuinige woning bewoont
en stelt daarom een aantal operationele
objectieven voorop die zich toe-
19