02.09.2013 Views

artikel - Rietveld & Ruys Bergeijk

artikel - Rietveld & Ruys Bergeijk

artikel - Rietveld & Ruys Bergeijk

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Wat doen we met onze architectonische schatten?<br />

Geworstel<br />

met idealen uit<br />

het verleden<br />

Het dilemma voor veel industrieel erfgoed: hoe een liaison<br />

te smeden tussen architectonische en cultuurhistorische<br />

betekenis en een passende functie? Dat geldt ook voor de<br />

voormalige weverij De Ploeg in <strong>Bergeijk</strong>. door jaap huisman<br />

ideaLen, WaT is er nog van over in de architectuur?<br />

Idealen, zoals ze in de twintigste eeuw<br />

werden vertaald in woonwerkgemeenschappen,<br />

in bijzondere scholen, in de vorm van stedenbouwkundige<br />

experimenten of nederzettingen.<br />

Het zijn onderdelen van de geschiedenis geworden,<br />

met namen die nagalmen uit het verleden,<br />

het dorp Nagele in de Noordoostpolder, het<br />

sanatorium Zonnestraal in Hilversum, het Biovakantieoord<br />

bij Arnhem of de Van Nelle­fabriek<br />

32 De Groene AmsterDAmmer 17.05.12<br />

in Rotterdam. Het is een willekeurige greep. Ze<br />

zijn soms via de collectebus gesticht, ze hebben<br />

geleefd met een specifiek doel, ze zijn verlaten<br />

toen dat doel was bereikt, en als ze geluk hebben<br />

zijn ze gered en verbouwd. De minder gelukkige<br />

zijn verdwenen of onherstelbaar veranderd.<br />

Weverij De Ploeg in <strong>Bergeijk</strong> (ten zuiden van<br />

Eindhoven) was ook zo’n idealistische gemeenschap.<br />

In 1923 werd de Cooperatieve Productie­<br />

en Verbruikersvereeniging De Ploeg opgericht,<br />

bergeijk, weverij de ploeg , westgevel<br />

geïnspireerd door het gedachtegoed van Frederik<br />

van Eeden die eerder in Bussum het landgoed<br />

Walden had gesticht: ook al zo’n idea listisch initiatief.<br />

Aanvankelijk was De Ploeg bedoeld als<br />

landbouwcorporatie – daar komt de naam van.<br />

Een van de oprichters had een stuk grond bij<br />

Best bij Eindhoven geërfd dat werd omgevormd<br />

tot landbouwcommune. Maar de aandacht verschoof<br />

naar <strong>Bergeijk</strong>, waar in 1921 een vegetarisch<br />

herstellingsoord was gesticht dat in 1923<br />

veranderde in een weverij. Een logische plek,<br />

omdat het niet ver gelegen was van Tilburg,<br />

toen textielhoofdstad van Zuid­Nederland, met<br />

zijn weverijen, ververijen en spinnerijen. Het<br />

armoedige Brabantse platteland leverde gewillig<br />

personeel aan deze bloeiende industrie.<br />

Weverij De Ploeg was een modern initiatief<br />

dat vrijwel gelijktijdig opereerde met de internationaal<br />

vermaarde weverij van Bauhaus in<br />

het Duitse Dessau. Kunstzinnige doeken, contacten<br />

met beeldend kunstenaars die patronen<br />

wilden uitproberen, dat was de geest van de<br />

jaren twintig. De Ploeg begon voorzichtig met<br />

hand­ en theedoeken in het bekende ruitdessin,<br />

maar zou zich later steeds meer gaan toeleggen<br />

op moderne interieurstoffen. Met name na de<br />

Tweede Wereldoorlog werden de gordijn­ en<br />

meubelstoffen een begrip, een staaltje kunstnijverheid,<br />

dat werd gepropageerd door de Stichting<br />

Goed Wonen. Die liet niet na er een moreel<br />

oordeel aan te hechten. Zo hoort het en zo hoort<br />

het niet, was een motto bij een tentoonstelling<br />

norbert VAn onnA


in het Stedelijk Museum in de jaren vijftig. Duidelijk<br />

was dat De Ploeg paste onder ‘hoe het wel<br />

hoorde’. Maar in 2007 was het op een onbewaakt<br />

moment voorbij, toen het bedrijf na een periode<br />

van neergang de productie verplaatste naar<br />

de firma Gems & Gahler in Duitsland. Andere<br />

werknemers die de stap niet wensten, konden<br />

terecht bij een rolgordijnenfabriek in het nabijgelegen<br />

Aarle­Rixtel. Einde van een experiment,<br />

einde van een voorloper van Dutch Design.<br />

In 1956 kreeg Gerrit <strong>Rietveld</strong> de opdracht<br />

een nieuwe weverij te ontwerpen op een idyllisch<br />

gelegen perceel, tussen de dorpskom en<br />

de bosrand in. Als je nu de Riethovensedijk op<br />

rijdt, niet zozeer een dijk als wel een verhard<br />

bospad, is de ligging van De Ploeg nog steeds<br />

onbedorven, als een industriële oase in een<br />

parkachtig landschap. Hier vormen de schaalvormige<br />

zaagtanddaken en de verspringende<br />

coulissengevel het commentaar van <strong>Rietveld</strong> op<br />

lommer rondom. Het was een kolfje naar <strong>Rietveld</strong>s<br />

hand: hij had in de naoorlogse jaren onder<br />

meer vakantiehuisjes in de duinen en een villa in<br />

de Purmer ontworpen. Zijn architectuur gedijde<br />

bij de verstrengeling met de natuur, mooier dan<br />

die in de bossen van <strong>Bergeijk</strong> kon die niet zijn.<br />

Voor de research bezocht hij in Zwitserland en<br />

Italië spinnerijen, weverijen en openbare gebouwen.<br />

Hij kwam terug met een vracht aan nieuwe<br />

technieken en materialen. Voor De Ploeg introduceerde<br />

hij thermopane glas in de vensters,<br />

toen een gloednieuw middel om het zonlicht te<br />

temperen. De vloer liet hij bedekken met Plasnalo,<br />

een strijkplastic­materiaal dat hij eerder<br />

had toegepast in de Jaarbeurshal in Utrecht. De<br />

naadloze vloer was de remedie voor onderhoud<br />

en hygiëne. Maar het spectaculairst zijn nog<br />

steeds de eindeloos lijkende schaaldaken in een<br />

gewelfde vorm die je een gevoel van nederigheid<br />

bezorgen. Omdat ze zo’n dunne huid hebben,<br />

kunnen ze het met zo min mogelijk kolommen<br />

stellen. En dan zijn er nog de gigantische vensters<br />

die het landschap omarmen. Bij De Ploeg<br />

vind je het vernuft en het ruimtelijk inzicht van<br />

Bauhaus terug, maar dan ruim dertig jaar later.<br />

De idealen uit de eerste helft van de twintigste<br />

eeuw hadden vertakkingen met het communisme,<br />

het anarchisme en spirituele bewegingen<br />

als de theosofie. Daar hoorde de verheffing van<br />

de arbeider bij, die in gezonde omstandigheden<br />

moest werken, liefst in nabijheid van de natuur<br />

en met veel afleiding in de vorm van sport en<br />

cultuur. De Ploeg is een Gesamtkunstwerk:<br />

<strong>Rietveld</strong> werkte samen met de toen vermaarde<br />

tuinarchitect Mien <strong>Ruys</strong>. Het woord landschapsarchitect<br />

bestond nog niet. <strong>Ruys</strong> had in haar tuinen,<br />

waarvan modellen stonden in haar thuisbasis<br />

Dedemsvaart, een modernistisch principe<br />

geïntroduceerd, kamers afgezet met heggen,<br />

de perken omlijnd door spoorbiels, vijvers en<br />

waterplanten als rustgevend element. <strong>Ruys</strong><br />

gebruikte geometrie in haar ontwerp, rechthoeken,<br />

vierkanten en, zoals het hoort bij het tuinontwerp,<br />

krachtige overgangen tussen intimiteit<br />

en perspectief. ‘Bielzen Mien’ werd haar bijnaam<br />

na de Floriade van 1972, tegenwoordig het<br />

Amstelpark in Amsterdam. Haar tuin rondom<br />

De Ploeg was een verlengstuk van het ontwerp<br />

van <strong>Rietveld</strong> – en is dat nog steeds. Je ziet voor je<br />

hoe de arbeiders hier hun boterham aten tussen<br />

de hagen, de beelden en de vijvers.<br />

begrijpeLijk daT het voorstel van de nieuwe<br />

eigenaar van het complex, de corporatie Wooninc<br />

uit Eindhoven, na het vertrek van de weverij<br />

commotie opriep. De appartementen en urban<br />

villas rond de fabriek zouden het ensemble ontregelen,<br />

het landschap vernietigen. Intussen wisten<br />

Wooninc en de burgemeester van <strong>Bergeijk</strong><br />

zich geen raad met dit monument – want een<br />

monument, dat is De Ploeg sinds 2008, vijftig<br />

jaar na de stichting. De burgemeester bagatelliseerde<br />

het belang en zag eerder commerciële<br />

mogelijkheden. Een villapark is immers beter te<br />

verkopen dan een lege fabriek.<br />

Dat het met industrieel erfgoed ook goed<br />

kan aflopen in Nederland bewijzen de eerder<br />

genoemde Van Nelle­fabriek in Rotterdam,<br />

maar ook de Stichting De Pont in een voormalige<br />

textielfabriek in Tilburg en de Dru­gieterijen in<br />

Ulft. De laatste zijn veranderd in een cultureel<br />

centrum, met theaterzaal, bibliotheek en kantoren<br />

van een woningbouwvereniging. Alle hebben<br />

het voordeel dat ze ‘in de bewoonde wereld’<br />

liggen. In <strong>Bergeijk</strong> telt vooral de landelijke setting.<br />

De hallen staan leeg en lekken, de ruimtes<br />

zijn overweldigend. De ramen van vroegere ver­<br />

De textiel, de auto, de<br />

gloeilamp, ze gaven Brabant<br />

welvaart met tegenwoordig<br />

de gebouwen als vondelingen<br />

verijen en het laboratorium voor monsters gaan<br />

direct over in de natuur. In het lelijkste onderdeel<br />

van het complex, nota bene de directievertrekken<br />

(een toevoeging uit de jaren zeventig),<br />

krult het heugafelt­tapijt vanwege lekkages.<br />

Desondanks vindt in het hele complex jaarlijks<br />

het Ploeg­festival plaats, een ontmoeting van<br />

designers, architecten en kunstenaars. Op 7 mei<br />

is de tentoonstelling opengegaan van studenten<br />

aan de TU Delft die hun visie hebben gegeven<br />

op een nieuwe bestemming van de Ploeg­fabrieken.<br />

Hun ingrepen zijn niet altijd hoopgevend:<br />

velen laten niets van het karakter, the unique selling<br />

point van de oude weverij met zijn gewelfde<br />

zaagtanddaken over. Ze vormen daarmee het<br />

bewijs hoe moeilijk het is een gebouw met een<br />

specifieke functie en architectuur te respecteren.<br />

De onmacht tekent wellicht ook de moeizame<br />

verstandhouding in Nederland met ons<br />

industrieel erfgoed. Havens ja, handelskantoren<br />

(zie het Scheepvaarthuis in Amsterdam of hotel<br />

New York in Rotterdam) belichamen de natie<br />

zoals die zich het liefst vertoonde in het begin<br />

van de twintigste eeuw als een venster naar de<br />

wereld, voorpost naar de koloniën en belichaming<br />

van de economische drive. De textiel, het<br />

staal, de auto, de gloeilamp, de kolenmijn, ze<br />

gaven de provincie een tijdelijke welvaart met<br />

tegenwoordig de gebouwen als vondelingen.<br />

Eindhoven worstelt met een nieuwe bestemming<br />

voor zijn voormalige Philips­gebouwen in<br />

het stadsdeel Strijp, het nietige <strong>Bergeijk</strong> zoekt<br />

een uitweg voor weverij De Ploeg. Maar zoals<br />

Strijp kan profiteren van de creatieve industrie<br />

(onder meer de Design Academy) in Eind hoven,<br />

zo ligt <strong>Bergeijk</strong> twintig kilometer te ver voor<br />

zo’n soort kruisbestuiving. De Ploeg, zegt Peter<br />

Stutvoet, directeur van het Monumentenfonds<br />

Noord­Brabant dat industrieel en kerkelijk erfgoed<br />

verwerft en een nieuwe impuls geeft, is in<br />

feite een internationale bestemming. Het is geen<br />

lokale voorziening. Bezoekers die afkomen op<br />

de naam en faam van <strong>Rietveld</strong> zullen het geen<br />

probleem vinden op Eindhoven Airport te landen<br />

en door te rijden naar De Ploeg, maar in de<br />

regio is dat een bijna onoverbrugbare afstand.<br />

De Ploeg is een tafellaken­en­servet­geval, om<br />

in textieltermen te blijven.<br />

Stutvoet en zijn fonds hebben eind 2011 een<br />

algemeen advies afgegeven aan het college van<br />

b. & w. van <strong>Bergeijk</strong> met de strekking dat de<br />

fabriekshallen alleen te handhaven zijn met een<br />

commerciële ondersteuning. Een rijksmonument<br />

is niet heilig, zoals iedereen denkt, zegt<br />

Stutvoet. Als het kan voortbestaan dankzij een<br />

sluitende exploitatie en een passende functie is<br />

er een wereld gewonnen. Appartementen in de<br />

tuin van <strong>Ruys</strong> komen in zijn advies niet voor,<br />

maar er valt uit te destilleren dat het wel een<br />

optie is. Ook in het masterplan van Wooninc<br />

wordt die mogelijkheid niet uitgesloten.<br />

Het is het duivelse dilemma waar De Ploeg<br />

en ander industrieel erfgoed mee worstelen:<br />

hoe een liaison te smeden tussen architectonische<br />

en de cultuurhistorische betekenis en een<br />

passende functie. De gemeente <strong>Bergeijk</strong> overwoog<br />

het plaatselijk theater De Kattendans te<br />

verplaatsen naar de fabriek omdat dat toch toe<br />

was aan een verbouwing. Het zou slechts een<br />

deel van de oplossing zijn. Architect Pi de Bruyn<br />

formuleerde enkele jaren geleden enkele concepten,<br />

die zich zoals gebruikelijk ophielden in<br />

de sfeer van zorg en welzijn, en creatieve industrie.<br />

Dat was nog voor de kredietcrisis. Een<br />

later voorstel kwam neer op een smaakfabriek<br />

geïnspireerd op de slowfood­beweging uit Italië,<br />

maar het dichtst bij het ideaal van De Ploeg<br />

kwam een plan om ecologische stoffen te produceren.<br />

Hoort daar hennep bij? Dan zou De Ploeg<br />

onverwacht kunnen uitgroeien tot een interessant<br />

vertoon van de wonderlijke werking van die<br />

plant. De bezoekers dienen dan wel in het bezit<br />

te zijn van een wietpas, en gevreesd moet worden<br />

voor de tuin van <strong>Ruys</strong>.<br />

Tot 27 mei is de expositie Interventie De Ploeg<br />

<strong>Bergeijk</strong> te zien in de fabriek in <strong>Bergeijk</strong>. Voor<br />

rondleidingen zie www.rietveldenruys.nl<br />

De foto bij dit <strong>artikel</strong> is uit: Gerrit <strong>Rietveld</strong> en<br />

Mien <strong>Ruys</strong> ‘In <strong>Bergeijk</strong>’. Tekst: Edwin van<br />

Onna. Fotografie: Norbert van Onna<br />

17.05.12 De Groene AmsterDAmmer 33

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!