Rapport - Gordion Cultureel Advies
Rapport - Gordion Cultureel Advies
Rapport - Gordion Cultureel Advies
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Culturele betekenis Ketelstraatschool<br />
v. 3.0<br />
10 februari 2013<br />
<strong>Gordion</strong> <strong>Cultureel</strong> <strong>Advies</strong>, i.s.m. Marijke Bruggeman en Roeena Patmo-Mahdi<br />
i.o.v. Bestuur Coöperatief Eigenwijzer<br />
Ketelstraat 23, Den Haag<br />
1
Inhoudsopgave<br />
1. Vraag 3<br />
2. Achtergrond 4<br />
3. Werkwijze 5<br />
4. Beschrijving object 6<br />
5. Bevindingen<br />
5.1 Schoolgebouw 11<br />
5.2 de Nieuwe Haagse School 12<br />
5.3 Architecten Van der Zwart/Brandes 12<br />
5.4 Overig werk Van der Zwart 14<br />
5.5 Stedenbouw Molenwijk 16<br />
5.6 cultuurhistorisch onderzoek, wettelijke bescherming 18<br />
a. beschermd stadsgezicht Laakkwartier<br />
b. gemeentelijk monument Maris College<br />
c. archeologisch bodemonderzoek ondergrond<br />
6. Waardering 19<br />
7. Stedenbouwkundige visie 20<br />
8. Stand van zaken bestemmingsplan 21<br />
9. Conclusies 22<br />
Geraadpleegde bronnen en colofon 23<br />
Bijlagen<br />
1. Marijke Bruggeman, bouwkundige geschiedenis van de Molenwijk, 2013<br />
2. Afdeling archeologie gemeente Den Haag, bureauonderzoek Ketelstraat 21-23, 2010<br />
2
1. Vraag<br />
Het bestuur van de Coöperatief Eigenwijzer u.a. vroeg op 4 december 2012 aan <strong>Gordion</strong><br />
<strong>Cultureel</strong> <strong>Advies</strong> een onderzoek in te stellen naar de cultuurhistorische waarden van de<br />
locatie Ketelstraat 21-23.<br />
Het betreft onderzoek naar de bouw- en gebruikshistorie, de opdrachtgeving, de<br />
stedenbouwkundige en bouwkundige kwaliteiten van het schoolgebouw op dat adres. Doel is<br />
te komen tot een afgewogen culturele waardestelling, waaraan het bestuur argumenten zou<br />
kunnen ontlenen in het nadenken over de toekomst van het pand.<br />
Bij het onderzoek wordt aandacht besteed aan<br />
• stedenbouwkundige context (integraal plan Molenwijk)<br />
• architectuurhistorische context<br />
• latere aanpassingen<br />
• betekenis voor de buurt en voor de stad<br />
• betekenis architect<br />
• plaats in modernistische stroming in Nederland<br />
• aan de actuele stand van zaken (bestemmingsplan, omgevingsvergunningen)<br />
De eindrapportage bevat slechts een globale indicatie van de restauratie- of<br />
onderhoudsbehoefte in geval van duurzame herbestemming op middellange termijn.<br />
De waardering in de eindrapportage volgt de systematiek van de Rijksdienst <strong>Cultureel</strong><br />
Erfgoed (publicaties De techniek van het waarderen en De praktijk van het waarderen, 1 en<br />
van de Rijksgebouwendienst. 2<br />
1 www.cultureelerfgoed.nl/sites/default/files/u6/Techniek%20vh%20Waarderen_compleet_dd22jun.pdf<br />
2 www.rgd.nl/fileadmin/redactie/Actueel/Publicaties/Richtlijnen_bouwhistorisch_onderzoek/Richtlijnen_<br />
Bouwhistorisch_ Onderzoek.pf<br />
3
2. Achtergrond<br />
De Coöperatief Eigenwijzer is beheerder en bespeler van een voormalig schoolgebouw aan<br />
de Ketelstraat 21-23 te Den Haag, eigendom van de gemeente Den Haag, gelegen aan de<br />
rand van de wijk Laak Noord. Het vrijstaande gebouw is van de hand van D.C. van der Zwart<br />
(1882-1960), die tot 1947 hoofdarchitect-afdelingschef van gemeentewerken in Den Haag<br />
was. De gemeente is voornemens de school te slopen in het kader van herontwikkeling van<br />
de wijk. Eerdere besluitvorming uit 2008-2009 met daarop volgende<br />
bestemmingsplanwijziging maakt het mogelijk op die locatie een maatschappelijke functie te<br />
combineren met een twintigtal appartementen, te ontwikkelen door Boks Vastgoed b.v.<br />
In de gemeentelijke dossiers zijn geen verwijzingen te vinden naar mogelijke erfgoedwaarden<br />
van het pand of de omgeving, noch naar de mogelijkheid van herbestemming met behoud<br />
van delen van de materiële authenticiteit van het bestaande vastgoed. Wel wordt er<br />
geconstateerd dat de school geen rijksmonument is en evenmin onderdeel van een<br />
beschermd stadsgezicht. De archeologische waarde van de ondergrond is wel onderzocht.<br />
De economische crisis sinds 2008 heeft ander licht geworden op stedelijke vernieuwing,<br />
vastgoedinvesteringen, grondexploitatie en het gehele vocabulaire in de monumentenzorg<br />
en het urbane weefsel. “Maatschappelijk vastgoed” is een nieuwe vorm van civil society die<br />
past bij een terugtredende overheid, economische krimpmarkt en het aan burgers overlaten<br />
van wijdere verantwoordelijkheden voor de eigen omgeving en economie. Het model van<br />
kongsi's tussen initiatief- en risiconemende ontwikkelaars en uit grondexploitatie inkomsten<br />
trekkende overheden is de laatste jaren niet meer integraal houdbaar gebleken. Dat<br />
projectontwikkelaar Boks Vastgoed in 2010 failleerde mag veelbetekenend heten. Er is<br />
behoefte aan nieuwe modellen. De omgang met de vrm. lagere school aan de Ketelstraat zou<br />
daar een voorbeeld van kunnen zijn.<br />
4
3. Werkwijze<br />
Wij kozen ervoor de opdracht als project op te vatten, in samenwerking met<br />
archivaris/historicus dr. Marijke Bruggeman en architect-adviseur ir. Roeena Patmo-Mahdi,<br />
beiden onafhankelijk maar wel actief op of betrokken bij de activiteiten op de locatie<br />
Ketelstraat. Om het perspectief objectief te houden en te voorkomen dat doelredeneringen<br />
de bruikbaarheid van het eindproduct te zeer zouden beïnvloeden, is afgesproken bij het<br />
beoordelen telkens vergelijkingskaders te hanteren.<br />
Op basis van onderzoek van literatuur en archieven, autopsie van vergelijkbare locaties<br />
(scholen Nieuwe Duinweg, Hyacinthweg), en gesprekken met deskundigen is er gekeken<br />
naar:<br />
• ontwikkeling van de locatie, buurt en wijk<br />
• persoon en betekenis van de architect(en)<br />
• gebruiksgeschiedenis van het pand<br />
• cultuurhistorische waarden<br />
• kansen en bedreigingen voor duurzame exploitatie<br />
Het bouwhistorische en strategische onderzoek is aangevuld met gesprekken of contact met:<br />
• promovendus urbanistiek TUD Leo Oorschot<br />
• stadshistoricus Steven van Schuppen<br />
• EFSQ-onderzoeker Robert Duiveman<br />
• Keramist Dirk Dijkstra van Atelier Potvis<br />
• adviseur Huisvesting Rob Geelhoed, DAK kinderopvang,<br />
• Marcel Teunissen, Stichting Nomadisch Paviljoen, auteur Schoone Eenheid (2010)<br />
Aan opdrachtgever is meermalen tussentijds gerapporteerd. Een belangrijke historischstedenbouwkundige<br />
deelstudie werd uitgevoerd door Marijke Bruggeman. Tekeningen van<br />
de bestaande bouwkundige situatie in zijn vervaardigd door Roeena Patmo-Mahdi op basis<br />
van archiefonderzoek DSO. Ook bracht zij werken van D.C. van der Zwart in kaart, onderzocht<br />
de staat van onderhoud van het schoolgebouw en maakte een investeringsraming voor<br />
renovatie.<br />
5
4. Beschrijving object<br />
De school is een langgerekt, zich in de breedte uitstrekkend gebouw, gelegen langs een sloot<br />
aan deinmiddels doorgaande openbare weg Ketelstraat. Het bouwlichaam is complex,<br />
symmetrisch van opzet en samengesteld uit massieve, kubistische volumes met nogal van<br />
elkaar afwijkende maten.<br />
Ontwerptekening 1924, gevels. Archief DSO, Den Haag.<br />
Huidige situatie, plattegrond begane grond. Tekening R. Patmo-Mahdi/Code 90 .<br />
6
Aan de de straatzijde, op het noorden, toont het gebouw een gesloten gevel, vrijwel<br />
zonderramen, waardoor het massieve karakter van de blokken wordt onderstreept. De gevel<br />
verspringt in horizontale en verticale zin, wat zorgt voor een levendige optische geleding, die<br />
echter geen informatie geeft over de twee verdiepingen waaruit het geheel is opgebouwd.<br />
Schoolgebouw Ketelstraat 21, voorzijde, februari 2013<br />
Centraal ligt een langwerpig blok met twee verdiepingen van oorspronkelijk zes geschakelde<br />
lokalen, verbonden door een gang aan de voorzijde en van achteren uitkijkend op een<br />
binnengebied dat als schooltuin en speelerf dienst deed. De verbindingsgang opent op een<br />
centrale gymzaal die in de symmetrieas van het gebouw ligt, en tot halverwege de verdieping<br />
reikt. Aan de korte einden sluiten vooruitspringende ingangsblokken de lokalenrij af, links<br />
met een trappenhuis naar de eerste verdieping, rechts met dienstvertrekken rondom een<br />
open hal. Het gebouw kent twee entreeblokken in het oorspronkelijk ontwerp, met<br />
gescheiden ingangen voor twee scholen. Het linker deel ontsluit de school op de verdieping,<br />
het rechter deel die op de begane begane grond. De rechter entreepartij is thans dichtgezet<br />
en is in de huidige situatie met het gymnastieklokaal verbonden door lagere bijvleugels met<br />
ruimte voor opslag, kleedruimtes en toiletten.<br />
Voorzijde schoolgebouw Ketelstraat, ca. 1928. Bron: Beeldbank Haags Gemeentearchief.<br />
De gangen krijgen hun daglicht via smalle aaneengesloten bovenramen aan de voorzijde.<br />
Deze strook ramen geven het ontwerp een sterk horizontaal karakter. De symmetrie wordt<br />
nu doorbroken doordat de rechter entree en twee ramen rechts van de gymzaal zijn<br />
dichtgezet. De enige grote ramen, buiten een prominente reeks van vijf in het<br />
gymnastiekblok, zijn aan de achterzijde, op het zuiden. De ramen zijn aaneengesloten<br />
ontworpen en accentueren in hun verhoudingen de sterk horizontale opzet van het gebouw.<br />
7
Een van de karakteristieken van de Nieuwe Haagse School, het toepassen van nieuwe<br />
materialen, is de slanke uitvoering van de kozijnen in staal, de zogenaamde<br />
'stoeltjesprofielen'.<br />
Schoolgebouw Ketelstraat, achterzijde, februari 2013<br />
Het exterieur van de school is aan de voorzijde recent versierd met grote, contrasterende<br />
tegeltableaux boven de entrees en rond de ramen van gymzaal en gang op de eerste<br />
verdieping. Langs de contouren van de gevelvlakken zijn geblokte blauw/lichtblauwe lijnen<br />
aangebracht.<br />
Toevoeging tegeltableaux, Atelier Potvis, 1987-1989. Situatie voor (links) en na (rechts). Bron:<br />
www.potvis.org.<br />
8
Interieur schoolgebouw Ketelstraat, trappenhuis oost (links), gang (rechts).<br />
Materialen<br />
Beton zit alleen in de fundering, vloeren, trappen en lateien boven de ramen. Verder zijn de<br />
wanden allemaal metselwerk. De vloeren bestaan uit 15 bij 15 centimeter hard gebakken<br />
tegels in de kleuren zwart en grijs. De wanden tegels van hetzelfde formaat, geglazuurd in<br />
zwart en geel. Binnen kozijnen zijn van hout, vaak met zijlichten met paneeldeuren al dan<br />
niet voorzien van glas. De kozijnen in de gang, met bovenlichten, zijn voorzien van dubbele<br />
glas deuren.<br />
Interieur schoolgebouw Ketelstraat, detail stalen kozijnen ('stoeltjesprofielen').<br />
De plafondhoogte ligt op ruim 3,4 meter en is vooral in de gangen goed waar te nemen.<br />
9
Staat van onderhoud<br />
Het gebouw is in slechte staat van onderhoud. Wel zijn alle scheuren in de dakbedekking<br />
verholpen, zodat er geen lekkages meer zijn, maar het dak is aan vernieuwing toe. Het<br />
metselwerk dient op meerder plekken te worden hersteld en opnieuw te worden gevoegd.<br />
Het metselwerk van de schoorstenen dient te worden nagelopen. De keldervloeren zijn<br />
droog. De lekkages ter plaatse van de koolstortbak en op diverse plekken in de kelderwand<br />
van het ketelhuis dienen te worden verholpen.<br />
De stalen kozijnen bevinden zich, naar omstandigheden, in een goede staat, ofschoon vele<br />
onherstelbaar verbouwd.<br />
Het binnendecoraties, zoals tegelwerk en de glas-in-loodramen, zijn in prima conditie.<br />
Funderingen<br />
Er zijn door architect Patmo-Mahdi (Code 90, Consultancy+Design) geen scheuren in de gevel<br />
waargenomen. Daardoor mag ervan uitgegaan worden dat de fundering van het gebouw in<br />
zeer goede staat verkeert.<br />
Gebruik<br />
11 juni 1924 ingebruikname (de latere school B), Ketelstraat 23<br />
1927 oprichting school A, Ketelstraat 21,<br />
1935 sluiting school B, Ketelstraat 23<br />
1955-1985 Ir. Lelyschool, Ketelstraat 21-23<br />
1985-1995 De Karavaan<br />
1994 fusie De Karavaan met Louis Pasteurschool tot o.b.s De Kameleon<br />
1997 besluit bouw van nieuwe gebouw voor De Kameleon,<br />
1998 (?) verhuizing van de Kameleon naar Ketelstraat 101<br />
10
5. Bevindingen<br />
5.1 Schoolgebouw<br />
De school aan de Ketelstraat moest gebouwd worden naar een eerder goedgekeurd ontwerp<br />
van Co Brandes voor een school aan de Beetsstraat. In de verslagen van de gemeenteraad,<br />
maar ook in overige documentatie, gaat het steeds over het “ontwerp Brandes”. Er ontstaat<br />
gedoe over de mate van luxe in de uitvoering. De overvragende gemeente en het betalende<br />
rijk vinden elkaar uiteindelijk. Wel wordt Brandes' ontwerp gestript, onder meer door een<br />
patio niet te bouwen, minder toiletten te realiseren, en veel kleinere fietsenstallingen uit te<br />
voeren. Opmerkelijk argument: in deze buurt zullen het alleen de leraren zijn die zich met<br />
een rijwiel verplaatsen. In een vergelijkbare kwestie rond een gemeenteschool in de Busken<br />
Huetstraat geeft BenW toestemming ook daar de goedkopere versie van de Ketelstraat neer<br />
te zetten.<br />
Voorzijde schoolgebouw Ketelstraat, ca. 1986. Beeldbank Haags Gemeentearchief.<br />
Schoolplein na interventie Potvis. 1987-1989. Foto website Atelier Potvis.<br />
De voorzijde van de school is in 1987-1989 versierd door keramisch atelier Potvis,<br />
aanvankelijk als BKR-opdracht, later door het gemeentelijke kunstencentrum Stroom<br />
overgenomen. De gevels waren gepleisterd en wikgekalkt, en dienden als achtergrond voor<br />
graffiti. De muren werden schoongestraald, waarna Potvis de stenen vlakken opvulde en de<br />
contouren van de vlakken en raampartijen accentueerde. Daartoe bracht hij grote gekleurde<br />
11
tegeltableaux in geel/rode ruitpatronen en lijnen in blauw/lichtblauwe blokstrepen aan. Het<br />
patroon echode de sierbetegeling van het schoolplein, dat echter in 2004 werd veranderd in<br />
openbare weg met parkeergelegenheid (bouwvergunning aanvraag 16-04-2003 verleend 19-<br />
01-2004, procedure art. 19 wet RO). In de archieven is voor het aanbrengen van de<br />
tegeldecoraties geen vergunning gevonden.<br />
In 1997 (13 juni) nam de Gemeenteraad een voorbereidingsbesluit om een school,<br />
bedrijfsgebouwen en woningen te bouwen aan de Ketelstraat (27-57) en verder nieuwe<br />
woningen in een duurder segment aan de Broeksloot te realiseren. De nieuwbouw was<br />
bedoeld voor de Kameleon die in Ketelstraat 21-23 gevestigd was. Niet bekend is waarom er<br />
na het vertrek van de school geen sloop plaatsvond.<br />
5.2 De Nieuwe Haagse School (1925-1940)<br />
Bron: o.a. Wikipedia + Gids van de Moderne Architectuur in Den Haag<br />
In het interbellum werd er in en rond Den Haag allerwege in de stijl van de Nieuwe Haagse<br />
School gebouwd. Brandes was een visionair voorman, Van der Zwart zijn nijvere ambtelijke<br />
tegenknie. De Nieuwe Haagse School is een architectuurstroming die een belangrijk stempel<br />
heeft gezet op het stadsbeeld van Den Haag als tegenhanger van de Amsterdamse School. De<br />
Amsterdamse School kenmerkt zich door expressieve, monumentale en fantastische vormen,<br />
en door met ornamenten versierde architectuur, verwant aan het expressionisme. De<br />
Nieuwe Haagse School werkt eveneens in baksteen, maar is daarbij kubistisch en past<br />
modernere materialen toe, zoals beton en staal, die weer terugkomen bij de Nieuwe<br />
Zakelijkheid en het Nieuwe Bouwen.<br />
Kenmerkend voor de Nieuwe Haagse School is de synthese van invloeden van het kubisme en<br />
de Stijl en van de architectuur van o.a. Frank Loyd Wright, Dudok en Berlage. De gebouwen<br />
tonen kubistische vormen in een netwerk van horizontale lijnen van overstekende daken en<br />
gevelbanden boven kozijnen, erkers en balkons, verdiepte voegen, doorlopende<br />
vensterstroken, en brede dakkapellen, dit alles in een sterke maar niet overdreven<br />
symmetrie. Bijzonder was dat bij grote woningcomplexen van verschillende architecten, door<br />
de gemeente aangewezen architecten als Co Brandes uitsluitend de gevels ontwierpen.<br />
Hierdoor vormen grote woonblokken binnen de Haagse School tezamen vaak één geheel.<br />
De bouwstijl komt in alle klassen van de woningbouw voor: in luxe woningen, het<br />
middensegment en in de goedkopere volkshuisvestingssfeer. Typische voorbeelden: Parkflat<br />
Marlot, Zuiderpark, Bomen- en Bloemenbuurt, maar ook het Laakkwartier, De Genestetlaan<br />
en Gouverneurlaan.<br />
5.3 Architecten Van der Zwart / Co Brandes<br />
D.C. van der Zwart (ca. 1882 -1960) was tot 1947 hoofdarchitect-afdelingschef van<br />
gemeentewerken in Den Haag, en o.m. verantwoordelijk voor de architectuur van de<br />
openbare leeszaal en bibliotheek aan de Vondelstraat, het zwembad met school aan de<br />
Escamplaan, het zwembad Zuiderpark, het bedrijfscomplex GEB, het complex voor de<br />
duinwaterleiding aan het Buitenom, de 5e HBS aan de Aronskelkweg in samenwerking met<br />
J.J. Brandes, de PPT Telefooncentrale, de Prins Willemschool en de uitbreiding van het<br />
ziekenhuis Zuidwal, waaronder het zusterhuis.<br />
12
De vraag of Van der Zwart een toonaangevend architect was, of niet meer dan een voetnoet<br />
in de architectuurgeschiedenis is niet goed te beantwoorden. De standaardstudie over de<br />
Nieuw Haagse School noemt hem slechts zijdelings. In Schoone eenheid: Stedenbouw en<br />
architectuur van de Nieuwe Haagse School (2010), staat op p. 260 (4.4.3 Scholen): “Een<br />
aantal openbare scholen werd door gemeentearchitect DC van der Zwart ontworpen. Die<br />
vatte zijn taak zakelijk op en had geen scrupules dat zijn scholen wel erg sterk op elkaar<br />
leken. Het Vaderland merkte in 1925 zelfs onverbloemd op dat de zesde HBS aan de Nieuwe<br />
Duinweg een verkleinde kopie was van de HBS aan het Stokroosplein.” Daartegenover stelt<br />
de website www.haagsescholen.nl dat het gebouw aan de Nieuwe Duinweg zo goed<br />
“functioneerde dat Zwart enige jaren later een exacte kopie maakte voor het Grotius Lyceum<br />
aan de Stokroosstraat”. Het belang van noverly tegenover functionele kwaliteit, dus.<br />
Schoone eenheid noemt bij biografieën (p. 283 e.v.: Protagonisten…) natuurlijk Berlage,<br />
Brandes, Buijs, Bijvoet, Duiker, Lourijssen, Roosenburg, Verschoor, Wils, Wouda. Maar geen<br />
Van der Zwart. En onder overige architecten: Baarda, v/d Berg, Bouma, de Bruyne, Burger,<br />
Claus, v Duyne, v Eck, Fels, Greve, Groenewegen, de Groot, de Haan, de Haas, Hoogstraten,<br />
Jansen, Kentie, v/d Kloot, Knuttel, Kool-v Rood, Lathouder, v. Leeuwen, Lelie, Luthmann,<br />
Meijer, Nijhoff, Pet, Peters, Redelaar, Schadee, Schippers, Vermeer, Viergever, Visser, Van<br />
Vreeswijk, Van derWeele, Wegerif, Westerman en Wolbers. Geen Van der Zwart.<br />
Het Vaderland van 1 aug. 1924 meldt n.a.v. opening 2e Gem.Montessorischool aan de<br />
Mijtenstraat dat Van der Zwarts “nieuwe schepping ... smaakvol en tegelijk doelmatig is,<br />
doch volstrekt niet duur.”<br />
De auteurs van Schoone eenheid, experts op het gebied van de Nieuwe Haagse School,<br />
zeggen aldus gevraagd dat in hun recente onderzoek enkele architecten er bekaaid<br />
afkwamen, met name gemeentearchitecten Van der Zwart en Schadee, min of meer zijn<br />
voorganger – ondanks hun grote, belangrijke oeuvres.<br />
5.4 Overig werk Van der Zwart<br />
De Zonnebloem, Hyacinthstraat (1924-1927). Foto Beeldbank Haags Gemeentearchief .<br />
Schoolgebouw de Zonnebloem aan de Hyacinthweg is iets later, toont zelfde soort gebouw,<br />
maar heeft een ander interieur(tegeltjes andere maat, patroon, kleur).<br />
13
6e HBS, Nieuw Duinweg (1924). Gemeentelijk monument sinds 1-1-2012. Foto website Maris College.<br />
De 6 e HBS aan de Nieuwe Duinweg, het tegenwoordige Maris College, is van een andere<br />
orde. Het is vier keer zo groot, en ligt in een bosachtige omgeving in een veel chiquer deel<br />
van de stad. Maar het interieur is identiek aan dat in de Ketelstraat:<br />
Trappenhuizen scholen Ketelstraat (links) en Nieuwe Duinweg (rechts).<br />
Twee vrijwel identieke schoolgebouwen, van architect Co Brandes aan de Beetsstraat 88, Het<br />
Mozaiek, en van Van der Zwart zelf aan de Busken Huetstraat, zijn thans verdwenen.<br />
Lagere school Co. Brandes, Beetsstraat. Foto Beeldbank Haags Gemeentearchief .<br />
14
Lagere en nijverheidsschool , D.C. Van der Zwart, Busken Huetstraat. Foto Beeldbank Haags<br />
Gemeenteachief.<br />
5.5 Stedenbouwkunde Molenwijk<br />
Het schoolgebouw aan de Ketelstraat ligt aan de rand van een van de mooiste wijken van de<br />
grote volkshuisvester Piet Bakker Schut die tussen 1917 en 1920 werd vormgegeven door<br />
gemeentelijke architecten.<br />
Molenwijk thans (links) en Plan Trekvliet (rechts). In rood de school Ketelstraat.<br />
15
Het uitbreidingsplan van Berlage voor de Molenwijk, op voormalig Rijswijks grondgebied,<br />
was het begin van sociale woningbouw. Plan Berlage, dat heel Laak besloeg, werd hier echter<br />
al snel verlaten voor een eenvoudiger invulling: Plan Trekvliet, van Laakkade tot Ketelstraat.<br />
Van eerdere ideeën is af gestapt omdat aan de Rijswijkse kant van de Broeksloot gesloten<br />
bebouwing was aangelegd. De gemeente Den Haag besloot tussen de Ketelstraat en de<br />
Broeksloot gesloten bebouwing in plaats van villa's aan te leggen, waardoor er meer huizen<br />
konden worden gebouwd. In het plan Trekvliet aan de andere kant van de Ketelstraat was<br />
steeds gesloten bebouwing voorzien. Het oorspronkelijk luxe karakter werd verlaten. Door de<br />
recessie, de oorlog en de naoorlogse demografie en migratie ontwikkelde dit stadsdeel zich<br />
uiteindelijk nogal anders dan gedacht. Tot ruim na de oorlog nog een koperen knopenwijk,<br />
waar de mensen graag woonden, verwerd het tot een armoedige buurt die sociaal niet meer<br />
mobielen uit andere wijken aantrok, en binnenkomende immigranten. De zuidelijke overgang<br />
naar Rijswijk, langs de Broekslootkade, markeerde toen en ook nu een scherpe sociale grens.<br />
Luchtopname Laakkwartier-Noord, KLM Aerocarto 1928. Links onder de Ketelstraat met school.<br />
De Ketelstraatschool staat aan de korte zuidzijde van de rechthoek Noordpolderkade-<br />
Broeksloot-Trekweg-Laakweg. Direct achter de school staan woningen uit eind jaren twintig<br />
en jaren dertig, thans gerenoveerd. Het gedeelte tussen Stuwstraat en Trekweg, d.w.z. de<br />
bouw om het Ketelveld, is pas in de jaren vijftig ingevuld. Van de symmetrisch opgezette,<br />
langgerekte percelen tussen Ketelstraat en Draaistraat is sinds de sanering in de jaren tachtig<br />
weinig meer over. De tweevoudige opzet voor doorgaand verkeer heeft toen plaatsgemaakt<br />
voor een asymmetrische, drievoudige uitleg met het karakter van een bochtige woonerf, aan<br />
de zuidkant afgesloten door de grote rondbouw aan de Stuwstraat. De school bewaart in<br />
haar eentje de materiële getuigenis en oriëntatie van de plannen Berlage en Trekvliet.<br />
16
Zuidoost hoek Molenwijk, Archief Stadsontwikeilng nr. 824 (detail). Links boven de school (oranje).<br />
De voorgenomen sanering van de Molenwijk, ten noorden van de Ketelstraat, stuitte op flink<br />
verzet. De actiegroep Laakkwartier-Noord leverde tussen 1973 en 1980 kritiek op verhoging<br />
van de huren. De gemeente liet zich niet van de wijs brengen, maar koos wel voor<br />
goedkopere uitvoering van de nieuwbouw, en voor weinig renovatie.<br />
5.6 cultuurhistorisch onderzoek, wettelijke bescherming<br />
a. Beschermd stadsgezicht Laakkwartier<br />
In de redengevende omschrijving voor dit gebied staat, geparafraseerd “Voor de verdere<br />
ontwikkeling van het Laakkwartier is het Uitbreidingsplan uit 1908 van H.P. Berlage een<br />
belangrijk uitgangspunt geweest. De eerste fase hiervan betrof te Molenwijk, die door de<br />
stadsvernieuwing uit de jaren '80 geheel is verdwenen.<br />
Door de ligging, het bijzonder “Berlagiaans” karakter en de architectuur is Laakkwartier een<br />
van de best geslaagde wijken voor de arbeider en de middenstand van de stad met<br />
architectuurstromingen zoals die van de Amsterdamse School en de Nieuwe Haagse School.<br />
Van belang is de schaal van de wijk en de uniformiteit van het stedenbouwkundig plan dat in<br />
authentieke staat verkeert. De verwevenheid van de stedenbouwkundige opzet met de<br />
architectuur is in deze wijk bijzonder. “<br />
b. Gemeentelijk monument Maris College, Nieuw Duinweg<br />
In de redengevende omschrijving uit 2011 staat (parafrase): “Vrijstaand schoolgebouw naar<br />
ontwerp uit 1922/1923 van de Dienst Gemeentewerken (architect D.C. van der Zwart) in de<br />
stijl van de Nieuwe Haagse School. Situering in parkachtige omgeving en de symmetrische<br />
monumentaliteit zijn opvallend, te verklaren als onderdeel van Uitbreidingsplan Berlage: een<br />
tentoonstellingsterrein met een symmetrische paviljoen-bebouwing. Maar DSV plande de<br />
school aan het einde van een dwars-as van het Berlageplan en in 1925 koos de<br />
gemeenteraad voor een park in Engelse landschapsstijl (Westbroekpark). Wat bleef is het<br />
monumentale silhouet van de school aan de rand van het park.<br />
De verschillende functies zijn in kubische bouwmassa's samengebundeld en tot een<br />
evenwichtige, symmetrisch opgezette plastiek gecomponeerd. De bakstenen gevels zijn<br />
verlevendigd met siermetselwerk en geprononceerde betonnen lateien en waterdorpels. Van<br />
der Zwart bouwde later een kopie aan het Stokroosplein (gesloopt WO II). 1920-1940 gold<br />
deze school als prototype. Nu goed en vroeg voorbeeld van een symmetrisch opgezet<br />
17
scholencomplex in de stijl van de nieuwe Haagse School, dat in Den Haag veel navolging<br />
kreeg in de nieuwbouwwijken uit het Interbellum. Stedenbouwkundige waarde in de<br />
monumentale setting in het groen met zichtas op de Nieuwe Duinweg.”<br />
c. Archeologisch bodemonderzoek ondergrond<br />
Om vast te stellen of er archeologische waarden aanwezig zijn binnen het plangebied<br />
Ketelstraat is door de afdeling Archeologie van de Gemeente Den Haag in 2010 een<br />
bureauonderzoek in combinatie met een inventariserend veldonderzoek-boringen<br />
uitgevoerd. Bij het bureauonderzoek is vastgesteld dat het gebied een archeologische<br />
verwachting kent voor de prehistorie, Romeinse tijd en vroege middeleeuwen vanwege de<br />
ligging op een strandwal. Uit het daarna gedane booronderzoek blijkt dat de bodem er tot<br />
een diepte van 1,5 à 1,7m onder maaiveld uit geroerde grond bestaat. Daaronder is de<br />
oorspronkelijke bodemopbouw in de vorm van (duin)zand nog aanwezig. In dit duinzand zijn<br />
geen archeologische indicatoren aangetroffen. Op deze basis is geadviseerd geen verder<br />
onderzoek te verrichten en het plangebied vrij te geven voor wat betreft de archeologie.<br />
18
6. Waardering<br />
Plan Berlage ten westen van de Rijswijkseweg is tamelijk ongeschonden bewaard gebleven.<br />
Het draagt voldoende stedenbouwkundige en architectonische kwaliteit om door de<br />
gemeente als stadsgezicht integraal beschermd te worden. Ten oosten daarvan, in de<br />
Molenwijk, is er van de Berlage-uitleg vrijwel niets over, noch van zijn praktische opvolger<br />
Plan Trekweg. De Ketelstraat vertegenwoordigt er de enige materiële restant van in het<br />
zuiden, samen met het markante en van buiten nog intacte Haags Tehuis voor Ongehuwden<br />
(THO) in het noorden, van K.P.C. de Bazel uit 1925.<br />
Van de hand van D.C. van der Zwart zijn in Den Haag veel door de gemeente neergezette<br />
woningen en gebouwen bekend, hoewel een uitputtend overzicht ontbreekt. Ten onrechte<br />
wordt aangenomen dat de voormalige school aan de Ketelstraat geheel van Van der Zwart is.<br />
De school is gebaseerd op een ontwerp van Co Brandes dat eerder werd toegepast in de<br />
Beetsstraat. Gezien het welstandig mindere niveau van de Molenwijk eiste het Rijk<br />
eenvoudiger uitvoering. In de uitvoering werd dat overgelaten aan hoofdarchitect Van der<br />
Zwart.<br />
Binnen De Nieuwe Haagse School is de positie van Van der Zwart niet heel prominent,<br />
ofschoon dat volgens deskundigen (Teunissen) onvoldoende gestaafd lijkt.<br />
Overige scholen in Den Haag die dit model Brandes volgden zijn inmiddels verdwenen.<br />
Andere schoolgebouwen in de stijl van de Nieuwe Haagse School zijn wel voorhanden, van<br />
Van der Zwart zelf zoals aan de Nieuwe Duinweg, maar die zijn of van een ander model, of<br />
veel groter, of met een vernieuwd interieur. Ze liggen daarbij vrijwel nooit op het veen, en<br />
helemaal nooit in Stadsdeel Laak.<br />
Het gebouw aan de Ketelstraat is vrijwel gaaf, met uitzondering van de recent uitgevoerde,<br />
oppervlakkige verbouwingen met het oog op doorgaand gebruik, en op het oog redelijk<br />
intact. De staat van onderhoud is slecht.<br />
Met zijn relatief grote binnenhoogte dit gebouw ruimtelijk met menig nieuwbouw de<br />
concurrentie aan.<br />
Deze kwaliteit heeft goede mogelijkheden voor hergebruik binnen het kader van de nieuwe<br />
wet- en regelgeving. Ook de hoofddraagstuctuur biedt daarvoor genoeg flexibiliteit met<br />
behoud van het architectonisch karakter.<br />
Een investeringsraming van kosten die gemoeid zouden zijn met duurzaam behoud is niet<br />
voorhanden. Vergelijking met het Maris College aan de Nieuwe Duinweg, dat naar schatting<br />
vier keer zo groot is, wijst op een orde van grootte van 1-1,5 miljoen euro voor een analoge<br />
investering in het gebouw Ketelstraat, overigens sterk afhankelijk van het soort en het niveau<br />
van de gedachte bestemming.<br />
19
7. Stedenbouwkundige visie<br />
In een gebiedsvisie op Laak Noordspeelt de behoefte aan maatschappelijke voorzieningen<br />
een grote rol. Aan de zuidzijde van de lange strip tussen Noordpolderkade en Trekweg is de<br />
Ketelstraatschool de enige plek die zich daar nog voor leent. Gedacht moet worden aan een<br />
open functie, met een plint die tot maatschappelijke interactie leidt of de perceptie van<br />
betrokkenheid en veiligheid borgt. Een of meer maatschappelijke gerichte bedrijven of kleine<br />
winkels, horeca, een stadstuin, en voorzieningen voor met name ouderen zijn dan<br />
onontbeerlijk.<br />
Gezien het soort wijk zijn de eisen die aan die functies, op de korte en middellange termijn,<br />
gesteld moeten worden duidelijk: dat zijn laagdrempeligheid, maatschappelijke inclusiviteit<br />
en diversiteit. Een combinatie van creatieve broedplaats op zzp-niveau, in inhoudelijke<br />
samenhang met maatschappelijke voorzieningen, ligt dan in het verschiet.<br />
In het urbane en economische landschap in Nederland is herbestemming in vrijwel alle<br />
opzichten te verkiezen boven nieuwbouw. Dat onderstrepen Rgd, RCE, bureau<br />
Rijksbouwmeester, BNI en BNA, Restauratiefonds en universitaire en HBOonderzoeksgroepen.<br />
In een tijd van demografische krimp en huiveringwekkende<br />
overcapaciteit aan commerciële ruimte is nieuwe, betekenisvolle omgang met bestaand<br />
vastgoed een enorme uitdaging, zeker wanneer daar evidente kwaliteiten in schuilen. 3<br />
Naast een economisch voordeel (herbestemming is goedkoper dan sloop en nieuwbouw) zijn<br />
er belangrijke maatschappelijke overwegingen. De energie footprint van hergebruik is vele<br />
malen minder dan die van nieuwbouw. Ook kan de vraag om identiteitsankers in de fysieke<br />
omgeving met respect voor een markante, bestaande leefomgeving vaak beter en<br />
geloofwaardiger worden beantwoord dan met nieuwbouw – architectonische experimenten<br />
buiten beschouwing gelaten. Tenslotte levert de in historische bouw niet zelden aanwezige<br />
'overmaat' goede aanknopingspunten voor unieke gebruiksoplossingen en tot de verbeelding<br />
sprekende andere mogelijkheden.<br />
Tot slot leveren het ontwikkelen van nieuwe bestemmingen, en het daarbij behorende<br />
transitieproces, wanneer dat mede met en voor de aanwezige gemeenschap wordt<br />
uitgevoerd, een vorm van participatieve democratie die van buitengewoon belang is. De<br />
overname en exploitatie van gemeentelijk eigendom door buurten en bewoners alsmede de<br />
transformatie tot “maatschappelijk vastgoed” bieden een welkome uitweg in een tijd van<br />
een zich terugtrekkende overheid die delen van het publieke domein terug wil geven aan de<br />
samenleving.<br />
De actuele vraagstukken bij bewoners, gebruikers en passanten in de Molenwijk spitsen zich<br />
toe op heroveren van de ruimte, in velerlei opzicht. De zeer uiteenlopende percepties over<br />
veiligheid in de Molenwijk onderstrepen dat. De plannen voor culturele vitalisering van de<br />
Trekweg, rond en bij de molen, komen daar voor de noord- en oosthoek van de wijk goed<br />
aan tegemoet. Laak Noord verdient een vergelijkbaar zwaartepunt aan de zuidzijde. Als<br />
infrastructuur om vraagstukken op langetermijn met betrekking tot vergrijzing en<br />
eenzaamheid lokaal onder ogen te kunnen zien en gemeenschappelijk te onderzoeken.<br />
3 Zie o.a. Het Nationaal Programma Herbestemming, www.herbestemming.nl<br />
20
8. Stand van zaken bestemmingsplan<br />
De gemeente Den Haag stelt in een nota van uitgangspunten in 2008:<br />
“Ten behoeve van de noodzakelijke verplaatsing van het kinderdagverblijf aan de<br />
Cylinderstraat zijn de herontwikkelingsmogelijkheden van het voormalige<br />
schoolgebouw Ketelstraat 21-23 onderzocht. Op basis van de uitkomsten wordt<br />
voorgesteld sloop/nieuwbouw verder uit te werken. Kinderdagverblijf in combinatie<br />
met koopwoningen of uitsluitend koopwoningen. De voorgestelde verdere aanpak<br />
behelst een nadere uitwerking tot projectdocument met Bokx vastgoed ontwikkeling,<br />
eerder geselecteerd als ontwikkelaar voor de Cylinderstraat, als eerste gegadigde.”<br />
In augustus van het jaar daarop, 2009, stelt de gemeenteraad een desbetreffend<br />
projectdocument vast, in samenwerking met een genoemde projectontwikkelaar, Bokx<br />
Vastgoedontwikkeling bv:<br />
“nieuwbouw van een kindercentrum (kinderdagverblijf plus naschoolse opvang) van<br />
circa 920 m2 plus circa 24 goedkope koopappartementen t.p.v. het voormalige<br />
schoolgebouw Ketelstraat 21-23. In dit pand is momenteel StIO Laak gevestigd. Voor<br />
StIO Laak wordt al enige tijd een nieuwe lokatie gezocht. Een geschikt vervangend<br />
pand met een voor StIO Laak aanvaardbare huur en maximale verhuurtermijn is<br />
echter nog niet gevonden.”<br />
In 2010 wordt het op 9 juli 2009 vastgestelde Bestemmingsplan Laakwijk-Schipperskwartier<br />
onherroepelijk. Op de locatie Ketelstraat 21-23 kan naast de maatschappelijke functie ook<br />
gewoondworden. De dimensionering is sinds de raadsbespreking met 15 procent gegroeid, in<br />
meters en aantal appartementen (p. 47, par. 5.7):<br />
“Het derde wijzigingsgebied heeft betrekking op het voormalige scholgebouw aan de<br />
Ketelstraat. In aansluiting op de naastgelegen bebouwing en op de nieuwbouw die in<br />
de nabijheid reeds is gerealiseerd staat de wijzigingsregels bebouwing in 4<br />
bouwlagen toe. Daarin zijn een kindercentrum en andere welzijnsvoorzieningen ter<br />
grootte van 1.100 m2 en 27 appartementen voorzien. Het onbebouwd terrein (circa<br />
550 m2) zal als parkeerterrein en door het kindercentum als speelterrein worden<br />
gebruikt. Gelet op de ligging in de stad mogen de parkeerplaatsen voor de nietwoonfuncties,<br />
i.c. het kindercentrum of anderewelzijnsvoorzieningen, in het<br />
openbaar gebied worden gerealiseerd, ook omdat zo halen en brengen van kinderen<br />
beter kan plaatsvinden.<br />
Op 15 december 2011 heeft de rechtbank in Rotterdam het faillissement van Boks<br />
Vastgoedontwikkeling b.v. goedgekeurd.<br />
Inmiddels heeft ook de beoogde vervuller van de kinderopvangfunctie, de koepel DAK<br />
Kindercentra waar het kinderdagverblijf aan de Cylinderstraat onder valt, gekozen voor een<br />
andere locatie voor zijn nieuwbouw dan de Ketelstraatschool. Vanaf september dit jaar<br />
verwachten ze hun DAK-kinderopvang aan de Draaistraat te openen, in een<br />
nieuwbouwcomplex samen met basissschool De Ontmoeting.<br />
De gemeente heeft tot begin februari 2013 geen ontvangst gemeld van plannen waarvoor<br />
een bouwvergunning moet worden aangevraagd in het het kader van de WABO ter plekke.<br />
21
9. Conclusies<br />
1. De school, uit 1924, is een intact en gaaf, maar in onderhoud verwaarloosd<br />
voorbeeld van de Nieuwe Haagse School. Daarvan zijn er qua schoolgebouwen in<br />
Den Haag wel meer voorbeelden, maar vrijwel niet op het veen, en in het geheel niet<br />
in Laak..<br />
2. De oorspronkelijke stedenbouwkundige context (plan Berlage, aangepast in Plan<br />
Trekweg) is in Laak Noord geheel verdwenen, met uitzondering van het blok waar de<br />
school onderdeel van uitmaakt. Het aanpalende gebied over de Rijswijkse Weg is<br />
evenwel beschermd stadsgezicht.<br />
3. De Ketelstraatschool is het enig overgebleven exemplaar van een serie vrijwel<br />
identieke lagere scholen 1924-1927 in Nieuw Haagse School-stijl, gebouwd door D.C.<br />
van der Zwart naar model van Co Brandes.<br />
4. De aanpassing die Van de Zwart op het ontwerp van Brandes moest uitvoeren betrof<br />
vereenvoudigingen wegens het maatschappelijk lagere niveau van de Molenwijk.<br />
5. De motivatie van de gemeente uit 2008 voor verandering van het bestemmingsplan<br />
hier was dat er dringend behoefte bestond aan een nieuw kinderdagverblijf voor<br />
DAK. Die laatste bouwt inmiddels in de Draaistraat een nieuw onderkomen.<br />
6. Een bijzondere kans biedt hergebruik van het bestaande gebouw wegens de alom<br />
aanwezige "overmaat", waardoor nieuwe kwaliteiten mogelijk worden.<br />
7. Er is een grote, latente behoefte in de buurt aan gemeenschapsvormende en<br />
-ondersteunende initiatieven. Een markant, potentieel open en meervoudig te<br />
gebruiken maatschappelijke voorziening als de Ketelstraatschool komt daar optimaal<br />
tegemoet.<br />
De eerste drie conclusies zijn argumenten voor bijzondere waardering van dit gebouw in<br />
relatie tot zijn omgeving.<br />
De overige conclusies leveren aanvullende argumenten voor een duurzaam en<br />
maatschappelijk betekenisvol perspectief voor de hergebruikte locatie.<br />
22
Geraadpleegde bronnen<br />
• gemeente Den Haag, redengevende omschrijving beschermd stadsgezicht<br />
Laakkwartier, gemeentelijk bestemmingsplan Laakwijk-Schipperkwartier 2010,<br />
kenmerk NL.IMRO.0518.BP0157FLaakwijk-50VA<br />
• gemeente Den Haag, toelichting nota van uitgangspunten Ketelstraat 21-23,<br />
[www.denhaag.nl]<br />
• gemeente Den Haag, projectdocument Ketelstraat 21-23, 24 augustus 2009<br />
• gemeente Den Haag, uitgangspuntennota Ketelstraat 21-23, 18 november 2008<br />
• documentatie monumentale BKR opdracht atelier Potvis 1987<br />
• V. Freijsser, M. Teunissen, Schoone Eenheid. Stedenbouw en architectuur van de<br />
Nieuwe Haagse School, Den Haag: Uitgeverij de Nieuwe Haagsche2010<br />
• kadastraal bericht 's-Gravenhage AI AI 1833<br />
• Geschiedenis van Laakkwartier-Noord en Molenwijk<br />
• RKD/Artists, recordnummer. 86713 (Zwart, D.C. Van der)<br />
• Allard Zwolsman, rapport Wijkonderzoek Laak - juni 2011<br />
• Leo Oorschot, preprint “De schoonheid van een geometrisch perspectief”, HAACS # 4<br />
(2013)<br />
• Marijke Bruggeman, <strong>Rapport</strong> bouwkundige geschiedenis van de Molenwijk<br />
• Afdeling archeologie gemeente Den Haag, bureauonderzoek Ketelstraat 21-23, Den<br />
Haag 2010.<br />
Colofon<br />
Samenstelling Riemer Knoop, Marijke Bruggeman, Roeena Patmo-Mahdi<br />
Eindredactie <strong>Gordion</strong> <strong>Cultureel</strong> <strong>Advies</strong>, Amsterdam, www.<strong>Gordion</strong>.nl<br />
Beeldmateriaal Roeena Patmo-Mahdi/Mike Patmo, tenzij anders vermeld.<br />
Wij hebben ons best gedaan om alle rechthebbenden met betrekking tot (foto-) materiaal in dit rapport te<br />
achterhalen. Eenieder die meent dat zijn/haar materiaal zonder voorafgaande toestemming hier is gebruikt,<br />
verzoeken wij om dat kenbaar te maken.<br />
Amsterdam, februari 2013<br />
23