Voeropname biggenneemt toe Orienterend onderzoek - Jagran
Voeropname biggenneemt toe Orienterend onderzoek - Jagran
Voeropname biggenneemt toe Orienterend onderzoek - Jagran
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Diervoedin2<br />
<strong>Voeropname</strong> biggen<br />
<strong>Orienterend</strong> <strong>onderzoek</strong><br />
neemt <strong>toe</strong><br />
Algenkwekerij Barchem BV heeft een systeem ontwikkeld om zoetwaterwieren te kweken in<br />
waterbasins die de dunne fractie van varkensmest bevatten. De algen kunnen met goede resul-<br />
taten aan de voeding van biggen worden <strong>toe</strong>gevoegd, zo blijkt uit orienterend <strong>onderzoek</strong>.<br />
[Ir. Wa/ter lansen en<br />
prof. dr. ir. Anton Beynen]<br />
De algenkwekerij in Barchem ontwikkelde een systeem om zoetwaterwieren te kweken in waterbas<br />
ins die de dunne fractie van varkensmest bevatten.<br />
Het voeren van zoetwaterwieren aan<br />
varkens is sinds 1968 bekend uit de lite<br />
ratuur. Inmiddels zijn hierover meer<br />
dan 50 artikelen verschenen. Centraal<br />
daarin staat het hoge eiwitgehalte van<br />
zoetwaterwieren. Er zijn zeer veel verschillende<br />
soorten zoetwaterwieren<br />
met ieder hun specifieke eigenschap<br />
pen. Onderzoeker ir. Walter Jansen van<br />
<strong>Jagran</strong> Zoological Research &<br />
Tabel 1. Samenstelling van Scenedesmus<br />
Ruw eiwit<br />
Ruwe celstof<br />
Ruw vet<br />
Ruw as<br />
p<br />
EW<br />
Gehalten in de drogestof.<br />
Het drogestofgehalte<br />
van de wieren was 3.4%<br />
49,7 %<br />
17,1%<br />
4,2 %<br />
14,5 %<br />
2%<br />
1,06<br />
Development deed orienterend <strong>onderzoek</strong><br />
naar de technische resultaten van<br />
biggen na <strong>toe</strong>voeging van zoetwaterwieren<br />
aan de voeding. Het <strong>onderzoek</strong><br />
werd gedaan in samenwerking met<br />
professor Anton Beynen van de afdeling<br />
Voeding van de Faculteit<br />
Diergeneeskunde in Utrecht.<br />
Jansen voerde het <strong>onderzoek</strong> uit op<br />
het varkensbedrijf van J. Markink te<br />
Barchem en gebruikte daarbij zoetwaterwieren<br />
die worden gekweekt door<br />
Algenkwekerij Barchem. De zoetwaterwieren<br />
van deze kwekerij zijn van het<br />
soort Scenedesmus en hebben een<br />
eiwitpercentage in de droge stof van<br />
50 procent (tabel 1). De aminozuursa<br />
menstelling van het eiwit komt over<br />
een met die van raapzaad. De zoetwaterwieren<br />
realiseren in Barchem een<br />
jaarproductie van 30 ton droge stof per<br />
ha.<br />
Uitvoering<br />
Op het varkensbedrijf van J. Markink zijn<br />
op een afdeling met acht hokken de<br />
technische resultaten van biggen geme<br />
ten gedurende de eerste maand na spe<br />
nen. De speenleeftijd was 28 dagen. De<br />
helft van de dieren kreeg onbeperkt<br />
zoetwaterwieren gemengd met water<br />
(drogestofgehalte 3.4 procent) via de<br />
drinknippels en daarnaast een aangepas<br />
te biggen brok (testbrok, zie tabel 2). De<br />
andere helft kreeg alleen onbeperkt lei<br />
dingwater en biggen brok (controle brok,<br />
zie tabel 2). De aangepaste biggen brok<br />
was met betrekking tot eiwit en energie<br />
gebaseerd op een verwachte opname<br />
van 5 procent droge stof uit zoetwaterwieren<br />
in het totale rantsoen. De totale<br />
opname aan biggenbrok voor de contro<br />
le- en testgroep werd berekend als aanvoer<br />
minus de eindvoorraad. De water<br />
opname in de controlegroep en de<br />
opname aan zoetwaterwieren-suspensie<br />
in de testgroep is gemeten met doorstroommeters.<br />
De dieren zijn gewogen<br />
op de dag van spenen en na 29 dagen.<br />
De gewichten zijn per hok gemiddeld en<br />
met elkaar vergeleken. Elk hok had 13<br />
of 14 dieren. Er waren vier hokken per<br />
behandeling. De borg/zeug-verhouding<br />
in de controle groep was 28/24 en in de<br />
testgroep 31/24.<br />
<strong>Voeropname</strong><br />
De biggen in de testgroep namen een<br />
rantsoen op bestaande uit 10,9 procent<br />
zoetwaterwieren en 89,1 procent aange<br />
paste brok in de droge stof. Omdat de<br />
opname van zoetwaterwieren veel<br />
hoger was dan verwacht, was het rant<br />
soen van de testdieren rijker aan eiwit<br />
dan dat van de controle dieren (tabel 2).<br />
Het verstrekken van zoetwaterwieren
•<br />
na <strong>toe</strong>voeging z<br />
-<br />
De zoetwaterwieren realiseren een jaarproductie van 30 ton droge stof per hectare.<br />
verbeterde de gemiddelde dagelijkse<br />
groei met 91 g. De extra groei wordt<br />
verklaard door een verhoogde voeropname.<br />
Biggen, die zoetwaterwieren kregen,<br />
namen 7,4 procent meer biggenbrok<br />
op dan de controlegroep. Dit ging<br />
samen met een verhoogde wateropname.<br />
De geschatte wateropname in de<br />
controlegroep was 1,30 Itr per dier per<br />
dag. De opname aan wieren bevattend<br />
water was 1,88 Itr per dier per dag. Het<br />
gehalte aan drogestof in de vorm van<br />
wieren was 1,02 procent. De EW-conversie<br />
toonde een tendens naar verbetering<br />
als gevolg van de opname van zoetwaterwieren.<br />
Wellicht stimuleerden de wieren<br />
de voeropname door de extra wateropname<br />
en/of hadden de wieren een<br />
positief effect op de gezondheid van de<br />
biggen. Herhaling van dit <strong>onderzoek</strong> en<br />
uitgebreider vervolg<strong>onderzoek</strong> is noodzakelijk<br />
om tot harde uitspraken te kunnen<br />
komen.<br />
Mestproblematiek<br />
Zoetwaterwieren kunnen mogelijk bijdragen<br />
aan oplossing van de mestproblematiek<br />
in de varkenshouderij door<br />
herintroductie van uitgescheiden stikstof<br />
en fosfor in het varkensvoer.<br />
Voorwaarde is dat een hoge opname<br />
door de dieren wordt gerealiseerd. In<br />
deze proef bevatte het testra ntsoen<br />
naar schatting 10,9 procent zoetwaterwieren<br />
in de totale droge stof. Volgens<br />
de literatuur kunnen percentages van 15<br />
procent zoetwaterwieren worden<br />
bereikt.<br />
De aminozuursamenstelling van het<br />
eiwit kan worden beinvloed door de<br />
keuze van het soort zoetwaterwieren en<br />
door aanpassing van de groeicondities.<br />
De aminozuursamenstelling en ileale<br />
verteerbaarheid bepaalt de eiwitwaarde<br />
van de zoetwaterwieren.<br />
Zoetwaterwieren hebben voldoende<br />
licht en temperatuur nodig om te kunnen<br />
groeien. Dit betekent dat in de wintermaanden<br />
geen wieren voorhanden<br />
zijn. Juiste opslagfaciliteiten garanderen<br />
de beschikbaarheid van de zoetwaterwieren<br />
in de wintermaanden.<br />
Een van de doelstellingen van het voeren<br />
van zoetwaterwieren is het terugdringen<br />
van het overschot aan stikstof<br />
Tabel 2. Samenstelling van de brokken en het volledige rantsoen van de testdieren<br />
Ruw eiwit<br />
Ruwe celstof<br />
Ruw vet<br />
Ruw as<br />
P (gr/kg)<br />
EW<br />
Gehalten in de droge stof<br />
Het opgenomen testrantsoen betreft testbrok plus wierensuspensie<br />
Tabel 3. Technische resultaten van de biggen (spenen tot dag 30)<br />
* p= 0.04 (Student's t-test)<br />
Controlebrok<br />
(87,7% ds)<br />
18,0%<br />
5,0%<br />
5,4%<br />
5,4%<br />
5,0<br />
1,25<br />
Gr groeit dier/ dag ± SD<br />
Gemiddeld aantal mestdagen<br />
<strong>Voeropname</strong> (gr brokt dier/ dag)<br />
Voederconversie (kg brokt kg groei)<br />
** Exclusief de opname aan wieren<br />
en fosfaat. Door het voeren van grote<br />
hoeveelheden zoetwaterwieren wordt in<br />
ieder geval de aanvoer van stikstof en<br />
fosfor op het bedrijf gereduceerd. Of en<br />
zo ja in welke mate het overschot aan<br />
stikstof en fosfor wordt verminderd,<br />
moet worden bepaald in een vervolg<strong>onderzoek</strong>.<br />
Ook zal beoordeeld moeten<br />
worden of het voeren van zoetwaterwieren<br />
gekweekt op varkensmest<br />
gezondheidsrisico's voor dieren inhoudt.<br />
Voor praktische <strong>toe</strong>passing dienen de<br />
wieren in wettelijke zin buiten de kwalificatie<br />
bijzondere stikstofhoudende producten<br />
te vallen. _<br />
Testbrok<br />
(87,8% ds)<br />
16,9%<br />
5,3%<br />
5,8%<br />
5,2%<br />
4,9<br />
1,26<br />
Controle<br />
283 ± 21<br />
29<br />
553<br />
1,95<br />
Testrantsoen<br />
(23,7% ds)<br />
20,5%<br />
6,6%<br />
5,6%<br />
6,2%<br />
4,6<br />
1,24<br />
Testgroep<br />
374 ± 86*<br />
29<br />
594<br />
1,59**<br />
De Molenaar ~ 22 september 2000