You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Maar we kunnen natuurlijk ook schrijven:<br />
- 23 = 2×10 + 3 (en in dit geval dus niet 23 = 20 + 3)<br />
- 1024 = 10 3 + 2×10 + 4×1<br />
- 340317 = 3×10 5 + 4×10 4 + 3×10 2 + 10 + 7<br />
Let wel: 10 en 7 worden in dit laatste geval niet opgeteld. ◊<br />
In het tweede deel van het voorbeeld zijn enkele regels toegepast die je bij het schrijven van<br />
getallen in de PW-vorm mag toepassen.<br />
1) Is in een term van de PW-vorm een coëfficiënt van een macht van 10 gelijk <strong>aan</strong> 0, dan<br />
mag je die term weglaten.<br />
2) 1 × 10 p mag je schrijven als 10 p .<br />
3) 10 1 mag geschreven worden als 10; ook 1 × 10 1 mag geschreven worden als 10 (volgens<br />
regel 2 met p = 1).<br />
4) a × 10 0 mag geschreven worden als a × 1 of als a.<br />
N.b. Als je regel 1 toegepast hebt, dan is het <strong>aan</strong>tal termen van de PW-vorm natuurlijk niet<br />
meer gelijk <strong>aan</strong> het <strong>aan</strong>tal cijfers van het betreffende getal.<br />
Opmerking. Het is in de rekenkunde (en daarmee ben je nu bezig) ongebruikelijk een getal<br />
te laten beginnen met een 0. Dus wordt 0347 geschreven als 347.<br />
Opgave 1<br />
Schrijf de getallen 1, 10, 100, 1000 en 10001 in de PW-vorm.<br />
Doe hetzelfde met 7, 73, 73100 en 731927307.<br />
Verkort – Soms kennen we de cijfers van een getal niet, maar weten we wél het <strong>aan</strong>tal cijfers<br />
waarmee het getal geschreven wordt.<br />
De cijfers kunnen we dan met letters <strong>aan</strong>geven als ‘variabelen’. We beginnen dan meestal<br />
met a, b, c, … en reserveren x, y, z voor bijzondere gevallen. Het laatste cijfer (op positie 0<br />
in het getal) geven we soms <strong>aan</strong> met de letter k.<br />
De waardes die a, b, c, … kunnen <strong>aan</strong>nemen, zijn dus in principe 0, 1, 2, …, 9.<br />
Voor de getallen zelf gebruiken we hoofdletters (meestal een G).<br />
Voorbeeld. Voor een getal G van 4 cijfers is de PW-vorm dus te schrijven als:<br />
G = a · 10 3 + b · 10 2 + c · 10 + d<br />
maar, G = 1000a + 100b + 10c + d mag natuurlijk ook.<br />
In dit geval is dus zeker dat a ≠ 0 (waarom?). ◊<br />
De PW-vorm van een getal kunnen we, bij gebruik van letters als cijfers, ook korter schrijven,<br />
in de verkorte PW-vorm:<br />
Voor een getal G van 4 cijfers schrijven we in plaats van:<br />
G = a · 103 + b · 102 + c · 10 + d<br />
verkort:<br />
G = abcd <br />
Het ‘boogje’ boven de letters geeft dus <strong>aan</strong> dat met die letters cijfers bedoeld zijn. Verder is<br />
a ≠ 0 en hoeven de waardes van a, b, c, d natuurlijk niet alle verschillend te zijn.<br />
Maar staat er bijvoorbeeld abab , dan hebben de a’s en de b’s in dat getal natuurlijk dezelfde<br />
waarde.<br />
<strong>Rekenen</strong> <strong>aan</strong> <strong>wortels</strong> [ 2 ] Copyright 2010 Diemitz SL Rotterdam