De Asdonken van Taxandria - Verasdonck
De Asdonken van Taxandria - Verasdonck
De Asdonken van Taxandria - Verasdonck
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>De</strong> <strong>Asdonken</strong> <strong>van</strong> <strong>Taxandria</strong><br />
<strong>De</strong>ze <strong>Asdonken</strong> lagen aan oost-west en noord-zuid lopende handelsroutes <strong>van</strong> de voormalige<br />
Romeinse provincie Germania Secunda. Het gebied noordelijk <strong>van</strong> de rivieren <strong>De</strong>mer en Jeker<br />
en westelijk <strong>van</strong> de Maas omvatte de gouw <strong>Taxandria</strong>, dat onderverdeeld was in drie<br />
graafschappen: Rode, Loon en Strijen. <strong>Taxandria</strong> bestond als bestuurseenheid tot einde 10de<br />
eeuw en omvatte toen de huidige Nederlandse provincie Noord-Brabant en de Belgische<br />
provincie Limburg. Tussen de waterloop <strong>van</strong> de Nete en de Schelde lag de gouw Rien (pagus<br />
Renensium), wat ongeveer overeenkomt met de huidige provincie Antwerpen. Ten zuiden <strong>van</strong><br />
de Jeker en de <strong>De</strong>mer lagen de gouwen Haspen en Hene. Vijf <strong>Asdonken</strong> lagen op een grens of<br />
grensgebied <strong>van</strong> <strong>Taxandria</strong> en één Asdonk lag aan de Rijn bij de Karolingische burcht<br />
“Rynberg”, waar de Romeinse heirbaan een splitsing had naar de Maas. Ook in dit gebied<br />
tussen de Rijn en de Maas, werd in die tijd een Sallisch dialect gesproken, later bekend als<br />
“Brabants”.
I <strong>De</strong> Asdonk in Rixtel op de grens met Bakel, niet ver <strong>van</strong> Vlierden, waar ooit de enige<br />
Romeinse tempel in het Peelgebied lag. In de 8 ste eeuw ontstond hier een kerkelijke grens<br />
tussen de bisdommen <strong>van</strong> Trier en Luik. <strong>De</strong> landgoederen behorende bij deze Asdonk lagen<br />
zowel in Rixtel als in Bakel, dat toen een bekende pleisterplaats was <strong>van</strong> zowel hofmeijer<br />
Pepijn als Keizer Karel de Grote. <strong>De</strong> kerkelijke grens liep dus dwars door het domein. <strong>De</strong><br />
noord-zuid Kempenroute liep door tot aan de Maas bij Rossum. <strong>De</strong>ze Asdonk post was in de<br />
14 de eeuw in het bezit <strong>van</strong> de Heer en ridder de Roovere.<br />
II Ook de grens tussen de vorstendommen Kurköln en Moers liep dwars door het erf <strong>van</strong> de<br />
Asdonk bij Rheinberg, die aan de handelsweg lag tussen Rheinberg en Venlo. Op verzoek <strong>van</strong><br />
de aartsbisschop <strong>van</strong> Keulen vestigde de riddes <strong>van</strong> Asdonk rond 1050 op deze Asdonk om zo<br />
beter toezicht te hebben op de toevoer <strong>van</strong> goederen voor de wederopbouw <strong>van</strong> de toen 300<br />
jaar oude Karolingische burcht Rynberg. Op deze meest Oostelijke Asdonk heeft het<br />
riddergeslacht tot aan 1265 gewoond. <strong>De</strong> laatste ridder <strong>van</strong> Asdonk, Hendrik, overleed in<br />
1258 na een zware verwonding bij een toernooi in Keulen. Zijn weduwe Luitgarda <strong>van</strong><br />
Vrymersheim verkocht dit Landgoed in 1265 aan het klooster Kamp. In 1147 was Stromör,<br />
het oostelijk gedeelte <strong>van</strong> het orginele Asdonk domein verkocht aan het klooster <strong>De</strong>utz.<br />
III <strong>De</strong> grens tussen de Belgische provincies Limburg en Brabant, even ten noorden <strong>van</strong> de<br />
stad Diest, loopt dwars door het erf <strong>van</strong> <strong>De</strong> Asdonk bij Diest. Dit was ooit de grens tussen de<br />
gouwen <strong>Taxandria</strong> en Hene. Dit Asdonk domein besloeg landerijen tussen <strong>De</strong>urne,<br />
Engsbergen en Molenstede op de oostflank <strong>van</strong> de meest noordelijke Hagelandse heuvel<br />
“Dassenaarde”. <strong>De</strong>ze meest zuidelijke Asdonk lag aan het begin <strong>van</strong> de zuid-noord<br />
Kempenroute. <strong>De</strong> eerste vermelding <strong>van</strong> eigenaren <strong>van</strong> deze Asdonck gaat helaas niet verder<br />
terug dan eind 12 de eeuw. Alle eigenaren <strong>van</strong> deze Asdonk waren aristocraten tot heden toe.<br />
Bijna 300 jaar land hebben de prinsen <strong>van</strong> Nassau, tussen 1497 en 1793, het landgoed in hun<br />
bezit gehad. Vanaf de Romeinen tot na de Karoligische periode was hier een tolpost, waar de<br />
ridders <strong>van</strong> Asdonk vóór 1050 vermoedelijk hun hoofdzetel eerst hebben gehad.<br />
IV <strong>De</strong> Asdonk in Leopoldsburg ligt aan de grens tussen de Belgische provincies Limburg en<br />
Antwerpen. <strong>De</strong>ze grens bestaat al <strong>van</strong>af het begin <strong>van</strong> de middeleeuwen (400 – 700 AD)<br />
tussen de gouwen <strong>Taxandria</strong> en Rien. Het landgoed strekte uit tot over de grens, want in de<br />
aangenzende gemeente Oostham, in het bosgebied, is een oude onverharde landweg: de<br />
Asdonkstraat. Ook interessant te weten dat de kerktoren <strong>van</strong> de Onze-Lieve-Vrouw<br />
Geboortekerk in Oostham dateert uit de 10e eeuw en is daarmee de oudste bestaande<br />
kerktoren <strong>van</strong> de Benelux. Een aanwijzing <strong>van</strong> vroegere activiteiten in een regio dat sinds het<br />
begin <strong>van</strong> de 19 de eeuw volledig in het teken stond <strong>van</strong> het Belgische leger. <strong>De</strong>ze meest<br />
westelijke Asdonk lag aan de zuid-noord Kempenroute, waar een weg afsplitste naar<br />
Antwerpen. Tussen de Asdonk en Postel, waar in de 12 de eeuw een Norbertijnen abdij werd<br />
gesticht, was een 22 km lange samenvoeging <strong>van</strong> de noord-zuid Kempenroute en de<br />
noordelijke Antwerpen-Maas route, zodat de abdij te Postel daarna een belangrijk<br />
knooppunt werd in het graafschap Loon.<br />
V <strong>De</strong> Asdonk, op de grens tussen Kessenich, Neeritter en Thorn was een typische donk in<br />
een regelmatig door de Maas overspoeld gebied. Het was een tolpost bij de Romeinse tempel<br />
Casiniacum aan de Maas. Vanaf deze centraal gelegen Asdonk liep een de oost-west
Kempenroute tussen de Maas en Antwerpen. <strong>De</strong> grens tussen <strong>Taxandria</strong> en de Maasgouw<br />
liep dwars door de Asdonk. Later in de 14 de eeuw nog vermeld bij een grensgeschil tussen de<br />
heerlijkheden Kessenich, Neeritter en Thorn. Het was een belangrijke tolpost tot aan de<br />
stichting <strong>van</strong> het klooster in Thorn, einde 10 de eeuw, waarna de economische betekenis <strong>van</strong><br />
deze Asdonk snel achteruit is gegaan. In de periode dat de Vikingen de regio belaagden lag<br />
Kessenich nog aan de Maas. <strong>De</strong>ze Asdonk tolpost die halverwege de route lag tussen de<br />
Asdonk in Rheinberg en die <strong>van</strong> Molenstede, werd in de 11 de eeuw in bezit genomen door de<br />
graaf <strong>van</strong> Kessenich om zo de bouw <strong>van</strong> zijn motteburcht te financieren.<br />
VI <strong>De</strong> Asdonk in Veghel is de meest noordelijke Asdonk aan de westflank <strong>van</strong> de Aa in het<br />
noordelijke gedeelte <strong>van</strong> Veghel. Hier eindigde de beveiliging <strong>van</strong> de Kempenweg. <strong>De</strong> rest <strong>van</strong><br />
de route naar Dorestad in het Friezenland ging over de Maas en Waal bij Grinnis (Rossum),<br />
door de Betuwe tot aan de Rijn. Veghel was niet veilig <strong>van</strong>wege de vele invallen <strong>van</strong> de<br />
Friezen, later ook de Noormannen, zodat daar alleen een tolpost heeft gestaan, zonder<br />
burcht of pleisterplaats. <strong>De</strong>ze Asdonk post lag eigenlijk niet aan een grens maar in een<br />
grensgebied dat in de 8 ste – 10 de eeuw veelvuldig werd opgeëist en betwist door diverse<br />
landheren. In de 11 de eeuw kwam het gebied onder controle <strong>van</strong> de heren <strong>van</strong> cuyck. <strong>De</strong>ze<br />
Asdonk verloor al gauw haar originele rol en moet deze tolpost ruim vóór 1000 zijn<br />
opgegeven. In 12 de eeuwse cijnsboeken, werd vermeld dat deze Asdonk vóór 1190 direct<br />
cijnsplichtig was aan St Oedenrod, waar de graven <strong>van</strong> Rode hun burcht hadden.<br />
Na Karel de Grote kwam <strong>Taxandria</strong> onder bestuur <strong>van</strong> keizer Lotharius. Het centrale gezag<br />
<strong>van</strong> Lotharingen was zwak, waardoor lokale oorlogen de regionale machtsverhoudingen<br />
veranderde. <strong>De</strong> graven en landheren hadden ook nog een tactische huwelijkspolitiek om via<br />
vererving hun macht uit te breiden, dat weer nieuwe oorlogen uitlokte om hun vermeende<br />
rechten op gebieden op te eisen. Onderlinge oorlogen en “ongehoorzaamheid” aan de<br />
(Duitse) keizer bleef voortduren in de 11 de eeuw. Vooral omdat juist de landheren tussen de<br />
Maas en de Schelde, zich weinig <strong>van</strong> de keizerlijke decreten aantrokken en rustig hun eigen<br />
gang gingen, werd Aartsbisschop <strong>van</strong> Keulen Herman II tot hoofd <strong>van</strong> de militaire macht<br />
benoemd in 1046. Hij bleef dat tot 1051. In die Periode hebben de ridders <strong>van</strong> Asdonk zich<br />
op hun landgoed bij Rheinberg gevestigd. <strong>De</strong> ridders <strong>van</strong> Asdonck waren toen dus al 300 jaar<br />
ridders <strong>van</strong> de krijgsmannen stand. <strong>De</strong> aartsbisschop kreeg toen de ruim 300 jaar oude<br />
Karolingische veste Rynberg, met bijbehorend gebied, door een schenking <strong>van</strong> de graaf <strong>van</strong><br />
Kleve, omdat de graaf het onderhoud niet kon bekostigen. <strong>De</strong> Ridders <strong>van</strong> Asdonk kregen<br />
toezicht op de aanlevering <strong>van</strong> goederen voor de herstelwerkzaamheden <strong>van</strong> de burcht.<br />
Dit was ook de tijd dat de wereldlijke macht en invloed <strong>van</strong> het graafschap Loon in het<br />
kerkelijke centrum Luik/Tongeren snel groeide. Mede daarom ook dat de band tussen de<br />
diverse <strong>Asdonken</strong> aan de grenzen <strong>van</strong> het opstandige graafschap Loon en die te Rixtel en<br />
Rheinberg werd verbroken, nadat de Asdonk bij Bij Kessenich door de lokale heer in beslag<br />
was genomen. Het graafschap Loon werd uiteindelijk geanexeerd door het prinsbisdom Luik,<br />
zodat de Asdonk bij Diest waarschijnlijk rond die tijd al was verkocht.<br />
Voordat Rheinberg stadsrechten kreeg in de 13 de eeuw, zijn de ridders <strong>van</strong> Asdonk vaak<br />
vermeld in de voorgeschiedenis <strong>van</strong> die plaats.<br />
<strong>De</strong> ridder Giesbert <strong>van</strong> Asdonk was, samen met de Ridder <strong>van</strong> Eijl en de ridder <strong>van</strong><br />
Millendonk, getuige bij de oprichting <strong>van</strong> het Cisterciënzer klooster “Kamp” bij Rheinberg op<br />
25 januari 1123, toen de eerste 12 monniken door de bisschop <strong>van</strong> Keulen, Frederik I von
Schwarzenberg, werden gezegend. Ridder Jacobus <strong>van</strong> Asdonk werd vermeld in 1147 toen<br />
hij het gebied Stromoers verkocht aan de benedictijner abdij <strong>De</strong>utz (in Keulen) om zo zijn<br />
kosten voor de kruistocht te kunnen betalen. Later in 1256 verkocht Abdij <strong>De</strong>utz dat gebied<br />
door aan het klooster Kamp. Ridder Hendrik <strong>van</strong> Asdonk was getuige bij deze transactie.<br />
Ridder Hendrik <strong>van</strong> Asdonk, de laatste ridder in een reeks <strong>van</strong> minstens 15 generaties <strong>van</strong><br />
het geslacht Asdonk, was enige maanden na een zware verwonding op een toernooi in<br />
Keulen in 1258 overleden. Omdat de jonge weduwe Luitgarda, dochter <strong>van</strong> ridder <strong>van</strong><br />
Friemersheim nog geen 27 jaar oud was, werd ze onder voogdij gesteld <strong>van</strong> Gerardus i<br />
Prego, die <strong>van</strong>af die tijd als hoofdbewoner <strong>van</strong> het landgoed de Asdonk bij Rheinberg was<br />
geregistreerd. In 1260 verkocht Luitgarda dit landgoed aan het cisterciënzer klooster Kamp<br />
voor zoveel geld dat de eerste keurvorst en aartsbisschop <strong>van</strong> Keulen, Kunrad von<br />
Hochstaden, dit moest goedkeuren. Luitgarda’s twee oudste zoons, Jacobus en Johannes,<br />
tekenden de verkoopakte mee. In 1265 werd de verkoop in Rheinberg bevestigd en vertrok<br />
Luitgarda naar Rixtel, het laatste landgoed <strong>van</strong> de ridders <strong>van</strong> Asdonk. Haar oudere zoons<br />
Johannes en Jacobus bleven in de buurt <strong>van</strong> Rheinberg. Jacobus kocht een landgoed in<br />
Budberg en Johannes in Xanten. Zij zijn de stamvaders <strong>van</strong> de “Asdonk” takken in Duitsland.<br />
Hun jonger broers Gottfriett en Hendrik <strong>van</strong> Asdonk kochten landgoederen in Beuningen en<br />
in Breda.<br />
Literatuur:<br />
- “Vita Karoli Magni imperatori”, Nederlandse vertaling 1955<br />
- R. Van de Ven, ‘1000 jaar watervoorziening in Diest’ (1997)<br />
- “Diestsche Cronycke” <strong>van</strong> de middeleeuwen<br />
- “het Domein en zijn Meesters” in Oost-. Jrg 10 (1973) p 44-49 Heren <strong>van</strong> Groot Asdonck<br />
(Vanderwaeren, Silvain Irenaeus Luis)<br />
- <strong>De</strong> volksverhaalcollectie <strong>van</strong> het Seminarie voor Volkskunde K.U.Leuven /<br />
NARRATOLOGIE Historisch perspectief. K.C. Peeters, ‘Sagenonderzoek aan de Leuvense<br />
universiteit’, Volkskunde 61 (1960) 11-20<br />
- S. Top, ‘Van motief en type tot de studie <strong>van</strong> context en repertoire - Het (Leuvense)<br />
volksverhaalonderzoek nu’, Volkskunde 80 (1979) 99-128<br />
- drs. Bas Aarts Texandrië, <strong>van</strong> omstreden gouwbegrip naar integratie in het hertogdom1<br />
(1992) Tilburgse Historische Reeks<br />
- OTTEN, Ad— <strong>De</strong> vestiging <strong>van</strong> de Duitse Orde in Gemert. 1200-1500 Gemert, <strong>De</strong><br />
Kommanderij Gemert, 1987<br />
- 800 jaar Aarle-Rixtel; Van Ricstelle tot Aarle-Rixtel / J. Coenen / studiezaal RIC Helmond<br />
- <strong>De</strong> Geschiedenis <strong>van</strong> Brabant, <strong>van</strong> hertogdom tot heden. Waanders Uitgevers. ISBN 90-<br />
8526-101-5. Onder redactie <strong>van</strong> Prof.em.dr. R. <strong>van</strong> Uyten, Prof.dr C. <strong>van</strong> Bruneel, Prof.dr.<br />
A.M. Koldeweij, Prof.dr. A.W.F.M. <strong>van</strong> de Sande, Drs J.A.F.M. <strong>van</strong> Oudheusden.<br />
- Het Graafschap Loon (11 de -14 de Eeuw) Ontstaan, Politiek en InstellingenVan Gorcum-<br />
Assen ISBN 9023202627 / Dr J. Baeten<br />
- B.W. Beemers “Beuningen in oude Ansichten (Toen Boekje) uitgeverij Europeesche<br />
Bibliotheek (1991)<br />
- Werkgroep Beuningse Straatnamen, © Gemeente Beuningen, 1998 “<strong>De</strong> Geschiedenis<br />
ligt op straat” druk: WNO Grafische Industrie Nijmegen<br />
- H. Vannoppen: In en om de molen in Midden-Brabant, Midden-Brabant, 1988, 3 de jg<br />
zomerrnummer
- W. Rijk: Over molenijzers in wapenschilden, Ons Heem, 1971<br />
- H.W.M.J. Kits Nieuwenkamp: Encyclopedie <strong>van</strong> de heraldiek, Elzevier Pocket, A.37, 1961<br />
- “Kronieken <strong>van</strong> Breda” tot 1811<br />
- Handboek der wapenkunde J.B. Rietstap (1857)<br />
- Tilburgse Historische Reeks Jaargang 1992 uitgave 1, Pagina 8-42. Texandrië, <strong>van</strong><br />
omstreden gouwbegrip naar integratie in het hertogdom/ Hoofdlijn en vraagtekens (drs.<br />
Bas Aarts)<br />
- Kloster Kamp Geschichte und Gegenwart von Erich Willicks &Pater Georg O. Carm. 2000<br />
Eigenverlag Kloster Kamp<br />
- “Beitrage zur Geschichte des Gutes Asdonk in Ortsteil Rossenray der stadt Kamp-Lintfort”<br />
(fast schon ein nachruf) in: <strong>De</strong>r Niederrhein jahrgang 60 Heft 4 October 1993 (Jurgen<br />
Kwiatkowski:)<br />
- Dr. Georg Geisbauer, O. Carm., Kloster Kamp, seine Äbte und Filiationen; Die Kamper<br />
Chronik (Eigenverlag Kloster Kamp), Kamp-Lintfort 2002<br />
- Kevelaer, Butzon und Bercker 1985. 388 S. : Ill., Kt., Orig.-Broschur, 4° Veröffentlichungen<br />
der staatlichen Archive des Landes Nordrhein-Westfalen : Reihe C, Quellen und<br />
Forschungen ; 22 ISBN: 3-7666-9431-6.<br />
- “Die Abtei Camp am Niederrhein”, Geschichte des ersten Cistercienserklosters in<br />
<strong>De</strong>utschland (1123 - 1803), Moers O. J. Mathias Dicks,<br />
- Rheinberg - eine kleine Geschichtsbetrachtung von Dr. Ulrich Springorum "<strong>De</strong>r<br />
Niederrhein", 55. Jgg., Okt. 88, Heft 4<br />
- Budberg und Rheinberg feieren die erste urkundliche erwahnung vor 1000 Jahren von<br />
Sabine Sweetir und Claudia Hochstein von Rheinberg Stadtarchiv, Jahrbuch Kreis Wesel<br />
2003<br />
- Die Sakularisation der Abtei Kamp von Pater Georg Geisbauer O. Carm. 2003 Eigenverlag<br />
Kloster Kamp<br />
- Kloster Kamp Die Alte Bibliothek von Pater Georg O. Carm. 2006 Eigenverlag Kloster<br />
Kamp<br />
- Kloster Kamp Seine Abte und Filiationen, Die Kamper Kroniek von Pater Georg O. Carm.<br />
2002 Eigenverlag Kloster Kamp