03.09.2013 Views

Corsica reisverslag - SKK

Corsica reisverslag - SKK

Corsica reisverslag - SKK

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Corsica</strong> <strong>reisverslag</strong><br />

De oude Grieken noemden het “Kalliste” nu staat het bekend als “Ile de Beauté”. Zet daarop een<br />

witte vlag met een zwarte morenkop en iedereen weet dat je het over <strong>Corsica</strong> hebt.<br />

Men zegt dat het zo klein is dat een snelle vis er in één dag rond zwemt en een duif er in één uur<br />

overheen vliegt, maar om het te leren kennen heb je honderd jaar nodig.<br />

Zoveel tijd is ons niet gegund, we hebben in het verleden dan ook maar een heel klein facet van<br />

dit woeste eiland leren kennen. De wilde voorjaarsbeken die het smelt- en regenwater van de<br />

2700 m hoge toppen naar de zee voeren. De maquis, het half hoge stekelige ondoordringbare<br />

struikgewas waar enkel hagedissen, wilde ezels en wilde zwijnen een thuis hebben.<br />

En dan zijn er de <strong>Corsica</strong>nen een trots, ruw en ruig volk. Niet alleen het goede, ook het slechte<br />

komt uit de zee zeggen ze in <strong>Corsica</strong> en dan bedoelen ze niet enkel de stormen die op de kust<br />

beuken.<br />

Sinds de oudheid zijn er vreemde mogendheden vanuit de zee hun land komen bezetten. Zelfs nu<br />

zien ze de Fransen nog als indringers, en die horden toeristen die elk jaar hun eiland<br />

overrompelen zouden ze liefst van al terug drijven vanwaar ze kwamen; terug de zee in.<br />

Een verwensing die je nog altijd hoort is dan ook “chi tu vaga in mare” ‘moge de zee je halen’.<br />

Mij niet gelaten, van die zee droom ik al 25 jaar en nu Veerle van mijn droom de hare heeft<br />

gemaakt is de tijd rijp om de rotsige westkust per kajak te gaan verkennen.<br />

22/08/05: 8.45uur: We nemen de snelle overzet van Nice naar Calvi. Het weer is mooi, de zee<br />

rustig. Drie uur later hebben we terug vaste grond onder de wielen en rijden direct naar El Bodri<br />

nabij Ile-Rousse, een rumoerige camping zo’n 25 km verder. We zetten de tent op, sorteren ons<br />

materiaal en verkennen Ile-Rousse. Een klein stadje op roodbruine rotsen met een marktplein<br />

waar Pasquale Paoli onder de palmbomen een standbeeld heeft gekregen. Hij is de enige die in<br />

de <strong>Corsica</strong>anse geschiedenis voor onafhankelijk heeft kunnen zorgen. Helaas voor hen is dat<br />

250 jaar geleden en heeft het maar 14 jaar geduurd. Ondertussen is er zeer veel wind opgekomen<br />

en we keren terug naar de camping. We zijn uitgerust om lichtgewicht te trekken, dus geen tafel,<br />

geen licht, geen literatuur of gezelschapspel. Als het om acht uur half negen donker wordt blijft<br />

er dan ook niets anders meer te doen dan te gaan slapen.<br />

23/08/05: Alles wat we niet nodig hebben tijdens onze trektocht steken we in de wagen de rest<br />

blijft met de tent en de boot achter in Ile-Rousse. Vandaag gaan we de wagen naar Plage de<br />

Piantarella brengen, het eindpunt van onze toertocht aan de andere kant van het eiland. Dwars<br />

door het binnenland rijdend krijgen we een mooi overzicht van het land. Boven ons zweven<br />

talloze rode wouwen. Met hun vleugelwijdte tot 1,9m weten ze elk zuchtje wind te benutten.<br />

Onderweg doen we Corte aan, hier klopt het revolutionaire hart van <strong>Corsica</strong>. Tijdens de korte<br />

onafhankelijkheid maakte Pasquale Paoli van Corte de hoofdstad van het eiland en voor de<br />

nationalisten is ze dat altijd gebleven al was het maar omdat het de Fransen zijn die de titel<br />

hoofdstad later aan Bastia hebben gegeven. In de late namiddag komen we in Bonifacio.<br />

We zoeken een plaatsje waar we de auto twee weken kunnen achterlaten, gaan een hapje eten en<br />

leggen ons even buiten de stad te slapen.<br />

24/08/05: We halen de huurauto op in Bonifatio en rijden kris kras over het eiland terug naar<br />

Ile- Rousse. Net voor sluitingsuur leveren we de wagen weer in en wandelen naar de camping.<br />

Morgen begint ons avontuur en gaan daarom vroeg onder zeil, maar slapen is nog niet voor<br />

direct met al die lawaaierige Italianen.


25/08/05: Het schelle gerinkel van de wekker zorgt er voor dat we direct klaarwakker zijn, ook al<br />

is het nog maar 6.00 uur. Wassen, eten, afbreken, inpakken en wegstouwen. De routine is er nog<br />

niet maar het zal een werkje blijven dat zo’n twee uur in beslag neemt.<br />

Als alles in en op de tweezit is vastgesjord<br />

kunnen we vertrekken. Boot en karretje<br />

kraken onder het gewicht als we naar het<br />

strand rijden. Het wordt een hele karwei om<br />

de vracht langs een smal padje, tussen de<br />

blokken, over de spoorweg, door een duin<br />

en af een trap te vervoeren. Een<br />

kajakkarretje met 4x4 da’s misschien nog<br />

een gat in de markt!<br />

8.00uur: We doen eindelijk de eerste<br />

paddelslagen van een tocht waar we al zo<br />

lang hebben naar uitgekeken. Het is warm,<br />

het waait nauwelijks en er staat een lange<br />

lage deining. Zo heb ik het me voorgesteld<br />

tijdens de voorbereidingen.<br />

8.45uur: Zo’n 5km verder is de wind komen opzetten en worden de golven alsmaar hoger. Als<br />

we Algayola passeren zijn we doornat van het spatwater en de overslaande golven. De golven<br />

zijn nu 1.5m hoog en de lange deining heeft plaats gemaakt voor putten en punten met<br />

schuimkoppen. Van rustig paddelen is allang geen sprake meer. Het is steken en kappen over de<br />

aankomende rollers. Veerle anticipeert perfect op elke aanstormende golf, precies zoals ik in m’n<br />

reflexen reageer. Ik ben blij dat mijn slagman (vrouw) haar wild water ervaring uit een ver<br />

verleden weer weet te benutten. Dat en een reuze boot maakt dat we niet in de problemen komen.<br />

Dit is de voorspelde 6 bft. Ik moet me zodanig concentreren op de golven en Veerle dat er geen<br />

tijd overblijft om de kaart, het kompas of de kust te bestuderen.<br />

De kaart die met een touw aan het kompas vastzit wordt door elke overslaande golf van het dek<br />

geveegd. Als we om 11.00uur aan de lijzijde van een rotseilandje even halt houden moet één van<br />

ons blijven paddelen om niet tegen de blokken gesmakt te worden. Ik vind op de kaart niks meer<br />

terug en doe dan maar een gok naar onze huidige positie (totaal verkeerd zal achteraf blijken).<br />

We steken een baai over met in de verte een versterkt stadje. Er naartoe varen en bezichtigen<br />

spreekt ons nu absoluut niet aan, de wind die schuin op kop staat vergt al onze energie. Wanneer<br />

ik bereken dat we de laatste twee uur vechten maar twee kilometer zijn gevorderd draaien we<br />

om13.00uur een baaitje in. Uit de wind en in de zon komen we weer op onze positieven. Veerle<br />

die alle voorop komende golven over zicht heeft gekregen kan nog met moeite haar ogen open<br />

krijgen, ze branden van het zout. We leggen er de blok op voor vandaag en drogen alles op de<br />

warme rotsen. Als we zijn waar ik het denk dat we zijn dan hebben we vandaag 13km afgebokst,<br />

hoe moet ik dat aan Veerle gaan verkopen? Tegen de avond neemt de wind af en maken we soep<br />

en een zakje adventure food klaar onder een afdak van aangespoeld wrakhout. Er wordt een<br />

harde beslissing genomen. Als er morgen nog zo’n wind staat gooien we de handdoek in de ring<br />

en eindigt onze tocht in Calvi. Teleurgesteld kruipen we in onze slaapzakken.<br />

26/08/2005: Om 7.00uur staan we allebei buiten van de zon te genieten, er staat een lichte bries.<br />

Rond 9.00uur paddelen we de baai uit en merken dat de wind al fel is aangetrokken, dat beloofd<br />

niet veel goeds. Na een 20 minuten varen horen we geweerschoten en van een zandheuvel boven<br />

ons stijgt na elk schot een stofwolk op. Enigszins bezorgd kijk ik rondom ons om te zien of ik na<br />

zo’n schot geen opspattend water bemerk want we zitten nu in het verlengde van de schietstand.<br />

Een schietstand van het leger, die ben ik tijdens de voorbereiding ergens tegen gekomen, maar<br />

waar? Ik vind absoluut niks meer terug op de kaart, maar het is altijd rechtdoor en Calvi kan je<br />

toch niet zomaar ongezien voorbij varen.<br />

Tegen de middag merken we in de verte huizen op maar dat kan nooit Calvi zijn want we varen<br />

op 180°. Ik haal de kaart uit de map en begin te bladeren. Hier kunnen we recht zuidelijk<br />

aanhouden, maar dat betekent.., is het mogelijk.., zouden we al.., zit ik er dan zo ver naast?


Het dorp komt naderbij en achter een rotspunt verschijnt er een lang breed strand. Dit komt me<br />

bekend voor maar hoe heette dat stadje ook al weer, Aleria, Maleria, Valeria?<br />

Ik begin terug door de kaart te bladeren. Galeria zie ik staan. Neem nu even aan dat we hier zijn,<br />

dan…klopt de kaart terug en dan zijn we... ik zeg nog niks tot ik 100% zeker ben.<br />

Het is 12.00uur en net voor we het strand op schuiven vragen we aan een jachtman de naam van<br />

het dorp. “Galeria!” roept hij terug. Nu kan ik met de kaart bij de hand Veerle het goede nieuws<br />

brengen.<br />

Gisteren hebben we geen 13 maar 32km gevaren, en de baai waar we overnacht hebben was<br />

toevallig de vooraf geplande plaats. Vandaag hebben we al 21 van de 33 voorziene kilometers<br />

gevaren, en Calvi? Dat ligt al 35km achter ons.<br />

Om 13.15uur varen we verder. De wind en de golven kunnen ons niet meer deren. We zitten<br />

precies op schema, we zijn terug in de race! De rode rotsen krijgen weer iets magisch, het<br />

vervloekte is verdwenen. Om 14.45uur vinden we in Baie Focolara een mooi strand met<br />

schaduw en zoetwaterplassen om ons te wassen. ‘s Avonds blijf ik buiten genieten van de<br />

ondergaande zon die een rode sluier voor het hemelspan trekt.<br />

27/08/2005: We hebben besloten om vroeg op te staan om de steeds weer opkomende zeebries<br />

een paar uur voor te zijn. Het is 7.30uur als we het water in schuiven, er is nog geen wind en de<br />

zee is rustig. We genieten met volle teugen<br />

van de natuur. De opkomende zon schildert<br />

een palet van kleuren op de rotsen van het<br />

natuurpark “De Scandola”. We varen tussen<br />

Punta Palazzo en Ile de Gargoli en zijn<br />

omgeven door hoge, door de wind<br />

geërodeerde basaltrotsen. Zo hebben we er<br />

van gedroomd. We varen baaien in en uit<br />

achter de rotsen door, verlaten Scandola en<br />

steken de golf de Girolata over. Heel, heel in<br />

de verte ligt Porto. Grote scholen visjes<br />

springen voor onze boot weg, als zwermen<br />

zilveren pijltjes schieten ze over het water.<br />

Halverwege de golf van Porto komen er<br />

twee groepen dolfijnen langszij door de lucht getuimeld. Het heeft echt iets wonderlijks.<br />

We varen Porto binnen, maar de rivier geraken we niet op door gebrek aan water. Op zich is dat<br />

geen probleem ware het niet dat de geplande kampplaats 1,5km stroomopwaarts ligt. We leggen<br />

de boot op het droge, kleden ons om en wandelen door Porto. De winkels zijn tot drie uur<br />

gesloten vanwege de siësta. We zoeken een terrasje met zicht op de golf en genieten van een<br />

zuiderse salade met stokbrood en wijn. Om kwart na drie is de plaatselijke superette nog steeds<br />

gesloten dus moeten we ergens anders op zoek naar drinkwater en dat vinden we in de<br />

jachthaven. Met een volle maag en volle bidons verlaten we Porto. Nog een uurtje wordt er<br />

doorgevaren tot we aan Plage de Ficaghiola zijn, een klein strand met tegen de rotsen<br />

weekendhuisjes. Ondanks het vele volk leggen we toch aan. Tegen zeven uur verlaten de<br />

zonnekloppers het strand en draait de laatste bewoner de deur achter zich op slot. Het gaat<br />

vannacht en morgen regenen geeft iemand ons nog mee. We hebben weer een strand voor ons<br />

alleen.<br />

28/08/2005: Het heeft tijdens de nacht een paar keer gedruppeld maar nu staat de zon weer aan<br />

een wolkenloze hemel. De golf van Porto die we uitvaren zorgt voor enkele prachtige<br />

verassingen. In de roosrode rotsen vinden we openingen waar we kunnen invaren.<br />

Via donkere gangen en tunnels duiken we honderd meter verder terug op, in het felle zonlicht.<br />

Even later ronden we Capu Rossu, een 331m hoge, rood granieten rotsklip met een genuese toren<br />

er bovenop. Vandaag loopt alles naar wens, en als we ‘s middags nabij Punta d’Orchinu achter<br />

de rotsen aanleggen vinden we een meertje vol planten en visjes. Onze eigen Bleu Lagoon. Ik<br />

lijk wel te dromen. 2,5km verder ligt onze geplande slaapplaats maar we besluiten na een pauze<br />

verder te varen.


Na een uur paddelen draaien we de jachthaven van Cargese in. Het is 14.00uur en verdomd heet.<br />

Van de havenmeester mogen we ons jacht gratis aan de kade vastleggen en het sanitair<br />

gebruiken. We klimmen tussen de metershoge cactussen omhoog om het leuke stadje te<br />

bezichtigen. Veerle koopt een nieuwe bikini voor het mooie weer en een zwembrilletje voor<br />

wanneer het weer terug omslaat en de golven over haar hoofd slaan. Genietend op een terras is<br />

het plots 17.00uur. Holderdebolder haasten we ons terug naar de jachthaven om in te schepen.<br />

4km verder vinden we op Plage de Capizollu een reuzenmooi kampplaatsje.<br />

Zoals altijd liggen we vroeg in ons bed, het is om 20.00uur toch al donker, maar om 21.00uur<br />

roep ik Veerle terug buiten om naar de overweldigende sterrenhemel te komen kijken.<br />

29/08/2005: 9.00uur en we zijn weer onderweg. Het is windstil en warm. Even volgen we de<br />

kust naar Punta di Trio tot ik heel in de verte, half verscholen achter een heiige nevel de<br />

overkant van golf de Sagone zie liggen. Meteen stelt Veerle voor om er rechtstreeks naar toe te<br />

varen. Voor een doorsteek over open water ben je bij mij steeds op het juiste adres.<br />

Voordat er nog vragen kunnen gesteld worden of van gedacht kan veranderd worden duw ik het<br />

roer opzij en varen we pal 180°. De oevers verwijderen zich en de overkant lijkt eindeloos ver<br />

weg. De overkant van de Golf staat zelfs niet meer op de kaart die voor mij ligt, maar wie maalt<br />

daar nu om. Ik heb ruimte en een vrouw die het genot van open water deelt, wat kan ik me nog<br />

meer wensen? De zon brandt genadeloos. Constant scheppen we water over ons hoofd en houden<br />

we de hoofddeksels nat. Het is 12.30uur als we uiteindelijk de overkant halen, meteen tijd voor<br />

een middagpauze en te kijken waar we juist zijn. Capo di Feno. We zijn een baai van 20km<br />

overgestoken en zaten zo’n 8km uit de kust. Na het eten nemen we de tijd voor een onderwaterexploratie.<br />

Tientallen vuurrode zeeanemonen laten zich van hun mooiste kant zien terwijl kleine<br />

en minder kleine visjes zich ijlings uit de voeten maken als ik kom voorbij gesparteld. Tot ik me<br />

te pletter schrik wanneer een morene met zijn grote lelijke kop en opengesperde bek zich vlak<br />

voor mij tussen de stenen terugtrekt. Ik zeg niet dat ik Peter v.d Hogenband zou geklopt hebben,<br />

maar het duurde niet lang vooraleer ik, een tint bleker, terug op het strand sta.<br />

Vanaf nu blijf ik op het water, wat eronder zit hoef ik niet meer te weten. We varen verder langs<br />

de grijszwarte rotsen en ronden Pointe de la Parata. Iles Sanguinaires laten we rechts liggen. We<br />

komen in Golf d’Ajaccio en het lijkt<br />

alsof we een cultuurschok krijgen.<br />

Na vier dagen puur natuur ligt voor<br />

ons 10km kust met hotels en in de<br />

verte zelfs enkele rokende<br />

fabrieksschouwen. Geen verlaten<br />

baaien of idyllische strandjes meer te<br />

bekennen. Een smal stukje kiezel met<br />

rotzooi, tussen het water en de weg, zal<br />

vandaag ons kampement herbergen.<br />

Aan een botenverhuurder 50m terug ga<br />

ik vragen of het hem niet stoort dat wij<br />

daar overnachten. ‘Doe maar’ zegt de<br />

man ‘het strand is wel niet van mij en<br />

het mag eigenlijk niet, maar zet er<br />

gerust uw tent op.’ Ik ben nog aan het<br />

uitladen wanneer de man komt zeggen dat we z’n douche mogen gebruiken en van z’n vrouw<br />

mogen we later onze drinkwatervoorraad aanvullen. Zo krijgt dit armzalig vuile kampplaatsje<br />

toch nog iets luxueus.<br />

30/08/2005: 8.20uur: We gaan de golf recht oversteken naar Punta di Sette Nove en blijven ver<br />

weg van het drukke Ajaccio. In de verre ochtendnevel vertrekt er een overzet maar die kan ons<br />

niet bedreigen in deze 10,5km brede golf. Halverwege verleg ik koers naar Punta di a Castagna,<br />

zo blijven we lange tijd in open water. Het is windstil en er is geen rimpeltje te bespeuren. Alle<br />

soorten kwallen komen voorbij zweven. De vlakke zee geeft ons de gelegenheid om de<br />

schoonheid te ontdekken in verscheidenheid aan grootte, kleuren en vormen van een zeedier dat


we alleen maar tegen komen wanneer het als een hoop snot op het strand is aangespoeld. Het is<br />

heerlijk paddelen langs de lichtgrijze rotsen.<br />

‘s Middags ronden we Capu di Muru, het is heet maar er is wind komen opzetten. Aan Capu<br />

Neru is er een strandje met een schuilhokje maar Veerle vind het beter om zonder middagpauze<br />

door te varen omdat de wind serieus begint door te trekken. Mopperend van de honger geef ik<br />

toe. We varen nu op 100° de Golf de Valinco in. Op de kaart staat nabij Porto Pollo een camping<br />

vlak aan het strand, dat wordt onze bestemming. Met een stevige wind in de rug en surfend op de<br />

golven leggen we de laatste 10km af in nog geen uur tijd. Om 14.30 schuiven we op het strand<br />

van camping U Caseddu, 20m verder onder de bomen mogen we onze tent opzetten. De tent<br />

wordt recht gezet en dan wassen we al ons vaarkleren uit die stinkend stijf staan van vuil en zout.<br />

Het restaurant gaat pas om 20.00uur open maar we bekijken alvast de menu’s. Als aperitief<br />

nemen we een wandelingetje naar het dorp. Onderweg zien, eigenlijk ruiken we een<br />

supermarktje waar uitdagende kippen rond het spit draaien. Vanavond gaan we op restaurant<br />

maar voor morgen kunnen we alvast inkopen doen. Als we buitenkomen draag ik een grote doos<br />

met drinken, groenten allerlei, brood, spek, eieren en…een grote gebraden kip. F*** het<br />

restaurant, ik wil geen drie uur meer wachten met de geur van een gebraden kieken in m’n neus.<br />

Voor onze tent slaan we een grote pot verse rauwe groenten, een hele kip en een half brood in<br />

onze frak en spoelen dat alles weg met een fles wijn van weet ik waar. Overdaad schaadt zegt<br />

men, maar deze overdaad heeft toch wel erg lekker gesmaakt. Tegen 21uur liggen we onder zeil.<br />

31/08/2005: Omdat we voorliggen op ons vaarschema lassen we vandaag een rustdag in. Na een<br />

stevig ontbijt wandelen we naar Porto Pollo dat eigenlijk niks voorstelt. In de jachthaven zetten<br />

we ons in de zon op een bank en houden zo twee uur lang al de in en uitgaande jachtbewegingen<br />

in het oog. We wandelen verder tot ver boven het dorp en krijgen zo een fraai uitzicht over de<br />

baai. Het is middag en de zeebries is weer flik komen opzetten. We wandelen terug naar beneden<br />

en verdoen de rest van de namiddag met luieren. Tegen 17.00uur zwakt de wind terug af en als<br />

we om 20.30 in de tent kruipen, hangen de bladeren van de bomen weer allemaal slap naar<br />

beneden.<br />

01/10/2005: Gelukkig weten we ondertussen alles al op de tast te vinden want het is nog donker<br />

wanneer de wekker om 7.20uur afloopt.<br />

We trekken met onze tweezit klein golfjes over een maagdelijk glad wateroppervlak. Ik stuur<br />

180° naar het 8km verder gelegen Punta di Compomoro. Na drie kwartier varen laten we ons<br />

drijven en liggen daar zeker 15 minuten stil. Het is windstil, de vissers liggen al terug in de<br />

haven, de toeristen liggen nog in hun<br />

bed en de meeuwen vinden het nog te<br />

vroeg om te krijsen. Omgeven door<br />

een oase van stilte, luisteren we naar…<br />

niets.<br />

Heerlijk, geen enkele yogasessie kan<br />

daar tegenop. We varen verder van<br />

kaap naar kaap. De beige rotsblokken<br />

zijn uitgesleten en gepolijst door de<br />

wind, het lijkt wel of we varen door<br />

een openluchtmuseum.<br />

’s Middags draaien we aan Punta di<br />

Murtoli een afgesloten baai in en<br />

nemen een lange pauze. Veerle staat<br />

tot halverwege haar knieën in het water<br />

en roept het telkens verrukt uit als ze weer een nieuwe vis ziet voorbij zwemmen. De eerste 20<br />

keer kom ik enthousiast kijken maar dan is de interesse eraf, ik klauter de rotsen op en maak een<br />

wandelingetje. Boven hoor ik fluiten alsof een orkest vogels een serenade ten gehore brengt,<br />

alleen zie ik ze nergens. Links van mij misschien? Nee, rechts, of toch links. Nee, ergens daar<br />

achter die rots. Dan dringt het tot me door dat het de zotte wind is die in al de uitgeholde rotsen


een vrolijk lied speelt. Ik ga verder en spring van rots naar rots tot ik aan de andere kant van de<br />

klip sta.<br />

Plots zwelt er een zwaar gebrom aan en vanuit het binnenland komt er een vliegtuig over de<br />

rotsen gescheerd; het maakt een grote bocht en lijkt wel voor mijn neus een buiklanding op het<br />

water te willen maken. Uit een nevel van water stijgt het op, maakt een rondje en kapt dan zijn<br />

lading water terug in de zee. Het is de civiele bescherming die oefent met hun blusvliegtuig want<br />

als de <strong>Corsica</strong>nen ergens schrik van hebben dan is het wel van bosbranden.<br />

Om 15.30uur varen we verder met een stevige wind in de rug. Even verder mis ik ongeveer<br />

10km kaart zodat ik geen zicht heb op eventuele slaapplaatsen, en het is dan ook zoeken naar een<br />

geschikte plek. Het is er te druk, het is er te scheef, de ondergrond bestaat uit een meter dik pak<br />

aangespoeld zeewier dat stinkt naar rotte vis, enfin het is al na 18.00uur als we aanleggen op een<br />

strand waar er nog volop wordt gezonnebaad en er een bord zegt ‘verboden te overnachten’. Pas<br />

als de laatste zonnestralen van het strand verdwenen zijn rollen ook de zonnekloppers hun<br />

strandlaken bijeen en is de stek voor ons alleen. Tussen de rotsen vinden we een ideaal plaatsje<br />

om de tent op te stellen. Dit wordt onze laatste romantische overnachting van de reis. Als het<br />

donker is blijven we nog een tijd van de sterrenhemel genieten en op de muziek van de zee …<br />

vallen we in slaap.<br />

02/10/2005: Het is al licht als Veerle me wakker schud. De tent moet afgebroken zijn voor er<br />

mensen op het toneel verschijnen. Niemand zal ons betrappen op wildkamperen. Om 7.20uur<br />

vertrekken we op een rimpelloze zee. De kust vertoont diepe inhammen met daarachter ondiepe<br />

meren. Als we rechts van ons rotseilandjes zien dan zijn we terug op de volgende kaart beland.<br />

Iles Bruzzi, een stukje natuurreservaat in het natuurgebied. Op de hoogste blok zo’n 10m boven<br />

het water zien we van ver een vogel zitten. We laveren tussen de blokken tot op 50m van een<br />

groot houten nest met daarbovenop een alerte visarend. De onmiskenbare roofvogel met witte<br />

kop bruine veren en een bruine oogstreep is niet gesteld op ons bezoek, hij laat zich van zijn nest<br />

vallen en met één enkele vleugelslag verdwijnt hij achter de rotsen.<br />

We proberen tussen de blokken naar de andere kant te komen maar hij is nergens meer te<br />

bekennen. We verrassen er nog wel 3 spierwitte zilverreigers en een grote kolonie aalscholvers<br />

die allemaal verschrikt opvliegen en zich uit de voeten maken.<br />

We verlaten het reservaat en varen richting Capu di Feno tot we plots achter ons het geraas van<br />

zware motoren horen. Het zijn de parkwachters van het natuurreservaat, rechtstaand in hun<br />

zodiak met twee grote buitenboordmotoren die ons aanmanen om te stoppen. Zijn zij misschien<br />

gealarmeerd door de zwerm opgeschrikte vogels van Iles Bruzzi? Ze bezien ons eens heel streng<br />

en zeggen dan dat we ons in een natuurgebied bevinden waar het absoluut verboden is om vrij te<br />

kamperen. Pas als ze horen dat we nabij Bonifacio naar een camping peddelen en de naam van<br />

die camping geven verdwijnt de onverbiddelijke blik en wensen zij ons nog een prettige dag.<br />

Hier zijn we goed weggekomen.<br />

Even blijven we nog napraten over het voorval maar weldra zijn we weer verzonken in de pracht<br />

die de <strong>Corsica</strong>anse kust ons te bieden heeft. Slag na slag scheppen we de middellandse zee achter<br />

ons weg. We zuigen de schoonheid op langs elke porie van ons lichaam. Net voor Capu di Feno<br />

draaien we een smal beschut baaitje in om te eten, te rusten en te zonnen maar de zon is zo heet<br />

dat we ons moeten terugtrekken in<br />

een klein streepje schaduw van<br />

overhangende rotsen.<br />

Plots verandert de schaduwlijn en<br />

als ik naar boven zie kijk ik recht<br />

in de grote ogen van verwonderde<br />

geiten. Veerle wil een foto van die<br />

grote kudde en kruipt omhoog<br />

achter de wegvluchtende beesten.<br />

Geiten weg, Veerle weg. Ik blijf<br />

alleen achter op het strandje en leg


me neer voor een siësta, één van de twee zal straks wel terug komen, hopelijk is het Veerle die ik<br />

terug zie. Om 13.30uur varen we verder en achter Capu di Feno krijgen we voor de zoveelste<br />

keer totaal andere rotsen.<br />

We varen nu langs witte kalkrotsen waarin de wisselende zeestromingen horizontale slijtlijnen<br />

hebben getrokken. Hier heeft het water ook vele grotten in de zachte krijtrotsen kunnen<br />

uithouwen. Het is fascinerend om er in te varen, alleen is het opletten voor de toeristenboten die<br />

eveneens deze grotten aandoen. Voor de haveningang is er een drukte van jewelste en zijn het<br />

weer die toeristenboten die ons als een extra attractie aanzien. Ze komen met volle snelheid op<br />

ons af gevaren om dan vlak naast ons af te draaien en laten ons achter tussen hun hoog<br />

opgetrokken golven.<br />

Even voorbij de havengeul wordt het terug rustig en kunnen we de witte stad bewonderen die<br />

gebouwd is bovenop een 60m hoge witte overstekende kalkrots met zijn smalle uitgekapte trap<br />

“escalier du Roi d’Aragon” naar de zee. Bonifacio is een oud burchtstadje dat lang heeft weten<br />

stand te houden tegen aanvallende galjoenen, fregatten, korvetten en andere linieschepen maar is<br />

nu veroverd door peperdure megajachten. Wij veroveren niks maar varen verder langs de<br />

krijtrotsen. Tussen Capu Pertusato en Iles St Antoine vinden we een meter brede doorgang waar<br />

we ons tussen wroeten. We passeren aartslelijke vakantiedorpen met zwembaden en<br />

golfterreinen, wat aangeeft dat we de toeristische oostkust naderen. Voorbij Pointe de Sperono<br />

wijst het kompas 0° aan, we zijn de zuidelijkste punt van <strong>Corsica</strong> gepasseerd en binnen 1,5km<br />

zit de tocht erop. Aan plage de Piatarella slaat de twijfel toe. Stappen we uit en laden we alles op<br />

of varen we stilletjes verder en komen we binnen twee weken op de één of andere manier onze<br />

auto ophalen? De tickets voor de overzet zijn onverbiddelijk, we moeten eruit.<br />

De rest van de dag en de volgende hebben we nodig om overal het zout uit te spoelen en alles te<br />

laten drogen maar twee dagen later zitten we weer op zee voor een dagtocht naar het<br />

natuurreservaat Iles Lavezzi, een eilandengroep tussen <strong>Corsica</strong> en Sardinië en dromen hardop<br />

van andere trektochten.<br />

Veerle & Willy

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!