De werking van de nulpuntstransformator - Phase to Phase
De werking van de nulpuntstransformator - Phase to Phase
De werking van de nulpuntstransformator - Phase to Phase
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>De</strong> <strong>werking</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>nulpuntstransforma<strong>to</strong>r</strong><br />
05-005 pmo<br />
17 januari 2005<br />
<strong>Phase</strong> <strong>to</strong> <strong>Phase</strong> BV<br />
Utrechtseweg 310<br />
Postbus 100<br />
6800 AC Arnhem<br />
T: 026 356 38 00<br />
F: 026 356 36 36<br />
www.phase<strong>to</strong>phase.nl
© <strong>Phase</strong> <strong>to</strong> <strong>Phase</strong> BV, Arnhem, Ne<strong>de</strong>rland. Alle rechten voorbehou<strong>de</strong>n.<br />
2 05-005 pmo<br />
Dit document bevat vertrouwelijke informatie. Overdracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> informatie aan <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r schriftelijke <strong>to</strong>estemming <strong>van</strong> of<br />
namens <strong>Phase</strong> <strong>to</strong> <strong>Phase</strong> BV is verbo<strong>de</strong>n. Hetzelf<strong>de</strong> geldt voor het kopiëren <strong>van</strong> het document of een ge<strong>de</strong>elte daar<strong>van</strong>.<br />
<strong>Phase</strong> <strong>to</strong> <strong>Phase</strong> BV is niet aansprakelijk voor enige directe, indirecte, bijkomstige of gevolgscha<strong>de</strong> ontstaan door of bij het<br />
gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> informatie of gegevens uit dit document, of door <strong>de</strong> onmogelijkheid die informatie of gegevens te gebruiken.
INHOUD<br />
3 05-005 pmo<br />
1 Inleiding ................................................................................................................................. 4<br />
2 <strong>De</strong> verschuiving <strong>van</strong> het sterpunt bij ongelijke fasebelasting ...............................................5<br />
3 Invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> nulpunttransforma<strong>to</strong>r op <strong>de</strong> sterpuntverschuiving ......................................5<br />
4 Gedrag bij een éénfasekortsluiting........................................................................................ 6<br />
5 Controle met Gaia.................................................................................................................. 6<br />
6 Controle met Vision................................................................................................................7<br />
7 Conclusie................................................................................................................................<br />
8
1 INLEIDING<br />
4 05-005 pmo<br />
<strong>De</strong> nulpunttransforma<strong>to</strong>r bestaat uit een zigzag gewikkeld stelsel windingen op een driebenig juk.<br />
Indien <strong>de</strong> transforma<strong>to</strong>r op een normaal symmetrisch driefasensysteem is aangesloten, is <strong>de</strong> impedantie<br />
zeer hoog. Er vloeit dan alleen <strong>de</strong> magnetiseringsstroom. <strong>De</strong> spanning op het sterpunt <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
nulpunttransforma<strong>to</strong>r kan afwijken <strong>van</strong> <strong>de</strong> spanning op het nulpunt <strong>van</strong> <strong>de</strong> distributietransforma<strong>to</strong>r.<br />
Figuur 1 Constructie <strong>van</strong> <strong>de</strong> nulpunttransforma<strong>to</strong>r<br />
Indien <strong>de</strong> transforma<strong>to</strong>r op een homopolair driefasensysteem is aangesloten, is <strong>de</strong> impedantie zeer<br />
klein. Dat wordt aange<strong>to</strong>ond met on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> afbeelding. In <strong>de</strong> figuur zijn <strong>de</strong> drie fasen met elkaar<br />
verbon<strong>de</strong>n en aangesloten op een wisselspanningsbron. <strong>De</strong> pijlen langs <strong>de</strong> wikkelingen geven <strong>de</strong><br />
veldrichting aan. Het blijkt dat in elke poot <strong>van</strong> het juk <strong>de</strong> magnetische vel<strong>de</strong>n elkaar opheffen.<br />
Aangezien <strong>de</strong> koperweerstand <strong>van</strong> <strong>de</strong> spoelen klein is, kan gesproken wor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> een kortsluitsituatie.<br />
Voor gelijke stromen met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> richting heeft <strong>de</strong> nulpunttransforma<strong>to</strong>r dus een verwaarloosbare<br />
impedantie. In elke fase vloeit 1/3 <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>to</strong>tale (homopolaire) stroom.<br />
Figuur 2 Homopolaire belasting <strong>van</strong> een nulpunttransforma<strong>to</strong>r
5 05-005 pmo<br />
2 DE VERSCHUIVING VAN HET STERPUNT BIJ ONGELIJKE FASEBELASTING<br />
Bij een ongelijke fasebelasting in een driefasensysteem treedt verschuiving <strong>van</strong> het sterpunt op. Door<br />
een belasting tussen fase A en <strong>de</strong> nul loopt een belastingstroom I last. Hierdoor ontstaat een verschuiving<br />
<strong>van</strong> het sterpunt gelijk aan I last x Z nul (met Z nul gelijk aan <strong>de</strong> impedantie <strong>van</strong> <strong>de</strong> nullei<strong>de</strong>r). In fase A<br />
ontstaat een spanningsdaling gelijk aan I last x Z A (met Z A gelijk aan <strong>de</strong> impedantie <strong>van</strong> <strong>de</strong> fasegelei<strong>de</strong>r).<br />
Indien <strong>de</strong> impedantie <strong>van</strong> <strong>de</strong> fasegelei<strong>de</strong>r gelijk is aan <strong>de</strong> impedantie <strong>van</strong> <strong>de</strong> nullei<strong>de</strong>r (Z A = Z nul = Z), is<br />
<strong>de</strong> beschikbare spanning op <strong>de</strong> éénfase belasting verlaagd met:<br />
2 Ilast Z<br />
Door <strong>de</strong> nulpuntverschuiving zullen <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re fasespanningen ten opzichte <strong>van</strong> <strong>de</strong> nul <strong>to</strong>enemen. <strong>De</strong><br />
spanning op <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re twee fasen wordt dan bij bena<strong>de</strong>ring (goniometrische afleiding) verhoogd met:<br />
0.5 Ilast Z<br />
3 INVLOED VAN DE NULPUNTTRANSFORMATOR OP DE STERPUNTVERSCHUIVING<br />
<strong>De</strong> door <strong>de</strong> éénfasige belasting veroorzaakte stroom I zal, indien <strong>de</strong> nulpunttransforma<strong>to</strong>r ter plaatse<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> belasting wordt aangesloten, zich via <strong>de</strong> nulpunttransforma<strong>to</strong>r over <strong>de</strong> drie fasen ver<strong>de</strong>len<br />
zoals in on<strong>de</strong>rstaand schema is aangegeven voor een i<strong>de</strong>ale transforma<strong>to</strong>r.<br />
2/3 I<br />
1/3 I<br />
1/3 I<br />
1/3 I<br />
1/3 I<br />
Nulpunttransforma<strong>to</strong>r<br />
Figuur 3 Invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ale nulpunttransforma<strong>to</strong>r op een asymmetrische belasting<br />
<strong>De</strong> belastingstroom gaat volgens bovenstaand schema niet meer door <strong>de</strong> nullei<strong>de</strong>r naar <strong>de</strong> bron terug,<br />
maar door <strong>de</strong> nul <strong>van</strong> <strong>de</strong> nulpunttransforma<strong>to</strong>r. Dit is voor <strong>de</strong> nulpunttransforma<strong>to</strong>r een homopolaire<br />
stroom, die zich evenredig ver<strong>de</strong>elt over <strong>de</strong> drie fasen <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze transforma<strong>to</strong>r. Hierdoor wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />
stromen in <strong>de</strong> fasen A, B en C respectievelijk:<br />
IA = 2/3 I (= I - 1/3 I)<br />
IB = 1/3 I<br />
IC = 1/3 I<br />
I<br />
1/3 I<br />
I
6 05-005 pmo<br />
Door <strong>to</strong>epassing <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze transforma<strong>to</strong>r treedt er in dit i<strong>de</strong>ale geval geen spanningsverschuiving <strong>van</strong><br />
het nulpunt meer op. <strong>De</strong> spanningsdaling in <strong>de</strong> belaste fase wordt verbeterd <strong>van</strong> Ilast Z naar 2/3 Ilast Z.<br />
<strong>De</strong> spanningsdaling over <strong>de</strong> belasting wordt verbeterd <strong>van</strong> 2 Ilast Z naar 2/3 Ilast Z. Er treedt nu echter<br />
ook een spanningsdaling op in <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re twee (onbelaste) fasen. In die fasen loopt nu een stroom <strong>van</strong><br />
1/3 Ilast, maar met een fasehoek gelijk aan die in fase A. Hierdoor is het spanningsverlies kleiner dan<br />
1/3 Ilast Z. Met een goniometrische afleiding kan <strong>de</strong>ze spanningsdaling bena<strong>de</strong>rd wor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> helft:<br />
1/6 Ilast Z. Bovenstaand voorbeeld geeft het gedrag aan voor een i<strong>de</strong>ale <strong>nulpuntstransforma<strong>to</strong>r</strong>. Een<br />
werkelijke transforma<strong>to</strong>r heeft een homopolaire impedantie, die <strong>de</strong> <strong>werking</strong> afzwakt. Vergelijk on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong><br />
resultaten uit een Vision berekening <strong>van</strong> een fase-nul kortsluiting met s<strong>to</strong>ring sequentieel,<br />
voor een netvoeding <strong>van</strong> 1000 kA en een transforma<strong>to</strong>r met X0=0 Ohm en X0=10 Ohm.<br />
a: 606 A<br />
b: 303 A V<br />
c: 303 A MV<br />
a: 6.059 kV<br />
b: 6.061 kV<br />
c: 6.061 kV<br />
a: 606 A<br />
b: 303 A<br />
c: 303 A<br />
e: 0.91 kA<br />
a: 303 A<br />
b: 303 A<br />
c: 303 A<br />
Aardingstrafo<br />
a: 0.000 kV<br />
b: 5.250 kV<br />
c: 5.250 kV<br />
a: 0.91 kA<br />
b: 0.00 kA<br />
c: 0.00 kA<br />
a: 606 A<br />
b: 121 A V<br />
c: 121 A MV<br />
a: 6.059 kV<br />
b: 6.062 kV<br />
c: 6.062 kV<br />
a: 606 A<br />
b: 121 A<br />
c: 121 A<br />
e: 0.73 kA<br />
Figuur 4 Voorbeeld met een <strong>nulpuntstransforma<strong>to</strong>r</strong> met X0=0 Ohm en met X0=10 Ohm<br />
4 GEDRAG BIJ EEN ÉÉNFASEKORTSLUITING<br />
a: 121 A<br />
b: 121 A<br />
c: 121 A<br />
Aardingstrafo<br />
a: 0.000 kV<br />
b: 5.556 kV<br />
c: 5.556 kV<br />
a: 0.73 kA<br />
b: 0.00 kA<br />
c: 0.00 kA<br />
Indien in het distributienet met een nulpunttransforma<strong>to</strong>r een éénfase kortsluiting ontstaat, dan zal<br />
ook <strong>de</strong> kortsluitstroom door <strong>de</strong> beveiliging wor<strong>de</strong>n genivelleerd. Hiermee moet ter<strong>de</strong>ge rekening<br />
gehou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> instelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> beveiliging.<br />
5 CONTROLE MET GAIA<br />
In on<strong>de</strong>rstaand voorbeeld is een sterke voedingsbron (Unom=231 V; Ik"=1000 kA) via een verbinding<br />
(4000 m 150 VVMvKsas/Alk; bij bena<strong>de</strong>ring Z=1 Ohm) aangesloten op een belasting <strong>van</strong> 21 A (Ohms)<br />
tussen fase A en Nul. Zon<strong>de</strong>r nulpunttransforma<strong>to</strong>r moet <strong>de</strong> spanningsdaling in fase A gelijk zijn aan:<br />
Ilast Z = 21 V. In het experiment is <strong>de</strong> spanningsdaling gelijk aan 20 V (=230,94-210,99). <strong>De</strong> spanning<br />
op <strong>de</strong> Nul moet ook gelijk zijn aan 21 V. Volgens Gaia is dat 20,58 V. Ook zichtbaar is dat <strong>de</strong> spanningen<br />
op <strong>de</strong> overige twee onbelaste fasen UL2 en UL3 ten opzichte <strong>van</strong> <strong>de</strong> nul <strong>to</strong>enemen. Het kleine<br />
verschil wordt veroorzaakt door <strong>de</strong> asymmetrie <strong>van</strong> <strong>de</strong> viera<strong>de</strong>rige laagspanningskabel.<br />
Belasting<br />
Unom fn: 230 V<br />
UL1: 210.99 V -1 °<br />
UL2: 232.60 V -120 °<br />
UL3: 232.49 V 120 °<br />
UN: 20.58 V 13 °<br />
UPE: 0.00 V 0 °<br />
UL1N: 191.17 V -3 °<br />
UL2N: 247.16 V -123 °<br />
UL3N: 239.07 V 124 °<br />
Van voeding<br />
Figuur 5 Experiment zon<strong>de</strong>r nulpunttransforma<strong>to</strong>r<br />
Uim (V)<br />
220<br />
200<br />
180<br />
160<br />
140<br />
120<br />
100<br />
80<br />
60<br />
40<br />
20<br />
0<br />
-20<br />
-40<br />
-60<br />
-80<br />
-100<br />
-120<br />
-140<br />
-160<br />
-180<br />
-200<br />
-220<br />
-200<br />
-150<br />
Spanningen op knooppunt Belasting<br />
-100<br />
-50<br />
0<br />
Ure (V )<br />
50<br />
100<br />
150<br />
200<br />
Un (21 V)<br />
Uan (191 V)<br />
Ubn (247 V)<br />
Ucn (239 V)
7 05-005 pmo<br />
Indien <strong>de</strong> nulpunttransforma<strong>to</strong>r wordt ingeschakeld (in dit experiment is <strong>de</strong> AXA laagspanningsregelaar<br />
<strong>van</strong> Gaia gebruikt), wordt <strong>de</strong> asymmetrische stroom over <strong>de</strong> fasen ver<strong>de</strong>eld zoals aangegeven<br />
in on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> afbeelding. <strong>De</strong> ver<strong>de</strong>ling neigt 2/3, 1/3 en 1/3, maar wijkt in dit niet-i<strong>de</strong>ale geval daar<br />
<strong>van</strong> af. Er loopt dan ook nog wat stroom door <strong>de</strong> nullei<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> voeding.<br />
Van voeding<br />
Belasting<br />
IL1: 15.5 A (15.4-j0.6)<br />
IL2: 6.8 A (-6.6+j1.6)<br />
IL3: 5.0 A (-4.6+j1.8)<br />
IN: 5.1 A (-4.2-j2.8)<br />
IPE: 0.0 A (-0.0+j0.0)<br />
IL1: 21.0 A (-21.0+j0.8)<br />
IL2: 0.0 A (-0.0+j0.0)<br />
IL3: 0.0 A (0.0+j0.0)<br />
IN: 21.0 A (21.0-j0.8)<br />
IPE: 0.0 A (0.0-j0.0)<br />
Figuur 6 Verbetering stroomver<strong>de</strong>ling door <strong>de</strong> nulpunttransforma<strong>to</strong>r<br />
<strong>De</strong> spanningen wor<strong>de</strong>n door <strong>to</strong>epassing <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze transforma<strong>to</strong>r verbeterd. <strong>De</strong> spanningsdaling zou<br />
gelijk moeten zijn aan 14 V. <strong>De</strong> berekening volgens Gaia levert (door <strong>de</strong> resteren<strong>de</strong> nulpuntverschuiving)<br />
een spanningsdaling op <strong>van</strong> 16 V. <strong>De</strong> spanningsdaling in <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re twee fasen zou 3,5 V moeten<br />
bedragen. <strong>De</strong> berekening volgens Gaia levert spanningsdalingen op <strong>van</strong> 2,7 V (=230,94-228,24) en<br />
3,0 V (=230,94-227.90).<br />
Belasting<br />
Unom fn: 230 V<br />
UL1: 215.17 V -1 °<br />
UL2: 228.24 V -118 °<br />
UL3: 227.90 V 119 °<br />
UN: 3.96 V 42 °<br />
UPE: 0.00 V 89 °<br />
UL1N: 212.32 V -2 °<br />
UL2N: 231.97 V -119 °<br />
UL3N: 227.03 V 120 °<br />
Van voeding<br />
Figuur 7 Experiment met nulpunttransforma<strong>to</strong>r<br />
6 CONTROLE MET VISION<br />
Uim (V)<br />
220<br />
200<br />
180<br />
160<br />
140<br />
120<br />
100<br />
80<br />
60<br />
40<br />
20<br />
0<br />
-20<br />
-40<br />
-60<br />
-80<br />
-100<br />
-120<br />
-140<br />
-160<br />
-180<br />
-200<br />
-220<br />
-200<br />
-150<br />
Spanningen op knooppunt Belasting<br />
-100<br />
-50<br />
0<br />
Ure (V )<br />
50<br />
100<br />
150<br />
200<br />
Un (4 V )<br />
Uan (212 V)<br />
Ubn (232 V)<br />
Ucn (227 V)<br />
In het voorbeeldnet <strong>van</strong> figuur 4 is <strong>de</strong> homopolaire reactantie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>nulpuntstransforma<strong>to</strong>r</strong> gelijk aan<br />
10 Ohm. Na<strong>de</strong>re beschouwing <strong>van</strong> het gedrag levert:
Aardingstrafo<br />
10.5 kV<br />
U0: 1.212 kV -180.00 °<br />
U1: 3.637 kV 0.00 °<br />
U2: 2.425 kV 180.00 °<br />
Ik"0: 0.24 kA<br />
Ik"1: 0.24 kA<br />
Ik"2: 0.24 kA<br />
MV<br />
U0: 0.001 kV<br />
U1: 6.061 kV<br />
U2: 0.001 kV<br />
0: 121 A<br />
1: 242 A<br />
2: 242 A<br />
0: 121 A<br />
1: 0 A<br />
2: 0 A<br />
8 05-005 pmo<br />
0<br />
U012 <strong>van</strong> knooppunt Aardingstrafo<br />
I012 <strong>van</strong> <strong>nulpuntstransforma<strong>to</strong>r</strong><br />
Figuur 8 Homopolaire spanning, stroom en reactantie volgens Vision<br />
<strong>De</strong> bereken<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n in het homopolaire schema volgen uit <strong>de</strong> relatie:<br />
U0 = Z0 ⋅ I0 = j X0 ⋅ I0 = j 10 ⋅ 121 = j 1210 V<br />
Dit is in overeenstemming met elkaar.<br />
7 CONCLUSIE<br />
Conclu<strong>de</strong>rend verbetert <strong>de</strong> nulpunttransforma<strong>to</strong>r in het i<strong>de</strong>ale geval:<br />
0<br />
0<br />
0<br />
U0: 1.212 kV -180 °<br />
U1: 3.637 kV 0 °<br />
U2: 2.425 kV 180 °<br />
I0: 121 A<br />
I1: 0 A<br />
I2: 0 A<br />
• <strong>de</strong> spanningsdaling in <strong>de</strong> belaste fase ten opzichte <strong>van</strong> <strong>de</strong> nul (over <strong>de</strong> belasting) <strong>van</strong> 2 Ilast Z<br />
naar 2/3 Ilast Z,<br />
• <strong>de</strong> spanningsverhoging in <strong>de</strong> onbelaste fasen ten opzichte <strong>van</strong> <strong>de</strong> nul <strong>van</strong> 0.5 Ilast Z naar een<br />
spanningsdaling <strong>van</strong> 1/6 Ilast Z en<br />
• <strong>de</strong> nulpuntverschuiving <strong>van</strong> Ilast Z naar 0.<br />
In meer praktische situaties is <strong>de</strong> verbetering min<strong>de</strong>r goed dan in het i<strong>de</strong>ale geval.