03.09.2013 Views

130318_ Een toekomst voor onze kerkgebouwen.pdf - Ward Kennes ...

130318_ Een toekomst voor onze kerkgebouwen.pdf - Ward Kennes ...

130318_ Een toekomst voor onze kerkgebouwen.pdf - Ward Kennes ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Probleemschets<br />

<strong>Een</strong> <strong>toekomst</strong> <strong>voor</strong> <strong>onze</strong> <strong>kerkgebouwen</strong><br />

Toekomst <strong>kerkgebouwen</strong><br />

wke/<strong>130318</strong><br />

De vragen rond de <strong>toekomst</strong> van <strong>onze</strong> (rooms-katholieke) <strong>kerkgebouwen</strong> zijn de laatste jaren<br />

steeds luider gaan klinken. De context is gekend: het aantal kerkgangers en bedienaars van<br />

de eredienst daalt en de kosten <strong>voor</strong> onderhoud, verwarming, verzekering en restauratie van<br />

de talrijke <strong>kerkgebouwen</strong> in Vlaanderen nemen eerder toe dan af.<br />

Hoewel diverse bestanddelen van het kerkelijk patrimonium zoals<br />

de onroerende goederen van kloosters, abdijen en congregaties<br />

parochiekerken<br />

pastorieën<br />

allemaal om aandacht en een visie vragen, spitst het debat zich <strong>voor</strong>al toe op de<br />

parochiekerken. Leegstaande pastorieën vinden doorgaans vlug een herbestemming als<br />

private woongelegenheid, gemeenschapscentrum of horecazaak. Kloosters die verbonden<br />

waren met onderwijs- of welzijnsinstellingen worden hier veelal in geïncorporeerd wanneer<br />

ze door de religieuzen worden verlaten.<br />

In een bevraging op initiatief van de Ceder Werkgroep Zingeving in 2010 gaven 50 CD&V<br />

mandatarissen aan dat in hun gemeente religieuze gebouwen reeds een herbestemming<br />

kregen. Pastorijen worden vaak (al of niet gedeeltelijk) gebruikt als parochiesecretariaat, als<br />

vergaderlocatie <strong>voor</strong> verenigingen, sociale huisvesting en kinderopvang. Er zijn ook<br />

verscheidene <strong>voor</strong>beelden van pastorijen die op de private markt werden verkocht en een<br />

nieuwe bestemming kregen als gezinswoning, artsenpraktijk, kantoorruimte, restaurant of<br />

B&B. Enkele kloosters vonden een (gedeeltelijke) nieuwe invulling als opvang <strong>voor</strong><br />

vluchtelingen (in Hooglede), als opvangcentrum <strong>voor</strong> Aids-patiënten (in Ronse), als<br />

kinderopvang (In Rumst en Kasterlee), als rusthuis (in Ronse, Diepenbeek, Hooglede), als<br />

school (in Ledegem, Lichtervelde, Roosdaal, en Kasterlee) of sociale huisvesting (Arendonk,<br />

Bilzen). Andere kloosters begonnen aan een nieuwe leven als hotel. Er zijn ook <strong>voor</strong>beelden<br />

van kerken die een herbestemming kregen als sociale werkplaats (Ham-zaalkerk), of als<br />

winkel- en woonruimte (Ronse). Voor een aantal kloostergebouwen blijkt er ook<br />

daadwerkelijke interesse te bestaan vanuit het onderwijs, sociale<br />

huisvestingsmaatschappijen, de sociale en culturele sector en gemeente of OCMW. De<br />

private sector (horeca en immo) heeft vaker interesse in pastorijen.<br />

Nood aan maatwerk<br />

Maar het meest problematisch <strong>voor</strong> de overheid, in het bijzonder <strong>voor</strong> de lokale besturen,<br />

zijn de parochiekerken. Deze problematiek doet zich niet overal in Vlaanderen in gelijke<br />

mate <strong>voor</strong>. Zo zijn er in Zuid-Limburg of Zuid- Oost-Vlaanderen vele kleine dorpjes met<br />

allemaal een eigen parochiekerkje terwijl er in de Kempen vaak maar één parochiekerk is<br />

<strong>voor</strong> een middelgrote gemeente.<br />

In het stadscentrum kan een kerkgevel opgaan in de rij van huisgevels en vanop afstand<br />

amper herkenbaar zijn. Maar in een dorp staat de kerk vaak letterlijk in het midden. Ook <strong>voor</strong><br />

wie er zelden of nooit een voet binnenzet, is het een landschappelijk baken dat de ganse<br />

omgeving ordent. <strong>Een</strong> specifiek probleem stelt zich in de steden waar de ontkerkelijking<br />

grotere proporties aanneemt en er ook meer gelovigen zijn van andere erediensten dan de<br />

katholieke.<br />

1


Toekomst <strong>kerkgebouwen</strong><br />

wke/<strong>130318</strong><br />

Anderzijds is er in de groot- en de centrumsteden vaker interesse vanwege andere<br />

religieuze gemeenschappen (protestantse en orthodoxe erediensten) om de leegstaande<br />

<strong>kerkgebouwen</strong> te gebruiken. Zo kreeg in Aalst de begijnhofkerk een religieuze<br />

herbestemming als orthodoxe kerk. Ook medegebruik door de evangelische beweging komt<br />

<strong>voor</strong><br />

Er is dus maatwerk nodig want de uitdagingen zijn heel anders op het platteland dan in de<br />

steden. En ook tussen steden, stadswijken of tussen plattelandsgemeenten zijn er grote<br />

verschillen<br />

Stijgende kosten en groeiende onderbenutting<br />

Vlaanderen telt circa 1800 parochiekerken. Er zijn 1792 erkende besturen van de katholieke<br />

eredienst (kerkfabrieken), die elk minstens één kerk beheren. Sedert Napoleon met de kerk<br />

een concordaat sloot, worden de tekorten van de kerkfabrieken bijgepast door de lokale<br />

overheden. Zo betaalden de Vlaamse gemeenten in 2009 41 miljoen euro aan<br />

exploitatietoelagen aan hun kerkfabrieken, op een totaal van 69 miljoen euro aan exploitatieuitgaven.<br />

Deze financiële last drukt steeds meer op de budgetten van steden en gemeenten<br />

en het draagvlak om deze kosten te dragen erodeert zienderogen door het dalende<br />

kerkbezoek. In tegenstelling tot wat soms wordt beweerd, is het niet zo dat veel kerken leeg<br />

staan of niet meer worden gebruikt. Wel is het zo dat het aantal erediensten sterk is<br />

verminderd en dat ook het aantal gelovigen dat eraan deelneemt sterk is afgenomen. Het is<br />

dus juister te spreken over de ‘onderbenutting’ van de gebouwen dan over de leegstand.<br />

Momenteel zouden slechts 3% van de <strong>kerkgebouwen</strong> niet meer gebruikt worden <strong>voor</strong> de<br />

eredienst terwijl er in 97% nog wel liturgische diensten plaatsvinden.<br />

Om de uitgaven te verantwoorden dringen de lokale besturen aan op een meer polyvalent<br />

gebruik van de <strong>kerkgebouwen</strong> en op een rationalisering. Tegelijk stellen de vrijwilligers in de<br />

kerkbesturen vast dat hun taak steeds meer juridisch en complexer wordt, dat de eigen<br />

financiële reserves opdrogen en dat het niet duidelijk is hoe ze moeten omgaan met vragen<br />

over een nevenbestemming of herbestemming van hun kerk.<br />

Vraag naar een Vlaams kader om de problemen lokaal aan te pakken<br />

In de loop der jaren zijn op het lokale vlak her en der al beslissingen genomen, maar zowel<br />

bij de gemeentebesturen als bij de kerkbesturen/parochies klinkt de vraag naar een globaal<br />

kader of naar richtlijnen. Dat bleek ook uit de bevraging op initiatief van de Ceder werkgroep<br />

Zingeving in 2010 waaraan 104 lokale CD&V mandatarissen deelnamen. <strong>Een</strong> algemene<br />

conclusie was dat de thematiek op het terrein sterk leeft en dat er nood is aan een kader en<br />

begeleiding om de uitdagingen aan te pakken. Maar het was wel duidelijk dat de oplossing<br />

steeds lokaal moet gevonden worden. Dit neemt niet weg dat de problematiek de lokale<br />

gemeenschap overstijgt en zich overal in Vlaanderen aandient.<br />

Dat is ook de Vlaamse overheid niet ontgaan. Op 1 juli 2010 startte minister Bourgeois met<br />

een besloten studiedag een breed opgevat proces om een <strong>toekomst</strong>visie uit te stippelen <strong>voor</strong><br />

de Vlaamse parochiekerken. Dit gebeurde met de volgende actoren: de VVSG, het<br />

Agentschap Binnenlands bestuur, het Agentschap Ruimte en Erfgoed, het Vlaams Instituut<br />

<strong>voor</strong> het Onroerend erfgoed, het Team Vlaams Bouwmeester, de departementen RWO en<br />

Bestuurszaken, vertegenwoordigers van de Bisschoppenconferentie en vertegenwoordigers<br />

van enkele kerkfabrieken. Nadien werd er rond drie thema’s in werkgroepen verder gewerkt:<br />

-een werkgroep ‘bestuurskracht en financiering’<br />

-een werkgroep ‘beheer’<br />

-een werkgroep ‘herbestemmingen en ruimtelijke inpassing’.<br />

2


Toekomst <strong>kerkgebouwen</strong><br />

wke/<strong>130318</strong><br />

Deze werkgroepen dienden een eindverslag in ‘Parochiekerken in Vlaanderen’ (8 april<br />

2011), waarin verschillende knelpunten, uitdagingen en beleidsaanbevelingen worden<br />

geformuleerd. Dit vormde de basis <strong>voor</strong> de conceptnota <strong>Een</strong> <strong>toekomst</strong> <strong>voor</strong> de Vlaamse<br />

parochiekerk (24 juni 2011) van minister Bourgeois. Deze conceptnota fungeert thans als<br />

het Vlaamse kader waarbinnen gemeentebesturen en kerkbesturen <strong>voor</strong> hun lokale situatie<br />

een visie dienen te ontwikkelen.<br />

<strong>Een</strong> belangrijke element in deze conceptnota is dat de subsidieregelgeving <strong>voor</strong> zowel de<br />

beschermde als de niet-beschermde kerken wordt aangepast door extra <strong>voor</strong>waarden in te<br />

bouwen <strong>voor</strong> het verkrijgen van een onderhouds- of restauratiepremie. Dossiers worden<br />

enkel nog ontvankelijk verklaard als er <strong>voor</strong> de rooms-katholieke kerken op het grondgebied<br />

een visie is geëxpliciteerd en als de initiatiefnemer voldoende kan motiveren welke de<br />

(<strong>toekomst</strong>ige) bestemming van de parochiekerk zal zijn na het beëindigen van de<br />

onderhouds- of herstellingswerkzaamheden.<br />

De conceptnota gaf ook de aanzet <strong>voor</strong> een decreetwijziging die het lokale overleg versterkt<br />

en de lokale besturen meer bevoegdheden geeft. Voor de rooms-katholieke eredienst wordt<br />

er overal een centraal kerkbestuur opgericht zodat het gemeentebestuur een eenduidige<br />

aanspreekpartner heeft. Daarnaast zijn er maatregelen genomen om de rechtszekerheid te<br />

verhogen, onder meer wat betreft de procedures <strong>voor</strong> het opheffen van bestaande<br />

parochies. Wat de rooms-katholieke eredienst betreft, krijgt het lokale overleg daarmee ook<br />

de instrumenten om de langetermijnvisie op de gebouwen van de eredienst op een gedragen<br />

manier in de praktijk te brengen.<br />

De kerkelijke overheid werd vanaf het begin betrokken bij de initiatieven van de Vlaamse<br />

regering. Elke bisschop bepaalt in zijn bisdom de aanpak en de timing, maar algemeen kan<br />

worden gesteld dat de Vlaamse kerk het debat over de <strong>toekomst</strong> van de parochiekerken met<br />

open vizier en een positieve ingesteldheid wil aanpakken.<br />

Met welke factoren dient een christen-democratische visie op de parochiekerken<br />

rekening te houden?<br />

1. De lokale geloofsgemeenschap<br />

Is er een levende geloofsgemeenschap aanwezig? Christen-democraten<br />

willen ruimte – ook fysieke ruimte – geven aan zingeving in <strong>onze</strong> samenleving.<br />

Wat zijn de infrastructurele noden van de gemeenschap om waardig liturgie te<br />

vieren, het geloof te verkondigen en dienstbaar in het leven te staan?<br />

Kan er binnen een parochiefederatie worden samengewerkt om de<br />

erediensten op één locatie te centraliseren?<br />

Met welk kerkgebouw zijn de verenigingen (in het bijzonder de Kverenigingen)<br />

het nauwst verbonden?<br />

2. Wat is de bouwfysische toestand van de <strong>kerkgebouwen</strong>?<br />

Uit de eerste gegevens (midden januari 2013) van de enquête die het CRKC<br />

hield bij de kerkfabrieken blijkt dat 61% van de kerken in goede staat verkeert,<br />

35 in redelijke staat en slechts 3% in slechte staat.<br />

Hoe worden de kosten <strong>voor</strong> de gewone exploitatie, groot onderhoud en<br />

restauratie in beeld gebracht?<br />

Zijn er betrouwbare cijfers over de kosten op korte, middellange en lange<br />

termijn?<br />

3


Toekomst <strong>kerkgebouwen</strong><br />

wke/<strong>130318</strong><br />

De overheid kan haar geld maar één keer uitgeven en de maatschappelijke<br />

noden zijn groot. De middelen die in <strong>kerkgebouwen</strong> worden geïnvesteerd<br />

moeten telkens worden afgewogen tegen andere mogelijke bestemmingen.<br />

Wat zijn de mogelijkheden van een gemeentebestuur om investeringen in<br />

<strong>kerkgebouwen</strong> te financieren?<br />

Is er een lokaal meerjarenplan <strong>voor</strong> investeringen in parochiekerken?<br />

3. Erfgoedkundige en beeldbepalende waarde<br />

Ongeveer één derde van de Vlaamse parochiekerken is beschermd. Voor<br />

welke kerken in de gemeente is dit het geval? Wat is de architecturale waarde<br />

van elke parochiekerk?<br />

In heel wat dorpen staat de “kerk in het midden” en is het kerkgebouw met zijn<br />

kerktoren een baken dat de ganse omgeving ordent. Wat is de<br />

landschappelijke waarde van elke parochiekerk?<br />

Minister Bourgeois heeft een initiatief genomen om de planmatige aanpak van<br />

historische, beschermde kerken te stimuleren via convenanten met de<br />

gemeenten. Bedoeling van de convenanten is dat de gemeenten zich<br />

engageren om hun kerken te restaureren, te onderhouden en open te stellen<br />

<strong>voor</strong> het publiek. Daartegenover staat dat de Vlaamse overheid zorgt dat er<br />

volgens een duidelijk plan middelen zijn <strong>voor</strong> de restauratie en onderhoud.<br />

4. Lokaal overleg en keuzes<br />

Toekomstmogelijkheden<br />

Het ontwikkelen van een visie <strong>voor</strong> de parochiekerken mag niet centraal<br />

worden aangestuurd maar dient lokaal te gebeuren.<br />

Subsidiariteit betekent dat Vlaanderen een kader uitwerkt maar dat de keuzes<br />

via overleg en rekening houdend met de specifieke context lokaal worden<br />

gemaakt.<br />

Via convenanten, onderhouds- en restauratiepremies draagt Vlaanderen een<br />

deel van de financiële lasten, maar het zwaartepunt ligt bij de lokale besturen<br />

en bij de kerkbesturen die nog over financiële reserves beschikken.<br />

Er zijn vier grote opties <strong>voor</strong> een parochiekerk.<br />

1. Herbevestiging van de rol van parochiekerk <strong>voor</strong> de lokale gemeenschap.<br />

<strong>Een</strong> eerste optie kan zijn om geen grote wijzigingen door te voeren en de<br />

bestaande functie te herbevestigen. De lokale parochies hebben immers nood<br />

aan <strong>kerkgebouwen</strong> om bijeen te komen. Niet alleen <strong>voor</strong> de zondagsdienst<br />

maar ook <strong>voor</strong> huwelijken en begrafenissen.<br />

Soms zijn andere christelijke gemeenschappen op zoek naar een liturgische<br />

plek om bijeen te komen. Dat kan gaan om nationale katholieke<br />

gemeenschappen (bv. Polen of Spaanstaligen) die in hun eigen taal de mis<br />

willen vieren naast de lokale parochiegemeenschap.<br />

2. Nevenbestemming<br />

Nevenbestemming doet in de eerste plaats een beroep op de creativiteit en de<br />

openheid van de kerkfabriek/parochieteam.<br />

4


3. Herbestemming<br />

Toekomst <strong>kerkgebouwen</strong><br />

wke/<strong>130318</strong><br />

Bij nevenbestemming wordt de kerkelijke functie aangevuld met activiteiten<br />

zoals concerten, lezingen of tentoonstellingen. Dit gebruik is inmiddels in<br />

Vlaanderen goed ingeburgerd want 75% van de <strong>kerkgebouwen</strong> stelt de<br />

deuren open <strong>voor</strong> niet-liturgische activiteiten.<br />

Soms zijn andere christelijke gemeenschappen op zoek naar een liturgische<br />

plek om bijeen te komen. Dat kan gaan om andere denominaties zoals<br />

orthodoxe christenen. In een oecumenische geest kan de katholieke parochie<br />

haar gebouw hier<strong>voor</strong> openstellen en afspraken maken over een gedeeld<br />

gebruik.<br />

Soms kan een deel van het kerkgebouw worden afgesplitst om er een andere<br />

bestemming aan te geven zoals parochiesecretariaat, catecheselokaal of<br />

vergaderzaal. Deze oplossing zit ergens tussen nevenbestemming en<br />

herbestemming. Met gecompartimenteerd nevengebruik zijn er minder kansen<br />

op conflicten over het gebruik van dezelfde ruimte.<br />

In de Brugse Magdalenakerk experimenteert het YOT-project hoe het<br />

kerkgebouw kan worden geherwaardeerd tot een plaats <strong>voor</strong><br />

spiritualiteitsbeleving <strong>voor</strong> een brede groep van mensen. Daartoe<br />

onderging de binneninrichting van het kerkgebouw in 2002 een originele<br />

en radicale, architecturale ingreep. Op deze plaats waagt YOT zich aan<br />

een experiment rond ruimte, mens en religie. De Magdalenakerk<br />

functioneert verder als parochiekerk. YOT stelt zich onder meer als doel<br />

om initiatieven te nemen om de herwaardering van <strong>kerkgebouwen</strong> te<br />

stimuleren.<br />

<strong>Een</strong> doelbewust streven naar nevenbestemming vergt ook aandacht <strong>voor</strong><br />

aspecten zoals sanitair, parkeergelegenheid, geluids-, belichtings- en<br />

projectiemogelijkheden.<br />

<strong>Een</strong> nevenbestemming biedt geen oplossing <strong>voor</strong> de kosten die gepaard gaan<br />

met het openhouden van meerdere kerken. Mogelijks vergroot dit het<br />

draagvlak om te investeren in de <strong>kerkgebouwen</strong> maar het drukt op zich de<br />

uitgaven <strong>voor</strong> een kerkgebouw niet, eerder is het tegendeel waar.<br />

Bij herbestemming maakt het kerkelijk gebruik plaats <strong>voor</strong> een andere functie<br />

en verliest ze de oorspronkelijke bestemming die gekoppeld was aan de<br />

katholieke eredienst.<br />

Bij de parlementaire gedachtewisseling over de conceptnota van Bourgeois<br />

heeft CD&V het standpunt ingenomen dat een herbestemming de<br />

geschiedenis en de traditie van het gebouw dient te respecteren<br />

<strong>Een</strong> lichte vorm van herbestemming zijn katholieke kerken die worden<br />

overgenomen door de groeiende groep van evangelische christenen. Onder<br />

meer onder de immigranten uit Afrika zijn deze goed vertegenwoordigd.<br />

<strong>Een</strong> andere religieuze invulling kan zijn om een kerk om te vormen tot een<br />

moskee. Het aantal moslimgelovigen in ons land is sterk toegenomen en zij<br />

zijn op zoek naar gebedshuizen. Maar deze vorm van herbestemming ligt<br />

vaak zeer gevoelig. Wie de geschiedenis van Spanje, Noord-Afrika en het<br />

Midden-Oosten bekijkt, weet dat in de loop der eeuwen eredienstplaatsen van<br />

christenen en moslims geregeld van ‘gebruiker’ zijn gewisseld.<br />

Kerkgebouwen een zachte herbestemming geven door ze een culturele,<br />

openbare of zorgsector invulling te geven is niet zo eenvoudig en vaak heel<br />

erg duur. Ze zijn hoog, slecht geïsoleerd, en op een bijzondere wijze<br />

ingedeeld die maakt dat nieuwe onderverdelingen niet eenvoudig zijn. Daarbij<br />

zijn soms dure ingrepen nodig om te voldoen aan de eisen van<br />

brandveiligheid en toegankelijkheid.<br />

5


4. Afbraak<br />

Toekomst <strong>kerkgebouwen</strong><br />

wke/<strong>130318</strong><br />

In geval van beschermde gebouwen moet rekening worden gehouden met de<br />

omkeerbaarheid van de ingrepen. Dit kan door <strong>voor</strong> de nieuwe functies<br />

gebruik te maken van losstaande modules die zo nodig weer verwijderd<br />

kunnen worden.<br />

Belangrijke knelpunten om een nieuwe bestemming te vinden zijn de<br />

bescherming als dorpszicht, de registratie als beschermd monument, en in<br />

sommige gevallen de noodzaak om een ruimtelijk uitvoeringsplan te maken.<br />

In geval van herbestemming blijkt dat <strong>voor</strong> bepaalde groepen het kerkgebouw<br />

met zijn nieuwe invulling toch een blijvende drempel vormt omwille van zijn<br />

specifieke verleden.<br />

Het CRKC heeft een webstek waar <strong>voor</strong>beelden van herbestemming in<br />

binnen- en buitenland worden <strong>voor</strong>gesteld.<br />

Er zijn min of meer geslaagde <strong>voor</strong>beelden van een herbestemming als hotel,<br />

restaurant, feestzaal, kunstacademie, boekhandel of winkel.<br />

De twee <strong>voor</strong>beelden uit Maastricht worden vaak geciteerd ook in<br />

internationale literatuur. Zo werd de dominicanenkerk omgevormd tot een tot<br />

de verbeelding sprekende boekhandel en de Kruiskerenkerk tot een luxueus<br />

hotel.<br />

In Avelgem is werd het bijkerkje in deelgemeente Rugge omgevormd tot een<br />

kleuterschooltje.<br />

Het Godshuis van Sint-Laureins werd door een private initiatiefnemer<br />

omgebouwd tot een hotel met feestzalen, vergaderzalen, een welnesscentrum<br />

en ene brasserie.<br />

De karmel van Brugge is omgevormd tot een jeugdverblijfcentrum dat wordt<br />

beheerd door Chiro.<br />

De stad en het OCMW van Lo-Reninge hebben hun intrek genomen het<br />

<strong>voor</strong>malige Grauwzusterklooster aan de Markt.<br />

In de ontwijdde kerk van het Heilig Kruis van Guvelingen (sint-Truiden)<br />

worden occasioneel culturele activiteiten georganiseerd en af en toe houdt de<br />

Pinkstergemeente er diensten zodat er toch nog af en toe een religieuze<br />

invulling aan dit gebouw wordt gegeven.<br />

De kerk van Genebos (Ham) biedt nu onderdak aan een sociaal fietsatelier.<br />

Het clarissenklooster van Hasselt werd herbestemd tot een woonzorgcentrum<br />

en een uitbreiding van het trefcentrum Den Boelvaar.<br />

In Ronse komt er een winkelgalerij in de Sint-Martinuskerk<br />

Zeker in de steden is de bouwgrond schaars en duur. Door de afbraak komt vaak<br />

op strategische plaatsen zeer kostbare ruimte vrij <strong>voor</strong> nieuwe projecten.<br />

Soms wordt die ingevuld met parkeerplaatsen. Maar sociale woningen, een<br />

zorginstelling of een onderwijsinrichting kunnen zeer goed aansluiten bij christendemocratische<br />

beleidsdoelstellingen.<br />

Wanneer het parochieleven is uitgedoofd of er een alternatief kerkgebouw<br />

aanwezig is, en het cultuur-historisch belang van het gebouw gering is, kan<br />

afbraak een juiste keuze zijn.<br />

<strong>Een</strong> tussenoplossing bestaat erin het kerkgebouw gedeeltelijk af te breken en<br />

enkel een aantal muren, al dan niet met dak, te laten staan.<br />

<strong>Een</strong> <strong>voor</strong>beeld in Avelgem waar 2 van de 6 kerken een nieuwe bestemming<br />

krijgen, is de kerk van Bossuit, na een traject dat werd begeleid door de Vlaamse<br />

Bouwmeester, ontmanteld zodat er een grote ommuurde binnenruimte met een<br />

toren als baken overblijft die in het dorpscentrum een kunstig memoriaal vormen<br />

<strong>voor</strong> de doden en de plaatselijke geschiedenis. Er kunnen marktjes en recepties<br />

plaatsvinden.<br />

6


Toekomst <strong>kerkgebouwen</strong><br />

wke/<strong>130318</strong><br />

Van de Sint-Rochuskerk in Ulbeek (Wellen) zijn enkel de buitenmuren behouden<br />

en werden de ramen verlaagd tot op maaiveldniveau zodat het omliggende<br />

kerkhof gewoon doorloopt in het schip waar een dubbele rij grafkuilen komt, naast<br />

een columbarium en een urnenveld. Enkel de gevel die aan een beschermd<br />

dorpsplein grenst is gerestaureerd. (Vlaamse Monumentenprijs 2012)<br />

Concrete stappen om tot een lokale <strong>toekomst</strong>visie te komen<br />

Op 2 januari 2013 is de nieuwe legislatuur <strong>voor</strong> gemeente- en provinciebesturen van start<br />

gegaan. Dit betekent dat in het <strong>voor</strong>jaar van 2013 het lokale beleidsniveau werkt aan het<br />

formuleren van een langetermijnvisie en daarin moet ook het kerkelijk patrimonium van elke<br />

gemeente een plaats krijgen. De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden<br />

heeft hierover in september 2011 een brief verstuurd naar alle gemeentebesturen, centrale<br />

kerkbesturen en kerkraden met het verzoek een strategische reflectie te wijden aan de<br />

<strong>toekomst</strong> van de parochiekerken op het grondgebied van hun gemeente. Die denkoefening<br />

kan enkel op lokaal niveau op een efficiënte en gedragen wijze gebeuren, in overleg met alle<br />

betrokken partijen. Ook de kerkfabrieken zelf moeten in het <strong>voor</strong>jaar van 2013 nieuwe<br />

meerjarenplannen 1 opmaken in samenspraak met de nieuw verkozen gemeentebesturen<br />

Om die lokale inspanning te ondersteunen heeft de minister van binnenlands bestuur<br />

enerzijds wijzigingen 2 <strong>voor</strong>gesteld aan het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële<br />

organisatie en werking van de erkende erediensten, die erop gericht zijn het lokale overleg te<br />

versterken en meer instrumenten te ontwikkelen om de ontwikkelde langetermijnvisie in de<br />

praktijk te brengen. Anderzijds worden aan het ontwikkelen van die langetermijnvisie ook<br />

gevolgen gekoppeld. Dit gaat heel concreet over de gewestelijke subsidiëring onderhouds-<br />

en investeringsweren <strong>voor</strong> gebouwen van de eredienst. Om te vermijden dat de<br />

denkoefeningen vrijblijvend zijn, wordt de ontwikkeling van een langetermijnvisie een<br />

<strong>voor</strong>waarde om nog te kunnen genieten van de gewestelijke subsidies.<br />

Deze nieuwe regeling zit vervat in een ontwerp van decreet 3 dat door de Vlaamse Regering<br />

definitief werd goedgekeurd op 1 maart 2013 en binnenkort in het Vlaams Parlement wordt<br />

ingediend. Dit decreet <strong>voor</strong>ziet in een organieke rechtsgrond om subsidies toe te kennen aan<br />

de zogenaamde ‘gesubsidieerde infrastructuur’ waartoe de gebouwen van de eredienst (met<br />

inbegrip van de pastorieën en de bisschoppelijke seminaries) behoren. Zowel de besturen<br />

van de eredienst als de lokale besturen kunnen de subsidies aanvragen <strong>voor</strong> :<br />

1. Nieuwbouw<br />

2. Aankoop en verbouwing<br />

3. Renovatie<br />

4. Studies <strong>voor</strong> herbestemming<br />

5. Studies en aanpassingsinvesteringen <strong>voor</strong> nevenbestemming<br />

Het subsidiepercentage blijft zoals in de vroegere regeling behouden op 30% en<br />

beschermde monumenten blijven uitgesloten van de regeling omdat ze onder een aparte<br />

subsidieregeling vallen.<br />

1<br />

Artikel 41-44 van het Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking<br />

van de erkende erediensten.<br />

2<br />

Decreet van 6 juli 2012, B.S. 16 augustus 2012. De wijzigingen treden in werking op 1 januari 2013.<br />

3<br />

Ontwerp van decreet houdende toekenning van subsidies <strong>voor</strong> gebouwen van de eredienst,<br />

gebouwen <strong>voor</strong> de openbare uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening en<br />

crematoria.<br />

7


Toekomst <strong>kerkgebouwen</strong><br />

wke/<strong>130318</strong><br />

De grote vernieuwing ligt in de mogelijkheid om <strong>voor</strong>taan ook subsidies te verlenen <strong>voor</strong><br />

studies, zowel met het oog op herbestemming als met het oog op nevenbestemming.<br />

Daarnaast worden ook aanpassingswerken die gebeuren met het oog op een<br />

nevenbestemming subsidieerbaar.<br />

Behalve in geval van herbestemming stelt het decreet het bestaan van een<br />

langetermijnvisie als een <strong>voor</strong>waarde <strong>voor</strong> het toekennen van subsidies. Er moet<br />

eveneens een advies van het CBS of de deputatie en van het erkend representatief orgaan<br />

van de eredienst bij de aanvraag worden gevoegd. Hieruit moet blijken dat de investeringen<br />

passen in een langetermijnvisie, en dat het gebouw bestemd blijft <strong>voor</strong> de eredienst.<br />

Ook de bisdommen zelf hebben niet stilgezeten en hebben studiedagen georganiseerd om<br />

de leden van kerkbesturen en pastorale teams te sensibiliseren en aan het denken te zetten.<br />

Ook de binnenkerkelijke reflectie over de fusies van parochies is hiervan een onderdeel. Zo<br />

hebben de Vlaamse bisschoppen richtlijnen uitgevaardigd <strong>voor</strong> het gebruik van de<br />

parochiekerken om de kerkbesturen en de parochies <strong>voor</strong> te bereiden om in gesprek te gaan<br />

met de gemeentelijke overheid over het gebruik van de parochiekerken. Deze richtlijnen<br />

gelden <strong>voor</strong> alle parochiekerken, kapelanijen en erkende annexe kerken en zijn ingegaan op<br />

8 november 2012.<br />

De vraag wordt wel eens gesteld van wie het initiatief moet komen om tot een <strong>toekomst</strong>visie<br />

<strong>voor</strong> het religieus erfgoed en de parochiekerken in het bijzonder, te komen. Moet de<br />

gemeente een plan ontwikkelen en <strong>voor</strong>leggen aan de kerkbesturen? Of moeten de<br />

kerkbesturen 4 met een ontwerpplan naar de gemeente stappen? In elk geval moet men op<br />

een gegeven ogenblik tot een dialoog komen. Vanuit het geloof in de subsidiariteit kan men<br />

er<strong>voor</strong> pleiten dat eerst de kerkbesturen gaan samenzitten met de parochieteams of de<br />

parochiefederatie. Op die manier wordt ook verzekerd dat de pastorale bekommernissen<br />

niet uit het oog worden verloren. <strong>Een</strong> reflectie over fusies van parochies dient te starten bij<br />

de parochiefederatie en niet bij het gemeentebestuur.<br />

Wanneer het initiatief uitgaat van de gemeentelijke overheid bestaat de kans dat factoren als<br />

kostprijs en erfgoed zeer zwaar gaan doorwegen. Bij de totstandkoming van een visie <strong>voor</strong><br />

de parochiekerken is het <strong>voor</strong> christen-democraten belangrijk dat de link tussen het<br />

kerkgebouw en de leefgemeenschap een plaats krijgt. <strong>Een</strong> kerkgebouw staat namelijk ook<br />

in dialoog met een sociaal weefsel.<br />

In een globaal overleg tussen kerkbestuur/parochie en gemeentebestuur kunnen ook de<br />

problemen rond parochiezalen en jeugdlokalen die eigendom zijn van de kerkfabriek, de<br />

parochie of een decanale vzw ter sprake komen. Vaak vervult dit patrimonium een<br />

belangrijke functie in het lokale sociale weefsel, maar gaat het beheer de financiële<br />

draagkracht van de eigenaars te boven.<br />

In de bevraging op initiatief van de Ceder Werkgroep Zingeving gaven 50 mandatarissen aan<br />

<strong>voor</strong>stander te zijn van een draaiboek rond de herbestemming van religieuze gebouwen. Het<br />

<strong>voor</strong>deel van zo’n draaiboek is dat gemeenten die bij<strong>voor</strong>beeld een subsidiedossier <strong>voor</strong> een<br />

herbestemmingsstudie indienen bij de Vlaamse overheid dan niet meer zelf moeten<br />

uitzoeken wie de mogelijke partners en subsidiekanalen zijn. Maar 38 mandatarissen waren<br />

uitdrukkelijk geen <strong>voor</strong>stander van een draaiboek. Ze vreesden <strong>voor</strong> de aantasting van de<br />

4 Vanaf 1 januari 2013 krijgt het centraal kerkbestuur volgens art. 32, 8° lid van het eredienstendecreet<br />

een specifieke opdracht om het beleid te coördineren van de kerkfabrieken met betrekking tot het<br />

roerend en onroerende patrimonium, met inbegrip van het bepalen van de prioritaire investeringen.<br />

8


Toekomst <strong>kerkgebouwen</strong><br />

wke/<strong>130318</strong><br />

gemeentelijke autonomie. Gezien de grote diversiteit op het terrein is een draaiboek <strong>voor</strong><br />

gans Vlaanderen niet realistisch.<br />

<strong>Een</strong> nieuwe rol <strong>voor</strong> het CRKC<br />

Omdat het <strong>voor</strong> CD&V duidelijk was dat <strong>onze</strong> lokale bestuurders en de vrijwilligers in de<br />

kerkfabrieken en de parochieteams nood hadden aan deskundige ondersteuning, hebben wij<br />

herhaaldelijk gepleit om het Centrum <strong>voor</strong> religieuze kunst en cultuur ook te erkennen en te<br />

subsidiëren als expertisecentrum <strong>voor</strong> onroerend religieus erfgoed, en niet alleen <strong>voor</strong><br />

roerend religieus erfgoed. Het is dan ook een belangrijke stap <strong>voor</strong>waarts dat het CRKC<br />

<strong>voor</strong>taan ook de begeleiding van concrete vragen en dossiers rond onroerend erfgoed<br />

opneemt. Zeker <strong>voor</strong> de ongeveer 600 beschermde parochiekerken is de meerwaarde van<br />

deze ondersteuning evident.<br />

Het departement Onroerend Kerkelijk Erfgoed van het CRKC fungeert thans als<br />

aanspreekpunt <strong>voor</strong> valorisatie, medegebruik, neven- en herbestemming van<br />

cultusgebouwen <strong>voor</strong> de openbare eredienst. De eerste opdracht van het expertisecentrum<br />

<strong>voor</strong> onroerend kerkelijk erfgoed is momenteel om het landschap van de parochiekerken van<br />

Vlaanderen in kaart te brengen via een bevraging. Dit moet uitmonden in een<br />

parochiekerkenplan. Het CRKC wil de instanties die betrokken zijn bij het beheer en de<br />

<strong>toekomst</strong> van de parochiekerken in Vlaanderen concrete gegevens ter beschikking stellen<br />

waarmee het beleid <strong>voor</strong> de beleidsperiode 2014-2019 kan onderbouwd worden. De<br />

gegevens uit de bevraging zullen na de verwerking ervan, in eerste instantie aan de lokale<br />

en centrale kerkbesturen en de bisdommen worden teruggekoppeld.<br />

Nuttige documenten<br />

Kerken in een ander licht. Neven- en herbestemming van religieus erfgoed.<br />

Werkdocument van de Afdeling Monumenten en Landschappen. 2008<br />

Eindverslag ‘Parochiekerken in Vlaanderen’ . 8 april 2011<br />

Conceptnota ‘<strong>Een</strong> <strong>toekomst</strong> <strong>voor</strong> de Vlaamse Parochiekerk’ van Vlaams minister<br />

Geert Bourgeois. 24 juni 2011.<br />

Draaiboek betreffende de opheffing en samenvoeging van lokale eredienstbesturen –<br />

de wijziging van gebiedsomschrijvingen – de opheffing van annexe-kerken en<br />

kapelanijen. Administratie Binnenlands Bestuur. 14 juni 2011.<br />

‘<strong>Een</strong> houtskoolvuur met een vis erop en brood’. Visietekst van Mgr. Johan Bonny.<br />

Richtlijnen van de Vlaamse bisschoppen <strong>voor</strong> het gebruik van de parochiekerken.<br />

Mechelen, 8 november 2012. Beschikbaar op www.kerknet.be<br />

Meer info over valorisatie, medegebruik, neven- en herbestemming met <strong>voor</strong>beelden<br />

uit binnen- en buitenland is te vinden op de website van het Centrum <strong>voor</strong> Religieuze<br />

Kunst & Cultuur (CRKC) www.crkc.be<br />

Ontwerp van decreet houdende toekenning van subsidies <strong>voor</strong> gebouwen van de<br />

eredienst, gebouwen <strong>voor</strong> de openbare uitoefening van de niet-confessionele morele<br />

dienstverlening en crematoria. Definitief goedgekeurd door de Vlaamse Regering op<br />

1 maart 2013.<br />

<strong>Ward</strong> <strong>Kennes</strong><br />

Burgemeester van Kasterlee<br />

Vlaams volksvertegenwoordiger<br />

Fractiepromotor kerk & staat aangelegenheden en levensbeschouwing<br />

9

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!