03.09.2013 Views

Stoornis en straf 2004 - Ivoren Toga

Stoornis en straf 2004 - Ivoren Toga

Stoornis en straf 2004 - Ivoren Toga

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Rinus Otte 1<br />

<strong>Stoornis</strong> <strong>en</strong> <strong>straf</strong>. Over verband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> wilsvrijheid, schuld <strong>en</strong> terbeschikkingstelling<br />

1. Inleiding<br />

De reformator Calvijn is de grondlegger van het protestantse geloof dat in onze contrei<strong>en</strong> vaste grond<br />

heeft verworv<strong>en</strong>. De protestant belijdt dat de m<strong>en</strong>s van nature g<strong>en</strong>eigd <strong>en</strong> gedetermineerd is tot het<br />

kwaad. 2 E<strong>en</strong> grote spanning is dat ondanks het gepredestineerde uiteinde wordt opgeroep<strong>en</strong> tot inkeer<br />

<strong>en</strong> bekering. Het gedetermineerde lev<strong>en</strong>slot teg<strong>en</strong>over de vrije wil die de m<strong>en</strong>s tot e<strong>en</strong> goede<br />

gedragskeuze noopt. De twijfelaar zal opwerp<strong>en</strong> dat de vaststaande eindbestemming haaks staat op de<br />

vrije wil die de m<strong>en</strong>s tot heerser over zijn lot maakt. Op deze twijfel wordt met e<strong>en</strong> brede waaier aan<br />

nuances gerespondeerd dat de m<strong>en</strong>s, onkundig van zijn eindbestemming, verantwoordelijk is voor zijn<br />

gedragskeuze. Theologisch is determinatie dus niet synoniem aan predestinatie.<br />

Dit aloude theologische vraagstuk van de vrije m<strong>en</strong>selijke wil, waarbij Calvijn ook maar figureerde als<br />

tuss<strong>en</strong>paus, staat niet op zichzelf maar keert onder meer terug in het filosofische debat. Ook het<br />

<strong>straf</strong>rechtelijk <strong>en</strong> het jongere psychiatrisch debat zijn van dezelfde dogmatische lap gescheurd. Het<br />

<strong>straf</strong>rechtelijk debat over de spanning tuss<strong>en</strong> causale verband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>,<br />

ontwikkeling<strong>en</strong>, aanleg <strong>en</strong> m<strong>en</strong>selijk gedrag <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> de keuzevrijheid anderzijds is oud <strong>en</strong> was<br />

vaak scherp van toon. 3<br />

Wil de m<strong>en</strong>s aansprakelijk gesteld kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voor zijn gedrag dan is e<strong>en</strong> vrije gedragskeuze e<strong>en</strong><br />

onontkoombare premisse. Is die vrijheid sterk verminderd of zelfs afwezig dan ontvalt de<br />

rechtvaardiging aan de <strong>straf</strong>. Het recht tot <strong>straf</strong>f<strong>en</strong> hangt dus af van zelfinzicht <strong>en</strong> beschikkingsmacht<br />

over het handel<strong>en</strong>. Zonder beide kan ge<strong>en</strong> of minder verantwoordelijkheid voor <strong>straf</strong>baar gedrag<br />

toebedeeld word<strong>en</strong> aan de dader. 4 Met Antoine Mooij me<strong>en</strong> ik dat het Nederlandse <strong>straf</strong>recht uitgaat<br />

van de vrije m<strong>en</strong>s die vrij kiest, zodat hij zich verwijtbaar schuldig maakt aan e<strong>en</strong> criminele<br />

gedragskeuze <strong>en</strong> ge<strong>straf</strong>t kan word<strong>en</strong>. 5 De discussie ging <strong>en</strong> gaat over de vraag naar de reikwijdte van<br />

de uitzondering, waarin ge<strong>en</strong> <strong>straf</strong> wordt opgelegd.<br />

Bij het Groningse afscheid van Antoine Mooij <strong>en</strong> van zijn Groningse invulling van de for<strong>en</strong>sische<br />

psychiatrie, ligt het voor de hand terug te blikk<strong>en</strong> op zijn opvatting<strong>en</strong> over TBS <strong>en</strong> recht. 6 Ik zal dat<br />

do<strong>en</strong> aan de hand van <strong>en</strong>kele sterk sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de thema's. Achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s sta ik stil bij de<br />

wilsvrijheid, het <strong>straf</strong>rechtelijk <strong>en</strong> psychiatrisch schuldbegrip <strong>en</strong> de betek<strong>en</strong>is van beide thema's voor<br />

de maatregel van terbeschikkingstelling. Bestaansrecht <strong>en</strong> voortbestaan van de TBS word<strong>en</strong> vaak<br />

gekritiseerd vanuit de gebrek<strong>en</strong> die aan de t<strong>en</strong>uitvoerlegging van de TBS klev<strong>en</strong>. De legitimiteit wordt<br />

echter zeld<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> vanuit de <strong>straf</strong>oplegging in het algeme<strong>en</strong> <strong>en</strong> vanuit de klassieke grond van de<br />

wilsvrijheid in het bijzonder. Met inachtneming van mijn beperkte juridische blikveld wil ik de laatste<br />

invalshoek beproev<strong>en</strong>.<br />

1<br />

Vice-presid<strong>en</strong>t gerechtshof Arnhem <strong>en</strong> bijz. hoogleraar vakgroep <strong>straf</strong>recht RUG. Dit artikel is versch<strong>en</strong><strong>en</strong> in<br />

de jaargang van Delikt <strong>en</strong> Delinkw<strong>en</strong>t in <strong>2004</strong>, blz. 1027-1049.<br />

2<br />

Zie het bek<strong>en</strong>de boek van Calvijn uit 1559, De institutie, vertaling 1979, deel 1, p. 256-257: "dat de wil van d<strong>en</strong><br />

m<strong>en</strong>sch ….. niet vrij is <strong>en</strong> slechts door de g<strong>en</strong>ade wordt opgericht".<br />

3<br />

De langdurige <strong>en</strong> grondige discussie tuss<strong>en</strong> de klassieke <strong>en</strong> de moderne richting in het <strong>straf</strong>recht mag bek<strong>en</strong>d<br />

verondersteld word<strong>en</strong>.<br />

4<br />

In de Memorie van Toelichting bij art. 37 Sr werd opgemerkt: "Ge<strong>en</strong> <strong>straf</strong>rechtelijke verantwoordelijkheid<br />

zonder toerek<strong>en</strong>baarheid van het feit aan de dader, <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> zodanige toerek<strong>en</strong>baarheid waar hetzij de vrijheid<br />

van handel<strong>en</strong>, de keuze tuss<strong>en</strong> do<strong>en</strong> of lat<strong>en</strong> van hetge<strong>en</strong> de wet verbiedt of gebiedt is uitgeslot<strong>en</strong>, hetzij de dader<br />

in zodanige toestand verkeert, dat hij het ongeoorloofde van zijn handel<strong>en</strong> niet kan beseff<strong>en</strong> <strong>en</strong> haar gevolg<strong>en</strong><br />

niet kan berek<strong>en</strong><strong>en</strong>". H.J. Smidt, Geschied<strong>en</strong>is van het wetboek van <strong>straf</strong>recht, Haarlem 1891, deel II, p. 364.<br />

E<strong>en</strong> grondige <strong>en</strong> g<strong>en</strong>uanceerde beschouwing van de rechterlijke toerek<strong>en</strong>ingsvrag<strong>en</strong> vindt m<strong>en</strong> bij C. Kelk, De<br />

m<strong>en</strong>selijke verantwoordelijkheid in het <strong>straf</strong>recht, hoofdstuk 4, Gouda Quint 1994.<br />

5<br />

Zie J. Ter Heide, Vrijheid. Over de zin van de <strong>straf</strong>, dissertatie RUL, Bert Bakker/Daam<strong>en</strong> 1965, p. 27.<br />

6<br />

Zie Op het gr<strong>en</strong>svlak van psychiatrie <strong>en</strong> recht, oratie RUG 1989; Schuld in <strong>straf</strong>recht <strong>en</strong> psychiatrie, oratie<br />

RUU 1997; Psychiatrie, recht <strong>en</strong> de m<strong>en</strong>selijke maat. Over verantwoordelijkheid, Amsterdam/Meppel 1998;<br />

Wilsvrijheid, Delict <strong>en</strong> Delinqu<strong>en</strong>t 2003, pp. 493 e.v. <strong>en</strong> Toerek<strong>en</strong>ingsvatbaarheid. Over handelingsvrijheid,<br />

Amsterdam <strong>2004</strong>.<br />

1


2. Determinisme <strong>en</strong> wilsvrijheid van de delinqu<strong>en</strong>te <strong>en</strong> gestoorde m<strong>en</strong>s<br />

Ik begin met het determinisme <strong>en</strong> de wilsvrijheid van de delinqu<strong>en</strong>te m<strong>en</strong>s. Antoine Mooij heeft in<br />

zijn wet<strong>en</strong>schappelijk werk veel aandacht gevraagd voor de vooronderstelde wilsvrijheid van de m<strong>en</strong>s<br />

<strong>en</strong> de bijbehor<strong>en</strong>de spanning met het determinisme <strong>en</strong> het hed<strong>en</strong>daags naturalisme. Het m<strong>en</strong>sbeeld van<br />

het recht zet hij teg<strong>en</strong>over het naturalisme. De grond voor e<strong>en</strong> vruchtbare bejeg<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> behandeling<br />

van de delinqu<strong>en</strong>te gestoorde m<strong>en</strong>s is niet die van oorzakelijkheid maar die van relationaliteit,<br />

int<strong>en</strong>tionaliteit <strong>en</strong> reflectie. Het Nederlandse <strong>straf</strong>recht zou sterk indeterministisch zijn: aanvaardt m<strong>en</strong><br />

het indeterminisme niet, dan is be<strong>straf</strong>fing niet verdedigbaar. 7<br />

Wellicht kan de argum<strong>en</strong>tatie rond de betek<strong>en</strong>is van de <strong>straf</strong>rechtelijke wilsvrijheid verder<br />

geproblematiseerd word<strong>en</strong>. Ik zie <strong>en</strong>kele lijn<strong>en</strong> waarlangs het debat mogelijk verdiept kan word<strong>en</strong>. 8<br />

1. De eerste lijn gaat over de k<strong>en</strong>baarheid van de m<strong>en</strong>selijke psyche. De m<strong>en</strong>s is e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ondeelbaar in<br />

zijn uniciteit <strong>en</strong> kan zichzelf <strong>en</strong> de ander moeilijk doorgrond<strong>en</strong> <strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Dat gegev<strong>en</strong> heeft in het<br />

<strong>straf</strong>recht Peters tot de idee gebracht dat de <strong>straf</strong>rechtelijke int<strong>en</strong>tie slechts gek<strong>en</strong>d kan word<strong>en</strong> door de<br />

waarneming van het gedrag in zijn uiterlijke verschijningsvorm. 9 Het normatieve kader waarbinn<strong>en</strong> de<br />

juridische betek<strong>en</strong>isverl<strong>en</strong>ing plaatsvindt verklaart het selectieve karakter van de k<strong>en</strong>nisname van de<br />

m<strong>en</strong>s – <strong>en</strong> de hem vergezell<strong>en</strong>de determinant<strong>en</strong> – als <strong>straf</strong>rechtelijk object. De psychische<br />

werkelijkheid is maar t<strong>en</strong> dele <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> slechts contextueel k<strong>en</strong>baar. Aansluit<strong>en</strong>d bij Nieboer: het<br />

is de jurist alle<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> om de feit<strong>en</strong> die nodig zijn voor het <strong>straf</strong>rechtelijke selectieproces. 10 Dit<br />

mechanisme domineert het bewijsrecht maar steekt ook dieper waar het gaat om de fundam<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van<br />

het recht. Slechts via de optiek van het recht kom<strong>en</strong> wijsgerige begripp<strong>en</strong> in het blikveld van de jurist.<br />

De jurist hoort zich hiervan bewust te zijn. Het recht moet nu e<strong>en</strong>maal e<strong>en</strong> selectief antwoord bied<strong>en</strong>,<br />

waarbij de graad van dominantie vanzelfsprek<strong>en</strong>d varieert: door de fixatie op dat <strong>en</strong>e aspect treedt e<strong>en</strong><br />

verarming, e<strong>en</strong> vere<strong>en</strong>zijdiging op. Dit is de onvermijdelijke keerzijde van elke abstractie.<br />

Deze b<strong>en</strong>adering heeft ook betek<strong>en</strong>is voor de for<strong>en</strong>sische psychiatrie. De m<strong>en</strong>s is niet slechts<br />

fragm<strong>en</strong>tarisch k<strong>en</strong>baar maar deze k<strong>en</strong>nis is bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> afhankelijk van het gekoz<strong>en</strong> onderzoekskader.<br />

Gedragskundig onderzoek heeft ge<strong>en</strong> betrekking op e<strong>en</strong> van het onderzoek onafhankelijke<br />

persoonlijkheid maar op e<strong>en</strong> persoon die afhankelijk is van het onderzoek. De doorwerking van deze<br />

opvatting is radicaal: als de persoon van de verdachte wordt onderzocht vanuit psycho-analytisch<br />

perspectief dan is e<strong>en</strong> biologisch-psychiatrische waarneming minder aan de orde <strong>en</strong> vice versa. De<br />

werkelijkheid van de for<strong>en</strong>sische psychiatrie lijkt daarmee sterk contextgebond<strong>en</strong> <strong>en</strong> slechts geldige<br />

onderzoeksresultat<strong>en</strong> te g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de gekoz<strong>en</strong> specifieke onderzoekskaders. 11 Waar vel<strong>en</strong><br />

verzet aantek<strong>en</strong><strong>en</strong> teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> te grote causale mechanisering van het fysieke wereldbeeld moet<br />

ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s gewaakt word<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> te grote mechanisering van de m<strong>en</strong>selijke psyche, die nu e<strong>en</strong>maal<br />

niet optimaal te vatt<strong>en</strong> is in tijdgebond<strong>en</strong> psychiatrische diagnosticering<strong>en</strong>, in het bijzonder niet van de<br />

vele persoonlijkheidsstoorniss<strong>en</strong> die in de verschill<strong>en</strong>de tijdsgewricht<strong>en</strong> in de mode zijn. 12<br />

2. In e<strong>en</strong> tweede zi<strong>en</strong>swijze sluit<strong>en</strong> determinisme <strong>en</strong> wilsvrijheid elkaar niet uit.<br />

7<br />

A.W.M. Mooij, Toerek<strong>en</strong>ingsvatbaarheid. Over handelingsvrijheid, Boom <strong>2004</strong>, onder ander<strong>en</strong> pp. 17, 65, 71,<br />

74-76 <strong>en</strong> 101.<br />

8<br />

De verschill<strong>en</strong>de filosofische variant<strong>en</strong> van het determinisme laat ik buit<strong>en</strong> beschouwing. Ik vraag wel<br />

aandacht voor de all round deterministische b<strong>en</strong>adering, waarbij alle m<strong>en</strong>selijk gedrag causaal bepaald is, <strong>en</strong> er<br />

dus nooit sprake kan zijn van verwijt (e<strong>en</strong> soort mechanistische robot-causaliteit), <strong>en</strong> het psychiatrische<br />

determinisme waarbij alle ernstige delict<strong>en</strong> á priori word<strong>en</strong> toegeschrev<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> psychische stoornis.<br />

9<br />

A.A.G. Peters, Opzet <strong>en</strong> schuld in het <strong>straf</strong>recht, dissertatie UvL, Tje<strong>en</strong>k Willink 1966.<br />

10<br />

W. Nieboer, Schets materieel <strong>straf</strong>recht, Arnhem 1990, p. 60. Op pagina 59 merkt Nieboer op dat de<br />

<strong>straf</strong>rechtelijke norm de feit<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> <strong>straf</strong>rechtelijke betek<strong>en</strong>is schept. Zie nader M. Otte, De <strong>straf</strong>rechtelijke<br />

realiteit, Delict <strong>en</strong> Delinqu<strong>en</strong>t 1993, p. 748 e.v.<br />

11<br />

Zie in gelijke zin M.S. Gro<strong>en</strong>huijs<strong>en</strong>, E<strong>en</strong> verhaal over <strong>straf</strong>recht <strong>en</strong> grondslag<strong>en</strong>theorie, in: Symposium<br />

<strong>straf</strong>recht, Arnhem 1993, pp. 158-159: E<strong>en</strong> visie waarin e<strong>en</strong> werkelijkheid buit<strong>en</strong> het k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>d subject wordt<br />

aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> is namelijk geheel ver<strong>en</strong>igbaar met het standpunt dat het onmogelijk is om de werkelijkheid<br />

volledig (dat wil zegg<strong>en</strong>: hetzij in volle omvang, hetzij in ess<strong>en</strong>tie) in taaluiting<strong>en</strong> te vang<strong>en</strong>. Met andere<br />

woord<strong>en</strong>: het vooronderstell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> objectieve werkelijkheid prejudicieert ge<strong>en</strong>szins op de vraag naar<br />

mogelijkhed<strong>en</strong> om betrouwbare uitsprak<strong>en</strong> daarover te do<strong>en</strong>.<br />

12<br />

Vergelijk over het eerste type mechanisering, E.J. Dijksterhuis, De machanisering van het wereldbeeld,<br />

Meul<strong>en</strong>hof Amsterdam, vierde druk 1980.<br />

2


Vaak wordt gewez<strong>en</strong> op neurologische defect<strong>en</strong> <strong>en</strong> beperking<strong>en</strong> die het m<strong>en</strong>selijk gedrag <strong>en</strong> de<br />

gedragskeuze beïnvloed<strong>en</strong>. 13 In het m<strong>en</strong>selijk bestaan do<strong>en</strong> zich inderdaad vele factor<strong>en</strong> voor die niet<br />

bijdrag<strong>en</strong> aan de ontwikkeling van e<strong>en</strong> geestelijk gezond m<strong>en</strong>s. Reeds vanaf de geboorte kan e<strong>en</strong><br />

ADHD-hers<strong>en</strong>stoornis grote invloed uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> op het dagelijks bestaan. Zogehet<strong>en</strong> ADHD-kinder<strong>en</strong><br />

volg<strong>en</strong> vaak speciaal aangepast onderwijs. Afgebrok<strong>en</strong> schoolopleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> kwetsbare – soms<br />

criminog<strong>en</strong>e – leefomgeving van vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> relaties zijn relatief vaak aan de orde. Bij de behandeling<br />

van <strong>straf</strong>zak<strong>en</strong> zijn er veel verdacht<strong>en</strong>, <strong>en</strong> wellicht nog vaker reclassering <strong>en</strong> andere adviser<strong>en</strong>de<br />

instelling<strong>en</strong>, die de lichte hers<strong>en</strong>beschadiging<strong>en</strong>, de schoolkeuze <strong>en</strong> latere relati<strong>en</strong>etwerk<strong>en</strong> logisch<br />

aane<strong>en</strong>schakel<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong>d <strong>en</strong> soms billijk<strong>en</strong>d lev<strong>en</strong>sverhaal. Deze lev<strong>en</strong>s kunn<strong>en</strong> echter ook<br />

anders verhaald word<strong>en</strong> waardoor e<strong>en</strong> andere uitkomst ontstaat. Als volgt.<br />

Gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> causale wet aan e<strong>en</strong> oorzaak gekoppeld word<strong>en</strong>, maar e<strong>en</strong><br />

ope<strong>en</strong>volging van <strong>en</strong>kele min of meer causaal verbond<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> verloopt niet volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong><br />

bepaalde causale wetmatigheid. E<strong>en</strong> voorbeeld. De val van de appel van e<strong>en</strong> boom wordt bepaald door<br />

zwaartekracht, mechanische, aërodynamische <strong>en</strong> chemische wetmatighed<strong>en</strong>. Meerdere process<strong>en</strong> die<br />

elk op zich geldingskracht toekom<strong>en</strong> maar niet sam<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> alomvatt<strong>en</strong>d <strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidig<br />

verklaringsmodel. Analoog gered<strong>en</strong>eerd do<strong>en</strong> zich ook in het m<strong>en</strong>selijk gedrag historisch bepaalde<br />

wetmatighed<strong>en</strong> voor, maar er is ge<strong>en</strong> wetmatigheid voor de ope<strong>en</strong>volging van al die onderdel<strong>en</strong> van<br />

dat gebeur<strong>en</strong>. Onderdel<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> dus causaal verklaard te kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uit wat er aan vooraf ging,<br />

maar er zijn ge<strong>en</strong> wetmatighed<strong>en</strong> om ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de reeks<strong>en</strong> van gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het complex<br />

van de totale m<strong>en</strong>s te voorspell<strong>en</strong>. 14<br />

Deze gedachte is niet verbaz<strong>en</strong>d. Vanuit het hed<strong>en</strong> blikk<strong>en</strong> we terug <strong>en</strong> in de hoop dan wel uit de<br />

behoefte om e<strong>en</strong> – op zijn minst verklar<strong>en</strong>de – greep te krijg<strong>en</strong> op het verled<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> we e<strong>en</strong><br />

regelmaat aan tuss<strong>en</strong> ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>. Díe ord<strong>en</strong>ing, die constructie van ons verled<strong>en</strong>, is<br />

echter ingegev<strong>en</strong> door projecties.<br />

Bij het vorige punt is reeds de beperkte gelding beschrev<strong>en</strong> van het e<strong>en</strong>zijdige waarnemersperspectief<br />

op grond waarvan we onszelf <strong>en</strong> de ander, maar zo voeg ik op deze plaats toe, ook onze persoonlijke<br />

geschied<strong>en</strong>is, niet optimaal kunn<strong>en</strong> doorgrond<strong>en</strong>. Niettemin verklaart de drang om onszelf, de ander,<br />

de verdachte, de geschied<strong>en</strong>is te begrijp<strong>en</strong>, de neiging om de onvermijdelijke losse – minder goed te<br />

verklar<strong>en</strong> – eindjes narratief te retoucher<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> aangebrachte regelmaat tuss<strong>en</strong> ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de<br />

gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> wijst daarom veeleer op e<strong>en</strong> achteraf geprojecteerde volgorde vanuit het hed<strong>en</strong> dan op<br />

e<strong>en</strong> daadwerkelijke voorspelbaarheid of onontkoombaarheid van delinqu<strong>en</strong>t gedrag. Geprojecteerde of<br />

terugblikk<strong>en</strong>de determinatie is dus te simpel <strong>en</strong> staat niet gelijk aan predestinatie. Deze stelling is voor<br />

de verhouding tuss<strong>en</strong> determinatie <strong>en</strong> wilsvrijheid niet zonder betek<strong>en</strong>is.<br />

Per definitie vormt elk keuzemom<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> caesuur tuss<strong>en</strong> verled<strong>en</strong> <strong>en</strong> toekomst. Het verled<strong>en</strong> heeft de<br />

m<strong>en</strong>s gemaakt tot wat hij is maar niet tot wat hij word<strong>en</strong> zal. Oftewel, het verled<strong>en</strong> zal de toekomst<br />

nimmer rak<strong>en</strong> maar scheert er in het hed<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> wiskundige asymptoot langs. De m<strong>en</strong>s verzamelt<br />

vele determinant<strong>en</strong> in zijn bestaan, maar de onderlinge verhouding <strong>en</strong> het totaalgewicht voor zijn<br />

persoonlijkheid <strong>en</strong> toekomst zijn ook voor hem onmeetbaar. Bij de afweging om al dan niet e<strong>en</strong><br />

<strong>straf</strong>baar feit te begaan is er dus e<strong>en</strong> mogelijke ope<strong>en</strong>stapeling van losse historische determinant<strong>en</strong><br />

opgebouwd die echter niet onontkoombaar dwing<strong>en</strong> tot het overwog<strong>en</strong> delict. 15 Kortom, de m<strong>en</strong>s blijft<br />

13 Mooij situeert zijn zorg<strong>en</strong> rond het naturalisme in ontwikkeling<strong>en</strong> van de laatste kwart eeuw. Ik wijs er op dat<br />

de moderne richting honderd jaar geled<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s defect<strong>en</strong> in bredere zin voluit in beeld bracht om e<strong>en</strong><br />

andersoortige – meer sociaal getoonzette – verantwoordelijkheid te introducer<strong>en</strong>. Er is niets nieuws onder de<br />

zon.<br />

14 Aansluiting zoek<strong>en</strong>d bij Popper, aldus de Groningse hoogleraar in de theoretische <strong>en</strong> intellectuele geschied<strong>en</strong>is<br />

F.R. Ankersmit, D<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over geschied<strong>en</strong>is. Moderne geschiedfilosofische opvatting<strong>en</strong>, Wolters Noordhoff 1984,<br />

p. 262. Voor het recht heeft G.E. Langemeijer betoogd dat ook e<strong>en</strong> objectief vaststaande <strong>en</strong> onontkoombare<br />

uitkomst de vrije wil <strong>en</strong> gedragskeuze onverlet laat (Inleiding tot de studie van de wijsbegeerte des rechts,<br />

Tje<strong>en</strong>k Willink 1973, p. 287).<br />

15 Het probleem is dat er meestal ge<strong>en</strong> bewuste afweging is. Het raakt wel de kern van het debat. Veel verdacht<strong>en</strong><br />

ervar<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>is waarover ze achteraf in reconstructie verantwoording moet<strong>en</strong> aflegg<strong>en</strong>. Zeld<strong>en</strong> ontk<strong>en</strong>t<br />

iemand zijn verantwoordelijkheid, maar hij zal ook vind<strong>en</strong> dat het vrije afwegingsmom<strong>en</strong>t tamelijk onoplett<strong>en</strong>d<br />

is gepasseerd. Hier vind<strong>en</strong> we ook de begrijpelijkheid van iemands handel<strong>en</strong>, zijn relatieve onvrijheid of<br />

machteloosheid. Het maakt de kern van onze beschouwing uiteindelijk niet anders, maar geeft wel e<strong>en</strong><br />

m<strong>en</strong>selijke kleur aan onze bejeg<strong>en</strong>ing van de verdachte.<br />

3


vrij in zijn keuze omdat de losse determinant<strong>en</strong> in zijn bestaan onvoldo<strong>en</strong>de voorspell<strong>en</strong>de kracht<br />

toekom<strong>en</strong>.<br />

3. Misschi<strong>en</strong> is nog e<strong>en</strong> verdergaande stap mogelijk <strong>en</strong> staat determinisme niet teg<strong>en</strong>over wilsvrijheid<br />

maar verle<strong>en</strong>t deze juist extra reliëf aan de vrijheid <strong>en</strong> onze zedelijke verantwoordelijkheid voor ons<br />

handel<strong>en</strong>. 16 Binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het <strong>straf</strong>recht zijn e<strong>en</strong>voudig voorbeeld<strong>en</strong> te tracer<strong>en</strong> waarin<br />

ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de handeling<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> zovele keuzemom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> behelz<strong>en</strong> die onafw<strong>en</strong>dbaar naar e<strong>en</strong> kwade<br />

afloop t<strong>en</strong>der<strong>en</strong>. Wanneer de kwade afloop is voltrokk<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vaak persoonlijkheidsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

ingrijp<strong>en</strong>de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> aangevoerd die aan het doorbrek<strong>en</strong> van de causale ket<strong>en</strong> in de weg stond<strong>en</strong>.<br />

Maar elke stap die als nieuwe tuss<strong>en</strong>schakel de causale ket<strong>en</strong> langer <strong>en</strong> dwing<strong>en</strong>der maakte houdt e<strong>en</strong><br />

keuzemom<strong>en</strong>t in tot omkeer of tot voortzetting van het gedrag. De determinant<strong>en</strong>, bestaande uit het<br />

keer op keer niet doorbrek<strong>en</strong> van de ket<strong>en</strong> maar het oude gedrag continuer<strong>en</strong>, mak<strong>en</strong> de<br />

ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de gedragskeuz<strong>en</strong> <strong>en</strong> bijbehor<strong>en</strong>de vrijheid moreel gewichtiger <strong>en</strong> groter.<br />

E<strong>en</strong> treff<strong>en</strong>d voorbeeld zou dat van de verdachte kunn<strong>en</strong> zijn die terecht staat voor incest bij<br />

zijn dochter tewijl hij zelf vele jar<strong>en</strong> is misbruikt door zijn eig<strong>en</strong> vader. De moeilijk te<br />

looch<strong>en</strong><strong>en</strong> misvorming als gevolg van het ondergane misbruik maakt og<strong>en</strong>schijnlijk de latere<br />

keuzevrijheid geringer. Daarteg<strong>en</strong>over kan gesteld word<strong>en</strong> dat juist de herinnering aan het<br />

eig<strong>en</strong> leed tot het vermijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> het stopzett<strong>en</strong> van het leed bij de dochter noopt.<br />

Deze positionering staat haaks op de bek<strong>en</strong>de opvatting dat het regelmatig toegev<strong>en</strong> aan kwade<br />

neiging<strong>en</strong>, waardoor bijkans e<strong>en</strong> verslavingspatroon ontstaat, de vrije wil inperkt.<br />

Klassiek zijn de korte discussies in de rechtszaal met verslaafde of recidiver<strong>en</strong>de verdacht<strong>en</strong><br />

waarin deze overweging kan word<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gevat: “ik wil wel verander<strong>en</strong> maar ik kan niet. Het<br />

antwoord: U kunt wel verander<strong>en</strong> maar u wilt niet”. 17<br />

Vanzelfsprek<strong>en</strong>d wordt de koers van de discussie bepaald door de dogmatische plaats van de<br />

deelnemer aan het debat. Het overeind houd<strong>en</strong> van de stelling dat determinisme de vrije wil fundeert<br />

<strong>en</strong> scherpt is afhankelijk van de ethische opvatting dat de m<strong>en</strong>s, "met rede begiftigd <strong>en</strong> gekom<strong>en</strong> tot de<br />

jar<strong>en</strong> des onderscheids", in staat is tot reflectie op <strong>en</strong> uitstijgt bov<strong>en</strong> dat verled<strong>en</strong>. In de kern kom<strong>en</strong><br />

deze red<strong>en</strong>ering<strong>en</strong> hier op neer dat de m<strong>en</strong>s vanuit ethisch perspectief vrijheid <strong>en</strong> heerschappij over<br />

zijn werkelijkheid wordt toegerek<strong>en</strong>d. 18 Terug naar de op<strong>en</strong>ingszin van dit punt. Ik me<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> te<br />

naturalistisch <strong>en</strong> biologisch gedetermineerd m<strong>en</strong>sbeeld de eig<strong>en</strong>heid van de m<strong>en</strong>s aantast. De m<strong>en</strong>s<br />

ontstijgt aan andere creatur<strong>en</strong> door met moraal begiftigd te zijn. Deze klassieke sociaal-ethische<br />

gedachte staat haaks op <strong>en</strong>ig neurologisch dan wel biologisch model dat de m<strong>en</strong>s devalueert tot volger<br />

van in plaats van leider over zijn constitutie. Morele vrijheid zou hier in kunn<strong>en</strong> bestaan dat de m<strong>en</strong>s,<br />

als individu beschouwd, in staat is e<strong>en</strong> morele orde te handhav<strong>en</strong> zowel teg<strong>en</strong>over de ‘lagere’<br />

impuls<strong>en</strong> in hemzelf als teg<strong>en</strong>over de belast<strong>en</strong>de handicaps die in het lev<strong>en</strong> zijn opgebouwd. Daarbij is<br />

e<strong>en</strong> interessante vraag of deze b<strong>en</strong>adering niet dwingt tot e<strong>en</strong> vrijheidsbegrip dat binn<strong>en</strong> het<br />

determinisme moet word<strong>en</strong> ontwikkeld. 19<br />

16 Aldus Ankersmit, vorige noot, p. 269.<br />

17 Als de herschrijving van de verhouding tuss<strong>en</strong> determinatie <strong>en</strong> wilsvrijheid veel van do<strong>en</strong> heeft met e<strong>en</strong><br />

normatief <strong>en</strong> juridisch vrijheidsbegrip, dan wordt de vraag prang<strong>en</strong>d waaraan de juridische moraal <strong>en</strong> norm<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> afgemet<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan de hand van welke criteria <strong>en</strong> maatstav<strong>en</strong> bijvoorbeeld de rechter zijn rechtsbegrip<br />

vormt. Vergelijk in dat verband het rec<strong>en</strong>te WRR-rapport Waard<strong>en</strong>, norm<strong>en</strong> <strong>en</strong> de last van het gedrag,<br />

Amsterdam university press <strong>2004</strong> <strong>en</strong> daarover Paul de Hoed <strong>en</strong> Kees Schuyt in het zojuist versch<strong>en</strong><strong>en</strong> artikel<br />

Instituties als werkplaats<strong>en</strong> van waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> norm<strong>en</strong>, in de Sociologische Gids <strong>2004</strong>, pp. 196-214.<br />

18 De Leidse rechtsfilosoof Ar<strong>en</strong>t van Haersolte zegt het zo: Dit "oordeel des onderscheids" is heel letterlijk<br />

datg<strong>en</strong>e, wat in de filosofie van onze eig<strong>en</strong> tijd veelal "kritiek" (krinein is oordel<strong>en</strong>) g<strong>en</strong>oemd wordt <strong>en</strong> met<br />

m<strong>en</strong>selijke "vrijheid" in verband wordt gebracht. Wie oordeelt is actief <strong>en</strong> neemt afstand, manifesteert dus zijn<br />

vrijheid (De m<strong>en</strong>s <strong>en</strong> het zijne, Tje<strong>en</strong>k Willink, p. 128). De bek<strong>en</strong>de Franse filosoof Pierre Hadot merkt op dat de<br />

rede, die de m<strong>en</strong>s eig<strong>en</strong> is, de macht heeft om in haar oordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> haar beschouwing<strong>en</strong> over de werkelijkheid zin<br />

te gev<strong>en</strong> aan de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan de handeling<strong>en</strong> de produceert. In dit geheel van betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> zetel<strong>en</strong><br />

zowel de m<strong>en</strong>selijke hartstocht<strong>en</strong> als de moraal (Filosofie als e<strong>en</strong> manier van lev<strong>en</strong>, Amsterdam 2003, p. 137).<br />

Mooij zou hier sprek<strong>en</strong> van het m<strong>en</strong>selijk vermog<strong>en</strong> tot reflectie.<br />

19 H. Philipse, De vrijheid der filosof<strong>en</strong>, in: Flores debitorum, Opstell<strong>en</strong> over ethiek <strong>en</strong> recht, liber amicorum<br />

R.A.V. Van Haersolte, Tje<strong>en</strong>k Willink 1984, pp. 47-48. In zijn betoog mak<strong>en</strong> de ongelijkwaardigheid <strong>en</strong><br />

daarmee onvergelijkbaarheid dat determinisme de wilsvrijheid intact laat. Bij e<strong>en</strong> deterministische visie<br />

verliez<strong>en</strong> we het zicht op de vrije m<strong>en</strong>s <strong>en</strong> omgekeerd. Vrijheid wordt daarmee gerelateerd aan de medem<strong>en</strong>s die<br />

4


Hiermee neem ik ev<strong>en</strong>als Mooij afstand van het geslot<strong>en</strong> causaal determinisme, dat echter naar mijn<br />

smaak in het recht, mogelijk anders dan hij me<strong>en</strong>t of lijkt te vrez<strong>en</strong>, niet of nauwelijks zal word<strong>en</strong><br />

onderschrev<strong>en</strong>.<br />

In mijn gecomprimeerde weergave van debatt<strong>en</strong> over de wilsvrijheid verhull<strong>en</strong> de geschetste lijn<strong>en</strong><br />

gecompliceerde <strong>en</strong> omvangrijke filosofische debatt<strong>en</strong>. Deze lijn<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> daarom meer als<br />

inspiratiebron t<strong>en</strong>einde tot mijn bijbehor<strong>en</strong>de stelling<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong>. Daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong> zijn mijn<br />

stellingnames niet logisch geket<strong>en</strong>d maar sterk normatief van aard.<br />

Het normatieve karakter van het recht br<strong>en</strong>gt mee dat het vrijheidsbegrip in het recht normatief <strong>en</strong><br />

ethisch wordt ingekleurd, met di<strong>en</strong> verstande dat vrijheid e<strong>en</strong> axioma is voor toerek<strong>en</strong>ing. 20 Ondanks<br />

niet te misk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> sociale, psychische <strong>en</strong> neurobiologische beperking<strong>en</strong> wordt de m<strong>en</strong>s gehoud<strong>en</strong> in<br />

weerwil van zijn oorzakelijk bepaalde handicaps e<strong>en</strong> optimale keuze tuss<strong>en</strong> gedragsalternatiev<strong>en</strong> te<br />

mak<strong>en</strong>. Nota b<strong>en</strong>e: e<strong>en</strong> keuze die overe<strong>en</strong>komt met algeme<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>de norm<strong>en</strong>. Vanuit juridisch<br />

perspectief is de wilsvrijheid dus sterk gekoppeld aan waard<strong>en</strong>. 21 Op grond van maatschappelijke <strong>en</strong><br />

ethische opvatting<strong>en</strong> moet de m<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> goede omgang vind<strong>en</strong> met zijn gegroeide beperking<strong>en</strong>. Min of<br />

meer causale (deel)verband<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> dus niet tot e<strong>en</strong> onontkoombare bestemming (predestinatie zo<br />

m<strong>en</strong> wil). Integ<strong>en</strong>deel. Bij meer k<strong>en</strong>nis, bijvoorbeeld van de eig<strong>en</strong> gemaakte fout<strong>en</strong>, wordt de druk van<br />

e<strong>en</strong> morele verantwoordelijkheid voor e<strong>en</strong> andere gedragskeuze groter. Deterministische verband<strong>en</strong> in<br />

het m<strong>en</strong>selijk bestaan verminder<strong>en</strong> niet de toe te del<strong>en</strong> verantwoordelijkheid <strong>en</strong> bijbehor<strong>en</strong>de<br />

aansprakelijkheid voor <strong>straf</strong>waardig gedrag. 22 De m<strong>en</strong>s bezit als ethisch rechtssubject <strong>en</strong> drager van<br />

plicht<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grotere vrije wil dan vaak wordt voorondersteld. 23<br />

Deze normatieve noties over e<strong>en</strong> grote wilsvrijheid werk<strong>en</strong> door in de exceptie van de (beperkte)<br />

toerek<strong>en</strong>ingsvatbaarheid. Bij de andere excepties – overmacht of noodtoestand – zijn ge<strong>en</strong><br />

gedragskundige of psychiatrische aannames of oordel<strong>en</strong> nodig over de mate van vrijheid. Daar<br />

overheerst het normatief rechterlijk oordeel dat gefundeerd wordt in algem<strong>en</strong>e ervarings- <strong>en</strong><br />

redelijkheidsopvatting<strong>en</strong>.<br />

Of mijn noties van vrijheid als premisse geld<strong>en</strong> voor de <strong>straf</strong>rechtelijke schuld in de zin van<br />

verwijtbaarheid, hangt af van de keuze die in de wijsgerige doolhof van het vrijheidsbegrip wordt<br />

gemaakt.<br />

3. Synthese of kloof tuss<strong>en</strong> de <strong>straf</strong>rechtelijke <strong>en</strong> de for<strong>en</strong>sische schuld<br />

Ik zal nu eerst stilstaan bij de synthese of de kloof tuss<strong>en</strong> de <strong>straf</strong>rechtelijke <strong>en</strong> de for<strong>en</strong>sische schuld.<br />

E<strong>en</strong> interdisciplinaire wet<strong>en</strong>schapsbeoef<strong>en</strong>ing slaagt zeld<strong>en</strong> vanwege de eig<strong>en</strong>aardighed<strong>en</strong> van de<br />

verschill<strong>en</strong>de begripp<strong>en</strong>. Zou dit bij het recht <strong>en</strong> de gedragswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> anders zijn? Op het eerste<br />

gezicht heeft e<strong>en</strong> pleidooi voor e<strong>en</strong> verklonk<strong>en</strong> <strong>straf</strong>rechtelijke <strong>en</strong> for<strong>en</strong>sische schuld e<strong>en</strong> zekere<br />

charme.<br />

Antoine Mooij kiest voor e<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schapsmodel van uitlegg<strong>en</strong>, interpreter<strong>en</strong> <strong>en</strong> vertolk<strong>en</strong> dat streeft<br />

naar de uitleg of interpretatie van zinsverband<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat onver<strong>en</strong>igbaar is met e<strong>en</strong> model van oorzaak<br />

<strong>en</strong> werking <strong>en</strong> waarin de handelings- <strong>en</strong> belevingswerkelijkheid niet kan word<strong>en</strong> gevat. Het sprek<strong>en</strong><br />

over toerek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> schuldverwijt <strong>en</strong> het sprek<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> psychische stoornis<br />

in zijn relatie tot ons onvoorzi<strong>en</strong>baar <strong>en</strong> onvoorspelbaar is. Indi<strong>en</strong> we de ander beschrijv<strong>en</strong> in alle determinant<strong>en</strong>,<br />

huiselijk oude koei<strong>en</strong> g<strong>en</strong>aamd, die e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s nu e<strong>en</strong>maal als hypotheek op zijn lev<strong>en</strong> meesleept, dan wordt aan<br />

die vrijheid afbreuk gedaan.<br />

20<br />

Vergelijk H. Philipse, De vrijheid der filosof<strong>en</strong>, in: Flores debitorum, liber amicorum R.A.V. van Haersolte,<br />

Tje<strong>en</strong>k Willink 1984, p. 35.<br />

21<br />

In deze zin uitvoerig de Amerikaanse hoogleraar Robert Nozick, Philosophical Explanations, Harvard<br />

University Press 1981, het vierde hoofdstuk over waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> de vrije wil.<br />

22<br />

Naar mijn smaak is Mooij iets te stellig waar hij poneert dat er in het geval van e<strong>en</strong> ‘ver<strong>en</strong>igingstheorie’ wel<br />

ruimte is voor vrijheid maar e<strong>en</strong> zodanige afzwakking of herschrijving plaatsvindt dat de traditionele<br />

omschrijving van vrijheid, als het vermog<strong>en</strong> anders te kiez<strong>en</strong>, wijkt. Mooij: “om het ev<strong>en</strong> of onver<strong>en</strong>igbaarheid<br />

dan wel ver<strong>en</strong>igbaarheid wordt bepleit, blijft het deterministische schema intact” (A.W.M. Mooij, Wilsvrijheid,<br />

Delict <strong>en</strong> Delinqu<strong>en</strong>t 2003, p. 499).<br />

23<br />

De softe of de zogehet<strong>en</strong> “verzo<strong>en</strong><strong>en</strong>de” variant van het determinisme: de geclaimde determinant<strong>en</strong> in<br />

m<strong>en</strong>selijk gedrag staan niet teg<strong>en</strong>over de m<strong>en</strong>selijke vrijheid indi<strong>en</strong> deze vrijheid moreel bepaald wordt geacht.<br />

5


vooronderstelt e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>sbeeld dat ruimte laat <strong>en</strong> moet lat<strong>en</strong> voor de eig<strong>en</strong>heid van de m<strong>en</strong>s. 24 Het<br />

schuldbegrip in het <strong>straf</strong>recht <strong>en</strong> in de for<strong>en</strong>sische psychiatrie zou dermate sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong><br />

geme<strong>en</strong>schappelijk d<strong>en</strong>kkader ontstaat waarbinn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> interdisciplinaire b<strong>en</strong>adering meerwaarde<br />

toekomt. Het geme<strong>en</strong>schappelijk begrip zou dat van de verantwoordelijkheid kunn<strong>en</strong> zijn die e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<br />

qualitate qua toekomt. 25 Aansluiting zoek<strong>en</strong>d bij Levinas legt Antoine Mooij e<strong>en</strong> verband met het<br />

fundam<strong>en</strong>teel niveau van de schuld als e<strong>en</strong> van de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het m<strong>en</strong>s zijn. 26<br />

Antoine Mooij staat in zijn sterk op de psycho-analyse georiënteerde beschouwing<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong>. In het<br />

<strong>straf</strong>recht zag onder andere Bronkhorst het als e<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong>ste dat de psycho-analyse <strong>en</strong> de exist<strong>en</strong>tiefilosofie<br />

e<strong>en</strong> wereld van heldere begripp<strong>en</strong> <strong>en</strong> duidelijke teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> had do<strong>en</strong> ine<strong>en</strong>stort<strong>en</strong>. 27<br />

Vanuit de <strong>straf</strong>rechtelijke overkant wil ik bezi<strong>en</strong> of Antoine Mooij mij bereikt. Mijn eindoordeel geef<br />

ik alvast prijs. Dat is maar t<strong>en</strong> dele het geval. Ik zie de <strong>straf</strong>schuld als e<strong>en</strong> ander f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> dan de<br />

schuld vanuit het psychiatrisch perspectief. De argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> daarvoor heb ik in het begin al geprobeerd<br />

te b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>, maar ik heb ook, vanuit ‘empirische’ ervaring als <strong>straf</strong>rechter, in het bijzonder vanuit de<br />

p<strong>en</strong>it<strong>en</strong>tiaire kamer van het Arnhemse gerechtshof, argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor het handhav<strong>en</strong> van het<br />

onderscheid.<br />

Bij veel verl<strong>en</strong>gingszitting<strong>en</strong> blijkt dat de terbeschikkinggestelde het misdrijf steeds minder w<strong>en</strong>st te<br />

b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo snel mogelijk de ‘<strong>straf</strong>’ van de terbeschikkingstelling beëindigd wil zi<strong>en</strong> om buit<strong>en</strong> de<br />

inrichtingsmur<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nieuw <strong>en</strong> inrichtingsvrij bestaan op te bouw<strong>en</strong>. De frustratie is groot indi<strong>en</strong> met<br />

regelmaat wordt teruggegrep<strong>en</strong> op het misdrijf. In dit licht is e<strong>en</strong> van de grootste problem<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de<br />

behandeling van terbeschikkinggesteld<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong> tot schuldbesef, lijd<strong>en</strong>sdruk, schaamte over de<br />

schande, zonder dat deze neergedrukt of geknecht wordt. Schuld bindt, maar moet uiteindelijk tot<br />

bevrijding leid<strong>en</strong> wil er herstel tuss<strong>en</strong> dader <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving ontstaan. Schuld, schaamte <strong>en</strong> schroom<br />

zijn gerelateerd aan bevrijding, kwijtschelding <strong>en</strong> vergeving. Behandeling van terbeschikkinggesteld<strong>en</strong><br />

wordt kansrijker door vervulling van twee teg<strong>en</strong>gestelde voorwaard<strong>en</strong>. Met de Nijmeegse hoogleraar<br />

in de wijsgerige ethiek Van Tonger<strong>en</strong> me<strong>en</strong> ik dat <strong>en</strong>erzijds daad <strong>en</strong> dader moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

gedissocieerd: de dader moet zijn daad veroordel<strong>en</strong>. Anderzijds heeft het ge<strong>en</strong> zin om e<strong>en</strong> dader die<br />

niets met zijn daad van do<strong>en</strong> wil hebb<strong>en</strong> zijn daad te vergev<strong>en</strong>. Vergeving – voor zover dat<br />

publiekrechtelijk mogelijk is – is niet vrijblijv<strong>en</strong>d. Berouw kan niet voorwaardelijk zijn, bijvoorbeeld<br />

in afwachting van vergeving, maar moet uit iemand zelf kom<strong>en</strong>. Spijt, berouw <strong>en</strong> inkeer moet<strong>en</strong><br />

aanwezig zijn zonder dat er e<strong>en</strong> beloning teg<strong>en</strong>over staat. 28 Van Tonger<strong>en</strong> zegt het met e<strong>en</strong> morele<br />

lading: "het is de g<strong>en</strong>ade van de schaamte die iemand overkomt <strong>en</strong> hem ontvankelijk maakt voor<br />

verandering". 29<br />

De moeite van e<strong>en</strong> klinische behandeling is dus e<strong>en</strong> ingang bij de terbeschikkinggestelde te vind<strong>en</strong>. In<br />

de verscheid<strong>en</strong>heid van aanleg <strong>en</strong> neiging<strong>en</strong>, in de uniciteit van elke m<strong>en</strong>s, ligt de mogelijkheid tot<br />

verandering. Daarvoor is veelal e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>soortige behandeling aangewez<strong>en</strong> <strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />

gestandaardiseerde aanpak. De terbeschikkinggestelde moet (ler<strong>en</strong>) inzi<strong>en</strong> dat veel uiterlijke<br />

problem<strong>en</strong> van werk, inkom<strong>en</strong>, won<strong>en</strong> <strong>en</strong> relaties frequ<strong>en</strong>t te herleid<strong>en</strong> zijn tot innerlijke conflict<strong>en</strong>.<br />

Bij het overwinn<strong>en</strong> van díe conflict<strong>en</strong> wordt e<strong>en</strong> nieuwe verstandhouding tot zijn omgeving <strong>en</strong><br />

medem<strong>en</strong>s<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kbaar.<br />

In dat verband merk ik op dat het eig<strong>en</strong>soortige van de dader gezocht noch gevond<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> in<br />

het “ik” van het egoc<strong>en</strong>trische zelf maar in de diepere grond van de aan de sam<strong>en</strong>leving deelhebb<strong>en</strong>de<br />

24 A.W.M. Mooij, Toerek<strong>en</strong>ingsvatbaarheid. Over handelingsvrijheid, Boom <strong>2004</strong>, pp 31-32 <strong>en</strong> 37.<br />

25 A.W.M. Mooij, Psychiatrie, recht <strong>en</strong> de m<strong>en</strong>selijke maat, Boom 1998, onder meer pp. 109-117, 227. Deze<br />

integratiegedachte is op andere grond<strong>en</strong> <strong>en</strong> met e<strong>en</strong> ander doel ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s bepleit door de psychiater<strong>straf</strong>rechtjurist<br />

Nieboer in zijn proefschrift Aegroto suum. Hij staat daarin de integratie van de for<strong>en</strong>sische<br />

psychiatrie in het <strong>straf</strong>recht voor (W. Nieboer, Aegroto suum, dissertatie RUG, Boom 1970).<br />

26 Vergelijk Th.W. van Ve<strong>en</strong>, boekbespreking van de Utrechtse inaugurele rede van Mooij, Schuld in <strong>straf</strong>recht<br />

<strong>en</strong> psychiatrie, Gouda Quint 1997, Sancties 1997, p. 243.<br />

27 C. Bronkhorst, Nood <strong>en</strong> noodzaak van het <strong>straf</strong>recht, inaugurele rede UvT 1964, Tje<strong>en</strong>k Willink 1964, p. 7.<br />

28 P. van Tonger<strong>en</strong>, Deugdelijk lev<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> inleiding in de deugdethiek, Sun 2003, hoofdstuk VI.4.<br />

29 P. van Tonger<strong>en</strong> (zie vorige noot), p. 146.<br />

6


m<strong>en</strong>s. 30 Bij veel zitting<strong>en</strong> blijkt dat de dader, ondanks het veelvuldig sociaal w<strong>en</strong>selijke karakter van<br />

de uitlating<strong>en</strong>, zichzelf zoekt <strong>en</strong> niet zichzelf in relatie tot de medem<strong>en</strong>s. 31 Het besef dat de eig<strong>en</strong><br />

psyche slechts kan groei<strong>en</strong> in de verbond<strong>en</strong>heid met de persoon van de medem<strong>en</strong>s kan de veroordeelde<br />

di<strong>en</strong>stig zijn bij het hervind<strong>en</strong> van zijn verantwoordelijkheid.<br />

Ik wijs er op dat in deze b<strong>en</strong>adering het delict e<strong>en</strong> abstracte of concretere gevaarzetting inhoudt jeg<strong>en</strong>s<br />

medeburgers. Vrijwel elk delict (zelfs inzake verkeersregels, fraude of milieu) is te herleid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong><br />

(al dan niet abstracte) aantasting van e<strong>en</strong> leefbare sam<strong>en</strong>leving. Wett<strong>en</strong> bescherm<strong>en</strong> in directe of<br />

indirecte zin het m<strong>en</strong>selijk bestaan. Afgezi<strong>en</strong> van theologische, wijsgerige <strong>en</strong> antropologische<br />

duiding<strong>en</strong> van het schuldbegrip me<strong>en</strong> ik dat ook de juridische positionering van <strong>straf</strong>wett<strong>en</strong> als<br />

bescherm<strong>en</strong>de barrières rond de medem<strong>en</strong>s, de <strong>straf</strong>rechtelijke schuld in e<strong>en</strong> dieper m<strong>en</strong>selijk tekort<br />

transformeert. Opnieuw merk ik op dat dit niet om e<strong>en</strong> schuld gaat die moet neerdrukk<strong>en</strong> of<br />

verneder<strong>en</strong> maar om e<strong>en</strong> schuld die eig<strong>en</strong> is aan het m<strong>en</strong>selijk bestaan <strong>en</strong> die de dader oproept tot e<strong>en</strong><br />

andere omgang met zijn omgeving <strong>en</strong> zichzelf. 32 De <strong>straf</strong>wet vat ik daarmee op als e<strong>en</strong> zedelijk appèl<br />

aan de m<strong>en</strong>s om via de wet zijn medem<strong>en</strong>s <strong>en</strong> di<strong>en</strong>s omgeving te respecter<strong>en</strong>. 33 Deze gedacht<strong>en</strong> vind<strong>en</strong><br />

mede hun grond in de opvatting dat de sanctie tot gelding komt indi<strong>en</strong> de publieke waard<strong>en</strong>, norm<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> richtsnoer<strong>en</strong> van medem<strong>en</strong>selijkheid, die t<strong>en</strong> dele aan het Wetboek van Strafrecht t<strong>en</strong> grondslag<br />

ligg<strong>en</strong>, door de dader word<strong>en</strong> erk<strong>en</strong>d <strong>en</strong> verinnerlijkt. Het delict introduceert e<strong>en</strong> morele schuld van de<br />

dader jeg<strong>en</strong>s de sam<strong>en</strong>leving. 34 Met deze omschrijving plaats ik schuld <strong>en</strong> boete in de sleutel van de<br />

vergelding <strong>en</strong> moraal, waarbij de boete(do<strong>en</strong>ing) zich richt op het hervind<strong>en</strong> van<br />

verantwoordelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> “omkeer” van de dader. 35<br />

Deze duiding van de schuld afsluit<strong>en</strong>d merk ik nog op dat gewaakt moet word<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verkeerde<br />

inbedding van de moraal. De delinkw<strong>en</strong>t die ge<strong>en</strong> morele schuld ervaart dan wel daarvoor niet wil<br />

uitkom<strong>en</strong>, is niet a-moreel <strong>en</strong> di<strong>en</strong>t niet als zodanig te word<strong>en</strong> bejeg<strong>en</strong>d. 36 In zijn Utrechtse oratie zegt<br />

Mooij het scherp: "De omgang met schuld is <strong>en</strong> blijft e<strong>en</strong> gevaarlijke zaak, voor alle partij<strong>en</strong>, alle<strong>en</strong> al<br />

30 M. Buber, De weg van de m<strong>en</strong>s, ’s-Grav<strong>en</strong>hage 1953, p. 38 ("niet het vanzelfsprek<strong>en</strong>de "ik" van het<br />

egoc<strong>en</strong>trische individu, maar het diepe "zelf" van d<strong>en</strong> aan de sam<strong>en</strong>leving deelhebb<strong>en</strong>de m<strong>en</strong>s") waar hij<br />

bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> wijst op vele verkeerde vorm<strong>en</strong> van inkeer.<br />

31 Zie over toepassing van ideeën van Levinas in recht <strong>en</strong> psychiatrie, A.W.M. Mooij, Psychiatrie, recht <strong>en</strong> de<br />

m<strong>en</strong>selijke maat. Over verantwoordelijkheid, Boom 1998, hoofdstuk 15; J.J. Loeff, Ge<strong>en</strong> rust voor het recht, in:<br />

Rechtsvinding, liber amicorum J.M. Pieters, Kluwer 1970, p. 194 e.v.; J.J. Loeff, Vergelding als gave, in: Recht<br />

als instrum<strong>en</strong>t van behoud <strong>en</strong> verandering, liber amicorum J.J.M. van der V<strong>en</strong>, Kluwer 1972, p. 128 e.v.<br />

32 E<strong>en</strong> van de betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> die Mooij aan de schuld toedicht is die van de verev<strong>en</strong>ing. Door de daad, in de zin<br />

van e<strong>en</strong> meer of minder ernstig feit staat e<strong>en</strong> schuld die vergold<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> door middel van <strong>straf</strong>. De schuld<br />

is hier e<strong>en</strong> verev<strong>en</strong>ingsschuld jeg<strong>en</strong>s de ander met e<strong>en</strong> grote A, die symbool staat voor de sam<strong>en</strong>leving (oratie<br />

1977, p. 14).<br />

33 Ik laat hier de driedeling die Mooij aanbr<strong>en</strong>gt, macht, recht <strong>en</strong> onmacht, <strong>en</strong> waarmee hij het tweepolige d<strong>en</strong>k<strong>en</strong><br />

van Levinas compliceert <strong>en</strong> aanvult, buit<strong>en</strong> beschouwing (Psychiatrie, recht <strong>en</strong> de m<strong>en</strong>selijke maat, Boom 1998,<br />

p. 201).<br />

34 In dat verband heeft de sanctie de strekking om de wettelijke norm tot gelding te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> die mede te<br />

verinnerlijk<strong>en</strong> bij de veroordeelde. Het is nog niet zo lang geled<strong>en</strong> dat het vergeldingsbegrip sterk negatief werd<br />

geduid, waarbij de <strong>straf</strong> als zijnde leedtoevoeging werd gediskwalificeerd. Vergelijk willekeurig C.J.B.J.<br />

Trimbos, Misdaad zonder <strong>straf</strong>? Spectrum 1962, pp. 9-32; W.H. Nagel, De funkties van de vrijheids<strong>straf</strong>,<br />

Samsom 1977, pp. 143-168; H. Bianchi, Basismodell<strong>en</strong> in de kriminologie, Van Loghum Slaterus 1980.<br />

35 G.Th. Kempe, De dader <strong>en</strong> zijn daad, Nederlands Tijdschrift voor Criminologie 1959, pp. 3-10; W.P.J. Pompe,<br />

Het <strong>straf</strong>recht <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong> in de medem<strong>en</strong>s, in: Vijf opstell<strong>en</strong> van Willem Pompe, 1975.<br />

36 In e<strong>en</strong> van zijn publicaties zegt Mooij fijntjes dat we nogal e<strong>en</strong>s verget<strong>en</strong> dat niet alle<strong>en</strong> de sam<strong>en</strong>leving<br />

complex is geword<strong>en</strong> maar dat sam<strong>en</strong>lev<strong>en</strong> als zodanig ook complex is. Bij het aanhor<strong>en</strong> van verdacht<strong>en</strong>,<br />

veroordeeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> terbeschikkinggesteld<strong>en</strong> merk ik frequ<strong>en</strong>t hoe ze zich plooi<strong>en</strong> om hun beleving <strong>en</strong><br />

ontwikkeling te verwoord<strong>en</strong>, <strong>en</strong> hoe hun woordkeuze vaak weer aanleiding is tot verdere moralisering van hun<br />

nog steeds niet w<strong>en</strong>selijke opstelling. Ik d<strong>en</strong>k wel e<strong>en</strong>s aan e<strong>en</strong> gedicht van Tsoeang-Tse dat Hans Andreus liet<br />

voorafgaan aan zijn “sonnett<strong>en</strong> van de kleine waanzin”: “Om viss<strong>en</strong> te vang<strong>en</strong> gebruikt m<strong>en</strong> aas. Heeft m<strong>en</strong> de<br />

viss<strong>en</strong> gevang<strong>en</strong>, dan kan m<strong>en</strong> het aas verget<strong>en</strong>. Om konijn<strong>en</strong> te vang<strong>en</strong>, gebruikt m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> strik. Heeft m<strong>en</strong> de<br />

konijn<strong>en</strong> gevang<strong>en</strong>, dan kan m<strong>en</strong> de strik verget<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> gebruikt woord<strong>en</strong> om hun betek<strong>en</strong>is uit te drukk<strong>en</strong>.<br />

Wordt de betek<strong>en</strong>is verstaan, dan kunn<strong>en</strong> de woord<strong>en</strong> verget<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Waar vind ik e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s die woord<strong>en</strong><br />

vergeet, opdat ik met hem prat<strong>en</strong> kan?” Het recht wordt in hoge <strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>de mate vormgegev<strong>en</strong> door het woord<br />

dat e<strong>en</strong> doorslaggev<strong>en</strong>d vervoermiddel tuss<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> vormt. Niettemin brek<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> vaker meer af dan dat<br />

ze opbouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> overbrugg<strong>en</strong>. Zie op dit punt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s Antoine Mooij in zijn Utrechtse oratie, p. 23.<br />

7


vanwege de agressieve hantering ervan. Schuldhantering is immers ook e<strong>en</strong> subtiele vorm van<br />

agressiehantering, waarbij m<strong>en</strong> hoog in de zedelijke boom gezet<strong>en</strong> neerziet op de ander of zichzelf, <strong>en</strong><br />

zegt: “jij b<strong>en</strong>t schuldig” (p. 33).<br />

Ondanks de voorgaande duiding van het schuldthema <strong>en</strong> de og<strong>en</strong>schijnlijke verwantschap tuss<strong>en</strong> beide<br />

disciplines vrees ik dat de teg<strong>en</strong>stelling tuss<strong>en</strong> <strong>straf</strong>recht <strong>en</strong> gedragsleer mogelijk te veel wordt<br />

verdoezeld. Verschill<strong>en</strong> zijn dat de schuld in het <strong>straf</strong>recht mee bepaald kan word<strong>en</strong> door tijdsverloop<br />

<strong>en</strong> door de noodzaak e<strong>en</strong> voorbeeld te stell<strong>en</strong>. Verder di<strong>en</strong>t de vergelding als <strong>straf</strong>grond, als <strong>straf</strong>doel<br />

maar ev<strong>en</strong>zeer als mitiger<strong>en</strong>de kracht. 37 Wez<strong>en</strong>lijk is ook dat bij de <strong>straf</strong>rechtelijke schuld de<br />

bov<strong>en</strong>toon wordt gevoerd door de verev<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> de vergelding die via de ernst van de feit<strong>en</strong> de<br />

zwaarte van de <strong>straf</strong> bepal<strong>en</strong>.<br />

Mijn eerdere positionering van de wilsvrijheid, binn<strong>en</strong> of naast maar in ieder geval niet teg<strong>en</strong>over het<br />

determinisme, biedt ev<strong>en</strong>min veel houvast voor e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>loop van beide schuldtyp<strong>en</strong>. De aanname<br />

dat de m<strong>en</strong>selijke psyche niet of nauwelijks fundam<strong>en</strong>teel k<strong>en</strong>baar is, billijkte mee de opvatting dat het<br />

recht slechts k<strong>en</strong>nis neemt van díe feit<strong>en</strong> die nodig zijn voor het <strong>straf</strong>rechtelijke selectieproces. Daarin<br />

verschilt het recht op cruciale wijze van de psychiatrie. Dit reductionisme is rechtvaardig omdat in het<br />

<strong>straf</strong>recht de verdachte niet alle<strong>en</strong> op zijn persoon maar vooral op zijn dad<strong>en</strong> wordt aangesprok<strong>en</strong>.<br />

Deze selectiviteit heeft opnieuw met de onk<strong>en</strong>baarheid van de persoon te mak<strong>en</strong>. Daarom is er – in<br />

teg<strong>en</strong>stelling tot de geestelijke zorg – in het <strong>straf</strong>recht minder dialoog met de verdachte d<strong>en</strong>kbaar maar<br />

volgt veeleer e<strong>en</strong> serie van normatieve vaststelling<strong>en</strong>, waarvoor nu e<strong>en</strong>maal ge<strong>en</strong> optimale<br />

k<strong>en</strong>baarheid van de persoon van de verdachte <strong>en</strong> di<strong>en</strong>s psyche is vereist.<br />

Naast e<strong>en</strong> gebrek aan noodzaak doet zich ook e<strong>en</strong> onmogelijkheid voor. Het <strong>straf</strong>recht kán maar e<strong>en</strong><br />

bepaald facet van de m<strong>en</strong>s belicht<strong>en</strong> <strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong>. In het <strong>straf</strong>proces staat niet de totale m<strong>en</strong>s ter<br />

discussie maar de m<strong>en</strong>s zoals hij functioneerde in de (beperkte) optiek van het terrein van de overheid<br />

<strong>en</strong> dat bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> nog ingeperkt door het terrein van het <strong>straf</strong>recht (met onder andere zijn legaliteits- <strong>en</strong><br />

gelijkheidsbeginsel). Het is derhalve voor de <strong>straf</strong>rechter onmogelijk de m<strong>en</strong>s in al zijn facett<strong>en</strong> te<br />

betrekk<strong>en</strong> bij zijn oordeel. We moet<strong>en</strong> daarbij mee aandacht hebb<strong>en</strong> voor het gelijkheidsbeginsel<br />

waarvan de toepassing ook nog e<strong>en</strong>s wordt gecompliceerd door de talrijke buit<strong>en</strong>landers die voor de<br />

rechter kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> die soms e<strong>en</strong> aan ons vreemd norm<strong>en</strong>stelsel hanter<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>sgeschied<strong>en</strong>is<br />

k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> die we vaak niet kunn<strong>en</strong> achterhal<strong>en</strong> <strong>en</strong>z.<br />

Het <strong>straf</strong>rechtelijk schuldbegrip is dan ook anders geaard dan het bredere wijsgerige schuldbegrip waar<br />

Antoine Mooij op doelt. Zowel de formeelrechtelijke als de materieelrechtelijke inhoud van de schuld<br />

is minder veelzijdig <strong>en</strong> doet minder recht aan de dader dan deze vaak zelf ervaart. Waar bij de<br />

bejeg<strong>en</strong>ing van de <strong>straf</strong>bare m<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> grondig wijsgerig <strong>en</strong> ethisch perspectief bestaat, aanvaardt de<br />

<strong>straf</strong>rechter dat er vele onk<strong>en</strong>bare <strong>en</strong> fragm<strong>en</strong>tarische oorzak<strong>en</strong> van het delict zijn die toch de<br />

toerek<strong>en</strong>ing van aansprakelijkheid niet verstor<strong>en</strong>. Het interpreter<strong>en</strong>d zingevingsmodel van Antoine<br />

Mooij heeft ge<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>de betek<strong>en</strong>is voor de “hardere” <strong>straf</strong>rechtelijke bewijsvrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>min<br />

voor de materiële inhoud van het <strong>straf</strong>rechtelijke schuldbegrip.<br />

Het raakvlak tuss<strong>en</strong> Antoine Mooij <strong>en</strong> mij kan echter ligg<strong>en</strong> in de t<strong>en</strong>uitvoerlegging van de sanctie. In<br />

de executie zou het <strong>straf</strong>rechtelijke systeem ruimte aan de veroordeelde kunn<strong>en</strong> bied<strong>en</strong> om de ontstane<br />

schuld “uit te boet<strong>en</strong>” <strong>en</strong> zijn verantwoordelijkheid te hervind<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> de executie biedt het<br />

m<strong>en</strong>sbeeld, althans zoals Antoine Mooij die voorstaat, e<strong>en</strong> grond voor e<strong>en</strong> zinvolle bejeg<strong>en</strong>ing van de<br />

veroordeelde. In de huidige <strong>straf</strong>rechtswet<strong>en</strong>schap heeft Kelk als e<strong>en</strong> van de zeer weinig<strong>en</strong> aan de orde<br />

gesteld dat tijd<strong>en</strong>s de vrijheidsb<strong>en</strong>eming de verbinding tuss<strong>en</strong> daad <strong>en</strong> <strong>straf</strong> én de rechtszitting uit<br />

beeld is verdw<strong>en</strong><strong>en</strong>: “Berouw komt altijd te laat luidt het gezegde, maar in de gevang<strong>en</strong>is zou aan dit<br />

te laat kom<strong>en</strong>de berouw e<strong>en</strong> ‘vruchtbaar’ gevolg moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> t<strong>en</strong>einde ook in de<br />

exist<strong>en</strong>tiële schuldbeleving de gedetineerde over zijn daad he<strong>en</strong> te help<strong>en</strong>. Eerst wanneer dit wordt<br />

37 Vergelijk Th.W. van Ve<strong>en</strong>, boekbespreking van de Utrechtse inaugurele rede van Mooij, Schuld in <strong>straf</strong>recht<br />

<strong>en</strong> psychiatrie, Gouda Quint 1997, Sancties 1997, p. 243; C. Bronkhorst, Nood <strong>en</strong> noodzaak van het <strong>straf</strong>recht,<br />

inaugurele rede UvT 1964, Tje<strong>en</strong>k Willink 1964, pp. 10-11; W. Nieboer, Vergelding, Delict <strong>en</strong> Delinqu<strong>en</strong>t 1977,<br />

pp. 681-683; M. Otte 2002, Reële kans<strong>en</strong> <strong>en</strong> kansloze verwachting<strong>en</strong> van de <strong>straf</strong> in e<strong>en</strong> verander<strong>en</strong>de<br />

sam<strong>en</strong>leving. Schuld <strong>en</strong> boete in de sleutel van e<strong>en</strong> ruim vergeldingsbegrip, Delict <strong>en</strong> Delinqu<strong>en</strong>t 2002, p.p. 348-<br />

349.<br />

8


doorvoeld kan e<strong>en</strong> proces van herstel e<strong>en</strong> aanvang nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> kan er ev<strong>en</strong>tueel nog iets van de<br />

resocialisatie terecht kom<strong>en</strong>”. 38 In datzelfde verband wijs ik op de bek<strong>en</strong>de Engelse hoogleraar Duff<br />

die hierover het volg<strong>en</strong>de opmerkt:<br />

"Imprisonm<strong>en</strong>t must not be mere exclusion. It must itself, ev<strong>en</strong> while excluding the off<strong>en</strong>der<br />

from normal community, be a way of reconciling him with the community. By this I mean, not<br />

just that prisoners must be offered help during their prison term to equip them for life on their<br />

release, but that their imprisonm<strong>en</strong>t itself, as imprisonm<strong>en</strong>t, must be understood and<br />

administered as a way of reconciling them with those they have wronged. How could<br />

imprisonm<strong>en</strong>t serve such a purpose? It could do so if it serves as a p<strong>en</strong>ance, rather than merely<br />

as exclusion: if its meaning is that the off<strong>en</strong>der has, by his crime, made the maint<strong>en</strong>ance of<br />

normal community with him impossible but that community can be restored if he undergoes<br />

this p<strong>en</strong>ance. His imprisonm<strong>en</strong>t th<strong>en</strong> gives material form to this implication of his crime. It<br />

seeks to bring him to recognize that his crime has r<strong>en</strong>dered the maint<strong>en</strong>ance of normal<br />

community impossible. But it also constitutes the p<strong>en</strong>it<strong>en</strong>tial burd<strong>en</strong> through which he can, if<br />

he does rep<strong>en</strong>t, express his rep<strong>en</strong>tant and apologetic understanding of crime, or by which, ev<strong>en</strong><br />

if he does not rep<strong>en</strong>t, he is restored to normal community as if he had rep<strong>en</strong>ted….If<br />

punishm<strong>en</strong>t is to serve as a p<strong>en</strong>ance, it is anyway apropriate that de off<strong>en</strong>der should be<br />

imprisoned rather than exiled: the prison should provide a regime that is suitable to that<br />

p<strong>en</strong>it<strong>en</strong>tial purpose". 39<br />

Teg<strong>en</strong> deze achtergrond di<strong>en</strong>t de schuld van de veroordeelde niet primair ev<strong>en</strong>redig in de <strong>straf</strong> 40 maar<br />

veeleer in de t<strong>en</strong>uitvoerlegging, in het bijzonder in het vrijheidsb<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de regiem, vertaald te word<strong>en</strong>,<br />

waarbij gediffer<strong>en</strong>tieerd wordt naar type det<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> gedetineerde. De vermoedelijke sam<strong>en</strong>loop tuss<strong>en</strong><br />

schuldvorm<strong>en</strong> in de t<strong>en</strong>uitvoerlegging van de vrijheids<strong>straf</strong> wil ik van twee kanttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>.<br />

In de eerste plaats is het <strong>straf</strong>rechtelijk vatt<strong>en</strong> van <strong>straf</strong>waardig gedrag in e<strong>en</strong> context waarin de<br />

eig<strong>en</strong>heid van de dader overheerst, onnodig <strong>en</strong> onhaalbaar. Het recht biedt per definitie e<strong>en</strong> selectief <strong>en</strong><br />

normatief antwoord op de zinsbeleving van de verdachte. Ik hoop dat de burger zijn persoonlijke<br />

rechtsbegrip aanpast aan het juridische wetsbegrip, ik respecteer di<strong>en</strong>s afwijk<strong>en</strong>de keuze maar ik<br />

weiger e<strong>en</strong> omgekeerde volgorde als uitgangspunt voor ons <strong>straf</strong>rechtelijk stelsel te aanvaard<strong>en</strong>.<br />

Anders gezegd, maatwerk op leest van de individuele psyche is onmogelijk. De vrijheids<strong>straf</strong> moet<br />

zijn <strong>straf</strong>karakter niet verliez<strong>en</strong>, wat onder meer meebr<strong>en</strong>gt dat niet het <strong>straf</strong>systeem zich moet buig<strong>en</strong><br />

naar de veroordeelde maar dat het uitboet<strong>en</strong> t<strong>en</strong> dele bestaat uit het zich overgev<strong>en</strong> aan de <strong>straf</strong> <strong>en</strong> aan<br />

de t<strong>en</strong> uitvoer legg<strong>en</strong>de functionariss<strong>en</strong>.<br />

Er is nog e<strong>en</strong> tweede belangrijke reserve bij het g<strong>en</strong>oemde geme<strong>en</strong>schappelijk kader. Of de opgelegde<br />

sanctie <strong>en</strong> de executer<strong>en</strong>de instanties de ruimte voor die pot<strong>en</strong>tiële eff<strong>en</strong>ing van de ontstane schuld<br />

bied<strong>en</strong> is voor e<strong>en</strong> deel e<strong>en</strong> systeemkwestie maar kan niet leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> dwangmatig kader.<br />

Afgedwong<strong>en</strong> inkeer leidt tot lipp<strong>en</strong>di<strong>en</strong>st. Op het gevaar af van schijnaanpassing<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t inkeer van<br />

binn<strong>en</strong>uit te kom<strong>en</strong>. Het <strong>straf</strong>rechtelijke systeem di<strong>en</strong>t de ge<strong>straf</strong>te ruimte te bied<strong>en</strong> voor het werk<strong>en</strong><br />

aan de eig<strong>en</strong> deviaties maar die werkzaamheid niet af dwing<strong>en</strong>.<br />

Ik wil de teg<strong>en</strong>draadse opvatting verdedig<strong>en</strong> dat het houd<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> zekere afstand tot de zinsbeleving<br />

van de verdachte ook meerwaarde kan hebb<strong>en</strong>. In de afstandname zit respect <strong>en</strong> e<strong>en</strong> vrije keuze voor<br />

de veroordeelde om de <strong>straf</strong> al dan niet te b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong> voor verandering. E<strong>en</strong> onderb<strong>en</strong>utting van de<br />

mogelijkhed<strong>en</strong> door de veroordeelde diskwalificeert het systeem <strong>en</strong> daarmee de <strong>straf</strong> echter niet.<br />

Kortom, tuss<strong>en</strong> schuldgrond voor de <strong>straf</strong> <strong>en</strong> de doorwerking van de schuld in de boete zit e<strong>en</strong><br />

onmisk<strong>en</strong>baar <strong>en</strong> niet te looch<strong>en</strong><strong>en</strong> verschil dat niet weggepoetst of interdisciplinair geïntegreerd kan<br />

38 C. Kelk, De m<strong>en</strong>selijke verantwoordelijkheid in het <strong>straf</strong>recht, Arnhem 1994, pp. 141-142.<br />

39 R.A. Duff, Punishm<strong>en</strong>t, communication and community, Oxford university press 2001, pp. 149-150.<br />

40 Het is e<strong>en</strong> beetje e<strong>en</strong> zijspoor maar ik hecht er aan op te merk<strong>en</strong> dat doorsnee k<strong>en</strong>nis van raadkamerdiscussies<br />

alsmede van <strong>straf</strong>motivering<strong>en</strong> leert dat de <strong>straf</strong> niet bepaald wordt door de mate van schuld. In sommige<br />

rechtsgeleerde beschouwing<strong>en</strong> wordt nog steeds gepleit voor e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>redige vertaling van de schuld in de boete.<br />

De rechtspraktijk is anders. Het moeizame <strong>en</strong> weinig ev<strong>en</strong>redige verband tuss<strong>en</strong> schuld <strong>en</strong> boete in het kader van<br />

de <strong>straf</strong>toemeting gaat het bestek van deze bijdrage te buit<strong>en</strong>.<br />

9


word<strong>en</strong>. Schuldbegripp<strong>en</strong> <strong>en</strong> bijbehor<strong>en</strong>de verantwoordelijkheidsconcept<strong>en</strong> als aanjager voor de boete<br />

lijk<strong>en</strong> elkaar daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> in de t<strong>en</strong>uitvoerlegging van de sanctie te rak<strong>en</strong>. Dit raakpunt is echter<br />

onvoldo<strong>en</strong>de om van e<strong>en</strong> synthese tuss<strong>en</strong> het algem<strong>en</strong>e <strong>straf</strong>rechtelijke <strong>en</strong> psychiatrische schuldbegrip<br />

te sprek<strong>en</strong>. 41 De duiding van Mooij, "schuld aan de schuld of faalschuld" valt wel <strong>straf</strong>rechtelijk te<br />

duid<strong>en</strong> maar daarvoor is ge<strong>en</strong> psychiatrische hulp nodig. Misschi<strong>en</strong> is de vraag wel geïndiceerd of e<strong>en</strong><br />

synthese niet geforceerd is <strong>en</strong> of het niet beter is om met wederkerig respect binn<strong>en</strong> de eig<strong>en</strong> discipline<br />

e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>standig schuldbegrip <strong>en</strong> toerek<strong>en</strong>ingsmodel te bouw<strong>en</strong>.<br />

4. Toepassing van voorgaande beschouwing<strong>en</strong> over de vrije <strong>en</strong> schuldige dader op de TBS<br />

Het bestaansrecht van de terbeschikkingstelling wordt regelmatig betwijfeld vanuit de kost<strong>en</strong> van de<br />

behandeling, vanuit de lange wachttijd voordat de behandeling e<strong>en</strong> aanvang kan nem<strong>en</strong>, het niet altijd<br />

grote succes van de behandeling of op grond van het type behandeling. Deze op zich continue <strong>en</strong><br />

consequ<strong>en</strong>te kritiek laat ik hier buit<strong>en</strong> beschouwing. Het gaat mij om de consequ<strong>en</strong>ties van de in deze<br />

bijdrage ontvouwde lijn<strong>en</strong>.<br />

Veel van mijn overweging<strong>en</strong> duid<strong>en</strong> op geschond<strong>en</strong> waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwerving van deugd<strong>en</strong> waarin het<br />

<strong>straf</strong>rechtelijk systeem maar t<strong>en</strong> dele het antwoord kan bied<strong>en</strong>. Het is daarom de vraag of hier niet<br />

meer sprake is van moraalfilosofie, van pastoraal werk, van geestelijke gezondheidszorg. Juridischer<br />

geformuleerd is de vraag of het <strong>straf</strong>begrip niet aan herijking toe is <strong>en</strong> of er ge<strong>en</strong> definitie d<strong>en</strong>kbaar is<br />

waarin de maatregel in ruil voor e<strong>en</strong> verruimd <strong>straf</strong>begrip wordt afgeschaft. Recht ziet op m<strong>en</strong>selijke<br />

betrekking<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarop is eerder e<strong>en</strong> moreel, normatief oordeel van toepassing dan in de gedragsleer.<br />

Los van de – soms – overtuig<strong>en</strong>de wijze waarop e<strong>en</strong> ommekeer in het gedrag van de delinqu<strong>en</strong>te m<strong>en</strong>s<br />

kan word<strong>en</strong> gerealiseerd dwingt de continue dogmatische <strong>en</strong> praktische crisis in het sanctiebestel tot<br />

het doord<strong>en</strong>k<strong>en</strong> van de mogelijkheid om e<strong>en</strong> behandeling binn<strong>en</strong> de gevang<strong>en</strong>is te realiser<strong>en</strong>. Enkele<br />

kanttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> vergezell<strong>en</strong> dat strev<strong>en</strong>.<br />

1. Wanneer mijn overweging<strong>en</strong> over de wilsvrijheid word<strong>en</strong> gedeeld is e<strong>en</strong> (al dan niet gedeeltelijke)<br />

ontoerek<strong>en</strong>ingsvatbaarheid minder opportuun. De dader heeft, zo is mijn stelling, meer inzicht in wat<br />

hij (mis)deed dan binn<strong>en</strong> de reguliere psychiatrische kaders wordt aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Daardoor valt meer<br />

<strong>straf</strong>rechtelijke verantwoordelijkheid toe te rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> de dader beter te vatt<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het reguliere<br />

<strong>straf</strong>begrip. 42 Zonder toepasbare exceptie wordt de dader gelijkgesteld aan de overige <strong>straf</strong>bare<br />

rechtsg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>. 43 Anders gezegd, bij e<strong>en</strong> geringere invloed van e<strong>en</strong> psychisch defect op de<br />

toerek<strong>en</strong>ingsvatbaarheid van de dader is deze meer aanspreekbaar door het “normale” sanctiepatroon<br />

van de vrijheids<strong>straf</strong>. In dit verband wijs ik er op dat de dader zich vaak meer vrije wil "toerek<strong>en</strong>t" dan<br />

de gedragskundige doet. Deze zelf ervar<strong>en</strong> wilsvrijheid zou de toerek<strong>en</strong>ing mee kunn<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>. 44 Als<br />

de determinant<strong>en</strong> in het m<strong>en</strong>selijk gedrag niet of moeizaam zijn af te bak<strong>en</strong><strong>en</strong> kan de invloed daarvan<br />

ook moeilijk word<strong>en</strong> vastgesteld. Als dit gegev<strong>en</strong> geldt voor de naturalistische b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> waar<br />

Antoine Mooij navoelbaar grote moeite mee heeft, dan geldt dit mutatis mutandis ev<strong>en</strong>zeer voor de<br />

invloed van de stoornis op het gedrag. Dat betek<strong>en</strong>t voor de <strong>straf</strong>rechter dat niet alle<strong>en</strong> de stoornis<br />

moeilijk vast te stell<strong>en</strong> is maar ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s de invloed van de vaststelbare stoornis op de vrije wil.<br />

41 Dat de verantwoordelijkheid als afgebak<strong>en</strong>d begrip mogelijk te vrijblijv<strong>en</strong>d is, wijst het parlem<strong>en</strong>tair debat<br />

over het verschil tuss<strong>en</strong> <strong>straf</strong> <strong>en</strong> maatregel uit: “De opgelegde <strong>straf</strong> markeert (de) verantwoordelijkheid (van<br />

delinqu<strong>en</strong>t<strong>en</strong>). Deze functie – het manifest mak<strong>en</strong> van de verwijtbaarheid, het verantwoordelijk stell<strong>en</strong> voor de<br />

bewez<strong>en</strong> feit<strong>en</strong> – kan niet door e<strong>en</strong> maatregel als de terbeschikkingstelling word<strong>en</strong> overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>” (Handeling<strong>en</strong><br />

der Stat<strong>en</strong>-G<strong>en</strong>eraal 1971-1972, 11932, no. 3, p. 10. E<strong>en</strong> fraai <strong>en</strong> aansprek<strong>en</strong>d begrip als Verantwoordelijkheid<br />

kan duidelijk in vele richting<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgelegd. Ontle<strong>en</strong>d aan D. van der Land<strong>en</strong>, Straf <strong>en</strong> maatregel,<br />

dissertatie UvT, Gouda Quint 1992, p. 427).<br />

42 M. Zeegers, Toerek<strong>en</strong><strong>en</strong>, in: Psychiatrie <strong>en</strong> recht (redactie: Goudsmit, Nieboer <strong>en</strong> Reicher), Van Loghum<br />

Slaterus 1977, p. 66. Aan de verscheid<strong>en</strong>e variant<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> toerek<strong>en</strong>baarheid <strong>en</strong> toerek<strong>en</strong>ingsvatbaarheid heb ik<br />

in deze bijdrage ge<strong>en</strong> aandacht besteed. Vergelijk verder G.E. Mulder, Vrijheids<strong>straf</strong> <strong>en</strong> terbeschikkingstelling,<br />

in: Om het recht, Gouda Quint 1984, p. 68.<br />

43 In de woord<strong>en</strong> van Nieboer: De toerek<strong>en</strong>ing is de dader gelijkstell<strong>en</strong> aan de rechtsg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> (W. Nieboer,<br />

Aegroto suum, dissertatie RUG, Boom 1970, p. 193).<br />

44 Vergelijk J.M. Reijntjes, boekbespreking C. Kelk, Studieboek Materieel <strong>straf</strong>recht, in: R.M. Themis 2000,<br />

pp.36-37.<br />

10


Het spreekt bijna vanzelf dat er verschill<strong>en</strong>de gevall<strong>en</strong> zijn waarin – zelfs voor e<strong>en</strong> niet psychiatrisch<br />

geschoold rechter – evid<strong>en</strong>t is dat de dader t<strong>en</strong> tijde van het misdrijf in e<strong>en</strong> (acute) psychose verkeerde<br />

of aan zeer ernstige wan<strong>en</strong> leed. Het betreft hier e<strong>en</strong> beperkt aantal delinqu<strong>en</strong>t<strong>en</strong> waarbij tot<br />

ontoerek<strong>en</strong>ingsvatbaarheid of tot sterk verminderde toerek<strong>en</strong>ingsvatbaarheid wordt geconcludeerd.<br />

Het onderschrijv<strong>en</strong> van mijn betoog over de wilsvrijheid laat de exceptie van<br />

ontoerek<strong>en</strong>ingsvatbaarheid intact maar doorkruist de combinatie van e<strong>en</strong> (lange) vrijheids<strong>straf</strong> met e<strong>en</strong><br />

terbeschikkingstelling bij (sterk) verminderd toerek<strong>en</strong>ingsvatbare daders. Daarmee lijk ik op één lijn<br />

met Antoine Mooij te verker<strong>en</strong> 45 , maar dan in het bijzonder vanuit de gedachte dat lichtere stoorniss<strong>en</strong><br />

maar ook persoonlijkheidsstoorniss<strong>en</strong> vanuit de eerder geformuleerde k<strong>en</strong>baarheidsgedachte minder<br />

aannemelijk zijn te tracer<strong>en</strong>.<br />

2. Bij e<strong>en</strong> geringere op<strong>en</strong>stelling van de terbeschikkingstelling zoud<strong>en</strong> de mur<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de<br />

p<strong>en</strong>it<strong>en</strong>tiaire inrichting <strong>en</strong> de behandelinrichting kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geslecht waardoor e<strong>en</strong> behandeling<br />

binn<strong>en</strong> de gevang<strong>en</strong>is d<strong>en</strong>kbaar wordt. E<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>werping is dat in e<strong>en</strong> p<strong>en</strong>it<strong>en</strong>tiaire inrichting ge<strong>en</strong><br />

leefmilieu geschap<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> waarbinn<strong>en</strong> “geoef<strong>en</strong>d” wordt in het aangaan <strong>en</strong> onderhoud<strong>en</strong> van<br />

relaties. Afgezi<strong>en</strong> van het gegev<strong>en</strong> dat bij e<strong>en</strong> volledige ontoerek<strong>en</strong>ingsvatbaarheid geestelijke zorg<br />

aangewez<strong>en</strong> is in plaats van e<strong>en</strong> vrijheidsb<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de sanctie, is deze teg<strong>en</strong>werping niet valide. Binn<strong>en</strong><br />

de p<strong>en</strong>it<strong>en</strong>tiaire inrichting<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong> sinds jar<strong>en</strong> zorgafdeling<strong>en</strong> voor psychisch gestoorde<br />

gevang<strong>en</strong><strong>en</strong> die in de kern niet zoud<strong>en</strong> hoev<strong>en</strong> af te wijk<strong>en</strong> van het zorgklimaat in de tbs-kliniek<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

waarin in verschill<strong>en</strong>de opzicht<strong>en</strong> e<strong>en</strong> leefklimaat kan word<strong>en</strong> geschap<strong>en</strong> dat afwijkt van de doorsnee<br />

vrijheidsb<strong>en</strong>eming binn<strong>en</strong> de gevang<strong>en</strong>is. In <strong>en</strong>kele – uitzonderlijke – gevall<strong>en</strong> bestaan die afdeling<strong>en</strong><br />

al. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> staat bij e<strong>en</strong> keuze voor e<strong>en</strong> toereik<strong>en</strong>d behandelaanbod binn<strong>en</strong> de gevang<strong>en</strong>is niets in<br />

de weg aan het uitbreid<strong>en</strong> van het voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>niveau, waarbij meer behandelaars <strong>en</strong> begeleiders aan<br />

het personeelsbestand van de p<strong>en</strong>it<strong>en</strong>tiaire inrichting word<strong>en</strong> toegevoegd. Daarmee wordt het normale<br />

sanctiepatroon geschikt gemaakt voor gevang<strong>en</strong><strong>en</strong> met e<strong>en</strong> psychisch defect.<br />

Wel is de teg<strong>en</strong>werping juist dat met deze verandering het dualisme tuss<strong>en</strong> <strong>straf</strong> <strong>en</strong> maatregel wordt<br />

opgehev<strong>en</strong>. 46 De vrijheids<strong>straf</strong> krijgt meer speciaal-prev<strong>en</strong>tieve aspect<strong>en</strong> toegedicht, maar zal voor de<br />

meeste veroordeeld<strong>en</strong> het k<strong>en</strong>merk houd<strong>en</strong> dat in hun beleving thans de terbeschikkingstelling ook<br />

k<strong>en</strong>merkt, namelijk die van <strong>straf</strong>. E<strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong>d voordeel is de limitering van de p<strong>en</strong>it<strong>en</strong>tiaire<br />

behandel- <strong>en</strong> begeleidingsduur. Indi<strong>en</strong> de behandeling binn<strong>en</strong> de <strong>straf</strong> ge<strong>en</strong> of onvoldo<strong>en</strong>de garantie op<br />

e<strong>en</strong> veilige terugkeer naar de sam<strong>en</strong>leving biedt, is e<strong>en</strong> betere wettelijke aansluiting op de geestelijke<br />

gezondheidszorg noodzakelijk. 47<br />

Teg<strong>en</strong> deze achtergrond deel ik verschill<strong>en</strong>de pleidooi<strong>en</strong> zoals die van Vegter <strong>en</strong> De Hullu om meer te<br />

gaan behandel<strong>en</strong> in de gevang<strong>en</strong>is <strong>en</strong> daaraan e<strong>en</strong> betere theoretische, personele <strong>en</strong> budgettaire<br />

grondslag te verl<strong>en</strong><strong>en</strong> dan nu voorhand<strong>en</strong> is. 48 Na integratie van de terbeschikkingstelling in e<strong>en</strong><br />

zorgzame det<strong>en</strong>tie dan wel in de geestelijke gezondheidszorg, kan de vastgestelde stoornis e<strong>en</strong> rol<br />

krijg<strong>en</strong> bij de bepaling van de <strong>straf</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>s hoogte. Voor het behandel<strong>en</strong> in de gevang<strong>en</strong>is is wel e<strong>en</strong><br />

zorgzamer det<strong>en</strong>tie nodig dan zich in de laatste jar<strong>en</strong> heeft ontwikkeld <strong>en</strong> die de huidige<br />

beleidsvoornem<strong>en</strong>s van de minister van justitie mogelijk lijk<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong>. 49<br />

5. Nawoord<br />

In deze bijdrage heb ik de terbeschikkingstelling onder de loep van de <strong>straf</strong>toemeting gelegd. Vanuit<br />

juridisch perspectief heb ik stilgestaan bij de verhouding tuss<strong>en</strong> determinatie <strong>en</strong> wilsvrijheid. Langs<br />

45 A.W.M. Mooij, Schuld in <strong>straf</strong>recht <strong>en</strong> psychiatrie, oratie RUU, Gouda Quint 1997, pp. 29-30.<br />

46 A.W.M. Mooij, Schuld in <strong>straf</strong>recht <strong>en</strong> psychiatrie, inaugurele rede RUU, Gouda Quint 1997, p. 32;<br />

Psychiatrie, recht <strong>en</strong> de m<strong>en</strong>selijke maat, Boom 1998, p. 146.<br />

47 Vaak komt nog het argum<strong>en</strong>t om de hoek kijk<strong>en</strong> dat bij het opgaan van de terbeschikkingstelling in de<br />

vrijheids<strong>straf</strong> e<strong>en</strong> gestoorde delinqu<strong>en</strong>t na afloop van de <strong>straf</strong> nog steeds gestoord – <strong>en</strong> daarmee gevaarlijk –<br />

vrijgelat<strong>en</strong> wordt. Van Ve<strong>en</strong> schreef daarover dat in ons stelsel van tijdelijke vrijheids<strong>straf</strong>f<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong><br />

gevaarlijke gevang<strong>en</strong>e, die echter niet gestoord is verklaard, ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s vrij komt (Th.W. van Ve<strong>en</strong>, De TBS onder<br />

het vergrootglas, Delict <strong>en</strong> Delinqu<strong>en</strong>t 1992, p. 562).<br />

48 J. de Hullu, Enkele suggesties voor herzi<strong>en</strong>ing van het <strong>straf</strong>rechtelijk sanctiestelsel, pre-advies Nederlandse<br />

jurist<strong>en</strong>ver<strong>en</strong>iging 2001, pp. 35-42. Enkele jar<strong>en</strong> geled<strong>en</strong> liet Th.W. van Ve<strong>en</strong> zich ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s zeer kritisch uit<br />

over het bestaansrecht van de TBS (zie vorige noot).<br />

49 P.C. Vegter, Behandel<strong>en</strong> in de gevang<strong>en</strong>is, inaugurele rede KUN, Gouda Quint 1999.<br />

11


verschill<strong>en</strong>de lijn<strong>en</strong> is verdedigd dat de vrije wil groter is dan in de psychiatrie wordt aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Verder is uitvoerig stilgestaan bij het juridische <strong>en</strong> het psychiatrische schuldbegrip. De juridische<br />

vaststelling van de schuld verloopt langs kortere <strong>en</strong> meer selectieve lijn<strong>en</strong> dan in de psychiatrie.<br />

De verwantschap tuss<strong>en</strong> Antoine Mooij <strong>en</strong> mij ontstaat in de opvatting dat de schuld, gebor<strong>en</strong> uit het<br />

misdrijf, doorwerking moet krijg<strong>en</strong> in de bejeg<strong>en</strong>ing van de dader. Naar mijn smaak di<strong>en</strong>t dat niet<br />

plaats te vind<strong>en</strong> door de rechter maar di<strong>en</strong>t de t<strong>en</strong>uitvoerlegging daartoe ruimte te bied<strong>en</strong>, zonder dat<br />

daarbij <strong>en</strong>ige dwang op de veroordeelde wordt uitgeoef<strong>en</strong>d. Verandering van gezindheid kan niet<br />

word<strong>en</strong> afgedwong<strong>en</strong>. De afwijk<strong>en</strong>de opvatting over de wilsvrijheid is gepaard aan e<strong>en</strong> verruimd<br />

<strong>straf</strong>begrip waarin de terbeschikkingstelling kan opgaan.<br />

Vanzelfsprek<strong>en</strong>d luidt dit standpunt niet het einde van de for<strong>en</strong>sische psychiatrie in. Het oordeel van<br />

de for<strong>en</strong>sisch gedragsdeskundige is nodig t<strong>en</strong>einde de stoornis te bepal<strong>en</strong> die tot de conclusie van<br />

ontoerek<strong>en</strong>ingsvatbaarheid <strong>en</strong> sterk verminderde toerek<strong>en</strong>ingsvatbaarheid leidt. Ook de lichtere<br />

stoornisvariant<strong>en</strong> verg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> for<strong>en</strong>sisch psychiatrisch advies t<strong>en</strong>einde e<strong>en</strong> adequate <strong>straf</strong> te kunn<strong>en</strong><br />

bepal<strong>en</strong>.<br />

Het zal duidelijk zijn dat ik, in teg<strong>en</strong>stelling tot klassieke opvatting<strong>en</strong> over het tweespor<strong>en</strong>traject in het<br />

Nederlandse sanctiestelsel <strong>en</strong> de verstoorde wilsvrijheid van de delinqu<strong>en</strong>te m<strong>en</strong>s, me<strong>en</strong> dat de m<strong>en</strong>s<br />

beangstig<strong>en</strong>d vrij is in zijn gedragskeuze <strong>en</strong> dat de <strong>straf</strong>rechtelijke verantwoordelijkheid voor de<br />

gemaakte gedragskeuze veel sterker mag word<strong>en</strong> toebedeeld dan de huidige gedragskunde<br />

veronderstelt. 50 De deelnemers aan dit debat realiser<strong>en</strong> zich dat zowel het vrijheids- als het<br />

schuldbegrip e<strong>en</strong> doolhof aan vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong> oplever<strong>en</strong> die met het grootste gemak – op grond<br />

van andere postulat<strong>en</strong> <strong>en</strong> axioma's – e<strong>en</strong> andere uitkomst oplevert dan de weg zoals hierbov<strong>en</strong> is<br />

bewandeld. Ik heb piketpal<strong>en</strong> geslag<strong>en</strong> langs normatieve pad<strong>en</strong> van het recht, die – toegegev<strong>en</strong>,<br />

smaller dan de bredere weg van de psychiatrie – in e<strong>en</strong> grotere juridische toerek<strong>en</strong>ing van vrijheid<br />

uitmondt.<br />

Vlak voordat op 11 juni 2001 de executie aan hem werd voltrokk<strong>en</strong> citeerde de Amerikaanse<br />

bomm<strong>en</strong>legger Timothy McVeigh de grote schrijver Huxley: "Ik b<strong>en</strong> meester over mijn lot. Ik b<strong>en</strong><br />

heerser over mijn ziel". Die woordkeuze luidde e<strong>en</strong> man uit die zijn jeugd of andere determinant<strong>en</strong><br />

niet gebruikte om zijn verantwoordelijkheid te externaliser<strong>en</strong>.<br />

Ter afsluiting had ik ook kunn<strong>en</strong> terugker<strong>en</strong> naar de theologie. De grote Joodse psycho-analyticus<br />

Erich Fromm legde het verhaal van de Farao die het Joodse volk niet uit Gos<strong>en</strong> wilde lat<strong>en</strong> vertrekk<strong>en</strong><br />

als volgt uit. De God uit het Oude Testam<strong>en</strong>t verhardde het hart van Farao. Hoe kan dit? Is dit de<br />

predestinatie waar ook ik in mijn bijdrage zijdelings teg<strong>en</strong>aan gelop<strong>en</strong> b<strong>en</strong> <strong>en</strong> op grond waarvan de<br />

heerser niet meer kon kiez<strong>en</strong>? Nee, het kan namelijk zo zijn dat e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de reeks<br />

van kwade keuz<strong>en</strong> maakt die op e<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> omkeer t<strong>en</strong> goede onmogelijk mak<strong>en</strong>. Dan<br />

is de rij van wetmatighed<strong>en</strong> zo dwing<strong>en</strong>d dat de m<strong>en</strong>s zijn vermog<strong>en</strong> tot kiez<strong>en</strong> verlor<strong>en</strong> lijkt te<br />

hebb<strong>en</strong>. Niettemin valt aan niemand anders de verantwoordelijkheid voor de uitkomst alsmede voor de<br />

daaropvolg<strong>en</strong>de <strong>straf</strong> toe te del<strong>en</strong> dan aan deze Farao. Binn<strong>en</strong> de <strong>straf</strong> is vervolg<strong>en</strong>s ruimte om tot<br />

omkeer te kom<strong>en</strong>. 51 Dat is de strekking van mijn verhaal.<br />

Ik sluit nu echt af. De rijke gedacht<strong>en</strong> van Antoine Mooij hebb<strong>en</strong> te weinig weerklank gekreg<strong>en</strong>. Dat<br />

betreur ik omdat zijn d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> e<strong>en</strong> diepgang vertoont die het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over het <strong>straf</strong>recht grote<br />

meerwaarde heeft verle<strong>en</strong>d. Vaak <strong>en</strong> helaas komt iemand eer toe na zijn afscheid. Ik eindig met de<br />

hoop <strong>en</strong> de w<strong>en</strong>s dat het vertrek uit Groning<strong>en</strong> het begin van e<strong>en</strong> nieuw debat inluidt.<br />

50 Ik rek<strong>en</strong> me rijk met het volg<strong>en</strong>de citaat van Mooij uit zijn Utrechtse oratie: “Bij het c<strong>en</strong>traal stell<strong>en</strong> van de<br />

schuld <strong>en</strong> van de eig<strong>en</strong> verantwoordelijkheid past ev<strong>en</strong>zeer e<strong>en</strong> zekere terughoud<strong>en</strong>dheid in het concluder<strong>en</strong> tot<br />

verminderde toerek<strong>en</strong>ingsvatbaarheid” (A.W.M. Mooij, Schuld in <strong>straf</strong>recht <strong>en</strong> psychiatrie, inaugurele rede<br />

RUU, Gouda Quint 1997, p. 29).<br />

51 E. Fromm, You shall be as Gods, New York 1966, hoofdstuk 5.<br />

12

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!