03.09.2013 Views

download - Museum de Dorpsdokter

download - Museum de Dorpsdokter

download - Museum de Dorpsdokter

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

MUSEUM DE DORPSDOKTER<br />

HILVARENBEEK<br />

CATALOGUS<br />

DEEL 1: DE DORPSDOKTER<br />

Jan A.M. van Eijck, conservator


MUSEUM DE DORPSDOKTER<br />

HILVARENBEEK<br />

CATALOGUS<br />

DEEL 1: DE DORPSDOKTER<br />

Jan A.M. van Eijck, conservator<br />

Hilvarenbeek, april 2011


INHOUDSOPGAVE<br />

1. Cosmas & Damianus<br />

2. Harry Ruhe<br />

3. Piskijkglas<br />

4. A<strong>de</strong>rlaatvlijmen<br />

5. Kistje met sneppers en laatkoppen<br />

6. Kistje met ventouseglazen<br />

7. Bloedzuiger op sterk water en glazen kom<br />

8. Chirurgijnssetje<br />

9. Cent- of muntenvanger<br />

10. Visgratenvanger<br />

11. Tracheacanule met keelvegertje<br />

12. Aspirateur du Docteur Dieulafoye<br />

13. Verlostang met verlossingenjournaal<br />

14. Bakelieten en stalen uterusdilatatoren<br />

15. Porseleinen en caoutchouc pessarium<br />

16. Bi<strong>de</strong>t irrigator<br />

17. Etherkap met druppelflesje<br />

18. Analgesie-toestel<br />

19. Microscoop dokter Blom<br />

20. Volgnummer-prikpen<br />

21. Praktijkplaat<br />

22. Tasje dokter Heezemans met scapulier<br />

23. Le<strong>de</strong>ren etui met spuiten<br />

24. Houten stethoscoop in le<strong>de</strong>ren foedraal<br />

25. Stethoscoop met rubberen slang<br />

26. Percussiehamer van Wintrig<br />

27. Koperen gehoorbuis en schil<strong>de</strong>rij<br />

28. Oogspiegel van Helmholtz<br />

29. Snellenkaart<br />

30. Brillendoos<br />

31. Engelse sleutel<br />

32. Transportcouveuse<br />

33. Apotheekkast<br />

34. Bloeddrukmeter dokter Zijlmans<br />

35. Albuminometer<br />

36. Amputatiezaag en -mes<br />

37. Hoogfrequente of d’Arsonval’se lampen<br />

38. Kwikdamplampen<br />

39. Borstpomp<br />

40. Glazen ogen<br />

41. Stoominhalatieapparaat<br />

42. Sectiekist<br />

43. Rubberen handschoenen<br />

44. Verwijsbriefje<br />

45. Het skelet van Piet Stams<br />

5<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

19<br />

20<br />

21<br />

22<br />

23<br />

24<br />

25<br />

26<br />

27<br />

28<br />

29<br />

30<br />

31<br />

32<br />

33<br />

34<br />

35<br />

36<br />

37<br />

38<br />

39<br />

40<br />

41<br />

42<br />

43<br />

44<br />

45<br />

46<br />

47<br />

48<br />

49<br />

50<br />

51


1. COSMAS & DAMIANUS<br />

(Lithografie, Parijs 1941)<br />

Tweelingbroers, bei<strong>de</strong>n geneesheer, uit Klein Azië in <strong>de</strong> 3e eeuw na Chr.<br />

Zij verzorg<strong>de</strong>n en behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong>n <strong>de</strong> zieken gratis. Zij wer<strong>de</strong>n gemarteld en<br />

onthoofd omwille van hun christelijk geloof. Beroemd zijn zij gewor<strong>de</strong>n<br />

door <strong>de</strong> transplantatie van een been van een Moor bij een blanke man<br />

met een gangreneus been, zon<strong>de</strong>r afstotingsverschijnselen welteverstaan!<br />

Zij zijn al eeuwen <strong>de</strong> patroonheiligen van alle geneesheren,<br />

apothekers en werkers in <strong>de</strong> gezondheidszorg. In het gil<strong>de</strong>stelsel in <strong>de</strong><br />

Mid<strong>de</strong>leeuwen werd menig chirurgijnsgil<strong>de</strong> naar hen vernoemd!<br />

Deze litho is niet zo oud maar wel erg fraai: hij is van <strong>de</strong> Franse<br />

lithograaf Jean Chièze (1898-1975) uit een serie over patroonheiligen,<br />

uitgegeven in Parijs ca. 1941.<br />

7


2.<br />

HARRY RUHE<br />

(Fotografie Ran Naaijkens, Hilvarenbeek 1965)<br />

Huisarts te Hilvarenbeek 1934-1975 en grondlegger van onze collectie.<br />

Me<strong>de</strong>-oprichter van <strong>de</strong> Stichting Oudheidkundig <strong>Museum</strong> Hilvarenbeek<br />

en Diessen in 1945. Harry Ruhe werd geboren in Amsterdam op 31<br />

<strong>de</strong>cember 1908, ging er geneeskun<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ren aan <strong>de</strong> Universiteit van<br />

Amsterdam, alwaar hij in 1934 zijn bul behaal<strong>de</strong>. Hij leg<strong>de</strong> al in zijn<br />

Amsterdamse tijd grote belangstelling aan <strong>de</strong> dag voor <strong>de</strong> Romaanse<br />

bouwkunst, <strong>de</strong> cartografie en alles wat met archeologie en geschie<strong>de</strong>nis<br />

te maken had. Ook voor <strong>de</strong> medische historie had hij veel interesse, werd<br />

kringarchivaris van <strong>de</strong> KNMG-kring Tilburg e.o. en organiseer<strong>de</strong> in 1958<br />

een grote tentoonstelling bij het 100-jarig bestaan van <strong>de</strong>ze kring. Harry<br />

Ruhe gooi<strong>de</strong> nooit iets weg, en verkreeg alzo uit eigen praktijk een hele<br />

medisch-historische verzameling. Dat is nog steeds <strong>de</strong> kern van onze<br />

museumcollectie! Pas na zijn pensionering in 1975 ging hij intensief<br />

verzamelen uit <strong>de</strong> praktijken van (oud-)collega’s.<br />

Harry Ruhe stierf in 1991.<br />

Hier doet dokter Ruhe voor het eerst consultatiebureau in het nieuwe<br />

Wit-Gele Kruisgebouw aan <strong>de</strong> Petershemstraat in 1965; v.l.n.r. <strong>de</strong><br />

wijkverpleegkundigen Simons en Janson, kraamverzorgster Pieta Wellens,<br />

mevr. Van Raak-Smetsers en dokter Ruhe.<br />

8


3.<br />

PISKIJKGLAS<br />

(ca. 1820)<br />

De uroscopie of piskijkerij heeft eeuwenlang <strong>de</strong> diagnostiek in <strong>de</strong><br />

geneeskun<strong>de</strong> beheerst. Een geoefend dokter kon talloze aspecten<br />

on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> urine, zowel qua hel<strong>de</strong>rheid, kleur, viscositeit en<br />

zelfs qua geur en smaak.<br />

De eerste “arts” in Hilvarenbeek, H.J. Schei<strong>de</strong>laar (huisarts van 1884 tot<br />

1921) schreef korte memoires in 1933. Daarin schreef hij: “Mijn vorige<br />

collega’s <strong>de</strong><strong>de</strong>n nog aan het “water kijken”. In <strong>de</strong> eerste tijd van mijn<br />

vestiging kwamen geregeld Belgen uit Poppel (dat aan Hilvarenbeek<br />

grenst) en uit Turnhout die mij vroegen: doctoor<strong>de</strong> Gij ook op het<br />

woater? Op mijn ontkennend antwoord bleven zij gelei<strong>de</strong>lijk weg”. Dat<br />

<strong>de</strong> uroscopie op het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> 19e eeuw echt obsoleet was, blijkt<br />

ook uit een affaire in <strong>de</strong> Tilburgse kring, waar in 1886 collega An<strong>de</strong>regg<br />

uit Rosmalen beschuldigd werd nog een “uroscoop” te zijn, een dokter<br />

die aan piskijkerij <strong>de</strong>ed. Drie jonge collega’s uit Tilburg eisten van het<br />

bestuur dat hij geroyeerd zou wor<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> kring.<br />

9


4.<br />

ADERLAATVLIJMEN<br />

(links 18e eeuw, rechts 2e helft 19e eeuw)<br />

A<strong>de</strong>rlaten is zo oud als Hippocrates. Het was <strong>de</strong> meest gebruikte<br />

behan<strong>de</strong>lingsmetho<strong>de</strong> uit <strong>de</strong> viersappenleer. In die theorie moesten<br />

<strong>de</strong> vier lichaamssappen bloed, slijm, gele gal en zwarte gal met elkaar<br />

in evenwicht zijn. Was dat niet zo, dan moest een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> sappen<br />

wor<strong>de</strong>n weggenomen. Bijvoorbeeld met een a<strong>de</strong>rlating of venaesectio.<br />

Dat gebeur<strong>de</strong> met een vlijm, een scherp driekantig mesje, waarmee<br />

men <strong>de</strong> a<strong>de</strong>r open haal<strong>de</strong>, en vervolgens het bloed opving in een bakje<br />

of koperen bekken. Favoriete a<strong>de</strong>ren waren: <strong>de</strong> mediaana<strong>de</strong>r in <strong>de</strong><br />

elleboogsplooi, of <strong>de</strong> hoofda<strong>de</strong>r en <strong>de</strong> levera<strong>de</strong>r op <strong>de</strong> handrug.<br />

De linker vlijm is met <strong>de</strong> hand gesmeed, 18 eeuw; <strong>de</strong> rechter vlijm (ijzer<br />

in messing heft) is uit <strong>de</strong> 2e helft 19e eeuw en gesigneerd J.A. Henckels<br />

met het tweeling-merkteken. De firma J.A. Henckels uit Solingen (D) is<br />

een van <strong>de</strong> grootste en oudste messenfabrikanten (anno 1731)!<br />

In 1851 werd dokter Domien van <strong>de</strong>n Heuvel uit Hilvarenbeek geroepen<br />

bij een sanguïnische boer met longontsteking. Hij besloot hem a<strong>de</strong>r te<br />

laten op <strong>de</strong> eerste dag en gaf hem 12 gr. Calomel (kwikchlori<strong>de</strong>-poe<strong>de</strong>r<br />

tegen ontstekingen). Spoedig trad een heftige salivatie (speekselvloed)<br />

op, en <strong>de</strong> boer genas. Voorzitter Barning waarschuw<strong>de</strong> wel dat men bij<br />

<strong>de</strong>ze aanpak moest oppassen voor een salivatio abdominalis (buikloop)!<br />

10


5.<br />

KISTJE MET SNEPPERS EN LAATKOPPEN<br />

(Raamsdonksveer, laatste kwart 19e eeuw)<br />

Glazen koppen of laatkoppen zetten was ook een veelgebruikte metho<strong>de</strong><br />

om <strong>de</strong> vier lichaamssappen (bloed, slijm, gele gal en zwarte gal) weer in<br />

evenwicht met elkaar te brengen. Bij voorkeur werd eerst <strong>de</strong> metalen/<br />

koperen snepper of scarificateur (fr.) op <strong>de</strong> huid gezet, waarbij 12<br />

sneetjes in <strong>de</strong> huid ontston<strong>de</strong>n. Daarna kon met <strong>de</strong> vacuüm getrokken<br />

glazen laatkop het bloed wor<strong>de</strong>n afgezogen. Het kistje met twee glazen<br />

koppen met koperen beslag, twee koperen sneppers en <strong>de</strong> koperen spuit,<br />

is afkomstig uit <strong>de</strong> praktijk van C. Gutteling, arts (bul behaald in 1869)<br />

uit Ma<strong>de</strong>/Raamsdonk.<br />

In 1851 hield dokter Maes uit Tilburg een Voorlezing over Diabetes<br />

Mellitus (suikerziekte). Men ken<strong>de</strong> <strong>de</strong> oorzaak toen nog helemaal niet,<br />

en Maes adviseer<strong>de</strong> dan ook om naast een venaesectio (a<strong>de</strong>rlating) van 8<br />

à 10 ounces bloed, ook hirudines (bloedzuigers) en koppen te zetten in<br />

<strong>de</strong> nierstreek, omdat men nog dacht dat suikerziekte een ziekte van <strong>de</strong><br />

nieren was, die immers suiker lekten…<br />

11


6.<br />

KISTJE MET VENTOUSEGLAZEN<br />

(Tilburg, 1e kwart 20e eeuw)<br />

Een Frans woord voor laatkop is ventouseglas. Ze wer<strong>de</strong>n gebruikt<br />

zoals laatkoppen: men trok ze vacuüm en zette hen op <strong>de</strong> huid. Men<br />

gebruikte <strong>de</strong> ventouseglazen om <strong>de</strong> bloeddoorstroming te bevor<strong>de</strong>ren.<br />

Het wordt nu nog wel toegepast in <strong>de</strong> huidbehan<strong>de</strong>ling door<br />

schoonheidsspecialistes, maar ook gebruikt in <strong>de</strong> natuurgeneeswijze.<br />

Dit kistje met ventouseglazen is geschonken door <strong>de</strong> zusters van het<br />

Cenakel, een klooster in Tilburg-oost gebouwd in 1907, toen het in 1983<br />

door <strong>de</strong> zusters werd verlaten.<br />

12


7.<br />

BLOEDZUIGER OP STERK WATER<br />

(eind 19e eeuw)<br />

en GLAZEN KOM<br />

(1e helft 19e eeuw)<br />

De hirudo medicinalis (lat.) of medicinale bloedzuiger werd veel gebruikt<br />

om bloed te trekken. Hij werd gekweekt in een soort looikuipen of<br />

vijvers, en vanuit kommen op <strong>de</strong> toonbank van een apotheek verkocht. In<br />

het slijm van <strong>de</strong> bloedzuiger zit een antistollingstof (hirudine), zodat het<br />

bloed goed blijft stromen wanneer <strong>de</strong> bloedzuiger een vaatje aanprikt.<br />

Hij kon wel 6 – 8 maal zo zwaar wor<strong>de</strong>n. Na drie maan<strong>de</strong>n op fles was<br />

dat bloed verbruikt en kon hij weer gerecycleerd wor<strong>de</strong>n.<br />

Herman van <strong>de</strong> Goorbergh had in 1827 een apotheek en groothan<strong>de</strong>l<br />

in bloedzuigers aan <strong>de</strong> Grote Markt in Breda. Daar kon <strong>de</strong> dokter<br />

zijn bloedzuigers van betrekken. Nu leven ze nog in <strong>de</strong> sloten van<br />

natuurgebied De Brand in U<strong>de</strong>nhout. In het Brabants en Vlaams heten zij<br />

echels. “Allé, hij zuipt gelijk een echel” is nog een Vlaams gezeg<strong>de</strong> voor<br />

iemand die wel eens te diep in het glaasje kijkt.<br />

13


8.<br />

CHIRURGIJNSSETJE<br />

(Haarlem, 2e helft 19e eeuw)<br />

Was <strong>de</strong> medicinae doctor een <strong>de</strong>ftig gekle<strong>de</strong> man, aan een universiteit<br />

afgestu<strong>de</strong>erd, die Latijn sprak en alleen <strong>de</strong> inwendige geneeskun<strong>de</strong><br />

bedreef, <strong>de</strong> chirurgijn (vroeger: barbier-chirurgijn) was <strong>de</strong> handwerksman<br />

die het vuile werk opknapte: <strong>de</strong> baard schoor en <strong>de</strong> wondbehan<strong>de</strong>ling<br />

<strong>de</strong>ed en breuken zette.<br />

Een chirurgijn of heelmeester on<strong>de</strong>rscheid<strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> soorten<br />

messen in zijn werk, naar gelang het doelein<strong>de</strong>. Een complete set<br />

bestond uit: een scheermes, een schraapmes, een steekmes en een<br />

snijmes (on<strong>de</strong>r); links twee laatmesjes in handvat van schildpad. Bovenin<br />

nog enkele losse hechtnaal<strong>de</strong>n.<br />

De getoon<strong>de</strong> instrumenten zijn afkomstig van een heelmeester uit<br />

Haarlem en alle gesigneerd “Charrière” (beken<strong>de</strong> instrumentmaker te<br />

Parijs).<br />

14


9.<br />

CENT- OF MUNTENVANGER<br />

(Hilvarenbeek, 1e kwart 20e eeuw)<br />

De cent- of muntvanger is een lange tang met korte bek om een corpus<br />

alienum (vreemd lichaam) te kunnen verwij<strong>de</strong>ren uit <strong>de</strong> keel- of luchtpijp.<br />

Dokter Elbers (1918-1993), huisarts in Hilvarenbeek die zijn oom Jan<br />

Heezemans opvolg<strong>de</strong>, kreeg in 1955 nog een boer op zaterdagmiddag in<br />

<strong>de</strong> praktijk, met een zoontje die een stuiver had ingeslikt. Na verwij<strong>de</strong>ring<br />

van <strong>de</strong> stuiver met <strong>de</strong> centvanger, zei <strong>de</strong> boer: “die moog<strong>de</strong> wel houwen<br />

dokter, vur <strong>de</strong> moeite”.<br />

15


10.<br />

VISGRATENVANGER<br />

(Ma<strong>de</strong>-Drimmelen, vroeg 19e eeuw)<br />

Dit ingenieuze apparaatje werkt alsvolgt: men brengt <strong>de</strong> gratenvanger<br />

voor <strong>de</strong> helft in <strong>de</strong> keel, tot voorbij <strong>de</strong> ingeslikte visgraat of het<br />

kippenbotje. Door aan het uitein<strong>de</strong> te trekken verwijdt <strong>de</strong> hals van het<br />

apparaatje zich doordat <strong>de</strong> paar<strong>de</strong>nharen zich als een netje of parapluitje<br />

uitvouwen. Zo kon <strong>de</strong> ongerechtigheid zoals een visgraat of een<br />

kippenbotje uit <strong>de</strong> keel of luchtpijp verwij<strong>de</strong>rd wor<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> 20e eeuw<br />

werd het apparaat vervangen door een roestvrijstalen exemplaar met<br />

kunststof dra<strong>de</strong>n van nylon (boven).<br />

16


11.<br />

TRACHEACANULE met KEELVEGERTJE<br />

(1e helft 20e eeuw)<br />

Difterie of difteritis is een ontsteking van <strong>de</strong> achterwand van <strong>de</strong> keel<br />

(pharynx). De keel raakt geheel dicht en verstopt door <strong>de</strong> ontstoken<br />

slijmvliezen, met zwelling, korstvorming en het ontstaan van een web<br />

van dra<strong>de</strong>n. Verwij<strong>de</strong>ring van die korsten met een stopnaald en een<br />

keelvegertje kon al verlichting geven, en <strong>de</strong> stoom van <strong>de</strong> croupketel<br />

kon meer lucht geven. Wanneer <strong>de</strong> croupketel niet voldoen<strong>de</strong> hielp, had<br />

<strong>de</strong> dokter nog maar één oplossing: met een sneetje in het kuiltje van<br />

<strong>de</strong> hals een keelpijpje plaatsen. Het keelpijpje of tracheacanule bestaat<br />

uit 3 on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len: het binnenpijpje (dat twee maal daags moest wor<strong>de</strong>n<br />

schoongemaakt in 6% lysoloplossing en teruggeplaatst), het buitenpijpje<br />

dat 20 dagen bleef zitten, en <strong>de</strong> obturator (kegel) om het pijpje veilig te<br />

kunnen plaatsen.<br />

Ein<strong>de</strong> 19e eeuw was cauterisatie (verschroeien) dé therapie bij difterie.<br />

Maar rond 1891 kwam het antidyphterinepaar<strong>de</strong>nserum, het serum van<br />

Behring, ter beschikking. Dokter Romeling uit Kaatsheuvel beklaag<strong>de</strong> zich<br />

in 1894 dat hij niet aan het serum kon komen, en 8 van <strong>de</strong> 12 patiënten<br />

in zijn praktijk overle<strong>de</strong>n. Meer geluk in die tijd had dokter Deelen in<br />

Tilburg die wel serum kon krijgen en het met succes toepaste bij een<br />

5-jarige jongen met croup of larynxdifterie zoals Deelen het noem<strong>de</strong>.<br />

17


12.<br />

ASPIRATEUR du Docteur DIEULAFOYE<br />

(Waalwijk, laatste kwart 19e eeuw)<br />

Een van <strong>de</strong> veelvoorkomen<strong>de</strong> complicaties bij longtuberculose was<br />

pleuritis exsudativa, <strong>de</strong> “natte pleuris” op zijn Brabants, een ontsteking<br />

van <strong>de</strong> borstvliezen. Dan moet <strong>de</strong> borstholte tussen <strong>de</strong> longen en <strong>de</strong><br />

borstkas gespoeld wor<strong>de</strong>n. In 1869 vond <strong>de</strong> Parijse internist Dieulafoye<br />

daartoe een aspirateur-met-driewegspuit uit: <strong>de</strong> dokter kon <strong>de</strong> naald<br />

laten zitten en met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> spuit spoelvloeistof optrekken en spoelen en<br />

aftappen.<br />

Dokter Ophoff uit Oisterwijk had in 1868 zelf zo’n spoeling nodig voor<br />

een gebarsten longcaverne. Omdat hij van benauwdheid dreig<strong>de</strong> te<br />

stikken, spoor<strong>de</strong> hij zijn collega Bolsius uit Oisterwijk aan: “…Steek er<br />

dan toch door…” en hij wees <strong>de</strong> plek aan: “hier, hier zit ‘t…”. Bolsius<br />

nam het kloeke besluit, stak <strong>de</strong> naald tussen <strong>de</strong> ribben op <strong>de</strong> aangegeven<br />

plek, en zie: twee liter pus ontlastte zich.<br />

Het getoon<strong>de</strong> kistje is aan <strong>de</strong> binnenzij<strong>de</strong> gesigneerd: M on Charrière /<br />

ROBERT & COLLIN / á Paris.<br />

18


13.<br />

VERLOSTANG met VERLOSSINGENJOURNAAL<br />

(Hilvarenbeek, 2e resp. 3e kwart 19e eeuw)<br />

De verlostang is uitgevon<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> Vlaming Jan Palfijn, geboren in<br />

Kortrijk (1650). Hij werd dokter in Gent (B), en ontwikkel<strong>de</strong> daar in 1723<br />

<strong>de</strong> verlostang. Aanvankelijk waren het twee parallelle lepels, die - na<br />

het inbrengen door <strong>de</strong> dokter bij <strong>de</strong> baren<strong>de</strong> vrouw - bij elkaar moesten<br />

wor<strong>de</strong>n gebon<strong>de</strong>n met een ketting of een koord. Later vervolmaakte men<br />

haar tot een kruistang, met gekruiste lepels, waarmee men meer kracht<br />

kon zetten, om een moeilijke bevalling te bespoedigen. Pas in 1957<br />

kwam <strong>de</strong> opvolger van <strong>de</strong> verlostang, in <strong>de</strong> vorm van <strong>de</strong> vacuümpomp.<br />

In het verlossingenjournaal van Piet <strong>de</strong> Lang, genees-, heel- en<br />

vroedmeester te Hilvarenbeek staan 1094 bevallingen uit <strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />

1858-1871. We kunnen berekenen dat <strong>de</strong> verlostang (forceps) werd<br />

gebruikt bij ca. 14% van <strong>de</strong> bevallingen (157 x op 1101 kin<strong>de</strong>ren). Deze<br />

verlostang van Piet <strong>de</strong> Lang van het merk Hoefftke uit Lei<strong>de</strong>n, is er één<br />

uit ca. 1835. Met <strong>de</strong> houten handvatten kon hij niet wor<strong>de</strong>n uitgekookt<br />

of gesteriliseerd…. De tang is gesigneerd: HOEFFTKE TE LEIDEN<br />

(merkteken in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1826-1836).<br />

19


14.<br />

BAKELIETEN en STALEN UTERUSDILATATOREN<br />

(1e resp. 2e kwart 20e eeuw)<br />

Om een onvolledige miskraam te behan<strong>de</strong>len moest <strong>de</strong> vrouw<br />

gecuretteerd wor<strong>de</strong>n. Daartoe moet <strong>de</strong> baarmoe<strong>de</strong>rmond wat wor<strong>de</strong>n<br />

verwijd/opengezet. Dat <strong>de</strong>ed <strong>de</strong> dokter met een oplopen<strong>de</strong> reeks<br />

van baarmoe<strong>de</strong>rmondoprekkers, aanvankelijk van hardrubber of van<br />

bakeliet. Dat slaat echter vaak grauw uit, en verliest ook zijn gladheid<br />

na sterilisatie. Daarom wer<strong>de</strong>n vanaf het twee<strong>de</strong> kwart van <strong>de</strong> 20e eeuw<br />

roestvrijstalen dilatatoren gebruikt.<br />

De bakelieten exemplaren (links) zijn uit <strong>de</strong> praktijk van <strong>de</strong> voorganger<br />

van dokter Ruhe. Hij verving hen meteen in 1934 door <strong>de</strong> stalen<br />

exemplaren (rechts).<br />

20


15.<br />

PORSELEINEN en CAOUTCHOUC PESSARIUM<br />

(Oosterhout, 1e helft 20e eeuw)<br />

Veel bevallingen on<strong>de</strong>rgaan leidt gemakkelijk tot het uitrekken van<br />

<strong>de</strong> ban<strong>de</strong>n rondom <strong>de</strong> baarmoe<strong>de</strong>r, met als gevolg klachten van een<br />

verzakking. Dat kwam vroeger natuurlijk veel voor omdat vrouwen veel<br />

kin<strong>de</strong>ren kregen. Het vaginaal inbrengen van een ring om <strong>de</strong> baarmoe<strong>de</strong>r<br />

te on<strong>de</strong>rsteunen kan die klachten vermin<strong>de</strong>ren. Getoond wor<strong>de</strong>n diverse<br />

verzakkingsringen: porselein (boven), ringvorm (on<strong>de</strong>r), zeefring (vlgs.<br />

Schotz) en S-vorm (vlgs. Hodge).<br />

In mei 1866 meld<strong>de</strong> dokter Van Aert uit Boxtel op <strong>de</strong> Tilburgse<br />

artsenkring dat hij werkte met een Guttapercha (hard rubberen)<br />

pessarium, en drie jaar later met een an<strong>de</strong>r exemplaar van hard gummi,<br />

<strong>de</strong> “hysterophore <strong>de</strong> caoutchouc duré”. Die gebruikte hij in plaats van<br />

<strong>de</strong> hardhouten exemplaren, die in <strong>de</strong> eerste plaats niet zo duurzaam<br />

waren maar bovendien 3 x zo zwaar in gewicht! Zijn collega Maassen uit<br />

Dongen gebruikte toen al ringen van caoutchouc gulvanisé. Die waren<br />

wat flexibeler, een eigenschap die mogelijk werd door het gulvaniseren<br />

van rubber. En dat procédé had Goodyear in Amerika al in 1839<br />

uitgevon<strong>de</strong>n.<br />

21


16.<br />

BIDET IRRIGATOR<br />

(Nijmegen, 2e kwart 20e eeuw)<br />

De vaginale spoeling of irrigatie werd vroeger veelvuldig toegepast. Het<br />

spoelen met lauwwarm water kon zowel met een irrigatiefles als met een<br />

bi<strong>de</strong>t plaatsvin<strong>de</strong>n. In zijn leerboek Gynaecologie (2e druk, 1895) stelt<br />

<strong>de</strong> beken<strong>de</strong> Leidse hoogleraar Hector Treub al: “Het beste is een glazen<br />

irrigator die gemakkelijk te reinigen en waarvan <strong>de</strong> reinheid gemakkelijk<br />

te controleeren is”. Dat kon met koperen of tinnen irrigators niet.<br />

Een an<strong>de</strong>re toepassing dan tegen witte vloed (fluor vaginalis) door<br />

bacteriële of schimmelinfectie, was anticonceptie. Door het spoelen van<br />

<strong>de</strong> sche<strong>de</strong> na <strong>de</strong> daad dacht men <strong>de</strong> spermatozoa te snel af te kunnen<br />

zijn. Helaas was dat vaak niet het geval…. Eigenlijk door onwetendheid,<br />

want <strong>de</strong> kennis omtrent <strong>de</strong> ovulatie en het tijdstip en plaats van <strong>de</strong><br />

werkelijke bevruchting van een eicel door een zaadcel werd pas bekend<br />

door <strong>de</strong> experimenten van Ogino (Japan) en Knaus (Duitsland) in 1930!<br />

22


17.<br />

ETHERKAP met DRUPPELFLESJE<br />

(Hilvarenbeek, 1e kwart 20e eeuw)<br />

In 1846 ont<strong>de</strong>kte <strong>de</strong> tandarts William Morton in Boston (V.S.) dat het<br />

gebruik van ether door een stu<strong>de</strong>nt met een gebroken been, <strong>de</strong> pijn<br />

weghield. Een paar weken later probeer<strong>de</strong> hij dat uit bij een patiënt<br />

met een kaakabces, en met een gunstig resultaat: <strong>de</strong> patiënt had niets<br />

gevoeld en had er ook geen herinnering aan (amnesie). Ook met lachgas<br />

(N2O) werd toen al door Amerikaanse tandartsen geëxperimenteerd.<br />

En in 1847 introduceer<strong>de</strong> <strong>de</strong> Schot James Simpson chloroform als<br />

narcosemid<strong>de</strong>l. Het zijn alledrie stoffen die chemisch nauw verwant zijn<br />

aan elkaar.<br />

Reeds in 1850 discussieer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> collega’s op <strong>de</strong> doktersverga<strong>de</strong>ring in<br />

Tilburg e.o. over <strong>de</strong> ethernarcose: “…Waarom hebt gij bij Michiel Kras<br />

niet kras <strong>de</strong>n Chloroform aangewend voor zijne schou<strong>de</strong>rluxatio” (die<br />

al 10 weken bestond)? “Welnu”, zo sprak voorzitter Barning, “dat hij<br />

en met hem nog eenige le<strong>de</strong>n te zeer voor dit mid<strong>de</strong>l bleven vrezen,<br />

dan dat hij het hier aangewend wil<strong>de</strong> zien”. Men was nog te bang voor<br />

complicaties. Al snel werd dui<strong>de</strong>lijk dat lachgas, ether en chloroform<br />

enorme mogelijkhe<strong>de</strong>n gaven om chirurgische ingrepen pijnloos te<br />

kunnen verrichten!<br />

23


18.<br />

ANALGESIE-toestel<br />

(Hapert, 2e kwart 20 eeuw)<br />

Om een lichte algehele verdoving te geven, dien<strong>de</strong> dit inhalatieanalgesie-toestel.<br />

Met dit apparaat, <strong>de</strong> Analgesis uit 1947, kon <strong>de</strong> dokter<br />

gemakkelijk een roesje geven bij complicaties in <strong>de</strong> verloskun<strong>de</strong> of in <strong>de</strong><br />

“kleine chirurgie”. Het apparaat Analgesis was een Ne<strong>de</strong>rlandse vinding<br />

van <strong>de</strong> firma Enraf uit Delft uit <strong>de</strong> jaren <strong>de</strong>rtig.<br />

De verdoving kwam tot stand door het Solaesthin (CH2Cl2), dat als veilig<br />

verdovingsmid<strong>de</strong>l bekend werd: het bevriest niet zo snel als chlooraethyl,<br />

ruikt aangenaam, en is niet ontplofbaar! Bovendien heeft het weinig<br />

nawerking, kent nauwelijks complicaties en het is niet duur.<br />

24


19.<br />

MICROSCOOP DOKTER BLOM<br />

(Hilvarenbeek, 1896)<br />

Het principe van <strong>de</strong> microscopie was reeds bekend bij Anthony van<br />

Leeuwenhoek (Delft 1637) en in gebruik in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> rond 1650.<br />

Hij werkte nog met een enkelvoudige microscoop met één lens,<br />

maar wist er toch al een vergroting van ca. 270 x mee te bereiken!<br />

Sacharias Jansen, Robert Hooke en Jan van Swammerdam ken<strong>de</strong>n<br />

al samengestel<strong>de</strong> microscopen met twee lensjes, maar bereikten<br />

daarmee slechts vergrotingen van ca. 30 x! Vanaf <strong>de</strong> Verlichting kregen<br />

natuurwetenschappen een grote invloed op <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong>. In 1840<br />

<strong>de</strong>ed <strong>de</strong> Amsterdamse chirurg Michiel Polano <strong>de</strong> uitspaak: “Gij vraagt<br />

mij hoe <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne praktijk vorm krijgt? Welnu, ik zeg u: met het<br />

scalpel in <strong>de</strong> ene hand, <strong>de</strong> chemische reagentia in <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re en het<br />

microscoop vóór zich!” Vanaf het laatste kwart van <strong>de</strong> 19e eeuw had een<br />

beetje mo<strong>de</strong>rne dokter een microscoop. Zo ook dokter Blom (geboren<br />

’s-Hertogenbosch 1867) huisarts in Hilvarenbeek van 1921-1934, die zich<br />

een microscoop aanschafte tij<strong>de</strong>ns zijn studie, blijkens het kaartje dat<br />

nog in <strong>de</strong> microscoopkist zit: A. Blom, med. Candidaat. De microscoop is<br />

van <strong>de</strong> firma Carl Zeiss te Jena, nr. 14332.<br />

25


20.<br />

VOLGNUMMER-PRIKPEN.<br />

(Rotterdam, 2e kwart 20e eeuw)<br />

De patiëntgebon<strong>de</strong>n tijdsbesteding van een huisarts is <strong>de</strong> laatste jaren<br />

wezenlijk veran<strong>de</strong>rd. Was <strong>de</strong> verhouding spreekuurtijd / visitetijd in 1960<br />

nog ca. 50%-50%, nu is die verhouding ongeveer 90%-10%. In <strong>de</strong> 19e<br />

eeuw waren er zelfs nog geen wachtkamers: <strong>de</strong> patiënten wachtten wel<br />

in <strong>de</strong> gang van het doktershuis! Bij <strong>de</strong> zich uitbrei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> spreekuren in<br />

het begin van <strong>de</strong> 20e eeuw komen er wachtkamers/ wachtzalen waar<br />

<strong>de</strong> patiënten geduldig op hun beurt wachtten. De vooruitstreven<strong>de</strong><br />

dokter kwam rond 1920-1930 met een soort afspaaksysteem: <strong>de</strong><br />

volgnummerprikker. Men kon ‘s morgens een penning halen met een<br />

volgnummer erop. Om <strong>de</strong> wachttijd te bekorten, kwam men dan later<br />

terug wanneer het nummer aan <strong>de</strong> beurt was. Deze volgnummerprikker<br />

is geweest van dokter (H.) G. Wolfert in Rotterdam-Kralingen, ca.1928-<br />

1935; vandaar <strong>de</strong> initialen op <strong>de</strong> achterzij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> penningen: G.W.<br />

26


21.<br />

PRAKTIJKPLAAT<br />

(Echt, 2e kwart 20e eeuw)<br />

Dokter J.J. Henrichs volg<strong>de</strong> in Echt zijn schoonva<strong>de</strong>r op als huisarts<br />

rond 1940. Aanvankelijk <strong>de</strong>ed hij dagelijks spreekuur van 9.00-10.30<br />

uur behalve op zondag. Zijn voorgangers <strong>de</strong><strong>de</strong>n ook nog een spreekuur<br />

op zondag na <strong>de</strong> hoogmis… Vanaf ca. 1955 doet <strong>de</strong> dokter ook geen<br />

spreekuur meer op zaterdagmiddag. In die tijd zijn <strong>de</strong> tarieven: ƒ 3,- voor<br />

een consult en ƒ 4,- voor een visite, volgens <strong>de</strong> KNMG –richtlijnen.<br />

De weekendwaarneming kwam in <strong>de</strong> stad Tilburg maar moeizaam op<br />

gang. Deed in 1907 <strong>de</strong> huisarts Moerel al een dringend beroep op alle<br />

collega’s om bij uitstedigheid <strong>de</strong> waarneming goed te regelen, een<br />

georganiseer<strong>de</strong> waarneemregeling was nog ver weg. Men had veel kritiek<br />

op <strong>de</strong> apothekers van Tilburg toen die in 1917 wel een zondagsdienst<br />

instel<strong>de</strong>n. De huisartsen wil<strong>de</strong>n daar nog niet aan. Het duur<strong>de</strong> tot 1935<br />

voordat er een goe<strong>de</strong> zondagsdienstregeling kwam. Maar een vrije<br />

zaterdagmiddag zat er nog niet in. Ook een avondspreekuur waar dokter<br />

Festen (Korvel) in 1938 om vroeg, werd afgewimpeld door voorzitter<br />

Taminiau: “voorlopig niet”, zo zei <strong>de</strong> voorzitter van <strong>de</strong> kring.<br />

27


22.<br />

TASJE DOKTER HEEZEMANS MET SCAPULIER<br />

(Hilvarenbeek, 2e kwart 20e eeuw)<br />

Wanneer <strong>de</strong> dokter visite <strong>de</strong>ed, had hij een klein dokterstasje bij zich.<br />

Het meest gebruikte tasje is vanaf ca. 1900 het type “citybag”. Daar<br />

kon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> stethoscoop, een lampje, een paar mesjes, pincetten en<br />

schaartjes in, met wat ampullen. Dit is het dokterstasje van dokter Jan<br />

Heezemans (1878-1975), zoon van het hoofd <strong>de</strong>r openbare lagere school<br />

in Hilvarenbeek, en pas laat gaan stu<strong>de</strong>ren voor arts in Amsterdam<br />

(artsenbul 1915 op <strong>de</strong> leeftijd van 36 jaar!). Hij praktiseer<strong>de</strong> tot ca. 1950,<br />

was niet getrouwd en werd liefst 96 jaar! Hij was ook een diepgelovig<br />

katholiek. Zo had hij on<strong>de</strong>r in dit tasje een scapulier of “agnus <strong>de</strong>i”, een<br />

stukje was van een gewij<strong>de</strong> paaskaars op een kussentje in een le<strong>de</strong>ren<br />

etuitje. Zo waren er ook dokters/chirurgen, die een scapulier on<strong>de</strong>raan <strong>de</strong><br />

operatietafel had<strong>de</strong>n bevestigd om <strong>de</strong> zegen van boven mee te krijgen.<br />

28


23.<br />

LEDEREN ETUI MET SPUITEN<br />

(Breda, 3e kwart 20e eeuw)<br />

Etui voor vijf spuitendoosjes afkomstig van een wijkverpleegkundige die<br />

daarmee ’s morgens <strong>de</strong> ron<strong>de</strong> <strong>de</strong>ed in het dorp. Totdat zij weer terug<br />

was op <strong>de</strong> post, om ca 9.30 uur, om patiënten die door <strong>de</strong> huisarts naar<br />

<strong>de</strong> wijkzuster waren gestuurd te behan<strong>de</strong>len voor wondbehan<strong>de</strong>ling,<br />

wassen en verzorgen van open benen (ulcera crura), ba<strong>de</strong>n met<br />

sodawater, verschonen van pleisters en zwachtels. Weet u dat <strong>de</strong><br />

uitdrukking “pappen en nathou<strong>de</strong>n” eigenlijk ook uit <strong>de</strong> verzorging<br />

komt? Met “plaasters” die waren besmeerd met medicinale papjes<br />

be<strong>de</strong>kte men <strong>de</strong> won<strong>de</strong>n, hield abcessen en etterbuilen nat, opdat zij<br />

zou<strong>de</strong>n doorbreken, en weer kon<strong>de</strong>n genezen. Want <strong>de</strong> dokter zegt<br />

nog steeds: ubi pus, ibi evacua (Latijn: Waar etter zit, daar moet gij<br />

ontlasten). Het le<strong>de</strong>ren etui heeft een merkteken: Weterings / le<strong>de</strong>rwaren<br />

/ eigen atelier / Nw.Haagdijk 17 (Breda).<br />

29


24.<br />

HOUTEN STETHOSCOOP<br />

IN LEDEREN FOEDRAAL<br />

(Eemnes, 4e kwart 19e eeuw)<br />

In 1819 ont<strong>de</strong>kte Laënnec in Parijs, dat hij <strong>de</strong> harttonen en het<br />

a<strong>de</strong>mgeruis veel beter kon horen met een opgerold dossier aan het oor,<br />

dan met het blote oor op <strong>de</strong> borstkas: <strong>de</strong> “auscultation indirecte” (fr.)<br />

was geboren. Hij liet die rol namaken in ce<strong>de</strong>rhout en noem<strong>de</strong> hem “le<br />

cylindre”. Maar dat von<strong>de</strong>n zijn collega’s maar niks. Oké, zei Laënnec,<br />

dan noem ik hem “stethoscoop” (stethos= borstkas; skopein = kijken),<br />

omdat het geluid zó dui<strong>de</strong>lijk was, dat het was alsof je ín <strong>de</strong> borstkas kon<br />

kijken! In <strong>de</strong> 19e eeuw gebruikte men alleen nog houten stethoscopen,<br />

van allerlei houtsoorten. De stethoscoop kreeg wel steeds meer <strong>de</strong> vorm<br />

van <strong>de</strong> houten toeter, zoals wij die nu nog kennen in <strong>de</strong> verloskun<strong>de</strong>.<br />

Immers het geluid van het hartje van <strong>de</strong> baby in <strong>de</strong> baarmoe<strong>de</strong>r kan men<br />

nog steeds veel beter horen met een holle buis c.q. klokje, dan met <strong>de</strong><br />

platte membraan van <strong>de</strong> stethoscoop!<br />

30


25.<br />

STETHOSCOOP MET RUBBEREN SLANG<br />

(Blerick, 1e kwart 20e eeuw)<br />

Pas op het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> 19e eeuw komt het buigbare rubber (het<br />

caoutchouc gulvanisé) in opmars. Toen kon <strong>de</strong> stethoscoop wor<strong>de</strong>n<br />

uitgerust met een rubberen slang met een uitein<strong>de</strong> voor elk oor: <strong>de</strong><br />

binaurale of tweeorige stethoscoop. Aanvankelijk nog zon<strong>de</strong>r een ijzeren<br />

beugel, komt rond 1910 een type stethoscoop met beugel en veer, zodat<br />

<strong>de</strong> stethoscoop beter in <strong>de</strong> oren bleef zitten. De stethoscoop is niet<br />

alleen jarenlang een zeer nuttig on<strong>de</strong>rzoeksinstrument geweest (en nu<br />

nog!), maar het werd in <strong>de</strong> 20e eeuw ook het (status-)symbool van <strong>de</strong><br />

dokter!<br />

31


26.<br />

PERCUSSIEHAMER VAN WINTRIG<br />

(Waalre, 3e kwart 19e eeuw)<br />

In 1761 ont<strong>de</strong>kte <strong>de</strong> Oostenrijkse dokter Leopold Auenbrugger <strong>de</strong> directe<br />

percussie: met <strong>de</strong> vingers kon men een lichaamsholte zoals <strong>de</strong> borstholte<br />

uitkloppen. Afhankelijk van <strong>de</strong> vulling van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgrond met lucht,<br />

vocht of vast weefsel, hoor<strong>de</strong> men een an<strong>de</strong>r geluid: respectievelijk<br />

een tympanitische, sonore of ge<strong>de</strong>mpte klank. De percussie als<br />

on<strong>de</strong>rzoekstechniek was geboren! Later verbeter<strong>de</strong> Piorry in Parijs het<br />

percuteren door te kloppen met <strong>de</strong> vinger op een plessimeter. De Duitser<br />

Anton Wintrig voeg<strong>de</strong> daar in 1841 een elegant percussiehamertje aan<br />

toe! Veel later pas ont<strong>de</strong>kte men dat men dat plaatje/plectrum niet<br />

nodig had: men kon ook eenvoudigweg <strong>de</strong> strakgehou<strong>de</strong>n vinger als<br />

on<strong>de</strong>rgrond gebruiken en bovendien <strong>de</strong> vinger van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re hand als<br />

hamertje!<br />

32


27.<br />

KOPEREN GEHOORBUIS<br />

(ca. 1900)<br />

en SCHILDERIJ<br />

(1e helft 19e eeuw)<br />

Een eenvoudig principe om slechthorendheid te verbeteren, is het<br />

vergroten van <strong>de</strong> toegang tot <strong>de</strong> gehoorgang. Dat kan men doen door<br />

<strong>de</strong> hand achter het oor te hou<strong>de</strong>n als een vergrote schelp. Maar men<br />

kan dat ook doen door een zich verwij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> trechter of toeter tegen <strong>de</strong><br />

gehooringang te hou<strong>de</strong>n: <strong>de</strong> gehoorbuis of oortrompet heet die dan.<br />

Vanaf ca. 1800 wor<strong>de</strong>n zij op <strong>de</strong> markt gebracht. Zij zijn er van allerlei<br />

materialen: van echte run<strong>de</strong>rhoorn, van (imitatie-)schildpad, van koper of<br />

tin, etc. Tot aan <strong>de</strong> elektrische en elektronische geluidversterkers, was dit<br />

<strong>de</strong> enige metho<strong>de</strong> om slechthorendheid, die vaak voorkomt bij ou<strong>de</strong>ren,<br />

te verhelpen…<br />

De op hout geschil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> afbeelding van man met koperen gehoorbuis,<br />

dateert uit <strong>de</strong> 1e helft 19e eeuw en is gesigneerd met I.F.<br />

33


28.<br />

OOGSPIEGEL VAN HELMHOLTZ<br />

(1e kwart 20e eeuw)<br />

Een van <strong>de</strong> eerste technische hulpmid<strong>de</strong>len in <strong>de</strong> diagnostiek is <strong>de</strong><br />

oogkijker, om door <strong>de</strong> pupil heen naar het netvlies te kunnen kijken: <strong>de</strong><br />

oogspiegel van Helmholtz, genoemd naar <strong>de</strong> uitvin<strong>de</strong>r ervan in 1850,<br />

<strong>de</strong> Berlijnse dokter Hermann von Helmholtz. Het exemplaar is fraai<br />

vormgegeven en heeft losse ivoren handvatjes.<br />

De eerste specialist in Tilburg, oogarts F. Sassen, had in Wenen zijn<br />

oogspiegel weten te voorzien van een elektrische lichtbron, die er<br />

ingenieus aan bevestigd was. Helaas was het patent ervan reeds door<br />

<strong>de</strong> instrumentmaker in Wenen “listig ontfutseld”, zo wist hij op <strong>de</strong><br />

artsenverga<strong>de</strong>ring in Tilburg op 14 november 1906 te vertellen bij <strong>de</strong><br />

“Wetenschappelijke Me<strong>de</strong><strong>de</strong>lingen”.<br />

34


29.<br />

SNELLENKAART<br />

(emaillen plaat; Dussen, 2e kwart 20e eeuw)<br />

Prof. Franciscus Cornelis Don<strong>de</strong>rs, geboren in <strong>de</strong> Nieuwlandstraat in<br />

Tilburg in 1809, was niet alleen een geniale fysioloog, maar ook <strong>de</strong><br />

beroemdste oogarts die Ne<strong>de</strong>rland ooit heeft voortgebracht. Hij zocht<br />

in <strong>de</strong> jaren rond 1850 naar een metho<strong>de</strong> om <strong>de</strong> gezichtsscherpte<br />

in maat en getal te kunnen uitdrukken. En niet alleen te kunnen<br />

zeggen: <strong>de</strong> patiënt ziet op 60 meter hoeveel vingers ik opsteek, en op<br />

300 meter of ik mijn hand wel of niet opsteek. Het was zijn leerling<br />

Snellen die in 1862 een metho<strong>de</strong> uitwerkte, met <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong><br />

optotypenkaart, met regels van steeds kleiner wor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> symbolen<br />

of letters, waarmee men kon uitdrukken hoe scherp men het zag ten<br />

opzichte van <strong>de</strong> referentiewaar<strong>de</strong>. We noemen <strong>de</strong>ze metho<strong>de</strong> nog steeds<br />

<strong>de</strong> Snellenmetho<strong>de</strong> en <strong>de</strong> Snellenkaart met <strong>de</strong> formule V=d/D (visus=<br />

gemeten afstand/referentieafstand). De symbolen op <strong>de</strong> kaart kunnen<br />

letters zijn, maar ook plaatjes, ringen (Landolt) of E-haken.<br />

35


30.<br />

BRILLENDOOS<br />

(Hilvarenbeek, 2e kwart 20e eeuw)<br />

Bij <strong>de</strong>ze kaart hoort een brillendoos met twee rijen correctieglaasjes: een<br />

rij concave (min-) en een rij convexe (plus-)glaasjes, die <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeker in<br />

een pasbril kan zetten om <strong>de</strong> gezichtsscherpte te corrigeren. Daarna gaf<br />

<strong>de</strong> dokter een kant-en-klaar brilvoorschrift mee voor <strong>de</strong> brillenmaker!<br />

Deze brillendoos heeft dokter Ruhe nog gebruikt tot 1985! Hij had die<br />

immers nodig om correct keuringen te kunnen uitvoeren, want hij was<br />

nog uit <strong>de</strong> tijd dat dokters “corrigeer<strong>de</strong>n” bij het oogon<strong>de</strong>rzoek met<br />

behulp van <strong>de</strong> pasbril met glaasjes.<br />

36


31.<br />

ENGELSE SLEUTEL<br />

(2e helft 19e eeuw)<br />

Reeds op een praktijkinventaris-voorschrift uit <strong>de</strong> Baronie van Breda<br />

uit 1756, staat een “Tan<strong>de</strong>trekker na Verkiesing” als verplicht<br />

aanwezig instrument. In 1856 staat op <strong>de</strong> Provinciale lijst voor<br />

plattelandsheelmeesters <strong>de</strong> “Engelsche sleutel” vermeld.<br />

De Engelse tandsleutel was <strong>de</strong> opvolger van <strong>de</strong> pelikaan, een instrument<br />

om met <strong>de</strong> nodige kracht een rotte tand uit het gebit te kunnen<br />

verwij<strong>de</strong>ren. De Engelse sleutel kon men om <strong>de</strong> tand (of restant) heen<br />

leggen, en dan wrikken om <strong>de</strong> wortel los te krijgen. Jarenlang hebben<br />

dorpsdokters dat gedaan, totdat tandmeesters, en later tandartsen (titel<br />

vanaf 1913) het van hen overnamen. De Engelse sleutel is gesigneerd:<br />

SUEUR A CALAIS, met het nummer 2.<br />

Op het Brabantse platteland hebben dorpsdokters zeker tot aan 1960<br />

kiezen getrokken! Bij een nieuwe vestiging was het vaak <strong>de</strong> eerste<br />

activiteit die een nieuwe collega werd gegund. Deze activiteit werd<br />

immers contant betaald: in 1939 kostte dat ƒ 1,00 zon<strong>de</strong>r en ƒ 1,10<br />

wanneer je mét een spuugbakje behan<strong>de</strong>ld wil<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n….<br />

37


32.<br />

TRANSPORTCOUVEUSE<br />

(Tilburg, 3e kwart 20e eeuw)<br />

De eerste tekenen dat dokters een soort van broei- of warmtekastjes<br />

gaan gebruiken om baby’s in op te vangen die veel te vroeg of veel te<br />

licht wer<strong>de</strong>n geboren, zijn van rond 1900, in Friesland en Groningen.<br />

De opvolger, een couveuse met een verwarmingselement eron<strong>de</strong>r werd<br />

gebruikelijk in <strong>de</strong> ziekenhuizen vanaf 1920. Het waren dan een soort<br />

cabinetkastjes. Hier ziet u een van <strong>de</strong> eerste transportcouveuses om zo’n<br />

te licht baby’tje te vervoeren van huis naar <strong>de</strong> kliniek, of van Tilburg naar<br />

Utrecht. Hij is afkomstig van <strong>de</strong> GG&GD Tilburg en is uit ca. 1955. Drie<br />

asbestplaatjes, op maat gezaagd en vastgeschroefd, hou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> warmte<br />

vast voor <strong>de</strong> zuigeling…. In <strong>de</strong> ziekenauto kon hij wor<strong>de</strong>n aangesloten op<br />

een accu van 6 Volt of van 12 Volt naar keuze. Via een gat bovenin kon<br />

<strong>de</strong> broe<strong>de</strong>r extra zuurstof inblazen.<br />

38


33.<br />

APOTHEEKKAST<br />

(Hardinxveld-Giessendam, 2e kwart 20e eeuw)<br />

De dorpsdokter maakte tot ongeveer <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog <strong>de</strong><br />

geneesmid<strong>de</strong>len allemaal zelf. Zowel drankjes als pillen, poe<strong>de</strong>rs en<br />

zalfjes wer<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> dokter in <strong>de</strong> eigen apotheek samengesteld.<br />

Ook zetpillen fabriceer<strong>de</strong> <strong>de</strong> dorpsdokter zelf. En <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren uit een<br />

doktersgezin moesten meehelpen om poe<strong>de</strong>rs te vouwen. Vooral in tij<strong>de</strong>n<br />

van griep was het dan werken geblazen, graag of niet! De medicijnen<br />

kon<strong>de</strong>n ‘s middags in het buitenkastje wor<strong>de</strong>n afgehaald, of op een<br />

bekend adres in een naburig dorp…<br />

Deze apotheek-kast komt uit <strong>de</strong> praktijk van <strong>de</strong> heer en mevrouw<br />

Lubbers-Klaaysen, bei<strong>de</strong>n huisarts te Hardinxveld-Giessendam. De kast,<br />

met het gifkastje in het mid<strong>de</strong>n (afsluitbaar met een sleutel !), is door <strong>de</strong><br />

plaatselijke timmerman gemaakt ca. 1925.<br />

39


34.<br />

BLOEDDRUKMETER DOKTER ZIJLMANS<br />

(Bla<strong>de</strong>l, 1e kwart 20e eeuw)<br />

Het meten van <strong>de</strong> bloeddruk werd voor het eerst verricht in 1896 door<br />

<strong>de</strong> Italiaanse arts Riva Rocci. De druk mat hij voor het eerst bij een<br />

paard, met een hoge kwikkolom die direct met een slangetje op <strong>de</strong><br />

halsvaten was aangesloten. Naar hem refereert nog steeds <strong>de</strong> wijze<br />

van noteren van <strong>de</strong> bloeddruk met <strong>de</strong> letters RR vóór het getal van<br />

boven- en on<strong>de</strong>rdruk. Aanvankelijk werd <strong>de</strong> bloeddruk gemeten met een<br />

drukmanchet aan het bovenbeen. Er waren grofweg twee metho<strong>de</strong>s: <strong>de</strong><br />

sfygmomanometer met een veer of met een kwikkolom. Omwille van<br />

milieumaatregelen is <strong>de</strong> laatste metho<strong>de</strong> inmid<strong>de</strong>ls obsoleet. Getoond<br />

wordt een sfygmomanometer met een veer in <strong>de</strong> trommel, gemaakt door<br />

<strong>de</strong> Parijse firma G.Boulitte.<br />

40


35.<br />

ALBUMINOMETER<br />

(Tilburg, 2e kwart 20e eeuw)<br />

Een dorpsdokter had in het begin van <strong>de</strong> 20e eeuw een nog beschei<strong>de</strong>n<br />

laboratorium voor eenvoudig bloed- en urineon<strong>de</strong>rzoek, on<strong>de</strong>rzoek met<br />

<strong>de</strong> microscoop etc. Er waren ook al dokters die met een kikkerproef (in<br />

<strong>de</strong> kel<strong>de</strong>r) een zwangerschap vast kon<strong>de</strong>n stellen. Om <strong>de</strong> urine op <strong>de</strong><br />

aanwezigheid van eiwit te on<strong>de</strong>rzoeken gebruikte hij <strong>de</strong> albuminometer<br />

van Esbach (Franse arts 1843-1890): een houten koker met een glazen<br />

buis met maatvoering. De buis, voor <strong>de</strong> helft gevuld met urine van <strong>de</strong><br />

patiënt werd aangevuld tot aan <strong>de</strong> maatstreep met een mengsel van 1%<br />

picrinezuur en 2% citroenzuur. Na 24 uur kon <strong>de</strong> dokter het gehalte aan<br />

eiwit aflezen op <strong>de</strong> schaalver<strong>de</strong>ling op <strong>de</strong> buis, die rechtop in <strong>de</strong> houten<br />

standaard stond.<br />

41


36.<br />

AMPUTATIEZAAG en –MES<br />

(Hilvarenbeek, laatste kwart 19e eeuw)<br />

Vóór <strong>de</strong> strenge hygiënische maatregelen van <strong>de</strong> antisepsis wer<strong>de</strong>n<br />

doorgevoerd, was <strong>de</strong> enige remedie bij een open botbreuk: amputatie<br />

van het le<strong>de</strong>maat. Datzelf<strong>de</strong> gold voor een ernstig geval van fijt aan <strong>de</strong><br />

vingers. Een dreigen<strong>de</strong> botvliesontsteking met bloedvergiftiging (sepsis)<br />

was immers veel erger! Het amputeren van le<strong>de</strong>maten gebeur<strong>de</strong> vóór<br />

<strong>de</strong> ont<strong>de</strong>kking van ether en lachgas (1846) zon<strong>de</strong>r echte (medicinale)<br />

verdoving. De geëigen<strong>de</strong> manier van verdoven was dan: een flinke<br />

slok jenever. Naast amputatiezaag en mes-met-foudraal ziet u ter<br />

completering van het instrumentarium links een tourniquet met<br />

veermechanisme.<br />

“Op 29 mei 1861 ’s namiddags te 6 ure voert collega genees-, heel- en<br />

verloskundige Frans Kieckens uit Tilburg in het gasthuis een amputatie<br />

van <strong>de</strong> voet uit, in het ziekenhuis, waartoe <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring<br />

van <strong>de</strong> Geneeskundige Kring Tilburg e.o. wor<strong>de</strong>n uitgenodigd die te<br />

gaan bijwonen.” Na afloop van <strong>de</strong>ze <strong>de</strong>monstratie, werd Kieckens met<br />

applaus door <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n ontvangen bij terugkomst in <strong>de</strong> Philharmonie,<br />

waar <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n hun verga<strong>de</strong>rzaal had<strong>de</strong>n. Kieckens vertel<strong>de</strong> nog in het<br />

kort <strong>de</strong> ziektegeschie<strong>de</strong>nis: een carieuze ontaarding van <strong>de</strong> been<strong>de</strong>ren<br />

van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>nvoet. Ruim twee jaar later (juli 1863) moest hij <strong>de</strong> collega’s<br />

mel<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> vrouw toch recent was overle<strong>de</strong>n ten gevolge van <strong>de</strong><br />

complicatie longtering (phthysis pulmonum) bij een recidief van cariës<br />

van <strong>de</strong> stomp.<br />

42


37.<br />

HOOGFREQUENTE OF<br />

D’ARSONVAL’SE LAMPEN<br />

(Tilburg, 2e kwart 20e eeuw)<br />

Rond 1900 introduceer<strong>de</strong> <strong>de</strong> Franse arts en natuurkundige Jacques-<br />

Arsène d’Arsonval (1851-1940) een vorm van lichttherapie, die bestond<br />

uit vacuüm getrokken lampen, gevuld met een beetje siliciumpoe<strong>de</strong>r, die<br />

on<strong>de</strong>r zwakstroom wer<strong>de</strong>n gezet. Er ontstaat dan een hoogfrequente<br />

straling, met violette lichtsensaties. Dat wil wel genezen, moet men<br />

gedacht hebben…! Toch doet en <strong>de</strong>ed het niet veel. Daar was men in <strong>de</strong><br />

jaren ‘30 wel al achter, maar toch heeft menig dokter en therapeut er<br />

nog van geprofiteerd. Er waren glazen opzetstukken in allerlei vormen:<br />

bolvorm, trechtervorm, in <strong>de</strong> vorm van een kam etc. Merk: ANTHOS<br />

Dokter Ruhe schreef rond 1950 een kritisch briefje aan “een beken<strong>de</strong><br />

firma in het zui<strong>de</strong>n <strong>de</strong>s lands”: “…uw vertegenwoordiger kwam met<br />

alweer een nieuw type therapielamp. Infrarood, of ultraviolet, mijn<br />

patiënten wor<strong>de</strong>n er niet beter van, u wellicht wel!”.<br />

43


38.<br />

KWIKDAMPLAMPEN<br />

(Tilburg, 1e helft 20e eeuw)<br />

De kwikdamplamp was een van <strong>de</strong> eerste warmtelampen die in <strong>de</strong><br />

Physische Therapie gebruikt wer<strong>de</strong>n. Het principe was dat kwik mid<strong>de</strong>ls<br />

een transformator werd verhit en tot kwikdamp gebracht. Kwikdamp<br />

zendt ultraviolette straling uit. Die UV-straling kan niet door glas heen,<br />

maar wel door kwartsglas. Vandaar dat <strong>de</strong>ze kwikdamplamp boven in <strong>de</strong><br />

halve bol een klein reservoir van kwartsglas met daarin kwik bevat. In een<br />

zogenaam<strong>de</strong> manège wer<strong>de</strong>n een aantal kwikdamplampen opgesteld,<br />

met in het mid<strong>de</strong>n een circuit van concentrische “doseercirkels”, waarin<br />

<strong>de</strong> patiënt kon rondlopen, met elke dag een grotere dosis en een langere<br />

expositieduur.<br />

En maar genezen…. Maar helaas heeft UV-straling slechts een algemeen<br />

roboreren<strong>de</strong> werking: <strong>de</strong> patiënt voelt zich wat fitter en sterker, maar<br />

echt genezen doet het niet!<br />

U ziet links en rechts grote staan<strong>de</strong> kwikdamplampen: <strong>de</strong> linker is<br />

afkomstig uit een klooster in Boxtel en <strong>de</strong> rechter uit Berkel-Enschot;<br />

rechtsboven een tafelmo<strong>de</strong>l. Alle zijn gesigneerd: Original Hanau van<br />

Quartzlampe Gesellschaft Hanau (D).<br />

44


39.<br />

BORSTPOMP<br />

(3e kwart 20e eeuw)<br />

De zuigelingensterfte was in Noord-Brabant in 1911 nog 15,8 % in<br />

het eerste levensjaar! Een van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len die in <strong>de</strong> strijd tegen <strong>de</strong><br />

kin<strong>de</strong>rsterfte wer<strong>de</strong>n ingezet was het stimuleren van borstvoeding of<br />

het geven van goe<strong>de</strong>, hygiënisch berei<strong>de</strong> flesvoeding als vervanging.<br />

Afkolven van borstvoeding was een van <strong>de</strong> hulpmetho<strong>de</strong>n daarbij.<br />

Een borstpomp was dan erg nuttig: dan kon <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>rmelk op een<br />

hygiënische wijze wor<strong>de</strong>n afgenomen. De meeste borstpompen die het<br />

museum krijgt wor<strong>de</strong>n nog steeds bewaard in <strong>de</strong> originele doosjes!<br />

45


40.<br />

GLAZEN OGEN<br />

(1e helft 20e eeuw)<br />

Iemand die door ernstige verwonding of een lelijke ontsteking zijn oog<br />

was kwijtgeraakt, kon met een glazen oog goed geholpen wor<strong>de</strong>n. Niet<br />

om goed te zien, maar om goed gezien te wor<strong>de</strong>n… Zo weten wij dat<br />

Thomas van Diessen (1828-1892), weldoener en geloofspropagandist<br />

te Goirle, al op kin<strong>de</strong>rleeftijd zijn oog kwijt raakte door een ongelukkig<br />

sneeuwbalgevecht. Hij moet rond het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> 19e eeuw al een<br />

kunstoog hebben laten aanmeten. Wellicht door <strong>de</strong> beroem<strong>de</strong> prof. F.C.<br />

Don<strong>de</strong>rs, geboren in Tilburg, die in 1858 al het Ooglij<strong>de</strong>rsgasthuis in<br />

Utrecht oprichtte…<br />

46


41.<br />

STOOMINHALATIEAPPARAAT<br />

(2e helft 19e eeuw)<br />

Longziekten kwamen vroeger veel voor: bronchitis, astma, difteritis,<br />

kinkhoest, longontsteking, longtuberculose, tering, longkanker, etc. Zij<br />

waren rond 1890 verantwoor<strong>de</strong>lijk voor maar liefst 40% van <strong>de</strong> sterfte!<br />

En vrijwel het enige wat er aan therapie was, was stoominhalatie, al of<br />

niet met toegevoeg<strong>de</strong> krui<strong>de</strong>n zoals tijm of menthol. Het principe was<br />

eenvoudig: hete stoomlucht geeft meer lucht! Afgebeeld ziet u een van<br />

<strong>de</strong> eerste generatie stoominhalatieapparaten, reeds uitgerust met een<br />

overdrukregulator. Hierna komen <strong>de</strong> croupketels waarmee je <strong>de</strong> hele<br />

ruimte on<strong>de</strong>r stoom kon zetten. De apparaten kon<strong>de</strong>n van geel/rood<br />

koper zijn, van tin of van ijzer, afhankelijk van <strong>de</strong> welstand. We kennen<br />

er zelfs die van blik zijn gemaakt…!<br />

47


42.<br />

SECTIEKIST<br />

(Bla<strong>de</strong>l, laatste kwart 19e eeuw)<br />

Voor het medisch on<strong>de</strong>rzoek na een gewelddadige dood werd ook <strong>de</strong><br />

hulp van <strong>de</strong> gewone (dorps-)dokter ingeroepen. Er was immers niemand<br />

an<strong>de</strong>rs voorhan<strong>de</strong>n! Pas op het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> 19e eeuw wer<strong>de</strong>n daartoe<br />

ter assistentie bijvoorbeeld <strong>de</strong> militair geneeskundigen ingezet, <strong>de</strong><br />

Officieren van Gezondheid <strong>de</strong>r 1e of 2e klasse. Pas in het begin van <strong>de</strong><br />

20e eeuw werd <strong>de</strong> gerechtelijke sectie uitbesteed aan pathologen (dr.<br />

J. Hulst uit Lei<strong>de</strong>n) en vanaf 1945 aan het Gerechtelijk Laboratorium in<br />

Den Haag (<strong>de</strong> pathologen dr. J. Zel<strong>de</strong>nrust en H. Voortman etc.). Vóór<br />

1900 zal een gerechtelijke sectie bijna altijd me<strong>de</strong> door <strong>de</strong> dorpsdokter<br />

zijn verricht. Daartoe moest hij volgens provinciaal voorschrift (1856)<br />

schouwbaar voorhan<strong>de</strong>n hebben: “Een kistje met instrumenten tot het<br />

openen van lijken, inhou<strong>de</strong>n<strong>de</strong>: een zaag, een beitel, een hamer, een<br />

hefboom, twee messen en twee naal<strong>de</strong>n”.<br />

Hier is afgebeeld <strong>de</strong> sectiekist van dokter Alex Cramer uit Bla<strong>de</strong>l<br />

(gemeentearts Bla<strong>de</strong>l van 1894-1921). De instrumenten (incompleet) zijn<br />

gesigneerd T.F. Dehlinger.<br />

48


43.<br />

RUBBEREN HANDSCHOENEN<br />

(Ootmarsum, 3e kwart 20e eeuw)<br />

In 1889 werd voor het eerst <strong>de</strong> gummi handschoen gedragen door<br />

Caroline Hampton, operatiezuster in het John Hopkinshospital in<br />

Baltimore (VS). Zij had namelijk last van uitslag aan haar han<strong>de</strong>n door<br />

het ontsmettingsmid<strong>de</strong>l kwikchlori<strong>de</strong>. De eerste gummi handschoenen<br />

wer<strong>de</strong>n gemaakt door Goodyear Rubber Company in New York. Zuster<br />

Hampton had <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n vrij en trouw<strong>de</strong> later met <strong>de</strong> chirurg William<br />

Halsted. Wel klassiek, maar zo is alles toch weer goed gekomen!<br />

Gebruikte zuster Hampton <strong>de</strong> handschoenen om haar han<strong>de</strong>n te<br />

beschermen, <strong>de</strong> chirurg en gynaecoloog Hunter Robb van het John<br />

Hopkinshospital gebruikte ze vanaf ca 1894 om <strong>de</strong> patiënten te<br />

beschermen tegen o.a. kraamvrouwenkoorts. Pas in 1904 werd het<br />

gebruik van <strong>de</strong> rubberen handschoen wereldkundig gemaakt!<br />

Wanneer men <strong>de</strong> rubberen handschoen gepoe<strong>de</strong>rd bewaar<strong>de</strong>, eventueel<br />

met een ontsmettingstablet in een nikkelen instrumentendoos, kon men<br />

hen na uitwassen meermalen gebruiken!<br />

49


44.<br />

VERWIJSBRIEFJE<br />

(Deurne, 1946)<br />

Thorbecke probeer<strong>de</strong> in zijn geneeskundige wetten van 1865 <strong>de</strong><br />

“arts” te creëren die “<strong>de</strong> genees- heel- en verloskun<strong>de</strong> in <strong>de</strong>n vollen<br />

omvang” kon uitoefenen. Dat hiel<strong>de</strong>n we in Ne<strong>de</strong>rland slechts een paar<br />

<strong>de</strong>cennia vol. Vooral door toenemen<strong>de</strong> technische vooruitgang zowel<br />

in diagnostiek als in behan<strong>de</strong>ling, kwam er steeds meer behoefte aan<br />

specialisatie. Dan verwees <strong>de</strong> ene dokter naar <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re, meestal <strong>de</strong><br />

huisarts naar <strong>de</strong> specialist. Op het Brabantse platteland was dat pas na<br />

ca. 1920 aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>. In Tilburg kwam <strong>de</strong> eerste specialist pas in 1906<br />

(oogarts), en in 1920 waren er nog maar vier: 2 chirurgen, 1 oogarts en 1<br />

KNO-arts. Met <strong>de</strong> nieuwbouw van het St. Elisabethziekenhuis aan <strong>de</strong> Jan<br />

van Beverwijkstaat (1927) waren er 7 specialisten; in 1937 reeds 13, al<br />

kwamen er daarvan twee een paar keer per week uit Breda naar Tilburg.<br />

Pas vanaf 1960 is het aantal specialisten (ver) in <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid boven<br />

dat van huisartsen.<br />

Hier ziet u een verwijsbriefje uit 1946 van <strong>de</strong> beroem<strong>de</strong> dokter<br />

Hendrik Wiegersma, huisarts te Deurne, aan <strong>de</strong> tuberculosearts in<br />

Helmond. Wiegersma was naast gepassioneerd dokter vooral ook een<br />

expressionistisch kunstenaar van naam. Vandaar ook het kalligrafisch<br />

handschrift!<br />

50


45.<br />

HET SKELET VAN PIET STAMS<br />

(Tilburg, 1e kwart 20e eeuw)<br />

Piet Stams (geboren te Boxtel, 1851) was een zwerverstype in Tilburg,<br />

vol grappen en grollen à la Tijl Uilenspiegel. Op het ein<strong>de</strong> van zijn<br />

leven (ca. 1914) werd hij ernstig ziek, ging naar dokter Bloemen in <strong>de</strong><br />

Gasthuisstraat en zei: “dokter ge moet mij helpen maar ik heb geen<br />

rooie cent”. Dan hebben we twee problemen, zei dokter Bloemen.<br />

Nee, daar had Piet aan gedacht: <strong>de</strong> dokter mocht hem hou<strong>de</strong>n als<br />

hij dood was. Alzo geschied<strong>de</strong>. Dokter Bloemen liet hem op skelet<br />

zetten, en sier<strong>de</strong> er <strong>de</strong> praktijkruimte mee op. Zeker tot aan <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong><br />

Wereldoorlog moet Piet daar gestaan hebben, vooraleer hij weer een<br />

zwerversbestaan begon, maar nu in <strong>de</strong> familie Bloemen. In 1988 kregen<br />

wij hem van <strong>de</strong> familie in bruikleen voor onze praktijkkamer: Piet zou er<br />

zeker mee in zijn nopjes zijn geweest!<br />

51


COLOFON<br />

Uitgegeven ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van <strong>Museum</strong><br />

De <strong>Dorpsdokter</strong> op <strong>de</strong> locatie bij <strong>de</strong> molen De Doornboom aan <strong>de</strong><br />

Doelenstraat 53 te Hilvarenbeek, tij<strong>de</strong>ns het museumweekend op 2 april<br />

2011.<br />

Teksten: Jan A.M. van Eijck, arts en conservator <strong>Museum</strong> De <strong>Dorpsdokter</strong><br />

Redactie: Jan van Eijck en Hans Schoenmaker<br />

Fotografie: Wil Snel<strong>de</strong>rs, Hilvarenbeek<br />

Alle voorwerpen zijn afkomstig uit het <strong>Museum</strong> De <strong>Dorpsdokter</strong> te<br />

Hilvarenbeek.<br />

De voorbeel<strong>de</strong>n en anecdotes bij <strong>de</strong> beschrijvingen zijn ontleend aan <strong>de</strong><br />

Notulenboeken van <strong>de</strong> KNMG-district Mid<strong>de</strong>n-Brabant, die zich bevin<strong>de</strong>n<br />

in het Regionaal Archief Tilburg.<br />

Foto omslag: Dokter Ruhe tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> eerste zitting van het consultatiebureau<br />

voor zuigelingen in het nieuwe gebouw van het Wit-Gele<br />

Kruis aan <strong>de</strong> Petershemstraat in augustus 1965 (zie foto 2 op blz. 8).<br />

Uitgever: Stichting <strong>Museum</strong> De <strong>Dorpsdokter</strong> Hilvarenbeek<br />

Drukker: Van <strong>de</strong> Ven Printservice en Drukwerk te Hilvarenbeek<br />

ISBN: 978-90-816818-1-0<br />

Trefwoor<strong>de</strong>n: museumgidsen


<strong>Museum</strong> De <strong>Dorpsdokter</strong> in Hilvarenbeek bestaat 25 jaar. Op het ein<strong>de</strong> van<br />

<strong>de</strong> jaren ’70 stel<strong>de</strong> dokter Ruhe <strong>de</strong> collectie De Dorpdokter van Vroeger ten<br />

toon, aanvankelijk bij hem thuis in <strong>de</strong> Schorsmolen aan <strong>de</strong> Kapittelstraat.<br />

In 1986 verzelfstandig<strong>de</strong> het museum zich en open<strong>de</strong> een geheel nieuwe<br />

expositieruimte in <strong>Museum</strong> De Doornboom, bij <strong>de</strong> gelijknamige molen aan<br />

<strong>de</strong> Doelenstraat in Hilvarenbeek. Daar zit het museum nu 25 jaar! In 2004<br />

veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong> naam in <strong>Museum</strong> De <strong>Dorpsdokter</strong>, om meer recht te doen aan<br />

onze specialiteit: het werk laten zien van <strong>de</strong> beroepsbeoefenaren in <strong>de</strong> eerste<br />

lijn van <strong>de</strong> gezondheidszorg in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1800-1945. De geschie<strong>de</strong>nis van<br />

zowel <strong>de</strong> dorpsdokter, <strong>de</strong> apotheker, <strong>de</strong> tandarts, <strong>de</strong> fysiotherapeut en <strong>de</strong><br />

wijkzuster komen hier fraai uit <strong>de</strong> verf! Daarnaast is er een kleine kerncollectie<br />

te zien over <strong>de</strong> rijke geschie<strong>de</strong>nis van Hilvarenbeek en Diessen. In 2009 heeft<br />

het museum een flinke facelift on<strong>de</strong>rgaan en beschikken we over mo<strong>de</strong>rne<br />

voorzieningen en een groter aaneengesloten vloeroppervlak. Met een vijftiental<br />

enthousiaste vrijwilligers hebben we onze collectie al kunnen laten zien aan ca.<br />

80.000 bezoekers in <strong>de</strong> afgelopen 25 jaar!<br />

Ons zilveren jubileum grijpen wij nu aan om nog meer naar buiten te tre<strong>de</strong>n<br />

met onze bijzon<strong>de</strong>re collectie: dit is het eerste <strong>de</strong>eltje in een serie catalogi<br />

die wij gaan uitgeven vanuit onze museumcollectie. De komen<strong>de</strong> jaren zullen<br />

<strong>de</strong>eltjes verschijnen over <strong>de</strong> apotheker, <strong>de</strong> tandarts en <strong>de</strong> fysiotherapeut, etc.<br />

Wij wensen u veel lees- en kijkplezier toe! Of nog liever: wij zien u graag terug<br />

in ons museum om alles in het echt te kunnen zien!<br />

Jan van Eijck (Alphen en Riel 1950) behaal<strong>de</strong> <strong>de</strong> artsenbul in 1976 en volg<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

huisartsopleiding in Nijmegen. Vanaf 1979 woont hij in Goirle en werkt in <strong>de</strong><br />

GGD-wereld in Tilburg. In 1983 kwam hij in contact met dr. Ruhe, van wie hij<br />

het beheer van <strong>de</strong> collectie De <strong>Dorpsdokter</strong> overnam vanaf 1985 tot op he<strong>de</strong>n.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!