Lassymbolen
Lassymbolen
Lassymbolen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
1. Normering.<br />
De vroegere norm NBN F01-001 is tegenwoordig vervangen door de euronorm<br />
EN 22553 dewelke gebaseerd is op de ISO-norm ISO 2553.<br />
2. Basisvorm van de aanduiding.<br />
Bestaande uit 2 delen:<br />
Pijl (steeds schuin);<br />
Referentielijn.<br />
3. Vormsymbolen van de meest gebruikte lassen.<br />
Enkelvoudige symbolen Gecombineerde symbolen
4. Aanvullende vormsymbolen.<br />
5. Aanvullende symbolen voor de lasnaaduitvoering.<br />
6. Plaatsing en stand van de symbolen.<br />
Wanneer een lassymbool aan de kant van de volle lijn genoteerd wordt, dan staat de<br />
las ook aan de zijde waar de pijl naartoe wijst.
Wanneer we te maken hebben met een tegenlas, dan zal de streeplijn aan de<br />
bovenkant van de lasaanduiding geplaatst worden, de lasaanduiding blijft ook aan<br />
deze zijde genoteerd. Dit in tegenstelling met de vervallen vorige NBN-norm.<br />
Wanneer het<br />
lassymbool aan de beide kanten van de lasaanduiding geplaatst wordt, dan hebben<br />
we te maken met een dubbele, ketting of geschrankte las (al naar gelang de verdere<br />
maataanduiding – zie verder bij punt 8).<br />
7. Dwarsdoorsnede aanduiding van lassen.<br />
Deze verschilt van las tot las:<br />
Vlakke lassen:<br />
Voorstelling van een Y-naad met een vlak<br />
lasoppervlak:<br />
dikte van 12 mm;<br />
tijdelijke lasondersteuning;
Hoeklassen: hier wordt meestal de a-waarde genoteerd, doch soms kan<br />
dit ook de z-waarde zijn. Om evt. misverstanden te vermijden, wordt<br />
aangeduid wat we bedoelen.
8. Lengteaanduidingen (laslengte, evt. aantal lassen en de evt. afstand<br />
ertussen).<br />
Vlakke lassen:<br />
Hoeklassen:
Meerdere mogelijkheden:<br />
9. Aanduiding van het lasproces.<br />
Enkelzijdig onderbroken<br />
hoeklas.<br />
Dubbelzijdige onderbroken<br />
hoeklas, wordt ook soms<br />
kettinglas genoemd.<br />
Dubbelzijdig onderbroken<br />
hoeklas waarbij de lassen<br />
t.o.v. elkaar verschoven zijn,<br />
wordt soms ook<br />
geschrankte las genoemd.<br />
Wanneer de<br />
maataanduiding rechts<br />
vanaf het vormsymbool niet<br />
gegeven is, betekent dit dat<br />
het een doorlopende<br />
hoeklas is.<br />
Het lasproces kan door middel van zijn referentienummer worden<br />
aangegeven, het is geen vereiste doch het zal de lasser informatie geven<br />
waaraan hij zich moet houden.<br />
De codering van het lasproces is ingedeeld in groepen (groep 1 voor<br />
booglassen, groep 2 voor weerstandslassen, groep 3 voor autogeenlassen,<br />
…) met telkens een onderverdeling in sub-groepen.
Benaming van het lasproces volgens EN 24063 (DIN 1910)<br />
1 Booglassen<br />
11 Booglassen zonder gasbescherming<br />
111 Booglassen met beschermde elektrode<br />
112 Zwaartekrachtlassen met beklede elektrode<br />
113 Booglassen met blanke draad<br />
114 Booglassen met poedergevulde draad (gasloze draad)<br />
115 Booglassen met beklede draad<br />
118 Booglassen met aanliggende elektrode<br />
12 Onderpoeder lassen<br />
121 Onderpoeder met draadelektrode<br />
122 Onderpoeder met bandelektrode<br />
123 Onderpoeder met meervoudige elektroden<br />
124 Onderpoeder met toevoeging van een metalliek poeder<br />
125 Onderpoeder met gevulde draadelektrode<br />
13 Gasbooglassen met afsmeltende elektrode<br />
131 Gasbooglassen met afsmeltende massieve draad onder<br />
bescherming van een inert gas (MIG)<br />
135 Gasbooglassen met afsmeltende massieve draad onder<br />
bescherming van een actief gas (MAG)<br />
136 Gasbooglassen met gevulde draad onder bescherming van<br />
een actief gas (MAG)<br />
137 Gasbooglassen met gevulde draad onder bescherming van<br />
een inert gas (MIG)<br />
14 Gasbooglassen met niet afsmeltende elektrode<br />
141 TIG lassen<br />
149 Atomair waterstoflassen<br />
15 Plasmalassen<br />
151 MIG plasmalassen<br />
152 Poeder plasmalassen<br />
18 Andere booglasprocessen<br />
181 Booglassen met koolelekrode<br />
185 Booglassen met een roterende (wervelende) boog (MIAB)<br />
2 Weerstandslassen<br />
21 Puntlassen<br />
211 Indirect puntlassen<br />
212 Direct puntlassen<br />
22 Rolnaadlassen
Benaming van het lasproces volgens EN 24063 (DIN 1910)<br />
221 Rolnaadlassen van overlapnaden<br />
226 Rolnaadlassen met onderlegstrip<br />
23 Projectielassen<br />
231 Indirect projectielassen<br />
232 Direct projectielassen<br />
24 Afbrandstuiklassen<br />
241 Afbrandstuiklassen met voorwarmen<br />
242 Afbrandstuiklassen zonder voorwarmen<br />
25 Weerstandstuiklassen<br />
29 Andere weerstandlasprocessen<br />
291 Hoog-frequent weerstandslassen<br />
3 Autogeen lassen<br />
31 Autogeen lassen met zuurstof-brandstof gasmengsel<br />
311 Autogeen lassen met zuurstof-acetyleen gasmengsel<br />
(gewone gassmeltlassen)<br />
312 Lassen met zuurstof-propaan mengsel<br />
313 Lassen met zuurstof-waterstof mengsel<br />
32 Lucht-gaslassen<br />
321 Lucht acetyleenlassen<br />
322 Lucht-propaanlassen<br />
4 Druklassen<br />
41 Ultrasoon lassen<br />
42 Wrijvingslassen<br />
44 Lassen met hoge mechanische energie<br />
441 Explosielassen<br />
45 Diffusielassen<br />
47 Gasdruklassen<br />
48 Kouddruklassen<br />
5 Bundellassen<br />
51 Elektronenbundellassen<br />
511 Elektronenbundellassen in vacuum<br />
512 Atmosferisch EB-lassen<br />
52 Laser lassen<br />
521 Vaste stof laser lassen<br />
522 Gas laser lassen<br />
7 Andere lasprocessen<br />
71 Thermietlassen<br />
72 Elektroslaklassen<br />
73 Elektrogaslassen<br />
74 Inductielassen<br />
75 Lassen met lichtenergie<br />
753 Infraroodlassen
Benaming van het lasproces volgens EN 24063 (DIN 1910)<br />
77 Percussielassen<br />
78 Stiftlassen<br />
8 Snijden en gutsen<br />
81 Brandsnijden<br />
82 Boogsnijden<br />
83 Plasmasnijden<br />
84 Lasersnijden<br />
86 Vlamgutsen<br />
87 Booggutsen<br />
871 Booggutsen met lucht<br />
872 Booggutsen met zuurstof<br />
88 Plasmagutsen<br />
9 Solderen<br />
91 Hardsolderen<br />
911 Infraroodsolderen<br />
912 Vlamsolderen<br />
913 Ovensolderen<br />
914 Dompelsolderen<br />
915 Zoutbadsolderen<br />
916 Inductiesolderen<br />
918 Weerstandsolderen<br />
919 Diffusiesolderen<br />
923 Frictiesolderen<br />
924 Vacuumsolderen<br />
93 Andere hardsoldeer processen<br />
94 Zachtsolderen<br />
941 Infraroodsolderen<br />
942 Vlamsolderen<br />
943 Ovensolderen<br />
944 Dompelsolderen<br />
945 Zoutbadsolderen<br />
946 Inductiesolderen<br />
947 Ultrasoonsolderen<br />
948 Weerstandsolderen<br />
949 Diffusiesolderen<br />
951 Golfsolderen<br />
952 Boutsolderen<br />
954 Vacuumsolderen<br />
956 Sleepsolderen<br />
96 Andere zachtsoldeer processen<br />
97 Soldeerlassen<br />
971 Gassoldeerlassen<br />
972 Boogsoldeerlassen
10. Bijkomende aanduidingen<br />
Laskwaliteit:<br />
staal;<br />
o EN 30042 voor aluminium.<br />
Laspositie:<br />
De vereiste kwaliteit van de las kan<br />
vermeld worden (moet niet) na de<br />
vermelding van het<br />
lasproces. Hiervoor gebruiken we<br />
de volgende normen:<br />
o EN 25817 voor
Aanvulling voor pijplassen:<br />
o lasbeweging:<br />
o lasstand: