03.09.2013 Views

toekomstvisie 2009-2029 - Fochteloërveen

toekomstvisie 2009-2029 - Fochteloërveen

toekomstvisie 2009-2029 - Fochteloërveen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Natuurvisie <strong>2009</strong> - <strong>2029</strong><br />

<strong>Fochteloërveen</strong>


Colofon<br />

Datum: januari 2010<br />

Natuurmonumenten<br />

Regio Groningen, Friesland en Drenthe<br />

Postbus 764<br />

9400 AT Assen<br />

Staatsbosbeheer<br />

Regio Noord<br />

Postbus 333<br />

9700 AH Groningen<br />

Omslagfoto’s: landschap <strong>Fochteloërveen</strong> Judith Bouma;<br />

heikikker: Gerrit Rekers<br />

Kaarten: Altenburg & Wymenga ecologisch advies bv, Staatsbosbeheer<br />

Teksten: Ernst Oosterveld<br />

Eindredactie: Henk van den Brink<br />

© Het is niet toegestaan de gegevens uit dit rapport over te nemen zonder toestemming van Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer.<br />

Colofon 3


Inhoudsopgave<br />

Voorwoord 7<br />

1. Inleiding 9<br />

Doelen van de visie 10<br />

Begrenzing 10<br />

2. Het gebied 11<br />

Levend hoogveen 11<br />

Geschiedenis 12<br />

Natuurwaarden 14<br />

Relaties tussen onderdelen landschap 15<br />

Rust 15<br />

Cultuurhistorische waarden 16<br />

Recreatie 16<br />

3. Recente ontwikkelingen en bestaande<br />

plannen 17<br />

Dammenstelsel 17<br />

Verdrogingsbestrijding Esmeer<br />

en verbinding met beekdal Slokkert 17<br />

Bufferzone aan Friese kant:<br />

veerkracht aan de rand 18<br />

Bergingsbuffer Zeven blokken 19<br />

Cultuurhistorische ontwikkeling<br />

Ravenswoud 19<br />

Cultureel erfgoed kolonie Veenhuizen 19<br />

Toekomst Bankenbosch 20<br />

Ecologische verbindingszones 20<br />

4. Onze visie: Herstel van een uniek landschap 21<br />

Verder hoogveenherstel blijkt topprioriteit 21<br />

Herstel van een compleet hoogveenlandschap 22<br />

Overgangen 24<br />

Robuuste verbindingen 25<br />

<strong>Fochteloërveen</strong> als bron:<br />

Herstel van de afwatering 25<br />

Tastbare cultuurhistorie 26<br />

Recreatie: weg van de drukte, terug in de tijd 27<br />

Slaapplaatsen ganzen en zwanen 28<br />

Natuurvriendelijke akkerbouw 28<br />

Streefbeeld <strong>2029</strong> 29<br />

5. Realisering 30<br />

Inrichting en beheer 30<br />

De hydrologische bufferzones:<br />

veerkracht aan de rand 30<br />

Andere opgaven voor de korte termijn 33<br />

Opgaven voor de langere termijn 34<br />

Hoogveen en klimaatverandering 35<br />

Samenwerking 36<br />

Literatuur 37<br />

Inhoudsopgave 5


Voorwoord<br />

De waarden van het <strong>Fochteloërveen</strong><br />

Het <strong>Fochteloërveen</strong> is voor iedereen anders. Dat<br />

bleek uit de inbreng van de mensen op de vijf informatieavonden<br />

die we in de voorbereiding van deze<br />

natuurvisie organiseerden. Waardeert de een vooral<br />

de cultuurhistorie, een ander geniet van de bijzondere<br />

planten en dieren. Terwijl de ene groep mensen<br />

hecht aan een goede bewegwijzering en verharde<br />

paden, pleit een ander deel vooral voor de stilte en<br />

de eenzaamheid die je in dit gebied nog kunt ervaren.<br />

Over één ding was vrijwel iedereen het eens: het is<br />

een uniek gebied en het is de moeite waard om het<br />

te behouden. Dat geldt voor de natuurwaarden van<br />

het hoogveen en de cultuurhistorie er omheen, maar<br />

ook voor de wijze waarop mensen daarvan kunnen<br />

genieten. Deze drie elementen vormen wat ons<br />

betreft de basis van de natuurvisie voor het <strong>Fochteloërveen</strong>.<br />

Het <strong>Fochteloërveen</strong> wordt voor het grootste deel<br />

beheerd door Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten.<br />

We zijn elk trots op de natuur die we mogen<br />

beheren. Een kleine greep: boommarters en bijzondere<br />

varens. Een unieke bosaanplant met majestueuze<br />

beukenlanen. Levend hoogveen. Een van de<br />

laatste populaties veenhooibeestje van ons land. Drie<br />

slangensoorten. Een bijna unieke rust en uitgestrektheid.<br />

Met zorgvuldig beheer doen we ieder ons<br />

best om dat te behouden. Als buren weten we dat<br />

de invloed van ons natuurbeheer de grenzen van<br />

beheerde gebied overschrijdt. Daarom besloten we<br />

om samen één visie te maken voor het hele gebied.<br />

Het besef van wederzijdse afhankelijkheid gaat<br />

verder: we weten dat onze natuurgebieden een<br />

grote invloed hebben op de omgeving, en andersom.<br />

Het <strong>Fochteloërveen</strong> kampt met negatieve invloeden<br />

van buiten af: ontwatering, ammoniakdepositie en<br />

verstoring van de stilte. Het uitgestrekte Fochteloerveen<br />

zelf is voor mensen een plek om tot rust te<br />

komen en diezelfde mensen steunen het behoud en<br />

herstel van het gebied. De recreatieve functie is belangrijk<br />

voor de omliggende gemeenten. We weten<br />

dat omliggende boeren het hoogveen als bedreigend<br />

ervaren voor hun bedrijfsvoering. Andersom bieden<br />

de investeringen in het natuurgebied kansen voor de<br />

verdere ontwikkeling van de bedrijven.<br />

Vanuit dit besef hebben we onze ideeën over de<br />

toekomst van het <strong>Fochteloërveen</strong> twee keer met<br />

een brede klankbordgroep besproken. Hierin zaten<br />

vertegenwoordigers uit onder meer gemeenten,<br />

provincies, LTO, waterschappen en de recreatiesector.<br />

Daarnaast organiseerden we informatieavonden<br />

in vijf dorpen rondom het gebied en bezochten we<br />

twee gemeenteraden. Deze avonden verliepen in<br />

een positieve sfeer. De oorspronkelijke plannen om<br />

in de omgeving van het Esmeer meer rust voor de<br />

vogels te creëren stuitten op bezwaren van omwonenden.<br />

In een tweede avond zijn we samen tot<br />

een goede oplossing gekomen, waardoor de rust<br />

toeneemt maar de vaste gebruikers hiervan kunnen<br />

blijven genieten.<br />

Samenwerken is wat ons betreft dan ook het sleutelwoord<br />

voor de toekomst van het <strong>Fochteloërveen</strong>.<br />

Wij hebben hoge ambities voor het behoud en het<br />

herstel van de unieke waarden van het gebied. Dat<br />

mag iedereen verwachten van ons als natuurbeheerders.<br />

Dat kunt u lezen in deze natuurvisie. Deze<br />

ambities kunnen we alleen verwezenlijken in samenwerking<br />

met elkaar en met de omgeving. Wij willen<br />

graag samen, met oog voor elkaars belangen, grote<br />

slagen maken. Praat en doet u mee?<br />

Herman Sieben,<br />

Regiodirecteur<br />

Staatsbosbeheer Noord<br />

Wilfred Alblas,<br />

Regiodirecteur Groningen,<br />

Friesland, Drenthe<br />

Voorwoord 7


1. Inleiding<br />

Samen werken aan een hoogveenlandschap<br />

Het <strong>Fochteloërveen</strong> is een van die zeldzame natuurgebieden in Nederland waar je je als mens klein kunt voelen<br />

in een grootse natuur. Weids, stil en waterrijk herinnert het landschap aan de onmetelijke, zompige en vrijwel<br />

boomloze venen die ooit grote delen van ons land besloegen. Van de weinige restanten van al dat vroegere<br />

hoogveen is het <strong>Fochteloërveen</strong> niet alleen het grootste, maar lijkt het ook het meest op het oorspronkelijke<br />

veenlandschap. Het is bovendien een van de weinige gebieden in Nederland waar nog levend hoogveen voorkomt.<br />

De betekenis van het gebied is niet beperkt tot het<br />

eigenlijke veen. Dit krijgt een extra historische<br />

dimensie door de samenhang met het omringende<br />

ontginningslandschap. Delen daarvan zijn nog zeer<br />

herkenbaar, onder meer door hun vele kaarsrechte<br />

waterlopen (de veenwijken) die de ontginningslijnen<br />

aangeven. Uniek in de wereld is de samenhang<br />

met de voormalige strafkolonie Veenhuizen. Niet<br />

voor niets werd deze kolonie gesticht te midden van<br />

onherbergzame venen, ver van de bewoonde wereld.<br />

Landlopers en bedelaars zouden hier weer op<br />

het rechte pad worden gebracht door het in cultuur<br />

brengen van de ‘woeste grond’. Dankzij de nabijheid<br />

van het <strong>Fochteloërveen</strong> is het isolement van toen<br />

nog na te voelen. Sprekend is ook het contrast tussen<br />

het in rechte blokken verdeelde kolonielandschap en<br />

het natuurlijke veen.<br />

De bijzondere kwaliteiten van het gebied worden<br />

door recreanten herkend. Het weidse landschap, de<br />

rijke natuur en de herkenbare unieke geschiedenis<br />

trekken steeds meer bezoekers.<br />

Door zijn omvang en de aanwezigheid van een kern<br />

met levend hoogveen is het <strong>Fochteloërveen</strong> een van<br />

de weinige gebieden waar hoogveenherstel op grote<br />

schaal kansrijk is. De afgelopen jaren is daarom veel<br />

energie gestoken in het scheppen van de voorwaarden<br />

daarvoor. Er is een stelsel van dammen aangelegd<br />

om regenwater op een stabiel hoog peil te<br />

kunnen vasthouden. Er zijn randzones aangekocht<br />

en ingericht als buffers tegen het ‘weglekken’ van<br />

water naar de omgeving. En met succes, getuige<br />

onder meer de terugkeer van de kraanvogel als<br />

broedvogel!<br />

Dit herstelwerk is een eind gevorderd maar nog niet<br />

af. De resterende maatregelen hebben voor<br />

Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer de k<br />

omende tijd hoge prioriteit. Maar tegelijk willen<br />

wij ook de eerste stappen zetten naar een verder<br />

reikend doel. Het <strong>Fochteloërveen</strong> met zijn omgeving<br />

biedt kansen voor herstel van een compleet<br />

hoogveenlandschap, waarin het natte, voedselarme<br />

veen aan de randen geleidelijk overgaat in drogere<br />

en voedselrijkere randzones met heiden, moeras,<br />

(broek)bossen en bloemrijk grasland. Dit vergroot<br />

de kansen op de terugkeer en het behoud van de<br />

kenmerkende levensgemeenschappen en soorten<br />

aanzienlijk. Die uitdaging vormt de kern van deze<br />

natuurvisie.<br />

Inleiding 9


De winst van deze benadering beperkt zich niet tot<br />

de natuur. Door het <strong>Fochteloërveen</strong> weer als brongebied<br />

voor de beken aan de Friese en de Drentse<br />

kant te laten fungeren, kunnen we een belangrijke<br />

bijdrage leveren aan een natuurlijker waterbeheer in<br />

de verschillende stroomgebieden. Door het gebied<br />

in samenhang te benaderen, inclusief de aangrenzende<br />

bossen en landbouwgronden, kunnen we<br />

de relaties tussen het veen en het ontginningslandschap<br />

versterken en zo de cultuurhistorie nog beter<br />

zichtbaar en voelbaar maken. Ook voor zorgvuldig<br />

ingepaste recreatie valt op deze manier veel te<br />

bereiken. Ontwikkelingen in de omgeving, zoals de<br />

cultuurhistorische ontwikkeling van Veenhuizen en<br />

de uitbreiding van Assen, kunnen zo van potentiële<br />

bedreigingen veranderen in kansen.<br />

Doelen van de visie<br />

Het behoud en de ontwikkeling van de waarden<br />

van het <strong>Fochteloërveen</strong> is een gezamenlijke uitdaging.<br />

Deze natuurvisie geeft hieraan richting. Met<br />

deze natuurvisie stemmen Natuurmonumenten en<br />

Staatsbosbeheer de beheerdoelen op elkaar af en<br />

presenteren wij een samenhangende <strong>toekomstvisie</strong><br />

voor het gebied.<br />

Voor die visie hopen we de steun te verwerven van<br />

provincies, waterschappen, gemeenten, omwonenden<br />

en andere betrokkenen. Een breed gedragen<br />

<strong>toekomstvisie</strong> is onder meer van belang omdat het<br />

<strong>Fochteloërveen</strong> is opgenomen in het Europese netwerk<br />

van natuurgebieden Natura 2000. In dat kader<br />

wordt de komende tijd een beheerplan voor het<br />

gebied opgesteld. Wij zien de natuurvisie als een belangrijke<br />

inbreng van onze kant in dit proces, als een<br />

richtinggevende lange termijnvisie op de ontwikkeling<br />

van het gebied.<br />

Begrenzing<br />

Deze visie heeft betrekking op het gebied dat<br />

Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer beheren,<br />

aangevuld met de nog niet verworven delen van de<br />

ecologische hoofdstructuur. De grenzen zijn aangegeven<br />

in bijlage 1. Daarnaast geven we onze visie<br />

op de omliggende, voornamelijk agrarisch gebruikte<br />

gronden voor zover deze aan de doelstellingen kunnen<br />

bijdragen. Ook kijken we naar de ecologische<br />

verbindingen met natuurgebieden in de wijdere<br />

omgeving.<br />

foto: Judith Bouma<br />

Inleiding 10


2. Het gebied<br />

Wie het <strong>Fochteloërveen</strong> bezoekt, beseft meteen hoe bijzonder het is. Die directe ervaring krijgt meer reliëf<br />

door kennis over het ontstaan en de geschiedenis van het gebied, de natuurwaarden, de cultuurhistorische<br />

waarden en de betekenis voor recreatie. Voor een goed begrip is enig inzicht in het ontstaan en het functioneren<br />

van hoogveen van belang. Daaruit wordt ook duidelijk waarom wij zoveel moeite doen om in dit gebied levend<br />

hoogveen op grote schaal te herstellen.<br />

Levend hoogveen<br />

Hoogveen kwam in Nederland op grote schaal tot<br />

ontwikkeling na de laatste ijstijd, toen het klimaat<br />

warmer en natter werd. Het ontstond op plekken<br />

waar de waterafvoer stagneerde, bijvoorbeeld aan<br />

de randen van het Drents Plateau, waar zich in de<br />

bodem een ondoorlatende laag keileem bevindt. Zo<br />

vormden zich aan de westelijke rand van dit plateau<br />

de Smildiger Venen, een uitgestrekt veencomplex<br />

waarvan het <strong>Fochteloërveen</strong> een restant is.<br />

De vorming van hoogveen begint op natte voedselarme<br />

plekken. Op zulke plekken kunnen veenmossen<br />

gaan groeien. Veenmossen voeden zich met<br />

regenwater. Een veenmosplantje kan tientallen<br />

malen zijn gewicht aan regenwater vasthouden. De<br />

veenmossen maken het milieu steeds voedselarmer<br />

en zuurder. Steeds minder andere soorten houden<br />

het daarin uit en de veenmossen gaan domineren. Ze<br />

vormen dichte, sponzige tapijten vol regenwater. De<br />

veenmossen groeien omhoog, terwijl aan de onderkant<br />

de afstervende delen in het zuurstofl oze water<br />

nauwelijks verteren. Zo vormt zich een steeds dikker<br />

pakket veenmos, dat op een gegeven moment boven<br />

de waterspiegel uit groeit. De levende veenmossen<br />

staan dan niet meer in contact met het grond- of<br />

oppervlaktewater. In die situatie spreekt men van<br />

levend hoogveen. Kenmerkend voor dit levende<br />

hoogveen is de afwisseling van natte slenken en<br />

drogere bultjes, waarop heide- en andere plantensoorten<br />

ontkiemen.<br />

Na de ontginning van het omringende veen kwam<br />

het <strong>Fochteloërveen</strong> als een eiland in een zee van<br />

landbouwgronden te liggen. Doordat het veen<br />

sindsdien duidelijk boven de omgeving uit stak<br />

(waar immers het veen was afgegraven), begon het<br />

water uit het veen weg te zijgen (zie hoogtekaart<br />

bijlage 2). Door deze verdroging, verder in de hand<br />

gewerkt door ontwaterende greppels en watergangen<br />

(veenwijken), kwam de hoogveenvorming<br />

tot stilstand. Toch is in de kern van het Fochteloerveen<br />

de kenmerkende plantengroei met tapijten<br />

en bulten veenmos in stand gebleven. Daarom, en<br />

vanwege zijn omvang, is het <strong>Fochteloërveen</strong> een<br />

van de zeer weinige gebieden in Nederland waar<br />

herstel van actieve veenvorming op gebiedsschaal<br />

kansrijk is. Daarmee kan een zeldzaam type natuur<br />

en een vrijwel verdwenen type landschap worden<br />

behouden. Bovendien kan levend hoogveen een<br />

nuttige rol spelen in het temperen van de gevolgen<br />

van klimaatverandering. Levend hoogveen werkt als<br />

een soort spons: bij een neerslagoverschot zwelt het<br />

Het gebied 11


door het opnemen van water, bij sterke verdamping<br />

krimpt het veenvolume. Kenmerkend is dus dat hoge<br />

afvoerpieken worden afgevlakt.<br />

Veenvorming is overigens een zaak van lange adem:<br />

Geschiedenis<br />

Rond het jaar 1000 strekten de Smildiger Venen zich<br />

uit van Veenhuizen tot Hoogersmilde en van Fochteloo<br />

tot bij Assen, een oppervlakte van meer dan honderd<br />

vierkante kilometer. Naast het <strong>Fochteloërveen</strong><br />

zijn het Witterveld en de heide bij Huis ter Heide de<br />

belangrijkste restanten van dit oorspronkelijk vrijwel<br />

boomloze landschap.<br />

Het <strong>Fochteloërveen</strong> lag aan de rand van het veencomplex.<br />

De veenvorming is er relatief jong (vanaf<br />

ongeveer 600 v. Chr.) en het veenpakket dun. Het<br />

gebied ligt op de waterscheiding tussen verschillende<br />

stroomgebieden en stond vroeger via smalle<br />

dalen in verbinding met de met laagveen opgevulde<br />

beekdalen van de Tjonger en de Slokkert (Peizerdiep).<br />

Enkele zandruggen bleven boven het veen<br />

uitsteken; ze zijn nog steeds als verhogingen in het<br />

landschap te herkennen. Over de grootste zandrug,<br />

de Bonghaar, loopt nu het fietspad door het veen.<br />

Fietspad over Bonghaar (foto: Judith Bouma)<br />

Vanaf de elfde eeuw kwam turfwinning in het veengebied<br />

op gang, aanvankelijk op kleine schaal en<br />

voor eigen gebruik. Vanaf 1551 begonnen zogenaamde<br />

Compagnieën vanuit Friesland de vervening<br />

stelselmatig en ondernemingsgewijs aan te pakken.<br />

Voor de vervening van het gebied tussen Veenhui-<br />

als vuistregel geldt dat een veenlaag gemiddeld<br />

ongeveer een millimeter per jaar groeit. Herstel van<br />

de kenmerkende begroeiing die hiervoor de basis<br />

vormt, kan echter al veel sneller plaatsvinden.<br />

zen, Appelscha en Fochteloo gaf het doortrekken<br />

van de Opsterlandsche Compagnonsvaart naar Appelscha<br />

in 1813 de beslissende zet. In 1827 vonden<br />

in Appelscha de eerste verkopingen uit de noordoostelijk<br />

gelegen venen plaats. Vanaf die tijd werd<br />

het hele stelsel van wijken en opwijken gegraven<br />

dat nu de landschapsstructuur van het gebied rond<br />

Ravenswoud bepaalt. Aan de Drentse kant kwam de<br />

vervening op gang nadat tussen 1768 en 1780 de<br />

Smildervaart (nu Drentse Hoofdvaart) was doorgetrokken<br />

naar Assen. Rond 1884 was het meeste<br />

veen vergraven en kwam de steenkool op als vervangende<br />

energiebron voor turf.<br />

Het <strong>Fochteloërveen</strong> is aan vervening ontsnapt doordat<br />

het geïsoleerd lag ten opzichte van natuurlijke<br />

ontsluitingswegen en doordat het pas bereikt werd<br />

toen de betekenis van turf als brandstof al aanzienlijk<br />

was teruggelopen. Bovendien maakte de geringe<br />

dikte van het veen (1-3 meter) een stelselmatige<br />

exploitatie door middel van wijken minder rendabel.<br />

Aan de west- en noordwestzijde, waar het veen het<br />

dunst was, heeft helemaal geen grootschalige vervening<br />

plaatsgevonden. Hier was de turfwinning kleinschalig<br />

en voornamelijk gericht op eigen gebruik. De<br />

kleinere schaal is hier en daar nog in de huidige land-<br />

Restanten veenontginning (foto: Alje Zandt)<br />

Het gebied 12


schapsstructuur terug te vinden. Tot 1980 is in het<br />

noordwestelijk deel van het veen (onder andere het<br />

Kleine Veen) machinaal verveend om turfstrooisel<br />

te winnen. Het fijnmazige patroon van verschillende<br />

lagen afgefreesd veen is op topografische kaarten en<br />

luchtfoto’s nog herkenbaar.<br />

Ook al heeft de vervening het huidige veengebied<br />

uiteindelijk op het oog onaangetast gelaten, het is<br />

niet ongerept gebleven. De boekweitbrandcultuur<br />

van de negentiende eeuw heeft over het hele veen<br />

zijn sporen nagelaten in de vorm van een rechthoekig<br />

greppelpatroon. De greppels dienden voor<br />

oppervlakkige ontwatering, waarna het veen werd<br />

omgespit en in de brand gestoken. In de as werd<br />

daarna zes jaar lang boekweit verbouwd. Boekweit<br />

was toen in deze regio een lucratief product, waarvoor<br />

in Oosterwolde een speciale markt bestond.<br />

Op luchtfoto’s zijn de greppels op veel plaatsen nog<br />

herkenbaar als lichter gekleurde lijnen van pijpenstrootje.<br />

Het karakter van het landschap rondom het <strong>Fochteloërveen</strong><br />

wordt bepaald door de ontginning van het<br />

veen. Brede kanalen (wijken) en vaarten scheiden op<br />

regelmatige afstanden de rechthoekige kavels.<br />

Wijken in het <strong>Fochteloërveen</strong> (foto: Judith Bouma)<br />

Van het ontginningsproces zijn nog verschillende<br />

fasen herkenbaar. Langs de belangrijkste zandweg<br />

in het noordelijk deel van het veengebied stichtte de<br />

Maatschappij van Weldadigheid in 1823 de kolonie<br />

Veenhuizen met het doel armen te ‘verheffen’ door<br />

arbeid, onderwijs en discipline. De sprekende namen<br />

van de huizen getuigen nog van deze moraal. De locatiekeuze<br />

is niet toevallig. De ‘verpleegden’ (zoals<br />

de bewoners werden genoemd) werden te werk<br />

gesteld in het veen, om turf te steken en het gebied<br />

te ontginnen tot landbouwgrond. De ontginning<br />

gaf een grootschalige en functionele inrichting aan<br />

het landschap, met rechthoekige kavels landbouwgrond<br />

en bos die van elkaar werden gescheiden door<br />

bomenlanen. Deze structuur is nog vrijwel onveranderd<br />

in stand gebleven. Later, toen de kolonie in<br />

handen kwam van de rijksoverheid, veranderde het<br />

karakter in een strafinrichting. Het verrichten van<br />

arbeid in de landbouw en in de bossen bleef echter<br />

lange tijd bestaan.<br />

Turfsteken (foto: Alje Zandt)<br />

Aan de kant van Smilde resulteerde de ontginning in<br />

een grootschaliger landschap. Polder Ravenswoud,<br />

aangelegd in het begin van de twintigste eeuw, is<br />

een van de jongste voorbeelden. In de eerste helft<br />

van de twintigste eeuw zijn op de hoge zandrug aan<br />

de noordkant ook het bosgebied Bankenbosch en de<br />

bossen ten noorden van het Esmeer aangelegd. Deze<br />

bossen hadden in de eerste plaats een productiefunctie<br />

en werden dus strak vormgegeven. De grens<br />

met het veengebied is scherp. De zuid- en oostzijde<br />

van het veen kenmerken zich door een scherpe grens<br />

met het grootschalige en open veenkoloniale landbouwgebied.<br />

Aan de zuidkant is begin vorige eeuw<br />

een deel van de landbouwgronden weer bebost in de<br />

vorm van de Compagnonsbossen. Aan de noord- en<br />

westzijde was de overgang naar het kleinschaliger<br />

cultuurlandschap rond Huis ter Heide en het beekdal<br />

van de Slokkert minder scherp met hier en daar bos,<br />

restanten veen en dichtgegroeide heide.<br />

Het gebied 13


Natuurwaarden<br />

In de voedselarme en zure omgeving van een levend<br />

hoogveen groeit slechts een beperkt aantal soorten<br />

planten. Deze soorten zijn aangepast aan de omstandigheden<br />

door met zeer weinig voedingsstoffen toe<br />

te kunnen, samen te werken met schimmels of door<br />

het karige dieet aan te vullen met insecten (vleesetende<br />

planten zoals zonnedauw). Kenmerkende<br />

hoogveenplanten zijn onder meer diverse soorten<br />

veen- en levermossen, lavendelhei, veenbes, eenarig<br />

wollegras, ronde en kleine zonnedauw en witte en<br />

bruine snavelbies.<br />

Veenpluis (foto: Judith Bouma)<br />

Meerdere hiervan staan op de Rode Lijst van bedreigde<br />

plantensoorten. In het <strong>Fochteloërveen</strong> zijn<br />

deze typische hoogveensoorten goed vertegenwoordigd.<br />

De vernatting van het gebied door de<br />

aanleg van dammen (vanaf 1984) heeft in verrassend<br />

korte tijd geleid tot uitbreiding van kenmerkende<br />

hoogveenvegetaties.<br />

Typische hoogveendieren die in het <strong>Fochteloërveen</strong><br />

voorkomen zijn onder meer de veenmier en een<br />

aantal soorten kortschildkevers, libellen (venwitsnuitlibel,<br />

noordse witsnuitlibel) en dagvlinders,<br />

waaronder het zeldzame veenhooibeestje.<br />

Verder is het gebied rijk aan amfibieën, zoals de<br />

internationaal zeldzame en beschermde heikikker,<br />

en reptielen zoals adder, ringslang en de zeldzame<br />

gladde slang. Het gebied herbergt een groot aantal<br />

broedvogelsoorten. In de loop van de twintigste<br />

eeuw zijn enkele kenmerkende hoogveensoorten<br />

als goudplevier, korhoen en grutto verdwenen. Daar<br />

staat echter de komst van een aantal soorten water-<br />

Veenhooibeestje (foto: Judith Bouma)<br />

en moerasvogels zoals de geoorde fuut tegenover.<br />

Zij hebben zich met name sinds de vernatting van het<br />

gebied kunnen vestigen. Bijzonder zijn de relatief<br />

grote aantallen van paapje en roodborsttapuit en de<br />

toename van de watersnip. Verder broeden in het<br />

gebied onder meer dodaars, wulp en incidenteel<br />

porseleinhoen, velduil, nachtzwaluw en grauwe<br />

klauwier. Meerdere soorten staan op de Rode<br />

Lijst van bedreigde broedvogels in Nederland. De<br />

voorlopige kroon op het werk is het broeden van de<br />

kraanvogel sinds 2001.<br />

Dat deze soort zich hier - tot nu toe als enige plek in<br />

Nederland - heeft gevestigd, is naar alle waarschijnlijkheid<br />

vooral te danken aan de vernatting van het<br />

veen. Die heeft ervoor gezorgd dat libellen, een<br />

belangrijke voedselbron in de zomer, ruim voorhanden<br />

zijn en dat er rustige en veilige broedplaatsen<br />

zijn, buiten het bereik van mogelijke belagers van de<br />

vogels of hun eieren of jongen.<br />

De verscheidenheid aan broedvogels wordt vergroot<br />

Paapje (foto: Moniek Rozenmeijer)<br />

Het gebied 14


door de aanwezigheid van de voormalige vloeivelden<br />

van een vroegere aardappelmeelfabriek, die nu<br />

deel uitmaken van het natuurgebied. In dit voedselrijke<br />

moerasmilieu broeden bijvoorbeeld bijzondere<br />

vogels als roerdomp en blauwborst. Samen met het<br />

Esmeer en de Brunstinger plassen zijn de vloeivelden<br />

ook belangrijk als slaapplaats en overwinteringgebied<br />

voor water- en moerasvogels en steltlopers.<br />

Het Esmeer is belangrijk als slaapplaats voor ganzen<br />

(vooral kolgans en toendrarietgans) en zwanen<br />

(waaronder de zeldzame kleine zwaan). De ganzen<br />

en zwanen slapen ook op de plassen elders in het<br />

veen, maar zijn in vorstperiodes aangewezen op het<br />

Esmeer. Het water vriest daar verhoudingsgewijs<br />

laat dicht. Het <strong>Fochteloërveen</strong> is een van de belangrijkste<br />

overwinteringgebieden in Nederland van<br />

toendrarietgans en kleine zwaan.<br />

In de aangrenzende bossen Bankenbosch, Esmeergebied<br />

en Compagnonsbossen groeien bijzondere<br />

varensoorten als koningsvaren, stippelvaren, dubbelloof,<br />

smalle beukvaren en gebogen driehoeksvaren.<br />

De zeldzame boommarter huist er en er broeden<br />

verschillende soorten roofvogels (waaronder havik,<br />

wespendief en boomvalk), uilen, spechten (waaronder<br />

kleine bonte en zwarte specht), nachtzwaluw en<br />

zangvogels van oud bos zoals boomklever en fluiter.<br />

De kleine heideterreintjes in het bos en de bosranden<br />

zijn belangrijk voor ringslang en levendbarende<br />

hagedis. Door het ouder worden van de bossen is het<br />

aantal planten- en diersoorten er toegenomen.<br />

Relaties tussen onderdelen landschap<br />

Voor veel diersoorten is de combinatie van het<br />

veen met andere onderdelen van het landschap van<br />

belang. Het veenhooibeestje, een zeldzame veenvlinder,<br />

zet zijn eitjes af op eenarig wollegras. Als<br />

vlinder is de soort voor nectar aangewezen op dop-<br />

en struikheide in de overgangszones. Verschillende<br />

vogelsoorten gebruiken het veen om er te broeden<br />

of te rusten en zoeken hun voedsel op de omliggende<br />

landbouwgronden. In het verleden gold dit<br />

voor korhoen en grutto. Zij zochten hun voedsel op<br />

de kleinschalige, bloem- en insectenrijke hooilandjes<br />

en akkertjes aan de rand van het veen. Het verdwijnen<br />

van deze soorten is mede toe te schrijven aan het<br />

verdwijnen van de kleinschalige landbouw. Tegen-<br />

woordig pendelen de kraanvogels en de<br />

overwinterende ganzen en zwanen tussen het veen<br />

en de omliggende landbouwgronden, waar ze op<br />

de grootschalige akkers de resten van aardappels,<br />

bieten of maïs eten.<br />

Kraanvogel (foto: Moniek Rozenmeijer)<br />

Voor andere diersoorten is er een relatie tussen het<br />

veen en de bossen. Zo gebruiken in het bos broedende<br />

roofvogels en uilen het veen als jachtterrein.<br />

Hetzelfde geldt voor de nachtzwaluw. Bij slecht<br />

weer zoeken dagvlinders en libellen van het veen<br />

massaal beschutting in het bos.<br />

Rust<br />

Een factor die de natuurwaarde van het gebied<br />

versterkt is de rust. Het uitgestrekte veengebied is<br />

slechts plaatselijk over enkele paden toegankelijk en<br />

grenst langs de hele noordkant aan een rustig bosgebied.<br />

Aan de zuid- en oostkant zorgen wijken voor<br />

de nodige afscherming.<br />

Het gebied 15


Cultuurhistorische waarden<br />

Het hoogveengebied heeft grote cultuurhistorische<br />

waarde als een van de laatste representanten van een<br />

vrijwel verdwenen landschap, dat een belangrijke<br />

rol heeft gespeeld in de Nederlandse geschiedenis.<br />

Waardevol is ook de combinatie – en het contrast –<br />

met het omringende veenkoloniale landschap.<br />

Delen van dat landschap hebben op zichzelf bijzondere<br />

cultuurhistorische waarde (zie bijlage 3). Zo<br />

heeft de polder Ravenswoud samen met de bossen<br />

van Ravenswoud de status van Belvedèregebied<br />

(deze status is door de rijksoverheid toegekend aan<br />

gebieden met voor Nederlandse begrippen belangrijke<br />

cultuurhistorische waarde). Het landschapspatroon<br />

inclusief de karakteristieke boerderijen is hier<br />

zeer gaaf bewaard. Ook het landschap van de voormalige<br />

dwangkolonie Veenhuizen is aangewezen als<br />

Belvedèregebied; een voorstel voor opname op de<br />

Werelderfgoedlijst van Unesco is in voorbereiding.<br />

Door zijn ontstaansgeschiedenis en zijn gaafheid is<br />

dit landschap op wereldschaal bijzonder.<br />

Het gebied herbergt ook een aantal archeologische<br />

en aardkundige waarden. Bij de zandopduikingen<br />

(de Bonghaar en, buiten het gebied, de Goudhaar)<br />

zijn uit de brons- en ijzertijd daterende strijdhamers<br />

gevonden alsook resten van nederzettingen. Verder<br />

zijn nog vermeldenswaard het Verdronken bos bij<br />

Fochteloo (bij ontginning aangetroffen restanten van<br />

oerbos van eiken) en het Esmeer als grootste pingoruïne<br />

van Drenthe. Een pingoruïne is het restant van<br />

een ondergrondse ijsklomp, ontstaan in de laatste<br />

ijstijd, die het bodemoppervlak opstuwde en bij het<br />

smelten een meer achterliet met een ringwal.<br />

Recreatie<br />

De ruige natuur, de rust en de ruimte van het <strong>Fochteloërveen</strong><br />

hebben een flinke aantrekkingskracht<br />

op recreanten. De laatste jaren groeit het auto- en<br />

fietsverkeer. In weekenden en op feestdagen is de<br />

<strong>Fochteloërveen</strong>weg in trek om met de auto door het<br />

uitgestrekte veengebied te rijden. Van de fietspaden<br />

over en rond het veen wordt veel gebruik gemaakt.<br />

De dagrecreatie concentreert zich aan de <strong>Fochteloërveen</strong>weg<br />

bij de Brunstinger plassen van waaruit de<br />

mensen een wandeling maken over de Bonghaar<br />

het veen op, of in zuidelijke richting langs de rand<br />

van het veen. Ook in de omgeving van het Esmeer<br />

en in de Compagnonsbossen bij Ravenswoud wordt<br />

veel gewandeld. Aan de noordrand van de Compagnonsbossen<br />

staat sinds een aantal jaren een modern<br />

vormgegeven uitkijktoren met uitzicht over het<br />

Uitkijktoren <strong>Fochteloërveen</strong> (foto: Judith Bouma)<br />

veen. Hiervan maken mensen druk gebruik. Bij het<br />

Esmeer ligt het ‘Bos van de Toekomst’. Dit is een<br />

initiatief van Staatsbosbeheer, waarin mensen ter<br />

herinnering aan een bijzondere gebeurtenis (bijvoorbeeld<br />

huwelijk, overlijden, geboorte) een boom<br />

kunnen planten. Staatsbosbeheer garandeert het<br />

voortbestaan voor dertig jaar en onderhoudt het<br />

naambord.<br />

Een deel van het Bankenbosch is niet toegankelijk<br />

vanwege de aanwezigheid van de penitentiaire<br />

inrichting. In het oostelijke bosgebied bij het Esmeer<br />

en aan de westkant zijn wel wandelmogelijkheden in<br />

de boswachterij. Aan de westkant is een doorgaand<br />

(fiets)pad, waarlangs onder andere de ijsbaan kan<br />

worden bereikt. In de Compagnonsbossen en in<br />

de toegankelijke delen van de boswachterij mogen<br />

honden onder appel loslopen.<br />

Het gebied 16


3. Recente ontwikkelingen en bestaande plannen<br />

Levend hoogveen is uiterst zeldzaam geworden, en het <strong>Fochteloërveen</strong> is een van de zeer weinige gebieden<br />

waar herstel ervan een reële kans maakt. Daarom zijn in de afgelopen decennia veel inspanningen gedaan om de<br />

voorwaarden te scheppen waaronder de groei van hoogveen weer op gang kan komen. Ook recent zijn<br />

hiervoor maatregelen uitgevoerd en plannen gemaakt.<br />

Ten noorden en ten zuiden van het veen, in de voormalige kolonie Veenhuizen en in de jonge veenontginning<br />

bij Ravenswoud, zijn plannen ontwikkeld om de cultuurhistorische waarden te herstellen en te versterken, in<br />

samenhang met recreatieve ontwikkelingen. Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de recent uitgevoerde en<br />

nog uit te voeren maatregelen.<br />

Dammenstelsels<br />

De belangrijkste voorwaarde om de veenvorming<br />

weer op gang te brengen is het vasthouden van<br />

voedselarm regenwater op een stabiel hoog peil. In<br />

de jaren tachtig is een begin gemaakt met de aanleg<br />

van dammen om het regenwater beter in het veen te<br />

kunnen vasthouden. Dit tamelijk grofmazige dammenstelsel<br />

is eind jaren negentig, met subsidie uit<br />

het Europese LIFE-fonds, aangevuld met een veel<br />

fi jnmaziger stelsel van dammen. Deze bestaan uit<br />

houten schotten die in de zandondergrond zijn vastgezet<br />

en bovengronds zijn afgedekt met veen. Ze<br />

zijn voorzien van stuwtjes, waarmee het waterpeil<br />

per compartiment nauwkeurig kan worden geregeld.<br />

In de afgelopen decennia zijn tevens verschillende<br />

ontwaterende sloten en watergangen gedempt of<br />

afgedamd.<br />

Verdrogingsbestrijding Esmeer en<br />

verbinding met beekdal Slokkert<br />

In samenwerking met de waterschappen Noorderzijlvest<br />

en Reest en Wieden is een plan gemaakt<br />

voor verbetering van de waterhuishouding in het<br />

Esmeergebied en de Norgerpetgaten ten behoeve<br />

van hoogveenherstel. Bijzonder is dat de Stichting<br />

Marius Tonckensfonds en een particuliere ondernemer<br />

meedoen in dit project. Het plan voorziet onder<br />

meer in de omvorming van de landbouwenclave<br />

Stallaan en van agrarische gronden langs de Kolonievaart.<br />

Oorspronkelijk lagen in dit gebied slenken<br />

die water uit het veen geleidelijk afvoerden naar<br />

het beekdal van de Slokkert. Deze slenken worden<br />

hersteld. Het gebied wordt gecompartimenteerd en<br />

sterk vernat. Hierdoor kan het water in het achterliggende<br />

Esmeergebied beter worden vastgehouden.<br />

Ook een waterverbinding met het beekdal van De<br />

Slokkert, een bovenloop van het Peizerdiep ten<br />

noorden van Veenhuizen, maakt deel uit van dit project.<br />

Door deze verbinding kan het <strong>Fochteloërveen</strong><br />

weer als brongebied van het Peizerdiep gaan funge-<br />

Recente ontwikkelingen en bestaande plannen 17


en. Het project wordt grotendeels gerealiseerd met<br />

subsidies die beschikbaar zijn voor verdrogingsbestrijding<br />

in natuurgebieden. Er is ook een subsidie<br />

toegekend uit het Europese LIFE-fonds.<br />

Bufferzone aan Friese kant:<br />

veerkracht aan de rand<br />

Aan de Friese kant, in het Fochteloërveld, wordt in<br />

de periode <strong>2009</strong>-2015 een randzone ingericht, die<br />

gaat dienen als buffer tegen het wegzijgen van water<br />

uit het veen naar de lager gelegen landbouwgronden.<br />

In de bufferzone wordt het grondwater opgezet<br />

en met extensieve begrazing wordt een afwisselend<br />

landschap ontwikkeld van natte bossen, laagveen en<br />

plaatselijk hoogveen- en heideachtige begroeiingen.<br />

De plannen zijn ontwikkeld in nauwe samenwerking<br />

met het Wetterskip Fryslân en de maatregelen worden<br />

uitgevoerd in het kader van de Landinrichting<br />

<strong>Fochteloërveen</strong>. Recent is de inrichting gestart van<br />

het Compagnonsveld, ten westen van de Compagnonsbossen.<br />

Hier wordt tweehonderd hectare inge-<br />

richt als bufferzone en natuurgebied. Ook worden<br />

wandel- en fietsroutes aangelegd en worden bezoekers<br />

aangemoedigd te parkeren aan de rand van het<br />

gebied om wandelend of fietsend verder te gaan.<br />

In de komende jaren wordt de bufferfunctie van het<br />

Fochteloërveld verbeterd door het aanbrengen van<br />

dammen. Hierdoor stroomt het water trapsgewijs<br />

naar de omgeving af. Op deze manier fungeren de<br />

randgebieden niet alleen als buffers voor het hoogveen<br />

maar ook als opvanggebieden in het kader van<br />

het ‘Waterbeheer voor de 21e eeuw’. Door het<br />

vasthouden van regenwater hebben aangrenzend<br />

landbouwgebied en bebouwing minder last van problemen<br />

bij extreme regenval. Met de maatregelen<br />

worden belangrijke stappen gezet in de realisatie van<br />

de ecologische hoofdstructuur. In de landinrichting<br />

is de huidige begrenzing aan de Friese kant vastgesteld,<br />

als uitkomst van langdurig bestuurlijk en politiek<br />

touwtrekken, waarbij de Tachtig Bunder (tussen<br />

het Fochteloërveld en het Compagnonsveld) niet is<br />

meebegrensd.<br />

Bergingsbuffer Zeven Blokken<br />

In 2000 is in opdracht van de provincie Drenthe en het waterschap Noorderzijlvest een onderzoek gestart naar<br />

de mogelijkheden om de waterhuishoudkundige problemen in de polder Zeven Blokken op te lossen met een<br />

bufferzone. Het restveen in de polder klinkt nog steeds in, waardoor het gebied sinds 1980 50 centimeter lager<br />

is komen te liggen. Dit zorgt in natte periodes voor wateroverlast voor de landbouw. Door waterberging in het<br />

laagste deel van de polder kunnen de pieken afgevlakt worden en kan de bouw van een nieuw gemaal worden<br />

vermeden. Door de aanleg van de waterberging zou ook een trapsgewijze bufferzone voor het <strong>Fochteloërveen</strong><br />

kunnen ontstaan, die tevens als randzone kan functioneren. Een bufferzone is ook uit het oogpunt van hoogveenherstel<br />

zeer wenselijk: door de bodemdaling neemt de wegzijging uit het veen toe. De drogere delen van<br />

de bufferzone kunnen als natuurgebied worden ingericht, of bijvoorbeeld als foerageergebied voor ganzen met<br />

behulp van agrarisch natuurbeheer. Een gebiedscommissie onder regie van de provincie onderzoekt momenteel<br />

de mogelijkheden voor realisering.<br />

Ook maakt de inrichting van de Zeven Blokken het mogelijk op korte termijn de Schaapshokwijk te dempen.<br />

De Schaapshokwijk is nu nog belangrijk voor de interne waterhuishouding en voert water af uit het Esmeergebied<br />

en omgeving. De wijk loopt dwars door het hoogveen en zorgt lokaal voor flinke verdroging. Omdat de<br />

Schaapshokwijk in een laagte ligt, kunnen in de aangrenzende delen van het veen de peilen onvoldoende worden<br />

opgezet. Zonder voldoende tegendruk zouden de dammen kunnen bezwijken en ontstaat er een grote plas,<br />

waardoor het hoogveenherstel bemoeilijkt wordt. Aanpassingen in de waterhuishouding zijn voorzien bij de<br />

inrichting van de bergingsbuffer en bij de uitvoering van een groot natuurherstelproject in de Norger petgaten<br />

en het Esmeergebied. In dit project wordt de afstroming van het gebied via natuurlijke slenksystemen hersteld,<br />

waardoor de waterafvoerfunctie van de Schaapshokwijk in het veengebied kan vervallen.<br />

Recente ontwikkelingen en bestaande plannen 18


Cultuurhistorische ontwikkeling<br />

Ravenswoud<br />

Bij Ravenswoud worden herstelmaatregelen uitgevoerd<br />

die de herkenbaarheid van het bijzondere<br />

jonge veenontginningslandschap moeten vergroten.<br />

In het project worden dichtgegroeide wijken<br />

ontdaan van bomen en struiken en uitgebaggerd.<br />

Ook worden karakteristieke eikenlanen hersteld.<br />

Bestaande fietspaden worden verbeterd en er komt<br />

een wandel- en kanoroute. Aan de rand van het<br />

agrarisch gebied van de Polder Ravenswoud wordt<br />

een uitzichtpunt gemaakt, van waaruit foeragerende<br />

ganzen en kraanvogels gezien kunnen worden. In<br />

het landbouwgebied worden verbeteringen in de<br />

afwatering aangebracht.<br />

Dit gebeurt op basis van de <strong>toekomstvisie</strong> die Natuurmonumenten<br />

in 1999 samen met de Rijksdienst<br />

voor Archeologie, Cultuurhistorie en Monumenten-<br />

Wijkenpatroon (foto: Natuurmonumenten)<br />

(foto: Martin Stevens)<br />

zorg (RACM) heeft opgesteld voor het karakteristieke<br />

jonge veenontginningslandschap rond Ravenswoud.<br />

Daarin is er voor gekozen het karakter van de<br />

polder Ravenswoud en de aangrenzende Compagnonsbossen<br />

te herstellen en in stand te houden. Dat<br />

betekent dat het rechthoekige landschapspatroon<br />

met wijken, lanen en karakteristieke boerderijen<br />

opnieuw wordt geaccentueerd en dat het agrarische<br />

gebruik wordt gehandhaafd. De agrarische gronden<br />

van Natuurmonumenten in de polder Ravenswoud<br />

worden in samenwerking met de pachters natuurgericht<br />

beheerd. Dit is vastgelegd in een convenant.<br />

Een beheercommissie van de betrokken partijen ziet<br />

toe op de naleving van het convenant.<br />

Cultureel erfgoed kolonie Veenhuizen<br />

Er bestaan aanzienlijke ambities om de strafkolonie<br />

Veenhuizen als internationaal cultureel erfgoed uit te<br />

bouwen en recreatief te ontwikkelen. Het streven is<br />

dat het gebied de status van Unesco-werelderfgoed<br />

krijgt. Een waardevol element vormt het feit dat de<br />

situering van de kolonie zijn oorsprong heeft in de<br />

nabijheid van het veen. Iets van het gevoel van ‘verheffing<br />

van de mens door het tot nut brengen van<br />

die woeste grond’ valt op de grens van de kolonie en<br />

het veen te beleven. Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer<br />

zoeken afstemming met deze plannen en<br />

ambities. Zo bestaan er mogelijkheden in aansluiting<br />

op Veenhuizen aan de noordkant van het gebied een<br />

aantal recreatieve voorzieningen te treffen, zoals een<br />

parkeerplaats, een wandelroute en een uitzichtpunt.<br />

Recente ontwikkelingen en bestaande plannen 19


Toekomst Bankenbosch<br />

De regering heeft het voornemen bekend gemaakt<br />

om de penitentiaire inrichting Bankenbosch te sluiten.<br />

De toekomstige invulling van de locatie na de<br />

geplande sluiting is van groot belang voor het <strong>Fochteloërveen</strong>.<br />

Het terrein rond de inrichting is nu niet<br />

voor publiek toegankelijk en garandeert daardoor de<br />

rust in deze randzone van het veen.<br />

Ecologische verbindingszones<br />

In het huidige beleid zijn vijf ecologische verbindingszones<br />

van en naar het <strong>Fochteloërveen</strong> voorzien:<br />

een droge verbinding met het Blauwe bos<br />

en het Drents-Friese Wold, een natte verbinding<br />

richting het Grootdiep dat bovenlangs Oosterwolde<br />

loopt, een natte verbinding met het Witterveld en de<br />

natte verbindingszone Peest-Esmeer, met een zijtak<br />

naar het Tonckensbos. Deze is volgens de provincie<br />

Drenthe eventueel te combineren met de bovenloopjes<br />

van de Slokkert.<br />

De realisatie van die verbindingszones verloopt<br />

moeizaam. Dat heeft te maken met praktische problemen<br />

als verwerving en de vele barrières als wegen<br />

en kanalen. Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer<br />

juichen de verbindingszones toe en hopen<br />

dat ze op korte termijn gerealiseerd kunnen worden.<br />

Daarmee wordt aan een belangrijke doelstelling van<br />

de Ecologische Hoofdstructuur voldaan. Wel moet er<br />

volgens ons kritisch gekeken worden naar de mogelijkheden<br />

om enkele van de geplande verbindingen<br />

zo op te schalen dat ze niet alleen voor de typische<br />

heide- en veensoorten kunnen functioneren, maar<br />

ook als gradiëntrijke overgang voor het hoogveen<br />

zelf. Een robuuste verbinding via de Fledders naar<br />

het beekdal van de Slokkert zou een belangrijke<br />

overgang binnen het hoogveenlandschap én een belangrijke<br />

verbinding naar de heide- en bosgebieden<br />

rond Norg kunnen vormen.<br />

foto: Judith Bouma<br />

Recente ontwikkelingen en bestaande plannen 20


4. Onze visie: Herstel van een uniek landschap<br />

Het belangrijkste uitgangspunt voor onze visie is het unieke karakter van het <strong>Fochteloërveen</strong> als een van de best<br />

bewaarde restanten van de ooit uitgestrekte hoogveengebieden in Noordwest-Europa, met kansen op herstel<br />

van levend hoogveen. Deze waarde is onomstreden en beleidsmatig vertaald in de aanwijzing als kerngebied in<br />

de ecologische hoofdstructuur (nationale schaal) en als Natura-2000-gebied (Europese schaal).<br />

Dat betekent in de eerste plaats dat het scheppen van<br />

de voorwaarden voor actieve veenvorming ook de<br />

komende jaren de hoogste prioriteit houdt. Daarenboven<br />

heeft het gebied in onze ogen de mogelijkheden<br />

om op de lange termijn (weer) uit te groeien<br />

tot een compleet en robuust hoogveenlandschap,<br />

met drogere en voedselrijkere randgebieden en met<br />

relaties met de wijdere omgeving, met name via het<br />

water. Herstel van de landschappelijke samenhang<br />

en ontwikkeling van overgangszones behoren ook<br />

tot de kernopgaven van het gebied in het kader van<br />

Natura 2000. Dit zien wij als de belangrijkste uitdaging<br />

voor de toekomst.<br />

Een tweede belangrijk uitgangspunt is de cultuurhistorische<br />

waarde van het veenontginningslandschap<br />

van de Belvedèregebieden Veenhuizen en Ravenswoud.<br />

De voormalige strafkolonie Veenhuizen heeft<br />

als cultuurhistorisch monument zelfs internationale<br />

waarde. Onze visie richt zich op versterking van deze<br />

waarden in samenhang met het veen.<br />

Het derde uitgangspunt is dat wij omwonenden en<br />

bezoekers de gelegenheid willen blijven bieden om<br />

het gebied in al zijn facetten te beleven. Wij zien<br />

kansen om die beleving te versterken. Essentieel<br />

daarbij is dat het toenemende bezoek zodanig wordt<br />

gestuurd en ingepast dat de waarden van het gebied,<br />

inclusief de beleving van ruimte en rust, behouden<br />

blijven.<br />

Verder hoogveenherstel blijft<br />

topprioriteit<br />

In de afgelopen decennia is veel werk verzet om de<br />

voorwaarden te scheppen voor hoogveenherstel.<br />

Dit heeft sneller dan verwacht geleid tot uitbreiding<br />

van de kenmerkende begroeiing van levend hoogveen.<br />

De geplande inrichting van de bufferzones<br />

aan de Friese kant zal de situatie verder verbeteren.<br />

Dan blijven echter nog enkele knelpunten over, die<br />

optimaal hoogveenherstel in de weg staan. Op vier<br />

plaatsen zijn maatregelen gewenst. Deze dienen wat<br />

ons betreft met voorrang te worden uitgevoerd.<br />

<br />

van het veen hebben een verdrogende<br />

werking op het veen. Deze wordt voor een deel<br />

veroorzaakt door het feit dat de bomen<br />

(voornamelijk naaldbomen) veel water aan de<br />

bodem onttrekken, maar voor een deel ook<br />

door het relatief lage waterpeil ten behoeve van<br />

het huidige bosbeheer. Om de kansen voor<br />

hoogveenherstel te optimaliseren, zullen de<br />

delen van de bossen die direct grenzen aan het<br />

veen worden omgevormd en vernat. Wij hebben<br />

Onze visie: Herstel van een uniek landschap 21


daarbij afstemming gezocht met de cultuurhistorische<br />

waarde van het bos als onderdeel van<br />

de kolonie Veenhuizen. In het westelijke<br />

bosgebied is de grens tussen natuur en<br />

cultuurhistorie getrokken langs de Parallelsloot<br />

die parallel aan de Kolonievaart door het<br />

Bankenbosch loopt (zie bijlage 4). Ten zuiden<br />

daarvan staat verbetering van de waterhuishouding<br />

ten behoeve van het veen voorop,<br />

aan de noordkant het behoud van de cultuurhistorische<br />

waarden. Ook het hoger, op een<br />

zandkop gelegen deel van de boswachterij rond<br />

de inrichting Bankenbosch (Florisland) blijft als<br />

bosgebied behouden. Het is een van de oudste<br />

delen van de boswachterij en het gemengde<br />

loof- naaldbos heeft veel bijzondere natuurwaarden.<br />

In de lager gelegen bosgebieden ten<br />

oosten van de penitentiaire inrichting Bankenbosch<br />

en bij het Esmeer wordt de waterhuishouding<br />

aangepast aan de vereisten van het<br />

aangrenzende veen. Delen van het bos zullen<br />

worden verwijderd en omgevormd naar vochtige<br />

heideachtige vegetaties die bijdragen aan een<br />

waardevolle overgangszone.<br />

<br />

oostelijke rand en rond de Norgerpetgaten)<br />

zakt de bodem in het landbouwgebied door<br />

inklinking en oxidatie van restveen, waardoor<br />

het hoogveen steeds verder boven de omgeving<br />

uitsteekt en het waterverlies uit het veen<br />

toeneemt.<br />

Dit belemmert niet alleen hoogveenherstel maar<br />

brengt ook problemen voor het agrarisch gebruik<br />

in de polder Zeven Blokken teweeg.<br />

De inrichting van een bergingsbuffer in de<br />

Zeven Blokken biedt een oplossing voor de<br />

waterproblemen van de landbouw en draagt bij<br />

aan buffering. Onderzoek door het waterschap<br />

in het kader van de vaststelling van de GGOR<br />

(Gewenst Grond- en Oppervlaktewater Regime)<br />

moet uitwijzen in hoeverre ook langs de hele rand<br />

van het veen aan de zuidoostkant een bufferzone<br />

gewenst is om wegzijging van water uit het veen<br />

tegen te gaan. Het onderzoek moet de basis<br />

vormen voor een nieuw peilbesluit op basis van<br />

een evenwichtige afweging van de verschillende<br />

belangen in het gebied.<br />

<br />

het Grote Veen en het Kolonieveld. Deze wijk<br />

diende oorspronkelijk voor afwatering van het<br />

zuidelijk gelegen landbouwgebied en de<br />

omgeving van het Esmeer en de Norgerpetgaten.<br />

De afwateringsfunctie voor het landbouwgebied<br />

is al lange tijd vervallen en met de vernatting van<br />

het Esmeergebied en de Norgerpetgaten vervalt<br />

ook de afwaterende functie voor dat gebied.<br />

Daarom is nu het moment om de wijk te dempen.<br />

Waterbezwaar voor de landbouw kan worden<br />

voorkomen door inrichting van de bergingsbuffer<br />

in de polder Zeven Blokken.<br />

<br />

en vormt een barrière in de natuurlijke afstroming.<br />

De drooglegging van de weg veroorzaakt<br />

verdroging in het aangrenzende veen, waardoor<br />

hier steeds weer bosopslag komt.<br />

Natuurmonumenten zoekt in de looptijd van deze<br />

visie naar een goede oplossing voor het probleem<br />

in samenspraak met de gemeente en omwonenden.<br />

Schaapshokwijk (foto: Staatsbosbeheer)<br />

Onze visie: Herstel van een uniek landschap 22


Herstel van een compleet<br />

hoogveenlandschap<br />

Het <strong>Fochteloërveen</strong> ligt tegenwoordig als een eiland<br />

in een intensief gebruikte cultuurzee. Veel elementen<br />

uit het hoogveenlandschap van voor de grote<br />

ontginningen ontbreken. Een compleet hoogveenlandschap<br />

bestaat uit veel meer dan het eigenlijke<br />

hoogveen. De zeer voedselarme, zure hoogveenkern<br />

gaat er aan de randen geleidelijk over in een<br />

voedsel- en mineraalrijkere omgeving met heiden,<br />

heischrale graslanden, verschillende typen moerassen,<br />

struwelen en moerasbossen.<br />

Deze overgangen in voedselrijkdom worden in sterke<br />

mate bepaald door de oppervlakkige afstroming<br />

van regenwater vanaf het hooggelegen veen naar<br />

de lagere omgeving. Weliswaar houdt het veen veel<br />

water vast, maar toch vindt in natuurlijke venen altijd<br />

Bloemrijk hooiland (foto: René Koster)<br />

Figuur 1:<br />

Schematische weergave hoogveenlandschap<br />

met overgangen naar beekdal<br />

enige afstroming plaats. Deze verloopt via slenken,<br />

die geleidelijk overgaan in stromende beken.<br />

De Tjonger en het Peizerdiep zijn van oorsprong zulke<br />

veenbeken, die in het <strong>Fochteloërveen</strong> ontsprongen!<br />

Het afstromende water verzamelt voedingsstoffen,<br />

hoe schaars ook, en hierdoor ontstaan bij de<br />

veenstroompjes en verderop langs de beek voedselrijkere<br />

milieus, waar zich moerassen van kleine<br />

zeggen, gagelstruwelen en berkenbroekbos ontwikkelen.<br />

Verder stroomafwaarts, bij een toenemende<br />

voedselrijkdom, ontstaan grote zeggenmoerassen<br />

en elzenbroekbos. In de loop van de tijd voegde<br />

menselijk gebruik van de randzones van het veen<br />

extra variatie toe (die inmiddels weer grotendeels is<br />

verdwenen) in de vorm van bloemrijke hooilanden in<br />

de beekdalen en een lappendeken van ontginningsstadia<br />

met verschillende intensiteiten van agrarisch<br />

gebruik aan de randen van het veen.<br />

Niet alleen aan de randen maar ook in de hoogveenkern<br />

zelf wordt de voedselarme hoogveenbegroeiing<br />

van nature afgewisseld door andere begroeiingen.<br />

Dat is het geval op plekken die onder invloed<br />

staan van mineraal- en basenrijker grondwater en op<br />

plekken waar zandruggen boven het veen uitsteken.<br />

In een dergelijk intact hoogveenlandschap zijn veel<br />

soorten dieren, zoals veenhooibeestje, paapje en<br />

grauwe klauwier, en planten, zoals beenbreek, juist<br />

Onze visie: Herstel van een uniek landschap 23


Beenbreek (foto: Ferry Siemensma)<br />

in de overgangszones te vinden, waar meer voedsel<br />

beschikbaar is.<br />

Veel (met name grotere) diersoorten zijn aangewezen<br />

op de aanwezigheid van verschillende zones en<br />

typen begroeiing. Sommige vogels broeden in de<br />

(broek)bossen en zoeken hun voedsel in open landschap.<br />

Andere broeden op het veen en zoeken hun<br />

voedsel op de nabije landbouwgronden, zoals voorheen<br />

korhoen en grutto en tegenwoordig de kraanvogel.<br />

Een goed ontwikkeld hoogveenlandschap<br />

heeft dus een grote biodiversiteit en een natuur die<br />

tegen een stootje kan.<br />

In onze ogen biedt het <strong>Fochteloërveen</strong> goede<br />

perspectieven voor herstel van zo’n compleet en<br />

robuust hoogveenlandschap, met in de randzones<br />

zowel natuurlijke begroeiingen zoals moerassen<br />

en broekbos, als elementen uit het oude cultuurlandschap<br />

zoals bloemrijke hooilanden. Daardoor<br />

wordt de betekenis als natuurgebied versterkt en de<br />

landschappelijke variatie vergroot. Herstel van een<br />

compleet hoogveenlandschap heeft bovendien grote<br />

cultuurhistorische waarde en vergroot de belevingswaarde.<br />

Wij zien dit dan ook als de belangrijkste,<br />

ambitieuze, maar reële uitdaging voor de toekomst.<br />

Overgangen<br />

Binnen de huidige begrenzing van de ecologische<br />

hoofdstructuur zijn er al enkele mogelijkheden om<br />

overgangszones te realiseren: aan de noordkant<br />

langs de grens tussen het veen en de bossen van<br />

Veenhuizen en in de bufferzone aan de Friese kant<br />

van het veen.<br />

Op de grens met de boswachterij Veenhuizen kan een<br />

overgangszone worden gerealiseerd door in een strook<br />

die aan het veen grenst, delen van het bos te verwijderen<br />

en deze strook te vernatten. Dit is belangrijk<br />

voor het hoogveenherstel in de kern van het gebied.<br />

Bovendien kan zich hier een overgangszone met een<br />

gevarieerde heide ontwikkelen waarin natte en droge<br />

delen, verspreide boom - en struikgroepen en geleidelijke<br />

overgangen naar het bos zullen ontstaan.<br />

De Friese bufferzone dient in de eerste plaats om<br />

het wegzijgen van water uit het veen tegen te gaan.<br />

De tweede hoofdfunctie is het bergen van water om<br />

wateroverlast in het aangrenzende landbouwgebied<br />

te voorkomen. Daarnaast kan deze zone ook gaan<br />

fungeren als overgangszone. Onder meer door middel<br />

van extensieve begrazing kan een afwisselend<br />

landschap ontstaan van plassen, voedselrijk moeras,<br />

nat grasland, natte en drogere bossen en op de<br />

schraalste plekken heideachtige vegetaties.<br />

De bufferzone die wij willen inrichten in de polder<br />

de Zeven Blokken kan op een vergelijkbare manier<br />

meerdere functies krijgen. Hier liggen mogelijkheden<br />

voor het inrichten van een slenksysteem, vernatting<br />

en geleidelijke afstroming van het water.<br />

Daarnaast zien wij goede kansen voor het creëren<br />

van overgangen buiten de huidige begrenzing. Naast<br />

de mogelijke bufferzone in de Zeven Blokken en de<br />

eventuele toekomstige bufferzone aan de zuidoostelijke<br />

rand van het veen bieden de beekdalen daarvoor<br />

aanknopingspunten (zie bijlage 5).<br />

De beste kansen liggen in noordoostelijke richting<br />

(beekdal van de Slokkert) en in westelijke richting<br />

(Boven-Tjonger en Grootdiep).<br />

De eerste stap voor een overgang naar het beekdal<br />

van de Slokkert is al gezet met het plan om de<br />

waterverbinding tussen het veen en het beekdal te<br />

herstellen. In onze visie moet deze verbinding robuuster<br />

worden door inrichting van De Fledders als<br />

een voedselarm heidegebied met veentjes, bossen<br />

en heide rond de bovenloopjes. Natuurmonumenten<br />

beheert hier reeds gebieden. In het landbouwgebied<br />

liggen bovendien nog een aantal kleine bos-, heide-<br />

en veenrelicten. Bij een dergelijke inrichting van het<br />

gebied aan de noordkant van de vaart zou de kolonie<br />

Veenhuizen weer in z’n vroegere context, omringd<br />

door ‘woeste gronden’, hersteld worden. Er wordt<br />

Onze visie: Herstel van een uniek landschap 24


ovendien een waardevolle ecologische verbinding<br />

gerealiseerd naar de voedselarme bos- en heiderelicten<br />

in de omgeving van Norg.<br />

De overgang richting de Boven-Tjonger/Grootdiep<br />

kan bestaan uit heischrale gebieden die overgaan in<br />

natte laagveenmoerassen en hooilanden met kwel<br />

in het beekdal. In westelijke richting is aansluiting<br />

mogelijk op het natuurgebied Haulerpolder, dat door<br />

Natuurmonumenten als weidevogelgebied en dotterbloemgrasland<br />

beheerd wordt.<br />

Om de beekdalen goed te laten functioneren als<br />

overgangszones moeten ze voldoende breed worden<br />

en goed worden ingericht.<br />

Er is een alternatieve aanpak denkbaar, waarin we<br />

proberen de overgangen te realiseren door middel<br />

van agrarisch natuurbeheer, vergelijkbaar met<br />

de werkwijze van Natuurmonumenten in polder<br />

Ravenswoud. Verbrede landbouw kan hierin een<br />

belangrijke rol spelen. Wij pleiten voor een gebiedsgerichte<br />

aanpak om beide mogelijkheden nader uit<br />

te werken. De gebiedsgroep die bezig is met het opstellen<br />

van het beheerplan Natura 2000, waarin alle<br />

belangengroepen vertegenwoordigd zijn, vormt het<br />

logische podium om hierover met elkaar in gesprek<br />

te gaan en over de invulling verder na te denken. Op<br />

deze wijze kan aan een van de kernopgaven van het<br />

aanwijzingsbesluit Natura 2000 gebied <strong>Fochteloërveen</strong><br />

(Overgangszones grote venen: Ontwikkeling<br />

van overgangszones van actieve hoogvenen) recht<br />

worden gedaan.<br />

Het aldus herstellen van een compleet hoogveenlandschap<br />

zal sterk bijdragen aan de kansen voor<br />

de vele kenmerkende planten- en diersoorten die<br />

juist in de overgangzones van voedselarm naar<br />

voedselrijk(er) voorkomen, en van de diersoorten<br />

die voor hun levenscyclus afhankelijk zijn van<br />

combinaties van verschillende onderdelen van<br />

het hoogveenlandschap. Het ontwikkelen van de<br />

overgangen wordt belangrijker naarmate het herstel<br />

van het hoogveen in het kerngebied succes heeft.<br />

Door dit herstel wordt het veen beter geschikt voor<br />

de soorten die gebonden zijn aan extreem natte en<br />

voedselarme omstandigheden. Andere soorten die<br />

nu nog terecht kunnen in drogere en voedselrijkere<br />

delen van het kerngebied, zullen dan echter steeds<br />

meer op de randzones aangewezen zijn. Weliswaar<br />

speelt dit pas op termijn omdat hoogveenherstel veel<br />

tijd vergt, maar het is goed om tijdig op de te verwachten<br />

ontwikkeling in te spelen en de kansen die<br />

zich voordoen te benutten.<br />

Robuuste verbindingen<br />

De beekdalen van de Slokkert, de Boven-Tjonger en<br />

het Grootdiep bieden niet alleen de mogelijkheid om<br />

overgangen te realiseren maar kunnen bovendien<br />

fungeren als ecologische verbindingszones. Deze<br />

verbindingen zullen het <strong>Fochteloërveen</strong> als natuurgebied<br />

en kerngebied in de ecologische hoofdstructuur<br />

robuuster maken. Het huidige hoogveen ligt<br />

als een eiland in een zee van cultuurland. De aanwezigheid<br />

van grootschalige landbouwgebieden in<br />

de directe omgeving van het veen is gunstig voor<br />

kraanvogels, ganzen en zwanen. Voor diersoorten<br />

die sterk aan het hoogveen gebonden zijn en zeer<br />

honkvast zijn, zoals veenhooibeestje, gladde slang,<br />

adder en veenmier vormt het cultuurland echter een<br />

onneembare barrière.<br />

Adder (foto: Judith Bouma)<br />

Bij calamiteiten, zoals extreme droogte, lopen dergelijke<br />

soorten kans om in het gebied uit te sterven.<br />

Hun hervestiging wordt verhinderd doordat andere<br />

individuen van deze soorten het gebied niet kunnen<br />

bereiken. Door gebrek aan uitwisseling met<br />

individuen uit andere gebieden ontstaat bovendien<br />

het risico dat de lokale populatie genetisch verarmt.<br />

Hierdoor vermindert de levensvatbaarheid. Voor het<br />

behoud van de karakteristieke biodiversiteit op de<br />

lange termijn zijn verbindingen met andere hoogveen-<br />

en heidegebieden nodig. Deze kunnen er dan<br />

Onze visie: Herstel van een uniek landschap 25


tevens voor zorgen dat het <strong>Fochteloërveen</strong> omgekeerd<br />

als brongebied voor de populaties van planten-<br />

en diersoorten in andere gebieden kan dienen.<br />

In het beleid voor de ecologische hoofdstructuur<br />

zijn verbindingszones tussen het <strong>Fochteloërveen</strong> en<br />

naburige natuurgebieden gepland. Deze schieten<br />

echter in onze ogen tekort. De beoogde invulling via<br />

smalle corridors en kleine stapstenen is te beperkt en<br />

te kleinschalig om voor veel kenmerkende hoogveensoorten<br />

effectief te kunnen zijn. Dit vereist<br />

robuuste verbindingen die aanzienlijk breder zijn<br />

dan de nu geplande.<br />

Dit geldt ook voor de verbinding met het hoogveengebied<br />

van het Witterveld ten zuiden van Assen.<br />

Juist deze verbinding zou mogelijkheden bieden om<br />

het isolement van karakteristieke (hoog)veensoorten<br />

als veenhooibeestje, veenmier, noordse witsnuitlibel,<br />

adder en gladde slang op te heffen.<br />

Noordse witsnuitlibel (foto: Judith Bouma)<br />

<strong>Fochteloërveen</strong> als bron: herstel van de afwatering<br />

Met het herstel van de ecologische overgangen naar<br />

de beekdalen kan het veen ook zijn oorspronkelijke<br />

functie als brongebied van beken terugkrijgen. Naar<br />

het noorden gaat het om de aansluiting via het Peizerdiep<br />

en het Reitdiep op het Lauwersmeer en de<br />

Waddenzee. Vergelijkbare verbindingen zijn denkbaar<br />

in westelijke richting naar de Boven-Tjonger<br />

en het Grootdiep. In zuidelijke richting kan gezocht<br />

worden naar een mogelijkheid om naast de droge<br />

verbinding ook een natte verbinding te realiseren<br />

naar de Oude Willem, oorspronkelijk een uitloper<br />

van de Smildiger venen, in het Nationaal Park<br />

Drents-Friese Wold. Van daaruit kan via de Vledder<br />

Aa aansluiting met de laagveengebieden van Rottige<br />

Meente, Wieden en Weerribben en vervolgens met<br />

het IJsselmeer tot stand komen.<br />

De ideeën voor het beekdal van de Slokkert sluiten<br />

aan op de visie die wij samen met andere natuurorganisaties<br />

gepresenteerd hebben onder de titel ‘Van<br />

Veen tot Zee’. Daarin wordt gepleit voor het herstel<br />

van de natuurlijke afwatering van het Drents plateau<br />

naar de Waddenzee. Herstel van de natuurlijke<br />

afwatering vergroot de dynamiek in de betreffende<br />

watersystemen en biedt mogelijkheden om water<br />

langer vast te houden. Dat zijn centrale doelstellingen<br />

van het landelijke Waterbeleid voor de 21e<br />

eeuw. Hiervoor is het wel nodig de verbindingen<br />

flink de ruimte te geven. De Europese Kaderrichtlijn<br />

Water biedt aanknopingspunten voor maatregelen<br />

om de waterkwaliteit te verbeteren de mogelijkheden<br />

voor vismigratie te verruimen. Ook voor het<br />

beeksysteem van de Vledder Aa bestaan uitgewerkte<br />

ideeën voor verbinding vanuit het brongebied via<br />

het beekdal met de Wieden en Weerribben naar het<br />

IJsselmeergebied.<br />

Tastbare cultuurhistorie<br />

Deze visie sluit aan op de plannen om de cultuurhistorische<br />

waarden van de kolonie Veenhuizen<br />

te herstellen en te versterken en daar omheen een<br />

recreatief aanbod te ontwikkelen. In de bossen aan<br />

de noordrand van het gebied stellen we de cultuurhistorie<br />

voorop. We behouden de structuur van wijken,<br />

bosvakken en zichtlijnen tussen de bebouwing<br />

van Veenhuizen en het veen. Door de grens tussen<br />

natuur en cultuurhistorie te trekken langs de Parallelsloot<br />

door het Bankenbosch doen we recht aan de<br />

oorspronkelijke aanleg van de kolonie.<br />

Ook willen wij de relatie tussen de kolonie en het<br />

veen versterken en krachtiger presenteren. De bezoeker<br />

die aan de rand van het bos uitkijkt over het<br />

weidse veenlandschap, kan het desolate gevoel nabeleven<br />

dat de geïsoleerde ligging van de kolonie te<br />

midden van eindeloze ‘woestenijen’ teweegbracht.<br />

Ook ervaart hij het contrast tussen de ‘woeste grond’<br />

en het rechtlijnige, planmatig aangelegde kolonielandschap.<br />

Wij zien in de koppeling van het hoogveengebied<br />

als ‘wildernis’ van rust en ruimte met het<br />

cultuurhistorische Veenhuizen een krachtig concept.<br />

In combinatie met andere recreatieve ontwikkelin-<br />

Onze visie: Herstel van een uniek landschap 26


gen kan het de beleving van het gebied versterken<br />

en daarmee het draagvlak voor het behoud ervan.<br />

Het kan ook bijdragen aan een goede recreatieve<br />

zonering, waarbij de cultuurhistorische trekkers een<br />

deel van de druk op het centrale deel van het gebied<br />

kunnen opvangen.<br />

Ook in de polder Ravenswoud en de Compagnonsbossen<br />

leggen we de nadruk op cultuurhistorie. Ze<br />

zijn gezamenlijk aangewezen als cultuurhistorisch<br />

waardevol gebied vanwege de gaafheid als jong<br />

hoogveenontginningslandschap. Natuurmonumenten<br />

herstelt hier het verkavelingpatroon met de<br />

wijken en opwijken en maakt dit beter herkenbaar.<br />

Ook hier kan men de samenhang en het contrast met<br />

het nabijgelegen veen ervaren. Net als aan de kant<br />

van Veenhuizen biedt dus ook dit gebied kansen<br />

voor versterking van de beleving en zonering van de<br />

recreatie.<br />

Het eigenlijke veen bevat cultuurhistorische waarden<br />

zoals de sporen van de boekweitbrandcultuur<br />

en verschillende vormen en stadia van vervening en<br />

ontginning. Het behoud van deze waarden is echter<br />

niet te combineren met hoogveenherstel. Uitbreiding<br />

van de karakteristieke hoogveenbegroeiing<br />

zal ertoe leiden dat de sporen van vervening en<br />

boekweitbrandcultuur langzaam maar zeker zullen<br />

vervagen. Het kleinschalige ontginningslandschap<br />

in het Fochteloërveld en het veenkoloniale akkerbouwlandschap<br />

in het Compagnonsveld gaan op<br />

in de natuurontwikkeling, die is gericht op hydrologische<br />

buffering van het veen in een nat bos- en<br />

moeraslandschap.<br />

Recreatie: weg van de drukte,<br />

terug in de tijd<br />

Het <strong>Fochteloërveen</strong> en omgeving heeft een grote<br />

aantrekkingskracht op recreanten. Bezoekers komen<br />

vooral uit de regio, maar ook van verder weg. In de<br />

afgelopen jaren is het aantal bezoekers sterk toegenomen.<br />

Zo is het aantal fietsers en auto’s op de <strong>Fochteloërveen</strong>weg<br />

in de afgelopen 15 jaar gestegen met<br />

naar schatting 300 tot 600%.<br />

Doordat er de laatste jaren recreatieve voorzieningen<br />

en een aantal nieuwe parkeerplaatsen bij zijn<br />

gekomen, komen de recreanten ook meer verspreid<br />

in het gebied. Gezien de behoefte aan onthaasting<br />

Fietsen in het <strong>Fochteloërveen</strong> (foto: René Koster)<br />

en natuurbeleving en de toenemende belangstelling<br />

voor cultuurhistorie is te verwachten dat het aantal<br />

bezoekers de komende jaren zal blijven groeien.<br />

Een extra stroom recreanten naar het gebied, vooral<br />

wandelaars en fietsers, kan worden verwacht vanuit<br />

de nieuwe Asser wijk Kloosterveen, die de komende<br />

tijd verder uitbreidt richting het veen.<br />

De toename van de recreatie brengt problemen<br />

met zich mee. Zo vallen op de <strong>Fochteloërveen</strong>weg,<br />

ondanks de aangebrachte faunapassages, nog steeds<br />

slachtoffers onder de overstekende slangen en andere<br />

reptielen en amfibieën.<br />

Faunapassage in het <strong>Fochteloërveen</strong> (foto: Judith Bouma)<br />

Daarnaast wordt de rust in het gebied vaker verstoord,<br />

terwijl deze zeer belangrijk is voor kenmerkende<br />

diersoorten zoals reptielen, ganzen en kraanvogels,<br />

die bijzonder gevoelig zijn voor verstoring.<br />

Bovendien vormen de rust en het gevoel van verlatenheid<br />

in de weidse vlakte de essentiële kwaliteiten<br />

waar bezoekers op af komen.<br />

Maar behalve een knelpunt is toenemende recreatie<br />

ook een kans. Het biedt mogelijkheden om de betrokkenheid<br />

van mensen bij het gebied te vergroten.<br />

Daarvoor is het nodig de kwaliteiten van het gebied<br />

Onze visie: Herstel van een uniek landschap 27


eleefbaar te maken en recreanten goede voorzieningen<br />

te bieden. De kunst is een balans te vinden<br />

met het behoud van de rust en de stilte die horen bij<br />

dit landschap, en van de bijzondere natuur.<br />

Na afronding van de eerste en tweede module van<br />

de landinrichting <strong>Fochteloërveen</strong> is de recreatieve<br />

infrastructuur van het gebied flink uitgebreid en van<br />

hoge kwaliteit. Vergeleken met nationale parken zoals<br />

het Drents-Friese Wold en het Dwingelderveld is de<br />

recreatieve infrastructuur in het <strong>Fochteloërveen</strong> echter<br />

beperkt. Dat past bij het <strong>Fochteloërveen</strong>, het onherbergzame<br />

karakter en het beleven van rust en ruimte.<br />

Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer ziet daarom<br />

voor het <strong>Fochteloërveen</strong> geen toekomst voor een nieuw,<br />

apart nationaal park. Wel past het gebied als uniek<br />

restant van het vroegere uitgestrekte hoogveen bij een<br />

eventuele werelderfgoedstatus van Veenhuizen.<br />

Door de bezoekers van het gebied zoveel mogelijk op<br />

te vangen aan de randen van het veen, willen we de<br />

rust in het kerngebied behouden.<br />

Gedurende de voorbereiding en uitvoering van de grote<br />

inrichtingsprojecten brengen wij het <strong>Fochteloërveen</strong><br />

voortdurend onder de aandacht, in de streek en in uiteenlopende<br />

regionale en landelijke media. Dat is nodig om<br />

draagvlak te verkrijgen. Om te voorkomen dat het <strong>Fochteloërveen</strong><br />

aan zijn eigen succes ten onder gaat, kiezen wij<br />

er echter voor om na afronding van de grote projecten het<br />

gebied weer meer in de luwte te brengen van gebieden<br />

zoals Nationaal Park Drents-Friese Wold en het Norger<br />

esdorpenlandschap. Het beleven van de rust, de ruimte en<br />

de bijzondere natuurwaarden staat in ons beleid voor het<br />

<strong>Fochteloërveen</strong> centraal. Dit is een gebied voor fijnproevers.<br />

De omliggende gebieden bieden meer mogelijkheden<br />

voor grote aantallen wandelaars en fietsers.<br />

Om een te grote druk vanuit de nieuwbouw van Assen<br />

te voorkomen is het wenselijk recreanten al in de directe<br />

omgeving mogelijkheden te bieden. Te denken valt aan<br />

een parkzone direct grenzend aan Kloosterveen waar<br />

mensen terecht kunnen voor een frisse neus en het uitlaten<br />

van de hond. Voor natuurgenieters worden mogelijkk heden gecreëerd langs de oostelijke rand van het veen en<br />

bij het Esmeer. Voor de fietsers zijn er de fietspaden voor<br />

een rondje <strong>Fochteloërveen</strong>. Wij denken graag met de<br />

gemeente Assen mee om de juiste balans te vinden.<br />

Slaapplaatsen ganzen en zwanen<br />

De ganzen en zwanen die op het veen slapen, horen<br />

bij het gebied. Hun aanwezigheid is één van de<br />

redenen waarom het gebied is aangewezen als onderdeel<br />

van het Natura 2000 netwerk van Europese<br />

natuurgebieden en de internationale Wetland status<br />

heeft. Tegelijk kunnen ze een probleem opleveren:<br />

de bemesting van de veenplassen door hun uitwerpselen<br />

kan de ontwikkeling van veenmos in het open<br />

water in de weg staan. Het is onduidelijk in hoeverre<br />

dat op dit moment het geval is; nader onderzoek is<br />

gewenst.<br />

Toendrarietgans (foto:Moniek Rozenmeijer)<br />

Aan de kant van Smilde en aan de westzijde van<br />

Veenhuizen liggen zandwinputten. Na beëindiging<br />

van de concessies kunnen deze zo worden ingericht<br />

dat ze voor de ganzen en zwanen aantrekkelijke<br />

slaapplaatsen vormen. Daardoor zou het risico van<br />

vermesting van het hoogveen worden verminderd<br />

en tegelijk aan een belangrijk doel van Natura 2000<br />

worden voldaan. Ook de inrichting van een wateropvanggebied<br />

in de Zeven Blokken zou kunnen bijdragen<br />

aan de rust- en slaapgelegenheid voor deze soorten.<br />

Natuurvriendelijke akkerbouw<br />

De omliggende landbouwgebieden zijn essentieel<br />

voor pendelsoorten als kraanvogel, ganzen en<br />

zwanen, die in het veen slapen of broeden en op de<br />

omringende akkers voedsel zoeken. Oogstresten van<br />

aardappels, bieten en maïs vormen een belangrijke<br />

voedselbron. Vanwege veranderingen in het Europese<br />

landbouwbeleid staat de zetmeelaardappelteelt<br />

(waar de akkerbouw rond Smilde op drijft) onder<br />

druk. Dit kan ertoe leiden dat de akkerbouwgewas-<br />

Onze visie: Herstel van een uniek landschap 28


sen plaats maken voor bijvoorbeeld bloementeelt,<br />

waardoor het voedsel voor de vogels afneemt.<br />

Voor deze soorten is behoud en versterking van de<br />

akkerbouw rond het <strong>Fochteloërveen</strong> een voorwaarde.<br />

Het belang van de akkers voor de natuurwaarden<br />

kan worden vergroot door agrariërs te steunen die<br />

kiezen voor (gedeeltelijk) extensiveren. Met alternatieve<br />

inkomsten uit agrarisch natuurbeheer kan de<br />

landbouwontwikkeling deels afgekoppeld worden<br />

van de marktontwikkelingen. Het natuurbeheer<br />

kan bestaan uit het aanbieden van wintervoedsel<br />

voor kraanvogel, zwanen en ganzen, aangevuld met<br />

bijvoorbeeld verbetering van broedhabitat van akkervogels<br />

met natuurbraak en akkerrandenbeheer.<br />

Aan de Friese kant zou agrarisch natuurbeheer van<br />

de graslanden in de beekdalen kunnen bijdragen aan<br />

Streefbeeld <strong>2029</strong><br />

Het <strong>Fochteloërveen</strong> biedt nog altijd een weidse<br />

aanblik met een nagenoeg ongestoorde horizon.<br />

De kenmerkende begroeiing bedekt inmiddels het<br />

grootste deel van het veen. In de zomer vallen overal<br />

de witte bolletjes van wollegras en veenpluis op.<br />

Her en der zijn tapijten en kussens van veenmossen<br />

te zien en de karakteristieke planten zoals kleine<br />

en ronde zonnedauw en witte en bruine snavelbies<br />

zijn op steeds meer plaatsen te vinden. De lucht is<br />

vol vlinders en libellen. In het vroege voorjaar schalt<br />

het getrompetter van de dansende kraanvogels over<br />

het veen. Hun populatie is uitgegroeid tot vijf paren.<br />

Aan de randen gaat het veen geleidelijk over naar<br />

de bossen. De gevarieerde randzone met heide en<br />

struweel is een eldorado voor vlinders, libellen en<br />

vogels als paapje, grauwe klauwier en nachtzwaluw.<br />

In de buffergebieden ontwikkelt zich een afwisseling<br />

van voedselrijke plassen, moeras, nat grasland,<br />

natte en drogere bossen en lokaal wat heideachtige<br />

vegetaties. De polder Ravenswoud is een natuurrijk<br />

cultuurhistorisch landschap geworden door het<br />

jarenlange natuurvriendelijke agrarisch gebruik. Het<br />

mozaïekbeheer in de graslanden, gefaseerd maaibeheer<br />

van oevers en het extensieve akkerbeheer<br />

vertalen zich in een rijke broedvogel-, vlinder- en<br />

libellenstand. In het veen ontspringen weer beeklopen,<br />

en de overgangen van voedselarme naar<br />

(foto:Moniek Rozenmeijer)<br />

het foerageer- en rustgebied voor overwinterende<br />

vogels. Het zou ook van betekenis kunnen zijn voor<br />

weidevogels en pendelsoorten uit het veengebied.<br />

Een eerste stap in deze richting is dat de provincies<br />

mogelijk maken dat in de omgeving overeenkomsten<br />

voor agrarisch natuurbeheer worden afgesloten.<br />

Natuurmonumenten wil hierover graag in gesprek<br />

met de landbouworganisaties en provincies.<br />

voedselrijke natuur in de beekdalen beginnen zich te<br />

ontwikkelen.<br />

De eerste uitwisseling van individuen van kwetsbare<br />

soorten met andere voedselarme natuurgebieden via<br />

robuuste ecologische verbindingen is geconstateerd.<br />

De drie soorten slangen zijn nog steeds talrijk.<br />

Daardoor vindt de slangenarend hier zoveel voedsel<br />

dat hij van een regelmatige bezoeker een vaste<br />

broedvogel is geworden. Kraanvogels, ganzen en<br />

zwanen vinden nog steeds rust in het veen en voedsel<br />

op de akkers in de omgeving.<br />

Het cultuurhistorische landschap van Ravenswoud<br />

en Veenhuizen trekt flinke aantallen bezoekers die<br />

via een gedoseerd stelsel van wandel-, fiets- en<br />

kanoroutes en uitzichtpunten het weidse hoogveenlandschap<br />

aan den lijve kunnen ervaren..<br />

Het <strong>Fochteloërveen</strong> is nog steeds een gebied voor<br />

fijnproevers. De vroegere onherbergzaamheid, de<br />

armoede die er is geleden, de ‘verheffing’ van de<br />

‘verpleegden’ in de strafkolonie en de latere modernisering<br />

zijn voelbaar voor de goede verstaander.<br />

Mensen genieten van de rust, ruimte en bijzondere<br />

waarden van het gebied. Door de bijdrage aan de<br />

leefomgeving en de verankering in de lokale economie<br />

is er een grote betrokkenheid in de streek bij het<br />

gebied.<br />

In bijlage 6 is dit streefbeeld in kaart gebracht.<br />

Onze visie: Herstel van een uniek landschap 29


5. Realisering<br />

Het streefbeeld dat wij in het voorgaande hoofdstuk schilderen, kan niet in een paar jaar worden verwezenlijkt.<br />

Dat is een zaak van lange adem, waarbij wij de steun van overheden, andere betrokken partijen en omwonenden<br />

nodig hebben. De komende jaren gaan wij al wel een aantal inrichtings- en beheersmaatregelen in onze<br />

eigen gebieden uitvoeren waarmee we onderdelen van de visie realiseren. Deze maatregelen beschrijven we in<br />

de eerste paragraaf van dit hoofdstuk. Daarna komen de andere opgaven aan de orde waarmee we al op korte<br />

termijn aan de slag willen. Tot slot volgen de opgaven die meer tijd zullen vergen.<br />

Inrichting en beheer<br />

Het veen<br />

De inrichting en het beheer van het eigenlijke<br />

veengebied blijven gericht op het scheppen van<br />

optimale omstandigheden voor hoogveenherstel.<br />

Dat betekent het vasthouden van regenwater voor<br />

een constant hoog peil met weinig schommelingen<br />

en herstel van de sponswerking van het veen. Ook in<br />

delen van de randgebieden staat dit doel voorop. Dat<br />

geldt voor het Fochteloërveld (inclusief de omgeving<br />

van het Kleine Veen), het Compagnonsveld en de<br />

aan het veen grenzende delen van bossen die vernat<br />

worden (Bankenbosch en omgeving Esmeer).<br />

De dammen die zijn aangelegd voor het vasthouden<br />

van het regenwater, zullen worden vrijgehouden van<br />

opslag. Het waterpeil in de verschillende compartimenten<br />

zal nauwkeurig in de gaten worden gehouden,<br />

zodat een zo groot mogelijke oppervlakte<br />

met optimale omstandigheden voor hoogveengroei<br />

aanwezig is.<br />

Waar het veen aan bos grenst, houden we aan de<br />

randen van het veen door selectief kappen een geleidelijke<br />

overgang naar het bos in stand met verspreide<br />

bomen en struiken. In drogere delen van dit randgebied<br />

zullen we waar mogelijk begrazing inzetten om<br />

de landschappelijke variatie te versterken.<br />

De hydrologische bufferzones:<br />

veerkracht aan de rand<br />

De inrichting van de randzones in het Fochteloërveld,<br />

het Compagnonsveld en de Stallaan-enclave<br />

krijgt de komende jaren haar beslag. Hun primaire<br />

functie wordt die van buffer tegen het weglekken<br />

van water uit het veen. Daarvoor gaat het grondwaterpeil<br />

omhoog. Met dammenstelsels wordt zo<br />

veel mogelijk regenwater vastgehouden en via een<br />

soort cascadesysteem gedoseerd naar de omgeving<br />

afgegeven. Daarnaast krijgen de zones voor<br />

de natuur een rol die te vergelijken is met de voedselrijkere<br />

overgangszones in een oorspronkelijk<br />

hoogveensysteem. Door de werking van het water<br />

en door extensieve begrazing van de drogere delen<br />

zal een afwisselend landschap ontstaan van plassen,<br />

voedselrijk moeras, nat en vochtig grasland,<br />

natte en drogere bossen en op de schraalste plekken<br />

heideachtige vegetaties. De voormalige landbouwgronden<br />

van de randzones zijn zeer voedselrijk. Om<br />

al in de uitgangssituatie de voedselrijkdom te verminderen<br />

en zo een geleidelijker overgang naar het<br />

voedselarme veen te krijgen, zouden we de bemeste<br />

Realisering 30<br />

foto: KINA


ovenlaag van de bodem moeten afgraven. Daarvan<br />

zien wij echter af, omdat verlagen van het maaiveld<br />

een ontwaterend effect zou hebben op het veen. De<br />

derde functie van de bufferzones (die natuurlijke<br />

overgangszones niet hebben) is die van waterberging.<br />

In perioden met veel neerslag (dus veel afvoer)<br />

wordt het teveel aan water hier tijdelijk opgeslagen<br />

om wateroverlast in aangrenzende landbouwgebieden<br />

te voorkomen. De consequentie hiervan is dat<br />

in de randzones grote peilschommelingen kunnen<br />

optreden, terwijl in natuurlijke overgangszones<br />

meer sprake is van geleidelijke afstroming over een<br />

breed front. De peildynamiek zal van grote invloed<br />

zijn op de natuurdoelen die hier gerealiseerd kunnen<br />

worden. In de lage, natte delen zal vooral voedselrijk<br />

moeras, ruigte en struweel ontstaan, waardoor<br />

het een aantrekkelijk gebied wordt voor moeras- en<br />

struweelvogels. Ook voor libellen, reptielen en amfibieën<br />

vormen de bufferzones in de toekomst een<br />

belangrijk leefgebied.<br />

De voorgestelde bergingsbuffer in de Zeven Blokken<br />

kan een vergelijkbare inrichting krijgen. Hier is waterberging<br />

het eerste doel. Daarnaast wil Natuurmonumenten<br />

dit gebied als buffer en als overgangszone<br />

en/of foerageergebied inrichten.<br />

Muggen en knutten<br />

Met de vernatting van de randzones ontstaan plekken<br />

met stilstaand en droogvallend water. Dit zijn<br />

potentiële ‘broedkamers’ van muggen. Omwonenden<br />

hebben meerdere keren de toename van muggen<br />

als probleem benoemd. We proberen zoveel<br />

mogelijk te voorkomen dat de vernatting in de<br />

randzones leidt tot overlast van muggen in de dorpen<br />

rondom het veen. Aan de buitenranden van het<br />

gebied handhaven we een zone waar we de begroeiing<br />

door begrazing of maaibeheer kort houden. We<br />

verwachten daardoor de kans sterk te verkleinen dat<br />

muggen en knutten vanuit het veen de bebouwing<br />

bereiken. Zij verplaatsen zich namelijk vooral via opgaande<br />

begroeiing (bosjes, struikgroepen, ruigte) en<br />

hebben een hekel aan open ruimtes zonder dekking.<br />

Door middel van onderzoek houden we de effectiviteit<br />

van deze aanpak in de gaten. In het kader van de<br />

Landinrichting <strong>Fochteloërveen</strong> doen we een nulmeting<br />

naar het aantal en de soorten muggen. Ook<br />

wordt onderzocht in hoeverre de typische ‘veenmuggen’<br />

de bebouwing van de aanliggende dorpen<br />

bereiken.<br />

Ook bij mogelijke overlast in andere gevallen (denk<br />

bijvoorbeeld aan ganzen of slangen) streven we naar<br />

het zoeken van passende oplossingen in overleg met<br />

de betrokkenen.<br />

De bossen<br />

Een deel van de huidige bossen ten noorden van het<br />

veen zal van functie veranderen. De zuidrand van het<br />

Bankenbosch en het zuidelijke deel van de bossen<br />

bij het Esmeer gaan dienen als waterbuffer voor het<br />

veen. De grondwaterstand gaat omhoog en grote<br />

delen van het bos worden gekapt. Door middel van<br />

plaggen, branden en begrazen proberen we hier<br />

een gevarieerde heide te ontwikkelen. Langs de<br />

buitenkant handhaven we een strook bos, zodat het<br />

autoverkeer langs de Kolonievaart onzichtbaar blijft<br />

vanuit het veen. Dichter naar het veen gaat het bos<br />

geleidelijk over in open landschap. Aan de veenkant<br />

gaan we bosvorming actief tegen. Het Florisland,<br />

aan weerszijden van het fietspad richting Bonghaar,<br />

wordt gehandhaafd als onderdeel van de kolonie<br />

Veenhuizen. Dit oudere bosgebied is in bosbouwkringen<br />

internationaal vermaard als proeftuin van<br />

meer natuurgericht bosbeheer. Het ligt bovendien<br />

hoger dan het veengebied, waardoor omvorming en<br />

vernatting weinig bijdragen aan het veenherstel. In<br />

de komende jaren zullen wij gezamenlijk een concreet<br />

plan uitwerken. Dit plan zal gefaseerd worden<br />

uitgevoerd.<br />

In de Compagnonsbossen ligt de nadruk op behoud<br />

van het landschapspatroon van het jonge ontginningslandschap<br />

met zijn wijken en rechthoekige<br />

kavels. Daarnaast wordt het bosbeheer gericht op<br />

natuur en op recreatief medegebruik door het aanbieden<br />

van parkeervoorzieningen, wandel-, fiets- en<br />

kanoroutes en uitzichtmogelijkheden.<br />

Cultuurhistorie<br />

In de noordelijke strook van het Bankenbosch, langs<br />

de Kolonievaart, ligt het accent op het behoud van<br />

het bos binnen het landschapspatroon van vóór<br />

1930 (zie bijlage 4). De karakteristieken zijn de<br />

rechthoekigheid van de kavels, enkele wijken en<br />

Realisering 31


enkele zichtlijnen langs lanen met uitzicht op het<br />

weidse veen. Hier is de historische relatie tussen de<br />

strafkolonie en het veen direct voelbaar en zichtbaar.<br />

Bij het Esmeer worden het Bos van de Toekomst en<br />

de aangrenzende beukenlaan als ‘cultuurhistorische<br />

monumenten’ beheerd.<br />

Ook in Polder Ravenswoud staan de cultuurhistorische<br />

waarden voorop. Het beheer wordt gericht op<br />

het accentueren en behouden van de wijkenstructuur,<br />

het rechthoekige kavelpatroon, de ontginningsboerderijen<br />

en het gebruik als agrarisch cultuurland.<br />

De cultuurhistorische sporen in het veen worden<br />

niet actief behouden. Op het veen staan beheer en<br />

inrichting volledig in dienst van hoogveenherstel.<br />

Dat kan betekenen dat bepaalde cultuurhistorische<br />

patronen (bijvoorbeeld van de machinale vervening<br />

aan de noordwestkant van het veen en van de boekweitgreppels)<br />

geleidelijk zullen vervagen.<br />

Recreatie<br />

Natuurmonumenten verleidt de bezoekers om de<br />

auto te parkeren op de parkeerplaats aan de Meester<br />

(foto:Alje Zandt)<br />

Laan Esmeer (foto: Staatsbosbeheer)<br />

Lokstraat in Ravenswoud en van daaruit het gebied<br />

te bezoeken. De huidige beschreven en bewegwijzerde<br />

wandelroute verplaatsen we daarheen. De<br />

uitkijktoren en de nieuwe uitzichtplatformen worden<br />

onderdeel van de route. Ook is er een parkeermogelijkheid<br />

bij de Weperpolder, waar fietsers op<br />

kunnen stappen voor hun rondje <strong>Fochteloërveen</strong>. Na<br />

de afronding van de grote projecten ten behoeve van<br />

het hoogveenherstel sluiten we de informatieruimte<br />

aan de <strong>Fochteloërveen</strong>weg. Ook de huidige functie<br />

als beheerkantoor van Natuurmonumenten zal vervallen.<br />

Staatsbosbeheer nodigt de bezoekers uit om<br />

te parkeren in Veenhuizen. Een nieuw aan te leggen<br />

route leidt wandelaars door het aangrenzende bos.<br />

We zoeken in overleg met omwonenden naar een<br />

mogelijkheid om een uitkijkpunt te creëren aan de<br />

rand van het veen, zonder dat een potentieel broedgebied<br />

voor kraanvogels in die hoek verloren gaat.<br />

Om het Esmeer als slaapplaats voor ganzen en potentieel<br />

broedgebied voor de kraanvogel te behouden<br />

en te verbeteren, verwijderen we een deel van<br />

de paden. Wel blijft er een plek om te genieten van<br />

het uitzicht over het Esmeer. De wandelroute wordt<br />

omgelegd en de parkeerplaats bij het Bos van de<br />

Toekomst blijft bestaan, maar krijgt geen verwijzing<br />

langs de weg. Via de Veenweg en de Stallaan blijft<br />

Realisering 32


een doorsteek mogelijk vanaf de Meesterswijk naar<br />

Norgerhaven.<br />

Het fietspad over de Bonghaar blijft gehandhaafd. Het<br />

doorsnijdt weliswaar de kern van het hoogveengebied<br />

en vermindert hierdoor de rust in het hoogveen.<br />

De unieke beleving van het veen vanaf het fietspad<br />

en het historische karakter van de doorsteek over de<br />

hoge zandrug wegen voor ons echter zwaarder.<br />

Met de inrichting van de Zeven Blokken zoekt<br />

Natuurmonumenten naar een aansluiting tussen de<br />

bestaande fietspaden, zodat het eenvoudig wordt<br />

om rond het <strong>Fochteloërveen</strong> te fietsen.<br />

De ‘weidse wildernis’ van het veen is op een aantal<br />

plekken optimaal beleefbaar: vanaf het fietspad door<br />

het veen, vanaf het uitkijkvlonder aan de noordrand<br />

en vanuit de uitkijktoren. Wandelaars kunnen vanaf<br />

de wegen en paden genieten van de bossen en het<br />

cultuurhistorische landschap. Alleen enkele gedeelten<br />

van het Bankenbosch (rond de penitentiaire<br />

inrichting) en bij het Esmeer blijven voor het publiek<br />

gesloten om voldoende rust in de overgang naar het<br />

veen te bewaren (zie bijlage 7).<br />

Rups nachtpauwoog (foto:Alje Zandt)<br />

Andere opgaven voor de korte termijn<br />

Dempen Schaapshokwijk<br />

Om in het oostelijke deel van het <strong>Fochteloërveen</strong><br />

een goede uitgangspositie voor hoogveenherstel te<br />

krijgen, moet de Schaapshokwijk worden gedempt.<br />

Pas na demping van deze wijk kunnen we in het<br />

hoogveengebied de noodzakelijke peilaanpassingen<br />

realiseren en de natuurlijke afstroming van het<br />

hoogveen via de slenkpatronen herstellen. Eventuele<br />

wateroverlast voor de landbouw kan worden<br />

voorkomen door waterberging in de bufferzone in<br />

de Zeven Blokken.<br />

Robuuste ecologische verbindingen<br />

Wij gaan proberen de overheden te overtuigen van<br />

het belang van, en de kansen voor, steviger uitgevoerde<br />

verbindingszones. Dat zou ertoe moeten<br />

leiden dat deze in beleid worden verankerd. Als<br />

zich kansen voor aankoop voordoen, zullen we die<br />

grijpen. Tegelijk stimuleren we dat er gebiedsgericht<br />

beleid komt, met mogelijkheden om boeren uit te<br />

plaatsen die willen intensiveren en boeren die met<br />

verbrede landbouw een boterham willen verdienen<br />

juist een kans te geven.<br />

Een verbinding tussen het <strong>Fochteloërveen</strong> en het<br />

Witterveld stuit op flinke barrières, zoals de Drentse<br />

hoofdvaart en verschillende wegen. Deze zouden<br />

voorzien moeten worden van faunapassages voor<br />

kruipende dieren. Voor vlinders en libellen zijn<br />

schrale stukken met heide en voedselarme plassen<br />

nodig die ze vliegend kunnen bereiken. Misschien<br />

liggen er mogelijkheden in combinatie met het recreatiegebied<br />

bij Baggelhuizen (Assen).<br />

Werelderfgoed Veenhuizen<br />

Wij ondersteunen het voorstel om de kolonie Veenhuizen<br />

voor te dragen voor opname op de lijst van<br />

werelderfgoederen. Het <strong>Fochteloërveen</strong> past bij de<br />

status van werelderfgoed als ‘woeste tegenhanger’<br />

en beeld van het oorspronkelijke landschap waarin<br />

de kolonie is gesticht. De combinatie van ‘wildernis’<br />

en ontginningsgeschiedenis geeft een extra<br />

dimensie aan de belevingsmogelijkheden voor de<br />

bezoekers (combinatie van rust, ruimte, natuur en<br />

cultuurhistorie).<br />

Realisering 33


Recreatie en rust<br />

De Asser stadswijk Kloosterveen ligt op een steenworp<br />

afstand van het <strong>Fochteloërveen</strong>. Om de rust<br />

op en om het veen te kunnen behouden, is het<br />

belangrijk al in de directe omgeving van de stad<br />

recreatiemogelijkheden te bieden, bijvoorbeeld in<br />

parkachtige groenvoorzieningen aansluitend aan de<br />

wijk en de golfbaan. Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer<br />

willen hierover graag in overleg met de<br />

andere betrokkenen.<br />

Ook de voorziene recreatieve ontwikkelingen in<br />

het gebied van Veenhuizen vragen om afstemming<br />

tussen ruimte voor beleving van cultuurhistorie en<br />

natuur enerzijds en bewaren van de rust anderzijds.<br />

Wij pleiten ervoor op korte termijn overleg te<br />

starten, waarbij de zienswijze uit deze natuurvisie als<br />

vertrekpunt kan dienen.<br />

Wanneer de inrichting Bankenbosch gesloten wordt,<br />

dient deze in onze visie bij voorkeur geheel verwijderd<br />

te worden. Zo kan de essentiële rust in dit<br />

deel van het gebied in stand blijven. Een recreatieve<br />

functie (als hotel, conferentieoord of iets dergelijks)<br />

is in elk geval zeer ongewenst.<br />

De laatste jaren constateren we een toename van het<br />

vliegverkeer boven het gebied, vooral van kleine lesen<br />

sportvliegtuigen en van luchtballonnen. Dit leidt<br />

tot een toename van verstoringen van dieren. Het<br />

verdragende geluid doet daarnaast afbreuk aan de<br />

beleving van het gebied. Wij willen op korte termijn<br />

overleg starten om tot vermindering van het vliegverkeer<br />

te komen.<br />

<strong>Fochteloërveen</strong>weg<br />

Wij willen de verstorende werking van de huidige<br />

<strong>Fochteloërveen</strong>weg (barrière voor water en dieren,<br />

verdroging en verstoring van de rust en stilte) in de<br />

periode van deze visie oplossen. Wat ons betreft<br />

kan het tracé een recreatieve functie behouden. In<br />

de komende periode zullen we hierover in overleg<br />

treden met de gemeente Ooststellingwerf en met de<br />

bewoners van de omliggende dorpen. De parkeervoorziening,<br />

het beheerkantoor, het infocentrum en<br />

de wandelroute in de randzone aan de <strong>Fochteloërveen</strong>weg<br />

worden te zijner tijd opgeheven. Het fiets-<br />

wandelpad richting Fochtelo en het uitkijkscherm<br />

bij het Kleine Veen blijven in stand. Vanaf de nabij<br />

gelegen Weperbult (het recreatiegebied op de voormalige<br />

vuilstort), waar een nieuwe parkeerplaats<br />

voor bezoekers komt heeft men een mooi uitzicht<br />

over het veen. Het vormt de ideale startplek voor<br />

een fietstocht rond het veen.<br />

Behoud van akkerbouwgebied<br />

Wij willen graag voldoende akkerbouwgebied<br />

behouden waar ganzen, zwanen en kraanvogels op<br />

oogstresten kunnen foerageren. Daarom proberen<br />

wij een natuurgerichte ontwikkeling van de akkerbouw<br />

in de omgeving te stimuleren. Naast het bieden<br />

van wintervoedsel in de vorm van oogstresten<br />

zijn er wellicht kansen om broedvogels van de akkers<br />

mee te laten profiteren. Natuurmonumenten zal in<br />

de eerste plaats het beheer van haar eigen cultuurgronden<br />

in de polder Ravenswoud in deze richting<br />

sturen. Daarnaast wil zij graag met de boeren en<br />

hun organisaties in overleg over de mogelijkheden.<br />

Samen met de landbouworganisaties willen wij bij<br />

de provincies aandacht vragen voor verruiming van<br />

de subsidiemogelijkheden voor dit type agrarisch<br />

natuurbeheer.<br />

Opgaven voor de langere termijn<br />

Herstel natuurlijke afwatering<br />

Herstel van de natuurlijke afwatering van het veen is<br />

een belangrijk onderdeel van onze visie. In een compleet<br />

hoogveenlandschap fungeert het veen als voedingsgebied<br />

voor beken. Voor het <strong>Fochteloërveen</strong> is<br />

de eerste stap het weer op elkaar aansluiten van het<br />

veen en de omliggende beken. Voor het aantakken<br />

aan de Slokkert, aan de noordkant, liggen concrete<br />

plannen klaar. Aan de westkant biedt aansluiting op<br />

het beeksysteem van de Boven-Tjonger kansen voor<br />

herstel van een natuurlijke afwatering.<br />

Overgangen via de beekdalen<br />

Naast de randzones van het veen kunnen ook de<br />

beekdalen een rol krijgen in het ontwikkelen van<br />

overgangen van nat naar droog en van voedselarm<br />

naar voedselrijk, met de verschillende elementen<br />

van het hoogveenlandschap die daarbij horen, zoals<br />

heide, heischraal grasland, moeras, gagelstruweel,<br />

bloemrijk grasland en elzen- en berkenbroekbos (zie<br />

bijlage 5). Hiervoor moeten de geplande ecologi-<br />

Realisering 34


sche verbindingen op den duur aanzienlijk ruimer<br />

worden ingericht.<br />

Hydrologische bufferzone zuidoostkant<br />

Voor optimaal veenherstel is het wenselijk dat ook<br />

aan de oostkant van het gebied, ten zuidoosten van<br />

het Esmeergebied en de Norgerpetgaten, hydrologische<br />

buffers komen. Dit strookt met de aanleg<br />

van een robuuste ecologische verbinding met het<br />

Witterveld, maar staat op gespannen voet met het<br />

behoud van akkerbouw als foerageergebied. De<br />

opgave voor de toekomst is om hier tot een goede<br />

afweging te komen. Er liggen mogelijkheden in het<br />

kader van het opstellen van het GGOR (Gewenst<br />

Grond- en Oppervlaktewater Regime) door het waterschap.<br />

Daarbij kunnen ook kansen voor landbouw<br />

en recreatie worden meegenomen.<br />

Stikstofdepositie en veenherstel<br />

Door een hoog stikstofgehalte in de neerslag (stikstofdepositie)<br />

neemt de totale beschikbaarheid van<br />

voedingsstoffen in het veen toe. Tot op zekere hoogte<br />

kunnen veenmossen de extra input verwerken: de<br />

stikstof kan zelfs groeibevorderend werken. Maar<br />

bij te hoge aanvoer verliezen de veenmossen en de<br />

karakteristieke hoogveenplanten hun concurrentievoordeel<br />

ten opzichte van hogere planten zoals pijpenstrootje<br />

en berk. De beschaduwing door hogere<br />

planten leidt tot vermindering van veenmosgroei<br />

waardoor weer minder stikstof wordt vastgelegd. Zo<br />

ontstaat een negatieve spiraal waarin hogere planten<br />

worden gestimuleerd en veenmossen en andere typische<br />

hoogveensoorten het loodje leggen. In droge<br />

zomers wordt dit effect nog versterkt doordat dieper<br />

wortelende soorten als pijpenstrootje en berk beter<br />

overleven. Er zijn twee bronnen van de stikstofdepositie.<br />

Een deel komt van ver en wordt bepaald door<br />

de algemene luchtkwaliteit (achtergronddepositie).<br />

Een ander deel is afkomstig uit de directe omgeving,<br />

met name van de intensieve veehouderij. Terugdringen<br />

van de totale depositie is noodzakelijk om op<br />

langere termijn het hoogveenherstelproces aan de<br />

gang te houden. Het <strong>Fochteloërveen</strong> maakt deel uit<br />

van het Europese netwerk van natuurgebieden Natura<br />

2000. Hiervoor geldt een verplichtend wettelijk<br />

kader dat voortvloeit uit Europese natuurwetgeving.<br />

Deze wetgeving biedt de karakteristieke waarden<br />

van het <strong>Fochteloërveen</strong> extra bescherming, bovenop<br />

bestaand beleid. Zo zullen in het Natura 2000-beheerplan<br />

onder andere richtingen moeten worden<br />

aangegeven om het probleem van de te hoge stikstof-<br />

en ammoniakdepositie rond het <strong>Fochteloërveen</strong><br />

op termijn op te lossen. Daarbij valt te denken<br />

aan technische maatregelen (ammoniakemissiearme<br />

stallen) in combinatie met gebiedsgericht beleid<br />

(bedrijfsverplaatsingen). De regie om te komen tot<br />

dergelijke oplossingen ligt bij de provincies. Van de<br />

landelijke overheid verwachten we generiek beleid<br />

om de achtergronddepositie te verlagen.<br />

Zandwinplassen als slaapplaatsen voor vogels<br />

Wij streven naar afspraken met provincie en andere<br />

betrokken partijen over de inrichting van de zandwinplassen<br />

ten westen en ten oosten van het gebied.<br />

Nadat de winning is beëindigd zouden de plassen zo<br />

ingericht kunnen worden dat ze als slaapplaats voor<br />

de overwinterende ganzen en zwanen dienen en in<br />

dit opzicht het veen ontlasten.<br />

Realisering 35


Hoogveen en klimaatverandering<br />

In een studie naar de risico’s van klimaatverandering voor de Nederlandse natuur concludeert Alterra dat<br />

hoogveen een van de kwetsbaarste ecosystemen is. Het sterkste effect wordt verwacht van de toenemende<br />

droogte in de zomer. Hierdoor stagneert de veenmosgroei en dreigt mineralisatie van het veen, met verruiging<br />

en het uitblijven van veenvorming als gevolg. In de prognoses wordt echter niet gerekend met de verwachte<br />

toename van de totale hoeveelheid neerslag. Die zou positief kunnen uitpakken. De vraag is wat op de lange<br />

duur het saldo is van de positieve en negatieve effecten. De gevolgen voor de ontwikkelingsmogelijkheden<br />

van het <strong>Fochteloërveen</strong> kunnen ingrijpend zijn. Ze kunnen nog worden versterkt door de huidige dominantie<br />

van pijpenstrootje. Pijpenstrootje is een diep wortelend gras dat tijdelijke droogte beter doorstaat dan typische<br />

hoogveenplanten en veenmossen.<br />

Samenwerking<br />

De geschiedenis van de laatste twintig jaar heeft<br />

laten zien dat samenwerking met andere belanghebbende<br />

partijen in het gebied voor het behoud van het<br />

<strong>Fochteloërveen</strong> als uniek natuurgebied essentieel is.<br />

Om het toekomstbeeld in deze natuurvisie te realiseren<br />

zijn Natuurmonumenten en Staatbosbeheer zich<br />

ervan bewust dat nog nadrukkelijker dan tot nu toe<br />

gekeken moet worden naar de mogelijkheden van<br />

Pijpenstro (foto:Natuurmonumenten)<br />

samenwerking met de agrarische sector, de recreatiesector,<br />

de omliggende gemeenten en de provincies.<br />

Het is van groot belang dat de verschillende<br />

partijen een gedeelde visie op het gebied ontwikkelen.<br />

We hopen dat onze visie daartoe een aanzet<br />

geeft en een belangrijke impuls vormt voor discussies<br />

over de toekomst van het gebied.<br />

Realisering 36


Literatuur<br />

Altenburg, W. & K. van der Veen 2003. Vegetatie-ontwikkeling in het <strong>Fochteloërveen</strong> in de periode<br />

1992-2002. A&W-rapport 393, Altenburg & Wymenga, Veenwouden<br />

Bosma, M. 2002. Ravenswoud, behoud van cultuur en natuur. MB Groenadvies.<br />

Brink, H. van den (red) 1999. Van Rottum tot Reest. Natuurgebieden in Groningen en Drenthe,<br />

Staatsbosbeheer, Assen.<br />

Feenstra, H. 2005. Reptielen in het <strong>Fochteloërveen</strong> 2005. Bureau Vogelinventarisatie<br />

De Kraanvogel 2005/6, Fochteloo.<br />

Feenstra, H. 2006a. Project Kraanvogels in het <strong>Fochteloërveen</strong> 2005. Bureau Vogelinventarisatie<br />

De Kraanvogel 2006/1, Fochteloo.<br />

Feenstra, H. 2006b. Broedvogelinventarisatie Norgerpetgaten 2006.. Bureau Vogelinventarisatie<br />

De Kraanvogel 2006/4, Fochteloo<br />

Feenstra, H. 2006c. Vogelinventarisatie <strong>Fochteloërveen</strong> 2005.. Bureau Vogelinventarisatie<br />

De Kraanvogel 2006/2, Fochteloo.<br />

Hunneman, A. & H. Hunneman 2002. Natte voeten voor het veenhooibeestje?!<br />

Vlinderwerkgroep Friesland & Vlinderwerkgroep Drenthe i.s.m. Natuurmonumenten.<br />

KIWA Water Research/EGG-consult, 2007. Knelpunten- en kansenanalyse Natura 2000.<br />

Natura2000-gebied 23 Fochteloerveen<br />

Landinrichtingscommissie <strong>Fochteloërveen</strong> 2006. Landinrichting <strong>Fochteloërveen</strong>.<br />

Eerste uitvoeringsmodule.<br />

Ministerie van landbouw, natuur en voedselkwaliteit 2006. Natura 2000 gebied 23 <strong>Fochteloërveen</strong>.<br />

Gebiedendocument. Werkdocument t.b.v. voorbereiding ontwerp-aanwijzingsbesluiten.<br />

Ministerie van landbouw, natuur en voedselkwaliteit 2006.<br />

Ontwerpbesluit Natura 2000 gebied <strong>Fochteloërveen</strong>.<br />

Ministerie van O, C & W 1999. Nota Belvedère. Beleidsnota over de relatie cultuurhistorie en<br />

ruimtelijke inrichting. VNG Uitgeverij, Den Haag.<br />

Oosterveld, E.B. 1987. Beheersplan <strong>Fochteloërveen</strong> 1985-1995. Vereniging Natuurmonumenten,<br />

’s -Graveland.<br />

Pot, A. 2007. Roofvogels 2007 Boswachterij Veenhuizen. Staatsbosbeheer.<br />

Rus, J.S., M. Bakker & M. van Houten 2001. Veerkracht op de rand. Onderzoek Integraal waterbeheer (randzone)<br />

<strong>Fochteloërveen</strong>. IWACO, Groningen<br />

Schouwenaar, J.M., H. Esselink, L.P.M. Lamres & P.C. van der Molen 2002.<br />

Ontwikkeling en herstel van hoogveensystemen. Bestaande kennis en benodigd onderzoek.<br />

Expertise centrum LNV, Ede<br />

Veen, K. van der & R.G. Buijs 2007. Monitoring in het <strong>Fochteloërveen</strong> in 2006. A&W-rapport 955.<br />

Altenburg & Wymenga, Veenwouden.<br />

Vos, C.C., B.S.J. Nijhof, M. van der Veen, P.F.M. Opdam & J. Verboom 2007.<br />

Risicoanalyse kwetsbaarheid natuur voor klimaatverandering. Alterra-rapport 1551. Alterra,<br />

Wageningen<br />

Walsum, P.E.V. van & A.A. Veldhuizen 1996. Modelstudie waterhuishouding <strong>Fochteloërveen</strong><br />

en omgeving. Rapport nummer 399. Staring Centrum, Wageningen.<br />

Literatuur 37


Bijlagen<br />

Bijlagen 38


Bijlage 1<br />

Bijlagen 39


Bijlage 2<br />

Bijlagen 40


Bijlage 3<br />

E<br />

EE<br />

Oosterwolde<br />

Tjonger<br />

Grootdiep<br />

EE E<br />

Te behouden cultuurhistorische,<br />

archeologische en aardkundige<br />

waarden in het <strong>Fochteloërveen</strong><br />

begrenzing natuurgebied<br />

pingoruïne<br />

archeologisch waardevolle locatie<br />

te behouden cultuurhistorisch landschap<br />

Helomaweg<br />

Appelscha<br />

E<br />

E<br />

UV 1<br />

Ravenswoud<br />

Veenhuizen<br />

Compagnonsweg<br />

Bijlagen 41<br />

EE<br />

EE<br />

EE<br />

0 ´<br />

1 2km<br />

Kolonievaart<br />

E<br />

EEE<br />

E<br />

E E<br />

teknr. 1311-014b-archeologische waarden/2606<strong>2009</strong>/oljg<br />

topografie:TD Kadaster<br />

bron: Natuurmonumenten/Staatsbosbeheer<br />

Smilde<br />

Drentse Hoofdvaart<br />

Bovensmilde<br />

EE<br />

EE


Bijlage 4<br />

Veenhuizen<br />

afsteming cultuurhistorie en<br />

natuurvisie Fochteloeveen<br />

oorspronkelijke koloniegrens<br />

te behouden kolonie (1823-1923)<br />

recenter kolonie bos jaren '30<br />

beukenlaan ( behouden cultuurhistorie)<br />

bos (verpacht)<br />

bos van de toekomst<br />

gevangenis<br />

huiskavels<br />

Schaal: 1:26.000<br />

Afdrukdatum: 17-12-<strong>2009</strong><br />

Bijlagen 42


Bijlage 5<br />

Bijlagen 43


Bijlage 6<br />

E<br />

EE<br />

Oosterwolde<br />

Natuurdoelen<br />

<strong>Fochteloërveen</strong><br />

Tjonger<br />

Grootdiep<br />

akker<br />

bos<br />

vochtig/nat grasland<br />

natte heidevegetatie<br />

droge heidevegetatie<br />

hoogveenvegetatie<br />

moerasvegetatie<br />

open water<br />

toekomstig open water<br />

overig (bebouwing m.n.)<br />

gebiedsgrens<br />

Natuurmonumenten gebieden<br />

EE E<br />

Helomaweg<br />

Appelscha<br />

E<br />

E<br />

Ravenswoud<br />

Veenhuizen<br />

Compagnonsweg<br />

Bijlagen 44<br />

EE<br />

EE<br />

EE<br />

0 ´<br />

1 2km<br />

Kolonievaart<br />

E<br />

EEEE<br />

E E<br />

teknr. 1311-012b-recreatiekaart toekomst/1106<strong>2009</strong>/hjoljg<br />

topografie:TD Kadaster<br />

bron: Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer<br />

Smilde<br />

Drentse Hoofdvaart<br />

Bovensmilde<br />

EE<br />

EE


Bijlage 7<br />

!(<br />

!( !( !(!( ! ( ! (<br />

!(!( !( !( ! ( ! ( !( !( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( !(! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( !( !( !( !( !( !( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !(<br />

Oosterwolde<br />

Tjonger<br />

Grootdiep<br />

!( !( !(<br />

!(<br />

!i<br />

!( !( !( !( !( !(<br />

Toekomstige recreatieve<br />

voorzieningen <strong>Fochteloërveen</strong><br />

recreatie<br />

n erfgoedcentrum<br />

!t invalide parkeerplaats<br />

)e infopaneel<br />

3 picknickbank<br />

^ kijkscherm<br />

G bestaand platform<br />

!i parkeerplaats<br />

!e inforuimte<br />

!(<br />

!( !( !( !( !( !(<br />

!( !(<br />

!( !(<br />

!(<br />

!( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !(!( !( !( !(<br />

!( !(<br />

!( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !(!( !( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! (<br />

Helomaweg<br />

^<br />

!( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! (<br />

Ë uitkijktoren<br />

!F vogelkijkhut<br />

wandelroute<br />

!( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( ! ( ! ( ! ( ! ( ! (!( !( !( !( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! (<br />

!( !( !( !( !( !( !( !( !(! ( ! ( ! ( ! (<br />

Appelscha<br />

!(<br />

!( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !(<br />

!i<br />

!( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( ! ( ! ( ! (<br />

!( !( !(<br />

)e !F<br />

wandelroute (verplaatsen 2de module)<br />

G G pad (half verhard)<br />

!( !( !( kanoroute<br />

!( !( !( fietspad<br />

zoekgebied nieuw fietspad<br />

!( !( ! (!( ! ( ! ( ! (<br />

!(<br />

!(<br />

!( !( ! (<br />

!( !( !( !( !( ! ( ! ( ! ( ! (<br />

!( !( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! (<br />

!( !(<br />

!( !(<br />

!i<br />

3<br />

n<br />

!( !(! ( ! ( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !(<br />

!( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !(<br />

Ravenswoud<br />

!i<br />

!( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !(<br />

!( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! (!( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! (<br />

!(<br />

!( !( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! (<br />

Veenhuizen<br />

)e 3<br />

G<br />

3<br />

!(<br />

!( !( !( !( !( !( !(<br />

Ë<br />

Ë<br />

!( !(<br />

Compagnonsweg<br />

!( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !(<br />

openstelling<br />

!( !( !( !( !( !( !( !( !(<br />

!( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( ! ( ! (<br />

!( !( !( !( !( !( !( !( !( !(<br />

Bijlagen 45<br />

!( !( !( !( !( !( !( !( !( !(<br />

!t )e<br />

!( !( !( !( !( !( !( !( !(<br />

!( !( !( !( !( !( !( !(<br />

overig natuurgebied niet toegankelijk<br />

toegankelijk, honden los<br />

toegankelijk, honden vast<br />

begrenzing natuurgebied<br />

!(<br />

!(<br />

!( ! (<br />

!(<br />

!(<br />

!(<br />

G G G G G G G G G G G<br />

!(!( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( !( !( ! ( ! ( !( ! ( ! ( !( ! ( !( ! ( ! ( !( ! ( ! ( !(<br />

G G G G G<br />

Kolonievaart<br />

G<br />

!( !( !( !( ! (<br />

!( !(<br />

!(!(<br />

!(! ( ! ( ! (<br />

3<br />

!( ! ( !( !( !( !( !( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( !( !( !(<br />

!i<br />

!( !( !( !( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! ( ! (<br />

!( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( ! (<br />

!( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !(<br />

Smilde<br />

)e<br />

)e<br />

Ë<br />

Drentse Hoofdvaart<br />

Bovensmilde<br />

0 ´ 1 2km<br />

teknr. 1311_011b/25012010/fholhjjg<br />

topografie:TD Kadaster<br />

bron: Natuurmonumenten/Staatsbosbeheer<br />

!( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !( !(<br />

!( !( !( !( !( !( !( !( !(


Missie Staatsbosbeheer<br />

In de missie van Staatsbosbeheer staat het werken aan een duurzame<br />

leefomgeving voor mens, plant en dier centraal. Om een<br />

blijvende relatie tussen mens en natuur te stimuleren kiezen we<br />

voor natuur die meerdere functies vervult en waarvan de mens<br />

onderdeel is. Omdat Staatsbosbeheer als publieke organisatie er<br />

voor en namens de samenleving is, werken we actief samen met<br />

de Nederlandse burgers en de organisaties en instanties die hen<br />

vertegenwoordigen.<br />

Doe mee met Natuurmonumenten<br />

Natuurmonumenten is een vereniging van ruim 830.000 leden,<br />

met een gezamenlijk doel: zorgen voor natuur in Nederland.<br />

Daarom verwerven en beheren we natuurgebieden – het zijn er<br />

inmiddels 355 met een gezamenlijke oppervlakte van 100.000<br />

hectare. Zo houden we Nederland open en groen, en kunnen we<br />

blijven genieten van de natuur. Uw steun is daarbij hard nodig.<br />

Doe mee, geef op giro 9933. Of word lid,<br />

het kan al vanaf twee euro per maand.<br />

Natuurmonumenten. Als je van Nederland houdt.<br />

Mede mogelijk gemaakt door steun<br />

van de Nationale Postcode Loterij

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!