1 - Port Of Oostende

Verslag van de Raad van Bestuur 1 - 4
1. Algemeen overzicht van de haventrafiek 1
2. Toelichting bij de trafiekcijfers 1 - 4
Aktiviteitenverslag 5 - 8
Ondernemingsplan 9 - 18
1. Inleiding 9 - 10
2. Infrastructuur/ruimtegebruik/investeringen 10 - 14
3. Aandachtspunten 15
4. Veiligheid 16
5. Tewerkstelling 17
6. Toegevoegde waarde 18
7. Maatschappelijke dynamiek 18
Structuur van het AG Haven Oostende & Trafiekcijfers 19 - 20
Financieel Verslag 21- 22
1. Financiële resultaten van het boekjaar 2010 - kerngegevens 22
2. Volledige jaarrekening in officiële vorm
3. Verslag van de Commissarissen

1. Algemeen overzicht van de haventrafiek
2. Toelichting bij de trafiekcijfers
Passagiers
Transeuropa Ferries, die vaart op de route
Oostende-Ramsgate is de enige lijn die passagiers
vanuit Oostende meeneemt, en dan
nog enkel passagiers per auto.
Voetpassagiers en buspassagiers worden niet
aanvaard.
Toch blijft het zo dat het accent van de lijn op
de vrachttrafiek ligt en dat het passagiers-
- 1 -
verkeer slechts een welkome aanvulling is
omdat de schepen hiervoor toch uitgerust zijn.
Dankzij de samenwerking met LD-Lines, die
zich sinds april 2010 volledig inlaat met de passagiers
voor Transeuropa Ferries, kon er een
groei genoteerd worden van 7%. De samenwerking
verloopt naar ieders tevredenheid.
2010 was een moeilijk jaar voor de cruises:
slechts 6 cruises hebben uiteindelijk Oostende
aangelopen.
We werden echter geconfronteerd met afzeggingen
op het laatste moment wegens diverse
redenen.
Voor 2011 staan er reeds 14 cruises geboekt
waarvan een drietal met een lengte van 200m
en meer. Dit jaar wordt dus het jaar van de test
van de verbeterde haventoegang. Ook de samenwerking
met Zeebrugge om de cruiserederijen
te benaderen via een freelance

cruisepromotor verloopt vlot en alle tekenen zijn
er dat de ontwikkeling van het cruisetoerisme
aan onze kust verder zal ontwikkelen.
De doelstelling is dan het aantrekken van "turnaround"
cruises die in Oostende in- en ontschepen.
RoRo
De roro-sector blijft een heel belangrijke pijler
voor Haven Oostende. Na het wegvallen van
de rederij Cobelfret midden 2009 wordt er nog
door 1 rederij een regelmatige verbinding met
het VK verzorgd, met name Transeuropa
Ferries.
Die rederij baat een lijn uit op de zuidwest kust
van het VK (naar Ramsgate) wat in maritieme
kringen beter gekend is onder de naam 'korte
route'.
Hun 4-uur durende overtocht is ideaal om de
rij- en rusttijden te respecteren. Het gevolg hiervan
is dan ook dat 85% van hun trafiek bestaat
uit begeleide vracht (de chauffeur gaat
mee met zijn trailer). Na het dipje, dat alle re-
- 2 -
derijen gekend hebben tijdens de economische
crisis, kan Transeuropa Ferries terug
aanknopen met groeicijfers, wat zich vooral
sinds september laat zien.
Het zoeken naar extra capaciteit blijft een
hoofddoel al dan niet gecombineerd met het
aantrekken van een externe partner.
Het aantrekken van één of meerdere nieuwe
roro-rederijen blijft een prioriteit voor Oostende.
General Cargo
De general cargo heeft vorig jaar meer dan
naar behoren gepresteerd en is opnieuw boven
de 1,5 miljoen ton geklommen.
Het aanboren van een nieuwe trafiek in
voedingsproducten was jammer genoeg geen
lang leven beschoren. Toch wordt er blijvend
verder gezocht naar nieuwe markten.
Een aantal bedrijven zijn zich hierop aan het
concentreren en bouwen gericht loodsen en
opslagcapaciteit in de binnen- en achter-

haven. Dit zou moeten leiden tot een stelselmatige
groei wat op termijn een 2 mio ton overslag
per jaar moeten geven.
Trein
De treintrafiek blijft een moeilijk verhaal in Oostende.
Het is natuurlijk niet eenvoudig om een
regelmatige treintrafiek op te zetten als er weinig
regelmatige lijnen zijn die vanuit de haven
vertrekken.
Toch laten we de treintrafiek niet vallen. Eén
van de pijnpunten was het niet per trein ontsloten
zijn van het Zeewezendok. In 2010 zijn
de werken gestart voor het doortrekken van
het treintracé naar dit dok. Dit is meteen een
extra troef om nieuwe klanten voor dit dok aan
te trekken.
Conventionele spoortrafiek was er niet in 2010.
De spoorbrug in Plassendale is na 6 jaar administratieve
beslommeringen nog steeds door
NMBS niet vrijgegeven. Laat ons hopen dat in
2011eindelijk alles achter de rug is zodat we
ons kunnen focussen op het commerciële
- 3 -
aspect. Een eerste klant staat gereed om hiervan
gebruik te maken.
Modal Split
De Modal Split van de haven voor 2010 wordt
hieronder samengevat. Oostende blijft een
haven die vooral via de weg bediend wordt.
Het blijkt niet zo eenvoudig om goederen via
alternatieve transportmodi (trein of binnenvaart)
te vervoeren.
Toch wordt er verder gewerkt aan nieuwe infrastructuur
om de andere vervoersmodi, naast
de weg, ook te kunnen aanbieden.
Value Added Logistics (VAL)
De terreinen in en rondom de haven, en dan
vooral de terreinen op Plassendale 1, zijn bedoeld
voor bedrijven die toegevoegde waarde
creëren.
Het aantrekken van nieuwe ondernemingen
blijft een prioriteit.
We menen dat met de nieuwe strategie van de
hernieuwbare energiesector, waarvoor de ha-

ven gekozen heeft, er heel wat extra VAL kan
gegenereerd worden.
Toekomstverwachtingen
Binnen de beschikbare contouren van het
havengebied opteert de haven van Oostende
om volop de kaart te trekken van de offshore
en hernieuwbare industrie.
Hiervoor is de haven bereid om terminals ter
beschikking te stellen met de nodige infrastructuur
voor de constructie, assemblage, opslag,
distributie en onderhoud van niet alleen
windmolenprojecten maar ook van andere
hernieuwbare energieprojecten.
Dit alles wordt weloverwogen gedaan zonder
daarbij de bestaande trafieken te verwaarlozen,
laat staan na te laten nieuwe trafieken aan
te trekken die binnen onze haven passen.
Uiteindelijk moet dit kaderen in een verdere
diversifiëring van trafieken en industrie wat de
haven meer ademruimte zou moeten opleveren.
We willen zo beter gewapend zijn mochten er
- 4 -
zich nieuwe crisissen aandienen, wat ongetwijfeld
het geval zal zijn.

Op 28 januari werd het Europees project
Intrade officieel opgestart. Dit gebeurde in
Rijsel.
Voor Oostende specifiek wordt in dit project de
ontwikkeling van de noodzakelijke infrastructuur
onderzocht met het oog op het gebruik
van intelligente transportsystemen tussen vooren
achterhaven.
Midden januari werd de bouwvergunning voor
de bouw van de westelijke strekdam verkregen.
Zo kan eindelijk het hele project, beter gekend
onder de naam OW-plan Oostende, gebouwd
worden. De bouw verloopt van de site Zeewezendok.
Na uitgebreide baggerwerken die ook het verwijderen
van veel munitie inhielden werd op 8
februari op de oude vaarroute de lichtenlijn op
128° gedoofd.
Tegelijkertijd werd de nieuwe lichtenlijn (143°)
in dienst gesteld met de daaraan verbonden
nieuwe aanlooproute. Dit betekende meteen
dat vanaf 8 februari schepen tot 200 m onze
haven konden aandoen, zij het voorlopig met
- 5 -
enige weersbeperkingen door het ontbreken
van de westelijke dam.
Kort na de in-dienst-name van de nieuwe
aanlooproute werden de werken voor de aanleg
van de westelijke strekdam opgestart, juist
bewesten de nieuwe vaargeul.
De strekdam dwarst gedeeltelijk de vroegere
vaarroute zodat deze werken slechts konden
starten na het uitdiepen en in gebruik nemen
van de nieuwe vaarroute.
Juist na het openstellen van de nieuwe vaarroute
kondigde Transeuropa Ferries aan dat
het een nieuw schip gecharterd heeft: de ex-
Prins Filip die omgedoopt werd tot Ostend
Spirit.
In februari werd door het Vlaams gewest bekend
gemaakt welke consortia er weerhouden
werden voor het dossier van de luchthaven
Oostende-Brugge.
Eén van die consortia was de groep AG Haven
Oostende, MBZ, WVI, CFE en het Franse
Vinci. Het was nu wachten op het bestek.

Naar jaarlijkse gewoonte vond begin maart de
jaarlijkse cruisebeurs plaats in Miami.
Een onafhankelijke agent, die deeltijds als
cruisemanager voor de haven werkt, bezocht
in opdracht van AGHO, en sinds dit jaar ook in
opdracht van de MBZ, de grote cruiserederijen
om Oostende aan te prijzen.
Op 6 maart kwam de Beliard-site, gelegen in
de achterhaven van Oostende, in handen van
de haven, via het verwerven van de aandelen
van de nv die die site in haar bezit had. De
haven wil deze kankerplaats saneren met het
oog op het aantrekken van extra havenactiviteiten.
Op 24 maart vond het officiële startsein plaats
in London van het Europees project Patch, terwijl
het project C2C haar 'midterm' vierde.
De titel van de conferentie was: Hoe kunnen
de maritieme en havenindustrie beter inspelen
op de regionale noden?
AGHO is leadpartner van dit veelomvattende
project dat verder de havens van Calais,
Newhaven, Ramsgate, Portsmouth, Vlissingen
en Zeebrugge omvat.
- 6 -
Op 27 maart vaarde de Ostend Spirit voor de
eerste keer af naar Ramsgate. De capaciteit
van dit schip was dubbel zo groot als de andere
schepen die Transeuropa Shipping Lines
in de vaart had. Dit gaf de lijn meteen een
enorme meerwaarde.
In de week van 18 mei werd er deelgenomen
aan de RoRo-beurs in Bremen. Deze beurs
vindt om de twee jaar plaats. Het was reeds
de 7de maal op rij dat Oostende aanwezig was.
Op 20 mei mochten we eindelijk de bouwvergunning
ontvangen voor de verlenging van het
treinspoor naar het Zeewezendok.
Op de bestuurraad van 21 mei werd de nota
"een nieuwe strategische oriëntatie voor de
Oostendse Haven: Energy port" goedgekeurd.
De haven gaat vanaf nu voluit voor een toekomst
gebouwd op diverse hernieuwbare
energietechnieken.
Het cruiseschip Kristina Regina opende op 22
mei het cruiseseizoen in Oostende. Traditiegetrouw
meert dit schip aan tijdens de festiviteiten
van Oostende voor Anker.

De markt van de hernieuwbare energie, en dan
zeker deze van de offshore windenergie groeit
aan een ongekend tempo.
Er wordt dan ook een groot gebrek aan capaciteit
verwacht waardoor naar overzeese leveranciers
wordt gezocht, in de eerste plaats
China.
Ook Oostende kijkt over de grenzen. In die zin
werd op donderdag 27 mei een 'memorandum
of Understanding' ondertekend in Beijing tussen
verschillende partijen, met de bedoeling
om Chinese bedrijven, die lokale toegevoegde
waarde kunnen leveren in de hernieuwbare
energiesector, naar Oostende te halen.
Begin juni startte het bedrijf GFS met de bouw
van drie fuel opslag tanks in Plassendale 1.
Dit bedrijf heeft een contract in de wacht gesleept
voor de opslag van strategische reserves
aan brandstof voor de Belgische Staat.
Op 2 juni mochten we het bezoek ontvangen
van Belgorail, de homologatiecommissie van
de NMBS-groep die nieuwe tracks moeten
homologeren. Dit is een laatste fase in een stap
naar de uiteindelijke vrijgave van het spoor naar
Plassendale 1.
- 7 -
Op de bestuurraad van 12 juni werd de principiële
goedkeuring gehecht aan het voorstel
tot oprichting van de nv Rebo (Renewable
Energy Base Oostende) die tot doel heeft te
investeren in de nodige infrastructuur ten bate
van de offshore windenergie.
Het directiecomité wordt opgedragen de oprichting
verder te realiseren.
Eind juni werd het bestek tot de opmaak van
het business plan voor de luchthaven ontvangen
vanwege de Vlaamse overheid.
Eind september was de deadline voor het binnenbrengen
van dit hele dossier.
Na het bouwverlof startten de werken voor de
verlenging van het treinspoor naar het Zeewezendok.
De werken zullen een volledig jaar duren en
zouden moeten afgewerkt zijn tegen de zomer
van 2011. Infrabel levert echter niet tijdig de
kruisingen zodat vertraging zich aankondigt.
Tijdens de derde week van september werd
deelgenomen door de haven aan dé

windmolenbeurs van de wereld, die plaatsvond
in het Noordduitse Husum, de plaats waar
destijds de eerste windmolen werd opgericht.
Op 18 oktober mochten we een nieuwe trafiek
verwelkomen van aardappelen, peren, appelen
en ander fruit en groenten naar Rusland.
Jammer genoeg werd deze nieuwe lijn al gestaakt
3 weken later wegens een conflict met
de vakbonden.
Haven Oostende nam de strategische beslissing
om zich, bovenop de bestaande lijnen en
klanten, volop te richten op de hernieuwbare
energiesector.
Daarvoor werd op donderdag 28 oktober
Renewable Energy Base Oostende (Rebo)
nv boven de doopvont gehouden. Rebo zal instaan
voor belangrijke investeringswerken om
zo de terminal aan het Zeewezendok als
offshore hub uit te spelen.
Midden november werd de Vlaamse Visveiling
een feit via een samengaan van de
Zeebrugse met de Oostendse visveiling.
- 8 -
Op 1 december werd in de gebouwen van het
AG Haven Oostende een samenwerkingsakkoord
ondertekend door de UG en 6
Vlaamse bedrijven, dat het startschot betekende
van het FlanSea project.
Dit is een zogenaamd "blauw energie"-project
dat op termijn de bedrijfszekere productie moet
mogelijk maken van elektriciteit op basis van
golfenergie.
Eind december verhuisde het transportbedrijf
Cool Solutions naar zijn nieuwe vestiging in
Plassendale 1. De officiële inhuldiging vindt
plaats in de lente 2011.

1. Inleiding
Haven Oostende heeft het laatste decennium
een ware gedaanteverwisseling ondergaan.
Zowel in de voor- als achterhaven zijn er heel
wat investeringen gebeurd waarbij de focus
vooral lag op de uitbouw van roro-verbindingen
in de voorhaven en het aantrekken van
logistiek en distributie in de achterhaven.
Die keuze leek de juiste te zijn: er werd een
stijging in trafiek van 3 miljoen ton tot meer dan
8 miljoen genoteerd (een stijging van meer dan
150%) in minder dan 10 jaar tijd.
Het aantal contacten en zelfs contracten die er
waren voor investeringen in de achterhaven
lieten het beste verhopen.
In 2008 brak de economische crisis uit en werd
ook de haven van Oostende niet gespaard. Een
terugval in trafiek van maar liefst 35% werd
genoteerd en erger nog, heel wat contacten
en contracten werden verbroken.
Het was duidelijk dat er een bijsturing nodig
was aan de strategische visie van de haven.
Het strategisch plan van 2005 vermeldde de
- 9 -
windenergie reeds als een mogelijke nieuwe
activiteit maar kon toen niet vermoeden
welke vlucht deze industrie zou nemen.
Intussen had de haven ook een aantal bedrijven
aangetrokken die actief waren in de
hernieuwbare energie-industrie.
Bovendien had het eerste windmolenpark in
zee (C-Power) Oostende als hub gekozen
voor de bouw van de eerste fase.
In hun zog besloot de Duitse firma RePower
om in Oostende hun basis te maken voor
het onderhoud van de turbines.
Ook de andere Belgische parken raakten
vergund met wie er contacten werden aangeknoopt.
Het ene bracht het andere met zich mee en
de haven van Oostende opteerde ervoor om
volop de kaart te trekken van de offshore en
hernieuwbare industrie.
Dit gaat van het aanbieden van de nodige
infrastructuur, over het aantrekken van
productiebedrijven, tot de ontwikkeling van
nieuwe technieken en het stimuleren van
wetenschappelijke en industriële clustervorming.

De aangepaste strategische oriëntatie voor de
Oostendse Haven naar een Energy Port brengt
wel heel wat nieuwe uitdagingen met zich mee,
maar er moet tevens voor gezorgd worden dat
de bestaande trafieken niet verwaarloosd, laat
staan doodgeknepen worden.
Integendeel, we moeten er blijvend voor zorgen
dat er groei mogelijk blijft en als er zich
nieuwe opportuniteiten zouden aanbieden, we
steeds paraat staan om deze een kans te geven.
2. Infrastructuur/ruimtegebruik/investeringen
De heroriëntering van de Haven naar een
Energy Port, houdt een duidelijk herdenken van
het gebruik van de ruimte in, wat opnieuw gepaard
gaat met bijkomende investeringen in
infrastructuur.
Het aanpassen van de vaargeul naar Oostende
is sinds 8 februari 2010 een feit.
Nu dienen nog de beide strekdammen afgewerkt
te worden om de maximale bescherming
te bieden bij het binnen- en buitenvaren van
de haven.
- 10 -
Bedoeling is dat alles zou afgewerkt zijn tegen
de zomer van 2012. Dit project is van
heel groot belang zowel voor de scheepvaart
als voor het hele offshore gebeuren.
Niet alleen grotere schepen maar ook brede
objecten, zoals geassembleerde rotorbladen
aan een rotorkop, kunnen zo de haven aandoen.
Ondanks de huidige terugval in trafiek blijft
de haven kampen met een structureel plaatsgebrek
in de voorhaven.
De druk op de nu beschikbare haventerreinen
kan desdanig groot worden dat terrein moet
gevonden worden door het gedeeltelijk dempen
van het visserijdok zoals in het Strategisch
Plan voorzien.
Dit plan stelde daarbij letterlijk dat het functioneren
van de visserijactiviteiten gevrijwaard
moet blijven.
De visserijactiviteiten zijn er inderdaad cruciaal.
In de loop van 2010 zijn grote inspanningen
geleverd door de Stad, Gewest en

Haven om met een betrouwbare privé partner,
in casu de Zeebrugse Visveiling, tot een overeenkomst
te komen voor de uitbating van de
Vismijn.
De nieuwe "Vlaamse Visveiling" engageert zich
tot de bouw van een geheel nieuwe vismijn en
bijhorende infrastructuur waarbij het gedeeltelijk
dempen van het Visserijdok toelaat een efficiëntere
compacte structuur te bouwen ten
behoeve van veiling, visverwerking, reders en
toeleveranciers.
De visserijactiviteiten zijn hierdoor niet alleen
"gevrijwaard" maar krijgen daadwerkelijk een
nieuwe toekomst.
De terreinen aan het Zeewezendok worden
door Haven en nv Rebo heringericht ten behoeve
van logistieke activiteiten voor de offshore
windmolenparken.
Deze nieuwe bedrijvigheid brengt veel toegevoegde
waarde maar heeft nood aan heel veel
ruimte.
Anderzijds mag het duidelijk zijn dat de Haven
zijn bestemming als roro haven niet verloochent:
indien nieuwe trafieken - zelfs niet roro
zoals de fruittrafiek - zich aanbieden dan blijft
de site Zeewezendok-Tijdok-Visserijdok een
uitgelezen plaats om die trafieken te behandelen.
Passend in dit kader van off-shore en andere
haventrafieken zal de Haven, wanneer dit gemotiveerd
nodig en nuttig is, beroep doen op
bijkomende ruimte op het gedeeltelijk te dempen
visserijdok.
Met bijkomende activiteit dient ook naar mobiliteit
aandacht te gaan. Het gedeeltelijk ge-
- 11 -
dempte dok biedt de mogelijkheid de trafieken
voor de visserij volledig te scheiden van deze
voor de andere havenactiviteiten.
Op bijgaand plannetje op de volgende pagina
wordt de situatie duidelijker uitgetekend.

- 12 -

Op het einde van het Visserijdok bevinden zich
twee scheepswerven, die aan belang winnen.
Voor beiden is een oplossing voorhanden op
een andere geschikte locatie mits een regeling
voor kosten van herlocalisatie en verhuis.
Uiteraard dient eerst de verhuis georganiseerd
te worden vooraleer er kan overgegaan worden
tot het gedeeltelijk dempen van dit dok.
Op een gedeelte van het Zeewezendok wordt
een zone van 10 ha verbouwd zodat er zich
offshore-activiteiten kunnen ontwikkelen. De
infrastructuurwerken behelzen vooral het
upgraden van kaaien en de terminal van 10 ha
tot een draagkracht van 20T/m² (de huidige
draagkracht bedraagt 4T/m²).
Daarvoor werd in 2010 een nieuw bedrijf opgericht,
Rebo nv, waarin de haven 15% participeert.
De werken worden in 2011 opgestart. Een eerste
fase zal afgewerkt zijn tegen einde 2011,
omdat de eerste klant C-Power begin 2012 dit
nodig heeft.
Het resterend gedeelte van het Zeewezendok
sluit dan aan op de reeds voorhanden roropontons
en het te dempen Visserijdok. Daar
- 13 -
blijft plaats voor het aantrekken van nieuwe
roro- en/of conro-operatoren.
Aansluitend op dit gebied wordt een zone voorzien
voor toeleveranciers van het hele
offshore gebeuren.
Op deze zone is RePower reeds gevestigd.
Deze turbinebouwer heeft het contract voor C-
Power gewonnen en heeft in Oostende haar
Benelux-basis gevestigd.
Dit hele gebied zal aangesloten worden op het
spoor, dat doorgetrokken wordt vanaf de huidige
spoorparking op de Tilbury-bundel.
De afdeling Vloot van het Vlaams Gewest heeft
haar thuisbasis in Oostende. In de lente van
2011 wordt een eerste Swath opgeleverd.
Nieuwe aanmeerfaciliteiten dringen zich op
want in de loop van 2012 worden nog meer
nieuwe schepen opgeleverd.
De plannen liggen klaar voor een nieuwe vloothaven
op de plaats waar zich nu de RYCOjachtclub
bevindt. Voor deze club wordt een
uitwijkplaats in het Vuurtorendok voorzien.

De budgettering is nog niet voorzien.
Het havenbestuur heeft begin 2010 de Beliardsite
verworven. Op deze site kunnen bedrijven
geherlocaliseerd worden en kunnen auxiliaire
bedrijven gevestigd worden.
Zoals aangegeven zal de ontwikkeling van de
hernieuwbare energie een nieuwe ontwikkeling
van distributieactiviteiten tot gevolg hebben.
Vooral de zone Plassendale 1 komt in aanmerking.
In deze sector zijn ook andere activiteiten
te situeren die verband houden met het
transport van biomassa in de meest diverse
vormen.
Samen met Universiteit Gent ondersteunt Haven
Oostende de ontwikkeling van Plassendale
als innovatieregio.
Hiertoe werd ca. 20 ha achterhaven als
wetenschapspark bestemd, met het Greenbridge
Incubatie- en Innovatiecentrum als
- 14 -
startersfaciliteit en het energiekennisplatform
Power-Link als drijvende kracht. De synergie
tussen beide haveninitiatieven vormt een R&D
hub in de Oostendse cleantech regio van
Vlaanderen.
Tussen 2006 en 2008 is Electrawinds in de
incubator groot geworden. Na hun vertrek naar
een definitieve vestiging moest Greenbridge op
zoek naar een nieuwe invulling met energiegerichte
cleantech bedrijven.
Dit is vandaag een feit, meer zelfs, er is beslist
tot een verdubbeling van de capaciteit van het
Greenbridge gebouw, met als blikvanger de
“energy box”, een demonstratieruimte voor
nieuwe energietechnologieën.
Inmiddels is ook het kennisplatform Power-Link
en de ledenwerking van Power-Link vzw met
portaalsite een begrip in de cleantech wereld.

3. Aandachtspunten
In 2010 zijn er verschillende gesprekken geweest
tussen de havens van Oostende en
Zeebrugge om af te toetsen als verdere vormen
van samenwerking of integratie mogelijk
zijn.
Momenteel gebeurt de promotie en ondersteuning
van het cruise-gebeuren op een gezamenlijke
basis en dat tot ieders tevredenheid.
Sinds november 2010 zijn de beide visveilingen
ook in één onderneming opgegaan en gaat nu
door het leven onder de naam de Vlaamse Visveiling.
Ook in het luchthavendossier zitten beide havens
in eenzelfde consortium dat ondertussen
weerhouden is door het Vlaams Gewest. In de
loop van 2011 zou er normaal gezien hieromtrent
een beslissing vallen.
Het is afwachten hoe de gesprekken dit jaar
vorderen, maar alleszins moet het dit jaar duidelijk
worden als er verder kan gegaan worden
dan de huidige vormen van samenwerking
of niet.
De haven uitspelen als Energy Port is een
goede strategische beslissing, maar de hui-
- 15 -
dige trafieken mogen hierbij niet verwaarloosd
worden.
We zien dat de general cargo goed stand houdt
en dat er hierin meer en meer diversificatie
komt. Deze activiteiten versterken is zeker
belangrijk.Ook de roro-sector wordt verder op
de voet gevolgd. In de eerste plaats wordt de
nodige steun gegeven aan de bestaande lijn
van Transeuropa Ferries die 6 afvaarten per
dag verzorgd tussen Oostende en Ramsgate.
Andere rederijen zijn nog steeds meer dan welkom
en dan mikken we in de eerste plaats op
een lijn naar het noorden van Engeland.
Haven Oostende heeft dankzij haar niet aflatende
druk op de Thanet District Council, die
eigenaar is van de haven van Ramsgate, een
grotere interesse kunnen bekomen vanwege
de Thanet District Council in haar haven.
Dankzij de nieuwe, goede verstandhouding
tussen beide havens komen nieuwe
opportuniteiten naar boven.
We denken hier bvb. aan de windmolenindustrie,
de kosten voor het onderhoud van
de havens en de rederij Transeuropa Ferries.

4. Veiligheid
De veiligheid in een haven bestaat uit verschillende
aspecten. Je hebt de veiligheid op de
werkvloer, waarvoor elke onderneming zorg
draagt; er is de veiligheid van de installaties
en infrastructuur, die constant wordt opgevolgd;
er is de veiligheid van het transport en het behandelen
van goederen en tenslotte heb je de
veiligheid van het havengebied, waarbij vooral
gedoeld wordt op de grensbewaking en grenscontrole.
Dit laatste aspect is een fenomeen van het laatste
decennium waar in onze buurt alle kanaalhavens
mee geconfronteerd worden.
Er zijn hierin heel wat investeringen gebeurd
de laatste jaren, gaande van verbeterde omheiningen
met grote weerstand en
indringingsdetectie, over detectiematerialen
allerhande tot een camerasysteem die de cruciale
punten in de haven continu bewaakt. Hiervoor
werd een zevental jaar geleden een
nieuwe firma opgericht: E-Port.
De solidariteit tussen alle havengebruikers en
- 16 -
officiële diensten (scheepvaartpolitie,
scheepvaartbegeleiding, vloot, haven) is de
basis voor dit uniek systeem, dat meteen de
ISPS certificatie (International Ship and Port
Facility Security Code) van alle operatoren
garandeert.
Uiteindelijk dient deze aanzienlijke inspanning
ten goede te komen aan alle klanten die de
diensten in de Oostendse haven gebruiken
om hen te beschermen tegen alle ongemakken
te wijten aan illegale migratie, smokkel,
diefstal, vandalisme en andere criminele activiteiten.
Momenteel zijn er onderhandelingen bezig
met de scheepvaartpolitie om het systeem
nog verder te verfijnen en extra investeringen
te plaatsen. Zo wordt er gedacht aan de
installatie van ANPR (nummerplaatherkenning)
op de toegang naar de terminal.

5. Tewerkstelling
In en rond de havenzone van Oostende zijn er
ongeveer 300 bedrijven actief. Op basis van
de gegevens die gepubliceerd worden door de
Nationale Bank van België en die betrekking
hebben op 2009, realiseren de bedrijven in het
havengebied van Oostende een directe
tewerkstelling van 5000 personen.
Dit is een sterke stijging vergeleken met het
jaar 2000. Bovendien blijkt ook dat de haven
de economische crisis goed is doorgekomen
- 17 -
wat dit aspect betreft.
Binnen de tewerkgestelden in het havengebied
heb je ook de havenarbeiders.
Ze hebben een eigen statuut en een afzonderlijk
systeem voor sociale zekerheid. In Oostende
staan er nog 49 havenarbeiders ingeschreven
die in 2010 5.698 arbeidstaken hebben
gepresteerd.
Dit is flink wat minder dan de laatste jaren en
is volledig toe te schrijven aan het wegtrekken
van Cobelfret uit Oostende.

6. Toegevoegde Waarde
In dezelfde studie van de Nationale Bank van
België wordt ook telkens de directe toegevoegde
waarde vermeld die in de Oostendse
zeehaven wordt gerealiseerd.
Er worden hierin twee clusters onderscheiden:
de maritieme en de niet-maritieme cluster.
De maritieme cluster zijn deze bedrijven die
rechtstreeks betrokken zijn bij het zeehavengebeuren,
terwijl de niet-maritieme cluster deze
7. Maatschappelijke dynamiek
Sinds de opstart van de haven in haar huidige
structuur in 1997 heeft het de flexibiliteit steeds
hoog in het vaandel gedragen. Als een kleine
haven wilden en willen we nog steeds heel vlug
inspelen op opportuniteiten en veranderingen
die zich voordoen.
De crisis heeft de haven erg geraakt. In plaats
van zich te blijven focussen op de traditionele
trafieken werd er geopteerd om daarnaast ook
de kaart van de hernieuwbare energie te kiezen
in al haar facetten.
De offshore industrie is daar een heel belangrijk
onderdeel van. Een aantal jaar geleden was
er daar nog geen sprake van, laat staan bij de
opstart, nu zo'n 14 jaar geleden.
We denken dat door die keuze, de haven een
stabielere basis zal hebben. Naast de aan- en
afvoer van maritieme trafieken kan zo een an-
- 18 -
bedrijven zijn die een heel sterke band hebben
met de zeehaven: meer bepaald de industrie,
groothandel, transport en logistieke dienstverlening.
Ook hier zijn enkel de cijfers t.e.m. 2009 bekend.
De totale toegevoegde waarde is in 2009 geslonken,
wat niet zo verwonderlijk is met de
economische crisis die nog heel fel werd gevoeld.
Toch was de terugval niet echt dramatisch.
Alle getallen vermeld zijn in miljoenen
euro's.
der segment aangeboord worden die meer
zekerheid en standvastigheid moet bieden in
onzekere tijden.
Door het creëren van een offshore hub in
Oostende zien we nu reeds dat er een grote
interesse is van afgeleide industrieën en toeleveranciers
in deze sector, wat ongetwijfeld
leidt naar extra tewerkstelling, investeringen
en toegevoegde waarde.
Dit is een heel andere maatschappelijke dynamiek
die zich begint te ontwikkelen hier in
Oostende.
Nu deze weg is ingeslagen, is het best mogelijk
dat de haven er over 5 jaar totaal anders
zal uitzien.
Dit toont nogmaals aan dat havens heel dynamische
plaatsen moeten zijn die vlug moeten
inspelen op opportuniteiten die zich voordoen.

Structuur van het AG Haven Oostende & Trafiekcijfers
Raad van Bestuur
Voorzitter Johan Vande Lanotte
Afgevaardigd bestuurder Paul Gerard
Bestuurder directeurs Eddy Pannecoucke
Bart Tommelein
Jean Vandecasteele
Bart Bronders
Bestuurders Georges Allaert
Frank Blomme
Tom Bulcke
Luc De Vleminck
Wouter De Vriendt
Kelly Debreuck
Annemie Dewinter
Geert Lambert
Jacky Maes
Eddy Tulpin
Christiane Van Rijckegem
Christian Verougstraete
Havencommissaris Antoon Colpaert
Commissarissen Deloitte Bedrijfsrevisoren vertegenwoordigd
door Dirk Van Vlaenderen
Hilde Veulemans
Yves Miroir
Werking
Het Autonoom Gemeentebedrijf Haven Oostende (AGHO) heeft 18 bestuurders, bestaande uit
11 gemeenteraadsleden en 7 deskundigen, die éénmaal per trimester vergaderen onder het
voorzitterschap van Johan Vande Lanotte. Daarnaast komt een directiecomité, bestaande uit 5
bestuurders, om de 14 dagen bij elkaar om over de lopende zaken te beslissen.
Het dagelijks bestuur tenslotte wordt verzorgd door P. Gerard als afgevaardigd bestuurder. Hij
staat aan het hoofd van een team met 5 diensten die bijna 50 personen tewerkstellen.
De 5 diensten zijn Administratie & Financiën, Technische dienst, Nautische dienst, Milieudienst
en de Commerciële dienst.
- 19 -
Directiecomité

Structuur van het AG Haven Oostende & Trafiekcijfers
Daarnaast heeft het Autonoom Gemeentebedrijf Haven Oostende een aantal filialen:
- de nv Multitech (99,99%) die ontstaan is in de schoot van de werkplaats en die opdrachten
uitvoert voor derden, voornamelijk in het domein van de oppervlaktebehandeling
van diverse materialen
- de nv E-Port Communications Systems (50%) die het havenbeveiligings- en
communicatiesysteem aanlegt, beheert en uitbreidt wanneer de opportuniteit zich
voordoet
- de vzw Power-Link om structuur te geven aan de inspanningen omtrent hernieuwbare
energie
- De nv Greenbridge incubatie- en Innovatiecentrum waarin AGHO deelneemt voor
8,6% van het kapitaal
- De nv Rebo (Renewable Energy Base Ostend/ 15%) die tot doel heeft op te treden als
logistiek ontwikkelaar in de haven van Oostende op bepaalde terreinen ten dienste
van hernieuwbare energie
- De nv Ostend Trade (100 %) die de site Beliard bezit maar verder geen activiteit heeft.
- 20 -

1. Financiële resultaten boekjaar 2010 - kerngegevens
- 21 -

Kerngegevens
De totale opbrengsten voor het boekjaar 2010 bedragen 10.988.491 euro.
De kosten bedragen 10.591.791 euro, waarvan 2.810.828 euro afschrijvingen die gedeeltelijk
te compenseren zijn met de kapitaalsubsidies op de infrastructuur ten belope van
1.327.707 euro.
De winst vóór belasting van het boekjaar bedraagt aldus 396.700 euro.
De cash-flow bedraagt 1.879.821 euro.
Op een balanstotaal van 46.496.849 euro bedraagt het eigen vermogen 42.336.583 euro.
Voor infrastructuurwerken op de c-power site werd een lening op 15 jaar aangegaan voor
1.950.000 euro waarvan op balansdatum reeds 241.183 euro was terugbetaald.
- 22 -