You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
ming (proprioperceptie) het opbouwen van motonsch-sensorische<br />
Gestalten bijzonder gunstig beïnvloedt,<br />
c.q. daarvoor noodzakelijk is. Deze training<br />
via zelfwaarneming ontwikkelt dus ook planvorming,<br />
eupraxie. Zoals uit de proeven met de blaasor<br />
geltjes en met liplezen bleek, speelt hierin niet<br />
alleen de waarneming een rol, maar ook het geheugen<br />
en de voorstelling.<br />
Ook het tempo en het ritme spelen bij deze Gestaltvorming<br />
een grote rol. Wij komen hier onder op<br />
terug.<br />
Hoe schakelt de motori-sensorische Gestalt via<br />
zelfwaarneming verkregen, over op ander-waarneming?<br />
Welk physiologisch mechanisme hierachter<br />
zit, is ons nog niet bekend. Niet ten onrechte veronderstelt<br />
men een functie van een "comparator" in<br />
onze hersenen (Fairbanks 1954). Hoe komt het bv.<br />
dat wij een ander vaak zo gemakkelijk nadoen (idem<br />
D| j sommige dieren als papegaaien, apen e.d.)? Er<br />
moet een functie werkzaam zijn die de binnenkomende<br />
waarneming over het gedrag van anderen<br />
als het ware vergelijkt met de eigen mogelijkheden,<br />
en naar vermogen echoïsch gedrag ontlokt. Bij ons<br />
gehoor is een "echoïsch geheugen" (Murray 1967)<br />
ontdekt. Wellicht bestaat ook zoiets bij het zien, speciaal<br />
bij doven (Hofmarksrichter 1931). Deze "comparator",<br />
wanneer hij steeds door "ander-waarnemingen"<br />
(bv. de spraak van de moeder) wordt gebombardeerd,<br />
modelleert ook meer en meer de eigen<br />
motori-sensorische Gestalten, die eerst alleen<br />
°P de zelfwaarneming dreven ("shaping"). Aldus<br />
richt het organismez/'c/) meer en meer op de anderwaarneming,<br />
bv. het liplezen van anderen en anderen<br />
naspreken, het ritme van het spreken van anderen<br />
overnemen. Aldus worden de motori-sensorische<br />
Gestalten meer en meer geprofileerd overeenkomstig<br />
de gedragswijzen van de omgeving.<br />
5. Mentale sturing.<br />
Wij willen onze aandacht nog bijzonder richten op<br />
de werkzaamheid van geheugen en voorstelling (been<br />
onbewust) t.o.v. het sturen van onze bewegingen,<br />
met name van ons spreken.<br />
a. Mentale beelden, verkregen uit de waarneming<br />
van onze eigen bewegingen.<br />
Men weet dat balletdansers voor de spiegel oefenen.<br />
Zoals boven reeds gezegd, maken ze daardoor<br />
hun moeilijke bewegingen meer transitief en aldus<br />
gemakkelijker stuurbaar. Wanneer ze echter hun<br />
dans uiteindelijk gaan uitvoeren, is er geen spiegel<br />
aanwezig. Maar de danser ziet zichzelf in zijn voorstelling<br />
dansen, en wat eerst de visuele-waarneming<br />
deed, doet nu die voorstelling. Hij stuurt zichzelf<br />
mentaal visueel. - Wanneer een musicus, bv.<br />
een concert-pianist, zijn partituur doorstudeert om<br />
zich een beeld van de juiste uitvoering te vormen,<br />
alsmede om die muziek van buiten te leren, hoort hij<br />
zich mentaal spelen. Hij past een soort "mental training"<br />
toe, zoals ook zwemmers doen vóór ze een<br />
kunstduik nemen. - Sommige op latere leeftijd plot<br />
seling doof geworden mensen, horen zichzelf nog<br />
spreken, zijn er zich niet van bewust dat dit slechts<br />
een "mentaal horen" kan zijn. Slagen ze erin van een<br />
ander spraak af te zien, dan menen ze hem ook te<br />
horen. Zien ze op straat een auto aankomen, dan<br />
"horen" ze die ook. Zij blijven hun spreken nog sturen<br />
via die mentale hoor-beelden (van Uden 1963).-<br />
De meeste blindgewordenen, wanneer ze een<br />
voorwerp betasten, zien dat voorwerp mentaal. En<br />
dit "zien" helpt hen om meteen bv. de knop van de<br />
kastdeur te grijpen. De visuele voorstelling helpt<br />
hun een bepaalde beweging juist uit te voeren.<br />
Wat de zojuist genoemde "mental training" betreft,<br />
is men totde bevinding gekomen, dat deze zeer sterk<br />
verbeterd kan worden door van de "trainee" videoopnamen<br />
te maken en hem die meteen na de uitvoering<br />
van de betrokken beweging te vertonen (zie bv.<br />
C ratty 1964).<br />
Wanneerwij dus dove kinderen zó voorde spiegel of<br />
door middel van een video-recorder oefenen, dat ze<br />
zichzelfz/e/7 spreken, kunnen wij er zeker van zijn dat<br />
ze een soort mentale sturing opbouwen, dat ze hun<br />
spreken ook visueel zullen sturen wanneer in de<br />
gewone dagelijkse omgang er geen spiegel of<br />
recorder aanwezig is. - Hetzelfde geldt voor de<br />
looptraining. We zeiden boven, dat dove kinderen<br />
kunnen leren zichzelf te horen spreken (bewezen<br />
door het Lee-effect, DiCarlo 1960). Niets belet ons te<br />
veronderstellen, dat, ook wanneer het hoorapparaatje<br />
eens kapot is, het kind bv. het ritme van zijn<br />
spreken toch mentaal via geluidwaarneming blijft<br />
sturen.<br />
b. Mentale sturing via associaties.<br />
Men zou ook de voorstellingsbeelden, zojuist behandeld,<br />
associaties kunnen noemen. Er is echter dit<br />
verschil, dat zij effecten van de eigen beweging zijn.<br />
Iets anders echter treedt op, wanneer bv. iemand<br />
een landschap schildert onder invloed van de<br />
"Mondschein Sonate" van Beethoven. Hij stuurt<br />
zich dan via associaties. Hetzelfde wanneer iemand<br />
via een landkaart de weg kan vinden, of ook wanneer<br />
hij plotseling stopt bij rood signaal.<br />
Iets dergelijks gebeurt bij doven, wanneer ze hun<br />
lipstanden sturen via de symbolen van Zr. Rosa de<br />
Werd (zie van Uden 1952) of van Sophia Alcorn (zie<br />
Streng 1955). Ze hebben bv. de OE leren associëren<br />
met: o, de 00 met: O, de IE met: —, de EE met:<br />
O (het streepje op het eind van dit symbool<br />
duidt de kleine IE aan op het einde van de EE, als in<br />
been). (Deze symbolen hangen ook samen met liplezen.)<br />
Een ander associatief stuurmiddel zijn de klankgebaren,<br />
bv. die van Zr. Theresia van Driel (1934):<br />
bij de S houdt men de pinktop voor het midden van<br />
de mond om het kleine gleufje tussen tongpunt en<br />
tandkas (alveolus) aan te geven;<br />
bij neusklanken drukt men met de wijsvinger op de<br />
neus;<br />
bij de EE houdt men wijsvinger en middelvinger<br />
55