e n e r g i e s t u d i e s e n a d v i e s - GHW
e n e r g i e s t u d i e s e n a d v i e s - GHW
e n e r g i e s t u d i e s e n a d v i e s - GHW
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
e n e r g i e s t u d i e s e n a d v i e s<br />
V O O R S T U D I E E P B<br />
Datum<br />
Dossiernummer<br />
Naam<br />
Project<br />
EPB EPC EAP haalbaarheidsstudies contact<br />
<strong>GHW</strong> Studiebureau bvba<br />
Opitterpoort 10 • 3960 Bree<br />
Tel: 089 481 381<br />
Fax: 089 844 679<br />
www.ghwstudiebureau.be • info@ghwstudiebureau.be
2<br />
I N H O U D S T A B E L<br />
1. R E S U L T A T E N .................................................................................................................................... 3<br />
2. O V E R Z I C H T V A N D E E I S E N + O P M E R K I N G E N .............................................................. 4<br />
2.1 THERMISCHE ISOLATIE ........................................................................................................................... 4<br />
2.2 ENERGIEPRESTATIE................................................................................................................................. 5<br />
2.3 BINNENKLIMAAT .................................................................................................................................... 6<br />
3. A F B A K E N E N B E S C H E R M D E V O L U M E ................................................................................. 6<br />
4. K O U D E B R U G G E N ............................................................................................................................ 7<br />
5. L U C H T D I C H T H E I D ......................................................................................................................... 8<br />
6. S C H E I D I N G S C O N S T R U C T I E S T E C H N I S C H E K O K E R S .................................................. 9<br />
6.1 DOORLOPENDE TECHNISCHE KOKERS ZONDER SCHEIDINGEN T.H.V. DE VERDIEPINGSVLOEREN ........ 9<br />
6.2 TECHNISCHE KOKERS MET SCHEIDINGEN T.H.V. DE VERDIEPINGSVLOEREN ....................................... 10<br />
7. D E T A I L T A B E L M A T E R I A L E N ................................................................................................ 11<br />
8. D E T A I L T A B E L I N S T A L L A T I E S .............................................................................................. 12<br />
9. V E N T I L A T I E .................................................................................................................................... 13<br />
9.1 ALGEMEEN ........................................................................................................................................... 13<br />
9.2 PULSIE VAN LUCHT ............................................................................................................................... 14<br />
9.3 DOORSTROMEN VAN LUCHT ................................................................................................................ 14<br />
9.4 EXTRACTIE VAN LUCHT ......................................................................................................................... 15<br />
9.5 VEREISTE DEBIETEN: EXTRACTIE VAN LUCHT (GELDIG VOOR ELK APPARTEMENT) ............................ 16<br />
9.6 VEREISTE DEBIETEN: PULSIE VAN LUCHT ............................................................................................ 16
1. R E S U L T A T E N<br />
Beschermde volume: 3779,13 m³<br />
Verliesoppervlak: 1790,55 m²<br />
Compactheid: 2,11<br />
Gemiddelde U-waarde: 0,55 W/m²K<br />
K-PEIL 40<br />
Beknopte<br />
omschrijving van de<br />
vooropgestelde<br />
isolatiematerialen en<br />
installaties:<br />
3<br />
Spouwisolatie<br />
Isolatie plat dak<br />
Isolatie hellend dak<br />
Vloerisolatie<br />
Buitenschrijnwerk<br />
Beglazing<br />
8 cm MW<br />
10 cm PUR<br />
18 cm MW<br />
5 cm gespoten PUR<br />
Aluminium<br />
Klasse 2.1: Uf ≤ 2,8<br />
Superisolerend 1,1<br />
Verwarming<br />
Sanitair<br />
Ventilatie<br />
Condensatieketel HRtop<br />
Locatie: berging<br />
Lengte sanitaire leidingen<br />
vanaf berging gerekend<br />
Ventilatiesysteem A;<br />
natuurlijke pulsie,<br />
natuurlijke extractie<br />
Hieronder een overzicht van alle appartementen met hun respectievelijke K-peil, E-peil en oververhittingsindicator.<br />
K-peil: Met de materialen van de basisberekening voldoet men aan de normen voor hetK-peil.<br />
E-peil: Met de vooropgestelde installaties en materialen voldoet men niet overal aan het E-peil. In onderstaande tabel zijn<br />
er enkele simulaties gemaakt met andere installaties om de E-peil norm van E80 te halen.<br />
Oververhittingsindicator: Deze mag niet hoger zijn dan 17500 Kh, anders wordt er een boete opgelegd. Tussen 8000 en<br />
17500 worden er wel strafpunten ingerekend voor het E-peil, maar dit heeft geen boete als gevolg. Er werd gerekend met<br />
heldere beglazing (g-waarde 0,64) en rekening gehouden met de beschaduwing door overstekende terrassen / balkons.<br />
1 deelproject: bouwen van 12 appartementen<br />
BASIS-<br />
BEREKENING<br />
K<br />
(Kmax=<br />
45)<br />
E<br />
(Emax=<br />
80)<br />
Oververhitting<br />
E<br />
(Emax = 80)<br />
SIMULATIES<br />
1 2 3<br />
Oververhitting<br />
K E<br />
E<br />
(Emax = 80)<br />
App. 1 40 82 12000 82 10046 39 80 84 70<br />
App. 2 40 80 11365 81 9458 39 80 84 71<br />
App. 3 40 80 11114 80 9240 39 79 83 71<br />
App. 4 40 77 10933 78 8835 39 77 81 68<br />
App. 5 40 85 16085 83 14277 39 81 85 76<br />
App. 6 40 79 13563 78 12265 39 77 82 73<br />
App. 7 40 78 12915 78 11773 39 76 81 72<br />
App. 8 40 79 14119 78 12780 39 77 82 73<br />
App. 9 40 87 19102 83 15739 39 82 85 72<br />
App. 10 40 78 14939 77 13588 39 76 80 68<br />
App. 11 40 76 14765 75 13561 39 74 78 66<br />
App. 12 40 83 18809 79 14923 39 78 82 69<br />
Simulatie 1: Zonwerende beglazing voorzien voor de raampartijen aan de achtergevel (Zuid-West)<br />
Simulatie 2: Spouwisolatie bijkomend wijzigen in 8 cm PUR<br />
Simulatie 3: Systeem A vervangen door systeem C (natuurlijke pulsie ; mechanische extractie van lucht)<br />
Simulatie 4: Luchtdichtheidstest uitvoeren met resultaat n50 = 2 in combinatie met simulatie 1+2.<br />
4<br />
E<br />
(Emax = 80)
4<br />
2. O V E R Z I C H T V A N D E E I S E N + O P M E R K I N G E N<br />
In de energieprestatieregelgeving onderscheidt men 3 eisen:<br />
Let op: bij het niet voldoen aan deze eisen, worden er (zware) boetes opgelegd.<br />
▫ Om dit te vermijden heeft u er alle belang bij om wijzigingen in materialen en installaties terug te koppelen<br />
zodat geverifieerd kan worden of de aanpassingen geen negatieve invloed hebben op het resultaat.<br />
▫ De ervaring leert ons dat er op vlak van ventilatie regelmatig tekorten vast gesteld worden. Aarzel daarom niet<br />
om ons te contacteren indien er onduidelijkheden zijn. Wij zijn ook steeds bereid om offertes van<br />
ventilatiesystemen of buitenschrijnwerk met roosters na te kijken om te zien of aan alle eisen voldaan is.<br />
2.1 THERMISCHE ISOLATIE<br />
Max. K-peil voor het<br />
gebouw in zijn totaliteit:<br />
K 45 voor<br />
woongebouwen, …<br />
Max U-waarden (min Rwaarden)<br />
voor de<br />
afzonderlijke<br />
scheidingsconstructies<br />
▫ Met de vooropgestelde materialen voldoet men aan de normen voor het K-peil.<br />
De juiste raamprofielen zijn nog niet bekend, voorlopig werd gerekend met aluminium<br />
profielen met een vrij beperkte isolerende waarde zodat het uiteindelijke resultaat<br />
normaal steeds beter zal zijn.<br />
Op volgende plaatsen moet men opletten om te voldoen aan de Umax en Rmin waarden.<br />
▫ Vloerisolatie: deze werd nog niet vast gelegd. Let op: bij de meeste cementgebonden<br />
soorten (vb. isobet, styrobet, …) moet men minstens 8 cm aanbrengen om te voldoen<br />
aan de minimale R-waarde die voor vloeren bepaald is. Voor schuimbeton moet zelfs 12<br />
tot 15 cm voorzien worden. Hiermee moet rekening gehouden worden in de hoogte van<br />
de vloeropbouw. Als men niet voldoende hoogte voorzien heeft, kan men overstappen<br />
op gespoten PUR (minstens 3 cm nodig om te voldoen aan de minimale R-waarde).<br />
In deze voorstudie werd voorlopig gerekend met 5 cm gespoten PUR.<br />
▫ Verdiepingsvloeren boven buitenomgeving moeten een U-waarde hebben kleiner dan<br />
0,6 W/m²K. Dit kan op 2 manieren: plaatselijk vloerisolatie op het verdiep ofwel isolatie<br />
in een vals plafond aan de onderzijde van de welfsels. Deze laatste optie is in de meeste<br />
gevallen de beste zodat koudebruggen vermeden kunnen worden.<br />
Minimale diktes: Gespoten PUR op verdiepingsvloer: 4 cm<br />
Minerale wol tussen kepers aan onderzijde: 6 cm<br />
Let op: enkel de tussenvloerisolatie (5 cm isobet) is onvoldoende. Men moet<br />
bijkomend isoleren om te voldoen aan de norm.<br />
▫ De gemene muur in contact met de buren moet een U-waarde hebben < 1,0 W/m²K, dwz<br />
minstens 2 cm isolatie voorzien.<br />
▫ De gemeenschappelijke traphallen worden binnen het beschermde volume<br />
beschouwd. Voordeel is dat er geen extra verliesoppervlakte gecreëerd wordt naar de<br />
appartementen toe. Nadeel is dat er enkele moeilijk te isoleren stukken wel degelijk<br />
geïsoleerd moeten worden:<br />
De stukjes binnenmuren tussen de traphallen en de kelder (onder trap naar verdiep).<br />
Dit kan onder andere op volgende manieren gerealiseerd worden.<br />
Muren ontdubbelen: spouwmuur met 2 cm isolatie voorzien.<br />
Muren bekleden met geïsoleerde gyproc (minstens 3 cm isolatie).<br />
Muren in Ytong C3/450 voorzien, dit voldoet vanaf 15 cm dikte.<br />
De trappen van het gelijkvloers naar het verdiep. Deze moet aan de onderzijde<br />
geïsoleerd worden met minstens 4 cm XPS of 3 cm PUR.
5<br />
2.2 ENERGIEPRESTATIE<br />
Maximaal E-peil<br />
(prim. energieverbruik):<br />
E 80 voor<br />
woongebouwen.<br />
▫ De hoofdzolder werd volledig buiten het beschermde volume beschouwd, met<br />
uitzondering het deel van de gemeenschappelijke traphallen. Alle scheidingswanden in<br />
contact met de hoofdzolder moeten geïsoleerd worden.<br />
Het plafond van het 2 e verdiep. Dit moet voldoen aan Umax = 0,30 W/m²K. Volgens<br />
de doorsnede wordt er isolatie uitgerold over de zoldervloer. 18 cm minerale wol<br />
resulteert in een U-waarde van 0,21 W/m²K. Dit is ruim voldoende.<br />
De traphallen lopen wel door tot onder het hellende dak. De muren tussen de<br />
gemeenschappelijke traphallen en de zolder moeten dan voldoen aan Umax = 0,40<br />
W/m²K. Dit wil zeggen: minstens 8 cm minerale wol / XPS of 5 cm PUR.<br />
▫ Alle scheidingswanden rond technische kokers moeten voldoen aan Umax = 1,0 W/m²K.<br />
Zie ook hoofdstuk 6.<br />
▫ Alle scheidingswanden tussen de verschillende appartementen en tussen traphallen en<br />
appartementen moeten voldoen aan Umax = 1,0 W/m²K .<br />
Tussenmuren<br />
Muren ontdubbelen: spouwmuur met 2 cm isolatie voorzien.<br />
Muren bekleden met geïsoleerde gyproc (minstens 3 cm isolatie).<br />
Muren in Ytong voorzien, dit voldoet zonder bijkomende isolatie.<br />
Op de plannen werden alle tussenmuren ontdubbeld voorzien. Met 2 cm isolatie is<br />
dit voldoende.<br />
De volledige verdiepingsvloer, behalve de stukjes in de traphallen.<br />
Verdiepingsvloeren kunnen geïsoleerd worden met een isolerende uitvullingslaag.<br />
Bij gespoten PUR is een laag van 2 cm voldoende.<br />
Bij cementgebonden isolerende mortels is ongeveer 5 cm voldoende.<br />
In deze voorstudie werd voorlopig gerekend met 5 cm isobet.<br />
▫ Per subdossier mag 2 % van het verliesoppervlak afwijken van de normen voor Umax en<br />
Rmin-waarden.<br />
▫ De uiteindelijke E-waarde zal nog afwijken van de waarde die hier berekend werd omdat<br />
deze afhankelijk is van een aantal factoren die op dit moment moeilijk in te schatten zijn<br />
(vb. parameters verwarming, koeling, ventilatie, luchtdichtheid, …).<br />
Het uiteindelijke resultaat zal waarschijnlijk gunstiger zijn dan de waarde die hier<br />
berekend werd.<br />
▫ Let op: voor bouwaanvragen vanaf 1 januari 2010 gelden er verstrengde EPB-eisen. Het<br />
maximale E-peil is gedaald van E100 naar E80.<br />
▫ In de basisberekening voldoet men niet overal aan de normen voor het E-peil.<br />
Ondanks het feit dat dezelfde materialen en installaties gebruikt werden, zijn er grote<br />
verschillen in het E-peil. Dit heeft volgende oorzaken:<br />
Appartement 1, 5 en 9 hebben een hoger E-peil omdat ze aan de buitenzijde van het<br />
gebouw gelegen zijn (niet volledig ingesloten zoals de rest.<br />
Appartement 9 en 12 hebben een zeer hoge oververhittingsindicator waardoor meer<br />
strafpunten in rekening gebracht worden.<br />
▫ In bovenstaande tabel zijn er enkele simulaties gemaakt met andere installaties om de Epeil<br />
norm van E80 te halen.
6<br />
2.3 BINNENKLIMAAT<br />
Minimale ventilatievoorzieningen. Zie verder: hoofdstukje ventilatie<br />
Beperking van risico op oververhitting<br />
in de zomer.<br />
Zie vorige: hoofdstuk resultaten<br />
▫ Zonwerende maatregelen zijn verplicht voor appartementen met een<br />
oververhittingsindicator hoger dan 17500 Kh. Zoniet wordt er boete<br />
opgelegd.<br />
▫ Zonwerende maatregelen zijn aan te raden voor appartementen met een<br />
oververhittingsindicator tussen de 12000 Kh en 17500 Kh (zoniet<br />
strafpunten in E-peil).<br />
▫ Zonwerende beglazing heeft enkel een gunstige invloed voor de<br />
appartementen op de verdiepingen.<br />
▫ Bij voorkeur wordt er gebruik gemaakt van externe zonwering in plaats<br />
van zonwerende beglazing omdat op die manier de warmtewinsten in<br />
koudere periodes optimaal benut kunnen worden.<br />
3. A F B A K E N E N B E S C H E R M D E V O L U M E<br />
Het beschermde volume is het gedeelte van het gebouw dat men wenst te verwarmen en waarrond men isolatie<br />
aanbrengt. Deze isolatieschil mag nergens onderbroken worden.<br />
Let op: kelders die verwarmd worden, moeten geïsoleerd worden.<br />
Indien een ruimte verwarmd wordt, moet hij namelijk binnen het beschermde volume beschouwd worden. Bijgevolg is<br />
het verplicht om isolatie te voorzien in de buitenwanden van deze ruimte (muren, vloeren, dak,…).<br />
Hier wordt het beschermde volume als volgt bepaald:<br />
▫ De kelder/garage werd volledig buiten het beschermde volume beschouwd, isolatie aanbrengen in vloer gelijkvloers.<br />
Het volume op het gelijkvloers boven de keldertrap en onder de gemeenschappelijke trappen naar het verdiep ligt<br />
daardoor buiten het beschermde volume.<br />
▫ De hoofdzolder werd volledig buiten het beschermde volume beschouwd. De isolatie wordt aangebracht in het<br />
plafond van het 2 e verdiep en in de muren tussen de gemeenschappelijke traphallen en de zolder.
7<br />
4. K O U D E B R U G G E N<br />
Voor dit dossier is de problematiek rond koudebruggen nog geen verplichting (gaat pas in voege april 2010). Toch is het<br />
raadzaam om hier aandacht voor te hebben zodat zo veel mogelijk koudebruggen vermeden kunnen worden. Daarom,<br />
enkel ter informatie, toch een woordje uitleg over dit onderwerp.<br />
De veelgebruikte en alomgekende term<br />
‘koudebrug’ wordt bewust niet meer gebruikt in<br />
de regelgeving wegens de negatieve connotatie<br />
die ermee samenhangt. In de bouwpraktijk<br />
wordt een koudebrug meestal aanzien als een<br />
plaats waar ongeoorloofde warmteverliezen<br />
optreden en waar condensatie- en<br />
schimmelproblemen kunnen voorkomen. (vb.<br />
draagvloeren die contact maken met het<br />
buitenspouwblad, tot buiten doorgestorte<br />
betonlateien, …).<br />
Indien men echter aandacht schenkt aan een koudebrugarme detaillering en correcte uitvoering, kunnen de genoemde<br />
problemen tot een minimum herleid worden en kan men in principe niet meer spreken van een ‘koudebrug’.<br />
Daarom wordt de term ‘bouwknoop’ geïntroduceerd. Deze term dekt de verzameling van plaatsen in de gebouwschil waar<br />
er mogelijk extra warmteverlies kan optreden, zonder dat men daarom te maken heeft met ongeoorloofd warmteverlies<br />
en/of condensatie- en schimmelproblemen.<br />
Koudebruggen moeten verplicht in rekening gebracht<br />
worden bij dossiers waarvan de vergunning aangevraagd<br />
werd na 01/04/2010.<br />
Het kan een negatieve invloed op het K-peil hebben tot meer<br />
dan 10 K-punten.<br />
Er zijn 3 methodes:<br />
▫ Gedetailleerde methode met gevalideerde software<br />
▫ Methode van de EPB-aanvaarde knopen: + 3 K-punten<br />
▫ Forfaitaire toeslag: + 10 K-punten<br />
In de praktijk zal men over het algemeen enkel de methode<br />
van d e EPB-aanvaarde knopen toepassen. Indien men dan<br />
kan aantonen dat alle bouwknopen ‘EPB-aanvaard’ zijn, zal<br />
er een toeslag van 3 K-punten gerekend worden.<br />
Bouwknopen die niet voldoen, worden nog eens extra<br />
aangerekend.<br />
Enkele voorbeelden<br />
Minimale contactlengte Tussenvoeging isolerende delen Weg van minste weerstand<br />
De minimale<br />
contactlengte<br />
tussen<br />
isolatielagen<br />
moet<br />
minstens<br />
gelijk zijn aan<br />
de helft van<br />
de kleinste dikte.<br />
λ ≤ 0,2 W/mK<br />
R bedraagt minstens de helft<br />
van de warmteweerstanden<br />
van de aanpalende<br />
scheidingsconstructies<br />
De minimale contactlengte<br />
tussen isolatielagen moet<br />
minstens gelijk zijn aan de<br />
helft van de kleinste dikte.<br />
De lengte van de<br />
weg van de<br />
minste<br />
weerstand moet<br />
groter of gelijk<br />
zijn aan 1 meter.
8<br />
5. L U C H T D I C H T H E I D<br />
Algemeen<br />
Wind, verwarming en mechanische ventilatie veroorzaken verschillen in luchtdruk tussen<br />
binnen- en buitenomgeving. Daardoor ontsnapt heel veel warmte via kieren en spleten naar<br />
buiten. Het is daarom van belang om zoveel mogelijk kieren en spleten af te dichten. Zo<br />
vermijdt men tocht en warmteverlies, wat het comfort verhoogt.<br />
Een goed luchtdicht resultaat bereikt men door onder meer aandacht te besteden aan<br />
volgende punten:<br />
Bij buitenmuren in metselwerk: de muren aan de binnenzijde bepleisteren (ook<br />
garagemuren en zoldermuren binnen het beschermde volume).<br />
Bij daken en bij houtskeletbouw: een aparte luchtdichte folie aanbrengen, die vervult ook<br />
de functie van dampscherm.<br />
Bij ramen en daken: verzorg de aansluitingen aan de buitenmuren.<br />
Doorvoeren van kanalen en leidingen door de gebouwschil.<br />
Door luchtdicht te bouwen, gaat men ook de hoeveelheid vocht in de constructie beperken. Vochtig isolatiemateriaal<br />
isoleert minder goed, maar kan ook condensatieproblemen, schimmelvorming of bouwschade tot gevolg hebben.<br />
Hou er ook rekening mee dat het doorboren van een luchtscherm voor bedradingen of omwille van andere redenen<br />
gevolgen heeft voor de luchtdichtheid van het geheel. Daarom kan je beter (elektrische) leidingen e.d. in een aparte<br />
leidingenspouw plaatsen zodat de luchtdichting niet onnodig doorboord wordt.<br />
Blowerdoor luchtdichtheidstest<br />
De luchtdichtheid van een gebouw kan gemeten worden en wordt uitgedrukt door het<br />
infiltratievoud: de “n50-waarde”. Deze waarde geeft aan hoeveel keer per uur het<br />
binnenvolume lucht van het gebouw bij een sterke wind (drukverschil tussen binnen en buiten<br />
van 50Pa) ververst wordt. Hoe lager de n50-waarde hoe minder koude lucht er binnendringt<br />
en dus hoe minder energieverlies. Omgekeerd zorgt een goede luchtdichtheid ervoor dat er<br />
geen warme lucht ontsnapt.<br />
De n50-waarde van een lage-energie gebouw zou rond de 1h-1 moeten liggen. Voor een<br />
passiefhuis rekent men op een zeer goede luchtdichtheid (n50
9<br />
6. S C H E I D I N G S C O N S T R U C T I E S T E C H N I S C H E K O K E R S<br />
In een aantal gevallen gelden er strenge eisen voor de scheidingsconstructies rond technische kokers.<br />
Er zijn twee types kokers te onderscheiden:<br />
6.1 DOORLOPENDE TECHNISCHE KOKERS ZONDER SCHEIDINGEN T.H.V. DE VERDIEPINGSVLOEREN<br />
Deze kokers worden beschouwd als gemeenschappelijke ruimtes. Enkele voorbeelden:<br />
Verluchtingskanalen die verschillende boven elkaar gelegen ruimten verluchten<br />
Grote leidingschachten die toegankelijk zijn vanuit een gemeenschappelijke traphal<br />
kleinere leidingschachten die verlucht moeten worden omwille van stijgleidingen van gasleidingen<br />
…<br />
De muren van die kokers zijn meestal scheidingsconstructies tussen wooneenheden en gemeenschappelijke ruimten<br />
(rubriek 3.2 uit de U-waardentabel uit Bijlage III van het besluit van 11 maart 2005). Daarvoor geldt de maximale U-waarde<br />
van 1 W/m²K.<br />
Als de koker een muur heeft die grenst aan de buitenomgeving, dan maakt die deel uit van de verliesoppervlakte. Die<br />
muren moet voldoen aan de Umax-eis van 0,6 W/m²K.<br />
1,00<br />
0,40<br />
0,40<br />
0,40<br />
De onderkant (vb. kokeropening naar de kelder of kruipruimte) en de bovenkant (vb. afdekking van de leidingschacht)van<br />
de koker zijn niet onderworpen aan de U max-eis.<br />
Als de koker door het beschermde volume steekt, zit ter plaatse van de kokerdoorgang een opening in de<br />
verliesoppervlakte. Men mag van deze opening abstractie maken en veronderstellen dat de verliesoppervlakte op die<br />
plaatsen gewoon doorloopt.
10<br />
6.2 TECHNISCHE KOKERS MET SCHEIDINGEN T.H.V. DE VERDIEPINGSVLOEREN<br />
Dit zijn kokers die niet als gemeenschappelijke ruimtes beschouwd worden, bijvoorbeeld de kokers voor watertoevoer- en<br />
waterafvoerleidingen, elektriciteitsleidingen … die al of niet toegankelijk zijn vanuit de gemeenschappelijke ruimten of<br />
vanuit de bergingen van de appartementen, studio’s …<br />
Die kokers behoren tot het beschermde volume van de wooneenheden. Dit betekent dat de scheidingen ter hoogte van de<br />
vloeren en de plafonds scheidingsconstructies zijn tussen aparte wooneenheden (rubriek 3.1 uit de U-waardentabel uit<br />
bijlage III van het besluit van 11 maart 2007). Daarvoor geldt de maximale U-waarde van 1 W/m²K.<br />
Voor de muren van die kokers zijn verschillende mogelijkheden, afhankelijk van de plaats van de koker:<br />
Kokers gelegen aan de rand van het beschermde<br />
volume: de muren moeten voldoen aan de<br />
maximale U-waarde van 0,6 W/m²K.<br />
Kokers gelegen tussen twee wooneenheden of<br />
tussen een wooneenheid en een<br />
gemeenschappelijk deel (vb. de traphal): de<br />
muren moeten voldoen aan de maximale Uwaarde<br />
van 1,0 W/m²K.<br />
Kokers gelegen middenin een wooneenheid: voor<br />
deze muren zijn geen EPB-eisen van toepassing.<br />
0,4
11<br />
7. D E T A I L T A B E L M A T E R I A L E N<br />
Buitenmuren<br />
Umax = 0,40 W/m²K<br />
Tussenmuur<br />
Umax = 1,00 W/m²K<br />
Plat dak<br />
Umax = 0,30 W/m²K<br />
Hellend dak<br />
Umax = 0,30 W/m²K<br />
Plafond icm AOR<br />
Umax = 0,30 W/m²K<br />
Vloer boven kelder / garage<br />
Umax = 0,40 W/m²K of Rmin = 1,0<br />
m²K/W<br />
Tussenvloer / tussenplafond<br />
Umax = 1,00 W/m²K<br />
Vloer boven buitenomgeving<br />
Umax = 0,60 W/m²K<br />
Buitenschrijnwerk<br />
U g, max = 1,60 W/m²K<br />
U w, max = 2,90 W/m²K<br />
Gevelsteen<br />
Spouw<br />
Rockwool Rockfit 434 (MW) 8 cm<br />
Snelbouw 14 cm<br />
Bepleistering<br />
Bepleistering<br />
Snelbouw 14 cm<br />
Isover Partywall (MW) 2 cm<br />
Snelbouw 14 cm<br />
Bepleistering<br />
Dakafdichting<br />
Recticel Eurothane Bi-3 (PUR) 10 cm<br />
Hellingschape 6 cm gemiddeld<br />
Druklaag<br />
Holle welfsels 13 cm<br />
Bepleistering<br />
Onderdak<br />
Spouw<br />
18 cm minerale wol tussen spanten<br />
(92% isolatie, 8% hout)<br />
Lattenwerk zonder isolatie<br />
Gyproc afwerking<br />
Isover Rollisol Plus (MW) 18 cm<br />
Holle welfsels + druklaag<br />
Bepleistering<br />
Holle welfsels 13 cm<br />
Druklaag<br />
Gespoten PUR 5 cm<br />
Chape 6 cm<br />
Vloertegel 1 cm<br />
Bepleistering<br />
Holle welfsels 13 cm<br />
Druklaag<br />
Isobet 5 cm<br />
Chape 6 cm<br />
Vloertegel<br />
Houten bekleding<br />
5 cm minerale wol in keperwerk<br />
Holle welfsels 13 cm<br />
Druklaag<br />
Isobet 5 cm<br />
Chape 6 cm<br />
Vloertegel 1 cm<br />
-waarde<br />
(W/mK)<br />
0,034<br />
0,392<br />
0,392<br />
0,033<br />
0,392<br />
0,027<br />
0,040<br />
0,040<br />
0,028<br />
0,085<br />
0,034<br />
0,085<br />
R-waarde<br />
(m²K/W)<br />
0,089<br />
0,090<br />
2,353<br />
0,357<br />
0,019<br />
0,019<br />
0,357<br />
0,606<br />
0,357<br />
0,019<br />
0,022<br />
3,704<br />
0,046<br />
0,018<br />
0,120<br />
0,019<br />
0,002<br />
0,160<br />
3,814<br />
0,163<br />
0,050<br />
4,500<br />
0,138<br />
0,019<br />
0,120<br />
0,014<br />
1,786<br />
0,046<br />
0,012<br />
1,977<br />
0,019<br />
0,120<br />
0,018<br />
0,588<br />
0,046<br />
0,012<br />
0,033<br />
1,087<br />
0,120<br />
0,018<br />
0,588<br />
0,046<br />
0,012<br />
Ramen Alu Klasse 2.1: Uf ≤ 2,8 Uf = 2,80<br />
Schuiframen Alu waarde bij ontstentenis Uf = 4,19<br />
Beglazing Thermobel Starlight; g = 0,64 Ug = 1,10<br />
Afstandhouders Aluminium of staal<br />
Roosters Renson Invisivent U = 3,90<br />
U-waarde<br />
(W/m²K)<br />
0,35<br />
0,62<br />
0,25<br />
0,23<br />
0,21<br />
0,43<br />
0,87<br />
0,47<br />
Variabel
12<br />
8. D E T A I L T A B E L I N S T A L L A T I E S<br />
Verwarmingsinstallatie<br />
Warmteopwekkingstoestel<br />
Afgifterendement<br />
Energiedrager Gas<br />
Toestelrendement Condenserend HR top: 108%<br />
Opstelling binnen het beschermde volume Ja<br />
De ketel kan volledig afkoelen Nee<br />
Afgiftesysteem Geen oppervlakteverwarming<br />
Afgiftetoestellen voor de vensters Nee<br />
Regeling per ruimte Ja<br />
Instelwaarde vertrektemperatuur Variabel<br />
Verdeelrendement Alle leidingen binnen het beschermde volume Ja<br />
Opslagrendement Opslagvat Afwezig<br />
Systeem voor warm tapwater<br />
Opwekkingstoestel:<br />
Energiedrager Gas<br />
Type opwekking Verbrandingstoestel<br />
Voorverwarming: Afwezig<br />
Circulatieleiding: Afwezig<br />
Thermisch zonne-energie systeem<br />
Zonnecollector: Afwezig<br />
Hulpenergie van de installaties<br />
Circulatiepomp verwarming Met pompregeling<br />
Ketel / generator Ingebouwde ventilator Aanwezig<br />
Koeling<br />
Elektronica Aanwezig<br />
Actieve koeling: Niet aanwezig<br />
Ventilatiesysteem<br />
Ventilatiesysteem A Natuurlijke pulsie, natuurlijke extractie Vermenigvuldigingsfactor m = 1,36
13<br />
9. V E N T I L A T I E<br />
9.1 ALGEMEEN<br />
Waarom ventileren?<br />
Een gezond binnenklimaat is zeer belangrijk voor elke bewoner of gebruiker van gebouwen. Er zijn verschillende redenen<br />
om op een goede manier te ventileren:<br />
▫ Mensen gebruiken zuurstof en ademen koolstofdioxide en waterdamp uit. Onvoldoende zuurstoftoevoer maakt lucht<br />
muf. Voldoende aanvoer van zuurstof door te ventileren is belangrijk voor de gezondheid van mens en huisdier.<br />
▫ Elk gezin produceert per dag 10 à 20 liter woonvocht door te koken, te wassen, te douchen ... Door te ventileren en<br />
de vervuilde lucht af te voeren vermindert de kans op geuren en vochtige lucht.<br />
▫ Hinderlijke of schadelijke stoffen die in de woning vrijkomen, krijgen door ventilatie geen kans om daar te blijven en<br />
zich op te stapelen.<br />
▫ Samen met een koudebrugarme isolatie zorgt aangepaste ventilatie voor het vermijden van condensatieproblemen<br />
(en schimmelvorming) op de wanddelen.<br />
Waarom niet gewoon ramen en deuren open zetten?<br />
Minimaal en gecontroleerd ventileren is meer dan vensters en deuren openzetten. Het openen van ramen zorgt voor een<br />
sterke luchtverversing in de woning, maar door de gelijktijdige sterke afkoeling worden de ramen in de winter al snel terug<br />
gesloten. Het effect van deze verluchting met opengaande ramen is daardoor kortstondig en gaat gepaard met extra<br />
energieverlies, met tochtverschijnselen, het binnendringen van lawaai, insecten, regen en soms zelfs inbrekers. Het is een<br />
goede methode om de woning eens goed door te luchten, na een feestje of schilderwerken, maar ze is ongeschikt voor<br />
dagelijkse hygiënische ventilatie.<br />
Een gecontroleerde ventilatie zorgt voor een evenwicht tussen voldoende en<br />
niet overmatig ventileren. Dat is belangrijk om het energieverlies te beperken.<br />
Het principe van een goede basisventilatie is gebaseerd op:<br />
de toevoer van verse lucht<br />
de doorstroming van lucht in de woning<br />
de afvoer van vervuilde lucht<br />
Verse lucht wordt toegevoerd via droge ruimtes: woonkamer, slaapkamers,<br />
bureau ... Deze verse lucht moet via de tussenruimtes (gang, trappenhal ...) kunnen doorstromen naar de natte ruimtes:<br />
keuken, badkamer, toilet, wasruimte, doucheruimte ... Vanuit de natte ruimtes wordt de vochtige, vervuilde lucht<br />
afgevoerd.<br />
Ventilatiesystemen<br />
Er worden 4 verschillende ventilatiesystemen gedefinieerd:<br />
▫ Systeem A: natuurlijke toevoer, natuurlijke afvoer → eventueel gecombineerd met aparte ventilatoren<br />
▫ Systeem B: mechanische toevoer, natuurlijke afvoer → komt zelden voor<br />
▫ Systeem C: natuurlijke toevoer, mechanische afvoer → ventilator(en) moet(en) permanent draaien<br />
▫ Systeem D: mechanische toevoer, mechanische afvoer → bij voorkeur met warmterecuperatie<br />
Eisen en aanbevelingen<br />
De ventilatie binnen de EPB-regelgeving is opgebouwd rond eisen en aanbevelingen. Eisen zijn strikte voorwaarden<br />
waaraan een ventilatiesysteem moet voldoen, zoniet worden er boetes opgelegd. Aanbevelingen moeten gezien worden<br />
als een code van goede praktijk, zonder dat er boetes volgen als er niet aan voldaan is.
14<br />
9.2 PULSIE VAN LUCHT<br />
1. Natuurlijke toevoer<br />
Toevoer van verse lucht op natuurlijke wijze kan op volgende manieren gebeuren: roosters in de ra-<br />
men, boven op de raamkaders, in rolluikkasten, in de zonnewering, in de muren of door het dak.<br />
Een zelfregelende RTO regelt het debiet in functie van het beschikbare drukverschil. Loopt het<br />
drukverschil tengevolge van wind of temperatuurverschil op, dan wordt de opening geleidelijk<br />
afgesloten waardoor een overmaat aan debiet uitgesloten wordt. Kies voor RTO’s met een zelfregelendheidsklasse<br />
P3 of P4. Keuze voor goede zelfregelende RTO’s kan leiden tot een lager E-peil.<br />
2. Mechanische toevoer<br />
Mechanische toevoer wordt meestal gecombineerd met mechanische afvoer zodat men een<br />
balansventilatie verkrijgt (bij voorkeur met warmterecuperatie). Om de balans in evenwicht te<br />
brengen (meestal is het geëiste toevoerdebiet groter dan het geëiste afvoerdebiet), mag een<br />
gedeelte van de toegevoerde lucht in de leefruimte gerecycleerde lucht uit slaapkamers zijn.<br />
Het debiet buitenlucht dat in de woning moet worden gestuurd, moet tenminste gelijk zijn aan<br />
de som der nominale debieten van alle slaapkamers, studeer- en speelkamers.<br />
Regelbare toevoeropeningen: RTO<br />
Als men verse lucht wenst toe te voeren via roosters in de ramen (1), op de raamkaders (2), in de<br />
muren (3), in de rolluikkasten (4), in de zonnewering (5) of door het dak (6), dan moeten deze<br />
roosters voldoen aan volgende eisen:<br />
▫ Inbraakveilig, insectenwerend, regendicht<br />
▫ Regelbaar: continu of minimaal 5 standen<br />
▫ Nominaal debiet bij 2 Pa<br />
▫ Lekdebiet bij 50 Pa: < 15% van het debiet van de ruimte<br />
▫ Ze moeten hoger dan 1,8 m geplaatst zijn, zoniet moet een test over luchtverspreiding gebeuren<br />
2 3 4 5 6<br />
9.3 DOORSTROMEN VAN LUCHT<br />
Vervuilde lucht wordt afgevoerd in de natte ruimtes, verse lucht wordt toegevoerd<br />
in de droge ruimtes. Lucht moet circuleren via doorstroomopeningen (DO).<br />
Let op: DO zijn een strikte EPB-EIS: VERPLICHT OM UIT TE VOEREN.<br />
▫ DO mogen niet afsluitbaar of regelbaar zijn.<br />
▫ DO kunnen gerealiseerd worden met roosters in binnendeuren / binnenmuren of met spleten<br />
onder de binnendeuren<br />
▫ Spleten onder de binnendeuren moeten een minimale oppervlakte hebben van 70 cm². Dit<br />
betekent een netto hoogte van de spleet van ongeveer 9 mm.<br />
▫ Nieuw is een vrijwel onzichtbare opening die gecreëerd wordt boven aan de deuren (Renson<br />
Invisido, onderste figuur).<br />
▫ Inkomdeuren appartementen, garagedeuren of kelderdeuren moeten niet voorzien worden van een DO. Deze deuren<br />
worden zelfs best zo luchtdicht mogelijk uitgevoerd.<br />
1
15<br />
9.4 EXTRACTIE VAN LUCHT<br />
1. Natuurlijke afvoer<br />
Als men kiest voor natuurlijke afvoer, moet er onderscheid gemaakt worden tussen eisen, die beboet worden, en<br />
aanbevelingen, die niet beboet worden maar wel zorgen voor een goede praktijk:<br />
EISEN:<br />
▫ Sectie 1 m² per 1 m³/s<br />
(2,78 cm² per m³/h)<br />
▫ Hoofdzakelijk verticaal tracé.<br />
▫ RAO verplicht (regelbare<br />
afvoeropening)<br />
▫ WC:<br />
▫ Badkamer/wasplaats:<br />
▫ Gesloten keuken:<br />
▫ Open keuken:<br />
Opp. (cm²) Diam. (mm)<br />
70<br />
139<br />
139<br />
209<br />
AANBEVELINGEN:<br />
▫ Uitmonding boven het dak moet zo dicht mogelijk bij de nok gebeuren.<br />
▫ Uitmonding boven het dak: de hoogte moet minstens een halve meter bedragen.<br />
▫ Keukens moeten aangesloten worden op een apart afvoerkanaal.<br />
▫ Maximum één ruimte per secundair kanaal.<br />
2. Mechanische afvoer<br />
Permanente afvoer van lucht<br />
Als men permanente afvoer van lucht voorzient (24/24h), hetzij met een centrale ventilatie-unit, hetzij met aparte<br />
ventilatoren, dan spreekt men van een systeem C of D. Men mag verminderde debieten afzuigen in functie van<br />
vochtigheid of gebruik van de betreffende ruimte. Dit moet dan automatisch gebeuren aan de hand van sensoren.<br />
Kanaaldiameter is dan niet van belang en er moeten geen regelbare afvoeropeningen geplaatst worden.<br />
Aparte ventilatoren die niet permanent draaien<br />
In een ventilatiesysteem A of B is een plaatselijke ventilator in natte ruimten enkel toegelaten in combinatie<br />
met een regelbare afvoeropening (RAO) en op voorwaarde dat de ventilator automatisch in werking treedt als de<br />
ruimte wordt gebruikt en een nalooptijd heeft die minstens gelijk is aan de kleinste van volgende waarden: 1800<br />
sec. of 3 x V / D sec. met V het volume van de ruimte (liter) en D het debiet van de ventilator (l/s).<br />
Hieronder enkele voorbeelden van situaties die niet voldoen aan de EPB-eisen, het afvoerdebiet wordt dan<br />
gelijkgesteld aan nul:<br />
▫ het rooster van de afvoeropening is niet regelbaar in minimum 5 standen of helemaal niet regelbaar;<br />
▫ de ventilator is voorzien van een terugslagklep waardoor een permanente afvoer wordt verhinderd;<br />
▫ het debiet van de RAO met ventilator in rust is niet gestaafd door een laboratoriummeting of er is helemaal<br />
geen afvoerdebiet als de ventilator in rust is;<br />
▫ de combinatie RAO-ventilator is in een horizontaal kanaal geplaatst en de ventilator werkt niet automatisch bij<br />
het betreden of bij het in gebruik nemen van de natte ruimte;<br />
▫ de combinatie RAO-ventilator is in een horizontaal kanaal geplaatst, ventilator heeft onvoldoende nalooptijd.<br />
Een dampkap in de keuken telt niet mee als permanente verluchting, dit mag enkel als intensieve ventilatie<br />
beschouwd worden. Er moet in de keuken bijkomende verluchting voorzien worden, apart van de dampkap.<br />
Regelbare afvoeropeningen: RAO<br />
Regelbare afvoerroosters moeten geplaatst worden op alle afvoeropeningen in een systeem A, dit wil zeggen op alle<br />
statische afvoerkanalen en ook bij gebruik van aparte ventilatoren die niet permanent draaien.<br />
Deze roosters moeten voldoen aan volgende eisen:<br />
▫ Inbraakveilig<br />
▫ Verbonden met hoofdzakelijk verticaal kanaal<br />
▫ Regelbaar: continu of minimaal 5 standen<br />
▫ Nominaal debiet bij 2 Pa<br />
▫ Minimum lekdebiet bij 50 Pa: tussen 15% en 25% van het debiet van de ruimte<br />
95<br />
133<br />
133<br />
163
16<br />
9.5 VEREISTE DEBIETEN: EXTRACTIE VAN LUCHT (GELDIG VOOR ELK APPARTEMENT)<br />
Min. debiet<br />
(m³/h)<br />
Type rooster<br />
Voorstel bij systeem A of C<br />
Minimale kanaaldiameter<br />
(indien systeem A met RAO)<br />
Ontwerp<br />
(m³/h)<br />
Open keuken 75,0 RAO of Ventilator 163 mm (= 209 cm²) 75,0 0<br />
Wasplaats (met<br />
uitzondering app 10 en 11)<br />
50,0 RAO of Ventilator 133 mm (= 139 cm²) 50,0 0<br />
Badkamer 50,0 RAO of Ventilator 133 mm (= 139 cm²) 50,0 0<br />
WC 25,0 RAO of Ventilator 95 mm (= 70 cm²) 25,0 0<br />
Opmerkingen:<br />
▫ Indien de berging een natte ruimte is (vb. wasplaats) moeten bovenstaande debieten gerespecteerd worden. Als dit<br />
een droge bergruimte is, is er geen ventilatieverplichting in de berging.<br />
▫ Indien de afvoer van lucht op natuurlijke wijze zal gebeuren (systeem A), moeten de minimale kanaaldiameters in<br />
bovenstaande tabel gerespecteerd worden en moet er steeds een regelbare afvoeropening geplaatst worden.<br />
Boete<br />
(€)<br />
Indien de verticaliteit van de kanalen niet mogelijk of gewenst is, kan men gebruik maken van aparte ventilatoren. Zo’n<br />
ventilator moet automatisch in werking treden als de betreffende ruimte in gebruik is en moet voldoende nadraaitijd<br />
hebben. Let ook op dat de eisen voor RAO en minimale kanaaldiameter eveneens van toepassing blijven.<br />
▫ Indien men kiest voor permanente mechanische afvoer van lucht (systeem C of D; hetzij met een centrale ventilatieunit,<br />
hetzij met aparte ventilatoren) dan moet men enkel zorgen dat het minimale ventilatiedebiet gerespecteerd<br />
wordt<br />
9.6 VEREISTE DEBIETEN: PULSIE VAN LUCHT<br />
APPARTEMENT 1 / APPARTEMENT 4<br />
Opp.<br />
(m²)<br />
Min. debiet<br />
(m³/h)<br />
Eethoek / Zithoek 37,2 133,9 RTO<br />
Slaapkamer 1 15,5 55,8 RTO<br />
Slaapkamer 2 11,4 41,0 RTO<br />
Voorstel bij systeem A of C Ontwerp<br />
Type Rooster Voorstel roosters<br />
(m³/h)<br />
Renson Invisivent<br />
Schuifraam voor 300 cm<br />
Renson THM90<br />
2 delen schuifraam 2x130 cm<br />
1 deel raam eethoek 100 cm<br />
Renson Invisivent<br />
Schuifraam achter 240 cm<br />
Renson THM 90<br />
2 delen schuifraam 2x100 cm<br />
Renson Invisivent<br />
Raam achter 180 cm<br />
Renson THM90<br />
2 delen raam 2x70 cm<br />
Boete<br />
(€)<br />
153,7 0<br />
163,6 0<br />
121,9 0<br />
90,1 0<br />
90,1 0<br />
61,6 0
17<br />
APPARTEMENT 2 / APPARTEMENT 3<br />
Opp.<br />
(m²)<br />
Min. debiet<br />
(m³/h)<br />
Eethoek / Zithoek 31,2 112,3 RTO<br />
Slaapkamer 1 15,6 56,2 RTO<br />
Slaapkamer 2 11,4 41,0 RTO<br />
Voorstel bij systeem A of C Ontwerp<br />
Type Rooster Voorstel roosters<br />
(m³/h)<br />
APPARTEMENT 5 / APPARTEMENT 6 / APPARTEMENT 7 / APPARTEMENT 8<br />
Opp.<br />
(m²)<br />
Min. debiet<br />
(m³/h)<br />
Eethoek / Zithoek 28,6 103,0 RTO<br />
Slaapkamer 1 15,6 56,2 RTO<br />
Slaapkamer 2 11,2 40,3 RTO<br />
APPARTEMENT 9<br />
Opp.<br />
(m²)<br />
Min. debiet<br />
(m³/h)<br />
Eethoek / Zithoek 27,8 99,9 RTO<br />
Bureau 7,4 26,6 RTO<br />
Slaapkamer 11,2 40,3 RTO<br />
Renson Invisivent<br />
Schuifraam voor 300 cm<br />
Renson THM90<br />
2 delen schuifraam 2x130 cm<br />
Renson Invisivent<br />
Schuifraam achter 240 cm<br />
Renson THM 90<br />
2 delen schuifraam 2x100 cm<br />
Renson Invisivent<br />
Raam achter 180 cm<br />
Renson THM90<br />
2 delen raam 2x70 cm<br />
Voorstel bij systeem A of C Ontwerp<br />
Type Rooster Voorstel roosters<br />
(m³/h)<br />
Renson Invisivent<br />
Raam eethoek voor 220 cm<br />
Renson THM90<br />
2 delen schuifraam 2x120 cm<br />
Renson Invisivent<br />
Schuifraam achter 240 cm<br />
Renson THM 90<br />
2 delen schuifraam 2x100 cm<br />
Renson Invisivent<br />
Raam achter 180 cm<br />
Renson THM90<br />
2 delen raam 2x70 cm<br />
Voorstel bij systeem A of C Ontwerp<br />
Type Rooster Voorstel roosters<br />
(m³/h)<br />
Renson Invisivent<br />
Schuifraam achter 270 cm<br />
Renson THM90<br />
2 delen schuifraam 2x115 cm<br />
Renson Invisivent<br />
Eén raam voor 100 cm<br />
Renson THM90<br />
Één raam voor 80 cm<br />
Renson Invisivent<br />
Raam achter 180 cm<br />
Renson THM90<br />
Eén deel raam 100 cm<br />
Boete<br />
(€)<br />
153,7 0<br />
118,6 0<br />
121,9 0<br />
90,1 0<br />
90,1 0<br />
61,6 0<br />
Boete<br />
(€)<br />
111,3 0<br />
109,1 0<br />
121,9 0<br />
90,1 0<br />
90,1 0<br />
61,6 0<br />
Boete<br />
(€)<br />
137,8 0<br />
104,3 0<br />
47,7 0<br />
35,5 0<br />
90,1 0<br />
45,0 0
18<br />
APPARTEMENT 10 / APPARTEMENT 11<br />
Opp.<br />
(m²)<br />
Min. debiet<br />
(m³/h)<br />
Eethoek / Zithoek 28,7 103,3 RTO<br />
Slaapkamer 13,8 49,9 RTO<br />
APPARTEMENT 12<br />
Opp.<br />
(m²)<br />
Min. debiet<br />
(m³/h)<br />
Eethoek / Zithoek 27,8 99,9 RTO<br />
Bureau 7,4 26,6 RTO<br />
Slaapkamer 16,6 59,9 RTO<br />
OPMERKINGEN<br />
Voorstel bij systeem A of C Ontwerp<br />
Type Rooster Voorstel roosters<br />
(m³/h)<br />
Renson Invisivent<br />
Schuifraam achter 250 cm<br />
Renson THM90<br />
2 delen schuifraam 2x115 cm<br />
Renson Invisivent<br />
Beide ramen voor 2 x 100 cm<br />
Renson THM90<br />
Beide ramen voor 2 x 80 cm<br />
Voorstel bij systeem A of C Ontwerp<br />
Type Rooster Voorstel roosters<br />
(m³/h)<br />
Renson Invisivent<br />
Schuifraam achter 270 cm<br />
Renson THM90<br />
2 delen schuifraam 2x115 cm<br />
Renson Invisivent<br />
Eén raam voor 100 cm<br />
Renson THM90<br />
Één raam voor 80 cm<br />
Rooster in dakvenster<br />
2 x Velux 78 x 118<br />
Module in dakvenster<br />
2 x Ventil + 78 x 118<br />
Rooster in dakvenster<br />
2 x Velux 78 x 118<br />
+<br />
Rooster in dak<br />
Renson Sonovent D 40 cm<br />
Boete<br />
(€)<br />
127,2 0<br />
104,3 0<br />
95,4 0<br />
71,1 0<br />
Boete<br />
(€)<br />
137,8 0<br />
104,3 0<br />
47,7 0<br />
35,5 0<br />
28,8 124,42<br />
57,2 10,82<br />
67,2 0<br />
▫ Toevoer van verse lucht op natuurlijke wijze kan op volgende manieren gebeuren: roosters in de ramen, boven op de<br />
raamkaders, in rolluikkasten, in de zonnewering, in de muren of door het dak.<br />
▫ Afhankelijk van de gevraagde debieten (zoals weergegeven in bovenstaande tabel) en afhankelijk van het type rooster<br />
kan men de minimale lengte bepalen van de rooster.<br />
In bovenstaande tabel is er een voorstel gedaan aan de hand van roosters type Renson Invisivent en Renson THM90.<br />
Men is natuurlijk vrij om andere roosters te kiezen zolang ze voldoen aan de nieuwe EPB-wetgeving.<br />
▫ De slaapkamer van appartement 12 heeft geen buitenramen, hier heeft men de mogelijkheid om roosters door het<br />
dak te voorzien. Enkel de rooster van een velux dakvenster geeft onvoldoende debiet zoals weergegeven in de tabel.<br />
Men zou nog het dakvenster kunnen uitrusten met een ventilatie-unit Ventil +. Dit is een klep die optioneel bij een<br />
velux dakvenster geleverd kan worden. Maar ook dit levert onvoldoende debiet op (afwijking is minimaal).<br />
Bijkomend een rooster door het dak type Renson Sonovent met spleet van 25 mm en een breedte van 40 cm geeft wel<br />
voldoende debiet in deze slaapkamer.<br />
▫ Men mag natuurlijk steeds kiezen voor een volledig mechanische balansventilatie (zowel mechanische afvoer als<br />
mechanische toevoer). In dat geval moeten er uiteraard geen roosters geplaatst worden. De debieten uit<br />
bovenstaande tabel blijven wel geldig.
19<br />
EPB EPC EAP haalbaarheidsstudies contact<br />
<strong>GHW</strong> Studiebureau bvba<br />
Opitterpoort 10 • 3960 Bree<br />
Tel: 089 481 381<br />
Fax: 089 844 679<br />
www.ghwstudiebureau.be • info@ghwstudiebureau.be