04.09.2013 Views

instructie nt2 taalspel - Taal in Oost

instructie nt2 taalspel - Taal in Oost

instructie nt2 taalspel - Taal in Oost

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

OEFENEN MET DE WERKWOORDSTIJDEN<br />

Benodigdheden:<br />

Dobbelsteen Subject: Ik - Jij - Hij/Zij/Het - U - Wij/Zij/Jullie - Joker<br />

Dobbelsteen Werkwoordstijden : PRE (Presens) - IMP (Imperfectum) - PRF (Perfectum) (x2)<br />

Instructie:<br />

• Pak een kaartje van de werkwoordstapel (kies uit onregelmatige, regelmatige of<br />

scheidbare werkwoorden).<br />

• Leg het werkwoord voor iedereen zichtbaar op tafel.<br />

• Gooi met dobbelsteen 1. Maak een z<strong>in</strong>netje met het subject van dobbelsteen 1 en de tijd<br />

van dobbelsteen 2. Wil je oefenen <strong>in</strong> één tijd, gebruik dan alleen de eerste dobbelsteen.<br />

• Spel de persoonsvorm of het participium.<br />

Voorbeeld 1 (alleen Presens):<br />

Werkwoordkaartje: zwemmen<br />

Dobbelsteen: Hij/Zij/Het<br />

Zeg: Hij zwemt <strong>in</strong> de zee. (z-w-e-m-t)<br />

OEFENEN MET DE WOORDVOLGORDE IN HOOFDZINNEN<br />

Benodigdheden:<br />

Dobbelsteen Z<strong>in</strong>soorten: H (mededelende z<strong>in</strong>) – HI (hoofdz<strong>in</strong> met <strong>in</strong>versie) (2x) - V (vraagz<strong>in</strong>)<br />

IV (<strong>in</strong>formatievraagz<strong>in</strong>) – Joker (vrije keuze, cursist kiest zelf een z<strong>in</strong>soort)<br />

Uitlegkaart D: Woordvolgorde Hoofdz<strong>in</strong><br />

Instructie:<br />

• Pak een kaartje van de werkwoordstapel (kies uit regelmatige, onregelmatige of<br />

scheidbare werkwoorden).<br />

• Leg het werkwoord voor iedereen zichtbaar op tafel.<br />

• Gooi met de dobbelsteen. Vorm om het werkwoord een z<strong>in</strong> <strong>in</strong> de volgorde die de<br />

dobbelsteen aangeeft. Gebruik een subject naar keuze of gebruik ook de dobbelsteen<br />

Subject.<br />

Voorbeeld 1:<br />

Werkwoordkaartje: bellen<br />

Dobbelsteen: HI (hoofdz<strong>in</strong> met <strong>in</strong>versie)<br />

Zeg: Morgen bel ik mijn moeder.<br />

INSTRUCTIE<br />

Voorbeeld 2 (alle tijden door elkaar):<br />

Werkwoordkaartje: wonen<br />

Dobbelsteen : Ik<br />

Dobbelsteen : PRF (Perfectum)<br />

Zeg: Ik heb <strong>in</strong> Brazilie gewoond. (g-e-w-o-o-n-d-)<br />

Voorbeeld 2:<br />

Werkwoordkaartje: luisteren<br />

Dobbelsteen : IV (<strong>in</strong>formatievraagz<strong>in</strong>)<br />

Dobbelsteen : Joker<br />

Zeg: Wanneer luisteren de studenten naar<br />

de radio?

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!