04.09.2013 Views

Bilzen: Marktplein fase 2 [Petra Driesen en Natasja De ... - ARON bvba

Bilzen: Marktplein fase 2 [Petra Driesen en Natasja De ... - ARON bvba

Bilzen: Marktplein fase 2 [Petra Driesen en Natasja De ... - ARON bvba

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Bilz<strong>en</strong></strong>: <strong>Marktplein</strong> <strong>fase</strong> 2 [<strong>Petra</strong> <strong>Dries<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>Natasja</strong> <strong>De</strong> Winter] - 2005<br />

Begin mei 2005 ging<strong>en</strong> in <strong>Bilz<strong>en</strong></strong> de werk<strong>en</strong> in het kader van de tweede <strong>fase</strong> van de herinrichting van<br />

het stadsc<strong>en</strong>trum van start. Bij deze werk<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> de Markt, het Camille Huysmansplein <strong>en</strong> de<br />

Klokkestraat in e<strong>en</strong> nieuw kleedje gestok<strong>en</strong>. Gezi<strong>en</strong> de hoge archeologische pot<strong>en</strong>tie van het gebied<br />

werd op advies van de to<strong>en</strong>malige Afdeling Monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> Landschapp<strong>en</strong> van de Vlaamse<br />

Geme<strong>en</strong>schap 1 de werk<strong>en</strong> archeologisch begeleid. Doel van deze begeleiding was het registrer<strong>en</strong> van<br />

het archeologisch vlak dat door de infrastructuurwerk<strong>en</strong> aangesned<strong>en</strong> <strong>en</strong> verstoord zou word<strong>en</strong>. Voor<br />

het uitvoer<strong>en</strong> van deze begeleiding werd e<strong>en</strong> beroep gedaan op het archeologische projectbureau<br />

<strong>ARON</strong> <strong>bvba</strong>. <strong>De</strong> coördinatie van het veldwerk gebeurde door de intergeme<strong>en</strong>telijke archeoloog van de<br />

Zuid-Oost-Limburgse Archeologische Di<strong>en</strong>st, Tim Vanderbek<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de beleidsarcheolog<strong>en</strong> voor de<br />

provincie Limburg, Peter Van d<strong>en</strong> Hove <strong>en</strong> Ingrid Vanderhoydonck.<br />

<strong>De</strong> werk<strong>en</strong> ving<strong>en</strong> in mei 2005 aan op het Camile Huysmansplein. Hier werd<strong>en</strong>, zoals verwacht, de<br />

restant<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> postmiddeleeuwse stadsboerderij <strong>en</strong> e<strong>en</strong> aanpal<strong>en</strong>de stadswoning aangetroff<strong>en</strong>.<br />

Voor de stadsboerderij betrof het verschill<strong>en</strong>de mur<strong>en</strong> waaronder de voorgevel, <strong>en</strong>kele zijgevels,<br />

meerdere binn<strong>en</strong>mur<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> bakst<strong>en</strong><strong>en</strong> vloertje. Van de aanpal<strong>en</strong>de woning kon <strong>en</strong>kel de<br />

voorgevel gelokaliseerd word<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> zuid<strong>en</strong> van de stadsboerderij werd e<strong>en</strong> waterput ev<strong>en</strong>als<br />

houtwerk aangesned<strong>en</strong>. Dit houtwerk kan, in navolging van het onderzoek dat in 1996 door Guido<br />

Creemers op het aangr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>de perceel werd uitgevoerd, geïnterpreteerd word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> oude<br />

oeverbeschoeiing van de <strong>De</strong>mer.<br />

Aansluit<strong>en</strong>d op de werk<strong>en</strong> aan het Camille Huysmansplein werd de zone t<strong>en</strong> oost<strong>en</strong> van Sint-<br />

Mauritiuskerk, d.i. ter hoogte van de Kloosterstraat, onderzocht. Hier werd, naast de oude<br />

kerkhofmuur in mergel (17 de eeuw) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> 45-tal grav<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> halfrond muurfundam<strong>en</strong>t aangetroff<strong>en</strong>.<br />

Dit muurfundam<strong>en</strong>t bestond uit silexknoll<strong>en</strong>, ijzerzandste<strong>en</strong> <strong>en</strong> rolkei<strong>en</strong> gevat in e<strong>en</strong> lichtgrijze kleiige<br />

leem. Hoewel sterk verstoord, leek het muurfundam<strong>en</strong>t behoort te hebb<strong>en</strong> tot het absidiaalvormig<br />

uiteinde van e<strong>en</strong> noordoost-zuidwest georiënteerd gebouw. Tuss<strong>en</strong> de st<strong>en</strong><strong>en</strong> werd één<br />

keramiekfragm<strong>en</strong>t aangetroff<strong>en</strong>; e<strong>en</strong> wandfragm<strong>en</strong>t van e<strong>en</strong> recipiënt in e<strong>en</strong> hardgebakk<strong>en</strong>, rood<br />

baksel dat mogelijk laat-Karolingisch van ouderdom is.<br />

Bij de opvolging van de rioleringswerk<strong>en</strong> werd vlak t<strong>en</strong> zuidwest<strong>en</strong> van dit muurfundam<strong>en</strong>t in de<br />

rioleringsgreppel de aanzet van e<strong>en</strong> één meter diep komvormig spoor aangesned<strong>en</strong>. Dit spoor, dat in<br />

het profiel over e<strong>en</strong> afstand van 5 meter gevolgd kon word<strong>en</strong>, was omwille van de vele rec<strong>en</strong>te<br />

verstoring<strong>en</strong>, niet zichtbaar in het vlak. Het spoor had e<strong>en</strong> gelaagde opvulling. Terwijl het onderste<br />

pakket gevormd werd door verschill<strong>en</strong>de inspoellaagjes uit zandige leem, bestond<strong>en</strong> de bov<strong>en</strong>ste drie<br />

lag<strong>en</strong> uit licht tot gro<strong>en</strong>grijze kleiige leem met af <strong>en</strong> toe e<strong>en</strong> spikkel houtskool <strong>en</strong> verbrande leem. Het<br />

spoor leverde zeer weinig archaeologica op. Zo werd in de bov<strong>en</strong>ste laag slechts één wandfragm<strong>en</strong>t<br />

dat midd<strong>en</strong>romeins tot vroegmiddeleeuws van datering kan zijn <strong>en</strong> twee fragm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van Romeinse<br />

tegulae aangetroff<strong>en</strong>. Om welk soort spoor het gaat is niet duidelijk. Op basis van de vorm <strong>en</strong> de<br />

opvulling kan gedacht word<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> grote (leemwinnings)kuil of e<strong>en</strong> gracht. <strong>De</strong>ze hoort mogelijk in<br />

dezelfde periode thuis als het muurfundam<strong>en</strong>t. Beide spor<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> dan ook gerelateerd kunn<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> aan het hout<strong>en</strong> kerkje uit de 8 ste -9 de eeuw <strong>en</strong>/of zijn st<strong>en</strong><strong>en</strong> opvolger uit de 10 de eeuw,<br />

waarvan rest<strong>en</strong> door Werner Wouters werd<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong> bij het archeologisch onderzoek in de Sint-<br />

Mauritiuskerk. 2<br />

Begin augustus 2005 werd<strong>en</strong> de werk<strong>en</strong> in de zone tuss<strong>en</strong> het <strong>De</strong>k<strong>en</strong> Paquayplein <strong>en</strong> de Klokkestraat<br />

archeologisch opgevolgd. In deze zone, die zich situeert aan de noordkant van de Sint-Mauritiuskerk,<br />

werd<strong>en</strong> 68 grav<strong>en</strong> aangesned<strong>en</strong>. Tuss<strong>en</strong> deze grav<strong>en</strong> bevond<strong>en</strong> zich 9 babygrav<strong>en</strong>. Dit is op zich niet<br />

zo verwonderlijk: uit historische bronn<strong>en</strong> is immers gewet<strong>en</strong> dat het de gewoonte was om<br />

doodgebor<strong>en</strong> <strong>en</strong> ongedoopte kinder<strong>en</strong> t<strong>en</strong> noord<strong>en</strong> van de kerk, in ongewijde grond, te begrav<strong>en</strong>.<br />

Daarnaast viel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> 9-tal grav<strong>en</strong> op door e<strong>en</strong> afwijk<strong>en</strong>de graforiëntering: in teg<strong>en</strong>stelling tot de<br />

christelijke O-W begravingstraditie war<strong>en</strong> deze grav<strong>en</strong> N-Z georiënteerd. E<strong>en</strong> mogelijke verklaring is<br />

dat het hier om grav<strong>en</strong> van gesneuvelde soldat<strong>en</strong> zou gaan. Van deze person<strong>en</strong> was immers vaak<br />

hun geloofsovertuiging niet gek<strong>en</strong>d. <strong>De</strong> overlijd<strong>en</strong>sregisters van <strong>Bilz<strong>en</strong></strong> uit 1672 mak<strong>en</strong> dan ook gewag<br />

van het feit dat ze om deze red<strong>en</strong> op het kerkhof bij de ongedoopte kinder<strong>en</strong> begrav<strong>en</strong> werd<strong>en</strong>.<br />

Naast deze grav<strong>en</strong> werd ook de zijgevel aangetroff<strong>en</strong> van de kapel die omstreeks het einde van de<br />

19 de eeuw ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes teg<strong>en</strong> de noordzijde van de kerk werd<br />

1 Het huidige Ag<strong>en</strong>tschap R-O Vlaander<strong>en</strong>, Entiteit Onroer<strong>en</strong>d Erfgoed.<br />

2 WOUTERS, W. <strong>en</strong> B. COOREMANS, 1995.


gebouwd. Ook werd de oude kerkhofmuur in mergel (17 de eeuw) aangesned<strong>en</strong>. <strong>De</strong>ze bleek duidelijk<br />

meerdere bouw<strong>fase</strong>n gek<strong>en</strong>d te hebb<strong>en</strong>, alvor<strong>en</strong>s omstreeks 1878 te zijn afgebrok<strong>en</strong> <strong>en</strong> te zijn<br />

vervang<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> nieuwe muur in bakste<strong>en</strong>. Tot slot werd ook nog de 19 de eeuwse bestrating van<br />

de Klokkestraat blootgelegd. <strong>De</strong>ze bestond uit onbewerkte maaskei<strong>en</strong> die zorgvuldig in e<strong>en</strong><br />

nivelleringslaag van geel zand geplaatst war<strong>en</strong>.<br />

Op 12 oktober startte de archeologische opvolging van de werk<strong>en</strong> aan de zuid- <strong>en</strong> westzijde van de<br />

Sint-Mauritiuskerk. Hier werd naast e<strong>en</strong> 89-tal grav<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kalkkuil aangetroff<strong>en</strong> die aan de<br />

verbouwingswerk<strong>en</strong> van de kerk uit 1904-1906 gerelateerd kan word<strong>en</strong>. Tev<strong>en</strong>s werd e<strong>en</strong> grote,<br />

rechthoekige knekelkuil geregistreerd.<br />

Aansluit<strong>en</strong>d op dit onderzoek werd de zone t<strong>en</strong> oost<strong>en</strong> van het voormalige stadhuis (1686)<br />

onderzocht. Uit historische bronn<strong>en</strong> is gewet<strong>en</strong> dat hier vanaf de tweede helft van de 17 de eeuw<br />

oorspronkelijk drie woning<strong>en</strong> gestaan hebb<strong>en</strong>. <strong>De</strong>ze woning<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> omstreeks het midd<strong>en</strong> van de<br />

19 de eeuw tot twee woning<strong>en</strong> omgevormd, om teg<strong>en</strong> het einde van de 19 de eeuw gesloopt te word<strong>en</strong>. 3<br />

Tijd<strong>en</strong>s het archeologisch onderzoek werd<strong>en</strong> de voorgevel van de drie huiz<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>als twee kamers<br />

<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kelderruimte van de woning gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>d aan het stadhuis vrijgelegd. Van de overige twee huisjes<br />

bleek er minder bewaard te zijn. Tev<strong>en</strong>s werd<strong>en</strong> de restant<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> waterput aangetroff<strong>en</strong>. E<strong>en</strong><br />

aantal van de aangesned<strong>en</strong> muurrest<strong>en</strong> viel op door hun afwijk<strong>en</strong>de oriëntering t<strong>en</strong> opzichte van de<br />

voorgevel van de huiz<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dus ook t<strong>en</strong> opzichte van het voormalige stadhuis. Mogelijk gaat het om<br />

mur<strong>en</strong> die toebehoord hebb<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> oudere constructie die oorspronkelijk op deze locatie stond.<br />

Tijd<strong>en</strong>s het onderzoek werd vastgesteld dat de voorgevel van de huiz<strong>en</strong>, of althans e<strong>en</strong> deel ervan,<br />

gefundeerd was op e<strong>en</strong> hout<strong>en</strong> constructie bestaande uit horizontaal geplaatste plank<strong>en</strong> die steund<strong>en</strong><br />

op meerdere aangepunte boomstamm<strong>en</strong>. Al snel werd duidelijk dat dit niet geheel zonder red<strong>en</strong> was:<br />

de voorgevel bleek immers gebouwd te zijn bov<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> gedempte gracht. <strong>De</strong> constructie van<br />

plank<strong>en</strong> <strong>en</strong> balk<strong>en</strong> moest dan ook voorkom<strong>en</strong> dat de voorgevel in deze onstabiele ondergrond zou<br />

wegzakk<strong>en</strong>.<br />

<strong>De</strong>ze gracht was reeds in 1996 aangesned<strong>en</strong> door W. Wouters bij e<strong>en</strong> kleinschalig archeologisch<br />

onderzoek in de kelders van het oude stadhuis 4 . Uit de coupe die t<strong>en</strong> oost<strong>en</strong> van het voormalige<br />

stadhuis dwars op de voorgevel van de huiz<strong>en</strong> werd geplaatst, kon opgemaakt word<strong>en</strong> dat de gracht<br />

hier oorspronkelijk e<strong>en</strong> 8-tal meter breed was <strong>en</strong> minimaal 2 meter diep. Het diepste punt van de<br />

gracht situeerde zich op zo’n anderhalf à twee meter t<strong>en</strong> noord<strong>en</strong> van de voorgevel. <strong>De</strong>ze komvormige<br />

gracht was tot driemaal toe heraangelegd. Bij e<strong>en</strong> eerste heraanleg werd opnieuw e<strong>en</strong> gracht van<br />

minimaal 8 meter breed uitgegrav<strong>en</strong>. Eénmaal opgevuld werd e<strong>en</strong> tweede gracht uitgegrav<strong>en</strong>. <strong>De</strong>ze<br />

trogvormige gracht was vermoedelijk 5 meter breed <strong>en</strong> 1,5 meter diep. E<strong>en</strong> derde <strong>en</strong> laatste gracht<br />

had dezelfde diepte als de tweede gracht maar was nog maar slechts twee meter breed <strong>en</strong> V-vormig.<br />

Hoewel het onderzoek van de gracht om veiligheidsred<strong>en</strong> voortijding afgebrok<strong>en</strong> di<strong>en</strong>de te word<strong>en</strong>,<br />

kond<strong>en</strong> toch e<strong>en</strong> 135-tal vondst<strong>en</strong> uit de verschill<strong>en</strong>de grachtvulling<strong>en</strong> gerecupereerd word<strong>en</strong>.<br />

Hieronder bevond<strong>en</strong> zich 96 fragm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aardewerk, waaronder 34 fragm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ste<strong>en</strong>goed, 18<br />

fragm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> roodbakk<strong>en</strong>d aardewerk, 19 fragm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> geglazuurd witbakk<strong>en</strong>d aardewerk, 8 fragm<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

fai<strong>en</strong>ce, 1 fragm<strong>en</strong>t Pingsdorf-aardewerk <strong>en</strong> 1 fragm<strong>en</strong>t van e<strong>en</strong> kan versierd met radstempel in<br />

Badorf-aardewerk. Op basis van deze keramiek lijkt de gracht in de 14 de eeuw gedempt te zijn<br />

geweest. Wanneer de gracht gegrav<strong>en</strong> werd, blijft vooralsnog e<strong>en</strong> raadsel.<br />

MAURISSEN, F., 2005: Huisnam<strong>en</strong> in <strong>Bilz<strong>en</strong></strong>. Aflevering 7, in: Bilisium, 30, 4, pp. 4414-4419.<br />

MAURISSEN, F., 2005: Huisnam<strong>en</strong> in <strong>Bilz<strong>en</strong></strong>. Aflevering 8, in: Bilisium, 30, 5, pp. 4441-4446.<br />

MAURISSEN, F. <strong>en</strong> M. MEYERS, 1993: <strong>De</strong> Sint-Mauritiuskerk van <strong>Bilz<strong>en</strong></strong>. <strong>De</strong> geschied<strong>en</strong>is van de<br />

aloude kerk <strong>en</strong> de parochie van <strong>Bilz<strong>en</strong></strong> toegewijd aan de Heilige Mauritius, <strong>Bilz<strong>en</strong></strong>.<br />

WOUTERS, W. <strong>en</strong> B. COOREMANS, 1994: Noodonderzoek in de Sint-Mauritiuskerk te <strong>Bilz<strong>en</strong></strong> (prov.<br />

Limburg), in: Archeologie in Vlaander<strong>en</strong>, IV, Zellik pp. 169-186.<br />

3 MAURISSEN, F., 2005, pp. 4441-4446; MAURISSEN, F. <strong>en</strong> M. MEYERS, 1993, pp. 99-100.<br />

4 WOUTERS, W., 1997. <strong>De</strong> gracht werd in dit verslag door de archeoloog oorspronkelijk geïnterpreteerd als e<strong>en</strong><br />

leemwinningskuil. Later werd deze interpretatie omwille van de erg humeuze vulling door de archeoloog echter<br />

herzi<strong>en</strong>.


WOUTERS, W., 1997: Over het Stadhuis van <strong>Bilz<strong>en</strong></strong>, in: Bilisium, 22, pp. 3122-3124.<br />

<strong>Bilz<strong>en</strong></strong>: <strong>Marktplein</strong> <strong>fase</strong> 2 [<strong>Petra</strong> <strong>Dries<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>Natasja</strong> <strong>De</strong> Winter] - 2006<br />

Aansluit<strong>en</strong>d op de werkzaamhed<strong>en</strong> in 2005, werd in februari <strong>en</strong> maart 2006 de zone t<strong>en</strong> west<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

t<strong>en</strong> zuid<strong>en</strong> van het voormalige stadhuis onderzocht.<br />

Uit historische bronn<strong>en</strong> is gewet<strong>en</strong> dat t<strong>en</strong> west<strong>en</strong> van het voormalige stadhuis vanaf de tweede helft<br />

van de 17 de eeuw oorspronkelijk één woonhuis gestaan heeft met daarnaast stalling<strong>en</strong>. Dit woonhuis<br />

werd in de eerste helft van de 19 de eeuw in twee woning<strong>en</strong> opgesplitst, die omstreeks 1896 gesloopt<br />

werd<strong>en</strong>. <strong>De</strong> stalling<strong>en</strong> war<strong>en</strong> al afgebrok<strong>en</strong> rond 1851. 5 Tijd<strong>en</strong>s het archeologisch onderzoek t<strong>en</strong><br />

west<strong>en</strong> van het stadhuis werd<strong>en</strong> dan ook zoals verwacht meerdere muurrest<strong>en</strong> van deze woonhuiz<strong>en</strong><br />

aangetroff<strong>en</strong>. Daarnaast leverde het onderzoek e<strong>en</strong> vloertje bestaande uit kei<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> waterput op.<br />

Bij het onderzoek t<strong>en</strong> west<strong>en</strong> van de Sint-Mauritiuskerk werd e<strong>en</strong> grote onregelmatige kuil<br />

aangetroff<strong>en</strong> die naast 49-fragm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> handgevormd aardewerk, e<strong>en</strong> maalste<strong>en</strong>fragm<strong>en</strong>t <strong>en</strong> <strong>en</strong>kele<br />

verbrande kei<strong>en</strong> bevatte. <strong>De</strong> inhoud van de kuil doet vermoed<strong>en</strong> dat het om e<strong>en</strong> afvalkuil ging die, op<br />

basis van e<strong>en</strong> C 14 -datering uitgevoerd op e<strong>en</strong> houtskoolmonster, in de Late Bronstijd gedateerd kon<br />

word<strong>en</strong>. 6<br />

Er werd bij het onderzoek in 2005 t<strong>en</strong> oost<strong>en</strong> van het voormalige stadhuis reeds e<strong>en</strong> grote coupe<br />

gezet dwars op de voorgevel van de huiz<strong>en</strong>rij die daar gestaan heeft. Daarbij werd het tracé van e<strong>en</strong><br />

gracht aangesned<strong>en</strong>. In navolging hiervan werd aan de westzijde van het voormalige stadhuis<br />

ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> coupe dwars op de voorgevel van de huiz<strong>en</strong> geplaatst. Daarbij werd zoals verwacht de<br />

gracht opnieuw aangesned<strong>en</strong>. <strong>De</strong> gracht bleek aan deze zijde minimaal 4,6 meter breed te zijn<br />

geweest. Het diepst ingemet<strong>en</strong> punt situeerde zich op 2,10 meter onder het vlak. In teg<strong>en</strong>stelling tot<br />

de gracht aan de oostzijde, lijkt deze gracht niet heraangelegd te zijn geweest. Het archeologisch<br />

onderzoek van deze coupe leverde amper archeologische vondst<strong>en</strong> op. Wel werd op vraag van<br />

ZOLAD het profiel bemonsterd voor palynologisch <strong>en</strong> paleo-ecologisch onderzoek. 7 Dit onderzoek<br />

toonde aan dat de gracht opgevuld geraakte met onder meer excrem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> of uitwerpsel<strong>en</strong>.<br />

Vermoedelijk kreeg de gracht dan ook t<strong>en</strong> tijde van opgave e<strong>en</strong> secundaire functie als afval-, mestkuil<br />

<strong>en</strong>/of beerput. Het palynologisch onderzoek reikte ook e<strong>en</strong> beeld aan van de vegetatie nabij <strong>en</strong> in de<br />

omgeving van de gracht. <strong>De</strong>ze werd gek<strong>en</strong>merkt door e<strong>en</strong> dominantie van houtige vegetatie,<br />

hoofdzakelijk bestaande uit els <strong>en</strong> in mindere mate uit hazelaar <strong>en</strong> eik. <strong>De</strong> zichtbaarheid van<br />

agrarische activiteit kwam echter nauwelijks tot uiting in de palynologische data: er is slechts in<br />

beperkte mate sprake van poll<strong>en</strong> van cultuurgewass<strong>en</strong>. Daarnaast werd<strong>en</strong> voornamelijk kruid<strong>en</strong> van<br />

graas- <strong>en</strong> hooiweid<strong>en</strong> (cf. heide <strong>en</strong> grass<strong>en</strong>) aangetroff<strong>en</strong>. <strong>De</strong> resultat<strong>en</strong> van het macrobotanisch<br />

onderzoek lijk<strong>en</strong> dan weer te wijz<strong>en</strong> op de aanwezigheid van e<strong>en</strong> weg met berm of e<strong>en</strong> weiland in de<br />

nabije omgeving. E<strong>en</strong> C 14 -datering uitgevoerd op zad<strong>en</strong> afkomstige uit één van de onderste lag<strong>en</strong> uit<br />

de gracht (laag 7, S 35) leverde e<strong>en</strong> datering van 900 ± 20 BP op. 8 Gekalibreerd betek<strong>en</strong>t dit, dat er<br />

95% kans bestaat, dat de zad<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ouderdom hebb<strong>en</strong> die geleg<strong>en</strong> is tuss<strong>en</strong> 1040 <strong>en</strong> 1220 n.C.<br />

Hieruit kan geconcludeerd word<strong>en</strong> dat de gracht die omstreeks de 13 de -14 de eeuw definitief werd<br />

opgegev<strong>en</strong> 9 , vermoedelijk in de 11 de – 12 de eeuw gegrav<strong>en</strong> werd.<br />

Het archeologisch onderzoek t<strong>en</strong> zuid<strong>en</strong> van het voormalige stadhuis t<strong>en</strong> slotte, leverde e<strong>en</strong><br />

vierhonderdtal spor<strong>en</strong> op. Het mer<strong>en</strong>deel van deze spor<strong>en</strong> kon geïnterpreteerd word<strong>en</strong> als paalkuil<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> kuil<strong>en</strong> uit de laat- tot postmiddeleeuws periode. Daarnaast werd<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de afval-, puin <strong>en</strong><br />

egalisatielag<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> drietal st<strong>en</strong><strong>en</strong> constructies. Terwijl twee van deze constructies als<br />

beerputt<strong>en</strong> geïnterpreteerd kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, plaatste de derde constructie de archeolog<strong>en</strong><br />

5 MAURISSEN, F., 2005, pp. 4441-4446; MAURISSEN, F. <strong>en</strong> M. MEYERS, 1993, pp. 99-100.<br />

6 C14-datering uitgevoerd door het C<strong>en</strong>trum voor Isotop<strong>en</strong> Onderzoek in Groning<strong>en</strong>. Refer<strong>en</strong>tie: GrA 34321.<br />

7 Vanessa Gelorini van de Vakgroep Middeleeuwse Geschied<strong>en</strong>is (Universiteit G<strong>en</strong>t) onderzocht de monsters op<br />

de aanwezigheid van poll<strong>en</strong>, spor<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere (plantaardige) microfossiel<strong>en</strong> (palynologie). Lieselotte<br />

Meersschaert, verbond<strong>en</strong> aan de Archeologische Di<strong>en</strong>st Waasland, voerde het zad<strong>en</strong>- <strong>en</strong> vrucht<strong>en</strong>onderzoek uit<br />

(macrobotanie).<br />

8 C14-datering uitgevoerd door het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium in Brussel. Refer<strong>en</strong>tie: KIA-<br />

33598.<br />

9 Zie 2005 2 <strong>Bilz<strong>en</strong></strong>: <strong>Marktplein</strong> <strong>fase</strong> 2.


oorspronkelijk voor e<strong>en</strong> raadsel. Het ging om e<strong>en</strong> ronde mergelst<strong>en</strong><strong>en</strong> constructie met e<strong>en</strong> diameter<br />

van circa 4 meter die op ongeveer 15 meter t<strong>en</strong> west<strong>en</strong> van de voorgevel van het voormalige stadhuis<br />

geleg<strong>en</strong> was. Het parem<strong>en</strong>t van bestond uit min of meer rechthoekig gekapte blokk<strong>en</strong>, de kern uit<br />

mergelblokk<strong>en</strong> <strong>en</strong> – brokk<strong>en</strong> in los verband. In doorsnede bleek het om e<strong>en</strong> platform van 30 cm dik te<br />

gaan bestaande uit twee lag<strong>en</strong> min of meer regelmatig geplaatste rechthoekige mergelblokk<strong>en</strong>. Het<br />

midd<strong>en</strong> van het platform steunde op e<strong>en</strong> cilindervormige constructie uit mergelste<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> diameter<br />

van 120 cm <strong>en</strong> tot op e<strong>en</strong> diepte van 70 cm diepte gefundeerd. Alle st<strong>en</strong><strong>en</strong> war<strong>en</strong> in los verband<br />

geplaatst. <strong>De</strong> locatie op de markt vóór het stadhuis maakte zowel e<strong>en</strong> interpretatie als fundering van<br />

e<strong>en</strong> schandpaal als e<strong>en</strong> perron aannemelijk. Toch pleit<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ervoor dat het de<br />

fundering van het perron betrof. <strong>Bilz<strong>en</strong></strong> had immers als één van de Goede Sted<strong>en</strong> van het<br />

Prinsbisdom Luik het recht om e<strong>en</strong> perron op te richt<strong>en</strong>. Het eerste perron werd in 1366 opgetrokk<strong>en</strong>.<br />

In 1768 gaf de stadsmagistraat de opdracht op het marktplein e<strong>en</strong> nieuwe pomp <strong>en</strong> e<strong>en</strong> nieuw perron<br />

te plaatst<strong>en</strong> vermits “d<strong>en</strong> aud<strong>en</strong> pero<strong>en</strong> in stuck<strong>en</strong> is”. To<strong>en</strong> de Frans<strong>en</strong> in 1794 het land bezett<strong>en</strong><br />

wild<strong>en</strong> zij komaf mak<strong>en</strong> met de stedelijke vrijhed<strong>en</strong>. Zij begonn<strong>en</strong> dan ook met het opruim<strong>en</strong> van de<br />

symbol<strong>en</strong> die hieraan herinnerd<strong>en</strong>. In 1851 schreef Alexander Schaepk<strong>en</strong>s “dat op de markt vóór het<br />

stadhuis vroeger e<strong>en</strong> perron stond, op drie tred<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat er nu nog alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> st<strong>en</strong><strong>en</strong> plaat van<br />

overblijft”. 10 <strong>De</strong> interpretatie van deze constructie als de fundering van het perron van <strong>Bilz<strong>en</strong></strong> wordt dan<br />

ook zeer aannemelijk.<br />

MAURISSEN, F., 2005: Huisnam<strong>en</strong> in <strong>Bilz<strong>en</strong></strong>. Aflevering 7, in: Bilisium, 30, 4, pp. 4414-4419.<br />

MAURISSEN, F., 2005: Huisnam<strong>en</strong> in <strong>Bilz<strong>en</strong></strong>. Aflevering 8, in: Bilisium, 30, 5, pp. 4441-4446.<br />

10 MAURISSEN, F,. 2006, p. 5.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!