04.09.2013 Views

10. Neerslag en buien - Kees Floor

10. Neerslag en buien - Kees Floor

10. Neerslag en buien - Kees Floor

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>10.</strong> <strong>Neerslag</strong> <strong>en</strong> bui<strong>en</strong><br />

<strong>10.</strong>1 Inleiding<br />

In dit hoofdstuk wordt besprok<strong>en</strong> hoe neerslag gevormd wordt <strong>en</strong> onder welke<br />

omstandighed<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de typ<strong>en</strong> neerslag ontstaan. Ook gaan we in op<br />

het gebruik van radar voor het verkrijg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> gedetailleerd beeld van de<br />

neerslag. T<strong>en</strong> slotte komt zichtbelemmering door neerslag aan de orde.<br />

<strong>10.</strong>2 Ontstaan van neerslag<br />

In het hoofdstuk over wolk<strong>en</strong> is besprok<strong>en</strong> dat wolk<strong>en</strong> bestaan uit waterdruppeltjes,<br />

onderkoelde waterdruppeltjes, ijskristall<strong>en</strong> of combinaties daarvan.<br />

Van neerslag is pas sprake als deze wolk<strong>en</strong>elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> groot g<strong>en</strong>oeg groei<strong>en</strong><br />

om naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> vall<strong>en</strong> <strong>en</strong> het aardoppervlak te bereik<strong>en</strong>. Er zijn<br />

twee process<strong>en</strong> die in de wolk de groei van wolk<strong>en</strong>elem<strong>en</strong>t naar neerslagdeeltje<br />

kunn<strong>en</strong> veroorzak<strong>en</strong>: het coalesc<strong>en</strong>tieproces <strong>en</strong> het Weg<strong>en</strong>er-Bergeronproces.<br />

• Het coalesc<strong>en</strong>tieproces<br />

In horizontaal uitgestrekte, gelaagde<br />

bewolking (stratus, stratocumulus<br />

<strong>en</strong> altocumulus; zie hoofdstuk<br />

9) vall<strong>en</strong> wolk<strong>en</strong>elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

aanvankelijk nauwelijks naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>.<br />

Doordat wolk<strong>en</strong>druppeltjes<br />

niet alle ev<strong>en</strong> groot zijn, vall<strong>en</strong><br />

ze bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> niet alle ev<strong>en</strong> snel;<br />

de grotere druppels kunn<strong>en</strong> de<br />

kleinere inhal<strong>en</strong> <strong>en</strong> invang<strong>en</strong>,<br />

waardoor ze geleidelijk groei<strong>en</strong>.<br />

Uiteindelijk gaan ze zo sneller vall<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> mogelijk vall<strong>en</strong> ze na herhaald<br />

sam<strong>en</strong>smelt<strong>en</strong> als reg<strong>en</strong>- of<br />

motreg<strong>en</strong>druppeltje uit de wolk.<br />

Dit proces heet het ‘coalesc<strong>en</strong>tieproces’.<br />

112 NEERSLAG EN BUIEN<br />

Kleinere druppels<br />

Grote druppel<br />

5 ms - 1<br />

➤<br />

1 ms - 1<br />


wolk<strong>en</strong>druppeltjes snel vall<strong>en</strong>de reg<strong>en</strong>druppel<br />

➤<br />

• Het Weg<strong>en</strong>er-Bergeronproces<br />

E<strong>en</strong> tweede proces om wolk<strong>en</strong>elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

om te vorm<strong>en</strong> tot neerslag<br />

is het Weg<strong>en</strong>er-Bergeronproces,<br />

g<strong>en</strong>oemd naar de ontdekkers.<br />

Hierbij speelt het verschil in<br />

dampspanning tuss<strong>en</strong> water <strong>en</strong> ijs<br />

e<strong>en</strong> rol. In de temperatuurzone<br />

tuss<strong>en</strong> -10 <strong>en</strong> -23° (zie het hoofdstuk<br />

over wolk<strong>en</strong>vorming), kom<strong>en</strong><br />

zowel onderkoelde waterdruppels<br />

als ijskristall<strong>en</strong> voor. De dampspanning<br />

is bov<strong>en</strong> ijs lager dan bov<strong>en</strong><br />

water. Het verschil in dampspanning<br />

br<strong>en</strong>gt e<strong>en</strong> waterdamptransport<br />

op gang van de waterdruppeltjes<br />

(hoge dampdruk) naar<br />

de ijskristall<strong>en</strong> (lage dampdruk).<br />

Met andere woord<strong>en</strong>: de waterdruppeltjes<br />

verdamp<strong>en</strong> <strong>en</strong> de ijskristall<strong>en</strong><br />

groei<strong>en</strong> aan t<strong>en</strong> koste<br />

van de waterdruppeltjes. De ijs-<br />

➤<br />

wolk<strong>en</strong>druppel<br />

➤<br />

watermolecul<strong>en</strong><br />

ijskristal<br />

sneeuwkristal<br />

Het Weg<strong>en</strong>er-Bergeronproces: ijskristall<strong>en</strong> groei<strong>en</strong><br />

aan tot sneeuwkristall<strong>en</strong> t<strong>en</strong> koste van (onderkoelde)<br />

wolk<strong>en</strong>druppeltjes.<br />

NEERSLAG EN BUIEN 113


kristall<strong>en</strong> word<strong>en</strong> groter <strong>en</strong> zwaarder <strong>en</strong> vall<strong>en</strong> als sneeuw of motsneeuw naar<br />

b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>.<br />

Het Weg<strong>en</strong>er-Bergeronproces is voor de neerslag die in Nederland <strong>en</strong> in andere<br />

gebied<strong>en</strong> op gematigde breedt<strong>en</strong> valt, verreweg het belangrijkst. De meeste<br />

neerslag in Nederland is dan ook begonn<strong>en</strong> als sneeuw; dit geldt ook voor de<br />

zomer! Doordat de temperatuur van de lucht aan het aardoppervlak <strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />

dikke laag daarbov<strong>en</strong> gewoonlijk bov<strong>en</strong> nul is, heeft de sneeuw voldo<strong>en</strong>de<br />

geleg<strong>en</strong>heid te smelt<strong>en</strong> <strong>en</strong> als reg<strong>en</strong> op de grond terecht te kom<strong>en</strong>.<br />

Soms is de lucht tuss<strong>en</strong> wolk <strong>en</strong> aardoppervlak zo droog, dat alle neerslag verdampt<br />

voor ze de grond kan bereik<strong>en</strong>. Desondanks geeft de radar in zulke<br />

gevall<strong>en</strong> echo’s <strong>en</strong> wekt het radarbeeld de indruk dat er ook op de grond reg<strong>en</strong><br />

valt.<br />

Afhankelijk van de temperatuur <strong>en</strong> van ev<strong>en</strong>tuele op- <strong>en</strong> neerwaartse beweging<strong>en</strong><br />

in <strong>en</strong> onder e<strong>en</strong> wolk ontstaan verschill<strong>en</strong>de neerslagvorm<strong>en</strong>. Vooral<br />

bij temperatur<strong>en</strong> rond nul grad<strong>en</strong> is er e<strong>en</strong> grote variëteit. De verschill<strong>en</strong>de<br />

neerslagsoort<strong>en</strong> word<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> in de volg<strong>en</strong>de paragraf<strong>en</strong> van dit hoofdstuk.<br />

▲<br />

Hoogte<br />

114 NEERSLAG EN BUIEN<br />

Temperatuur<br />

water<br />

w a r m e w o l k<br />

t r o p o p a u z e<br />

o<br />

-40 C<br />

o<br />

0 C


▲<br />

Hoogte<br />

Temperatuur<br />

water<br />

<strong>10.</strong>3 Reg<strong>en</strong> <strong>en</strong> motreg<strong>en</strong><br />

Als de temperatuur van de wolk <strong>en</strong> van de lucht daaronder bov<strong>en</strong> nul is,<br />

bestaat de wolk geheel uit water. Indi<strong>en</strong> de wolk dik g<strong>en</strong>oeg is, doet het<br />

coalesc<strong>en</strong>tieproces de waterdruppeltjes in horizontaal uitgestrekte bewolking<br />

aangroei<strong>en</strong> tot ze groot <strong>en</strong> zwaar g<strong>en</strong>oeg zijn om uit de wolk naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong><br />

te vall<strong>en</strong>. De bewolking is gewoonlijk niet dik g<strong>en</strong>oeg om grote reg<strong>en</strong>druppels<br />

te kunn<strong>en</strong> oplever<strong>en</strong>; daardoor valt de neerslag met geringe<br />

int<strong>en</strong>siteit <strong>en</strong> de druppeltjes zijn klein: motreg<strong>en</strong>. Soms toont het radarbeeld<br />

in dit soort gevall<strong>en</strong> zelfs helemaal ge<strong>en</strong> neerslag. De diameter van motreg<strong>en</strong>druppeltjes<br />

is kleiner dan 0.5 mm, de neerslagint<strong>en</strong>siteit bedraagt minder<br />

dan 1 mm per uur. Zijn de waterdruppeltjes groter, dan valt er lichte reg<strong>en</strong><br />

met geringe int<strong>en</strong>siteit.<br />

Anders wordt het, als de wolk grotere verticale afmeting<strong>en</strong> heeft <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

belangrijk deel van de wolk zich op de hoogte in de atmosfeer bevindt waar de<br />

temperatuur onder nul is. Er kom<strong>en</strong> dan hoger in de wolk, waar het meer dan<br />

10 grad<strong>en</strong> vriest, naast onderkoelde waterdruppeltjes ook ijskristall<strong>en</strong> voor.<br />

Nu kan het Weg<strong>en</strong>er-Bergeronproces zijn werk do<strong>en</strong> <strong>en</strong> de ijskristall<strong>en</strong> lat<strong>en</strong><br />

aangroei<strong>en</strong> t<strong>en</strong> koste van de wolk<strong>en</strong>druppeltjes. De neerslagelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

zo voldo<strong>en</strong>de groot <strong>en</strong> talrijk om grotere neerslagint<strong>en</strong>siteit<strong>en</strong> mogelijk te<br />

❄<br />

t r o p o p a u z e<br />

❄ ❄<br />

ijs ❄<br />

❄ ❄ ❄<br />

w a r m e w o l k k o u d e w o l k<br />

❄<br />

Onderkoeld water<br />

+ wat ijs<br />

❄<br />

water<br />

❄<br />

o<br />

-40 C<br />

o<br />

0 C<br />

NEERSLAG EN BUIEN 115


mak<strong>en</strong>, zodat de bui<strong>en</strong> doorgaans pittiger zijn <strong>en</strong> het harder sneeuwt of<br />

reg<strong>en</strong>t. Reg<strong>en</strong> doet zich voor als de neerslag volledig smelt tijd<strong>en</strong>s de val naar<br />

het aardoppervlak; anders valt er (natte) sneeuw (vergelijk figuur).<br />

o<br />

T< 0 C<br />

<strong>10.</strong>4 Onderkoelde reg<strong>en</strong> <strong>en</strong> ijsreg<strong>en</strong><br />

In de winter is de temperatuur van de lucht in de onderste laag van de dampkring<br />

bij het aardoppervlak soms onder nul, terwijl tegelijkertijd daarbov<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> warmere laag zit met e<strong>en</strong> luchttemperatuur bov<strong>en</strong> nul waarin de als<br />

sneeuw ontstane neerslagelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> smelt<strong>en</strong> tot reg<strong>en</strong>- of motreg<strong>en</strong>druppels.<br />

Valt de reg<strong>en</strong> of motreg<strong>en</strong> daarna door de onderste koude laag, dan daalt<br />

de temperatuur van de druppels tot onder nul. Als de reg<strong>en</strong> het aardoppervlak<br />

bereikt voor er bevriezing is opgetred<strong>en</strong>, valt er onderkoelde reg<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> de<br />

vall<strong>en</strong>de neerslag lang g<strong>en</strong>oeg onderkoeld is geweest, bevriest ze geheel of<br />

gedeeltelijk. De reg<strong>en</strong> <strong>en</strong> motreg<strong>en</strong> gaan dan over in ijsdeeltjes; deze vall<strong>en</strong> als<br />

ijsreg<strong>en</strong> op de grond <strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> daar direct e<strong>en</strong> laagje ijs, wat leidt tot gladheid.<br />

Als de temperatuur van de grond bov<strong>en</strong> het vriespunt is, dan zull<strong>en</strong> de<br />

ijsdeeltjes aanvankelijk smelt<strong>en</strong>. Het smeltproces kost echter veel <strong>en</strong>ergie, die<br />

door de bodem geleverd moet word<strong>en</strong>. De temperatuur ervan daalt dan ook<br />

snel tot het vriespunt of zelfs daaronder. De ijsreg<strong>en</strong> blijft als ijzel op de grond,<br />

op auto’s <strong>en</strong> op andere voorwerp<strong>en</strong> achter.<br />

<strong>10.</strong>5 IJzel<br />

reg<strong>en</strong> onderkoelde reg<strong>en</strong> ijsreg<strong>en</strong> sneeuw<br />

0 C<br />

o<br />

IJzel ontstaat wanneer reg<strong>en</strong>, motreg<strong>en</strong> of gedeeltelijk uit vloeibaar water<br />

bestaande ijsreg<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> weg valt waarvan de temperatuur onder nul is. De<br />

reg<strong>en</strong> of motreg<strong>en</strong>, die soms onderkoeld is, bevriest dan zodra hij in aanraking<br />

komt met de grond of met voorwerp<strong>en</strong> die kouder zijn dan nul grad<strong>en</strong>;<br />

de ijsreg<strong>en</strong> vriest erop vast. IJzel treedt veelal op aan het einde van e<strong>en</strong> vorst-<br />

116 NEERSLAG EN BUIEN<br />

5 km 5 km 5 km 5 km<br />

o<br />

T> 0 C<br />

o<br />

T< 0 C<br />

0 C<br />

o<br />

o<br />

T> 0 C<br />

o<br />

T< 0 C<br />

0 C<br />

o<br />

o<br />

T> 0 C<br />

o<br />

T< 0 C<br />

0 C<br />

o<br />

o<br />

T> 0 C


periode, dus als de vorst nog in de grond zit. De reg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> overtrekk<strong>en</strong>d<br />

warmtefront bevriest op het wegdek. Veel reg<strong>en</strong> hoeft er niet te vall<strong>en</strong>: e<strong>en</strong><br />

beetje motreg<strong>en</strong> is zelfs al voldo<strong>en</strong>de om de weg spekglad te mak<strong>en</strong>. Meestal<br />

duurt e<strong>en</strong> ijzelperiode niet langer dan <strong>en</strong>kele ur<strong>en</strong>, want na het passer<strong>en</strong> van<br />

e<strong>en</strong> warmtefront loopt de temperatuur gewoonlijk flink op tot <strong>en</strong>kele grad<strong>en</strong><br />

bov<strong>en</strong> nul <strong>en</strong> daardoor smelt het ijs. Soms echter trekt zo’n warmtefront terg<strong>en</strong>d<br />

langzaam over of stagneert het zelfs, waardoor e<strong>en</strong> ijzelperiode veel langer<br />

kan dur<strong>en</strong>. Ook kan het voorkom<strong>en</strong> dat de koude lucht zich niet laat verdrijv<strong>en</strong>;<br />

koude lucht is namelijk zwaarder dan warme lucht <strong>en</strong> wanneer<br />

contin<strong>en</strong>tale zuidoost<strong>en</strong>wind<strong>en</strong> koude lucht blijv<strong>en</strong> aanvoer<strong>en</strong> kan de warme<br />

lucht alle<strong>en</strong> op <strong>en</strong>ige hoogte verder oprukk<strong>en</strong>. Door het gedwong<strong>en</strong> opstijg<strong>en</strong><br />

van de zachte lucht wordt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> het ontstaan van neerslag verder in de<br />

hand gewerkt.<br />

<strong>10.</strong>6 Sneeuw<br />

De meeste neerslag die in Nederland valt, ontstaat als sneeuw, zoals onder het<br />

kopje Weg<strong>en</strong>er-Bergeronproces reeds ter sprake is gekom<strong>en</strong>. <strong>Neerslag</strong> die<br />

ontstaat volg<strong>en</strong>s het coalesc<strong>en</strong>tieproces kan bij lage temperatur<strong>en</strong> weliswaar<br />

in vaste vorm naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, maar de sneeuwvlokk<strong>en</strong> zijn dan niet<br />

NEERSLAG EN BUIEN 117


groot <strong>en</strong> de neerslagint<strong>en</strong>siteit blijft klein. Er valt dan zogehet<strong>en</strong> motsneeuw.<br />

Vaak is er op het radarbeeld niets te zi<strong>en</strong>. Motsneeuw bestaat uit zachte,<br />

ondoorzichtige, witte, langwerpige korrels met e<strong>en</strong> kleinste diameter van<br />

hooguit 2 mm. Op de grond gevall<strong>en</strong>, spring<strong>en</strong> ze niet op.<br />

Gewone sneeuw bestaat uit sterk vertakte ijskristall<strong>en</strong> die sam<strong>en</strong>geklonterd<br />

zijn tot vlokk<strong>en</strong>; om grote sneeuwvlokk<strong>en</strong> te krijg<strong>en</strong> mag het niet meer dan<br />

vijf grad<strong>en</strong> vriez<strong>en</strong>. Bij str<strong>en</strong>ge vorst treedt nauwelijks sam<strong>en</strong>klontering op<br />

van sneeuwvlokk<strong>en</strong> <strong>en</strong> resteert er slechts poedersneeuw.<br />

Bij temperatur<strong>en</strong> rond het vriespunt valt er uit winterse bui<strong>en</strong> soms korrelsneeuw.<br />

Korrelsneeuw bestaat uit ronde, ondoorzichtige korrels van 2-5 mm<br />

diameter, die opspring<strong>en</strong> <strong>en</strong> op e<strong>en</strong> harde ondergrond kunn<strong>en</strong> brek<strong>en</strong>.<br />

Als het sneeuwt bij e<strong>en</strong> luchttemperatuur bov<strong>en</strong> nul, dan koelt de doorvall<strong>en</strong>de<br />

sneeuw de lucht af. Ook tijd<strong>en</strong>s reg<strong>en</strong> koelt de lucht af, zodat reg<strong>en</strong> over<br />

kan gaan in natte sneeuw <strong>en</strong> later in sneeuw.<br />

Vaak komt het voor dat de sneeuw door e<strong>en</strong> luchtlaag valt met e<strong>en</strong> temperatuur<br />

bov<strong>en</strong> nul grad<strong>en</strong>. In dat geval zal de sneeuw gedeeltelijk smelt<strong>en</strong>. Op de<br />

grond komt dan e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>gsel van reg<strong>en</strong> <strong>en</strong> sneeuw terecht, dat wel ‘natte<br />

sneeuw’ g<strong>en</strong>oemd wordt. Ook hier geldt weer dat het smelt<strong>en</strong> van de sneeuw<br />

veel <strong>en</strong>ergie kost, die aan de lucht onttrokk<strong>en</strong> wordt. De luchtlaag koelt daardoor<br />

snel af tot nul grad<strong>en</strong>, waarna het blijft sneeuw<strong>en</strong>, wat tot gladheid kan<br />

leid<strong>en</strong>.<br />

Het begrip natte sneeuw kan zowel slaan op sneeuw die in gedeeltelijk<br />

gesmolt<strong>en</strong> toestand valt als op smelt<strong>en</strong>de sneeuw op de grond. Als in weersverwachting<strong>en</strong><br />

over natte sneeuw gesprok<strong>en</strong> wordt, dan is dat steeds in de<br />

eerste betek<strong>en</strong>is: vall<strong>en</strong>de sneeuw die deels is gesmolt<strong>en</strong>. Het Engels maakt<br />

e<strong>en</strong> duidelijk onderscheid tuss<strong>en</strong> vall<strong>en</strong>de <strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>de natte sneeuw: sleet <strong>en</strong><br />

slush. Op weg<strong>en</strong> of startban<strong>en</strong> met natte sneeuw (slush) ontstaan soms ijsplakk<strong>en</strong><br />

die verraderlijke gladheid kunn<strong>en</strong> veroorzak<strong>en</strong>.<br />

▲<br />

begint als sneeuw... bereikt de grond als sneeuw begint als sneeuw... <strong>en</strong> gaat over in reg<strong>en</strong><br />

❄<br />

❄<br />

❄<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

118 NEERSLAG EN BUIEN<br />

kouder dan kouder dan<br />

▲<br />

0 C<br />

o<br />

➤<br />

❄ ❄<br />

➤<br />

0 C<br />

o<br />

❄<br />

➤<br />

❄ ❄<br />

➤<br />

➤<br />

0 C<br />

o<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

0 C<br />

o


<strong>10.</strong>7 Bui<strong>en</strong> <strong>en</strong> onweer<br />

Als cumulusbewolking, bij voortdur<strong>en</strong>de aanvoer van warme, vochtige lucht<br />

onder in de wolk<strong>en</strong>, kan doorgroei<strong>en</strong> tot ver bov<strong>en</strong> het 0° C-niveau, begint er<br />

e<strong>en</strong> verijzingsproces van de wolk<strong>en</strong>druppeltjes.<br />

Er ontstaan dan zogehet<strong>en</strong> gem<strong>en</strong>gde wolk<strong>en</strong>, dat wil zegg<strong>en</strong> cumuli waarin<br />

naast vloeibare ook bevror<strong>en</strong> wolk<strong>en</strong>elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>.<br />

Het Weg<strong>en</strong>er-Bergeron-Findeis<strong>en</strong>proces kan in deze bewolking de neerslagelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

lat<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>. Naarmate de wolk hoger komt, zull<strong>en</strong> door afkoeling<br />

steeds meer, inmiddels onderkoelde, waterdruppels tot bevriezing overgaan.<br />

Dit gebeurt het meest frequ<strong>en</strong>t rond -12° C, waar het verschil tuss<strong>en</strong> de maximale<br />

dampspanning t<strong>en</strong> opzichte van water <strong>en</strong> die t<strong>en</strong> opzichte van ijs het<br />

grootst is (ijskiemniveau). (Het begrip dampspanning werd geïntroduceerd in<br />

hoofdstuk 6, Luchtvochigheid).<br />

Bov<strong>en</strong> het -20° C niveau is al e<strong>en</strong> zeer groot deel van de druppeltjes bevror<strong>en</strong>;<br />

bov<strong>en</strong> het -30° C niveau kom<strong>en</strong> er nog nauwelijks onderkoelde druppeltjes<br />

voor <strong>en</strong> bov<strong>en</strong> het -40° C niveau helemaal niet meer.<br />

NEERSLAG EN BUIEN 119


Soms kom<strong>en</strong> er bov<strong>en</strong> het -20° C niveau abnormaal veel onderkoelde waterdruppeltjes<br />

voor. Het is geblek<strong>en</strong>, dat bij die bewolking dikwijls onweer <strong>en</strong><br />

hagel voorkomt.<br />

<strong>10.</strong>8 Ontwikkeling van bui<strong>en</strong><br />

Als de bov<strong>en</strong>kant van e<strong>en</strong> sterk opboll<strong>en</strong>de stapelwolk (cumulus) gaat verijz<strong>en</strong>,<br />

wordt de omtrek van de bewolking minder scherp omlijnd. De top krijgt<br />

e<strong>en</strong> diffuus <strong>en</strong> gestreept aanzi<strong>en</strong>.<br />

Volwass<strong>en</strong> cumulonimbus kunn<strong>en</strong> in onze zomer op gematigde breedt<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

hoogte bereik<strong>en</strong> van 9 tot 12 km, ruwweg tot vlak onder de tropopauze. In de<br />

trop<strong>en</strong> <strong>en</strong> subtrop<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de topp<strong>en</strong> doorgroei<strong>en</strong> tot soms bov<strong>en</strong> 18 km<br />

hoogte. In de winterperiode kom<strong>en</strong> de bui<strong>en</strong>wolk<strong>en</strong> bij ons meestal niet<br />

hoger dan 4 tot 6 km.<br />

De verijsde topp<strong>en</strong> van de bui<strong>en</strong>wolk waai<strong>en</strong> dikwijls uit door de aanwezigheid<br />

van krachtige wind<strong>en</strong> op die hoogte; ze krijg<strong>en</strong> daardoor e<strong>en</strong> aambeeldachtige<br />

uitstulping.<br />

Zomerbui<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> veel grotere horizontale uitgestrektheid <strong>en</strong> ton<strong>en</strong><br />

meer complexvorming dan winterbui<strong>en</strong>, die meer geïsoleerd zijn <strong>en</strong> waarin<br />

complexvorming niet of nauwelijks plaatsvindt.<br />

<strong>10.</strong>9 Lev<strong>en</strong>scyclus van e<strong>en</strong> onweersbui<br />

We hebb<strong>en</strong> reeds gezi<strong>en</strong>, dat m<strong>en</strong><br />

diverse stadia in het bestaan van<br />

e<strong>en</strong> cumulus, die tot e<strong>en</strong> cumulonimbus<br />

uitgroeit, kan onderscheid<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> normaal ontwikkelde cumulonimbus<br />

bestaat uit één <strong>en</strong>kele<br />

‘kleine’ cel. De neerslag is het<br />

120 NEERSLAG EN BUIEN<br />

1<br />

➤<br />

reg<strong>en</strong><br />

➤ ijskristal<br />

❄ sneeuw<br />

❄ ❄<br />

❄<br />

➤<br />

➤<br />

❄<br />

➤ ➤<br />

❄<br />

➤<br />

❄<br />

5400 m<br />

4500 m<br />

3600 m<br />

2700 m<br />

cumulus 1800 m<br />

900 m<br />

a a r d o p p e r v l a k<br />

Lev<strong>en</strong>scyclus van e<strong>en</strong> onweersbui (1): cumulus.


meest int<strong>en</strong>sief bij overgang van het bevriezingsstadium naar het eerste reg<strong>en</strong>stadium.<br />

De grote hoeveelheid vall<strong>en</strong>de neerslag maakt e<strong>en</strong> einde aan de stijging van<br />

de opwaarts beweg<strong>en</strong>de vochtige warme lucht, waarmee de wolk ‘gevoed’<br />

wordt <strong>en</strong> veroorzaakt e<strong>en</strong> krachtige dal<strong>en</strong>de luchtstroming, die downdraught<br />

g<strong>en</strong>oemd wordt. Nabij het aardoppervlak spreidt de lucht horizontaal uit, wat<br />

gepaard gaat met windstot<strong>en</strong>.<br />

Doordat er nu koude lucht onder<br />

<strong>en</strong> rond het bui<strong>en</strong>lichaam is uitgevloeid,<br />

wordt de b<strong>en</strong>odigde aanvoer<br />

van warme lucht – de voedingsstroom<br />

voor de bui<strong>en</strong>wolk –<br />

afgesned<strong>en</strong>.<br />

2<br />

➤<br />

❄<br />

➤<br />

➤<br />

❄<br />

❄<br />

❄<br />

➤<br />

➤<br />

❄<br />

❄<br />

➤<br />

❄<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

❄<br />

❄<br />

❄<br />

❄<br />

➤<br />

➤<br />

❄<br />

➤<br />

❄<br />

cumulus congestus<br />

❆<br />

➤<br />

9000 m<br />

7500 m<br />

6000 m<br />

4500 m<br />

3000 m<br />

1500 m<br />

a a r d o p p e r v l a k<br />

Lev<strong>en</strong>scyclus van e<strong>en</strong> onweersbui (2): cumulus<br />

congestus.<br />

O n w e e r s b u i<br />

3<br />

➤<br />

➤<br />

❆ ➤ ❆<br />

❆ ❆<br />

❆<br />

❆ ❆ ❆<br />

❆<br />

❆<br />

❆<br />

❆ ❆ ❆<br />

❆ ❆ ❆<br />

❄<br />

❄<br />

❄<br />

❄<br />

❄<br />

❄<br />

❄<br />

❄<br />

➤ ➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

❄<br />

➤ ➤<br />

Cumulonibus<br />

❆<br />

13500 m<br />

12000 m<br />

10500 m<br />

9000 m<br />

7500 m<br />

6000 m<br />

4500 m<br />

3000 m<br />

1500 m<br />

a a r d o p p e r v l a k<br />

Lev<strong>en</strong>scyclus van e<strong>en</strong> onweersbui (3): cumulonimbus.<br />

NEERSLAG EN BUIEN 121


<strong>10.</strong>10 Complexvorming<br />

Door het afsnijd<strong>en</strong> van de voedingsstroom<br />

<strong>en</strong> het uitreg<strong>en</strong><strong>en</strong> is<br />

de lev<strong>en</strong>sduur van e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>cellige<br />

onweersbui beperkt tot 1/2 – 1 uur.<br />

De voor de bui langs de grond uitwaaier<strong>en</strong>de<br />

koude lucht tilt warme<br />

vochtige lucht in de omgeving op<br />

<strong>en</strong> doet deze naar bov<strong>en</strong> strom<strong>en</strong>,<br />

doorgaans vooral de rechter voorzijde<br />

van de wolk in, waar nieuwe<br />

cell<strong>en</strong> gevormd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Bij aane<strong>en</strong>gegroeide bui<strong>en</strong>wolk<strong>en</strong><br />

kan de uitstoot van koude lucht <strong>en</strong> Bui<strong>en</strong>complex op de radar.<br />

de aanvoer van nieuwe warme<br />

vochtige ‘voedings’-lucht zo groot word<strong>en</strong>, dat complexe system<strong>en</strong> ontstaan<br />

met e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> circulatie <strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>de aangroei van nieuwe cell<strong>en</strong> (bui<strong>en</strong>complex).<br />

Door het selfsupporting-karakter is de lev<strong>en</strong>sduur van e<strong>en</strong> bui<strong>en</strong>complex veel<br />

langer dan die van e<strong>en</strong> individuele cel. De lev<strong>en</strong>sduur kan oplop<strong>en</strong> tot vele<br />

ur<strong>en</strong>.<br />

122 NEERSLAG EN BUIEN<br />

Dwarsdoorsnede<br />

hagelste<strong>en</strong> in<br />

gepolariseerd<br />

licht.


Warme<br />

stijgbeweging<strong>en</strong><br />

Koude<br />

daalbeweging<strong>en</strong><br />

0˚ C<br />

Hagelst<strong>en</strong><strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> weg afgelegd door de<br />

wolk waarin ze beurtelings omhoog <strong>en</strong> omlaag<br />

werd<strong>en</strong> gevoerd.<br />

<strong>10.</strong>11 De vorming van hagel<br />

IJsdeeltjes, die <strong>en</strong>kele mal<strong>en</strong> in de<br />

stijgstroom van de bui<strong>en</strong>wolk<br />

terechtkom<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> aangroei<strong>en</strong><br />

tot e<strong>en</strong> hagelste<strong>en</strong>.<br />

Op zijn weg door e<strong>en</strong> zone met<br />

onderkoelde waterdruppeltjes ontstaat<br />

er rond de ijskern e<strong>en</strong> waterfilmpje<br />

dat op zijn weg door nog<br />

hogere luchtlag<strong>en</strong> bevriest. Daarna<br />

komt de aangegroeide ‘ste<strong>en</strong>’ weer<br />

in zwakkere stijgstrom<strong>en</strong> terecht <strong>en</strong><br />

valt. Het proces kan zich verschill<strong>en</strong>de<br />

mal<strong>en</strong> herhal<strong>en</strong> totdat de<br />

sterk aangegroeide hagelste<strong>en</strong> uiteindelijk<br />

op de grond valt. Hij heeft<br />

nu e<strong>en</strong> gelaagde opbouw gekreg<strong>en</strong>.<br />

Die gelaagde opbouw komt nog<br />

duidelijker tot uiting als tuss<strong>en</strong> de<br />

fas<strong>en</strong> van het invang<strong>en</strong> van onder-<br />

koelde druppeltjes de hagelste<strong>en</strong> in onverzadigde lucht van e<strong>en</strong> rijplaag<br />

wordt voorzi<strong>en</strong>. Daardoor ontstaan de karakteristieke afwissel<strong>en</strong>d heldere<br />

(doorzichtige) <strong>en</strong> witte (ondoorzichtige) lag<strong>en</strong>. Op d<strong>en</strong> duur wordt de ‘ste<strong>en</strong>’<br />

zo zwaar dat de turbul<strong>en</strong>te stijg<strong>en</strong>de beweging<strong>en</strong> er ge<strong>en</strong> vat meer op krijg<strong>en</strong>.<br />

De ste<strong>en</strong> valt uit de wolk, maar kan intuss<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> omvang van vele c<strong>en</strong>timeters<br />

zijn aangegroeid.<br />

Hagelst<strong>en</strong><strong>en</strong> vall<strong>en</strong> meestal slechts in e<strong>en</strong> klein gedeelte van het totale neerslaggebied.<br />

Van opzij gezi<strong>en</strong> kan de weg, die e<strong>en</strong> neerslagdeeltje aflegt tijd<strong>en</strong>s<br />

zijn groei tot hagelste<strong>en</strong>, goed gevolgd word<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> neerslagdeeltje bevindt<br />

zich in de stijg<strong>en</strong>de stroming, raakt vervolg<strong>en</strong>s in de neergaande tak <strong>en</strong> komt<br />

daarna opnieuw in de stijgstroom. Gedur<strong>en</strong>de die tijd groeit het aan tot e<strong>en</strong><br />

hagelste<strong>en</strong>, die t<strong>en</strong> slotte de aarde bereikt.<br />

Soms wordt de ste<strong>en</strong> omhoog g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> het aambeeld in. Onder het aambeeld<br />

verlaat de ste<strong>en</strong>, ver van de eig<strong>en</strong>lijke bui, dan de wolk. Dit kan e<strong>en</strong><br />

onaang<strong>en</strong>ame verrassing zijn voor vliegers, die de bui vermijd<strong>en</strong>, maar in de<br />

buurt van het aambeeld toch nog in hagel terechtkom<strong>en</strong>. De hagel smelt<br />

onder het aambeeld <strong>en</strong> komt als reg<strong>en</strong> op de grond (<strong>en</strong>kele dikke druppels).<br />

NEERSLAG EN BUIEN 123


<strong>10.</strong>12 Soort<strong>en</strong> onweersbui<strong>en</strong><br />

De weersomstandighed<strong>en</strong>, waaronder<br />

onweersbui<strong>en</strong> gevormd word<strong>en</strong>,<br />

gebruikt m<strong>en</strong> om ze te typer<strong>en</strong>.<br />

Convectie-onweer ontwikkelt zich<br />

’s zomers, indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> langzaam beweg<strong>en</strong>de<br />

vochtige luchtmassa door het<br />

aardoppervlak flink wordt verwarmd.<br />

Dikwijls klonter<strong>en</strong> bui<strong>en</strong>wolk<strong>en</strong> aane<strong>en</strong><br />

tot grote complex<strong>en</strong>. In thermische<br />

lagedrukgebied<strong>en</strong> vindt ’s zomers<br />

op uitgebreide schaal onweers- Blikseminslag op e<strong>en</strong> vliegtuig.<br />

ontwikkeling plaats. Thermische lagedrukgebied<strong>en</strong><br />

ontstaan aan het eind van period<strong>en</strong> met heet zomerweer bijvoorbeeld<br />

bov<strong>en</strong> Frankrijk of het Iberisch Schiereiland.<br />

E<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d voorbeeld daarvan is het thermische lagedrukgebied, dat in de<br />

zomer bov<strong>en</strong> Zuidwest-Frankrijk ontstaat. In dit lagedrukgebied ontwikkel<strong>en</strong><br />

zich grote bui<strong>en</strong>complex<strong>en</strong>. Het hele systeem wordt nogal e<strong>en</strong>s met de zuidwestelijke<br />

bov<strong>en</strong>stroming naar onze omgeving getransporteerd.<br />

Frontaal onweer ontstaat door gedwong<strong>en</strong> opstijging langs e<strong>en</strong> koufrontvlak<br />

of e<strong>en</strong> warmtefrontvlak. Door de krachtige stijgstrom<strong>en</strong> langs het koufront<br />

kunn<strong>en</strong> zware bui<strong>en</strong> met onweer ontstaan. De onweersbui<strong>en</strong>, die langs e<strong>en</strong><br />

warmtefront ontstaan, zijn meestal niet zwaar omdat de stijgstrom<strong>en</strong> er minder<br />

krachtig zijn.<br />

Ook bij orografisch onweer wordt lucht gedwong<strong>en</strong> ‘<strong>en</strong> masse’ op te stijg<strong>en</strong>,<br />

nu langs de helling<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> min of meer dwars op de stroming geleg<strong>en</strong><br />

bergmassief. E<strong>en</strong> ander type orografisch onweer is van e<strong>en</strong> thermische oorsprong.<br />

Het ontstaat door aanwarming van de lucht bov<strong>en</strong> hete zuidhelling<strong>en</strong>;<br />

op het zuid<strong>en</strong> georiënteerde helling<strong>en</strong> onderschepp<strong>en</strong> het meeste zonlicht<br />

<strong>en</strong> warm<strong>en</strong> daardoor het sterkst op.<br />

Onweer kan ook ontstaan in converg<strong>en</strong>tiegebied<strong>en</strong>, zoals lagedrukgebied<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> trogg<strong>en</strong> (zie hoofdstuk 3). Ook daar vindt namelijk massale gedwong<strong>en</strong><br />

opstijging van lucht plaats.<br />

Door het transport van e<strong>en</strong> relatief koele, vochtige luchtmassa over e<strong>en</strong> warm<br />

(aard)oppervlak kan de opbouw zo onstabiel word<strong>en</strong>, dat onweersbui<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

gevormd. M<strong>en</strong> spreekt dan van advectief onweer.<br />

124 NEERSLAG EN BUIEN


<strong>10.</strong>13 Elektrische <strong>en</strong> akoestische verschijnsel<strong>en</strong><br />

Karakteristiek voor e<strong>en</strong> onweersbui zijn de elektrische ontlading<strong>en</strong> (de<br />

bliksem) <strong>en</strong> de daarmee gepaard gaande donder. Door verschill<strong>en</strong>de mechanism<strong>en</strong>,<br />

die alle gelijktijdig of na elkaar werk<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> elektrische ladingsverdeling<strong>en</strong><br />

in de wolk ontstaan. De ladingsverdeling br<strong>en</strong>gt e<strong>en</strong> pot<strong>en</strong>tiaalverschil<br />

in de wolk teweeg, maar ook tuss<strong>en</strong> naburige wolk<strong>en</strong> <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de<br />

wolk <strong>en</strong> de aarde. Het pot<strong>en</strong>tiaalverschil kan zo groot word<strong>en</strong>, dat de ‘isolator’<br />

lucht op e<strong>en</strong> bepaalde plek doorslaat. De vonkoverslag van het <strong>en</strong>e naar het<br />

andere ladingsgebied wordt bliksem g<strong>en</strong>oemd. E<strong>en</strong> ontlading kan plaatsvind<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> wolk <strong>en</strong> aarde (ca. 40% van de ontlading<strong>en</strong>), tuss<strong>en</strong> wolk<strong>en</strong> onderling,<br />

tuss<strong>en</strong> de del<strong>en</strong> van de wolk <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de wolk <strong>en</strong> de omring<strong>en</strong>de lucht .<br />

De bliksem veroorzaakt e<strong>en</strong> grote verhitting van de lucht, die daarop explosief<br />

uitzet, hetge<strong>en</strong> e<strong>en</strong> akoestisch verschijnsel (schokgolf) teweegbr<strong>en</strong>gt, dat<br />

donder wordt g<strong>en</strong>oemd. Door weerkaatsing van het geluid teg<strong>en</strong> voorwerp<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> luchtlag<strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong>de temperatur<strong>en</strong> krijgt e<strong>en</strong> donderslag zijn<br />

rommel<strong>en</strong>d karakter.<br />

a<br />

b<br />

Vier soort<strong>en</strong> bliksemontlading: (a) van de wolk naar bov<strong>en</strong>, (b) van de wolk naar de grond, (c) binn<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> wolk <strong>en</strong> (d) van wolk naar wolk.<br />

c<br />

d<br />

NEERSLAG EN BUIEN 125


5<br />

20<br />

10<br />

5<br />

10<br />

126 NEERSLAG EN BUIEN<br />

1<br />

3<br />

5<br />

mei - oktober 16 18<br />

november - april<br />

20<br />

"zomer" "winter" "jaar"<br />

20<br />

22<br />

20<br />

16<br />

18<br />

24<br />

22<br />

24<br />

24<br />

20<br />

22<br />

22<br />

22<br />

3<br />

10<br />

5<br />

5 5<br />

3<br />

3<br />

2<br />

2<br />

10<br />

10<br />

3<br />

2<br />

2<br />

10<br />

2<br />

23<br />

23<br />

25<br />

25<br />

Het gemiddelde jaarlijks<br />

aantal dag<strong>en</strong> dat donder<br />

wordt gehoord in Nederland<br />

(onder) <strong>en</strong> Europa<br />

(links).<br />

21<br />

23<br />

25<br />

27<br />

27<br />

29<br />

27 25<br />

25<br />

23<br />

21<br />

23<br />

29<br />

23<br />

▲ N


Per dag kom<strong>en</strong> er rond de aarde ongeveer 50.000 onweersbui<strong>en</strong> voor; dat is,<br />

als m<strong>en</strong> de lev<strong>en</strong>sduur van e<strong>en</strong> onweersbui op <strong>en</strong>kele ur<strong>en</strong> schat, 1500<br />

onweersbui<strong>en</strong>. per uur. De grootste frequ<strong>en</strong>tie vindt m<strong>en</strong> in de trop<strong>en</strong>. In de<br />

poolstrek<strong>en</strong> komt nauwelijks onweer voor. In onze gematigde strek<strong>en</strong> kan het<br />

hele jaar onweer voorkom<strong>en</strong>, maar de piek ligt duidelijk in de zomer. In<br />

Nederland kom<strong>en</strong> er per jaar gemiddeld 25 à 30 dag<strong>en</strong> met onweer voor,<br />

waarvan de helft in de maand<strong>en</strong> juni, juli <strong>en</strong> augustus. In Nederland word<strong>en</strong><br />

elk jaar <strong>en</strong>kele m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> door de bliksem getroff<strong>en</strong>.<br />

<strong>10.</strong>13.1 Mooiweerstroom<br />

In e<strong>en</strong> ongestoorde atmosfeer is er e<strong>en</strong> normale ladingsverdeling met e<strong>en</strong><br />

overmaat aan positieve ion<strong>en</strong> hoog in de atmosfeer (ionosfeer) <strong>en</strong> negatieve<br />

aan het aardoppervlak (figuur onderaan, geheel rechts).<br />

Tuss<strong>en</strong> de ionosfeer <strong>en</strong> het aardoppervlak komt e<strong>en</strong> geringe lekstroom voor<br />

(2,7 microampère [µA] per km 2 ). Dit is de zogehet<strong>en</strong> mooiweerstroom. In de<br />

onderste meters van de atmosfeer staat e<strong>en</strong> veldsterkte van 200 V/m.<br />

Gerek<strong>en</strong>d over de gehele aarde heeft de mooiweerstroom e<strong>en</strong> stroomsterkte<br />

van 1400 A. Indi<strong>en</strong> de ionosfeer niet voortdur<strong>en</strong>de zou word<strong>en</strong> opgelad<strong>en</strong>,<br />

zou de mooi weerstroom de ionosfeer binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> halfuur hebb<strong>en</strong> ontlad<strong>en</strong><br />

(via de mooiweerstroom). Blijkbaar is er dus e<strong>en</strong> opladingsmechanisme, e<strong>en</strong><br />

g<strong>en</strong>erator: de onweersbui<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> onweersbui zal de ionosfeer dus gemiddeld<br />

1 A oplad<strong>en</strong>. Deze stroomsterkte heerst gemiddeld over de gehele lev<strong>en</strong>sduur<br />

van de bui (figuur onder, geheel links).<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+ + +<br />

+ + +<br />

+<br />

+ +<br />

+ +<br />

+<br />

+ +<br />

+<br />

+<br />

+ +<br />

+ + + + + + +<br />

+ + +<br />

+ + + +<br />

+ + +<br />

+<br />

+ + + + +<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+ +<br />

+ +<br />

+<br />

--<br />

- -<br />

-<br />

-<br />

- - -<br />

- - - - -<br />

-<br />

- -<br />

- - -<br />

- - -<br />

- - -<br />

- -<br />

- -<br />

-<br />

-<br />

- -<br />

- - -<br />

- -<br />

- - -<br />

- -<br />

-<br />

- 0,9<br />

bliksem<br />

1500 x<br />

0,63,0<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

✢<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

- + +<br />

- - -<br />

+<br />

neerslag<br />

- -<br />

- -<br />

puntontlading<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

a a r d e<br />

➤<br />

mooi-weer-stroom<br />

i o n o s f e e r<br />

➤<br />

- 2,7<br />

NEERSLAG EN BUIEN 127<br />

+<br />

-


<strong>10.</strong>13.2 De ladingsverdeling in e<strong>en</strong> wolk<br />

In de wolk ontstaat door ladingsscheiding via de neerslagelelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

verdeling met bov<strong>en</strong>in e<strong>en</strong> overmaat aan positieve lading <strong>en</strong> onderin e<strong>en</strong><br />

negatieve. Het maximale spanningsverschil bedraagt 300 millio<strong>en</strong> V/m. Veelal<br />

komt er onder in de wolk nog e<strong>en</strong> klein gebied voor met e<strong>en</strong> overmaat aan<br />

positieve ion<strong>en</strong>.<br />

Onder de negatieve wolk<strong>en</strong>basis wordt er e<strong>en</strong> positief veld aan het aardoppervlak<br />

geïnduceerd. Bov<strong>en</strong> het positieve aambeeld ontwikkelt zich in de ionosfeer<br />

e<strong>en</strong> negatief veld. Het veld is dus teg<strong>en</strong>gesteld gericht aan het mooiweerveld,<br />

dus loopt er nu e<strong>en</strong> stroom omhoog. Soms komt er in de<br />

winterperiode e<strong>en</strong> omgekeerde ladingsverdeling voor, dus e<strong>en</strong> negatief gelad<strong>en</strong><br />

wolk<strong>en</strong>top <strong>en</strong> e<strong>en</strong> positieve basis. In dit type wolk<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> weinig, maar<br />

zware ontlading<strong>en</strong> voor.<br />

+ +<br />

+ + +<br />

+<br />

- -<br />

- - - -<br />

-<br />

-<br />

- - - -<br />

- -<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

- -<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

+ +<br />

+ +<br />

+<br />

- - -<br />

- - -<br />

- -<br />

- - -<br />

-<br />

+ -<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+ +<br />

+ +<br />

+<br />

+ +<br />

+ +<br />

+ +<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

- -<br />

-<br />

-<br />

- -<br />

-<br />

-<br />

➤<br />

- - - + + + + + - - - - - - + + + + + - - - - - - - - - - - - - - -<br />

- - - - - - - - - - -<br />

De bliksem<br />

Ook binn<strong>en</strong> de onweerswolk vind<strong>en</strong> de voornaamste ladingstranport<strong>en</strong> door<br />

lekstrom<strong>en</strong> plaats. De bliksem komt op de tweede plaats, namelijk wanneer<br />

de ladingsscheid<strong>en</strong>de mechanism<strong>en</strong> zo int<strong>en</strong>sief zijn, dat in korte tijd grote<br />

spanningsverschill<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgebouwd.<br />

Onder de wolk word<strong>en</strong> de elektron<strong>en</strong> (-) in de aardkorst gedrev<strong>en</strong>, zodat de<br />

aarde daar plaatselijk e<strong>en</strong> + lading krijgt. Het elektrische veld is daarom<br />

omhoog gericht.<br />

De doorslagspanning van droge lucht bedraagt 3 millio<strong>en</strong> V/m De elektrische<br />

spanning in het veld onder e<strong>en</strong> onweersbui is meestal 100 tot 1000 keer kleiner<br />

dan de doorslagspanning.<br />

De bliksem wordt alle<strong>en</strong> gevormd doordat door onregelmatige verdeling van<br />

de lading de doorslagspanning plaatselijk wordt b<strong>en</strong>aderd. Er vindt dan <strong>en</strong>ige<br />

128 NEERSLAG EN BUIEN<br />

➤<br />

➤<br />

-<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+ +<br />

+ + +<br />

+ + +<br />

+ +<br />

+<br />

+<br />

+<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

- -<br />

-<br />

-<br />

- -<br />

-<br />

-<br />

- -<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

➤<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-


vonkvorming plaats, waardoor e<strong>en</strong> geïoniseerd kanaal ontstaat, waarin de<br />

geleiding sterk to<strong>en</strong>eemt. Dit kanaal heeft e<strong>en</strong> doorsnede van <strong>en</strong>kele c<strong>en</strong>timeters.<br />

Het proces herhaalt zich in e<strong>en</strong> kettingreactie, de zogehet<strong>en</strong> voorontlading.<br />

Stootsgewijs groeit de voorontlading al vertakk<strong>en</strong>d omlaag. Aan de punt heeft<br />

de voorontlading de elektrische spanning (-) van de wolk<strong>en</strong>basis (figuur<br />

rechts).<br />

Ontwikkeling van voorontlading <strong>en</strong> vangontlading<br />

Het voorontladingskanaal licht telk<strong>en</strong>s iets op, maar dit is slechts zichtbaar te<br />

mak<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> snel draai<strong>en</strong>de camera.<br />

Komt het voorontladingskanaal in de buurt van de aarde (bv. h = 100 m), dan<br />

neemt het spanningsverschil in die onderste 100 m <strong>en</strong>orm toe, zodat er bov<strong>en</strong><br />

spitse punt<strong>en</strong> dan ge<strong>en</strong> sprake meer is van lekstrom<strong>en</strong>, maar zelfs van vonkvorming<br />

(St. Elmusvuur), net zoals onder de wolk<strong>en</strong>basis bij de nader<strong>en</strong>de<br />

voorontlading; m<strong>en</strong> noemt hem de vangontlading (+).<br />

Zodra voor- <strong>en</strong> vangontlading contact mak<strong>en</strong> is er kortsluiting tuss<strong>en</strong> de<br />

aarde <strong>en</strong> de wolk: er is e<strong>en</strong> volledig geïoniseerd ontladingskanaal gevormd.<br />

Daarin vindt de hoofdontlading (-) plaats. Deze voert negatieve elektriciteit<br />

(elektron<strong>en</strong>) naar de aarde. Volg<strong>en</strong>s de definitie van elektrische stroom is de<br />

bliksem dus van de aarde naar de wolk gericht. Het ontladingskanaal kan e<strong>en</strong><br />

aantal ker<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebruikt (secondaire ontlading<strong>en</strong>).<br />

➤<br />

circa 0,3 second<strong>en</strong><br />

➤<br />

Beeld van dezelfde bliksem<br />

met stilstaande <strong>en</strong><br />

met beweg<strong>en</strong>de camera.<br />

NEERSLAG EN BUIEN 129


<strong>10.</strong>14 Bliksemgevaar<br />

De bliksem is één van de gevaarlijkste weersverschijnsel<strong>en</strong>. Het is dan ook<br />

raadzaam om bescherming te zoek<strong>en</strong>, zeker wanneer het onweer nabij is <strong>en</strong><br />

de tijd tuss<strong>en</strong> bliksem <strong>en</strong> donder minder dan 10 second<strong>en</strong> bedraagt. Het<br />

gevaar om persoonlijk door de bliksem getroff<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> is relatief gering,<br />

maar de gevolg<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ernstig zijn.<br />

Onweersbui<strong>en</strong> kondig<strong>en</strong> zich meestal luid <strong>en</strong> duidelijk aan <strong>en</strong> ook in de<br />

weersverwachting wordt de kans op onweer aangegev<strong>en</strong>. Bij sommige<br />

onweerscomplex<strong>en</strong> wordt zelfs e<strong>en</strong> weeralarm uitgegev<strong>en</strong>, meestal in verband<br />

met de zeer zware windstot<strong>en</strong> of de overvloedige neerslag die wordt verwacht.<br />

Bij nader<strong>en</strong>d onweer kun je het best naar binn<strong>en</strong> gaan <strong>en</strong> de ram<strong>en</strong><br />

geslot<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>. Veilig is ook e<strong>en</strong> afgeslot<strong>en</strong> auto of metal<strong>en</strong> caravan, omdat<br />

bij e<strong>en</strong> blikseminslag de lading direct wordt afgevoerd. De restlading die op<br />

de auto achterblijft is zo gering dat je na e<strong>en</strong> inslag niet teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> paaltje hoeft<br />

te rijd<strong>en</strong>. Wacht echter met uitstapp<strong>en</strong> tot het onweer voorbij is.<br />

Het licht van de bliksem is bijzonder<br />

fel <strong>en</strong> e<strong>en</strong> nabije inslag kan je verblind<strong>en</strong>.<br />

Automobilist<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> behalve<br />

op windstot<strong>en</strong> <strong>en</strong> zware reg<strong>en</strong> ook<br />

daarop bedacht zijn. Binn<strong>en</strong>shuis kun<br />

je beter niet te dicht bij het raam<br />

staan. Bij e<strong>en</strong> (nabije) blikseminslag<br />

zal de stroom zich e<strong>en</strong> weg ban<strong>en</strong><br />

langs leiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarom is het, om<br />

schade aan apparatuur te beperk<strong>en</strong>,<br />

aan te rad<strong>en</strong> tijdig stekkers uit de<br />

ant<strong>en</strong>ne-aansluiting<strong>en</strong> te hal<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

telefoonaansluiting los te koppel<strong>en</strong><br />

van de computer.<br />

Tijd<strong>en</strong>s onweer kun je, zeker als uw huis niet beveiligd is teg<strong>en</strong> de bliksem,<br />

ook beter ge<strong>en</strong> bad of douche nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> kran<strong>en</strong>, radiator<strong>en</strong> <strong>en</strong> wasmachines<br />

niet aanrak<strong>en</strong>. Wie buit<strong>en</strong>shuis overvall<strong>en</strong> wordt door het onweer <strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />

goede schuilplaats vindt, kan zich het best zo klein mogelijk mak<strong>en</strong> door op<br />

de hurk<strong>en</strong> te zitt<strong>en</strong>. Houd daarbij de voet<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> elkaar, zodat de stroom niet<br />

door het lichaam kan lop<strong>en</strong>. Schuil nooit onder e<strong>en</strong> alle<strong>en</strong>staande boom,<br />

130 NEERSLAG EN BUIEN<br />

onweer


langs e<strong>en</strong> bosrand of in de buurt van e<strong>en</strong> metal<strong>en</strong> afrastering; ook bij e<strong>en</strong><br />

inslag dicht in de buurt kun je namelijk verwonding<strong>en</strong> oplop<strong>en</strong>.<br />

<strong>10.</strong>15 De luchtcirculatie in <strong>en</strong> om e<strong>en</strong> zware bui<br />

Bij nader<strong>en</strong>d onweer kun je mer<strong>en</strong>,<br />

vaart<strong>en</strong> <strong>en</strong> de zee, ook vanwege plotselinge<br />

windstot<strong>en</strong>, het best verlat<strong>en</strong>:<br />

zwemm<strong>en</strong>, surf<strong>en</strong> <strong>en</strong> var<strong>en</strong> is dan<br />

lev<strong>en</strong>sgevaarlijk. Alle<strong>en</strong> bot<strong>en</strong> met<br />

e<strong>en</strong> afgeslot<strong>en</strong> metal<strong>en</strong> kajuit zijn<br />

binn<strong>en</strong> veilig. Ook in e<strong>en</strong> t<strong>en</strong>t loop je<br />

groter risico dan binn<strong>en</strong>shuis, in e<strong>en</strong><br />

auto of e<strong>en</strong> metal<strong>en</strong> caravan.<br />

De luchtcirculatie in de beginfase van de wolk is als volgt. Midd<strong>en</strong> in de wolk<br />

is de stijgstroom het grootst, aan de zijkant<strong>en</strong> minder, doordat de stijging<br />

wordt afgeremd door de niet stijg<strong>en</strong>de of zelfs dal<strong>en</strong>de lucht buit<strong>en</strong> de wolk.<br />

Op het gr<strong>en</strong>sgebied van de wolk ontstaan wervels, opgewekt door de verandering<strong>en</strong><br />

in de windsnelheid <strong>en</strong> de windrichting met de hoogte. De wolk is volwass<strong>en</strong><br />

na de vorming van neerslagelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />

▲<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

▲<br />

▲<br />

▲<br />

➤<br />

▲ ▲<br />

▲<br />

➤<br />

▲<br />

➤<br />

▲<br />

➤ ➤<br />

➤<br />

▲<br />

➤<br />

▲<br />

➤<br />

➤<br />

microburst of downburst<br />

bewegingsrichting<br />

➤<br />

▲<br />

➤<br />

▲<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

golv<strong>en</strong><br />

➤<br />

➤ koude<br />

lucht<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

kop<br />

➤ ➤<br />

onderstroom<br />

➤<br />

warme lucht<br />

➤ ➤<br />

0 2 4 6 8 10 12 14 km<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

In de figuur links is de<br />

luchtcirculatie getek<strong>en</strong>d<br />

in, onder <strong>en</strong> rond e<strong>en</strong><br />

zware (onweers)bui.<br />

NEERSLAG EN BUIEN 131


De vall<strong>en</strong>de neerslag vernietigt op d<strong>en</strong> duur de stijg<strong>en</strong>de luchtbeweging in<br />

e<strong>en</strong> groot deel van de wolk. Er ontstaat e<strong>en</strong> krachtige daalstroom (downdraught).<br />

Afhankelijk van de doorsnede ervan wordt de daalstroom microburst<br />

(1-4 km) of downburst (4-10 km) g<strong>en</strong>oemd.<br />

De daalstroom komt tot stand doordat:<br />

a. de reg<strong>en</strong> in haar val veel lucht meesleurt;<br />

b. de lucht door verdamp<strong>en</strong>de druppels wordt afgekoeld, waardoor de lucht<br />

zwaarder wordt dan de omgeving.<br />

De omlaagstort<strong>en</strong>de lucht moet bij het aardoppervlak zijdelings uitwijk<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

dringt onder de daar aanwezig warme lucht. In de bewegingsrichting van de<br />

volwass<strong>en</strong> bui<strong>en</strong>cel stuwt de koude lucht de warme lucht omhoog, soms wel<br />

tot meer dan 20 km voor de bui uit. De voorzijde van de uitvloei<strong>en</strong>de koude<br />

lucht wordt mesokoufront of windstot<strong>en</strong>front (gustfront) g<strong>en</strong>oemd.<br />

E<strong>en</strong> deel van de opgetilde warme <strong>en</strong> veelal vochtige lucht wordt naar de bui<strong>en</strong>cel<br />

gezog<strong>en</strong>, wordt onstabiel <strong>en</strong> stijgt op, daarbij e<strong>en</strong> of meerdere nieuwe<br />

bui<strong>en</strong>cell<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong>d. Als de oude cel na e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>sduur van e<strong>en</strong> halfuur tot<br />

e<strong>en</strong> uur uitgereg<strong>en</strong>d is <strong>en</strong> deels opgelost, hebb<strong>en</strong> één of meerdere nieuwe cell<strong>en</strong><br />

het volwass<strong>en</strong> stadium alweer bereikt. In het gr<strong>en</strong>sgebied van de daal- <strong>en</strong><br />

stijgstrom<strong>en</strong> (schering van de verticale wind!) is de turbul<strong>en</strong>tie meestal matig<br />

tot zwaar, soms zelfs extreem.<br />

Ook in het gr<strong>en</strong>sgebied van de uitstrom<strong>en</strong>de koude lucht <strong>en</strong> toestrom<strong>en</strong>de<br />

warme (verticale windschering!) kan de turbul<strong>en</strong>tie zwaar zijn, omdat er dikwijls<br />

krachtige werveling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gevormd. De uitstrom<strong>en</strong>de koude lucht<br />

veroorzaakt ook plaatselijk horizontale windschering. Uit deze beschrijving<br />

blijkt dat in <strong>en</strong> nabij bui<strong>en</strong> alle soort<strong>en</strong> windschering <strong>en</strong> werveling<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>.<br />

Vandaar dat bui<strong>en</strong> soms schade kunn<strong>en</strong> aanricht<strong>en</strong> aan bijvoorbeeld<br />

boss<strong>en</strong> of t<strong>en</strong>t<strong>en</strong>; ook is het raadzaam dat zweefvliegers, ballonvaarders <strong>en</strong><br />

pilot<strong>en</strong> van kleinere vliegtuig<strong>en</strong> uit de buurt van bui<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>.<br />

<strong>10.</strong>16 Tornado’s <strong>en</strong> hoz<strong>en</strong><br />

In grote bui<strong>en</strong>wolk<strong>en</strong> ontstaan bij sterk onstabiel weer soms hoz<strong>en</strong> of tornado’s.<br />

Dat zijn snel roter<strong>en</strong>de kolomm<strong>en</strong> lucht in <strong>en</strong> onder e<strong>en</strong> bui. Ze kunn<strong>en</strong><br />

ontstaan als de wind sterk to<strong>en</strong>eemt met de hoogte, dus bij e<strong>en</strong> grote verticale<br />

windschering.<br />

De lucht die aan de rechter voorzijde e<strong>en</strong> bui<strong>en</strong>complex binn<strong>en</strong>dringt <strong>en</strong> dan<br />

omhoog beweegt, kan in haar opwaartse beweging word<strong>en</strong> versneld, als op 3<br />

km hoogte e<strong>en</strong> laag droge, relatief koude lucht wordt aangevoerd. Deze droge<br />

132 NEERSLAG EN BUIEN


lucht veroorzaakt sam<strong>en</strong> met de vochtige lucht onder in de atmosfeer e<strong>en</strong><br />

pot<strong>en</strong>tieel onstabiele opbouw, die de stijg<strong>en</strong>de lucht in de bui e<strong>en</strong> extra<br />

opwaartse kracht levert. In grote Cb’s kom<strong>en</strong> opwaartse snelhed<strong>en</strong> voor in de<br />

orde van 30-40 m/s.<br />

Als er in de atmosfeer e<strong>en</strong> flinke to<strong>en</strong>ame van de wind met de hoogte plaats<br />

vindt <strong>en</strong> e<strong>en</strong> flinke ruiming van de wind, kan er in de opwaarts beweg<strong>en</strong>de<br />

lucht e<strong>en</strong> draaibeweging word<strong>en</strong> opgewekt.<br />

Deze draaibeweging begint op e<strong>en</strong> hoogte tuss<strong>en</strong> 4 <strong>en</strong> 8 km. Dikwijls ontstaat<br />

er eerst e<strong>en</strong> draaibeweging rond e<strong>en</strong> horizontale as, die door de windschering<br />

wordt opgewekt. De krachtige opwaartse stroom kantelt de draaias in e<strong>en</strong> verticale<br />

stand. De windruiming met de hoogte (windschering) versterkt de<br />

draaibeweging rond de verticale as.<br />

Als de draaibeweging e<strong>en</strong>maal goed op gang is gekom<strong>en</strong>, wordt aan de buit<strong>en</strong>zijde<br />

lucht uit de draai<strong>en</strong>de luchtmassa geslingerd, waardoor de luchtdruk<br />

in het c<strong>en</strong>trum ervan gaat dal<strong>en</strong>. Dit veroorzaakt e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de luchtdrukgradiënt,<br />

die de draaibeweging doet to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. De draai<strong>en</strong>de kolom groeit<br />

vervolg<strong>en</strong>s in de wolk naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> <strong>en</strong> wordt daarbij smaller. Dit veroorzaakt<br />

e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van de draaibeweging aan het uiteinde van de trechter <strong>en</strong> weer<br />

uitslinger<strong>en</strong> van lucht. Het is e<strong>en</strong> zichzelf versterk<strong>en</strong>d proces.<br />

Als de draai<strong>en</strong>de luchtkolom b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> de wolk<strong>en</strong>basis komt, is hij goed te<br />

zi<strong>en</strong>; de in het lagedrukc<strong>en</strong>trum gecond<strong>en</strong>seerde waterdamp maakt e<strong>en</strong><br />

beweg<strong>en</strong>de slurf zichtbaar, die omgev<strong>en</strong> is door flard<strong>en</strong> snel draai<strong>en</strong>de<br />

bewolking. In die fase lost de slurf dikwijls weer op. Groeit hij door naar het<br />

aardoppervlak, dan vult hij zich met stof <strong>en</strong> kleine voorwerp<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of water,<br />

dat hij op <strong>en</strong>ige hoogte weer uit slingert. Hoewel de luchtdruk in e<strong>en</strong> hoos of<br />

tornado ca. 10% lager kan zijn dan in de omgeving <strong>en</strong> door de zuigkracht<br />

schade kan ontstaan, voorzak<strong>en</strong> vooral de hoge windsnelhed<strong>en</strong> de meeste<br />

schade.<br />

Er is in de VS e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> windsnelheid berek<strong>en</strong>d (anemometers overlev<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

tornado niet) van 444 km/u. De meeste tornado’s hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> windsnelheid<br />

die varieert van 120 tot 250 km/u. De doorsnede <strong>en</strong> lev<strong>en</strong>sduur variër<strong>en</strong> van<br />

e<strong>en</strong> paar meter <strong>en</strong> e<strong>en</strong> paar minut<strong>en</strong> tot respectievelijk e<strong>en</strong> paar honderd<br />

meter <strong>en</strong> <strong>en</strong>kele ur<strong>en</strong>.<br />

In België <strong>en</strong> Nederland kom<strong>en</strong> zware windhoz<strong>en</strong>, die we zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> vergelijk<strong>en</strong><br />

met de Amerikaanse tornado’s, gelukkig niet veel voor, omdat de aanvoer<br />

van e<strong>en</strong> laag droge lucht op e<strong>en</strong> hoogte van ongeveer 3 km weinig voorkomt<br />

tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> onstabiele weersituatie.<br />

Waterhoz<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> wat meer voor. Ze word<strong>en</strong> in de nazomer <strong>en</strong> herfst waar-<br />

NEERSLAG EN BUIEN 133


g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> onder Cb’s die tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> aanvoer van koude massa bov<strong>en</strong> het nog<br />

warme kustwater <strong>en</strong> grote mer<strong>en</strong> zijn gevormd. In het Wadd<strong>en</strong>gebied <strong>en</strong> in<br />

Zeeland word<strong>en</strong> ze dan vrij veel waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

<strong>10.</strong>17 Radar <strong>en</strong> neerslag<br />

Het <strong>en</strong>ige instrum<strong>en</strong>t dat neerslag over e<strong>en</strong><br />

groot gebied kan detecter<strong>en</strong>, is de weerradar.<br />

De radar verschaft e<strong>en</strong> goed beeld van de<br />

verdeling van neerslag over het land. Ook de<br />

structuur van neerslagproducer<strong>en</strong>de system<strong>en</strong><br />

is in de radarbeeld<strong>en</strong> goed te zi<strong>en</strong>: zijn<br />

het afzonderlijke bui<strong>en</strong> of trekt er e<strong>en</strong> groot<br />

neerslaggebied over (zie ook het volg<strong>en</strong>de<br />

hoofdstuk over neerslagsystem<strong>en</strong>).<br />

Radargolv<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door neerslagelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

zoals reg<strong>en</strong>, sneeuw <strong>en</strong> korrelhagel gereflecteerd;<br />

de veel kleinere wolk<strong>en</strong>druppeltjes lever<strong>en</strong> vrijwel ge<strong>en</strong> reflecties<br />

op. Uit de hoeveelheid terugontvang<strong>en</strong> radarstraling kan de neerslagint<strong>en</strong>siteit<br />

berek<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>, zij het niet altijd ev<strong>en</strong> nauwkeurig. Als bijvoorbeeld de<br />

radarbundel niet geheel gevuld is met reg<strong>en</strong>druppels of als de druppels elkaar<br />

afscherm<strong>en</strong>, zijn de gemet<strong>en</strong> waard<strong>en</strong> niet geheel repres<strong>en</strong>tatief voor de<br />

neerslagint<strong>en</strong>siteit. Verder kan er ook e<strong>en</strong> deel van de neerslag onderweg tijd<strong>en</strong>s<br />

de val verdamp<strong>en</strong>. Bij de beoordeling van de neerslagint<strong>en</strong>siteit di<strong>en</strong>t<br />

m<strong>en</strong> met deze factor<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong>. Het blijkt verder dat redelijk<br />

nauwkeurige int<strong>en</strong>siteitsmeting<strong>en</strong> slechts binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> klein gebied, diameter<br />

tuss<strong>en</strong> 100 <strong>en</strong> 150 km, rond de radar kunn<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>. Verder weg geeft de<br />

radar nog wel informatie over neerslag, maar nauwelijks over neerslagint<strong>en</strong>siteit<strong>en</strong>.<br />

Dat komt doordat de radar daar alle<strong>en</strong> de neerslag ziet die zich hoger<br />

in de atmosfeer bevindt; de neerslag daaronder is door de kromming van het<br />

aardoppervlak voor de radar onzichtbaar geword<strong>en</strong>. In de figuur is e<strong>en</strong> radarbeeld<br />

weergegev<strong>en</strong>.<br />

134 NEERSLAG EN BUIEN


<strong>10.</strong>18 Zicht in reg<strong>en</strong>- <strong>en</strong> sneeuwbui<strong>en</strong><br />

Het zicht in reg<strong>en</strong>- <strong>en</strong> sneeuwbui<strong>en</strong><br />

kan gerelateerd word<strong>en</strong> aan de int<strong>en</strong>siteit<br />

van radarreflecties <strong>en</strong> daarmee<br />

aan de int<strong>en</strong>siteit van de neerslag van<br />

reg<strong>en</strong> <strong>en</strong> sneeuw. In onderstaande<br />

tabel zijn <strong>en</strong>kele zichtwaard<strong>en</strong> gepres<strong>en</strong>teerd<br />

zoals uit radarint<strong>en</strong>siteit<strong>en</strong><br />

(RR; in mm per uur) afgeleid <strong>en</strong> zoals<br />

die gemet<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

met behulp van zichtmeters langs de<br />

weg, dus niet zoals de automobilist die achter het stuur waarneemt. Het gaat<br />

om richtwaard<strong>en</strong>; exacte getall<strong>en</strong> zijn door de beperkte nauwkeurigheid van<br />

radarmeting<strong>en</strong> niet te gev<strong>en</strong>. Bij verwachte waard<strong>en</strong> voor de neerslagint<strong>en</strong>siteit<br />

zijn de marges groter. Er is ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met stuif- <strong>en</strong> spatwater.<br />

In de tabel is ook de zichtwaarde weergegev<strong>en</strong> waarbov<strong>en</strong> of waaronder<br />

10% van de werkelijke zichtwaard<strong>en</strong> zich beweg<strong>en</strong>.<br />

Zicht (in m afgerond)<br />

RR (mm/uur) 10% > reg<strong>en</strong> 10% < 10% > sneeuw 10% <<br />

5 3600 2500 1400 700 400 200<br />

10 2500 1700 1000 500 300 100<br />

20 1800 1200 700 250 150 60<br />

50 1100 700 400 120 75 30<br />

100 750 500 300 75 45 20<br />

NEERSLAG EN BUIEN 135


<strong>10.</strong>19 Zicht in e<strong>en</strong> hagelbui<br />

In e<strong>en</strong> hagelbui hebb<strong>en</strong> de hagelst<strong>en</strong><strong>en</strong> niet allemaal dezelfde grootte, maar<br />

er is e<strong>en</strong> bepaalde verdeling van de grootte. De diameter van de meeste st<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

ligt tuss<strong>en</strong> de 5 <strong>en</strong> 20 mm. M<strong>en</strong> kan ook in e<strong>en</strong> hagelbui de zichtafname<br />

berek<strong>en</strong><strong>en</strong> uit de verdeling van de groottes. Het blijkt dat het teruglop<strong>en</strong> van<br />

het zicht <strong>en</strong>kel door hagelst<strong>en</strong><strong>en</strong> maar gering is. Het zicht in e<strong>en</strong> hagelbui<br />

loopt vooral terug doordat er in e<strong>en</strong> zomerse hagelbui naast hagel ongeveer<br />

dezelfde hoeveelheid reg<strong>en</strong> valt.<br />

136 NEERSLAG EN BUIEN

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!