04.09.2013 Views

Voorrangsregels - Wiskunde-Online Net

Voorrangsregels - Wiskunde-Online Net

Voorrangsregels - Wiskunde-Online Net

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Voorrangsregels</strong><br />

Compendium<br />

versie 1.1


Pretoets <strong>Voorrangsregels</strong><br />

Vaardigheid Pretoets<br />

Betekenis van machten gebruiken P1 Bereken zonder rekenmachine: 3 4 en 4 3 .<br />

P2 Schrijf als een macht: 6 × 6 × 6 × 6 × 6.<br />

1 5 4 7 18 6<br />

P3 Bereken 5 × 1 × 10 en 4 × 0 × 11<br />

Wortels berekenen P4 Bereken 36 en 20 .<br />

<strong>Voorrangsregels</strong> toepassen in eenvoudige gevallen P5 Bereken 80 − 30 + 10<br />

P6 Bereken 4 + 5 ⋅ 3<br />

P7 2 ⋅ 3 2 : 36<br />

Som in stukjes verdelen P8 Verdeel in stukjes: 2 ⋅ 6 ⋅ 4 + 5 2 ⋅ 3 − 18 : 3 2<br />

<strong>Voorrangsregels</strong> toepassen in ingewikkelde<br />

gevallen<br />

P9 Bereken: 2 ⋅ 6 ⋅ 4 + 5 2 ⋅ 3 − 18 : 3 2<br />

P10 Bereken: 3 + 4 ⋅ (5 − 3) 2<br />

P11 Bereken: (3 + 4) ⋅ 5− 3 2<br />

<strong>Voorrangsregels</strong> toepassen bij breuken P12 Bereken ( ) 2<br />

2 3<br />

⋅<br />

27 4<br />

P13 Bereken: ( ) 2<br />

1 + ⋅<br />

1 4 1<br />

2 9 5<br />

Woorden en begrippen<br />

Wat is een macht? Wat is kwadrateren?<br />

Wat is een grondtal? Wat is een wortel?<br />

Wat is een exponent? Wat bedoelen we met worteltrekken?<br />

Wat is een kwadraat? Wat is een rekenkundige bewerking?<br />

Wat bedoelen we met machtsverheffen? Geef de voorrangsregels voor rekenkundige<br />

bewerkingen


1. Machten<br />

Een getal als 5<br />

2 heet een macht.<br />

5<br />

Betekenis: 2 = 2 ⋅ 2 ⋅ 2 ⋅ 2 ⋅ 2<br />

Het getal 2 heet het grondtal.<br />

Het getal 5 heet de exponent.<br />

Een macht uitrekenen heet machtsverheffen.<br />

Onthoud:<br />

Machten met exponent 2 heten kwadraten.<br />

Verder geldt: grondtal 1 = grondtal.<br />

2. Wortels<br />

Het getal dat in het kwadraat als uitkomst 25<br />

heeft, heet de wortel uit 25. Notatie: 25<br />

Een wortel uitrekenen heet worteltrekken.<br />

25 = 5, want 5 2 = 25.<br />

Worteltrekken is het omgekeerde van<br />

kwadrateren.<br />

3. Volgorde van bewerkingen<br />

Hieronder staat de juiste volgorde van<br />

rekenkundige bewerkingen.<br />

haakjes<br />

exponent<br />

macht = grondtal<br />

machtsverheffen en worteltrekken<br />

vermenigvuldigen en delen<br />

optellen en aftrekken<br />

Volgens de wiskundige voorrangsregels gaat een<br />

bewerking boven in het lijstje hiernaast vóór een<br />

bewerking onder in het rijtje.<br />

Bewerkingen die op één regel staan voer je uit<br />

in de volgorde van links naar rechts.<br />

Voorbeelden<br />

P1 Bereken zonder rekenmachine: 3 4 en 4 3 .<br />

3 4 = 3 × 3 × 3 × 3 = 81<br />

4 3 = 4 × 4 × 4 = 64<br />

P2 Schrijf als een macht: 6 × 6 × 6 × 6 × 6.<br />

Het grondtal 6 komt 5 keer voor in de<br />

vermenigvuldiging, dus 6 5 .<br />

P3 Bereken<br />

1 5 4<br />

5 × 1 × 10 en<br />

7 18 6<br />

4 × 0 × 11<br />

1 5 4<br />

5 × 1 × 10 = 5× 1× 10000 = 50000<br />

7<br />

4<br />

18<br />

0<br />

6<br />

11<br />

× × = 0, want 0 18 = 0 en getal ⋅ 0 = 0.<br />

Voorbeelden<br />

P4 Bereken 36 en 20 .<br />

36 = 6, want 6 2 = 36<br />

20 ≈ 4,47 (gebruik je rekenmachine)<br />

Voorbeelden<br />

P5 80 − 30 + 10 = Optellen en aftrekken in de<br />

50 + 10 = 60 volgorde van links naar rechts.<br />

P6 4 + 5 ⋅ 3 = Vermenigvuldigen gaat vóór<br />

4 + 15 = 19 optellen. Eerst reken je 5 ⋅ 3 = 15<br />

uit en de uitkomst tel je op bij 4.<br />

P7 2 ⋅ 3 2 : 36 = Eerst reken je 3 2 en 36 uit<br />

2 ⋅ 9 : 6 = Daarna vermenigvuldig en deel<br />

18 : 6 = 3 je in de volgorde van links naar<br />

rechts.


4. De som in stukjes verdelen<br />

Bij berekeningen is het handig om de som eerst in<br />

stukjes te verdelen. Getallen die met elkaar<br />

vermenigvuldigd of op elkaar gedeeld worden<br />

vormen samen één stukje.<br />

Als er tussen getallen een + of een − teken staat,<br />

begint een nieuw stukje.<br />

Schrijf elke tussenstap op een nieuwe regel.<br />

Per tussenstap voer je in elk stukje één bewerking<br />

uit. Denk aan voorrangsregels!<br />

5. Rekenen met haakjes<br />

Met haakjes kun je de volgorde van bewerkingen<br />

wijzigen.<br />

Volgens de voorrangsregels moet je namelijk<br />

altijd beginnen met de bewerking die tussen<br />

haakjes staat.<br />

Als je een som in stukjes verdeelt, moet je alles<br />

wat tussen haakjes staat als één geheel<br />

beschouwen.<br />

Voorbeelden<br />

P8 Verdeel in stukjes: 2 ⋅ 6 ⋅ 4 + 5 2 ⋅ 3 − 18 : 3 2<br />

Oplossing: 2 ⋅ 6 ⋅ 4 + 5 2 ⋅ 8 − 18 : 3 2<br />

Getallen waar een ⋅ of een : tussen staat horen bij<br />

elkaar. Na een + of − -teken begint een nieuw<br />

stukje.<br />

P9 Bereken: 2 ⋅ 6 ⋅ 4 + 5 2 ⋅ 3 − 18 : 3 2<br />

2 ⋅ 6 ⋅ 4 + 5 2 ⋅ 8 − 18 : 3 2 =<br />

48 + 25 ⋅ 8 − 18 : 9 =<br />

48 + 200 − 2 = 246<br />

Voorbeelden<br />

P10 3 + 4 ⋅ (5 − 3) 2 =<br />

3 + 4 ⋅ 2 2 =<br />

3 + 4 ⋅ 4 =<br />

3 + 16 = 19<br />

P11 (3 + 4) ⋅ 5− 3 2 =<br />

7 ⋅ 5 − 9 =<br />

35 − 9 = 26


6. Machten en wortels van<br />

breuken<br />

2<br />

Macht van een breuk: ( ) =<br />

Algemeen:<br />

3<br />

4<br />

⋅ = = .<br />

3 3<br />

2<br />

3 9<br />

4 4 2<br />

4 16<br />

16 4<br />

Wortel uit een breuk: = , want<br />

25 5<br />

.<br />

Algemeen:<br />

( breuk)<br />

breuk =<br />

exponent<br />

teller<br />

=<br />

noemer<br />

teller<br />

noemer<br />

exponent<br />

( ) =<br />

exponent<br />

4 2 16<br />

5 25<br />

Voorbeelden<br />

P12 Bereken ( ) 2<br />

2 3 ⋅<br />

( ) 2<br />

3<br />

2<br />

27 4<br />

27 4<br />

⋅ = De opgave bestaat uit één stuk<br />

⋅ = Eerst bereken je het kwadraat,<br />

2<br />

2<br />

3<br />

27 2<br />

4<br />

⋅ = dan vooraf vereenvoudigen,<br />

2 9<br />

27 16<br />

⋅ = ⋅ = dan het product berekenen<br />

9 2 1 1 1<br />

27 16 3 8 24<br />

P13 Bereken: ( ) 2<br />

( ) 2<br />

1 + ⋅<br />

1 4 1<br />

2 9 5<br />

1 1 2 + 4 1 ⋅ = 9 5 Er zijn twee stukken.<br />

3<br />

2 +<br />

4 1 ⋅ 5 =<br />

9<br />

1 Schrijf 1 2 als gewone breuk<br />

4 en schrijf 9 als een deling<br />

+ ⋅ = Bereken de macht en wortels,<br />

( ) 2<br />

9 2 1<br />

4 3 5<br />

+ = vermenigvuldig de breuken,<br />

9 2<br />

4 15<br />

+ = maak de breuken gelijknamig<br />

en tel ze op.<br />

135 8 143<br />

60 60 60

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!