04.09.2013 Views

Ontwikkelhandboek - Hogeschool Utrecht

Ontwikkelhandboek - Hogeschool Utrecht

Ontwikkelhandboek - Hogeschool Utrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Ontwikkelhandboek</strong><br />

Taakgericht Teamleren met ICT-ondersteuning<br />

Cetis<br />

Centrum voor onderwijs en ICT<br />

<strong>Hogeschool</strong> van <strong>Utrecht</strong><br />

IVLOS<br />

Interfacultair Instituut voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Studievaardigheden<br />

Universiteit van <strong>Utrecht</strong>


<strong>Ontwikkelhandboek</strong><br />

Taakgericht Teamleren met ICT-ondersteuning<br />

http//:www.cetis.hvu.nl/teamleren<br />

Definitieve versie<br />

September 2001<br />

© Copyright Cetis en IVLOS, 2001<br />

Cetis, Centrum voor onderwijs en ICT,<br />

<strong>Hogeschool</strong> van <strong>Utrecht</strong><br />

IVLOS, Interfacultair Instituut voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Studievaardigheden,<br />

Universiteit van <strong>Utrecht</strong><br />

Auteur<br />

Magda Ritzen, Cetis<br />

Cetis<br />

Innovatie<br />

en onderwijstechnologie<br />

<strong>Hogeschool</strong> van <strong>Utrecht</strong><br />

Postbus 85029<br />

3508 AA <strong>Utrecht</strong><br />

Tel: 030 2586290<br />

Fax: 030 2586292<br />

Email: info@cetis.hvu.nl


Verantwoording<br />

Dit <strong>Ontwikkelhandboek</strong> is een van de producten van het project “Taakgericht teamleren met ICTondersteuning<br />

op opleidingsniveau”. Dat project is van 1 september 1999 tot en met 31 december 2001<br />

door de <strong>Hogeschool</strong> van <strong>Utrecht</strong> en de Universiteit <strong>Utrecht</strong> gezamenlijk uitgevoerd met subsidie van<br />

SURF Educatie.<br />

Behalve het <strong>Ontwikkelhandboek</strong> is er ook een Ontwerphandboek voor ‘Taakgericht Teamleren met ICTondersteuning’<br />

(van Weert 2001) opgeleverd. Beide handboeken zijn het resultaat van het deelproject /<br />

werkpakket Kennisontwikkeling Cetis/IVLOS.<br />

Naast het werkpakket Kennisontwikkeling kende het project nog twee werkpakketten. In deze pakketten<br />

is onderwijs in de vorm van “Taakgericht teamleren met ICT” ontwikkeld. Deze ontwikkeltrajecten<br />

vonden plaats bij de Faculteit Economie en Management van de <strong>Hogeschool</strong> van <strong>Utrecht</strong> en bij de<br />

Faculteit Geneeskunde van de Universiteit <strong>Utrecht</strong>. Informatie over de resultaten in al deze<br />

werkpakketten is te vinden via: http//:www.cetis.hvu.nl/teamleren<br />

Het Ontwerp- en het <strong>Ontwikkelhandboek</strong> zijn na een review bijgesteld door projectuitvoerders uit de drie<br />

werkpakketten en andere experts:<br />

Ontwikkelteam Faculteit Economie en Management (FEM), <strong>Hogeschool</strong> van <strong>Utrecht</strong>:<br />

Paul van der Aa,<br />

Rob Eeken,<br />

Fer Hansen ,<br />

Marijke Hezemans,<br />

Geert Kinkhorst<br />

Ontwikkelteam Faculteit Geneeskunde, Universiteit <strong>Utrecht</strong>:<br />

Martien Quaak,<br />

Liesbeth Peeters.<br />

Onderwijskundigen Cetis (<strong>Hogeschool</strong> van <strong>Utrecht</strong>) en IVLOS (Universiteit <strong>Utrecht</strong>):<br />

Pierre van Eijl (IVLOS, Universiteit <strong>Utrecht</strong>),<br />

Hetty Grunefeld (IVLOS, Universiteit <strong>Utrecht</strong>),<br />

Albert Pilot (IVLOS, Universiteit <strong>Utrecht</strong>),<br />

Magda Ritzen (Cetis, <strong>Hogeschool</strong> van <strong>Utrecht</strong>),<br />

Jan van Tartwijk (IVLOS, Universiteit <strong>Utrecht</strong>),<br />

Tom van Weert (Cetis, <strong>Hogeschool</strong> van <strong>Utrecht</strong>).<br />

In het <strong>Ontwikkelhandboek</strong> en de bijlagen zijn voorbeelden opgenomen uit:<br />

Voorbeeld van een ontwikkelopdracht (als format en als specifieke opdracht) voor een<br />

ontwikkelteam, opgesteld door de leerplancommissie BE/AC. Opgenomen als bijlage 1.<br />

Curriculumplan Bedrijfseconomie/Accountancy (BE/AC) van de Faculteit Economie en Management<br />

van de <strong>Hogeschool</strong> van <strong>Utrecht</strong>, febr. 2001. Opgenomen als bijlage 2.<br />

Materiaal uit Studiewijzers van de Interopleidingen modules Managementrapportage, E-Commerce<br />

en Kwaliteitsaudit Deeltijdopleidingen FEM 2 e , 3 e en 4 e jaar, FEM/<strong>Hogeschool</strong> van <strong>Utrecht</strong>, 2000.<br />

Met dank aan Marijke Hezemans, (ex-)voorzitter van de Leerplancommissie BE/AC en projectleider van<br />

het werkpakket van de Faculteit Economie en Management – Interopleidingen Modules Deeltijd voor het<br />

beschikbaar stellen van dit materiaal (m.hezemans@cetis.hvu.nl).


© Copyright<br />

Conform de SURF uitbestedingsvoorwaarden is dit <strong>Ontwikkelhandboek</strong> zonder winstoogmerk vrij te<br />

gebruiken door Nederlandse en Belgische Universiteiten en Hogescholen. Ander gebruik is niet<br />

geautoriseerd; het copyright van de <strong>Hogeschool</strong> van <strong>Utrecht</strong> en de Universiteit van <strong>Utrecht</strong> zijn in dat<br />

geval van toepassing.


Inhoudsopgave<br />

Verantwoording<br />

Inhoudsopgave<br />

1. Inleiding 1<br />

2. Ontwerpen en ontwikkelen 3<br />

3. Ontwikkelen van Taakgericht Teamleren 7<br />

A. Wat staat er in de ontwikkelopdracht (uitgangspunten) 7<br />

B. Is het team bekend met de kenmerken van Taakgericht Teamleren<br />

ondersteund door ICT? 7<br />

C. Heeft het ontwikkelteam ondersteuning nodig? 8<br />

D. Wat zijn de kaders? 9<br />

E. Opstellen Plan van Aanpak 9<br />

F. Formulering van de studentenopdracht, inclusief criteria voor resultaat en werkwijze 10<br />

G. De verantwoordelijkheid van de student en het type opdracht 12<br />

H. Relatie met competenties 13<br />

I. Wat wordt de rol van ICT 14<br />

J. Begeleiding en Beoordeling 15<br />

K. Vaststelling van hulpbronnen 16<br />

L. Opzet voor studiewijzer 16<br />

M. Inrichting Digitale Leeromgeving 17<br />

N. De Review 17<br />

O. Pilot en evaluatie 17<br />

P. Training van begeleiders 18<br />

Q. Communicatie: wat en met wie en wanneer 18<br />

R. Overdracht voor uitvoering in regulier programma, onderhoud en beheer 18<br />

S. Kennisdeling 19<br />

4. Vormgeven aan ICT-ondersteuning 21<br />

a. ICT en de agenda van het ontwikkelteam: de aanloopfase 21<br />

b. ICT en de agenda van het ontwikkelteam: de uitvoeringsfase door studenten 21<br />

c. ICT en de agenda van het ontwikkelteam: communicatie en onderhoud van<br />

het ontwikkelde onderwijs 23<br />

Literatuur 25<br />

Bijlagen


Bijlagen:<br />

1. Voorbeeld van ontwikkelopdracht<br />

2. Curriculumplan Bedrijfseconomie/Accountancy (BE/AC)<br />

3. Een goed begin is het halve werk: de start van het Ontwikkeltraject<br />

4. Kenmerken van een competentiegericht curriculum<br />

5. Karakteristieken van verschillende soorten leersituaties<br />

6. Overzicht Leersituaties (Leerlijnen) volgens Dick de Bie en Jos de Kleyn (2001)<br />

7. Startposities m.b.t. de inzet van ICT in het onderwijs<br />

8. Werken in team versus groepswerk.<br />

9. Competenties van docent-ontwikkelaars<br />

10. Betrokkenen bij het ontwikkeltraject<br />

11. Inhoudsopgave Studiewijzer: een voorbeeld<br />

12. Digitale leeromgeving: een voorbeeld<br />

13. Aktiviteitenschema ontwikkelteam: een voorbeeld<br />

14. Ondersteunende vragen voor ontwikkelteam<br />

15. Criteria op meta-niveau en concreet niveau: enige voorbeelden.<br />

16. Meerwaarde ICT (uit visie Afdeling MER-FEM mei 2001).<br />

17. Beoordelings- en begeleidingskader: een voorbeeld<br />

18. Beredeneerde literatuurlijst: een voorbeeld<br />

19. De functie en opzet van een review<br />

20. Draaiboek uitvoering: een voorbeeld<br />

21. Evaluatie: voorbeelden<br />

22. Opzet training voor begeleiders/uitvoerders<br />

23. Voorbeelden van communicatie (met studenten en opdrachtgevers)<br />

24. Samenwerkend studeren / samenwerkend leren met ICT volgens van Eijl (2001)


1. Inleiding<br />

Dit ontwikkelhandboek is geschreven voor onderwijskundig medewerkers die binnen een<br />

faculteit/opleiding de taak hebben ontwikkelprojecten te ondersteunen én voor projectleiders van deze<br />

ontwikkelprojecten.<br />

Het handboek bevat richtlijnen voor het ontwikkelen van leertrajecten (ook wel onderwijssituaties,<br />

onderwijseenheden, modulen, eenheden of leerpraktijken genoemd) als onderdeel van een opleiding.<br />

Dit handboek veronderstelt dat ontwikkelteams hun ontwikkelopdracht projectmatig aanpakken (zie<br />

bijvoorbeeld Wijnen e.a. 1996 en Bos e.a. 1998). Het handboek richt zich niet op de methode van het<br />

projectmatig ontwikkelen van onderwijs, maar op de kenmerken van het type onderwijs dat wordt<br />

ontwikkeld: taakgericht teamleren ondersteund door ICT. Het uitgangspunt is dat dit type onderwijs<br />

relatief ‘nieuw’ en gecompliceerd is en dat de ontwikkeling en invoering op een aantal aspecten<br />

speciale aandacht behoeft. Deze aandachtspunten hebben onder andere betrekking op ‘werken met<br />

ICT’, ‘ontwikkelen van onderwijs in relatie tot het opleidingsmodel’, ‘werken aan de link met<br />

beroepspraktijk’, professionalisering/training van betrokkenen, vormgeving van studiewijzers, digitale<br />

leeromgevingen, enz.<br />

Het handboek bevat geen stappenplan, maar beperkt zich tot een aantal zaken die bij de start en in de<br />

uitvoering van zo’n ontwikkelproject relevant zijn. Het is een boek om bij de hand te hebben!<br />

Wat zijn de uitgangspunten van taakgericht teamleren ondersteund met ICT?<br />

Achtergrond: vakken of beroepstaken.<br />

De arbeidsmarkt en maatschappij vragen om afgestudeerden die doelgericht kunnen handelen in<br />

gevarieerde en nieuwe situaties en die naast een gedegen vakkennis ook beschikken over het vermogen<br />

tot samenwerking, probleem oplossen, enzovoort (zie ook Schlusmans e.a.1999). Voor het onderwijs<br />

betekent dit, dat de kern niet langer wordt gevormd door de afzonderlijke vakken of disciplines, maar<br />

door het soort problemen en taken die kenmerkend zijn voor beroepssituaties. Door met medestudenten<br />

te werken aan typische beroepstaken in een zo realistisch mogelijke setting, ontwikkelen studenten<br />

competenties die bij het beroep horen. Op deze manier maken studenten zich de kennis en<br />

vaardigheden eigen die nodig zijn om goed te functioneren in een snel veranderende en ingewikkelde<br />

samenleving.<br />

In dit handboek richten wij ons bij het ontwerpen en ontwikkelen van dit soort onderwijs: er is een taak<br />

of opdracht, in relatie tot een beroep of functiegebied, en er is een team dat aan de opdracht werkt en<br />

een product aflevert.<br />

Taakgericht, teamgericht en competentiegericht met ICT<br />

Taakgericht leren heeft twee dimensies:<br />

1. een inhoudelijke: in de opleiding werken studenten aan taken die een aantoonbare relatie hebben<br />

met beroepen of functies waar de opleiding op voorbereidt. Hiermee wordt een functionele<br />

benadering van opleiden en opleidingsontwikkeling gehanteerd.<br />

2. een didactische: het werken aan taken, opdrachten als kern van het leren en studeren stelt de<br />

activiteit, productiviteit en creativiteit van de student voorop, met veel ruimte voor een<br />

zelfstandige werk- en studiehouding. Samenwerken met andere studenten is hier doorgaans direct<br />

aan gekoppeld. Deze didactische aanpak komt voort uit constructivistische en sociaalconstructivistische<br />

inzichten over effectief en efficiënt leren. Deze aanpak gaat er onder andere<br />

vanuit dat studenten gemotiveerder zijn wanneer ze kunnen werken aan betekenisvolle problemen<br />

die aansluiten op het beroepsperspectief dat de opleiding biedt. Taakgericht leren veronderstelt dat<br />

in het denken over de opleiding er functies op de arbeidsmarkt, beroepen waar voor opgeleid wordt<br />

in beeld zijn gebracht. Bij de ene opleiding is dat logischer en eenduidiger dan in de andere.<br />

Teamgericht leren veronderstelt dat de studenten die samen aan een beroeps(nabije)taak werken,<br />

verschillende rollen vervullen. Deze rollen hangen samen met de inhoud van de taak. De keuze voor<br />

een bepaalde rol hangt samen met de competenties die de studenten via de betreffende taak willen<br />

ontwikkelen.<br />

Competentiegericht leren betekent dat de student via genoemde taken diverse competenties ontwikkelt.<br />

Deze taken zijn afgeleid van beroepstaken en horen bij een beroep of functie. Anderzijds horen<br />

competenties bij de persoon. Een competentie is het vermogen om (binnen een taakdomein)<br />

combinaties van vaardigheden (en de achterliggende kenniselementen) effectief en efficiënt in te zetten


in diverse arbeidssituaties binnen dat taakdomein. Competenties worden voor diverse beroeps- en<br />

functiegebieden geïdentificeerd door mensen uit de opleiding en uit het betreffende beroeps- of<br />

functiegebied (zie ook Boon e.a. 2001).<br />

Leren met behulp van ICT betekent dat de student tijdens het werk- en leerproces gebruik maakt van<br />

een digitale leeromgeving, waarin gecommuniceerd en gewerkt wordt met medestudenten-teamleden,<br />

begeleiders en opdrachtgevers. Naast deze leeromgeving hebben studenten de beschikking over diverse<br />

ICT-tools en maken ze gebruik van bronnen en trainingen die via internet of het onderwijsnet worden<br />

aangeboden.<br />

Werken met ICT betekent dat de student leert werken met de ICT-middelen die gebruikt worden in de<br />

professionele setting waarvoor de student wordt opgeleid.<br />

Opbouw van het handboek<br />

In hoofdstuk 2 ‘Ontwerpen en Ontwikkelen’, wordt globaal beschreven wat er gebeurt in het ontwerpen<br />

ontwikkelproces, wat beide processen gemeenschappelijk hebben en wie daarbij betrokken zijn.<br />

In hoodstuk 3 ‘Ontwikkelen van TaakGericht Teamleren’, wordt aangegeven welke aspecten bij het<br />

ontwikkelen van TaakGericht Teamleren ruime aandacht verdienen. Deze aspecten zijn in de vorm van<br />

(uitvoerige) agendapunten voor het ontwikkelteamoverleg beschreven. Bijvoorbeeld: ‘Wat staat er in<br />

de ontwikkelopdracht’, ‘Heeft het ontwikkelteam ondersteuning nodig’, ‘Opstellen van een Plan van<br />

Aanpak’, ‘Relatie met competenties’. Om te voorkomen dat de inzet van ICT ondergesneeuwd raakt<br />

door zaken die van belang zijn bij het inhoudelijk vormgeven van TaakGericht Teamleren, wordt in<br />

een afzonderlijk hoofdstuk aandacht besteed aan ICT. Het zal duidelijk zijn dat deze scheiding in de<br />

praktijk van het ontwikkelen wordt opgeheven!<br />

In hoofdstuk 4 ‘Vormgeving aan ICT-ondersteuning, wordt eveneens via agendapunten ingegaan op de<br />

zaken die dienen te worden gerealiseerd in relatie tot de inzet van ICT: welke ICT heeft het<br />

ontwikkelteam nodig, wat hebben de studenten nodig bij de uitvoering van hun taak, hoe zit het met<br />

ondersteuning, waar kan de student zijn digitale leeromgeving vinden, enzovoort.<br />

De bijlagen zijn bedoeld om de agendapunten te verduidelijken en de teamleden te inspireren. Wanneer<br />

dit relevant is wordt vanuit verschillende onderdelen verwezen naar dezelfde bijlagen.


2. Ontwerpen en Ontwikkelen<br />

Het <strong>Ontwikkelhandboek</strong> gaat over het ontwikkelen van onderwijs waarin studenten werken aan<br />

realistische beroeps- en functiegerichte taken: ontwikkelen van ‘Taakgericht Teamleren met ICT’ op<br />

opleidingsniveau.<br />

Eerst ontwerpen, daarna ontwikkelen<br />

Het realiseren van ‘Taakgericht Teamleren met ICT’ op opleidingsniveau wordt in twee fasen<br />

gescheiden: Ontwerpen en Ontwikkelen. In de Ontwerpfase worden voorwaarden gecreëerd en grote<br />

lijnen uitgezet, die daarna in de Ontwikkelfase worden uitgewerkt in een concrete onderwijssituatie en<br />

concreet studentenmateriaal.<br />

De ontwikkelfase begint pas als de ontwerpfase is afgesloten en er voor het ontwikkelteam een<br />

ontwikkelopdracht is geformuleerd waarin de randvoorwaarden, onderwijskundige specificaties en de<br />

relatie met het curriculum worden aangegeven.<br />

Twee handboeken<br />

In de ‘Verantwoording’ is beschreven dat er in het kader van het project ‘Taakgericht Teamleren met<br />

ICT-ondersteuning op opleidingsniveau’ (o.m.) twee handboeken zijn geschreven: een<br />

Ontwerphandboek en een <strong>Ontwikkelhandboek</strong>.<br />

Het Ontwerphandboek (van Weert 2001) en het <strong>Ontwikkelhandboek</strong> sluiten inhoudelijk op elkaar aan.<br />

Het is de bedoeling dat beide handboeken los van elkaar kunnen worden gebruikt.<br />

Het Ontwerphandboek is geschreven voor het opleidingsmanagement en de curriculumcommisie<br />

(regiegroep, leerplancommissie) van een faculteit/instelling. Het ontwikkelhandboek is geschreven<br />

voor de onderwijskundige die het onderwijs-ontwikkeltraject ondersteunt en voor de projectleider van<br />

het ontwikkeltraject.<br />

Passages uit het Ontwerphandboek die relevant zijn voor ontwikkelaars zijn (al dan niet bewerkt) in het<br />

<strong>Ontwikkelhandboek</strong> en de bijlagen opgenomen.<br />

Ontwikkelen<br />

Dit handboek gaat over ontwikkelen van onderwijs (een leertraject) op basis van ‘Taakgericht<br />

Teamleren met ICT’.<br />

Het ontwikkeltraject ‘Taakgericht teamleren met ICT’ start met een ontwikkelopdracht. Bijlage 1 laat<br />

zien hoe zo’n ontwikkelopdracht kan worden uitgeschreven.<br />

Een ontwikkelopdracht is het resultaat van een ontwerpproces. In dat ontwerpproces is –uitgaande van<br />

het opleidingsmodel- in grote lijnen uiteengezet hoe een specifiek leertraject (onderwijssituatie,<br />

onderwijseenheid, enz.) eruit gaat zien. Bijlage 2 bevat een voorbeeld van een opleidingsmodel.<br />

In het ontwikkeltraject wordt dit leertraject tot in details uitgewerkt. Het resultaat van een<br />

ontwikkelproces is ‘Taakgericht Teamleren met ICT’. Het bevat:<br />

- Een studiewijzer voor studenten<br />

- Een werkwijzer / training voor begeleiders (uitvoerende docenten)<br />

- Een (al dan niet ingerichte) digitale omgeving<br />

- Een draaiboek voor de overdracht van het materiaal aan de opleiding.<br />

Ontwikkelen van Taakgericht Teamleren zonder dat er een ontwerpfase met ontwikkelopdracht aan<br />

vooraf is gegaan brengt verschillende risico’s met zich mee, bijvoorbeeld:<br />

- Er wordt onderwijs ontwikkeld dat geen relatie heeft met de rest van het onderwijsprogramma,<br />

- Er wordt onderwijs ontwikkeld dat overlap vertoont met een ander onderdeel,<br />

- Er wordt onderwijs ontwikkeld dat gebaseerd is op een afwijkend onderwijskundig concept<br />

waardoor van studenten een andere houding wordt gevraagd (actief vs. passief, reproduceren vs<br />

creëren),<br />

- Er wordt onderwijs ontwikkeld waarin op het gebied van ICT (hardware en programmatuur),<br />

deskundigheid van betrokkenen wordt verondersteld die niet aanwezig is,<br />

- Enzovoort.<br />

Onderstaand plaatje laat zien dat het ontwerp- en ontwikkelproces in elkaars verlengde liggen. Het<br />

geeft bovendien aan wie verantwoordelijk is voor de uitvoering van deze trajecten.


Ontwerpteam:<br />

Curriculumcommissie<br />

Opleidingsmodel<br />

Zowel bij het ontwerp- als bij het ontwikkeltraject zijn de volgende personen betrokken:<br />

1. Opleidingsmanagement: zij stellen het opleidingsmodel vast en geven ontwerp- en<br />

ontwikkelopdrachten<br />

2. Curriculum Commissie (regiegroep, leerplancommissie) in de rol van Ontwerpteam. Het<br />

ontwerpteam beschrijft op basis van het opleidingsmodel in grote lijnen hoe een curriculum er uit kan<br />

zien en formuleert van daaruit ontwikkelopdrachten.<br />

3. Ontwikkelteam (docentontwikkelaars). Zij geven het onderwijs vorm in concrete leertrajecten /<br />

leersituaties.<br />

De keuze voor ‘Taakgericht teamleren met ICT’ veronderstelt de keuze voor een specifiek<br />

opleidingsmodel. Veel opleidingen zijn op dit moment bezig met de vormgeving van zo’n model en<br />

zitten in een overgangsfase van vakgericht onderwijs –dat aanbodgericht is- naar probleemgestuurd,<br />

competentiegericht onderwijs –dat vraaggestuurd is- (zie ook van den Bosch 2001). De realisatie van<br />

dit soort onderwijs vereist management dat richting kan geven aan dit soort verandering<br />

(Veranderingsmanagement) en basisvoorzieningen op het gebied van ICT die dit type onderwijs<br />

mogelijk maken.<br />

Onderstaand plaatje geeft aan dat er een zekere ICT-basis ten grondslag ligt aan het ontwerp- en<br />

ontwikkeltraject en dat management gericht is op het richtinggeven aan deze verandering (i.t.t. ‘de club<br />

draaiende houden’).<br />

Ontwerpteam:<br />

Curriculumcommissie<br />

Opleidingsmodel<br />

Ontwerpproces<br />

Ontwerpen Ontwikkelen<br />

Ontwerpproces<br />

Ontwerpen en Ontwikkelen<br />

Ontwikkelopdracht<br />

Opleidingsmanagement<br />

Veranderingsmanagement<br />

Ontwikkelopdracht<br />

ICT-basis<br />

Opleidingsmanagement<br />

Ontwikkelteam<br />

Ontwikkelproces<br />

Ontwikkelteam<br />

Ontwikkelproces<br />

Taakgericht<br />

Teamleren<br />

met ICT<br />

Taakgericht<br />

Teamleren<br />

met ICT<br />

In het Ontwerphandboek ‘Taakgericht teamleren met ICT-ondersteuning’ wordt beschreven welke<br />

eisen van belang zijn om de kans op succesvol onderwijs volgens de uitgangspunten van Taakgericht<br />

teamleren met ICT-ondersteuning (TGT) zo groot mogelijk te maken.


Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen kritische succesfactoren en ‘gewone’ succesfactoren.<br />

- Kritische succesfactoren zijn factoren die van doorslaggevend belang zijn voor het succes van het<br />

resultaat. Ze hebben te maken met:<br />

1. ICT, d.w.z. allerlei zaken op het gebied van ICT, want leren met ICT vereist meer dan de<br />

installatie van een software-programma-tje voor studenten.<br />

2. Het opleidingsmodel: als er geen opleidingsmodel beschikbaar is, wordt er geen richting<br />

gegeven aan de vorm en inhoud van het te ontwikkelen onderwijs en kan het resultaat<br />

bepaald worden door de voorkeur van een individuele docent.<br />

3. Veranderingsmanagement: het management zorgt ervoor dat de betrokkenen bij de<br />

vernieuwing begeleid en geprofessionaliseerd kunnen worden en dat er duidelijke<br />

opdrachten zijn en er resultaatgericht kan worden gewerkt.<br />

Het opleidingsmanagement speelt bij alle drie de factoren een cruciale rol (zie ook van Loosbroek<br />

2001).<br />

- ‘Gewone’ succesfactoren zijn factoren die een bijdrage leveren aan de kwaliteit van de resultaten<br />

van het ontwerp- en ontwikkelproces. Ze kunnen worden opgevat als aandachtspunten, ze zijn niet<br />

zo doorslaggevend voor het succes als de kritische succesfactoren. Voorbeelden van<br />

succesfactoren zijn: voer een review uit van het ontwikkelde materiaal, zorg voor een standaard<br />

docententraining.<br />

Zowel het opleidingsmanagement, als de ontwerp- en ontwikkelteams, hebben direct invloed op<br />

deze factoren en kunnen tijdens de rit bepaalde zaken regelen/ondernemen.<br />

Uit het bovenstaande kan worden afgeleid dat het belangrijk is om bij de start van het ontwikkeltraject<br />

na te gaan of aan een aantal kritische succesfactoren is voldaan. Deze worden in bijlage 3: ‘Een goed<br />

begin is het halve werk: de start van het ontwikkeltraject’, beschreven.<br />

Uitgangspunt: opleidingsconcept.<br />

Hierboven (‘ontwikkelen’ ) is gesteld dat een ontwikkeltraject start met een ontwikkelopdracht en dat<br />

de opdracht uitgaat van het opleidingsconcept. Het opleidingsconcept bij Taakgericht Teamleren bevat<br />

een expliciete verwijzing naar de beroepspraktijk en de competenties die daar centraal staan (zie ook<br />

bijlage 2). Veel opleidingen kiezen vanwege die duidelijke relatie met de beroepspraktijk voor<br />

competentiegericht onderwijs, d.w.z. onderwijs waarin:<br />

1. Competenties uit het beroepenveld richtinggevend zijn<br />

2. Leren/ontwikkelen van de student centraal staat (de opleiding faciliteert)<br />

3. De student verantwoordelijk is voor het eigen leerproces<br />

4. Leren gebeurt via realistische (beroeps)taken<br />

5. Er vanuit het onderwijsaanbod relaties worden gelegd met competenties<br />

Bijlage 4 geeft een overzicht van de ‘Kenmerken van een competentiegericht curriculum’.<br />

Uitgaande van deze kenmerken kan er worden gekozen voor diverse vormen van competentiegericht<br />

onderwijs. Het belang van het opleidingsmodel is ondermeer om aan een ontwikkelteam duidelijk te<br />

maken voor welke vorm van competentiegericht onderwijs wordt gekozen en wat daarvan de<br />

kenmerken zijn. Bijvoorbeeld: studenten die onderwijs krijgen in de vorm van projecten weten welke<br />

manier van werken daarbij van hen wordt verwacht (stellen studenten –net als junior-professionals- zelf<br />

een plan van aanpak op, wie beoordeelt dat plan van aanpak, hoe worden studenten begeleid bij de<br />

uitvoering en hoe worden ze beoordeeld op het resultaat?). Het is aan te bevelen om hier duidelijk in te<br />

zijn omdat anders de situatie ontstaat dat studenten binnen verschillende projecten verschillend<br />

benaderd worden en dus ander gedrag gaan vertonen (bijvoorbeeld afwachtend bij het ene project<br />

tegenover actief bij het andere project).<br />

Van een ontwikkelteam mag worden verwacht dat ze de verschillende soorten leersituaties die in het<br />

opleidingsconcept zijn beschreven (en de consequenties daarvan voor de onderwijs-ontwikkeling)<br />

onderschrijft en dat ze rekening houdt met de startpositie van de student (en de opbouw binnen<br />

leersituaties) zoals geformuleerd in de ontwikkelopdracht. Bijlage 5a geeft een overzicht van<br />

verschillende soorten leersituaties zoals ze in het kader van dit project zijn geformuleerd. Bijlage 6<br />

geeft een overzicht van leersituaties/leerlijnen zoals ze zijn geformuleerd door Dick de Bie en Jos de<br />

Kleijn (2001).


Startpositie van de opleiding<br />

Bij opleidingen die werken met ICT kunnen in grote lijnen vier verschillende startsituaties worden<br />

onderkend (zie van Weert 2000 en 2001):<br />

1. Starten met ICT,<br />

2. Toepassen van ICT,<br />

3. Integreren van ICT<br />

4. Transformeren met ICT.<br />

De meeste opleidingen voor Hoger Onderwijs bevinden zich ergens tussen positie 2 en 3. Daarom<br />

wordt in dit ontwikkelhandboek uitgegaan van deze startposities. De kenmerken van deze vier<br />

startposities zijn te vinden in bijlage 7.<br />

De startpositie heeft gevolgen voor:<br />

- wat er op het gebied van ICT gerealiseerd moet zijn (wat is er aan ICT-deskundigheid en ervaring<br />

en aan infrastructuur beschikbaar),<br />

- het opleidingsmodel (er vindt een overgang plaats van vakgericht naar competentiegericht<br />

onderwijs) en<br />

- het ontwikkeltraject.<br />

Taakgericht onderwijs met ICT vraagt dus veel meer en andere expertise en organisatie dan het<br />

vakgerichte onderwijs: bestaande routines voldoen niet meer!


3. Ontwikkelen van TaakGericht Teamleren<br />

Werken in een team veronderstelt eenstemmigheid binnen het team over de opdracht, de werkwijze en<br />

het resultaat. Een team komt regelmatig bij elkaar.Er zijn een aantal punten die in ieder geval op de<br />

agenda van het ontwikkelteam TaakGericht Teamleren moeten staan. Dit hoofdstuk is opgebouwd rond<br />

deze agendapunten. De punten zijn onderling met elkaar verbonden. Ze vereisen inhoudelijke discussie<br />

en meningsvorming. Bespreking van het ene punt levert input of wijzigingen op voor het andere punt.<br />

Het is belangrijk om ze voldoende tijd en aandacht te geven.<br />

Reserveer een aantal overleggen voor de bespreking van deze punten (vooral F t/m J zijn inhoudelijk<br />

sterk aan elkaar gerelateerd) en formuleer een deadline in het activiteitenplan! De punten zijn (min of<br />

meer) in chronologische volgorde opgenomen en worden –voor zover relevant- toegelicht. De bijlagen<br />

bevatten voorbeelden van mogelijke uitwerkingen van verschillende punten (of aspecten).<br />

A. Wat staat er in de ontwikkelopdracht (uitgangspunten)<br />

Een van de eerste activiteiten die een ontwikkelteam onderneemt is de oriëntatie op de opdracht: wat<br />

gaan we ontwikkelen, voor wie, wat is de deadline, hoeveel tijd is er voor de ontwikkeling beschikbaar,<br />

enz.<br />

In een ontwikkelopdracht worden het resultaat en de ontwikkelspecificaties beschreven (zie ook<br />

bijlage 1). Belangrijke vragen voor het team zijn:<br />

Is de resultaatbeschrijving duidelijk? Welke producten worden opgeleverd? Kwaliteitscriteria (hoe<br />

gaan de producten eruit zien, waaraan moeten ze voldoen, enz.) kunnen onder andere worden<br />

aangegeven via ‘good practice-voorbeelden. Lijken deze criteria voldoende houvast te bieden?<br />

Ontwikkelspecificaties:<br />

- Is het studentprofiel duidelijk aangegeven?<br />

- Idem voor het begin- en eindniveau.<br />

- Hoe concreet wordt de professionele context aangeven: soort bedrijf, type opdracht, rol van<br />

student. Wordt dit door alle teamleden geaccepteerd?<br />

- Is omschreven wat er precies door het ontwikkelteam wordt opgeleverd?<br />

- Is aangeven wat de didactische grondvorm is waarvanuit studenten worden verondersteld te<br />

werken (welke professionele werkwijze, bijvoorbeeld ontwikkelproject, implementatieproject,<br />

adviesproject)<br />

- Is aangegeven welke competenties in het leertraject TGT centraal staan? (algemeen en<br />

beroepsspecifiek)<br />

- Is voorgeschreven met welke professionele ICT-tools de studenten gaan werken?<br />

- Is voorgeschreven met welke professionele ICT-communicatie hulpmiddelen de studenten<br />

gaan werken?<br />

- Wordt er verwezen naar (inhoudelijke kader-) stukken waarmee bij de uitvoering rekening<br />

moet worden gehouden? Zijn deze stukken beschikbaar?<br />

- Zijn er logistieke en organisatorische randvoorwaarden m.b.t. de uitvoering van het leertraject<br />

aangeven? Kan daarvanuit worden gewerkt?<br />

- Wat is het tijdspad waarin data voor voortgangsrapportage en oplevering van het product (de<br />

leerpraktijk) zijn vastgesteld. Is dit haalbaar?<br />

Het is belangrijk dat ieder teamlid de uitgangspunten, zoals geformuleerd in resultaat, criteria en<br />

ontwikkelspecificaties, deelt en dat onduidelijkheden zo spoedig mogelijk worden voorgelegd aan de<br />

opdrachtgever en/of curriculumcommissie.<br />

B. Is het team bekend met de kenmerken van Taakgericht Teamleren ondersteund door ICT?<br />

Het uitgangspunt van dit handboek (en de ontwikkelopdracht) is dat er onderwijs wordt ontwikkeld op<br />

basis van TaakGericht Teamleren ondersteund met ICT. Hebben alle teamleden dezelfde inzichten in<br />

dit soort onderwijs?<br />

Worden taken gezien als afgeleid van de beroepspraktijk en gerelateerd aan een bepaalde<br />

beroepsfunctie? Wordt er onderkend dat er voor typische problemen/taken ook typische werkmethodes<br />

zijn?


Onderstaand voorbeeld laat zien hoe zo’n beroepstaak voor studenten kan worden geformuleerd en<br />

welke methode studenten daarbij gebruiken. Het is afkomstig uit de Studiewijzer Interopleidingen<br />

module Managementrapportage, die door de Faculteit Economie en Management van de <strong>Hogeschool</strong><br />

van <strong>Utrecht</strong> ontwikkeld is in het kader van het project ‘Taakgericht teamleren met ICT’.<br />

Projectopdracht<br />

Maak een opzet voor een nieuwe of verbeterde managementrapportage en geef<br />

aan welke stappen gezet moeten worden om het voorstel in de opdrachtgevende<br />

organisatie te realiseren (implementatieplan).<br />

Toelichting op de projectopdracht<br />

Voor het nemen van managementbeslissingen is het van belang, dat het management kan<br />

beschikken over informatie over de stand van zaken van de bedrijfsfactoren die<br />

bepalend zijn voor succes of falen. Daarvoor zijn beknopte, samenhangende en complete<br />

rapportages nodig en daarbij behorende informatiesystemen<br />

Voor het opstellen van deze managementrapportages volgt de module de<br />

methode voor interne berichtgeving, zoals die wordt gehanteerd door de<br />

accountants/consultants van Ernst & Young (zie de uitgereikte publicatie<br />

daarover).<br />

Studenten werken in teams. Onderschrijven de teamleden de meerwaarde daarvan? Zie hiervoor bijlage<br />

8: Werken in team versus groep.<br />

Begrijpt of herkent iedereen de verschillende manieren waarop ICT kan worden ingezet?<br />

1. ICT als persoonlijk gereedschap (Word, mail, browser, enz),<br />

2. ICT als ondersteuning van teamwork (communiceren onafhankelijk van tijd en plaats,<br />

samenwerken aan documenten, archiveren).<br />

3. ICT als professie/discipline-specifiek gereedschap (juridisch informatiesysteem voor jurist, SPSS<br />

voor sociale wetenschapper, enz.)<br />

De inzet van ICT zoals bij 1 en 2 is bij TGT standaard, de inzet van ICT als professioneel gereedschap<br />

zal afhangen van de specifieke taak.<br />

Kortom:<br />

Zijn de teamleden gemotiveerd om een bijdrage te leveren aan TaakGericht Teamleren met ICT?<br />

C. Heeft het ontwikkelteam ondersteuning nodig?<br />

Het ontwikkelen van TGT met ICT is een complexe klus. Het ontwikkelteam kan -nog voor het Plan<br />

van Aanpak wordt opgesteld- bekijken welke deskundigheid/ervaring in het team aanwezig is en welke<br />

aanvullende ondersteuning is gewenst.<br />

Daarvoor is het nodig eerst een beeld te ontwikkelen van de rollen en verantwoordelijkheden die er in<br />

het ontwikkelteam nodig zijn (bijvoorbeeld deskundige op het gebied van ICT, inhoudelijk<br />

deskundigen, ontwikkeldeskundigen, enz.).<br />

Bijlage 9 bevat een overzicht van de competenties die specifiek gelden voor docent-ontwikkelaars.<br />

Deze kunnen als aanvulling op bovenstaande eigenaardigheden van TGT met ICT worden gebruikt om<br />

te kijken waarin het ontwikkelteam ondersteuning behoeft. Deze ondersteuning kan –afhankelijk van<br />

de ervaring in het team- verschillende vormen aannemen: bijvoorbeeld ondersteuning van de<br />

projectleider van het ontwikkeltraject op alle aspecten door een onderwijskundige of alleen<br />

ondersteuning tijdens de rit bij specifieke vragen uit het team.<br />

Door het ontwikkelen van dit soort onderwijs wordt veel know-how opgebouwd, niet alleen op het<br />

gebied van de kenmerken van TGT en ICT, maar ook op het gebied van ‘werken volgens een Plan van<br />

Aanpak’, uitvoeren van pilots, evaluatie van onderwijs, onderhoud en beheer. Daarom is het is aan te


evelen om in een team een combinatie te hebben van ervaren en niet ervaren ontwikkelaars. Daarnaast<br />

is het handig om ook uitvoerders/begeleiders in het team op te nemen met het oog op de implementatie.<br />

D. Wat zijn de kaders?<br />

Het is bij de start van het ontwikkeltraject voor het team belangrijk te weten waaraan het zich dient te<br />

houden en binnen welke kaders er ontwikkeld wordt:<br />

Is er een opleidingsmanager of opleidingsverantwoordelijke? Is diens rol duidelijk omschreven in<br />

relatie tot het ontwikkeltraject? Zo nee, dan zorgt de projectleider ervoor dat hierover eerst<br />

duidelijkheid komt.<br />

Is de rol van de curriculumcommissie (regiegroep, leerplancommissie) helder en zijn de<br />

verantwoordelijkheden afgebakend? Zo nee, dan zorgt de projectleider ervoor dat hierover eerst<br />

duidelijkheid komt.<br />

Meestal formuleert een curriculumcommissie de ontwikkelopdracht en heeft het<br />

afdelings)management de rol van opdrachtgever. Wie heeft nog meer met het ontwikkeltraject te<br />

maken: wat is de organisatorische omgeving?<br />

In Bijlage 10 staan de betrokkenen bij het ontwikkeltraject (per fase) in een tabel bijeen.<br />

E. Opstellen Plan van Aanpak<br />

Wanneer het ontwikkelteam een duidelijk beeld heeft van de opdracht, van TGT, van beschikbare<br />

deskundigheid, benodigde ondersteuning en van rollen en verantwoordelijkheden (binnen en buiten het<br />

team) kan een Plan van Aanpak worden opgesteld. Als er voorbeelden van TGT met ICT beschikbaar<br />

zijn is het raadzaam deze met het team te bekijken. Ze bevatten wellicht voorbeelden voor de<br />

didactische aanpak en voor het studentenmateriaal (zie bijlage 11 en 12: ‘inhoudsopgave studiewijzer’<br />

en ‘inrichting van digitale leeromgeving’).<br />

In het Plan van Aanpak worden een aantal zaken m.b.t. de projectuitvoering en het resultaat<br />

beschreven.<br />

Het Plan van Aanpak maakt duidelijk:<br />

- Welke resultaten (producten) precies zullen worden opgeleverd<br />

- Welke deelresultaten er nodig zijn om het eindresultaat te bereiken<br />

- Aan welke eisen de resultaten moeten voldoen<br />

- Welke activiteiten (inclusief review-activiteiten) leiden tot deze resultaten en welke<br />

deelactiviteiten leiden tot de deelresultaten<br />

- Hoeveel uren voor de deelactiviteiten worden begroot<br />

- Hoe de deelactiviteiten in de tijd worden gepland<br />

- Welke hulpmiddelen nodig zijn om de opdracht uit te voeren<br />

- Aan wie activiteiten en verantwoordelijkheden worden toebedeeld<br />

Belangrijke inhoudelijke aandachtspunten bij het opstellen van een Plan van Aanpak zijn:<br />

a. Wordt de planning door alle ontwikkelteamleden haalbaar geacht,<br />

b. Wordt tijdig geïnventariseerd welke extra deskundigheid nodig is om het traject te<br />

ondersteunen (onder andere vanwege de snelle ontwikkelingen in de arbeidsmarkt),<br />

c. Wordt rekening gehouden met het al dan niet aanwezig zijn van ondersteunende materialen<br />

(bijvoorbeeld handleidingen bij de ondersteuning van ICT: voldoen de bestaande<br />

handleidingen of moeten er nieuwe worden ontwikkeld?),<br />

d. Wordt er een eerste prototype ontwikkeld (waarin de te ontwikkelen producten in grote lijnen<br />

zijn neergezet) dat in een pre-review wordt voorgelegd aan de curriculumcommissie,<br />

e. Wordt het concept materiaal (tweede prototype) via een review voorgelegd aan betrokkenen<br />

en wordt zo’n sessie tevens gebruikt om verantwoording af te leggen over de uitvoering van<br />

activiteiten en geboekte resultaten.<br />

f. Hoe breed wordt de pilot uitgevoerd?<br />

g. Vindt er na de pilot een brede eerste invoeing plaats?


Het Plan van Aanpak wordt aan het afdelingsmanagement voorgelegd. De uitvoering van de<br />

ontwikkelopdracht begint op het moment dat het afdelingsmanagement het plan heeft geaccepteerd.<br />

Onderstaande agendapunten kunnen als activiteiten in het Plan van Aanpak worden opgenomen.<br />

Het ontwikkelteam gebruikt het activiteitenschema dat in het Plan van Aanpak is opgenomen om aan<br />

de slag te gaan. Bijlage 13 maakt duidelijk hoe zo’n activiteitenschema van een ontwikkelteam (als<br />

onderdeel van een Plan van aanpak) eruit zou kunnen zien.<br />

F. Formulering van de de studentenopdracht, inclusief criteria voor resultaat en werkwijze<br />

De Opdracht/taak<br />

In de ontwikkelopdracht is aangegeven aan welk soort activiteit / beroepstaak studenten gaan werken.<br />

Afhankelijk van de instelling/afdeling wordt de activiteit of beroepstaak globaal of specifiek geduid.<br />

Bijlage 14 bevat ondersteunende vragen voor ontwikkelteams die vanuit een erg globale duiding aan<br />

het werk uitgaan.<br />

Bij het opstellen van het Plan van Aanpak is opgemerkt dat het aan te bevelen is reeds beschikbare<br />

voorbeelden van TGT met ICT met het team te bekijken. Daarbij werd er verwezen naar bijlagen 11 en<br />

12. Indien mogelijk kan een docent-begeleider van een ander onderwijstraject (intern of extern) worden<br />

uitgenodigd om een en ander te laten zien en toe te lichten. In het kader van het FEM-werkpakket zijn<br />

projectmodules ontwikkeld voor deeltijdstudenten (zie ook punt B). Voor de projectmodules voor<br />

derde en vierde jaars studenten werden de volgende opdrachten geformuleerd:<br />

Projectopdracht e-commerce<br />

Schrijf een businessplan (ondernemingsplan) met betrekking tot een e-business-/ecommerceactiviteit<br />

voor een eigen bedrijf/afdeling of externe opdrachtgever.<br />

Zoek hiertoe een opdrachtgever en maak vervolgens in overleg met die opdrachtgever<br />

een plan van aanpak voor het uitvoeren van de projectopdracht.<br />

Projectopdracht Kwaliteitsaudit<br />

Voer een kwaliteitsaudit uit in het bedrijf/afdeling waar je werkzaam bent of voor een<br />

externe opdrachtgever.<br />

Zoek hiertoe een opdrachtgever en maak vervolgens in overleg met die opdrachtgever<br />

een auditplan voor het uitvoeren van de kwaliteitsaudit.<br />

Onder een kwaliteitsaudit verstaan we:<br />

Systematisch en onafhankelijk onderzoek om te bepalen of activiteiten op het<br />

gebied van kwaliteit en de daarmee samenhangende resultaten overeenstemmen met<br />

de geplande maatregelen en of deze maatregelen op doeltreffende wijze zijn<br />

geïmplementeerd en geschikt zijn voor het bereiken van de doelstellingen.<br />

Een kwaliteitsaudit kent vier hoofdfasen:<br />

1. Voorbereiding;<br />

2. Uitvoering;<br />

3. Rapportage;<br />

4. Opvolging.<br />

Binnen deze module laten we de vierde hoofdfase 'Opvolging' buiten beschouwing. Het<br />

eindproduct van deze module is het eindrapport van de kwaliteitsaudit.<br />

In dit ontwikkelhandboek wordt er vanuit gegaan dat het ontwikkelteam een opdracht formuleert en dat<br />

de studenten op zoek gaan naar een mogelijke opdrachtgever die gediend is met het resultaat.


Bijvoorbeeld deeltijdstudenten of werkstudenten vinden in hun ‘eigen’ bedrijfs/afdelingshoofd (of het<br />

hoofd van een andere afdeling) een serieuze opdrachtgever die daadwerkelijk geinteresseerd is in het<br />

resultaat (mits het voldoet aan de overeengekomen criteria). Het studententeam bereikt met elkaar<br />

overeenstemming over het bedrijf dat zich het best leent voor de uitvoering van de opdracht, c.q. het<br />

bedrijf dat het meest baat heeft bij het resultaat.<br />

De uiteindelijke formulering van de opdracht door het ontwikkelteam voldoet aan een aantal zaken:<br />

De opdracht is betekenisvol: er is een herkenbare relatie met de professionele context (m.a.w. er is<br />

sprake van een ‘typisch’ probleem).<br />

Wanneer de opdracht ook deelopdrachten omvat, zijn deze –net als in de professionele contextkritisch<br />

afhankelijk (bijvoorbeeld een ‘Management Rapportage’ kan niet worden opgemaakt als<br />

er niet eerst een procesbeschrijving, gegegevensmodel, enzovoort zijn opgesteld).<br />

De opdracht heeft raakvlakken met verschillende competentie-gebieden en schept daarmee<br />

mogelijkheden voor ‘teamwerk’.<br />

Het werken in een studententeam is -net zoals in de professionele context- betekenisvol<br />

(meerwaarde bieden door bijvoorbeeld samen te werken met verschillende<br />

deskundigen/deskundigheden).<br />

(Deel)resultaten en criteria.<br />

Het kan zijn dat een ontwikkelteam een aantal sessies nodig heeft om de opdracht in een definitieve<br />

vorm te formuleren. Dit proces van opdrachtformulering wordt versterkt door parallel hieraan te<br />

formuleren:<br />

Wat zijn de (beoordelings)criteria voor het eindresultaat/product en voor de<br />

tussenresultaten/producten (zie ook agendapunt J: ‘begeleiding en beoordeling van studenten’)?<br />

Bijvoorbeeld: hieronder staan de criteria die zijn geformuleerd voor het deelresultaat<br />

‘procesbeschrijving’ als tussenresultaat/product van de projectopdracht (onderdeel van<br />

Management Rapportage).<br />

Criteria Procesbeschrijving<br />

De processen zijn beschreven volgens een bepaalde schematechniek (bv. DFD’s,<br />

ISAC, DEMO).<br />

Een onderbouwing van de gekozen schematechniek is opgenomen.<br />

In de beschrijving worden alle belangrijke processen van de afdeling beschreven.<br />

De procesbeschrijving is zo opgezet dat de processen te koppelen zijn aan de<br />

Kritische Succesfactoren (zie unit 3).<br />

Welke eisen (kunnen) worden gesteld aan de opdrachtgever / het soort bedrijf?<br />

Bijvoorbeeld: met betrekking tot het type bedrijf, definitieve formulering van (tussen)resultaat en<br />

kwaliteitscriteria, ondersteuning / aanleveren van benodigde informatie, beoordeling van<br />

(tussen)resultaten…<br />

De projectopdracht en professionele werkwijze<br />

Bij de opdracht Management Rapportage kregen studenten een werkwijze aangereikt die ook in de<br />

praktijk werd gebruikt.<br />

Bij e-commerce werden studenten verwezen naar een ‘standaardwerk’ waarin in grote lijnen een<br />

methode werd beschreven die ze zouden kunnen gebruiken. Professionele taken worden over het<br />

algemeen op een specifieke manier aangepakt. Het ontwikkelteam oriënteert zich hierop (via relaties in<br />

de beroepspraktijk) en maakt keuzes! Ook werkwijzes dienen te voldoen aan specifieke criteria: deze<br />

worden afhankelijk van het niveau van de student door de opleiding of door de student zelf<br />

geformuleerd (zie hierna).


G. De verantwoordelijkheid van de student en het type opdracht<br />

In de ontwikkelopdracht is ook aangegeven wat het studentenprofiel (deeltijd, voltijd, duaal) en wat het<br />

begin- en eindniveau van de doelgroep is. Vooral het niveau van de doelgroep geeft aan welk soort<br />

opdracht en verantwoordelijkheid de student aankan.<br />

Het ontwikkelteam stelt bij het ontwikkelen van een opdracht vast voor welke aspecten van de opdracht<br />

het studententeam zelf verantwoordelijkheid krijgt: m.a.w. wordt er gewerkt aan een taak, opdracht,<br />

probleem of situatie (zie ook bijlage 5a)? De mate van verantwoordelijkheid hangt samen met de mate<br />

waarin de studenten in staat zijn hun eigen leerproces te sturen: bijvoorbeeld bij een ‘taak’ is de student<br />

‘slechts’ verantwoordelijk voor de uitvoering volgens vooraf geformuleerde richtlijnen; bij een<br />

‘opdracht’ is de student verantwoordelijk voor een adequate uitvoering en een goed resultaat volgens<br />

zelfgeformuleerde professionele- criteria. Zie hiervoor ook bijlage 5b: ‘Karakteristieken van typische<br />

leersituaties in schema’.<br />

De verantwoordelijkheid van studenten kan betrekking hebben op verschillende aspecten:<br />

- Het soort probleem (aangereikt door opleiding versus zelf verworven op basis van eigen<br />

ontwikkelingsbehoefte),<br />

- Selectie van opdrachtgever (wanneer voldoet de opdrachtgever wel/niet)<br />

- De werkwijze (al dan niet voorgeschreven in modellen, methodes, technieken),<br />

- De formulering van eisen/criteria waaraan het resultaat moet voldoen (in detail geformuleerd door<br />

opleiding of door student geformuleerd n.a.v. meta-criteria),<br />

- De mate waarin ze in staat zijn bovenstaande zaken te verantwoorden.<br />

Uitgaande van de mate van verantwoordelijkheid die studenten krijgen wordt bepaald of de<br />

ontwikkelgroep of het studententeam zelf criteria formuleert voor bovenstaande aspecten.<br />

In bijlage 15 ‘Criteria op meta-niveau en concreet niveau: enige voorbeelden’ wordt duidelijk wat het<br />

verschil is tussen criteria die concreet zijn en door de opleiding worden aangereikt en criteria die veel<br />

minder concreet zijn (meta-criteria al dan niet door opleiding aangereikt) en die door het team worden<br />

gebruikt om zelf specifieke criteria te formuleren.<br />

Een voorbeeld<br />

Bij een van de InterOpleidingen Modules die in het kader van dit Surf-project zijn ontwikkeld krijgen<br />

studenten de opdracht een ManagementRapportage (zie ook punt B) op te stellen volgens een<br />

beproefde werkwijze (in de rol van uitvoerder). De opdracht, het resultaat en de tussenresultaten liggen<br />

vast, evenals de criteria waaraan de tussenresultaten, het eindresultaat en het proces moeten voldoen.<br />

De student heeft hier geen verantwoordelijkheid voor gekregen, maar kan wel verantwoorden (bij<br />

oplevering) waarom hij/zij vindt dat hij aan de gestelde criteria voldoet.<br />

Een meer bekwame (eindfase van opleiding) student kan in staat worden geacht om zelf een situatie en<br />

probleem te kiezen die aansluit bij zijn/haar ontwikkelingsbehoefte (bijvoorbeeld in de rol van<br />

strateeg/manager), en op basis van ervaring en reflectie n.a.v. zelf verworven meta-standaarden te<br />

formuleren waaraan het resultaat dient te voldoen en welke werkwijze daarvoor het meest geschikt is.<br />

Deze student kan dit alles dan ook nog als een echte professional verantwoorden.<br />

Bij de formulering van de studentenopdracht en de criteria waaraan de (tussen)resultaten dienen te<br />

voldoen, zal het ontwikkelteam onmiddellijk stuiten op de verantwoordelijkheid die de student op<br />

bovenstaande aspecten gaat krijgen. De scheiding tussen de agendapunten die op een of andere manier<br />

te maken hebben met het formuleren van de studentenopdracht, verantwoordelijkheid, beoordeling,<br />

enzovoort is dan ook een kunstmatige (zie opmerking bij het begin van dit hoofdstuk).


H. Relatie met competenties<br />

In de ontwikkelopdracht is ook aangegeven over welke competenties een team dient te beschikken om<br />

de opdracht/taak tot een bevredigend resultaat te kunnen brengen. In feite stelt de opleiding de student<br />

via deze opdracht in de gelegenheid om specifieke competenties te ontwikkelen.<br />

Hieronder staan twee voorbeelden van door ontwikkelteams geselecteerde competenties. Ze zijn<br />

overgenomen uit Studiewijzers Interopleidingen module E-Commerce en Kwaliteitsmanagement..<br />

Competenties e-Commerce<br />

In deze module word je door de projectbegeleider ondersteund bij de ontwikkeling van<br />

de volgende competenties:<br />

kerncompetentie:<br />

Je bent in staat in opdracht van een organisatie in samenwerking met anderen<br />

een e-commerce strategie te ontwikkelen en die te vertalen in een businessplan.<br />

keuzecompetenties:<br />

Op grond van de keuzecompetenties kunnen de pilotgroepleden activiteiten verdelen;<br />

elk pilotgroeplid ontwikkelt zich in een (of meer) van de keuzecompetenties.<br />

Nota Bene: Alle keuzecompetenties worden in het eindproduct getoetst.<br />

Je bent in staat in opdracht van een organisatie relevante en haalbare IC technologieën<br />

met betrekking tot e-commerce te selecteren en te specificeren;<br />

Je bent in staat in opdracht van een organisatie te adviseren met betrekking tot<br />

juridische implicaties van het invoeren van e-commerce;<br />

Je bent in staat in opdracht van een organisatie te adviseren met betrekking tot<br />

financiële implicaties van het invoeren van e-commerce;<br />

Je bent in staat een organisatiestructuur te (her)ontwerpen, zodat het succesvol invoeren<br />

van e-commerce mogelijk wordt;<br />

Je bent in staat een planning en controlcyclus te (her)ontwerpen, zodat het succesvol<br />

invoeren van e-commerce mogelijk wordt.<br />

Gedragscompetenties<br />

In deze module worden de volgende gedragscompetenties aangestuurd:<br />

Zakelijke creativiteit;<br />

Samenwerken;<br />

Markt- en omgevingssensitiviteit;<br />

Probleemanalyse en oordeelsvorming;<br />

Mondelinge en schriftelijke communicatie.<br />

Ten behoeve van de module Werkervaring, waar je wordt gevraagd een persoonlijk<br />

ontwikkelingsplan (POP) te maken, kun je tijdens deze module assessments (laten)<br />

uitvoeren door je projectbegeleider en/of teamgenoten t.a.v. bovengenoemde<br />

gedragscompetenties. Je contactpersoon Werkervaring kan je hierover verder<br />

informeren.<br />

Competenties Kwaliteitsaudit<br />

In deze module word je door de projectbegeleider ondersteund bij de ontwikkeling van<br />

de volgende competenties:<br />

kerncompetentie:<br />

Je bent in staat in opdracht van een organisatie in samenwerking met anderen een<br />

kwaliteitsaudit uit te voeren: je kan bedrijfsprocessen beoordelen met behulp van


eschikbare in- en/of externe kwaliteitsstandaarden (doelstellingen) en vervolgens het<br />

beoordelingsresultaat verwerken in voorstellen ter innovatie en verbetering van de<br />

geanalyseerde bedrijfsprocessen.<br />

keuzecompetenties:<br />

Afhankelijk van het object van de kwaliteitsaudit zullen beroepsspecifieke competenties<br />

op de volgende gebieden worden aangestuurd:<br />

financieel economisch management;<br />

bestuurlijke informatieverzorging;<br />

informatiesystemen;<br />

logistiek;<br />

marketing.<br />

In deze module worden de volgende gedragscompetenties aangestuurd:<br />

Samenwerken;<br />

Analytisch vermogen;<br />

Oordeelsvorming;<br />

Mondelinge en schriftelijke communicatie.<br />

Ten behoeve van de module Werkervaring, waar je wordt gevraagd een persoonlijk<br />

ontwikkelingsplan (POP) te maken, kun je tijdens deze module assessments (laten)<br />

uitvoeren door je projectbegeleider en/of teamgenoten t.a.v. bovengenoemde<br />

gedragscompetenties. Je contactpersoon Werkervaring kan je hierover verder<br />

informeren.<br />

De begeleiding en beoordeling van competentieontwikkeling is een traject dat op verschillende<br />

manieren kan worden vormgegeven. Daarom is het belangrijk:<br />

- Vast te stellen hoe de relatie met het studieloopbaantraject van de studenten is. Zie ook<br />

Ontwerphandboek hoofdstuk 5.4 (van Weert 2001) waarin wordt uitgegaan van de volgende<br />

opbouw in de studieloopbaan: a. een gegeven taak kunnen uitvoeren, b. een gegeven opdracht<br />

kunnen aanpakken en uitvoeren, c. een gegeven probleem kunnen oplossen met goed resultaat, d.<br />

een in situatie relevant probleem kunnen herkennen en met goed resultaat oplossen.<br />

- Vast te stellen waar de studenten reflecteren op hun competentie-ontwikkeling en -indien nodig- te<br />

zorgen voor afstemming met studieloopbaanbegeleiders.<br />

In bovenstaande voorbeelden wordt ‘het competent-zijn’ op een specifiek gebied via het<br />

opgeleverde resultaat beoordeeld. Bijvoorbeeld in staat zijn om in opdracht van een organisatie, in<br />

samenwerking met anderen een e-commerce strategie te ontwikkelen en die te vertalen in een<br />

businessplan. Ieder teamlid moest dat kunnen verantwoorden. De algemene/gedrags competenties<br />

(bijvoorbeeld zakelijke creativiteit, samenwerken, markt- en omgevingssensitiviteit) waren<br />

onderwerp van aandacht in het traject dat onder de hoede stond van de studieloopbaanbegeleider<br />

(contactpersoon werkervaring). Het projectteam en de begeleider werden gevraagd om input te<br />

leveren middels een vragenlijst.<br />

I. Wat wordt de rol van ICT<br />

Nu de projectopdracht is geformuleerd (inclusief het besluit over de werkwijze), de mate van<br />

verantwoordelijkheid in alle aspecten duidelijk is en de criteria waaraan de (tussen)resultaten moeten<br />

voldoen eveneens, is het tijd voor een orientatie op het gebied van ICT.<br />

De laatste tijd zijn instellingen/opleidingen bezig met het formuleren van ICT-beleid. Daaraan vooraf<br />

gaat een visie op onderwijs en ICT, hierin wordt de inzet van ICT verantwoord. De opleiding<br />

Management Economie en Recht van de Faculteit voor Economie en Management van de HvU heeft<br />

een visie geformuleerd. Daarin geven ze onder andere aan wat de meerwaarde van digitale<br />

leeromgevingen is. Zie hiervoor bijlage 16: Meerwaarde ICT.


De agendapunten die te maken hebben met ICT zijn -voor de overzichtelijkheid- ondergebracht in<br />

hoofdstuk 4: Vormgeven aan ICT-ondersteuning. In dat hoofdstuk worden drie ‘hoofd’agendapunten<br />

genoemd:<br />

1. ICT en de agenda van het ontwikkelteam: de aanloopfase<br />

2. ICT en de agenda van het ontwikkelteam: de uitvoeringsfase door studenten<br />

3. ICT en de agenda van het ontwikkelteam: communicatie en onderhoud m.b.t. het ontwikkelde<br />

onderwijs.<br />

Bijlage 12 bevat een aantal screenprints van een digitale leeromgeving (LotusLearningSpace) die is<br />

gebruikt om vorm te geven aan TGT. Dit geeft een duidelijk beeld van hoe TGT met ICT eruit zou<br />

kunnen zien.<br />

J. Begeleiding en Beoordeling<br />

Het ontwikkelteam geeft –in samenhang met de verantwoordelijkheid die de student / het team krijgteen<br />

specifieke invulling aan de begeleiding en beoordeling van studenten.<br />

Uitgangspunt is dat de studenten (net als het onderwijs-ontwikkelteam) werken op basis van een<br />

opdracht en dat ze –na verkenning van de opdracht- een Plan van Aanpak opstellen. Het Plan van<br />

aanpak vormt de basis voor de begeleiding van de studententeams: welke activiteiten, wie is waarvoor<br />

verantwoordelijk, wat is de planning.<br />

Het studententeam legt de formulering van de exacte projectopdracht met criteria voor<br />

(tussen)resultaten voor aan de potentiele opdrachtgever. Afspraken met de begeleider zijn bedoeld om<br />

feedback te krijgen op<br />

1) Het Plan van Aanpak,<br />

2) Het contact en de afspraken met de opdrachtgever,<br />

3) De (tussen)resultaten. Deze afspraken kunnen wekelijks worden gepland, maar het is ook mogelijk<br />

dat het team gebruik maakt van een spreekuur.<br />

Bijlage 17 bevat een kader voor de beoordeling- en begeleiding van studenten bij TGT met ICT.<br />

De beoordeling van studenten bij TGT is gebaseerd op het resultaat en de professionele werkwijze: in<br />

hoeverre kunnen de studenten beide zaken verantwoorden. In principe is ieder lid van het team<br />

aanspreekbaar op werkwijze en resultaat. Individuele beoordeling is daarmee –indien gewenstmogelijk.<br />

In de studiewijzer van de interopleidingenmodule e-Commerce zijn de volgende passages over<br />

begeleiding en beoordeling opgenomen:<br />

Begeleiding<br />

De module is zo ontworpen, dat je in principe op eigen kracht en op voor jou geschikte<br />

momenten met je team kunt werken aan de projectopdracht. De projectbegeleider is<br />

voor vragen beschikbaar via afspraken, LearningSpace en/of e-mail.<br />

De projectbegeleider beoordeelt in ieder geval de volgende beslisdocumenten<br />

(deelresultaten): visie, analyse, strategische keuze en implementatieadvies. Hij geeft<br />

feedback op deze documenten aan de hand van de beoordelingscriteria.<br />

Daarnaast kan de projectbegeleider op jullie verzoek tussenresultaten van commentaar<br />

voorzien. Je kunt daarbij binnen 5 werkdagen een antwoord verwachten.<br />

Beoordeling<br />

De eindbeoordeling vindt plaats op grond van twee producten:<br />

1. Het Plan van Aanpak; en<br />

2. Het businessplan.<br />

Van beide producten is in de schedule aangegeven aan welke criteria deze moeten<br />

voldoen.<br />

Hiernaast is in de schedule aangegeven welke beslisdocumenten (deelresultaten) moeten


worden ingeleverd en aan welke criteria deze moeten voldoen. De projectbegeleider<br />

beoordeelt in ieder geval de volgende beslisdocumenten (deelresultaten):<br />

visie;<br />

analyse;<br />

strategische keuze;<br />

implementatieadvies.<br />

Hij/zij geeft feedback op deze documenten aan de hand van de beoordelingscriteria en<br />

beoordeelt met 'voldoende' of 'onvoldoende'. Als een beslisdocument met 'onvoldoende'<br />

wordt beoordeeld, dan ontvangt je team aanvullende aanwijzingen/opdrachten van je<br />

projectbegeleider.<br />

De beslisdocumenten maken onderdeel uit van het eindproduct: het businessplan. Ook<br />

hiervan is aangegeven aan welke criteria dit moet voldoen.<br />

Wanneer het Plan van Aanpak en het businessplan (de eindproducten) met 'voldoende'<br />

zijn beoordeeld, dan worden aan het eind van het blok aan alle teamleden de 7<br />

studiepunten toegekend.<br />

K. Vaststelling van hulpbronnen<br />

Parallel aan het invullen van het begeleidings- en beoordelingsmodel kan worden vastgesteld welke<br />

andere hulpbronnen de student kunnen ondersteunen bij het werken aan de opdracht/taak.<br />

Zorg ervoor dat het begeleidings- en beoordelingsmodel en de hulpbronnen op een ‘natuurlijke’ wijze<br />

samenhangen met de manier waarop opdrachten (ideaal-gesproken) in de beroepspraktijk worden<br />

uitgevoerd. Bijvoorbeeld: het studententeam gebruikt richtlijnen/criteria voor het proces en product als<br />

uitgangspunt. Deze criteria komen terug bij de beoordeling. Begeleiding is op de achtergrond<br />

aanwezig. Hulpmiddelen zijn beschikbaar.<br />

Zowel bij de literatuurlijst als bij de hulpbronnen wordt aangegeven op welke wijze ze relevant kunnen<br />

zijn bij de uitvoering van de opdracht. Bijlage 18 ‘Geannoteerde / Beredeneerde literatuurlijst’ geeft<br />

hiervan enige voorbeelden.<br />

L. Opzet voor studiewijzer<br />

Stel vast welke informatie in de papieren studiewijzer komt en welke informatie in de digitale<br />

leeromgeving te vinden zal zijn. Is er overlap? Waarom?<br />

Bij de Interopleidingenmodules werd de studiewijzer vooraf naar de studenten gestuurd. Op deze<br />

manier kregen ze snel een indruk van de opzet en werkwijze.<br />

Opleidingen / studenten die reeds veel ervaring hebben met digitale leeromgevingen (DLO), zullen<br />

eerder geneigd zijn zulke documenten in een DLO te hangen en studenten via een mail daarop<br />

opmerkzaam te maken (i.t.t. PTT-post).<br />

Voorbeeld inhoudsopgave studiewijzer InterOpleidingenModule e-Commerce.<br />

Inhoud<br />

De Inter Opleidingen module 3<br />

De projectopdracht 4<br />

Toelichting op de projectopdracht 4<br />

Praktijkrelevantie 4


Betrokken partijen 5<br />

Beginniveau 5<br />

Competenties 5<br />

Gedragscompetenties 6<br />

Verplichte literatuur 6<br />

Deadlines 6<br />

Begeleiding 6<br />

Beoordeling 7<br />

Lotus Notes LearningSpace 7<br />

Bijlage: Projectbegeleiders & groepsindeling 8<br />

M. Inrichting Digitale Leeromgeving<br />

Met behulp van bovenstaande beslissingen / informatie is het eigenlijk nog maar een ‘peuleschil’ om<br />

een digitale leeromgeving in te richten, althans wanneer je er vanuit gaat dat je dat volgens een bepaald<br />

format doet. Bijlage 12 ‘Digitale Leeromgeving: een voorbeeld’ biedt hiervoor een bruikbaar format<br />

binnen Lotus LearningSpace: uitgaande van:<br />

- ‘Het Schedule’ waarin de belangrijkste zaken over de opdracht staan,<br />

- ‘Het Mediacenter’ waarin relevante documenten tbv de opdracht beschikbaar zijn,<br />

- ‘De Courseroom’ waarin studenten/begeleiders met elkaar discussieren en aan elkaar werk<br />

voorleggen voor commentaar.<br />

Zie verder Hoofdstuk 4: Vormgeven aan ICT-ondersteuning.<br />

N. De Review<br />

Zodra een en ander in een digitale leeromgeving is ondergebracht en het projectteam het idee heeft dat<br />

de belangrijkste beslissingen zijn genomen, wordt het tijd voor een review.<br />

In een review kunnen verschillende zaken op de agenda staan, bijvoorbeeld de formulering van de<br />

opdracht, de criteria die worden gesteld aan de (deel)resultaten en aan de werkwijze.<br />

Eventueel kan al eerder een review worden gehouden n.a.v een eerste prototype waarin de te<br />

ontwikkelen producten in grote lijnen zijn neergezet: zo’n pre-review is vooral bedoeld voor het<br />

ontwikkelteam en de curriculumcommissie,<br />

Bij de ‘grote’ review wordt uitgegaan van al het concept materiaal. Dit materiaal wordt voorgelegd aan<br />

betrokkenen. Zo’n sessie wordt tevens gebruikt om verantwoording af te leggen over de uitvoering van<br />

activiteiten en geboekte resultaten. Bijlage 19 bevat aanvullende informatie over de functie en opzet<br />

van een review.<br />

Na een review volgt een verbeterslag. Hierna is het materiaal gereed voor een eerste uitvoering.<br />

O. Pilot en evaluatie<br />

Voordat grote groepen studenten aan de slag gaan in de leer/werkomgeving, wordt alles uitgeprobeerd<br />

in een pilot. Een ‘ervaren’ docent-begeleider voert de pilot uit met een kleine groep studenten in reële<br />

omstandigheden (m.a.w. uitgaande van dezelfde studie-belasting en begeleidingsuren).<br />

Voor deze uitvoering stelt het ontwikkelteam een ‘draaiboek uitvoering’ op. Dat draaiboek is bedoeld<br />

voor de voorbereiding van nieuwe uitvoeringen onder leiding van een onderwijscoordinator (na de<br />

ontwikkelfase). Bijlage 20 ‘Draaiboek Uitvoering’ bevat een voorbeeld van zo’n draaiboek.<br />

Tijdens en na de uitvoering van de pilot worden evaluaties uitgevoerd onder studenten en begeleider.<br />

De tussentijdse evaluatie is bedoeld om gaande de rit (tijdens de uitvoering van de pilot) aanpassingen<br />

te verrichten. De eind-evaluatie is bedoeld om input te krijgen voor de definitieve versie van de totale<br />

leer/werkomgeving. Het is zaak bij deze evaluaties in ieder geval vragen op te nemen over aspecten<br />

waarover men twijfels heeft.


Aandachtspunten bij de eerste uitvoering van een pilot zijn inhoudelijk en organisatorisch:<br />

- Zijn de opdrachten (incl. criteria) werkbaar (mbt benodigde tijd)?<br />

- Is de digitale leeromgeving goed ingericht, levert de techniek en de ondersteuning problemen op?<br />

- Hoe verloopt de begeleiding (via de digitale leeromgeving en via afspraken)<br />

- Is de vorm van beoordeling en begeleiding duidelijk en werkbaar voor zowel student als<br />

begeleider?<br />

- Klopt het draaiboek uitvoering? Op welke punten behoeft het bijstelling?<br />

- Betrek alle betrokkenen bij de evaluatie: studenten, begeleiders, opdrachtgevers,<br />

opleidingscoordinatoren, enz.<br />

Bijlage 21 bevat voorbeelden van (tussen)evaluaties die ook gebruikt kunnen worden voor de ‘echte’<br />

uitvoering.<br />

P. Training van begeleiders<br />

Het ontwikkelteam is verantwoordelijk voor de opzet van de training van toekomstige begeleiders.<br />

Doelen van zo’n training kunnen zijn:<br />

Doelen van training begeleiders<br />

1. Leren kennen van module /werkwijze studenten<br />

2. Begeleiden van studenten op basis van Plan van Aanpak: waarom en hoe gaat dat?<br />

3. Beoordelen m.b.v. criteria en verantwoording: waarom en hoe?<br />

4. Leren kennen van digitale Leeromgeving<br />

5. Begeleiden en beoordelen in de digitale leeromgeving: hoe?<br />

6. Samenwerken met collega-begeleiders: hoe en waarom?<br />

Bijlage 22 bevat een opzet voor een training van begeleiders.<br />

Q. Communicatie: wat en met wie en wanneer<br />

Tijdens het ontwikkeltraject onderhoudt het team contact met afdelingsmanagement/opdrachtgever, via<br />

rapportages en review.<br />

De communicatie voor de pilot-uitvoering kan beperkt zijn: meestal zijn er maar een of twee docenten<br />

bij betrokken en vier tot zes studenten.<br />

Het is voor de ‘echte’ uitvoering handig om studenten vooraf te informeren over wat er van ze<br />

verwacht wordt. Bijlage 23 bevat brieven zoals die in het kader van de InterOpleidingenModulen naar<br />

studenten zijn gestuurd. Het is ook handig om voorbeeldbrieven op te stellen die de opleiding en<br />

studenten kunnen gebruiken voor het contact met hun opdrachtgever (zie eveneens bijlage 23).<br />

R. Overdracht tbv uitvoering in regulier programma, onderhoud en beheer<br />

Na afloop van de pilot, wanneer de evaluatieresultaten verwerkt zijn en het draaiboek is bijgesteld,<br />

vindt er nog een eerste uitvoering plaats onder verantwoordelijkheid van het projectteam. Het<br />

projectteam regelt de overdracht aan de uitvoerders middels een training (zie hierna).<br />

Tijdens en na afloop van de eerste uitvoering is het ontwikkelteam verantwoordelijk voor de evaluatie<br />

van het geheel en de bijstelling op basis van de evaluatie.<br />

Regelen van de overdracht / oplevering aan opleidingsmanager<br />

Hierna wordt het resultaat (draaiboek met al het materiaal) overgedragen aan de<br />

opdrachtgever/opleidingsmanager en formeel geaccepteerd.<br />

Het team maakt bij de oplevering duidelijk:<br />

- Welke keuzes zijn gemaakt,<br />

- Het laat zien dat het resultaat aan de gestelde eisen voldoet (kwaliteit, termijn, randvoorwaarden),<br />

- Beantwoordt vragen van opdrachtgever.


Regelen van overdracht aan (toekomstige) uitvoerders middels training<br />

De definitieve leer/werkomgeving wordt overgedragen aan de uitvoerders/begeleiders. Dit gebeurt in<br />

de vorm van een training. Het ontwikkelteam betrekt de begeleider van de pilot bij de training van het<br />

team van uitvoerders.<br />

Het is belangrijk voldoende tijd uit te trekken voor de training/voorbereiding, zeker wanneer er nog<br />

weinig ervaring is met dit onderwijs (opbouw van leeromgeving, begeleiding en beoordeling, rol van<br />

ICT: minimaal 12 uur). Bijlage 22 bevat een opzet van de training.<br />

In de training worden afspraken gemaakt over een regulier ‘uitvoerders/begeleidersoverleg’ die tijdens<br />

de eerste uitvoering wordt gepland: begeleiders kunnen dan met elkaar van gedachten wisselen over:<br />

- De ervaringen met het geven van feedback,<br />

- Werken in een digitale leeromgeving,<br />

- Mate van begeleiding<br />

- Inhoudelijke problemen,<br />

- Enzovoort.<br />

Onderhoud en beheer<br />

Bij de overdracht van de leer/werkomgeving aan de opdrachtgever (de afdeling) neemt het draaiboek<br />

uitvoering een belangrijke plaats in. Hierin is onder andere opgenomen wie bij latere uitvoeringen<br />

verantwoordelijk is voor de evaluatie en bijstelling (onderhoud) en het beheer van de<br />

leer/werkomgeving.<br />

Zie Bijlage 20 ‘Draaiboek Uitvoering’ voor een voorbeeld van zo’n draaiboek.<br />

Bijstellingen aan het materiaal zullen regelmatig plaatsvinden, bijvoorbeeld op grond van<br />

maatschappelijke ontwikkelingen en veranderende taakgebieden (bijstelling van het beroepsprofiel),<br />

ervaring met de implementatie, nieuwe ICT-gereedschappen.<br />

Aandachtspunt ter bevordering van de implementatie<br />

- Probeer het leertraject trapsgewijs over te dragen zodat het steeds ‘breder’ in de organisatie terecht<br />

komt. Een of twee mensen uit ontwikkelteam maken bijvoorbeeld deel uit van het team van eerste<br />

uitvoerders.<br />

Een of twee mensen uit het team van eerste uitvoerders maken deel uit van het team van tweede<br />

uitvoerders. Enzovoort.<br />

Controleer of de opdrachtgever / beheerder zich daadwerkelijk realiseert wat de overdracht van de<br />

leer/werkomgeving impliceert.<br />

S. Kennisdeling<br />

Bij het uitgeven van nieuwe ontwikkelopdrachten kan voortgebouwd worden op de resultaten van<br />

vorige opdrachten die kunnen worden aangepast en verbeterd op grond van de lessen die zijn geleerd.<br />

Op deze wijze ontstaat een actieve kennisbasis waarin de laatste inzichten van de opleiding op het<br />

gebied van ontwikkelen van taakgericht teamleren zijn opgenomen. Deze kennis zou op een<br />

gemakkelijke manier voor alle medewerkers toegankelijk moeten zijn, bijvoorbeeld door studiewijzers<br />

op een opleidingssite te plaatsen en de toegang tot de digitale leeromgeving via dezelfde site of via<br />

intranet mogelijk te maken.


4. Vormgeven aan ICT-ondersteuning<br />

In dit ontwikkelhandboek gaat het om het ontwikkelen van onderwijs dat wordt aangeduid als:<br />

TaakGericht Teamleren ondersteund door ICT. Dat betekent dat ICT –in al haar aspecten- een<br />

belangrijke rol speelt tijdens het ontwikkeltraject (welke programma’s, welke specifieke hardware,<br />

welke deskundigheid is relevant gezien de specifieke opdracht?) en tijdens de uitvoering (wat moet er<br />

beschikbaar zijn, waar, voor wie en welk ondersteunend materiaal is reeds beschikbaar?).<br />

Dat betekent eveneens dat het ontwikkelteam tijdens het traject beslissingen neemt en voorbereidingen<br />

treft om ICT in het onderwijs/leertraject in te bouwen.<br />

a. ICT en de agenda van het ontwikkelteam: de aanloopfase<br />

Hieronder volgt een aantal aandachtspunten voor de inzet van ICT die het ontwikkelteam bij het begin<br />

van het ontwikkeltraject op de agenda zet.<br />

Hoe gaan we met elkaar werken en communiceren?<br />

Welke ICT-voorzieningen heeft het team tijdens het ontwikkeltraject nodig, zowel op de instelling<br />

als thuis. Voldoet de apparatuur/programmatuur die geinstalleerd is op de docentwerkplekken aan<br />

de eisen?<br />

Meer specifiek: Wil het ontwikkelteam gebruik maken van speciale digitale werkomgevingen<br />

(digitale projectruimte) of wordt er gewerkt met standaardtools als mail met attachments. Is er<br />

speciale hardware nodig tijdens het ontwikkeltraject, bijvoorbeeld scanners?<br />

Is het belangrijk dat ontwikkelaars thuis kunnen werken? Levert de opleiding daaraan een bijdrage,<br />

bijvoorbeeld vergoeding van telefoonkosten, vergoeding van snelle verbinding? Stel een<br />

wensenlijstje op en informeer bij de opleidingsmanager!<br />

Stel dat het ontwikkelteam kiest voor een speciale digitale werkomgeving, is die omgeving in huis<br />

en is er deskundigheid?<br />

Is zo’n omgeving elders beschikbaar en bruikbaar (huren van serverruimte en regelen van<br />

onderhoud en beheer). Is die werkomgeving betrouwbaar, m.a.w. werkt de programmatuur goed en<br />

is de programmatuur (werkomgeving) ook op langere termijn beschikbaar? Overleg hierover met<br />

de ondersteunende ICT-afdeling!<br />

Neem contact op met de informatiemanager (degeen die in overleg met het afdelingsmanagement<br />

ICT-beleid ontwikkelt en uitvoert) en vraag of er structureel budget beschikbaar is om in de<br />

toekomst nieuwe versies van de programmatuur aan te schaffen.<br />

Welke deskundigheid en ondersteuning hebben we als team nodig op het terrein van ICT?<br />

Wil het team ondersteuning bij het leren kennen van een digitale werkomgeving, bij het omgaan<br />

met specifieke hardware (bijvoorbeeld scanner)? Heeft het team er behoefte aan om<br />

gebruiksmogelijkheden te leren kennen van ICT-toepassingen in de beroepspraktijk?<br />

Wanneer het team weet wat het wil, wordt vastgesteld of de leden op het juiste niveau met de<br />

programmatuur kunnen omgaan. Als dat niet het geval is is het van belang ondersteuning (via<br />

handleidingen en/of personen) te regelen (via informatiemanager).<br />

Bij wie kunnen de ontwikkelaars terecht als ze met ICT-problemen zitten? Maak afspraken met de<br />

ICT-helpdesk of met een ervaren collega(-ontwikkelaar). Regel uren voor vergoeding van deze<br />

ondersteuning met het afdelingsmanagement.<br />

b. ICT en de agenda van het ontwikkelteam: de uitvoeringsfase door studenten<br />

In de loop van het ontwikkeltraject wordt de inzet van ICT voor het uitvoeringstraject met studenten op<br />

de agenda gezet.<br />

Welke ICT (welke tool) wordt in de beroepspraktijk gebruikt bij het oplossen van het soort probleem<br />

waaraan we studenten willen laten werken?<br />

Het ontwikkelteam maakt hiervoor een analyse van de beroepspraktijk (of maakt gebruik van een<br />

bestaande analyse): waar wordt in de beroepspraktijk mee gewerkt (professionele software,<br />

bijvoorbeeld ondersteunend bij ‘workflow’ / projectmatig werken)? Is dat programma reeds in huis


(op het netwerk beschikbaar) of hebben we een vergelijkbaar programma dat ook aan de eisen<br />

voldoet? Kan de doelgroep met het programma omgaan of is het programma ‘te zwaar’ (te veel<br />

functies die niet nodig zijn)?<br />

Het verdient aanbeveling om een programma te zoeken dat simpel is, in grote lijnen voldoet, bij<br />

voorkeur reeds in ‘huis’ is en dat met een kleine aanpassing kan worden ingezet (bijvoorbeeld een<br />

spreadsheet). Studenten zullen, afhankelijk van hun specifieke werkomgeving, verschillende<br />

pakketten tegenkomen waarmee ze op basis van een globaal beeld en een beknopte handleiding<br />

aan de slag kunnen. In de opleiding wordt hiervoor de basis gelegd.<br />

Welke ICT gaan studenten gebruiken als ondersteuning van het leerproces en communicatie met<br />

elkaar, de begeleider en de opdrachtgever?<br />

Bijlage 24 ‘Samenwerkend studeren / samenwerkend leren met ICT’ bevat een beschrijving van<br />

de mogelijke meerwaarde van ICT voor het leerproces.<br />

Wanneer duidelijk is welke ICT-voorzieningen tijdens het uitvoeringstraject nodig zijn voor<br />

docent-begeleiders en studenten (zowel op de instelling als thuis) en wanneer duidelijk is hoe het<br />

leertraject er ongeveer uit gaat zien, kan worden bekeken of er voldoende werkplekken<br />

beschikbaar zijn op de beoogde momenten. Worden de werkplekken dan ook voor andere<br />

doeleinden intensief gebruikt? Is ook in de drukste tijden voldoende apparatuur beschikbaar?<br />

Hetzelfde geldt voor randapparatuur zoals printers en dergelijke.<br />

Installatie, test en leren kennen van programmatuur kost tijd. Neem ruim voor de uitvoering de tijd<br />

(minimaal 7 weken) om te bekijken of:<br />

- er extra programmatuur moet worden geïnstalleerd,<br />

- de begeleider/studenten voldoende rechten in het programma hebben om bepaalde taken uit te<br />

voeren (bijvoorbeeld feedback geven n.a.v. ingeleverde tussenproducten),<br />

- hoeveel tijd van te voren een en ander moet worden aangevraagd bij ICT-helpdesk,<br />

- enzovoort.<br />

Welke deskundigheid en ondersteuning hebben uitvoerders en studenten op het terrein van ICT nodig?<br />

Hebben studenten en docent-uitvoerders ondersteuning nodig bij het leren kennen van<br />

professionele software, van een digitale werkomgeving, bij het omgaan met specifieke hardware<br />

(bijvoorbeeld scanner)?<br />

Checklist ondersteuning:<br />

Moet er ondersteuning (via handleidingen en/of personen) worden geregeld (via<br />

opleidingenmanager)?<br />

Is daarvoor voldoende budget?<br />

Het ontwikkelteam checkt of er een handleiding voor studenten beschikbaar is voor de<br />

omgang met Internet, apparatuur en de specifieke programmatuur. Zo niet: zelf<br />

ontwikkelen en als activiteit opnemen in het Plan van Aanpak van het ontwikkelteam<br />

(zie hoofdstuk 2: Ontwikkelproces).<br />

Het ontwikkelteam checkt eveneens of een handleiding op zich voldoende is of dat er<br />

een training moet worden ontwikkeld, dan wel materiaal voor zelfstudie voor studenten.<br />

Zo niet: zelf ontwikkelen en als activiteit opnemen in het Plan van Aanpak van het<br />

ontwikkelteam (zie hoofdstuk 2: Ontwikkelproces).<br />

Regelen van ICT-ondersteuning tijdens de uitvoering.<br />

Is duidelijk welke vragen door de uitvoerders beantwoord kunnen worden en welke door het<br />

steunpunt? Het ontwikkelteam checkt of er tijdens de uitvoering van het onderwijs (TaakGericht<br />

Teamleren) een ICT-helpdesk is voor de ondersteuning van docent-begeleiders en studenten<br />

(check tijden) en controleert of het ondersteunend personeel weet wat van hen wordt verwacht en<br />

wanneer?<br />

Indien nodig: regel uren voor vergoeding van deze ondersteuning met het afdelingsmanagement.


c. ICT en de agenda van het ontwikkelteam: communicatie en onderhoud van het ontwikkelde<br />

onderwijs.<br />

Naarmate het ontwikkelresultaat steeds concreter wordt, verschijnen op de agenda van het<br />

ontwikkelteam punten over:<br />

Onderhoud en beheer van het ontwikkelde materiaal en de programmatuur.<br />

Het is handig om programmatuur en onderwijsmateriaal op een voor de afdeling toegankelijke<br />

plaats te beheren en te onderhouden. Bekijk in het ontwikkeltraject welke voorzieningen hiervoor<br />

reeds zijn getroffen en in hoeverre die voor deze situatie voldoen.<br />

Het ontwikkelteam bedenkt fall-back-opties voor echt kritische situaties, bijvoorbeeld wanneer het<br />

netwerk op een voor het uitvoeringstraject belangrijk moment uitvalt.<br />

Communicatie en duidelijkheid.<br />

Een van de teamleden is verantwoordelijk voor de beschrijving van het gebruik van ICT in het<br />

specifieke leertraject in de studiegids.<br />

Stel vast waarover met beoogde begeleiders en studenten wordt gecommuniceerd. Communicatie<br />

is een belangrijk hulpmiddel om de motivatie op peil te houden (zie bijlage X voor voorbeelden<br />

van communciatie).<br />

Tot slot een checklist voor de inrichting van de studentomgeving:<br />

Checklist studentomgeving: wie doet wat?<br />

Zorg ervoor dat het voor studenten duidelijk is waar ze cursussen,<br />

programmatuur, bestanden e.d. op het afdelings/instellingsnetwerk kunnen<br />

vinden.<br />

Check of de toegang voor de studenten (gebruiksvriendelijk) is geregeld.<br />

Hebben studenten een extra username en password nodig? Hoe is dat geregeld?<br />

Wie gaat daarover?<br />

Informeer of programmatuur en bestanden (ook die van studenten) stelselmatig<br />

worden gearchiveerd en bewaard op een voor de opleiding toegankelijke<br />

plaats?<br />

Informeer of er regelmatig (wanneer?) back-ups worden gemaakt? Wie is<br />

daarvoor verantwoordelijk?<br />

Informeer wie aanspreekbaar is op ICT-systeembeheer (vanwege o.a. installatie<br />

van software), applicatiebeheer (vanwege onduidelijkheden/fouten in het<br />

programma) en beheer van de onderwijsinhoud (vanwege bijstellingen aan het<br />

materiaal).


Literatuur<br />

Aa, van der P. en T.J. van Weert, Onderwijs en ICT: Checklist voor het management, Cetis/<strong>Hogeschool</strong><br />

van <strong>Utrecht</strong>, <strong>Utrecht</strong>, 2000.<br />

Aa, van der P., M.Hezemans en G. Kinkhorst, Competentieleren in het hoger Economisch Onderwijs,<br />

In: Thema, Tijdschrift voor Hoger Onderwijs, 2000, nr.3<br />

Bie, de D. en J. de Kleijn (2001). Wat gaan we doen? Het construeren en beoordelen van opdrachten.<br />

Houten: Bohn, Stafleu en van Loghum<br />

Boon, J., Klink, M.R. van der (2001). Beroepsprofielen in het hoger onderwijs. Onderwijsinnovatie<br />

maart 2001, 17-25.<br />

Bos, J. en Harting E. Projectmatig Creeeren, Scriptum 1998<br />

Bosch, van den H.J.M. (2001). Van probleemgestuurd naar competentiegericht onderwijs. In:<br />

Onderzoek van Onderwijs, jaargang 30, nr. 2 juni 2001<br />

Hezemans, M.: Leerplancommissie afdeling BE/AC: werkdocument, oktober 2000.<br />

Interne publicatie Faculteit Economie en Management<br />

Hezemans, M. e.a.: Studiewijzer van de Interopleidingen module Managementrapportage.<br />

Deeltijdopleidingen FEM 2 e jaar, FEM/<strong>Hogeschool</strong> van <strong>Utrecht</strong>, 2000.<br />

Hezemans, M. e.a.: Studiewijzer van de Interopleidingen module E-Commerce.<br />

Deeltijdopleidingen FEM 3 e jaar, FEM/<strong>Hogeschool</strong> van <strong>Utrecht</strong>, 2001<br />

(zie ook www.cetis.hvu.nl/teamleren)<br />

Eijl, P., ICT toepassen bij samenwerkend leren: kritische succesfactoren, Conceptversie. IVLOS,<br />

Universiteit <strong>Utrecht</strong> 2001 (P.vanEijl@ivlos.uu.nl, gebruikt t.b.v. bijlage 24)<br />

Hezemans, M. e.a.: Studiewijzer van de Interopleidingen module Kwaliteitsaudit.<br />

Deeltijdopleidingen FEM 4 e jaar, FEM/<strong>Hogeschool</strong> van <strong>Utrecht</strong>, 2001.<br />

Kemenade, van. E. en J. Cornelissen, Dynamisch Projectmanagement: het beheersen van het<br />

onbeheersbare. Onderwijs Innovatie nr. 3 september 1999, pag. 17-24, Heerlen, Open Universiteit<br />

Kinkhorst, G. Competentieontwikkeling docenten, HvU/FEM 10 mei 2000<br />

Interne publicatie Faculteit Economie en Management<br />

(G.Kinkhorst@econ.hvu.nl, gebruikt t.b.v. bijlage 9)<br />

Lintelo te , L. en M. Hezemans. Kenmerken van een competentiegericht curriculum. Interne publicatie<br />

Faculteit Economie en Management, <strong>Hogeschool</strong> van <strong>Utrecht</strong>, 1999 (gebruikt t.b.v. bijlage 4).<br />

Loosbroek, van L. (2001). Innovatie; hoe het (goed) mis kan gaan. In: Onderwijsinnovatie, nr. 2,<br />

juni 2001<br />

Schlusmans, K. e.a. (red.) (1999) Competentiegerichte leeromgevingen. <strong>Utrecht</strong>: LEMMA<br />

Weert, T. J. van (Ed.), Information and Communication Technologies in Secondary Education:<br />

A curriculum for schools, International Federation for Information Processing (IFIP), Laxenburg, 2000.<br />

http://www.ifip.or.at (gebruikt t.b.v. bijlage 7).<br />

Weert, van T. (2001) Ontwerphandboek Taakgericht Teamleren met ICT-ondersteuning.<br />

Cetis/<strong>Hogeschool</strong> van <strong>Utrecht</strong>,<strong>Utrecht</strong>.<br />

Wijnen, G., W. Renes en P. Storm (1996). Projectmatig werken. <strong>Utrecht</strong>: Het Spectrum/Marka.


Bijlagen:<br />

1. Voorbeeld van ontwikkelopdracht<br />

2. Curriculumplan Bedrijfseconomie/Accountancy (BE/AC)<br />

3. Een goed begin is het halve werk: de start van het Ontwikkeltraject<br />

4. Kenmerken van een competentiegericht curriculum<br />

5. Karakteristieken van verschillende soorten leersituaties<br />

6. Overzicht Leersituaties (Leerlijnen) volgens Dick de Bie en Jos de Kleyn (2001)<br />

7. Startposities m.b.t. de inzet van ICT in het onderwijs<br />

8. Werken in team versus groepswerk.<br />

9. Competenties van docent-ontwikkelaars<br />

10. Betrokkenen bij het ontwikkeltraject<br />

11. Inhoudsopgave Studiewijzer: een voorbeeld<br />

12. Digitale leeromgeving: een voorbeeld<br />

13. Aktiviteitenschema ontwikkelteam: een voorbeeld<br />

14. Ondersteunende vragen voor ontwikkelteam<br />

15. Criteria op meta-niveau en concreet niveau: enige voorbeelden.<br />

16. Meerwaarde ICT (uit visie Afdeling MER-FEM mei 2001).<br />

17. Beoordelings- en begeleidingskader: een voorbeeld<br />

18. Beredeneerde literatuurlijst: een voorbeeld<br />

19. De functie en opzet van een review<br />

20. Draaiboek uitvoering: een voorbeeld<br />

21. Evaluatie: voorbeelden<br />

22. Opzet training voor begeleiders/uitvoerders<br />

23. Voorbeelden van communicatie (met studenten en opdrachtgevers)<br />

24. Samenwerkend studeren / samenwerkend leren met ICT volgens van Eijl (2001)


Ontwikkelopdracht Afdeling ..<br />

Te ontwikkelen onderwijsonderdeel<br />

Naam eenheid:<br />

Korte typering eenheid<br />

competentie:<br />

beroepsactiviteit:<br />

Onderdeel: Projectonderdeel Jaarplan<br />

Fase:<br />

Aantal studenten:<br />

Studiepunten:<br />

Doorlooptijd module:<br />

Budget begeleidingsuren:<br />

Op te leveren producten<br />

1. ..<br />

2. ..<br />

3. ..<br />

Ontwikkeltraject<br />

Bijlagen<br />

..<br />

..<br />

..<br />

Week Activiteit Wie<br />

Bijlage 1 (2pag.)<br />

Ontwikkelaars:<br />

Datum:<br />

Ontwikkelperiode en uren: Norm Ontwikkeltijd: studiepunt : 2


Ontwikkelopdracht Afdeling BE/AC<br />

Te ontwikkelen module<br />

Ontwikkelaars: E. T. en A.O.<br />

Datum: 8 maart 2001<br />

Ontwikkelperiode: Maart t/m juni 2001, totaal 120 uur<br />

Naam eenheid: Planning en Control: Budgetten en begrotingen (A)<br />

Korte typering eenheid<br />

competentie:<br />

beroepsactiviteit:<br />

Module: Projectmodule Jaarplan<br />

Op te leveren producten<br />

Het beheersen van de geldstromen en de financiële aspecten<br />

van goederen- en dienstenstromen in een organisatie op korte<br />

en lange termijn.<br />

Vanuit activiteiten afdelingsbudgetten opzetten en deze samenbrengen in<br />

een (bedrijfs)begroting.<br />

Fase: Propedeuse<br />

Aantal studenten: Ca. 200<br />

Studiepunten: 5<br />

Doorlooptijd module: 10 weken<br />

Budget begeleidingsuren: Zie bijlage docentbelastingsuren<br />

4. Studiewijzer (zie bijlage)<br />

5. Studiemateriaal<br />

6. Draaiboek uitvoering (zie bijlage)<br />

Ontwikkeltraject<br />

Bijlagen<br />

Onderwijsvisie BE<br />

Curriculumplan BE<br />

Model studiewijzer<br />

Model draaiboek uitvoering<br />

Docentbelastingsuren<br />

Week Activiteit Wie<br />

10 Opdrachtbespreking en verheldering Ontwikkelaars, onderwijskundige,<br />

afd-directeur<br />

12 Bespreking Plan van aanpak Ontwikkelaars, onderwijskundige,<br />

afd-directeur<br />

14 Voortgangsrapportage Ontwikkelaars, onderwijskundige,<br />

afd-directeur<br />

20 Voortgangsrapportage Ontwikkelaars, onderwijskundige,<br />

afd-directeur<br />

26 Oplevering producten Ontwikkelaars


Bijlage 2 (5 pag.)<br />

Curriculumplan Bedrijfseconomie<br />

afdeling Bedrijfseconomie/Accountancy<br />

versie februari 2001<br />

<strong>Hogeschool</strong> van <strong>Utrecht</strong><br />

Faculteit Economie en Management<br />

afdeling BE/AC<br />

leerplancommissie


Inhoud<br />

1. Relatie landelijke competenties en <strong>Utrecht</strong>s opleidingsprofiel<br />

2. Gedragscompetenties en rollen in <strong>Utrecht</strong>s opleidingsprofiel<br />

3. Overzicht curriculum (voltijdse leerroute)<br />

3<br />

4<br />

5


1. Relatie landelijke competenties en <strong>Utrecht</strong>s opleidingsprofiel<br />

Het beheersen van de<br />

geldstromen en de<br />

financiële aspecten van<br />

goederen- en<br />

dienstenstromen in een<br />

organisatie op korte en<br />

lange termijn.<br />

Landelijke beroepsspecifieke competenties (LC)<br />

Het beheersen van de<br />

informatie-voorziening met<br />

betrekking tot geldstromen<br />

en de financiële aspecten<br />

van goederen- en<br />

dienstenstromen.<br />

Het zorgdragen voor de kwaliteit van de informatie en<br />

de informatievoorziening op kortere en langere termijn<br />

in bovenstaande beroepsspecifieke competenties.<br />

Het voorzien in en<br />

verwerken van informatie<br />

ten behoeve van de<br />

duurzame besturing van<br />

bedrijfsprocessen.<br />

Het beoordelen of<br />

informatie over geld-,<br />

goederen- en<br />

dienstenstromen voldoet<br />

aan vooraf opgestelde<br />

normen.<br />

Het voorzien in de behoefte aan externe informatie van interne en externe klanten ten aanzien van bovenstaande<br />

beroepsspecifieke competenties, rekening houdend met de daarvoor gestelde wettelijke en maatschappelijke<br />

normen en kaders.<br />

<strong>Utrecht</strong>s opleidingsprofiel: de landelijke competenties worden in de uitvoering van onderstaande beroepsactiviteiten aangestuurd.<br />

Het programmaonderdeel (eenheid) is tussen haakjes vermeld.<br />

Taakgebied Aan het eind van de opleiding is de student competent in het uitoefenen van de onderstaande beroepsactiviteiten:<br />

Planning &<br />

Control<br />

Treasury &<br />

Vermogensbeheer<br />

Externe<br />

Verslaggeving<br />

Vanuit activiteiten<br />

afdelingsbudgetten<br />

opzetten en deze<br />

samenbrengen in een<br />

(bedrijfs)begroting. (A)<br />

Het omzetten van de<br />

informatie uit<br />

bedrijfsprocessen in een<br />

management-rapportage<br />

die afgestemd is op de<br />

gebruiker. (F)<br />

Het ontwerpen van nieuwe of verbeterde<br />

informatiesystemen op basis van ondernemingsbeleid<br />

en/of verbeterde bedrijfs- en logistieke processen. (D)<br />

Het opstellen van een<br />

financieringsplan op basis<br />

van lange termijn<br />

prognoses en de<br />

bedrijfsbegroting eventueel<br />

t.b.v. een kredietaanvraag.<br />

(E)<br />

Het formuleren van de<br />

financiële gevolgen<br />

(fiscaal beleid) van sociaal,<br />

belasting- en<br />

verzekeringsrecht voor een<br />

onderneming. (L)<br />

Op basis van nieuw<br />

ondernemingsbeleid het<br />

ontwerpen van nieuwe of<br />

verbeterde bedrijfs- en<br />

logistieke processen. (I)<br />

Het opstellen van een<br />

investeringsplan op basis<br />

van strategisch<br />

ondernemingsbeleid<br />

waarin alternatieven<br />

worden afgewogen. (E)<br />

Het opstellen van een<br />

ondernemingsplan t.b.v.<br />

een startend (MKB) bedrijf<br />

op basis van een analyse<br />

van externe factoren, zodat<br />

een financieringsaan-vraag<br />

succesvol is. (B)<br />

Informatie uit<br />

bedrijfsprocessen<br />

beoordelen op juistheid,<br />

tijdigheid en volledigheid<br />

m.b.v. door het bedrijf<br />

opgestelde standaarden<br />

t.b.v. een audit. (I)<br />

Het bewaken van de<br />

valuta- en rente-risico's<br />

van een onderneming op<br />

basis van de economische<br />

en internationale<br />

ontwikkelingen. (G)<br />

Het opstellen van een jaarrekening (balans en resultatenrekening) en beoordelen of deze voldoet aan externe eisen<br />

(wet op de jaarrekening, eisen aandeelhouders, enz.). (C)<br />

Het opstellen van een jaarverslag en beoordelen of dit voldoet aan externe eisen (wet op de jaarrekening, eisen<br />

aandeelhouders, enz.) (J)<br />

Het verzorgen van de fiscale aangiften voor een onderneming volgens de geldende wettelijke en maatschappelijke<br />

vereisten met als doel het verminderen van de belastingdruk. (K)


2. Gedragscompetenties en rollen in <strong>Utrecht</strong>s opleidingsprofiel<br />

Rollen<br />

Gedragscompetenties<br />

uitvoerend (do-check)<br />

controlerend & adviserend (plan-do-check)<br />

coördinerend & leidinggevend (plan-do-check-act)<br />

resultaatgerichtheid<br />

pro-activiteit<br />

(zelfstandig werken)<br />

organisatiegerichtheid<br />

rapporteren<br />

(schriftelijk & mondeling)<br />

Taakgebieden Bovenstaande gedragscompetenties worden aangestuurd in onderstaande beroepsactiviteiten. Het programmaonderdeel<br />

(eenheid) is tussen haakjes vermeld.<br />

Planning & Control<br />

Treasury &<br />

Vermogensbeheer<br />

Externe Verslaggeving<br />

analytisch vermogen<br />

oordeelsvorming<br />

klantgerichtheid<br />

omgevingssensitiviteit<br />

samenwerken<br />

projectmatig werken<br />

(groepsgericht leidinggeven)<br />

Vanuit activiteiten afdelingsbudget-ten<br />

opzetten en deze samenbrengen in een<br />

(bedrijfs)begroting. (A)<br />

Informatie uit bedrijfsprocessen beoordelen op juistheid, tijdigheid en<br />

volledigheid m.b.v. door het bedrijf opgestelde standaarden t.b.v. een<br />

audit. (I)<br />

Het omzetten van de informatie uit bedrijfsprocessen in een management-rapportage die<br />

afgestemd is op de gebruiker. (F)<br />

Op basis van nieuw ondernemingsbeleid het ontwerpen van nieuwe of verbeterde bedrijfsen<br />

logistieke processen. (I)<br />

Het ontwerpen van nieuwe of verbeterde informatiesystemen op basis van<br />

ondernemingsbeleid en/of verbeterde bedrijfs- en logistieke processen. (D)<br />

Het opstellen van een ondernemingsplan t.b.v. een startend (MKB)<br />

bedrijf op basis van een analyse van externe factoren, zodat een<br />

financieringsaanvraag succesvol is. (B)<br />

Het opstellen van een investeringsplan op basis van strategisch<br />

ondernemingsbeleid waarin alternatieven worden afgewogen. (E)<br />

Het bewaken van de valuta- en renterisico's van een onderneming op<br />

basis van de economische en internationale ontwikkelingen. (G)<br />

Het formuleren van de financiële gevolgen (fiscaal beleid) van sociaal, belasting- en<br />

verzekeringsrecht voor een onderneming. (L)<br />

Het opstellen van een jaarrekening<br />

(balans en resultatenrekening) en<br />

beoordelen of deze voldoet aan externe<br />

eisen (wet op de jaarrekening, eisen<br />

aandeelhouders, enz.). (C)<br />

Het opstellen van een jaarverslag en beoordelen of deze voldoet aan<br />

interne en externe eisen (wet op de jaarrekening, eisen aandeelhouders,<br />

enz.). (J)<br />

Het verzorgen van de fiscale aangiften voor een onderneming volgens<br />

de geldende wettelijke en maatschappelijke vereisten met als doel het<br />

verminderen van de belastingdruk. (K)


3. Overzicht curriculum (voltijdse leerroute)<br />

propedeuse<br />

hoofdfase<br />

afstudeerfase<br />

integrale lijn<br />

conceptuele lijn<br />

projectmodule (PM)<br />

P&C eenheid A: Budgetten & Begrotingen<br />

disciplinemodule (DM)<br />

PM: Jaarplan DM: Budgettering<br />

DM: AO: gegevens uit bedrijfsprocessen<br />

training Excel<br />

T&V eenheid B: Financiering & marketing<br />

PM: Ondernemingsplan DM: Financiering: vermogen en vermogensbehoefte<br />

DM: Marketing: strategie formuleren<br />

EV eenheid C: Jaarrekeningen<br />

training Voorspellingstechnieken<br />

PM: Jaarrekening DM: Waarde- en winstbepaling<br />

DM: Administratieve systemen<br />

P&C eenheid D: Informatiesystemen<br />

PM: Managementinformatiesysteem DM: Informatie-elementen<br />

DM: Implementatie informatiesystemen<br />

T&V eenheid E: Financiering & Investering<br />

PM: Financieringsplan DM: Investeringsselectie<br />

DM: Financiering: kasstroombeheer<br />

P&C eenheid F: Informatie uit bedrijfsprocessen<br />

PM: Managementrapportage DM: Management accounting: controlvariabelen<br />

DM: Marketing: strategie en KSF<br />

T&V eenheid G: Valuta- en renterisico's<br />

PM: Adviesrapport Treasury DM: Kwantitatieve methoden: risicobeheersinginstrumenten<br />

DM: Conjunctuuranalyse<br />

PRAKTIJK eenheid H: Stage<br />

P&C eenheid I: Auditing<br />

PM: Auditrapport DM: Kwaliteitszorgsystemen<br />

DM: Strategisch management: verandering bedrijfsprocessen<br />

EV eenheid J: Jaarverslagen<br />

PM: Jaarverslag DM: Waarde & winst: consolideren<br />

DM: Management Control<br />

EV eenheid K: Belastingen<br />

PM: Fiscale aangifte DM: Waarde en winst: fiscale balans<br />

DM: Belastingrecht<br />

T&V eenheid L: Strategisch beleid<br />

PM: Strategisch beleidsplan DM: Strategisch management<br />

T&V eenheid M: Beleggen<br />

DM: Bedrijfsethiek<br />

PM: Beleggingsportefeuille DM: Beleggingsleer<br />

DM: Kwantitatieve methoden: financiële rekenkunde en<br />

voorspellingstechnieken<br />

T&V eenheid N: Ondernemen in Europa<br />

PM: Ondernemingsplan internationaal DM: Europese regels en instellingen<br />

DM: Europa en belastingen<br />

PRAKTIJK eenheid O: Stage/afstudeeropdracht<br />

PRAKTIJK eenheid P: Stage/afstudeeropdracht


Bijlage 3 (3 pag.)<br />

Een goed begin is het halve werk: de start van het Ontwikkeltraject<br />

Het is belangrijk om bij het begin van het ontwikkeltraject tijd te nemen om te onderzoeken in<br />

hoeverre aan een aantal start-voorwaarden is voldaan. Dit levert –op langere termijn- tijdswinst op en<br />

houdt de motivatie van de ontwikkelaars op pijl.<br />

Deze voorwaarden zijn ook in het Ontwerphandboek ‘TaakGericht Teamleren met ICT’ beschreven en<br />

hebben betrekking op 3 aspecten:<br />

1. Startpositie ICT<br />

Met de term ICT wordt verwezen naar hardware en software en naar de combinatie en inzet van<br />

deze twee ten behoeve van het onderwijs.<br />

2. Opleidingmodel<br />

3. Veranderingsmangement.<br />

Hieronder wordt uitgelegd wat het belang is van deze aspecten en wat er (in potentie) omschreven<br />

geregeld/beschikbaar moet zijn om het ontwikkeltraject op een goede manier in te gaan. Deze tekst is<br />

een bewerking van (een deel van) de samenvatting van het Ontwerphandboek.<br />

ICT:<br />

Wannneer een instelling ICT beschouwt als een belangrijk hulpmiddel in het leerproces van de student,<br />

kan worden verondersteld dat het afdelingsmanagement beleid voert op het gebied van ‘ICT en<br />

Onderwijs’. Dat betekent dat de projectleider van een ontwikkeltraject het afdelingsmanagement aan<br />

moet kunnen spreken op de volgende zaken:<br />

Voldoende ICT hardware en software<br />

1. Er zijn –volgens de geldende/instellingsnormen- voldoende ICT-voorzieningen voor docenten en<br />

studenten, zowel op de instelling als thuis.<br />

Een aantal instellingen hanteert bijvoorbeeld de volgende ratio: voor docenten 1 computer per 1 fte<br />

en voor studenten 1 computer op 8 studenten met onbeperkt toegang tot internet. Een en ander<br />

hangt samen met het type opleiding (informatica vs literatuurwetenschappen) en keuzes met<br />

betrekking tot laptop-voorzieningen.<br />

2. De software / programmatuur die via het netwerk (of internet) beschikbaar is, is ook op langere<br />

termijn beschikbaar (continuïteit), m.a.w. de programmatuur komt van een ‘betrouwbaar’ bedrijf<br />

(i.t.t. bijv. beginnend 1-mans-bedrijfje) of staat op een ‘betrouwbare’ server.<br />

Voldoende deskundigheid of ondersteuning<br />

3. Er is tijd, geld en deskundigheid beschikbaar voor docenten (in verschillende rollen) en studenten<br />

om te komen tot een adequaat competentieniveau op het gebied van ICT. Dit kan op verschillende<br />

manieren worden aangepakt: docenten en studenten hebben altijd toegang tot een computerruimte<br />

met deskundige ondersteuning, er zijn handleidingen beschikbaar om aan de eigen deskundigheid<br />

te werken, er staan computerprogramma’s op het netwerk waarmee specifieke vaardigheden<br />

kunnen worden getraind, er worden workshops georganiseerd.<br />

4. Er is een ICT-helpdesk voor de ondersteuning van docenten en studenten. Bij deze helpdesk is<br />

deskundigheid beschikbaar over de gangbare programmatuur (functionele applicatiebeheerders).<br />

Prettig geregeld<br />

5. Gebruikte programmatuur en onderwijsmateriaal worden op een voor de afdeling toegankelijke<br />

plaats beheerd en onderhouden. Daarbij is het ook belangrijk te weten wie verantwoordleijk is<br />

voor beheer en onderhoud: niemand is bijv. gebaat bij 5 verschillende versies van<br />

studentenmateriaal.<br />

6. De instelling realiseert zich dat het gebruik van ICT ook risico’s met zich mee brengt, bijvoorbeeld<br />

‘uitval van netwerk’. Wanneer dit gebeurt op echt kritische situaties (bijv. bij digitale toetsing)<br />

frustreert dat de inzet van ICT enorm. Voor dit soort situaties moeten fall-back-opties zijn<br />

geformuleerd.


Oog voor het vervolg<br />

7. ICT maakt veel mogelijk: naarmate ICT breder wordt ingezet zullen er steeds meer<br />

gebruikersmogelijkheden worden ontdekt. Daarom is het belangrijk te weten dat de instelling geld<br />

vrijmaakt voor investeringen op het gebied van ICT. Het is een misverstand te denken dat de inzet<br />

van ICT bezuinigingen oplevert.<br />

8. De inzet van ICT is steeds minder een zaak van een paar voorhoede-docenten met ICT-hobbies. Er<br />

zijn tegenwoordig veel docenten bij betrokken. Om elkaar te inspireren en andere docenten over de<br />

streep te trekken is het belangrijk om ervaringen met collega’s te delen en ervoor te zorgen dat er<br />

wordt gewerkt aan een integrale visie over ICT en onderwijs. Het beschikbaar stellen van<br />

voorbeelden van “Good Practice” kan hierbij een belangrijke functie vervullen. Het management<br />

moet hier voorwaarden voor scheppen.<br />

Duidelijkheid en communicatie<br />

9. Wanneer een instelling de inzet van ICT belangrijk vindt is het te bevelen dit in de studiegids op<br />

te nemen en verduidelijken. Dit voorkomt vrijblijvendheid.<br />

10. Het management onderkent dat zowel management als docenten, als studenten gemotiveerd<br />

moeten zijn voor ICT en dat goede communicatie hiervoor een voorwaarde is. Geef bijv. van te<br />

voren aan dat er een nieuwe versie van een email-programma wordt geinstalleerd en benoem de<br />

voordelen en maak duidelijk dat mensen voor ondersteuning terecht kunnen bij persoon x en y.<br />

11. Om samenhang in het curriculum te krijgen, wordt de ontwikkeling van onderwijs aangepakt via<br />

duidelijke ontwikkelopdrachten. In die opdrachten worden ondermeer de doelgroep, het<br />

eindresultaat en de beschikbare ontwikkeltijd beschreven.<br />

Opleidingsmodel<br />

Het opleidingsmanagement heeft een visie op onderwijs en de relatie met de beroepspraktijk en heeft<br />

op basis daarvan is een opleidingsmodel geformuleerd.<br />

Dit opleidingsmodel vormt het uitgangspunt voor de ontwikkeling van het curriculum<br />

(onderwijsprogramma).<br />

In het opleidingsmodel zijn de volgende zaken omschreven:<br />

Duidelijkheid in uitgangspunten<br />

1. Omschrijving van de verschillende soorten leertrajecten/situaties die binnen de opleiding worden<br />

gehanteerd. Deze kunnen op verschillende manieren worden vormgegeven. In het<br />

ontwerphandboek TaakGericht Teamleren wordt een onderscheid gemaak tussen<br />

opdrachtgebaseerde leersituaties, taakgebaseerd, probleem gebaseerd en situatiegebaseerd.<br />

2. Omschrijving van wat wordt bedoeld met ‘Taak gebaseerd leren’ en met de begrippen taken,<br />

competentieontwikkeling, verantwoording tegen standaarden, teamleren en de rol van ICT hierbij.<br />

Het opleidingsmanagement weet wat ze wil.<br />

3. Het opleidingsmanagement garandeert / is aanspreekbaar op het gegeven dat het opleidingsmodel<br />

voldoende breed wordt gedragen en “leeft”.<br />

4. Het opleidingsmanagement verifieert dat het opleidingmodel een operationele verbinding legt met<br />

de professionele praktijk.<br />

Veranderingsmanagement<br />

Opleidingsmanagement stuurt de onderwijsvernieuwing aan en is verantwoordelijk voor de volgende<br />

zaken:<br />

Leren ontwikkelen door het te doen<br />

1. De praktijk heeft geleerd dat het weinig effectief is aparte scholingen te organiseren voor bijv. het<br />

‘leren’ ontwerpen, ontwikkelen en uitvoeren, werken met een digitale leeromgeving, enz. Wanneer<br />

je dit soort zaken aanbiedt los van de concrete werkomgeving van de cursist, wordt dit soort de<br />

kennis/ervaring niet ingezet.<br />

Het is wel zinnig dit soort zaken te leren n.a.v. een concrete opdracht, via ‘leren on the job’.<br />

Ontwikkelen van nieuw onderwijs wordt dan gezien als competentie-ontwikkeling van staf en<br />

docenten die daarin geinteresseerd zijn.<br />

Ontwikkelaars blijven ontwikkelen interessant vinden wanneer het gefaseerd gebeurt, met<br />

opklimmend ambitieniveau (begin klein!). M.a.w. de eerste ontwikkelresultaten worden in de


vorm van een pilot uitgeprobeerd met een klein groepje studenten. Op basis van de<br />

pilotervaringen en resultaten wordt de doelgroep uitgebreid.<br />

Duidelijkheid en communicatie<br />

2. Succes wordt georganiseerd<br />

- De motivatie van alle betrokkenen is de sleutel tot succes, daarom er is veel aandacht voor<br />

zaken als verwachtingspartoon, luisteren naar elkaar, dialoog, communicatie.<br />

- Er zijn voorzieningen getroffen om het planmatig werken en verantwoording van<br />

(tussen)resultaten, zowel voor het ontwerpproces en ontwerpresultaat als voor het<br />

ontwikkelproces en ontwikkelresultaat zo goed mogelijk te laten verlopen.<br />

- Er is betrokkenheid en belangstelling voor ontwikkeltraject en resultaat<br />

- Ondersteuning en beheer -vooral op het gebied van ICT- zijn geregeld en duidelijk<br />

Goede basis en vooruitzichten<br />

3. Er kan worden voortgebouwd op een goede basis (zie ontwerpboek ict-basis en 3.3)<br />

- Er is operationeel ICT-beleid<br />

- Er is voldoende competentiebasis (zowel op het gebied van ICT als op het gebied van<br />

ontwerpen, ontwikkelen en uitvoeren/begeleiden)<br />

Er is ruimte voor investeringen en exploitatie<br />

4. Het opleidingsmanagement neemt verantwoordelijkheid en levert kwaliteit<br />

Zorg voor verspreiding van kennis/ervaring<br />

5. Succes moet worden gekoesterd en behoeft aandacht en ondersteuning<br />

- Om te voorkomen dat kennis blijft steken bij bepaalde experts, is e.e.a. georganiseerd met het<br />

oog op kennisontwikkeling en kennisdeling<br />

Het is belangrijk dat de projectleider van het ontwikkeltraject zich bij de start van het traject realiseert<br />

dat bovenstaande aspecten belangrijk zijn voor het slagen van het ontwikkeltraject en dat het<br />

afdelingsmangement er op aanspreekbaar is.


Kenmerken competentiegericht curriculum<br />

1. Competenties als uitgangspunt<br />

Bijlage 4 (3 pag.)<br />

criteria ja nee Opmerkingen<br />

1. De competenties van de opleiding zijn een directe vertaling van de<br />

geactualiseerde beroepskwalificaties in het (landelijke) beroepsprofiel,<br />

waarbij onderscheid gemaakt is naar beroepsspecifieke competenties en<br />

algemene gedragscompetenties.<br />

2. De geformuleerde competenties dienen bruikbaar te zijn voor<br />

onderwijsontwerp, hetgeen inhoudt dat aangegeven is:<br />

bij welke (kern)taken en contexten een beroep op de competentie<br />

wordt gedaan;<br />

wat een beroepsbeoefenaar daarvoor moet weten, kunnen en zijn;<br />

in welk gedrag het vermogen gedemonstreerd wordt (of tot welke<br />

resultaten het gedrag moet leiden);<br />

wat de standaarden zijn voor het gewenste niveau.<br />

3. De geformuleerde competenties worden regelmatig getoetst aan de<br />

beroepspraktijk.<br />

2. Samenhang tussen competenties en het curriculum-ontwerp<br />

criterium ja nee Opmerkingen<br />

1. De opleiding is consistent uitgewerkt, dat wil zeggen:<br />

de opleiding heeft beschreven via welke tussenniveaus de<br />

competenties worden gerealiseerd;<br />

de opleiding heeft beschreven welke curriculumonderdelen (periodes,<br />

modules) bijdragen aan het behalen van deze niveaus;<br />

de opleiding heeft beschreven wat de relatie is tussen de verschillende<br />

modules: waar wordt op voortgebouwd, waar wordt op voorbereid,<br />

waar vindt toepassing plaats in een -andere- context, waar vindt<br />

verdieping plaats?<br />

3. Realistische taken in context<br />

criteria ja nee Opmerkingen<br />

1. In het curriculum zijn voldoende realistische taakomgevingen<br />

opgenomen waar competenties in een specifieke context geoefend c.q.<br />

beoordeeld worden.<br />

2. Realistische taakomgevingen zijn gevalideerd door het beroepenveld.<br />

3. Taken die de student in een realistische taakomgeving verricht, zijn<br />

afgeleid uit het beroeps- en competentieprofiel. De opleiding geeft aan<br />

hoe de taak samenhangt met de te verwerven competentie(s).<br />

4. De complexiteit van realistische taakomgevingen neemt in de loop van<br />

de studie toe.


4. De ontwikkeling van gedragscompetenties<br />

criteria ja nee Opmerkingen<br />

1. De ontwikkeling van algemene gedragscompetenties wordt bij voorkeur<br />

zoveel mogelijk verbonden aan domeingebonden modules en realistische<br />

taakomgevingen.<br />

2. Algemene gedragscompetenties zijn vertalld in meetbare gedragscriteria<br />

om de ontwikkeling van de student te kunnen vaststellen.<br />

5. Het toetsen van competenties<br />

criteria ja nee Opmerkingen<br />

1. In een competentiegericht curriculum worden niet alleen de afzonderlijke<br />

kennis en vaardigheden getoetst (zoals in disciplinegerichte toetsen), maar<br />

met name de bekwaamheid om competent te kunnen handelen in<br />

gevarieerde praktijksituaties. We spreken van het toetsen van<br />

competenties indien sprake is van:<br />

een realistische context (taak en taakomgeving);<br />

een beoordeling waarbij de kennis en vaardigheden uit diverse<br />

disciplines wordt betrokken (integrale toetsing).<br />

2. Daar het voor de student van belang is dat hij inzicht verkrijgt in de mate<br />

waarin hij een competentie beheerst, is er bij het toetsen van competenties<br />

expliciet aandacht voor de progressie van de student (en dus niet alleen<br />

aandacht voor het resultaat).<br />

3. Individuele beoordeling van competenties dient regelmatig aan de orde te<br />

zijn (hetgeen betekent dat indien studenten taken uitvoeren in een<br />

realistische context er niet alleen sprake is van groepstaken).<br />

4. Bij het toetsen van competenties zijn bij voorkeur meerdere beoordelaars<br />

betrokken: docenten uit diverse disciplines, het beroepenveld en de<br />

studenten zelf.<br />

5. Zelfreflectie en zelftoetsing door de student spelen een fundamentele rol.<br />

Hiertoe beschikt de student over een persoonlijk portfolio en<br />

ontwikkelingsplan.<br />

6. Beroepsoriëntatie van de student<br />

criteria ja nee Opmerkingen<br />

1. In de propedeuse is sprake van een algemene beroepsoriëntatie, waarbij<br />

de student zicht verkrijgt op de latere beroepspraktijk (functies, rollen,<br />

situaties, dilemma's).<br />

2. Gedurende de studie wordt de student regelmatig geconfronteerd met de<br />

praktijk.<br />

3. In de eindfase van de studie is sprake van een specifieke<br />

beroepsoriëntatie, waarbij de student wordt voorbereid op het betreden<br />

van de arbeidsmarkt.


7. Zelfstandig leren<br />

criteria ja nee Opmerkingen<br />

1. De didactische aanpak van de opleiding is geëxpliciteerd en aantoonbaar<br />

gerelateerd aan het ontwikkelen van zelfstandig leren.<br />

2. Het begeleiden van de student bij het eigen maken van effectieve leer- en<br />

probleemoplossingsstrategieën neemt een aanzienlijk grotere plaats in het<br />

studieprogramma in dan kennisoverdracht door de docent (bijvoorbeeld:<br />

er is meer sprake van begeleide leersituaties met mogelijkheid tot<br />

interactie dan van hoorcolleges; er is veel begeleiding bij en feedback op<br />

de aanpak van uitgevoerde studietaken en niet alleen op het resultaat).<br />

3. Er is sprake van een opbouw in complexiteit van studietaken gedurende<br />

het curriculum en tegelijkertijd een afbouw van de vooraf aangeboden<br />

instructie en begeleiding.<br />

4. In verschillende onderdelen van het curriculum is expliciet aandacht voor<br />

het zelf doelen stellen, het eigen leerproces analyseren en het zelf<br />

vaststellen van leerresultaten door de student.<br />

8. Verschil in niveau en ambitie<br />

criterium ja nee opmerkingen<br />

1. De opleiding expliciteert hoe ingespeeld wordt op verschil in niveau en<br />

ambitie van de student.


Bijlage 5 a en b<br />

Overzicht van verschillende soorten leersituaties, uitgaande van TGT met ICT<br />

Uit: Ontwerphandboek, hoofdstuk 2.1 (van Weert 2001)<br />

a.<br />

Opdracht gebaseerd leren<br />

De student voert opdrachten uit: de student functioneert in een reproductieve rol waarin standaard<br />

problemen worden herkend en opgelost op een standaard manier; de student wordt beoordeeld op basis<br />

van standaarden voor resultaat en oplossingswijze.<br />

Taak gebaseerd leren<br />

De student voert taken uit: de student functioneert in een uitvoerende rol waarin typische,<br />

taakgerelateerde problemen worden herkend en opgelost via een taakgeoriënteerde methode; de student<br />

wordt beoordeeld/verantwoordt zichzelf op methodeaanpassing, werkwijze en resultaat tegen daarvoor<br />

geldende (meta-)standaarden.<br />

Probleem gebaseerd leren<br />

De student lost problemen uit de beroepspraktijk op: de student functioneert in een tactische rol waarin<br />

niet-standaard problemen worden opgelost onder gebruikmaking van aangepaste methoden, daarbij<br />

formuleert de student in samenspraak met de probleemeigenaar de specificaties waaraan het resultaat<br />

moet voldoen; de student wordt beoordeeld/verantwoordt zichzelf met betrekking tot specificaties,<br />

methode selectie, werkwijze en resultaten tegen daarvoor geldende meta-standaarden.<br />

Situatie gebaseerd leren<br />

De student werkt als professional: de student functioneert in een strategische rol waarin in<br />

professionele situaties geschikte problemen worden geselecteerd, evenals oplossingsmethode,<br />

resultaatspecificatie en verantwoording; de student verantwoordt zichzelf met betrekking tot<br />

probleemselectie, methode selectie, werkwijze en resultaten tegen daarvoor geldende metastandaarden.<br />

b.<br />

Leersituaties Student verantwoordelijk<br />

voor<br />

Beschikbaar voor student Werkwijze Student rol<br />

Opdracht<br />

Probleem<br />

gebaseerd<br />

Resultaat standaard<br />

Standaard methode Voorgeschreven<br />

Uitvoering Reproductief<br />

Taak<br />

Probleem<br />

gebaseerd<br />

Resultaat standaard<br />

Methode<br />

Uitvoering<br />

Methode meta-standaard Afhankelijk van probleem Uitvoerend<br />

Verantwoording Verantwoordingsstandaard<br />

Probleem<br />

gebaseerd<br />

Probleem<br />

Resultaat Resultaat meta-standaard Afhankelijk van probleem Tactisch<br />

Methode<br />

Uitvoering<br />

Methode meta-standaard Afhankelijk van probleem<br />

Verantwoording Verantwoordingsstandaard<br />

Situatie Probleem Probleem meta-standard Afhankelijk van situatie Strategisch<br />

gebaseerd Resultaat Resultaat meta-standard Afhankelijk van probleem<br />

Methode<br />

Uitvoering<br />

Methode meta-standard Afhankelijk van probleem<br />

Verantwoording Verantwoording metastandaard<br />

Afhankelijk van situatie<br />

Tabel 1. Karakteristieken van typische leersituaties


Overzicht Leersituaties (leerlijnen) volgens D. de Bie en J. de Kleijn 2001<br />

Bijlage 6


Startposities m.b.t. de inzet van ICT in het onderwijs<br />

Bijlage 7<br />

1. Starten met ICT<br />

In deze startpositie is er in de opleiding een begin gemaakt met gebruik van ICT. Er zijn<br />

computers en er is programmatuur beschikbaar. Administraties en onderwijzend<br />

personeel onderzoeken de mogelijkheden en consequenties van ICT-gebruik voor<br />

opleidingsadministratie en persoonlijke ondersteuning. Het ICT-curiculum richt zich op<br />

basis ICT-vaardigheden. De opleiding werkt vanuit het traditionele, op lesgeven gerichte<br />

opleidingsmodel. Vanuit deze startpositie kan gewerkt worden naar de situatie<br />

‘Toepassen van ICT’, beschreven als volgende startpositie.<br />

2. Toepassen van ICT<br />

In deze situatie is begrip tot ontwikkeling gekomen over de rol die ICT in het leerproces van<br />

de studenten kan spelen. Computergebruik is evenwel nog voornamelijk gericht is op<br />

logistieke processen en persoonlijke ondersteuning van docenten. De opleiding zet een<br />

ontwikkeling in gang waarin gebruik van specifieke software tools in de verschillende vakken<br />

wordt gestimuleerd. Het ICT-curriculum richt zich op kennis en vaardigheden die voor deze<br />

toepassingen noodzakelijk zijn. De opleidingmodel kent zowel traditionele, op lesgeven<br />

gerichte situaties, maar ook situaties waarin studenten (in teamverband) taken verrichten.<br />

Vanuit de positie ‘Toepassen van ICT’ kan de opleiding toewerken naar de situatie<br />

‘Integreren van ICT’.<br />

3. Integreren van ICT<br />

In deze startpositie heeft de opleiding ICT beschikbaar in allerlei vormen: in<br />

computerlokalen, in leslokalen, in docentenkamers, op secretariaten, bij studenten en<br />

docenten thuis. Docenten (en studenten) exploreren nieuwe manieren waarop ICT<br />

persoonlijke productiviteit en professioneel handelen kan ondersteunen. In het curriculum<br />

worden vakgrenzen doorbroken en verschijnen realistische probleemstellingen. De opleiding<br />

werkt vanuit een student- en competentiegericht opleidingsmodel, waarin leren centraal staat;<br />

studenten werken geregeld in groepen. ICT is nodig als gereedschap bij het oplossen van de<br />

problemen, maar ook als hulpmiddel ter ondersteuning van het oplossingsproces<br />

(communicatie en samenwerken). Vanuit de positie ‘Integreren van ICT’ kan de opleiding<br />

toewerken naar de situatie ‘Transformeren met ICT’.<br />

4. Transformeren met ICT<br />

Hier is de startpositie zodanig dat de opleiding creatief nadenkt over de organisatie van het<br />

onderwijs (leerproces) en de organisatie van de opleiding. ICT is een integraal, bijna<br />

onzichtbaar onderdeel geworden van de dagelijkse gang van zaken. De focus in het<br />

opleidingsmodel ligt op leerprocessen die nauw aansluiten bij de professionele praktijk. De<br />

opleiding fungeert als “learning community” en bedient zeer verschillende doelgroepen.


Werken in team versus groepswerk<br />

Bijlage 8<br />

Bij Taakgericht teamleren gaan we er vanuit dat studenten studenten samenwerken in een team, dit in<br />

tegenstelling tot samenwerken in een groep.<br />

1. Werken in een groep: deelnemers zitten bij elkaar in een groep op basis van toeval of persoonlijke<br />

voorkeur. Er worden wellicht (organisatorische) rollen verdeeld (bijv. notulist), maar dat gebeurt<br />

min of meer willekeurig.<br />

2. Werken in een team: deelnemers zitten bij elkaar in een team vanwege hun specifieke<br />

deskundigheid of vanwege het feit dat ze zich in het kader van dit project op een bepaald gebied<br />

richten. Deze (te ontwikkelen) deskundigheid kan op twee hoofdzaken betrekking heben:<br />

inhoudelijk (bijv. jurist) en organisatorisch (bijv. projectleider). Het resultaat kan niet worden<br />

geleverd door (de deskundigheden van) de afzonderlijke teamleden.<br />

Studenten in teams die zijn samengesteld op basis van specifieke deskundigheid zijn van elkaar<br />

afhankelijk: ze hebben elkaar nodig om het projectresultaat te realiseren.<br />

De specifieke inbreng van de teamleden wordt door de studenten in het Plan van Aanpak opgenomen.<br />

Hierdoor wordt zowel voor het team als voor de begeleider duidelijk wie waarvoor verantwoordelijk is<br />

en hoe/waar dat in de planning is opgenomen.<br />

Deze duidelijkheid maakt het zowel voor de studenten onderling als voor de begeleider gemakkelijk(er)<br />

elkaar aan te spreken op verantwoordelijkheden en niet-gekomen afspraken.<br />

In de ideale situatie wordt het studententeam samengesteld n.a.v. een specifieke opdracht (i.t.t.<br />

voorgeschreven samenstelling) op basis van een sollicitatieprocedure.<br />

Op die manier krijg je gemotiveerde studenten en kan worden uitgegaan van de ontwikkelingsbehoefte<br />

van studenten. De student die wil werken aan een specifieke beroepscompetentie kan solliciteren voor<br />

een rol waarin die competentie een duidelijke plaats inneemt (bijvoorbeeld beroepscompetentie<br />

bedrijfseconoom: ‘beoordelen of informatie over geld-, goederen- en dienstenstromen voldoet aan<br />

vooraf opgestelde normen’).<br />

Het zelfde geldt voor algemene competenties, zoals bijvoorbeeld groepsgericht leidinggeven. De<br />

student kan dan –eventueel in overleg met de begeleider- vastleggen op welke manier hij/zij met die<br />

specifieke competentie aan het werk gaat.<br />

Grootte van het team:<br />

De grootte van het team hangt samen met de specifiek opdracht en de doorlooptijd van het project. Een<br />

team dat bestaat uit meer dan 5 personen werkt minder gemakkelijk samen, de ideale groottte is dus<br />

kleiner dan 6 personen.<br />

Beoordeling van studententeams:<br />

Het product dat studenten opleveren wordt beoordeeld door de begeleider. Studenten zijn niet alleen<br />

verantwoordelijk voor hun eigen bijdrage maar moeten ook het totale resultaat kunnen verantwoorden.<br />

In eerste instantie t.o. hun eigen begeleider, maar ook t.o. de opdrachtgever. De leden in een team<br />

hebben dus de verantwoordelijkheid om hun eigen inbreng naar de overige teamleden te expliciteren.


Competenties voor docent-ontwikkelaars<br />

Naam:<br />

Onderwijsontwikkelaar Datum:<br />

Ontwikkelen van curricula, leertrajecten, modules, assessments, leeromgevingen<br />

Ontwikkelen van standaarden, kwaliteitszorginstrumenten<br />

Competentie<br />

Vermogen tot adaptief en interdisciplinair ontwerpen en ontwikkelen<br />

Bijlage 9<br />

Indicator Assessment Portfolio<br />

Kan ik Doe ik Wil ik laten Wil ik<br />

- ? + - ? + zien ontwikkelen<br />

Ontwerpt en ontwikkelt vanuit de criteria: het past<br />

Voorbeelden<br />

binnen het onderwijskundig concept, materiële<br />

randvoorwaarden, het is studeerbaar en doceerbaar<br />

Stemt ontwerp af op zowel leerbehoeften van de student<br />

als op opleidingsnoodzaak<br />

Producten zijn flexibel in te zetten in verschillende<br />

leerroutes<br />

Oriënteert zich makkelijk ‘ buiten’(kennisnetwerk):<br />

weet te gebruiken wat elders is bedacht<br />

Werkt projectmatig: werkt met planningen, afspraken<br />

over (tussen)resultaten en houdt zich aan deadlines.<br />

eigen werk<br />

Accepteert onzekerheden Feedback<br />

collega’s<br />

Houdt goed contact met wensen van<br />

Feedback<br />

gebruikers/opdrachtgevers<br />

Beschikt over breed repertoire van onderwijsmiddelen,<br />

incl. ICT<br />

Schrijft makkelijk<br />

collega’s<br />

Is vrijgevig met ideeën en producten Feedback<br />

collega’s<br />

Vindt balans tussen kwaliteit en resultaat: kan<br />

Feedback<br />

producten ‘ loslaten’.<br />

collega’s


Betrokkenen bij het ontwikkeltraject<br />

Bijlage 10<br />

Het totale ontwerp- en ontwikkelproces kent uiteenlopende betrokkenen, zowel vanuit het management<br />

als vanuit de onderwijsuitvoering en ondersteuning (zie Tabel 1). Met name docenten zullen in<br />

multidisciplinaire teams samenwerken. Ook studenten en eventuele interne en externe deskundigen<br />

spelen een rol. In Tabel 2 is hiervan een overzicht aan de hand van de (tussentijdse) projectresulaten.<br />

De omvang en complexiteit van het te ontwerpen traject en de opleidingsorganisatie bepalen<br />

uiteindelijk of al deze functies door veel verschillende personen vertegenwoordigd zijn, of dat een<br />

kleinere groep betrokkenen de diverse ‘rollen’ combineert.<br />

Tabel 1: Overzicht van betrokkenen bij opleidingsontwikkeling<br />

Aanduiding Betrokkenen<br />

A Verantwoordelijke management staande organisatie<br />

B Curriculum regiegroep (onderwijscommissie): ontwerp<br />

(specificaties, formuleren van ontwikkelopdracht)<br />

C Projectleider – Coordinator ontwikkelgroep<br />

D Leden van het ontwikkelteam<br />

E Uitvoerders pilot (docent-begeleiders)<br />

F Vertegenwoodigers beroepenveld en in-en externe deskundigen<br />

G Pilot-studenten<br />

H ICT-systeemtechnische ondersteuners<br />

I (technisch) vormgevers<br />

Tabel 2: Betrokkenen per fase<br />

Betrokkenen A B C D E F G H I<br />

Fase<br />

De ontwikkelopdracht * * *<br />

Plan van Aanpak * * * * *<br />

De studentenopdracht * * *<br />

Prototype * * * * * * *<br />

Pilot * * * *<br />

Training * * * *<br />

Evaluatie * * * * * * * *<br />

Draaiboek uitvoering * *


Inhoudsopgave Studiewijzer : een voorbeeld<br />

Inhoud<br />

De Inter Opleidingen module<br />

3<br />

Bijlage 11<br />

De projectopdracht 4<br />

Praktijkrelevantie 4<br />

Betrokken partijen 5<br />

Competenties 5<br />

Deadlines 6<br />

Begeleiding 6<br />

Beoordeling 6<br />

Lotus Notes LearningSpace 6<br />

De stappen op weg naar het eindproduct 7<br />

Bijlage: Projectbegeleiders & groepsindeling 8


Digitale Leeromgeving: een voorbeeld<br />

Bijlage 12 (4 pag.)


Aktiviteitenschema ontwikkelteam: een voorbeeld<br />

Bijlage 13 (2 pag.)<br />

Activiteitenschema Ontwikkeling projectmodule e-commerce 2000 -<br />

2001<br />

activiteit Resultaat Wie Deadline<br />

(datum gereed)<br />

Ontwikkelen inhoud en opzet Inter<br />

Opleidingen module 'e-commerce':<br />

Vaststellen vanuit de opleidingen wat<br />

studenten tijdens de module leren<br />

Competenties<br />

(IO module e-commerce)<br />

Ontwikkelen toetsmodel & toetsvorm Beoordelingscriteria + wijze van<br />

toetsing<br />

(IO module e-commerce)<br />

Review tbv vaststellen projectopdracht<br />

en voortgangsrapportagemomenten<br />

(wat & wanneer)<br />

Samenstellen literatuurlijst en<br />

vaststellen andere hulpbronnen<br />

Samenstellen studiewijzer IO module<br />

'e-commerce'<br />

Organiseren van review mbt prototype<br />

m.b.t. projectopdracht 'e-commerce'<br />

Inrichten leeromgeving LS e-<br />

Commerce<br />

Projectopdracht<br />

(IO module e-commerce)<br />

Hulpmiddelen<br />

(IO module e-commerce)<br />

Studiewijzer<br />

(IO module e-commerce)<br />

Review met aanbevelingen voor<br />

bijstelling<br />

(IO module e-commerce)<br />

digitale leeromgeving<br />

(IO module e-commerce)<br />

Verbeteren IO module 'e-commerce' Verbeterde IO module<br />

(IO module e-commerce)<br />

Organiseren van pilot IO module 'ecommerce'<br />

in LS<br />

Verbeteren programma<br />

docententraining (t.b.v.<br />

projectbegeleiders)<br />

Ontwikkelen van programma t.b.v. het<br />

organiseren van de uitvoering van de<br />

IO module 'e-commerce'<br />

Organiseren docententraining t.b.v.<br />

uitvoering IO module 'e-commerce'<br />

Geteste en bijgestelde versie<br />

(IO module e-commerce)<br />

Ontwikkelteam<br />

Ontwikkelteam<br />

Ontwikkelteam ism<br />

beroepenveld<br />

Ontwikkelteam<br />

Marijke<br />

Ondersteuning:<br />

Magda<br />

18 oktober 2000<br />

concept:<br />

9 november 2000<br />

definitief:<br />

29 november 2000<br />

29 november 2000<br />

8 december 2000<br />

concept:<br />

14 december 2000<br />

definitief:<br />

26 februari 2001<br />

Ontwikkelteam,<br />

begeleiders 26 januari 2000<br />

Cetis en Marijke<br />

Ontwikkelteam<br />

draaiboek docententraining Magda<br />

ondersteuning:<br />

Marijke<br />

Draaiboek<br />

(IO module e-commerce)<br />

Docententraining<br />

(IO module e-commerce)<br />

concept:<br />

26 januari 2001<br />

definitief:<br />

26 februari 2001<br />

19 februari 2001<br />

Magda<br />

Ondersteuning:<br />

Marijke 12 maart 2001<br />

Marijke<br />

ondersteuning:<br />

Magda en Paul<br />

Concept:<br />

19 maart 2001<br />

definitief:<br />

26 maart 2001<br />

concept:<br />

5 maart 2001<br />

definitief:<br />

19 maart 2001<br />

Magda<br />

ondersteuning:<br />

Marijke 7 april 2001


Organiseren van de uitvoering van de<br />

IO module 'e-commerce' en evalueren<br />

uitvoering IO module<br />

evaluatierapport<br />

(IO module e-commerce)<br />

Marijke<br />

ondersteuning:<br />

Magda<br />

Evalueren project 'Ontwikkeling Inter<br />

Opleidingen modules'<br />

Projectevaluatie Marijke<br />

Eindrapportage project samenstellen Eindrapport Marijke<br />

start:<br />

16 april<br />

rapport definitief:<br />

30 juli 2001<br />

20 augustus 2001<br />

concept:<br />

24 augustus 2001<br />

definitief:<br />

31 augustus 2001


Bijlage 14<br />

Ondersteunende vragen ontwikkelteam bij de invulling van taak- en<br />

teamgerichte studentprojecten (Cetis/P.v.d.Aa)<br />

Uitgangspunten:<br />

- Realistische opdrachten motiveren studenten<br />

- Realistische opdrachten geven studenten de mogelijkheid competenties te ontwikkelen<br />

die voor de beroepsfunctie relevant zijn<br />

- Een student is competent (bewust bekwaam) als hij een probleem herkent, oplost en kan<br />

verantwoorden dat de gekozen oplossing en de gekozen werkwijze/methode voldoen aan<br />

professionele standaarden.<br />

Probleem:<br />

- Wordt de beroepsbeoefenaar met een dergelijk probleem geconfronteerd?<br />

hint: ga na wat voor problemen beroepsbeoefenaren oplossen en je hebt de kern van een<br />

realistische opdracht<br />

- Zijn er criteria waaraan een probleem moet voldoen?<br />

- Welke rol heeft het team t.o.v. het probleem?<br />

hint: geef het team de rol van junior professional<br />

- Is de context waarbinnen het probleem speelt, rijk genoeg zodat studenten uitgedaagd<br />

worden?<br />

hint: neem een context waar studenten hun eigen oplossingen kunnen vormgeven<br />

Produkt / oplossing:<br />

- Is er een good practice voorbeeld beschikbaar?<br />

hint: ga na of je een goed voorbeeld hebt<br />

- Is het produkt een produkt dat een beroepsbeoefenaar oplevert.<br />

- Welke criteria hanteert een beroepsbeoefenaar om na te gaan of een produkt aan<br />

kwaliteitseisen voldoet? (eventueel criteria die uit de literatuur bekend zijn?)<br />

- Is het op te leveren produkt strak omschreven?<br />

hint: variatiemogelijkheden van duidelijke produktkenmerken t/m metacriteria waaraan<br />

produkt moet voldoen<br />

Proces:<br />

- Is er een professionele methode/stappenplan die leidt tot een dergelijk produkt?<br />

hint: ga op zoek naar een dergelijke methode/stappenplan en je hebt een mogelijke<br />

werkwijze<br />

- Zijn er meerdere professionele methodes?<br />

hint: geef teams de vrijheid om een methode te kiezen<br />

- Zijn er tussenprodukten te onderscheiden?<br />

hint: de tussenprodukten kunnen als basis dienen voor een plan van aanpak<br />

- Zijn er criteria waaraan de werkwijze/methode moet voldoen?<br />

- Maakt het team een plan van aanpak?<br />

Professionaliteit:<br />

- Welke competenties kunnen de studenten ontwikkelen bij het uitvoeren van de opdracht?<br />

- Hoe bewijst de student dat hij competent is?


Criteria op meta niveau en concreet niveau: enige voorbeelden<br />

Criteria Plan van Aanpak Management Rapportage (2 e jaar deeltijd: concreet)<br />

Bijlage 15 (2 pag.)<br />

Voor het Plan van Aanpak geldt:<br />

KWALITEIT: Hoofdstukindeling is compleet<br />

KWALITEIT: Achtergrond van ‘het probleem’ en doelstelling van het project zijn duidelijk<br />

KWALITEIT: Op te leveren (deel)producten zijn duidelijk<br />

KWALITEIT: Criteria bij (deel)producten zijn duidelijk<br />

TIJD: Geplande activiteiten per (deel)product zijn duidelijk<br />

TIJD: Planning klopt (van projectteamvergaderingen, activiteiten en deadlines: logische volgorde, consistent<br />

met beschikbare tijd)<br />

TIJD: Deadlines zijn duidelijk<br />

TIJD: Planning bevat reservecapaciteit<br />

GELD: Te besteden zijn middelen vermeld<br />

ORGANISATIE: Werkwijze projectteam m.b.t. besluitvorming is beschreven<br />

ORGANISATIE: Er is rekening gehouden met afhankelijkheden (als van derden iets wordt verwacht, is daar<br />

voldoende tijd voor ingepland)<br />

ORGANISATIE: Er is rekening gehouden met risico’s (en hoe die op te vangen / te beperken)<br />

INFORMATIE: Communicatie en rapportage: hoe, wat, wie en wanneer<br />

INFORMATIE: Documentbeheer: hoe, wie en waar<br />

INFORMATIE: Up to date: ieder teamlid beschikt over actuele versie van projectdocumenten (bijv. Plan<br />

van Aanpak)<br />

Criteria Plan van Aanpak Kwaliteitsaudit (4 e jaar deeltijd: meta)<br />

Studenten kiezen zelf een professionele werkmethode en beargumenteren hun keuze.<br />

Ze stellen voorafgaand hieraan een lijstje met criteria op waarin staat aangegeven waaraan de werkwijze moet<br />

voldoen.<br />

Criteria: Adviesrapport, format nieuwe managementrapportage, gebruiksaanwijzing en<br />

implementatie advies (2 e jaar deeltijd: concreet)<br />

Beoordelingscriteria adviesrapport:<br />

- Het adviesrapport voldoet aan de criteria zoals geformuleerd in hoofdstuk 8 van Taaltopics: rapporteren (zie<br />

literatuurlijst).<br />

- In het adviesrapport zijn de strategiebeschrijving, kritische succesfactoren, kritische factoren,<br />

procesbeschrijving, gegevensmodel, informatie-elementen en controlvariabelen opgenomen. Deze<br />

onderdelen voldoen aan de gestelde criteria.<br />

- Het adviesrapport vormt een samenhangend geheel.<br />

- In de conclusies/aanbevelingen van het adviesrapport zijn opgenomen: een format voor de nieuwe<br />

managementrapportage, een gebruiksaanwijzing voor deze managementrapportage en een implementatie<br />

advies.<br />

- In het adviesrapport is een verantwoording voor de voorgestelde managementrapportage opgenomen.


format nieuwe managementrapportage:<br />

- Het format voor de nieuwe managementrapportage bestaat uit maximaal 2 A4-tjes (liefst 1 A4-tje).<br />

- De nieuwe managementrapportage bevat verbeteringen ten opzichte van de managementrapportage die nu in<br />

de organisatie wordt gehanteerd.<br />

- In het format voor de nieuwe managementrapportage zijn alle relevante controlvariabelen van de afdeling<br />

opgenomen.<br />

- In het format voor de nieuwe managementrapportage zijn de cijfergegevens zo gepresenteerd dat de<br />

gerealiseerde cijfers eenvoudig te vergelijken zijn met de gebudgetteerde, begrote en historische cijfers of<br />

met de normen.<br />

- In het format voor de nieuwe managementrapportage is de informatie geordend, zodat eventuele samenhang<br />

tussen verschillende controlvariabelen duidelijk is.<br />

- Het format voor de nieuwe managementrapportage kent een layout die uitnodigt tot het lezen ervan.<br />

Criteria Analyse tbv Businessplan e-Commerce (3 e jaar deeltijd: meta)<br />

- De op grond van de analyse opgestelde criteria maken het mogelijk een Internet-technologie te kiezen en te<br />

verantwoorden.<br />

- Er is een duidelijke relatie tussen de visie en de op grond van de analyse opgestelde criteria.<br />

- De op grond van de analyse opgestelde criteria omvatten alle elementen van de Business Balanced<br />

Scorecard.<br />

Criteria Businessplan e-Commerce (3 e jaar deeltijd: concreet)<br />

- In het businessplan zijn de visie, de analyse, de strategische keuze en het implementatieadvies opgenomen.<br />

Deze onderdelen voldoen aan de gestelde criteria.<br />

- Het businessplan vormt een samenhangend geheel.<br />

- De onderdelen en opbouw van het businessplan komen overeen met de gebruikelijke structuur van dit soort<br />

teksten in de organisatie waarvoor de opdracht wordt uitgevoerd.<br />

- Alle gegevens en overwegingen, die de conclusies in het businessplan onderbouwen, zijn vermeld.<br />

- De structuur van het businessplan is expliciet gemaakt in tussenkoppen, verbindingszinnen, typografie, enz.<br />

- Vaktermen zijn correct en op de lezer afgestemd (indien nodig zijn vaktermen toegelicht).<br />

- Het businessplan is opgesteld vanuit een commercieel perspectief: het sluit aan bij de behoefte van de<br />

doelgroep en raakt de kern van de problematiek in de opdrachtgevende organisatie.<br />

- Het businessplan bevat heldere conclusies en aanbevelingen vanuit de verschillende onderdelen.<br />

- Het businessplan bevat een managementsummary (samenvatting), die de centrale opdracht met alle<br />

conclusies en aanbevelingen bevat en los van de tekst kan worden begrepen.<br />

- Het businessplan bevat een lijst van gebruikte documenten (literatuurlijst, internetadressen).


Meerwaarde ICT<br />

(uit visie Afdeling MER-Faculteit Economie&Management HvU, mei 2001):<br />

Bijlage 16<br />

ICT kan de docent/begeleider de volgende meerwaarde leveren:<br />

Het grootste voordeel ligt op het terrein van het zichtbaar krijgen van de vorderingen van de project- of<br />

praktijkvoortgang. Omdat studenten inzicht krijgen in elkaars producten, kan een Digitale<br />

Leeromgeving (DLO) de zelfwerkzaamheid vergroten en gerichte vragen te stellen.<br />

In de DLO kunnen de schriftelijke weergaven van voortgangsgesprekken en reflectieverslagen<br />

opgenomen worden en eventueel door de student in zijn digitaal portfolio opgenomen worden.<br />

Bovendien faciliteert een DLO de administratie rondom de project- of praktijkvoortgang.<br />

Daarnaast kunnen zowel tussentijdse producten als eindversies snel en doeltreffend aan de<br />

belanghebbende, inclusief personen van buiten de <strong>Hogeschool</strong> (bedrijfsmentoren en opdrachtgevers),<br />

doorgespeeld worden en becommentarieerd.<br />

Ook het uitnodigen van studenten voor een voortgangsgesprek kan op eenvoudige wijze.<br />

Standaardisatie van het proces t.a.v. stage, scriptie en projecten behoort ook tot de mogelijkheden,<br />

zodat elke docent\student weet wat van hem of haar verwacht mag worden en op welk moment.<br />

Tussentijds kunnen studietaken bijgesteld worden en gecommuniceerd worden aan de<br />

belanghebbenden.<br />

Een Digitale LeerOmgeving kan een studententeam ondersteunen bij:<br />

Projectopdrachten plannen<br />

Projectopdrachten uitvoeren<br />

Voortgang bewaken en daarover rapporteren<br />

Evalueren projectverloop en productkwaliteit<br />

Een DLO geeft inzicht in de opzet en inhoud van te volgen projectmodule en de competenties die in de<br />

module aan bod komen. Hiermee kan de student de werkzaamheden voor het project plannen zonder<br />

dat hiervoor direct contact met de docent nodig is. Projectactiviteiten kunnen op het door de student<br />

gewenste tijdstip worden uitgevoerd en (tussen)producten kunnen via de DLO ter becommentariëring<br />

voorgelegd worden aan medestudenten en projectbegeleider/coach. Vragen of problemen die de student<br />

tijdens de voortgangsbesprekingen aan de docent wil voorleggen kunnen van te voren via de DLO<br />

worden ingebracht en door de docent worden becommentarieerd. Het samenwerken in de projectgroep<br />

wordt gemakkelijker gemaakt doordat bijdragen van de afzonderlijke groepsleden onderling via de<br />

DLO kunnen worden besproken op door de studenten te kiezen tijdstip en plaats, zodat de<br />

voortgangsbesprekingen efficiënt kunnen worden benut. De student kan voor de uitvoering van een<br />

opdracht gebruik maken van via de DLO beschikbaar gesteld studiemateriaal (Managementgame,<br />

FAQ’s, formats voor in te leveren producten, bronverwijzingen, link’s naar relevante internetsites,<br />

feedbackinstrumenten).<br />

Tijdens het uitvoeren van een project gebruikt de student ICT-tools die in de beroepspraktijk ingezet<br />

kunnen worden (Word, Excel, MS-Planner, Powerpoint).<br />

Het geheel aan producten en besprekingen in de digitale discussieruimte kan dienen als logboek voor<br />

het project.<br />

Producten die door de projectgroep zijn vervaardigd kan de student in het digitaal portfolio opnemen<br />

ter demonstratie van behaalde competenties. Feedback omtrent projectvaardigheden en evaluaties van<br />

het project kan de student opnemen in het digitaal portfolio als hulpmiddel bij de bespreking van de<br />

studievoortgang met de studieloopbaanbegeleider. E-mail kan de student gebruiken om ad hoc<br />

afspraken te maken met de projectbegeleider en projectteamleden.


Beoordelings- en begeleidingskader: een voorbeeld<br />

Bijlage 17 (2 pag.)


Aanvullingen op het beoordelings- en begeleidingskader:<br />

- Een van de eerste tussenproducten die het studententeam levert is het plan van aanpak. In het plan<br />

van aanpak expliciteren studenten de afzonderlijke rollen / taken / verantwoordelijkheden in relatie<br />

tot werkwijze en resultaat. Het plan van aanpak wordt beoordeeld op een aantal criteria (zie bijlage<br />

10) en vormt de basis voor begeleiding van studenten.<br />

- Het eindproduct/resultaat dat door het team wordt opgeleverd moet voldoen aan de gestelde<br />

criteria. In de beginfase van het project worden deze criteria ge(her)formuleerd: zowel de<br />

opdrachtgever, begeleider als het team onderschrijven de eisen die worden gesteld.<br />

- In een leer/werkomgeving waarin een realistische opdracht centraal staat wordt geen kennis<br />

getoetst. Bij de afsluiting van het project wordt ernaar gestreefd de toegepaste kennis/vaardigheden<br />

naar een hoger plan te brengen (transfer) d.m.v. een bespreking/vergelijking van de producten<br />

door een forum van opdrachtgevers/beroepsbeoefenaren en door de teams stellingen te laten<br />

formuleren voor het forum.


Beredeneerde literatuurlijst: een voorbeeld<br />

Verplichte literatuur Projectmodule Management rapportage<br />

Niet ieder teamlid behoeft alle onderstaande titels aan te schaffen; wanneer elk projectteam de<br />

beschikking heeft over 1 exemplaar van elke titel, dan is dat voldoende.<br />

Bijlage 18<br />

Burg, G. van den, C.A.van Egten, en A.C.de Jong. Interne berichtgeving: de methode.<br />

Ernst & Young.<br />

Interne publicatie van Ernst & Young. Bevat voorbeelden van informatie-elementen en<br />

controlvariabelen. Tevens een literatuurlijst. Geeft informatie over KFS en KF bij het tot stand komen<br />

van Managamentrapportage.<br />

Verhage, Grondslagen van de Marketing, SBN 90 207 2245 X, EPN.<br />

In hoofdstuk 2, 5 en 6 is relevante informatie te vinden.<br />

Derksen, Th.J.G. en H.W. Crins. Automatisering van de informatieverzorging.<br />

In dit boek worden een aantal schematechnieken besproken, zoals ISAC, DFD en ERD.<br />

Dietz, J.L.G. Introductie tot DEMO.<br />

Dit boek geeft inzicht in de DEMO-methodiek, met daarbij de behorende schematechnieken. DEMO<br />

staat voor Dynamic Essential Modelling of Organisations.<br />

Waal, A.A. de, J.H.J.M. Mijland-Bessems en H. Bulthuis. Meten moet. Deventer,<br />

Kluwer Bedrijfsinformatie, 1998.<br />

Geeft voor verschillende bedrijfstakken voorbeelden van mogelijke kritische succesfactoren en hoe<br />

deze geoperationaliseerd kunnen worden. Het boek begint met twee oriënterende hoofdstukken,<br />

waarin de rol van managementrapportages wordt geschetst. Geeft informatie over KFS bij<br />

verschillende bedrijfstakken en hoe daaruit informatie-elementen (prestatie-indicatoren) kunnen<br />

worden afgeleid.<br />

Braas C. en R. van Couwelaar. Taaltopics: Rapporteren. Groningen: Wolters<br />

Noordhoff, 1996. (ISBN 90 01 16395 5)<br />

Nuttig hulpmiddel bij het schrijven van een adviesrapport.<br />

Verplichte literatuur Projectmodule e-commerce<br />

Tiggelaar, B. (1999). Internet Strategie. Concurrentievoordeel in de digitale economie: Theorie &<br />

Praktijk. Amsterdam: Addison Wesley Longman Nederland BV.<br />

Dit standaardwerk is verplicht gesteld, zodat de opdracht vanuit een gemeenschappelijk<br />

begrippenkader kan worden uitgevoerd.


De functie en opzet van een review.<br />

Bijlage 19<br />

Een review is gericht op twee aspecten:<br />

1. Uitvoering van activiteiten<br />

Het ontwikkelproces wordt met de opleidingsmanager doorgenomen op wat goed gaat en wat verbeterd<br />

kan worden.<br />

2. Het resultaat<br />

Het ontwerpresultaat (ondersteunend materiaal voor ‘Taakgericht teamleren met ICT’) wordt met de<br />

opleidingsmanager en curriculumcommissie doorgenomen.<br />

Reviewprocedure<br />

Een review is bedoeld om aan de opdrachtgever en eventuele andere reviewers (externe deskundigen)<br />

te laten zien en verantwoorden dat het ontwikkelproces en het ontwikkelresultaat voldoen aan de<br />

gestelde eisen.<br />

Een review kan resulteren in bijstellingen van het ontwikkelde materiaal.<br />

Met andere woorden, het team:<br />

- Maakt keuzes duidelijk,<br />

- Laat zien dat het ontwikkelproces aan de in het Plan van Aanpak gestelde eisen voldoet,<br />

- Laat zien dat het voorlopige resultaat (via Prototype) aan het de in het Plan van Aanpak gestelde<br />

eisen voldoet,<br />

- Beantwoordt vragen van reviewers,<br />

- Legt verbeteracties vast en laat deze accorderen door de opleidingsmanager.<br />

Een review kan verschillende vormen aannemen: als aparte sessie, agendapunt op een bijeenkomst van<br />

de beroepenveldcommissie, discussie binnen een digitale (leer)omgeving, enz. Het ontwikkelteam is<br />

ervoor verantwoordelijk dat de review goed wordt uitgevoerd en voldoende informatie oplevert.<br />

Duidelijkheid met betrekking tot de doelen van de review, de voorbereiding door genodigden (hoe en<br />

wat) en de opzet van de review zijn voor alle betrokkenen belangrijk en worden tegelijk met de<br />

uitnodiging gecommuniceerd.


Draaiboek uitvoering: een voorbeeld<br />

DRAAIBOEK<br />

Inter Opleidingen module<br />

Managementrapportage<br />

2 e jaar Deeltijd<br />

Bijlage 20 (8 pag.)<br />

bestemd voor:<br />

opleidingscoördinatoren Deeltijd<br />

Central Beheerders afdelingen<br />

projectbegeleiders


Inhoud<br />

Activiteitenschema voorbereiding<br />

Activiteitenschema uitvoering<br />

Studiewijzer<br />

Afbeelding studiewijzer (blz. 4)<br />

Handleiding Lotus LearningSpace Voor Studenten<br />

tabblad blauw<br />

tabblad rood<br />

Literatuurlijst IO module Managementrapportage tabblad oranje<br />

Programma kick off-avond<br />

Programma forumbijeenkomst<br />

tabblad geel<br />

Interviewprotocollen tabblad groen


Inleiding<br />

Voor u ligt het draaiboek behorend bij de Inter Opleidingen module<br />

Managementrapportage. In de uitvoering van deze module werken projectbegeleiders<br />

en studenten samen in een digitale leeromgeving: LearningSpace. Alle<br />

onderwijsinhoudelijke zaken zijn in LearningSpace te vinden. Dit draaiboek betreft<br />

het regelen van de organisatorische en logistieke aspecten, die noodzakelijk zijn voor<br />

een succesvolle uitvoering van de module.<br />

In dit draaiboek treft u het volgende aan:<br />

een activiteitenschema (inclusief resultaten en deadlines) m.b.t. de voorbereiding;<br />

een activiteitenschema (inclusief resultaten en deadlines) m.b.t. de uitvoering;<br />

de studiewijzer (in blauwdruk: persoons-, plaats- en tijdgebonden informatie dient nog te worden<br />

ingevuld, let op: de afbeelding voor blz. 4 is apart bijgevoegd);<br />

de Lotus LearningSpace handleiding voor studenten;<br />

een literatuurlijst (deze is ook in LearningSpace te vinden);<br />

het kick off-programma (in blauwdruk: persoons-, plaats- en tijdgebonden informatie dient nog<br />

te worden ingevuld);<br />

het forum-programma (in blauwdruk: persoons-, plaats- en tijdgebonden informatie dient nog te<br />

worden ingevuld);<br />

interviewprotocollen (t.b.v. evaluatie);<br />

een diskette (met Word-bestanden van het hierboven genoemde materiaal, m.u.v. de<br />

LearningSpace handleiding).<br />

Het projectteam, dat de module heeft ontwikkeld, is in 2001 nog actief. U kunt met<br />

vragen bij hen terecht; zij zijn voor ondersteuning beschikbaar.<br />

Veel succes & plezier met het uitvoeren van de module,<br />

het projectteam:<br />

Rob Eeken (MER)<br />

Geert Kinkhorst (BE/AC)<br />

René van Dinten (CE)<br />

Benny de Waal (BI/LE)<br />

Paul van der Aa (BE/AC & Cetis)<br />

Magda Ritzen (Cetis)<br />

Marijke Hezemans (projectleider)


Activiteitenschema voorbereiding<br />

Activiteit Resultaat Wie Deadline<br />

Formeren uitvoeringsteam<br />

Elke afdeling levert 1<br />

projectbegeleider voor:<br />

12 uur training (wordt bekostigd vanuit<br />

project);<br />

120 uur uitvoeringsactiviteiten (wordt<br />

bekostigd vanuit afdeling).<br />

Studentgroepen samenstellen<br />

inventariseren van deelnemende<br />

studenten in elke afdeling;<br />

groepjes maken: maximaal 6 studenten<br />

per groep en elke opleiding is<br />

vertegenwoordigd in elke groep (zoveel<br />

mogelijk);<br />

studentgroepen toebedelen aan<br />

projectbegeleiders (maximaal 5 groepjes<br />

per projectbegeleider).<br />

Lokalen reserveren<br />

gedurende blok 4 elke dinsdag- en<br />

vrijdagavond 4 L30 lokalen (1 per<br />

projectbegeleider);<br />

gedurende blok 4 elke dinsdag- en<br />

vrijdagavond 4 computerlokalen (1<br />

per projectbegeleider);<br />

dinsdagavond 17 april kickoff 1<br />

grote zaal;<br />

vrijdagavond 29 juni forum 1 grote<br />

zaal.<br />

benoemd uitvoeringsteam<br />

(bij alle betrokkenen bekend)<br />

overzicht deelnemende<br />

studentgroepen per<br />

projectbegeleider (inclusief<br />

vermelding van opleiding en<br />

ID-code)<br />

Studiewijzer completeren en vermenigvuldigen<br />

denk aan: namen<br />

projectbegeleiders, overzicht<br />

groepen (bijlage), data,<br />

lokatievermeldingen enz.<br />

Organiseren bijeenkomst uitvoeringsteam<br />

uitvoeringsteam uitnodigen;<br />

uitvoeringsteam van vorig jaar<br />

uitnodigen;<br />

lokatie regelen;<br />

studiewijzer & handleiding LS uitdelen;<br />

contactpersoon in uitvoeringsteam<br />

benoemen;<br />

trainingsdatum afspreken (1 dag, in<br />

week 10 of 11 (5 - 17 maart)).<br />

respectievelijke<br />

opleidingscoördinatoren<br />

opleidingscoördinatoren<br />

lokaties vastgelegd opleidingscoördinatoren<br />

geactualiseerde<br />

studiewijzer<br />

leden van uitvoeringsteam<br />

hebben kennis gemaakt met<br />

elkaar en met de module<br />

d.m.v. ervaringen van vorig<br />

jaar en studiewijzer;<br />

benoemd contactpersoon<br />

uitvoeringsteam.<br />

1 februari<br />

2001<br />

1 februari<br />

2001<br />

1 februari<br />

2001<br />

opleidingscoördinatoren<br />

7 februari<br />

2001<br />

opleidingscoördinatoren<br />

9 februari<br />

2001


Activiteit Resultaat Wie Deadline<br />

Organiseren training uitvoeringsteam<br />

in overleg met uitvoeringsteam datum<br />

training vaststellen;<br />

training aanvragen bij Cetis (M. Ritzen)<br />

Activiteit<br />

Opdracht aan studenten verstrekken<br />

informeren van de deelnemende<br />

studenten m.b.t. de IO module<br />

managementrapportage<br />

(verstrekken studiewijzer);<br />

studenten opdracht geven een<br />

bedrijf (opdrachtgever) te zoeken.<br />

Trainen uitvoeringsteam<br />

de projectbegeleiders worden<br />

getraind in het gebruik van<br />

LearningSpace;<br />

de projectbegeleiders doorlopen<br />

de IO module<br />

managementrapportage.<br />

training uitvoeringsteam<br />

(projectbegeleiding IOm en<br />

LearningSpace)<br />

Resultaat<br />

voorbereiding module:<br />

1. informeren studenten<br />

m.b.t. inhoud,<br />

groepsindeling en<br />

projectbegeleider;<br />

2. inventarisatie potentiële<br />

opdrachtgevers.<br />

getrainde projectbegeleiders 1. Cetis i.s.m.<br />

Central<br />

Beheerder;<br />

2. uitvoeringsteam.<br />

LearningSpace gebruiksklaar maken voor projectbegeleiders<br />

opdracht geven aan Central Beheerder<br />

voor:<br />

cursus Managementrapportage via<br />

herstart klaarzetten;<br />

toevoegen van projectbegeleider als<br />

instructor aan de cursus.<br />

opdracht geven aan steunpunt voor:<br />

aanmaken van username en password<br />

voor projectbegeleider;<br />

cliënt-versie van LN op de computer van<br />

projectbegeleider installeren (incl.<br />

snelkoppelingen).<br />

digitale leeromgeving<br />

managementrapportage voor<br />

elke projectbegeleider<br />

opleidingscoördinatoren<br />

16 februari<br />

2001<br />

W<br />

i<br />

e<br />

opleidingscoördinatoren<br />

i.s.m. uitvoeringsteam<br />

9 maart<br />

2001<br />

1. opleidingscoördinator;<br />

2. Central<br />

Beheerder;<br />

3. Steunpunt<br />

17 maart<br />

2001<br />

17 maart<br />

2001


LearningSpace gebruiksklaar maken voor studentgroepen<br />

de projectbegeleiders voegen hun<br />

studentgroepen aan hun cursus toe;<br />

de projectbegeleiders testen de<br />

toegankelijkheid van de cursus op een<br />

aantal studentwerkplekken.<br />

Organiseren kick off-avond<br />

sprekers regelen (zie conceptprogramma);<br />

programma + uitnodigingen (studenten,<br />

sprekers en ev. andere betrokkenen)<br />

verzendklaar maken;<br />

catering regelen;<br />

uitnodiging + programma verzenden;<br />

iemand van het steunpunt vragen op de<br />

kick off-avond aanwezig te zijn.<br />

Activiteit<br />

Inventariseren potentiële opdrachtgevers<br />

elke projectbegeleider benadert zijn<br />

studentgroepen; en<br />

bespreekt met hen de potentiële<br />

opdrachtgevers aan de hand van de criteria<br />

(unit 1).<br />

digitale leeromgeving voor<br />

elke deelnemende student<br />

beschikbaar<br />

kick off programma +<br />

sprekers + ondersteuning<br />

steunpunt bij inlogproblemen<br />

Resultaat<br />

uitvoerings-team<br />

opleidingscoördinatoren<br />

i.s.m. uitvoeringsteam<br />

W<br />

i<br />

e<br />

23 maart<br />

2001<br />

27 maart<br />

2001<br />

selectie opdrachtgevers respectievelijke<br />

projectbegeleiders<br />

met studentgroepen<br />

30 maart<br />

2001


Activiteit<br />

Keuze opdrachtgevers<br />

elke studentgroep bepaalt de definitieve<br />

opdrachtgever; en<br />

geeft dit aan projectbegeleider door.<br />

Resultaat<br />

elke studentgroep heeft een<br />

opdrachtgever<br />

respectievelijke<br />

projectbegeleiders<br />

& studentgroepen<br />

Vermenigvuldigen brochure steunpunt en handleiding LearningSpace<br />

haal bij het steunpunt brochures over<br />

'studenten en inloggen op het FEMnetwerk'<br />

controleer de handleiding LearningSpace<br />

op namen, data en verwijzingen naar<br />

internet<br />

zorg dat van beide voldoende (voor alle<br />

deelnemende studenten) exemplaren<br />

aanwezig zijn.<br />

brochures &<br />

geactualiseerde handleiding<br />

LearningSpace<br />

opleidingscoördinatoren<br />

i.s.m. Central<br />

Beheerder<br />

W<br />

i<br />

e<br />

13 april<br />

2001<br />

16 april<br />

2001


Activiteitenschema uitvoering<br />

Activiteit<br />

Kick off-avond<br />

zie programma<br />

de projectbegeleiders delen de brochure<br />

van het steunpunt en de handleiding<br />

LearningSpace uit.<br />

Organiseren forumbijeenkomst<br />

forumdeelnemers regelen (zie conceptprogramma);<br />

presentaties projectproducten vaststellen<br />

(1 presentatie per projectbegleider);<br />

programma + uitnodigingen (studenten,<br />

sprekers en ev. andere betrokkenen)<br />

verzendklaar maken;<br />

catering regelen;<br />

uitnodiging + programma verzenden.<br />

Tussentijds evalueren door studenten<br />

studenten vullen vragenlijst in LS in;<br />

projectbegeleiders verwerken resultaten<br />

en stellen verbeterpunten op;<br />

projectbegeleiders rapporteren aan<br />

studenten en ontwikkelteam.<br />

Resultaat<br />

start IO module<br />

Managementrapportage<br />

forumbijeenkomst-programma<br />

+ sprekers<br />

tussentijdse evaluatie IO<br />

module<br />

Verbeteren IO module Managementrapportage in uitvoering<br />

verbeteractiviteiten n.a.v. de evaluatie,<br />

die direct kunnen worden uitgevoerd,<br />

worden opgepakt en geïmplementeerd.<br />

Evalueren IO module d.m.v. interviews onder:<br />

1. uitvoeringsteam;<br />

2. studentgroepen;<br />

3. sprekers;<br />

4. steunpuntmedewerker;<br />

5. overige<br />

betrokkenen.<br />

opleidingscoördinatoren<br />

i.s.m. uitvoeringsteam<br />

1. studenten;<br />

2. projectbegeleiders;<br />

3. Central<br />

Beheerder<br />

verbeterde IO module projectbegeleiders<br />

(ev. i.s.m.<br />

projectteam)<br />

W<br />

i<br />

e<br />

17 april<br />

2001<br />

1 juni<br />

2001<br />

28 mei 2001<br />

2 juni<br />

2001


Activiteit<br />

4 individuele studenten (1 per<br />

projectbegeleider);<br />

4 studentgroepen (1 per<br />

projectbegeleider);<br />

de projectbegeleiders;<br />

de forumleden;<br />

analyseren van resultaten en<br />

verbeteractiviteiten vaststellen;<br />

verwerken tot rapport.<br />

Resultaat<br />

evaluatierapport IO module<br />

Managementrapportage<br />

W<br />

i<br />

e<br />

opleidingscoördinatoren<br />

(ev.<br />

i.s.m.<br />

projectteam)<br />

13 juli 2001


Activiteit<br />

Beoordelen projectproducten<br />

de projectbegeleiders beoordelen de<br />

producten met 'voldoende' of<br />

'onvoldoende';<br />

op grond van de beoordeling worden de<br />

studiepunten aan studenten toegekend;<br />

projectbegeleiders vullen de<br />

beoordelingslijst voor hun studenten in;<br />

de contactpersoon sorteert de<br />

beoordelingslijst op opleiding;<br />

de contactpersoon geeft elke afdelingsmedewerker<br />

PROGRESS de<br />

desbetreffende opleidingslijst voor<br />

registratie.<br />

Forumbijeenkomst<br />

Resultaat<br />

studievoortgangs-registratie in<br />

PROGRESS<br />

zie programma afsluiting IO module<br />

Managementrapportage<br />

1. projectbegeleiders;<br />

2. contactpersoonuitvoeringsteam.<br />

1. uitvoeringsteam;<br />

2. studentgroepen;<br />

3. forumleden;<br />

4. overige<br />

betrokkenen.<br />

W<br />

i<br />

e<br />

6 juli<br />

2001<br />

29 juni<br />

2001


Evaluatie: voorbeelden<br />

Tussen-evaluatie<br />

Bijlage 21 (3 pag.)<br />

Informatie<br />

1. In de studiewijzer is deze module duidelijk omschreven. helemaal helemaal<br />

oneens eens<br />

2. In de studiewijzer is duidelijk beschreven, welke activiteiten en<br />

resultaten van mij worden verwacht.<br />

3. In de handleiding Lotus LearningSpace is duidelijk beschreven<br />

hoe ik in LearningSpace kan werken.<br />

Inhoud & opzet van de module<br />

4. Het is mij duidelijk hoe ik in de beroepspraktijk kan toepassen<br />

wat ik in deze module leer.<br />

helemaal helemaal<br />

oneens eens<br />

helemaal helemaal<br />

oneens eens<br />

helemaal helemaal<br />

oneens eens<br />

5. De inhoud van deze module sluit aan bij mijn voorkennis. helemaal helemaal<br />

oneens eens<br />

6. De (unit)opdrachten zijn begrijpelijk. helemaal helemaal<br />

oneens eens<br />

7. Ik krijg voldoende feedback op mijn (tussen)producten tijdens<br />

deze module.<br />

helemaal helemaal<br />

oneens eens<br />

8. De moduleninhoud sluit voldoende aan op andere modulen. helemaal helemaal<br />

oneens eens<br />

Projectbegeleider & werkvorm<br />

9. De projectbegeleider is studentvriendelijk (vriendelijk,<br />

toegankelijk, hulpvaardig).<br />

10. De projectbegeleider is goed bereikbaar (telefonisch, per e-mail<br />

of op de faculteit aanwezig).<br />

11. De projectbegeleider geeft tijdig feedback op (tussen)resultaten<br />

en (tussen)producten.<br />

12. De feedback is helder en constructief; het nodigt uit tot het<br />

verbeteren van (tussen)producten.<br />

helemaal helemaal<br />

oneens eens<br />

helemaal helemaal<br />

oneens eens<br />

helemaal helemaal<br />

oneens eens<br />

helemaal helemaal<br />

oneens eens


13. Tijdens de groepsbijeenkomsten neemt ieder groepslid loyaal<br />

en actief deel aan de vergadering en de besluitvorming. helemaal helemaal<br />

oneens eens<br />

Lotus LearningSpace<br />

14. Lotus LearningSpace maakt het voor mij eenvoudig om met<br />

mijn groepsgenoten te communiceren. helemaal helemaal<br />

oneens eens<br />

15. Het grootste deel van mijn communicatie met mijn<br />

groepsgenoten loopt via Lotus LearningSpace.<br />

16. Lotus LearningSpace maakt het voor mij eenvoudig om met<br />

mijn projectbegeleider te communiceren.<br />

17. In Lotus LearningSpace zijn de opdrachten duidelijk en<br />

gestructureerd omschreven; het is helder wat ik binnen de<br />

module moet doen.<br />

18. Lotus LearningSpace maakt het voor mij eenvoudig om met<br />

mijn groepsgenoten aan gezamenlijke documenten te werken.<br />

helemaal helemaal<br />

oneens eens<br />

helemaal helemaal<br />

oneens eens<br />

helemaal helemaal<br />

oneens eens<br />

helemaal helemaal<br />

oneens eens<br />

19. Wij leveren de (tussen)producten via Lotus LearningSpace in. helemaal helemaal<br />

oneens eens<br />

20. Ik vind de discussies, die binnen LearningSpace worden<br />

gevoerd, nuttig.<br />

21. Ik vind dat je op een eenvoudige manier in LearningSpace kunt<br />

discussiëren.<br />

22. Ik vind het handig om de feedback op de ingeleverde producten<br />

te kunnen bekijken in mijn portfolio.<br />

helemaal helemaal<br />

oneens eens<br />

helemaal helemaal<br />

oneens eens<br />

helemaal helemaal<br />

oneens eens<br />

Studielast<br />

23. Hoeveel uur per week besteed je aan deze module? 0 tot 6 uur 6 tot 12 uur <br />

12 tot 18 uur 18 tot 24 uur <br />

24. Ik vind deze module wat betreft niveau en studiebelasting (denk<br />

aan: moeilijkheid, tempo, hoeveelheid werk):<br />

24 uur - meer <br />

licht zwaar


Eindevaluatie:<br />

Interviewprotocol Projectbegeleider<br />

Elke projectbegeleider wordt afzonderlijk geïnterviewd (duur +/- 10 minuten)<br />

1) Beoordeling algemeen: goed punt /slecht punt?<br />

2) Hoe bevalt werken met Lspace?<br />

3) Hoe bevalt de rol als procesbegeleider die in niet altijd inhoudsdeskundige is?<br />

4) Inhoud ( in relatie tot integratie en niveau en hoeveelheid werk) voldoende?<br />

5) Zijn er (inhoudelijke) wensen per richting?<br />

6) Formatie voldoende?<br />

7) Contacttijd voldoende?<br />

8) Aanvullingen/tips ter verbetering (algemeen en per unit)<br />

Interviewprotocol Studentengroepen:<br />

Twee studentengroepen interviewen (duur 15 minuten per keer)<br />

1) Beoordeling algemeen: goed punt/slecht punt<br />

2) Onderlinge contacten voldoende?<br />

3) Contacten met begeleider voldoende?<br />

4) Welke middelen voor onderlinge communicatie zijn gebruikt. Was dit voldoende?<br />

5) Hoe bevalt werken met Lspace?<br />

6) Wat was de meerwaarde van het werken met expertise van student uit andere opleiding?<br />

7) Hoe was de ervaring met het werken met de casus van het bedrijf van een andere student?<br />

8) Aanvullingen/tips ter verbetering<br />

Interviewprotocol Studenten individueel:<br />

Vier studenten worden individueel geïnterviewd (duur +/-10 minuten)<br />

1) Beoordeling algemeen: goed punt/slecht punt<br />

2) Hoe bevalt werken met Lspace, heb je wat aan Lspace gehad? Waarom heb je er geen gebruik van<br />

gemaakt (indien van toepassing)<br />

Hoe ging het vinden van een opdracht(gever)<br />

3) Hoe heb je ervaren om aan andermans casus/bedrijf te werken? (indien van toepassing)<br />

4) Heb je iets aan de module gehad?<br />

5) Hoe was de aansluiting op andere modules?<br />

6) Inhoud (in relatie tot studieverwachtingen) voldoende?<br />

7) Opmerkingen t.o.v. samenwerking met collega-studenten<br />

8) Opmerkingen t.o.v. samenwerking met projectbegeleiders<br />

9) Contacttijd met projectbegeleider voldoende?<br />

10) Hoe was de studielast vergeleken met andere modules?<br />

11) Relatie project met werksituatie.<br />

12) Wat vond je van de tussenevaluatie en de reactie daarop<br />

13) Aanvullingen/tips ter verbetering<br />

Vragenlijst opleidingscoördinatoren<br />

schriftelijk (± 10 minuten)<br />

1. Wat is je algemene indruk over deze module? Zie je specifieke plus- of minpunten?<br />

2. Heeft de Inter Opleidingen module voldaan aan jouw verwachtingen? In welk opzicht?<br />

3. Welke klachten of signalen/vragen hebben je bereikt over de uitvoering (zowel positief als<br />

negatief)?<br />

4. Heb je suggesties voor verbeteringen?<br />

5. Welke overwegingen spelen een rol bij de keuze van een projectbegeleider (begeleidende docent)<br />

uit je afdeling voor deze module?


Opzet training voor begeleiders/uitvoerders<br />

Opzet Training begeleiders Inter Opleidingen Module<br />

Inzet IOM-projectbegeleiders: 12 uur<br />

Uitvoering (door Cetis of O&S): 20 uur<br />

Bijlage 22 (2 pag.)<br />

Doelen training<br />

7. Leren kennen van module /werkwijze studenten<br />

8. Begeleiden op basis van Plan van Aanpak: waarom en hoe gaat dat?<br />

9. Beoordelen m.b.v. criteria en verantwoording: waarom en hoe?<br />

10. Leren kennen van digitale Leeromgeving Lotus LearningSpace (LLS) en Lotus Notes (LN)<br />

11. Begeleiden en beoordelen in de digitale leeromgeving LLS: hoe?<br />

12. Samenwerken met collega-begeleiders: hoe en waarom?<br />

Hoe te realiseren:<br />

1. Via doorlopen studiewijzer en digitale leeromgeving<br />

2. Criteria Plan van Aanpak (PvA), bekijken voorbeeld PvA (good practice/feedback begeleider/beter<br />

practice), begeleiden via PvA (verantwoordelijkheid studenten/team, planning, afspraken,<br />

beslisdocumenten, free-riders).<br />

Let op: Audit kent onderscheid PvA / Projectplan/methode<br />

3. Via good practice: bekijken beoordelingscriteria, bespreken van mate van uitvoerigheid van<br />

criteria (minder expliciet in jaar 4), leveren van feedback, controleren versus verantwoordelijkheid<br />

geven, wat betekent ‘verantwoorden’ (aanspreekbaarheid individu versus team), beoordelen in<br />

relatie tot competenties<br />

4. Eerst LLS bekijken in rol van student: Discussie in LLS, assignments inleveren (individu versus<br />

team), hulpmiddelen via Mediacenter.<br />

5. Daarna LLS bekijken in rol van begeleider. Tot slot Lotus Notes als begeleider.<br />

Bijstellen van module in LN n.a.v. evaluatie in voorgaand jaar, input via coördinator IOM.<br />

6. Mogelijkheden in LLS m.b.t. begeleiden en beoordelen<br />

7. Zie ook 3. Bespreken van veel voorkomende vragen: opnemen als FAQ<br />

Met IOM: Opstellen van brieven voor studenten (zie draaiboek)<br />

Aandachtspunten voor begeleiders mbt studenten:<br />

Stimuleer studenten om bij elkaar in het bedrijf te kijken.<br />

Bij IOM-KwaliteitsAudit: studenten moeten tijd reserveren om interviews in het bedrijf af te<br />

nemen (in/buiten werktijd)<br />

Samenstelling teams (op basis waarvan).<br />

Evaluatie: tussentijds en afsluitend<br />

Bepalen wie trekker van het begeleidingsteam wordt (voorzitten tussentijdse bijeenkomsten)<br />

Opzet training:<br />

Voorafgaand aan de eerste trainingsbijeenkomst krijgen de toekomstige IOM-begeleiders toegestuurd: de<br />

opzet/doelen van de training met daarbij de studiewijzer, adres LLS, evaluatierapport en een voorbeeldprodukt<br />

(van Plan van Aanpak t/m eindprodukt).<br />

7,50 uur De IOM-begeleiders bereiden zich voor via: Studiewijzer, kijken in LLS, doornemen<br />

evaluatierapport van uitvoering in voorgaand jaar, en vergelijken good-practice voorbeelden met<br />

geformuleerde criteria..<br />

Bijeenkomst 1 (generiek, voor de projectbegeleiders van alle IO-modules)<br />

0,25 uur Start en kennismaking, doelen en gang van zaken tijdens training, inleiding studiewijzer<br />

1,00 uur Doornemen criteria PvA aan de hand van good-practice PvA;<br />

alle IOM-projectbegeleiders hebben de feedback geformuleerd die zij zouden geven op het PvA,<br />

deze feedback wordt onderling vergeleken;<br />

0,50 uur Functie PvA als begeleidingsinstrument


0,50 uur Korte introductie op LLS zodat de projectbegeleiders zelf thuis verder kunnen werken<br />

(nagaan of ieder over LN beschikt, verschil LLS en LN, korte presentatie functionaliteiten)<br />

Bijeenkomst 2 (specifiek, voor de projectbegeleiders van elke IO-module afzonderlijk)<br />

1,50 uur Doornemen criteria van verschillende tussenresultaten/producten aan de hand van good-practice<br />

voorbeelden;<br />

elke IOM-projectbegeleider heeft voor een van de (tussen)produkten feedback geformuleerd die hij<br />

daarop zou geven, deze feedback wordt besproken;<br />

0,50 uur Bespreking hoe op een efficiënte wijze feedback schriftelijk te formuleren<br />

0,25 uur Werkafspraken uitvoeringsteam (o.a. over overlegmomenten, onderlinge ondersteuning, evaluatie)<br />

Begeleiding van training begeleiders IOM<br />

Uitgangspunt is dat het team projectbegeleiders zo is samengesteld dat enkele begeleiders reeds<br />

ervaring hebben met het uitvoeren van de module. Zij verzorgen/begeleiden voor hun uitvoeringsteam<br />

de tweede (specifieke) trainingsbijeenkomst.<br />

De eerste (generieke) trainingsbijeenkomst wordt ook verzorgd door ervaren projectbegeleiders<br />

(daarbij is wel overleg mogelijk, want er zijn meer potentiële verzorgers omdat er meerdere IOmodules<br />

zijn). De coördinator IOM is bij de eerste bijeenkomst aanwezig, hij/zij coördineert de<br />

trainingen.<br />

Waarschijnlijk zullen er voor de uitvoeringsronde in 2001-2002 nog te weinig ervaren<br />

projectbegeleiders (zeker voor IOM auditing). Als dat het geval is, kan Cetis de training (eenmalig)<br />

organiseren.


Voorbeelden van communicatie met studenten en opdrachtgevers<br />

Beste deeltijdstudent,<br />

Bijlage 23 (2 pag.)<br />

In het derde blok is de InterOpleidingen module Kwaliteitsaudit gepland (jaar 4 deeltijdopleidingen).<br />

Evenals de Inter Opleidingen module Managementrapportage, die je wellicht vorig jaar hebt gevolgd,<br />

wordt deze module door de FEM-deeltijdopleidingen gezamenlijk aangeboden.<br />

Je werkt in deze module samen in een team van 4 of 5 studenten, die afkomstig zijn uit verschillende<br />

opleidingen. De teamindeling wordt vooraf gemaakt met gegevens van de verschillende afdelingen:<br />

alle in PROGRESS geregistreerde vierdejaars deeltijdstudenten worden ingedeeld.<br />

Bijgaand tref je de voorlopige teamindeling aan. Om te kunnen nagaan of deze teamindeling correct is,<br />

willen we vóór [ datum ] je reactie wanneer één van de volgende situaties van toepassing is, zodat we<br />

een definitieve teamindeling kunnen maken (en je in LearningSpace aan de module kunnen toevoegen,<br />

zie ook hieronder):<br />

1. Je wilt in het 3 e blok de Inter Opleidingen module Kwaliteitsaudit volgen en je bent niet in één van<br />

de (ongeveer) 20 teams ingedeeld.<br />

2. Je bent wel ingedeeld in één van de 20 teams, maar je gaat de Inter Opleidingen module<br />

Kwaliteitsaudit niet volgen.<br />

Wanneer je bent ingedeeld en je gaat de module volgen, dan hoef je niet te reageren.<br />

Graag je reactie naar [coordinator IOM] (FEM, afdeling , tel. 030 258….,<br />

e-mail: ….@econ.hvu.nl of iom@econ.hvu.nl), liefst via e-mail.<br />

Tot slot, in de module wordt gebruik gemaakt van LearningSpace (groupware). Via Internet kun je<br />

toegang tot LearningSpace krijgen. Via www.teleleren.econ.hvu.nl vind je de handleiding waarin ook<br />

wordt beschreven hoe je toegang krijgt tot jouw module.<br />

Zogauw de module e-commerce beschikbaar is in LearningSpace [ datum ] kun je m.b.v. je username<br />

en wachtwoord in de module terecht.<br />

Met vriendelijke groet<br />

[naam coordinator IOM]<br />

Beste deeltijdstudent,<br />

Al eerder ontving je een brief m.b.t. de Inter Opleidingen module Kwaliteitsaudit. Deze brief betrof de<br />

voorlopige groepsindeling. Na verwerking van reacties van studenten is de groepsindeling nu definitief<br />

(zie bijlage en Elise).<br />

In week [ nummer ] zijn studenten toegevoegd aan de digitale leeromgevingen. Deze studenten hebben<br />

vanaf heden via Internet toegang tot hun leeromgeving.<br />

Evenals de Inter Opleidingen module Managementrapportage en e-commerce, die je wellicht in de<br />

voorgaande jaren hebt gevolgd, krijgt je team een projectopdracht. Informatie over de projectopdracht<br />

kun je in LearningSpace en beknopt in de bijgevoegde studiewijzer vinden.<br />

Deze opdracht voer je uit voor je eigen bedrijf/opdrachtgever of voor een externe opdrachtgever. Je<br />

beslist als projectteam welk bedrijf, bij voorkeur waarbij een van jullie werkt, het meest geschikt en<br />

bereid is om als opdrachtgever op te treden.<br />

Je wordt verzocht alvast bij je werkgever na te gaan of deze eventueel bereid is als opdrachtgever<br />

op te treden, zodat je in je team bij de start van de module [datum] een potentiële opdrachtgever<br />

kunt inbrengen.<br />

Tot slot, de formele start van de IO module vindt plaats op [datum]. Je wordt vriendelijk verzocht op<br />

deze avond aanwezig te zijn. Het programma voor die avond is bijgevoegd.<br />

Met vriendelijke groet<br />

[naam coordinator IOM]


VOORBEELD-brief!<br />

Aan: [potentiële opdrachtgever]<br />

Van: [naam projectbegeleider]<br />

Betreft: Project Kwaliteitsaudit (Inter Opleidingen module)<br />

<strong>Utrecht</strong>, [datum]<br />

Geachte mevrouw/meneer,<br />

U bent door een van onze deeltijdstudenten benaderd met de vraag of u als opdrachtgever wilt optreden<br />

voor een team van 4 of 5 vierdejaars deeltijdstudenten in verband met een project dat zij gaan uitvoeren<br />

op het gebied van kwaliteitsaudit.<br />

Dit project met betrekking tot Kwaliteitsaudit is het onderwerp van een Inter Opleidingen module; een<br />

module waarin verschillende economische opleidingen een bijdrage hebben geleverd. Het project<br />

wordt uitgevoerd door studenten uit verschillende economische opleidingen die ieder hun eigen<br />

expertise inbrengen.<br />

De opdracht, die de studenten krijgen, luidt:<br />

……………..<br />

De studenten zullen met u de projectopdracht bespreken en een plan van aanpak opstellen. Hierbij<br />

zullen zij u om informatie m.b.t. uw organisatie vragen…………..<br />

Alle verstrekte informatie en de uitkomsten van de kwaliteitsaudit …. zijn uitsluitend voor intern<br />

gebruik en zullen als zodanig met de bijbehorende vertrouwelijkheid worden behandeld.<br />

Wanneer u nog vragen heeft, kunt u contact opnemen met de projectbegeleider van het studententeam.<br />

Naam, adres en telefonnnummer staan boven aan deze brief vermeld.<br />

Ik hoop dat u uw medewerking wilt verlenen en wil u bij voorbaat daarvoor hartelijk danken.<br />

Met vriendelijk groet,<br />

[naam projectbegeleider]


Samenwerkend studeren / samenwerkend leren met ICT<br />

Bijlage 24 (3 pag.)<br />

Uit: ICT toepassen bij samenwerkend leren: kritische succesfactoren<br />

(werkversie 14 juni 2001)<br />

Pierre van Eijl m.m.v. Marijke Hezemans, Albert Pilot,<br />

Artikel in het kader van een SURF-project Taakgericht Teamleren en ICT<br />

(….)<br />

ICT heeft de nodige potenties voor samenwerkend leren maar het is de vraag is hoe daar goed gebruik<br />

van te maken is. De verschillende vormen van samenwerkend leren zijn divers en dat geldt ook voor de<br />

verschillende vormen van ICT-ondersteuning.<br />

Bij samenwerkend leren kan aan allerlei vormen van gezamenlijke opdrachten of projecten gedacht<br />

worden maar ook aan productieve vormen van overleg in het kader van een studietaak zoals bij<br />

probleemgestuurd onderwijs. Allerlei nieuwe termen op dit gebied zoals ‘taakgericht teamleren,<br />

collaborative learning, reciprocal learning, computer supported collaborative learning (CSCL) en cooperative<br />

learning’ geven aan dat er een sterk toegenomen belangstelling is voor onderwijsvormen<br />

waarbij studenten samenwerken en waar men ook meer van verwacht dan onderwijs met alleen<br />

zelfstudie. Voor samenwerkend leren worden diverse definities gegeven. Een eenvoudige definitie is<br />

‘studenten die samenwerken aan een studietaak’. Bij deze definitie moet men zich wel realiseren dat bij<br />

allerlei vormen van samenwerkend leren vaak sprake is van een combinatie van zelfstudie,<br />

samenwerken en contactonderwijs. De meeste tijd gaat doorgaans in de zelfstudie zitten. Andere<br />

definities zoals van Van der Linden en Haenen (1999) zijn uitgebreider en benadrukken het belang van<br />

de ‘positieve onderlinge afhankelijkheid van de studenten in een team bij het komen tot een resultaat.<br />

Verder noemen zij als extra kenmerken ‘individuele aanspreekbaarheid’ van de student,<br />

‘gelijkwaardige bijdrage van ieder teamlid’ en ‘simultane interactie’. Op deze wijze leren de teamleden<br />

ook van elkaar, wat inhoudt dat ze soms als docent voor elkaar optreden. Leren is zoniet alleen<br />

informatie opnemen en verwerken maar leren krijgt zo ook een sociale functie, omdat een team als<br />

geheel de leerstof betekenis geeft.<br />

In een definitie van taakgericht teamleren van Van Weert (2001) wordt tevens de authenticiteit van de<br />

studietaak benadrukt: ‘er is een taak of opdracht in relatie tot een beroep of functiegebied en er is een<br />

team dat aan de opdracht werkt en een product aflevert’. Dit maakt het onderwijs mogelijk<br />

motiverender voor de studenten en kan zo, leerpsychologisch gezien, de kans op toepassing (transfer)<br />

van het geleerde naar de latere werksituatie verhogen.<br />

(…)<br />

Voorbeeld: taakgericht teamwerk en ict in deeltijd<br />

Aanleiding<br />

In dit voorbeeld staat een vorm van projectonderwijs centraal. Dit betreft een<br />

interopleidingenmodule van de <strong>Hogeschool</strong> van <strong>Utrecht</strong> (Aa, P. van der, M.<br />

Hezemans & G. Kinkhorst, 2000) die in het kader van een ICT-project ontwikkeld<br />

is. Dit was voor de opleiding de gelegenheid om te proberen competentieontwikkeling,<br />

interdisciplinair werken en teamleren in deze nieuwe module te<br />

realiseren. Zij karakteriseren dit als taakgericht teamleren ondersteund door ICT.<br />

Onderwijsopzet<br />

Tweedejaars deeltijd economiestudenten krijgen gedurende tien weken een module waarin ze in teams<br />

van 5 á 6 studenten van verschillende opleidingen binnen de faculteit Economie en Management, de<br />

taak hebben een managementrapportage voor een bedrijf of afdeling te maken. De opdracht wordt<br />

geënt op een bedrijf waar één van de studenten van een team werkt. De opdracht luidde:<br />

Voorbeeld van de taak<br />

Maak een opzet voor een nieuwe of verbeterde managementsrapportage en geef aan welke<br />

stappen gezet moeten worden om het voorstel in de opdrachtgevende organisatie te realiseren<br />

(implementatieplan).


De module bestaat uit zeven units waarin de teams van studenten stap voor stap werken aan het<br />

uiteindelijke product. Er zijn geen colleges of werkcolleges geprogrammeerd maar wel<br />

contactbijeenkomsten met een docent/begeleider. Ieder team maakt met de begeleider afspraken over<br />

wanneer men waarover bijeenkomt. Door het bestuderen van deze module kunnen studenten zich een<br />

aantal competenties eigen maken die nauw gelieerd zijn met dit onderwerp.<br />

Kader: Stroomdiagram interopleidingsmodule managementrapportage<br />

Projectstudie en ICT<br />

In dit voorbeeld wordt uitgegaan van een structuur van wekelijkse of veertiendaagse<br />

contactbijeenkomsten, onbegeleide zelfstudie (individueel of in subgroepen) en inzet van ICT<br />

in één samenhangende website. Per team is er een apart forum voor opdrachten,<br />

documentatie, samenwerking (studenten onderling of met docent). De website is gemaakt in<br />

Lotus Notes Learning Space. Bij de start van de cursus wordt de digitale leeromgeving<br />

ontsloten voor iedere deelnemende docent en student. De modulestructuur ziet er bij<br />

benadering als volgt uit:<br />

.Informatie over opzet<br />

module<br />

. Uitdelen<br />

studiewijzers<br />

A .Presentatie .taak .beoordeling<br />

a. opdracht (met productcriteria) vorige taak<br />

b .Gesprek groepje .Rapportage .resultaat<br />

o met begeleider opdracht (ICT) .Docent .Dead-<br />

d .Vragen stellen .Discussie (ICT) begeleiding line<br />

<br />

Act.- [> Startbijeenkomst -> Zelf/groepstudie -> Bijeenkomst -- X --->Beoordeling--]- ><br />

unit<br />

sequentie<br />

R .Kennismaken, . Discussie- .Feedback .Ingeleverd<br />

e taakverdeling en bijdragen(ICT) (tussen)product<br />

s afspraken .Uitwerking<br />

u taak<br />

l<br />

t.<br />

Bij de eerste van de zeven units waaruit de cursus bestaat, staat het starten centraal met<br />

kennismaking met de teamleden, de docent en het onderwerp. In de eerste week wordt een<br />

‘plan van aanpak’ gemaakt (het product van unit 1) voor het verdere projectwerk. In de laatste<br />

unit worden de resultaten van de teams besproken door een ‘live’ forum waarin ook externe<br />

deskundigen zitting hebben.<br />

De producten van de units werden door de docent beoordeeld en zonodig kreeg een team een<br />

aanvullende opdracht. Voor het inleveren van de producten waren er vier deadlines geprogrammeerd.<br />

De werkmethodiek die studenten moesten volgen, is ontleend aan de praktijk. Tijdens het werk kunnen<br />

studenten op grond van voortschrijdend inzicht en feedback delen van het eindproduct<br />

(tussenproducten) verbeteren zodat uiteindelijk een optimaal eindproduct ontstaat dat wordt<br />

beoordeeld. Deze module is voor ca. 100 studenten verzorgd. Hierbij waren een viertal begeleiders<br />

betrokken.


Resultaten<br />

Er is een enquête afgenomen onder de deelnemende studenten en er zijn een aantal interviews<br />

afgenomen (Projectteam, 2000). Zowel studenten als docenten waardeerden de informatie (studiewijzer<br />

en website), de inhoud en opzet van de module, het samenwerken en de studielast (uren & planning) als<br />

voldoende tot goed. Voor de opzet van de module en de website werden nog enige verbeterpunten<br />

gesignaleerd. Studenten herkenden de mogelijke toepassing van het geleerde in de beroepspraktijk. Het<br />

multidisciplinaire karakter van de module (het leren van elkaar) werd als goed beoordeeld. De<br />

deeltijdstudenten vonden de communicatie via e-mail, website en contactbijeenkomsten goed verlopen.<br />

Het bood hen de mogelijkheid om tussen hun werk door met de opdracht bezig te zijn en contact met<br />

medestudenten te onderhouden. Over de resultaten van de projectteams waren de docenten tevreden.<br />

Afhankelijkheid van een bedrijf voor het leveren van de gegevens voor de managementrapportage werd<br />

soms als lastig ervaren.<br />

(..)<br />

Kritische succesfactoren ICT bij samenwerkend leren<br />

1. Zorg dat studenten de startdrempel voor gebruik website overwinnen<br />

2. Naast een virtueel aanbod is ‘live’-contact nodig<br />

3. Koppeling ‘live’ en virtueel<br />

4. Selectief internet laten gebruiken<br />

5. Maak van de site een vast punt in de cursus<br />

6. Attractieve en overzichtelijke website<br />

7. Website voor zowel samenwerkend als individueel leren<br />

8. Maak gebruik van de feedbackmogelijkheden via ICT<br />

9. Ingebouwde restricties beperkt gebruiken<br />

10. Authenticiteit bevorderen via ICT<br />

11. ICT in de beoordeling betrokken<br />

(..)

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!