Word Pro - vergeving - Gordon van Veelen
Word Pro - vergeving - Gordon van Veelen
Word Pro - vergeving - Gordon van Veelen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
door Drs. G.A. <strong>van</strong> <strong>Veelen</strong><br />
Vergeving 1<br />
Vergeving<br />
Onze Vader<br />
In het gebed, dat Jezus zijn discipelen leerde zit de beroemde zinsnede: Vader vergeef ons<br />
onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren. In Mattheüs en Lukas lezen we<br />
het volgende: Matt 6:12 vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze<br />
schuldenaren. Matt 6:15 maar indien gij de mensen niet vergeeft, zal ook uw Vader uw<br />
overtredingen niet vergeven. Lucas 11:4 en vergeef ons onze zonden, want ook wijzelf<br />
vergeven een ieder, die ons iets schuldig is.<br />
Wat is vergeven? Het Griekse werkwoord af-iêmi betekent zoveel als wegzenden laten gaan,<br />
kwijtschelden en vergeven. Wanneer het gaat om zonden krijgt het de betekenis <strong>van</strong> vergeven<br />
in de zin <strong>van</strong> niet langer toerekenen, kwijtschelden. De zondeschuld wordt weggedaan. Heel<br />
belangrijk is het op te merken, dat er bij <strong>vergeving</strong> geen genoegdoening of rechtvaardige<br />
verrekening geschiedt. Zonder dat de schuld wordt terugbetaald, of het onrecht wordt bestraft,<br />
wordt de schuld weggedaan, alsof deze er niet was geweest. De schuldeiser accepteert, dat hij<br />
of zij met het tekort in het eigen leven blijft zitten. En dat hij of zij afziet <strong>van</strong> vergelding,<br />
rechtvaardiging o.i.d.<br />
Oudtestamentische schuldverrekening en offerdienst<br />
Wij hebben het gebed <strong>van</strong> Jezus al vaak gebeden. Wij kennen die gedachte al een beetje.<br />
Maar dit was voor de discipelen beslist iets nieuws. Zij waren gewend te leven met de wet<br />
<strong>van</strong> Mozes, waarin zorgvuldig aangegeven stond hoe zonden moesten worden bestraft en<br />
schulden vereffend. Alleen in het geval <strong>van</strong> schulden op het eigen erfdeel (bijvoorbeeld als<br />
gevolg <strong>van</strong> misoogsten) was er een gebod op kwijtschelding in het jubeljaar. Dit was om de<br />
definitieve verarming <strong>van</strong> bepaalde families te voorkomen.<br />
Ook in de relatie met God was de <strong>vergeving</strong> <strong>van</strong> zonden goed geregeld: In het O.T. staan de<br />
voorschriften over allerlei offers die moesten worden gebracht, om <strong>vergeving</strong> <strong>van</strong> zonden te<br />
verkrijgen. Zo kennen we zoenoffers, schuldoffers en zondeoffers.<br />
Nieuwtestamentische <strong>vergeving</strong> zonder compensatie<br />
Nu komt Jezus en leert hun het gebed, waarin zij God vragen hun zonden te vergeven, met als<br />
enige voorwaarde, dat zij zelf diegenen vergeven, die hun iets schuldig zijn of tegen hen<br />
hebben overtreden. Om zelf <strong>vergeving</strong> te verkrijgen hoeft <strong>van</strong> de kant <strong>van</strong> de mens geen<br />
enkele genoegdoening te worden geleverd, noch wordt <strong>van</strong> hem of haar een prestatie<br />
verwacht om het evenwicht te herstellen. De <strong>vergeving</strong> komt totaal gratis; er is geen<br />
compensatie.<br />
Jezus draagt de zonden aan het kruis<br />
In werkelijkheid kan de mens naar God toe ook helemaal geen compensatie bieden voor het<br />
verdriet, dat hij of zij de heilige God heeft gedaan en voor de overtreding <strong>van</strong> de geboden.<br />
Het is immers duidelijk wat de gevolgen voor de mens zijn, wanneer hij tegen God of zijn<br />
gebod zondigt. Hij wordt afgesneden <strong>van</strong> de gemeenschap met God; hij wordt afgesneden <strong>van</strong><br />
de bron <strong>van</strong> het leven zelf; hij is ten dode opgeschreven.<br />
De oplossing die God biedt, is die <strong>van</strong> totale <strong>vergeving</strong>, door het geloof in het offer <strong>van</strong> Jezus.<br />
Door zijn sterven aan het kruis nam Hij de gevolgen <strong>van</strong> de zonde der mensheid op zich. Hij<br />
zorgde voor een volledige ‘genoegdoening’, als je dat woord tenminste wil gebruiken. Hij<br />
zorgde ervoor dat de gerechtigheid werd hersteld.
Vergeving 2<br />
God blijft heilig, ook wanneer Hij zonden vergeeft, doordat wij ‘in Jezus’ de terechte straf<br />
(de scheiding <strong>van</strong> God en de erop volgende dood) hebben ondergaan. Zo ont<strong>van</strong>gen wij<br />
<strong>vergeving</strong> zonder dat wij zelf de straf of de compensatie, die de gerechtigheid eist, behoeven<br />
te voldoen. Voor de duidelijkheid: Gelovigen worden ‘in Jezus’ overgeplaatst, wanneer zij in<br />
Zijn naam worden gedoopt. Hun oude leven wordt dat met Christus begraven. Zij worden met<br />
Hem opgewekt. Hun nieuwe leven in ‘In Hem’; ze zijn in Hem opgenomen en hebben zich<br />
met Hem bekleed.<br />
De noodzaak dat wij vergeven<br />
De enige verdere voorwaarde is, dat wij vergeven, wie ons iets schuldig is. Dit heeft meerdere<br />
redenen. Ten eerste wij zijn met Christus gestorven; dus kan een ander geen schulden meer<br />
aan ons hebben. Ten tweede zijn wij kinderen <strong>van</strong> God geworden en mogen dus op Hem gaan<br />
lijken. Dat betekent o.a. dat wij net als Hij naar wegen zoeken om schuld en zonde, die ons is<br />
aangedaan, te vergeven. Wie dat verlangen niet heeft, begrijpt niet wat God voor ons heeft<br />
gedaan, zoals blijkt uit het volgende verhaal (Matt.18:22)<br />
Toen kwam Petrus bij Hem en zeide: Here, hoeveel maal zal mijn broeder tegen mij zondigen<br />
en moet ik hem vergeven? Tot zevenmaal toe? Jezus zeide tot hem: Ik zeg u, niet tot<br />
zevenmaal toe, maar tot zeventig maal zevenmaal. Daarom is het Koninkrijk der hemelen te<br />
vergelijken met een koning, die afrekening wilde houden met zijn slaven. Toen hij begon te<br />
rekenen, werd een voor hem geleid, die tienduizend talenten schuldig was. Omdat hij niet bij<br />
machte was te betalen, beval zijn heer hem te verkopen, met zijn vrouw en kinderen en al wat<br />
hij bezat, opdat er betaald kon worden. De slaaf wierp zich neder als smekeling en zeide:<br />
Heb geduld met mij en ik zal u alles betalen. De heer <strong>van</strong> die slaaf kreeg medelijden met hem<br />
en hij liet hem vrij en schold hem de schuld kwijt. Toen die slaaf wegging, trof hij een zijner<br />
medeslaven aan, die hem honderd schellingen schuldig was, en hij greep hem bij de keel en<br />
zeide: Betaal wat gij schuldig zijt. Medeslaaf nu wierp zich voor hem neder en bad hem<br />
dringend, zeggende: Heb geduld met mij en ik zal u betalen. Doch hij wilde niet, maar ging<br />
heen en zette hem ge<strong>van</strong>gen, totdat hij het verschuldigde zou betaald hebben. Toen nu zijn<br />
medeslaven zagen, wat er gebeurd was, werden zij zeer verdrietig en gingen hun heer al wat<br />
er gebeurd was, mededelen. Toen ontbood zijn heer hem en zeide tot hem: Slechte slaaf, al<br />
die schuld heb ik u kwijtgescholden, daar gij het mij dringend hadt gevraagd. Hadt ook gij<br />
geen medelijden moeten hebben met uw medeslaaf, zoals ook ik medelijden had met u? 34<br />
En zijn meester werd toornig en gaf hem in handen <strong>van</strong> de folteraars, totdat hij hem al het<br />
verschuldigde zou betaald hebben. Alzo zal ook mijn hemelse Vader u doen, indien gij niet,<br />
een ieder zijn broeder, <strong>van</strong> harte vergeeft.<br />
Lukas voegt aan dit thema toe, dat de schuldige wel zelf moet komen om <strong>vergeving</strong> te vragen<br />
Luk.17:3 Ziet toe op uzelf! Indien uw broeder zondigt, bestraf hem, en indien hij berouw<br />
heeft, vergeef hem. En zelfs indien hij zevenmaal per dag tegen u zondigt en zevenmaal tot u<br />
terugkomt en zegt: Ik heb berouw, zult gij het hem vergeven.<br />
Wanneer de ander geen <strong>vergeving</strong> vraagt?<br />
En daar zit nu net het probleem, want wij hebben dikwijls te maken met situaties, waarin de<br />
schuldige zich niet schuldig voelt of zijn overtreding aan ons niet wil toegeven en zeker geen<br />
<strong>vergeving</strong> wil vragen.<br />
Ten opzichte <strong>van</strong> God moeten wij belijden en <strong>vergeving</strong> vragen<br />
Voor ons zelf geldt, dat onze zonden worden vergeven indien wij ze belijden: 1 Johannes 1:9<br />
Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te<br />
vergeven en ons te reinigen <strong>van</strong> alle ongerechtigheid.
Vergeving 3<br />
Ten opzichte <strong>van</strong> God, maar ook ten opzichte <strong>van</strong> de naaste, tegen wie wij hebben gezondigd,<br />
geldt de plicht om <strong>vergeving</strong> te vragen. Dan ont<strong>van</strong>gen wij <strong>vergeving</strong>. Als wij niet komen en<br />
belijden, maar de zonde verbergen en niet willen toegeven, dan geschiedt de <strong>vergeving</strong> niet.<br />
Hoever gaat verdragen?<br />
Natuurlijk moeten we deze verplichting tot het vragen <strong>van</strong> <strong>vergeving</strong> niet te ver doordrijven.<br />
Niet iedere pijn, die wij door toedoen <strong>van</strong> een ander (ook medebroeders en zusters ) lijden, is<br />
als een kwetsing bedoeld. Zelfs in de pastorale context, waarin het toch er helemaal om gaat<br />
de ander verder te helpen, loopt menigeen beledigd weg om allerlei redenen: Het ontbrak aan<br />
takt; men werd met iets geconfronteerd, waarmee men niet geconfronteerd wilde worden; een<br />
eigen lidteken werd per ongeluk aangeraakt; Er was sprake <strong>van</strong> een misverstand. Hoe snel<br />
zijn mensen om niets beledigd, al zullen ze zelf vinden, dat er iets heel ernstigs gebeurde.<br />
Daarom lezen we bijv. in Kolossensen 3:13 Verdraagt elkander en vergeeft elkander, indien<br />
de een tegen de ander een grief heeft; gelijk ook de Here u vergeven heeft, doet ook gij<br />
evenzo.<br />
De verplichting om dingen op orde te brengen<br />
Wat onszelf aangaat, heeft de Here Jezus heel speciaal gewaarschuwd, dat wij zonden jegens<br />
broeders en zusters in orde moeten maken:<br />
Matt.5:22 Maar Ik zeg u: Een ieder, die in toorn leeft tegen zijn broeder, zal vervallen aan<br />
het gerecht. Wie tot zijn broeder zegt: Leeghoofd, zal vervallen aan de Hoge Raad, en wie<br />
zegt: Dwaas, zal vervallen aan het hellevuur. Wanneer gij dan uw gave brengt naar het<br />
altaar en u daar herinnert, dat uw broeder iets tegen u heeft, laat uw gave daar, voor het<br />
altaar, en ga eerst heen, verzoen u met uw broeder en kom en offer daarna uw gave. Wees<br />
vriendelijk jegens uw tegenpartij, tijdig, terwijl gij nog met hem onderweg zijt, opdat uw<br />
tegenpartij u niet aan de rechter overlevere en de rechter aan zijn dienaar en gij in de<br />
ge<strong>van</strong>genis wordt geworpen. Voorwaar, Ik zeg u: Gij zult daar voorzeker niet uitkomen,<br />
voordat gij de laatste penning hebt betaald.<br />
Alle onverzoende zonden komen in het gericht<br />
Het is dus heel belangrijk om hier op aarde dingen op orde te brengen en eventueel <strong>vergeving</strong><br />
te vragen. Anders is de zonde niet verzoend en komt ze alsnog voor het gericht. We kunnen<br />
er dus <strong>van</strong> uit gaan, dat niet-beleden zonden, waarvoor geen <strong>vergeving</strong> is gevraagd, in het<br />
oordeel <strong>van</strong> God of <strong>van</strong> Jezus zullen worden verrekend. Dit geldt in de eerste plaats voor<br />
onszelf, maar net zo goed voor een ander. Dat deze vergelding werkelijk plaatsvindt laat<br />
Paulus zien in Rom.12:17 Vergeldt niemand kwaad met kwaad; hebt het goede voor met alle<br />
mensen. Houdt zo mogelijk, voor zover het <strong>van</strong> u afhangt, vrede met alle mensen. Wreekt<br />
uzelf niet, geliefden, maar laat plaats voor de toorn, want er staat geschreven: Mij komt de<br />
wraak toe, Ik zal het vergelden, spreekt de Here. Maar, indien uw vijand honger heeft, geef<br />
hem te eten; indien hij dorst heeft, geef hem te drinken, want zo zult gij vurige kolen op zijn<br />
hoofd hopen. Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het<br />
goede.<br />
Geen enkele vrijbrief voor hen die gelovigen verdrukken<br />
Dat wij vriendelijk zijn voor onze vijanden betekent nog niet dat zij vrijuit gaan. Integendeel.<br />
Goede daden aan onze vijanden maken hen ernstiger schuldig en hebben als consequentie, dat<br />
de Heer hen extra verantwoordelijk houdt. Zij hebben immers de gelovigen ondanks hun<br />
goede daden gehaat en zullen dus veel zwaarder gestraft worden.<br />
Speciaal geldt een goddelijke vergelding voor hun die de gelovigen verdrukken.<br />
Openbaring 6:10 En zij riepen met luider stem en zeiden: Tot hoelang, o heilige en<br />
waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt Gij ons bloed niet aan hen, die op de aarde wonen?
Vergeving 4<br />
2 Thess.1: 6 indien het inderdaad recht is bij God, aan uw verdrukkers verdrukking te<br />
vergelden,<br />
Er wordt dus ten aanzien <strong>van</strong> de gelovigen recht verschaft. Gods vergelding geldt allen, die<br />
geen <strong>vergeving</strong> <strong>van</strong> zonden hebben ont<strong>van</strong>gen door het geloof in Jezus.<br />
Wij moeten zegenen<br />
Dat gaat ons echter niet direct aan. Wij zijn slechts geroepen om te zegenen: Romeinen 12:14<br />
Zegent wie u vervolgen, zegent en vervloekt niet.<br />
Mattheüs 5:44 Maar Ik zeg u: Hebt uw vijanden lief en bidt voor wie u vervolgen,<br />
Lucas 6:35 Neen, hebt uw vijanden lief, en doet hun goed en leent zonder op vergelding te<br />
hopen, en uw loon zal groot zijn en gij zult kinderen <strong>van</strong> de Allerhoogste zijn, want Hij is<br />
goed jegens de ondankbaren en bozen.<br />
Verplichting om altijd te vergeven?<br />
Wij hebben in het N.T. niet zonder meer de verplichting teruggevonden, dat wij iedereen, die<br />
ons groot kwaad heeft aangedaan, zonder dat zij erom vragen, moeten vergeven. Natuurlijk<br />
sluit de opdracht om voor vijanden te bidden wel in, dat wij klaar moeten komen met het ons<br />
aangedane onrecht. Hoe zul je voor iemand bidden, die jou of jou familie ernstig heeft<br />
vervolgd en geschaad, als je niet bereid bent ongevraagd te vergeven?<br />
We vinden in het lijden <strong>van</strong> Jezus de volgende uitroep: Lucas 23:34 En Jezus zeide: Vader,<br />
vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen. Dit is in zoverre begrijpelijk, omdat de<br />
Romeinse soldaten inderdaad niet beter wisten, dan dat zij een ter dood veroordeelde<br />
misdadiger kruisigden, zoals zij al vaker hadden gedaan.<br />
Ander ligt het bij Stefanus, die werd gestenigd op last <strong>van</strong> de religieuze lijders <strong>van</strong> het Joodse<br />
volk, die inmiddels heel goed konden weten, wat zij aan het doen waren.<br />
Hand.7: 59 En zij stenigden Stefanus, die de Here aanriep, zeggende: Here Jezus, ont<strong>van</strong>g<br />
mijn geest. En op de knieën vallende, riep hij met luider stem: Here, reken hun deze zonde<br />
niet toe! En met deze woorden ontsliep hij.<br />
Johannes 20:22 En na dit gezegd te hebben, blies Hij op hen en zeide tot hen: Ont<strong>van</strong>gt de<br />
Heilige Geest. Wie gij hun zonden kwijtscheldt, die zijn ze kwijtgescholden; wie gij ze<br />
toerekent, die zijn ze toegerekend.<br />
Vergeven terwijl je onder de gevolgen lijdt<br />
Het uitspreken <strong>van</strong> een dergelijke <strong>vergeving</strong> in een stervenssituatie is nog iets anders dan<br />
vergeven in een levenssituatie, waarin men voortdurend met de gevolgen <strong>van</strong> een geleden<br />
onrecht moet omgaan. Zo kenden wij iemand, die in de oorlog een verloofde verloor (door<br />
executie). Haar hele leven was deze vrouw bezig zich voor te stellen, hoe haar leven had<br />
kunnen zijn. Daarmee deed ze haar latere echtgenoot, die ze als een soort <strong>van</strong> tweede keus<br />
had getrouwd, veel onrecht.<br />
Heel gemakkelijk kan een geleden onrecht leiden tot bitterheid, wrok, hardheid, een verharde<br />
of bittere persoonlijkheid, de nodige zelfbeschermingsmechanismen, blijvende depressie of<br />
overspanning. Ik denk even aan Tamar, een <strong>van</strong> de dochters <strong>van</strong> David, die door haar<br />
halfbroer Amnon werd verkracht (2 Samuël 13:19) Toen strooide Tamar as op haar hoofd,<br />
scheurde het pronkgewaad dat zij droeg, legde haar hand op haar hoofd en ging al<br />
jammerend heen. En haar broeder Absalom zeide tot haar: Heeft uw broeder Amnon omgang<br />
met u gehad? Nu dan, mijn zuster, zwijg erover; hij is uw broeder, trek u dit niet te zeer aan.<br />
En Tamar ging in het huis <strong>van</strong> haar broeder Absalom wonen, als een eenzame. Kennelijk<br />
trouwde zij nooit meer. Zij bleef in haar verwonding zitten.<br />
Er zijn een paar redenen om anderen ongevraagd te vergeven.
Vergeving 5<br />
In de eerste plaats heeft dit te maken met onze eigen behoefte aan <strong>vergeving</strong>. Wij moeten<br />
allen voortdurend God om <strong>vergeving</strong> vragen. Wij leven uit <strong>vergeving</strong>. Dat maakt het ook<br />
aannemelijk, dat wij jegens anderen eigenlijk geen claim <strong>van</strong> schuld overeind kunnen houden.<br />
Verder zien wij een deel <strong>van</strong> onze karakterzonden helemaal niet in. Wij menen vaak<br />
genoegen met onszelf zoals we zijn. Zo vragen we soms geen <strong>vergeving</strong> over dingen, waar we<br />
ons niet schuldig over voelen, maar waarin we wel schuldig zijn. Laten we maar hopen, dat<br />
God ons genadig aanziet! Hier geldt zeker: Mattheüs 7:2 want met het oordeel, waarmede gij<br />
oordeelt, zult gij geoordeeld worden, en met de maat, waarmede gij meet, zal u gemeten<br />
worden.<br />
Dader en slachtoffer in één<br />
In de tweede plaats zitten wij allen in een slachtoffer/dader positie. Naast heel bewuste<br />
zonden tegen de ander, reageren wij allemaal <strong>van</strong>uit onze achtergronden bijv. ongevoelig,<br />
overbezorgd, manipulerend, overheersend. Vaak doen we dat uit de beste bedoelingen,<br />
bijvoorbeeld, omdat we zelf ook zo zijn opgevoed. Maar voor onze kinderen kan dat<br />
verstikkend zijn. Zo planten we allemaal op een bepaalde manier onze frustraties voort in ons<br />
nageslacht. Ook onze ouders zaten in een dergelijke slachtoffer/dader positie, en onze<br />
grootouders. Het is bekend, dat de meeste daders <strong>van</strong> pedofiele seksualiteit, zelf in hun jeugd<br />
seksueel misbruikt zijn. Bij sommige mannen ontwikkelen zich homoseksuele gevoelens als<br />
gevolg <strong>van</strong> de dominantie <strong>van</strong> hun moeder. Sommigen hebben geen vertrouwen in hun eigen<br />
huwelijk, omdat de eigen ouders gescheiden waren.<br />
Vergeving als goddelijke mogelijkheid<br />
Het huidige pastoraat is erop gericht, dat gelovigen <strong>vergeving</strong> uitspreken jegens allen, die hun<br />
ooit kwaad hebben gedaan. Aan de ene kant roept dit veel verzet op, omdat het wel lijkt, dat<br />
daarmee de ernst <strong>van</strong> het ondergane onrecht wordt ontkent. Het gaat dan ook vaak om<br />
zonden, waarop in Gods ogen de doodstraf staat (incest, verkrachting etc.).<br />
Vanuit de Bijbel is de noodzaak om ongevraagd te vergeven niet zonder meer duidelijk. Toch<br />
ervaren kinderen Gods door de Geest, dat zij, wanneer zij niet vergeven, in hun geestelijke en<br />
zielsmatige groei worden afgeremd. Ieder kind <strong>van</strong> God merkt door de Geest, dat hij of zij<br />
anderen ongevraagd moet vergeven.<br />
Wat is ons antwoord? Wat mij is aangedaan, is niet meer goed te maken; Maar moet ik<br />
toestaan, dat dit de rest <strong>van</strong> mijn leven gaat bepalen en kleuren?<br />
Het is begrijpelijk, dat een wilsbeslissing om een dader te vergeven, vaak geen directe<br />
gevoelsverandering jegens de dader te weeg brengt. Soms zal het over een landere tijd nodig<br />
zijn meerdere malen de <strong>vergeving</strong> uit te spreken, voordat het eigen gevoelsleven mee getuigt.<br />
Wanneer dat gebeurt, geeft dat een diep gevoel <strong>van</strong> bevrijding.<br />
Bevrijding bij uitgesproken <strong>vergeving</strong><br />
In het geval <strong>van</strong> seksuele zonden zijn de slachtoffers naast het onrecht ook met onreine<br />
geesten besmet. Dit komt omdat de duivel aanwezig is bij iedere onwettige seksuele<br />
handeling. Om die te verdrijven is noodzakelijk, dat de onreine situatie in het licht wordt<br />
gebracht en dat de dader wordt vergeven. Pas dan is er geen benoembare aanwijsbare zonde<br />
meer op grond waar<strong>van</strong> deze geesten kunnen blijven en hun slachtoffer kwellen.<br />
Ook boosheid en wrok jegens mensen, die ons een kwaad hebben aangedaan, kan een<br />
invalspoort zijn voor demonische machten. ook deze kunnen pas worden weggejaagd, nadat<br />
wij ten aanzien <strong>van</strong> de dader(s) <strong>vergeving</strong> hebben uitgesproken.<br />
Losmaking <strong>van</strong> de dader<br />
Psychisch betekent het ongevraagd geven <strong>van</strong> <strong>vergeving</strong>, dat wij de gevolgen <strong>van</strong> het ons<br />
aangedane onrecht ten volle accepteren en dat wij ons door <strong>vergeving</strong> uit te spreken los
Vergeving 6<br />
maken <strong>van</strong> de dader. On<strong>vergeving</strong>sgezindheid bindt het slachtoffer levenslang aan de dader.<br />
Die blijft (zonder het te weten) een negatieve rol in ons leven spelen. Vergeving maakt deze<br />
band los en bevrijdt ons <strong>van</strong> de dader en <strong>van</strong> verdere negatieve gevoelens<br />
Het gezondheidsrisico <strong>van</strong> negatieve gevoelens<br />
Negatieve gevoelens zijn niet alleen een belasting voor ons zieleleven, maar wreken zich ook<br />
op ons lichaam. Zie hiervoor het boek: Dodelijke emoties <strong>van</strong> Dr. Don Colbert. Hierin wordt<br />
aannemelijk gemaakt, hoe negatieve emoties, zoals (onderdrukte) boosheid,<br />
on<strong>vergeving</strong>sgezindheid, teleurstelling, wrok, zelfmedelijden, etc. desastreus zijn voor ons<br />
immuunsysteem, onze bloedvaatwanden, onze ingewanden etc. Veel ziekten zijn toe te<br />
schrijven aan niet-opgeloste, vaak weggestopte negatieve emoties.