You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>DEEL</strong> 6 <strong>MECHANICA</strong><br />
KINEMATICA<br />
Eenparige rechtlijninge beweging (ERB)<br />
x = x0<br />
+ vxt<br />
Eénparige veranderlijke rechtlijninge beweging (EVRB)<br />
a = c<br />
te<br />
x<br />
vx = vx,<br />
0 + ax<br />
axt<br />
x x0<br />
vx<br />
, 0t<br />
2<br />
+ + =<br />
2 2<br />
v = v + 2⋅<br />
a ⋅Δ x<br />
x x0 x<br />
t<br />
2<br />
De eenparige cirkelvormige beweging (ECB)<br />
2π<br />
Hoeksnelheid ω = = 2π f met T de periode en f de frequentie<br />
T<br />
2<br />
v 2 te<br />
ac r c<br />
r ω = = = de constante middelpuntzoekende versnelling<br />
te<br />
v = ω ⋅ r = c de constante baansnelheid<br />
DYNAMICA<br />
1. De wetten van Newton<br />
De eerste wet van Newton: traagheidsbeginsel<br />
“Elk lichaam zal uit zichzelf in rust blijven of een ERB uitvoeren, tenzij deze toestand wordt gewijzigd<br />
door krachten die van buitenaf op het voorwerp inwerken.”<br />
De Tweede wet van Newton<br />
r<br />
Fres =<br />
n r r<br />
Fi = m⋅ a met Fres r de vectoriële som van alle uitwendige krachten en a r versnelling die de<br />
∑<br />
i=<br />
1<br />
massa m hierdoor verkrijgt.<br />
De derde wet van Newton: Wet van actie en reactie<br />
Wanneer een massa A een kracht FAB r<br />
op een massa B uitoefent, zal de massa B steeds een even<br />
grote maar tegengestelde kracht FBA r r r<br />
op de massa A uitoefenen. Dus FAB = −FBA<br />
Let op!!<br />
o Actie- en reactiekrachten zijn steeds even groot en tegensteld maar ze heffen elkaar NOOIT<br />
op aangezien ze op verschillende massa aangrijpen.<br />
o Niettegenstaande FAB = FBA<br />
zijn de versnellingen A a en aB van de respectievelijke massa’s<br />
mA en m B niet noodzakelijk even groot; dit is afhankelijk van de verhouding van de massa’s<br />
mA en m B .<br />
r r<br />
FAB = −FBA<br />
r r r<br />
mBaB = −mAa A ⇒ aB mA<br />
r<br />
= − aA<br />
m<br />
oorzaak<br />
r<br />
Fvoet −lichaam,<br />
bal<br />
gevolg<br />
abal r<br />
B<br />
r<br />
F −<br />
r<br />
a voet + lichaam<br />
2<br />
v<br />
ac<br />
=<br />
r<br />
Overzicht fysica bal 0.22 , voet lichaam<br />
Dirk De Windt
F = −F<br />
voet−lich , bal bal, voet−lich r r r m r<br />
m a = −m a ⇒ a = − a<br />
voet−lich , bal voet−lich , bal bal, voet −lich bal, voet −lich bal, voet−lich voet−lich , bal<br />
mbal<br />
, voet−lich voet−lich , bal<br />
a >> a<br />
bal, voet−lich voet −lich,<br />
bal<br />
2. Enkele bijzondere krachten<br />
De zwaartekracht: een lichaam met massa m ondervindt in het veld van de<br />
aarde een kracht met grootte: Fz = mg met de zwaarteveldsterkte<br />
N<br />
g = 9,81<br />
kg<br />
De veerkracht: wanneer een veer met een veerconstante k wordt uitgerekt<br />
over een afstand x t.o.v. haar evenwichtstand ondervindt deze een<br />
terugroepende kracht met grootte: = −kx<br />
Fv , x<br />
De wrijvingskracht is de kracht die een lichaam ondervindt wanneer het schuift over een ander<br />
F = μ ⋅ F met<br />
lichaam waarop het steunt: w N<br />
o μ de statische of dynamische wrijvingscoëfficient (bepaald door<br />
de oppervlakte-eigenschappen van beide oppervlakken)<br />
F : normaalkracht uitgeoefend door het ondersteunend oppervlak op het<br />
o N<br />
lichaam in kwestie<br />
De wrijvingskracht is steeds volgens gericht volgens de bewegingsrichting maar<br />
tegengesteld aan de bewegingszin.<br />
De universele gravitatiekracht<br />
De kracht die 2 massa’s op elkaar uitoefenen zich op een afstand r van elkaar bevinden:<br />
m1 ⋅m2<br />
11<br />
F12 = F21 = G ⋅ met 6,67 10 2<br />
2<br />
r<br />
Nm −<br />
G = ⋅<br />
kg<br />
2<br />
Het gewicht van een lichaam<br />
Het gewicht van een lichaam is de grootte van de kracht die een lichaam uitoefent op haar steun.<br />
Let op!<br />
o Het gewicht van een lichaam is niet constant maar hangt af van de bewegingstoestand: rust of<br />
ERB, versnellen of vertragen, …<br />
o ,Het gewicht is een kracht die aangegrijpt op de steun en niet op het<br />
lichaam zelf.<br />
o Een vrij vallend lichaam is GEWICHTLOOS<br />
De middelpuntzoekende kracht: de kracht die nodig is om een massa m een<br />
cirkel met straal R te doen beschrijven met een baansnelheid v of hoeksnelheid ω<br />
2<br />
mv<br />
2<br />
Fc = = mω r<br />
r<br />
Overzicht fysica 0.23 Dirk De Windt<br />
m1<br />
Fw r<br />
F21 r 12 Fr<br />
-x 0 X<br />
m2
3. Arbeid, energie, vermogen en rendement<br />
De arbeid verricht door een constante kracht met grootte F op een massapunt dat hierdoor over een<br />
afstand ∆x wordt verplaatst. (met α de hoek tussen de kracht F en de verplaatsing ∆x)<br />
90 p α ≤ 180°<br />
: W p 0J<br />
negatieve − of<br />
W = F ⋅Δx ⋅cosα<br />
0 ≤ α p 90°<br />
: W f 0J<br />
α = 90 ° : W = 0J<br />
remarbeid<br />
positieve<br />
arbeid<br />
Arbeid geleverd door de zwaartekracht<br />
De arbeid die de zwaartekracht op een massa m uitoefent als deze over een afstand h valt: W = mgh<br />
De zwaarte-energie of potentiële energie die een massa m bezit op een hoogte h ten opzichte van<br />
E = mgh<br />
een referentieniveau met potententiële energie 0J bedraagt p, z<br />
Arbeid geleverd door de veerkracht<br />
De arbeid die de veerkracht uitoefent om een veer met veerconstante k over een afstand x ten<br />
1 2<br />
opzichte van de evenwichtstoestand uit te rekken of in te duwen: W = kx<br />
2<br />
De elastische energie die in een veer is gestockeerd die over een afstand x (t.o.v. de<br />
1 2<br />
evenwichtstoestand) is ingeduwd of uitgerekt bedraagt: E p, el = kx<br />
2<br />
Verband tussen arbeid en energie<br />
Wanneer een nettoresulterende kracht een arbeid uitoefent op een massa m dan zal de kinetische<br />
1 2 1 2<br />
energie toenemen: W = Δ Ek = Ek , eind − Ek , begin = mveind − mvbegin<br />
2 2<br />
Het vermogen P van een machine wordt gedefinieerd door de hoeveelheid arbeid die de machine<br />
W<br />
per seconde kan leveren: nl. P =<br />
Δ t<br />
Enuttig<br />
Het rendementη van een proces of een energie-omzetting wordt gedefinieerd als η =<br />
Etotaal<br />
Voorbeeld: rendement van een gloeilamp<br />
Enuttig Elicht<br />
20<br />
η = = = = 20%<br />
E E 100<br />
totaal elektrisch<br />
Potentiële en kinetische energie<br />
Een voorwerp met massa m dat met een snelheid v beweegt, bezit een hoeveelheid bewegings- of<br />
2<br />
mv<br />
kinetische energie Ek =<br />
2<br />
Een voorwerp met massa m in het zwaarteveld van de aarde bezit in een punt op een hoogte h boven<br />
een referentievlak een hoeveelheid potentiële energie van E p = mgh ten opzichte van dit<br />
referentievlak.<br />
Overzicht fysica 0.24 Dirk De Windt
Behoud van energie<br />
Bij een energie-omzetting of proces blijft de totale energie steeds behouden, dus<br />
E = E<br />
totaal , vòòr totaal, nà<br />
Niettegenstaande energie in verschillende vormen wordt omgezet , zal de totale hoeveelheid energie<br />
van een gesloten systeem steeds constant zijn. Wel blijkt dat bij omzettingen de totale hoeveelheid<br />
nuttig te gebruiken energie voortdurend vermindert.<br />
Behoud van mechanische energie<br />
Als er op een systeem geen wrijvingskrachten werken, geldt steeds dat er een voortdurende<br />
uitwisseling is van kinetische- in potentiële energie en omgekeerd, zonder dat er energie verloren<br />
gaat. Als men mechanische energie definieert als zijnde de som van kinetische- en potentiële<br />
energie zal deze nooit veranderen: Ze is behouden!<br />
=<br />
E m,<br />
voor Em,<br />
na of Ek<br />
, voor E p,<br />
voor Ek<br />
, na E p,<br />
na<br />
+<br />
Voorbeeld vraag 17 opgave fysica-olympiade eerste ronde 2005<br />
In een pretpark rijdt een wagentje over een spoor. In<br />
een punt A is zijn snelheid 10m/s. Als je alle wrijving<br />
mag verwaarlozen, kan je zeggen dat zijn snelheid in<br />
het punt B<br />
a. gelijk is aan 20 m/s<br />
b. gelijk is aan 22 m/s<br />
c. gelijk is aan 30 m/s<br />
d. niet kan worden berekend, omdat de massa<br />
van het wagentje niet gegeven is.<br />
Oplossing:<br />
Kies je referentievlak Epot=0J door het punt B<br />
In het punt A bezit het wagentje:<br />
Hoeveelheid kinetische energie: ( ) 2<br />
1 2 1 1 m²<br />
mvA = m 10m/s = m⋅<br />
100<br />
2 2 2 s²<br />
Hoeveelheid potentiële energie: mgh = mg ⋅ 20m<br />
=<br />
A<br />
+<br />
In het punt B bezit het wagentje:<br />
1 2<br />
Hoeveelheid kinetische energie: mv B<br />
2<br />
Hoeveelheid potentiële energie: mgh B = 0J<br />
Aangezien er behoud van mechanische energie geldt, is Em, A = Em,<br />
B :<br />
1 2 1 2<br />
mvA + mghA = mvB + mghB<br />
2 2<br />
1 2 1 2<br />
mvA + mghA = mvB<br />
+ 0J (de massa van het wagentje komt in elk lid voor, kan dus geschrapt!)<br />
2 2<br />
1 2 1 2 2<br />
vA + ghA = vB → vB = vA + 2ghA = 100 + 2⋅ 9,81⋅ 20 = 22,2m/s<br />
2 2<br />
Dus oplossing B is correct!!!<br />
Overzicht fysica 0.25 Dirk De Windt