12 Excel aanpassen - Pearson Education

12 

EXCEL AANPASSEN 

De belangrijkste punten van hoofdstuk 12 

Het aanpassen en uitbreiden van Excel; 

Een menu met keuzen daarin te verwijderen of juist toe te voegen; 

Deze menukeuzen te koppelen aan een macro; 

Zelf een functie ontwerpen; 

Een invoegtoepassing maken van een eigen functie.

Wat leert u in dit hoofdstuk? 

Een eigen menu aan de Excel-menubalk toevoegen. 

Een functie die we ook uit Excel kennen in een macro toepassen. 

Een eigen functie in de functiewizard.

MACRO’S EN VBA IN EXCEL de basis 

298 

12.1 Met menu’s werken 

Misschien hebt u het zich nog nooit zo direct gerealiseerd, maar de menubalk van Excel 

met standaardopties is eigenlijk helemaal niet zo standaard. U kunt de menuopties 

naar eigen inzicht schikken, verwijderen of er zelfs eigen menu’s aan toevoegen. Dit 

kan via een van de dialoogvensters van Excel, maar ook direct vanuit een macro. 

OORSPRONKELIJKE MENU’S TERUGHALEN 

Er is een eenvoudige methode om de oorspronkelijke instelling van Excel terug te halen. Hebt 

u een stand-alone machine of een pc die op een netwerk van gelijkwaardige machines is 

aangesloten (peer-to-peer) dan kunt u het in ieder geval zelf. Is uw pc in een bedrijfsnetwerk 

aangesloten, dan kan het noodzakelijk zijn dat u de hulp van een systeembeheerder inroept. 

Sommige grote bedrijven of instellingen hebben Excel namelijk aangepast aan de taken die u 

er mee moet uitvoeren. Het kán dus voorkomen dat bepaalde menu-onderdelen niet geladen 

worden. In dat geval zal het u ook onmogelijk gemaakt worden zelf wijzigingen aan te brengen. 

De laatstgebruikte indeling van de menu’s en de werkbalken legt Excel telkens weer vast in 

een bestand op schijf als u het programma langs de normale weg afsluit – dus niet als de stekker 

er gewoon uit getrokken wordt of als de machine vastloopt. Per gebruiker wordt er een 

bestandje op schijf vastgelegd met deze naam: Excel11.xlb. Doorgaans vindt u dit bestand in 

dit pad, waarbij u username moet vervangen door uw eigen inlognaam: 

C:\Documents and Settings\username\Application Data\Microsoft\Excel\ 

Als u Excel afgesloten hebt en u verwijdert vervolgens dit bestand met de Windows Verkenner, 

zal Excel de volgende keer starten zoals het programma dat deed toen het oorspronkelijk 

op de pc geïnstalleerd werd. Het bestandje met de instellingen zal op deze manier ook weer 

opnieuw worden aangemaakt. 

Presenteert Excel zich een dag later echter weer anders, zonder dat u er iets aan gedaan 

hebt, dan hebt u te maken met een of ander automatisch recovery systeem. In dat geval raadpleegt 

u de systeembeheerder. 

12.1.1 Menu’s toevoegen 

Als u nog nooit iets met de uitbreiding van menu’s gedaan hebt, is het verstandig deze 

procedure eerst even te oefenen voordat u gaat experimenteren met het wijzigen van 

Excel’s menustructuur via macro’s. De stappen zijn als volgt: 

1 In het dialoogvenster Aanpassen sleept u vanaf de lijst op het tabblad Opdrachten 

een Nieuw menu naar de menubalk van Excel;

12 Excel aanpassen 

2 Vervolgens sleept u net zoveel nieuwe menu’s in dit zojuist toegevoegde menu als u 

nodig denkt te hebben; 

3 Daarna wijzigt u de opschriften van de menu’s; 

4 Tot slot koppelt u de menukeuzen aan macro’s die u vooraf geschreven en getest 

hebt. 

Het is mogelijk een menu op elke willekeurige plek op de bestaande menubalk tussen 

te voegen. We noemen dit met name, omdat u zich zo realiseert dat de volgorde van de 

menu’s in principe niet vast staat! Zolang het dialoogvenster Aanpassen op het scherm 

staat, kunt u namelijk ook de bestaande, ingebouwde Excel-menu’s verslepen en zelfs 

verwijderen. Probeer het maar eens met het menu Bestand – een leuke keuze om mee 

te beginnen! 

Oefening 12.1 Menu’s aanpassen en macro toekennen aan een 

menukeuze 

1 Kies in het menu Beeld, Werkbalken de laatste keuze van het uitvouwmenu: Aanpassen…; 

2 Selecteer het tabblad Opdrachten; 

3 Scroll onder Categoriën helemaal omlaag tot u Nieuw menu ziet. Selecteer dit; 

4 Sleep vanuit het vak Opdrachten de keuze Nieuw menu naar de menubalk. U ziet dit in afbeelding 

12.1; 

5 Herhaal deze procedure, maar positioneer het volgende menu in het kleine vakje onder de tekst 

Nieuw menu op de menubalk. Zo creëert u een keuze ín een menu. Herhaal dit een paar maal. 

Merk overigens op dat enkele van de oorspronkelijke Excel-menu’s in afbeelding 12.2 op een 

andere plek liggen. U kunt ze gewoon verslepen, in een ander menu leggen of zelfs naar het 

dialoogvenster slepen waardoor ze van de menubalk verdwijnen! 

6 Het instellen van een menu op de menubalk of een keuze ín een menu is gelijk. Klik met de rechter 

muisknop op het menu of de keuze en geef achter Naam: de menunaam op. U kunt een ampersand 

( & ) vóór de letter plaatsen die onderstreept moet worden. Met de toetsencombinatie 

Alt + deze letter kan het menu dan geopend worden,dit wordt de sneltoets genoemd. De letter 

moet uniek zijn en mag niet nog eens op de menubalk voorkomen; zie afbeelding 12.3. 

7 In hetzelfde snelmenu kunt u klikken op Macro toewijzen…waarna in een lijst een macro geselecteerd 

kan worden. Het is een goede gewoonte om macro’s aan menukeuzen te verbinden die 

in de persoonlijke macrowerkmap zijn ondergebracht. Deze wordt immers steeds automatisch 

geladen! Raadpleeg hoofdstuk 1 voor het werken met de persoonlijke macrowerkmap. 

299


300 

Afbeelding 12.1 

Nieuw menu aan de menubalk toevoegen. 


Menukeuze aan het menu toevoegen.


Menunaam opgeven. 


Macro toekennen. 


301


302 

Op soortgelijke wijze kunt u knoppen aan de menubalk of een van de werkbalken toevoegen. 

In afbeelding 12.5 ziet u dat knoppen uit de categorie Macro’s gehaald kunnen 

worden. In feite is er maar een knop beschikbaar, maar deze kunt u weer via een 

snelmenu helemaal instellen zoals u dat wenst. Ook aan een knop kan op vergelijkbare 

manier een macro toegewezen worden. 


Knop toevoegen. 

12.1.2 Menu’s beheren via een macro 

VBA herkent de menubalk in Excel als CommandBars(1) van het Application-object. 

Dat is een beetje lastig omdat hier niet met een naam, maar met een volgnummer 

(index) gewerkt wordt. Het is wel prettig dat de eerste CommandBar gewoon de Excelmenubalk 

is. 

Het CommandBar-object bezit een Controls-verzameling. Deze bevat in eerste instantie 

alle menu’s van Excel. Het merkwaardige feit doet zich voor dat volgnummer één 

het menu Bestand is en volgnummer tien het menu Help. Nummer acht lijkt niet bij 

een menu te horen. Voert u de volgende macro’s maar eens stap voor stap uit en wie 

het dan weet mag het zeggen… 

Oefening 12.1 Het menumysterie 

C Sub WisMenus() 

Dim intT As Integer 

For intT = 1 To 10

Application.CommandBars(1) _ 

.Controls.Item(intT).Visible = False 

Next 

End Sub 

Sub ZetMenusTerug() 

Dim intT As Integer 

For intT = 1 To 10 

Application.CommandBars(1) _ 

.Controls.Item(intT).Visible = True 

Next 

End Sub 

1 Neem beide procedures over in een module; 


2 Voer WisMenus stap voor stap uit door in de procedure te klikken en herhaaldelijk op F8 te klikken; 

3 Als u daarbij de VBA-editor iets verkleint zoals in afbeelding 12.6 en de muis boven de telvariabele 

laat rusten, ziet u bij elke stap welke waarde deze heeft, terwijl u op de achtergrond ziet 

hoe Excel van z’n hele menu ontdaan wordt; 

4 De andere macro brengt alle menu’s weer terug. 


Menu’s verbergen. 

303


12.1.3 Eigen menu’s toevoegen 

304 

Behalve via de zojuist genoemde methode met de ingebouwde menu’s goochelen, kunt 

u ook een eigen menu toevoegen. U kunt dit menu het beste een duidelijke naam 

geven, bijvoorbeeld een bedrijfs- of afdelingsnaam. Het Controls-object biedt verschillende 

methoden en eigenschappen om met menu’s te werken. 

Tabel 12.1 Overzicht van methoden en eigenschappen 

Item Parameters Omschrijving 

Methode 

Add Voeg een menu toe. 

Type Bepaalt het type besturingselement dat wordt toegevoegd, zoals een knop 

– msoControlButton, een menu – msoControlPopup of een keuzelijst – mso- 

ControlDropDown. 

Id Wordt deze parameter weggelaten dan wordt een leeg besturingselement 

van het opgegeven type toegevoegd. Een waarde voegt een van de ingebouwde 

elementen toe. 

Parameter Hiermee kunt u een willekeurige waarde aan VBA-procedures doorgeven. 

Before Bepaalt de positie van het element. Waarde een plaatst een eigen menu dus 

vóór het ingebouwde menu Bestand. 

Temporary De waarde True zorgt ervoor dat het toegevoegde menu tijdelijk is en verwijderd 

wordt als Excel wordt afgesloten. Geeft u False op dan blijft het menu 

bewaard in het eerder genoemde bestand Excel11.xlb. 

Delete Verwijder een menu 

Eigenschap 

Temporary Als deze parameter de waarde True heeft én het menuelement is geplaatst 

met de waarde False in de Temporary parameter van de Add methode, 

wordt het menu alleen verwijderd voor de duur van de sessie. Wordt Excel 

opnieuw gestart dan komt het menuelement terug. Geeft u de waarde False 

op dan is de verwijdering permanent. 

BeginGroup Een boolean eigenschap die een groepslijntje in een menu zet. 

Caption De menutekst 

Count Telt het aantal elementen in de Controls-verzameling. 

Enabled True maakt het menu toegankelijk. False laat het menu wel zien, maar het is 

grijs en kan niet gebruikt worden 

OnAction Verwijst naar de macro die uitgevoerd moet worden als de gebruiker op het 

menu klikt of de bijbehorende sneltoets gebruikt. 

Visible True maakt het menu zichtbaar. False maakt het onzichtbaar.

Oefening 12.2 Menu toevoegen via een macro 

1 Neem de volgende macro over om een menu toe te voegen: 

C Sub VoegEenMenuToe() 

Dim mnuMM As Object 

MsgBox Application.CommandBars(1).Controls.Count 

Set mnuMM = Application.CommandBars(1).Controls.Add _ 

(Type:=msoControlPopup, before:=1, temporary:=True) 

mnuMM.Caption = "Ipaa &Service" 

mnuMM.Visible = True 

mnuMM.OnAction = "LogInDatabase" 

MsgBox Application.CommandBars(1).Controls.Count 

End Sub 


Eerst wordt het aantal menu’s geteld en weergegeven in een messagebox. Dan wordt een menu 

toegevoegd vóór het menu Bestand. De menutekst wordt opgegeven met een ampersand voor 

een letter die niet in een van de andere menu’s voorkomt. Dit wordt de sneltoets. De macro die 

uitgevoerd wordt is LogInDatabase. U kunt een willekeurige macro gebruiken die u gemaakt 

hebt. Tot slot wordt het aantal menu’s weer geteld en weergegeven. 

Bij menu’s op de menubalk – zoals in dit voorbeeld – wordt normaal gesproken geen handeling 

uitgevoerd als we op de menukeuze klikken. In dat geval laat u gewoon de OnAction eigenschap 

weg en vult u het menu met items. 

2 Deze macro verwijdert een specifiek toegevoegd menu. U noemt het dus bij naam! 

C Sub VerwijderEenMenu() 

Application.CommandBars(1).Controls("Ipaa &Service").Delete 

End Sub 

Overigens is het een goede zaak om een menu eerst te verwijderen voordat u het toevoegt. 

Bestaat het menu namelijk al en u voegt het (nogmaals) toe, dan zijn er twee! In de procedure 

VoegEenMenuToe roept u gewoon eerst de procedure VerWijderEenMenu aan. Probeert u 

daarentegen een menu te verwijderen, terwijl het nog niet bestaat, dan levert dat een fout in de 

macro op. 

3 Deze fout kunt u als volgt voorkomen: 

C Sub VerwijderEenMenu() 

On Error Resume Next 

Application.CommandBars(1).Controls("Ipaa &Service").Delete 

On Error Goto 0 

End Sub 

Voeg deze uitbreiding pas toe als alles foutloos werkt. Met On Error Resume Next zegt u ’Ga 

305


306 

maar gewoon door met de macro als er een fout optreedt’! Zo zult u andere fouten echter óók 

niet meer zien. 


Het menu is toegevoegd. 

Opdracht 12.1 Geschikt event zoeken om automatisch een menu toe 

te voegen 

Ga na in welke events u dit soort macro’s zou kunnen plaatsen om Excel automatisch van de juiste 

menu’s te voorzien. 

Opdracht 12.2 Werkbalk opbouwen via een macro 

Probeer er zelf achter te komen hoe u een werkbalk via een macro zou kunnen opbouwen. Een 

paar tips: kijk in de helpbestanden onder andere bij: CommandBars en de methoden Delete en Add. 

Om een knop aan de werkbalk toe te voegen hebt u nodig: 

Set btnKnop = wbMijnWerkBalk.Controls.Add(Type:=msoControlButton) 

En verder maakt u ook gebruik van de eigenschappen Caption, ToolTipText en Position. De constante 

msoBarFloating zorgt bijvoorbeeld voor een vrij boven het programmavenster zwevende 

werkbalk. 

12.2 Functies toevoegen 

U bent bekend met de ingebouwde functies van Excel. Een ingebouwde functie is 

niets anders dan een eenmaal vastgelegde gecompliceerde berekening die ook heel 

goed direct in formules op het werkblad uitgevoerd zou kunnen worden. Een functie 

maakt het gebruik echter eenvoudiger. Daarnaast is een functie slimmer dan conventionele 

formules; zie ook mijn boek Formules en Functies in Excel, eveneens uitgegeven 

door Pearson Education. 

Als we bijvoorbeeld een gemiddelde willen berekenen van een reeks getallen en we 

doen dat met een conventionele formule, dan zullen er vreemde resultaten optreden als 

er in de reeks getallen bijvoorbeeld een cel is die per abuis geen getal, maar een tekst 

bevat. Een cel die leeg is (geen waarde bevat) zal als waarde nul meetellen. De ingebouwde 

functie Gemiddelde gaat hier anders mee om; zie de afbeeldingen 12.8 en 12.9.


Een lege cel wordt anders geïnterpreteerd. 


Tekst is een probleem voor een conventionele formule. 


307


308 

Tekst leidt in het ene geval tot een fout, maar in het andere geval ziet u dat een functie 

de tekst negeert. Even buiten beschouwing gelaten of de manier waarop deze functie 

werkt wel of niet voordelig is, duidelijk is dat een functie meer intelligentie bevat 

dan een conventionele formule die op het oog hetzelfde doet. Waarom is dat zo? Een 

ingebouwde functie is geprogrammeerd in een programmeertaal die oneindig veel 

mogelijkheden biedt; iets waar u, aangekomen bij de laatste paragraaf van dit laatste 

hoofdstuk in dit boek, hopelijk inmiddels óók achter bent. 

U kunt zelf een ingebouwde functie aan Excel toevoegen, waar de volgende stappen 

voor nodig zijn: 

1 Programmeer de functie; 

2 Test de werking grondig; 

3 Neem de functiemacro op in een speciaal werkblad; 

4 Bewaar dit werkblad in een speciaal bestandsformaat; 

5 En in een speciale map op schijf. 


Parameters vanuit Excel doorgeven naar een functie.

12.2.1 Functie programmeren 


Een functie heeft als bijzonderheid dat ze een functiewaarde kan teruggeven aan de 

aanroepende instantie. In dit geval is de aanroepende instantie een cel in een Excelwerkblad 

met een formule waarin de functie gebruikt wordt. Een aanroepende instantie 

zou echter ook heel goed een andere procedure kunnen zijn. De functie wordt 

gevoed met een of meer parameters. In de functiewizard ziet u deze parameters in stap 

2 van de wizard. In afbeelding 12.10 ziet u hoe de parameters voor de functie Gemiddelde 

ingevuld worden. 

Overigens zijn niet alle Excel-functies direct in VBA te benaderen.Voor de functies die 

we wel kunnen aanroepen, gebeurt dat met hun Amerikaanse functienaam. 


De resultaten van de werkbladfuncties. 

Oefening 12.3 Functies in een Excel-werkblad versus een macro 

1 Neem het werkblad uit afbeelding 12.11 over. 

2 Vul in kolom E de formules met de functies in zoals ze als tekst in kolom G zijn afgebeeld. 

3 Verifieer de uitkomsten. 

4 Neem de volgende macro over in een moduleblad. 

5 Start de macro en vergelijk de uitkomst met die in afbeelding 12.12. 

C Sub MaandBedragHyphoteek() 

MsgBox "€ " & CStr(Round( _ 

Pmt(0.06 / 12, 360, 100000, 0, 0), 2)) 

End Sub 

Deze procedure geeft het maandbedrag van een lening weer en gebruikt drie VBA-functies die 

we ook in Excel kennen; zie ook tabel 12.2. 

309


310 

Afbeelding 12.12 

Resultaat van een van de VBA-functies 

Tabel 12.2 Enkele werkbladfuncties versus vergelijkbare VBA-functies 

Excel Argumenten VBA Argumenten 

TEKST (waarde;opmaak_tekst) CStr (expressie) 

AFRONDEN (getal;aantal-decimalen) Round (expressie [,AantDecPosities]) 

BET (rente;aantaltermijnen;hw;tw;type_getal) 

Pmt (rate, nper, pv[, fv[, type]]) 

De notatie in de functiewizard van Excel en in de helpbestanden van VBA is helaas 

niet gelijk. Zelfs binnen VBA is sprake van kennelijk haastwerk bij de vertaling; het 

ene is in het Nederlands, het andere in het Engels, soms vet gedrukt en soms weer 

cursief 

Er is echter één belangrijk onderscheid tussen verplichte en niet verplichte argumenten. 

In Excel wordt dit aangegeven door de verplichte argumenten vet af te drukken 

en de niet verplichte niet. In VBA worden [niet verplichte argumenten] tussen rechte 

haken gezet.


Wanneer u zelf een werkbladfunctie ontwerpt, kunt u ook aangeven welke argumenten 

verplicht zijn en welke niet. Zonder de verplichte argumenten kan een functie 

niet werken en moet een foutmelding gegenereerd worden. Dit is overigens niet per se 

noodzakelijk omdat Excel deze taak op zich neemt . Als de niet verplichte argumenten 

achterwege gelaten worden, moet er een standaardwaarde ingevuld worden. 

Bij het bekijken van afbeelding 12.13 ziet u in het bereik B4:C7 cellen gevuld met 

getallen. Alleen in C6 staat tekst en B6 is leeg. Laten wíj nu een eens een functie programmeren 

die aan de volgende eisen voldoet: 

Het gemiddelde van waarden in een bereik moet berekend worden; 

Een lege cel mag niet meetellen voor het gemiddelde; 

Een cel met de waarde nul moet wél meegeteld worden; 

Een cel met een tekst mag geen aanleiding geven tot een fout; 

Het resultaat moet afgerond worden op een willekeurig aantal op te geven decimalen; 

Wordt geen afronding opgegeven, dan moet er standaard afgerond worden op twee 

decimalen. 


Werkblad bij oefening 12.4 

In afbeelding 12.13 zijn in kolom G de gebruikte formules afgedrukt die in de formulecellen 

in kolom E gebruikt worden. In kolom E ziet u dus de resultaten van deze 

zelfgemaakte functie. 

311


Oefening 12.4 Functiemacro programmeren 

1 Neem uit het werkblad van afbeelding 12.13 het bereik B4:C9 over. 

2 Neem de formules pas over als u de functiemacro gemaakt hebt. 

3 Ga naar de VBA-editor en voeg de volgende programmacode toe aan een module: 

C Function MijnGemiddelde(rngBereik As Range, _ 

Optional intAantalDecs As Integer = 2) 

'Declaraties 

Dim lngAantalGeldig As Long 

Dim sngTotaal As Single 

Dim objCel As Object 

'Initialisaties 

lngAantalGeldig = 0: sngTotaal = 0 

'Haal de inhoudvan alle cellen 1 voor 1 op 

For Each objCel In rngBereik 

If IsNumeric(objCel.Value) Then 

If Not (IsEmpty(objCel.Value)) Then 

lngAantalGeldig = lngAantalGeldig + 1 

sngTotaal = sngTotaal + objCel.Value 

End If 

End If 

Next 

'Geef de functiewaarde terug naar het werkblad 

MijnGemiddelde = Round((sngTotaal / lngAantalGeldig), intAantalDecs) 

End Function 

4 Ga naar het werkblad en start de functiewizard. 

5 In de categorie Door gebruiker gedefinieerd zult u de functie aantreffen, maar u mag ook gewoon 

de functie op de formulebalk invoeren. 

312 

Het bereik wordt in het argument van de functie doorgegeven aan de parameter rngBereik. 

De volgende parameter wordt voorafgegaan door het sleutelwoord Optional wat 

inhoudt dat deze parameter weggelaten mág worden. In dat geval krijgt intAantalDecs 

de waarde twee. Wordt de parameter in de werkbladformule wél gevuld, dan wordt die 

waarde gebruikt! 

Onder de regel initialisaties ziet u iets merkwaardigs wat op zich niet zo heel belangrijk 

is; de dubbele punt mag gebruikt worden om twee verschillende opdrachten op 

een regel te zetten.


Er is een objectvariabele objCel gedefinieerd en die wordt gebruikt om één voor één 

langs alle cellen in het bereik te gaan en de waarde op te vragen via de eigenschap 

Value. Met de functies IsEmpty en IsNumeric wordt nagegaan of de cel niet leeg is en 

alleen getallen bevat. Als het om getallen gaat, wordt de inhoud steeds bij het reeds 

opgetelde totaal in sngTotaal gevoegd en wordt het aantal cellen dat een geldige waarde 

bevat met één opgehoogd. 

Tot slot ziet u hoe een functiewaarde teruggegeven kan worden naar een formule in 

het werkblad. Er wordt netjes afgerond op het aantal opgegeven decimalenof het standaard 

aantal decimalen. 

Deze functie hebt u in een module gemaakt die bij een of andere werkmap hoort. Als 

deze werkmap gesloten is en de functie werd ook in een andere map toegepast, dan 

werkt deze niet meer en zult u de melding #NAAM! in de formulecel(len) zien. We 

kunnen natuurlijk deze functie in de persoonlijk macrowerkmap opnemen, maar er is 

ook een andere mogelijkheid. 

12.2.2 Een invoegtoepassing maken 

Een invoegtoepassing wordt via het menu Extra, Invoegtoepassingen aan Excel gekoppeld 

en dan ook steeds geladen als Excel gestart wordt. 

Oefening 12.5 Invoegtoepassing maken 

1 Open een nieuwe werkmap. 

2 Verwijder alle bladen in deze werkmap op een na. Dit blad kunt u gebruiken voor testdoeleinden 

of er informatie over de functiemacro’s in opnemen. 

3 Ga naar de VBA-editor en voeg aan deze enkelbladige werkmap een module toe. 

4 Verplaats de functiemacro met knippen-en-plakken naar deze module; zie afbeelding 12.14. 

5 Open het dialoogvenster Eigenschappen via het menu Bestand. Vul het in; zie ook afbeelding 

12.15. Deze informatie ziet u later terug in het dialoogvenster Invoegtoepassingen en in de functiewizard. 

6 Sla de werkmap op schijf op. 

7 Sla de werkmap nu opnieuw op, maar geef aan dat u de werkmap als Invoegtoepassing wilt 

bewaren; zie afbeelding 12.16. De map wordt nu direct in de map Invoegtoepassingen op schijf 

opgeslagen als xla-bestand. 

313


314 


Functiemacro is verplaatst. 


Leg de details vast en vul de eigenschappen voor de werkmap in.


Werkmap als invoegtoepassing opslaan. 

8 Waarschijnlijk ziet u nu in het oorspronkelijke 

werkblad in de cellen waarin de functie Mijngemiddelde 

gebruikt werd, de foutmelding 

#NAAM?. Logisch, want de functiemacro is er 

niet meer. Deze hebt u in stap 4 immers verplaatst. 

9 Sla de werkmap op en sluit Excel af. 

10 Start het programma opnieuw en open de werkmap. 

11 Kies in het menu Extra, Invoegtoepassingen…. 

Uw zelfgemaakte invoegtoepassing wordt keurig 

in de lijst vermeld en u kunt deze koppelen 

door er een vinkje voor te plaatsen; zie afbeelding 

12.17. 

12 Open de functiewizard en controleer dat de 

functie beschikbaar is; zie afbeelding 12.18. 



De invoegtoepassing wordt aan Excel gekoppeld. 

315


13 Ook de argumenten zijn bekend. U ziet dat de benamingen van de parameters als argument van 

de functie genoemd worden. Het kan dus helpen als u duidelijke namen gebruikt; zie afbeelding 

12.19. 

316 


…evenals de noodzakelijke argumenten. 


De functiewizard kent de functie nu…


Ook indien het verplichte argument ontbreekt, is er een foutmelding. 


Wilt u de functiemacro na wijziging opnieuw als xla-bestand opslaan onder dezelfde 

naam, dan dient u eerst de invoegtoepassing te ontkoppelen omdat het xla-bestand op 

schijf vastgehouden (gelockt) wordt zodra Excel start. 

KOPPELEN VAN EEN FUNCTIEMACRO 

Behalve dat u via het menu Extra, Invoegtoepassingen een invoegmacro kunt koppelen, is het 

ook mogelijk het .xla-bestand gewoon te openen om zo de functies in het werkblad te laten 

werken. Ontkoppelt u de invoegtoepassing én is het .xla-bestand niet geopend, dan zijn er 

twee mogelijkheden: 

Excel kan de locatie van het .xla-bestand vinden en zal op de formulebalk het volledige pad 

naar dit bestand en de functie daarin weergeven en de functies zullen werken. 

Of het bestand kan niet gevonden worden, in welk geval er in de formulecellen een foutmelding 

zal verschijnen. 

317


Opdracht 12.3 Macro voor uitgebreide voorwaardelijke opmaak 

U weet dat met Voorwaardelijke opmaak in het menu Opmaak tot drie onderscheiden waardebereiken 

in een cel tot een bepaalde celopmaak kunnen leiden. Drie ís echter wat weinig. Probeert u 

eens een functie te maken die tien onderscheiden bereiken kan duiden. De waarde in een cel moet 

in de naastgelegen cel waarin deze functie in een formule gebruikt wordt grafisch weergegeven 

worden met sterretjes en bovendien moeten deze sterretjes steeds een andere kleur krijgen. 

318

12 Excel aanpassen - Pearson Education

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?