Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Onderstaande tekst is de vertaling van een mooi Engelstalig artikel over ‘Feest van Babette’, een<br />
boek van K. Blixen dat door Gabriel Axel verfilmd werd tot ‘Babettes gæstebud’ (Denemarken,<br />
1987). Naar aanleiding van de diocesane vormingsnamiddagen voor religieuzen in het bisdom Gent<br />
(2008), waar we de film bekeken, lieten we het artikel vertalen.<br />
Feesten van genade<br />
Naar ‘Feasts of Grace’<br />
Door Sr. Mary Ann Fatula, o.p.<br />
In ‘Spirituality Today’, Summer 1989, vol. 41, nr. 2, pp. 166-173.<br />
Vertaald door Leentje Deloose.<br />
In K. Blixen’s uitstekende verhaal Babette’s Feest ontdekt generaal Loewenhielm dit:<br />
vroeg of laat komt ieder van ons op een keerpunt in het leven te staan en worden we verplicht<br />
om de rekening van ons leven op te maken. Het naderen van de middelbare leeftijd<br />
of het vooruitzicht van pensioen of ouderdom; het gevoel kostbare energie verloren te laten<br />
gaan of deze energie niet genoeg gebruikt te hebben; het mislukken in een job of relatie;<br />
het lijden door ernstige ziekte of de dood van iemand die ons nabij was; ervaringen<br />
zoals deze zitten verweven met het leven zelf. Op mysterieuze wijze dwingen dit soort ervaringen<br />
ons om de betekenis van ons leven te herbekijken, om de waarde van het leven<br />
en de richting die we uitgaan in vraag te stellen. In de diepte van ons hart, beginnen we<br />
ons af te vragen of we geen grote vergissingen maakten bij het nemen van belangrijke beslissingen<br />
in ons leven. Door de ene weg te kiezen, hebben we een andere weg noodzakelijkerwijze<br />
verworpen. Heeft de weg die we gekozen hebben ons afgesneden van een groter<br />
geluk dat we op die andere weg hadden kunnen vinden? Zouden we liefde en genade in<br />
meer overvloed gevonden hebben als we een andere keuze hadden gemaakt?<br />
Wanneer hij opnieuw het stadje bezoekt dat hij als jonge man had achtergelaten, wordt<br />
generaal Lowenheilm met net zo een keerpunt geconfronteerd. Op die plaats dwaalt de<br />
geest van een jongere Loewenhielm rond, van de man die hij had kunnen worden. Door terug<br />
te keren naar Fossum kan Loewenhielm niet ontsnappen aan de beangstigende vraag<br />
die zijn ziel hem stelt: “Moet ik eindelijk onder ogen zien dat ik het geluk dat het mijne<br />
had kunnen zijn, voorgoed verloren ben?” Hij schuift aan bij een feestmaaltijd, bereid<br />
door de Franse kokkin Babette en hij eet met mensen die hij dertig jaar daarvoor achtergelaten<br />
had. Eén van die mensen is iemand van wie hij altijd blijven houden is. Tijdens het<br />
eten gaat hij de betekenis van zijn leven vanuit een nieuwe en diepere “tweede kijk” bekijken.<br />
Op een moment van compleet onverwachte en ongelooflijk tedere genade, uitgestort<br />
over dit feestmaal, vindt hij het antwoord. De genade van God is oneindig en overvloediger<br />
dan al de verkeerde keuzes die hij in zijn leven maakte. Uiteindelijk “drukt de<br />
genade ons allemaal tegen de boezem en roept ze algemene vergeving over ons uit”.<br />
Het is een eenvoudig verhaal. Soms is het echter goed dat onze ziel zich te goed kan doen<br />
aan de diepte die zo een eenvoudig verhaal ons kan schenken. In onze meditatie kunnen<br />
we namelijk, zonder het te weten, op de geheime vragen stuiten die de kern van ons wezen<br />
uitmaken. Door na te denken over ‘Babette’s feest’ is het niet alleen mogelijk om Lowenhielms<br />
vraag in ons eigen leven te ontdekken, maar ook het antwoord dat hij tijdens<br />
dit verfijnde feestmaal vond. “Zie! Wat we gekozen hebben, werd ons gegeven, en wat we<br />
geweigerd hebben, wordt ons eveneens tegelijkertijd toevertrouwd.” Door deze simpele<br />
“anekdote over het lot” mogen wij in onze eigen ervaringen een genade-feest ontdekken<br />
dat niet veel verschilt van dat van Babette. We mogen in ons eigen leven zien wat Loewelhielm<br />
met zijn “tweede kijk” zag: dat God ons uiteindelijk overvloedig zal schenken wat<br />
wij op een gegeven moment geweigerd hebben. In deze wereld, die omarmd wordt door<br />
Gods tederheid, is inderdaad alles mogelijk.<br />
1
DE KEUZE<br />
Als jonge Deense luitenant werd Lorens Loewenhielm verliefd op Martine, de dochter van<br />
een Lutherse pastor. Hij ervoer kort de waarheid van een familielegende, het geschenk<br />
van een “tweede kijk”. Deze tweede kijk toonde hem de mogelijkheid van een “hoger en<br />
zuiverder leven” met Martine, “een leven zonder geheimen, zonder ongemakkelijke gewetenspijnen”.<br />
Maar hij had zichzelf nooit als “spiritueel” beschouwd en tijdens de bezoekjes<br />
die hij bracht bij haar thuis voelde hij zich altijd stom. Hij hield weliswaar van Martine,<br />
maar keek toch met groeiende verachting naar deze “spirituele” omgeving. Wanhopig<br />
roept hij tot Martine dat hij voor eeuwig weg moet gaan. “Ik zal je nooit of te nimmer<br />
meer zien! Want ik heb geleerd dat het Lot hard is en dat er in deze wereld bepaalde dingen<br />
zijn die onmogelijk zijn!” Hij gaat weg en besluit zijn “tweede kijk” te vergeten; hij<br />
zal nooit meer terugkijken op het verleden.<br />
De zus van Martine, Philippa, had ook een aanbidder: Achille Papin, de grote operazanger<br />
van Parijs. Maar uit schrik voor haar eigen hart, keert Philippa zich af van Papin. Vijftien<br />
jaar later schrijft Papin naar de twee zussen om hen te vragen of ze een jonge Française,<br />
die uit Parijs moet vluchten, in dienst konden nemen. Haar naam was Babette en ze kon<br />
koken. Papin kende Philippa’s onbenutte mogelijkheden: ze had een prachtige zangeres<br />
kunnen zijn. Hij besluit de brief met een postscriptum voor haar: “Het graf is niet het einde.<br />
In het paradijs zal ik je stem weer horen. Daar zal je zonder angst of scrupule zingen,<br />
zoals God het bedoelde. Daar zal je de grote artieste zijn, waarvoor God jou bestemd had.<br />
Hoe zal je de engelen bekoren!”<br />
Martine en Philippa zetten het werk van hun vader verder. Maar vijftien jaar nadat ze Babette<br />
in hun armtierig huisje hebben opgenomen, gaat het niet zo goed met hun kleine<br />
congregatie. Twee oude vrouwen die niet eens een gesprek van gisteren kunnen navertellen,<br />
wisten zich nog elk detail herinneren van wat ze elkaar vier decennia eerder hadden<br />
aangedaan. Een oude man kon zijn broer niet vergeven omdat die hem 45 jaar geleden bedrogen<br />
had. Een man en een vrouw hadden lang geleden een verhouding met elkaar gehad;<br />
nu, decennia later, deden ze nog steeds niets anders dan elkaar beschuldigen en verwijten.<br />
Martine en Philippa waren een eenvoudig dinertje aan het plannen om hun vaders 100ste<br />
verjaardag te herdenken. Babette kon hen overtuigen om haar de maaltijd te laten klaarmaken<br />
en er zelfs voor te betalen; ze had namelijk de Parijse loterij gewonnen. Ze zou<br />
een echt, Frans feestmaal klaarmaken. De strenge, kleine congregatie keek neer op het<br />
zwelgen in wereldse pleziertjes, maar in naam van liefdadigheid besloten ze de maaltijd<br />
met elkaar te delen, zonder aandacht te schenken aan de overvloed. Jezus had namelijk<br />
ook geen schrik om naar het feest van Kana te gaan. En de genade had “ervoor gekozen om<br />
zich daar, in de wijn zelf, ten volle te tonen.”<br />
Door toedoen van de voorzienigheid zou ook generaal Loewenhielm, die net zijn tante bezocht,<br />
aanwezig zijn op het feestmaal. Terwijl hij zich voorbereidt, kan zijn ziel niet ontsnappen<br />
aan het gevoel dat hij de laatste dertig jaar ongelukkig geweest was, ondanks zijn<br />
professioneel succes. Heel kort, ziet hij helder het gezicht van Martine voor zich. Vanavond<br />
zou hij de jonge man die hij ooit geweest was, laten bewijzen dat hij toch de juiste<br />
keuze gemaakt had. Zijn wereld zou wel degelijk ellendig geweest zijn indien hij datgene<br />
gekozen zou hebben voor wat hem in zijn jeugd was gesuggereerd.<br />
En toch voelde hij een honger in zijn hart, een honger naar het geschenk van een kijken<br />
naar de betekenis van het leven met nieuwe ogen. Ooit had hij net dit geschenk verworpen<br />
en had hij zijn levenskeuze gemaakt vanuit een oppervlakkige kijk op de dingen. Zijn leven<br />
was goed geweest, succesvol en ja, zelfs moreel goed. Maar nu vroeg de man die hij geworden<br />
was met bitterheid aan zijn jonge ik wat hij gewonnen had. Want nu, juist nu in<br />
zijn rijpere jaren, begon hij een klein beetje in te zien dat het leven “geen morele maar<br />
een mystieke bezorgdheid” behoeft. Ja, hij vermoedde echt dat het om een mystieke bezorgdheid<br />
moest gaan. De betekenis van het leven wordt enkel gevonden, en beleefd, door<br />
mensen met een dieper inzicht, een diepere liefde, een dieper vertrouwen. Zij grijpen niet<br />
enkel terug op datgene waarvoor zichtbare bewijzen borg staan.<br />
2
HET FEESTMAAL<br />
Babette bereidde dit feest uitgebreid voor en haar kookkunsten vulden het huis met<br />
“warmte en een zoete geur.” Terwijl de strenge kleine gemeenschap begroet werd door<br />
die zoetheid en zich in huis nestelde, ontdekte ze dat niet alleen hun koude vingers maar<br />
ook hun hart ontdooiden. De kleine groep dronk als het ware de schoonheid op van de tafel,<br />
door kaarsen verlicht en gedekt met kostbaar zilverwerk en porselein. Terwijl hun magen<br />
zich te goed deden aan het uitstekende voedsel en de wijn, ontdekte de kleine groep<br />
dat ze zich, zonder het te weten, ook te goed deden aan liefde, overvloedige liefde. En in<br />
plaats van zwaarder te worden door het eten, werd het hart van de mensen, naarmate ze<br />
meer feestten, lichter.<br />
Babette had de laatste 15 jaar immers iets geheim gehouden. Ze was niet zomaar een kok;<br />
zij was de wereldvermaarde chef-kok van het Café Anglais geweest in Parijs. Mannen hadden<br />
geduelleerd om haar, want zij alleen wist hoe ze een diner tot een liefdesrelatie kon<br />
maken, een liefdesrelatie waarin lichaam en geest één waren. De kleine gemeenschap was<br />
onwetend over het feit dat het diner betaald werd met het volledige bedrag dat Babette<br />
gewonnen had in de loterij. Zij aten het meest overvloedige en duurste feestmaal dat de<br />
eens zo beroemde Babette ooit in het Café Anglais gemaakt had. Terwijl ze aten, raakten<br />
verstand en hart en lichaam bedwelmd, een bedwelming die ze nog nooit ervaren hadden.<br />
Zij die normaal zo stil waren tijdens de maaltijd veranderden: hun tongen kwamen los en<br />
hun harten smolten.<br />
Ze wisten niet wat ze aan het eten waren of wat het kostte. Maar de generaal wist dit wel.<br />
Hij erkende de verfijnde aroma’s en smaken en hij herinnerde zich zijn bezoek aan het Café<br />
Anglais, lang geleden. Nu mocht hij hier, in dit strenge huisje waar hij zich ooit zo buitengesloten<br />
had gevoeld, aanschuiven bij het meest verfijnde feestmaal ooit bereid. Het<br />
feestmaal, waarvan hij dacht dat hij het enkel in het schitterende Parijs had kunnen hebben,<br />
werd hem nu overvloedig aangeboden op de plaats die hij zelf ooit verworpen had.<br />
Waar zijn warme bloed ooit vreemd aandeed binnen deze groep met strenge gewoonten,<br />
daar vond hij nu harten met dezelfde warmte die hij toen in zich droeg. Onschuldig en onwetend<br />
genoten ze van de smaak van kostbare wijn. Hij voelde zich thuis bij deze “spirituele”<br />
mensen.<br />
Onverwacht en miraculeus genoeg voelde het groepje zich op haar beurt thuis op dit buitensporige<br />
feest voor de zintuigen. Zonder het te beseffen waren deze kleine mensen<br />
waardig bevonden voor het duurste feestmaal van het Café Anglais. Babette behandelde<br />
hen zoals ze de koninklijke familie in Parijs had behandeld. Zij wisten dit niet men hun<br />
verstand, maar ze voelden het in hun hart. En terwijl het lichaam feestte, heelde het hart.<br />
Tijdens dit korte uur proefden ze de hemel en zagen ze “het universum zoals het werkelijk<br />
is”.<br />
DE GENADE<br />
Het kleine groepje zou het pas later beseffen, maar Generaal Loewenhielm realiseerde<br />
het zich nu al, temidden van het feest. Ooit had hij, jaren geleden, stom aan diezelfde tafel<br />
gezeten, in hetzelfde spirituele gezelschap. Vanuit de diepten van zijn eigen ziel, werden<br />
hem nu woorden aangereikt die van de hemel zelf kwamen: “Wij zijn zo dom om te<br />
denken dat genade eindig is, dat ze zich beperkt tot een bepaalde tijd en plaats. We beven<br />
met angst vooraleer we een keuze maken en nadat we ze gemaakt hebben, beven we<br />
nog, uit schrik het verkeerde gekozen te hebben. Maar het moment komt waarop onze<br />
ogen geopend zullen worden en waarop we zullen beseffen dat genade oneindig is.” Zelfs<br />
daar waar onze verkeerde keuzes ons naartoe geleid hebben, kan God net dàt geschenk<br />
over ons uitstorten waarvan we dachten dat we het enkel zouden krijgen op de plaats<br />
waarvoor we niet kozen.<br />
3
De generaal ontdekt dat wat van ons verwacht wordt, eenvoudigweg dit is: dat we in vertrouwen<br />
wachten op deze genade en dat we ze, als ze komt, met een dankbaar hart ontvangen.<br />
Wanneer onze ogen geopend worden, zien we namelijk met een dieper inzicht dat<br />
Gods genade oneindig is, dat ze ons altijd en overal in de armen sluit. Dan verstaan we wat<br />
genade betekent: datgene dat we ooit verwierpen, wordt nu “overvloedig over ons uitgegoten.<br />
Want barmhartigheid en vertrouwen hebben elkaar ontmoet, en gerechtigheid en<br />
gelukzaligheid hebben elkaar gekust!” (vgl. Ps 85).<br />
De buitensporige God weet hoe hij opnieuw, onherroepelijk, datgene dat we ooit weggegooid<br />
hadden, moet teruggeven. Hij weet hoe Hij ons op een andere en eeuwige manier<br />
moet teruggeven wat we ooit niet wilden en waar we toch altijd naar verlangd hebben. De<br />
God van overvloedige liefde weet hoe hij ons moet volgen op de hoofd- en bijwegen van<br />
ons leven, zelfs wanneer we van het rechte pad afwijken. Hij weet hoe Hij ons kan overladen<br />
met een feest van genade, om het even waar we zijn.<br />
In dit huis had de kleine kudde gediscussieerd en gekibbeld en zich onbewust beklaagd<br />
over hun wrede lot. Maar vanavond leek door de ramen een warm licht te laten schijnen<br />
en kostbare liederen de nacht in te vloeien.<br />
Het lied van barmhartigheid bleef in hun harten. De twee oude vrouwen (de zussen) ondervonden<br />
hoe de onverwachte genade, die voorbijging aan de kwade periode waarin ze zo<br />
lang vast hadden gezeten, hen bracht naar de periode in hun leven toen ze hand in hand<br />
de wegen rond Berlevaag gevuld hadden met gezang. De oude man die tientallen jaren geleden<br />
bedrogen werd, wisselt een liefdevolle por in de ribben uit met zijn vijand, zoals<br />
een ruwe streling tussen jongens. De oude minnaars die elkaar niet konden vergeven, vinden<br />
de tijd om elkaar lang en teder te kussen nu ze weduwenaar en weduwe zijn. Het was<br />
de kus waarvoor de geheime, onzekere verhouding van hun jeugd nooit tijd had gelaten.<br />
En generaal Loewenhielm krijgt zijn eerste geliefde voor altijd terug. Als hij het huis verlaat,<br />
neemt hij Martine’s handen in de zijne. Na een lange stilte biecht hij op: “Ik ben elke<br />
dag van mijn leven bij jou geweest… En ik zal ook voor de tijd die me nog rest elke dag bij<br />
jou zijn.” Hij zou altijd met haar dineren, net zoals hij dat die avond deed. Hij zou echter<br />
niet in de lijve bij haar aanwezig zijn; dat is toch maar vergankelijk. Hij zou bij haar zijn<br />
in zijn geest “wat alles is”. Lang geleden had hij in wanhoop tot haar geroepen: “Het Lot is<br />
hard en in deze wereld zijn er dingen die onmogelijk zijn.” Nu, dertig jaar later, spreekt<br />
hij liefdevol en teder een waarheid die hij niet kan loochenen: “Vanavond, lieve zus, heb<br />
ik geleerd dat in deze wereld alles mogelijk is.”<br />
DE MORAAL<br />
Het is moeilijk om je niet te laten raken door dit eenvoudige verhaal, omdat het op een of<br />
andere manier ook ons verhaal is. We vinden onszelf terug in elke persoon die aanwezig is<br />
op Babette’s feest. We zijn de zussen en we zijn Loewenhielm; we zijn de kleine kudde.<br />
We zijn zelfs Babbette zelf, de grote chef. Net zoals ze het in Parijs geleerd had, leerde ze<br />
nu in het kleine huis van Philippa en Martine dat ze mensen gelukkig kon maken als ze haar<br />
uiterste best deed. Maar in dit arme huis zou ze nooit de fantastische chef kunnen zijn die<br />
ze echt was. Maar, zoals Martine haar zegt, zal ze later, zonder enige hinder, de artieste<br />
zijn waartoe ze bestemd was. En hoe zal ze daar de engelen betoveren!<br />
Het verhaal van Blixen lijkt in het hart van de lezer te vertoeven en komt op stille momenten<br />
terug om zijn diepere betekenis te vertellen. Op een bepaalde manier vult het de ziel<br />
met “warmte en zoete geuren”, net zoals Babette’s feestmaal het huis vervulde. Het vult<br />
ons met een opwekkende dankbaarheid waar eens bitterheid was, het roept vertrouwen op<br />
waar eens angst was. Door het horen van dit verhaal beginnen we ons een lang vergeten<br />
genade te herinneren, zien we “feestmaaltijden van genade” waar we die vroeger niet<br />
herkenden of als normaal ervoeren. Heel zachtjes maar met een “tweede kijk” komen<br />
feestmaaltijden van barmhartigheid weer naar boven, barmhartigheid die overvloedig over<br />
ons uitgegoten werd ter vervanging van geschenken die we ooit geweigerd hebben of<br />
waarvan we dachten dat ze ons geweigerd werden.<br />
4
Op een bepaalde manier duwt dit verhaal ons in de richting van God zodat we onszelf teruggeven<br />
aan Hem. Dit onherroepelijk en eeuwig teruggeven aan God gebeurt vanuit zelfopoffering,<br />
dankbaarheid en liefde. Op een bepaalde manier inspireert het ons om liefdevol<br />
te werken en hoopvol te wachten op meer feestmaaltijden van genade die ons nu onmogelijk<br />
lijken, feestmaaltijden van genade die we verlangen te delen met onze familie,<br />
gemeenschap, natie of wereld. Deze feestmaaltijden zullen ons zeker geschonken worden<br />
in de hemel, en in meer overvloed dan we durven verwachten. Maar, zoals Loewenhielm<br />
leerde, kunnen ze ons ook nu al gegeven worden, hier, op de plaats waar we wanhoopten,<br />
en dit op een manier waarvan we nooit hadden kunnen dromen.<br />
Is dit niet het punt van Matteüs’ parabel over de werkers van het laatste uur, die even veel<br />
betaald werden als de arbeiders die een hele dag hadden gewerkt (Mt 20,1-16)? Gods buitensporige<br />
liefde in Jezus wordt verkwist, zelfs onder heidenen en onder hen die uitgesloten<br />
zijn. Genade wordt grenzeloos uitgestort over diegenen die dat het minst verwachten<br />
en overvloedig geschonken aan hen die dat het minste verdienen. In een vroege homilie<br />
voor het feest van genade bij uitstek, de paaswake, nodigt de auteur ons allen uit om naar<br />
het eucharistisch feest te komen: zij die gevast hebben tijdens de Vasten evenzeer als zij<br />
die dat niet deden. Op deze avond, op dit feest (Pasen, en elke eucharistie), kan alles vergeven<br />
worden, zelfs fouten uit het verleden, zelfs verkwiste levens. Babette’s feest en ons<br />
eigen leven, dat evenzeer een feest van genade is, doen ons uiteindelijk deelhebben aan<br />
die maaltijd waarbij we ons voeden met God zelf en waar inderdaad alles mogelijk is.<br />
5