beschikken - VuMaasland

32
LEZINGENCYCLUS MODERNE EUROPESE KUNST NA 1945
(3 bijeenkomsten)
Door Wouter van Romondt
BELGISCHE KUNST NA 1945 (woensdag 12 maart)
Al snel na de Tweede Wereldoorlog ontstaat er in België een sterke drang naar een optimistischer
maatschappij.Het is de groep La Jeune Peinture Belge die vooral kiest voor
de abstractie. Er wordt een duidelijk onderscheid gemaakt in de Lyrische Abstractie en
de Geometrische Abstractie van Jo Delahaut en Louis van Lint. Daarnaast nemen Pierre
Alechinsky en Christian Dotremont deel aan de beroemde Cobra beweging. Zij zullen
weldra de hele Belgische maatschappij behoorlijk laten schrikken. In de jaren zestig zien
we een geheel eigen interpretatie van de Amerikaanse Pop Art. Met name de kunstenaars
Roger Raveel, Raoul de Keyser en Pol Bury zullen een eigen gezicht tonen. In de
jaren zeventig springt er een bijzondere kunstenaar naar voren. Het is Panamarenko, de
zonderlinge, fantasievolle vliegtuigbouwer, die ons een nieuwe wereld laat zien. In de
jaren tachtig zijn het vooral Marcel Broodthaers en Jan Fabre die van zich laten horen.
Daarna zullen in de komende decennia vele Belgische kunstenaars de wereldpers halen,
zo is er Wim Delvoye met zijn cloaca (poepmachine), getatoueerde varkens en zijn salamivloer
en natuurlijk is de Antwerpse kunstenaar Luc Tuymans al wereldberoemd en
heeft academies vol met epigonen. Ook Patrick van Caeckenbergh en Thierry de Cordier
zullen aan bod komen. Voorwaar een prachtig bont Belgisch gezelschap, dat zeer de
moeite van het bekijken waard is.
DE NEDERLANDSE KUNST NA 1945 (woensdag 19 maart)
In deze lezing kunt u via allerlei invalshoeken genieten van de Nederlandse kunst van
na de oorlog. Onmiddellijk na de bevrijding vormen een aantal jonge Nederlandse,
Belgische en Deense kunstenaars een nieuwe agressieve groep de COBRA. Bekend zijn
hiervan natuurlijk Karel Appel, Constant, Corneille en Lucebert. Maar er waren in die tijd
nog meer revolutionairen, zoals Ouburg, Benner, Hussem, Lataster, Diederen en Defesche.
Zij gaven het bevrijde Nederland een nieuw elan met hun vurige kreten en werken.
In de jaren zestig ontstaan vier nieuwe stromingen, namelijk de Nederlandse Pop Art
met Woody van Amen en Reinier Lucassen, vervolgens de Minimal Art met Peter Struycken,
Joost Baljeu en Carel Visser. Ook was er de groep Nul met als vertegenwoordigers
Schoonhoven, Armando en Peeters en natuurlijk Fluxus met Wim T.Schippers. In de jaren
zeventig ontstaat de conceptkunst, waarvan vooral Stanley Brouwn de vertegenwoordiger
is. Naast hem spreken Dibbets, Boezem van Van Elk een nieuwe taal. In de jaren
tachtig en negentig komen veel individuele kunstenaars aan bod, zoals Marlene Dumas,
Rene Daniels, Henk Visch, Marc Mulders, Fons Haagmans en Roy Villevoye. In onze tijd
komen er weer nieuwe kunstenaars die wat te zeggen hebben, zoals David Bade, Michael
Raedecker, Robert Zandvliet en Joep van Lieshout. Zo is hier sprake van groepen
kunstenaars die door hun eigengereide optreden het gezicht van de Nederlandse kunst
voorgoed veranderd hebben.