Leica 3D Disto Gebruiksaanwijzing - Leica Geosystems

Versie 2.0 

Nederlands 

Leica 3D Disto 

Gebruiksaanwijzing

3D Disto, Introductie 

Introductie 

Aanschaf Gefeliciteerd met de aanschaf van uw Leica 3D Disto. 

Productidentificatie 

Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke veiligheidsinstructies, evenals richtlijnen 

voor het opstellen en het gebruik van het instrument. Zie hoofdstuk "12 Veiligheidsvoorschriften" 

voor verdere informatie. 

Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door, voordat u het instrument in gebruik 

neemt. 

Het serienummer van uw instrument staat op het informatie-etiket, zie hoofdstuk 

"12.8 FCC Verklaring, geldig in de V.S.". Vul deze gegevens in op deze bladzijde van 

de gebruiksaanwijzing en verwijs altijd naar deze gegevens bij vragen aan uw geautoriseerde 

dealer of bij de registratie in het Leica MyWorld portaal. 

Serienr.: _______________ 

2

Pictogrammen De symbolen, die in deze handleiding worden gebruikt, hebben de volgende betekenis: 

Type Beschrijving 

Gevaar Direct gevaar bij gebruik, dat beslist leidt tot ernstig licha- 

melijk letsel of de dood. 

Waarschuwing Gevaar bij gebruik of onjuist gebruik, dat kan leiden tot 

ernstig lichamelijk letsel of de dood. 

Voorzichtig Gevaar bij gebruik of onjuist gebruik, dat kan leiden tot 

gering lichamelijk letsel en/of aanzienlijke materiële-, financiële- 

of milieuschade. 

 

Belangrijke informatie, die de gebruiker helpt om het instrument 

technisch juist en efficiënt te gebruiken. 

Handelsmerken • Windows is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft Corporation; 

Alle andere handelsmerken zijn het eigendom van hun respectievelijke eigenaren. 

3D Disto, Introductie 3

3D Disto, Inhoudsopgave 

Inhoudsopgave 

In deze handleiding Hoofdstuk Pagina 

1 Gebruik van deze handleiding 9 

2 Technische termen en afkortingen 13 

3 Beschrijving van het systeem 26 

3.1 Algemene 3D Disto Systeeminformatie 26 

3.2 Inhoud transportkoffer 27 

3.3 Instrument componenten 29 

3.3.1 3D Disto 29 

3.3.2 Bedieningseenheid 33 

3.3.3 RM100 Afstandbediening 34 

3.4 Voeding 35 

3.4.1 3D Disto 35 

3.4.2 Bedieningseenheid 36 

3.4.3 RM100 Afstandbediening 38 

3.5 Software concept 39 

4 Gebruikersinterface 46 

4.1 Bedieningseenheid 46 

4.1.1 Scherm 47 

4

4.1.2 Hoofdbedieningsbalk 50 

4.1.3 Werkbalk 51 

4.1.4 Pictogrammen & Symbolen 52 

4.2 RM100 Afstandbediening 56 

5 Instrument Opstellen 57 

5.1 Opstartprocedure 57 

5.2 Assistent 64 

5.3 Apparaat Configuratie en Menu Instellingen 66 

5.4 Gegevensbeheer 70 

5.4.1 Algemeen 70 

5.4.2 Bestandsbeheer 72 

5.4.3 Beheer van foto's en gezekerde punten 73 

5.4.4 Uitwisseling van gegevens 75 

5.4.5 Geëxporteerde bestanden 81 

5.5 Calculator 82 

6 Bediening 85 

6.1 Metingen 85 

6.2 Zoeker 86 

6.3 Meetprocedure 91 

6.4 Touchscreen in schetsgebied 98 

6.5 Optellen en Aftrekken 100 

6.6 Oppervlakte & Volumeberekening 103 

3D Disto, Inhoudsopgave 5


6.6.1 Horizontale Oppervlakten/Volumes 104 

6.6.2 Schuine Oppervlakten 106 

7 Software Applicaties 107 

7.1 Overzicht 107 

7.2 Toolbox 108 

7.2.1 Comfortabel Oploden 109 

7.2.2 Comfortabel Richten 111 

7.2.3 Comfortabel Waterpassen 113 

7.2.4 Hoogtemerk 115 

7.2.5 Hoogtemeting 117 

7.2.6 Parallelle Lijn 119 

7.3 Locatie 121 

7.4 Ruimte Scannen 127 

7.4.1 Handmatige metingen 129 

7.4.2 Uitvouwen modus 131 

7.4.3 CAD-hulpprogramma's 133 

7.4.4 Automatische scans 150 

7.5 Projector 158 

7.5.1 Werkprocedure 159 

7.5.2 Richten en uitzetten met RM100 afstandbediening 166 

6

8 Foutmeldingen 167 

9 Controleren & Justeren 170 

9.1 Overzicht 170 

9.2 Kruisdraadcorrectie 172 

9.3 V-Index Fout 174 

9.4 Inclinatiemeter kalibratie 176 

9.5 Reset naar fabrieksinstellingen 178 

10 Instrument Beveiliging (Diefstalpreventie) 179 

11 Verzorging en vervoer 181 

11.1 Vervoer 181 

11.2 Opslag 183 

11.3 Reinigen en Drogen 184 

12 Veiligheidsvoorschriften 185 

12.1 Algemeen 185 

12.2 Gebruiksdoel 186 

12.3 Beperkingen in het gebruik 188 

12.4 Verantwoordelijkheden 189 

12.5 Gebruiksrisico's 190 

12.6 Laserclassificatie 195 

12.7 Elektromagnetische Compatibiliteit EMC 197 

3D Disto, Inhoudsopgave 7


12.8 FCC Verklaring, geldig in de V.S. 200 

12.9 Conformiteit aan nationale regelgeving 204 

13 Technische gegevens 206 

14 Internationale Beperkte Garantie, Software Licentieovereenkomst 211 

Index 214 

8

1 Gebruik van deze handleiding 

 

Het wordt aanbevolen uw instrument op te stellen, terwijl u de handleiding doorneemt. 

Index De index staat achteraan in de handleiding. 

 

Geldigheid van 

deze handleiding 

Toetsen, velden en opties op het scherm, die voor zichzelf spreken, worden niet 

verder verklaard. 

Deze handleiding is van toepassing op de 3D Disto instrumenten en softwareapplicaties. 

3D Disto, Gebruik van deze handleiding 9

3D Disto, Gebruik van deze handleiding 

Beschikbare 

documentatie 

Naam Beschrijving/Formaat 

3D Disto 

Gebruiksaanwijzing 

3D Disto SnelstartgidsVeiligheidshandleiding 

Alle instructies, die nodig zijn om het instrument op 

basis niveau te bedienen staan in deze handleiding. 

Het geeft tevens een overzicht van het systeem 

samen met technische specificaties en veiligheidsvoorschriften. 

- 

Het is bedoeld als een naslag-veldhandleiding. 

Biedt belangrijke veiligheidsinstructies voor het 

gebruik van de 3D Disto. 

 

Zie de onderstaande bronnen voor alle 3D Disto documentatie/software: 

• Leica 3D Disto Data CD 

• https://myworld.leica-geosystems.com 

myWorld@Leica Geosystems (https://myworld.leica-geosystems.com) biedt een 

brede reeks diensten, informatie en studiemateriaal. 

In myWorld kunt u alle relevante diensten benaderen op het moment, dat u dat uit 

komt, 24 uur per dag, 7 dagen in de week. Dit vergroot uw efficiëntie en houdt u en 

uw apparatuur up-to-date met de meest recente informatie van Leica Geosystems. 

10

3D Disto, Gebruik van deze handleiding 11

3D Disto, Gebruik van deze handleiding 

Dienst Beschrijving 

myProducts Voeg alle instrumenten van Leica Geosystems toe, die u en uw 

bedrijf bezit. Bekijk gedetailleerde informatie over uw instrumenten, 

koop extra opties, update uw instrumenten met de meest 

recente software en blijf op de hoogte met de meest recente documentatie. 

mySupport Voer nieuwe supportaanvragen in voor uw instrumenten. Deze 

zullen worden beantwoord door uw locale Leica Geosystems 

Support Team. U hebt inzage in de gehele historie van uw support 

vragen en ziet gedetailleerde informatie over elke aanvraag, als u 

antwoorden op eerdere supportvragen wilt nakijken. 

myTraining Verbeter uw productkennis met de Leica Geosystems Campus - 

Informatie, Kennis, Training. Bestudeer de laatste online cursusmaterialen 

of download cursusmateriaal over uw instrumenten. Blijf 

op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen rondom uw instrumenten 

en schrijf u in voor seminars of workshops in uw land. 

12

2 Technische termen en afkortingen 

Vizierlijn 

Horizontale hoek 

3D Disto_013 


a 

a 

b 

c 

a) Vizierlijn 

b) Kiepas, horizontale rotatie-as van het instrument 

c) Staande as, verticale rotatie-as van het instrument 

Zichtlijn, 

laserstraal en dradenkruizen 

moeten met elkaar overeenstemmen. 

Zie hoofdstuk "9 Controleren & 

Justeren" voor verdere informatie. 

a) Horizontale hoek: [°] of [gon] 

3D Disto, Technische termen en afkortingen 13

3D Disto, Technische termen en afkortingen 

Verticale hoek 



a 

a 

Instellen: Horizon = 0 

a) Verticale hoek: [°], [gon], [1:n] of [%] 

Instellen: Horizon = 90°/100gon 

a) Verticale hoek: [°] of [gon] 

14

Afstanden 

a 



a 

c 

b 

a) Loodlijnlengte 

a) Spanmaat 

b) Verticale afstand = hoogteverschil 

c) Horizontale afstand 



Oppervlakten 

Oploden en horizon 

a 

b 



a 

b 

a) Schuine oppervlakte, zoals gemeten 

b) Horizontale oppervlakte, berekend door 


a) Oploden: 

Punt op de loodlijn boven de waarnemer. 

b) Horizon: 

Vlak/lijn 90° ten opzichte van de loodlijn. 

16

Referenties 



5.390 

0.00 

-0.02 

1.884 

3.965 

+3.00 

+2.10 

0.00 

4.160 

5.134 

0.00 

a) Referentiehoogte: 

Een niveau, ten opzichte waarvan alle hoogten 

liggen. 

a) Referentiepunt: 

Een punt, ten opzichte waarvan alle maten en 

posities worden bepaald. 

3D Disto, Technische termen en afkortingen 17 

a 

a


3.101 


2.911 

a 

7.040 

7.002 

a) Referentie-as/lijn: 

Een lijn, ten opzichte waarvan alle maten 

worden bepaald. 

18

Inclinatiemeter De inclinatiemeter garandeert correcte resultaten, zelfs als de 3D Disto niet horizontaal 

staat opgesteld. 

3D Disto_024 3D Disto_025 

Inclinatiemeter uit = uitgeschakeld 

Alle meetresultaten zijn gerelateerd aan 

de schuine as en horizon van de 

3D Disto. 

0-3° 

Inclinatiemeter aan = ingeschakeld 

Alle meetresultaten zijn gerelateerd horizontale 

as en horizon indien de 

3D Disto staat opgesteld met een helling 

tussen 0° en 3°. 



Zoeker en 

dradenkruizen 

• Zoeker is een geïntegreerde camera, die het richtmerk toont op het scherm van 

de bedieningseenheid. 

• Kruisdraden is een richtmiddel, getoond in de zoeker op de bedieningseenheid. 

S_3D Disto_002 a b 

a) Zoeker 

b) Kruisdraden 

20

Gezekerde punten Gezekerde punten koppel metingen aan een coördinatensysteem. Met behulp 

van deze referentiepunten kan de locatie van de 3D Disto worden veranderd en de 

meting op een later tijdstip worden vervolgd, waarbij alle metingen toch naadloos op 

elkaar aansluiten. 

1. Benoem en plaats drie tot vijf zelfklevende 

richtmerk aan wanden, plafond of vloer 

rondom uw werkgebied. 

2. Meet deze richtmerken in en sla ze op als 

Gezekerde punten. 

 



Zie hoofdstuk "7.3 Locatie" voor verdere informatie. 

3. Verplaats de 3D Disto of stel deze later 

"ergens" op. 

4. Meet de Gezekerde punten opnieuw. De 

3D Disto berekent de nieuwe locatie en de 

metingen kunnen worden vervolg. 



Coördinaten Coördinaten beschrijven de positie van een punt in twee- of drie-dimensionale 

ruimte. 


m/ft 

b 

a 

a) Twee-dimensionale coördinaten 

b) Drie-dimensionale coördinaten 

22

Meten Meetresultaten kunnen worden overgebracht naar een aangesloten pc of USB stick 

voor verdere verwerking. 


CAD 



Uitzetten of 

projectie 

Ontwerpgegevens in DXF en algemene kolommenformaten kunnen worden geïmporteerd 

en gebruikt voor het uitzetten van de corresponderende punten of stramienen. 

CAD 


Laserafstandmeter De laserafstandmeter bepaalt afstanden met behulp van een zichtbare rode laserstraal. 

Kalibratie Kalibratie is een procedure om de nauwkeurigheid van het instrument te controleren 

en af te stellen. 

Zie hoofdstuk "9 Controleren & Justeren" voor verdere informatie. 

24

Liniaal voor 

excentrische 

punten 

De liniaal voor excentrische punten is een accessoire om onbereikbare of verborgen 

punten te meten. 


a) Liniaal voor excentrische punten 

3D Disto, Technische termen en afkortingen 25 

? 

a

3D Disto, Beschrijving van het systeem 

3 Beschrijving van het systeem 

3.1 Algemene 3D Disto Systeeminformatie 

Algemene 

informatie 

De 3D Disto van Leica Geosystems is een drie-dimensionaal meet- en projectiesysteem 

om punten te meten in een ruimte vanaf een opstelpositie en dat 3D gegevens 

genereert – gereed voor gebruik of voor latere verwerking. 

3D Disto_001 a b c d 

3D Disto wordt bediend via de bedieningseenheid. Bepaalde functies kunnen ook 

worden uitgevoerd met behulp van de RM100 afstandbediening. 

26 

a) 3D Disto 

b) USB kabel 

c) Bedieningseenheid 

d) RM100 afstandbediening

3.2 Inhoud transportkoffer 

Inhoud 

transportkoffer, 

deel 1 van 2 


d 

a b 

e f g h 

a) 3D Disto met ingebouwde SD WLAN 

kaart 

b) USB verbindingskabel 3D Disto naar 

bedieningseenheid 

Voedingskabel 3D Disto naar bedieningseenheid 

Micro-USB kabel voor pc 

c) Data CD 

Handleiding Veiligheidsinstructies, 

3D Disto Snelstartgids, 

CE & Producent Certificaat, 

USB Stick 

d) Vier landspecifieke voedingskabels 

voor 3D Disto 

e) Richtmerken, zelfklevend, 50 stuks in 

een zak 

f) RM100 Afstandbediening 

g) Bedieningseenheid, voeding 

h) Landspecifieke netstroomadapters 

voor het voeden van de bedieningseenheid 

3D Disto, Beschrijving van het systeem 27 

c


Inhoud 

transportkoffer, 

deel 2 van 2 

3D Disto_003 j 

k 

i 

28 

i) Liniaal voor excentrische 

punten 

j) 3D Disto voeding 

k) Bedieningseenheid met 

stift, statiefklem en 

draagriem

3.3 Instrument componenten 

3.3.1 3D Disto 

Instrumentcomponenten,motoraangedreven 

delen 

a 

b 

c 


c 

a) LED's voor 3D Disto status 

b) AAN/UIT toets 

c) Handgrepen voor het instrument 

d) Infrarood (IR) interface 

e) WLAN interface 

f) Laserafstandmeter met beeldzoeker 

g) Doosniveau 


d 

e 

c 

f 

g


Instrumentcomponent, 

accuvoet 

3D Disto_005 a 

b d 

c e f b 

Beschrijving van toetsen en LED's 

30 

a) Statiefbevestiging 5/8” draad 

b) 90° markering 

c) Voedingsaansluiting voor 3D Disto 

d) LED voor accustatus 

e) Datakabelaansluiting 

f) Voedingsaansluiting naar bedieningseenheid 

Toets/LED's Beschrijving 

AAN/UIT toets Toets om het instrument AAN of UIT te schakelen. 

Instrument schakelt UIT na 15 minuten, als er geen verbinding 

is met de bedieningseenheid of pc.


LED's voor 

3D Disto status 

LED voor accustatus 

• Groene en oranje leds lichten continu op: 3D Disto is bezig 

met opstarten. 

• Oranje led knippert: Zelfstelprocedure wordt uitgevoerd of 

de helling is > 3°. 

• Groene led knippert: 3D Disto is gereed voor metingen. 

Inclinatiemeter staat aan. 

• Oranje LED brandt constant: 

Er is een fout opgetreden. Zie hoofdstuk "8 Foutmeldingen" 

voor verdere informatie. 

• Groene en oranje LED's branden constant: druk op de AAN 

toets om het instrument te resetten. 

Uitsluitend voor experts: Inclinatiemeter uit 

• Groene led knippert eenmaal; oranje led knippert driemaal. 

Als het instrument aan staat en is verbonden met de acculader: 

• Groene LED knippert 1x: Accu is opgeladen tot 25 %. 



• Groene LED is aan: Accu is volledig opgeladen. 

3D Disto, Beschrijving van het systeem 31



LDM Laser • UIT: Zoeker staat UIT of 3D Disto richt automatisch. 

• AAN: Zoeker staat AAN; of gebruiker richt met behulp van 

de afstandbediening. 

• Knipperend: Om de precieze positie aan te geven van een 

geprojecteerd punt. 

32

3.3.2 Bedieningseenheid 

Componenten 

bedieningseenheid 


a) AAN/UIT toets 

b) Stift 

c) Display, 4.8" touchscreen 

d) Voedingsaansluiting 

e) USB Poort, type A 

f) Statiefklem, verstelbaar 

g) Draagriem 

h) Micro-USB poort, type Micro-B 


a 

b 

c 

d 

e 

f 

g 

h


3.3.3 RM100 Afstandbediening 

Componenten 

afstandbediening 


a b c d e 

RM100 

a) Sleutelring 

b) Accucompartiment 

c) Dist toets 

d) Navigatietoetsen: 

Omhoog/omlaag/rechts/links 

e) Controle LED 

34

3.4 Voeding 

3.4.1 3D Disto 

3D Disto voeding Voeding voor het instrument kan zowel intern als extern worden verzorgd: 

• Intern: via accuvoet, met niet-verwisselbare Li-Ion accu's, 14.4 V, 63 Wh. 

• Extern: 

Voeding voor 3D Disto aangesloten via kabel met land-specifieke stekkers voor 

gebruik wereldwijd. Ingang: 100 - 240 V AC, 50/60 Hz. Uitgang: 24 V DC, 2,5 A. 

Lengte 1,80 m. 

 


a) Accuvoet 

b) Voedingsaansluiting 

Uitsluitend Leica Geosystems geautoriseerde werkplaats mogen de accuvoet 

vervangen. 


a 

b


3.4.2 Bedieningseenheid 

Bedieningseenheid, 

voeding 

Voeding voor de bedieningseenheid kan zowel intern als extern worden verzorgd: 

• Intern: niet-verwisselbare Lithium polymeer accu, 2500 mAh, 3.7 V DC. 

Het display van de bedieningseenheid schakelt uit na 15 minuten om 

energie te sparen tijdens perioden zonder activiteit. 

• Extern: 

a 

a) Voedingskabel vanaf 3D Disto 

b b) Voeding vanaf netspanning met 


AC/DC adapter 

• Voeding met AC/DC adapter. EU, US, UK en AUS adapterstekkers leverbaar. 

Ingang: 100 - 240 V AC, 50/60 Hz. Uitgang: 5,2 V DC, 2.000 mA. Kabellengte 

1,50 m. 

36

De 

bedieningseenheid schakelt aan als hij op een voeding wordt aangesloten. 

• Voeding vanaf 3D Disto via kabel: > 5 V, 2.5 A, lengte 2.00 m. 

De bedieningseenheid kan alleen worden opgeladen als de 3D Disto 

meer dan 25% is opgeladen. 



3.4.3 RM100 Afstandbediening 

RM100 Voeding 

afstandbediening 

De RM100 is uitgerust met een AA alkaline batterij, 1.5 V. 


2 

1 

38 

1. Duw het batterijdeksel in de richting 

van de pijl om het batterijcompartiment 

te openen. 

2. Vervang de batterij en sluit het batterijdeksel 

weer.

3.5 Software concept 


systeemsoftware 

Applicatieprogramma's 

De 3D Disto software omvat de centrale functies van het instrument: 

• Er zijn diverse talen geïntegreerd in de software. De voorkeur voor de bedieningstaal 

kan worden ingesteld tijdens de eerste keer instellen of in het Instellingenmenu. 

• Het instrument heeft een opnieuw opstarten functie voor het geval het niet juist 

reageert. 

Houdt 

starten. 

tien seconden ingedrukt om de bedieningseenheid opnieuw op te 

• Om de software terug te zetten naar fabrieksinstellingen: ga naar Menu, druk op 

Instellingen en Reset naar fabrieksinstellingen. 

• Houd vijf seconden ingedrukt om de 3D Disto opnieuw te starten. 

Er zijn diverse applicatieprogramma's beschikbaar voor het instrument, ondersteund 

door help pop-up's, die u door het werkproces gidsen. Deze toepassingen kunnen 

worden getest in een Demo modus of geactiveerd met een licentiecode. 



Demo modus De beschikbare applicatieprogramma's kunnen worden getest door de Demo modus 

te activeren. Hiermee staat de volledige software functionaliteit gedurende 40 werkuren 

ter beschikking. Een pop-up herinnert de gebruiker er aan, als de demoperiode 

afloopt. 

Maatwerk applicatieprogramma's 

Voer onderstaande stappen uit om demo modus in te schakelen voor applicatieprogramma's: 

1. Druk op Menu » Applicaties » DEMO. 

2. Alle applicatieprogramma's staan in het menu met een aanduiding wanneer 

de Demo modus afloopt. 

Maatwerksoftware, specifiek op wens van gebruikers, kan worden ontwikkeld met 

behulp van de software ontwikkelomgeving van derden. Verdere informatie is op 

verzoek beschikbaar van een Leica Geosystems vertegenwoordiger. 

40

Softwareapplicatie 

licenties en 

activatie 

De applicatieprogramma's kunnen worden geactiveerd door op te starten in de Demo 

modus of door het invoeren van de licentiecode op een van de volgende manieren: 

• Synchronisatie met de MyWorld homepage op www.leica-geosystems.com: 

1. Druk op en sluit de bedieningseenheid 

aan op de pc via Micro-USB 

kabel. De bedieningseenheid is zichtbaar 

als een verwisselbare schijf op 

uw pc. 


2. Als de bedieningseenheid de pc verbinding niet automatisch herkent, druk dan 

op of verbinden in het Menu Instellingen. 

3. Als de verbinding functioneert, start dan uw internet browser en ga naar de 

MyWorld homepage. Registreer uw instrument door invoeren van het equipmentnummer, 

dat op de informatiesticker staat onder de laserafstandmeter. Zie 

hoofdstuk "Labeling 3D Disto" op pagina 202. 

4. Selecteer de MyProduct pagina en druk op de download toets voor licenties. 

5. Er verschijnt een venster waarmee het licentiebestand kan worden opgeslagen. 

Sla het bestand op in de map Licence op de bedieningseenheid. 



Variaties in de 3D Disto Windows Software 

1. Installeer de 3D Disto software op uw pc. 

2. Start uw internet browser en ga naar de MyWorld homepage. Registreer uw 

instrument door invoeren van het equipmentnummer. 

3. Selecteer de MyProduct pagina en druk op de download toets voor licenties. 

4. Sla het licentiebestand op in de map Licence in de map Mijn Documenten\Leica 

Geosystems\3D Disto. 

42

• Handmatig invoeren van de licentiecode: 

1. Druk op en ga naar Menu » Apparaat » Software » Licentie. 

2. Voer de code in, die u kunt terugvinden op de 

MyWorld webpagina, en druk op OK. 

Geactiveerde 

applicatieprogramma's zijn beschikbaar in het Applicaties 

menu. 



Softwareupdate 

1. Druk op en sluit de bedieningseenheid 

aan op de pc via Micro-USB 

kabel. 

 


Zorg er voor, dat de accu van de bedieningseenheid helemaal vol is, voordat 

de softwareupdate wordt gestart, om verlies van gegevens te voorkomen. 

De verbinding met de pc niet verbreken, voordat het downloaden gereed 

is. Sla uw meetgegevens op en exporteer ze, voordat u begint met de softwareupdate. 

2. Als de bedieningseenheid de pc verbinding niet automatisch herkent, druk dan 

op of verbinden in het Menu Instellingen. 

3. Als de verbinding functioneert, start dan de internet browser en ga naar de 

MyWorld homepage. Registreer uw instrument door invoeren van het equipmentnummer. 

4. Ga naar de MyProduct pagina, selecteer het Software tabblad en druk op 

Software Update key. MyWorld controleert automatisch op de firmware versie 

op de bedieningseenheid en start de download als er een update nodig is. Het 

proces wordt stap voor stap begeleid door een wizard. 

44

5. Verbreek de verbinding tussen bedieningseenheid en pc en start de installatie via 

Menu » Apparaat » Software » Update. 


1. Start uw internet browser en ga naar de MyWorld homepage. Registreer uw 

instrument door invoeren van het equipmentnummer. 

2. Selecteer de MyProduct pagina, selecteer de laatste softwareversie en druk op 

de download toets. 

3. Sla het bestand op in de map Update in de map Mijn Documenten\Leica 

Geosystems\3D Disto en start de installatie via Menu\Apparaat\Software, 

Update. 


3D Disto, Gebruikersinterface 

4 Gebruikersinterface 

4.1 Bedieningseenheid 

Gebruikersinvoer Het 4.8" touchscreen scherm is het belangrijkste bedieningselement voor de 


Het wordt gebruikt om binnen de verschillende applicaties en menu's te navigeren en 

om de 3D Disto te besturen. 

 

Bepaalde functies kunnen ook worden uitgevoerd met behulp van de RM100 afstandbediening. 

Leica Geosystems adviseert het gebruik van de geleverde stift op het touchscreen. 

46

4.1.1 Scherm 

 

Scherm 

Alle getoonde schermen zijn voorbeelden. Het is mogelijk, dat lokale softwareversies 

afwijken van de standaard versie. 

S_3D Disto_001 

a) Resultaatvenster met resultaat 

keuzetoets 

b) Titelbalk met Home toets 

c) Werkbalk 

d) 3D Disto positie 

e) Schetsgebied/Zoeker 

f) Statusbalk 

g) Zoomfunctie en schaal 

h) Hoofdbedieningsbalk 

3D Disto, Gebruikersinterface 47 

a 

b 

c 

d 

e 

f 

g 

h


Beschrijving 

Element Beschrijving 

Titelbalk Toont de lopende applicatie. 

opslaan en sluiten van bestanden of uitvoeren van applicaties. 

uitschakelen van de bedieningseenheid. 

Hoofdbedieningsbalk 

Bevat de toetsen Menu , Dist en Zoeker . 

Schetsgebied, 

Deze toetsen worden getoond in alle applicaties. 

Toont gemeten punten, lijnen en vlakken en de correcte positie 

afwisselend met van de 3D Disto in relatie tot de meetpunten - in bovenaanzicht 

Zoeker 

of in de uitvouwmodus/het zijaanzicht. 

Zoeker, afwisse- Toont de live videostromen van de 3D Disto en wordt gebruikt 

lend met Schets- om exact op punten te richten over grotere afstanden, tot 

gebied 

50 m, en om foto's te nemen. 

Resultaatvenster Toont alle resultaten, zoals afstanden, hoogten, hellingen, 

oppervlakten, hoeken samen met de corresponderende resultaat 

keuzetoets, bijvoorbeeld . Gebruik deze toets om te 

wisselen tussen de resultaatsoorten. Tikken op het resultaat 

opent de calculator. 

48

Element Beschrijving 

Werkbalk Bevat applicatiespecifieke functietoetsen. 

Statusbalk Toont de status van schaal/zoom, verbindingen, accu's, tijd, 

actuele functiemodus, assistent ondersteuning. 

Zandloper verschijnt als er een proces loopt. Bijvoorbeeld tijdens 

het zelfstellen, metingen, opslaan of exporteren van 

gegevens. Er is geen enkel toetscommando mogelijk 

behalve afbreken van het proces. 

3D Disto, Gebruikersinterface 49


4.1.2 Hoofdbedieningsbalk 

Hoofdbedieningsbalk 

beschrijving 

Toets Beschrijving 

Opent het menu om applicaties te starten of om instellingen te 

wijzigen. 

Start metingen of het uitzetten van punten. 

Opent, sluit en vergrendelt de zoeker. 

50

4.1.3 Werkbalk 

Werkbalk 

beschrijving 

Toets Beschrijving Toets Beschrijving 

Optellen Wisselt tussen de werkbalken 

Aftrekken Start oppervlakte of volumemodus 

Genereert het resultaat of 

sluit veelhoeken 

Ongedaan maken of 

herhalen van laatste 

commando 

Ga een punt terug Wisfuncties 

Ga een punt vooruit 



4.1.4 Pictogrammen & Symbolen 

Veel voorkomende 

symbolen in de 

statusbalk 

Pictogram Beschrijving 

Toont de resterende accucapaciteit voor de bedieningseenheid. 

Toont de resterende accucapaciteit voor de 3D Disto. 

Toont de USB verbinding tussen bedieningseenheid en 3D Disto. 

Schaal van het schetsgebied en toets om het zoomniveau te 

wijzigen. 

Toont het zoomniveau/vergroting van de zoeker. 

Geeft aan, dat de bedieningseenheid is aangesloten op de voeding 

of wordt gevoed door de 3D Disto. 

Geeft aan, dat de 3D Disto is aangesloten op de voeding. 

Geeft aan, dat de WLAN verbinding functioneert. 

Geeft aan, dat de inclinatiemeter uit staat. 

52

Diverse symbolen 

in het resultatenvenster 


Horizontale afstand 

Spanmaat 

Hoogte, hoogteverschil 

Hoek naar links 

Hoek naar rechts 

Schuinstand 

Horizontale/schuine oppervlakte 

Horizontale/schuine vlakomtrek 

Volumehoogte/schuine volumehoogte 

Volume/schuine volume 



Ruimtescan 

resultaten 

symbolen 

Projector 

resultaatsymbool 


Cirkelgrootte 

Punthoogte 

Omtrek 

Diameter 

Scangebied 

Scanomtrek 

Scanvolume 


Afstand tussen punt en vlak. 

54

Toolbox resultaat 

symbolen 


Loodlijnlengte van een punt naar de referentielijn. 

Afstand van de referentielijn basispunt naar 

het voetpunt van de loodlijn. 

3D Disto, Gebruikersinterface 55 


3D Disto_053


4.2 RM100 Afstandbediening 

Beschrijving De RM100 afstandbediening (IR) heeft vijf knoppen, waarmee de 3D Disto kan 

worden geroteerd en afstandmetingen of puntprojecties kunnen worden uitgevoerd, 

afhankelijk van het lopende applicatieprogramma. 

 

De RM100 afstandbediening biedt geen ondersteuning voor de Toolbox applicaties. 

Richtprocedure 1. Grof richten: houdt / / / ingedrukt om de 3D Disto te roteren 

zolang de toets wordt ingedrukt. 

2. Fijnrichten: korte tikken op 

stappen te laten roteren. 

/ / / om de 3D Disto met kleine 

3. Meten: Druk op . 

 

De rode LED bovenop de RM100 afstandbediening zal knipperen, iedere keer, dat een 

knop wordt ingedrukt, om aan te geven, dat de afstandbediening zendt naar de 


56

5 Instrument Opstellen 

5.1 Opstartprocedure 

 

Opladen/eerste keer gebruiken 

• Voor alle accu's 

• De accu moet voor de eerste keer te worden gebruikt worden opgeladen, 

omdat deze met een minimale lading wordt afgeleverd. 

• Het voor laden toegestane temperatuurbereik is 0°C tot +40°C/ +32°F tot 

+104°F. Voor een optimale lading adviseren wij, waar mogelijk, de accu's bij 

een lage omgevingstemperatuur (+10°C tot +20°C/+50°F tot +68°F) op te 

laden. 

• Het is normaal dat de accu warm wordt tijdens het laden. Bij gebruik van de 

door Leica Geosystems aanbevolen oplaadapparaten is het niet mogelijk om de 

accu op te laden als de temperatuur te hoog is. 

• Voor Li-lon accu's 

• Voor nieuwe accu's of accu's, die langere tijd niet zijn gebruikt (> drie 

maanden), is het aan te bevelen om laad/ontlaad cycli te doorlopen, anders 

kan de accu beschadigd raken. 

• Voor Li-lon accu's is een enkele ontlaad en laadcyclus voldoende. Wij adviseren 

om dit zo'n cyclus uit te voeren als de aangegeven accucapaciteit op de acculader 

of op een Leica Geosystems instrument significant afwijkt van de werkelijk 

beschikbare accucapaciteit. 

3D Disto, Instrument Opstellen 57

3D Disto, Instrument Opstellen 

 

 

Gebruik/ ontladen 

• De accu's kunnen worden gebruikt bij temperaturen van -10°C tot +50°C/14°F 

tot +122°F. 

• Lage werktemperaturen verminderen de af te nemen capaciteit; zeer hoge werktemperaturen 

verminderen de levensduur van de accu's. 

• De ontlaadtemperatuur ligt tussen -10°C en +50°C/14°F en +122°F. 

Inzetten en uitnemen van de accu's 

Waarschuwing Gebruik van andere soorten accu's en het afnemen van de accuvoet van de 3D Disto 

of bedieningseenheid is niet toegestaan. Neem contact op met uw distributeur of 

Leica Geosystems vertegenwoordiger voor vervanging hiervan. 

Het wordt ten sterkste aanbevolen om het instrument te beschermen tegen direct 

zonlicht en om ongelijke opwarming rond het instrument te vermijden. 

58

Instrument 

opstellen, stap 

voor stap 

De onderstaande beschrijving gaat uit van een opstelling op een statief, maar het is 

ook mogelijk om de 3D Disto op te stellen op een vlakke ondergrond, zoals de vloer 

of planken. 


1 

3 

4 

1 

2 

1 

1. Plaats het statief op een geschikte plaats, vanwaar 

de te meten punten goed kunnen worden aangericht 

en trek de statiefbenen uit tot een comfortabele 

werkhoogte. 

2. Plaats de 3D Disto op de statiefkop. Draai de 

centrale statiefschroef vast. 

3. Centreer het doosniveau op de 3D Disto door 

afstellen van de statiefbenen. 

4. Druk op om het instrument in te schakelen. 

5. De 3D Disto begint zichzelf waterpas te stellen: de helling wordt gecontroleerd 

door een inclinatiemeter en het instrument stelt zichzelf als de helling minder 

dan 3° is. 

Zie hoofdstuk "Beschrijving van toetsen en LED's", pagina 30 e.v., voor informatie 

over hellingstatus. 



60 

Beweeg de 3D Disto niet, zolang het zelfstellen wordt uitgevoerd. 

6. Schakel de bedieningseenheid AAN door indrukken van . 

7. Als de bedieningseenheid 

de eerste keer 

wordt opgestart 

verschijnt het volgende 

scherm: 

Druk 

op om 

de bedieningseenheid 

uit te 

schakelen. 

8. Stel de taal in. 

Stel het tijdformaat (23:59/11:59 am-pm) in. 

Zet de datum en tijd goed. 

Stel de eenheden in voor helling, afstanden en hoeken. 

Stel het decimaalteken in. 

9. Druk op om te vervolgen.

10. Het volgende scherm 

verschijnt nu: 

11. Selecteer een verbindingsoptie: 

• 3D Disto verbonden via USB-kabel, 

• 3D Disto verbonden via WLAN, 

• 3D Disto niet verbonden, 

• Pc verbonden via USB-kabel, 



Om met de 3D Disto te werken via een kabelverbinding, sluit de USB kabel aan en 

druk op . 

Het wordt aangeraden om de USB kabel aan te sluiten, voordat de 

3D Disto wordt ingeschakeld, anders zal het instrument de zelfstelpro- 

 

cedure weer starten, als hij wordt bewogen. 

Verleng de USB kabel niet met een adapter en gebruik uitsluitend de 

door 

Leica Geosystems geleverde kabel. 

Om via WLAN te werken druk op . Als het niet lukt om verbinding te maken, 

kunt u verbinding maken via de USB-kabel zoals hierboven is beschreven. Wijzig 

het WLAN-kanaal in Menu » Apparaat » WLAN-kanaal. Probeer vervolgens 

opnieuw een WLAN-verbinding te maken in Menu » Apparaat » Verbinden 


Wijzig het WLAN-kanaal als de verbinding niet stabiel is. 

Verbind de bedieningseenheid via een USB-kabel met de computer en druk 

op om gegevens over te brengen naar of van een computer. Zie hoofdstuk 

"5.4.4 Uitwisseling van gegevens" voor verdere informatie. 

62

12. Als de 3D Disto zichzelf 

niet waterpas kan 

stellen, dan verschijnt 

een melding om u te 

informeren en op 

de statusbalk gaat 

knipperen. Zet de 3D 

Disto waterpas of 

breek de zelfstelprocedure 

af. 

Voorzichtig Uitsluitend voor gevorderde gebruikers: 

als de inclinatiesensor is uitgeschakeld (UIT), compenseert het systeem de helling van 

de 3D Disto niet. Alle resultaten die verwijzen naar het horizontale vlak, bijvoorbeeld 

helling, hoogteverschillen, horizontale afstanden, hoeken, oppervlakten en volumes, 

verwijzen nu naar de schuine horizon van het instrument. Alleen bepaalde spanmaten 

tussen twee meetpunten zijn onafhankelijk van de instelling van de inclinatiemeter. 

Het kan nuttig zijn om de inclinatiemeter uit te schakelen als er veel trillingen zijn, 

bijvoorbeeld op constructielocaties of in onstabiele of bewegende omgevingen, zoals 

op schepen. Vrijwel alle metingen kunnen nog steeds worden uitgevoerd en geëxporteerde 

gegevens kunnen achteraf in CAD-software "horizontaal" worden gezet. 



5.2 Assistent 

 

Er is een assistent beschikbaar om u door alle meetwerkzaamheden te geleiden met 

behulp van geïllustreerde pop-up's. Als deze niet nodig is, dan kan hij worden uitgeschakeld 

via Menu » Instellingen » Assistent. 

64

Assistent en 

ondersteunende 

pictogrammen 

Als de assistent is uitgeschakeld, dan zijn er nog steeds ondersteunende pictogrammen 

in de statusbalk, die laten zien welk programma actief is en wat de 

gebruiker op dat moment moet doen. 

Voorbeelden* van ondersteunende pictogrammen: 


Meten van hoogte is geactiveerd 

Meet “Eerste lijn”, eerste punt 

Meet “Eerste lijn”, tweede punt 

Verborgen punt modus: meet eerste punt 

Verborgen punt modus: meet tweede punt 

* Niet alle ondersteunende pictogrammen staan hier afgebeeld. 



5.3 Apparaat Configuratie en Menu Instellingen 

Apparaatconfiguratie 

Alle instellingen in het instellingenscherm kunnen ook worden aangepast via het 

menu: 

Selecteer Menu » Apparaat. 

• 3D Disto verbinden om te verbinden via WLAN, USB kabel, of de verbinding met 

de bedieningseenheid te verbreken. 

• WLAN kanaal om te wisselen tussen verschillende kanalen als de verbinding niet 

werkt. 

• Met pc verbinden ten behoeve van gegevensuitwisseling. 

66

• Display om de scherminstellingen te wijzigen. 

• Inclinatiesensor om de inclinatiemeter te activeren/deactiveren. 

Selecteer UIT tijdens werken in moeilijke constructieomgevingen met 

veel schokken en vibraties, anders dan dat, selecteer AAN (gevoelig). 

• Diefstalbeveiliging om het instrument te beveiligen met een veiligheids PIN 

code. 

• Kalibratie ter controle en om de afstelling te corrigeren. Zie hoofdstuk "9 

Controleren & Justeren" voor verdere informatie. 

• Software om de software te updaten, om softwareversie van de bedieningseenheid 

en de 3D Disto te controleren of om licentiecodes in te voeren/software te 

activeren. 



Menuinstellingen Druk op Menu » Instellingen, de volgende opties verschijnen: 

• Snapstraal definieert het gebied om een punt/lijn. Deze instelling geeft een lijst 

van punten, die heel dicht bij elkaar liggen, om de selectie ervan te vereenvoudigen. 

• Assistent activeert/deactiveert de assistent. 

• Units om de instellingen voor de eenheden aan te passen. 

• Welkom tekst bevat bijvoorbeeld de naam van uw bedrijf. 

• Datum & tijd om de datum en tijdinstellingen aan te passen. 

• Taal om de taal van uw voorkeur in te stellen voor de software. 

68

• Instellingen importeren/exporteren om de indeling, coördinaten en het lijstscheidingsteken 

in te stellen. 

• Het instrument heeft een Reset functie. 

Als u de menufunctie Reset naar fabrieksinstellingen selecteert en bevestigt, 

dan keert het instrument terug naar de fabrieksinstellingen en het gehele 

geheugen wordt gewist. 

Alle gemaakte instellingen en opgeslagen waarden gaan verloren. 



5.4 Gegevensbeheer 

5.4.1 Algemeen 

Bestandsbeheer Het Bestandsbeheer verzorgt het totale beheer van gegevens en meetbestanden, 

foto's, gezekerde punten en gegevensoverdracht. 

70

Beschrijving vantoetsen 


Sluiten map/Bestandsbeheer 

Aanmaken van mappen en 

invoeren van de mapnaam 

met maximaal 15 tekens. 

Datum en Nr. vormen een 

standaard naam. 

Terugbladeren Data export 

Bekijk het geselecteerde 

element. Niet actief op het 

niveau van de projectmap. 

Data import 

Vooruit bladeren Naam van bestand of map 

wijzigen 

Open een geselecteerd 

bestand of map 

Wisselt tussen de werkbalken 

Wis een geselecteerd 

bestand, map, import- en 

export geheugenmappen 

Ga naar een map op hoger 

niveau of sluit Bestandsbeheer 



5.4.2 Bestandsbeheer 

Beschrijving Om te starten, druk op Menu » Bestandsbeheer. 

Voor sommige toepassingen wordt Bestandsbeheer automatisch gestart. 

Alle bestanden worden getoond met individuele pictogrammen om te differentiëren 

tussen de soorten meetbestanden: 


Standaard meetbestanden Open bestand/tijdelijk 

bestand 

Oppervlaktemeting Ruimte Scanbestand 

Volumemeting Projectorbestand 

72

5.4.3 Beheer van foto's en gezekerde punten 

Beschrijving Foto's en gezekerde punten zijn opgeslagen in afzonderlijke mappen. 

• Selecteer en druk op om de fotomap te openen. 

• Druk op 

openen. 

/ om een foto te selecteren, druk op om het bestand te 

• Druk op om een foto te bekijken. 



• Druk op om de geselecteerde of alle foto's te wissen. 

• Druk op om het overzicht te sluiten. 

74

5.4.4 Uitwisseling van gegevens 

 

Andere USB sticks kunnen worden gebruikt, maar Leica Geosystems adviseert om de 

Leica industriële kwaliteit USB sticks te gebruiken en kan niet verantwoordelijk 

worden gehouden voor verlies van gegevens of enige andere fout, die kan optreden 

bij gebruik van niet-Leica USB sticks. 

Data import Het is mogelijk voor sommige applicaties om DXF bestanden of kolommenbestanden 

te importeren. Gegevens moet op de pc worden voorbereid voor het importeren. 

Alleen punten worden geïmporteerd, geen lijnen. De gegevens kunnen worden geïmporteerd 

vanaf een pc of een USB stick in de bedieningseenheid. 

Verwijder 

irrelevante gegevens, zoals kaders, logo's, coördinaatteksten, of 

oriëntatiepijlen uit DXF bestanden alvorens hen te importeren. 



USB kabel 

1. Voor importeren vanaf pc, verbindt de 

opgestarte bedieningseenheid met de 

pc via Micro-USB kabel. 


2. Druk zo nodig op in het instellingenscherm om de pc verbinding te acti- 

veren. De bedieningseenheid wordt nu volledig bestuurd door de aangesloten pc. 

Let op, dat de bedieningseenheid niet via USB kabel is aangesloten op de 

3D Disto, want dan werkt de verbinding met de pc niet. 

3. Als de verbinding niet functioneert, ga dan naar Menu Apparaat en selecteer 

Verbinden met pc. 

4. Bij een geslaagde verbinding verschijnt een pop-up venster met de Import map 

op uw pc scherm. 

5. Kopieer de bestanden van de pc naar de Import map op de bedieningseenheid 

en sluit het venster. 

76

6. Verbreek de verbinding met de bedieningseenheid door selecteren van Hardware 

veilig verwijderen op uw pc of door een toetsdruk in de pop-up op de 

bedieningseenheid. 

7. Open Bestandsbeheer en druk op . Beschikbare DXF bestanden worden 

gelijst. Selecteer een bestand en druk op . 

USB Stick 

1. Voor importeren vanaf USB stick, steek de USB stick in uw pc en sla de DXF 

bestanden op in de Import map op de USB stick. Neem de USB stick uit uw pc. 

2. Steek de USB stick in de bedieningseenheid. 


3. Open Bestandsbeheer. Druk op . Selecteer het bestand en druk op . 

4. Neem de USB stick uit, als u klaar bent. 




1. Sla het DXF bestand op in de map Import in de map Mijn Documenten\Leica 

Geosystems\3D Disto. 

2. Open Bestandsbeheer. Druk op . Selecteer het bestand en druk op . 

Data export Data export wordt gestart in het Bestandsbeheer. 

Selecteer alleen de bestanden, die u echt nodig hebt, om de benodigde 

tijd voor het exporteren kort te houden. 

USB kabel 

1. Open Bestandsbeheer, selecteer een 

map of bestand en druk op . 

2. Druk op in het pop-upvenster. 

Verbind de opgestarte bedieningseenheid 

met de pc via Micro-USB kabel. 


3. Als de verbinding niet functioneert, ga dan naar Menu Apparaat en selecteer 

Verbinden met pc. 

78

4. Bij een geslaagde verbinding verschijnt een pop-up venster met de Export map 

op uw pc scherm. 

5. Kopieer de bestanden naar de pc en sluit het venster. 

6. Verbreek de verbinding met de bedieningseenheid door selecteren van Hardware 

veilig verwijderen op uw pc of door een toetsdruk in de pop-up op de 

bedieningseenheid. 

USB Stick 

1. Steek de USB stick in de bedieningseenheid om 

gegevens hiernaar over te kunnen brengen. 


2. Open Bestandsbeheer, selecteer een map of bestand en druk op . 

3. Druk op in het pop-upvenster. 

4. Neem de USB stick uit, als u klaar bent. 

Als u de export uitvoert vanuit Bestandsbeheer en de USB stick pas 

daarna insteekt, dan worden er geen gegevens naar de USB stick gekopieerd 

tenzij u de exportfunctie herhaalt. 




1. Open Bestandsbeheer, selecteer een bestand en druk op . 

2. Exportgegevens worden overgebracht naar de Export map in de map Mijn Documenten\Leica 

Geosystems\3D Disto op uw pc. 

80

5.4.5 Geëxporteerde bestanden 

Geëxporteerde 

bestanden 

Door op te drukken wordt een pakket met exportbestanden gegenereerd voor 

documentatiedoeleinden of verwerking op een later tijdstip: 

• geschaalde 2D DXF-tekening voor documentatie en afdrukken, inclusief projectinformatie, 

alle metingen en verschillende perspectieven 

• DXF-bestand 2D (X; Y), schaal 1:1 

• DXF-bestand 3D (X; Y; Z), schaal 1:1 

• CSV-bestand: bewerkbare, algemene gegevensindeling in tabelvorm, waarin alle 

metingen in een tabel worden weergegeven 

• TXT-bestand: alle resultaten in een bewerkbare ACSII-indeling. Zelfde inhoud als 

CSV-bestand 

• JPG-bestanden van foto's en gezekerde punten 

Bij 

De 

het exporteren worden de afstandseenheidinstellingen toegepast op de 

geëxporteerde coördinaten. Deze instelling kan altijd worden aangepast 

voordat een export wordt uitgevoerd. 

instellingen voor importeren/exporteren in het menu bieden de mogelijkheid 

om de coördinaten van het als eerste gemeten punt van elke applicatie 

in te stellen. Deze instelling moet worden toegepast voordat het 

eerste punt in een nieuw project (bijvoorbeeld een nieuwe scan) wordt 

gemeten; de instelling kan niet achteraf worden toegepast. 



5.5 Calculator 

Gebruik van de 

calculator 

1. Tik op het resultaat in 

het resultatenvenster 

om de calculator te 

starten. 

82

2. Als alternatief kunt u drukken op Menu » Calculator. 

3. Er verschijnt een pop-up met het volgende toetsenbord: 

4. Met de geheugenfunctie kunnen oppervlakten, volumes of andere resultaten 

worden opgeteld of afgetrokken. 

• Klik op MC om het geheugen te wissen. 

• Klik op MR om de waarde in het geheugen op te roepen. 

• Klik op M- om de getoonde waarde van het geheugen af te trekken. 

• Klik op M+ om de getoonde waarde bij het geheugen op te tellen. 

Om een bepaalde waarde op te slaan in het geheugen: Klik op MC om 

het geheugen te wissen, toets de waarde in en druk op M+. Druk op 

M- om het getal als een negatieve waarde op te slaan. 

5. Druk op Annuleren om het venster weer te sluiten. 



Berekeningen worden na afsluiten niet opgeslagen in het actuele meetbestand. 

 

84

6 Bediening 

6.1 Metingen 

Beschrijving De 3D Disto is een combinatie van een zichtbare, laserafstandmeter (LDM) en 

hoekencoders. Dankzij het richten met de zichtbare rode laserstraal kan de afstand 

worden gemeten tussen de 3D Disto en het richtmerk en de horizontale en verticale 

richtingen naar het richtmerk. Metingen worden gebruikt om de relatie vast te stellen 

tussen verschillende richtmerken, zoals horizontale afstanden, spanmaten en hoogteverschillen, 

om van een ruimte bijvoorbeeld de afmetingen, hoeken tussen 

wanden, oppervlakten, volumes, op/afloodpunten en andere kenmerken te bepalen. 

De 3D Disto ondersteunt meten en richten, zelfs in moeilijke situaties, zoals richten 

over grote afstanden, op ontoegankelijke richtmerken of bij helder omgevingslicht. 

Een ingebouwde inclinatiemeter zorgt er voor dat metingen worden gerelateerd aan 

de werkelijke horizon of absolute loodlijn, bepaald door de zwaartekracht. 

3D Disto, Bediening 85

3D Disto, Bediening 

6.2 Zoeker 

Beschrijving De 3D Disto heeft een geïntegreerde camera. Deze is bereikbaar via en toont 

het beeld van de camera direct op het scherm van de bedieningseenheid. Met de 

dradenkruizen in het zoekerbeeld kan precies worden gericht en gemeten, zelfs als 

de laserstraal niet zichtbaar is, bijvoorbeeld over grote afstanden of omdat er teveel 

omgevingslicht is. Met de geïntegreerde, digitale zoom kan het beeld worden 

vergroot tot acht maal de oorspronkelijke grootte. Dit is vooral handig bij metingen 

op gedetailleerde vlakken in zonlicht. 

86

Gebruik van de 

Zoeker, stap voor 

stap 

Voorbeeld van een Zoekerscherm, eerste en tweede werkbalk worden 

getoond: 

1. Druk op om de zoeker te activeren. Een tweede toetsdruk activeert de 

vergrendeling, een derde ontgrendelt en sluit de zoeker. 

Een slotsymbool op een sleutel geeft de vergrendeling aan. 

2. Richten: Er zijn diverse opties om te richten op een meetpunt: 

• Druk op de pijltoetsen op het scherm om te richten, vasthouden voor snel 

draaien van de 3D Disto en korte tikjes voor kleine stapjes. 



• Tik & Meet Richten: tik op een positie op het scherm. De laserspot draait 

automatisch naar het punt. 

• Joystick Richten: wordt 

geactiveerd door een lange 

tik op het centrum van de 

dradenkruizen. Er verschijnt 

een rode stip in het 

centrum. Sleep met de stift 

over het scherm om de 

3D Disto in deze richting te 

draaien totdat de rode pijl 

wordt losgelaten. Hoe 

langer de pijl is, des te 

sneller draait de 3D Disto. 

3. Druk op of om in of uit te zoomen. Er zijn vier vergrotingsfactoren 

beschikbaar. De huidige instelling wordt getoond in de statusbalk. 

4. Druk op om de helderheid van de camera bij te stellen. 

5. Druk op om alle gemeten punten te laten zien of te verbergen. Het geselecteerde 

punt wordt altijd getoond met het puntnummer. 

6. Druk op om verborgen punten te meten. Plaats de punt van de liniaal op het 

verborgen punt om de excentrische punten te meten. 

88

• Richt de laserspot op het merkteken aan de andere kant van de liniaal. 

De liniaal mag nu niet meer worden bewogen. 

• Druk op . 

• Richt op het tweede merkteken. 

• Druk op . 

• Er verschijnt een pop-up met om een geslaagde meting te bevestigen. 

7. Druk op om foto's te nemen voor de documentatie. Deze worden opgeslagen 

met naam, puntnummer, datum en tijd. 

8. Druk in donkere situaties op om de weergave van de zoeker te wijzigen in de 

randmodus. Randen en hoeken worden extra zwart aangegeven. Alleen beschikbaar 

in de Microsoft Windows versie. 

9. Druk op om te kiezen tussen verschillende rotatiecommando's: 

• Roteer 90° naar rechts 

• Roteer 90° naar links 

• Roteren ?°: Voer de horizontale hoek in waarover de 3D Disto moet roteren. 

• Horizon: 3D Disto gaat naar 0% helling in horizontale positie. 



• Oploden: Deze optie kan worden gebruikt om een punt op te loden door de 

3D Disto exact erboven op te stellen. Markeer het punt op de vloer met een 

kruis. Let op, dat de lijnen van het kruis exact loodrecht staan op elkaar en lang 

genoeg zijn om zichtbaar te zijn als het instrument staat opgesteld. Gebruik de 

90° markeringen op de basis van de 3D Disto om te centreren. 

Merk op, dat er verticale en horizontale afwijking kunnen zijn in de 

bewegingen. Gebruik de rotatiecommando's niet voor uitzetten of 

uitlijnen. Gebruik in plaats daarvan de Toolbox. 

90

6.3 Meetprocedure 

Beschrijving Met de Meetapplicatie kunnen horizontale afstanden, spanmaten, hoogteverschillen, 

hoogten, hoeken, oppervlakten, volumes, hellingen of omtrekken binnen worden 

bepaald, maar ook buiten op gebouwen en locaties. 

Metingen, stap 

voor stap 


6 

1 2 

3 4 

3D Disto, Bediening 91 

5


Om bijvoorbeeld de afmetingen van een ruimte te meten, voer de volgende stappen 

uit: 

1. Start het systeem op, zoals beschreven in "5.1 Opstartprocedure". 

2. Het volgende scherm 

verschijnt: 

3. Richt op het eerste punt, bijvoorbeeld een hoek, door drukken op en de 

pijltoetsen te gebruiken of een andere methode, zoals beschreven in "6.2 

Zoeker", en beweeg de laserspot naar de gewenste positie. 

Let er tijdens het richten op, dat de laserstraal niet splijt langs hoeken 

of randen. Dit kan tot foutieve metingen leiden. 

92

Als 

Meetfouten 

de laserspot een lijn wordt vanwege een scherpe hoek naar het vlak 

van het richtmerk, dan zal het systeem meten op het midden van de 

lijn. 

kunnen optreden bij metingen op heldere vloeistoffen, 

bijvoorbeeld water, of schoon glas, Styrofoam en dergelijke semi-doorlatende 

materialen. De meettijd kan langer worden bij meten op nietreflecterende 

en donkere oppervlakken. 

4. Druk op om te meten. Het gemeten punt verschijnt in het schetsgebied. 

De positie van het 3D Disto symbool in de schets verandert in correcte 

relatie tot het gemeten punt. Het eerste gemeten punt wordt altijd aan 

de linkerkant van het schetsgebied getoond. 



5. Richt op het tweede 

punt en doe hetzelfde 

als beschreven in 

stappen 3. tot 4. Er 

wordt een line getoond 

van het eerste naar het 

tweede gemeten punt. 

94

6. Na de meting van het 

derde punt wordt een 

"sluitlijn" voorgesteld 

tussen het eerste en 

laatste gemeten punt. 

De geselecteerde lijn 

wordt altijd aangegeven 

door een dikke 

lijn met een pijl in de 

richting van de meting. 

7. Ga verder zoals beschreven voor het meten van verdere punten of gebruik 

om de veelhoek te sluiten of af te ronden. 

In speciale situaties is de voorgestelde lijn niet beschikbaar. Veelhoeken 

kunnen ook worden gesloten en resultaten bepaald door met 

de stift een lijn te trekken tussen de twee punten, die moeten worden 

verbonden. 



8. Om de kamerhoogte te 

meten, eerst een vloerpunt 

selecteren in het 

schetsgebied. Richt 

vervolgens op de hoek 

van het plafond er 

boven en meet dit 

punt. 

Merk 

op, dat de schets alleen een bovenaanzicht toont. De gemeten 

punten op vloer en plafond kunnen elkaar bedekken. Druk op of 

om punten en resultaten te selecteren. 

9. Ga verder volgens de hierboven beschreven procedure om het plafond te meten. 

10. Druk op om het laatste commando ongedaan te maken. 

11. Druk op om het laatste commando opnieuw uit te voeren. 

12. Druk op of en om de metingen en resultaten te wissen. 

13. Druk op om te kiezen tussen opslaan, opslaan als, scherm leegmaken, 

metingen afsluiten zonder opslaan. 

96

Het 

kan een goed idee zijn om de metingen te organiseren in verschillende 

mappen, om zo de omvang van de gegevens in een enkele map 

beperkt te houden, zowel voor het werken er mee als voor het exporteren. 



6.4 Touchscreen in schetsgebied 

Selectie van 

elementen 

Lijn tekenen 

tussen willekeurige 

punten 

Ieder element kan met de vingertop of stift worden geselecteerd. Veelhoeken, die 

bestaan uit extra toegevoegde of verwijderde lijnen, kunnen niet zo worden geselecteerd. 

Dit is een functie om resultaten te berekenen, niet om lijnen te trekken. 

De toets van de werkbalk accepteert alleen lijnen voorgesteld door het systeem. 

98


7 7 

1. Selecteer punt. 2. Houdt de vinger of de 

stift op het scherm en 

sleep naar het 

gewenste punt. 

3. Laat het touchscreen 

los als de stippellijn 

veranderd in een 

streeplijn. De resultaten 

tussen deze 

twee punten worden 

getoond in het resultatenvenster. 



6.5 Optellen en Aftrekken 

 

Optellen en 

aftrekken na 

metingen, stap 

voor stap 

Tijdens en na het meten kunnen elementen worden opgeteld of afgetrokken. 

De volgende waarden kunnen worden opgeteld: 

• Horizontale afstanden 

• Spanmaten 

• Hoogten (in bepaalde gevallen) 

Oppervlakten en volumes kunnen worden opgeteld of afgetrokken met behulp van 

de geheugenfunctie in de calculator. 

100 

1. Selecteer een element met de vingertop, stift of / . 

2. Druk op of voor optellen of aftrekken. Het corresponderende symbool 

verschijnt in de statusbalk. De eerste geselecteerde lijn of vlak wordt aangegeven 

met een zwarte stip. 

3. Selecteer het volgende element en druk weer op of voor 

optellen/aftrekken of druk op om de berekening af te ronden en/of de 

optellen/aftrekken functie te beëindigen.

Optellen en 

aftrekken tijdens 


voor stap 

4. De opgetelde/afgetrokken 

elementen 

krijgen een of 

symbool. 

5. De som wordt weergegeven 

in het resultatenvenster. 

1. Druk op , richt naar en meet de eerste twee punten met . 

Er moeten twee punten zijn gemeten, voordat of actief worden 

omdat punten niet kunnen worden opgeteld of afgetrokken. 

2. Er verschijnen twee punten met een verbindingslijn in het schetsgebied. 

3. Druk op of voor optellen of aftrekken. Het corresponderende symbool 

verschijnt in de statusbalk. De eerste geselecteerde lijn wordt aangegeven met 

een zwarte stip. 



4. Druk op , richt naar en meet een volgend punt. Druk op . 

102 

5. Druk op of om de volgende afstand (lijn) op te tellen/af te trekken of ga 

verder met meten, als u een puntafstand niet wilt optellen/aftrekken. 

6. Ga zo verder totdat u klaar bent met de som en/of de optel/aftrekfunctie wilt 

afsluiten. Druk dan op .

6.6 Oppervlakte & Volumeberekening 

Beschrijving De 3D Disto kan ook helpen bij de bepaling van oppervlakten en volumes. Beide 

kunnen worden bepaald tijdens of na de meting. 

1. Druk op en selecteer . 

2. Een pop-up geeft de 

keuze tussen Horizontaleoppervlakte/volume, 

Schuine oppervlakte/volume, 

of De 

applicatie afsluiten. 

De inhoud van het 

schetsgebied blijft 

bewaard, maar de 

werkbalk verandert. 

 

Elke oppervlakte kan worden verwerkt in zowel de Horizontale Oppervlakte als de 

Schuine Oppervlakte applicatie. 



6.6.1 Horizontale Oppervlakten/Volumes 

Berekening tijdens 

de meting, stap 

voor stap 

1. Ofwel selecteer een startpunt in het schetsgebied of open de zoeker als de 

schets leeg is. 

2. Richt naar en meet een punt met . De zoeker wordt gesloten en het punt 

getoond in de schets. 

3. Druk op en meet naar het volgende punt met . 

104 

4. Druk op om de lijn op te geven als onderdeel van het vlak. Ga verder met het 

meten en selecteren van lijnen. De veelhoek kan worden gesloten door indrukken 

van . Het vlak wordt aangegeven in grijs. 

5. Een pop-up verschijnt om te kiezen tussen de verschillende opties om de hoogte 

te definiëren: Hoogte invoeren, Hoogte meten, Lijst sluiten. 

6. Hoogte meten: 

De zoeker gaat open, richt naar en meet een punt op de vloer met , gevolgd 

door een punt op het plafond. De hoogte verschijnt in het resultatenvenster. 

U kunt willekeurige punten meten op vloer en plafond. 

OF:

Berekening na de 

meting, stap voor 

stap 

7. Hoogte invoeren: 

0,000 m is standaard voor de invoer. Voer een gewenste waarde in en druk op 

OK of Annuleren. 

OF: 

8. Annuleren: het resultaat is een oppervlakte. 

9. Om de hoogte te wijzigen of om het volume te berekenen van een geselecteerde 

oppervlakte, druk op en ga verder, zoals beschreven in stappen 3. tot 4. 

1. Selecteer de lijn, die aan oppervlakte moet worden toegevoegd en druk op . 

2. Ga op deze wijze verder voor alle lijnen en druk op . 

3. Voor volumeberekening verder gaan zoals beschreven van 5. tot 9., pagina 104. 

4. Sluit de applicatie door drukken op . 



6.6.2 Schuine Oppervlakten 

Beschrijving • Deze optie biedt dezelfde functionaliteit als de Horizontale Oppervlakte applicatie, 

maar de resultaten verschillen. 

• Het resultatenvenster toont de schuine oppervlakte, spanmaten, schuine omtrek 

en helling van het vlak. 

• Een pijl toont de richting van de helling. 

 

Volumeberekening is ook mogelijk voor schuine oppervlakten. 

106

7 Software Applicaties 

7.1 Overzicht 

Beschrijving Er zijn diverse software applicatieprogramma's beschikbaar, die gericht zijn op een 

breed scala aan constructietaken en het dagelijkse werk ondersteunen. 

• Tools: 

Een door een softwarelicentie beschermde applicatie met een Toolbox met 

slimme functies voor meten en uitzetten en een Locatie routine om eenvoudig 

en correct de positie van de 3D Disto te controleren en te wijzigen. 

• Ruimte Scannen: 

Bevat praktische functies om ruimteafmetingen op te meten, wanden, vensters, 

trappen en andere details met referentiehoogte, handmatig of automatisch. 

• Projector: 

Voor het uitzetten van stramienen en overige ontwerpen op vloeren, plafonds of 

wanden. 

3D Disto, Software Applicaties 107

3D Disto, Software Applicaties 

7.2 Toolbox 

Algemeen Naast de standaard toepassingen bevat dit programma: 

• Comfortabel 

Oploden, 


Richten, 


Waterpassen, 

• Hoogtemerk, 

• Hoogtemeting, en 

• Parallelle Lijn. 

108 

De Toolbox applicaties bieden snelle, precieze en eenvoudig te gebruiken hulpmiddelen 

voor oploden, hoogtemerken, hoogtemeting en parallelle lijnen. Na elke uitzettaak 

moet de betreffende functie opnieuw worden gestart. Een pop-up biedt aan om 

met dezelfde referentie verder te gaan of om een nieuwe te meten. Gegevens 

worden niet opgeslagen en kunnen niet worden geïmporteerd of geëxporteerd. Deze 

applicaties hebben geen ondersteuning voor de afstandbediening.

7.2.1 Comfortabel Oploden 

Beschrijving Comfortabel oploden kan ieder willekeurig punt zowel op als afloden, zonder er 

boven te hoeven op te stellen. 

Deze functie kan heel handig zijn bij het plaatsen van scheidingswanden. 




Comfortabel 

oploden, stap voor 

stap 

110 

1. Start de applicatie in Menu » Applicaties » Toolbox. 

2. Er verschijnt een lege schets. De lopende applicatie blijft open op de achtergrond. 

3. Druk op op de werkbalk. 

4. De zoeker gaat open. Richt naar en meet het punt dat moet worden opgelood. 

Druk op . 

5. De zoeker blijft open. Richt ongeveer waar het opgelode punt wordt verwacht en 

druk op . 

6. Als het loodpunt is gevonden gaat de laser knipperen om het exacte punt aan te 

wijzen. 

Zie hoofdstuk "8 Foutmeldingen" voor informatie over mogelijke foutmeldingen. 

7. Druk op om de Toolbox te sluiten.

7.2.2 Comfortabel Richten 

Beschrijving Comfortabel richten kan een punt uitzetten ten opzichte van een referentiepunt 

op verticale oppervlakken. 

 

Deze functie kan heel handig zijn bij de installatie van verlichting of wandversiering 

op regelmatige afstanden langs wanden. 


Gebruik deze functie alleen op verticale oppervlakken. Op schuine oppervlakken zal 

de uitgezette positie niet correct zijn. 

3D Disto, Software Applicaties 111 

2.000 m 

0.500 m


Comfortabel 

richten, stap voor 

stap 


2. De lopende applicatie blijft open op de achtergrond. 


112 

4. De zoeker gaat open. Richt op het referentiepunt op de wand. Druk op . 

5. Een pop-up vraagt om de invoer van een afstand links of rechts van het referentiepunt. 

Voor links een negatieve waarde invoeren. Druk op OK om de waarde te 

bevestigen. 

Voer 0 in voor het uitzetten van punten onder of boven het referentiepunt. 

6. De laserspot knippert om de exacte positie aan te geven. Een pop-up verschijnt 

voor de invoer van de verticale waarde (= afstand boven/onder het referentiepunt). 

Standaardwaarde = 0. Stel een negatieve waarde in voor een neerwaartse 

beweging. Druk op OK om de waarde te bevestigen. 


7. De 3D Disto roteert en zet de correcte positie uit. 

8. De laserspot knippert om de exacte positie aan te geven. 


7.2.3 Comfortabel Waterpassen 

Beschrijving Comfortabel waterpassen houdt de laserspot op dezelfde hoogte als u de 3D Disto 

horizontaal draait. 

Deze functie kan heel handig zijn bij de installatie van verlaagde plafonds of bij het 

ophangen van schilderijen op dezelfde hoogte op wanden. 



Comfortabel 

waterpassen, stap 

voor stap 




114 

4. De zoeker gaat open. Richt op de referentiehoogte op de wand. Druk op . 

5. De zoeker blijft open. Richt ongeveer waar het uitzetpunt wordt verwacht en 

druk op . De laserspot knippert om de exacte hoogte aan te geven. 



7.2.4 Hoogtemerk 

Beschrijving De Hoogtemerk functie gebruikt een hoogtemarkering of referentiehoogte en kan 

iedere gewenste hoogte uitzetten. 

Deze functie kan heel handig zijn bij het uitzetten van dezelfde hoogte op verschillende 

locaties in een ruimte of het uitzetten van hoogten op verschillende verdiepingen. 



Hoogtemerk, stap 

voor stap 




4. Een pop-up vraagt om de invoer van de hoogte en de meting naar die referentiehoogte. 

5. De zoeker gaat open. Richt op het referentiepunt op de wand. Druk op . 

116 

6. Een pop-up vraagt om de invoer van een absolute hoogte om uit te zetten. 

7. De zoeker gaat open. Richt ongeveer waar de absolute hoogte wordt verwacht 

op de wand. Druk op . 

8. De laserspot knippert om de exacte positie van de absolute hoogte aan te geven. 



7.2.5 Hoogtemeting 

Beschrijving Hoogtemeting kan de hoogte bepalen van een richtmerk, dat niet direct kan worden 

gemeten. 

Deze functie kan heel handig zijn bij het bepalen van de hoogte van bomen of hoogspanningskabels. 


3D Disto, Software Applicaties 117 

Ref 

H


Hoogtemeting, 

stap voor stap 


118 


3. De zoeker gaat open. Richt naar en meet een referentiepunt op dezelfde horizontale 

afstand als het punt, dat u indirect wilt gaan meten. 

Verdraai de 3D Disto niet te veel in het horizontale vlak nadat het referentiepunt 

is gemeten of de resultaten zullen incorrect zijn. 

4. De zoeker blijft open en het gemeten punt wordt weergegeven. 

5. Richt zo nauwkeurig mogelijk op het punt, waarvan u de hoogte indirect wilt 

bepalen. Het hoogteverschil naar het referentiepunt wordt weergegeven en 

continu bijgewerkt in het resultatenvenster. 

6. Sluit de zoeker om de applicatie af te sluiten.

7.2.6 Parallelle Lijn 

Beschrijving Parallelle Lijn kan lijnen uitzetten parallel aan een referentielijn op wanden, vloeren 

of schuine oppervlakken. 

Deze functie kan heel handig zijn bij het uitlijnen van tegelwerk en wandprofielen. 



Parallelle Lijn, stap 

voor stap 


120 


3. De zoeker gaat open. Richt naar en meet het beginpunt en eindpunt van de referentielijn. 

4. Een pop-up vraagt om de invoer van een parallelle afstand links of rechts van de 

referentielijn. Druk op OK om de waarde te bevestigen. 

5. De zoeker gaat open om grofweg het uitzetpunt aan te richten. Druk op 

De laserspot knippert om de exacte positie op de parallelle lijn aan te geven. 

Alle punten moeten worden gemeten op hetzelfde vlak. 

. 


7.3 Locatie 

Beschrijving De Locatie-functies maken het mogelijk om de positie van de 3D Disto te wijzigen. 

Gezekerde punten worden door de gebruiker geplaatst en maken de positioneerprocedure 

eenvoudig. 

Gezekerde locatie, 


Als u later in dezelfde kamer verder wilt werken en de huidige positie van de 3D Disto 

en de meetgeometrie wilt zekeren, dan kunt u Gezekerde Punten inmeten en 

opslaan. 

U moet minimaal twee punten inmeten, voordat Gezekerde Punten 

kunnen worden opgeslagen. 

1. Label en plaats drie tot vijf zelfklevende 

richtmerk aan wanden, 

plafond of vloer rondom uw werkgebied. 

Let op, dat de richtmerken 

goed verdeeld zitten. 



In 

122 

plaats van richtmerken kunt u ook andere punten gebruiken, die 

goed zijn gefixeerd: teken een kruis op de wand of hang de liniaal voor 

excentrische punten aan een spijker en gebruik een van de merktekens. 

2. Druk op Menu » Applicaties » Locatie » Gezekerde locatie. 

3. De zoeker gaat open. Richt zo nauwkeurig mogelijk op de richtmerken en druk 

op om ze te meten. 

4. De 3D Disto neemt een foto en bewaart deze bij de coördinaten, gelabeld met 

puntnummer en datum. 

5. Een pop-up vraagt Meer gezekerde punten meten? Ja/Nee. 

6. Ga verder als hiervoor en meet tenminste drie gezekerde punten. Na het opslaan 

van minimaal drie punten kunt u de applicatie verlaten door Nee te kiezen. 

U kunt op ieder willekeurig moment meer gezekerde punten toevoegen. 

Zorg er voor, dat u voldoende accuraat ingemeten gezekerde punten hebt 

rondom uw werkgebied. Zelfs als er een verloren gaat moeten er nog minimaal 

drie overblijven om een nieuwe positie goed te kunnen bepalen.

Verplaatsen, stap 

voor stap 

Met deze functie kan de 3D Disto worden verplaatst binnen een gedefinieerd coördinatensysteem, 

eerder werd bepaald door de Gezekerde locatie procedure, 

bijvoorbeeld om eerder metingen af te kunnen maken. 

Gebruik 

een positie voor de 3D Disto waarbij minimaal drie gezekerde 

punten rondom het werkgebied goed kunnen worden ingemeten. 

1. Druk op Menu » Applicaties » Locatie » Verplaatsen. 

2. Een pop-up vraagt naar de vereiste toleranties. 

Druk op OK om de waarde te bevestigen. 

Met een lagere tolerantie wordt de nauwkeurigheid 

van uw metingen vergroot; dit 

vereist preciezer richten en zichtbaarheid 

van de gezekerde punten. 

3. Als er onvoldoende gezekerde punten in het geheugen beschikbaar zijn, dan 

meldt een pop-up Onvoldoende gezekerde punten in het geheugen. 

Als er geen gezekerde punten beschikbaar zijn, maar de meting moet 

wel aansluiten op de geometrie van een eerdere, begin dan uw meting 

met dezelfde basislijnpunten. Dit zijn de eerste twee punten van een 

meting. 



4. Als er gezekerde punten beschikbaar 

zijn, opent de map. Selecteer een 

gezekerd punt door indrukken van 

/ of door tikken op het scherm. 

Druk op om te vergroten. Druk 

op om alle gezekerde punten uit 

het gehele geheugen weer te geven. 

124 

5. Druk op om het punt te bevestigen. 

6. De zoeker gaat open. Richt zo nauwkeurig mogelijk op het richtmerk in de foto 

en druk op . 

De eerste twee gezekerde punten moeten zo ver mogelijk uit elkaar 

liggen. 

7. Indien geslaagd, zal een pop-up vragen Meet volgende gezekerde punt? 

Ja/Annuleren.

8. Indien Ja: De map opent om het volgende gezekerde punt te selecteren. Ga 

verder zoals hierboven beschreven in 4. tot 7. voor 2 e en 3e punt. 

Als de eerste twee gezekerde punten met succes werden gemeten, dan 

zal de 3D Disto ongeveer naar het volgende gekozen gezekerde punt 

draaien. U moet alleen nog fijnrichten en op drukken. 

9. Als u met succes drie punten hebt gemeten, dan zal een pop-up OK aangeven. 

Meer gezekerde punten meten? Ja/Nee/Annuleren. 

10. Druk op Ja om te vervolgen en ga verder zoals beschreven in 4. tot 7. 

11. Druk op Nee om af te sluiten. Als dit lukt, worden in een pop-upvenster de afmetingen 

tussen de oude en nieuwe positie weergegeven: XXX m; Hoogte: XXX m; 

OK/Annuleren. Accepteer met OK of druk op Annuleren om nog meer punten 

te meten. 

12. Als de verplaatsing niet is gelukt, dan vraagt een pop-up Buiten toleranties! 

Meer gezekerde punten meten? Ja/Nee/Annuleren. Ga verder zoals 

beschreven in 4. tot 11. 

13. Druk op om de applicatie af te sluiten. 



Locatie controle, 


126 

Als de 3D Disto per ongeluk werd verplaatst, bijvoorbeeld door stoten, dan zal de 

geometrie van de nieuwe gemeten punten niet langer aansluiten op de eerder 

gemeten punten. Start een Locatie Controle om de huidige nauwkeurigheid/geometrie 

te herstellen. 

1. Om een Locatiecontrole te starten drukt u op Menu » Applicaties » Locatie » 

Locatiecontrole. 

Als er geen gezekerde punten in het geheugen staan, is een locatiecontrole 

niet mogelijk. 

2. Als er gezekerde punten beschikbaar zijn, selecteer dan gezekerde punt en druk 

op . De 3D Disto zal automatisch op het gezekerde punt richten. Controleer 

de positie van de laserspot met het richtmerk. Herhaal dit om de andere gezekerde 

punten te controleren. 

Als de laserspot niet op het hart van het richtmerk staat, dan wordt 

uitvoeren van de procedure Verplaatsen aangeraden. 

3. Druk op om het overzicht met gezekerde punten te sluiten. 

Alle Locatie Applicaties kunnen worden afgebroken door indrukken van .

7.4 Ruimte Scannen 

Algemeen Dit applicatieprogramma meet kamerafmetingen, inclusief details. Voor deze 

metingen zijn diverse extra functies beschikbaar: 

• Referentiehoogte 

• Automatische scans 

• Enkel-puntmeting (punten zonder lijnverbinding) 

• Coördinatenexport 

• Uitvouwen functie om te wisselen tussen bovenaanzicht en zijaanzicht 

• CAD-hulpprogramma's 



128 

Ideaal voor metingen in kamers met niet-haakse hoeken of gebogen wanden, 

onbereikbare punten, hellingen of vlakken en voor het meten van de positie van 

details zoals contactdozen of leidingen. 

3D Disto_040

7.4.1 Handmatige metingen 

Handmatige 


voor stap 

1. Druk op Menu » Applicaties » Ruimte scannen. 

2. Een pop-up vraagt om de invoer en meting van de referentiehoogte. 

Voer de waarde in en druk op OK. 

3. De zoeker gaat open. Richt op de referentiehoogte en druk op . 



4. De referentiehoogte 

wordt 

weergegeven in 

het schetsgebied. 

130 

5. Voor verdere metingen doorgaan zoals beschreven in hoofdstuk "6.3 Meetprocedure". 

Merk op, dat de werkbalk veranderde: voor scanfuncties, om te wisselen 

tussen bovenaanzicht en zijaanzicht, om een veelhoek te sluiten en om 

lijnen tussen punten te wissen. 

In tegenstelling tot de normale meetmodus, kunnen enkele punten zonder 

lijnverbindingen wel worden gemeten en gewist.

7.4.2 Uitvouwen modus 

Beschrijving Met Ruimte scannen kunt u de weergave in het schetsgebied wisselen van bovenaanzicht 

naar de uitvouwmodus/het zijaanzicht. Deze optie is actief als een lijn wordt 

geselecteerd. 

Uitvouwen modus, 


1. Selecteer een horizontale lijn tussen twee punten. 

2. Druk op . Het 

schetsgebied wisselt 

van bovenaanzicht 

naar zijaanzicht. 



 

132 

3. Alle gemeten punten op het verticale vlak worden getoond. 

4. Om details of wandafmetingen te meten, vervolgen zoals beschreven in hoofdstuk 

"6.3 Meetprocedure". 

5. Als de metingen gereed zijn, schakelt u terug naar bovenaanzicht door opnieuw 

indrukken van en te ontgrendelen. 

Een automatisch gegenereerde scanlijn kan ook worden uitgevouwen.

7.4.3 CAD-hulpprogramma's 

Overzicht CAD-hulpprogramma's zijn een set tekenfuncties. Deze verschijnen als een submenu 

wanneer u een lijn of punt langere tijd aanraakt, zoals hieronder: 

Het menu kan verschillen, afhankelijk van de context. Als dit is geactiveerd, is het 

tekenpictogram actief in de statusbalk. De volgende hulpprogramma's zijn 

beschikbaar: 



 

Hulpprogramma Voorwaarde 

Cirkel Punt geselecteerd 

Rechthoek Alleen in de modus Zijaanzicht, lijn geselecteerd, lijn mag niet 

verticaal zijn 

Lijnsnijpunt Alleen in de modus Bovenaanzicht, lijn geselecteerd, lijn mag 

niet verticaal zijn 

Lijn verlengen Lijn moet zijn geselecteerd 

Punt verschuiven Alleen in de modus Bovenaanzicht, lijn geselecteerd, lijn mag 


Loodrecht snij- Alleen in de modus Bovenaanzicht, lijn geselecteerd, lijn mag 

punt 


Volledig CAD-hulpprogramma is geïntroduceerd in versie 2.0 van de Leica 3D Distosoftware. 

In eerdere versies bestonden alleen Cirkel en Rechthoek. 

134

Cirkelfunctie Het doel van de cirkelfunctie is voornamelijk om een cirkel te tekenen op punten zoals 

wandcontactdozen of gaten. 

1. Richt naar en meet een punt en activeer de cirkelfunctie 

door een lange tik op het punt in het schetsgebied. Het 

menu met CAD-hulpprogramma's wordt geopend. Selecteer 

Cirkel. Pop-upvenster wordt geopend. Voer diameter in: 

OK/Annuleren. 



2. Voer de waarde in en 

druk op OK. De cirkel 

wordt getekend om 

het geselecteerde 

punt. 

3. Om de cirkel te wissen een diameterwaarde 0 (nul) invoeren of druk op . 

4. Het resultatenvenster geeft de straal, omtrek en grootte van de cirkel. 

Rechthoekfunctie Deze functie werkt alleen wanneer de weergave wordt gewijzigd naar de uitvouwmodus/het 

zijaanzicht en biedt de mogelijkheid om een diagonaal te meten en een 

rechthoek te genereren, bijvoorbeeld om ramen te meten. 

1. Druk op om de weergave te wijzigen naar zijaanzicht. 

136

2. Meet het 1 e en 2 e punt van de diagonaal van een rechthoek, bijvoorbeeld een 

raam, en activeer het CAD-hulpprogramma door een lijn aan te blijven raken. Het 

menu met CAD-hulpprogramma's wordt geopend. Selecteer Rechthoek. Een 

pop-up vraagt Transformeren naar rechthoek? Ja/Nee. 

3. De diagonaal verandert 

in een horizontale 

rechthoek. 



Hulpprogramma 

Lijnsnijpunt 

 

Het hulpprogramma Lijnsnijpunt vindt het snijpunt tussen twee lijnen. 

138 

De locatie van het snijpunt wordt tweedimensionaal berekend op het X-Y-vlak. De 

hoogte van het snijpunt wordt berekend door middel van extrapolatie van de 1e lijn. 

1. Richt op twee punten en meet deze of selecteer een bestaande lijn. Activeer de 

CAD-hulpprogramma's door de lijn aan te blijven raken in het schetsgebied. 

Selecteer Lijnsnijpunt. 

2. De assistent vraagt u een tweede lijn te selecteren. 

Druk op OK.

3. Selecteer een tweede 

lijn. Het snijpunt wordt 

voorgesteld zodra een 

lijn is geselecteerd: 

4. Druk op om te annuleren. Nadat op wordt gedrukt, wordt het snijpunt 

gegenereerd en worden de verbindende lijnen aan de bestaande punten toegevoegd. 



Hulpprogramma 

Lijn verlengen 

 

Het hulpprogramma Lijn verlengen verlengt een lijn met een handmatig ingestelde 

afstandswaarde. 

140 

Het eindpunt van de verlengde lijn wordt berekend als de driedimensionale extrapolatie 

van de geselecteerde lijn. 



Selecteer Lijn verlengen. 

2. Het pop-upvenster vraagt u een verlengingslengte in 

te voeren. Voer de waarde in en druk op OK.

3. Het eindpunt van 

de verlengde lijn 

wordt voorgesteld: 

4. Druk op om te annuleren. Nadat op is gedrukt, wordt het nieuwe punt 

gegenereerd en wordt de verbindende lijn aan het vorige punt toegevoegd. 



Hulpprogramma 

Punt verschuiven 

 

Het hulpprogramma Punt verschuiven maakt een nieuw punt door een laterale 

verschuivingswaarde weer te geven naast een bestaande lijn, een bestaande 

verschuiving en een bestaande verschuivingshoek. 

142 

De locatie van het verschoven punt wordt tweedimensionaal berekend op het X-Yvlak. 

De hoogte van het nieuwe punt wordt berekend door middel van extrapolatie 

van de geselecteerde lijn. 



Selecteer Punt verschuiven. 

2. De assistent en een pop-upvenster vragen om de lengteverplaatsing. 

Druk op OK. Voer de waarde in en druk op 

OK.

3. De lengte van het 

verschoven punt wordt 

voorgesteld: 

4. Druk op om te annuleren. Druk op om te vervolgen. 



5. De assistent en een pop-upvenster vragen om de richtingshoek van de verschuiving. 


OK. 

144

6. De hoek voor de 

verschuivingsrichting 


7. Druk op om te annuleren. Druk op om te vervolgen. 



8. De assistent en een pop-upvenster vragen om de verschuiving. 


OK. 

146

9. Het verschoven punt 


10. Druk op om te annuleren. Nadat op is gedrukt, wordt het nieuwe punt 

gegenereerd en wordt de verbindende lijn aan het vorige punt toegevoegd. 



Hulpprogramma 

Loodrecht snijpunt 

 

Het hulpprogramma Loodrecht snijpunt vindt de loodrechte projectie van een punt 

op de geselecteerde lijn. 

148 

De locatie van het snijpunt wordt tweedimensionaal berekend op het X-Y-vlak. De 

hoogte van het snijpunt wordt berekend door middel van extrapolatie van de 1e lijn. 



Selecteer Loodrecht snijpunt. 

2. De assistent vraagt u een punt te selecteren. 

Druk op OK.

3. Selecteer het punt. Het 

snijpunt wordt voorgesteld 

zodra een punt is 

geselecteerd: 

4. Druk op om te annuleren. Nadat op wordt gedrukt, wordt het snijpunt 

gegenereerd en worden de verbindende lijnen aan de bestaande punten toegevoegd. 



7.4.4 Automatische scans 

Beschrijving Dit hulpprogramma voert automatisch horizontale of verticale profielmetingen en 

oppervlaktescans uit. 

Scannen, 

Stap-voor-stap 

starten 

Horizontale scan, 

stap-voor-stap 

1. Druk op om de scan te starten. 

2. Een pop-upvenster vraagt u een scantype te 

selecteren. 

1. Druk op voor een scan van horizontale lijnen. 

2. De zoeker opent om naar het startpunt te richten en dit te meten. 

3. Een pop-up vraagt om de scanrichting 

rechts/van ... tot/links. Rechts voor 360° 

rechtsom, 'van...tot' voor een opgegeven 

interval, links voor 360° scan linksom. Selecteer 

een van deze opties om te vervolgen. 

150

4. Als u had gekozen voor van ... tot, dan zal de zoeker openen voor het meten 

naar het eindpunt van de scan. Druk op . 

5. Een pop-up vraagt om de afstand tussen de metingen. 

Kies een interval en druk op OK. 

Kies 

voor de beste resultaten niet een kleine interval over lange 

afstanden. 



6. Druk op OK. De scan 

start. De werkbalk 

verandert. 

7. Druk op om de 

camera te starten. 

Druk hier opnieuw op 

om te ontgrendelen. 

8. Druk op om de 

scaninterval te 

wijzigen, het restant 

van de scan over te 

slaan, de scan te 

vervolgen of af te 

breken. 

9. Druk op om een 

scanpunt over te slaan 

dat u niet nodig heeft 

of dat problemen 

geeft. 

152

10. Als de scan klaar is 

meld een pop-up 

Gereed. Scan 

aanpassen? 

Ja/Nee. 

11. Voor Ja: Een nieuwe werkbalk verschijnt, bijv. om ontbrekende punten te meten 

met DIST of onnodige punten te wissen met het vuilnisbak symbool. 

Druk op of om punten te selecteren. 

Druk op 

meten. 

om de weergave te veranderen en bijvoorbeeld wanddetails te 

Druk op om een vereenvoudigde scan te starten, die automatisch uitgelijnde 

punten wist. 

Druk op om de scan af te sluiten. 



Verticale scan, 


12. Druk op om het meetbestand op te slaan en af te sluiten. 

1. Druk op voor een scan van verticale lijnen. 

2. De zoeker opent om naar het startpunt te richten en dit te meten. 

3. Een pop-up vraagt naar de scanoriëntatie: 

Loodrecht op de wand of Vrij. 

154 

• Loodrecht op de wand 

1. De 3D Disto meet automatisch het gebied rond het gemeten startpunt. Wacht op 

de volgende pop-up. 

2. De pop-up vraagt naar de meetrichting 

omhoog/van ... tot/omlaag gevolgd door de 

afstand tussen de meetpunten. 

3. Als u had gekozen voor van ... tot, dan zal de zoeker openen voor het meten 

naar het eindpunt voordat de afstand kan worden opgegeven. Druk op .

4. De 3D Disto start de scan op het startpunt. Ga verder zoals beschreven in hoofdstuk 

"Horizontale scan, stap-voor-stap", pagina 150 e.v. 

• Vrij profiel 

1. De zoeker opent om naar een punt op de tegenoverliggende wand te richten en 

dit te meten. Druk op . 

2. De pop-up vraagt naar de meetrichting 

omhoog/van ... tot/omlaag gevolgd door de 

afstand tussen de meetpunten. Als u 

van ... tot 3D Disto selecteert, wordt alleen 

van punt tot punt gescand en niet 360°. 

3. Ga verder zoals beschreven in hoofdstuk "Horizontale scan, stap-voor-stap", 

pagina 150 e.v. 



Oppervlaktescan, 


 

1. Druk op voor oppervlaktescan. 

Oppervlaktescan is een beveiligde-softwareoptie waarvoor de aanschaf van Leica 

artikel 784'472 vereist is. Neem contact op met uw lokale ondersteuning. 

2. Het pop-upvenster biedt drie scanopties: horizontaal, 

helling en verticaal. Selecteer uw 

voorkeur voor het oppervlak dat u wilt 

scannen. 

Gebruik 

De 

3. De zoeker wordt geopend om voor metingen het scangebied op te geven: 

• horizontale en verticale scan: meet 2 randen (3 punten). Het gebied wordt 

automatisch voltooid 

156 

de verticale of horizontale scan om muren, vloeren en plafonds 

te meten. 

hellingscan is ideaal om de vlakheid van elk oppervlak te controleren, 

onafhankelijk van de helling. 

• hellingscan: meet de grenzen van het scangebied en druk op om verder 

te gaan. 

Ga verder zoals beschreven in stap 5. tot 8. in hoofdstuk "Horizontale scan, stapvoor-stap" 

pagina 150 e.v.

De 

De 

afwijking van elk gescand punt tot het referentievlak wordt weergegeven 

in het resultatenvenster. 

scanvolumeberekening is om geometrische redenen slechts een 

benadering. 



7.5 Projector 

Algemeen Deze applicatie projecteert punten of een geometrisch raster op een horizontale, 

verticale of hellend (= “vrij”) vlak. Ontwerpgegevens in DXF of kolommenformaat 

kunnen worden geïmporteerd of de geometrie van een raster kan handmatig worden 

ingevoerd. 

Het projecteren van rasterpunten is ideaal bij het installeren van systeemplafonds. 


158

7.5.1 Werkprocedure 

Projector, 

Starten 

Het werkgebied 

meten 

1. Druk op Menu » Applicaties » Projector. 

In het pop-upvenster kunt u kiezen uit drie 

scanmodi: horizontaal, helling en verticaal. 

2. Selecteer uw voorkeur voor het werkgebied. 

3. De zoeker wordt geopend om het werkgebied te meten. 

1. Meet alle belangrijke objecten waarmee u rekening wilt houden (randen, hoeken, 

enzovoort). 

Alleen voor horizontale modus: het als eerste gemeten punt geeft het 

niveau aan waarnaar alle volgende punten refereren. 

2. Als is ingeschakeld, klikt u op deze toets om de omtrek te sluiten. Meet 

vervolgens andere belangrijke punten (alleen in inclinatiemodus). 

3. Als alle punten zijn gemeten, drukt u op om verder te gaan. 



Puntontwerp 

1. Een pop-upvenster biedt twee opties om de 

projectiepunten op te geven: de modus Raster 

voor een normaal patroon en de modus 

Importeren voor individuele DXF- of CSVbestanden. 

U 

• De modus Raster 

1. Druk op om de modus Raster te starten. 

3. Selecteer uw voorkeursoptie: 

• Nieuw definiëren: gebruik de volgende hulpprogramma's om de geometrie 

van het raster op te geven. 

160 

kunt altijd de toets gebruiken om terug te keren naar de meting 

van het werkgebied. 

2. Er wordt een pop-upvenster weergegeven 

waarin u kunt kiezen tussen Nieuw definieren, 

Laatste gebruiken of Meten.

• Laatste gebruiken: herstel het ontwerp van het laatste raster dat is opgegeven. 

• Meten: volg de begeleide stappen om een bestaand raster te gebruiken. In 

deze optie wordt de volgende stap Afstellen overgeslagen. 

• De modus Importeren 

1. Druk op om de modus Importeren te starten. 

2. In het bestandsbeheer worden alle geïmporteerde DXF- en CSV-bestanden weergegeven. 

Selecteer een bestand. Druk op als u de inhoud via de viewer wilt 

controleren. 

In de kopregel van de viewer wordt de dimensie van het bestand weergegeven. 

Wijzig de instelling voor afstand in het menu als de schaal 

 

niet past in het werkgebied. 

Voor het importeren van punten uit een lijst, voert u de coördinaten X, 

Y of Y; X in een tekstbewerkingsprogramma in en slaat u het bestand 

op met de extensie CSV. Als het importeren niet goed werkt, moet u de 

instellingen voor Importeren/exporteren controleren in het menu. 

3. Druk op om te vervolgen. 

4. Projectiepunten worden weergegeven en zijn gereed voor afstelling. 



Ontwerpafstelling 

1. De functie Uitlijnen 

wordt geopend. Het 

puntontwerp wordt nu 

weergegeven in het 

werkgebied en moet 

worden verplaatst naar 

de gewenste positie. 

Gebruik de volgende 

hulpprogramma's: 

162 

2. Elke punt of lijn kan worden geselecteerd met de vingertop of stift. 

3. Het raster kan omhoog, omlaag, naar links en naar rechts worden verplaatst op 

het scherm in kleine stappen met behulp van / / / . De loodrechte 

afstand vanaf een geselecteerd rasterpunt tot een referentielijn wordt weergegeven. 

Tik op deze afstand om een waarde in te voeren. 

4. Druk op voor verdere rasteruitlijnfuncties. 

5. Druk op om de rasterpositie te resetten.

6. Druk op om het raster parallel uit te lijnen aan een geselecteerde lijn. 

Indien nodig kunnen de lijnen tussen de ontwerppunten op het scherm 

worden getekend voordat u het hulpprogramma Parallel gebruikt. 

7. Druk op om het raster 90° te draaien. 

8. Druk op om het raster exact op een referentiepunt te plaatsen. 

9. Druk op om verder te gaan. 

U kunt altijd de toets gebruiken om terug te keren naar Puntontwerp. 



Puntprojectie 

1. In de uitzetmodus 

verandert de werkbalk 

en kunt u beginnen 

met de projectie van 

het raster. Gebruik de 

pijltoetsen om een 

punt te selecteren en 

Poreuze, 

U 

druk op . 

164 

structuur of ruwe oppervlakken veroorzaken problemen als de 

laserstraal niet op de exact juiste positie kan schijnen voor het uitzetpunt. 

kunt ook punten selecteren door op een punt op het scherm te tikken of 

met behulp van de afstandbediening.

Schakelen tussen 

vlakken 

2. De laserspot knippert als de exacte positie is gevonden. Het punt wordt met rood 

aangegeven in het schetsgebied. 

Om verdere punten uit te zetten, een volgend punt selecteren en 

indrukken. 

3. Druk op om terug te gaan naar de uitlijnen functie. 

4. Druk op om het bestand op te slaan. 

Als een punt niet kan worden geprojecteerd op het plafond, kunt u de 

laserstraal op de vloer richten, voordat u op de toets DIST (Afstand) 

drukt. De volgende punten worden vanaf nu op de vloer geprojecteerd. 

Het projectieoppervlak kan op elk gewenst moment worden gewijzigd. 



7.5.2 Richten en uitzetten met RM100 afstandbediening 

Beschrijving De functionaliteit van de RM100 afstandbediening is dezelfde als in de andere applicaties. 

De RM100 afstandbediening werkt alleen als de bedieningseenheid AAN staat 

- anders kunnen geen meetfouten worden getoond en vermeden. 

Functionaliteit van 

de toetsen in de 

Projector applicatie 

166 

Rode toets : 

• Druk op om de laser te activeren en een tweede keer om een punt te projecteren 

of te meten binnen het referentievlak. 

Korte toetsdruk op / / / : 

• Elke pijltoets selecteert het naastliggende punt, roteert de 3D Disto en start de 

iteratieve meting. Eenmaal indrukken om de afstandbediening te activeren en 

een tweede keer om het commando uit te voeren.

8 Foutmeldingen 

Foutmeldingen en 

advies 

Foutnr. Advies 

150 Werkbereik werd overschreden. 

151 Ongeldige meting. 

152 Wijzig de positie van de 3D Disto of gebruik de liniaal voor excentrische 

punten. 

160 Herhalen en de liniaal niet bewegen tussen de beide metingen. 

161 In sommige gevallen kan de Verborgen puntfunctie niet worden 

gebruikt. 

170 De 3D Disto opnieuw opstarten, als het probleem zich blijft herhalen. 

171 Controleer alle apparaten, bijvoorbeeld voeding en kabels en probeer 

het opnieuw. 

240 Kalibratie inclinatiemeter is mislukt. Systeemnauwkeurigheid is niet 

gegarandeerd. Neem contact op met uw distributeur of 

Leica Geosystems vertegenwoordiger. 

241 Te grote afwijkingen. Herhaal de kalibratie nauwkeurig. 

243 Stel het instrument stabiel op. Raak de 3D Disto niet aan en draai het 

apparaat niet. Herhaal de kalibratie. 

3D Disto, Foutmeldingen 167

3D Disto, Foutmeldingen 


300 Selecteer een horizontale lijn. 

350 Controleer het projectievlak. De laser kon de correcte positie niet 

bereiken. 

755 Punt kan niet worden gemeten. Probeer een andere positie. Functie 

werkt niet op horizontale vlakken. 

760 Punt kan niet worden gemeten. Voer andere waarden in. Functie 

werkt niet op horizontale vlakken. 

765 Punt kan niet worden gemeten. Probeer een andere positie of voer 

andere waarden in. Functie werkt niet op horizontale vlakken. 

800 Data import of export is niet mogelijk. 

801 Onvoldoende geheugen op USB stick. 

802 Extern geheugen functioneert niet goed. 

803 Controleer de staat en inhoud van het bestand. 

804 Bestand of map is "Alleen-lezen" of beschadigd. 

900 Fout 3D Disto. Neem contact op met uw distributeur of 

Leica Geosystems vertegenwoordiger als deze fout zich herhaald. 

901 Het gereflecteerde lasersignaal is te zwak. 

168


902 Het gereflecteerde lasersignaal is te sterk. 

903 Teveel omgevingslicht. 

904 Laserstraal onderbroken. Herhaal de meting. 

950 Voer een locatiecontrole uit om de nauwkeurigheid te kunnen handhaven! 

951 Helling van 3D Disto is meer dan 3°. Horizontaal opstellen! 

952 Controleer 3D Disto, controleer op obstakels die de WLAN-verbinding 

storen of ga dichter naar 3D Disto. 

953 Controleer verbinding en kabel. 

954 Sluit de kabel aan of kies "WLAN" in het menu. 

955 Temperatuur van de 3D Disto ligt buiten het werkbereik. 

956 Teveel trillingen of continu beweging. 

998 Neem contact op met uw distributeur of Leica Geosystems vertegenwoordiger. 

999 Neem contact op met uw distributeur of Leica Geosystems vertegenwoordiger. 

3D Disto, Foutmeldingen 169

3D Disto, Controleren & Justeren 

9 Controleren & Justeren 

9.1 Overzicht 

Beschrijving De instrumenten van Leica Geosystems worden vervaardigd, geassembleerd en 

gejusteerd met de hoogst mogelijke kwaliteit. Snelle temperatuurwisselingen, 

schokken of mechanische belasting kunnen afwijkingen veroorzaken en de nauwkeurigheid 

van het instrument verminderen. Daarom wordt aanbevolen het instrument 

regelmatig te controleren en te justeren. Dit kan in het veld worden gedaan door het 

uitvoeren van speciale meetprocedures. Deze procedures worden geleid en dienen 

nauwkeurig te worden gevolgd, zoals beschreven in de onderstaande hoofdstukken. 

Elektronisch 

justeren 

De onderstaande instrumentfouten kunnen elektronisch worden gecontroleerd en 

gejusteerd: 

• Kruisdraadcorrectie 

• V-index 

• Inclinatiemeter 

Alle 

170 

kalibratieinstellingen kunnen ook worden teruggezet naar de fabrieksinstellingen.

Iedere hoek, die tijdens de dagelijkse werkzaamheden wordt gemeten, wordt automatisch 

gecorrigeerd als de inclinatiemeter is geactiveerd en de 3D Disto staat opgesteld 

tussen 0° en 3°. 

Tijdens het fabricageproces worden instrumentfouten zorgvuldig vastgesteld en op 

nul ingesteld. Zoals al eerder werd aangegeven kunnen deze fouten veranderen en 

daarom wordt ten sterkste aangeraden om de fouten te controleren in de volgende 

situaties: 

• Na ruw of lang transport 

• Na lange opslagperiodes; 

• Als de temperatuur van de huidige meetomgeving meer dan 20°C verschilt van de 

temperatuur bij de vorige kalibratie. 

3D Disto, Controleren & Justeren 171


9.2 Kruisdraadcorrectie 

Probleem De laserspot en de dradenkruizen in de zoeker vallen niet samen. 

Voor kalibratie: Na kalibratie: 

Afstellen, stap 

voor stap 


a) Kruisdraden 

b) Laserspot 

a 

b 


1. Kalibratie wordt gestart via Menu » Apparaat » Kalibratie. 

2. Druk op . 

3. De zoeker gaat open. Plaats een richtmerk op een afstand > 25 m. Richt nu zo 

172 

precies mogelijk op het richtmerk. Druk op als de rode laserspot exact op 

het richtmerk staat.

4. De zoeker blijft open en rode dradenkruizen worden getoond. Beweeg de 

dradenkruizen zo nauwkeurig mogelijk naar het centrum van het richtmerk met 

de pijltoetsen. Druk nogmaals op . 

5. Indien binnen de toleranties, dan zal een pop-up verschijnen met Nieuw 

instellen: x=...px; y=...px, Reset naar fabrieksinstellingen of Kalibratie 

afbreken. 

6. Selecteer Nieuw... of Reset... om de dradenkruizen af te stellen. Bevestigingspop-up 

vraagt Weet u het zeker? Ja/Annuleren. 

7. Indien Ja, dan wordt een vinkje weergegeven om te bevestigen, dat de nieuwe 

parameters werden ingesteld. 



9.3 V-Index Fout 

Probleem De verticale index komt niet overeen met de verticale as. 

Dit kan worden geconstateerd als de hoogten of hoogteverschillen van gemeten 

punten 

 

incorrect lijken, bijvoorbeeld Toolbox metingen werken niet goed. 

Een inclinatiemeterkalibratie gevolgd door een dradenkruiskalibratie wordt 

aangeraden voor het starten van een V-Index kalibratie! Zie hoofdstukken 

"9.4 Inclinatiemeter kalibratie" en "9.2 Kruisdraadcorrectie". 


a) 


Hoogtefout 

b) Verticale hoekfout 

a 

b 


174


voor stap 

1. Stel de 3D Disto dicht bij een wand op met een steil, goed 

zichtbaar richtmerk, dat zich minimaal 15 m boven het instrument 

bevindt. 

2. Druk op . 

3. De zoeker gaat open. Richt zo nauwkeurig mogelijk. Druk 

op . 

4. De 3D Disto draait automatisch naar de tweede kijkerstand. 

5. Richt een tweede keer. Druk op . 3D Disto_051 

6. Als beide metingen zijn geslaagd, dan verschijnt er een pop-up met Nieuw 

instellen: XXX gon, Reset naar fabrieksinstellingen of Kalibratie afbreken. 

7. Selecteer Nieuw... of Reset... om de V-index af te stellen. Bevestigingspop-up 

vraagt Weet u het zeker? Ja/Annuleren. 

8. Indien Ja, dan wordt een vinkje weergegeven om te bevestigen, dat de nieuwe 

parameters werden ingesteld. 



9.4 Inclinatiemeter kalibratie 

Probleem Een inclinatiemeterfout heeft dezelfde impact als de V-index fout, maar is oriëntatieafhankelijk. 

Dit kan worden vastgesteld als de hoogten of hoogteverschillen van gemeten punten 

incorrect lijken, bijvoorbeeld Ga naar horizon rotatiecommando of oploden werkt 

niet correct. 



a) Inclinatiemeter fout 

a 


176


voor stap 

Deze kalibratie wordt automatisch uitgevoerd. U moet alleen zorgen, dat de 3D Disto 

staat opgesteld op < 3°. 

1. Druk op . 

2. De 3D Disto begint zichzelf waterpas te stellen: de helling wordt gecontroleerd 

en het instrument stelt zichzelf als de helling minder dan 3° is. Een pop-up geeft 

aan: 3D Disto circa 1 minuut niet aanraken! 

3. Indien ok, dan geeft de pop-up aan Kalibratie gelukt. 



9.5 Reset naar fabrieksinstellingen 

Reset naar 

fabrieksinstellingen, 

stap 

voor stap 

178 

1. Druk op . 

2. Een pop-up verschijnt Alle kalibratie-instellingen terugzetten naar fabrieksinstellingen? 

Ja/Nee. 

3. Indien Ja: alle kalibratieinstellingen worden teruggezet naar de fabrieksinstelling 

zonder verdere vragen.

10 Instrument Beveiliging (Diefstalpreventie) 

Beschrijving Het instrument kan worden beveiligd met een Persoonlijk Identificatie Nummer. Als 

de PIN code beveiliging is geactiveerd, dan zal de bedieningseenheid altijd vragen om 

de PIN code na opstarten. Als driemaal de verkeerde PIN code wordt ingevoerd, dan 

is een PUK code nodig. Deze kan worden gevonden op de afleverdocumenten van het 

instrument. Als de PUK code correct wordt ingevoerd, dan wordt de PIN code teruggezet 

op "0" en de PIN beveiliging uitgeschakeld. 

Neem contact op met uw Leica Geosystems vertegenwoordiger als u een vervangende 

PUK code nodig heeft. 

Activeren van de 

PIN code, stap voor 

stap 

 

1. Opstarten van de bedieningseenheid, zoals beschreven in "5 Instrument 

Opstellen". 

2. Ga naar Menu » Apparaat » Diefstalbeveiliging. Standaard instelling is Uit. 

3. Druk op Aan om te activeren. 

4. Voer de gewenste PIN code in (3 tot 8 letters en/of cijfers). 

5. Accepteer met OK. 

Het instrument is nu beveiligd tegen onbevoegd gebruik. De PIN code is nu vereist na 

inschakelen van het instrument, de-activeren van standby en wijzigen van de PIN 

instellingen. 

3D Disto, Instrument Beveiliging (Diefstalpreventie) 179

3D Disto, Instrument Beveiliging (Diefstalpreventie) 

Deactiveren van de 

PIN code, stap voor 

stap 

 

1. Opstarten van de bedieningseenheid, zoals beschreven in "5 Instrument 

Opstellen". 

2. Ga naar Menu » Apparaat » Diefstalbeveiliging. 

3. Voer uw PIN code in en druk op OK om te accepteren. 

4. Druk op Uit om te deactiveren. 

Het instrument is niet langer beveiligd tegen onbevoegd gebruik. 

180

11 Verzorging en vervoer 

11.1 Vervoer 

Vervoer in het veld Bij vervoer van de apparatuur in het veld, er altijd zorg voor dragen dat u: 

• het instrument draagt in de originele transportkoffer; 

• of het statief draagt met de benen gespreid over uw schouders, onderwijl het 

instrument rechtop houdend. 

Vervoer in een 

wegvoertuig 

Vervoer het instrument nooit losliggend in een auto, het kan dan onderhevig zijn aan 

schokken en trillingen. Vervoer het instrument altijd in de transportkoffer en zet deze 

vast. 

Verschepen Als het instrument per spoor, vliegtuig of schip wordt vervoerd, gebruik dan steeds 

de originele Leica Geosystems of gelijkwaardige verpakking om het te beschermen 

tegen schokken en trillingen. 

Verschepen, 

vervoer van accu's 

Als accu's worden verscheept of vervoerd, moet de beheerder van het instrument er 

voor zorgen, dat aan de van toepassing zijnde nationale en internationale regels en 

voorschriften wordt voldaan. Neem vooraf contact op met uw plaatselijke personen 

of vrachtvervoersbedrijf. 

3D Disto, Verzorging en vervoer 181

3D Disto, Verzorging en vervoer 

Justeren in het veld Inspecteer de veld kalibratieparameters, zoals vermeld in de handleiding, voordat u 

het instrument in gebruik neemt na transport. 

182

11.2 Opslag 

Instrument Bij opslag van uw uitrusting de temperatuurgrenswaarden in acht nemen, vooral in 

de zomer wanneer u uw uitrusting in uw auto bewaart. Zie hoofdstuk "13 Technische 

gegevens" voor informatie over temperatuurgrenswaarden. 

Justeren in het veld Inspecteer de veld kalibratieparameters, zoals vermeld in de handleiding, voordat u 

het instrument in gebruik neemt na een langere periode in opslag. 

Accu's • Alkaline en Li-Ion batterijen 

• Zie hoofdstuk "13 Technische gegevens" voor informatie over temperatuurgrenswaarden 

voor opslag. 

• Een opslagtemperatuur in het bereik van 0 tot +20°C/+32 tot +68°F in een 

droge wordt aanbevolen om zelfontlading van de accu's te minimaliseren. 

• Bij het aanbevolen temperatuurbereik kunnen accu's met een lading tussen 

70% en 100% gedurende een jaar worden opgeslagen. Na deze periode 

moeten de accu's worden opgeladen. 

• Laad de accu's (Li-Ion) na opslag eerst op alvorens ze te gebruiken. 

• Bescherm accu's tegen water en vocht. Natte of vochtige accu's moeten eerst 

worden gedroogd alvorens ze te gebruiken. 

3D Disto, Verzorging en vervoer 183

3D Disto, Verzorging en vervoer 

11.3 Reinigen en Drogen 

Lens en behuizing 

van 3D Disto 

Vochtige 

instrumenten 

184 

• Blaas stof van de lens en behuizing. 

• Raak het glas nooit met de vingers aan. 

• Gebruik alleen een schone, zachte, pluisvrije doek om schoon te maken. Maak de 

doek zo nodig vochtig met wat schoon water of pure alcohol. Gebruik geen 

andere vloeistoffen, deze kunnen de polymeren componenten aantasten. 

• Droog het instrument, de transportkoffer, de schuimrubberen inzetstukken en 

de accessoires bij een temperatuur niet hoger dan 40°C / 104°F en maak ze 

schoon. 

• Niet opnieuw inpakken voordat alles goed droog is. 

• Sluit de transportkoffer altijd tijdens gebruik in het veld. 

Kabels en Stekkers Houdt stekkers altijd schoon en droog. Vuil in de stekkers van de aansluitsnoeren 

eruit blazen.

12 Veiligheidsvoorschriften 

12.1 Algemeen 

Beschrijving Deze aanwijzingen dienen om beheerders en gebruikers van het instrument in staat 

te stellen om tijdig op eventuele gebruiksrisico's in te spelen en zo mogelijk te 

vermijden. 

De beheerder moet er op toezien, dat alle gebruikers deze aanwijzingen begrijpen en 

opvolgen. 

3D Disto, Veiligheidsvoorschriften 185

3D Disto, Veiligheidsvoorschriften 

12.2 Gebruiksdoel 

Toegestaan 

Gebruik 

• 3D metingen van afstanden, hoogten, hellingen, hoeken, oppervlakten en 

volumes. 

• Handmatige en automatische meting van kamerafmetingen. 

• Automatische meting van profielen. 

• Uitzetten van punten en ontwerpen, bijvoorbeeld vanaf blauwdrukken. 

• Genereren van tekeningen. 

• Camerafunctionaliteit. 

• Import/Export van gegevens. 

• Beheren van gegevens. 

186

Onjuist Gebruik • Gebruik van het instrument zonder instructie. 

• Toepassing buiten de gebruikslimieten. 

• Het onklaar maken van veiligheidsvoorzieningen. 

• Het verwijderen van waarschuwingsstickers. 

• Openen van het instrument met gereedschap (schroevendraaier, enz.), tenzij dit 

nadrukkelijk is toegestaan voor bepaalde functies. 

• Modificatie of aanpassing van het instrument. 

• Gebruik van instrumenten met duidelijk zichtbare schade of defecten. 

• Gebruik van accessoires van andere fabrikanten zonder de nadrukkelijke 

toestemming vooraf van Leica Geosystems. 

• Onvoldoende veiligheidsvoorzieningen op de werklocatie, bijvoorbeeld bij 

metingen op of langs wegen. 

• Opzettelijk verblinden van derden. 

• Besturen van machines, bewegende objecten of dergelijke monitoring applicaties 

zonder aanvullende beheer en veiligheidsvoorzieningen. 

Waarschuwing Bij ondeskundig gebruik bestaat gevaar voor letsel, het niet functioneren of het 

ontstaan van materiële schade. 

De beheerder dient de gebruiker te informeren omtrent gevaren bij gebruik van het 

instrument en over de voorzorgsmaatregelen. Het instrument mag pas in gebruik 

worden genomen, nadat de gebruiker de betreffende instructies heeft ontvangen. 



12.3 Beperkingen in het gebruik 

Omgeving Geschikt voor gebruik in atmosferen bestemd voor permanente menselijke bewoning; 

niet geschikt voor gebruik in een agressieve of explosieve omgeving. 

Gevaar Alvorens te gaan werken in een gevaarlijke explosieve omgeving, of vlak bij elektrische 

installaties of dergelijke situaties, moet de beheerder de plaatselijke veiligheidsautoriteiten 

en experts raadplegen. 

188

12.4 Verantwoordelijkheden 

Fabrikant van het 

instrument 

Fabrikanten van 

niet Leica 

Geosystems 

accessoires 

Beheerder van het 

instrument 

Leica Geosystems AG, CH-9435 Heerbrugg, hierna aangeduid als Leica Geosystems, 

is verantwoordelijk voor de veiligheidstechnisch perfecte levering van het product, 

inclusief gebruiksaanwijzing en originele accessoires. 

Fabrikanten van niet-Leica Geosystemsaccessoires voor het instrument zijn verantwoordelijk 

voor het ontwikkelen, invoeren en communiceren van veiligheidsconcepten 

voor hun producten en voor het functioneren daarvan in combinatie met het 

Leica Geosystems instrument. 

De beheerder van het instrument heeft de volgende verplichtingen: 

• Hij begrijpt de veiligheidsinformatie op het instrument en de instructies in de 

gebruiksaanwijzing. 

• Hij is bekend met de plaatselijke voorschriften met betrekking tot veiligheid en 

preventie van ongelukken. 

• Hij stelt Leica Geosystems er onmiddellijk van op de hoogte, zodra veiligheidsgebreken 

aan de uitrusting optreden. 

Waarschuwing De beheerder is er verantwoordelijk voor dat het instrument conform de voorschriften 

wordt gebruikt. Deze persoon moet tevens zorg dragen voor een goede 

training en inzet van het personeel, dat het product gebruikt en voor de veilige 

toepassing van de apparatuur. 



12.5 Gebruiksrisico's 

Waarschuwing Ontbrekende of onvolledige instructie kan leiden tot een onjuiste bediening of 

ondeskundig gebruik. Daarbij kunnen zich ongelukken voordoen met ernstig lichamelijk 

letsel, aanzienlijke materiële en financiële schade en schade aan het milieu. 

Voorzorgsmaatregel 

Alle gebruikers dienen de veiligheidsaanwijzingen van de fabrikant en de instructies 

van de beheerder op te volgen. 

Voorzichtig Pas op voor foutieve meetresultaten nadat een instrument is gevallen, misbruikt, 

gemodificeerd, opgeslagen is geweest over een langere periode of getransporteerd. 


Voer periodiek testmetingen uit en controleer de veldjustering zoals aangegeven in 

de handleiding, in het bijzonder nadat het instrument heeft blootgestaan aan abnormale 

omstandigheden en zowel voor als na belangrijke metingen. 

Waarschuwing Tijdens het gebruik van dynamische applicaties, bijvoorbeeld uitzetprocedures, 

bestaat gevaar voor ongelukken als onvoldoende aandacht wordt geschonken aan de 

omgeving, bijvoorbeeld obstakels, zoals kabels en leidingen. 


De beheerder is verantwoordelijk voor het instrument en moet alle gebruikers wijzen 

op de bestaande risico's. 

190

Waarschuwing Onvoldoende beveiliging van de werklocatie kan leiden tot gevaarlijke situaties, 

bijvoorbeeld in het verkeer, op bouwlocaties en op industriële installaties. 


Zorg er altijd voor, dat de werklocatie voldoende is beveiligd. Volg de voorschriften 

betreffende veiligheid en ter voorkoming van ongelukken en voor wegverkeer strikt 

op. 

Voorzichtig Als de met het instrument gebruikte accessoires onvoldoende worden vastgezet en 

het instrument bloot komt te staan aan mechanische schokken, bijvoorbeeld stoten 

of vallen, dan kan het instrument beschadigd raken of mensen kunnen worden 

verwond. 


Let bij opstellen van het instrument goed op, dat accessoires correct worden aangesloten, 

gemonteerd, vastgezet en in positie vergrendeld. 

Vermijdt het blootstellen van het instrument aan mechanische belasting. 



192 

Voorzichtig Tijdens vervoer, verschepen of verwijderen van accu's bestaat de mogelijkheid dat 

onvoorziene mechanische invloeden brandgevaar veroorzaken. 


Voor verscheping of verwijdering van het instrument de accu's eerst ontladen door 

het instrument aan te laten staan tot de accu's leeg zijn. 

Als accu's worden verscheept of vervoerd, moet de beheerder van het instrument er 

voor zorgen, dat aan de van toepassing zijnde nationale en internationale regels en 

voorschriften wordt voldaan. Neem vooraf contact op met uw plaatselijke personen 

of vrachtvervoersbedrijf. 

Waarschuwing Het gebruik van niet door Leica Geosystems aanbevolen acculaders kan de accu's 

vernielen. Dit kan brand of explosie veroorzaken. 


Gebruik alleen acculaders, die door Leica Geosystems worden aanbevolen om de 

accu's te laden. 

Waarschuwing Hoge mechanische belasting, hoge omgevingstemperaturen of onderdompeling in 

vloeistoffen kan lekkage, ontbranding of explosie van de accu's veroorzaken. 


Bescherm accu's tegen mechanische invloeden en hoge omgevingstemperaturen. 

Laat accu's niet in vloeistoffen vallen en dompel ze niet onder.

Waarschuwing Lege batterijen mogen niet samen met het huisvuil worden weggegooid. Zorg voor 

het milieu en lever ze in bij de daarvoor aangewezen inzamelpunten volgens de nationale 

of locale regels. 

Bij het ondeskundig verwijderen van het instrument kan het volgende zich voordoen: 

• Het verbranden van polymeren onderdelen kan giftige gassen produceren, die de 

gezondheid kunnen schaden. 

• Als accu's beschadigd raken of sterk worden verwarmd, dan kunnen zij exploderen 

en vergiftiging, brand, corrosie of besmetting van het milieu veroorzaken. 

• Verwijdering van het instrument op een onverantwoorde wijze kan er voor 

zorgen, dat onbevoegden door incorrect gebruik de wet overtreden. Hierdoor 

kunnen zij zichzelf en derden blootstellen aan ernstige verwondingen en het 

milieu vervuilen. 


Het product mag niet samen met het huisvuil worden weggegooid. 

Het verwijderen van het instrument moet in overeenstemming zijn met 

de geldende regels in uw land. 

Bescherm het instrument te allen tijde tegen het gebruik door onbevoegden. 

Product specifieke informatie over behandeling en afvalverwerking kan worden 

gedownload van de Leica Geosystems home page op 

http://www.leica-geosystems.com/treatment of worden verkregen via uw 

Leica Geosystems dealer. 



194 

Waarschuwing Alleen door Leica Geosystems geautoriseerde Service Centra mogen deze producten 

repareren.

12.6 Laserclassificatie 

Geïntegreerde 

afstandmeter 

De Leica 3D Disto produceert een zichtbare laserstraal, die uittreedt vanaf de voorzijde 

van het instrument. 

Dit product is een Klasse 2 laser product conform: 

• IEC60825-1: 2007 "Stralingsveiligheid van laserproducten" 

Klasse 2 Laserproducten 

Staar niet in de straal en richt deze niet onnodig op andere personen. 

Bescherming van het oog wordt normaal bereikt door afwendingreacties, inclusief de 

knipperreflex. 

Waarschuwing Direct in de laserstraal kijken met optische hulpmiddelen (bijv. verrekijkers, teles- 

copen) kan gevaarlijk zijn. 


Kijk niet in de laserstraal met optische hulpmiddelen. 

Voorzichtig Het kijken in de laserstraal kan gevaarlijk zijn voor het oog. 


Kijk niet in de laserstraal. Let op, dat de laser boven of onder ooghoogte wordt 

gericht. (met name bij vaste opstellingen, in machines, etc.) 



Labeling 


a) Laserstraal 

>1/4s 

a 

Complies with 21 CFR 1040.10 and 

1040.11 except for deviations 

pursuant to Laser Notice Nr. 50, 

dated June 24, 2007 

Laser Straling 

Niet in de laserstraal kijken. 

Klasse 2 Laser Producten: 

volgens IEC 60825-1 

( 2007 - -03 ) 

Po 1.00 mW 

= 620 - 690 nm 

196

12.7 Elektromagnetische Compatibiliteit EMC 

Beschrijving De term "elektromagnetische compatibiliteit" houdt in, dat het product in staat is om 

zonder problemen te functioneren in een omgeving met elektromagnetische straling 

en elektrostatische ontladingen, zonder daarbij storing in andere apparaten te 

veroorzaken. 

Waarschuwing De 3D Disto voldoet aan de strengste eisen van de relevante normen en voor- 

schriften. 

Toch kan de mogelijkheid dat het instrument storing veroorzaakt in andere apparatuur 

niet volledig worden uitgesloten. 

Voorzichtig Probeer nooit zelf het instrument te repareren. In geval van beschadiging, contact 

opnemen met uw plaatselijke vertegenwoordiger. 

Waarschuwing Elektromagnetische straling kan storingen veroorzaken in andere apparatuur. 

 

Hoewel het instrument voldoet aan strenge normen en richtlijnen op dit gebied, kan 

Leica Geosystems de mogelijkheid van storing in andere apparatuur niet volledig 

uitsluiten. 



198 

Voorzichtig Er bestaat een risico, dat storingen kunnen worden veroorzaakt in andere appara- 

tuur, als het instrument wordt gebruikt in combinatie met accessoires van andere 

fabrikanten, bijvoorbeeld veld computers, personal computers, twee-weg radio’s, 

niet-standaard kabels of externe accu's. 


Gebruik alleen de apparatuur en accessoires aanbevolen door Leica Geosystems. 

Indien gebruikt in combinatie met het instrument voldoen deze aan de strengste 

voorschriften en normen. Let bij gebruik van computers en twee-weg radio's goed op 

de informatie betreffende elektromagnetische compatibiliteit, zoals verstrekt door 

de fabrikant. 

Voorzichtig Storingen veroorzaakt door elektromagnetische straling kunnen meetfouten veroor- 

zaken. 

Hoewel het instrument voldoet aan de strengste regelgeving en normen op dit 

gebied, kan Leica Geosystems nooit de mogelijkheid uitsluiten, dat het instrument 

kan worden gestoord door sterke elektromagnetische straling, bijvoorbeeld vlak bij 

radiozenders, twee-weg radio's of diesel generatoren. 


Controleer onder deze omstandigheden of de verkregen meetresultaten binnen de 

grenzen van redelijkheid liggen.

Waarschuwing Als het instrument wordt gebruikt terwijl verbindingskabels, zoals snoeren voor 

externe voedingen of interfacekabels, slechts aan een zijde zijn aangesloten, dan 

bestaat de mogelijkheid, dat de toegestane stralingsniveaus worden overschreden en 

het juist functioneren van het instrument negatief wordt beïnvloed. 


Terwijl het instrument in gebruik is, dienen de gebruikte verbindingskabels, bijvoorbeeld 

instrument naar externe voeding, instrument naar computer, aan beide zijden 

te zijn aangesloten. 

 

Werken met WLAN 

Waarschuwing Elektromagnetische velden kunnen storingen veroorzaken in andere apparatuur, in 

installaties, in medische, zoals pacemakers en hoorapparaten, en in vliegtuigen. Zij 

kunnen ook negatieve effecten hebben op mensen en dieren. 


Hoewel het product, in combinatie met radioapparatuur of GSM telefoons aanbevolen 

door Leica Geosystems, voldoet aan de strengste bepalingen en normen die 

dienaangaande van kracht zijn, kan Leica Geosystems de mogelijkheid dat andere 

apparatuur wordt gestoord, of dat er effecten zijn op mens of dier, niet volledig 

uitsluiten. 

• Gebruik het product niet in de nabijheid van tankstations of chemische installaties 

of in andere gebieden waar explosiegevaar bestaat. 

• Gebruik het product niet in de nabijheid van medische apparatuur. 

• Gebruik het product niet in vliegtuigen. 

• Gebruik het product niet gedurende langere tijd dicht tegen uw lichaam. 



12.8 FCC Verklaring, geldig in de V.S. 

Waarschuwing Dit apparaat heeft in tests de grenswaarden aangehouden die in paragraaf 15 van 

de FCC bepalingen voor digitale apparaten uit de klasse B gedefinieerd zijn. 

Deze grenswaarden garanderen, wat het gebruik in woongebieden betreft, 

voldoende bescherming tegen het uitzenden van storende straling. 

Dit product genereert en gebruikt stralingsenergie en kan deze uitzenden indien niet 

geïnstalleerd en gebruikt volgens de voorschriften. Dit kan schadelijke storingen 

veroorzaken bij radiocommunicatie. Echter er wordt geen garantie gegeven dat 

storingen niet voor zullen komen in een bepaalde installatie. 

Als dit product schadelijke storingen veroorzaakt in radio of televisieontvangst, 

hetgeen kan worden vastgesteld door het product uit en aan te schakelen, wordt de 

gebruiker de volgende maatregelen aanbevolen om te pogen de storing te elimineren: 

• De ontvangstantenne opnieuw richten of verplaatsen. 

• De afstand tussen instrument en ontvanger vergroten. 

• Het apparaat aansluiten op een stopcontact van een andere stroomkring, dan die 

waarop de ontvanger is aangesloten. 

• Raadpleeg uw dealer of een ervaren radio/TV technicus. 

Waarschuwing Wijzigingen of modificaties die niet uitdrukkelijk door Leica Geosystems zijn toegestaan, 

kunnen het recht van de gebruiker beëindigen om het apparaat te gebruiken. 

200

SAR informatie FCC Verklaring over Blootstelling aan Straling 

Het vermogen van het uitgezonden vermogen van het instrument ligt ver onder de 

blootstellingslimieten voor radiofrequenties van de FCC. Desondanks moet het 

instrument op een dergelijke manier worden gebruikt, dat potentieel menselijk 

contact tijdens de normale werking wordt geminimaliseerd. Om de mogelijkheid van 

overschrijding van de blootstellingslimieten voor radiofrequenties van de FCC te 

vermijden, moet een veilige afstand van ten minste 20 cm worden aangehouden 

tussen uzelf (of enige andere persoon in de directe omgeving) en de antenne, die in 

het instrument is ingebouwd. 



Labeling 3D Disto 


Equi.No.: 

123456789012 

S/N: 

12345678 

12345678 

Type: Type: Leica Leica 3D 3D Disto Disto 

Art.No.: 772171 Power: 24V / 2.5A 

IC: 3177A-3DDISTO FCC ID: RFF-3DDISTO 

Patents: WO 9427164, WO 0216964, 

WO 03008909, WO 0244754, EP 1195617, WO 9818019 

SWISS Technology 

by Leica Geosystems 

This device complies with part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions: 

(1) This device may not cause harmful interference, and 

(2) this device must accept any interference received, 

including inteference that may cause undesired operation. 

202 

Made in Singapore 

www.leica-geosystems.com

Labeling 

Bedieningseenheid 

Labeling RM100 

Afstandbediening 



RM100 

Power: 1.5V / 0.4A 

Leica Geosystems AG 

CH-9435 Heerbrugg 

Manufactured: 

Art.No.: 123456 

123456 

S.No.: PC102302494 

102302494 

Type: RM100 

Art.No.: 780994 



12.9 Conformiteit aan nationale regelgeving 

Conformiteit aan 

nationale 

regelgeving 

204 

Hierbij verklaart Leica Geosystems AG, dat het instrument voldoet aan 

de essentiële eisen en overige relevante voorwaarden van de 

toepasselijke Europese Richtlijnen. De conformiteitverklaring kan 

worden geraadpleegd op http://www.leica-geosystems.com/ce. 

• Frankrijk 

Betreffende de Europese Economische Zone: het gebruik van dit WLAN product 

(of de WLAN functie van dit product) is beperkt tot gebruik binnenshuis in Frankrijk. 

• Japan 

Dit apparaat heeft een aanduidingsnummer toegewezen gekregen door het 

Ministerie van Binnenlandse Zaken en communicatie onder 'artikel 2-1-xx' van de 

'Bepaling betreffende de conformiteitscertificering voor technische voorschriften, 

enz. van gespecificeerde radioapparatuur (特定無線設備の技術基準適合 

証明等に関する規則): "dit apparaat mag niet worden gewijzigd (anders wordt het 

toegewezen aanduidingsnummer ongeldig)" 

Deze apparatuur heeft het homologatiecertificaat op basis van de radiowetgeving. 

本機器は電波法に基づく工事設計認証を取得しています

• De conformiteit voor landen met andere nationale regelgeving, die niet wordt 

gedekt door FCC hoofdstuk 15 of Europese richtlijn 1999/5/EC moet worden 

goedgekeurd voordat de apparatuur in gebruik mag worden genomen. 


3D Disto, Technische gegevens 

13 Technische gegevens 

Nauwkeurigheid 

spanmaat (3D) 

Hoekmeting (Hz/V) 

Karakteristieken 

laserafstandmeter 

Inclinatiemeter 

Combinatie van hoek en afstandmeting 

@ 10 m @ 30 m @ 50 m 

ca. 1mm ca. 2mm ca. 4mm 

Werkbereik: Horizontaal 360°, verticaal 250° 

Nauwkeurigheid: 5" (1.2 mm @ 50 m) 

Meetsysteem: Systeem analyse basis 100 MHz - 150 MHz 

Type: Coaxiaal, zichtbare rode laser 

Werkbereik: @ 0,5 - 50 m 

Laserklasse: 2 

Lasertype: 650 nm; < 1 mW 

Laser spotgrootte (op afstanden): @ 10 m: ~7 mm x 7 mm 

@ 30 m: ~9 mm x 15 mm 

Zelfstelbereik: ± 3° 

Nauwkeurigheid: 10" (2,5 mm @ 50 m) 

206

Zoeker 

Doosniveau 

gevoeligheid 

Bediening 

Zoombereik (Vergroting): 1x, 2x, 4x, 8x 

Gezichtsveld (@ 10 m): 1x: 3,40 m x 2,14 m 

2x: 1,70 m x 1,07 m 

4x: 0,85 m x 0,54 m 

8x: 0,42 m x 0,27 m 

1°/mm 


Display Scherm met hoge resolutie, 800 x 480 Pixel, 4,8'' TFT LCD, 

16 milj. kleuren 

Toetsen/Gebruikersinterface 

3D Disto: AAN/UIT toets 

Bedieningseenheid: Touchscreen, AAN/UIT toets 

Geheugencapaciteit Flash geheugen: 32 GB 

Aansluitingen 3D Disto: USB Type B, voedingsaansluiting, voedingsaansluiting 

voor bedieningseenheid 

Bedieningseenheid: USB Type A, Micro-B, voedingsaansluiting 

3D Disto, Technische gegevens 207


Communicatie 

Voeding 

Bevestiging 5/8" schroefdraad 


Gegevensuitwisseling USB: Type Micro-B en Type A, WLAN 

Draadloze technologie SD kaart, bereik 50 m (afhankelijk van de omgeving), 

11 kanalen 

Ondersteunde datafor- Import: DXF, CSV 

maten 

Export: DXF, TXT, CSV, JPG 

Instrument Type Gemiddelde werktijd 

3D Disto Li-Ion accu, spanning: 14,4 V 63 Wh, 

oplaadtijd 8 u 

Externe voedingsspanning: 24 VDC, 

2,5 A 

8 u 

Bedienings- Li-Ion accu, 2500 mAh, 3,7 V 

6 u 

eenheid Externe voedingsspanning: 24 VDC, 

2,5 A, oplaadtijd 7 u 

208

Instrument 

afmetingen 

Gewicht 

Omgevingsspecificaties 

3D Disto : 186,6 x 215,5 mm (diameter x hoogte) 

Bedieningseenheid: 178,5 x 120 x 25,8 mm 

3D Disto: 2,8 kg 

Bedieningseenheid: 0,33 kg 

Temperatuur 

Type Werk temperatuur [°C] Opslag temperatuur [°C] 

3D Disto -10 tot +50 -25 tot +70 

Bedieningseenheid -10 tot +50 -25 tot +70 

Bescherming tegen water, stof en zand 

Type Bescherming 

3D Disto IP54 (IEC 60529) 

Bedieningseenheid IP5X 

3D Disto, Technische gegevens 209


RM100 Afstandbediening 

Vochtigheid 

Type Bescherming 

3D Disto Max. 85 % RV, niet condenserend 

Bedieningseenheid Max. 85 % RV, niet condenserend 

Bereik: 25 m (afhankelijk van omgevings- en werkomstandigheden) 

Communicatie: Infrarood (IR) 

Accu: 1 AA, 1,5 V 

210

14 Internationale Beperkte Garantie, Software Licentieovereenkomst 

Internationale 

Beperkte Garantie 

Dit instrument valt onder de regels en voorwaarden zoals opgenomen in de Internationale 

Beperkte Garantie, die kan worden gedownload van de Leica Geosystems 

home page op http://www.leica-geosystems.com/internationalwarranty of aangevraagd 

via uw Leica Geosystems distributeur. De hierboven genoemde garantie is 

exclusief en komt in plaats van alle andere garanties, regels of voorwaarden, uitdrukkelijk 

of impliciet, ofwel feitelijk of als gevolg van wetgeving, statuten of anderszins, 

met inbegrip van garanties, regels of voorwaarden voor handelsdoeleinden, geschiktheid 

voor een bepaald doel, bevredigende kwaliteit en het niet maken van inbreuk op 

rechten van derden, die alle met nadruk van de hand worden gewezen. 

De 3D Disto komt met drie* jaar garantie van Leica Geosystems. 

Verdere gedetailleerde informatie kan worden gevonden op: 

https://myworld.leica-geosystems.com 

Alle rechten voorbehouden voor wijzigingen (illustraties, beschrijvingen 

en technische specificaties). 

* Om drie jaar garantie te krijgen moet de 3D Disto worden geregistreerd op onze 

website https://myworld.leica-geosystems.com binnen acht weken na de 

aanschafdatum. Als het instrument niet wordt geregistreerd, dan geldt twee jaar 

garantie. 

3D Disto, Internationale Beperkte Garantie, Software Licentieovereenkomst 211

3D Disto, Internationale Beperkte Garantie, Software Licentieovereenkomst 

Software Licentieovereenkomst 

212 

Dit instrument bevat software, die vooraf op het instrument is geïnstalleerd, of die 

is geleverd op een gegevensdrager of die online kan worden gedownload in overeenstemming 

met autorisatie vooraf door Leica Geosystems. Dergelijke software wordt 

beschermd onder auteurs en andere wetgeving en het gebruik wordt bepaald en 

geregeld in de Leica Geosystems Software licentie overeenkomst, welke aspecten 

dekt, zoals, maar niet uitsluitend, reikwijdte van de licentie, garantie, intellectuele 

eigendomsrechten, beperking van aansprakelijkheid, uitsluiting van andere garanties, 

bepalende wetgeving en plaats van rechtsbevoegdheid. Zorg er voor, dat u steeds 

voldoet aan de bepalingen en condities van de Leica Geosystems Software licentie 

overeenkomst. 

Dergelijke overeenkomsten worden samen met alle instrumenten geleverd en kunnen 

ook worden ingezien en gedownload van de Leica Geosystems home page op 

http://www.leica-geosystems.com/swlicense of opgevraagd via uw Leica Geosystems 

distributeur. 

U mag de software niet installeren tenzij u de bepalingen en condities van de Leica 

Geosystems Software licentie overeenkomst hebt gelezen en begrepen. Door het 

installeren of gebruiken van de software of een deel daarvan wordt u geacht alle 

bepalingen en condities van een dergelijk licentie overeenkomst te accepteren. Als u 

niet kunt instemmen met alle of enkele van de bepalingen van een dergelijk licentie 

overeenkomst, dan mag u de software niet downloaden, installeren of gebruiken en 

u moet alle software samen met de bijbehorende documentatie en de factuur binnen

GNU GNU 

Algemene Publieke 

Licentie 

tien (10) dagen na aanschaf retourneren. De koopsom zal dan volledig worden 

vergoed. 

Delen van de 3D Disto software werd ontwikkeld onder GPL (GNU Algemene Publieke 

Licentie). De betreffende licenties kunnen worden gevonden op de 3D Disto documentatie 

CD in de map GPL licenses. Voor het verkrijgen van verdere informatie kunt 

u contactadressen vinden op www.leica-geosystems.com. 

3D Disto, Internationale Beperkte Garantie, Software Licentieovereenkomst 213

3D Disto, Index 

Index 

A 

Absolute hoogte ............................................... 116 

Accu 

Eerste keer gebruiken ............................... 57 

Opladen .................................................... 58 

Afkortingen ........................................................ 13 

Afstand ............................................................... 15 

Afstandbediening ............................ 26, 34, 56, 166 

Afstandmeting .................................................... 56 

Afstellen 

Elektronisch ................................................. 170 

Kruisdraadcorrectie ...................................... 172 

V-Index Fout ................................................ 175 

Aftrekken 

Na metingen ................................................ 100 

Tijdens metingen ......................................... 101 

Applicatie 

Applicatieprogramma's ................................... 39 

Demo modus ................................................. 40 

Licenties en activatie ..................................... 41 

214 

Assistent .............................................................68 

Automatische scans ..........................................150 

B 

Bedieningseenheid ..............................................28 

Componenten ................................................33 

Data export ....................................................78 

Data import ....................................................75 

Gebruikersinvoer ............................................46 

Voeding ..........................................................36 

Beperkingen in het gebruik ................................188 

Bestanden .....................................................72, 75 

Bestanden exporteren .........................................81 

C 

Calculator ............................................................82 

Cirkelfunctie ......................................................135 

Comfortabel Oploden ........................................110 

Comfortabel Richten .........................................112 

Comfortabel waterpassen .................................114 

Componenten 

3D Disto .........................................................29

Bedieningseenheid ......................................... 33 

RM100 Afstandbediening ............................... 34 

Configuratie ........................................................ 66 

Controleren & Justeren ..................................... 170 

Coördinaten ........................................................ 22 

D 

Data CD .............................................................. 27 

Datum .......................................................... 60, 68 

Decimaalteken .................................................... 60 

Demo modus ...................................................... 40 

Diefstalpreventie .............................................. 179 

Documentatie ..................................................... 10 

Gebruiksaanwijzing ........................................ 10 

Doosniveau ......................................................... 29 

Draagriem ........................................................... 33 

Dradenkruizen .................................................... 86 

Druk op of om in of uit te zoomen. ............... 49, 88 

DXF ..................................................................... 24 

E 

Eenheden ..................................................... 60, 68 

Elektromagnetische compatibiliteit .................... 197 

Elektronisch justeren ......................................... 170 

Exporteren .................................................... 69, 78 

Extern geheugen ...........................................77, 79 

F 

Fabrieksinstellingen ...........................................178 

FCC verklaring ....................................................200 

Foto overzicht .............................................74, 126 

Foto's .................................................................70 

Foutmeldingen ..................................................167 

G 

Garantie ............................................................211 

Gebruik van deze handleiding ................................9 

Gebruikersinterface .............................................46 

Gebruiksdoel .....................................................186 

Gebruiksrisico's .................................................190 

Gegevensuitwisseling ....................................66, 75 

Gewicht .............................................................209 

Gezekerde punten .................................21, 73, 121 

Gezichtsveld ......................................................207 

H 

Handelsmerken .....................................................3 

Handleiding 

Gebruik van ......................................................9 

Geldigheid van deze handleiding .......................9 

3D Disto, Index 215


Omschrijving van handleidingen ..................... 10 

Helderheid .......................................................... 88 

Hellingen .................................................... 91, 128 

Herhalen ............................................................. 51 

Hoek 

Horizontaal .................................................... 13 

Verticaal ........................................................ 14 

Horizon ......................................................... 16, 89 

Horizontale afstand ............................................ 15 

Horizontale hoek ................................................ 13 

Horizontale oppervlakte ...................... 16, 103, 104 

Horizontale volumes ......................................... 104 

I 

Importeren ................................................... 69, 75 

Inclinatiemeter .................................................... 19 

Infrarood (IR) interface ....................................... 29 

Inhoud transportkoffer ....................................... 27 

Instellingen ................................................. 68, 178 

Interface ....................................................... 29, 46 

K 

Kabel ................................................ 27, 30, 35, 36 

Kalibratie .................................... 24, 172, 174, 176 

Kiep-as ............................................................... 13 

216 

Kruisdraden .........................................................20 

L 

Labeling 

3D Disto .......................................................202 

Bedieningseenheid .......................................203 

RM100 Afstandbediening .............................203 

Laser 

Classificatie ..................................................195 

Laserafstandmeter ........................................24, 29 

LED ...............................................................30, 34 

Licentiecode ..................................................39, 67 

Lijntekening ........................................................98 

Liniaal voor excentrische punten .........................25 

Locatie ..............................................................107 

Loodlijnlengte .....................................................15 

M 

Map ............................................................71, 124 

Menu ............................................................48, 66 

Meting ......................................23, 50, 85, 91, 129 

O 

Omgevingsspecificaties .....................................209 

Onbereikbaar Punt ........................................25, 88

Ongedaan maken ................................................ 51 

Oploden .............................................. 16, 108, 110 

Opnieuw starten ................................................. 39 

Oppervlakte ................................................ 16, 103 

Horizontaal .................................................. 104 

Schuin ......................................................... 106 

Opslag .............................................................. 183 

Opslagtemperatuur ........................................... 209 

Opstarten ........................................................... 57 

Opstellen ............................................................ 57 

Optellen 

Na metingen ................................................ 100 

Tijdens metingen ......................................... 101 

P 

Parallelle Lijn ..................................................... 119 

PC ...............................................41, 44, 61, 76, 78 

Pictogram ............................................... 52, 65, 72 

Pictogrammen ............................... 3, 52, 53, 54, 55 

Pop-up .......................................................... 39, 64 

Programma ......................................................... 39 

Projectie ............................................................. 24 

Projector ........................................... 107, 158, 159 

R 

Rechthoekfunctie ..............................................136 

Referentie-as ......................................................18 

Referentiehoogte ................................17, 115, 127 

Referentielijn ...............................................18, 119 

Referentiepunt ....................................................17 

Reinigen en drogen ...........................................184 

Reset ....................................................39, 69, 170 

Resultaatvenster ...........................................47, 53 

Resultaten ..........................................................47 

Richten ...........................................56, 85, 87, 111 

Richtmerken ..........................................21, 27, 121 

Rotatiecommando's ............................................89 

Ruimte Scannen ..................................54, 107, 127 

S 

Scannen ............................................................150 

Scans ................................................................150 

Schaal ...........................................................49, 52 

Scherm ................................................................47 

Schetsgebied .......................................................47 

Schuine oppervlakte ....................................16, 103 

Schuinstand ............................................19, 31, 59 

Selectie ...............................................................98 



Serienummer ........................................................ 2 

Snapstraal .......................................................... 68 

Snelstartgids ....................................................... 10 

Software ............................................... 39, 67, 107 

Som .................................................................. 100 

Spanmaat ................................................... 15, 100 

Staande as .......................................................... 13 

Statiefklem ......................................................... 33 

Statusbalk ............................................... 47, 52, 65 

Stramien ..................................................... 24, 158 

T 

Taal .............................................................. 60, 68 

Technische gegevens ........................................ 206 

Technische termen .............................................. 13 

Tekening ............................................................. 98 

Temperatuur ..................................................... 209 

Instrument 

Werking .................................................. 209 

Tijd ............................................................... 60, 68 

Titelbalk .............................................................. 47 

Toetsen ................................................ 48, 71, 166 

Toolbox ....................................................... 55, 108 

Tools ................................................................ 107 

218 

U 

Uitlijnen ............................................................162 

Uitlijning 

....................................................................162 

Uitvouwen modus .............................................131 

USB Stick .................................................27, 77, 79 

USB verbinding ....................................................27 

V 

Veelhoek .......................................................51, 95 

Veiligheidshandleiding .........................................10 

Veiligheidsvoorschriften ....................................185 

Verantwoordelijkheden ......................................189 

Vergroting .....................................................52, 88 

Verplaatsen .......................................................123 

Verticale afstand .................................................15 

Vervoer .............................................................181 

Verzorging .........................................................181 

Vizierlijn ..............................................................13 

Voeding 

3D Disto .........................................................35 

Bedieningseenheid .........................................36 

RM100 Afstandbediening ...............................38 

Volume ..............................................................103

W 

Werkbalk ................................................. 47, 51, 87 

Werktemperatuur .............................................. 209 

WLAN ................................................................. 27 

Z 

Zelfstellen ..................................................... 31, 59 

Zoeker .............................................. 20, 47, 50, 87 


Total Quality Management: Our commitment to total customer satisfaction. 

Leica Geosystems AG, Heerbrugg, Zwitserland, is gecertificeerd 

als zijnde te beschikken over een kwaliteitssysteem, dat voldoet 

aan de internationale standaard voor kwaliteitsmanagement en 

kwaliteitssystemen (ISO standaard 9001) en 

Milieumanagementsystemen (ISO standaard 14001). 

Meer informatie over ons TQM programma is verkrijgbaar via uw plaatselijke Leicaleverancier. 

Patenten: 

WO 9427164 

WO 0216964 

US 5949531 

WO 0244754 

EP 1195617 

WO 9818019 

Leica Geosystems AG 

Heinrich-Wild-Strasse 

CH-9435 Heerbrugg 

Zwitserland 

Telefoon +41 71 727 31 31 

www.leica-geosystems.com 

781129(CD)-2.0.0nl 

Vertaald uit het Engels 781129(CD)-2.0.0en 

© 2012 Leica Geosystems AG, Heerbrugg, Zwitserland

Leica 3D Disto Gebruiksaanwijzing - Leica Geosystems

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?