Tweede Mariniersbataljon - Mariniersmuseum
Tweede Mariniersbataljon - Mariniersmuseum
Tweede Mariniersbataljon - Mariniersmuseum
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Tweede</strong> <strong>Mariniersbataljon</strong><br />
Commandant: LTKOLMARNS J. de Wolf<br />
Opvolgend Commandant: MAJMARNS J. ten Hove (tot 31 maart 2011)<br />
Chef d’Equipage: AOOMARNALG P.A. Schoof<br />
Inleiding Commandant<br />
Het Korps Mariniers verandert niet met een nieuwe<br />
bataljonscommandant en dat is bij het <strong>Tweede</strong> <strong>Mariniersbataljon</strong><br />
ook niet het geval. Wel zijn we druk bezig<br />
om de geleerde lessen van Afghanistan in de praktijk te<br />
brengen en veel aandacht te besteden aan warfighting en<br />
amfibische operaties. Twee dingen waar we de laatste<br />
tijd iets minder tijd aan konden besteden. Daarnaast<br />
werd een flink stuk omgaan met hardship, een elementair<br />
onderdeel van marinier zijn, in de training ingevoerd<br />
en vervangt terrein A 1, 2, 3 de leslokalen. Een kleine<br />
verandering van mindset, waarvan ik verwacht dat ze met<br />
de certificering van de eenheden in de Antillen in juni<br />
dit jaar, zijn vruchten zal afwerpen.<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
68
Amfibische week Den Helder 23 e Infanteriecompagnie<br />
Door: MARN1ALG P. Bontrop<br />
Foto’s: Archief AVDD<br />
Van 22 t/m 25 november is de 23 e Infanteriecompagnie naar Den<br />
Helder geweest voor een amfibische week. Deze week bestond<br />
vooral uit het herhalen van de amfibische drills. Daarnaast was<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
69<br />
het een week van kennismaking met elkaar aangezien er de afgelopen<br />
tijd twee nieuwe lichtingen bij zijn gekomen.<br />
Op maandagochtend verzamelen we op de plaat en worden de<br />
koppen geteld waarna we richting Den Helder vertrekken. Als<br />
eerste staat er daar een waterhindernisbaan op het progamma in<br />
het zwembad ‘de Schots’. Deze wordt zowel individueel en als per<br />
geweergroep gedaan. Na de waterhindernisbaan kleden we ons<br />
direct om voor de ‘verplaatsing der verplaatsingen’ oftewel een<br />
compagnies speedmars. Buiten eet iedereen snel wat, hangen we<br />
de uitrusting en het wapen om en vertrekken we met zijn allen<br />
richting Hr. Ms. Rotterdam die aan de kade ligt in de Nieuwe<br />
Haven.<br />
Omdat er in 2011 in week 6 een amfibische week gepland staat<br />
en er ook nog een zeer mooie oefening op Aruba/Curaçao aan<br />
komt wordt er deze week vooral veel herhaald en voeren we een<br />
aantal droge landingen uit op de kade om zo het totaalplaatje<br />
weer eens door te nemen. Die droge voeten en pakken kunnen we<br />
waarschijnlijk gaan vergeten in week 6 waar we diverse amfibische<br />
oefeningen gaan uitvoeren in Den Helder en op Texel.<br />
Voorafgaand aan de amfibische week voerde de 23 e Infanteriecompagnie<br />
een enkele-man-week en een geweergroep-week uit,<br />
waarbij iedereen kon zien waar hij stond en zichzelf kon verbeteren.<br />
De te verdienden prijzen werden uitgedeeld en de eerste tien<br />
personen mochten één ochtend en middag mee met de NH-90<br />
om te fast ropen. Hier hebben we eerst ook les in gehad in de hangar<br />
van Hr.Ms. Rotterdam. Helaas voor deze mannen waren de<br />
rugzakken inclusief het personeel te zwaar, waardoor het geheel<br />
niet door kon gaan.<br />
De amfibische week is er niet alleen maar om alles op amfibisch<br />
gebied weer wat op te frissen, maar er wordt ook een mooie
circuittraining uitgezet door het hele schip. Om de vijf minuten<br />
start er een groep van vier personen om een rondgang door het<br />
schip te maken waarbij de groep allerlei situaties tegenkomt. Van<br />
een simpele “pang pang inshallah” (oftewel de vijand die zich in<br />
een hut in het schip bevindt), tot aan hele realistische gevechten<br />
waardoor iedereen scherp is. Na veel verschillende hectische<br />
situaties treffen we nog een gewonde aan waarbij er direct<br />
gereageerd en een casevac request opgesteld en doorgestuurd moet<br />
worden.<br />
Ook schieten we met het persoonlijke wapen en met de Glock.<br />
Omdat de laatste tijd het ‘EMP’en (enhanced markmanship program)<br />
in opkomst is worden hieraan nog diverse oefeningen besteedt.<br />
Na een zeer mooie en intensieve week sluiten we deze op de donderdagavond<br />
af met een borrel in de hangar van het schip. Deze<br />
is speciaal hiervoor omgebouwd en ingericht.<br />
Tijdens de borrel wordt er afscheid genomen van sergeant De<br />
Ruiter en worden de nieuwe mensen voorgesteld aan de ‘club’.<br />
Op de vrijdagochtend wordt het schip weer in de staat gebracht<br />
zoals we hem aantroffen en vertrekken we naar het Marinemuseum<br />
in Den Helder waar een rondleiding op het progamma staat.<br />
Na deze rondleiding vertrekken we weer naar Doorn waarna er<br />
van het weekend genoten kan worden. Al met al een mooie en<br />
leerzame week. Op naar de volgende oefeningen!.<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
70<br />
Tekst: KAPTMARNS G.J. van den Dam en W.A. Overvelde<br />
Foto’s: KAPTMARNS W.A. Overvelde<br />
Het is februari 2011. De Zurich groep heeft de voor-<br />
gaande twee maanden ernstige tegenslagen te<br />
verwerken gekregen in Noord-Nederland en lijkt<br />
uitgeschakeld te zijn. Niets is echter minder waar.<br />
Een ernstig ongeluk op de Afsluitdijk waarbij een<br />
grote lading illegaal wapentuig is gevonden, heeft<br />
de Nederlandse regering doen inzien dat de Zurich<br />
groep nog steeds actief is. Diverse onbevestigde<br />
bronnen onthullen dat het restant van de Zurich<br />
groep gevlucht is uit angst voor een laatste genade-<br />
klap door Nederlandse mariniers. Diepgaand onder-<br />
zoek toont aan dat het overgebleven deel van deze<br />
groep blijkt ondergedoken in Zuidoost Duitsland en<br />
probeert vanuit hier haar activiteiten nieuw leven<br />
in te blazen. Er worden plannen gesmeed om de gij-<br />
zelingen en berovingen te hervatten, maar hiervoor<br />
is getraind personeel nodig. Het onherbergzame<br />
gebied richting de Tsjechische grens is hiervoor bij<br />
uitstek geschikt en de Zurich groep verwacht dan<br />
ook geen pottenkijkers…
Schiettraining<br />
In een notendop samengevat is dit het scenario voor de schiettraining<br />
van het <strong>Tweede</strong> <strong>Mariniersbataljon</strong> te Grafenwöhr,<br />
Duitsland. Er is bewust gekozen voor een voortzetting van het<br />
trainingsscenario zoals dat is gevolgd tijdens de amfibische<br />
weken aan boord van Hr. Ms. Johan de Witt, vanwege de raakvlakken<br />
met toekomstige operaties. Ondanks dat het bataljon hier<br />
niet voor de eerste maal te gast is, gaat aan een dergelijke periode<br />
altijd een grondige voorbereiding vooraf. In drie afzonderlijke<br />
weken worden alle infanteriecompagnieën door een intensief<br />
schietprogramma geloodst. Rondrijdend door Grafenwöhr Training<br />
Area vraagt men zich iedere keer af hoe het mogelijk is dat het<br />
grootste Amerikaanse oefenterrein buiten de Verenigde Staten<br />
zich uitgerekend in Duitsland bevindt. Daarom voor de liefhebber<br />
een klein stukje historie over dit gebied.<br />
Geschiedenis Grafenwöhr<br />
Grafenwöhr betekent letterlijk: “het eiland van de Graaf”. Dit<br />
omdat het gebied zelf zeer moerassig was, terwijl het dorp als het<br />
ware op een hoger gelegen eiland lag.<br />
In 1907 besloot Prins Leupold, regent van het toenmalige Koninkrijk<br />
Beieren, dat dit gebied zeer geschikt was als oefengebied<br />
voor het Beierse leger. De inrichting van dit oefengebied begon<br />
Grafenwöhr 2011<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
71<br />
in 1908 en op 30 juni 1910 werd de eerste granaat afgevuurd. Grafenwöhr<br />
Training Area was een feit.<br />
Gedurende de gehele Eerste Wereldoorlog, tussen 1914 en 1918,<br />
werd het gebied door Duitsland gebruikt om eenheden voor te<br />
bereiden op deelname aan de gevechten. In 1936 werd GTA uitgebreid<br />
tot haar huidige grootte van ruim 230 km2. Gedurende<br />
de <strong>Tweede</strong> Wereldoorlog was Grafenwöhr diverse malen doelwit<br />
van geallieerde bombardementen en op 20 april 1945 droeg de<br />
laatste Duitse commandant het gebied over aan de Amerikaanse<br />
troepen.<br />
Na de <strong>Tweede</strong> Wereldoorlog groeide Grafenwöhr uit tot het<br />
belangrijkste trainingsgebied voor Amerikaanse troepen buiten<br />
de Verenigde Staten en zelfs de King of Rock ’n Roll, Elvis<br />
Presley, heeft er gedurende zijn dienstplicht deelgenomen aan<br />
trainingen. Ten tijde van de Koude Oorlog bleek Grafenwöhr een<br />
belangrijke strategische positie ten opzichte van het Warschaupact<br />
en werden de trainingsfaciliteiten opengesteld voor alle<br />
Westerse bondgenoten. Tegenwoordig is Grafenwöhr Training<br />
Area het hoofdkwartier voor het 7 th Army Joint Multinational Training<br />
Command (JMTC). Het 7 e legerkorps bezet overigens bijna alle<br />
Amerikaanse trainingsgebieden in Duitsland, met Grafenwöhr<br />
als grootste faciliteit.<br />
Operationele aanpassing Diemaco<br />
Voor het overgrote deel van het personeel is de schiettraining in<br />
Grafenwöhr de eerste keer dat zij mogen schieten met de recent<br />
ingevoerde Colt OAD, voorzien van Aimpoint kijker, rail-interface<br />
systeem en handgreep met geïntegreerde tweepoot. Hiervoor is<br />
de eerste dag van het schietprogramma ingeruimd. Vooral het<br />
leren schieten met beide ogen open is voor menigeen een handeling<br />
die niet vanzelf gaat, maar waarbij men er snel achter komt<br />
dat het niet zo moeilijk is als het lijkt. De aanwezige, op de OAD
omgeschoolde instructeurs voorzien de schutters van allerhande<br />
tips over het plaatsen van de Aimpoint, het nieuwe snelrichtmiddel,<br />
en het handvat zodat een optimale schiethouding aangenomen<br />
kan worden.<br />
Kritische noot bij het OAD schieten bleek de informatieverspreiding<br />
omtrent de invoeringen en het justeren van de Aimpoint.<br />
Ten eerste was niet het gehele pakket uitgeleverd, waardoor<br />
er toch verschillend werd opgetreden. Ten tweede waren de<br />
gebruikte schiettabellen onbruikbaar en niet doordacht, hier is<br />
door de betreffende eenheden een rapportage over gemaakt. Ten<br />
derde bleek het nog niet duidelijk hoe en met welke justeerschijf<br />
er gewerkt diende te worden, want zelfs tijdens de schiettraining<br />
kwamen er weer nieuwe varianten. Tot slot onbrak er nog wat<br />
specifiek gereedschap, waardoor sommige vergroters tijdens<br />
de live runs van de wapens vielen. Al met al verdient de huidige<br />
wijze van invoering en de omscholing meer aandacht, inclusief<br />
het aanleveren van alle juiste documentatie.<br />
Schiettraining<br />
De opbouw van het schietprogramma was progressief. Vanaf de<br />
check zero werd opgewerkt naar een pelotonsrun met een enabler.<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
72<br />
Er werd begonnen met fire en manoeuver fire teams, naar geweergroep,<br />
sectie run platoon effort en de pelotonsrun. De opbouw is<br />
als positief ervaren, echter zouden twee extra dagen de eenheden<br />
met een beter gevoel terug laten keren. Met deze snelle opbouw,<br />
ingegeven door beschikbaarheid van banen en beperkingen in<br />
MOD’s, is er weinig tot geen gelegenheid om Lessons Identified om<br />
te zetten in Lessons Learned, of zaken te bestendigen. Hier wordt de<br />
komende periode in Doorn aandacht aan geschonken.<br />
Tijdens deze schiettraining werden we tevens voor het eerst geconfronteerd<br />
met een beperkte munitietoewijzing. Opleidingen<br />
zoals 60mm en .50 worden nu binnen de eigen eenheid gegeven,<br />
ook in Grafenwöhr zijn weer mensen opgeleid. De beschikbare<br />
munitie geeft daarom wel frictie tussen trainen en opleiden.<br />
Verder heeft het beperkt beschikbaar hebben van bijvoorbeeld<br />
.50 munitie wel degelijk invloed op de schutterskwaliteiten. Drilmatig<br />
optreden kan overall worden getraind, maar voor het snel<br />
aanvatten van doelen en de samenwerking tussen de teams is wel<br />
degelijk live fire noodzakelijk. Dit geldt ook voor het beoefenen<br />
van gunlines. Het drilmatig optreden is eenvoudig te beoefenen,<br />
maar het daadwerkelijk toepassen van de juiste rates of fire, in<br />
combinatie met het aanvatten van diverse doelen, een manoeu-
vre element en eventuele andere ondersteunende wapens dient<br />
ook met ‘scherp’ te geschieden.<br />
Combined arms<br />
De opbouw van de schiettraining is erop gericht om aan het eind<br />
van de week de pelotonscommandant een live run aan te bieden,<br />
waarbij hij een wapensysteem vanuit de 24 e Ondersteuningscompagnie<br />
aan zijn peloton toegevoegd krijgt. Zo hebben alle<br />
deelnemende pelotons, naast de binnen de compagnie aanwezige<br />
vuursteun, gebruik kunnen maken van een aantal enablers,<br />
waaronder 81mm met MFC’s, AT met .50 capaciteit en Assault Engineers<br />
voor het vernietigen van een mogelijke avenue of approach<br />
van de Zurich groep richting baan 301.<br />
Marksman training<br />
In de tweede week van de training in Grafenwöhr kwam er een<br />
sniperteam van de 11 e Infanteriecompagnie mee met de 22 e Infanteriecompagnie.<br />
Dit sniperteam was naar Grafenwöhr gekomen<br />
om hun data bij te werken en sommige wapens nog te justeren.<br />
Het team, bestaande uit drie man, wordt op zeer korte termijn<br />
toegevoegd aan het team dat aan boord van Hr. Ms. Tromp zal<br />
deelnemen aan de missie Atalanta.<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
73<br />
Aangezien er bij 22-Infcie geen marksman sectie aanwezig was<br />
kon de focus gelegd worden op het verzamelen van data en het<br />
trainen van dit sniperteam.<br />
Al snel bleek dat het verzamelen van data en het behouden van<br />
de kennis meer tijd en aandacht vereist. Om te beginnen werden<br />
de wapensystemen gejusteerd. Hierbij ging het om de Accuracy<br />
en de Barrett. De schutters hebben verschillende onderdelen<br />
ondergaan waaronder het afstandsbepaling, het maken van<br />
panoramaschetsen en het werken als observer. De schietdata werd
verzameld op vaste afstanden en daarna op de unknown distance<br />
shoots. Hier werd het belang van goede samenwerking tussen<br />
schutter en observer nog eens extra onderstreept.<br />
In de week die daarop volgde kwam de 23 e Infanteriecompagnie<br />
naar Grafenwöhr. Zij hebben twee marksmen binnen de gelederen,<br />
maar vanwege het ontbreken van een sectiecommandant<br />
bleek al snel dat er de laatste tijd weinig aandacht was besteed<br />
aan het trainen van de marksmen en het verzamelen van schietdata.<br />
Voor een marksman is het verzamelen van data iets wat<br />
moet blijven doorgaan, dus is hier gedurende de hele week ruim<br />
aandacht aan besteed. Dit uiteraard ook met het oog op een eventuele<br />
deelname aan de missie Atalanta.<br />
Omdat geen van beide schutters Barrett opgeleid was, werd er<br />
alleen met de Accuracy geschoten. Verder werden dezelfde aspecten<br />
als de week ervoor behandeld.<br />
Gedurende beide weken kwamen nog best wat eye-openers naar<br />
voren. Met name het optreden als observer bleek moeilijker dan<br />
gedacht. De weken zijn zeer waardevol gebleken, niet alleen voor<br />
de data die verzameld diende te worden, maar ook zeker voor de<br />
eigen skills en drills. Dat is waar we het voor doen; leren en beter<br />
worden, om zo goed voorbereid als mogelijk uitgezonden te kunnen<br />
worden. Waar ook ter wereld.<br />
Paraspringen<br />
GTA beschikt over een eigen dropzone, DZ Bunker genaamd en<br />
deze strekt zich uit over een lengte van ruim twee en een halve<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
74<br />
kilometer, bij meer dan een kilometer breed. Deze DZ wordt<br />
voornamelijk door Amerikaanse eenheden gebruikt voor het<br />
beoefenen van allerlei soorten droppings. Niet alleen grote aantallen<br />
personeel, maar ook uitrusting (voertuigen en zelfs tanks) en<br />
voorraden worden hier door middel van parachutes aan de grond<br />
gezet. Aangezien 23-Infcie in de laatste week zou deelnemen aan<br />
het schietprogramma, was er voldoende tijd om zowel deze DZ<br />
aan te vragen bij de Amerikaanse counterparts, als de Defensie<br />
Paraschool (DPS) te informeren en voor te bereiden op het faciliteren<br />
van enige springmomenten in week 11. Alle ingrediënten<br />
voor een geslaagde paratraining waren aanwezig en de DPS was<br />
zeer enthousiast over de mogelijkheden van deze DZ; tot het<br />
weer roet in het eten gooide en er van de geplande springmomenten<br />
er geen enkele door kon gaan.<br />
Ondanks het cancelen van de springmomenten, is de gehele voorbereiding<br />
hiernaartoe goed geweest en heeft het de DPS de gelegenheid<br />
gegeven deze DZ voor toekomstige para-ops op te nemen<br />
in haar bestand van bestaande en goedgekeurde springgebieden.<br />
Afsluiting<br />
Er kan worden teruggekeken op een geslaagde schiettraining<br />
voor het <strong>Tweede</strong> <strong>Mariniersbataljon</strong>. Zo was iedere compagnie<br />
het er na de week unaniem over eens dat één week eigenlijk te<br />
kort is voor de compagnie om een dergelijke schiettraining uit te<br />
voeren; een bewering die het streven naar meer schietmomenten<br />
alleen maar kan onderstrepen.<br />
De Zurich groep is verslagen, zoveel is zeker. Maar is het ook de<br />
laatste keer geweest voor het <strong>Tweede</strong> <strong>Mariniersbataljon</strong> dat zij<br />
zich bezig heeft gehouden met het bevechten van een insurgency<br />
of een aan piraterij gerelateerde groepering?
In een leslokaal train je geen mariniers<br />
Door: 3 pel 23-Infcie<br />
De 23 e Infanteriecompagnie bestaat<br />
grotendeels uit minder ervaren mariniers.<br />
De wat oudere mariniers met ervaring in<br />
Afghanistan worden schaarser. Mariniers<br />
met ervaring zitten inmiddels in de VVO,<br />
ETS/VTS of zelfs de uitstroompoule. Het<br />
vertrek van deze mariniers wordt als<br />
gemis ervaren, maar een nieuwe enthousiaste<br />
garde is inmiddels ingestroomd. Het<br />
grote aantal nieuwelingen betekent wel<br />
dat zaken als groepscohesie, communicatie<br />
en taakverdeling opnieuw aandacht<br />
moeten krijgen.<br />
Aangezien al voor de Kerst ruim aandacht<br />
is besteed aan de basic skills en drills, met<br />
meetmomenten op de Leusderheide,*<br />
ligt de focus sinds het winterverlof op geweergroeps-<br />
en pelotonsniveau. De eerste<br />
twee weken werd veel theorie behandeld,<br />
waarna in week 4 een volledig tactische<br />
oefening in Oirschot volgde. Dergelijke<br />
oefeningen in de core business van het<br />
infanteriewerk - met advance to contact,<br />
patrol harbours, ambushes en deliberate attacks<br />
- vinden helaas weinig plaats. Vaak is<br />
het de EVO of de Potom, waarin voor het<br />
laatst een volledige week tactisch werd gewerkt<br />
en deze operaties werden beoefend<br />
(afgezien van berg- en wintertrainingen).<br />
Ook voor de enkele oudere marinier met<br />
uitzendervaring, was het maanden (zo<br />
niet jaren) geleden dat deze basiselementen<br />
aan bod waren geweest. Vaak zitten<br />
er in oefeningen of schiettrainingen wel<br />
onderdelen uit dit proces, maar vanuit<br />
een PH het gehele battle rhythm doorlopen<br />
met gedegen voorbereidingen, uitgebreide<br />
orders, rehearsals, uitvoering van de actie<br />
en gedetailleerde debriefs is meer uitzondering<br />
dan regel.<br />
Eindelijk aan het werk in het bos<br />
Door: mariniers 3pel<br />
In week 4 zijn we met het 23e een week in<br />
Oirschot geweest voor een groene week. In<br />
deze week kwamen de basic skills en drills<br />
ruim aan bod, wat interessant was om te<br />
oefenen maar ook bitterhard nodig. Voor<br />
sommigen van ons was het lang geleden;<br />
zo’n groene week in het bos. Maandag<br />
begonnen we met een tactische in-mars<br />
(yomp-in) waarbij 1pel en 3pel allebei hun<br />
eigen weg gingen. Vanaf een FUP gingen<br />
we advance to contact waarbij het Vuursteunpeloton<br />
de oefenvijand was. Toen<br />
we contact kregen trokken we met een<br />
manoeuvre en Vuursteunelement over de<br />
vijand heen. Na het gebied te hebben gezuiverd<br />
betrokken we een PH, van waaruit<br />
we na last light verkenningen uitvoerden<br />
op 1pel. Aangezien er in november veel<br />
nieuwe mensen bij zijn gekomen en<br />
ook een gedeelte is weggegaan, hadden<br />
wij met deze ‘club’ nog nooit zo’n grote<br />
aanval uitgevoerd. Dat wij nog niet zo veel<br />
met elkaar hebben samengewerkt was<br />
goed te merken; er waren nog veel verbeterpunten.<br />
Naarmate de week vorderde<br />
kon je goed zien dat de samenwerking beter<br />
ging en dat je iedereen beter leerde<br />
kennen. Niet zo verwonderlijk, want je zit<br />
toch 24 uur per dag bij elkaar.<br />
Overdag draaiden we routine, bereidden<br />
acties voor en maakten maquettes.<br />
Dinsdagnacht hebben we een prikactie<br />
gedaan op 1pel. Woensdagmorgen pakten<br />
wij onze spullen en verplaatsten wij naar<br />
een andere locatie waar wij opnieuw een<br />
PH betrokken. Vanuit deze PH hebben we<br />
een verkenning voor een ambush uitge-<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
75<br />
Dit - en wellicht een kleine hint van de<br />
commandant - was dan ook aanleiding<br />
voor de 23 e Infanteriecompagnie om een<br />
week volledig ‘groen’ te gaan. Na een dag<br />
gewenning (blijkbaar moet iedereen weer<br />
even wennen om uit een rugzak te leven),<br />
werd snel merkbaar dat de eenheden<br />
beter, soepeler en effectiever begonnen<br />
te werken. De eerder genoemde groepscohesie,<br />
communicatie en taakverdeling<br />
binnen de pelotons verbeterden zichtbaar,<br />
wat een dergelijke week naar mijn idee<br />
nuttiger maakt dan drie weken trainingsprogramma’s<br />
doorlopen in Doorn. Het<br />
valt dan ook aan te raden vaker een volledige<br />
week op tactische oefening te gaan<br />
(uit te breiden met bijvoorbeeld roadblocks,<br />
sociale patrouilles, basic search, vuuraanvragen,<br />
etcetera), ook al moeten we daarvoor<br />
werken met verschoven werktijden<br />
bij gebrek aan MOD’s.<br />
voerd. Donderdag kregen wij versterking<br />
van het Vuursteunpeloton om ‘s nachts de<br />
ambush te leggen. Na last light werden we<br />
aangevallen door 1pel, die zonder problemen<br />
werd afgeslagen. Daarna trokken we<br />
naar ons ERV, om van daaruit een hasty habour<br />
te betrekken. Rond 01.30 uur gingen<br />
we via verschillende RV’s op weg naar het<br />
FUP. Vanaf het FUP hebben we de ambush<br />
gelegd en later ook gesprongen. Tijdens de<br />
ambush kregen we contact rear waar goed<br />
op werd gereageerd. De ambush verliep op<br />
zich goed, maar de reorganisatie kan nog<br />
een stuk sneller verlopen, zodat we sneller<br />
van de ambush locatie weg zijn. Vanaf het<br />
FUP trokken we terug naar de crusaderdump,<br />
waar we een de-briefing kregen. De<br />
volgende morgen werden we bij het pickup-point<br />
opgehaald door de bussen.<br />
Deze week is voor iedereen leerzaam geweest,<br />
juist doordat je de basic drills goed<br />
oefent en ‘s nacht aan het werk gaat. Geef<br />
ons maar dit soort weken; goed voor de<br />
samenwerking, prima voor het onderhouden<br />
van de gevechtsdrills en daarnaast<br />
gewoon leuk om te doen.<br />
* Nogmaals een felicitatie voor marinier Havenaar die<br />
als best man 23-Infcie uit de bus kwam en de derde<br />
geweergroep van het derde peloton, bestaande uit:<br />
korporaal De Winter en de mariniers Kruijer, Braamhaar,<br />
Houtman, Schenkeveld, Diederen, als beste<br />
geweergroep van de compagnie.
Amfibisch Gevechtssteunbataljon<br />
Commandant: LNTKOLMARNS R.L. Poetiray<br />
Chef d’Equipage: AOOMARNALG R.O. van Leeuwen<br />
Foto: Archief AVDD<br />
Inleiding commandant<br />
Wat gaat er met het bataljon gebeuren? Wordt het ontbonden en<br />
gaan we door in de respectievelijke specialismen? Gaan we nog<br />
naar Buitenveld? Wat gaat de ombuigingsoperatie ons brengen?<br />
Er is immers veel gezegd en geschreven over onder andere de<br />
gevechtssteun in het algemeen! Wat gaat er met SOF gebeuren?<br />
En zo kan ik nog wel meer vragen verzinnen die dit bataljon<br />
direct aangaan en die ons allemaal bezig houden. Kortom, een<br />
hele hoop vragen die na 8 april a.s. wellicht beantwoord zijn. Met<br />
andere woorden, tegen de tijd dat u mijn inleiding leest, heeft u<br />
de antwoorden op de vragen. Ik hoop van harte dat de ‘pijn’ voor<br />
ons meevalt en dat op basis van de uitkomst van de bezuinigingsoperatie<br />
de toekomst van onze respectievelijke specialismen ook<br />
duidelijk mag zijn. Die hoop spreek ik uiteraard ook uit voor de<br />
hele marine in het algemeen en ons Korps in het bijzonder.<br />
Maar goed, intussen doen wij wat van ons gevraagd wordt. Wij<br />
blijven doorgaan met de activiteiten van het Operationeel Jaarplan<br />
(OJP). Zo hebben we weer een club van de MSO actief gezien<br />
tijdens Flintlock en is een ander deel bezig met Alpine Sprint. De<br />
mannen van Flintlock hebben eerst in Tsjaad en daarna in Senegal<br />
een eenheid van Tsjaad getraind en verder bijgestaan tijdens<br />
deze oefening. U leest daar een uitgebreid verslag van. Gunnery<br />
Sergeant Cory Paskvan, werkzaam bij de MSO, is even terugge-<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
76<br />
weest naar de States voor een stukje carrièreopleiding. Hij doet<br />
daar verslag van om u uit te leggen hoe hun systeem in elkaar<br />
steekt. Wij zijn overigens ook trots op het feit dat hij daar toch<br />
maar eventjes Honor Graduate wordt en daarvoor een mooi sabel<br />
in ontvangst mocht nemen. Wij hebben dus niet zomaar militairen<br />
van het USMC onder ons! De 2 e Btcie is onder leiding van<br />
majmarns Peter de Vreng bezig aan een West-deployment aan<br />
boord van Hr. Ms. Rotterdam. Zij voeren daar een Amphibious<br />
Forward Operating Base (AFOB)-concept uit, dat voor de kust van<br />
Somalië beproefd is tijdens de antipiraterij operaties aldaar. Dit<br />
keer niet tegen piraten, maar tegen drugskoeriers. Het concept<br />
werkt! De 1 e Btcie staat in de startblokken om met Hr. Ms.<br />
Johan de Witt het stokje over te nemen. Helaas heeft de LPD wat<br />
problemen en is er wat vertraging opgetreden. De MJEB is weer<br />
druk bezig om de FST’s op peil te krijgen en te houden, want<br />
er zullen twee FST’s worden gekoppeld aan de politiemissie te<br />
Afghanistan van volgend jaar. Dit doen zij onder de bezielende<br />
leiding van kaptmarns Frans Speijer, omdat de commandant<br />
MJEB, majmarns Geoffrey van Rellum, bezig is aan een individuele<br />
uitzending in Afghanistan. En de staf? Die is gewoon keihard<br />
aan het werk om alle randvoorwaarden in te vullen voor de subeenheden.<br />
Gewoon? Nee, dit doen zij met volle overgave en vele<br />
overuurtjes. Ook dat mag eens gezegd worden.
Marine Joint Effect Battery<br />
Door: KAPTMARNS S.M. Mastenbroek<br />
Foto’s: Archief AVDD<br />
Nadat het laatste Fire Support Team in juli<br />
2010 is teruggekeerd uit Uruzgan heeft de<br />
MJEB zijn normale routine weer opgepakt.<br />
Dit houdt in dat er natuurlijk veel wordt<br />
getraind en geoefend met de Fire Support<br />
Teams en de Gungroup. Dit gebeurt<br />
zelfstandig, een enkel team neemt deel aan<br />
een oefening, maar ook collectief; de MJEB<br />
voert een Joint Fires Exercise uit waarbij<br />
grondgebonden en luchtsteun live worden<br />
geïntegreerd. Ook dit jaar staan er voor de<br />
MJEB in het algemeen en voor de FST’s in<br />
het bijzonder enkele interessante oefeningen<br />
op het programma.<br />
Een blik op het oefenschema voor het<br />
zomerverlof laat zien dat FST’s deelnemen<br />
aan de Joint Arctic Training 2011 van<br />
1-Marnsbat, Oefening Distant Thunder in<br />
Alaska (Close Air Support oefening voor de<br />
Forward Air Controllers), Joint Warrior (Naval<br />
Gunfire Support (NGS) in Schotland), Purple<br />
Windmill (Joint CAS oefening in de Marnewaard),<br />
Cougar (Amfibische Oefening onder<br />
auspiciën van 3 Cdo Bde Royal Marines in de<br />
Middellandse Zee) en een Joint Fire Exercise<br />
op Salisbury Plain.<br />
Al met al genoeg oefen- en trainingsmogelijkheden<br />
voor de MJEB. Bovenstaande oefeningen<br />
laten zien dat Joint Fires meer dan<br />
in het verleden de aandacht hebben tijdens<br />
oefeningen. Dit is een logisch gevolg van de<br />
recente inzet in Afghanistan. Het gebruik<br />
van vuursteun en dan vooral luchtsteun<br />
of Close Air Support kwam daar immers<br />
veelvuldig voor en zal ook in toekomstige<br />
conflicten aan de orde zijn. Het trainen van<br />
Joint Fires ter ondersteuning van grondeenheden<br />
is dus relevant en daarom dient<br />
de integratie met manoeuvre eenheden<br />
regelmatig getraind te worden. Als de huidige<br />
jaarplanning in beschouwing wordt<br />
genomen kan worden geconcludeerd dat<br />
deze doelstelling zeker zal worden behaald.<br />
Ondertussen staan ook de technische<br />
ontwikkelingen niet stil en krijgen de FST’s<br />
de beschikking over meer middelen om te<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
77<br />
trainen en Joint Fires tijdens oefeningen<br />
ernstinzet aan te sturen. In de artikelen van<br />
kaptmarns IJsseldijk en elntmarns de Beer<br />
kunt u lezen over twee van deze middelen:<br />
de mobiele FAC simulator (MOB Facsim) en<br />
de beproeving van de Voorwaartse Waarnemers<br />
Apparatuur (VWA). Daarnaast loopt<br />
binnen defensie een project om de huidige<br />
waarnemersimulator te vervangen door<br />
een simulator die het mogelijk maakt om<br />
alle aspecten van Joint Fires te trainen in<br />
een gesimuleerde omgeving. Ook aan dit<br />
project levert personeel van de MJEB een<br />
bijdrage in de vorm van kennis, expertise en<br />
sturing.
Het geïntegreerd optreden met manoeuvre-eenheden<br />
is een belangrijk onderdeel<br />
van het oefenschema van de MJEB. Om<br />
dergelijk optreden goed tot zijn recht te<br />
laten komen is kennis en bewustwording<br />
van Joint Fires voor beide partijen (FST’s en<br />
grondcommandanten) noodzakelijk. De<br />
ervaring in Afghanistan leert dat onder<br />
`de grondcommandant` niet alleen de<br />
compagnies- of pelotonscommandant<br />
wordt verstaan, maar ook de geweergroepscommandant.<br />
Om er voor te<br />
zorgen dat kennis van Joint Fires ook bij<br />
de grondcommandant landt wordt er<br />
binnen de MJEB momenteel gewerkt aan<br />
een handboek Joint Fires voor grondcommandanten.<br />
Hierin worden de belangrijkste<br />
elementen van Joint Fires uitgelicht<br />
en toegespitst op het werkterrein van de<br />
grondcommandant. U kunt het zien als<br />
een naslagwerk voor het werken met Joint<br />
Fires waarin de verantwoordelijkheden en<br />
taken van een FST en Mortar Fire Control<br />
Team worden beschreven en toegelicht.<br />
Daarnaast worden de verantwoordelijkheden<br />
van de grondcommandant bij planning<br />
en uitvoering van Joint Fires behandeld.<br />
Andere onderwerpen die direct betrekking<br />
hebben op Joint Fires passeren ook de<br />
revue. Het gaat hierbij om grond, lucht en<br />
scheepsgebonden vuursteun middelen en<br />
hun capaciteiten, Battlespace Management<br />
en Combat Identification. De verwachting is<br />
dat de komende maanden de laatste hand<br />
aan het handboek kan worden gelegd en<br />
dat het daarna gedistribueerd kan worden<br />
onder de infanterie-eenheden van het MTC.<br />
De MJEB wordt regelmatig benaderd met<br />
vragen over het geven van lessen gelegenheidswaarneming<br />
en Close Combat<br />
Attack (CCA). Gezien de beperkte capaciteit<br />
in de waarnemersimulator in Doorn en<br />
de nieuwe mobiele FAC simulator en het<br />
oefenschema is het noodzakelijk om deze<br />
verzoeken tijdig te doen. De lessen worden<br />
gegeven in combinatie met een algemene<br />
les Joint Fires en beslaat enkele dagdelen.<br />
Voor exacte details en verdere afspraken<br />
kunt u contact opnemen met de staf van<br />
de MJEB.<br />
Ten slotte kunt u ook nog het artikel van<br />
kaptmarns IJsseldijk lezen over de opleiding<br />
tot waarnemer indirecte vuursteun. Dit<br />
artikel geeft een goed beeld over de opzet<br />
en intensiteit van de opleiding. De planning<br />
is om dit jaar wederom een opleiding waarnemer<br />
indirect vuursteun te verzorgen.<br />
Nadere details hierover zullen nog volgen<br />
via bekendmakingen.<br />
Dit artikel heeft, in navolging op de vele artikelen over Joint Fires die<br />
onder andere kaptmarns Mastenbroek en kaptmarns Dwarshuis eerder<br />
voor de QPO schreven, tot doel de lezer nader te informeren over Joint<br />
Fires en hem te enthousiasmeren voor dit specialisme. Dit wordt ge-<br />
daan aan de hand van een opleidingsverslag van de opleiding waarne-<br />
mer indirecte vuursteun. Deze heeft plaatsgevonden van 27 september<br />
tot en met 5 november 2010.<br />
Door: KAPTMARNS IJsseldijk<br />
Foto: Cees Baardman<br />
Allereerst wordt in dit artikel de doelstelling<br />
van de opleiding beschreven. Vervolgens<br />
wordt ingegaan op de inhoud van<br />
de opleiding met enkele aanpassingen als<br />
gevolg van het huidige Joint Fires concept.<br />
Dan wordt het verloop van de opleiding<br />
beschreven waarna ik afsluit met de conclusie<br />
dat Joint Fires ‘hot’ zijn en dat met<br />
de opleiding waarnemer indirecte vuursteun<br />
op zak voor junior ranks een mooie<br />
toekomst in het verschiet ligt.<br />
De opleiding waarnemer indirecte<br />
vuursteun van het Korps Mariniers heeft<br />
tot doel om mariniers der eerste klasse<br />
en korporaals een basisopleiding op het<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
78<br />
gebied van Joint Fires te geven. Na deze<br />
basisopleiding kunnen zij functioneren<br />
als teamlid binnen een Fire Support Team<br />
(FST) bij de Marine Joint Effect Battery<br />
(MJEB), of als Mortar Fire Controller (MFC) bij<br />
de Mortierpelotons. De opleiding vormt<br />
slechts een basis en richt zich primair op<br />
de technische kant; de procedures van het<br />
waarnemen. In mindere mate wordt de<br />
tactische kant onderwezen. De leidraad<br />
voor de cursus is het Britse handboek Close<br />
Support Operational Deployment and Operating<br />
Procedures (Odops) Lessen worden gegeven<br />
aan de hand van Britse presentaties,<br />
zoals deze op de Royal School for Artillery in<br />
de UK gebruikt worden in gelijkwaardige<br />
opleidingen.<br />
Tot en met 2008 was de opleiding gericht<br />
op het als onderdeel van een buddyteam<br />
waarnemen van indirecte vuursteun. Het
Opleiding waarnemer indirecte vuursteun<br />
“Een Joint Fires specialisatie met grote<br />
verantwoordelijkheid op junior niveau.”<br />
Joint Fires concept en recente ervaring<br />
tijdens uitzendingen noodzaakten enkele<br />
wijzigingen in de opleiding. Ten eerste<br />
is de verantwoordelijkheid van de junior<br />
ranks die optreden als waarnemer enorm<br />
toegenomen. Zowel de MFC als de Forward<br />
Observer Assistent (FO ack in het FST; marinier<br />
1 e klasse) moet individueel, op een<br />
veilige en doelbewuste wijze vuur kunnen<br />
leiden. De gebruikelijke controle door een<br />
buddy kan tegenwoordig niet altijd plaatsvinden<br />
omdat binnen het buddyteam<br />
twee waarnemers mogelijk tegelijkertijd<br />
een ander vuursteunmiddel aansturen.<br />
Om te garanderen dat elke waarnemer<br />
hiertoe in staat is wordt elk onderwerp in<br />
de opleiding waarnemer indirecte vuursteun<br />
getoetst met zowel een individuele<br />
praktijk- en theorietest die een 70% cesuur<br />
hebben.<br />
Ten tweede vergt het geïntegreerd optreden<br />
van grondgebonden vuursteun en<br />
luchtsteun een gedegen besef van de drie<br />
dimensionale indeling van het gevechtsveld.<br />
Hiertoe wordt tijdens de opleiding les<br />
gegeven in 3D deconfliction zodat lucht- en<br />
grondgebonden vuursteun optimaal ingezet<br />
kunnen worden zonder elkaar tegen te<br />
werken. Daarnaast wordt aandacht besteed<br />
aan de Suppression and Mark missie waarbij<br />
de grondgebonden vuursteun rekening<br />
houdt met aanwezige air assets. Op dit type<br />
missie kom ik later terug.<br />
De opleidingsduur van zes weken is<br />
verdeeld in een periode van vijf weken te<br />
Doorn, waar in de waarnemerstrainer in<br />
blokken van elk een week de verschillende<br />
onderwerpen de revue passeren. Over het<br />
algemeen starten de dagen in de trainer<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
79<br />
met een theorieles, waarna het geleerde<br />
onmiddellijk in de praktijk gebracht<br />
wordt. De ervaring leert dat de beschikbare<br />
tijd minimaal is. Om cursisten extra<br />
gelegenheid tot trainen te geven worden<br />
zij in de gelegenheid gesteld dit ’s avonds<br />
te doen. De zesde week bestaat uit een<br />
Live Fire Exercise op Artillerie Schietkamp<br />
Oldebroek in ’t Harde.<br />
In de eerste week van de opleiding wordt<br />
twee dagen aandacht besteed aan the<br />
Fundamentals of Gunnery ofwel, de kennismaking<br />
met de basisprincipes van artillerie,<br />
mortieren en het waarnemerswerk.<br />
Diezelfde week wordt begonnen met de<br />
Basic Mission. Hierbij moeten de cursisten<br />
met de basisprocedure, door middel van<br />
indirect vuur, een doel uitschakelen. Als<br />
dat nog maar nauwelijks onder de knie
is, wordt al overgegaan op het volgende<br />
type missie, de Registration. De Registration<br />
missie dient ervoor om nauwkeurige<br />
data voor de stukken te genereren. Als dat<br />
gedaan is kan voor de duur van twee uur<br />
‘nauwkeurig’ vuur gegarandeerd worden.<br />
Week 1 wordt, evenals week 2, 3 en 4<br />
afgesloten met een pittig theorie-examen<br />
met open vragen in het Engels. Daarnaast<br />
doet elke cursist aan het eind van week 1<br />
een individueel examen in ofwel een Basic<br />
of een Registration mission. Na deze examens<br />
werden de cursisten pijnlijk met de<br />
neus op de feiten gedrukt voor wat betreft<br />
de zwaarte van de opleiding. Twee van de<br />
tien cursisten moesten een herexamen<br />
theorie doen en vijf cursisten een herexamen<br />
praktijk.<br />
In week 2 dendert de opleidingstrein<br />
verder en staan de Danger Close- en de verschillende<br />
Illumination missies op het programma.<br />
Tijdens de Danger Close procedure<br />
laat de waarnemer in kleine stappen<br />
het vuur steeds dichter bij eigen troepen<br />
vallen tot op de grens van het aanvaardbare<br />
risico. Dit brengt met zich mee dat<br />
de waarnemer dit risico moet kunnen<br />
berekenen en dat hij zijn commandant<br />
hierover moet kunnen informeren, zodat<br />
deze kan beslissen door te gaan met de<br />
missie of niet. Dit lastige rekenwerk en<br />
het adviseren van een commandant met<br />
een aanzienlijk hogere rang is voor veel<br />
cursisten een nieuwe discipline in het<br />
werk. Een enkeling moest hier dan ook<br />
even voor schakelen. Het aantal van zes<br />
herexamens voor dit onderwerp getuigt<br />
hiervan. Van de Illumination missies zijn<br />
twee varianten beoefend. Enerzijds is de<br />
tactische verlichting van het gevechtsveld<br />
geoefend en anderzijds is door middel van<br />
gecoördineerd Illuminating and High Explosive<br />
vuur geleerd hoe doelen bij duisternis<br />
aanvat kunnen worden.<br />
De derde opleidingsweek is hoofdzakelijk<br />
besteed aan de Smoke missie. Aangezien<br />
rook onderhevig is aan externe invloeden<br />
als weer en terrein en de tactisch te kiezen<br />
positie van een rookscherm kan variëren,<br />
zijn er voor elke rookmissie verschillende<br />
goede oplossingen. Aangezien wij mariniers<br />
vaak zwart/wit denken is het hebben<br />
van meerdere opties om eenzelfde doel te<br />
bereiken een lastig aan te leren procedure.<br />
Eén dag van week 3 is de opleiding naar<br />
de Leusderheide geweest om Observation<br />
Post procedures te beoefenen. Hier is<br />
geleerd dat je als waarnemer een OP<br />
moet selecteren op specifieke criteria. Je<br />
Een FO, Ack en Signaller aan het werk Left 50, 1 round fire for effect!<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
80<br />
moet bijvoorbeeld een goede command of<br />
the ground hebben zodat je diepte in het<br />
terrein ziet en goed in staat bent Fire Missions<br />
te doen.<br />
Week 4 stond in het teken van het huidige<br />
Joint Fires concept. Allereerst zijn de vier<br />
methoden van 3D deconfliction aangeleerd.<br />
Je kunt air assets en grondgebonden vuursteun<br />
van elkaar scheiden door: hoogte,<br />
breedte, afstand van de baan van een granaat<br />
en tijd. Deze vier scheidingsmethoden<br />
zijn daarna in de praktijk gebracht<br />
tijdens de Suppression and Mark missies.<br />
De Suppression and Mark missie kan op<br />
traditionele wijze gebruikt worden om air<br />
defense assets te onderdrukken, terwijl air<br />
assets een doel aanvatten. Daarnaast kan<br />
de Suppression and Mark missie gebruikt
worden om één doel, of twee nabij elkaar<br />
gelegen doelen tegelijkertijd te aanvatten<br />
met zowel air als indirecte vuursteun. Aan<br />
het eind van de week is naast de traditionele<br />
veldkijker en het prismakompas<br />
geleerd om Fire Missions te doen met<br />
behulp van de Vector laser afstandsmeter.<br />
Hiervoor wordt de zogenaamde Polar missie<br />
gebruikt.<br />
De laatste week in de waarnemerstrainer<br />
is gebruikt om diverse missies door elkaar<br />
te oefenen zodat de cursisten optimaal<br />
gereed waren voor de Live Fire examens<br />
in ’t Harde. Daarnaast is een dag op de<br />
Leusderheide besteed aan het doen van<br />
Fire Missions te voet, niet vanuit een<br />
vaste OP maar gedurende een advance to<br />
contact. Tijdens deze dag bleek dat het net<br />
even lastiger is om al rennend over de<br />
hei een missie te doen in plaats van uit<br />
een comfortabele stoel in de waarnemerstrainer.<br />
Ook is een intro gegeven in Joint<br />
Fire Planning. Nadat een demo gegeven is,<br />
werd klassikaal een compagniesaanval<br />
ondersteund met Joint Fires. Hierbij was<br />
de klas verantwoordelijk voor het plannen,<br />
coördineren en controleren van air,<br />
artillerie en mortieren op drie doelen<br />
die achtereenvolgend door een infanteriecompagnie<br />
aangevallen werden. De<br />
laatste week in de trainer werd afgesloten<br />
met een tweetal presentaties van recent<br />
uit Afghanistan teruggekeerde Joint Fires<br />
functionarissen. Een FST commandant en<br />
een MFC deelden hun ervaringen op open<br />
en interessante wijze met de cursisten.<br />
Uit deze presentaties bleek dat de OP basic<br />
120mm in support On target!<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
81<br />
een goede voorbereiding is op het werk en<br />
de verantwoordelijkheid die je als (jonge)<br />
functionaris binnen de vuursteun hebt in<br />
een uitzendgebied.<br />
De opleiding is afgesloten in ’t Harde.<br />
Dagelijks is een OP betrokken waar de<br />
examens plaatsvonden. Met drie stukken<br />
120mm van de MJEB in support heeft elke<br />
cursist een examen afgelegd van het type<br />
Basic Mission en -Danger Close mission.<br />
Daarnaast heeft iedereen een live Suppression<br />
and Mark als ook een Lineaire missie<br />
gedaan. Tijdens de live fire bleek dat ondanks<br />
de zeer gedetailleerde simulatie in<br />
de trainer, de werkelijkheid net anders is.<br />
Zo was het weer van grote invloed op het<br />
zicht en de baan van de granaat tijdens de<br />
fire missions. Daarnaast was het gezien de<br />
regen noodzaak om goed ‘gewaterprooft’<br />
te werk te gaan.<br />
Donderdag 4 november kon het certificaat<br />
waarnemer indirecte vuursteun aan zeven<br />
cursisten overhandigd worden. Zij zijn in<br />
staat gebleken om in krap zes weken tijd<br />
het gewenste basisniveau van een waarnemer<br />
bij het Korps Mariniers te bereiken.<br />
Over het algemeen is de opleiding door de<br />
cursisten ervaren als (mentaal)zwaar, zeer<br />
leerzaam maar bovenal leuk en interessant.<br />
De geslaagden zijn gereed om in de<br />
toekomst op uitzending te gaan om daar<br />
het geleerde in de praktijk te brengen.<br />
Dan zal blijken dat de opleiding niet voor<br />
niets een pittig karakter kent, en dat de<br />
verse waarnemers in hun junior ranks het<br />
vermogen hebben om het plan van hun<br />
commandant te ondersteunen met indirecte<br />
vuursteun of het plan te beïnvloeden<br />
teneinde Joint Fires optimaal tot hun<br />
recht te kunnen laten komen.
Praktijktest Voorwaartse Waarnemer<br />
Door: KAPTMARNS IJsseldijk macht is een programma van eisen (PVE) opgesteld waaraan de<br />
Inleiding<br />
Van 31 januari tot en met 11 februari 2011 hebben twee FST’s van<br />
de MJEB bij het OTC Vust deelgenomen aan de praktijktest van<br />
nieuwe Voorwaartse Waarnemer Apparatuur (VWA). De praktijktest<br />
maakte onderdeel uit van het project Vervangen Waarnemers<br />
Apparatuur. Dit project voorziet waarnemers binnen de<br />
gehele Nederlandse krijgsmacht van één nieuw systeem dat de<br />
huidige systemen vervangt. In dit artikel wordt beschreven hoe<br />
de praktijktest tot stand is gekomen, hoe deze is uitgevoerd en<br />
wat enkele bevindingen zijn. Het artikel sluit af met de conclusie<br />
dat na eventuele aanschaf van een nieuw systeem, de op dit moment<br />
in gebruik zijnde kijkers niet automatisch vervangen zijn.<br />
Aanloop<br />
In samenwerking met DMO, het Marinebedrijf, OTC Vust en<br />
diverse vuursteunfunctionarissen binnen de Nederlandse krijgs-<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
82<br />
nieuwe waarnemersapparatuur moet voldoen. Er zijn een aantal<br />
fabrikanten aangeschreven die op basis van dit PVE een offerte<br />
mochten maken voor eventuele levering aan de Nederlandse<br />
krijgsmacht. Diverse fabrikanten claimden apparatuur te kunnen<br />
leveren die voldeed aan de eisen in het PVE. Vijf van deze fabrikanten<br />
zijn uitgenodigd om hun kijkers gedurende twee weken<br />
in de praktijk te laten testen door waarnemers. De test diende<br />
ertoe om gedegen operationele gebruikerservaring te genereren<br />
die in het selectieproces voor de nieuwe kijker meegewogen kan<br />
worden in het maken van een keuze voor één specifiek model.<br />
Uitvoering<br />
De praktijktest is uitgevoerd door vijf testteams. Eén team was<br />
afkomstig van de Luchtmobiele brigade/ Korps Commandotroepen,<br />
één team van het OTC Vust, één van een Gemechaniseerde<br />
Brigade en twee van het Korps Mariniers. De test duurde twee weken.<br />
De eerste week werd door ieder testteam per dag één kijker
Apparatuur<br />
grondig getest. In de ochtend kreeg de fabrikant de mogelijkheid<br />
om het gebruik van hun kijker te instrueren aan het testteam<br />
waarna in de middag en nacht de kijker daadwerkelijk grondig<br />
gebruikt werd door het team. Aan de hand van een vragenlijst<br />
met 130 testvragen werden de kijkers getest op nauwkeurigheid,<br />
beeldkwaliteit, de laserrange finder, het digitale kompas, de GPS,<br />
gebruiksvriendelijkheid, snelheid, geluid, ergonomie en gewicht.<br />
In deze week werden de kijkers ook getoetst op de mogelijkheden<br />
die ze moesten hebben volgens het PVE en werden ze niet<br />
zo zeer vergeleken met de andere modellen. De vergelijkende<br />
tests vonden plaats in de tweede week. Drie stukken van de MJEB<br />
hebben de test tijdens de tweede week één dag ondersteund met<br />
live fire waarbij de testteams correcties op het vuur gaven met<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
83<br />
behulp van de te testen apparatuur. Vervolgens zijn nog twee<br />
dagen achter elkaar de vijf kijkers getest in een vergelijkende test<br />
waarbij alle kijkers op een rij opgesteld werden en vervolgens ieder<br />
testlid het resultaat van een bepaalde opdracht bij elke kijker<br />
kon bekijken om de verschillen te ervaren.<br />
Bevindingen<br />
De technische mogelijkheden van de op de markt beschikbare<br />
VWA’s zijn indrukwekkend. Elke kijker was voorzien van een dagzicht<br />
camera en een warmtebeeld camera met in de kijker geïntegreerd<br />
een laserrange finder, een digitaal kompas en een GPS. Over<br />
het algemeen was de apparatuur zwaar, rond de vier kilo maar<br />
daarmee nog steeds geschikt voor ‘opgelegd’ handheld gebruik.<br />
Absoluut positief aan de kijkers was het warmtebeeld, waarbij<br />
in situaties met verminderd zicht toch doelen waarneembaar<br />
waren en ’s nachts zelfs vuur geleid kon worden zonder gebruik<br />
te maken van lichtgranaten.<br />
Het grote nadeel aan alle kijkers is dat het camera’s zijn die<br />
op batterijen werken. Zonder batterij in de apparatuur is deze<br />
onbruikbaar en is het apparaat feitelijk slechts ballast. De maximale<br />
batterijduur was zo’n zes uur dus wanneer een apparaat<br />
gebruikt moet worden voor een 24 uurs operatie betekent dit al<br />
snel dat er vier batterijen meegenomen dienen te worden. Het<br />
beeld dat de dagcamera’s produceren is van redelijke kwaliteit,<br />
maar kan niet tippen aan het beeld dat je hebt met een optische<br />
kijker zoals de veldkijker of de Vector 21B.<br />
De combinatie van hoog batterijverbruik en matig beeld van de<br />
dagcamera maakt dat naast het VWA de klassieke veldkijker of de<br />
vector 21B in gebruik moet blijven. De VWA is dus geen vervanger<br />
van de huidige uitrusting maar ‘slechts’ een aanvulling hierop.
Het is net avond geworden als een patrouille zich te voet verplaatst door de ‘Greenzone’. Deze patrouille is zojuist uitgestegen<br />
uit een aantal Vikings en Bushmasters die een statische positie hebben ingenomen enkele honderden meters verderop. Aan de<br />
patrouille is uiteraard een Fire Support Team (FST) toegevoegd, aangezien met dit dreigingsniveau op pad gaan zonder vuursteun<br />
geen goed plan is. Plotseling klinkt een explosie en wordt de patrouille onder vuur genomen vanuit oostelijke richting, door een<br />
aantal insurgents met een pickup truck. Deze bevinden in de bosrand nabij een quala. Terwijl de geweerschutters het doel onderdrukken<br />
vraagt het FST Close Air Support (CAS) aan en geeft de FST commandant zijn Forward Air Controller (FAC) en zijn Forward<br />
Observer (FO) een quick battle order. Terwijl de FAC en zijn Laseroperator in positie komen, melden zich 2 A-10 Thunderbolt<br />
gevechtsvliegtuigen via de radio om luchtsteun te verlenen. De Laseroperator bepaalt het grid van de vijandslocatie en de FAC<br />
geeft de A-10’s het aanvalsplan voor het uitschakelen van de doelen. Na clearance van de FAC schakelen de A-10’s met behulp van<br />
hun 30mm kanonnen de vijand binnen enkele ogenblikken uit. Men speurt het terrein af naar eventuele ‘overgebleven’ vijand. Dan<br />
wordt het plotseling licht en wordt er ‘debrief!’ geroepen…<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
84<br />
De Mobiele FAC Simulator<br />
Een nieuwe<br />
dimensie in training<br />
Door: ELNTMARNS M.D. de Beer, Forward Air Controller, MJEB<br />
Foto’s: MJEB<br />
Hoe dit kan? Dit scenario speelt zich namelijk niet af in Afghanistan<br />
maar in de nieuwe mobiele FAC simulator in gebouw Chatham<br />
op de Van Braam Houckgeestkazerne in Doorn.<br />
Herkomst en doelstelling<br />
De mobiele FAC simulator (MFAC SIM) is enige jaren geleden<br />
ontwikkeld door TNO in nauwe samenwerking met defensie. Het<br />
systeem is ontworpen op basis van de vaste FAC simulator, die al jaren<br />
in gebruik is bij de School Grond Lucht Samenwerking (SGLS), te<br />
Schaarsbergen. Hier worden alle FAC’s van de krijgsmacht opgeleid.<br />
Half februari dit jaar hebben drie FAC’s van het Korps Mariniers de<br />
instructeursopleiding MFAC SIM gevolgd op SGLS onder begeleiding<br />
van TNO. Hierna zijn de vijf systemen die voor de krijgsmacht<br />
beschikbaar zijn verdeeld over diverse eenheden en beschikken het<br />
Korps Mariniers, het KCT, de Luchtmobiele Brigade, de 13 e en de 43 e<br />
Mechbrig nu over hun eigen MFAC SIM.<br />
Het systeem bestaat uit vijf kisten met laptops en apparatuur,<br />
twee beamers met projectieschermen en een statief. De kisten en
apparatuur dienen met elkaar verbonden te worden met behulp<br />
van netwerkkabels, waardoor een geïntegreerd systeem ontstaat.<br />
De MFAC SIM is tevens via een netwerk te koppelen aan de<br />
simulators van de andere genoemde grondeenheden alsmede aan<br />
de simulator van een Apache helikopter of een F-16 vliegtuig. Dit<br />
bevordert het Joint en geïntegreerd samenwerken tijdens grotere<br />
oefeningen. Eén of twee man kunnen het systeem in dertig minuten<br />
opbouwen of afbreken. Zolang er maar een 220V stopcontact<br />
en een droge, afsluitbare ruimte aanwezig zijn, kan de MFAC SIM<br />
overal ter wereld (bijvoorbeeld in Engeland, Noorwegen, aan boord<br />
van de schepen of zelfs in een uitzendgebied) worden opgebouwd<br />
en gebruikt).<br />
De MFAC SIM is in het leven geroepen om de vaardigheden van de<br />
FAC en zijn Laseroperator op peil te houden, aangezien echte Air<br />
Assets niet altijd beschikbaar zijn. Zonder elke keer weer naar SGLS<br />
te hoeven afreizen voor een simulatortraining, kan de FAC nu zowel<br />
op zijn eigen kazerne als tijdens diverse oefeningen zijn vaardigheden<br />
op peil houden. Aangezien de FAC binnen CZSK geplaatst is in<br />
het FST, kan tevens het gehele FST deelnemen aan een oefening in<br />
de simulator. Met het in gebruik nemen van dit systeem heeft de<br />
vuursteun binnen het Korps zodoende weer een extra trainingsmogelijkheid.<br />
Trainingsmogelijkheden<br />
De MFAC SIM biedt de mogelijkheid aan een FST om procedures in<br />
Joint Fires te trainen in diverse klimatologische omstandigheden in<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
85<br />
diverse soorten terrein, bij dag of bij nacht. Voorafgaande aan een<br />
scenario kunnen terreinen in onder andere Nederland, Wales, de<br />
USA en zelfs Afghanistan geladen worden. De digitale kaarten hiervoor<br />
zijn gebaseerd op bestaande oefenterreinen of inzetgebieden.<br />
Zo is TNO op dit moment bezig ook de digitale kaarten voor Kunduz<br />
te ontwikkelen, die hopelijk snel beschikbaar komen. Aan de hand<br />
van de trainingsdoelstellingen kan de instructeur van tevoren de<br />
aantallen, samenstelling en posities van eigen troepen en vijand<br />
bepalen. Zo kan men zich bijvoorbeeld te voet of per voertuig verplaatsen<br />
of een statische observatiepost betrekken. Ook kan men<br />
in- en uitstijgen of meerijden met een konvooi. Ten slotte zijn er<br />
meerdere Air Assets beschikbaar die vanaf de Pilot Station worden<br />
bediend; zo kan men Close Air Support krijgen van F-16’s, Apaches,<br />
A-10’s of zelfs een Predator UAV.<br />
Is dit mooie systeem dan alleen beschikbaar voor de FST’s?<br />
Natuurlijk niet! Naast het trainen van optreden als gelegenheidswaarnemer<br />
(noodprocedure voor het inzetten van grondgebonden<br />
vuursteun) wordt de laatste jaren steeds vaker Close Combat Attack<br />
(noodprocedure voor het inzetten van luchtsteun; CCA) beoefend.<br />
Gezien de ervaringen tijdens uitzendingen in de afgelopen jaren<br />
zou ook CCA eigenlijk tot de basic skills van elk kaderlid moeten<br />
behoren. Aangezien er weinig plekken zijn in de CCA-opleiding op<br />
SGLS kan vanaf nu, bijvoorbeeld in de aanloop naar een uitzending<br />
of oefening, elk kaderlid van een eenheid alsnog getraind worden<br />
in CCA-procedures in de MFAC SIM. Op deze manier draagt het systeem<br />
ook bij aan de gereedheid en getraindheid van bijvoorbeeld<br />
een infanteriecompagnie.<br />
Beperkingen<br />
Hoewel de MFAC SIM<br />
zeer veel trainingsmogelijkheden<br />
biedt is het<br />
uiteraard geen wondermiddel.<br />
Omdat het<br />
systeem veel kwetsbare<br />
elektronische apparatuur<br />
bevat is het niet geschikt<br />
om onder een paar<br />
tentcovers in het bos te<br />
gebruiken, zoals we dat<br />
als mariniers vaak graag<br />
zouden zien. Ook dient<br />
het bij vervoer met voorzichtigheid<br />
behandeld te
worden, aangezien er krijgsmachtbreed weinig reserveonderdelen<br />
beschikbaar zijn. Dit systeem is voornamelijk bedoeld voor het<br />
trainen van procedures in Close Air Support, waarbij ook grondgebonden<br />
vuursteun kan worden gesimuleerd. Deze mogelijkheden<br />
voor grondgebonden vuursteun zijn echter minder uitgebreid dan<br />
die in de waarnemerstrainer. Deze trainer zullen de FO’s van de<br />
FST’s dan ook moeten blijven gebruiken voor het onderhouden van<br />
hun specifieke vaardigheden. De volgende stap in de toekomst zou<br />
het ontwikkelen van een Joint Fires Simulator moeten zijn, waarbij<br />
diverse vuursteunspecialisten al hun specifieke vaardigheden tegelijkertijd<br />
kunnen trainen.<br />
Tenslotte is de MFAC SIM bedoeld voor het op peil houden van<br />
diverse skills in CAS en CCA, maar natuurlijk geen vervanging voor<br />
oefeningen in het veld met echte Air Assets. Met de invoering van<br />
dit systeem zijn echter wel de trainingsmogelijkheden voor zowel<br />
FST’s als infanterie sterk vergroot.<br />
Toekomst<br />
De komende tijd is het zaak voor de instructeurs MFAC SIM om het<br />
systeem beter te leren kennen en voor de FST’s om de diverse scenario’s<br />
en mogelijkheden te beoefenen. Ook zullen er meer FAC’s<br />
intern als instructeur worden opgeleid. Verder dient het beoefenen<br />
van CCA meer aandacht te krijgen in het trainingsprogramma van<br />
de infanterie-eenheden. Indien u niet wilt wachten met het kennismaken<br />
met de MFAC SIM tot u het systeem op oefeningen vanzelf<br />
tegenkomt, kunt u voor trainingen contact opnemen met de FAC<br />
Supervisor of trainingsstaf van de MJEB in Doorn; zelfs de minister<br />
van Defensie vond het een mooie ervaring!<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
86<br />
Maritime Special<br />
Door: OCC MSO en PC 1 Pel MSO<br />
Foto’s MSO<br />
inleiding<br />
Flintlock is een jaarlijks terugkerende internationale oefening op<br />
het Afrikaanse continent. Hierbij worden landen die zijn aangesloten<br />
bij de Trans Sahara Counter Terrorism Pact getraind door<br />
Westerse SOF-eenheden. Dit jaar vond Flintlock plaats van 21<br />
februari tot 12 maart 2011 in Thies, Senegal. Nederland was goed<br />
vertegenwoordigd met één MSO-team, één KCT-team en een joint<br />
stafelement. Doel van Flintlock 2011 was het voortborduren op<br />
het succes van voorgaande Flintlock’s en het stimuleren van één<br />
gezamenlijke regionale aanpak van optreden tegen terrorismedreiging<br />
in Afrika. Door gezamenlijk te trainen en de verschillende<br />
procedures onderling te vergelijken, wordt er gewerkt aan een<br />
meer eenduidige multinationale aanpak van de extremistische<br />
dreiging in de regio. Als voorbereiding op de oefening Flintlock<br />
2011 zijn er dit jaar voor het eerst in alle deelnemende landen<br />
Joint Combined Exercise Trainings (JCET’s) uitgevoerd.<br />
JCET - doelstelling<br />
De JCET’s hadden een aantal doelen. Ten eerste de deelnemende<br />
Afrikaanse partnereenheden voorbereiden op Flintlock 2011.<br />
Hierbij konden alle Afrikaanse landen aangeven in welke drie<br />
onderwerpen zij getraind en geoefend wilden worden. Het<br />
tweede doel was het opbouwen van Situational Awareness (SA)<br />
van SOF-eenheden in Afrika. Specifieke doelen voor Nederland
Operations compagnie JCET en<br />
Flintlock 2011<br />
waren de mogelijkheid voor NL SOF om zich verder te bekwamen<br />
in Military Assistance (MA) - één van de drie hoofdtaken van een<br />
SOF-eenheid - en het bezien van toekomstige trainingsmogelijkheden<br />
op het Afrikaanse continent. Al met al een mooie kans<br />
voor Marsof omdat er doorgaans niet vaak een detachement<br />
van negen man self-supporting voor een langere periode naar een<br />
centraal Afrikaans land gaat.<br />
Aan elk deelnemend Afrikaans land was een Westerse SOFeenheid<br />
gekoppeld. Bijna alle Westerse SOF-eenheden namen<br />
met hun Afrikaanse partnereenheden deel aan zowel de JCET<br />
als Flintlock. Zodoende is er een Marsof detachement vertrokken<br />
naar Tsjaad om daar van 14 januari tot 19 februari 2011 hun<br />
partnereenheid Pan Sahara Initiative (PSI) te trainen in zeer nauwe<br />
samenwerking met US Navy Seals (NSW), die verantwoordelijk<br />
waren voor de training van hun Nigeriaanse partnereenheid.<br />
Het startpunt van de JCET was dat het Nigeriaanse peloton werd<br />
overgevlogen naar de hoofdstad van Tsjaad, N’djamena, waar ze<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
87<br />
gestationeerd werden op een kamp van de PSI. NSW en Marsof<br />
waren verder gezamenlijk gelegerd op een andere locatie in<br />
N’djamena. Met NSW is onderling afgesproken dat de Marsof<br />
Officer In Command (OIC) verantwoordelijk zou zijn voor de training<br />
van de PSI en de NSW OIC voor het Nigeriaanse peloton. In<br />
samenspraak met de NSW OIC is er voor gekozen om onderling<br />
operators uit te wisselen om iedereen zoveel mogelijk bloot te<br />
stellen aan andere eenheden, culturen en procedures. Conform<br />
afspraak heeft Marsof drie operators afgestaan aan NSW en heeft<br />
NSW vijf Navy Seal’s aan Marsof ‘gegeven’. Door deze constructie<br />
binnen de JCET stonden Marsof-operators en Seal’s gezamenlijk<br />
les te geven aan militairen uit Tsjaad en Nigeria. Dit bleek erg<br />
goed te werken. De spin-off door ontstane discussies is erg goed en<br />
de terugkoppeling zeer positief.<br />
JCET - trainingsprogramma<br />
Tijdens de Final Planning Conference (FPC) in Dakar was er in overeenstemming<br />
met NSW, Marsof, PSI, de Nigeriaanse eenheid en
het SOF Liaison Element (Sofle) uit Tsjaad een trainingsprogramma<br />
opgesteld. Dit programma was een grove uiteenzetting van de te<br />
trainen onderwerpen. Deze onderwerpen waren voor de:<br />
PSI<br />
• Cordon & Search<br />
• Rural recce<br />
• Ambush<br />
Nigeriaans peloton<br />
• Urban raid<br />
• Rural attack<br />
• Vehicle Checkpoint<br />
Na wat overleg is besloten om te starten met basic skills and drills<br />
en dan verder te kijken. Uiteindelijk bleek dat voor de PSI een<br />
goed uitgangspunt te zijn. Het Nigeriaanse peloton was beter ge-<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
88<br />
traind en toe aan meer gevorderde drills. Dit werd gecombineerd<br />
met allerlei competitievormen, waarbij een fysieke prikkeling<br />
werd uitgevoerd door de verliezer. Deze aanpak bleek voor dit<br />
peloton erg goed te werken. Dit peloton is vorig jaar ook door<br />
Marsof getraind tijdens Flintlock 2010.<br />
Er was tijdens de FPC in het trainingsprogramma een verdeling<br />
gemaakt van één onderwerp per dagdeel. Dit trainingsprogramma<br />
bleek bij aankomst in Tsjaad toch te gedetailleerd<br />
voor het Afrikaanse levensritme. Zo bestond de eerste week voor<br />
het grootste deel uit beleefdheidsbezoeken en uitwisselen van<br />
waarderingen in plaats van het bespreken van de inhoud van<br />
het trainingsprogramma. Verder werd er dagelijks uitgebreid
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
89<br />
geluncht en gebeden. Daarbij was NSW ook nog een aantal dagen<br />
verlaat. Na een aantal besprekingen hebben we samen met NSW<br />
besloten om per dag te bekijken wat de progressie is van de partnereenheden.<br />
Op deze progressie stemden we het programma<br />
van de volgende dag af. Deze aanpak bleek in de praktijk goed te<br />
werken.<br />
De training vond plaats in de hoofdstad N’djamena, schietterrein<br />
Massaquet en de omgeving van beide. Massaquet bevindt zich<br />
zeventig kilometer noordoost van N’djamena. Bij de faciliteiten<br />
moet niet teveel worden voorgesteld. Het kamp van de PSI in<br />
N’djamena is bijvoorbeeld van vergelijkbare kwaliteit als de<br />
kampen van de ANA in Afghanistan. Dus vanuit westers oogpunt<br />
geen enkel comfort en qua hygiëne een uitdaging. Het schietterrein<br />
in Massaquet was ook niet meer dan een talud en lag twee<br />
kilometer van de hoofdweg in een groot open gebied. Hier zijn<br />
alle schietdagen uitgevoerd. Verder werden hier de patrouilles gelopen<br />
om zodoende de training steeds realistischer te maken. Het<br />
schietterrein is anderhalf jaar geleden ook nog gebruikt door het<br />
Korps Mariniers. Aan het eind van de uitzending in Tsjaad werden<br />
namelijk de Vikings langs Massaquet terug naar N’djamena<br />
gereden. Afsluitend is er toen nog een schietdag georganiseerd.<br />
De zeer nauwe samenwerking met NSW en de Afrikaanse<br />
partnereenheden en het zelfstandig optreden in een Afrikaans<br />
land hebben geleid tot veel verschillende ervaringen. Culturele<br />
ervaringen met zowel andere Westerse als Afrikaanse culturen.<br />
Verder ook ervaringen met andere procedures, SOP’s en conflic-
ten in bijvoorbeeld Soedan. Al met al een zeer leerzame, maar<br />
ook leuke ervaring.<br />
Flintlock 2011<br />
Flintlock is de afgelopen jaren uitgegroeid tot de grootste internationale<br />
SOF-oefening op het Afrikaanse continent. In vijf jaar<br />
tijd is Flintlock uitgegroeid tot een volwassen internationale<br />
oefening. Momenteel zijn er vijf westerse landen (Nederland,<br />
Duitsland, Spanje, Canada en de VS) die actief Afrikaanse landen<br />
zoals Tsjaad, Burkina Faso, Mali, Mauritanië, Nigeria en Senegal<br />
trainen. Daarnaast melden zich steeds meer landen aan als<br />
observer. Dat wil zeggen dat ze geen eigen team leveren om een<br />
Afrikaans land te trainen, maar wel willen weten wat er op internationaal<br />
SF-gebied speelt en eventueel in de nabije toekomst<br />
willen participeren in Flintlock. Deze observers bestaan uit zowel<br />
Westerse als Afrikaanse landen. In totaal deden er ongeveer 850<br />
mensen mee aan Flintlock 2011.<br />
Na de eerdergenoemde JCET, zijn alle deelnemende westerse<br />
SOF-landen met hun Afrikaanse partnerland neergestreken in<br />
het Senegalese plaatsje Thies, dat tachtig kilometer ten oosten<br />
van Dakar ligt. In Thies was een Multinational Tactical Operation<br />
Centre (MN TOC) ingericht dat door de Sengalezen gedraaid werd.<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
90<br />
Uiteraard met zware ondersteuning van de Amerikanen. Vanuit<br />
hier werden de verschillende taken gecoördineerd voor de<br />
tactische teams, die zich op vijf kilometer afstand buiten Thies in<br />
het Tactical Training Centre (TTC) bevonden. De verschillende taken<br />
waren al beoefend door de MSO en het KCT gedurende de JCET in<br />
Tsjaad en Burkina Faso. Tijdens Flintlock werden deze taken in de<br />
praktijk gebracht aan de hand van verschillende scenario’s.<br />
Daarnaast is er ook veel aandacht besteed aan Close Quarter<br />
Combat (CQC), navigatielessen, Medical Capability (Medcap) en Key<br />
Leader Engagement (KLE).<br />
Conclusie<br />
Er zijn voor Nederland (MSO/KCT) drie goede redenen om mee te<br />
doen aan Flintlock. Ten eerste is er het toenemende belang van<br />
Military Assistance (MA). Voorkomen is beter dan genezen. Daarnaast<br />
biedt MA de mogelijkheid voor Buitenlandse Zaken om<br />
ontwikkelingsgeld te investeren in bepaalde Afrikaanse regio’s.<br />
Dit geldt uiteraard ook voor Cimic gerelateerde projecten voor<br />
Defensie. Ten tweede is Flintlock uitstekend voor de internationale<br />
militaire (SOF) contacten tijdens het opbouwen van een Counter<br />
Terrorism (CT) capaciteit in het desbetreffende land. Juist door<br />
de verscheidenheid aan landen ontstaat er een kruisbestuiving<br />
die mogelijke nieuwe internationale SOF samenwerking creëert.<br />
Onderling worden Tactical Training Procedures (TTP’s) uitgewisseld<br />
en besproken met westerse counterparts. Als laatste is Flintlock<br />
bedoeld voor het opbouwen van SA in Afrika.
Staff Non-Commissioned Officers<br />
Academy, Camp Lejeune, NC<br />
By: GySgt Cory C. Paskvan<br />
Hello, I am Gunnery Sergeant Cory<br />
Paskvan and currently serving as the US<br />
Marine Corps Exchange NCO with the Maritime<br />
Special Operations (MSO) Company,<br />
Marsof in Den Helder. During my career<br />
in the US Marine Corps I have served with<br />
several USMC Infantry Marine Battalions,<br />
Force Reconnaissance Companies, Reconnaissance<br />
Battalions, US Marine Special<br />
Operations Command (Marsoc), and as an<br />
Instructor at our USMC Combatant Diver<br />
Course. Some of my experiences include<br />
three combat deployments to Iraq, three<br />
Marine Expeditionary Unit deployments,<br />
and I also deployed to Uruzgan, Afghanistan<br />
with the MSO during Task Force 55<br />
Rotation 3.<br />
In the USMC we have a Career Roadmap<br />
that is outlined not only for your Military<br />
Occupational Specialty but by the different<br />
ranks as well. These courses are referred<br />
to as Professional Military Education.<br />
Professional Military Education (PME) is<br />
the U. S. Marines’ program for guiding<br />
Marines as they advance in rank. From the<br />
ranks of Corporal (E-4) to Master Sergeant<br />
and First Sergeant (E-8), Marines can gain<br />
a greater understanding of leadership<br />
and Warfighting doctrine. The Staff Non-<br />
Commissioned Officers Academy (SNCOA)<br />
provides these courses for all Marines on<br />
active duty and reserve status. The courses<br />
offered are the Corporal’s Course, Sergeant’s<br />
Course, Staff Non-Commissioned<br />
Officer’s Career Course, and Staff Non-<br />
Commissioned Officer’s Advanced Course.<br />
I recently attended the SNCOA Advanced<br />
Course in Camp LeJeune, North Carolina.<br />
The Advance Course was an eight week<br />
course, where I finished as the Distinguished<br />
Honor Graduate for Advanced<br />
Course class 2-11. The course provided<br />
the students with the most up to date<br />
material being used in the USMC and also<br />
gave Marines, from different backgrounds,<br />
the opportunity to learn from each others<br />
experiences. For example, in my course<br />
there were only 8 Infantry Marines out of<br />
88 Marines that attended the course. The<br />
course had a diverse mix of Military Oc-<br />
cupational Specialties (MOSs) which made<br />
for a vast learning environment when<br />
combined with the curriculum being<br />
taught and the instructors’ background<br />
as well.<br />
Each course addressed different levels<br />
of tactics and procedures from squad/<br />
platoon techniques for the Corporals,<br />
Platoon/Company level training for the<br />
Sergeants, Company/Battalion level training<br />
for the Staff Sergeants, and Regimental/MAGTF<br />
level training for the Gunnery<br />
Sergeants. Each course stressed the two<br />
main principles of the Marine Corps: mission<br />
accomplishment and troop welfare.<br />
The Academy teaches a diverse group of<br />
topics that include everything from mission<br />
planning/execution/logistics, combat<br />
operations, counseling/assessments of<br />
subordinates, Commander’s Training<br />
Philosophy, Commander’s Leadership<br />
Guidance, Sexual Harassment procedures,<br />
JAG Investigations, and many others. Evaluations<br />
are also performed in the form<br />
of written essays, reports, oral briefings,<br />
and other group projects. Each course has<br />
awards for highest grade point averages<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
91<br />
for the top 10% of each class, Motivation/<br />
Gung-Ho award, and an award for the<br />
Distinguished Honor Graduate.<br />
During each course Marines have a chance<br />
to meet with Career Counselors from<br />
Headquarters Marine Corps to discuss<br />
their official records and also receive<br />
counseling in regards to their career path.<br />
The students also receive classes in the<br />
USMC Personnel Evaluation System (PES)<br />
and they learn how to properly review<br />
records. This is important for all leaders to<br />
know how to properly guide the Marines<br />
in their unit towards success.<br />
As with any military course there is plenty<br />
of physical training that is performed<br />
throughout the daily routine week in and<br />
out. Throughout the courses Marines are<br />
taken through a challenging Functional<br />
Fitness/Cross-fit routine and tested in both<br />
USMC Physical Fitness Test and Combat<br />
Fitness Test for score.<br />
There are four Staff Non-Commissioned<br />
Officer Academies located throughout<br />
different USMC bases to further accommodate<br />
each unit in facilitating this training<br />
for their Marines. The instructor staffs<br />
from the four academies provide lessons<br />
from the same source of curriculum and<br />
periods of instruction. Each course is<br />
designed to provide a reasonable amount<br />
of instruction and guidance for Marines to<br />
use throughout their future assignments<br />
around the world.<br />
Key Terms-<br />
JAG- Judge Advocate General<br />
MAGTF- Marine Air/Ground Task Force<br />
MOS- Military Occupational Specialty<br />
PES- Personnel Evaluation System<br />
PME- Professional Military Education<br />
SNCOA- Staff Non-Commissioned Officers Academy
Eerste Bootcompagnie<br />
Door: KAPTMARNS J.F. Bleker<br />
Foto’s: 1-Btcie<br />
Inleiding<br />
De kop van 2011 is eraf. Niet alleen voor<br />
de Eerste Bootcompagnie maar ook voor<br />
alle eenheden die na de jaarwisseling<br />
ondersteuning nodig hadden voor amfibische<br />
activiteiten. Het contrast met het<br />
afgelopen jaar is goed te merken. Lagen<br />
onze vaartuigen vorig jaar nog in de<br />
warme wateren van Somalië en Senegal,<br />
dit jaar begon in de koude wateren tussen<br />
Texel en Den Helder. Na het welverdiende<br />
winterverlof en het opstarten van de eenheid<br />
begin januari was het voor de LCVP’s<br />
weer ‘Back to the basics’.<br />
EVO/Potom<br />
De door problemen geteisterde Hr. Ms.<br />
Johan de Witt moest noodgedwongen<br />
binnenliggend in de Nieuwe Haven te<br />
Den Helder als platform dienen om een<br />
keur aan eenheden (opnieuw) kennis te<br />
laten maken met het amfibisch opereren.<br />
Een goed geplande combinatie van EVO<br />
en Potom cursisten zorgde voor een hoge<br />
trainingswaarde voor zowel de manschappen<br />
als de toekomstige leiders binnen het<br />
Korps. Zij waren het die de spits afbeten<br />
voor de amfibische activiteiten die in totaal<br />
vier weken in beslag zouden nemen.<br />
<strong>Tweede</strong> <strong>Mariniersbataljon</strong><br />
In een aangepast scenario werden de drie<br />
infanteriecompagnieën van het <strong>Tweede</strong><br />
<strong>Mariniersbataljon</strong> op zowel theoretisch<br />
als praktisch vlak door de benodigde<br />
procedures geleid. Alle onderwerpen<br />
die benodigd zijn om de eenheden weer<br />
op het gewenste niveau te krijgen in<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
92<br />
voorbereiding op de Certifex later dit<br />
jaar, passeerden de revue. Assault routines,<br />
planningsprocedures, pelotonsacties,<br />
veiligheidsmiddelen, gidsen van<br />
voertuigen, uitzetten van lichtenlijnen,<br />
compagnies acties, etcetra. De activiteiten<br />
volgden elkaar in rap tempo op.<br />
Alle oefendoelstellingen konden worden<br />
gehaald ondanks de relatief grote uitval<br />
van varend materieel. Met name de uitval<br />
van de L73 als gevolg van averij opgelopen<br />
tijdens landingen, zorgde voor spannende<br />
momenten voor de aanwezige bemanning.<br />
Door kordaat optreden heeft het vaartuig
de terugtocht weten te maken naar Hr.<br />
Ms. Johan de Witt. Het hijssysteem aan<br />
boord van de LPD heeft er voor gezorgd<br />
dat het landingsvaartuig tot eind februari<br />
een droge wachtplaats had voordat hij<br />
eindelijk kon worden verplaatst naar de<br />
werkloods van het Marinebedrijf. Gelukkig<br />
bleven de problemen voor de overige<br />
vaartuigen beperkt tot technische mankementen<br />
die in de meeste gevallen vlot<br />
konden worden opgelost. Dit was noodzakelijk<br />
om in de laatste week de ruimte<br />
te bieden aan een extra compagnie van<br />
Belgische para-commando’s. De aanwezigheid<br />
van een meerderheid van Walen bij<br />
deze oefening bracht extra uitdagingen<br />
met zich mee voor wat betreft de vertaalslag<br />
die moest worden gemaakt vanuit het<br />
Nederlands naar het Frans.<br />
Overige ondersteuning<br />
Naast de amfibische operaties was er nog<br />
ruimte om een aantal VIP-bezoeken te<br />
ondersteunen met vaarbewegingen. De<br />
bezoeken die doorgang hebben gevonden<br />
werden naar tevredenheid van bezoekers,<br />
begeleiders en bemanning uitgevoerd.<br />
Ondanks alle voorbereidingen kon niet<br />
worden voorkomen dat er een aantal<br />
bezoeken op het laatste moment geen<br />
doorgang konden vinden. De voorbereidingen<br />
zijn echter getroffen en zij zullen<br />
een eventuele uitvoering van deze bezoeken<br />
op een later tijdstip in ieder geval<br />
vergemakkelijken.<br />
Voorbereidingen voor de West<br />
Na de intensieve periode van amfibische<br />
training is het tijd om de pijlen te richten<br />
op de deployment met Hr. Ms. Johan de<br />
Witt. Al het benodigde onderhoud staat<br />
gepland en wordt ondanks de merkbare<br />
bezuinigingen zo goed mogelijk uitgevoerd.<br />
Zo wordt er ondersteuning verleend aan<br />
de JWIT bij de reparaties van de aandrijving<br />
door middel van de inzet van de<br />
laadkraan van een van onze voertuigen.<br />
Het personeel is ondertussen intensief<br />
bezig met opleidingen of voorbereidingen<br />
daarop. Sprekend voorbeeld hiervan zijn<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
93<br />
de kaart- en kompasoefeningen die zijn<br />
gehouden met nagenoeg alle manschappen<br />
van de Bootcompagnie nabij Oirschot.<br />
Dit ter voorbereiding van een aantal mariniers<br />
op de voortgezette vakopleiding,<br />
waarvoor vanaf dit jaar een takenboek<br />
dient te worden afgelegd. Ondanks de incidentele<br />
haperingen is het goed om te zien<br />
dat er nog steeds enthousiasme is voor<br />
het oefenen van de militaire basisvaardigheden<br />
op alle niveaus. Er is in ieder geval<br />
vertrouwen in het feit dat we zo goed<br />
mogelijk voorbereid aan de startstreep verschijnen<br />
van de aankomende Westperiode<br />
tussen mei en september.
<strong>Tweede</strong> Bootcompagnie<br />
Door: MAJMARNS P. de Vreng, CC 2-Btcie<br />
Foto’s: 2-Btcie<br />
Update over de periode: 19 t/m 27<br />
februari 2011<br />
In de afgelopen week heeft de eenheid<br />
opnieuw een intensief programma doorlopen.<br />
Op 19 februari heeft Amphibious<br />
Beach Unit (ABU) Recce in de middag diverse<br />
verkenningen uitgevoerd op Bonaire.<br />
Hierbij zijn onder andere de stranden<br />
Sunset Beach en 1000 steps verkend. Deze<br />
stranden zijn vervolgens later in de avond<br />
gebruikt voor de inzet van 32-Infcie op Bonaire.<br />
Dit gebeurde door middel van een<br />
gecombineerde inzet van LCVP’s en Boston<br />
Whalers (inclusief overstapdrills) op deze<br />
stranden. In de nacht is daarnaast ook nog<br />
de Casevac procedure behandeld met een<br />
gewondenafvoer vanaf ‘1000 steps’ per<br />
landingsvaartuig naar Hr. Ms. Rotterdam.<br />
Op 20 februari is het ABU ontplooid op<br />
‘Sunset Beach’ op Bonaire. Om schade<br />
aan flora & fauna en strand tot een<br />
minimum te beperken is geen gebruik<br />
gemaakt van de BARV. In de ochtend is<br />
in de haven van Bonaire door de LCU een<br />
Westreis, 2-Btcie a/b<br />
Hr. Ms. Rotterdam,<br />
9 februari – 2 mei 2011<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
94<br />
‘Connexion Busje’ afgezet. Dit busje was<br />
door Connexion ter beschikking gesteld<br />
voor het vervoer van gehandicapten op<br />
het eiland. Deze voorziening was nog niet<br />
beschikbaar. Met enige media aandacht<br />
(onder andere lokale televisie) is het busje<br />
vervolgens ceremonieel overgedragen aan<br />
de stichting, die de bus gaat beheren op<br />
het eiland. De Koninklijke Marine heeft<br />
het voertuig zonder kosten overgevaren<br />
vanuit Nederland.<br />
Overdag heeft een deel van het personeel<br />
van de eenheid op de LCU hoist operaties<br />
uitgevoerd met de Lynx helikopter. Hierbij<br />
werd zowel de single lift als de duo lift hoist<br />
operatie beoefend.<br />
Op 21 februari heeft de ABU zijn backload<br />
uitgevoerd vanaf ‘Sunset Beach’. In de
Foto: Peter BijPost, AVDD<br />
avond is de gehele 32-Infcie vanuit het<br />
centrum van Kralendijk (de hoofdstad van<br />
Bonaire) onder veel publieke belangstelling<br />
via een ‘slib’ teruggebracht naar Hr.<br />
Ms. Rotterdam. In een twee uur durende<br />
operatie zijn uiteindelijk alle voertuigen<br />
en het personeel van de eenheid teruggekeerd<br />
aan boord van de Rotterdam.<br />
Na terugkeer van de gehele ABU is het<br />
schip in de nacht teruggevaren naar<br />
Aruba om in de ochtend 32-Infcie af te<br />
zetten op de kazerne. Na het afzetten van<br />
32-Infcie is het schip ‘en route’ gegaan om<br />
op vrijdag in Saint Thomas aan te komen.<br />
Onderweg is de planning gemaakt voor<br />
het AFOB operatieconcept rond Saba,<br />
Sint Eustatius en Sint Maarten. Dit plan is<br />
vervolgens op de vrijdagmorgen voorgelegd<br />
aan de commandant van het schip,<br />
die hier zijn goedkeuring aan gegeven<br />
heeft.<br />
Het is nu de bedoeling dat we van 2 maart<br />
t/m 10 maart onze eerste AFOB routine<br />
gaan draaien rond Saba, waarbij primair<br />
de ‘Saba Bank’ bewaakt gaan worden.<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
95<br />
We gaan hierbij fungeren als ‘ogen op het<br />
water’ voor de Kustwacht, waarbij primair<br />
ingezet zullen worden voor surveillance and<br />
detection.<br />
In een roulatieschema zal de eenheid<br />
eerst drie dagen op water patrouilleren en<br />
daarna een dag rust genieten. Vervolgens<br />
zal er opnieuw twee keer twee dagen een<br />
AFOB plaatsvinden met een dag rust. De<br />
Kustwacht Rhib zal geïntegreerd worden<br />
in dit concept.<br />
Op 11 maart zullen we vervolgens naar<br />
Saba varen om ‘een Cruyff Voetbal Court’<br />
te doneren aan het eiland. Na deze<br />
donatie zal de eenheid zich verplaatsen<br />
naar Sint Maarten voor R&R met Hr. Ms.<br />
Rotterdam.<br />
Op Saint Thomas hebben we een geweldig<br />
weekend genoten. Vandaag (28 februari)<br />
stomen we op naar Sint Maarten om RV te<br />
maken met de kustwacht. Het personeel<br />
ziet enorm uit naar de AFOB taken op het<br />
water. We hopen dat dit concept ook hier<br />
zijn vruchten af zal werpen.
Amfibisch Logistiek Bataljon<br />
Commandant: KLTZA J.H.C.A. van Bussel<br />
Chef d’Equipage: AOOMARNALG P.M.J. de Valk<br />
SAP een nieuw bedrijfsbesturingssysteem<br />
In de vorige QPO is aandacht besteed aan het ‘nieuwe denken’<br />
met betrekking tot het maritiem operationele logistiek optreden<br />
van het Amflogbat op hoofdlijnen.<br />
Bij dit ‘nieuwe denken’ zal het Amflogbat ondersteund gaan<br />
worden door een nieuw bedrijfsbesturingssysteem: Software Application<br />
Programming (SAP). SAP zal een belangrijke bijdrage gaan<br />
leveren aan de voorbereidingen op en uitvoering van de (maritiem)<br />
operationele logistiek ter ondersteuning van (joint) oefeningen/trainingen<br />
en eventuele inzet.<br />
Vanaf 1 juli 2011 is het de bedoeling dat SAP wordt ingevoerd<br />
bij het Mariniers Training Commando (MTC). Het zwaartepunt<br />
van de SAP-rollen ligt bij het Amflogbat. Voor oefening en training<br />
zullen de marinierseenheden hun aanvragen conform de<br />
geldende procedures (SOPs) via de S4-lijn indienen bij de Combat<br />
Service Supply (CSS) eenheden van het Amflogbat.<br />
In het Operationeel Jaarplan (OJP) is vastgelegd welk CSS gekoppeld<br />
is aan welke marinierseenheid. De S4 zorgt ervoor dat de<br />
desbetreffende vraag van de eenheid bij het desbetreffende CSS<br />
terechtkomt. Het CSS brengt vervolgens alle informatie in SAP.<br />
Het CSS is vanaf dat moment verantwoordelijk voor de logistieke<br />
voortgang.<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
96<br />
Vooruitlopend op de implementatie van SAP bij het Amflogbat<br />
heeft een kleine werkgroep de afgelopen maanden samen met<br />
het project Implementatie Enterprise Resource Planning (ERP)<br />
Marns de logistieke processen binnen het MTC doorgelicht. Deze<br />
logistieke processen zijn daar waar nodig aangepast, waardoor de<br />
juiste SAP-handeling bij de juiste SAP-rol (medewerker) terechtkomt.<br />
Binnen de bataljons van het MTC zijn de diverse functionarissen<br />
geïdentificeerd, die een rol gaan vervullen binnen SAP. Deze functionarissen<br />
worden de komende periode opgeleid en voorbereid<br />
op de (SAP) logistieke processen. In het tweede kwartaal van dit<br />
jaar zal eenieder, die een rol speelt binnen SAP opgeleid zijn,<br />
zodat de implementatie van SAP bij het Amflogbat daadwerkelijk<br />
kan plaatsvinden per 1 juli 2011.<br />
Met het live gaan van SAP per 1 juli 2011 zullen de oude vertrouwde<br />
middelen als het welbekende Voorraad Administratie<br />
Systeem (VAS) en het Subgebruikers Administratie (SGA) worden<br />
uitgezet. We stappen dan over op één systeem: SAP. Het Amflogbat<br />
en de marinierseenheden zullen een voortrekkersrol krijgen<br />
binnen het CZSK, want hoewel er momenteel een aantal schepen<br />
draaien onder SAP, gaat de rest van de ‘zeeketen’ uiteindelijk in<br />
2014 over.<br />
SAP wordt gekenmerkt door: ‘integratie’, ‘flexibiliteit’ en ‘direct<br />
inzicht’ maar bovenal ‘planning’. Allemaal woorden die van<br />
groot belang en essentieel zijn bij het logistieke voortzettingsvermogen<br />
van een oefening/training/inzet. SAP laat niet alleen<br />
de hoogte of beschikbaarheid van de voorraden zien, maar ook<br />
de tijdstippen waarop diverse middelen moeten worden onderhouden.<br />
Hierdoor wordt het mogelijk om beter te anticiperen en<br />
kunnen piekbelastingen worden voorkomen. Het (uiteindelijke)<br />
doel van SAP is het verbeteren van de effectiviteit en de efficiëntie<br />
van de materieellogistieke keten van leverancier/fabrikant tot<br />
eindgebruiker/aanvrager.<br />
Het hoeft geen betoog dat de hoogte en beschikbaarheid van<br />
voorraden en de staat van onderhoud van de diverse middelen<br />
belangrijk zijn voor het voortzettingsvermogen van de marinierseenheden.<br />
Deze beschikbaarheid is belangrijk en geeft<br />
vertrouwen aan de operationele commandant wanneer hij met<br />
zijn eenheden voor langere tijd ingezet is. Daarnaast geeft SAP<br />
inzicht aan de andere Operationele Commando’s (OPCO’s) in de<br />
voorraden en/of de staat van onderhoud bij een joint operatie.<br />
De aankomende maanden zal SAP binnen de OPCO’s worden<br />
uitgerold. De uniformiteit en mogelijkheden van SAP zullen te<br />
zijner tijd de aansturing en (logistieke) ondersteuning van oefeningen,<br />
trainingen en inzet ‘zo wijd de wereld strekt’ verbeteren.<br />
Wat betekent SAP voor de marinierseenheden en het daaraan<br />
gekoppelde CSS?<br />
De logistieke aanvragen van S4’n zullen vroegtijdig moeten worden<br />
doorgezet naar het CSS. Het CSS zal deze aanvragen verder<br />
coördineren met de naast hoger gelegen logistieke eenheid: het
SSG. Alles wat de marinierseenheden aanvragen voor oefeningen<br />
en trainingen zal ‘administratief’ door de handen van het CSS<br />
gaan en vervolgens worden uitgeleverd door het CSS.<br />
Het onderhoud (indien er capaciteitsgebrek bij de marinierseenheden<br />
is), de periodieke keuringen en de vervanging van goederen<br />
van de mariniereenheden zal via het CSS gaan.<br />
Wat betekent SAP voor het CSS?<br />
Zwaardere ‘adminstratieve’ inrichting van de bevoorradingsgroep<br />
van het CSS om de marinierseenheden te ondersteunen.<br />
Het volledige beheer van de Inventory Management (IM) magazijnen<br />
zal onder de bevoorradingsgroep van het CSS vallen. Onder<br />
deze IM’n vallen onder andere de onderhoudscontainer van de<br />
verbindingsdienst, de onderhoudscontainer van de wapenmaker,<br />
de kookcontainer, het speciaal gereedschap van de voertuigtechnicus,<br />
de inventaris van de doorsmeerwagen, werkwagen, wegenwacht,<br />
kastenwagen, kombuiswagens, takelwagens, maar ook het<br />
beheer van alle goederen van de genie en de technische dienst.<br />
Het CSS doet zelf het onderhoudsbeheer van het CSS. Zoals het<br />
plannen van preventief en/of correctief onderhoud en periodieke<br />
keuringen van diverse middelen zoals aggregaten, douche- en<br />
toiletwagens, kachels, alle type voertuigen, maar ook radioapparatuur<br />
en wapens. Op termijn zullen onder andere het BIOS,<br />
Digiplan, Wabis en de welbekende zelfgemaakte Excel lijstjes<br />
overbodig worden.<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
97<br />
Voordat het echter 1 juli 2011 is, zal het personeel opgeleid<br />
moeten worden. Planmatig zal eenieder met een SAP-rol in het<br />
tweede kwartaal van 2011 opgeleid worden. De voorbereidingen<br />
voor de lopende oefeningen zoals Caribbean Archer zullen parallel<br />
aan deze SAP-opleidingen lopen. Dit zal impact hebben op<br />
de bedrijfsvoering en zorgen voor extra (werk)druk op het CSS.<br />
Van groot belang is dat alle militairen met een SAP-rol opgeleid<br />
worden voordat SAP haar intrede doet, want alleen als men SAPopgeleid<br />
is krijgt men de autorisatie om ook daadwerkelijk vanaf<br />
functie met SAP te werken.<br />
Al met al staat het MTC, het Amflogbat in het algemeen en het<br />
CSS in het bijzonder aan de vooravond van een geweldige uitdaging<br />
met een nieuw kijk op logistieke bedrijfsvoering.<br />
Uiteindelijk zal de invoering van SAP zorgen voor een goede logistieke<br />
ondersteuning bij een operationeel (joint) optreden van<br />
onze krijgsmacht.
CSS-1 Joint Arctic<br />
Training 2011<br />
Door: MAJMARNS H.W. de Blaauw<br />
Foto’s: Cees Baardman<br />
Zonder personeel van het CSS geen vuur, geen ijsbar en warme ‘poeroet’… en geen wak, waarbij ook het CSS-personeel zich niet laat kennen en deelneemt<br />
aan de ice-breaking drills bij -20 O C.<br />
Inleiding<br />
Na de reorganisatie van het Amfibisch Logistiek Bataljon in 2008<br />
zijn twee Combat Service Support Groups gerealiseerd. Over de structuur<br />
van deze twee eenheden is voorheen al in dit blad gepubliceerd,<br />
waardoor ik daarover niet zal schrijven. Ik ga het in de<br />
komende alinea’s hebben over de logistieke ondersteuning van<br />
1-Marnsbat door CSS-1 tijdens de Joint Arctic Training (JAT) 2011 in<br />
Noorwegen. Deze vond plaats van 3 januari t/m 1 april 2011.<br />
Allereerst zal ik kort beschrijven welke elementen van CSS-1<br />
wat voor ondersteuning verleenden, waarbij ik vervolgens een<br />
beschrijving geef van uitgevoerde werkzaamheden, zodat u een<br />
beeld krijgt van wat nu een CSS doet. Ik sluit af met de conclusie,<br />
waarin ik de komende twee jaar wil toelichten. Ik weid niet uit<br />
over de les/trainingsprogramma’s van 1-Marnsbat tijdens de JAT,<br />
daarover kunt u in deze of volgende QPO lezen.<br />
Ondersteuning door CSS-1<br />
Voor aanvang van de JAT was besloten dat voor de verplaatsingen<br />
van het materieel en personeel voor, gedurende en na de JAT het<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
98<br />
Bureau S-4 van 1-Marnsbat zou worden ingezet. De hoofdoorzaak<br />
hiervan was dat er slechts één (onervaren) kaderlid Sectie 4 bij<br />
het CSS-1 geplaatst is/was. Om hem te belasten met al die zaken<br />
die een deployment van dergelijke omvang met zich meebrengt<br />
voor wat betreft de voorbereiding, uitvoering en afwikkeling was<br />
(nog) niet gewenst.<br />
Aangevuld met personeel van CSS-2 arriveerde CSS-1 begin<br />
januari in Noorwegen. Aangezien het kamp bij aanvang JAT zou<br />
moeten ‘draaien’, vertrok op 3 januari de pré-advance party. Zij<br />
namen het kamp Åsegarden in Harstad over van Allied Training<br />
Command North (ATC-N) om zo het beheer van het kamp te kunnen<br />
uitvoeren. Alle gebouwen werden met een vertegenwoordiger<br />
van ATC-N nagekeken met behulp van fotoboeken om er voor<br />
te zorgen dat eventuele schades wel of niet op ons conto konden<br />
worden bijgeschreven.<br />
Op 5 januari arriveerde de advance party voor het ontladen van<br />
de boot met voertuigen en containers. Op 10 januari kwamen de<br />
cursisten van de MSI/MST/MLI-opleidingen aan en deze begonnen
de volgende dag. Het begin van de<br />
JAT was een feit. Ter ondersteuning<br />
van deze opleidingen waren de<br />
volgende personen paraat: koks,<br />
hofmeesters, bottelier(s), monteurs,<br />
chauffeurs, verbindingspersoneel,<br />
medici, TD-ers, Field Record Office<br />
(S-1), munitiebeheerders, BOS/MOS<br />
werknemers en personeel voor de<br />
bevoorrading.<br />
Er werden allerlei activiteiten<br />
ontplooid om de opleidingen te<br />
kunnen ondersteunen:<br />
Het magazijn met reserve uitrusting<br />
werd ingericht, de BOS/MOS<br />
ploeg maakte een regeling met<br />
betrekking tot aftanken van de<br />
voertuigen, wat een dagelijks terugkerend<br />
fenomeen werd. De wasregeling<br />
werd opgezet, met eveneens<br />
een vuilophaalschema met de lokale<br />
‘vuilnisboer’. De contacten met<br />
de lokale politie werden gelegd en<br />
afgesproken hoe de KMar en de mariniers in geval van bijzonderheden<br />
zouden gaan optreden. Er werden afspraken gemaakt over<br />
het gebruik van de skipiste.<br />
Er werd een begin gemaakt met de Arctic Drivers Course (ADC), die<br />
in principe door elke chauffeur diende te worden gevolgd. Hiermee<br />
krijgt men als chauffeur een beter besef van de consequenties<br />
van rijden onder Arctische omstandigheden. Ook werden de<br />
BV’s 206 opgehaald in Osmarka, waar ze de rest van het jaar zijn<br />
geparkeerd. Verder werd er ondersteuning geleverd aan Skidoo<br />
cursussen en daarnaast werden de containers met munitie in<br />
Bardufoss geleegd en in een bunker opgeslagen. Een gedeelte van<br />
de munitie werd naar kamp Åsegarden verplaatst. Tussendoor<br />
werden real-time bergingen van voertuigen en casevac’s uitgevoerd<br />
en op het kamp werd door het CSS de wacht gelopen.<br />
Kortom allerlei ‘verplichte’ werkzaamheden die hebben bijgedragen<br />
aan de logistieke ondersteuning van 1-Marnsbat door<br />
het CSS. We begonnen met de diverse opleidingen, waarna de<br />
AMSC en WWT volgden en werd afgesloten met de FTX. De twaalf<br />
weken waren zo om!<br />
Hoewel het eenvoudig lijkt en soms ook is, als de ondersteuning<br />
niet klopt, heeft de trainende marinier daar last van! Dit kan<br />
dan het resultaat van de training negatief beïnvloeden. Overleg<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
99<br />
met de commandant 1-Marnsbat na afloop van de training leerde<br />
dat hij tevreden was. Vandaar dat ik het personeel van mijn CSS<br />
daarvoor, ook via dit blad, nog eens wil bedanken. BZ!!<br />
Toekomst<br />
Als ik dit schrijf is het nog geen 1 april. Vandaar dat een en ander<br />
niet zeker is en zijn we door de geschiedenis ingehaald.<br />
Zoals het er nu naar uitziet, gaat personeel van CSS-1 in april de<br />
Groene Module bij het MOC volgen. In week 25 staat een eenheidstraining<br />
gepland, waarbij we allerlei tactische onderwerpen<br />
gaan behandelen met onder andere: inrichten CSS-area, schools<br />
basic (militaire) vaardigheden behandelen en uitvoeren, terreinrijden<br />
en eventueel ZHKH.<br />
In het najaar gaat 1-Marnsbat een gecombineerde berg- en schiettraining<br />
uitvoeren in Schotland. De voorbereidingen hiervoor<br />
zijn in volle gang en ik probeer daarbij als CSS mee te gaan om<br />
voor de logistieke ondersteuning zorg te gaan dragen. Tussendoor<br />
zal er een lesprogramma komen, waarbij lessen door<br />
kaderleden zullen worden gegeven. Hierdoor verwacht ik dat<br />
het CSS zich verder kan ontwikkelen, waarmee we de logistieke<br />
ondersteuning kunnen blijven garanderen.<br />
Wat 2012 gaat brengen is afhankelijk van diverse factoren; bezetting<br />
arbeidsplaatsnummers, intenties naar aanleiding van de<br />
bezuinigingen, missie in Kunduz enzovoort. Wat ik net schreef;<br />
ingehaald door de geschiedenis, onzekerheid blijft een gegeven.<br />
Afsluiting<br />
Ik heb kort een beschrijving gegeven van de werkzaamheden<br />
van het CSS-1 tijdens de JAT 2011. Hierbij maakte ik melding van<br />
die activiteiten die door de afdelingen uitgevoerd worden. Met<br />
andere woorden hoe de logistieke ondersteuning in grote lijnen<br />
‘geregeld’ was. Ik verwacht dat ik u een summier beeld heb<br />
kunnen geven wat het CSS in Harstad gedaan heeft. Geen rocket<br />
science, maar toch zeer belangrijk. Want je kunt stellen dat als de<br />
logistiek niet klopt de commandant zijn missie, in dit geval een<br />
goede wintertraining, niet naar behoren kan uitvoeren.
Mariniers Opleidingscentrum<br />
Commandant: LTKOLMARNS P.J. de Vin, per 31 maart LTKOLMARNS J. ten Hove<br />
Opvolgend Commandant: MAJMARNS M. den Hartog<br />
Chef d’Equipage: AOOMARNALG E.G. Bergman<br />
Commando-overdracht<br />
Foto’s: Cees Baardman<br />
Donderdag 31 maart heeft luitenant-kolonel der mariniers<br />
P. J. de Vin het commando over het Mariniers Opleidingscentrum<br />
(MOC) overgedragen aan luitenant-kolonel der mariniers<br />
J. ten Hove. Na bijna 1,5 jaar het commando te hebben gevoerd<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
100<br />
over het opleidingscentrum van het Korps Mariniers, gaf overste<br />
de Vin het stokje over aan zijn opvolger.<br />
Overste ten Hove, voormalig opvolgend bataljonscommandant<br />
van het <strong>Tweede</strong> <strong>Mariniersbataljon</strong> in Doorn, staat een uitdagende<br />
taak te wachten. “Hij zal straks uitvoering moeten geven<br />
aan de gevolgen van de komende bezuinigingsoperatie”, meent<br />
de Vin. Een behoorlijke uitdaging, want de kwaliteit van de<br />
opleidingen moet gewaarborgd blijven. Het Korps heeft immers<br />
een naam hoog te houden waar het gaat om goed opgeleide<br />
militairen. “De vraag is: hoeveel water doe je bij de wijn?”. Zelf is<br />
de Vin van mening dat de organisatie ‘buigzaam en veerkrachtig<br />
als bamboe’ moet zijn: “zodra het weer kan moet de opleidingscapaciteit<br />
direct opgeschroefd kunnen worden met behoud van<br />
de kwaliteit”.<br />
Zelf kijkt de Vin tevreden terug op een interessante en leerzame<br />
periode. Hoewel het werk van een commandant nooit af is, kan<br />
hij tevreden zijn met het resultaat. “Defensie is een dynamisch<br />
bedrijf. Met de veranderingen die we de afgelopen jaren hebben<br />
ingezet, zoals Loopbaanlint en het modulair opleiden leveren we<br />
maatwerk en zijn we in staat tegemoet te komen aan de wensen<br />
van het bedrijf.” Na 1,5 jaar werd hij gevraagd voor een nieuwe<br />
functie, overigens wel in dezelfde branche. Als projectleider<br />
Loopbaanlint CZSK blijft hij nauw verbonden met het MOC en de<br />
Van Ghentkazerne waar een deel van de toekomstige mariniers<br />
bestaat uit mensen die al een gerichte vooropleiding hebben<br />
gevolgd aan een ROC.
EVO blok 10/5<br />
aspirant mariniers &<br />
aspirant onderofficieren<br />
Door: ELNTMARNS P.J.J. Brinkman<br />
Foto’s: EVO-kader<br />
Op 1 november 2010 zijn 119 cursisten<br />
begonnen aan de EMV/EVO in Rotterdam.<br />
Opleidingsblok 10/05 is gekenmerkt door<br />
een aantal veranderingen, het betreft de<br />
implementatie van competentie gerichter<br />
Competentiegericht opleiden<br />
Om ervoor te zorgen dat het KM-onderwijs<br />
zoveel mogelijk aansluit op het reguliere<br />
civiele onderwijs, is er door de HDP de<br />
opdracht gegeven om competentiegericht<br />
onderwijs als basis te laten dienen voor<br />
het onderwijs binnen defensie.<br />
Competentiegericht leren is ontstaan<br />
opleiden en de opkomst van veertig<br />
horizontale aspirant onderofficieren met een<br />
HAVO of MBO 4 opleidingsachtergrond.<br />
vanuit de noodzaak te anticiperen op een<br />
voortdurend veranderende omgeving. In<br />
het competentiegericht leren is, naast het<br />
overdragen van kennis, veel tijd ingeruimd<br />
voor de praktijkcomponent, om<br />
uiteindelijk de deelnemers als competente<br />
beroepsbeoefenaars neer te kunnen inzetten<br />
in de praktijk.<br />
Aspirant onderofficier<br />
Naast de invoering van meer competen-<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
101<br />
tiegericht onderwijs, zijn de eerste veertig<br />
aspirant onderofficieren begonnen aan de<br />
EMV/EVO. Het traject dat zij bewandelen,<br />
bestaat globaal uit het volgende: eerst<br />
wordt de aspirant onderofficier marinier<br />
1 algemeen door de EMV/EVO af te<br />
ronden. Na de EMV/EVO volgt de aspirant<br />
onderofficier de Praktische Schietinstructie<br />
(PSI) plus opleiding. Hierna wordt hij<br />
geplaatst bij een operationele eenheid<br />
om ervaring op te doen als marinier. Na
ongeveer een jaar operationele ervaring,<br />
gaat hij aan de slag met zijn takenboek.<br />
Na het afronden van het takenboek komt<br />
de aspirant onderofficier op voor de VVO.<br />
Het bovenstaande traject is op moment<br />
van schrijven nog in ontwikkeling en de<br />
exacte invulling van het takenboek moet<br />
nog zijn vaste vorm krijgen. Een mogelijke<br />
aanvulling op dit traject is het inbouwen<br />
van enige flexibiliteit over de duur van<br />
de operationele ervaring als marinier 1.<br />
Of de aspirant onderofficier acht zichzelf<br />
nog niet geschikt, of de organisatie acht<br />
de aspirant onderofficier nog niet geschikt<br />
om de VVO in te gaan. Op deze manier<br />
wordt de kwaliteit van instroom bij de<br />
VVO optimaal gewaarborgd.<br />
EMV/EVO<br />
De opbouw van de mariniersopleiding is<br />
verdeeld in twee modules. Eerst wordt de<br />
Eerste Militaire Vorming (EMV) afgerond<br />
waarna de cursist wordt bevorderd<br />
tot de stand van marinier der tweede<br />
klasse. Vervolgens moeten de cursisten<br />
de Elementaire Vak Opleiding doorlopen<br />
om bevorderd te worden tot marinier<br />
der eerste klasse algemeen. Blok 10-05 is<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
102<br />
op moment van schrijven zich aan het<br />
voorbereiden voor het eerste gedeelte<br />
van de amfibische training op Texel. De<br />
cursisten hebben nu het introductiebivak<br />
en de drie bivakken enkele man doorlopen.<br />
Het introductiebivak en de bivakken<br />
enkele man 1 en 2 staan in het teken van<br />
gewenning aan het militaire leven. Om de<br />
overgang van de burgermaatschappij naar<br />
het Korps vloeiender te laten verlopen,<br />
is er bewust voor gekozen de fysieke en<br />
mentale druk minder hoog te houden.<br />
Door deze ‘zachte landing’ probeert men<br />
de relatief grote uitval in de eerste fase<br />
tegen te gaan. Nadat de cursisten in de<br />
bovengenoemde bivakken hebben geleerd<br />
zichzelf te onderhouden en te verplaatsen<br />
door het bos, gaan ze verder met het bivak<br />
enkele man 3. Tijdens dit bivak worden<br />
de cursisten fysiek en mentaal zwaarder<br />
belast en krijgen ze meer operationele<br />
lessen aangeleerd als: Close Quarter Battle<br />
(CQB), Patrol Harbour (PH) routine en Fire<br />
and Manoeuvre. Door de fysieke en mentale<br />
zwaardere belasting ervaren de cursisten<br />
hoe om te gaan met vermoeidheid en het<br />
werken onder stress. Een van de doelstellingen<br />
van dit bivak is dat de cursist zijn<br />
grenzen op het mentale vlak verlegd.
Hieronder volgen een aantal reacties van<br />
cursisten tijdens de bivakken:<br />
Ondanks wat er werd gezegd door anderen,<br />
dook er elke keer toch weer een rood lampje<br />
op in de PH. Blijkbaar dacht iedereen dat ze<br />
die ene seconde wel even snel konden kijken.<br />
Het lijkt een beetje op Russisch roulette: 1 keer<br />
gesnaaid worden door het kader en iedereen is<br />
de pineut. En ja hoor, elke keer kregen we de<br />
kogel. En daar gingen we weer.<br />
Quote bivak verslag cursist enkele man 3<br />
Er zaten genoeg momenten bij dat ik eigenlijk<br />
liever op de bank wou zitten, maar uiteindelijk<br />
waren de zwaarste momenten de mooiste<br />
waarbij ik de eindmars vanaf het Kralingse Bos<br />
als mooiste heb ervaren.<br />
Quote bivak verslag cursist enkele man 3<br />
Ondanks de intensiteit van dit bivak zijn<br />
de reacties naderhand zeer positief. De<br />
cursisten ervaren heel goed wat slaapgebrek,<br />
stress en tijdsdruk doen met de<br />
inzetbaarheid van het individu in het<br />
algemeen en de eenheid in het bijzonder.<br />
Ervaringen<br />
Blok 10/05 is nu (maart) drie maanden<br />
bezig met de EMV. Het blok is ingedeeld<br />
op leeftijd. Op dit moment bestaat het<br />
blok uit vier klassen. Hierdoor zijn de mariniers<br />
3 en de aspirant onderofficieren bij<br />
elkaar ingedeeld. Er is gekozen om geen<br />
onderscheid hierin te maken, omdat beide<br />
groepen uiteindelijk aan dezelfde exameneisen<br />
(marinier 1 algemeen) moeten voldoen.<br />
Om toch de aspirant onderofficier<br />
mentaal meer te prikkelen, wordt deze<br />
vaker ingedeeld als er command appointments<br />
bekleed moeten worden, want er<br />
mag juist op dit vlak meer van deze groep<br />
verwacht worden dan van de marinier 3.<br />
Dit betekent niet dat er geen mariniers 3<br />
mentaal gestimuleerd wordt. Er geldt nog<br />
steeds dat ook binnen deze groep cursisten<br />
rondlopen die over de juiste competenties<br />
beschikken om versneld met het<br />
VVO traject te kunnen beginnen.<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
103<br />
Samenvattend<br />
Door de grote diversiteit in personeel en<br />
de invoering van meer competentiegericht<br />
onderwijs binnen het opleidingsblok zijn<br />
er veel uitdagingen.<br />
Voor iedere cursist moet er getracht<br />
worden om de lesstof geoptimaliseerd<br />
aan te reiken met in achtneming van het<br />
leerniveau. Daarnaast moet er een juiste<br />
balans gecreëerd worden zodat zowel de<br />
aspirant onderofficier als de marinier 3 fysiek,<br />
maar ook mentaal geprikkeld wordt<br />
op zijn eigen niveau.
Onderofficier worden<br />
bij een<br />
Door: SGTMARNALG S. Langenberg<br />
Foto’s VVO-kader<br />
Als het Korps Mariniers een elitekorps is en<br />
de onderofficier de ruggengraat van deze<br />
organisatie, dan begrijpt u wat het belang<br />
is van een degelijke onderofficiersopleiding.<br />
Het Korps Mariniers is een elitekorps. “Velen<br />
voelen zich geroepen, slechts weinigen zijn<br />
uitverkoren.” Volgens het woordenboek<br />
staat elite voor: het machtigste, rijkste en<br />
best opgeleide deel van de bevolking. Wij<br />
zijn uiteraard niet elitair in vergelijking met<br />
de burgers om ons heen, maar wij zijn dat<br />
wel in vergelijking met andere krijgsmachtonderdelen.<br />
Dat is in ieder geval wel wat<br />
deze eretitel suggereert. Maar wat betekent<br />
dit nu in de praktijk? Misschien zijn we<br />
elitekorps<br />
wel alleen maar ‘elite’ zolang de media en<br />
politiek dat over ons zeggen en schrijven.<br />
Hoe komt het dan dat dit, anno 2011 nog<br />
steeds over ons wordt geroepen? Door<br />
goede PR? En bereik je dat met foto’s uit<br />
Uruzgan van mariniers op de fiets of op<br />
patrouille met ezels? Ik betwijfel het, maar<br />
het Korps laat in ieder geval weten dat het<br />
nog bestaat en dat het creatief is; in staat<br />
om out of the box te opereren. Dus toch<br />
belangrijk dat dit soort nieuws ook naar<br />
buiten komt. Maar wat mijn inziens echt<br />
onderscheidend is, is het feit dat de marinierscompagnieën<br />
in Uruzgan, om nog even<br />
verder te borduren op dit voorbeeld, verhoudingsgewijs<br />
dagelijks heel veel patrouilles<br />
uitvoerden. Hiervan kreeg ik het gevoel van<br />
elite. Helaas heb ik daar nooit wat over kunnen<br />
lezen in de landelijke media.<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
104<br />
Wij hebben de officieuze eretitel van ‘elite’<br />
in het verleden verdiend en we dragen hem<br />
nog steeds. Ook de onaangename vermeldingen<br />
in het nieuws waarbij soms mariniers<br />
genoemd worden, hebben deze titel<br />
niet weg kunnen poetsen. Toch is de krachtige<br />
titel van ‘elite’, die zo nauw verbonden<br />
lijkt aan het Korps Mariniers, niet onvergankelijk.<br />
De echte reden waarom een krijgsmachtonderdeel<br />
deze eretitel draagt, is<br />
natuurlijk niet omdat de media of politiek<br />
dat hebben bepaald, maar om de simpele<br />
reden dat het een feit is. We hebben het<br />
zelf afgedwongen door onze manier van<br />
optreden. Als je het bent, gaat men zeggen<br />
dat je het bent, net zoals men het uitein-
delijk niet meer zal zeggen, wanneer je het<br />
niet meer bent. Denk daar maar eens over<br />
na. Ik denk zelf dan weer even aan mijn<br />
laatste uitzending naar Uruzgan en dan<br />
weet ik dat het Korps Mariniers het nog<br />
steeds waar maakt. Wij zijn een elitekorps<br />
en dat zijn we vanwege het ‘elite’ personeel<br />
op de werkvloer. Het zijn onze mensen die<br />
bepalen of ons bedrijf tot de elite behoort;<br />
het zijn onze mensen die bepalen of ons<br />
bedrijf zal blijven voortbestaan.<br />
Iedere marinier met een klein beetje realiteitszin<br />
weet overigens dat er nog steeds<br />
voldoende ruimte voor verbetering is als<br />
het om onszelf gaat. Tijdens uitzendingen<br />
en (internationale) oefeningen blijkt echter<br />
ook dat we het zo slecht nog niet doen. De<br />
kwaliteit van ons personeel werkt als een<br />
force multiplier. Ervaren personeel, breed<br />
gespecialiseerd, met de juiste mentaliteit<br />
(Esprit de Corps), dat, indien nodig, letterlijk<br />
en figuurlijk die extra mijl wil lopen ‘omdat<br />
het gewoon moet kloppen’. Met minder<br />
wordt geen genoegen genomen. Zo zijn we<br />
als marinier opgevoed en dat maken we<br />
nog steeds waar. Daarmee weten wij ons<br />
dus te onderscheiden.<br />
Met bovenstaande inleiding heb ik niet<br />
getracht het mariniersvuur in ons allen<br />
nog meer aan te wakkeren maar wil ik<br />
benadrukken dat het de kwaliteit van het<br />
personeel is dat ons maakt tot wat we zijn.<br />
Verkiest men bijvoorbeeld kwantiteit boven<br />
kwaliteit, dan lost dat op de korte termijn<br />
mogelijk problemen op maar zal op de<br />
langere termijn ‘de rekening gepresenteerd<br />
worden’. Het MOC moet natuurlijk ook<br />
met haar tijd mee, zodoende verandert er<br />
genoeg. Gelukkig weten we nog steeds de<br />
standaard te handhaven. Het MOC is de bakermat,<br />
vorming staat hoog op de agenda.<br />
Niet alleen voor de marinier 3 of de Potom<br />
cursist maar zeker ook voor de onderofficier<br />
in opleiding, de aanstaande korporaal van<br />
de mariniers. Velen van hen maken nog<br />
tientallen jaren deel uit van onze organisa-<br />
tie. U begrijpt wat dit voor verantwoording<br />
met zich meebrengt voor het kader van de<br />
VVO dat verantwoordelijk is voor het opleiden<br />
van de onderofficieren.<br />
In dit artikel wil ik u een ‘kijkje in de keuken’<br />
geven bij bureau VVO en u uitleggen hoe<br />
wij er in slagen up standard te blijven.<br />
Mochten de veranderingen van de afgelopen<br />
tijd aan uw aandacht ontsnapt zijn,<br />
dan bent u na het lezen van dit artikel in<br />
ieder geval weer redelijk op de hoogte.<br />
Allereerst kan ik u vertellen dat de VVO is<br />
verkort en in modules is opgesplitst. De CLS<br />
opleiding en de RTF opleiding (Troop Signaller)<br />
zijn al enige tijd verdwenen uit het<br />
leerplan. Dit zijn niet langer kwaliteiten die<br />
noodzakelijk worden geacht voor de korporaal.<br />
Natuurlijk wordt er van een korporaal,<br />
net zoals van alle manschappen en kaderleden<br />
binnen een operationele eenheid,<br />
verwacht dat hij kennis heeft van ZHKH en<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
105<br />
dat hij een radio kan bedienen. Derhalve<br />
komen dat soort lessen wel aan bod tijdens<br />
de VVO maar niet meer als volledige aparte<br />
opleiding (module). Wèl wordt er van een<br />
korporaal verwacht dat hij in het heetst<br />
van de strijd zijn geweergroepscommandant<br />
tactisch kan ondersteunen of zelfs de<br />
geweergroep kan overnemen. Het is dan<br />
ook niet wenselijk dat juist de korporaal<br />
degene is die bezig is met het verrichten<br />
van levensreddende handelingen waardoor<br />
zijn specifieke taak als 2IC tijdelijk komt te<br />
vervallen. Binnen elke geweergroep bevindt<br />
zich nu dan ook organiek een CLS opgeleide<br />
marinier.<br />
Maar met deze verkorting zijn we er nog<br />
niet. Het gedeelte van de VVO dat niet<br />
bij de gevechtsopleiding hoort, voorheen<br />
genoemd de ‘Oplooff’, is losgeweekt en<br />
wordt nu modulair elders belegd. Zo is de<br />
PSI geen vast onderdeel van de VVO meer.<br />
De PSI blijft echter een belangrijke module<br />
voor het verkrijgen van de tweede kras. De<br />
PSI valt nu binnen de opleiding tot Leidinggevend<br />
Marinier. De marinier kan zich gedurende<br />
zijn loopbaan als eersteklasser dus al<br />
ontwikkelen in de richting van de korporaal.<br />
Hij maakt daarmee een tussenstap die<br />
voorheen niet bestond. Uiteraard maakt<br />
niet iedere marinier daar kans op. Wanneer<br />
hij er aan toe is, gebeurt dit op voordracht<br />
van het kader. Bepalende factoren zijn: inzet,<br />
motivatie, zelfstandigheid, verantwoordelijkheid,<br />
fysieke en mentale geschiktheid<br />
en leidinggevende capaciteiten. Ook de<br />
Smvbo cursus Leiderschap & Communicatie<br />
behoort bij deze module, hetzelfde geldt
voor een twee weken durende inbreng van<br />
Instructeurs Begeleiding (K&I). Al met al<br />
duurt de opleiding Leidinggevend Marinier<br />
nu ongeveer tien weken. Voorheen maakten<br />
al deze modules onderdeel uit van de<br />
Oploof. Binnenkort worden de hiervoor<br />
genoemde modules samengevoegd en<br />
ondergebracht in de nieuwe opleiding<br />
Primaire Kader & (Schiet) Instructeuropleiding<br />
(PKSI).<br />
Een ander gedeelte van het lessenpakket<br />
dat voorheen in de Oplooff werd<br />
aangeboden is nu ondergebracht in het<br />
zogenaamde Takenboek. Vanaf dit voorjaar<br />
wordt dit specifieke lessenpakket in Doorn<br />
aangeboden en de ‘testen’ afgenomen<br />
door het (eigen) operationele kader, onder<br />
begeleiding van een takenboekcoördinator.<br />
De taken die moeten worden afgetekend<br />
zijn infanterie-exercitie, kaart & kompas,<br />
VBD en fysiek profiel. Voor meer informatie<br />
verwijs ik u naar de MOC intranetsite.<br />
Last but not least resteert natuurlijk de<br />
gevechtsopleiding. Alle modules zijn<br />
belangrijk, maar voor de aankomend junior<br />
leader is dit naar mijn mening toch wel de<br />
belangrijkste. De essentie van ons werk<br />
wordt in de periode ‘gevechtsopleiding’<br />
samengevat. Als men in het hoogste geweldspectrum<br />
kan optreden en het hoofd<br />
kan koel houden, dan kan men dat ook in<br />
lagere geweldsspectra. Bijvoorbeeld als er<br />
in plaats van het ‘gevecht’ opgetreden moet<br />
worden in de rol van hulpverlener, ordehandhaver<br />
of trainer/instructeur.<br />
De gevechtsopleiding is de enige module<br />
die daadwerkelijk wordt verzorgd door het<br />
VVO-kader en duurt achttien weken, waarvan<br />
men er acht in het veld zit (inclusief<br />
drie weekenden). De bivakken zijn: KaKo,<br />
Section Battle Drills, Patrouillegang, OVG en<br />
een eindoefening. Deze laatste periode van<br />
achttien weken vormt de VVO (Voortgezette<br />
Vak Opleiding). Alle modules bij elkaar<br />
vormen de onderofficiersopleiding.<br />
U bent nu weer helemaal op de hoogte van<br />
het laatste nieuws over de inhoud van de<br />
onderofficiersopleiding. Maar dat is niet<br />
het enige wat veranderd is ten opzichte van<br />
‘vroeger’. Een ander verschil is het aantal<br />
cursisten. In de gangen van het<br />
MOC gebouw hangen aan de muur alle<br />
VVO blokfoto’s vanaf het einde van de<br />
vorige eeuw. Eén foto springt er tussen uit<br />
en dat is de meest recente, de foto van blok<br />
2010-01. Daar treft men namelijk meer dan<br />
zestig (geslaagde) cursisten op aan.<br />
Dat aantal wordt op geen enkele foto geevenaard,<br />
nog niet bij benadering. Mogelijk<br />
zal dat wel gebeuren als de foto van VVO<br />
Blok 2010-02 wordt opgehangen. Deze VVO<br />
draait op het moment van schrijven nog en<br />
zal halverwege april dit jaar afgerond zijn.<br />
Op dit moment (maart) nemen er nog meer<br />
dan tachtig mariniers deel aan de opleiding.<br />
Dat zijn nog eens aantallen!! Zoals<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
106<br />
een ieder wel heeft gemerkt kampen we al<br />
langere tijd met een aanzienlijk tekort aan<br />
kader, vooral korporaals en sergeanten. In<br />
de slechtste periode stonden er zelfs ongeveer<br />
vierhonderd arbeidsplaatsen open in<br />
die laag van de onderofficiersgemeenschap.<br />
Op dat moment was de interesse van<br />
manschappen in de VVO overigens nihil.<br />
Er moest dus wat gaan veranderen. Door<br />
een knap stukje werving is het denkproces<br />
van de marinier eerste klas gelukkig in<br />
positieve zin veranderd ten aanzien van het<br />
korporaalschap. Dit resulteerde in een groot<br />
aantal aanmeldingen voor de korporaalsopleiding.<br />
Na het aannemen van extra (TTW)<br />
instructeurs bij bureau VVO zijn we aan<br />
de slag gegaan om het kadertekort bij het<br />
Korps Mariniers in te lopen, en met succes.<br />
Op dit moment is de inhaalslag nog in volle<br />
gang. Ook de in mei startende VVO bestaat<br />
uit een groep van ongeveer negentig<br />
mariniers. De kwaliteitsbewaking bij een<br />
zo grote groep is een regelrechte uitdaging.<br />
De contactperiode tussen VVO-instructeur<br />
en cursist is veel korter dan voorheen,<br />
daarbij is het aantal cursisten ook nog eens<br />
veel groter. Het risico dat men loopt, is dat<br />
een cursist die nog niet gereed is voor het<br />
korporaalschap, mogelijk door de mazen<br />
van het net glipt omdat hij op de juiste<br />
momenten (examens) weet te pieken of<br />
een toevalstreffer scoort.<br />
Anderzijds zou het kunnen dat een cursist<br />
met veel potentie niet voldoende begeleidt<br />
kan worden en derhalve de opleiding niet<br />
met succes weet af te ronden. Dat zijn<br />
echter calculated risks die, in de meeste<br />
gevallen opgevangen kunnen worden. Deze
mogelijke uitzonderingen wegen echter<br />
bij lange na niet op tegen de positieve<br />
spinn-off die de instroom van veel nieuwe<br />
kaderleden met zich meebrengt.<br />
Er wordt door de instructeurs intensief<br />
overlegd en genotuleerd gedurende de<br />
gehele opleiding om te voorkomen dat<br />
cursisten uit het oog worden verloren.<br />
Een mogelijke valkuil van deze grootschalige<br />
aanpak is dat de o zo noodzakelijke<br />
vorming erbij inschiet. Tot op heden loopt<br />
de vorming echter nog steeds als een rode<br />
draad door de gehele opleiding. De grootste<br />
slag voor wat betreft vorming moet al<br />
gemaakt zijn in de EVO. Toch blijkt gedurende<br />
de VVO dat sommige cursisten weer<br />
enigszins gereset moeten worden. Een negen<br />
tot vijf mentaliteit is soms, vooral in het<br />
begin van de opleiding, overheersend. Dan<br />
leeft bij sommigen het idee dat rechten<br />
profileren boven plichten. Interesses liggen<br />
tegenwoordig vaker buiten de poort dan<br />
dat vroeger het geval was. Dat hoort nou<br />
eenmaal bij deze tijd, maar het is belangrijk<br />
dat de tijdgeest de korpsgeest niet inhaalt.<br />
Hiermee wil ik u zeker niet de indruk geven<br />
dat de gemiddelde VVO-cursist ondermaats<br />
of met de verkeerde instelling aan de op-<br />
leiding begint. Mijn ervaring is juist dat het<br />
gemiddelde beginniveau hoger ligt dan dat<br />
ik verwachtte toen ik als instructeur bij de<br />
VVO begon, zowel voor wat betreft mentaliteit<br />
als basisvaardigheden. Na het doorlopen<br />
van alle modules, met als afsluiting de<br />
gevechtsopleiding is de cursist meer dan<br />
gereed voor zijn taak als opvolgend geweergroepscommandant.<br />
De korporaal van de<br />
mariniers is een onderofficier die besluiten<br />
kan nemen onder tijdsdruk, op basis van<br />
onvolledige informatie en zo nodig onder<br />
extreme omstandigheden.<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
107<br />
Op het gevechtsveld dat beheerst wordt<br />
door chaos, onzekerheid en frictie houdt<br />
dat in dat deze junior leader in fracties<br />
van seconden beslissingen moet kunnen<br />
nemen die het verschil maken tussen leven<br />
en dood. Om ‘te overleven’ moet hij zichzelf<br />
dan ook wel een logische denktrend onder<br />
stress eigen gemaakt hebben (actie intelligentie).<br />
Als goed leider dient hij naast deze<br />
hoge mate van taakgerichtheid ook oog te<br />
behouden voor de mensen die voor hem<br />
werken en aan hem toevertrouwd zijn.
Panzerfaust!” Een vijandelijk doel is gespot in de diepte. Een mari-<br />
nier komt met de Panzerfaust naar voren gesneld, klaar om het<br />
doel uit te schakelen. Een harde knal klinkt. De twee secties in het<br />
Platoon RV maken zich gereed om een linker omvatting te doen<br />
op de vijandelijke schietschijven. We bevinden ons met de Potom<br />
eindoefening in Wales, de Sennybridge Training Area (Senta) om<br />
precies te zijn.<br />
Door: KADBM S.M.A. van Grotel en KADBM D.J.A. de Jong.<br />
Foto’s: KPLMARNALG J. de Wolf<br />
De drieweekse eindoefening van de Potom begon op maandag<br />
21 februari in Wales, na eerder met een deel van de kersverse<br />
mariniers uit Rotterdam de oversteek naar het Verenigd Koninkrijk<br />
te hebben gemaakt. De eerste week bestond, voor de toen<br />
nog zeventien aspirant-officieren, uit de Live Fire Tactical Training<br />
2 (LFTT 2) waarbij platoon battle runs werden uitgevoerd in het<br />
heuvelachtige terrein van Wales. De week erna was de daadwerkelijke<br />
eindoefening, de tactische oefening Golden Crucible. De<br />
Praktische Opleiding Tot Officier der Mariniers<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
108<br />
laatste week werd doorgebracht op het Royal Marines Commando<br />
Training Centre (RM CTC) in Lympstone waar diverse commandotesten<br />
werden afgelegd, waaronder de 30 miler.<br />
LFTT 2<br />
De eerste dag werd voor de Potom weer even teruggeschakeld<br />
naar sectieniveau, om zo de mariniers uit Rotterdam te laten<br />
wennen aan de samenwerking met de Potom. Na het justeren van<br />
de wapens begint de eerste sectieaanval. De battle run wordt fel<br />
uitgevoerd en vanaf het eerste schot wordt er keihard gewerkt.<br />
Kuilen worden dekkingen, rivieren zijn gedekte naderingsmo-<br />
(Potom)
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
109<br />
gelijkheden en de stalen schijven onze ergste vijand. Van de<br />
scherfgranaat en geplaatste bajonet wordt dankbaar gebruik<br />
gemaakt om tijdens de fighting through de vijand uit te schakelen.<br />
Nat, bezweet en helemaal rood gekleurd door de rode kleigrond<br />
ligt de geweergroep in dekking voor de reorganisatie, om alweer<br />
vuur uit te moeten brengen op het zojuist opgekomen doel in<br />
diepte.<br />
Na deze dag begon dan het echte pelotonswerk. Per dag werd er<br />
een andere schietbaan aangedaan met elk zijn mogelijkheden en<br />
beperkingen. Sommige banen hadden bijvoorbeeld hindernissen,<br />
andere hadden gepantserde doelen en bunkers. Voor de Potomcursisten<br />
was dit de eerste keer dat ze tijdens een hasty attack met<br />
de enablers van het Vuursteunpeloton mochten werken. Tijdens<br />
LFTT 2 werd de Potom ondersteund door een marksman- en 60<br />
mm mortierteam van 23-Infcie en een sectie Assault Engineers (AE).<br />
Voor de aspirant-officieren was dit uitdagend en ook zeer leerzaam.<br />
Het vraagt meer tactisch inzicht en command & control dan<br />
wanneer men alleen een organiek peloton heeft. De cursisten<br />
die een command appointment als pelotonscommandant hadden<br />
maakten dan ook dankbaar gebruik van de ondersteuning en de<br />
expertise van de specialisten.<br />
Twee keer werden er ‘s nachts offensieve operaties met scherp<br />
uitgevoerd. Eenmaal een nachtelijke hinderlaag en eenmaal een<br />
deliberate night attack. Niet alleen de nachtelijke aanvallen zelf,<br />
maar ook de routes naar het doel zorgden voor de nodige lessons<br />
learned. Het uitdagende terrein met de vele riviertjes, gully’s en<br />
zicht beperkt tot één meter vanwege het ontbrekende restlicht<br />
maakte de route naar het doel tot een uitdagende onderneming.<br />
Na vele, soms vermakelijke, glij- en valpartijen werd dan toch de<br />
locatie bereikt en kon de nachtelijke aanval beginnen.
Golden Crucible<br />
Zaterdag, na de veiligheidsbriefing, ontvingen de eerste aspirant-officieren<br />
hun command appointments. De Potom werd<br />
onderverdeeld in een compagnie bestaande uit een staf en drie<br />
pelotons. De ondersteuning bestond uit mariniers van 23-Infcie<br />
en een zojuist afgerond EVO-blok uit Rotterdam. Ook gedurende<br />
deze oefening werden de pelotons ondersteund door de enablers<br />
van het Vuursteunpeloton en een AE-sectie. Oefening Golden<br />
Crucible kende een counter insurgency (COIN) scenario waarbij er<br />
overdag framework operations werden uitgevoerd. ’s Nacht vonden<br />
er voornamelijk kinetische operaties plaats, gericht tegen de<br />
insurgents.<br />
Op zondag verplaatsten de drie pelotons zich naar hun patrol<br />
bases (PB) in het gebied. Verschillende boerderijen werden ingenomen<br />
en vanuit daar werd er gepatrouilleerd in het gebied om<br />
de situational awareness (SA) en situational understanding (SU) te vergroten.<br />
Al snel werden de eerste contacten gelegd met de lokale<br />
bevolking en voerden de insurgents acties uit tegen de patrouilles<br />
en PB’s. Na last light voerden de drie pelotons verschillende offensieve<br />
operaties uit waarbij verschillende insurgent elementen<br />
werden uitgeschakeld.<br />
Na enkele dagen kwamen de pelotons als compagnie bijeen in<br />
het dorp Cilieni Vilage. Elk peloton betrok een Platoon House en<br />
had zijn eigen area of responsibility (AOR) in het dorp. Gedurende<br />
de framework patrols werd regelmatig contact gelegd met de lokale<br />
bevolking. De pelotons moesten snel kunnen schakelen van een<br />
laag naar hoog geweldsspectrum, want de dreiging van insur-<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
110<br />
gents was alom aanwezig. Voor het verbeteren van de contacten<br />
met de lokale bevolking werden er regelmatig key leader engagements<br />
(KLE) uitgevoerd door de OCC en CSM van de compagnie.<br />
Op compagniesniveau vervulden de aspirant-officieren de func-
ties van CSM en opvolgend compagnies commandant (OCC). Dit<br />
gaf de cursisten een stuk extra bewustwording over de coördinatie<br />
en informatiestromen tussen de pelotons en de compagniesstaf,<br />
wat voorheen minder duidelijk was. Dit omdat er soms situaties<br />
voorkwamen die op hoger niveau gecoördineerd moesten<br />
orden. Bij een IED-strike was de aansturing vanuit de compagniesstaf<br />
belangrijk omdat door deze onvoorziene situatie de pelotons<br />
door elkaars AOR moesten bewegen.<br />
De dreiging van pressure plate improvised explosive devices (PP IEDs)<br />
was gedurende de hele oefening Golden Crucible aanwezig en<br />
dit resulteerde enkele malen in een ‘find’ dan wel ‘strike’. Bij deze<br />
scenario’s werd het belang van ondersteuning door AE goed duidelijk.<br />
Ook bij het doorzoeken en zuiveren van verdachte huizen<br />
kwamen de AE in actie, wat het plaatje compleet maakte.<br />
Op woensdag vond een compagniesactie plaats waarbij ieder<br />
peloton een huis moest zuiveren binnen zijn AOR. Bij first light<br />
vielen de pelotons de huizen binnen, waarna al gauw een fel<br />
uurgevecht ontstond. Deze acties waren succesvol en hadden<br />
tot gevolg dat Cilieni Village vrij van insurgents was. Intell gaf<br />
vervolgens aan dat een laatste groep insurgents zich ophield in<br />
het dorp Village One. De daarop volgende compagniesaanval was<br />
tevens de eindaanval van oefening Golden Crucible. Eén peloton<br />
moest twee bospercelen in de omgeving van Village One zuiveren<br />
middels fighting in woods and forest (Fiwaf). Vervolgens voerde<br />
de rest van de compagnie een forward passage of lines (FPOL) uit<br />
en startte de daadwerkelijke aanval op het dorp. Na twee uur<br />
van hevige gevechten werden omstreeks 10.20 uur op vrijdag de<br />
bevrijdende woorden ‘Endex Endex Endex’ geroepen, wat het einde<br />
van de oefening Golden Crucible betekende.<br />
Commando Training Centre (CTC)<br />
De laatste week van de eindoefening werd doorgebracht op het<br />
CTC. De Potom-cursisten legden deze week de verschillende<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
111<br />
fysieke testen af die de Royal Marines (RM) moeten halen voor<br />
hun groene baret. De eerste twee dagen werden de aspirantofficieren<br />
door de RM sportinstructeurs over de Tarzan en Assault<br />
Course gejaagd. Dinsdagmiddag volgde de Endurance Course. Een<br />
zware hindernisbaan bestaande uit diverse waterhindernissen<br />
en tunnels in de bossen van Woodburry Common. Woensdag<br />
was de ´rustdag´ en werd de Potom een dag geëntertaind door<br />
de ML´ers van het CTC; een standdag in de quarry Fogging Tor<br />
waarbij werd afgedaald en geklommen.<br />
Deze week werd afgesloten met de 30 miler in het uitdagende terrein<br />
van Dartmoor. In twee dagen werd de bijna vijftig kilometer<br />
met volledige derde lijn afgelegd. Onder begeleiding van Schotse<br />
doedelzakspelers liepen de zestien aspirant-officieren het laatste<br />
bruggetje over om daar de felicitaties in ontvangst te nemen van<br />
het Potom kader. De Potom zat er op!
Snipertraining<br />
Door: ELNTMARNS M. Brouwer, PC 14/24 Verkpel<br />
en SMJRMARNALG D. Neelen, HI Sniperopl. MOC<br />
Foto’s: Cees Baardman<br />
Duitsland<br />
Een niet veel voorkomende situatie ontstond<br />
in het laatste kwartaal van 2010. Ongewenst,<br />
omdat er vanwege een tekort aan<br />
Barrett munitie een opleiding niet door kon<br />
gaan, gewenst omdat er een trainingsmogelijkheid<br />
ontstond. Vanwege het cancellen<br />
van één van de twee opleidingen, waren de<br />
faciliteiten en randvoorwaarden beschikbaar<br />
om de snipers van het MOC en MTC samen<br />
te laten trainen. Op vrij korte termijn<br />
is in samenspraak met MOC bureau sniper<br />
een twee weken durende training opgezet.<br />
Een situatie die te weinig voorkomt helaas,<br />
maar wel zijn vruchten heeft afgeworpen.<br />
Zo had de opleider de mogelijkheid om te zien wat de status is van de snipers welke ze<br />
eerder heeft opgeleid. En vice versa werden<br />
de opgeleide snipers weer geconfronteerd<br />
met de procedures zoals ze aangeleerd<br />
worden. Munitie, wapens en optieken hadden<br />
de snipers zelf bij zich, de schietbaan-<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
112<br />
organisatie, veiligheid, accommodatie en<br />
aanverwante zaken werden geleverd vanuit<br />
het MOC. Gezien het overvolle programma<br />
van het instructieteam van MOC zal dit<br />
slechts op onregelmatige basis en zelden in<br />
het programma terugkeren. Het is absoluut
van belang daar waar de mogelijkheid zich<br />
aandient om deze trainingen vaker te laten<br />
terugkeren. Eventueel aangevuld met het<br />
trainen van de designated marksman van de<br />
vuursteunpelotons.<br />
De training is opgezet in nauwe samenspraak<br />
met de scout snipers (scout staat<br />
voor het uitvoeren van verschillende<br />
verkenningstaken) van de verkenningspelotons<br />
en de instructiegroep sniper (MOC).<br />
Een logische opbouw binnen bepaalde tijd<br />
moest er toe leiden dat de gestelde doelstellingen<br />
werden behaald. In de operatieorder<br />
van het Verkenningspeloton was door<br />
de PC het volgende bepaald: The end state I<br />
want to achieve is that all (combined) sniper<br />
teams are proficient with sniper skills and<br />
drills at level 1 (pair).<br />
Mede door de instroom van enkele nieuwe<br />
marinier snipers, de komst van nieuwe sec-<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
113<br />
tionleaders en de recente uitzendingen was<br />
het nodig om te starten op het laagste niveau.<br />
Ook waren de wapens en bijbehorende<br />
optieken, na de verschillende rotaties in<br />
Uruzgan, intern het MTC opnieuw verdeeld.<br />
Behalve de schiettechnische meerwaarde<br />
heeft een moment als deze training tevens<br />
als voordeel dat alle organieke snipers voor<br />
bepaalde tijd bij elkaar zijn. De praktijk leert<br />
dat zij veelal ondersteuning leveren tijdens<br />
eenheidstrainingen maar slechts zelden<br />
organiek kunnen optreden.<br />
Het schietprogramma begon zoals gebruikelijk<br />
met het justeren van de wapens. Aansluitend<br />
volgde het verzamelen van data bij<br />
diverse afstanden, met en zonder demper.<br />
Tevens werd de aanvangssnelheid (V0)<br />
gemeten om de toestand van de loop te bepalen.<br />
De methode en nauwkeurigheid van<br />
het wapenonderhoud had op deze waarde<br />
een grote invloed. Na de benodigde data<br />
te hebben verzameld werd begonnen met<br />
het vuren op onbekende afstanden (UKDshoots).<br />
Hierbij komt het aan op de juiste<br />
schutter-observer dialoog, het gebruik van<br />
de juiste volgorde, en het correct bepalen<br />
van de afstand. Het gebruikmaken van de<br />
diverse middelen om afstanden te bepalen,<br />
het maken van een schets en het coderen<br />
van de targets is de basisvoorbereiding voor<br />
het juist uitvoeren van de UKD-shoot. Dit<br />
werd beoefend op diverse afstanden (tot<br />
1000 meter). Ook werd er ruim aandacht
esteed aan optreden in en vanuit een<br />
urban setting. Hoe een OP (Observation<br />
Post) of een FFP(Final Firing Position) in een<br />
woning in te richten, hoe te camoufleren,<br />
wat zijn je dekkingen en ontsnappingsroutes,<br />
welke methoden gebruiken we om een<br />
gebouw te clearen of juist niet, enzovoort.<br />
Aansluitend volgden de schietseries met<br />
alternatieve schiethoudingen vanuit een<br />
huis, waarbij ook aandacht werd besteed<br />
aan de methoden en berekeningen voor<br />
de loop-hole shoot. Dit is het schieten door<br />
een al bestaande of zelf gecreëerde kleine<br />
opening. De schutter ligt op een dusdanige<br />
afstand van deze opening dat hij de afstand<br />
tot de opening door middel van een ingewikkelde<br />
formule zal moeten berekenen<br />
zodat zijn projectiel exact door de kleine<br />
opening gaat zonder de zijkanten van de<br />
opening te raken. Deze methode geeft de<br />
schutter zeer veel zicht en vuurdekking.<br />
De voorgaande series werden allen uitgevoerd<br />
met de Accuracy. De Barretts van het<br />
Verkenningspeloton waren namelijk nog<br />
in onderhoud en ook de munitie was niet<br />
beschikbaar. Door het MOC werden een<br />
aantal Barretts en munitie beschikbaar<br />
gesteld om toch te kunnen trainen met dit<br />
wapensysteem. Er werden onder andere<br />
‘gecoördineerde schoten’ en sectievuur drills<br />
uitgevoerd.<br />
Afgewisseld met de schietseries werden<br />
er nevenactiviteiten ontplooid. De eerste<br />
twee dagen lag de focus op sign awareness<br />
van de scout sniperteams. Hierbij worden<br />
de sniperteams attent gemaakt op de<br />
verschillende sporen die de vijand maar ook<br />
die ze als team zelf achterlaten. Hiervoor<br />
was een kleine instructiegroep van het KC<br />
MOX meegereisd. Dit soort training is reeds<br />
in de vorige QPO beschreven, daar ga ik nu<br />
verder niet op in. Daarnaast waren er lessen<br />
en oefeningen in onderhoudsmethodiek,<br />
camouflage, ballistiek en sniper employ-<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
114<br />
ment, voldoende om zowel het dag- als het<br />
avondprogramma te vullen.<br />
Er is aan de hand van deze training een<br />
actielijst opgesteld met zeventien actie-
punten. Hierbij valt te denken aan aanschaf<br />
van middelen, verbeteren van wapensystemen<br />
en het onder de aandacht brengen<br />
van de capaciteiten van de snipers binnen<br />
de bataljons. Dit laatste punt is naar mijn<br />
mening één van de meest belangrijke<br />
op dit moment. Binnen ons operationele<br />
concept is de inzet van snipers nog redelijk<br />
prematuur. Voor mij, als één van de sniper<br />
employment officers, is een schone taak<br />
weggelegd om de capaciteiten, beperkingen<br />
en de rol van snipers meer onder de<br />
aandacht te brengen. Onbekend is tenslotte<br />
vaak onbemind.<br />
Scout snipers zijn binnen het MTC alleen<br />
belegd bij de verkenningspelotons. Alleen<br />
deze eenheden beschikken over de benodigde<br />
middelen. In principe worden snipers<br />
ingezet en aangestuurd door de PC van<br />
het verkenningspeloton, S2 en S3. Tot op<br />
bepaalde hoogte zijn ze self supporting,<br />
zelfstandig, eventueel beveiligd door recceteams<br />
en in staat doelen uit te schakelen<br />
of te ontregelen tot op grote afstanden.<br />
De opdracht bestaat onder andere uit het<br />
uitschakelen van geselecteerde doelen en/<br />
of gelegenheidsdoelen, vergaren van informatie<br />
of een combinatie hiervan.<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
115<br />
Uitreiking Diploma<br />
Trainer-coach NBB<br />
Tijdens de studiedag sportinstructeurs op<br />
21 oktober 2010 heeft de voorzitter van<br />
de commissie opleidingen van de Nederlandse<br />
Boksbond, René Braad, het diploma<br />
trainer-coach uitgereikt aan smjrmarnalg<br />
P.K.A de Oude.<br />
Na het behalen van het diploma NBB<br />
Bokstrainer in 2008 is smjrmarnalg De<br />
Oude direct geplaatst als Senior Instructor<br />
op FT&S te Rotterdam, waar sindsdien het<br />
boksen weer terug gebracht is in de EVO.<br />
Omdat het behalen van het trainer-coach<br />
diploma meer inhoudt dan alleen het<br />
geven van diversen bokslessen blijkt uit<br />
de duur van het te volgen traject: achttien<br />
maanden. Het begeleiden van een<br />
wedstrijdbokser in de competitie, het<br />
organiseren van een evenement(en) en het<br />
schrijven van een periodiseringplan zijn<br />
een belangrijk onderdeel van de opleiding<br />
geweest.<br />
Door het organiseren van bokspartijen tijdens<br />
de Korpsvieringen in de Van Ghentkazerne,<br />
hebben al velen kunnen ervaren,<br />
dat de bokssport binnen het Korps nog<br />
steeds leeft en met veel enthousiasme<br />
wordt ontvangen. Door het behalen van<br />
dit diploma mag FT&S zelfstandig, zonder<br />
instructeurs van de Nederlandse Boksbond,<br />
gaan opleiden en coachen.<br />
Door zijn kennis en enthousiasme is<br />
smjrmarnalg de Oude ook opgevallen<br />
bij de Nederlandse Boksbond en opgenomen<br />
binnen de commissie opleidingen.<br />
Samen met collega trainer-coaches volgt<br />
hij bij de Academie voor Sportkader (ASK)<br />
te Papendal de opleiding PVB 1 (Proeven<br />
van Bekwaamheid) beoordelaar waarbij<br />
na certificering, de FT&S organisatie een<br />
gecertificeerde PVB beoordelaar rijker is.<br />
1 De NBB is na voltooiing de eerste Nederlandse bond die<br />
gecertificeerde PVB beoordeelaars gebruikt bij het afnemen<br />
van PVB’s binnen de opleidingen van de NBB.
Eindoefening<br />
Operatie<br />
VVO 10-02:<br />
Pheasant<br />
Door: MARN1ALG J.G.J. Ham<br />
Foto’s: Cees Baardman en VVO-kader<br />
Zondagavond 3 april om 21.00 uur verzamelen 78 mariniers zich in de Johan de<br />
Witt-zaal op de Van Ghentkazerne te Rotterdam. De eindoefening van VVO 10-02<br />
gaat beginnen en start met de Opord van Operatie Pheasant, gegeven door sergeant<br />
Langenberg. Samenvattend kan ik stellen dat het scenario van de eindoefening zich<br />
zal afspelen in de omgeving van Brabant en Limburg met uiteraard verschillende<br />
soorten verplaatsingen. In deze regio’s bevinden zich drie TAI’s (Target Area of Inte-<br />
rest) die onder controle gebracht of ingenomen dienen te worden.<br />
In de week voor de eindoefening is er<br />
reeds een indeling gemaakt van twee pelotons<br />
en de bijbehorende functies hierin<br />
die gedurende de gehele eindoefening<br />
zullen rouleren. Hiervoor zijn de verschillende<br />
klassen binnen de VVO (A t/m F)<br />
compleet door elkaar geschud en wordt<br />
de Opord ook duidelijk gericht aan de aan-<br />
gestelde PC’s, OPC’s en zijn IC’s, die dus<br />
ook vooraan in de zaal plaatsnemen. Na<br />
de Opord en een vragenrondje beginnen<br />
we om 23.00 uur met de voorbereidingen<br />
voor de eindoefening. Deze bestaan uit<br />
het verdelen van de diverse wapens en de<br />
groepsuitrusting, het beladen van trucks<br />
en het ophalen van de voeding voor 72<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
116<br />
uur selfsupporting. De voorbereidingen zijn<br />
rond 02.00 uur afgerond waarna iedereen<br />
nog even kan rusten tot 06.30 uur, namelijk<br />
aanvang ontbijt.<br />
Na een korte nachtrust en het ontbijt staat<br />
een ieder op maandagochtend 08.00 uur<br />
met zijn uitrusting, klaar voor vertrek,
op het exercitieterrein. Na een laatste<br />
(motiverende) toespraak van kaptmarns<br />
Hellendoorn (Hoofd Opleidingseenheid<br />
VVO), verplaatsen wij ons naar de Maas<br />
aan de achterzijde van de Vgkaz. Hier<br />
embarkeren we in een LCU die ons naar<br />
de Biesbosch brengt. Op de LCU kan er<br />
nog wat gerust worden en de PC’s en IC’s<br />
bereiden wat zaken voor wanneer wij<br />
aan land zullen gaan. Om circa 13.00 uur<br />
vaart de LCU het gebied in waar wij per<br />
peloton PH’s zullen inrichten. Voor 2-pel<br />
vinden de eerste missies direct die avond<br />
plaats. Het doel is de Vaarschool in de omgeving<br />
van de Biesbosch, TAI 1. Het doel<br />
dient eerst geobserveerd te worden door<br />
drie OP’s om op deze wijze informatie te<br />
kunnen verzamelen over vijand en terrein<br />
voor een Voorbereide Aanval.<br />
Nadat de IC’s van 2-pel hun secties hebben<br />
gebrieft, worden de drie OP-teams met<br />
LCRM’s en bij duisternis tactisch afgezet.<br />
De OP-teams hebben ongeveer twintig uur<br />
geobserveerd en hun bevindingen door<br />
tactisch radioverkeer kunnen bekendmaken<br />
aan de PC van 2-pel. Aan de hand van<br />
deze gegevens maakt de PC een order, voor<br />
een Voorbereide Aanval, op de Vaarschool,<br />
en brieft deze order aan de PC van 1-pel<br />
en zijn peloton op dinsdagavond. 1-Pel zal<br />
de aanval namelijk uitvoeren. Om 23.00<br />
uur embarkeren wij weer aan boord van<br />
de LCU om richting het doel te varen.<br />
Onderweg stapt het manoeuvre-element<br />
over op de LCRM’s en het vuursteunelement<br />
(3 x MAG) ligt op de klep van LCU.<br />
Om exact 00.00 uur is het H-Hour en landt<br />
het manoeuvre-element op het strandje<br />
van de Vaarschool. Doordat er agressief<br />
en snel wordt gehandeld is het doel rap<br />
genomen.<br />
Na de consolidatie worden de functies<br />
PC’s, IC’s, et cetera gewisseld en krijgen<br />
andere mariniers de leiding. Na wat<br />
onderling wisselen van diverse uitrusting,<br />
vanwege de functiewisselingen, is het<br />
ASAP instijgen in de Walibi’s en verplaatsen<br />
naar Ossendrecht. In deze omgeving<br />
is er namelijk een piloot gecrasht en hij<br />
dient uiteraard gevonden te worden.<br />
In Ossendrecht worden er wederom per<br />
peloton PH’s betrokken en gaan er diverse<br />
verkenningspatrouilles uit om de piloot te<br />
vinden. Tevens komt er via de verkenningen<br />
informatie binnen dat er zich in het<br />
gebied een RAT-line (Resupply And Transition)<br />
van de vijand bevindt. Zodoende dient<br />
deze RAT-line geobserveerd te worden<br />
door kleine teams uit het peloton en<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
117<br />
dienen zij een geschikte locatie voor een<br />
hinderlaag te vinden. De PC’s bereiden<br />
hun order voor om tweemaal een pelotonshinderlaag<br />
uit te voeren. Deze orders<br />
worden donderdag vroeg in de ochtend gegeven<br />
aan de pelotons. Hierna betrekken<br />
de twee pelotons rond 05.00 uur ieder een<br />
eigen hinderlaagpositie. De hinderlagen<br />
worden scherpgesteld en een aantal uren<br />
later worden beide hinderlagen agressief<br />
gesprongen op een vijandelijke truck.<br />
Donderdagmiddag wordt pelotonsgewijs<br />
gemarst van Ossendrecht naar de Rucphense<br />
Heide. De pelotons lopen niet als<br />
geheel, maar per geweergroep en staf. De<br />
pelotons komen weer samen op de Rucphense<br />
Heide middels een RV-linkup. Donderdagnacht<br />
worden er twee PH’s betrokken<br />
door de pelotons en gaan er vrijwel<br />
direct drie verkenningen per peloton uit.<br />
Deze verkenningen moeten informatie<br />
verzamelen over mogelijke aanwezigheid
van vijand in het gebied, het verkennen<br />
en het uitzetten van een startlijn/LD (Line<br />
of Departure). Dit ter voorbereiding om<br />
per peloton een Advance to Contact uit te<br />
voeren op vrijdagochtend.<br />
Vrijdagochtend om 10.00 uur staan beide<br />
pelotons aangetreden op een locatie op<br />
de Rucphense Heide en verplaatsen zich<br />
richting de FEBA (Front Edge of Battlefield<br />
Area). Voor de FEBA briefen de IC’s de<br />
secties over de Advance to Contact waarna<br />
we richting de startlijn/LD verplaatsen.<br />
De uitvoering is als volgt gepland: 1-pel<br />
en 2-pel verplaatsen zich simultaan op<br />
dezelfde hoogte voorwaarts, door middel<br />
van tweemaal een 2UP-formatie. Afhankelijk<br />
waar de vijand zich bevindt, wordt<br />
door de PC’s bepaald welk peloton de aanval<br />
zal inzetten. In totaal worden er twee<br />
aanvallen per peloton uitgevoerd; een geweergroepsaanval<br />
en een pelotonsaanval.<br />
Na de Advance to Contact betrekken beide<br />
pelotons een Hasty Harbour om wat te eten<br />
en te rusten. Om 18.00 uur verplaatsen de<br />
pelotons per Walibi naar TAI 2, Oirschot.<br />
Nadat er wederom door de pelotons PH’s<br />
zijn betrokken dienen deze nacht twee<br />
verkenningen uitgevoerd te worden. Een<br />
verkenning voor een Contact Agent die<br />
waarschijnlijk informatie heeft over de vijand<br />
en een verkenning op een vijandelijke<br />
zendmast. Zaterdagochtend na First Light<br />
worden de PH’s correct ingegraven en afgecamoufleerd<br />
om uit het zicht te blijven<br />
van vijand en burgers. Zaterdag overdag<br />
staat in het teken van verkenningen op de<br />
vijandelijke zendmast en een verkenning<br />
naar een cache waarin spullen zitten om<br />
de vijandelijke zendmast te vernietigen.<br />
Het vernietigen van deze zendmast zal<br />
uiteindelijk plaatsvinden bij het verlaten<br />
van het gebied.<br />
Zondagochtend 06.00 uur worden de<br />
Warning Orders uitgegeven aan vier mariniers<br />
die nog het examen ‘Patrouillegang’<br />
dienen te voltooien. Na de Warning Orders<br />
worden de voorbereidingen uitgevoerd<br />
voor de patrouilles; de maquettes worden<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
118<br />
gemaakt in de PH en de IC’s bereiden hun<br />
order voor. Om 11.00 uur gaan de patrouilles/examens<br />
op pad. Uiteindelijk hebben<br />
drie van de vier mariniers het examen<br />
alsnog gehaald. De gezakte marinier kan<br />
ASAP zijn spullen pakken en de PH én<br />
tevens de eindoefening direct verlaten.<br />
Zondagmiddag komt de radio-order binnen<br />
om medische assistentie te verlenen<br />
aan burgers die gemolesteerd zijn door de<br />
vijand. Er dient snel gehandeld te worden.<br />
De medische assistentie bestaat uit leden<br />
van 1- en 2-pel die gezamenlijk, middels<br />
een link-up, de opdracht dienen uit te voeren.<br />
Beide pelotons handelen goed en snel
waardoor de gewonde burgers de hulp<br />
krijgen die zij nodig hebben.<br />
Op maandag 00.30 uur komt over de<br />
radio de Fragorder binnen dat wij de PH’s<br />
dienen te verlaten en ons vier kilometer<br />
te verplaatsen richting een riviertje net<br />
buiten Oirschot. Direct wordt iedereen<br />
aan het werk gezet om de putten dicht te<br />
gooien en alles in te pakken. Na een korte<br />
verplaatsing komen we om 02.45 uur aan<br />
op de locatie waar LCR’s klaarliggen om<br />
een tactische verplaatsing van vijf kilometer<br />
over water uit te voeren. Nadat de PC’s<br />
de LCR’s hebben ingedeeld qua personeel<br />
en de 3 e lijn werd gescheiden van de 2 e<br />
lijn, was het ASAP peddelen. Na circa vijf<br />
kilometer worden we opgewacht door de<br />
kaderleden. Hier is het boot aftuigen en<br />
gereed maken voor een mars van twintig<br />
kilometer met 2 e lijn.<br />
Na twintig kilometer komen we aan op<br />
een locatie waar wij de mogelijkheid<br />
krijgen om snel iets warm te eten en te<br />
drinken, want twintig minuten later<br />
dienen wij wederom twintig kilometer te<br />
marsen naar Budel, TAI 3. Het verschil is<br />
alleen dat deze twintig kilometer met de<br />
3 e lijn plaatsvindt.<br />
Een ieder heeft deze mars als zwaar<br />
ervaren. Dit was voor velen het moment<br />
waar de overkill werd bereikt, waar<br />
sergent-majoor Garcia Moreno over sprak<br />
de zondagavond bij aanvang van deze<br />
eindoefening. Gedurende deze mars wordt<br />
er goed op elkaar gelet (buddy-buddy), er<br />
wordt gerust op de momenten wanneer<br />
dit nodig is (in plaats van één uur lopen,<br />
tien minuten rust) en het gehanteerde<br />
tempo kan iedereen bijhouden. We zullen<br />
met zijn allen deze mars voltooien!<br />
Aan het einde van de maandagmiddag,<br />
vlak voor de Nassau-Dietz Kazerne te Budel,<br />
worden de pelotons opgewacht door<br />
een kaderlid. We hebben allemaal het vermoeden<br />
dat het kaderlid ons een locatie<br />
zal toewijzen waar wij een Hasty Harbour<br />
moeten betrekken om ons voor te bereiden<br />
op de eindaanval. Op de weg voor de<br />
kazerne moeten wij halt houden, opsluiten<br />
en afhangen voor een praatje van het<br />
kaderlid waarbij hij ons<br />
vertelt dat er onlangs een<br />
grote brand heeft plaatsgevonden<br />
op het oefenterrein<br />
Budel-Weert en dat<br />
Code Rood is afgegeven:<br />
“niet roken, niet koken en<br />
niet vuren met wapens op<br />
het oefenterrein”. We krij-<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
119<br />
gen net voor de kazerne, bij een afspuitplaats<br />
voor voertuigen, de mogelijkheid<br />
om te koken, op te toppen en om te roken<br />
voor diegene die daar behoefte aan heeft.<br />
Hierna zullen we een Hard Routine moeten<br />
betrekken en afwachten op wat er komen<br />
gaat voor de waarschijnlijk laatste uren<br />
van deze eindoefening.<br />
Na dit praatje was het omhangen en<br />
verplaatsen richting de afspuitplaats. Na<br />
enkele meters dienen wij weer halt te<br />
houden en op te sluiten en krijgen wij te<br />
horen: “Lees voor kip, konijn. Dit was jullie<br />
eindoefening. Endex Operatie Pheasant!”<br />
Velen geloofden hun oren niet en na<br />
hereniging van beide pelotons volgen de<br />
felicitaties aan elkaar. Op de afspuitplaats<br />
staat ook een ziekenauto met medisch personeel<br />
voor diegene die dat nodig heeft,<br />
hoofdzakelijk pijntjes aan de voeten.<br />
De ‘Groene Module’, cq. Gevechtsopleiding<br />
van de VVO startte op 6 december<br />
2010 op de Vgkaz te Rotterdam met 94<br />
mariniers. Na diverse bivakken waar examens<br />
aan verbonden waren voor hoofdzakelijk<br />
Section Battle Drills en Patrouillegang,<br />
hebben uiteindelijk 75 mariniers<br />
de Groene Module met de bijbehorende<br />
eindoefening mogen voltooien. Na het<br />
voltooien of reeds voltooid hebben van de<br />
PSI (Praktische Schiet Instructie) en het<br />
Takenboek, is men klaar om als korporaal<br />
van de mariniers te functioneren binnen<br />
de diverse takken van het Korps.
Opleidingscentrum Amfibisch<br />
Commandant: LKOLMARNS M.J. Posthumus<br />
Eerste Officier: MAJMARNS R. Schepel<br />
Chef d’Equipage: AOOMARNALG M.J. van Daalen<br />
Inleiding Commandant<br />
Dat het OC Amfib in beweging is wordt duidelijk als men in de<br />
haven van de Joost Dourleinkazerne kijkt. Als laatste der Mohikanen<br />
ligt er nog één oude LCVP MK 2. Voor de rest is de gehele<br />
vloot van MK2’s en MK3’s vervangen door de nieuwe LCVP MK5c.<br />
Met dit nieuwe vaartuig is inmiddels de nodige ervaring opgedaan.<br />
Overigens niet alleen bij het OC Amfib maar ook bij 1- en<br />
2-Btcie. Behalve de nieuwe LCVP’s is inmiddels ook de pre-serie<br />
van de Frisc een regelmatige gast in de haven. Personeel van het<br />
OC Amfib is, in samenwerking met personeel van de DVS en van<br />
het AGB bezig met het testen en evalueren van dit vaartuig om<br />
uiteindelijk een goede invoer medio dit jaar mogelijk te maken.<br />
De activiteiten van het OC Amfib beperken zich niet alleen tot de<br />
omgeving Texel, de Waddenzee en het IJsselmeer. In november<br />
2010 heeft het kenniscentrum rivieroperaties een belangrijke<br />
bijdrage geleverd aan de oefening Emerald Move 2010 in Senegal.<br />
Onder leiding van dit kenniscentrum zijn zowel Senegalese<br />
eenheden als ook eenheden van de Luchtmobiele Brigade en van<br />
het Korps Mariniers onderwezen in het optreden op rivieren. In<br />
een gezamenlijke inspanning met 1-Btcie was het voor het eerst<br />
dat het kenniscentrum heeft opgetreden in een internationale<br />
oefening.<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
120<br />
Voor wat betreft het opleiden staat het programma vol met<br />
activiteiten. Veel energie wordt gestoken in het inlopen van de<br />
opleidingsachterstand bij voornamelijk LC3’s en LC2’s. Personeel<br />
met deze kwalificaties is met de invoer van de Frisc hard benodigd.<br />
Dat daarbij kwaliteitsborging voorop staat wordt uitgelegd<br />
in het artikel ‘More speed, more brains’ van majmarns Schepel.<br />
Daarnaast wordt steun verleend aan het MOC bij de amfibische<br />
onderdelen van zowel de EVO, VVO en Potom en aan diverse andere<br />
opleidingstrajecten zoals loopbaanlint, Smvbo, snuffelstages<br />
et cetera.<br />
Bij de uitvoering van al deze activiteiten wordt veel inzet en flexibiliteit<br />
van het OC Amfib verwacht. Gezien de huidige situatie<br />
veranderen gemaakte plannen nog wel eens. Alleen met de juiste<br />
mindset en (dat mag niet onvermeld blijven) de steun van zowel<br />
1- als ook 2-Btcie kan daarop worden ingespeeld. Met de invoer<br />
van het nieuwe materieel, het voorbereiden op de komst van<br />
nieuwe vaartuigen, het ontwikkelen en aanpassen van de diverse<br />
opleidingen, het leveren van steun wanneer dat wordt gevraagd<br />
en het regelmatig aanpassen van plannen kent het OC Amfib<br />
geen dull moments. Het doet mij dan ook genoegen om te zien dat<br />
er hard wordt gewerkt aan het behalen van de gestelde doelen.
LC1 opleiding<br />
bij Royal Marines, Poole UK<br />
“Welcome to 1 AGRM and 10 (LC) Training Squadron, your landing craft<br />
course”<br />
Op 9 januari ben ik (tijdelijk) sgtmarnalg Menno Hoogenbosch<br />
samen met sgtmarnalg Max Mateboer naar Poole, Engeland,<br />
afgereisd om de LC1 UK opleiding te volgen.<br />
De eerste dag begon gelijk goed. Praatje, inleiding over de LC1<br />
opleiding, conditieproef en intaketest. De conditieproef is even<br />
wat anders dan onze DCP. Hier is het meer militair georiënteerd,<br />
alle sportlessen zijn in PT-tenue. Haalde je met de intaketest minder<br />
dan 70% dan mocht je naar huis, RTU (Return To Unit). Nadat<br />
de sporttest en intaketest met goed resultaat waren afgelegd zijn<br />
we ingerouleerd. Daarna moesten we de ROR- (Rules Of the Road)<br />
test afleggen, zeg maar ‘de wegenverkeerswet’ van het water; 90%<br />
score is de ondergrens...<br />
De opleiding wordt gevolgd door zes man. Twee Nederlanders<br />
en vier Engelse Royal Marines onderofficieren. Dit in het kader<br />
van het UK/NL verband en het feit dat de LC branche ook hier tot<br />
stand is gekomen. Een nauwe samenwerking die bij ons als LC’s,<br />
nog steeds ‘QPO’ veelvuldig plaatsvindt.<br />
LC2 opleiding<br />
Door: KPLMARNALG Ronald van den Hoven en<br />
KPLMARNALG Mickel Metekohy<br />
Zondag 9 januari rijden we na een reis van zeven uur eindelijk<br />
Poole binnen, nadat het navigatiesysteem ons ongevraagd alle<br />
uithoeken van Poole heeft laten zien. Bij de kazerne aangekomen<br />
wordt er door de wacht nog even aangegeven dat ons stuur aan<br />
de verkeerde kant zit. Een grap die wij nog wel een paar keer<br />
gaan horen de komende tijd. Nadat we onze course instructor<br />
sgtmarnalg Iwan Poel hebben opgebeld komt hij ons even opzoeken<br />
op top camp om ons van de laatste tips & tools te voorzien.<br />
De eerste dagen gaat het vooral om theorie en het afleggen van<br />
testen. Door een redelijke voorbereiding in ons verlof hebben we<br />
het weten bij te benen en alle testen tot nu toe gehaald. Gezien<br />
de vooropleiding die wij hiervoor hebben gehad is het overigens<br />
meer het vertalen van de Nederlandse vaktermen naar het Engels<br />
wat relatief veel tijd kost. De verwachte taalbarrière tussen de<br />
andere zeven cursisten en ons blijkt veel minder groot dan verwacht.<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
121<br />
Wij zijn nu in week zeven beland en hebben ROR-, Assault navigatie-,<br />
engineering- en speedmarch testen gehaald en afgevinkt. Maar<br />
omdat het zo leuk is doen we elke woensdag een 8miler boot-run<br />
of speedmars (met dank aan onze ‘exchange senior’, sgtmarnalg<br />
Iwan Poel, die hier in Poole bij 10-training Squadron, twee jaar<br />
werkzaam is).<br />
Op moment van schrijven zitten we aan boord van een Britse<br />
LPD, HMS Bulwark in Plymouth. Voor Max een vertrouwt gevoel,<br />
hij heeft namelijk met 1-Btcie (Amfgevstbat) al eens eerder een<br />
deployment met dit schip uitgevoerd. Weer een mooi voorbeeld<br />
van UK/NL LF samenwerking. Nu legt hij onze Britse collega’s uit<br />
hoe de routine hier is. We zijn hier onder andere om de Britse<br />
docking procedures te trainen, met de Britse LCU. Daarna de pass<br />
out later deze week.<br />
Op het programma van de LC1 opleiding staat ook nog een reis<br />
naar de Falklands voor strandverkenningen en riverine operations.<br />
Daarna retour naar de UK, surf drills in Instow aan de westkust<br />
die berucht is om zijn hevige zeegang. Aan het eind van de opleiding<br />
zal er nog een Finex plaatsvinden. Niet geheel onbelangrijk,<br />
pas dan wordt bekend of we het gehaald hebben of niet. Tot de<br />
laatste dag scherp zijn dus.<br />
Tot nu toe gaat het hier goed, de twee cloggies zetten de standaard.<br />
We hebben nog even te gaan.<br />
Nadat week 3 van de opleiding begonnen is wordt het eindelijk<br />
leuk. Na twee weken overwegend theorielessen staat er uiteindelijk<br />
LCVP handling op het programma. Deze refreshment is een welkome<br />
afwisseling van het leslokaal. Na een week lang bumps en<br />
scrapes in en rond de haven van 10 Training Group RM stond er ook<br />
nog een weekend op het programma om te trainen met de Britse<br />
LPD HMS Albion in de buurt van Portsmouth. Door het slechte<br />
weer kon deze oefening helaas geen doorgang vinden.<br />
Helaas worstelt ook de Engelse LC-branche soms met dezelfde<br />
problemen als de Nederlandse. Motorische storingen zijn hier in<br />
RM Poole vrijwel aan de orde van de dag. Gelukkig heeft het nog<br />
geen gevolgen gehad voor onze opleiding, gewoon olie bij blijven<br />
vullen dan is er niks aan de hand aldus de maintenance crew.<br />
Komende weken zullen verschillende onderwerpen als, beach reccy,<br />
LCU, ORC nog de revue passeren waarna we eind maart onze<br />
amfibische examens beginnen en in de eerste week van april de<br />
grote finale van de LC2 UK, de Finex. Op 8 april is de Finex afgelopen<br />
waarna we nog één week in Engeland zullen verblijven om<br />
alle de laatste zaken af te handelen. En natuurlijk de course piss-up<br />
niet te vergeten.<br />
Als er geen onverwachte dingen opduiken hebben wij er vertrouwen<br />
in dat wij 15 april terugkeren naar Nederland en eindelijk<br />
aan onze eerste functie kunnen beginnen als LC2 bij de Bootcompagnie.
LC3 opleiding<br />
03-05-2010 / 19-11-2010<br />
Door: cursisten<br />
Op 3 mei 2010 beginnen zes mariniers, Bos, Nijboer, Nentjes, Bakker,<br />
Jacobs, Fels en twee korporaals van de mariniers Rumping en<br />
Methekoy - die elkaar op dat moment niet of nauwelijks kennen<br />
- aan een avontuur dat de jonge ‘sterke’ mannen nooit hebben<br />
verwacht. Al snel maken we kennis en er is gelijk een goede sfeer.<br />
Na de eerste weken met veel grappen en grollen komen we er al<br />
snel achter dat het niet alleen maar lol maken is. Door de toenemende<br />
leerstof en de vele examens weten we dat we aan de bak<br />
moeten en dat we de avonden en weekenden vaak in de boeken<br />
door zullen brengen in plaats van achter de Playstation of in de<br />
kroeg.<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
122<br />
Zo moeten we veel leren over de reglementen van binnen- en buitenwateren,<br />
kaartlezen en krassen en weten welke onderwerpen<br />
we in welke boeken kunnen vinden. Betonningen, radar, vaarbewijzen,<br />
marcom B, vlaggen en RTF-modules zijn ook ‘geduchte’<br />
boekwerken die we in ons hoofd moeten prenten. Sommigen<br />
hebben hier best wat moeite mee, maar dankzij de altijd vrolijke<br />
bootsman Pluijmakers weet iedereen de stof zodanig te beheersen<br />
dat de examens voor de meesten geen probleem opleveren.<br />
Voor sommige mariniers wordt het echter wel een herexamen en<br />
zelfs voor een enkeling een uitstel.<br />
Na zeven weken zijn we klaar bij de Opschool en dat was maar<br />
goed ook, want we zijn er wel een beetje klaar mee. Zo wordt er<br />
een - al met al leuke - uitdaging afgesloten met een lach en een<br />
traan. Ook Cupido heeft tijdens de opleiding zijn pijlen afgevuurd.<br />
Marinier Bos heeft zijn<br />
meisje ‘gevonden’ bij de Witte<br />
Raaf waar ze werkzaam was<br />
achter de bar en ze wonen nu<br />
samen in Anna Paulowna.<br />
Maar na zeven weken is het<br />
avontuur nog niet afgelopen,<br />
het spannendste gedeelte<br />
moet nog beginnen: de<br />
Praktijk!!<br />
De praktijk<br />
De praktijk, gepland direct na het zomerverlof, wordt helaas met<br />
twee maanden uitgesteld omdat er geen vaartuigen en instructeurs<br />
beschikbaar zijn. Intussen is korporaal Rumping na het
theoriegedeelte gestopt omdat hij de jungle-instructeur opleiding<br />
volgt.<br />
Op 18 oktober 2010 begint dan eindelijk de langverwachte praktijkmodule.<br />
De trotse Friestalige sergeant Bergsma, legt ons na<br />
de kennismaking uit wat onze taken zijn en leert ons een pre-sail<br />
te maken en te geven. Deze pre-sail wordt de eerste weken door<br />
maar liefst twee sergeanten (Bergsma, Schouten) en drie korporaals<br />
(Koopmans, Stroeve en Cents) verbetert en van commentaar<br />
voorzien.<br />
De derde dag mogen we al met twee Mk 5 Charlie’s proberen te<br />
manoeuvreren in de haven van de Joost Dourleinkazerne. Alles<br />
gaat redelijk soepel en wonderbaarlijk genoeg wordt er geen<br />
schade gevaren.<br />
In de eerste weken staan zowel theorielessen over onder andere<br />
Arbo en Milieu en reisplanning als praktijklessen zoals manoeuvreren,<br />
ankeren, landingen<br />
(met/zonder anker), man-overboord<br />
drills, FOB (Forward Operation<br />
Base), verlaatrol, marshallen<br />
en sleep- en branddrills op het<br />
programma.<br />
Elke maandag krijgen we<br />
een tussentijdse toets en een<br />
individueel praatje met sergant<br />
Bergsma en onze bootinstructeur<br />
over hoe we ervoor staan en wat onze aandachtspunten zijn.<br />
Na drie weken wordt sergeant Hermans bij ons gevoegd om mee<br />
te lopen als instructeur om de taak van sergeant Bergsma over te<br />
nemen bij de volgende LC3 opleiding.<br />
De derde en vierde week gaan we naar Medemblik voor twee oefeningen:<br />
Green Horn en Novice. Niemand weet wat ons te wachten<br />
staat, maar dit wordt al snel duidelijk doordat bij aankomst al gelijk<br />
opdrachten worden gegeven om verkenningen uit te voeren<br />
of voertuigen op te pikken. Dit wordt de hele week uitgevoerd bij<br />
onder andere Enkhuizen, Oude Zeug en Stavoren. Door deze oefeningen<br />
wordt het hele plaatje al een stuk duidelijker en hebben<br />
we zeker wat betreft het manoeuvreren meer ervaring gekregen.<br />
Na de oefeningen hebben we nog een laatste opdracht en dat is<br />
de examenweek. Hier moeten we schitteren en alles laten zien<br />
Maatwerk Instructeurs OC Amfib<br />
Door: KPLMARNALG Hoogenbosch,<br />
Junior instructeur OC Amfib<br />
In week 47 en 48 namen de instructeurs<br />
van het OC Amfib deel aan een ‘broodje<br />
speciaal’; maatwerk KM InstructeurOpleiding<br />
(KMIO). Maatwerk omdat dit georganiseerd<br />
is voor de reeds ‘ervaren’ op functie<br />
geplaatste instructeurs. KMIO instructeur is<br />
tegenwoordig één van de functie-eisen binnen<br />
de Opleidingseenheid van OC Amfib.<br />
Acht instructeurs namen onder leiding van<br />
aoomarnalg Boer (Hoofd Bureau Instructeursbegeleiding<br />
MOC) deel aan een intensieve<br />
cursus van twee weken teneinde hun<br />
instructeursvaardigheden op het gewenste<br />
niveau te brengen. Aansluitend op de<br />
cursus werd een ‘proeve van bekwaamheid’<br />
afgenomen door het Smvbo.<br />
Onderwerpen die in het programma aan<br />
bod kwamen waren onder andere:<br />
• de perfecte instructeur,<br />
• competenties en veranderingen,<br />
• leerpiramide van Bales,<br />
• lesstructuur en<br />
• werkvormen.<br />
Opdrachten middels een portfolio en het<br />
geven van diverse lessen van de ‘Amfibische<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
123<br />
wat we geleerd hebben - zowel in de praktijk als theoretisch<br />
(periode voor het zomerverlof). Voor velen is dit dus ook een<br />
uitdaging en kan gezonde spanning niet uitblijven. Iedereen doet<br />
examen zowel als eerste als tweede bestuurder en als bemanningslid.<br />
Het verlossende woord komt donderdag nadat iedereen<br />
zijn examen heeft afgerond. Iedereen is geslaagd voor het praktijkexamen,<br />
maar er is een fout gemaakt bij de Opschool. Daar<br />
moest namelijk bij de theoriemodule een examen afgenomen<br />
worden van het navigeren in de praktijk. Dit was niet gebeurd,<br />
dus kunnen de certificaten ook nog niet uitgedeeld worden. Het<br />
examen navigeren volgde de dinsdag daarop en daar is iedereen<br />
alsnog voor geslaagd.<br />
Met uitzondering van twee mariniers, die nog een marcom B examen<br />
moeten afleggen krijgt eenieder op woensdag het certificaat<br />
uitgereikt en mag zich ‘LC3’ noemen.<br />
‘Quotes’:<br />
Marinier Nentjes:<br />
Lc3 opleiding: een opleiding die niet makkelijk is maar als je inzet toont<br />
en als team samenwerkt er goed doorheen kan komen.<br />
Marinier Nijboer:<br />
Lc3 opleiding: vond het een goede ervaring, heb ik wat aan voor de toekomst<br />
bij de baas.<br />
Marinier Jacobs:<br />
Lc3 opleiding: leuke uitdaging waar multitasking een vereiste is.<br />
Korporaal Methekoy:<br />
Lc3 opleiding: begin van een mooie amfibische toekomst.<br />
Marinier Bakker:<br />
Lc3 opleiding: Leuke opleiding waarbij je wel je hoofd koel moest houden.<br />
Marinier Fels:<br />
Lc3 opleiding: Leuk uitdagende praktijkoefeningen theoretisch moeilijker<br />
dan gedacht.<br />
vakschool’ werden door middel van feedback<br />
door de begeleider geëvalueerd.<br />
Ik heb deze cursus als leuk en leerzaam<br />
ervaren. Ondanks dat ik al drie jaar werkzaam<br />
ben als instructeur heb ik er veel van<br />
opgestoken en heeft het mijn kennis als<br />
instructeur verbreed.<br />
Ook de reflectie door je medecursisten aan<br />
het eind van de door jouw gegeven les is<br />
leerzaam.<br />
Dinsdag 7 en vrijdag 10 december hebben<br />
de instructeur van OC Amfib de proef van<br />
bekwaamheid met goed gevolg afgerond.
Van Ghentkazerne<br />
Commandant: LTKOLMARNS G.T.J. Aben<br />
Chef-Staf: MAJMARNS P.P. Engles<br />
Kazerneadjudant: AOOMARNALG P.A. Pijcke<br />
Commando-overdracht<br />
Op donderdag 17 februari heeft kolonel der mariniers<br />
R. Hardenbol het commando over de Van Ghentkazerne<br />
overgedragen aan luitenant-kolonel der mariniers G.T.J. Aben.<br />
Na bijna 35 jaar trouwe dienst en twee jaar het commando te<br />
hebben gevoerd over de kazerne in Rotterdam ging kolonel<br />
Hardenbol met functioneel leeftijdsontslag. Zijn opvolger,<br />
luitenant-kolonel Aben, vervulde de functie van waarnemend<br />
commandant Defensie Verkeer- en Vervoersorganisatie (DVVO)<br />
en heeft het stokje van kolonel Hardenbol overgenomen.<br />
Hardenbol benadrukte de bijzondere band tussen de stad Rotterdam<br />
en de Van Ghentkazerne: “Juist die relatie met de stad<br />
Rotterdam en de contacten met de mensen die hier werken, leveren<br />
mij mooie herinneringen op aan mijn laatste functie bij het<br />
Korps.” Zijn opvolger, overste Aben, beaamde die bijzondere band<br />
en onderkende daarnaast ook nog een andere belangrijke taak<br />
van de Van Ghentkazerne, namelijk het leveren van facilitaire en<br />
logistieke ondersteuning aan eenheden in de regio.<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
124<br />
De commando-overdracht ging gepaard met het nodige ceremonieel<br />
en vond plaats in de sporthal van de Van Ghentkazerne. Bij<br />
de overdrachtceremonie waren vele genodigden aanwezig, waaronder<br />
familie, vrienden, collega’s en contacten uit de regio. De<br />
Marinierskapel der Koninklijke Marine en de Tamboers en Pijpers<br />
van het Korps Mariniers luisterden de ceremonie muzikaal op.<br />
Woonzorgcentrum De Nieuwe Plantage schakelt mariniers in<br />
Op vrijdag 18 en zaterdag 19 maart vond de grootste vrijwilligersactie<br />
van Nederland plaats: NL Doet. Voor de mariniers van<br />
de Vgkaz reden genoeg om hun handen een keer voor een ander<br />
doel uit de mouwen te steken. Zij boden op vrijdag 18 maart hun<br />
hulp aan Aafje thuiszorg huizen zorghotels.<br />
In het verzorgingshuis De Nieuwe Plantage van Aafje mochten<br />
de mariniers en marinemensen een dag meedraaien met de me-<br />
dewerkers. Aafje werkt vaak met vrijwilligers en was daarom blij<br />
met het initiatief van NL DOET. Het is een gemakkelijke manier<br />
voor veel mensen om kennis te maken met het vrijwilligerswerk<br />
in een zorginstelling. Dankzij zulke initiatieven wordt de<br />
drempel lager voor veel mensen om eens een kijkje te nemen op<br />
plekken waar zij normaal gesproken nooit komen. De mariniers<br />
en vlootpersoneel werden met open armen ontvangen en hebben<br />
onder andere de tuinmeubelen en het dakterras opgeknapt.
Marinierskapel der Koninklijke Marine en de<br />
Tamboers en Pijpers van het Korps Mariniers<br />
Directeur: MAJMARNS T. Ippel<br />
Dirigent: MAJMARNSKAP H. Cnossen<br />
Tamboer Maître: AOOMARNALG M. van der Stelt<br />
Marinierskapel marcheert en musiceert verder…<br />
Door: SMJRBDMZKT B. van Tienen<br />
Geloofsbrieven - Foto: John Turing<br />
Na het jubileumjaar 2010 wil de Marinierskapel natuurlijk nog<br />
minstens 65 jaar het ceremoniële en muzikale uithangbord van<br />
de Koninklijke Marine zijn. Net als elders echter hangt de nog<br />
onbekende uitslag van de aankomende bezuinigingsronde als<br />
een zwaard van Damocles boven de organisatie….<br />
Het militaire ceremonieel in de eerste maanden van 2011<br />
bestond uit de muzikale begeleiding bij de overhandiging van<br />
Geloofsbrieven van nieuw aangetreden buitenlandse ambassadeurs<br />
aan H.M. de Koningin. Samen met de Tamboers en Pijpers<br />
van het Korps Mariniers stonden de muzikanten hiervoor aangetreden<br />
op het voorplein van Paleis Noordeinde in Den Haag. De<br />
gewapende erewacht werd gevormd door detachementen van de<br />
mijnenjagers Hr. Ms. Zierikzee en Hr. Ms. Willemstad.<br />
Op de Van Ghentkazerne vond de commandowisseling plaats van<br />
kolonel Hardenbol naar overste Aben. In de sporthal werd deze<br />
overdracht feestelijk opgeluisterd.<br />
Bijzonder qua tenue was de Serenade gespeeld voor de reünie<br />
van Nieuw-Guinea-gangers; voor het eerst stond de Marinierskapel,<br />
geleid door kapelmeester, eerste luitenant Bongaerts, in het<br />
groene veldtenue.<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
125<br />
MARKAP in groen. Foto, Cees Baardman<br />
‘When the Swing comes Marching in’ is een succesvolle concertformule<br />
die in januari en februari samen met de bekende ‘Dutch<br />
Swing College Band’ in de schouwburgen van Velsen en Hoorn voor<br />
volle zalen werd gespeeld.<br />
Ook het traditionele Koninginneconcert in het Provinciehuis<br />
in Den Haag en het MSF concert (voorheen Marine Sanatorium<br />
Fonds) in Den Helder konden rekenen op grote waardering van<br />
enthousiaste luisteraars. Op beide concerten waren bijzondere<br />
dubbelconcerten geprogrammeerd, waarbij solisten uit het
orkest hun grote instrumentbeheersing en muzikaliteit demonstreerden.<br />
In het theater van Barneveld kon door een samenwerkingsverband<br />
een cheque aan de voorzitter van een kinderhospice van<br />
ongeneeslijk zieke kinderen overhandigd worden. De verrassende<br />
gastbijdrage kwam op dit concert van de vier loepzuiver zingende<br />
leading ladies van ‘YesSister, JazzSister’. Zij brachten samen met<br />
de kapel swingende jazz songs met een vleugje ‘Andrew Sisters’.<br />
Een aanrader voor een ieder als deze combinatie vervolging krijgt<br />
- Houd de agenda in de gaten!<br />
Foto: Gerbrand van Veen<br />
Het concert georganiseerd door de Senaat van het Korps Adelborsten<br />
in Den Helder kende dit jaar een geheel nieuwe formule<br />
en vond plaats in de ‘Zweedse’, de sporthal van het Koninklijk<br />
Instituut voor de Marine.<br />
Als introductie en aanloop naar deze avond had de manager van<br />
de Marinierskapel, kapitein Welle vooraf een gastcollege op het<br />
KIM verzorgd. Aan de hand van voorbeelden gespeeld door het<br />
blaaskwintet van de Marinierskapel kregen de Adelborsten een<br />
indruk van de veelzijdigheid van dit muzikale bedrijf en werden<br />
de taken van de militaire muziek toegelicht. Tamboers & Pijpers<br />
van het Korps Mariniers, gekleed in verschillende tenues, demonstreerden<br />
hun vaardigheden met slag- en blaastechnieken.<br />
Op 17 maart was een volle zaal met gasten en medewerkers van<br />
de Nederlandse Defensie Academie (NLDA) getuige van een verrassend<br />
optreden van het Tamboerkorps van het Korps Adelborsten<br />
(TKKA) dat vooraf onder leiding van gastdirigent Welle de juiste<br />
toon neerzette. Na binnenkomst van het cortège met de Plaatsvervangend<br />
Commandant der Zeestrijdkrachten, generaal-majoor<br />
der mariniers Van Ede, opende de TKKA samen met de Marinierskapel<br />
het concert met de NLDA-mars. Onder leiding van chefdirigent<br />
majoor Cnossen werd het programma voortgezet met<br />
een aantal licht klassieke werken, shownummers en solisten uit<br />
eigen gelederen. Uiteraard werd het Adelborstenlied aan het eind<br />
van de avond uit volle (adel)borst meegezongen.<br />
Als voorbereiding op een nieuwe taptoeshow, worden traditioneel<br />
de eerste maanden van het jaar benut om de nieuwe<br />
muziek, choreografie en exercitie in te studeren. Een eerste presentatie<br />
aan het grote publiek wordt geïntegreerd in de Marinetaptoe<br />
die ter gelegenheid van Koninginnedag in Den Helder en<br />
Rotterdam wordt gepresenteerd. Daarna vinden mogelijk aanpassingen<br />
en verbeteringen plaats voor de afsluitende taptoe van de<br />
Marinedagen in juli. Uiteindelijk wordt in oktober, mogelijk weer<br />
aangevuld met Fakkeldragers van het Korps Mariniers, de show<br />
uitgevoerd tijdens de Nationale Taptoe in Ahoy.<br />
Om op de hoogte te zijn van alle openbare activiteiten van de<br />
Marinierskapel der Koninklijke Marine is de agenda te raadplegen<br />
via: www.marine.nl/marinierskapel<br />
Concerttip: op de Veteranendag in Den Haag én het openingsconcert<br />
van de Marinedagen is zanger Jeroen van der Boom solist bij<br />
de Marinierskapel.<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
126
Commandant der Zeemacht<br />
in het Caraïbisch Gebied<br />
Commandant: BRIGGENMARNS D.A. Swijgman<br />
Plaatsvervangend Commandant: KTZ J.P.D. van Zaalen<br />
Chef d’Equipage: S-AOODOPS R. van Es<br />
Riverine Operatie Bootpeloton<br />
Door: LTZ2OC V. Strijbosch<br />
Foto’s: Peter Bijpost, AVDD<br />
Het Bootpeloton Caribisch Gebied van het Korps Mariniers heeft<br />
zich onlangs in North Carolina toegelegd op het opereren in rivierrijke<br />
gebieden. Dat gebeurde tijdens een uitwisseling met Amerikaanse<br />
mariniers op Camp Lejeune.<br />
Camp Lejeune<br />
Op de New River bekwaamden de zeesoldaten zich in het manoeuvreren<br />
en tactisch varen met twee typen boten van Riverine<br />
Squadron 3 van de Amerikaanse marine. Vanaf de vaartuigen<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
127<br />
vonden diverse schietoefeningen plaats. Zeventien mariniers van<br />
het Bootpeloton uit Curaçao en Aruba maakten onder de noemer<br />
‘Riverine Operaties’ gretig gebruik van de ruime kennis<br />
van en ervaring met het opereren in rivierrijke gebieden. Riverine<br />
Operaties is – naast militair optreden in de jungle en in de bergen<br />
en amfibische operaties – één van de kennisdomeinen van het<br />
Korps Mariniers.<br />
Racetrack<br />
Grenzend aan Camp Lejeune, dat qua omvang te vergelijken is met<br />
de provincie Utrecht, stroomt de New River. Een tachtig kilometer<br />
lange rivier die uitmondt in de Atlantische Oceaan. Een uitstekend<br />
oefenterrein voor de mariniers, die in de smallere zijrivieren in volle<br />
vaart hun stuurvaardigheden testten. Over een wat de Amerikanen<br />
racetrack noemden, werd een parcours afgelegd door de Riverine<br />
Patrol Boat en Riverine Assault Boat, die een snelheid kunnen halen<br />
van respectievelijk 53 en 72 kilometer per uur. Een behoorlijke klus<br />
voor de mariniers van het Caribische Bootpeloton, die heel andere<br />
stuurvaardigheden gewend zijn op open zee. Tot grote hilariteit<br />
ging er dan ook wel eens iets mis in een bocht met als<br />
gevolg een 180 graden in het rond draaiende boot. “Wees niet<br />
bang om een keer iets te raken”, waarschuwde senior chief van het<br />
Amerikaanse bootpeloton, sergeantmajoor Bennett voorafgaand<br />
aan een van de manoeuvreeroefeningen. “De rivier zit vol gevaren,<br />
wees je bewust daarvan.” Na afloop van de oefening, waarbij onder<br />
andere het nemen van scherpe bochten en het tactisch varen<br />
werden beoefend, klonk hij een stuk optimistischer: “Jullie hebben<br />
het echt in je!”
Volledig takenpakket<br />
Met Riverine Ops wordt opereren in riviergebieden bedoeld waarbij<br />
de rivier als hoofdtoegangsweg wordt gebruikt. Tijdens jungletrainingen<br />
ligt de nadruk ook op dit aspect. Tachtig procent van de wereldsteden<br />
ligt binnen tweehonderd kilometer uit de kust of aan een<br />
rivier. Een belangrijke manier om dan het gebied binnen te komen, is<br />
via een rivier. Bussemaker: “Mariniers zijn amfibisch getraind, maar<br />
specifiek met betrekking tot opereren vanuit zee. Nu kunnen we ons<br />
het volledige takenpakket van kleine bootoperaties eigen maken,<br />
zodat we vanaf een schip tot ver in het binnenland kunnen komen.”<br />
De New River in North Carolina is daarvoor zeer geschikt, vindt de<br />
Bootpelotonscommandant: “Op deze rivier kunnen we alle facetten<br />
in de praktijk brengen waar we nog relatief onbekend mee zijn. We<br />
kunnen hier varen op open water en in smalle rivieren. Bovendien<br />
hebben we de beschikking tot een speciaal schietgebied waar we<br />
vanaf de boten allerlei schietscenario’s beoefenen.”<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
128<br />
Kennisuitwisseling<br />
“Wij kunnen een hoop leren van de Amerikanen. Zij kunnen ons<br />
het complete plaatje van bootoperaties in riviergebieden laten<br />
zien”, aldus de commandant van het bootpeloton, eerste luitenant<br />
der mariniers Machiel Bussemaker, die aangaf dat zijn mariniers<br />
de vertaalslag maken naar de eigen middelen. Hij nam daarbij<br />
een voorsprong op de FRISC boot, die ook ingezet gaat worden<br />
in rivieren. “Maar zij kunnen op hun beurt weer van ons leren als<br />
het gaat om amfibische operaties vanaf een schip naar het land”,<br />
voegt hij toe en spreekt van een ‘kennisuitwisseling tussen de twee<br />
bootgroepen’. In juni neemt het Riverine Squadron 3 deel aan de<br />
grootschalige oefening Caribbean Archer bij de Benedenwindse<br />
Eilanden, waarbij zij het opereren vanaf Hr.Ms. Johan de Witt gaan<br />
beoefenen.
Marinierskazerne Savaneta<br />
Commandant: LTKOLMARNS E. Hofma<br />
Plaatsvervangend Commandant: MAJMARNS P. Damen<br />
Kazerneadjudant: AOOMARNALG G.J. den Engelsman<br />
32 e Infanteriecompagnie<br />
Cliff Assault Bonaire<br />
Door: ELNTMARNS A. Noordam en<br />
MARN 1ALG Y.A Vermaat<br />
Inleiding<br />
Van 18 tot en met 22 februari heeft de 32 ste<br />
Infanteriecompagnie van Aruba een amfibische<br />
compagniesoefening uitgevoerd<br />
op Bonaire in samenwerking met Hr. Mr.<br />
Rotterdam. De Rotterdam is als onderdeel<br />
van de maritieme gebiedsbescherming<br />
van de overzeese rijksdelen ingezet in het<br />
eerste trimester van 2011 als West Indian<br />
Guardship (WIGS).<br />
Hr. Ms Rotterdam wordt ingezet voor ondersteuning<br />
van kustwachttaken, drugsinterdictie<br />
operaties en ondersteuning van<br />
de permanent gestationeerde eenheden<br />
van het Korps Mariniers op Aruba en de<br />
Landmacht op Curaçao. Om de samenwerking<br />
en de getraindheid van het amfibisch<br />
opereren te beoefenen heeft de 32 ste Infcie<br />
een voorstel gedaan om een amfibische<br />
training uit te voeren op de Benedenwinden.<br />
Scenario van de oefening:<br />
Gedurende de afgelopen jaren wordt Bonaire<br />
geteisterd door een instabiele regering die<br />
onderdak biedt aan groepen piraten. Deze piraten<br />
blijken steeds vaker onder de invloed van<br />
terroristische groeperingen zoals Al-Qaida. De<br />
piraten ondernemen acties tegen de Europese<br />
en Amerikaanse handelsvloot. Het is een zeer<br />
lucratieve handel die steeds meer terroristen<br />
aantrekt. Zodoende is er beroep gedaan op de<br />
32 ste Infanteriecompagnie en Hr. Ms. Rotterdam<br />
om terroristische key-leaders uit te schakelen<br />
middels een Deliberate Attack. De aanval zal<br />
uitgevoerd worden op verschillende hooggeplaatste<br />
key-leaders die zich bevinden op de<br />
noorkust van Bonaire. Na het uitschakelen van<br />
de key-leaders moet de actie worden uitgebuit<br />
door het aangaan van ‘key-leader engagement’<br />
binnen het lokale bestuur van Bonaire.<br />
Na verschillende courses of actions besproken<br />
te hebben zal de opdracht uitgevoerd<br />
worden middels een Cliff Assault, een heimelijke<br />
infiltratie en een Deliberate Attack.<br />
De verwachting was dat dit tot maximale<br />
verrassing zou leiden. Uiteindelijk resulteerde<br />
dit in de volgende missies voor de<br />
pelotons en de Rotterdam:<br />
• Het 1 ste peloton zou verkenningen uitvoeren<br />
en werd voor de aanval ingezet<br />
als Quick Reaction Force (QRF).<br />
• Het 2 de peloton werd ingezet om de Cliff<br />
Assault uit te voeren en werd ingezet als<br />
assault element gedurende de aanval.<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
129<br />
• Het 3 de peloton werd ingezet als man<br />
packed vuursteunelement met MAG’s en<br />
.50’s.<br />
• Inzet van Hr. Ms. Rotterdam voor logistieke<br />
ondersteuning waarbij de <strong>Tweede</strong><br />
Bootcompagnie middels inzet van landingsvaartuigen<br />
en materieel alle ship to<br />
shore bewegingen uitvoert.<br />
• Inzet van de Lynx om observatie-eenheden<br />
in het voorterrein te droppen en<br />
als secundaire taak het afvoeren van<br />
gewonden.<br />
Op vrijdag 18 februari begon de 32 ste Infanteriecompagnie<br />
voor de kust van Aruba<br />
met het embarkeren aan boord van Hr. Ms<br />
Rotterdam. Na de gehele compagnie en<br />
verschillende transportvoertuigen geëmbarkeerd<br />
te hebben, zette de Rotterdam<br />
koers naar Bonaire met als tussenstop<br />
Curaçao.<br />
Voor de kust van Curaçao heeft de compagnie<br />
in de ochtend van 19 februari<br />
voorgeoefend ter voorbereiding op de<br />
geplande actie op Bonaire. Dit om de assault<br />
routines goed te doorlopen en funnies
in de uitvoering tijdens de Cliff Assault te<br />
voorkomen. Denk hierbij aan het ophalen<br />
van wapens, gereedmaken van de assaultstations,<br />
het verplaatsen naar verschillende<br />
ruimtes, het embarkeren van de<br />
LCVP’s, overstappen op Boston Whalers<br />
en de daadwerkelijke landing en Cliff Assault.<br />
Gedurende de middag zette Hr. Ms.<br />
Rotterdam koers naar Bonaire.<br />
Op zaterdagavond begon het eerste deel<br />
van de operatie. Van Hr. Ms. Rotterdam<br />
stapte de mariniers van het 2 de peloton<br />
over op LCVP’s en Boston Walers die<br />
ons tactisch naar het strand voor de klif<br />
brachten. Via een tactische strandlanding<br />
kwamen we aan op een klein strandje<br />
aan de voet van de tien meter hoge klif<br />
‘1000 steps’ genaamd. Samen met Mountain<br />
Leaders en mariniers hebben we het hele<br />
klim- en afdaalproces in werking gezet.<br />
Nadat alles gereed was en het merendeel<br />
van het 2 de peloton bovenop de klif was,<br />
werd de beveiliging uitgezet. Er werd een<br />
teken gegeven dat het 1 ste peloton met de<br />
2 de wave kon komen. Het 1 ste peloton werd<br />
opgevangen door een gids op het strand<br />
waarna ze verteld werden waar<br />
de Quadpod stond om hun zware uitrusting<br />
te plaatsen, waarna ze zelf via de<br />
knopentouwen en de ladders de klif zijn<br />
opgeklommen. Bovenaan de klif werden<br />
de geweergroepen in assembly areas gehergroepeerd<br />
en konden zij hun uitrusting<br />
ophalen die naar boven was getrokken via<br />
de haulage lijn. Toen het eerste peloton<br />
gereed was, hervatte zij hun eigen missie<br />
en gingen ze verder met hun infiltratie<br />
richting het doel alwaar een vuurbasis<br />
en startlijn verkend moest worden bij het<br />
piratennest, waar we maandagochtend de<br />
aanval op zouden uitvoeren.<br />
Op zondagavond werd de aanvalsploeg en<br />
het vuursteunelement geland via de cliff<br />
assault. Aan het einde van de middag vlak<br />
voor Last Light begon de scheepsomroep<br />
voor de mariniers de welbekende “now<br />
hear this … (serials)…muster at your assault<br />
stations … that is all” om te roepen. Het<br />
tweede deel van de operatie zou gaan<br />
plaatsvinden. Het 2 de peloton verplaatste<br />
zich wederom met de Boston Walers<br />
naar de klif en bereidde hier alles voor.<br />
Gedurende de avond zou het 3 de peloton<br />
(vuursteun) met zware uitrusting (waaronder<br />
de manpacked .50’s), de rots beklimmen.<br />
Nadat het 2 de en 3 de peloton boven<br />
in een assembly area waren aangekomen,<br />
kwam een gedeelte van het eerste peloton<br />
om ons naar de compagnies assembly area<br />
te gidsen. We sloten aan bij het 3 de peloton<br />
en verplaatsten middels een patrouille<br />
naar de assembly area. In de assembly area<br />
werden de laatste tactische afspraken en<br />
orders gegeven. Het eerste peloton werd<br />
ingezet als reserve, het 2 de peloton als manoeuvre<br />
element waarbij het 3 de peloton<br />
de vuursteun zou coördineren.<br />
Ondanks twee ‘gewonden’ aan onze zijde<br />
werd de aanval goed uitgevoerd en heeft<br />
de vijand verrassend genoeg verloren. De<br />
360 graden beveiliging werd uitgezet en<br />
de casevacs werden met de Lynx van Hr.<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
130<br />
Ms. Rotterdam snel geëvacueerd naar het<br />
schip.<br />
Na de korte maar toch lastige oefening<br />
kreeg de 32 ste Infanteriecompagnie gelegenheid<br />
voor R&R op Bonaire. Weliswaar<br />
was de R&R van korte duur, maar men<br />
kon het toch nuttig invullen door te<br />
duiken, te snorkelen of gewoon conform<br />
opdracht ‘key-leader engagement’ uit te<br />
voeren in Kralendijk.<br />
Trainingsdoelen en Lessons learned<br />
De trainingsdoelen van de 32 ste waren: Het<br />
plannen en voorbereiden van amfibische<br />
opdrachten aan boord van Hr. Ms. Rotterdam,<br />
het samenwerken met het personeel<br />
van de Rotterdam en 2-Btcie, het uitvoeren<br />
van een amfibische landing met een Cliff<br />
Assault, het uitvoeren van verkenningen,<br />
de Deliberate Attack en de amfibische<br />
backload.<br />
Gedurende deze oefening is er natuurlijk<br />
een aantal belangrijke lessen geleerd.<br />
Deze zijn besproken met de Hr. Ms Rotterdam,<br />
2-Btcie en binnen de 32 ste . De<br />
belangrijkste compagnies overschrijdende<br />
Lessons Learned waren:<br />
• Bij een amfibische landing zijn de<br />
details belangrijk en is vooroefening<br />
onontbeerlijk. Voorwaarde van succes<br />
is het juist vertalen van de aanvalsplannen<br />
in de Surfalt.<br />
• De kleine staf van de 32 ste Infcie leverde<br />
tijdens de oefening zowel de CLF staf,<br />
de raiding force als de excon organisatie.<br />
Iets wat op compagnies overschrijdend<br />
niveau slechts beperkt uit de verf kwam.<br />
Een aantal waardevolle leermomenten<br />
in de samenwerking met de Rotterdam<br />
zijn hierdoor verloren gegaan.<br />
• Gedurende de casevacs is gebruik gemaakt<br />
van de casevac procedure en niet<br />
de 9-liner omdat er geen standaardisatie<br />
van 9-liners was tussen de compagnie<br />
en de Rotterdam.<br />
• De haalplicht van gewonden ligt voor<br />
Hr. Ms Rotterdam op de grens van<br />
blauw en groen. Het meesturen van een<br />
AMV uit de landingforce voor de afvoer<br />
van een gewonde kan ervoor zorgen dat<br />
de hele operatie op land stil komt te liggen.<br />
Ondanks de korte tijdsplanning en snelle<br />
inzet heeft de compagnie in een korte tijd<br />
veel geleerd en kijken we terug op een<br />
goede oefening waarbij het samenwerken<br />
met amfibische ondersteuningsgroepen<br />
goed is verlopen. Tevens heeft het onderdeel<br />
cliff-assault, wat niet vaak beoefend<br />
wordt door onze operationele eenheden<br />
geleid tot een uitdagende en interessante<br />
training.
Beteugelen van<br />
Woelingen op Aruba<br />
Door: ELNTMARNS H. Th. Bouma, PC 1-Pel<br />
Foto’s: Peter Bijpost, AVDD<br />
Maandag 31 januari begon op Aruba de opleiding Beteugelen van<br />
Woelingen (BvW). De opleiding wordt gegeven door de Marechaussee<br />
en duurt drie weken. De eerste week bevat vooral veel<br />
theorie. Tijdens deze week worden de kaderleden onderwezen.<br />
De laatste twee weken zijn voor de gehele groep en is praktijkgericht.<br />
Tijdens het kadergedeelte, de eerste week, worden zaken als het<br />
toepassen van proportioneel geweld en subsidiariteit behandeld.<br />
Ook wordt stilgestaan bij groepsprocessen. Hierbij gaat het over<br />
de gedragingen van grote groepen en groepspsychologie. Het aanvragen<br />
van militaire bijstand, rechtspositionele mogelijkheden<br />
en andere randzaken worden ook nog even uitgelegd.<br />
De eerste week werd afgesloten met een Tactische Oefening Zonder<br />
Troepen. Een aantal vredelievende demonstranten gingen de<br />
straat op voor het behoud van hun woonwijk. Een tweede groep,<br />
vijftig man extremisten, wilden van de gelegenheid gebruik<br />
maken om eens even lekker te rellen. Ook was er een festival<br />
vlakbij de wijk. Het mag duidelijk zijn dat tijdens deze oefening<br />
alle groepen bij elkaar probeerden te komen, huizen in brand<br />
staken, mensen in elkaar sloegen en andere gezellige gebeurtenissen<br />
organiseerden. De grootste lesson learned viel wederom op<br />
het gebied van communicatie. Ook al werk je met een all-informed<br />
net dan is het niet vanzelfsprekend dat iedereen op de hoogte<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
131<br />
is van de gehele situatie. Dan is het dus belangrijk om als PC de<br />
groepscommandanten te blijven informeren over de gang van<br />
zaken en andersom.<br />
Het tweede gedeelte van de opleiding bestond uit meer praktijkgerichte<br />
lessen. Hier werden de manschappen (zogenoemde<br />
voeters) toegevoegd aan de kaderleden. Het BvW peloton was nu<br />
compleet. Een staandaard BvW peloton ziet er als volgt uit: Vier<br />
groepen van negen voeters waarvan twee brand- en traangas specialist<br />
zijn. Aan het hoofd van zo’n groep staat een groepscommandant<br />
(SGT) en een opvolgend (KPL). De pelotonsstaf bestaat
uit een cameraman, een plotter (verbindelaar), een OPC (SMJR) en<br />
een PC (ELNT).<br />
Met dit peloton, van top tot teen in de beschermende kleding,<br />
werd de kazerne meerdere malen ‘schoongeveegd’. Op Aruba is<br />
het dragen van de nogal warme beschermende middelen een welkome<br />
afwisseling op het dragen van doorgaans luchtige tenues.<br />
De basis drill van blijven drinken ter voorkoming van uitdroging<br />
en hittestuwing zat er na een tijdje dan ook goed in.<br />
Tijdens de laatste twee weken werden meerde zaken getoetst. Er<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
132<br />
was een schutterstest met de Glock17. Deze hield in dat je volledig<br />
omgehangen, van de tien schoten er zeven in een romp moest<br />
kunnen raken op een afstand tussen de zeven en dertien meter.<br />
Het mag duidelijk zijn dat iedereen dit heeft gehaald. Een ander<br />
toets was de individuele proef. Hier moest men individueel een<br />
straatje doorlopen. Beginnend met het plaatsnemen achter een<br />
streep met tien man tegenover je. Deze tien man beschikte over<br />
een pallet vol met houten blokjes en een hoop plezier. Daarna<br />
moest een vent op de correcte wijze worden aangehouden.<br />
Het derde scenario was dat een groep demonstranten stond te<br />
schreeuwen en er uiteindelijk één een pistool trok. Bij de vierde<br />
en laatste proef kwam een man op je afgestormd. Van top tot<br />
teen beschermd met een bezemsteel in zijn hand. Vechten dus.<br />
Als afsluiting van deze twee weken was een eindoefening op<br />
Seroe Colorado georganiseerd, het oude (deels verlaten) Esso dorp<br />
van Aruba. Meerde scenario’s kwamen aan de orde. Ten eerste<br />
het verkennen van het door een orkaan getroffen gebied voor het<br />
opmaken van de schade. Daarna wilde een groep het politiebureau<br />
plunderen om aan wapens te komen. Vervolgens werd een<br />
huis geplunderd en had de eigenaar van het huis al zijn vrienden<br />
gebeld om de plunderaars aan te pakken. Deze werd gevolgd<br />
door een grote demonstratie die wij moesten oplossen door alle<br />
betogers uit de wijk te verwijderen. De eindoefening eindigde<br />
met een blokkade en een sit-down actie.<br />
Al met al was het een leerzame cursus. Zeker met het oog op de<br />
militaire bijstandstaken die de 32 e Infanteriecompagnie op de<br />
Boven- en Benedenwinden vervult. Het was een welkome afwisseling<br />
om ook eens ‘blauw’ te opereren en samen te werken met<br />
personeel van een ander krijgsmachtdeel.
Deux Tricolores<br />
Door: KPLMARNALG Schiphorst en ELNTMARNS C.C. Steeneveld<br />
Foto’s: Peter Bijpost, AVDD<br />
Inleiding<br />
Eind 2010 hebben verschillende internationale eenheden deelgenomen<br />
aan de tweeweekse internationale oefening Deux Tricolores<br />
op Aruba. De deelnemers van deze editie waren een peloton van<br />
de CLAS uit Curaçao, een peloton mariniers van de 32 ste Infcie<br />
uit Aruba, een USMC peloton van 2nd Force Recon, en een Franse<br />
compagnie van de 33 RIMA (Regiment d’Infanterie de Marine) uit<br />
Martinique. De oefening bestond uit twee fases, een competitieve<br />
fase, georganiseerd op Aruba en een tactische fase op Curaçao.<br />
Geweergroepscompetitie op Aruba<br />
De competitie bestond uit diverse sportieve/tactische onderdelen<br />
zoals speedmars, waterhindernisbaan, een gewonden extractie<br />
oefening met een CLS protocol, schietvaardigheden, basic skills en<br />
drills en een stalk. Sommige onderdelen in de eerste fase werden<br />
als grensverleggend ervaren door de deelnemende eenheden. Met<br />
name het speedmarsen laat in de ochtend onder de tropische<br />
zon bleek pittig. Winnaar van de eerste fase werd een geweergroep<br />
van USMC Force Recon, die de hoogste overall score haalde<br />
(de mariniers van de 32 ste Infanteriecompagnie deden buiten<br />
mededinging mee). De eerste fase werd volledig georganiseerd<br />
door de 32 ste en ondersteund door de Marinierskazerne Savaneta.<br />
Na de prijsuitreiking werd afgesloten met een BBQ op de kazerne.<br />
Hierna werd de gelegenheid gegeven aan de bezoekende eenheden<br />
om in de avond het eiland te verkennen.<br />
Tactische fase Curaçao<br />
Kort na deze korte R&R zijn alle eenheden zich gaan voorbereiden<br />
voor de tactische fase. Het tactische scenario, dat door<br />
bureau Operaties uit Curaçao in elkaar was gezet, hield in dat<br />
Curaçao was bezet door terroristen en piraten die vanaf het<br />
eiland raids deden op schepen in de Caribische Zee. Het internationale<br />
samenwerkingsverband van Fransen, Amerikanen en<br />
Nederlanders moest deze piraterij een halt toe roepen en de twee<br />
kampen, vanwaar de vijand opereerde, uitschakelen. Alle eenheden<br />
hadden een dag de tijd om de tactische fase voor te bereiden.<br />
Een peloton van de op Curaçao gestationeerde CLAS compagnie<br />
fungeerde als oefenvijand.<br />
Als eerste werden de verkenningseenheden van Force Recon ingezet<br />
vanaf Aruba naar Curaçao, door middel van helikopters. De<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
133<br />
taak van Force Recon was het inrichten van observation posts (OP’s)<br />
en informatie te verzamelen over de beide kampen. Daarvoor<br />
beschikten zij over zeer moderne apparatuur. Ook beschikten zij<br />
over een Forward Air Controller (FAC’er), die tijdens de eindaanval<br />
zou zorgen voor de communicatie tussen grond en lucht, voor<br />
vuurondersteuning van een heli op het grootste kamp. Nadat<br />
er eyes on target (EOT) was, zijn de manoeuvre-eenheden (een<br />
compagnie Fransen en een compagnie Nederlandse mariniers)<br />
zich gaan verplaatsen richting Curaçao. Een gedeelte van de marinierscompagnie<br />
werd ook ingezet per heli, maar de main body<br />
verplaatste zich met behulp van Hr. Ms. Pelikaan en landden met<br />
de Boston Whalers van het Bootpeloton van Aruba en Curaçao.<br />
Beide compagnieën verkenden, over twee assen, eigen routes<br />
richting de doelen. Het moeilijke terrein van Oostpunt Curaçao,<br />
maakte dit soms zeer uitdagend. Uiteindelijk werden er PH’s<br />
betrokken, routes naar de objecten verkend, startlijnen en vuursteunlocaties<br />
uitgelegd, om op H-hour simultaan beide doelen<br />
middels een deliberate attack uit te schakelen. Aansluitend zijn de<br />
eenheden zich gaan verplaatsen richting een beachhead om met<br />
behulp van Boston Whalers, Hr. Ms. Pelikaan en de Puma helikopter<br />
van de Fransen te extracten naar Marinebasis Parera.<br />
Deux Tricolores was een mooie oefening om de internationale<br />
banden in het Caribische gebied te versterken. Voor de 32 ste Infcie<br />
zijn er niet vaak oefeningen op compagnies-plus-niveau, dat<br />
maakte de operatie ook voor de compagniestaf erg leerzaam. De<br />
oefening heeft laten zien dat bij het samenwerken met verschillende<br />
nationaliteiten er meer tijd genomen moet worden voor<br />
het planningsproces. Ook kunnen de taalbarrières soms voor<br />
vertraging en onduidelijkheid zorgen. Tijdens de tactische fase<br />
hebben we kunnen kijken naar het opereren van andere eenheden,<br />
die op details toch vaak anders zijn dan de Nederlandse.<br />
Geconcludeerd kan worden dat de oefening zowel uitdagend als<br />
leerzaam was voor de mariniers van de 32 ste Infcie van Aruba.
Reservisten<br />
Groen En Blauw Trekken Samen Op<br />
KM-reservisten, mariniers en<br />
vloot, werken intensief samen<br />
Door: LTZSD2 KMR A.W. Eilander (KMR Eenheid Rotterdam)<br />
Foto’s: KMR Rotterdam<br />
In navolging van het CLAS en het CLSK beschikt ook het CZSK<br />
over actieve reservisten. Er is al langere tijd sprake van de inzet<br />
van reservisten met een specifieke deskundigheid (RSD) zoals<br />
medisch personeel en ook de Zeeverkeersorganisatie maakt al<br />
jaren gebruik van afgezwaaid vlootpersoneel. Reservisten Militaire<br />
Taken (RMT) zijn hier sinds enige jaren aan toegevoegd<br />
en het ligt in de bedoeling dat de RMT-ers steeds meer zullen<br />
worden ingezet ter ondersteuning van de beroepsorganisatie.<br />
Vier jaar na de start van de eerste pilotprojecten, beschikt het<br />
CZSK nu over drie georganiseerde RMT-eenheden. Inmiddels<br />
beschikken alle eenheden over voldoende personeel en hun<br />
eigen kader. Elke eenheid bestaat nu uit zo’n honderd man. De<br />
eenheden zijn gestationeerd in respectievelijk Den Helder, Doorn<br />
en Rotterdam. Binnen de eenheden is zowel mariniers- als vlootpersoneel<br />
vertegenwoordigd en deze werken tijdens activiteiten<br />
en inzet op gelijke voet met elkaar samen, gebruikmakend van<br />
elkaars specialistische kennis en ervaring.<br />
Core Business<br />
‘Core’ business van het RMT-korps is het zoveel mogelijk ondersteunen<br />
en ontlasten van de beroepsorganisatie. Momenteel worden<br />
reservisten ingezet bij de ondersteuning van evenementen zoals<br />
de Marinedagen, Wereldhavendagen, SAIL Amsterdam, Vierdaagse<br />
en de jaarlijkse Veteranendag. Tijdens dergelijke evenementen<br />
nemen reservisten deel aan de organisatie en worden ze ingezet<br />
tijdens de op- en afbouwfase, en gedurende de evenementdagen<br />
zijn reservisten in diverse uitvoerende en leidinggevende functies<br />
te vinden. Van LCRM-bestuurder bij SAIL, en beveiliging tot lid<br />
van de informatiestand op de Veteranendag.<br />
Daarnaast worden de eenheden ingezet voor invullen van wachtdiensten.<br />
Het NSO Grondstation in Burum en het Amerikaanse<br />
SDDC in Capelle a/d IJssel zijn inmiddels bekende plaatsen waar<br />
reservisten wachtlopen. Overigens tot groot enthousiasme van de<br />
vragende eenheden !<br />
Ceremoniële taken<br />
Een ander goed voorbeeld waar reservisten het beroepspersoneel<br />
ondersteunen maar ook ontlasten is de inzet bij ceremoniële<br />
taken. Vanwege de grote operationele belasting en de frequente<br />
wijzigingen in samenstelling van de operationele eenheden, is<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
134<br />
het een logische stap juist reservisten in te zetten tijdens ceremoniële<br />
taken. Het CZSK is op tal van plechtigheden en evenementen<br />
gedurende het jaar ceremonieel aanwezig. Denk aan<br />
Prinsjesdag, Dodenherdenking, staatsbezoeken, et cetera. Medio<br />
2009 zijn hiervoor de eerste besprekingen gevoerd en dit heeft er<br />
inmiddels toe geleid dat de KMR Eenheid Rotterdam een draagploeg<br />
levert in het kader van het CP-100 protocol. Na maanden<br />
intensief opwerken is inmiddels een eerste draagploeg officieel<br />
afgetest door een krijgsmachtbreed examenteam te Den Haag.<br />
Op 17 april 2010 kwam het trieste bericht dat korporaal van<br />
de mariniers Jeroen Houweling en marinier Marc Harders bij<br />
een aanslag in Afghanistan om het leven zijn gekomen. Bij de<br />
ceremoniële plechtigheden die volgden na de repatriëring van<br />
de lichamen van de twee omgekomen mariniers is de draagploeg<br />
daadwerkelijk ingezet.<br />
Overige inzet<br />
De RMT-eenheden worden incidenteel voor allerhande overige<br />
taken aangevraagd, zoals het tijdens oefeningen of trainingen<br />
fungeren als scheidsrechter of oefenvijand. Reservisten met<br />
een technische achtergrond zijn ingezet om tijdens oefeningen<br />
apparatuur en voertuigen te onderhouden. FPX-oefeningen in<br />
Den Helder worden ondersteund door reservisten die optreden<br />
als oefentegenstander. Maar ook is er inzet voor derden, zoals in
maart 2010 toen de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond figuranten<br />
nodig had voor een Ontruimingsoefening in De Kuip te<br />
Rotterdam. Het scenario hield in dat er tijdens een evenement in<br />
het stadion rellen ontstaan in een vak op de tribune en waarbij<br />
brand uitbreekt in dat vak. Hierop moeten de diverse hulpverleners<br />
(politie, brandweer en ambulancediensten) adequaat<br />
reageren en het vak snel ontruimen. De reservisten fungeerden<br />
als ‘gecontroleerde’ weerstand tegen de ontruiming van het vak.<br />
Sportieve reservisten<br />
Net als ieder andere militair moeten ook reservisten voldoen aan<br />
de Defensie Conditie Proef. Naast de mogelijkheden om gebruik<br />
te maken van eigen sportfaciliteiten doen reservisten actief mee<br />
aan allerhande sportieve evenementen binnen de KM/Defensieorganisatie.<br />
Dit levert een nuttige interactie met de beroepscollega’s<br />
en verhoogt vaardigheden en fitheid. Een aantal voorbeelden<br />
zijn:<br />
• Vierdaagse van Nijmegen: deelname van een afvaardiging van<br />
zo’n 25 reservisten.<br />
• ASORL Nachtpatrouille, een deelname van 25 reservisten (mariniers-<br />
en vlootpersoneel) begin 2010 aan een patrouille in bergachtig<br />
terrein in Luxemburg. Voorafgaande aan dit evenement<br />
werd een KAKO-oefening georganiseerd in Doorn.<br />
• Tweedaagse Militaire Prestatie Tocht: In mei 2010 volbracht<br />
door het buddyteam van een korporaal de mariniers en een<br />
korporaal WDW.<br />
• Open Militaire Kampioenschap Speedmars. Op dit moment<br />
bereiden de reservisten zich voor het eerst voor op deelname<br />
aan dit kampioenschap op 27 mei 2011 op het KMA in Breda.<br />
Ook zijn er speciale competities voor reservisten zoals een militaire<br />
vijfkamp voor reservisten georganiseerd door NATO CIOR,<br />
een internationaal verband van reserve-officieren. Ontstaan uit<br />
een klein aantal deelnemende landen is het uitgegroeid tot een<br />
NAVO-breed orgaan, aangevuld met een aantal gastlanden, zoals<br />
Zuid-Afrika. De vijfkamp is vergelijkbaar met de internationale<br />
(CISM) vijfkamp en de Nederlandse Militaire Vijfkamp (MVK),<br />
maar doet een groter beroep op militaire vaardigheden. Afgelopen<br />
jaar deed een RMT-team mee aan de Nederlandse Militaire<br />
Vijfkamp die het presteerden 12 e te worden van de zestig deelnemende<br />
teams. Van de KM-eenheden die deelnamen werd het<br />
RMT-team zelfs tweede!<br />
Professionalisering<br />
De reservistenorganisatie bevindt zich nu in een fase waarin het<br />
accent ligt op competentieontwikkeling. Om volwaardig te kunnen<br />
worden ingezet dient iedere reservist voldoende geschoold te<br />
zijn, gelijk aan zijn beroepscollega. De ene reservist is nog recentelijk<br />
actief geweest een ander is al jaren de dienst uit, dus ook<br />
intern moeten de klokken gelijk gezet worden. Daarom is gestart<br />
te werken met een reservisten takenboek (PBI) met als speerpunten<br />
infex/eerbewijzen, schieten en geweldsinstructie.<br />
Om de opleidingscapaciteit van KM zo min mogelijk te belasten<br />
zijn eigen instructeurs opgeleid. In het najaar van 2010 zijn op<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
135<br />
het MOC te Rotterdam de laatste SI-opleidingen afgerond en<br />
daardoor beschikt de RMT organisatie nu over vijf gecertificeerde<br />
schietinstructeurs. Zij zullen dit jaar voor de drie RMT-eenheden<br />
een lesprogramma verzorgen voor gebruik van de C7 en Glock.<br />
Ook andere instructeuropleidingen lopen voortvarend. Afgelopen<br />
11 februari zijn op de Vgkaz Rotterdam een aantal instructeurs<br />
afgetest die infex-instructie en lessen eerbewijzen kunnen<br />
gaan geven.<br />
Zo’n 35 staf- en kaderleden van de drie RMT-eenheden zijn 4 en 5<br />
maart jongstleden op de Van Ghentkazerne in Rotterdam opgewerkt<br />
en afgetest in de vakken infex/Eerbewijzen en geweldsinstructie.<br />
Voor het eerst in het bestaan van de reservistenorganisatie hebben<br />
alle drie de eenheden hun opleidingsbehoefte voor 2011<br />
ingediend bij het OKM, het opleidingsbedrijf van CZSK. Deze<br />
opgave is een praktische vertaling van de eigen doelstellingen<br />
naar beschikbare KM-opleidingen.<br />
Toekomst<br />
Het CZSK raakt steeds meer gewend aan het inzetten van reservisten.<br />
De intenties voor de toekomst zijn dan ook positief. Immers<br />
reservisten nemen niet alleen hun kostbare militaire ervaring<br />
mee, maar hebben in de burgermaatschappij ook waardevolle<br />
kennis en ervaring opgedaan die voor het CZSK van belang kan<br />
zijn. Het CZSK ziet daar dan ook mogelijkheden. Zo sprak brigadegeneraal<br />
der mariniers Verkerk (Directeur Operaties van het<br />
Commando Zeestrijdkrachten en Commandant van het Korps<br />
Mariniers) in KMR Contact van november 2010: “Ik zou veel meer<br />
gebruik willen maken van de kennis en ervaring die reservisten<br />
in kunnen brengen vanuit hun werk in het bedrijfsleven en voor<br />
andere maatschappelijke organisaties. En ook veel meer gebruik<br />
maken van hun netwerk. Ik zie ze als belangrijke ambassadeurs<br />
voor de krijgsmacht. Vanuit hun achtergrond kunnen zij bovendien<br />
meedenken over de toekomst van Defensie.”<br />
Op dit moment beschikken de RMT-eenheden nog over een beperkt aantal<br />
niet ingevulde functieplaatsen. Mocht u als oud-marinier of lid van het<br />
vlootpersoneel belangstelling hebben om uw carrière als reservist voor te<br />
zetten, meldt u zich dan bij Bureau Reservisten in Den Helder.<br />
Nederlandse Militaire Vijfkamp
eservisten<br />
Cimic boven de Poolcirkel tijdens de<br />
Joint Arctic Training 2011<br />
Door: MAJMARNS KMR H. Steensma<br />
Foto’s: Sjoerd Hilckmann<br />
In december 2010 een presentatie aan<br />
C-MTC, in januari een verkenning in<br />
Doorn (Vbhkaz) bij de staf van het<br />
Eerste Mariniersbatajon en in februari<br />
mee naar Noorwegen. 1-Cimic Bataljon<br />
heeft de aandacht en krijgt de kans om<br />
aan te sluiten bij de Joint Arctic Training<br />
(JAT) 2011. Het doel is om basic Cimic<br />
awareness bij te brengen.<br />
Bij het bezoek in Doorn blijkt het noemen<br />
van Cimic uiteenlopende reacties op te<br />
roepen: Wie is eigenlijk Cimic opgeleid<br />
binnen 1-Marnsbat? CC 14e heeft een cursus<br />
gevolgd bij het CCOE, het in Enschede<br />
gevestigde Cimic Centre of Excellence (zie<br />
www.cimic-coe.org). OCC 12e, Capt RM<br />
James Musgrove vertelt een anecdote over<br />
zijn laatste missie waarin de Battery Commander<br />
tevens de Cimic man was: “with<br />
his left hand shelling, and with his right<br />
hand winning the hearts and minds”.<br />
Huh?<br />
“Is Civil-Military Cooperation nu een civiele<br />
of een militaire activiteit?” Dat willen de<br />
mariniers van de 13 de Infcie weten bij de<br />
les Cimic awareness die als achtergrondprogramma<br />
dient op de schietbaan tijdens<br />
de WWC. Kapitein KL Richard Galjard, de<br />
trainingsofficier van 1-Cimic bataljon uit<br />
Apeldoorn legt uit dat het een volwaardige<br />
militaire functie heeft die de commandant<br />
ondersteunt bij het behalen van zijn<br />
opdracht.<br />
Volgens de uitgedeelde Cimic quick<br />
reference card luidt de definitie van Cimic:<br />
“De coördinatie en coöperatie, ter ondersteuning<br />
van de missie tussen de NAVO<br />
commandant en civiele actoren, inclusief<br />
nationale populatie en locale autoriteiten,<br />
zo ook internationale, nationale en nietoverheidsorganisaties<br />
en agentschappen.”<br />
Kijken de ‘Cimic novices’ afkomstig uit<br />
de EVO nog een beetje wazig bij zoveel<br />
abstracte woorden, de ‘Cimic continuations’<br />
met uitzendervaring herinneren zich projecten<br />
in onder andere Irak (weg, fabriek)<br />
en in Afghanistan (Cimic house). Elk militair<br />
ingrijpen vindt tegenwoordig plaats in<br />
een omgeving waarin burgers wonen en<br />
werken. Door op een proactieve manier<br />
relaties met burgers en civiele organisaties<br />
te onderhouden, kan informatie verzameld<br />
worden en kan die band bijdragen<br />
aan de acceptatie en veiligheid van eigen<br />
troepen.<br />
Kapitein KL Wouter Hoogland, als reservist<br />
werkzaam bij 1-Cimic bataljon en tevens<br />
oud-marinier, heeft samen met de S2 en<br />
de S3 verkenningen uitgevoerd om tijdens<br />
de FTX Cimic events te laten plaatsvinden<br />
om de Cimic awareness in de sneeuw te<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
136<br />
testen. Bij de orderuitgifte voor Operation<br />
Snow Storm geeft de bataljonscommandant<br />
aan dat hij graag ziet dat zodra de<br />
doelen veiliggesteld zijn, hij een switch ziet<br />
van offensief optreden naar meer ‘nonkinetisch’<br />
optreden, om bij te dragen aan<br />
de stabiliteit in de AOR en om eventuele<br />
Cimic activiteiten te ondersteunen.<br />
En dan de praktijk op de ijzige grond: Het<br />
AT/Genie pel is in de FTX onderweg naar<br />
een post-blast investigation samen met de<br />
EOD. Bij aankomst bij het autowrak blijkt<br />
zich daar een groep burgers te bevinden<br />
die op de vlucht is voor het geweld van de<br />
vijandige militie. Zij hebben honger en<br />
dorst en er zijn (licht) gewonden bij die<br />
eerste hulp nodig hebben. Volgens de ROEcard<br />
en volgens de Commanders Intent moet<br />
de eenheid enige vorm van hulp bieden.<br />
Bovendien is dit een kans om actionable<br />
intelligence te verzamelen, conform de<br />
aanwijzing van de S2. De role-play, aangekleed<br />
met kleding afkomstig van het Leger<br />
des Heils uit Harstad, ziet er angstvallig<br />
echt uit als vluchtelingen met koffers en<br />
plastic zeilen. Dan is er ook nog ‘pers’<br />
aanwezig, die graag opnames wil maken<br />
en de wereld wil laten zien hoe de burgers<br />
behandeld worden door deze Nederlandse<br />
troepen. Zie hier de complexiteit van een<br />
op het eerste gezicht niet al te complexe<br />
situatie. De vluchtelingen worden bijeen<br />
gebracht op een veilige plaats, de CLS’er<br />
biedt zo goed als mogelijk eerste hulp en<br />
een snack-pack wordt gedeeld. Ondertussen<br />
geeft de luitenant een sitrep door en<br />
verzoekt om transport naar het vluchtelingenkamp.<br />
De action on IDPs (internally<br />
displaced persons) was die ochtend voor vertrek<br />
niet beoefend. Men was bedacht op<br />
vijand, en niet op burgers. Toch reageerde<br />
de eenheid uiteindelijk op gepaste wijze<br />
en werd de aandacht verdeeld over het<br />
tactisch veiligstellen van de IED site en het<br />
bieden van ondersteuning aan de hulpbehoevende<br />
burgers.<br />
Een tweede Cimic event betrof een sniper<br />
aanval op een bus met vluchtelingen in<br />
de gemeente Tjeldsund, met inzet van de<br />
echte burgemeester en zijn crisisstaf. De
mariniers van de role-play kregen dit keer<br />
versterking van een tiental Noorse tieners<br />
die ook in de bus zaten. De CLS’er van<br />
13-Infcie heeft al gauw een vol gewondennest<br />
en dan blijkt de chauffeur van de bus<br />
ook nog doodgeschoten achter het stuur<br />
van de bus te zitten. De CC neemt de leiding<br />
en stelt de omgeving veilig, verstuurt<br />
een sitrep naar de MCP en doet een beroep<br />
op de medewerking van de locale autoriteiten.<br />
Overleg met de burgemeester volgt.<br />
Die schakelt locale politie en geneeskundig<br />
personeel in. Zo ontstaat een overdracht<br />
van de militairen die als eerste op<br />
de plaats van het ongeluk aanwezig zijn,<br />
naar de autoriteiten van de gemeente.<br />
Cimic oefenwaarde voor eigen troepen,<br />
maar ook voor de Noren zelf.<br />
Dit was crosstraining die de aandacht trok<br />
van de Cimic officier van de Noorse Homeguard<br />
en van de LO van ATC North (Allied<br />
Training Centre North). Deze gebeurtenis<br />
past bij hun motto: ‘Worldclass preparations<br />
for world wide operations’. Wellicht voor herhaling<br />
vatbaar bij een volgende oefening.<br />
Adjudant Johan van Leeuwen van de<br />
AVDD schiet met zijn filmcamera mooie<br />
beelden. Als Cimic trainingsvideo zeker<br />
aan te raden om nog eens terug te zien.<br />
Tot zover Cimic in de oefening.<br />
No-play Cimic, oftewel het onderhouden<br />
van relaties met echte civiele instanties<br />
krijgt vorm door het bedanken van Vertex,<br />
de locale vertegenwoordiging van het<br />
Leger des Heils, waar de kleding voor de<br />
vluchtelingen vandaan kwam. Met hulp<br />
van korporaal Arnold Boer van CSS1<br />
wordt daags voor vertrek naar Nederland<br />
etenswaren en overgebleven pakken koffie<br />
van de winterdeployment aangeboden aan<br />
Vertex. De asielzoekers die er werken en<br />
hun familie zullen met plezier terugdenken<br />
aan het uitlenen van de verkleedkleren.<br />
Reservisten nemen deel aan defilé<br />
Lustrumviering Korps Mariniers 345 jaar<br />
Door: KPLMARNALG KMR A.J. van den Berg<br />
Foto’s: Evert Hettema<br />
Als reservisten van de KMR kregen wij de<br />
unieke gelegenheid deel te nemen aan de<br />
parade en het defilé Lustrumviering Korps<br />
Mariniers 2010 op de Coolsingel afgelopen<br />
11 december in Rotterdam. Nieuw was dit<br />
jaar het camo-peloton van het COM waar<br />
wij als reservisten deel van uitmaakten.<br />
Tenue was camo met een blauw-fleecejack<br />
erover heen met op de linkerarm het<br />
logo Camo Peloton. Per bus werden we<br />
vervoerd van het verzamelpunt Ahoy naar<br />
De Boompjes. Na intreden van het vaandel<br />
werd afmars gehouden naar de Coolsingel<br />
met de actief dienende mariniers en het<br />
ongewapend bataljon oud-mariniers on-<br />
der begeleiding van de marchingbands<br />
Kunst en Genoegen uit Leiden en Thalita<br />
uit Vlaardingen. Op de Coolsingel werden<br />
we begeleid door onze Marinierskapel van<br />
de Koninklijke Marine en de Tamboers en<br />
Pijpers van het Korps Mariniers. Pal voor<br />
het stadhuis werden we opgesteld voor de<br />
ceremonie.<br />
Om elf uur ving de parade aan. Daar<br />
werden de eenheden geïnspecteerd door<br />
de minister van Defensie Hillen en de<br />
Korpscommandant, brigadegeneraal der<br />
mariniers Verkerk. Vervolgens hield de minister<br />
een toespraak waarin onder andere<br />
werd stilgestaan bij het sneuvelen van<br />
korporaal van de mariniers Houweling en<br />
marinier Harders. Een bijzonder moment<br />
brak aan toen onze voormalig commandant<br />
der zeestrijdkrachten, luitenantgeneraal<br />
der mariniers b.d. R. Zuiderwijk<br />
benoemd werd tot officier in de orde van<br />
Oranje Nassau met de Zwaarden. Vervolgens<br />
sprak onze Korpscommandant ons<br />
toe. Flexibiliteit, een hoog moraal, sterke<br />
onderlinge band en “niet lullen maar poetsen”<br />
waren zijn kernwoorden in deze tijd<br />
van bezuinigingen. Om zich vervolgens<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
137<br />
Het Cimic team, drie pax sterk, was zeer<br />
blij met de geboden kans om deel te nemen<br />
aan JAT 2011. Er zijn waardevolle contacten<br />
gelegd en de Cimic vlag is gehesen.<br />
Wordt vervolgd!<br />
tot de minister te richten met de woorden<br />
“bij veel geweld en weinig geld, snel de mariniers<br />
in het veld”. Na de toespraken werd<br />
door de eenheden afmars gehouden om<br />
vervolgens het traditionele defilé aan te<br />
vangen. Het defilé werd afgenomen door<br />
onze Korpscommandant, de minister van<br />
Defensie, de burgemeester van Rotterdam,<br />
de commandant der zeestrijdkrachten en<br />
de voorzitters van het COM en WJB. Na<br />
het defilé begaven we ons per openbaar<br />
vervoer naar de Ahoy.<br />
Het middagprogramma in de Ahoy bestond<br />
uit een geweldige rijsttafel aangevuld<br />
met een muzikaal programma. Al<br />
met al was deze dag voor ons een geweldige<br />
happening en hebben we als reservist<br />
ons steentje bij kunnen dragen.
AOOMARNALG M. Bal (ICMS CBRN instructie)<br />
SMJRMARNALG P. van Homoet (CBRN instructie)<br />
NBC weg ermee !!!<br />
(Het broertje komt<br />
uit de kast !!!)<br />
Door: AOOMARNALG M. Bal<br />
Deze ochtend heeft de stroom van het drukke verkeer mij weer<br />
meegenomen richting Vught.<br />
Als marinier werkzaam binnen OTC Genie is dit al jarenlang een<br />
vast ritueel. Voordat de kazernepoort in zicht komt, laat ik nog<br />
even de agendapunten van de werkdag door mijn hoofd gaan.<br />
De centen van de baas zijn tegenwoordig niet van blik. Voor de<br />
slagboom van de kazerne staan mensen van de vakbond een flyer<br />
uit te delen. De komende bezuinigingen worden met wantrouwen<br />
tegemoet gezien. Men schuwt zelfs een demonstratie in het<br />
Haagse niet. Met de agendapunten van de dag nog steeds in mijn<br />
hoofd, vormt zich een prachtige combinatie. Als we deze demonstratie<br />
nu ook eens konden gebruiken om voor eens en altijd van<br />
het lastige Nucleaire, Biologische en Chemische oorlogsvoering<br />
(NBC) af te komen! Ondanks mijn werkzaamheden in de NBC<br />
wereld lijkt mij dit een ideale gelegenheid om gewoon eens af te<br />
rekenen, met deze oude belegen materie.<br />
Want welke marinier kan mij nu het nut vertellen van dat lastige<br />
stuk uitrusting op de linker heup (Item uit de ‘Koude Oorlog’)<br />
of onderin de plunjezak. Wie heeft er eigenlijk een positieve<br />
ervaring vanuit zijn EVO met het ‘gasgeneuzel’? Wanneer laten<br />
we het NBC, eens deel uitmaken van een oefening. Wat voor nut,<br />
maar vooral, wat is de realiteitszin van NBC? Dat de NAVO, elke<br />
militair verplicht om te voldoen aan bepaalde NBC eisen (basisvaardigheden),<br />
daar hebben wij mariniers even geen boodschap<br />
aan. We hebben het druk zat met de voertuig-, gevechts- en<br />
landingsdrills, daarbij doen we ook genoeg aan uitzendingen en<br />
oefeningen.<br />
In de paarse omgeving van de Joint NBC school te Vught, heeft<br />
onze organisatie twee mariniers geplaatst. Het is niet onze taak<br />
om het NBC weg te houden bij onze organisatie. Integendeel, we<br />
zijn er om het te promoten. Ik was ook zeer gelukkig met het<br />
verzoek om eens een stuk te schrijven over onze plaatsing bij de<br />
Landmacht (CLAS). Dit geeft mij in ieder geval de mogelijkheid<br />
om te vertellen dat wij (smjrmarnalg P van Homoet en aoomarnalg<br />
M. Bal), jullie niet vergeten zijn. Vanuit onze Externe Plaatsing<br />
maken wij graag gebruik van onze hernieuwde kennismaking<br />
om jullie een nieuw stuk informatie mee te geven.<br />
Binnen de oude NBC familie is er een broertje uit de kast<br />
gekomen met de naam Chemisch, Biologisch, Radiologisch en<br />
Uit het oog<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
138<br />
CBRN CT vroeger: zo zijn we in 2005 begonnen met de UIM / BBE alles stond<br />
toen in de kinderschoenen.<br />
Nucleair (CBRN). Meestal als er een familielid uit de kast komt,<br />
veroorzaakt dit minimaal een lichte opschudding. Deze kleine<br />
aardbeving heeft ook gevolgen. CBRN is in het zicht gekomen van<br />
de burgermaatschappij. Het belang van CBRN, in combinatie met<br />
de expertise van burgerhulpdiensten, blijkt een geweldig stuk<br />
gereedschap te zijn bij rampen en aanslagen op nationaal gebied.<br />
Hier raakt CBRN, de verantwoordelijkheid van het departement<br />
Binnenlandse zaken, waarbij de expertise ook voor een deel bij<br />
Defensie ligt. CBRN krijgt in deze context een andere dimensie<br />
waarbij de ICMS (Intensivering Civiele en Militaire Samenwerking)<br />
als gids in deze materie gebruikt gaat worden.<br />
Zoals in de tekst al aangegeven, zullen wij als Korpsafgevaardigden<br />
er veel aan doen om het oude NBC voor het grote deel bij<br />
ons weg te houden. Wij hopen dat er dan ruimte ontstaat voor<br />
de nieuwe doctrine. We voelen ons in ieder geval verplicht om<br />
een signaal af te geven bij deze nieuwe ontwikkelingen. In week<br />
5 is er in de nieuwsbrief CZSK een schrijven rondgegaan over<br />
de op korte termijn defensiebrede reorganisatie van het CBRN.<br />
Ondanks de bezuinigingen, wordt de oprichting van een nieuwe<br />
eenheid, hier niet belemmerd. Het heeft namelijk een algemeen<br />
nationaal belang. Het belang om te anticiperen binnen de derde<br />
hoofdtaak van Defensie (onder andere op CBRN gebied), samen<br />
met burgerhulpdiensten. (Derde Hoofdtaak: Ondersteuning van civiele<br />
autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire<br />
hulp, zowel nationaal als internationaal).
We moeten als Defensie dus een ander accent gaan leggen op<br />
het CBRN optreden zoals we dit dachten te kennen, vanuit het<br />
grootschalig conflict. Uiteraard zijn we met deze verschuiving<br />
al een aantal jaren bezig. Nu is het echter de tijd om het een<br />
tastbare vorm te laten aannemen. Hiermee moeten we in 2012<br />
de startlijn over. De nieuwe organisatie is aan het einde van de<br />
papierenmolen aangekomen, het ontwerp is daar. Dus handen<br />
uit de mouwen, pang!<br />
De Joint CBRN school werkt hier hard aan. Niet alleen om aan de<br />
vraag vanuit de burgermaatschappij te kunnen voldoen, maar<br />
ook om de komende reorganisatie te laten landen op de juiste<br />
strip. Het vullen met personeel komt op korte termijn in zicht.<br />
Response en adviesteams, ontsmettings- en detectieploegen. Allemaal<br />
taken en functies die zich dit jaar over de school zullen<br />
uitstorten. Trainingen en menige cursus zullen hun weg via de<br />
OT naar de instructie moeten gaan vinden.<br />
Als we kijken naar de assistentie bij rechtshandhaving en rampenbestrijding<br />
geven we op dit moment voorlichting aan de justitiële<br />
partners zoals: Explosieven Verkenners (EV /TEV), en Anti-<br />
Terreureenheden. Aanslagen met Radiologische en/of Chemische<br />
bommen of industriële rampen binnen Nederland, vragen om<br />
uitwisseling van kennis tussen Brandweer, Geneeskundige<br />
dienst, Politie en Defensie. Giftige chemische stoffen voor het<br />
vervaardigen van chemische terreurwapens, of de stoffen die<br />
gebruikt worden in drugslaboratoria kunnen relaties hebben bij,<br />
bijvoorbeeld personeelsontsmetting of een medische behandeling.<br />
Ook hierin zijn we actief, en kijken mee binnen de organi-<br />
Paarse training in de USA (TAT -Toxic Agent Training), waarbij echte strijdmiddelen<br />
worden gebruikt voor scenario’s voor ontsmetting en detectie.<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
139<br />
satie van bijvoorbeeld een veiligheidsregio, zoals Nederland er<br />
vijfentwintig heeft. De eerste politieagent is al opgenomen in<br />
de groep collega’s, en maakt deel uit van deze Defensieschool,<br />
samen met een liaison van de Geneeskundige Hulp Organisatie<br />
(GHOR).De verschuiving van NBC naar CBRN krijgt hier dus<br />
voeten in de aarde. De recente brand in Moerdijk heeft laten zien<br />
dat het belang van een organisatie, waar Civiel en Krijgsmacht<br />
hand in hand kunnen gaan, zijn meerwaarde zal hebben. Daarbij<br />
moet worden gewerkt aan een goede structuur op het gebied van<br />
alarmering, commandovoering, advies en inzet.<br />
Hoe gaat het met ons? Beide zijn we in ieder geval druk met het<br />
ondersteunen van de algemene CBRN cursussen. Het ‘oude’ NBC<br />
kan ieder geval niet helemaal vergeten worden. Functiegerichte<br />
cursussen gericht op het grootschalig conflict zullen bij de<br />
Chemische dreiging in een ander jas dan dat we gewend zijn, incl. detectiemiddel<br />
(Chempro 100- Neus A)<br />
Krijgmacht nooit verloren gaan. Zeker als we kijken naar de niet<br />
al te grote stabiliteit in de wereld (Midden Oosten). Er blijft een<br />
behoefte aan voorlichting en kennis van deze materie. Ook geven<br />
we voorlichting over het CBRN dreigingaspect. Als mariniers hebben<br />
we ook een stukje terrorisme awareness in ons pakket. Met de<br />
actuele bronnen op dit gebied, houdt deze materie ons scherp.<br />
Aan de vraag om voorlichting hieromtrent van Brandweer, Douane<br />
en Politie kunnen wij voldoen.<br />
Wij hebben het ‘lekker druk’, maar kunnen uiteraard altijd wel<br />
een gaatje vinden om onze eigen organisatie eens voor te lichten<br />
voor wat betreft het nieuwe CBRN.<br />
Collega’s laat je verrassen, CBRN is realiteit op een ander niveau.<br />
Verbreden is de toekomst.<br />
Hier valt nog een dikke boterham voor het Korps te verdienen op<br />
nationaal gebied.
Van Boord<br />
Ben ik nu al aan de beurt?<br />
AOOMARNALG H.A.T.M. de Groot<br />
Na 36 jaar, 4 maanden en 21 dagen gediend te hebben bij het<br />
Korps Mariniers ga ik op 1 mei 2011 met functioneel leeftijdsontslag.<br />
Ik ben adjudant onderofficier van de mariniers algemeen<br />
H.A.T.M. de Groot. Marinenummer 043094, registratienummer<br />
581013129. Oh ja, even op mijn kaartje kijken, het zijn inmiddels zoveel<br />
nummers geworden, Peoplesoft nummer 216692, en nog zijn<br />
er collega’s die mij niet kennen!<br />
Enkele hoogtepunten uit mijn carrière bij het Korps Mariniers.<br />
Opgekomen op 9 december 1974. FLO per 1 mei 2011.<br />
In die tijd mochten we nog om 12.00 uur een biertje drinken, we<br />
mochten roken in alle verblijven en werkruimtes. Als 2e klasser<br />
s’ avonds in het manschappenverblijf de schoenen poetsen voor de<br />
1e klassers, anders mochten we geen biertje en of soft bestellen.<br />
Dus kwam je als 2e klasser maar één keer in het verblijf, en zorgde<br />
je er wel voor om zo snel mogelijk 1e klasser te worden en je takenboek<br />
af te hebben. In de tijd dat we met vierhonderd boordplaatser<br />
s’ avonds in het verblijf vertoefden en onze spannende momenten<br />
van de dag bespraken. Wat we de dag hadden beleefd en hoe het<br />
beter kon. We sliepen met zestig personen in één barak, met drie<br />
toiletten en drie douches. De nissenhutten op Texel waar de verwarming<br />
zomers, maar ook in de winter niet werkte. De oefening<br />
die de volgende dag gepland stond werd gehouden op het oefenterrein<br />
A 1-2-3 of de Leusderheide of gingen we naar de Harskamp?<br />
Dat waren toch wel de oefenterreinen die we het meest bezochten.<br />
De oefeningen in het buitenland werden meestal gehouden in<br />
Engeland, Sardinië, Schotland, Denemarken, Noorwegen. Met HMS<br />
Bulwark (Brits helikoptervliegdekschip) meevaren. We waren ten<br />
slotte toch zeesoldaten, en hadden zelf geen amfibisch schip. Collegialiteit<br />
stond hoog in het vaandel. Nu toch ook nog steeds!<br />
Ik ben er niet de persoon naar die regelmatig ‘het podium’<br />
betreedt. Maar ik vind het een eer om een stukje voor de QPO te<br />
mogen schrijven. Het is tenslotte 36 jaar, 4 maanden en 21 dagen<br />
geleden dat ik bij het Korps Mariniers mijn intrede deed. Mijn<br />
laatste functie is coördinator opleidingen MTC-staf. Hier bevindt<br />
zich het bureau waar de oefenterreinen worden gecoördineerd en<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
140<br />
aangevraagd voor het gehele MTC. Wat schept mijn verbazing, de<br />
oefenterreinen die nu worden gebruikt, zijn dezelfde van 36 jaar geleden.<br />
Heeft de tijd stil gestaan? Nee, natuurlijk niet. Door de jaren<br />
heen zijn we als Korps wel degelijk de grenzen gaan verleggen met<br />
oefeningen in het buitenland. Amerika, Canada, Suriname, Brunei,<br />
Turkije, en nog vele meer.<br />
Als 16-jarige mijn intrede gedaan bij het Korps Mariniers. Ik wilde<br />
graag magazijnbeheerder worden of bij de dekdienst. Van het<br />
Korps Mariniers had ik nog nooit gehoord. Tijdens mijn keuring in<br />
Hollandse Rading vertelden ze mij dat ze alleen nog vacatures hadden<br />
voor het Korps. Na enige foto’s te hebben bekeken van de werkzaamheden<br />
bij het Korps Mariniers zoals hindernisbaan, touwbaan,<br />
waterbak, en wat ze al niet meer lieten zien dacht ik van: laat ik dat<br />
dan maar gaan doen. Ik was al lang blij dat ik een baantje kreeg<br />
bij Defensie. Na negen maanden ploeteren, verplicht met de hele<br />
opleiding de Vierdaagse van Nijmegen lopen, heb ik het takenboek<br />
voor marinier der 1e klasse na negen maanden voltooid. Zo trots als<br />
een pauw mocht ik me afmelden bij mijn militaire meerdere als:<br />
marinier 1 De Groot meldt zich!<br />
Kunnen we dit met zijn allen nog herinneren; aan de eerste vereiste<br />
voldaan te hebben om als volwaardige marinier geaccepteerd te<br />
worden bij de eenheden. Dit geldt voor alle rangen. Het moment<br />
van erkenning dat je erbij hoort. MARINIER. Dat is niet de eerste<br />
dag dat je opkomt in de Van Ghentkazerne. NEE, daar moet je dus<br />
wat voor doen. Na mijn EVO heb ik de specialistische opleiding
81mm mortieren gedaan. Was nog niet zo<br />
verkeerd dat er toen eerst een specialistische<br />
opleiding gevolgd diende te worden<br />
voordat men bij de operationele eenheden<br />
werd geplaatst. De wijde wereld kwam snel<br />
dichterbij. In juni 1976 werd ik op Aruba<br />
geplaatst. Foutje van de baas, ik was pas 17<br />
jaar. Je mocht pas met je 18e levensjaar met<br />
uitzending. Wat een belevenis. Ja, ik had een<br />
goede keuze gemaakt. Mijn vrienden stonden<br />
nog op het voetbalveld in de regen, en<br />
ik stond aan het strand op Aruba. Dat had ik<br />
toch zeker niet verwacht toen ik een jaar en<br />
zes maanden daarvoor naar de keuring ging. Ik heb vier uitzendingen<br />
mogen beleven naar de Antillen waarvan één voor vier jaar op<br />
Aruba. Geweldig ook voor mijn vrouw en kinderen. Na mijn eerste<br />
term op Aruba van juni 1976 t/m april 1977 ben ik ingerouleerd bij<br />
de 15de Ondersteuningscompagnie, 81mm Mortierpeloton en Verkenningspeloton.<br />
En daar gebeurde het dat door een weddenschap<br />
(kratje bier) ik in 1978 de commando- en parachutistenopleiding<br />
heb gedaan. In 1979 heb ik van de kikvorsmanopleiding mogen genieten.<br />
Als je het dan over stompen hebt, dan heb ik dat in deze opleidingen<br />
zeker gedaan. Vooral bij het opleidingskader kikvorsmanopleiding.<br />
Daar had iemand een kistje met kronkels (verzinsels)<br />
erin, dat hebben we geweten. Kikkeropleiding voltooid. Twee dagen<br />
later zat ik geplaatst op Hr. Ms. van Galen. Ik denk dat de schipper<br />
de eerste dagen niet goed wist wat hij met mij aanmoest. Ik meldde<br />
me bij de schipper voor werkzaamheden. “De Groot, ga maar<br />
naar het kabelgat, emmer en zwabber halen dan kun je de walegang<br />
gaan schrobben”. Dat duurde drie dagen. Ik naar de schipper<br />
de derde ochtend. Eerst de emmer en de zwabber opgehaald, bij<br />
hem op kantoor neergezet, met de mededeling dat ik niet één jaar<br />
en zes maanden heb lopen stompen om bij hem anderhalf jaar de<br />
walegang te schrobben. Ik vertelde hem “er zijn 180 marinemensen<br />
aan boord en één marinier en die is hier niet voor de walegang”. De<br />
schipper begreep wat ik bedoelde. Ik werd beheerder van de duikstore<br />
en persluchtapparaten, en eerste zwemmer van de wacht.<br />
Tevens medewerker bij de krakploeg (dekdienst). Tijdens olieladen<br />
met een ander schip, kreeg ik van de eerste officier te horen dat<br />
er waarschijnlijk een oefening man overboord werd gehouden en<br />
dat ik dat ook moest gaan uit voeren. Ik vertel dat aan de mannen<br />
die op het achterschip bezig waren. En ja, daar was een oranje boei<br />
(werd gebruikt voor oefening man overboord) tussen de twee schepen.<br />
Ik overboord, achter mij aan werd een rubberboot gegooid.<br />
Eén van de bemanningsleden drukte op de man overboord knop’.<br />
Hij moest zich melden bij de commandant die hem vroeg waarom<br />
hij op de knop had gedrukt. Hij vertelde dat de marinier De Groot<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
141<br />
dat had gezegd. Hij kreeg opdracht om de marinier De Groot naar<br />
de brug te sturen, waarop hij antwoordde dat ik overboord was gesprongen.<br />
Ja, toen werd het geen oefening meer. De olieslang werd<br />
gekapt om mij op te gaan halen. Het duurde twee uur voordat ik<br />
aan de horizon een schip zag aankomen. Dan ben je toch wel heel<br />
klein als je met een rubberbootje op die grote waterplas dobbert.<br />
De commandant vond het een goede actie. Het vertrouwen was<br />
gewekt. Veel meegemaakt en gezien tijdens deze plaatsing, ook<br />
nog een halfjaar op Hr. Ms. Abraham Crijnssen gezeten. Heb door<br />
mijn vaarperiode wel de Marine leren waarderen.<br />
Hierna nog vele plaatsingen gehad waarvan ik vier jaar bij de<br />
Whisky compagnie heb mogen dienen. Mijn mooiste tijd bij de<br />
baas heb ik wel bij deze compagnie mogen beleven. Hard werken,<br />
vele kilometers op de ski’s in Noorwegen afgelegd en de bergschoenen<br />
in Schotland. Bij deze compagnie was je toch zeker wel<br />
acht maanden per jaar op doorreis naar verschillende oefeningen.<br />
Ook bij de 21e Infanteriecompagnie vier jaar gediend, waarbij twee<br />
uitzendingen. Haïti 1 (Unmih) van maart t/m september 1995 en<br />
Bosnië (IFOR) december 1997 t/m maart 1998. Hierna vier jaar naar<br />
Aruba om vervolgens in 2002 weer aan te treden bij 11e Paracompagnie<br />
tot 2005. Waarbij ik ook bij deze eenheid één uitzending<br />
heb gedaan naar Irak (SFIR) van juli t/m november 2003. Het zegt<br />
het al, para-eenheid, niet dat ik nog ging springen met de bol, wel<br />
toen ik een aanbod kreeg om met één van de instructeurs mee te<br />
gaan voor een tandemsprong. Wat een beleving! Om nooit meer te<br />
vergeten. Nu begrijp ik ook waarom die vrije-vallers een dergelijke<br />
adrenaline shot hebben voordat ze uit dat vliegtuig springen. De<br />
para instructeurs van toen, bedankt voor deze geweldige ervaring.<br />
Met veel enthousiasme vijf jaar samen met mijn vriend Bert van<br />
Beek (smjrmarnalg b.d. ) de ‘Baron Van Ghent mariniers motortoertocht’<br />
georganiseerd. Waarbij we in 2010, zestig motorrijders<br />
hadden die meededen met deze rit. Als je zo terug gaat in de tijd is<br />
het teveel om alles op te noemen wat je zoal hebt gedaan. Ik denk<br />
dat ik wel van alle kanten wat heb mogen snoepen. In ieder geval is<br />
het bij het Korps Mariniers geen dag hetzelfde. Even terugkomend<br />
bij het begin van dit schrijven, over het biertje drinken en het roken.<br />
Was het toen beter als nu? Nee, het was anders. Nu is het in mijn<br />
optiek professioneler dan toen, en dat heeft ook zeker te maken<br />
met de uitrusting en transportmiddelen die nu bij de eenheden beschikbaar<br />
zijn. Tot slot ben ik een dankbare marinier die zolang bij<br />
dit Korps heeft mogen dienen met al zijn facetten. Er zal altijd even<br />
een tijd komen dat je denkt dat het bij een ander beter is. De tijd<br />
zal overwinnen en het Korps Mariniers ook. Hierbij wil ik een ieder<br />
bedanken waarmee ik ooit heb samengewerkt. Voor onder andere<br />
de collegialiteit en de fijne tijd die ik heb mogen beleven. Het gaat<br />
u allen goed, even de schouders eronder is een veel gehoorde kreet,<br />
ook nu weer in deze tijd.<br />
“QPO, Houdoe”, Hennie de Groot.
<strong>Mariniersmuseum</strong><br />
Directeur: mw. M.F. Groen<br />
Conservator: mw. E.S.S. Visser<br />
Museumnachtmariniers<br />
De tiende editie van de Rotterdamse<br />
Museumnacht op 5 maart 2011 stond<br />
volledig in het teken van 10 x 010. Er was<br />
deze editie weer veel te zien en te doen<br />
in de stad. Hoe krijg je het voor elkaar<br />
om van hot naar her te rennen en niets<br />
te missen? Natuurlijk weet een marinier<br />
daar wel raad mee en dat was dan ook<br />
de insteek van het <strong>Mariniersmuseum</strong>:<br />
zorg dat je fit bent en begin daarom de<br />
avond in het <strong>Mariniersmuseum</strong>. Aan<br />
deze oproep is ruim gehoor gegeven. Zo’n<br />
zevenhonderd mensen kwamen naar de<br />
Wijnhaven om erachter te komen of zij<br />
het in zich hadden om museumnachtmarinier<br />
te worden. Bij binnenkomst kregen<br />
zij een tienstrippenkaart uitgereikt en<br />
werden daarmee het museum ingestuurd<br />
om tien verschillende oefeningen te doen.<br />
Tenminste, als ze zover kwamen. De hit<br />
van de avond was om gewapend met een<br />
nachtkijker in het aardedonker de weg op een uitgezet parcours<br />
te vinden. Dat voor deze oefening ruim een half uur gewacht<br />
moest worden deerde niemand. Natuurlijk stond ook kaart en<br />
kompas op het programma. Fysiek werden de nachtelijke bezoekers<br />
ook op de proef gesteld doordat zij zich onder andere minimaal<br />
tien keer moesten opdrukken, met een loodzware rugzak<br />
op het stepapparaat vooruit moesten zien te komen en natuurlijk<br />
een stukje moesten tijgeren. Vijf mariniers, geplaatst bij de Roadshow<br />
en het MOC, waren de bezoekers met allerlei tips behulpzaam<br />
en konden diverse prangende vragen van het publiek over<br />
hun werk beantwoorden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat<br />
een groot deel van de bezoekers er in slaagde om de tien strippen<br />
te verzilveren en gingen dan ook gewapend met het getuigschrift<br />
als geoefend museumnachtmarinier de nacht weer in.<br />
Schilderij voor museum<br />
Aan de collectie van het <strong>Mariniersmuseum</strong> is op 2 februari een<br />
imposant werk over de missie in Afghanistan toegevoegd. Tijdens<br />
een bijzondere bijeenkomst van het bestuur van de Vrienden,<br />
waarbij ook de Commandant van het Korps Mariniers, brigadegeneraal<br />
R. Verkerk aanwezig was, is afscheid genomen van de<br />
voorzitter R. Spiekerman van Weezelenburg en het bestuurslid<br />
C. van der Linde. De nieuwe voorzitter kolonel der mariniers b.d.<br />
F. Hoogeland nodigde zijn voorganger uit om in de hal van het<br />
museum een schilderij te onthullen dat aan de collectie van de<br />
Stichting Historische Verzameling Korps Mariniers moest worden<br />
toegevoegd. En wie was er nu meer geëigend om dit te doen dan<br />
de scheidend voorzitter. Onder zijn voorzitterschap was immers<br />
de opdracht verleend tot het maken van dit doek. Met zichtbaar<br />
genoegen onthulde Spiekerman van Weezelenburg dan ook dit<br />
imposante schilderij. Spiekerman gaf aan dat dit doek dat net<br />
zoals het Viper schilderij is gemaakt door de talentvolle kunste-<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
142<br />
naar Casper Warmoeskerken. Het schilderij draagt bij aan het<br />
waarmaken van de missie van het museum. Het museum breidt<br />
haar collectie namelijk met een belangrijk werk uit, mariniers<br />
herkennen zich in dit werk en de bezoekers kunnen door de<br />
ogen van de kunstenaar daadwerkelijk kennismaken met de missie<br />
Afghanistan. Hierna nam de Korpscommandant het woord<br />
die aangaf blij te zijn dat de Vrienden ook zorgen voor de vastlegging<br />
van de geschiedenis door middel van het verstrekken van<br />
kunstopdrachten. Onze missies zijn het waard om door kunstenaarsogen<br />
vertaald te worden en zo eeuwig aan de vergetelheid<br />
te worden ontrukt. Hij gaf aan dit schilderij graag op zijn werkkamer<br />
te zien hangen maar begreep dat het doek in het museum<br />
een grotere rol kon spelen. Als laatste spreker dankte bestuurslid<br />
N. Nommensen van de Stichting Historische Verzameling Korps<br />
Mariniers de Vrienden voor dit indrukwekkende schilderij. Hij<br />
verzekerde de aanwezigen dat er tot in eeuwigheid goed gezorgd<br />
zou worden voor deze indrukwekkende patrouille.<br />
Voor de nieuwe aanwinst van het museum staan v.l.n.r. de nieuwe voorzitter<br />
Vrienden F. Hoogland, de scheidend voorzitter R. Spiekerman van Weezelenburg,<br />
de Commandant Korps Mariniers R. Verkerk en een bestuurslid van de<br />
St. Historische Verzameling Korps Mariniers N. Nommensen.<br />
Onderscheiding<br />
Vorig jaar heeft een delegatie van het Marine Corps Leaque,<br />
mede in het kader van het 345-jarig bestaan van het Korps<br />
Mariniers, een meerdaags bezoek aan Rotterdam gebracht. Als<br />
blijk van waardering voor de<br />
ondersteuning die zij van het<br />
<strong>Mariniersmuseum</strong> mochten<br />
ontvangen hebben zij aan<br />
sergeant-majoor Arnold Ho-<br />
Sam-Sooi en Marieke van Dijk<br />
respectievelijk de service medal<br />
en de citizen medal verleend. Op<br />
31 maart zijn deze onderscheidingen<br />
uitgereikt.<br />
Mijn herinnering aan de meidagen 1940<br />
Dit jaar is het al weer 71 jaar geleden dat het bombardement op<br />
Rotterdam plaatsvond. Op verschillende punten in de stad wordt<br />
aandacht besteed aan deze gebeurtenis, met als doel om zo veel
mogelijk Rotterdammers duidelijk te maken wat er zich in de<br />
meidagen 1940 in hun stad heeft afgespeeld.<br />
In het <strong>Mariniersmuseum</strong> is de speciale tentoonstelling Mijn<br />
herinnering te zien en in het metrostation Beurs/Churchillplein,<br />
WTC en bibliotheek komen op beeldschermen in korte interviews<br />
de mariniers van toen zelf aan het woord. Dat is heel<br />
bijzonder, omdat er anno 2011 nog maar drie mariniers bekend<br />
zijn die de strijd om Rotterdam persoonlijk hebben meegemaakt.<br />
Ondanks hun zeer hoge leeftijd vertellen de heren Arie<br />
Profijt, Jan Bulthuis en Ko Stroo op indringende wijze over hun<br />
belevenissen toentertijd. Hun persoonlijke verhaal vormt ook de<br />
basis voor een speciale minidocumentaire, die aangevuld met<br />
filmbeelden uit 1940, op TV Rijnmond vertoond gaat worden.<br />
De opnames voor deze interviews vonden in april 2011 plaats in<br />
het <strong>Mariniersmuseum</strong>.<br />
Uitgebreide interviews met de drie heren, al eerder opgenomen<br />
in 2009, kunt u bekijken en beluisteren op de tentoonstelling<br />
Mijn herinnering, waar ook het bijzondere relaas van de in 2010<br />
overleden Ton Loontjes te horen is. In Mijn herinnering vormen<br />
de interviews, wat museumobjecten en foto’s samen een aangrijpende<br />
herinnering aan een gebeurtenis om nooit meer te<br />
vergeten.<br />
OMLT-schilderijen voor <strong>Mariniersmuseum</strong><br />
Op donderdag 7 april heeft de Commandant van het Korps<br />
Mariniers, brigadegeneraal der mariniers R. Verkerk, in het<br />
<strong>Mariniersmuseum</strong> te Rotterdam drie schilderijen onthuld.<br />
Deze schilderijen herinneren aan de Operational Mentoring and<br />
Liaison Team (OMLT)-missies in Afghanistan. Een groot aantal<br />
OMLT’ers van het Korps Mariniers reisden af naar Rotterdam<br />
om de onthulling bij te wonen.<br />
In de periode van november 2006 tot en met november 2008<br />
hebben vijf OMLT’s van het Korps Mariniers deel uitgemaakt<br />
van het Nederlandse OMLT detachement van Task Force Uruzgan<br />
(TFU). De OMLT’s van het Korps, samen met OMLT’s van de<br />
Agenda:<br />
t/m 26 juni 2011<br />
Van scholier tot marinier<br />
Fotograaf Cornelie de Jong volgde van maart 2009 tot december 2009 de mariniers<br />
van lichting 0902.<br />
Mijn herinnering<br />
Het verhaal van Bulthuis, Profijt, Loontjes en Stroo over de meidagen 1940 in<br />
Rotterdam<br />
Verwacht<br />
vanaf 23 juli 2011<br />
Ayo Antillen<br />
De tentoonstelling wordt een feest van herkenning voor wie daar geweest is!<br />
Bekijk onze website voor alle actuele informatie: www.mariniersmuseumrotterdam.nl<br />
QUA PATET ORBIS - april 2011<br />
143<br />
Landmacht, zijn tijdens deze periode verantwoordelijk<br />
geweest voor het opwerken van eenheden van de 4e<br />
Brigade (205 Corps) van het Afghaanse nationale leger.<br />
De belangrijkste taken van de OMLT’s bestonden uit het<br />
begeleiden, ondersteunen en coachen van de Afghaanse<br />
militairen.<br />
De drie schilderijen, geschilderd door de Amsterdamse<br />
kunstenaar Henk Bezuijen, geven de missie in grote lijnen<br />
weer. Het eerste doek laat een specifieke opleidingssituatie<br />
zien en het tweede doek toont een gecombineerde<br />
patrouille in de Green met leden van het Afghaanse<br />
nationale leger en het Korps Mariniers. Het derde doek<br />
beeldt een eenheid van het Afghaanse nationale leger uit<br />
tijdens ceremonieel.<br />
Generaal Verkerk bedankte - naast Henk Bezuijen en het<br />
<strong>Mariniersmuseum</strong> - de Stichting Historische Verzameling<br />
Korps Mariniers voor het beschikbaar stellen van fondsen<br />
om het drieluik te laten maken. Bovenal bedankte hij de<br />
mariniers die deel uit hebben gemaakt van de OMLT’s<br />
voor de professionele manier waarop zij hun werkzaamheden<br />
onder vaak zware omstandigheden hebben<br />
verricht.<br />
Adres:<br />
<strong>Mariniersmuseum</strong><br />
Wijnhaven 7 – 13<br />
3011 WH Rotterdam<br />
Tel. 010 – 412 96 00<br />
Geopend:<br />
dinsdag t/m vrijdag 10.00 – 17.00 uur<br />
zaterdag en zondag 11.00 – 17.00 uur
Voorpagina:<br />
Riverine Operations van het Bootpeloton Caribisch<br />
Gebied in North Carolina, Verenigde Staten.<br />
Foto: Peter Bijpost, AVDD<br />
Achterpagina:<br />
Joint Arctic Training 2011: mariniers gaan tot het<br />
uiterste.... en verder!<br />
Foto: Cees Baardman