05.09.2013 Views

Tweede Mariniersbataljon - Mariniersmuseum

Tweede Mariniersbataljon - Mariniersmuseum

Tweede Mariniersbataljon - Mariniersmuseum

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Tweede</strong> <strong>Mariniersbataljon</strong><br />

Commandant: LTKOLMARNS J. de Wolf<br />

Opvolgend Commandant: MAJMARNS J. ten Hove (tot 31 maart 2011)<br />

Chef d’Equipage: AOOMARNALG P.A. Schoof<br />

Inleiding Commandant<br />

Het Korps Mariniers verandert niet met een nieuwe<br />

bataljonscommandant en dat is bij het <strong>Tweede</strong> <strong>Mariniersbataljon</strong><br />

ook niet het geval. Wel zijn we druk bezig<br />

om de geleerde lessen van Afghanistan in de praktijk te<br />

brengen en veel aandacht te besteden aan warfighting en<br />

amfibische operaties. Twee dingen waar we de laatste<br />

tijd iets minder tijd aan konden besteden. Daarnaast<br />

werd een flink stuk omgaan met hardship, een elementair<br />

onderdeel van marinier zijn, in de training ingevoerd<br />

en vervangt terrein A 1, 2, 3 de leslokalen. Een kleine<br />

verandering van mindset, waarvan ik verwacht dat ze met<br />

de certificering van de eenheden in de Antillen in juni<br />

dit jaar, zijn vruchten zal afwerpen.<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

68


Amfibische week Den Helder 23 e Infanteriecompagnie<br />

Door: MARN1ALG P. Bontrop<br />

Foto’s: Archief AVDD<br />

Van 22 t/m 25 november is de 23 e Infanteriecompagnie naar Den<br />

Helder geweest voor een amfibische week. Deze week bestond<br />

vooral uit het herhalen van de amfibische drills. Daarnaast was<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

69<br />

het een week van kennismaking met elkaar aangezien er de afgelopen<br />

tijd twee nieuwe lichtingen bij zijn gekomen.<br />

Op maandagochtend verzamelen we op de plaat en worden de<br />

koppen geteld waarna we richting Den Helder vertrekken. Als<br />

eerste staat er daar een waterhindernisbaan op het progamma in<br />

het zwembad ‘de Schots’. Deze wordt zowel individueel en als per<br />

geweergroep gedaan. Na de waterhindernisbaan kleden we ons<br />

direct om voor de ‘verplaatsing der verplaatsingen’ oftewel een<br />

compagnies speedmars. Buiten eet iedereen snel wat, hangen we<br />

de uitrusting en het wapen om en vertrekken we met zijn allen<br />

richting Hr. Ms. Rotterdam die aan de kade ligt in de Nieuwe<br />

Haven.<br />

Omdat er in 2011 in week 6 een amfibische week gepland staat<br />

en er ook nog een zeer mooie oefening op Aruba/Curaçao aan<br />

komt wordt er deze week vooral veel herhaald en voeren we een<br />

aantal droge landingen uit op de kade om zo het totaalplaatje<br />

weer eens door te nemen. Die droge voeten en pakken kunnen we<br />

waarschijnlijk gaan vergeten in week 6 waar we diverse amfibische<br />

oefeningen gaan uitvoeren in Den Helder en op Texel.<br />

Voorafgaand aan de amfibische week voerde de 23 e Infanteriecompagnie<br />

een enkele-man-week en een geweergroep-week uit,<br />

waarbij iedereen kon zien waar hij stond en zichzelf kon verbeteren.<br />

De te verdienden prijzen werden uitgedeeld en de eerste tien<br />

personen mochten één ochtend en middag mee met de NH-90<br />

om te fast ropen. Hier hebben we eerst ook les in gehad in de hangar<br />

van Hr.Ms. Rotterdam. Helaas voor deze mannen waren de<br />

rugzakken inclusief het personeel te zwaar, waardoor het geheel<br />

niet door kon gaan.<br />

De amfibische week is er niet alleen maar om alles op amfibisch<br />

gebied weer wat op te frissen, maar er wordt ook een mooie


circuittraining uitgezet door het hele schip. Om de vijf minuten<br />

start er een groep van vier personen om een rondgang door het<br />

schip te maken waarbij de groep allerlei situaties tegenkomt. Van<br />

een simpele “pang pang inshallah” (oftewel de vijand die zich in<br />

een hut in het schip bevindt), tot aan hele realistische gevechten<br />

waardoor iedereen scherp is. Na veel verschillende hectische<br />

situaties treffen we nog een gewonde aan waarbij er direct<br />

gereageerd en een casevac request opgesteld en doorgestuurd moet<br />

worden.<br />

Ook schieten we met het persoonlijke wapen en met de Glock.<br />

Omdat de laatste tijd het ‘EMP’en (enhanced markmanship program)<br />

in opkomst is worden hieraan nog diverse oefeningen besteedt.<br />

Na een zeer mooie en intensieve week sluiten we deze op de donderdagavond<br />

af met een borrel in de hangar van het schip. Deze<br />

is speciaal hiervoor omgebouwd en ingericht.<br />

Tijdens de borrel wordt er afscheid genomen van sergeant De<br />

Ruiter en worden de nieuwe mensen voorgesteld aan de ‘club’.<br />

Op de vrijdagochtend wordt het schip weer in de staat gebracht<br />

zoals we hem aantroffen en vertrekken we naar het Marinemuseum<br />

in Den Helder waar een rondleiding op het progamma staat.<br />

Na deze rondleiding vertrekken we weer naar Doorn waarna er<br />

van het weekend genoten kan worden. Al met al een mooie en<br />

leerzame week. Op naar de volgende oefeningen!.<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

70<br />

Tekst: KAPTMARNS G.J. van den Dam en W.A. Overvelde<br />

Foto’s: KAPTMARNS W.A. Overvelde<br />

Het is februari 2011. De Zurich groep heeft de voor-<br />

gaande twee maanden ernstige tegenslagen te<br />

verwerken gekregen in Noord-Nederland en lijkt<br />

uitgeschakeld te zijn. Niets is echter minder waar.<br />

Een ernstig ongeluk op de Afsluitdijk waarbij een<br />

grote lading illegaal wapentuig is gevonden, heeft<br />

de Nederlandse regering doen inzien dat de Zurich<br />

groep nog steeds actief is. Diverse onbevestigde<br />

bronnen onthullen dat het restant van de Zurich<br />

groep gevlucht is uit angst voor een laatste genade-<br />

klap door Nederlandse mariniers. Diepgaand onder-<br />

zoek toont aan dat het overgebleven deel van deze<br />

groep blijkt ondergedoken in Zuidoost Duitsland en<br />

probeert vanuit hier haar activiteiten nieuw leven<br />

in te blazen. Er worden plannen gesmeed om de gij-<br />

zelingen en berovingen te hervatten, maar hiervoor<br />

is getraind personeel nodig. Het onherbergzame<br />

gebied richting de Tsjechische grens is hiervoor bij<br />

uitstek geschikt en de Zurich groep verwacht dan<br />

ook geen pottenkijkers…


Schiettraining<br />

In een notendop samengevat is dit het scenario voor de schiettraining<br />

van het <strong>Tweede</strong> <strong>Mariniersbataljon</strong> te Grafenwöhr,<br />

Duitsland. Er is bewust gekozen voor een voortzetting van het<br />

trainingsscenario zoals dat is gevolgd tijdens de amfibische<br />

weken aan boord van Hr. Ms. Johan de Witt, vanwege de raakvlakken<br />

met toekomstige operaties. Ondanks dat het bataljon hier<br />

niet voor de eerste maal te gast is, gaat aan een dergelijke periode<br />

altijd een grondige voorbereiding vooraf. In drie afzonderlijke<br />

weken worden alle infanteriecompagnieën door een intensief<br />

schietprogramma geloodst. Rondrijdend door Grafenwöhr Training<br />

Area vraagt men zich iedere keer af hoe het mogelijk is dat het<br />

grootste Amerikaanse oefenterrein buiten de Verenigde Staten<br />

zich uitgerekend in Duitsland bevindt. Daarom voor de liefhebber<br />

een klein stukje historie over dit gebied.<br />

Geschiedenis Grafenwöhr<br />

Grafenwöhr betekent letterlijk: “het eiland van de Graaf”. Dit<br />

omdat het gebied zelf zeer moerassig was, terwijl het dorp als het<br />

ware op een hoger gelegen eiland lag.<br />

In 1907 besloot Prins Leupold, regent van het toenmalige Koninkrijk<br />

Beieren, dat dit gebied zeer geschikt was als oefengebied<br />

voor het Beierse leger. De inrichting van dit oefengebied begon<br />

Grafenwöhr 2011<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

71<br />

in 1908 en op 30 juni 1910 werd de eerste granaat afgevuurd. Grafenwöhr<br />

Training Area was een feit.<br />

Gedurende de gehele Eerste Wereldoorlog, tussen 1914 en 1918,<br />

werd het gebied door Duitsland gebruikt om eenheden voor te<br />

bereiden op deelname aan de gevechten. In 1936 werd GTA uitgebreid<br />

tot haar huidige grootte van ruim 230 km2. Gedurende<br />

de <strong>Tweede</strong> Wereldoorlog was Grafenwöhr diverse malen doelwit<br />

van geallieerde bombardementen en op 20 april 1945 droeg de<br />

laatste Duitse commandant het gebied over aan de Amerikaanse<br />

troepen.<br />

Na de <strong>Tweede</strong> Wereldoorlog groeide Grafenwöhr uit tot het<br />

belangrijkste trainingsgebied voor Amerikaanse troepen buiten<br />

de Verenigde Staten en zelfs de King of Rock ’n Roll, Elvis<br />

Presley, heeft er gedurende zijn dienstplicht deelgenomen aan<br />

trainingen. Ten tijde van de Koude Oorlog bleek Grafenwöhr een<br />

belangrijke strategische positie ten opzichte van het Warschaupact<br />

en werden de trainingsfaciliteiten opengesteld voor alle<br />

Westerse bondgenoten. Tegenwoordig is Grafenwöhr Training<br />

Area het hoofdkwartier voor het 7 th Army Joint Multinational Training<br />

Command (JMTC). Het 7 e legerkorps bezet overigens bijna alle<br />

Amerikaanse trainingsgebieden in Duitsland, met Grafenwöhr<br />

als grootste faciliteit.<br />

Operationele aanpassing Diemaco<br />

Voor het overgrote deel van het personeel is de schiettraining in<br />

Grafenwöhr de eerste keer dat zij mogen schieten met de recent<br />

ingevoerde Colt OAD, voorzien van Aimpoint kijker, rail-interface<br />

systeem en handgreep met geïntegreerde tweepoot. Hiervoor is<br />

de eerste dag van het schietprogramma ingeruimd. Vooral het<br />

leren schieten met beide ogen open is voor menigeen een handeling<br />

die niet vanzelf gaat, maar waarbij men er snel achter komt<br />

dat het niet zo moeilijk is als het lijkt. De aanwezige, op de OAD


omgeschoolde instructeurs voorzien de schutters van allerhande<br />

tips over het plaatsen van de Aimpoint, het nieuwe snelrichtmiddel,<br />

en het handvat zodat een optimale schiethouding aangenomen<br />

kan worden.<br />

Kritische noot bij het OAD schieten bleek de informatieverspreiding<br />

omtrent de invoeringen en het justeren van de Aimpoint.<br />

Ten eerste was niet het gehele pakket uitgeleverd, waardoor<br />

er toch verschillend werd opgetreden. Ten tweede waren de<br />

gebruikte schiettabellen onbruikbaar en niet doordacht, hier is<br />

door de betreffende eenheden een rapportage over gemaakt. Ten<br />

derde bleek het nog niet duidelijk hoe en met welke justeerschijf<br />

er gewerkt diende te worden, want zelfs tijdens de schiettraining<br />

kwamen er weer nieuwe varianten. Tot slot onbrak er nog wat<br />

specifiek gereedschap, waardoor sommige vergroters tijdens<br />

de live runs van de wapens vielen. Al met al verdient de huidige<br />

wijze van invoering en de omscholing meer aandacht, inclusief<br />

het aanleveren van alle juiste documentatie.<br />

Schiettraining<br />

De opbouw van het schietprogramma was progressief. Vanaf de<br />

check zero werd opgewerkt naar een pelotonsrun met een enabler.<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

72<br />

Er werd begonnen met fire en manoeuver fire teams, naar geweergroep,<br />

sectie run platoon effort en de pelotonsrun. De opbouw is<br />

als positief ervaren, echter zouden twee extra dagen de eenheden<br />

met een beter gevoel terug laten keren. Met deze snelle opbouw,<br />

ingegeven door beschikbaarheid van banen en beperkingen in<br />

MOD’s, is er weinig tot geen gelegenheid om Lessons Identified om<br />

te zetten in Lessons Learned, of zaken te bestendigen. Hier wordt de<br />

komende periode in Doorn aandacht aan geschonken.<br />

Tijdens deze schiettraining werden we tevens voor het eerst geconfronteerd<br />

met een beperkte munitietoewijzing. Opleidingen<br />

zoals 60mm en .50 worden nu binnen de eigen eenheid gegeven,<br />

ook in Grafenwöhr zijn weer mensen opgeleid. De beschikbare<br />

munitie geeft daarom wel frictie tussen trainen en opleiden.<br />

Verder heeft het beperkt beschikbaar hebben van bijvoorbeeld<br />

.50 munitie wel degelijk invloed op de schutterskwaliteiten. Drilmatig<br />

optreden kan overall worden getraind, maar voor het snel<br />

aanvatten van doelen en de samenwerking tussen de teams is wel<br />

degelijk live fire noodzakelijk. Dit geldt ook voor het beoefenen<br />

van gunlines. Het drilmatig optreden is eenvoudig te beoefenen,<br />

maar het daadwerkelijk toepassen van de juiste rates of fire, in<br />

combinatie met het aanvatten van diverse doelen, een manoeu-


vre element en eventuele andere ondersteunende wapens dient<br />

ook met ‘scherp’ te geschieden.<br />

Combined arms<br />

De opbouw van de schiettraining is erop gericht om aan het eind<br />

van de week de pelotonscommandant een live run aan te bieden,<br />

waarbij hij een wapensysteem vanuit de 24 e Ondersteuningscompagnie<br />

aan zijn peloton toegevoegd krijgt. Zo hebben alle<br />

deelnemende pelotons, naast de binnen de compagnie aanwezige<br />

vuursteun, gebruik kunnen maken van een aantal enablers,<br />

waaronder 81mm met MFC’s, AT met .50 capaciteit en Assault Engineers<br />

voor het vernietigen van een mogelijke avenue of approach<br />

van de Zurich groep richting baan 301.<br />

Marksman training<br />

In de tweede week van de training in Grafenwöhr kwam er een<br />

sniperteam van de 11 e Infanteriecompagnie mee met de 22 e Infanteriecompagnie.<br />

Dit sniperteam was naar Grafenwöhr gekomen<br />

om hun data bij te werken en sommige wapens nog te justeren.<br />

Het team, bestaande uit drie man, wordt op zeer korte termijn<br />

toegevoegd aan het team dat aan boord van Hr. Ms. Tromp zal<br />

deelnemen aan de missie Atalanta.<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

73<br />

Aangezien er bij 22-Infcie geen marksman sectie aanwezig was<br />

kon de focus gelegd worden op het verzamelen van data en het<br />

trainen van dit sniperteam.<br />

Al snel bleek dat het verzamelen van data en het behouden van<br />

de kennis meer tijd en aandacht vereist. Om te beginnen werden<br />

de wapensystemen gejusteerd. Hierbij ging het om de Accuracy<br />

en de Barrett. De schutters hebben verschillende onderdelen<br />

ondergaan waaronder het afstandsbepaling, het maken van<br />

panoramaschetsen en het werken als observer. De schietdata werd


verzameld op vaste afstanden en daarna op de unknown distance<br />

shoots. Hier werd het belang van goede samenwerking tussen<br />

schutter en observer nog eens extra onderstreept.<br />

In de week die daarop volgde kwam de 23 e Infanteriecompagnie<br />

naar Grafenwöhr. Zij hebben twee marksmen binnen de gelederen,<br />

maar vanwege het ontbreken van een sectiecommandant<br />

bleek al snel dat er de laatste tijd weinig aandacht was besteed<br />

aan het trainen van de marksmen en het verzamelen van schietdata.<br />

Voor een marksman is het verzamelen van data iets wat<br />

moet blijven doorgaan, dus is hier gedurende de hele week ruim<br />

aandacht aan besteed. Dit uiteraard ook met het oog op een eventuele<br />

deelname aan de missie Atalanta.<br />

Omdat geen van beide schutters Barrett opgeleid was, werd er<br />

alleen met de Accuracy geschoten. Verder werden dezelfde aspecten<br />

als de week ervoor behandeld.<br />

Gedurende beide weken kwamen nog best wat eye-openers naar<br />

voren. Met name het optreden als observer bleek moeilijker dan<br />

gedacht. De weken zijn zeer waardevol gebleken, niet alleen voor<br />

de data die verzameld diende te worden, maar ook zeker voor de<br />

eigen skills en drills. Dat is waar we het voor doen; leren en beter<br />

worden, om zo goed voorbereid als mogelijk uitgezonden te kunnen<br />

worden. Waar ook ter wereld.<br />

Paraspringen<br />

GTA beschikt over een eigen dropzone, DZ Bunker genaamd en<br />

deze strekt zich uit over een lengte van ruim twee en een halve<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

74<br />

kilometer, bij meer dan een kilometer breed. Deze DZ wordt<br />

voornamelijk door Amerikaanse eenheden gebruikt voor het<br />

beoefenen van allerlei soorten droppings. Niet alleen grote aantallen<br />

personeel, maar ook uitrusting (voertuigen en zelfs tanks) en<br />

voorraden worden hier door middel van parachutes aan de grond<br />

gezet. Aangezien 23-Infcie in de laatste week zou deelnemen aan<br />

het schietprogramma, was er voldoende tijd om zowel deze DZ<br />

aan te vragen bij de Amerikaanse counterparts, als de Defensie<br />

Paraschool (DPS) te informeren en voor te bereiden op het faciliteren<br />

van enige springmomenten in week 11. Alle ingrediënten<br />

voor een geslaagde paratraining waren aanwezig en de DPS was<br />

zeer enthousiast over de mogelijkheden van deze DZ; tot het<br />

weer roet in het eten gooide en er van de geplande springmomenten<br />

er geen enkele door kon gaan.<br />

Ondanks het cancelen van de springmomenten, is de gehele voorbereiding<br />

hiernaartoe goed geweest en heeft het de DPS de gelegenheid<br />

gegeven deze DZ voor toekomstige para-ops op te nemen<br />

in haar bestand van bestaande en goedgekeurde springgebieden.<br />

Afsluiting<br />

Er kan worden teruggekeken op een geslaagde schiettraining<br />

voor het <strong>Tweede</strong> <strong>Mariniersbataljon</strong>. Zo was iedere compagnie<br />

het er na de week unaniem over eens dat één week eigenlijk te<br />

kort is voor de compagnie om een dergelijke schiettraining uit te<br />

voeren; een bewering die het streven naar meer schietmomenten<br />

alleen maar kan onderstrepen.<br />

De Zurich groep is verslagen, zoveel is zeker. Maar is het ook de<br />

laatste keer geweest voor het <strong>Tweede</strong> <strong>Mariniersbataljon</strong> dat zij<br />

zich bezig heeft gehouden met het bevechten van een insurgency<br />

of een aan piraterij gerelateerde groepering?


In een leslokaal train je geen mariniers<br />

Door: 3 pel 23-Infcie<br />

De 23 e Infanteriecompagnie bestaat<br />

grotendeels uit minder ervaren mariniers.<br />

De wat oudere mariniers met ervaring in<br />

Afghanistan worden schaarser. Mariniers<br />

met ervaring zitten inmiddels in de VVO,<br />

ETS/VTS of zelfs de uitstroompoule. Het<br />

vertrek van deze mariniers wordt als<br />

gemis ervaren, maar een nieuwe enthousiaste<br />

garde is inmiddels ingestroomd. Het<br />

grote aantal nieuwelingen betekent wel<br />

dat zaken als groepscohesie, communicatie<br />

en taakverdeling opnieuw aandacht<br />

moeten krijgen.<br />

Aangezien al voor de Kerst ruim aandacht<br />

is besteed aan de basic skills en drills, met<br />

meetmomenten op de Leusderheide,*<br />

ligt de focus sinds het winterverlof op geweergroeps-<br />

en pelotonsniveau. De eerste<br />

twee weken werd veel theorie behandeld,<br />

waarna in week 4 een volledig tactische<br />

oefening in Oirschot volgde. Dergelijke<br />

oefeningen in de core business van het<br />

infanteriewerk - met advance to contact,<br />

patrol harbours, ambushes en deliberate attacks<br />

- vinden helaas weinig plaats. Vaak is<br />

het de EVO of de Potom, waarin voor het<br />

laatst een volledige week tactisch werd gewerkt<br />

en deze operaties werden beoefend<br />

(afgezien van berg- en wintertrainingen).<br />

Ook voor de enkele oudere marinier met<br />

uitzendervaring, was het maanden (zo<br />

niet jaren) geleden dat deze basiselementen<br />

aan bod waren geweest. Vaak zitten<br />

er in oefeningen of schiettrainingen wel<br />

onderdelen uit dit proces, maar vanuit<br />

een PH het gehele battle rhythm doorlopen<br />

met gedegen voorbereidingen, uitgebreide<br />

orders, rehearsals, uitvoering van de actie<br />

en gedetailleerde debriefs is meer uitzondering<br />

dan regel.<br />

Eindelijk aan het werk in het bos<br />

Door: mariniers 3pel<br />

In week 4 zijn we met het 23e een week in<br />

Oirschot geweest voor een groene week. In<br />

deze week kwamen de basic skills en drills<br />

ruim aan bod, wat interessant was om te<br />

oefenen maar ook bitterhard nodig. Voor<br />

sommigen van ons was het lang geleden;<br />

zo’n groene week in het bos. Maandag<br />

begonnen we met een tactische in-mars<br />

(yomp-in) waarbij 1pel en 3pel allebei hun<br />

eigen weg gingen. Vanaf een FUP gingen<br />

we advance to contact waarbij het Vuursteunpeloton<br />

de oefenvijand was. Toen<br />

we contact kregen trokken we met een<br />

manoeuvre en Vuursteunelement over de<br />

vijand heen. Na het gebied te hebben gezuiverd<br />

betrokken we een PH, van waaruit<br />

we na last light verkenningen uitvoerden<br />

op 1pel. Aangezien er in november veel<br />

nieuwe mensen bij zijn gekomen en<br />

ook een gedeelte is weggegaan, hadden<br />

wij met deze ‘club’ nog nooit zo’n grote<br />

aanval uitgevoerd. Dat wij nog niet zo veel<br />

met elkaar hebben samengewerkt was<br />

goed te merken; er waren nog veel verbeterpunten.<br />

Naarmate de week vorderde<br />

kon je goed zien dat de samenwerking beter<br />

ging en dat je iedereen beter leerde<br />

kennen. Niet zo verwonderlijk, want je zit<br />

toch 24 uur per dag bij elkaar.<br />

Overdag draaiden we routine, bereidden<br />

acties voor en maakten maquettes.<br />

Dinsdagnacht hebben we een prikactie<br />

gedaan op 1pel. Woensdagmorgen pakten<br />

wij onze spullen en verplaatsten wij naar<br />

een andere locatie waar wij opnieuw een<br />

PH betrokken. Vanuit deze PH hebben we<br />

een verkenning voor een ambush uitge-<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

75<br />

Dit - en wellicht een kleine hint van de<br />

commandant - was dan ook aanleiding<br />

voor de 23 e Infanteriecompagnie om een<br />

week volledig ‘groen’ te gaan. Na een dag<br />

gewenning (blijkbaar moet iedereen weer<br />

even wennen om uit een rugzak te leven),<br />

werd snel merkbaar dat de eenheden<br />

beter, soepeler en effectiever begonnen<br />

te werken. De eerder genoemde groepscohesie,<br />

communicatie en taakverdeling<br />

binnen de pelotons verbeterden zichtbaar,<br />

wat een dergelijke week naar mijn idee<br />

nuttiger maakt dan drie weken trainingsprogramma’s<br />

doorlopen in Doorn. Het<br />

valt dan ook aan te raden vaker een volledige<br />

week op tactische oefening te gaan<br />

(uit te breiden met bijvoorbeeld roadblocks,<br />

sociale patrouilles, basic search, vuuraanvragen,<br />

etcetera), ook al moeten we daarvoor<br />

werken met verschoven werktijden<br />

bij gebrek aan MOD’s.<br />

voerd. Donderdag kregen wij versterking<br />

van het Vuursteunpeloton om ‘s nachts de<br />

ambush te leggen. Na last light werden we<br />

aangevallen door 1pel, die zonder problemen<br />

werd afgeslagen. Daarna trokken we<br />

naar ons ERV, om van daaruit een hasty habour<br />

te betrekken. Rond 01.30 uur gingen<br />

we via verschillende RV’s op weg naar het<br />

FUP. Vanaf het FUP hebben we de ambush<br />

gelegd en later ook gesprongen. Tijdens de<br />

ambush kregen we contact rear waar goed<br />

op werd gereageerd. De ambush verliep op<br />

zich goed, maar de reorganisatie kan nog<br />

een stuk sneller verlopen, zodat we sneller<br />

van de ambush locatie weg zijn. Vanaf het<br />

FUP trokken we terug naar de crusaderdump,<br />

waar we een de-briefing kregen. De<br />

volgende morgen werden we bij het pickup-point<br />

opgehaald door de bussen.<br />

Deze week is voor iedereen leerzaam geweest,<br />

juist doordat je de basic drills goed<br />

oefent en ‘s nacht aan het werk gaat. Geef<br />

ons maar dit soort weken; goed voor de<br />

samenwerking, prima voor het onderhouden<br />

van de gevechtsdrills en daarnaast<br />

gewoon leuk om te doen.<br />

* Nogmaals een felicitatie voor marinier Havenaar die<br />

als best man 23-Infcie uit de bus kwam en de derde<br />

geweergroep van het derde peloton, bestaande uit:<br />

korporaal De Winter en de mariniers Kruijer, Braamhaar,<br />

Houtman, Schenkeveld, Diederen, als beste<br />

geweergroep van de compagnie.


Amfibisch Gevechtssteunbataljon<br />

Commandant: LNTKOLMARNS R.L. Poetiray<br />

Chef d’Equipage: AOOMARNALG R.O. van Leeuwen<br />

Foto: Archief AVDD<br />

Inleiding commandant<br />

Wat gaat er met het bataljon gebeuren? Wordt het ontbonden en<br />

gaan we door in de respectievelijke specialismen? Gaan we nog<br />

naar Buitenveld? Wat gaat de ombuigingsoperatie ons brengen?<br />

Er is immers veel gezegd en geschreven over onder andere de<br />

gevechtssteun in het algemeen! Wat gaat er met SOF gebeuren?<br />

En zo kan ik nog wel meer vragen verzinnen die dit bataljon<br />

direct aangaan en die ons allemaal bezig houden. Kortom, een<br />

hele hoop vragen die na 8 april a.s. wellicht beantwoord zijn. Met<br />

andere woorden, tegen de tijd dat u mijn inleiding leest, heeft u<br />

de antwoorden op de vragen. Ik hoop van harte dat de ‘pijn’ voor<br />

ons meevalt en dat op basis van de uitkomst van de bezuinigingsoperatie<br />

de toekomst van onze respectievelijke specialismen ook<br />

duidelijk mag zijn. Die hoop spreek ik uiteraard ook uit voor de<br />

hele marine in het algemeen en ons Korps in het bijzonder.<br />

Maar goed, intussen doen wij wat van ons gevraagd wordt. Wij<br />

blijven doorgaan met de activiteiten van het Operationeel Jaarplan<br />

(OJP). Zo hebben we weer een club van de MSO actief gezien<br />

tijdens Flintlock en is een ander deel bezig met Alpine Sprint. De<br />

mannen van Flintlock hebben eerst in Tsjaad en daarna in Senegal<br />

een eenheid van Tsjaad getraind en verder bijgestaan tijdens<br />

deze oefening. U leest daar een uitgebreid verslag van. Gunnery<br />

Sergeant Cory Paskvan, werkzaam bij de MSO, is even terugge-<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

76<br />

weest naar de States voor een stukje carrièreopleiding. Hij doet<br />

daar verslag van om u uit te leggen hoe hun systeem in elkaar<br />

steekt. Wij zijn overigens ook trots op het feit dat hij daar toch<br />

maar eventjes Honor Graduate wordt en daarvoor een mooi sabel<br />

in ontvangst mocht nemen. Wij hebben dus niet zomaar militairen<br />

van het USMC onder ons! De 2 e Btcie is onder leiding van<br />

majmarns Peter de Vreng bezig aan een West-deployment aan<br />

boord van Hr. Ms. Rotterdam. Zij voeren daar een Amphibious<br />

Forward Operating Base (AFOB)-concept uit, dat voor de kust van<br />

Somalië beproefd is tijdens de antipiraterij operaties aldaar. Dit<br />

keer niet tegen piraten, maar tegen drugskoeriers. Het concept<br />

werkt! De 1 e Btcie staat in de startblokken om met Hr. Ms.<br />

Johan de Witt het stokje over te nemen. Helaas heeft de LPD wat<br />

problemen en is er wat vertraging opgetreden. De MJEB is weer<br />

druk bezig om de FST’s op peil te krijgen en te houden, want<br />

er zullen twee FST’s worden gekoppeld aan de politiemissie te<br />

Afghanistan van volgend jaar. Dit doen zij onder de bezielende<br />

leiding van kaptmarns Frans Speijer, omdat de commandant<br />

MJEB, majmarns Geoffrey van Rellum, bezig is aan een individuele<br />

uitzending in Afghanistan. En de staf? Die is gewoon keihard<br />

aan het werk om alle randvoorwaarden in te vullen voor de subeenheden.<br />

Gewoon? Nee, dit doen zij met volle overgave en vele<br />

overuurtjes. Ook dat mag eens gezegd worden.


Marine Joint Effect Battery<br />

Door: KAPTMARNS S.M. Mastenbroek<br />

Foto’s: Archief AVDD<br />

Nadat het laatste Fire Support Team in juli<br />

2010 is teruggekeerd uit Uruzgan heeft de<br />

MJEB zijn normale routine weer opgepakt.<br />

Dit houdt in dat er natuurlijk veel wordt<br />

getraind en geoefend met de Fire Support<br />

Teams en de Gungroup. Dit gebeurt<br />

zelfstandig, een enkel team neemt deel aan<br />

een oefening, maar ook collectief; de MJEB<br />

voert een Joint Fires Exercise uit waarbij<br />

grondgebonden en luchtsteun live worden<br />

geïntegreerd. Ook dit jaar staan er voor de<br />

MJEB in het algemeen en voor de FST’s in<br />

het bijzonder enkele interessante oefeningen<br />

op het programma.<br />

Een blik op het oefenschema voor het<br />

zomerverlof laat zien dat FST’s deelnemen<br />

aan de Joint Arctic Training 2011 van<br />

1-Marnsbat, Oefening Distant Thunder in<br />

Alaska (Close Air Support oefening voor de<br />

Forward Air Controllers), Joint Warrior (Naval<br />

Gunfire Support (NGS) in Schotland), Purple<br />

Windmill (Joint CAS oefening in de Marnewaard),<br />

Cougar (Amfibische Oefening onder<br />

auspiciën van 3 Cdo Bde Royal Marines in de<br />

Middellandse Zee) en een Joint Fire Exercise<br />

op Salisbury Plain.<br />

Al met al genoeg oefen- en trainingsmogelijkheden<br />

voor de MJEB. Bovenstaande oefeningen<br />

laten zien dat Joint Fires meer dan<br />

in het verleden de aandacht hebben tijdens<br />

oefeningen. Dit is een logisch gevolg van de<br />

recente inzet in Afghanistan. Het gebruik<br />

van vuursteun en dan vooral luchtsteun<br />

of Close Air Support kwam daar immers<br />

veelvuldig voor en zal ook in toekomstige<br />

conflicten aan de orde zijn. Het trainen van<br />

Joint Fires ter ondersteuning van grondeenheden<br />

is dus relevant en daarom dient<br />

de integratie met manoeuvre eenheden<br />

regelmatig getraind te worden. Als de huidige<br />

jaarplanning in beschouwing wordt<br />

genomen kan worden geconcludeerd dat<br />

deze doelstelling zeker zal worden behaald.<br />

Ondertussen staan ook de technische<br />

ontwikkelingen niet stil en krijgen de FST’s<br />

de beschikking over meer middelen om te<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

77<br />

trainen en Joint Fires tijdens oefeningen<br />

ernstinzet aan te sturen. In de artikelen van<br />

kaptmarns IJsseldijk en elntmarns de Beer<br />

kunt u lezen over twee van deze middelen:<br />

de mobiele FAC simulator (MOB Facsim) en<br />

de beproeving van de Voorwaartse Waarnemers<br />

Apparatuur (VWA). Daarnaast loopt<br />

binnen defensie een project om de huidige<br />

waarnemersimulator te vervangen door<br />

een simulator die het mogelijk maakt om<br />

alle aspecten van Joint Fires te trainen in<br />

een gesimuleerde omgeving. Ook aan dit<br />

project levert personeel van de MJEB een<br />

bijdrage in de vorm van kennis, expertise en<br />

sturing.


Het geïntegreerd optreden met manoeuvre-eenheden<br />

is een belangrijk onderdeel<br />

van het oefenschema van de MJEB. Om<br />

dergelijk optreden goed tot zijn recht te<br />

laten komen is kennis en bewustwording<br />

van Joint Fires voor beide partijen (FST’s en<br />

grondcommandanten) noodzakelijk. De<br />

ervaring in Afghanistan leert dat onder<br />

`de grondcommandant` niet alleen de<br />

compagnies- of pelotonscommandant<br />

wordt verstaan, maar ook de geweergroepscommandant.<br />

Om er voor te<br />

zorgen dat kennis van Joint Fires ook bij<br />

de grondcommandant landt wordt er<br />

binnen de MJEB momenteel gewerkt aan<br />

een handboek Joint Fires voor grondcommandanten.<br />

Hierin worden de belangrijkste<br />

elementen van Joint Fires uitgelicht<br />

en toegespitst op het werkterrein van de<br />

grondcommandant. U kunt het zien als<br />

een naslagwerk voor het werken met Joint<br />

Fires waarin de verantwoordelijkheden en<br />

taken van een FST en Mortar Fire Control<br />

Team worden beschreven en toegelicht.<br />

Daarnaast worden de verantwoordelijkheden<br />

van de grondcommandant bij planning<br />

en uitvoering van Joint Fires behandeld.<br />

Andere onderwerpen die direct betrekking<br />

hebben op Joint Fires passeren ook de<br />

revue. Het gaat hierbij om grond, lucht en<br />

scheepsgebonden vuursteun middelen en<br />

hun capaciteiten, Battlespace Management<br />

en Combat Identification. De verwachting is<br />

dat de komende maanden de laatste hand<br />

aan het handboek kan worden gelegd en<br />

dat het daarna gedistribueerd kan worden<br />

onder de infanterie-eenheden van het MTC.<br />

De MJEB wordt regelmatig benaderd met<br />

vragen over het geven van lessen gelegenheidswaarneming<br />

en Close Combat<br />

Attack (CCA). Gezien de beperkte capaciteit<br />

in de waarnemersimulator in Doorn en<br />

de nieuwe mobiele FAC simulator en het<br />

oefenschema is het noodzakelijk om deze<br />

verzoeken tijdig te doen. De lessen worden<br />

gegeven in combinatie met een algemene<br />

les Joint Fires en beslaat enkele dagdelen.<br />

Voor exacte details en verdere afspraken<br />

kunt u contact opnemen met de staf van<br />

de MJEB.<br />

Ten slotte kunt u ook nog het artikel van<br />

kaptmarns IJsseldijk lezen over de opleiding<br />

tot waarnemer indirecte vuursteun. Dit<br />

artikel geeft een goed beeld over de opzet<br />

en intensiteit van de opleiding. De planning<br />

is om dit jaar wederom een opleiding waarnemer<br />

indirect vuursteun te verzorgen.<br />

Nadere details hierover zullen nog volgen<br />

via bekendmakingen.<br />

Dit artikel heeft, in navolging op de vele artikelen over Joint Fires die<br />

onder andere kaptmarns Mastenbroek en kaptmarns Dwarshuis eerder<br />

voor de QPO schreven, tot doel de lezer nader te informeren over Joint<br />

Fires en hem te enthousiasmeren voor dit specialisme. Dit wordt ge-<br />

daan aan de hand van een opleidingsverslag van de opleiding waarne-<br />

mer indirecte vuursteun. Deze heeft plaatsgevonden van 27 september<br />

tot en met 5 november 2010.<br />

Door: KAPTMARNS IJsseldijk<br />

Foto: Cees Baardman<br />

Allereerst wordt in dit artikel de doelstelling<br />

van de opleiding beschreven. Vervolgens<br />

wordt ingegaan op de inhoud van<br />

de opleiding met enkele aanpassingen als<br />

gevolg van het huidige Joint Fires concept.<br />

Dan wordt het verloop van de opleiding<br />

beschreven waarna ik afsluit met de conclusie<br />

dat Joint Fires ‘hot’ zijn en dat met<br />

de opleiding waarnemer indirecte vuursteun<br />

op zak voor junior ranks een mooie<br />

toekomst in het verschiet ligt.<br />

De opleiding waarnemer indirecte<br />

vuursteun van het Korps Mariniers heeft<br />

tot doel om mariniers der eerste klasse<br />

en korporaals een basisopleiding op het<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

78<br />

gebied van Joint Fires te geven. Na deze<br />

basisopleiding kunnen zij functioneren<br />

als teamlid binnen een Fire Support Team<br />

(FST) bij de Marine Joint Effect Battery<br />

(MJEB), of als Mortar Fire Controller (MFC) bij<br />

de Mortierpelotons. De opleiding vormt<br />

slechts een basis en richt zich primair op<br />

de technische kant; de procedures van het<br />

waarnemen. In mindere mate wordt de<br />

tactische kant onderwezen. De leidraad<br />

voor de cursus is het Britse handboek Close<br />

Support Operational Deployment and Operating<br />

Procedures (Odops) Lessen worden gegeven<br />

aan de hand van Britse presentaties,<br />

zoals deze op de Royal School for Artillery in<br />

de UK gebruikt worden in gelijkwaardige<br />

opleidingen.<br />

Tot en met 2008 was de opleiding gericht<br />

op het als onderdeel van een buddyteam<br />

waarnemen van indirecte vuursteun. Het


Opleiding waarnemer indirecte vuursteun<br />

“Een Joint Fires specialisatie met grote<br />

verantwoordelijkheid op junior niveau.”<br />

Joint Fires concept en recente ervaring<br />

tijdens uitzendingen noodzaakten enkele<br />

wijzigingen in de opleiding. Ten eerste<br />

is de verantwoordelijkheid van de junior<br />

ranks die optreden als waarnemer enorm<br />

toegenomen. Zowel de MFC als de Forward<br />

Observer Assistent (FO ack in het FST; marinier<br />

1 e klasse) moet individueel, op een<br />

veilige en doelbewuste wijze vuur kunnen<br />

leiden. De gebruikelijke controle door een<br />

buddy kan tegenwoordig niet altijd plaatsvinden<br />

omdat binnen het buddyteam<br />

twee waarnemers mogelijk tegelijkertijd<br />

een ander vuursteunmiddel aansturen.<br />

Om te garanderen dat elke waarnemer<br />

hiertoe in staat is wordt elk onderwerp in<br />

de opleiding waarnemer indirecte vuursteun<br />

getoetst met zowel een individuele<br />

praktijk- en theorietest die een 70% cesuur<br />

hebben.<br />

Ten tweede vergt het geïntegreerd optreden<br />

van grondgebonden vuursteun en<br />

luchtsteun een gedegen besef van de drie<br />

dimensionale indeling van het gevechtsveld.<br />

Hiertoe wordt tijdens de opleiding les<br />

gegeven in 3D deconfliction zodat lucht- en<br />

grondgebonden vuursteun optimaal ingezet<br />

kunnen worden zonder elkaar tegen te<br />

werken. Daarnaast wordt aandacht besteed<br />

aan de Suppression and Mark missie waarbij<br />

de grondgebonden vuursteun rekening<br />

houdt met aanwezige air assets. Op dit type<br />

missie kom ik later terug.<br />

De opleidingsduur van zes weken is<br />

verdeeld in een periode van vijf weken te<br />

Doorn, waar in de waarnemerstrainer in<br />

blokken van elk een week de verschillende<br />

onderwerpen de revue passeren. Over het<br />

algemeen starten de dagen in de trainer<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

79<br />

met een theorieles, waarna het geleerde<br />

onmiddellijk in de praktijk gebracht<br />

wordt. De ervaring leert dat de beschikbare<br />

tijd minimaal is. Om cursisten extra<br />

gelegenheid tot trainen te geven worden<br />

zij in de gelegenheid gesteld dit ’s avonds<br />

te doen. De zesde week bestaat uit een<br />

Live Fire Exercise op Artillerie Schietkamp<br />

Oldebroek in ’t Harde.<br />

In de eerste week van de opleiding wordt<br />

twee dagen aandacht besteed aan the<br />

Fundamentals of Gunnery ofwel, de kennismaking<br />

met de basisprincipes van artillerie,<br />

mortieren en het waarnemerswerk.<br />

Diezelfde week wordt begonnen met de<br />

Basic Mission. Hierbij moeten de cursisten<br />

met de basisprocedure, door middel van<br />

indirect vuur, een doel uitschakelen. Als<br />

dat nog maar nauwelijks onder de knie


is, wordt al overgegaan op het volgende<br />

type missie, de Registration. De Registration<br />

missie dient ervoor om nauwkeurige<br />

data voor de stukken te genereren. Als dat<br />

gedaan is kan voor de duur van twee uur<br />

‘nauwkeurig’ vuur gegarandeerd worden.<br />

Week 1 wordt, evenals week 2, 3 en 4<br />

afgesloten met een pittig theorie-examen<br />

met open vragen in het Engels. Daarnaast<br />

doet elke cursist aan het eind van week 1<br />

een individueel examen in ofwel een Basic<br />

of een Registration mission. Na deze examens<br />

werden de cursisten pijnlijk met de<br />

neus op de feiten gedrukt voor wat betreft<br />

de zwaarte van de opleiding. Twee van de<br />

tien cursisten moesten een herexamen<br />

theorie doen en vijf cursisten een herexamen<br />

praktijk.<br />

In week 2 dendert de opleidingstrein<br />

verder en staan de Danger Close- en de verschillende<br />

Illumination missies op het programma.<br />

Tijdens de Danger Close procedure<br />

laat de waarnemer in kleine stappen<br />

het vuur steeds dichter bij eigen troepen<br />

vallen tot op de grens van het aanvaardbare<br />

risico. Dit brengt met zich mee dat<br />

de waarnemer dit risico moet kunnen<br />

berekenen en dat hij zijn commandant<br />

hierover moet kunnen informeren, zodat<br />

deze kan beslissen door te gaan met de<br />

missie of niet. Dit lastige rekenwerk en<br />

het adviseren van een commandant met<br />

een aanzienlijk hogere rang is voor veel<br />

cursisten een nieuwe discipline in het<br />

werk. Een enkeling moest hier dan ook<br />

even voor schakelen. Het aantal van zes<br />

herexamens voor dit onderwerp getuigt<br />

hiervan. Van de Illumination missies zijn<br />

twee varianten beoefend. Enerzijds is de<br />

tactische verlichting van het gevechtsveld<br />

geoefend en anderzijds is door middel van<br />

gecoördineerd Illuminating and High Explosive<br />

vuur geleerd hoe doelen bij duisternis<br />

aanvat kunnen worden.<br />

De derde opleidingsweek is hoofdzakelijk<br />

besteed aan de Smoke missie. Aangezien<br />

rook onderhevig is aan externe invloeden<br />

als weer en terrein en de tactisch te kiezen<br />

positie van een rookscherm kan variëren,<br />

zijn er voor elke rookmissie verschillende<br />

goede oplossingen. Aangezien wij mariniers<br />

vaak zwart/wit denken is het hebben<br />

van meerdere opties om eenzelfde doel te<br />

bereiken een lastig aan te leren procedure.<br />

Eén dag van week 3 is de opleiding naar<br />

de Leusderheide geweest om Observation<br />

Post procedures te beoefenen. Hier is<br />

geleerd dat je als waarnemer een OP<br />

moet selecteren op specifieke criteria. Je<br />

Een FO, Ack en Signaller aan het werk Left 50, 1 round fire for effect!<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

80<br />

moet bijvoorbeeld een goede command of<br />

the ground hebben zodat je diepte in het<br />

terrein ziet en goed in staat bent Fire Missions<br />

te doen.<br />

Week 4 stond in het teken van het huidige<br />

Joint Fires concept. Allereerst zijn de vier<br />

methoden van 3D deconfliction aangeleerd.<br />

Je kunt air assets en grondgebonden vuursteun<br />

van elkaar scheiden door: hoogte,<br />

breedte, afstand van de baan van een granaat<br />

en tijd. Deze vier scheidingsmethoden<br />

zijn daarna in de praktijk gebracht<br />

tijdens de Suppression and Mark missies.<br />

De Suppression and Mark missie kan op<br />

traditionele wijze gebruikt worden om air<br />

defense assets te onderdrukken, terwijl air<br />

assets een doel aanvatten. Daarnaast kan<br />

de Suppression and Mark missie gebruikt


worden om één doel, of twee nabij elkaar<br />

gelegen doelen tegelijkertijd te aanvatten<br />

met zowel air als indirecte vuursteun. Aan<br />

het eind van de week is naast de traditionele<br />

veldkijker en het prismakompas<br />

geleerd om Fire Missions te doen met<br />

behulp van de Vector laser afstandsmeter.<br />

Hiervoor wordt de zogenaamde Polar missie<br />

gebruikt.<br />

De laatste week in de waarnemerstrainer<br />

is gebruikt om diverse missies door elkaar<br />

te oefenen zodat de cursisten optimaal<br />

gereed waren voor de Live Fire examens<br />

in ’t Harde. Daarnaast is een dag op de<br />

Leusderheide besteed aan het doen van<br />

Fire Missions te voet, niet vanuit een<br />

vaste OP maar gedurende een advance to<br />

contact. Tijdens deze dag bleek dat het net<br />

even lastiger is om al rennend over de<br />

hei een missie te doen in plaats van uit<br />

een comfortabele stoel in de waarnemerstrainer.<br />

Ook is een intro gegeven in Joint<br />

Fire Planning. Nadat een demo gegeven is,<br />

werd klassikaal een compagniesaanval<br />

ondersteund met Joint Fires. Hierbij was<br />

de klas verantwoordelijk voor het plannen,<br />

coördineren en controleren van air,<br />

artillerie en mortieren op drie doelen<br />

die achtereenvolgend door een infanteriecompagnie<br />

aangevallen werden. De<br />

laatste week in de trainer werd afgesloten<br />

met een tweetal presentaties van recent<br />

uit Afghanistan teruggekeerde Joint Fires<br />

functionarissen. Een FST commandant en<br />

een MFC deelden hun ervaringen op open<br />

en interessante wijze met de cursisten.<br />

Uit deze presentaties bleek dat de OP basic<br />

120mm in support On target!<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

81<br />

een goede voorbereiding is op het werk en<br />

de verantwoordelijkheid die je als (jonge)<br />

functionaris binnen de vuursteun hebt in<br />

een uitzendgebied.<br />

De opleiding is afgesloten in ’t Harde.<br />

Dagelijks is een OP betrokken waar de<br />

examens plaatsvonden. Met drie stukken<br />

120mm van de MJEB in support heeft elke<br />

cursist een examen afgelegd van het type<br />

Basic Mission en -Danger Close mission.<br />

Daarnaast heeft iedereen een live Suppression<br />

and Mark als ook een Lineaire missie<br />

gedaan. Tijdens de live fire bleek dat ondanks<br />

de zeer gedetailleerde simulatie in<br />

de trainer, de werkelijkheid net anders is.<br />

Zo was het weer van grote invloed op het<br />

zicht en de baan van de granaat tijdens de<br />

fire missions. Daarnaast was het gezien de<br />

regen noodzaak om goed ‘gewaterprooft’<br />

te werk te gaan.<br />

Donderdag 4 november kon het certificaat<br />

waarnemer indirecte vuursteun aan zeven<br />

cursisten overhandigd worden. Zij zijn in<br />

staat gebleken om in krap zes weken tijd<br />

het gewenste basisniveau van een waarnemer<br />

bij het Korps Mariniers te bereiken.<br />

Over het algemeen is de opleiding door de<br />

cursisten ervaren als (mentaal)zwaar, zeer<br />

leerzaam maar bovenal leuk en interessant.<br />

De geslaagden zijn gereed om in de<br />

toekomst op uitzending te gaan om daar<br />

het geleerde in de praktijk te brengen.<br />

Dan zal blijken dat de opleiding niet voor<br />

niets een pittig karakter kent, en dat de<br />

verse waarnemers in hun junior ranks het<br />

vermogen hebben om het plan van hun<br />

commandant te ondersteunen met indirecte<br />

vuursteun of het plan te beïnvloeden<br />

teneinde Joint Fires optimaal tot hun<br />

recht te kunnen laten komen.


Praktijktest Voorwaartse Waarnemer<br />

Door: KAPTMARNS IJsseldijk macht is een programma van eisen (PVE) opgesteld waaraan de<br />

Inleiding<br />

Van 31 januari tot en met 11 februari 2011 hebben twee FST’s van<br />

de MJEB bij het OTC Vust deelgenomen aan de praktijktest van<br />

nieuwe Voorwaartse Waarnemer Apparatuur (VWA). De praktijktest<br />

maakte onderdeel uit van het project Vervangen Waarnemers<br />

Apparatuur. Dit project voorziet waarnemers binnen de<br />

gehele Nederlandse krijgsmacht van één nieuw systeem dat de<br />

huidige systemen vervangt. In dit artikel wordt beschreven hoe<br />

de praktijktest tot stand is gekomen, hoe deze is uitgevoerd en<br />

wat enkele bevindingen zijn. Het artikel sluit af met de conclusie<br />

dat na eventuele aanschaf van een nieuw systeem, de op dit moment<br />

in gebruik zijnde kijkers niet automatisch vervangen zijn.<br />

Aanloop<br />

In samenwerking met DMO, het Marinebedrijf, OTC Vust en<br />

diverse vuursteunfunctionarissen binnen de Nederlandse krijgs-<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

82<br />

nieuwe waarnemersapparatuur moet voldoen. Er zijn een aantal<br />

fabrikanten aangeschreven die op basis van dit PVE een offerte<br />

mochten maken voor eventuele levering aan de Nederlandse<br />

krijgsmacht. Diverse fabrikanten claimden apparatuur te kunnen<br />

leveren die voldeed aan de eisen in het PVE. Vijf van deze fabrikanten<br />

zijn uitgenodigd om hun kijkers gedurende twee weken<br />

in de praktijk te laten testen door waarnemers. De test diende<br />

ertoe om gedegen operationele gebruikerservaring te genereren<br />

die in het selectieproces voor de nieuwe kijker meegewogen kan<br />

worden in het maken van een keuze voor één specifiek model.<br />

Uitvoering<br />

De praktijktest is uitgevoerd door vijf testteams. Eén team was<br />

afkomstig van de Luchtmobiele brigade/ Korps Commandotroepen,<br />

één team van het OTC Vust, één van een Gemechaniseerde<br />

Brigade en twee van het Korps Mariniers. De test duurde twee weken.<br />

De eerste week werd door ieder testteam per dag één kijker


Apparatuur<br />

grondig getest. In de ochtend kreeg de fabrikant de mogelijkheid<br />

om het gebruik van hun kijker te instrueren aan het testteam<br />

waarna in de middag en nacht de kijker daadwerkelijk grondig<br />

gebruikt werd door het team. Aan de hand van een vragenlijst<br />

met 130 testvragen werden de kijkers getest op nauwkeurigheid,<br />

beeldkwaliteit, de laserrange finder, het digitale kompas, de GPS,<br />

gebruiksvriendelijkheid, snelheid, geluid, ergonomie en gewicht.<br />

In deze week werden de kijkers ook getoetst op de mogelijkheden<br />

die ze moesten hebben volgens het PVE en werden ze niet<br />

zo zeer vergeleken met de andere modellen. De vergelijkende<br />

tests vonden plaats in de tweede week. Drie stukken van de MJEB<br />

hebben de test tijdens de tweede week één dag ondersteund met<br />

live fire waarbij de testteams correcties op het vuur gaven met<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

83<br />

behulp van de te testen apparatuur. Vervolgens zijn nog twee<br />

dagen achter elkaar de vijf kijkers getest in een vergelijkende test<br />

waarbij alle kijkers op een rij opgesteld werden en vervolgens ieder<br />

testlid het resultaat van een bepaalde opdracht bij elke kijker<br />

kon bekijken om de verschillen te ervaren.<br />

Bevindingen<br />

De technische mogelijkheden van de op de markt beschikbare<br />

VWA’s zijn indrukwekkend. Elke kijker was voorzien van een dagzicht<br />

camera en een warmtebeeld camera met in de kijker geïntegreerd<br />

een laserrange finder, een digitaal kompas en een GPS. Over<br />

het algemeen was de apparatuur zwaar, rond de vier kilo maar<br />

daarmee nog steeds geschikt voor ‘opgelegd’ handheld gebruik.<br />

Absoluut positief aan de kijkers was het warmtebeeld, waarbij<br />

in situaties met verminderd zicht toch doelen waarneembaar<br />

waren en ’s nachts zelfs vuur geleid kon worden zonder gebruik<br />

te maken van lichtgranaten.<br />

Het grote nadeel aan alle kijkers is dat het camera’s zijn die<br />

op batterijen werken. Zonder batterij in de apparatuur is deze<br />

onbruikbaar en is het apparaat feitelijk slechts ballast. De maximale<br />

batterijduur was zo’n zes uur dus wanneer een apparaat<br />

gebruikt moet worden voor een 24 uurs operatie betekent dit al<br />

snel dat er vier batterijen meegenomen dienen te worden. Het<br />

beeld dat de dagcamera’s produceren is van redelijke kwaliteit,<br />

maar kan niet tippen aan het beeld dat je hebt met een optische<br />

kijker zoals de veldkijker of de Vector 21B.<br />

De combinatie van hoog batterijverbruik en matig beeld van de<br />

dagcamera maakt dat naast het VWA de klassieke veldkijker of de<br />

vector 21B in gebruik moet blijven. De VWA is dus geen vervanger<br />

van de huidige uitrusting maar ‘slechts’ een aanvulling hierop.


Het is net avond geworden als een patrouille zich te voet verplaatst door de ‘Greenzone’. Deze patrouille is zojuist uitgestegen<br />

uit een aantal Vikings en Bushmasters die een statische positie hebben ingenomen enkele honderden meters verderop. Aan de<br />

patrouille is uiteraard een Fire Support Team (FST) toegevoegd, aangezien met dit dreigingsniveau op pad gaan zonder vuursteun<br />

geen goed plan is. Plotseling klinkt een explosie en wordt de patrouille onder vuur genomen vanuit oostelijke richting, door een<br />

aantal insurgents met een pickup truck. Deze bevinden in de bosrand nabij een quala. Terwijl de geweerschutters het doel onderdrukken<br />

vraagt het FST Close Air Support (CAS) aan en geeft de FST commandant zijn Forward Air Controller (FAC) en zijn Forward<br />

Observer (FO) een quick battle order. Terwijl de FAC en zijn Laseroperator in positie komen, melden zich 2 A-10 Thunderbolt<br />

gevechtsvliegtuigen via de radio om luchtsteun te verlenen. De Laseroperator bepaalt het grid van de vijandslocatie en de FAC<br />

geeft de A-10’s het aanvalsplan voor het uitschakelen van de doelen. Na clearance van de FAC schakelen de A-10’s met behulp van<br />

hun 30mm kanonnen de vijand binnen enkele ogenblikken uit. Men speurt het terrein af naar eventuele ‘overgebleven’ vijand. Dan<br />

wordt het plotseling licht en wordt er ‘debrief!’ geroepen…<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

84<br />

De Mobiele FAC Simulator<br />

Een nieuwe<br />

dimensie in training<br />

Door: ELNTMARNS M.D. de Beer, Forward Air Controller, MJEB<br />

Foto’s: MJEB<br />

Hoe dit kan? Dit scenario speelt zich namelijk niet af in Afghanistan<br />

maar in de nieuwe mobiele FAC simulator in gebouw Chatham<br />

op de Van Braam Houckgeestkazerne in Doorn.<br />

Herkomst en doelstelling<br />

De mobiele FAC simulator (MFAC SIM) is enige jaren geleden<br />

ontwikkeld door TNO in nauwe samenwerking met defensie. Het<br />

systeem is ontworpen op basis van de vaste FAC simulator, die al jaren<br />

in gebruik is bij de School Grond Lucht Samenwerking (SGLS), te<br />

Schaarsbergen. Hier worden alle FAC’s van de krijgsmacht opgeleid.<br />

Half februari dit jaar hebben drie FAC’s van het Korps Mariniers de<br />

instructeursopleiding MFAC SIM gevolgd op SGLS onder begeleiding<br />

van TNO. Hierna zijn de vijf systemen die voor de krijgsmacht<br />

beschikbaar zijn verdeeld over diverse eenheden en beschikken het<br />

Korps Mariniers, het KCT, de Luchtmobiele Brigade, de 13 e en de 43 e<br />

Mechbrig nu over hun eigen MFAC SIM.<br />

Het systeem bestaat uit vijf kisten met laptops en apparatuur,<br />

twee beamers met projectieschermen en een statief. De kisten en


apparatuur dienen met elkaar verbonden te worden met behulp<br />

van netwerkkabels, waardoor een geïntegreerd systeem ontstaat.<br />

De MFAC SIM is tevens via een netwerk te koppelen aan de<br />

simulators van de andere genoemde grondeenheden alsmede aan<br />

de simulator van een Apache helikopter of een F-16 vliegtuig. Dit<br />

bevordert het Joint en geïntegreerd samenwerken tijdens grotere<br />

oefeningen. Eén of twee man kunnen het systeem in dertig minuten<br />

opbouwen of afbreken. Zolang er maar een 220V stopcontact<br />

en een droge, afsluitbare ruimte aanwezig zijn, kan de MFAC SIM<br />

overal ter wereld (bijvoorbeeld in Engeland, Noorwegen, aan boord<br />

van de schepen of zelfs in een uitzendgebied) worden opgebouwd<br />

en gebruikt).<br />

De MFAC SIM is in het leven geroepen om de vaardigheden van de<br />

FAC en zijn Laseroperator op peil te houden, aangezien echte Air<br />

Assets niet altijd beschikbaar zijn. Zonder elke keer weer naar SGLS<br />

te hoeven afreizen voor een simulatortraining, kan de FAC nu zowel<br />

op zijn eigen kazerne als tijdens diverse oefeningen zijn vaardigheden<br />

op peil houden. Aangezien de FAC binnen CZSK geplaatst is in<br />

het FST, kan tevens het gehele FST deelnemen aan een oefening in<br />

de simulator. Met het in gebruik nemen van dit systeem heeft de<br />

vuursteun binnen het Korps zodoende weer een extra trainingsmogelijkheid.<br />

Trainingsmogelijkheden<br />

De MFAC SIM biedt de mogelijkheid aan een FST om procedures in<br />

Joint Fires te trainen in diverse klimatologische omstandigheden in<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

85<br />

diverse soorten terrein, bij dag of bij nacht. Voorafgaande aan een<br />

scenario kunnen terreinen in onder andere Nederland, Wales, de<br />

USA en zelfs Afghanistan geladen worden. De digitale kaarten hiervoor<br />

zijn gebaseerd op bestaande oefenterreinen of inzetgebieden.<br />

Zo is TNO op dit moment bezig ook de digitale kaarten voor Kunduz<br />

te ontwikkelen, die hopelijk snel beschikbaar komen. Aan de hand<br />

van de trainingsdoelstellingen kan de instructeur van tevoren de<br />

aantallen, samenstelling en posities van eigen troepen en vijand<br />

bepalen. Zo kan men zich bijvoorbeeld te voet of per voertuig verplaatsen<br />

of een statische observatiepost betrekken. Ook kan men<br />

in- en uitstijgen of meerijden met een konvooi. Ten slotte zijn er<br />

meerdere Air Assets beschikbaar die vanaf de Pilot Station worden<br />

bediend; zo kan men Close Air Support krijgen van F-16’s, Apaches,<br />

A-10’s of zelfs een Predator UAV.<br />

Is dit mooie systeem dan alleen beschikbaar voor de FST’s?<br />

Natuurlijk niet! Naast het trainen van optreden als gelegenheidswaarnemer<br />

(noodprocedure voor het inzetten van grondgebonden<br />

vuursteun) wordt de laatste jaren steeds vaker Close Combat Attack<br />

(noodprocedure voor het inzetten van luchtsteun; CCA) beoefend.<br />

Gezien de ervaringen tijdens uitzendingen in de afgelopen jaren<br />

zou ook CCA eigenlijk tot de basic skills van elk kaderlid moeten<br />

behoren. Aangezien er weinig plekken zijn in de CCA-opleiding op<br />

SGLS kan vanaf nu, bijvoorbeeld in de aanloop naar een uitzending<br />

of oefening, elk kaderlid van een eenheid alsnog getraind worden<br />

in CCA-procedures in de MFAC SIM. Op deze manier draagt het systeem<br />

ook bij aan de gereedheid en getraindheid van bijvoorbeeld<br />

een infanteriecompagnie.<br />

Beperkingen<br />

Hoewel de MFAC SIM<br />

zeer veel trainingsmogelijkheden<br />

biedt is het<br />

uiteraard geen wondermiddel.<br />

Omdat het<br />

systeem veel kwetsbare<br />

elektronische apparatuur<br />

bevat is het niet geschikt<br />

om onder een paar<br />

tentcovers in het bos te<br />

gebruiken, zoals we dat<br />

als mariniers vaak graag<br />

zouden zien. Ook dient<br />

het bij vervoer met voorzichtigheid<br />

behandeld te


worden, aangezien er krijgsmachtbreed weinig reserveonderdelen<br />

beschikbaar zijn. Dit systeem is voornamelijk bedoeld voor het<br />

trainen van procedures in Close Air Support, waarbij ook grondgebonden<br />

vuursteun kan worden gesimuleerd. Deze mogelijkheden<br />

voor grondgebonden vuursteun zijn echter minder uitgebreid dan<br />

die in de waarnemerstrainer. Deze trainer zullen de FO’s van de<br />

FST’s dan ook moeten blijven gebruiken voor het onderhouden van<br />

hun specifieke vaardigheden. De volgende stap in de toekomst zou<br />

het ontwikkelen van een Joint Fires Simulator moeten zijn, waarbij<br />

diverse vuursteunspecialisten al hun specifieke vaardigheden tegelijkertijd<br />

kunnen trainen.<br />

Tenslotte is de MFAC SIM bedoeld voor het op peil houden van<br />

diverse skills in CAS en CCA, maar natuurlijk geen vervanging voor<br />

oefeningen in het veld met echte Air Assets. Met de invoering van<br />

dit systeem zijn echter wel de trainingsmogelijkheden voor zowel<br />

FST’s als infanterie sterk vergroot.<br />

Toekomst<br />

De komende tijd is het zaak voor de instructeurs MFAC SIM om het<br />

systeem beter te leren kennen en voor de FST’s om de diverse scenario’s<br />

en mogelijkheden te beoefenen. Ook zullen er meer FAC’s<br />

intern als instructeur worden opgeleid. Verder dient het beoefenen<br />

van CCA meer aandacht te krijgen in het trainingsprogramma van<br />

de infanterie-eenheden. Indien u niet wilt wachten met het kennismaken<br />

met de MFAC SIM tot u het systeem op oefeningen vanzelf<br />

tegenkomt, kunt u voor trainingen contact opnemen met de FAC<br />

Supervisor of trainingsstaf van de MJEB in Doorn; zelfs de minister<br />

van Defensie vond het een mooie ervaring!<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

86<br />

Maritime Special<br />

Door: OCC MSO en PC 1 Pel MSO<br />

Foto’s MSO<br />

inleiding<br />

Flintlock is een jaarlijks terugkerende internationale oefening op<br />

het Afrikaanse continent. Hierbij worden landen die zijn aangesloten<br />

bij de Trans Sahara Counter Terrorism Pact getraind door<br />

Westerse SOF-eenheden. Dit jaar vond Flintlock plaats van 21<br />

februari tot 12 maart 2011 in Thies, Senegal. Nederland was goed<br />

vertegenwoordigd met één MSO-team, één KCT-team en een joint<br />

stafelement. Doel van Flintlock 2011 was het voortborduren op<br />

het succes van voorgaande Flintlock’s en het stimuleren van één<br />

gezamenlijke regionale aanpak van optreden tegen terrorismedreiging<br />

in Afrika. Door gezamenlijk te trainen en de verschillende<br />

procedures onderling te vergelijken, wordt er gewerkt aan een<br />

meer eenduidige multinationale aanpak van de extremistische<br />

dreiging in de regio. Als voorbereiding op de oefening Flintlock<br />

2011 zijn er dit jaar voor het eerst in alle deelnemende landen<br />

Joint Combined Exercise Trainings (JCET’s) uitgevoerd.<br />

JCET - doelstelling<br />

De JCET’s hadden een aantal doelen. Ten eerste de deelnemende<br />

Afrikaanse partnereenheden voorbereiden op Flintlock 2011.<br />

Hierbij konden alle Afrikaanse landen aangeven in welke drie<br />

onderwerpen zij getraind en geoefend wilden worden. Het<br />

tweede doel was het opbouwen van Situational Awareness (SA)<br />

van SOF-eenheden in Afrika. Specifieke doelen voor Nederland


Operations compagnie JCET en<br />

Flintlock 2011<br />

waren de mogelijkheid voor NL SOF om zich verder te bekwamen<br />

in Military Assistance (MA) - één van de drie hoofdtaken van een<br />

SOF-eenheid - en het bezien van toekomstige trainingsmogelijkheden<br />

op het Afrikaanse continent. Al met al een mooie kans<br />

voor Marsof omdat er doorgaans niet vaak een detachement<br />

van negen man self-supporting voor een langere periode naar een<br />

centraal Afrikaans land gaat.<br />

Aan elk deelnemend Afrikaans land was een Westerse SOFeenheid<br />

gekoppeld. Bijna alle Westerse SOF-eenheden namen<br />

met hun Afrikaanse partnereenheden deel aan zowel de JCET<br />

als Flintlock. Zodoende is er een Marsof detachement vertrokken<br />

naar Tsjaad om daar van 14 januari tot 19 februari 2011 hun<br />

partnereenheid Pan Sahara Initiative (PSI) te trainen in zeer nauwe<br />

samenwerking met US Navy Seals (NSW), die verantwoordelijk<br />

waren voor de training van hun Nigeriaanse partnereenheid.<br />

Het startpunt van de JCET was dat het Nigeriaanse peloton werd<br />

overgevlogen naar de hoofdstad van Tsjaad, N’djamena, waar ze<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

87<br />

gestationeerd werden op een kamp van de PSI. NSW en Marsof<br />

waren verder gezamenlijk gelegerd op een andere locatie in<br />

N’djamena. Met NSW is onderling afgesproken dat de Marsof<br />

Officer In Command (OIC) verantwoordelijk zou zijn voor de training<br />

van de PSI en de NSW OIC voor het Nigeriaanse peloton. In<br />

samenspraak met de NSW OIC is er voor gekozen om onderling<br />

operators uit te wisselen om iedereen zoveel mogelijk bloot te<br />

stellen aan andere eenheden, culturen en procedures. Conform<br />

afspraak heeft Marsof drie operators afgestaan aan NSW en heeft<br />

NSW vijf Navy Seal’s aan Marsof ‘gegeven’. Door deze constructie<br />

binnen de JCET stonden Marsof-operators en Seal’s gezamenlijk<br />

les te geven aan militairen uit Tsjaad en Nigeria. Dit bleek erg<br />

goed te werken. De spin-off door ontstane discussies is erg goed en<br />

de terugkoppeling zeer positief.<br />

JCET - trainingsprogramma<br />

Tijdens de Final Planning Conference (FPC) in Dakar was er in overeenstemming<br />

met NSW, Marsof, PSI, de Nigeriaanse eenheid en


het SOF Liaison Element (Sofle) uit Tsjaad een trainingsprogramma<br />

opgesteld. Dit programma was een grove uiteenzetting van de te<br />

trainen onderwerpen. Deze onderwerpen waren voor de:<br />

PSI<br />

• Cordon & Search<br />

• Rural recce<br />

• Ambush<br />

Nigeriaans peloton<br />

• Urban raid<br />

• Rural attack<br />

• Vehicle Checkpoint<br />

Na wat overleg is besloten om te starten met basic skills and drills<br />

en dan verder te kijken. Uiteindelijk bleek dat voor de PSI een<br />

goed uitgangspunt te zijn. Het Nigeriaanse peloton was beter ge-<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

88<br />

traind en toe aan meer gevorderde drills. Dit werd gecombineerd<br />

met allerlei competitievormen, waarbij een fysieke prikkeling<br />

werd uitgevoerd door de verliezer. Deze aanpak bleek voor dit<br />

peloton erg goed te werken. Dit peloton is vorig jaar ook door<br />

Marsof getraind tijdens Flintlock 2010.<br />

Er was tijdens de FPC in het trainingsprogramma een verdeling<br />

gemaakt van één onderwerp per dagdeel. Dit trainingsprogramma<br />

bleek bij aankomst in Tsjaad toch te gedetailleerd<br />

voor het Afrikaanse levensritme. Zo bestond de eerste week voor<br />

het grootste deel uit beleefdheidsbezoeken en uitwisselen van<br />

waarderingen in plaats van het bespreken van de inhoud van<br />

het trainingsprogramma. Verder werd er dagelijks uitgebreid


QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

89<br />

geluncht en gebeden. Daarbij was NSW ook nog een aantal dagen<br />

verlaat. Na een aantal besprekingen hebben we samen met NSW<br />

besloten om per dag te bekijken wat de progressie is van de partnereenheden.<br />

Op deze progressie stemden we het programma<br />

van de volgende dag af. Deze aanpak bleek in de praktijk goed te<br />

werken.<br />

De training vond plaats in de hoofdstad N’djamena, schietterrein<br />

Massaquet en de omgeving van beide. Massaquet bevindt zich<br />

zeventig kilometer noordoost van N’djamena. Bij de faciliteiten<br />

moet niet teveel worden voorgesteld. Het kamp van de PSI in<br />

N’djamena is bijvoorbeeld van vergelijkbare kwaliteit als de<br />

kampen van de ANA in Afghanistan. Dus vanuit westers oogpunt<br />

geen enkel comfort en qua hygiëne een uitdaging. Het schietterrein<br />

in Massaquet was ook niet meer dan een talud en lag twee<br />

kilometer van de hoofdweg in een groot open gebied. Hier zijn<br />

alle schietdagen uitgevoerd. Verder werden hier de patrouilles gelopen<br />

om zodoende de training steeds realistischer te maken. Het<br />

schietterrein is anderhalf jaar geleden ook nog gebruikt door het<br />

Korps Mariniers. Aan het eind van de uitzending in Tsjaad werden<br />

namelijk de Vikings langs Massaquet terug naar N’djamena<br />

gereden. Afsluitend is er toen nog een schietdag georganiseerd.<br />

De zeer nauwe samenwerking met NSW en de Afrikaanse<br />

partnereenheden en het zelfstandig optreden in een Afrikaans<br />

land hebben geleid tot veel verschillende ervaringen. Culturele<br />

ervaringen met zowel andere Westerse als Afrikaanse culturen.<br />

Verder ook ervaringen met andere procedures, SOP’s en conflic-


ten in bijvoorbeeld Soedan. Al met al een zeer leerzame, maar<br />

ook leuke ervaring.<br />

Flintlock 2011<br />

Flintlock is de afgelopen jaren uitgegroeid tot de grootste internationale<br />

SOF-oefening op het Afrikaanse continent. In vijf jaar<br />

tijd is Flintlock uitgegroeid tot een volwassen internationale<br />

oefening. Momenteel zijn er vijf westerse landen (Nederland,<br />

Duitsland, Spanje, Canada en de VS) die actief Afrikaanse landen<br />

zoals Tsjaad, Burkina Faso, Mali, Mauritanië, Nigeria en Senegal<br />

trainen. Daarnaast melden zich steeds meer landen aan als<br />

observer. Dat wil zeggen dat ze geen eigen team leveren om een<br />

Afrikaans land te trainen, maar wel willen weten wat er op internationaal<br />

SF-gebied speelt en eventueel in de nabije toekomst<br />

willen participeren in Flintlock. Deze observers bestaan uit zowel<br />

Westerse als Afrikaanse landen. In totaal deden er ongeveer 850<br />

mensen mee aan Flintlock 2011.<br />

Na de eerdergenoemde JCET, zijn alle deelnemende westerse<br />

SOF-landen met hun Afrikaanse partnerland neergestreken in<br />

het Senegalese plaatsje Thies, dat tachtig kilometer ten oosten<br />

van Dakar ligt. In Thies was een Multinational Tactical Operation<br />

Centre (MN TOC) ingericht dat door de Sengalezen gedraaid werd.<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

90<br />

Uiteraard met zware ondersteuning van de Amerikanen. Vanuit<br />

hier werden de verschillende taken gecoördineerd voor de<br />

tactische teams, die zich op vijf kilometer afstand buiten Thies in<br />

het Tactical Training Centre (TTC) bevonden. De verschillende taken<br />

waren al beoefend door de MSO en het KCT gedurende de JCET in<br />

Tsjaad en Burkina Faso. Tijdens Flintlock werden deze taken in de<br />

praktijk gebracht aan de hand van verschillende scenario’s.<br />

Daarnaast is er ook veel aandacht besteed aan Close Quarter<br />

Combat (CQC), navigatielessen, Medical Capability (Medcap) en Key<br />

Leader Engagement (KLE).<br />

Conclusie<br />

Er zijn voor Nederland (MSO/KCT) drie goede redenen om mee te<br />

doen aan Flintlock. Ten eerste is er het toenemende belang van<br />

Military Assistance (MA). Voorkomen is beter dan genezen. Daarnaast<br />

biedt MA de mogelijkheid voor Buitenlandse Zaken om<br />

ontwikkelingsgeld te investeren in bepaalde Afrikaanse regio’s.<br />

Dit geldt uiteraard ook voor Cimic gerelateerde projecten voor<br />

Defensie. Ten tweede is Flintlock uitstekend voor de internationale<br />

militaire (SOF) contacten tijdens het opbouwen van een Counter<br />

Terrorism (CT) capaciteit in het desbetreffende land. Juist door<br />

de verscheidenheid aan landen ontstaat er een kruisbestuiving<br />

die mogelijke nieuwe internationale SOF samenwerking creëert.<br />

Onderling worden Tactical Training Procedures (TTP’s) uitgewisseld<br />

en besproken met westerse counterparts. Als laatste is Flintlock<br />

bedoeld voor het opbouwen van SA in Afrika.


Staff Non-Commissioned Officers<br />

Academy, Camp Lejeune, NC<br />

By: GySgt Cory C. Paskvan<br />

Hello, I am Gunnery Sergeant Cory<br />

Paskvan and currently serving as the US<br />

Marine Corps Exchange NCO with the Maritime<br />

Special Operations (MSO) Company,<br />

Marsof in Den Helder. During my career<br />

in the US Marine Corps I have served with<br />

several USMC Infantry Marine Battalions,<br />

Force Reconnaissance Companies, Reconnaissance<br />

Battalions, US Marine Special<br />

Operations Command (Marsoc), and as an<br />

Instructor at our USMC Combatant Diver<br />

Course. Some of my experiences include<br />

three combat deployments to Iraq, three<br />

Marine Expeditionary Unit deployments,<br />

and I also deployed to Uruzgan, Afghanistan<br />

with the MSO during Task Force 55<br />

Rotation 3.<br />

In the USMC we have a Career Roadmap<br />

that is outlined not only for your Military<br />

Occupational Specialty but by the different<br />

ranks as well. These courses are referred<br />

to as Professional Military Education.<br />

Professional Military Education (PME) is<br />

the U. S. Marines’ program for guiding<br />

Marines as they advance in rank. From the<br />

ranks of Corporal (E-4) to Master Sergeant<br />

and First Sergeant (E-8), Marines can gain<br />

a greater understanding of leadership<br />

and Warfighting doctrine. The Staff Non-<br />

Commissioned Officers Academy (SNCOA)<br />

provides these courses for all Marines on<br />

active duty and reserve status. The courses<br />

offered are the Corporal’s Course, Sergeant’s<br />

Course, Staff Non-Commissioned<br />

Officer’s Career Course, and Staff Non-<br />

Commissioned Officer’s Advanced Course.<br />

I recently attended the SNCOA Advanced<br />

Course in Camp LeJeune, North Carolina.<br />

The Advance Course was an eight week<br />

course, where I finished as the Distinguished<br />

Honor Graduate for Advanced<br />

Course class 2-11. The course provided<br />

the students with the most up to date<br />

material being used in the USMC and also<br />

gave Marines, from different backgrounds,<br />

the opportunity to learn from each others<br />

experiences. For example, in my course<br />

there were only 8 Infantry Marines out of<br />

88 Marines that attended the course. The<br />

course had a diverse mix of Military Oc-<br />

cupational Specialties (MOSs) which made<br />

for a vast learning environment when<br />

combined with the curriculum being<br />

taught and the instructors’ background<br />

as well.<br />

Each course addressed different levels<br />

of tactics and procedures from squad/<br />

platoon techniques for the Corporals,<br />

Platoon/Company level training for the<br />

Sergeants, Company/Battalion level training<br />

for the Staff Sergeants, and Regimental/MAGTF<br />

level training for the Gunnery<br />

Sergeants. Each course stressed the two<br />

main principles of the Marine Corps: mission<br />

accomplishment and troop welfare.<br />

The Academy teaches a diverse group of<br />

topics that include everything from mission<br />

planning/execution/logistics, combat<br />

operations, counseling/assessments of<br />

subordinates, Commander’s Training<br />

Philosophy, Commander’s Leadership<br />

Guidance, Sexual Harassment procedures,<br />

JAG Investigations, and many others. Evaluations<br />

are also performed in the form<br />

of written essays, reports, oral briefings,<br />

and other group projects. Each course has<br />

awards for highest grade point averages<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

91<br />

for the top 10% of each class, Motivation/<br />

Gung-Ho award, and an award for the<br />

Distinguished Honor Graduate.<br />

During each course Marines have a chance<br />

to meet with Career Counselors from<br />

Headquarters Marine Corps to discuss<br />

their official records and also receive<br />

counseling in regards to their career path.<br />

The students also receive classes in the<br />

USMC Personnel Evaluation System (PES)<br />

and they learn how to properly review<br />

records. This is important for all leaders to<br />

know how to properly guide the Marines<br />

in their unit towards success.<br />

As with any military course there is plenty<br />

of physical training that is performed<br />

throughout the daily routine week in and<br />

out. Throughout the courses Marines are<br />

taken through a challenging Functional<br />

Fitness/Cross-fit routine and tested in both<br />

USMC Physical Fitness Test and Combat<br />

Fitness Test for score.<br />

There are four Staff Non-Commissioned<br />

Officer Academies located throughout<br />

different USMC bases to further accommodate<br />

each unit in facilitating this training<br />

for their Marines. The instructor staffs<br />

from the four academies provide lessons<br />

from the same source of curriculum and<br />

periods of instruction. Each course is<br />

designed to provide a reasonable amount<br />

of instruction and guidance for Marines to<br />

use throughout their future assignments<br />

around the world.<br />

Key Terms-<br />

JAG- Judge Advocate General<br />

MAGTF- Marine Air/Ground Task Force<br />

MOS- Military Occupational Specialty<br />

PES- Personnel Evaluation System<br />

PME- Professional Military Education<br />

SNCOA- Staff Non-Commissioned Officers Academy


Eerste Bootcompagnie<br />

Door: KAPTMARNS J.F. Bleker<br />

Foto’s: 1-Btcie<br />

Inleiding<br />

De kop van 2011 is eraf. Niet alleen voor<br />

de Eerste Bootcompagnie maar ook voor<br />

alle eenheden die na de jaarwisseling<br />

ondersteuning nodig hadden voor amfibische<br />

activiteiten. Het contrast met het<br />

afgelopen jaar is goed te merken. Lagen<br />

onze vaartuigen vorig jaar nog in de<br />

warme wateren van Somalië en Senegal,<br />

dit jaar begon in de koude wateren tussen<br />

Texel en Den Helder. Na het welverdiende<br />

winterverlof en het opstarten van de eenheid<br />

begin januari was het voor de LCVP’s<br />

weer ‘Back to the basics’.<br />

EVO/Potom<br />

De door problemen geteisterde Hr. Ms.<br />

Johan de Witt moest noodgedwongen<br />

binnenliggend in de Nieuwe Haven te<br />

Den Helder als platform dienen om een<br />

keur aan eenheden (opnieuw) kennis te<br />

laten maken met het amfibisch opereren.<br />

Een goed geplande combinatie van EVO<br />

en Potom cursisten zorgde voor een hoge<br />

trainingswaarde voor zowel de manschappen<br />

als de toekomstige leiders binnen het<br />

Korps. Zij waren het die de spits afbeten<br />

voor de amfibische activiteiten die in totaal<br />

vier weken in beslag zouden nemen.<br />

<strong>Tweede</strong> <strong>Mariniersbataljon</strong><br />

In een aangepast scenario werden de drie<br />

infanteriecompagnieën van het <strong>Tweede</strong><br />

<strong>Mariniersbataljon</strong> op zowel theoretisch<br />

als praktisch vlak door de benodigde<br />

procedures geleid. Alle onderwerpen<br />

die benodigd zijn om de eenheden weer<br />

op het gewenste niveau te krijgen in<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

92<br />

voorbereiding op de Certifex later dit<br />

jaar, passeerden de revue. Assault routines,<br />

planningsprocedures, pelotonsacties,<br />

veiligheidsmiddelen, gidsen van<br />

voertuigen, uitzetten van lichtenlijnen,<br />

compagnies acties, etcetra. De activiteiten<br />

volgden elkaar in rap tempo op.<br />

Alle oefendoelstellingen konden worden<br />

gehaald ondanks de relatief grote uitval<br />

van varend materieel. Met name de uitval<br />

van de L73 als gevolg van averij opgelopen<br />

tijdens landingen, zorgde voor spannende<br />

momenten voor de aanwezige bemanning.<br />

Door kordaat optreden heeft het vaartuig


de terugtocht weten te maken naar Hr.<br />

Ms. Johan de Witt. Het hijssysteem aan<br />

boord van de LPD heeft er voor gezorgd<br />

dat het landingsvaartuig tot eind februari<br />

een droge wachtplaats had voordat hij<br />

eindelijk kon worden verplaatst naar de<br />

werkloods van het Marinebedrijf. Gelukkig<br />

bleven de problemen voor de overige<br />

vaartuigen beperkt tot technische mankementen<br />

die in de meeste gevallen vlot<br />

konden worden opgelost. Dit was noodzakelijk<br />

om in de laatste week de ruimte<br />

te bieden aan een extra compagnie van<br />

Belgische para-commando’s. De aanwezigheid<br />

van een meerderheid van Walen bij<br />

deze oefening bracht extra uitdagingen<br />

met zich mee voor wat betreft de vertaalslag<br />

die moest worden gemaakt vanuit het<br />

Nederlands naar het Frans.<br />

Overige ondersteuning<br />

Naast de amfibische operaties was er nog<br />

ruimte om een aantal VIP-bezoeken te<br />

ondersteunen met vaarbewegingen. De<br />

bezoeken die doorgang hebben gevonden<br />

werden naar tevredenheid van bezoekers,<br />

begeleiders en bemanning uitgevoerd.<br />

Ondanks alle voorbereidingen kon niet<br />

worden voorkomen dat er een aantal<br />

bezoeken op het laatste moment geen<br />

doorgang konden vinden. De voorbereidingen<br />

zijn echter getroffen en zij zullen<br />

een eventuele uitvoering van deze bezoeken<br />

op een later tijdstip in ieder geval<br />

vergemakkelijken.<br />

Voorbereidingen voor de West<br />

Na de intensieve periode van amfibische<br />

training is het tijd om de pijlen te richten<br />

op de deployment met Hr. Ms. Johan de<br />

Witt. Al het benodigde onderhoud staat<br />

gepland en wordt ondanks de merkbare<br />

bezuinigingen zo goed mogelijk uitgevoerd.<br />

Zo wordt er ondersteuning verleend aan<br />

de JWIT bij de reparaties van de aandrijving<br />

door middel van de inzet van de<br />

laadkraan van een van onze voertuigen.<br />

Het personeel is ondertussen intensief<br />

bezig met opleidingen of voorbereidingen<br />

daarop. Sprekend voorbeeld hiervan zijn<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

93<br />

de kaart- en kompasoefeningen die zijn<br />

gehouden met nagenoeg alle manschappen<br />

van de Bootcompagnie nabij Oirschot.<br />

Dit ter voorbereiding van een aantal mariniers<br />

op de voortgezette vakopleiding,<br />

waarvoor vanaf dit jaar een takenboek<br />

dient te worden afgelegd. Ondanks de incidentele<br />

haperingen is het goed om te zien<br />

dat er nog steeds enthousiasme is voor<br />

het oefenen van de militaire basisvaardigheden<br />

op alle niveaus. Er is in ieder geval<br />

vertrouwen in het feit dat we zo goed<br />

mogelijk voorbereid aan de startstreep verschijnen<br />

van de aankomende Westperiode<br />

tussen mei en september.


<strong>Tweede</strong> Bootcompagnie<br />

Door: MAJMARNS P. de Vreng, CC 2-Btcie<br />

Foto’s: 2-Btcie<br />

Update over de periode: 19 t/m 27<br />

februari 2011<br />

In de afgelopen week heeft de eenheid<br />

opnieuw een intensief programma doorlopen.<br />

Op 19 februari heeft Amphibious<br />

Beach Unit (ABU) Recce in de middag diverse<br />

verkenningen uitgevoerd op Bonaire.<br />

Hierbij zijn onder andere de stranden<br />

Sunset Beach en 1000 steps verkend. Deze<br />

stranden zijn vervolgens later in de avond<br />

gebruikt voor de inzet van 32-Infcie op Bonaire.<br />

Dit gebeurde door middel van een<br />

gecombineerde inzet van LCVP’s en Boston<br />

Whalers (inclusief overstapdrills) op deze<br />

stranden. In de nacht is daarnaast ook nog<br />

de Casevac procedure behandeld met een<br />

gewondenafvoer vanaf ‘1000 steps’ per<br />

landingsvaartuig naar Hr. Ms. Rotterdam.<br />

Op 20 februari is het ABU ontplooid op<br />

‘Sunset Beach’ op Bonaire. Om schade<br />

aan flora & fauna en strand tot een<br />

minimum te beperken is geen gebruik<br />

gemaakt van de BARV. In de ochtend is<br />

in de haven van Bonaire door de LCU een<br />

Westreis, 2-Btcie a/b<br />

Hr. Ms. Rotterdam,<br />

9 februari – 2 mei 2011<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

94<br />

‘Connexion Busje’ afgezet. Dit busje was<br />

door Connexion ter beschikking gesteld<br />

voor het vervoer van gehandicapten op<br />

het eiland. Deze voorziening was nog niet<br />

beschikbaar. Met enige media aandacht<br />

(onder andere lokale televisie) is het busje<br />

vervolgens ceremonieel overgedragen aan<br />

de stichting, die de bus gaat beheren op<br />

het eiland. De Koninklijke Marine heeft<br />

het voertuig zonder kosten overgevaren<br />

vanuit Nederland.<br />

Overdag heeft een deel van het personeel<br />

van de eenheid op de LCU hoist operaties<br />

uitgevoerd met de Lynx helikopter. Hierbij<br />

werd zowel de single lift als de duo lift hoist<br />

operatie beoefend.<br />

Op 21 februari heeft de ABU zijn backload<br />

uitgevoerd vanaf ‘Sunset Beach’. In de


Foto: Peter BijPost, AVDD<br />

avond is de gehele 32-Infcie vanuit het<br />

centrum van Kralendijk (de hoofdstad van<br />

Bonaire) onder veel publieke belangstelling<br />

via een ‘slib’ teruggebracht naar Hr.<br />

Ms. Rotterdam. In een twee uur durende<br />

operatie zijn uiteindelijk alle voertuigen<br />

en het personeel van de eenheid teruggekeerd<br />

aan boord van de Rotterdam.<br />

Na terugkeer van de gehele ABU is het<br />

schip in de nacht teruggevaren naar<br />

Aruba om in de ochtend 32-Infcie af te<br />

zetten op de kazerne. Na het afzetten van<br />

32-Infcie is het schip ‘en route’ gegaan om<br />

op vrijdag in Saint Thomas aan te komen.<br />

Onderweg is de planning gemaakt voor<br />

het AFOB operatieconcept rond Saba,<br />

Sint Eustatius en Sint Maarten. Dit plan is<br />

vervolgens op de vrijdagmorgen voorgelegd<br />

aan de commandant van het schip,<br />

die hier zijn goedkeuring aan gegeven<br />

heeft.<br />

Het is nu de bedoeling dat we van 2 maart<br />

t/m 10 maart onze eerste AFOB routine<br />

gaan draaien rond Saba, waarbij primair<br />

de ‘Saba Bank’ bewaakt gaan worden.<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

95<br />

We gaan hierbij fungeren als ‘ogen op het<br />

water’ voor de Kustwacht, waarbij primair<br />

ingezet zullen worden voor surveillance and<br />

detection.<br />

In een roulatieschema zal de eenheid<br />

eerst drie dagen op water patrouilleren en<br />

daarna een dag rust genieten. Vervolgens<br />

zal er opnieuw twee keer twee dagen een<br />

AFOB plaatsvinden met een dag rust. De<br />

Kustwacht Rhib zal geïntegreerd worden<br />

in dit concept.<br />

Op 11 maart zullen we vervolgens naar<br />

Saba varen om ‘een Cruyff Voetbal Court’<br />

te doneren aan het eiland. Na deze<br />

donatie zal de eenheid zich verplaatsen<br />

naar Sint Maarten voor R&R met Hr. Ms.<br />

Rotterdam.<br />

Op Saint Thomas hebben we een geweldig<br />

weekend genoten. Vandaag (28 februari)<br />

stomen we op naar Sint Maarten om RV te<br />

maken met de kustwacht. Het personeel<br />

ziet enorm uit naar de AFOB taken op het<br />

water. We hopen dat dit concept ook hier<br />

zijn vruchten af zal werpen.


Amfibisch Logistiek Bataljon<br />

Commandant: KLTZA J.H.C.A. van Bussel<br />

Chef d’Equipage: AOOMARNALG P.M.J. de Valk<br />

SAP een nieuw bedrijfsbesturingssysteem<br />

In de vorige QPO is aandacht besteed aan het ‘nieuwe denken’<br />

met betrekking tot het maritiem operationele logistiek optreden<br />

van het Amflogbat op hoofdlijnen.<br />

Bij dit ‘nieuwe denken’ zal het Amflogbat ondersteund gaan<br />

worden door een nieuw bedrijfsbesturingssysteem: Software Application<br />

Programming (SAP). SAP zal een belangrijke bijdrage gaan<br />

leveren aan de voorbereidingen op en uitvoering van de (maritiem)<br />

operationele logistiek ter ondersteuning van (joint) oefeningen/trainingen<br />

en eventuele inzet.<br />

Vanaf 1 juli 2011 is het de bedoeling dat SAP wordt ingevoerd<br />

bij het Mariniers Training Commando (MTC). Het zwaartepunt<br />

van de SAP-rollen ligt bij het Amflogbat. Voor oefening en training<br />

zullen de marinierseenheden hun aanvragen conform de<br />

geldende procedures (SOPs) via de S4-lijn indienen bij de Combat<br />

Service Supply (CSS) eenheden van het Amflogbat.<br />

In het Operationeel Jaarplan (OJP) is vastgelegd welk CSS gekoppeld<br />

is aan welke marinierseenheid. De S4 zorgt ervoor dat de<br />

desbetreffende vraag van de eenheid bij het desbetreffende CSS<br />

terechtkomt. Het CSS brengt vervolgens alle informatie in SAP.<br />

Het CSS is vanaf dat moment verantwoordelijk voor de logistieke<br />

voortgang.<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

96<br />

Vooruitlopend op de implementatie van SAP bij het Amflogbat<br />

heeft een kleine werkgroep de afgelopen maanden samen met<br />

het project Implementatie Enterprise Resource Planning (ERP)<br />

Marns de logistieke processen binnen het MTC doorgelicht. Deze<br />

logistieke processen zijn daar waar nodig aangepast, waardoor de<br />

juiste SAP-handeling bij de juiste SAP-rol (medewerker) terechtkomt.<br />

Binnen de bataljons van het MTC zijn de diverse functionarissen<br />

geïdentificeerd, die een rol gaan vervullen binnen SAP. Deze functionarissen<br />

worden de komende periode opgeleid en voorbereid<br />

op de (SAP) logistieke processen. In het tweede kwartaal van dit<br />

jaar zal eenieder, die een rol speelt binnen SAP opgeleid zijn,<br />

zodat de implementatie van SAP bij het Amflogbat daadwerkelijk<br />

kan plaatsvinden per 1 juli 2011.<br />

Met het live gaan van SAP per 1 juli 2011 zullen de oude vertrouwde<br />

middelen als het welbekende Voorraad Administratie<br />

Systeem (VAS) en het Subgebruikers Administratie (SGA) worden<br />

uitgezet. We stappen dan over op één systeem: SAP. Het Amflogbat<br />

en de marinierseenheden zullen een voortrekkersrol krijgen<br />

binnen het CZSK, want hoewel er momenteel een aantal schepen<br />

draaien onder SAP, gaat de rest van de ‘zeeketen’ uiteindelijk in<br />

2014 over.<br />

SAP wordt gekenmerkt door: ‘integratie’, ‘flexibiliteit’ en ‘direct<br />

inzicht’ maar bovenal ‘planning’. Allemaal woorden die van<br />

groot belang en essentieel zijn bij het logistieke voortzettingsvermogen<br />

van een oefening/training/inzet. SAP laat niet alleen<br />

de hoogte of beschikbaarheid van de voorraden zien, maar ook<br />

de tijdstippen waarop diverse middelen moeten worden onderhouden.<br />

Hierdoor wordt het mogelijk om beter te anticiperen en<br />

kunnen piekbelastingen worden voorkomen. Het (uiteindelijke)<br />

doel van SAP is het verbeteren van de effectiviteit en de efficiëntie<br />

van de materieellogistieke keten van leverancier/fabrikant tot<br />

eindgebruiker/aanvrager.<br />

Het hoeft geen betoog dat de hoogte en beschikbaarheid van<br />

voorraden en de staat van onderhoud van de diverse middelen<br />

belangrijk zijn voor het voortzettingsvermogen van de marinierseenheden.<br />

Deze beschikbaarheid is belangrijk en geeft<br />

vertrouwen aan de operationele commandant wanneer hij met<br />

zijn eenheden voor langere tijd ingezet is. Daarnaast geeft SAP<br />

inzicht aan de andere Operationele Commando’s (OPCO’s) in de<br />

voorraden en/of de staat van onderhoud bij een joint operatie.<br />

De aankomende maanden zal SAP binnen de OPCO’s worden<br />

uitgerold. De uniformiteit en mogelijkheden van SAP zullen te<br />

zijner tijd de aansturing en (logistieke) ondersteuning van oefeningen,<br />

trainingen en inzet ‘zo wijd de wereld strekt’ verbeteren.<br />

Wat betekent SAP voor de marinierseenheden en het daaraan<br />

gekoppelde CSS?<br />

De logistieke aanvragen van S4’n zullen vroegtijdig moeten worden<br />

doorgezet naar het CSS. Het CSS zal deze aanvragen verder<br />

coördineren met de naast hoger gelegen logistieke eenheid: het


SSG. Alles wat de marinierseenheden aanvragen voor oefeningen<br />

en trainingen zal ‘administratief’ door de handen van het CSS<br />

gaan en vervolgens worden uitgeleverd door het CSS.<br />

Het onderhoud (indien er capaciteitsgebrek bij de marinierseenheden<br />

is), de periodieke keuringen en de vervanging van goederen<br />

van de mariniereenheden zal via het CSS gaan.<br />

Wat betekent SAP voor het CSS?<br />

Zwaardere ‘adminstratieve’ inrichting van de bevoorradingsgroep<br />

van het CSS om de marinierseenheden te ondersteunen.<br />

Het volledige beheer van de Inventory Management (IM) magazijnen<br />

zal onder de bevoorradingsgroep van het CSS vallen. Onder<br />

deze IM’n vallen onder andere de onderhoudscontainer van de<br />

verbindingsdienst, de onderhoudscontainer van de wapenmaker,<br />

de kookcontainer, het speciaal gereedschap van de voertuigtechnicus,<br />

de inventaris van de doorsmeerwagen, werkwagen, wegenwacht,<br />

kastenwagen, kombuiswagens, takelwagens, maar ook het<br />

beheer van alle goederen van de genie en de technische dienst.<br />

Het CSS doet zelf het onderhoudsbeheer van het CSS. Zoals het<br />

plannen van preventief en/of correctief onderhoud en periodieke<br />

keuringen van diverse middelen zoals aggregaten, douche- en<br />

toiletwagens, kachels, alle type voertuigen, maar ook radioapparatuur<br />

en wapens. Op termijn zullen onder andere het BIOS,<br />

Digiplan, Wabis en de welbekende zelfgemaakte Excel lijstjes<br />

overbodig worden.<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

97<br />

Voordat het echter 1 juli 2011 is, zal het personeel opgeleid<br />

moeten worden. Planmatig zal eenieder met een SAP-rol in het<br />

tweede kwartaal van 2011 opgeleid worden. De voorbereidingen<br />

voor de lopende oefeningen zoals Caribbean Archer zullen parallel<br />

aan deze SAP-opleidingen lopen. Dit zal impact hebben op<br />

de bedrijfsvoering en zorgen voor extra (werk)druk op het CSS.<br />

Van groot belang is dat alle militairen met een SAP-rol opgeleid<br />

worden voordat SAP haar intrede doet, want alleen als men SAPopgeleid<br />

is krijgt men de autorisatie om ook daadwerkelijk vanaf<br />

functie met SAP te werken.<br />

Al met al staat het MTC, het Amflogbat in het algemeen en het<br />

CSS in het bijzonder aan de vooravond van een geweldige uitdaging<br />

met een nieuw kijk op logistieke bedrijfsvoering.<br />

Uiteindelijk zal de invoering van SAP zorgen voor een goede logistieke<br />

ondersteuning bij een operationeel (joint) optreden van<br />

onze krijgsmacht.


CSS-1 Joint Arctic<br />

Training 2011<br />

Door: MAJMARNS H.W. de Blaauw<br />

Foto’s: Cees Baardman<br />

Zonder personeel van het CSS geen vuur, geen ijsbar en warme ‘poeroet’… en geen wak, waarbij ook het CSS-personeel zich niet laat kennen en deelneemt<br />

aan de ice-breaking drills bij -20 O C.<br />

Inleiding<br />

Na de reorganisatie van het Amfibisch Logistiek Bataljon in 2008<br />

zijn twee Combat Service Support Groups gerealiseerd. Over de structuur<br />

van deze twee eenheden is voorheen al in dit blad gepubliceerd,<br />

waardoor ik daarover niet zal schrijven. Ik ga het in de<br />

komende alinea’s hebben over de logistieke ondersteuning van<br />

1-Marnsbat door CSS-1 tijdens de Joint Arctic Training (JAT) 2011 in<br />

Noorwegen. Deze vond plaats van 3 januari t/m 1 april 2011.<br />

Allereerst zal ik kort beschrijven welke elementen van CSS-1<br />

wat voor ondersteuning verleenden, waarbij ik vervolgens een<br />

beschrijving geef van uitgevoerde werkzaamheden, zodat u een<br />

beeld krijgt van wat nu een CSS doet. Ik sluit af met de conclusie,<br />

waarin ik de komende twee jaar wil toelichten. Ik weid niet uit<br />

over de les/trainingsprogramma’s van 1-Marnsbat tijdens de JAT,<br />

daarover kunt u in deze of volgende QPO lezen.<br />

Ondersteuning door CSS-1<br />

Voor aanvang van de JAT was besloten dat voor de verplaatsingen<br />

van het materieel en personeel voor, gedurende en na de JAT het<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

98<br />

Bureau S-4 van 1-Marnsbat zou worden ingezet. De hoofdoorzaak<br />

hiervan was dat er slechts één (onervaren) kaderlid Sectie 4 bij<br />

het CSS-1 geplaatst is/was. Om hem te belasten met al die zaken<br />

die een deployment van dergelijke omvang met zich meebrengt<br />

voor wat betreft de voorbereiding, uitvoering en afwikkeling was<br />

(nog) niet gewenst.<br />

Aangevuld met personeel van CSS-2 arriveerde CSS-1 begin<br />

januari in Noorwegen. Aangezien het kamp bij aanvang JAT zou<br />

moeten ‘draaien’, vertrok op 3 januari de pré-advance party. Zij<br />

namen het kamp Åsegarden in Harstad over van Allied Training<br />

Command North (ATC-N) om zo het beheer van het kamp te kunnen<br />

uitvoeren. Alle gebouwen werden met een vertegenwoordiger<br />

van ATC-N nagekeken met behulp van fotoboeken om er voor<br />

te zorgen dat eventuele schades wel of niet op ons conto konden<br />

worden bijgeschreven.<br />

Op 5 januari arriveerde de advance party voor het ontladen van<br />

de boot met voertuigen en containers. Op 10 januari kwamen de<br />

cursisten van de MSI/MST/MLI-opleidingen aan en deze begonnen


de volgende dag. Het begin van de<br />

JAT was een feit. Ter ondersteuning<br />

van deze opleidingen waren de<br />

volgende personen paraat: koks,<br />

hofmeesters, bottelier(s), monteurs,<br />

chauffeurs, verbindingspersoneel,<br />

medici, TD-ers, Field Record Office<br />

(S-1), munitiebeheerders, BOS/MOS<br />

werknemers en personeel voor de<br />

bevoorrading.<br />

Er werden allerlei activiteiten<br />

ontplooid om de opleidingen te<br />

kunnen ondersteunen:<br />

Het magazijn met reserve uitrusting<br />

werd ingericht, de BOS/MOS<br />

ploeg maakte een regeling met<br />

betrekking tot aftanken van de<br />

voertuigen, wat een dagelijks terugkerend<br />

fenomeen werd. De wasregeling<br />

werd opgezet, met eveneens<br />

een vuilophaalschema met de lokale<br />

‘vuilnisboer’. De contacten met<br />

de lokale politie werden gelegd en<br />

afgesproken hoe de KMar en de mariniers in geval van bijzonderheden<br />

zouden gaan optreden. Er werden afspraken gemaakt over<br />

het gebruik van de skipiste.<br />

Er werd een begin gemaakt met de Arctic Drivers Course (ADC), die<br />

in principe door elke chauffeur diende te worden gevolgd. Hiermee<br />

krijgt men als chauffeur een beter besef van de consequenties<br />

van rijden onder Arctische omstandigheden. Ook werden de<br />

BV’s 206 opgehaald in Osmarka, waar ze de rest van het jaar zijn<br />

geparkeerd. Verder werd er ondersteuning geleverd aan Skidoo<br />

cursussen en daarnaast werden de containers met munitie in<br />

Bardufoss geleegd en in een bunker opgeslagen. Een gedeelte van<br />

de munitie werd naar kamp Åsegarden verplaatst. Tussendoor<br />

werden real-time bergingen van voertuigen en casevac’s uitgevoerd<br />

en op het kamp werd door het CSS de wacht gelopen.<br />

Kortom allerlei ‘verplichte’ werkzaamheden die hebben bijgedragen<br />

aan de logistieke ondersteuning van 1-Marnsbat door<br />

het CSS. We begonnen met de diverse opleidingen, waarna de<br />

AMSC en WWT volgden en werd afgesloten met de FTX. De twaalf<br />

weken waren zo om!<br />

Hoewel het eenvoudig lijkt en soms ook is, als de ondersteuning<br />

niet klopt, heeft de trainende marinier daar last van! Dit kan<br />

dan het resultaat van de training negatief beïnvloeden. Overleg<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

99<br />

met de commandant 1-Marnsbat na afloop van de training leerde<br />

dat hij tevreden was. Vandaar dat ik het personeel van mijn CSS<br />

daarvoor, ook via dit blad, nog eens wil bedanken. BZ!!<br />

Toekomst<br />

Als ik dit schrijf is het nog geen 1 april. Vandaar dat een en ander<br />

niet zeker is en zijn we door de geschiedenis ingehaald.<br />

Zoals het er nu naar uitziet, gaat personeel van CSS-1 in april de<br />

Groene Module bij het MOC volgen. In week 25 staat een eenheidstraining<br />

gepland, waarbij we allerlei tactische onderwerpen<br />

gaan behandelen met onder andere: inrichten CSS-area, schools<br />

basic (militaire) vaardigheden behandelen en uitvoeren, terreinrijden<br />

en eventueel ZHKH.<br />

In het najaar gaat 1-Marnsbat een gecombineerde berg- en schiettraining<br />

uitvoeren in Schotland. De voorbereidingen hiervoor<br />

zijn in volle gang en ik probeer daarbij als CSS mee te gaan om<br />

voor de logistieke ondersteuning zorg te gaan dragen. Tussendoor<br />

zal er een lesprogramma komen, waarbij lessen door<br />

kaderleden zullen worden gegeven. Hierdoor verwacht ik dat<br />

het CSS zich verder kan ontwikkelen, waarmee we de logistieke<br />

ondersteuning kunnen blijven garanderen.<br />

Wat 2012 gaat brengen is afhankelijk van diverse factoren; bezetting<br />

arbeidsplaatsnummers, intenties naar aanleiding van de<br />

bezuinigingen, missie in Kunduz enzovoort. Wat ik net schreef;<br />

ingehaald door de geschiedenis, onzekerheid blijft een gegeven.<br />

Afsluiting<br />

Ik heb kort een beschrijving gegeven van de werkzaamheden<br />

van het CSS-1 tijdens de JAT 2011. Hierbij maakte ik melding van<br />

die activiteiten die door de afdelingen uitgevoerd worden. Met<br />

andere woorden hoe de logistieke ondersteuning in grote lijnen<br />

‘geregeld’ was. Ik verwacht dat ik u een summier beeld heb<br />

kunnen geven wat het CSS in Harstad gedaan heeft. Geen rocket<br />

science, maar toch zeer belangrijk. Want je kunt stellen dat als de<br />

logistiek niet klopt de commandant zijn missie, in dit geval een<br />

goede wintertraining, niet naar behoren kan uitvoeren.


Mariniers Opleidingscentrum<br />

Commandant: LTKOLMARNS P.J. de Vin, per 31 maart LTKOLMARNS J. ten Hove<br />

Opvolgend Commandant: MAJMARNS M. den Hartog<br />

Chef d’Equipage: AOOMARNALG E.G. Bergman<br />

Commando-overdracht<br />

Foto’s: Cees Baardman<br />

Donderdag 31 maart heeft luitenant-kolonel der mariniers<br />

P. J. de Vin het commando over het Mariniers Opleidingscentrum<br />

(MOC) overgedragen aan luitenant-kolonel der mariniers<br />

J. ten Hove. Na bijna 1,5 jaar het commando te hebben gevoerd<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

100<br />

over het opleidingscentrum van het Korps Mariniers, gaf overste<br />

de Vin het stokje over aan zijn opvolger.<br />

Overste ten Hove, voormalig opvolgend bataljonscommandant<br />

van het <strong>Tweede</strong> <strong>Mariniersbataljon</strong> in Doorn, staat een uitdagende<br />

taak te wachten. “Hij zal straks uitvoering moeten geven<br />

aan de gevolgen van de komende bezuinigingsoperatie”, meent<br />

de Vin. Een behoorlijke uitdaging, want de kwaliteit van de<br />

opleidingen moet gewaarborgd blijven. Het Korps heeft immers<br />

een naam hoog te houden waar het gaat om goed opgeleide<br />

militairen. “De vraag is: hoeveel water doe je bij de wijn?”. Zelf is<br />

de Vin van mening dat de organisatie ‘buigzaam en veerkrachtig<br />

als bamboe’ moet zijn: “zodra het weer kan moet de opleidingscapaciteit<br />

direct opgeschroefd kunnen worden met behoud van<br />

de kwaliteit”.<br />

Zelf kijkt de Vin tevreden terug op een interessante en leerzame<br />

periode. Hoewel het werk van een commandant nooit af is, kan<br />

hij tevreden zijn met het resultaat. “Defensie is een dynamisch<br />

bedrijf. Met de veranderingen die we de afgelopen jaren hebben<br />

ingezet, zoals Loopbaanlint en het modulair opleiden leveren we<br />

maatwerk en zijn we in staat tegemoet te komen aan de wensen<br />

van het bedrijf.” Na 1,5 jaar werd hij gevraagd voor een nieuwe<br />

functie, overigens wel in dezelfde branche. Als projectleider<br />

Loopbaanlint CZSK blijft hij nauw verbonden met het MOC en de<br />

Van Ghentkazerne waar een deel van de toekomstige mariniers<br />

bestaat uit mensen die al een gerichte vooropleiding hebben<br />

gevolgd aan een ROC.


EVO blok 10/5<br />

aspirant mariniers &<br />

aspirant onderofficieren<br />

Door: ELNTMARNS P.J.J. Brinkman<br />

Foto’s: EVO-kader<br />

Op 1 november 2010 zijn 119 cursisten<br />

begonnen aan de EMV/EVO in Rotterdam.<br />

Opleidingsblok 10/05 is gekenmerkt door<br />

een aantal veranderingen, het betreft de<br />

implementatie van competentie gerichter<br />

Competentiegericht opleiden<br />

Om ervoor te zorgen dat het KM-onderwijs<br />

zoveel mogelijk aansluit op het reguliere<br />

civiele onderwijs, is er door de HDP de<br />

opdracht gegeven om competentiegericht<br />

onderwijs als basis te laten dienen voor<br />

het onderwijs binnen defensie.<br />

Competentiegericht leren is ontstaan<br />

opleiden en de opkomst van veertig<br />

horizontale aspirant onderofficieren met een<br />

HAVO of MBO 4 opleidingsachtergrond.<br />

vanuit de noodzaak te anticiperen op een<br />

voortdurend veranderende omgeving. In<br />

het competentiegericht leren is, naast het<br />

overdragen van kennis, veel tijd ingeruimd<br />

voor de praktijkcomponent, om<br />

uiteindelijk de deelnemers als competente<br />

beroepsbeoefenaars neer te kunnen inzetten<br />

in de praktijk.<br />

Aspirant onderofficier<br />

Naast de invoering van meer competen-<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

101<br />

tiegericht onderwijs, zijn de eerste veertig<br />

aspirant onderofficieren begonnen aan de<br />

EMV/EVO. Het traject dat zij bewandelen,<br />

bestaat globaal uit het volgende: eerst<br />

wordt de aspirant onderofficier marinier<br />

1 algemeen door de EMV/EVO af te<br />

ronden. Na de EMV/EVO volgt de aspirant<br />

onderofficier de Praktische Schietinstructie<br />

(PSI) plus opleiding. Hierna wordt hij<br />

geplaatst bij een operationele eenheid<br />

om ervaring op te doen als marinier. Na


ongeveer een jaar operationele ervaring,<br />

gaat hij aan de slag met zijn takenboek.<br />

Na het afronden van het takenboek komt<br />

de aspirant onderofficier op voor de VVO.<br />

Het bovenstaande traject is op moment<br />

van schrijven nog in ontwikkeling en de<br />

exacte invulling van het takenboek moet<br />

nog zijn vaste vorm krijgen. Een mogelijke<br />

aanvulling op dit traject is het inbouwen<br />

van enige flexibiliteit over de duur van<br />

de operationele ervaring als marinier 1.<br />

Of de aspirant onderofficier acht zichzelf<br />

nog niet geschikt, of de organisatie acht<br />

de aspirant onderofficier nog niet geschikt<br />

om de VVO in te gaan. Op deze manier<br />

wordt de kwaliteit van instroom bij de<br />

VVO optimaal gewaarborgd.<br />

EMV/EVO<br />

De opbouw van de mariniersopleiding is<br />

verdeeld in twee modules. Eerst wordt de<br />

Eerste Militaire Vorming (EMV) afgerond<br />

waarna de cursist wordt bevorderd<br />

tot de stand van marinier der tweede<br />

klasse. Vervolgens moeten de cursisten<br />

de Elementaire Vak Opleiding doorlopen<br />

om bevorderd te worden tot marinier<br />

der eerste klasse algemeen. Blok 10-05 is<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

102<br />

op moment van schrijven zich aan het<br />

voorbereiden voor het eerste gedeelte<br />

van de amfibische training op Texel. De<br />

cursisten hebben nu het introductiebivak<br />

en de drie bivakken enkele man doorlopen.<br />

Het introductiebivak en de bivakken<br />

enkele man 1 en 2 staan in het teken van<br />

gewenning aan het militaire leven. Om de<br />

overgang van de burgermaatschappij naar<br />

het Korps vloeiender te laten verlopen,<br />

is er bewust voor gekozen de fysieke en<br />

mentale druk minder hoog te houden.<br />

Door deze ‘zachte landing’ probeert men<br />

de relatief grote uitval in de eerste fase<br />

tegen te gaan. Nadat de cursisten in de<br />

bovengenoemde bivakken hebben geleerd<br />

zichzelf te onderhouden en te verplaatsen<br />

door het bos, gaan ze verder met het bivak<br />

enkele man 3. Tijdens dit bivak worden<br />

de cursisten fysiek en mentaal zwaarder<br />

belast en krijgen ze meer operationele<br />

lessen aangeleerd als: Close Quarter Battle<br />

(CQB), Patrol Harbour (PH) routine en Fire<br />

and Manoeuvre. Door de fysieke en mentale<br />

zwaardere belasting ervaren de cursisten<br />

hoe om te gaan met vermoeidheid en het<br />

werken onder stress. Een van de doelstellingen<br />

van dit bivak is dat de cursist zijn<br />

grenzen op het mentale vlak verlegd.


Hieronder volgen een aantal reacties van<br />

cursisten tijdens de bivakken:<br />

Ondanks wat er werd gezegd door anderen,<br />

dook er elke keer toch weer een rood lampje<br />

op in de PH. Blijkbaar dacht iedereen dat ze<br />

die ene seconde wel even snel konden kijken.<br />

Het lijkt een beetje op Russisch roulette: 1 keer<br />

gesnaaid worden door het kader en iedereen is<br />

de pineut. En ja hoor, elke keer kregen we de<br />

kogel. En daar gingen we weer.<br />

Quote bivak verslag cursist enkele man 3<br />

Er zaten genoeg momenten bij dat ik eigenlijk<br />

liever op de bank wou zitten, maar uiteindelijk<br />

waren de zwaarste momenten de mooiste<br />

waarbij ik de eindmars vanaf het Kralingse Bos<br />

als mooiste heb ervaren.<br />

Quote bivak verslag cursist enkele man 3<br />

Ondanks de intensiteit van dit bivak zijn<br />

de reacties naderhand zeer positief. De<br />

cursisten ervaren heel goed wat slaapgebrek,<br />

stress en tijdsdruk doen met de<br />

inzetbaarheid van het individu in het<br />

algemeen en de eenheid in het bijzonder.<br />

Ervaringen<br />

Blok 10/05 is nu (maart) drie maanden<br />

bezig met de EMV. Het blok is ingedeeld<br />

op leeftijd. Op dit moment bestaat het<br />

blok uit vier klassen. Hierdoor zijn de mariniers<br />

3 en de aspirant onderofficieren bij<br />

elkaar ingedeeld. Er is gekozen om geen<br />

onderscheid hierin te maken, omdat beide<br />

groepen uiteindelijk aan dezelfde exameneisen<br />

(marinier 1 algemeen) moeten voldoen.<br />

Om toch de aspirant onderofficier<br />

mentaal meer te prikkelen, wordt deze<br />

vaker ingedeeld als er command appointments<br />

bekleed moeten worden, want er<br />

mag juist op dit vlak meer van deze groep<br />

verwacht worden dan van de marinier 3.<br />

Dit betekent niet dat er geen mariniers 3<br />

mentaal gestimuleerd wordt. Er geldt nog<br />

steeds dat ook binnen deze groep cursisten<br />

rondlopen die over de juiste competenties<br />

beschikken om versneld met het<br />

VVO traject te kunnen beginnen.<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

103<br />

Samenvattend<br />

Door de grote diversiteit in personeel en<br />

de invoering van meer competentiegericht<br />

onderwijs binnen het opleidingsblok zijn<br />

er veel uitdagingen.<br />

Voor iedere cursist moet er getracht<br />

worden om de lesstof geoptimaliseerd<br />

aan te reiken met in achtneming van het<br />

leerniveau. Daarnaast moet er een juiste<br />

balans gecreëerd worden zodat zowel de<br />

aspirant onderofficier als de marinier 3 fysiek,<br />

maar ook mentaal geprikkeld wordt<br />

op zijn eigen niveau.


Onderofficier worden<br />

bij een<br />

Door: SGTMARNALG S. Langenberg<br />

Foto’s VVO-kader<br />

Als het Korps Mariniers een elitekorps is en<br />

de onderofficier de ruggengraat van deze<br />

organisatie, dan begrijpt u wat het belang<br />

is van een degelijke onderofficiersopleiding.<br />

Het Korps Mariniers is een elitekorps. “Velen<br />

voelen zich geroepen, slechts weinigen zijn<br />

uitverkoren.” Volgens het woordenboek<br />

staat elite voor: het machtigste, rijkste en<br />

best opgeleide deel van de bevolking. Wij<br />

zijn uiteraard niet elitair in vergelijking met<br />

de burgers om ons heen, maar wij zijn dat<br />

wel in vergelijking met andere krijgsmachtonderdelen.<br />

Dat is in ieder geval wel wat<br />

deze eretitel suggereert. Maar wat betekent<br />

dit nu in de praktijk? Misschien zijn we<br />

elitekorps<br />

wel alleen maar ‘elite’ zolang de media en<br />

politiek dat over ons zeggen en schrijven.<br />

Hoe komt het dan dat dit, anno 2011 nog<br />

steeds over ons wordt geroepen? Door<br />

goede PR? En bereik je dat met foto’s uit<br />

Uruzgan van mariniers op de fiets of op<br />

patrouille met ezels? Ik betwijfel het, maar<br />

het Korps laat in ieder geval weten dat het<br />

nog bestaat en dat het creatief is; in staat<br />

om out of the box te opereren. Dus toch<br />

belangrijk dat dit soort nieuws ook naar<br />

buiten komt. Maar wat mijn inziens echt<br />

onderscheidend is, is het feit dat de marinierscompagnieën<br />

in Uruzgan, om nog even<br />

verder te borduren op dit voorbeeld, verhoudingsgewijs<br />

dagelijks heel veel patrouilles<br />

uitvoerden. Hiervan kreeg ik het gevoel van<br />

elite. Helaas heb ik daar nooit wat over kunnen<br />

lezen in de landelijke media.<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

104<br />

Wij hebben de officieuze eretitel van ‘elite’<br />

in het verleden verdiend en we dragen hem<br />

nog steeds. Ook de onaangename vermeldingen<br />

in het nieuws waarbij soms mariniers<br />

genoemd worden, hebben deze titel<br />

niet weg kunnen poetsen. Toch is de krachtige<br />

titel van ‘elite’, die zo nauw verbonden<br />

lijkt aan het Korps Mariniers, niet onvergankelijk.<br />

De echte reden waarom een krijgsmachtonderdeel<br />

deze eretitel draagt, is<br />

natuurlijk niet omdat de media of politiek<br />

dat hebben bepaald, maar om de simpele<br />

reden dat het een feit is. We hebben het<br />

zelf afgedwongen door onze manier van<br />

optreden. Als je het bent, gaat men zeggen<br />

dat je het bent, net zoals men het uitein-


delijk niet meer zal zeggen, wanneer je het<br />

niet meer bent. Denk daar maar eens over<br />

na. Ik denk zelf dan weer even aan mijn<br />

laatste uitzending naar Uruzgan en dan<br />

weet ik dat het Korps Mariniers het nog<br />

steeds waar maakt. Wij zijn een elitekorps<br />

en dat zijn we vanwege het ‘elite’ personeel<br />

op de werkvloer. Het zijn onze mensen die<br />

bepalen of ons bedrijf tot de elite behoort;<br />

het zijn onze mensen die bepalen of ons<br />

bedrijf zal blijven voortbestaan.<br />

Iedere marinier met een klein beetje realiteitszin<br />

weet overigens dat er nog steeds<br />

voldoende ruimte voor verbetering is als<br />

het om onszelf gaat. Tijdens uitzendingen<br />

en (internationale) oefeningen blijkt echter<br />

ook dat we het zo slecht nog niet doen. De<br />

kwaliteit van ons personeel werkt als een<br />

force multiplier. Ervaren personeel, breed<br />

gespecialiseerd, met de juiste mentaliteit<br />

(Esprit de Corps), dat, indien nodig, letterlijk<br />

en figuurlijk die extra mijl wil lopen ‘omdat<br />

het gewoon moet kloppen’. Met minder<br />

wordt geen genoegen genomen. Zo zijn we<br />

als marinier opgevoed en dat maken we<br />

nog steeds waar. Daarmee weten wij ons<br />

dus te onderscheiden.<br />

Met bovenstaande inleiding heb ik niet<br />

getracht het mariniersvuur in ons allen<br />

nog meer aan te wakkeren maar wil ik<br />

benadrukken dat het de kwaliteit van het<br />

personeel is dat ons maakt tot wat we zijn.<br />

Verkiest men bijvoorbeeld kwantiteit boven<br />

kwaliteit, dan lost dat op de korte termijn<br />

mogelijk problemen op maar zal op de<br />

langere termijn ‘de rekening gepresenteerd<br />

worden’. Het MOC moet natuurlijk ook<br />

met haar tijd mee, zodoende verandert er<br />

genoeg. Gelukkig weten we nog steeds de<br />

standaard te handhaven. Het MOC is de bakermat,<br />

vorming staat hoog op de agenda.<br />

Niet alleen voor de marinier 3 of de Potom<br />

cursist maar zeker ook voor de onderofficier<br />

in opleiding, de aanstaande korporaal van<br />

de mariniers. Velen van hen maken nog<br />

tientallen jaren deel uit van onze organisa-<br />

tie. U begrijpt wat dit voor verantwoording<br />

met zich meebrengt voor het kader van de<br />

VVO dat verantwoordelijk is voor het opleiden<br />

van de onderofficieren.<br />

In dit artikel wil ik u een ‘kijkje in de keuken’<br />

geven bij bureau VVO en u uitleggen hoe<br />

wij er in slagen up standard te blijven.<br />

Mochten de veranderingen van de afgelopen<br />

tijd aan uw aandacht ontsnapt zijn,<br />

dan bent u na het lezen van dit artikel in<br />

ieder geval weer redelijk op de hoogte.<br />

Allereerst kan ik u vertellen dat de VVO is<br />

verkort en in modules is opgesplitst. De CLS<br />

opleiding en de RTF opleiding (Troop Signaller)<br />

zijn al enige tijd verdwenen uit het<br />

leerplan. Dit zijn niet langer kwaliteiten die<br />

noodzakelijk worden geacht voor de korporaal.<br />

Natuurlijk wordt er van een korporaal,<br />

net zoals van alle manschappen en kaderleden<br />

binnen een operationele eenheid,<br />

verwacht dat hij kennis heeft van ZHKH en<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

105<br />

dat hij een radio kan bedienen. Derhalve<br />

komen dat soort lessen wel aan bod tijdens<br />

de VVO maar niet meer als volledige aparte<br />

opleiding (module). Wèl wordt er van een<br />

korporaal verwacht dat hij in het heetst<br />

van de strijd zijn geweergroepscommandant<br />

tactisch kan ondersteunen of zelfs de<br />

geweergroep kan overnemen. Het is dan<br />

ook niet wenselijk dat juist de korporaal<br />

degene is die bezig is met het verrichten<br />

van levensreddende handelingen waardoor<br />

zijn specifieke taak als 2IC tijdelijk komt te<br />

vervallen. Binnen elke geweergroep bevindt<br />

zich nu dan ook organiek een CLS opgeleide<br />

marinier.<br />

Maar met deze verkorting zijn we er nog<br />

niet. Het gedeelte van de VVO dat niet<br />

bij de gevechtsopleiding hoort, voorheen<br />

genoemd de ‘Oplooff’, is losgeweekt en<br />

wordt nu modulair elders belegd. Zo is de<br />

PSI geen vast onderdeel van de VVO meer.<br />

De PSI blijft echter een belangrijke module<br />

voor het verkrijgen van de tweede kras. De<br />

PSI valt nu binnen de opleiding tot Leidinggevend<br />

Marinier. De marinier kan zich gedurende<br />

zijn loopbaan als eersteklasser dus al<br />

ontwikkelen in de richting van de korporaal.<br />

Hij maakt daarmee een tussenstap die<br />

voorheen niet bestond. Uiteraard maakt<br />

niet iedere marinier daar kans op. Wanneer<br />

hij er aan toe is, gebeurt dit op voordracht<br />

van het kader. Bepalende factoren zijn: inzet,<br />

motivatie, zelfstandigheid, verantwoordelijkheid,<br />

fysieke en mentale geschiktheid<br />

en leidinggevende capaciteiten. Ook de<br />

Smvbo cursus Leiderschap & Communicatie<br />

behoort bij deze module, hetzelfde geldt


voor een twee weken durende inbreng van<br />

Instructeurs Begeleiding (K&I). Al met al<br />

duurt de opleiding Leidinggevend Marinier<br />

nu ongeveer tien weken. Voorheen maakten<br />

al deze modules onderdeel uit van de<br />

Oploof. Binnenkort worden de hiervoor<br />

genoemde modules samengevoegd en<br />

ondergebracht in de nieuwe opleiding<br />

Primaire Kader & (Schiet) Instructeuropleiding<br />

(PKSI).<br />

Een ander gedeelte van het lessenpakket<br />

dat voorheen in de Oplooff werd<br />

aangeboden is nu ondergebracht in het<br />

zogenaamde Takenboek. Vanaf dit voorjaar<br />

wordt dit specifieke lessenpakket in Doorn<br />

aangeboden en de ‘testen’ afgenomen<br />

door het (eigen) operationele kader, onder<br />

begeleiding van een takenboekcoördinator.<br />

De taken die moeten worden afgetekend<br />

zijn infanterie-exercitie, kaart & kompas,<br />

VBD en fysiek profiel. Voor meer informatie<br />

verwijs ik u naar de MOC intranetsite.<br />

Last but not least resteert natuurlijk de<br />

gevechtsopleiding. Alle modules zijn<br />

belangrijk, maar voor de aankomend junior<br />

leader is dit naar mijn mening toch wel de<br />

belangrijkste. De essentie van ons werk<br />

wordt in de periode ‘gevechtsopleiding’<br />

samengevat. Als men in het hoogste geweldspectrum<br />

kan optreden en het hoofd<br />

kan koel houden, dan kan men dat ook in<br />

lagere geweldsspectra. Bijvoorbeeld als er<br />

in plaats van het ‘gevecht’ opgetreden moet<br />

worden in de rol van hulpverlener, ordehandhaver<br />

of trainer/instructeur.<br />

De gevechtsopleiding is de enige module<br />

die daadwerkelijk wordt verzorgd door het<br />

VVO-kader en duurt achttien weken, waarvan<br />

men er acht in het veld zit (inclusief<br />

drie weekenden). De bivakken zijn: KaKo,<br />

Section Battle Drills, Patrouillegang, OVG en<br />

een eindoefening. Deze laatste periode van<br />

achttien weken vormt de VVO (Voortgezette<br />

Vak Opleiding). Alle modules bij elkaar<br />

vormen de onderofficiersopleiding.<br />

U bent nu weer helemaal op de hoogte van<br />

het laatste nieuws over de inhoud van de<br />

onderofficiersopleiding. Maar dat is niet<br />

het enige wat veranderd is ten opzichte van<br />

‘vroeger’. Een ander verschil is het aantal<br />

cursisten. In de gangen van het<br />

MOC gebouw hangen aan de muur alle<br />

VVO blokfoto’s vanaf het einde van de<br />

vorige eeuw. Eén foto springt er tussen uit<br />

en dat is de meest recente, de foto van blok<br />

2010-01. Daar treft men namelijk meer dan<br />

zestig (geslaagde) cursisten op aan.<br />

Dat aantal wordt op geen enkele foto geevenaard,<br />

nog niet bij benadering. Mogelijk<br />

zal dat wel gebeuren als de foto van VVO<br />

Blok 2010-02 wordt opgehangen. Deze VVO<br />

draait op het moment van schrijven nog en<br />

zal halverwege april dit jaar afgerond zijn.<br />

Op dit moment (maart) nemen er nog meer<br />

dan tachtig mariniers deel aan de opleiding.<br />

Dat zijn nog eens aantallen!! Zoals<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

106<br />

een ieder wel heeft gemerkt kampen we al<br />

langere tijd met een aanzienlijk tekort aan<br />

kader, vooral korporaals en sergeanten. In<br />

de slechtste periode stonden er zelfs ongeveer<br />

vierhonderd arbeidsplaatsen open in<br />

die laag van de onderofficiersgemeenschap.<br />

Op dat moment was de interesse van<br />

manschappen in de VVO overigens nihil.<br />

Er moest dus wat gaan veranderen. Door<br />

een knap stukje werving is het denkproces<br />

van de marinier eerste klas gelukkig in<br />

positieve zin veranderd ten aanzien van het<br />

korporaalschap. Dit resulteerde in een groot<br />

aantal aanmeldingen voor de korporaalsopleiding.<br />

Na het aannemen van extra (TTW)<br />

instructeurs bij bureau VVO zijn we aan<br />

de slag gegaan om het kadertekort bij het<br />

Korps Mariniers in te lopen, en met succes.<br />

Op dit moment is de inhaalslag nog in volle<br />

gang. Ook de in mei startende VVO bestaat<br />

uit een groep van ongeveer negentig<br />

mariniers. De kwaliteitsbewaking bij een<br />

zo grote groep is een regelrechte uitdaging.<br />

De contactperiode tussen VVO-instructeur<br />

en cursist is veel korter dan voorheen,<br />

daarbij is het aantal cursisten ook nog eens<br />

veel groter. Het risico dat men loopt, is dat<br />

een cursist die nog niet gereed is voor het<br />

korporaalschap, mogelijk door de mazen<br />

van het net glipt omdat hij op de juiste<br />

momenten (examens) weet te pieken of<br />

een toevalstreffer scoort.<br />

Anderzijds zou het kunnen dat een cursist<br />

met veel potentie niet voldoende begeleidt<br />

kan worden en derhalve de opleiding niet<br />

met succes weet af te ronden. Dat zijn<br />

echter calculated risks die, in de meeste<br />

gevallen opgevangen kunnen worden. Deze


mogelijke uitzonderingen wegen echter<br />

bij lange na niet op tegen de positieve<br />

spinn-off die de instroom van veel nieuwe<br />

kaderleden met zich meebrengt.<br />

Er wordt door de instructeurs intensief<br />

overlegd en genotuleerd gedurende de<br />

gehele opleiding om te voorkomen dat<br />

cursisten uit het oog worden verloren.<br />

Een mogelijke valkuil van deze grootschalige<br />

aanpak is dat de o zo noodzakelijke<br />

vorming erbij inschiet. Tot op heden loopt<br />

de vorming echter nog steeds als een rode<br />

draad door de gehele opleiding. De grootste<br />

slag voor wat betreft vorming moet al<br />

gemaakt zijn in de EVO. Toch blijkt gedurende<br />

de VVO dat sommige cursisten weer<br />

enigszins gereset moeten worden. Een negen<br />

tot vijf mentaliteit is soms, vooral in het<br />

begin van de opleiding, overheersend. Dan<br />

leeft bij sommigen het idee dat rechten<br />

profileren boven plichten. Interesses liggen<br />

tegenwoordig vaker buiten de poort dan<br />

dat vroeger het geval was. Dat hoort nou<br />

eenmaal bij deze tijd, maar het is belangrijk<br />

dat de tijdgeest de korpsgeest niet inhaalt.<br />

Hiermee wil ik u zeker niet de indruk geven<br />

dat de gemiddelde VVO-cursist ondermaats<br />

of met de verkeerde instelling aan de op-<br />

leiding begint. Mijn ervaring is juist dat het<br />

gemiddelde beginniveau hoger ligt dan dat<br />

ik verwachtte toen ik als instructeur bij de<br />

VVO begon, zowel voor wat betreft mentaliteit<br />

als basisvaardigheden. Na het doorlopen<br />

van alle modules, met als afsluiting de<br />

gevechtsopleiding is de cursist meer dan<br />

gereed voor zijn taak als opvolgend geweergroepscommandant.<br />

De korporaal van de<br />

mariniers is een onderofficier die besluiten<br />

kan nemen onder tijdsdruk, op basis van<br />

onvolledige informatie en zo nodig onder<br />

extreme omstandigheden.<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

107<br />

Op het gevechtsveld dat beheerst wordt<br />

door chaos, onzekerheid en frictie houdt<br />

dat in dat deze junior leader in fracties<br />

van seconden beslissingen moet kunnen<br />

nemen die het verschil maken tussen leven<br />

en dood. Om ‘te overleven’ moet hij zichzelf<br />

dan ook wel een logische denktrend onder<br />

stress eigen gemaakt hebben (actie intelligentie).<br />

Als goed leider dient hij naast deze<br />

hoge mate van taakgerichtheid ook oog te<br />

behouden voor de mensen die voor hem<br />

werken en aan hem toevertrouwd zijn.


Panzerfaust!” Een vijandelijk doel is gespot in de diepte. Een mari-<br />

nier komt met de Panzerfaust naar voren gesneld, klaar om het<br />

doel uit te schakelen. Een harde knal klinkt. De twee secties in het<br />

Platoon RV maken zich gereed om een linker omvatting te doen<br />

op de vijandelijke schietschijven. We bevinden ons met de Potom<br />

eindoefening in Wales, de Sennybridge Training Area (Senta) om<br />

precies te zijn.<br />

Door: KADBM S.M.A. van Grotel en KADBM D.J.A. de Jong.<br />

Foto’s: KPLMARNALG J. de Wolf<br />

De drieweekse eindoefening van de Potom begon op maandag<br />

21 februari in Wales, na eerder met een deel van de kersverse<br />

mariniers uit Rotterdam de oversteek naar het Verenigd Koninkrijk<br />

te hebben gemaakt. De eerste week bestond, voor de toen<br />

nog zeventien aspirant-officieren, uit de Live Fire Tactical Training<br />

2 (LFTT 2) waarbij platoon battle runs werden uitgevoerd in het<br />

heuvelachtige terrein van Wales. De week erna was de daadwerkelijke<br />

eindoefening, de tactische oefening Golden Crucible. De<br />

Praktische Opleiding Tot Officier der Mariniers<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

108<br />

laatste week werd doorgebracht op het Royal Marines Commando<br />

Training Centre (RM CTC) in Lympstone waar diverse commandotesten<br />

werden afgelegd, waaronder de 30 miler.<br />

LFTT 2<br />

De eerste dag werd voor de Potom weer even teruggeschakeld<br />

naar sectieniveau, om zo de mariniers uit Rotterdam te laten<br />

wennen aan de samenwerking met de Potom. Na het justeren van<br />

de wapens begint de eerste sectieaanval. De battle run wordt fel<br />

uitgevoerd en vanaf het eerste schot wordt er keihard gewerkt.<br />

Kuilen worden dekkingen, rivieren zijn gedekte naderingsmo-<br />

(Potom)


QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

109<br />

gelijkheden en de stalen schijven onze ergste vijand. Van de<br />

scherfgranaat en geplaatste bajonet wordt dankbaar gebruik<br />

gemaakt om tijdens de fighting through de vijand uit te schakelen.<br />

Nat, bezweet en helemaal rood gekleurd door de rode kleigrond<br />

ligt de geweergroep in dekking voor de reorganisatie, om alweer<br />

vuur uit te moeten brengen op het zojuist opgekomen doel in<br />

diepte.<br />

Na deze dag begon dan het echte pelotonswerk. Per dag werd er<br />

een andere schietbaan aangedaan met elk zijn mogelijkheden en<br />

beperkingen. Sommige banen hadden bijvoorbeeld hindernissen,<br />

andere hadden gepantserde doelen en bunkers. Voor de Potomcursisten<br />

was dit de eerste keer dat ze tijdens een hasty attack met<br />

de enablers van het Vuursteunpeloton mochten werken. Tijdens<br />

LFTT 2 werd de Potom ondersteund door een marksman- en 60<br />

mm mortierteam van 23-Infcie en een sectie Assault Engineers (AE).<br />

Voor de aspirant-officieren was dit uitdagend en ook zeer leerzaam.<br />

Het vraagt meer tactisch inzicht en command & control dan<br />

wanneer men alleen een organiek peloton heeft. De cursisten<br />

die een command appointment als pelotonscommandant hadden<br />

maakten dan ook dankbaar gebruik van de ondersteuning en de<br />

expertise van de specialisten.<br />

Twee keer werden er ‘s nachts offensieve operaties met scherp<br />

uitgevoerd. Eenmaal een nachtelijke hinderlaag en eenmaal een<br />

deliberate night attack. Niet alleen de nachtelijke aanvallen zelf,<br />

maar ook de routes naar het doel zorgden voor de nodige lessons<br />

learned. Het uitdagende terrein met de vele riviertjes, gully’s en<br />

zicht beperkt tot één meter vanwege het ontbrekende restlicht<br />

maakte de route naar het doel tot een uitdagende onderneming.<br />

Na vele, soms vermakelijke, glij- en valpartijen werd dan toch de<br />

locatie bereikt en kon de nachtelijke aanval beginnen.


Golden Crucible<br />

Zaterdag, na de veiligheidsbriefing, ontvingen de eerste aspirant-officieren<br />

hun command appointments. De Potom werd<br />

onderverdeeld in een compagnie bestaande uit een staf en drie<br />

pelotons. De ondersteuning bestond uit mariniers van 23-Infcie<br />

en een zojuist afgerond EVO-blok uit Rotterdam. Ook gedurende<br />

deze oefening werden de pelotons ondersteund door de enablers<br />

van het Vuursteunpeloton en een AE-sectie. Oefening Golden<br />

Crucible kende een counter insurgency (COIN) scenario waarbij er<br />

overdag framework operations werden uitgevoerd. ’s Nacht vonden<br />

er voornamelijk kinetische operaties plaats, gericht tegen de<br />

insurgents.<br />

Op zondag verplaatsten de drie pelotons zich naar hun patrol<br />

bases (PB) in het gebied. Verschillende boerderijen werden ingenomen<br />

en vanuit daar werd er gepatrouilleerd in het gebied om<br />

de situational awareness (SA) en situational understanding (SU) te vergroten.<br />

Al snel werden de eerste contacten gelegd met de lokale<br />

bevolking en voerden de insurgents acties uit tegen de patrouilles<br />

en PB’s. Na last light voerden de drie pelotons verschillende offensieve<br />

operaties uit waarbij verschillende insurgent elementen<br />

werden uitgeschakeld.<br />

Na enkele dagen kwamen de pelotons als compagnie bijeen in<br />

het dorp Cilieni Vilage. Elk peloton betrok een Platoon House en<br />

had zijn eigen area of responsibility (AOR) in het dorp. Gedurende<br />

de framework patrols werd regelmatig contact gelegd met de lokale<br />

bevolking. De pelotons moesten snel kunnen schakelen van een<br />

laag naar hoog geweldsspectrum, want de dreiging van insur-<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

110<br />

gents was alom aanwezig. Voor het verbeteren van de contacten<br />

met de lokale bevolking werden er regelmatig key leader engagements<br />

(KLE) uitgevoerd door de OCC en CSM van de compagnie.<br />

Op compagniesniveau vervulden de aspirant-officieren de func-


ties van CSM en opvolgend compagnies commandant (OCC). Dit<br />

gaf de cursisten een stuk extra bewustwording over de coördinatie<br />

en informatiestromen tussen de pelotons en de compagniesstaf,<br />

wat voorheen minder duidelijk was. Dit omdat er soms situaties<br />

voorkwamen die op hoger niveau gecoördineerd moesten<br />

orden. Bij een IED-strike was de aansturing vanuit de compagniesstaf<br />

belangrijk omdat door deze onvoorziene situatie de pelotons<br />

door elkaars AOR moesten bewegen.<br />

De dreiging van pressure plate improvised explosive devices (PP IEDs)<br />

was gedurende de hele oefening Golden Crucible aanwezig en<br />

dit resulteerde enkele malen in een ‘find’ dan wel ‘strike’. Bij deze<br />

scenario’s werd het belang van ondersteuning door AE goed duidelijk.<br />

Ook bij het doorzoeken en zuiveren van verdachte huizen<br />

kwamen de AE in actie, wat het plaatje compleet maakte.<br />

Op woensdag vond een compagniesactie plaats waarbij ieder<br />

peloton een huis moest zuiveren binnen zijn AOR. Bij first light<br />

vielen de pelotons de huizen binnen, waarna al gauw een fel<br />

uurgevecht ontstond. Deze acties waren succesvol en hadden<br />

tot gevolg dat Cilieni Village vrij van insurgents was. Intell gaf<br />

vervolgens aan dat een laatste groep insurgents zich ophield in<br />

het dorp Village One. De daarop volgende compagniesaanval was<br />

tevens de eindaanval van oefening Golden Crucible. Eén peloton<br />

moest twee bospercelen in de omgeving van Village One zuiveren<br />

middels fighting in woods and forest (Fiwaf). Vervolgens voerde<br />

de rest van de compagnie een forward passage of lines (FPOL) uit<br />

en startte de daadwerkelijke aanval op het dorp. Na twee uur<br />

van hevige gevechten werden omstreeks 10.20 uur op vrijdag de<br />

bevrijdende woorden ‘Endex Endex Endex’ geroepen, wat het einde<br />

van de oefening Golden Crucible betekende.<br />

Commando Training Centre (CTC)<br />

De laatste week van de eindoefening werd doorgebracht op het<br />

CTC. De Potom-cursisten legden deze week de verschillende<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

111<br />

fysieke testen af die de Royal Marines (RM) moeten halen voor<br />

hun groene baret. De eerste twee dagen werden de aspirantofficieren<br />

door de RM sportinstructeurs over de Tarzan en Assault<br />

Course gejaagd. Dinsdagmiddag volgde de Endurance Course. Een<br />

zware hindernisbaan bestaande uit diverse waterhindernissen<br />

en tunnels in de bossen van Woodburry Common. Woensdag<br />

was de ´rustdag´ en werd de Potom een dag geëntertaind door<br />

de ML´ers van het CTC; een standdag in de quarry Fogging Tor<br />

waarbij werd afgedaald en geklommen.<br />

Deze week werd afgesloten met de 30 miler in het uitdagende terrein<br />

van Dartmoor. In twee dagen werd de bijna vijftig kilometer<br />

met volledige derde lijn afgelegd. Onder begeleiding van Schotse<br />

doedelzakspelers liepen de zestien aspirant-officieren het laatste<br />

bruggetje over om daar de felicitaties in ontvangst te nemen van<br />

het Potom kader. De Potom zat er op!


Snipertraining<br />

Door: ELNTMARNS M. Brouwer, PC 14/24 Verkpel<br />

en SMJRMARNALG D. Neelen, HI Sniperopl. MOC<br />

Foto’s: Cees Baardman<br />

Duitsland<br />

Een niet veel voorkomende situatie ontstond<br />

in het laatste kwartaal van 2010. Ongewenst,<br />

omdat er vanwege een tekort aan<br />

Barrett munitie een opleiding niet door kon<br />

gaan, gewenst omdat er een trainingsmogelijkheid<br />

ontstond. Vanwege het cancellen<br />

van één van de twee opleidingen, waren de<br />

faciliteiten en randvoorwaarden beschikbaar<br />

om de snipers van het MOC en MTC samen<br />

te laten trainen. Op vrij korte termijn<br />

is in samenspraak met MOC bureau sniper<br />

een twee weken durende training opgezet.<br />

Een situatie die te weinig voorkomt helaas,<br />

maar wel zijn vruchten heeft afgeworpen.<br />

Zo had de opleider de mogelijkheid om te zien wat de status is van de snipers welke ze<br />

eerder heeft opgeleid. En vice versa werden<br />

de opgeleide snipers weer geconfronteerd<br />

met de procedures zoals ze aangeleerd<br />

worden. Munitie, wapens en optieken hadden<br />

de snipers zelf bij zich, de schietbaan-<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

112<br />

organisatie, veiligheid, accommodatie en<br />

aanverwante zaken werden geleverd vanuit<br />

het MOC. Gezien het overvolle programma<br />

van het instructieteam van MOC zal dit<br />

slechts op onregelmatige basis en zelden in<br />

het programma terugkeren. Het is absoluut


van belang daar waar de mogelijkheid zich<br />

aandient om deze trainingen vaker te laten<br />

terugkeren. Eventueel aangevuld met het<br />

trainen van de designated marksman van de<br />

vuursteunpelotons.<br />

De training is opgezet in nauwe samenspraak<br />

met de scout snipers (scout staat<br />

voor het uitvoeren van verschillende<br />

verkenningstaken) van de verkenningspelotons<br />

en de instructiegroep sniper (MOC).<br />

Een logische opbouw binnen bepaalde tijd<br />

moest er toe leiden dat de gestelde doelstellingen<br />

werden behaald. In de operatieorder<br />

van het Verkenningspeloton was door<br />

de PC het volgende bepaald: The end state I<br />

want to achieve is that all (combined) sniper<br />

teams are proficient with sniper skills and<br />

drills at level 1 (pair).<br />

Mede door de instroom van enkele nieuwe<br />

marinier snipers, de komst van nieuwe sec-<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

113<br />

tionleaders en de recente uitzendingen was<br />

het nodig om te starten op het laagste niveau.<br />

Ook waren de wapens en bijbehorende<br />

optieken, na de verschillende rotaties in<br />

Uruzgan, intern het MTC opnieuw verdeeld.<br />

Behalve de schiettechnische meerwaarde<br />

heeft een moment als deze training tevens<br />

als voordeel dat alle organieke snipers voor<br />

bepaalde tijd bij elkaar zijn. De praktijk leert<br />

dat zij veelal ondersteuning leveren tijdens<br />

eenheidstrainingen maar slechts zelden<br />

organiek kunnen optreden.<br />

Het schietprogramma begon zoals gebruikelijk<br />

met het justeren van de wapens. Aansluitend<br />

volgde het verzamelen van data bij<br />

diverse afstanden, met en zonder demper.<br />

Tevens werd de aanvangssnelheid (V0)<br />

gemeten om de toestand van de loop te bepalen.<br />

De methode en nauwkeurigheid van<br />

het wapenonderhoud had op deze waarde<br />

een grote invloed. Na de benodigde data<br />

te hebben verzameld werd begonnen met<br />

het vuren op onbekende afstanden (UKDshoots).<br />

Hierbij komt het aan op de juiste<br />

schutter-observer dialoog, het gebruik van<br />

de juiste volgorde, en het correct bepalen<br />

van de afstand. Het gebruikmaken van de<br />

diverse middelen om afstanden te bepalen,<br />

het maken van een schets en het coderen<br />

van de targets is de basisvoorbereiding voor<br />

het juist uitvoeren van de UKD-shoot. Dit<br />

werd beoefend op diverse afstanden (tot<br />

1000 meter). Ook werd er ruim aandacht


esteed aan optreden in en vanuit een<br />

urban setting. Hoe een OP (Observation<br />

Post) of een FFP(Final Firing Position) in een<br />

woning in te richten, hoe te camoufleren,<br />

wat zijn je dekkingen en ontsnappingsroutes,<br />

welke methoden gebruiken we om een<br />

gebouw te clearen of juist niet, enzovoort.<br />

Aansluitend volgden de schietseries met<br />

alternatieve schiethoudingen vanuit een<br />

huis, waarbij ook aandacht werd besteed<br />

aan de methoden en berekeningen voor<br />

de loop-hole shoot. Dit is het schieten door<br />

een al bestaande of zelf gecreëerde kleine<br />

opening. De schutter ligt op een dusdanige<br />

afstand van deze opening dat hij de afstand<br />

tot de opening door middel van een ingewikkelde<br />

formule zal moeten berekenen<br />

zodat zijn projectiel exact door de kleine<br />

opening gaat zonder de zijkanten van de<br />

opening te raken. Deze methode geeft de<br />

schutter zeer veel zicht en vuurdekking.<br />

De voorgaande series werden allen uitgevoerd<br />

met de Accuracy. De Barretts van het<br />

Verkenningspeloton waren namelijk nog<br />

in onderhoud en ook de munitie was niet<br />

beschikbaar. Door het MOC werden een<br />

aantal Barretts en munitie beschikbaar<br />

gesteld om toch te kunnen trainen met dit<br />

wapensysteem. Er werden onder andere<br />

‘gecoördineerde schoten’ en sectievuur drills<br />

uitgevoerd.<br />

Afgewisseld met de schietseries werden<br />

er nevenactiviteiten ontplooid. De eerste<br />

twee dagen lag de focus op sign awareness<br />

van de scout sniperteams. Hierbij worden<br />

de sniperteams attent gemaakt op de<br />

verschillende sporen die de vijand maar ook<br />

die ze als team zelf achterlaten. Hiervoor<br />

was een kleine instructiegroep van het KC<br />

MOX meegereisd. Dit soort training is reeds<br />

in de vorige QPO beschreven, daar ga ik nu<br />

verder niet op in. Daarnaast waren er lessen<br />

en oefeningen in onderhoudsmethodiek,<br />

camouflage, ballistiek en sniper employ-<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

114<br />

ment, voldoende om zowel het dag- als het<br />

avondprogramma te vullen.<br />

Er is aan de hand van deze training een<br />

actielijst opgesteld met zeventien actie-


punten. Hierbij valt te denken aan aanschaf<br />

van middelen, verbeteren van wapensystemen<br />

en het onder de aandacht brengen<br />

van de capaciteiten van de snipers binnen<br />

de bataljons. Dit laatste punt is naar mijn<br />

mening één van de meest belangrijke<br />

op dit moment. Binnen ons operationele<br />

concept is de inzet van snipers nog redelijk<br />

prematuur. Voor mij, als één van de sniper<br />

employment officers, is een schone taak<br />

weggelegd om de capaciteiten, beperkingen<br />

en de rol van snipers meer onder de<br />

aandacht te brengen. Onbekend is tenslotte<br />

vaak onbemind.<br />

Scout snipers zijn binnen het MTC alleen<br />

belegd bij de verkenningspelotons. Alleen<br />

deze eenheden beschikken over de benodigde<br />

middelen. In principe worden snipers<br />

ingezet en aangestuurd door de PC van<br />

het verkenningspeloton, S2 en S3. Tot op<br />

bepaalde hoogte zijn ze self supporting,<br />

zelfstandig, eventueel beveiligd door recceteams<br />

en in staat doelen uit te schakelen<br />

of te ontregelen tot op grote afstanden.<br />

De opdracht bestaat onder andere uit het<br />

uitschakelen van geselecteerde doelen en/<br />

of gelegenheidsdoelen, vergaren van informatie<br />

of een combinatie hiervan.<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

115<br />

Uitreiking Diploma<br />

Trainer-coach NBB<br />

Tijdens de studiedag sportinstructeurs op<br />

21 oktober 2010 heeft de voorzitter van<br />

de commissie opleidingen van de Nederlandse<br />

Boksbond, René Braad, het diploma<br />

trainer-coach uitgereikt aan smjrmarnalg<br />

P.K.A de Oude.<br />

Na het behalen van het diploma NBB<br />

Bokstrainer in 2008 is smjrmarnalg De<br />

Oude direct geplaatst als Senior Instructor<br />

op FT&S te Rotterdam, waar sindsdien het<br />

boksen weer terug gebracht is in de EVO.<br />

Omdat het behalen van het trainer-coach<br />

diploma meer inhoudt dan alleen het<br />

geven van diversen bokslessen blijkt uit<br />

de duur van het te volgen traject: achttien<br />

maanden. Het begeleiden van een<br />

wedstrijdbokser in de competitie, het<br />

organiseren van een evenement(en) en het<br />

schrijven van een periodiseringplan zijn<br />

een belangrijk onderdeel van de opleiding<br />

geweest.<br />

Door het organiseren van bokspartijen tijdens<br />

de Korpsvieringen in de Van Ghentkazerne,<br />

hebben al velen kunnen ervaren,<br />

dat de bokssport binnen het Korps nog<br />

steeds leeft en met veel enthousiasme<br />

wordt ontvangen. Door het behalen van<br />

dit diploma mag FT&S zelfstandig, zonder<br />

instructeurs van de Nederlandse Boksbond,<br />

gaan opleiden en coachen.<br />

Door zijn kennis en enthousiasme is<br />

smjrmarnalg de Oude ook opgevallen<br />

bij de Nederlandse Boksbond en opgenomen<br />

binnen de commissie opleidingen.<br />

Samen met collega trainer-coaches volgt<br />

hij bij de Academie voor Sportkader (ASK)<br />

te Papendal de opleiding PVB 1 (Proeven<br />

van Bekwaamheid) beoordelaar waarbij<br />

na certificering, de FT&S organisatie een<br />

gecertificeerde PVB beoordelaar rijker is.<br />

1 De NBB is na voltooiing de eerste Nederlandse bond die<br />

gecertificeerde PVB beoordeelaars gebruikt bij het afnemen<br />

van PVB’s binnen de opleidingen van de NBB.


Eindoefening<br />

Operatie<br />

VVO 10-02:<br />

Pheasant<br />

Door: MARN1ALG J.G.J. Ham<br />

Foto’s: Cees Baardman en VVO-kader<br />

Zondagavond 3 april om 21.00 uur verzamelen 78 mariniers zich in de Johan de<br />

Witt-zaal op de Van Ghentkazerne te Rotterdam. De eindoefening van VVO 10-02<br />

gaat beginnen en start met de Opord van Operatie Pheasant, gegeven door sergeant<br />

Langenberg. Samenvattend kan ik stellen dat het scenario van de eindoefening zich<br />

zal afspelen in de omgeving van Brabant en Limburg met uiteraard verschillende<br />

soorten verplaatsingen. In deze regio’s bevinden zich drie TAI’s (Target Area of Inte-<br />

rest) die onder controle gebracht of ingenomen dienen te worden.<br />

In de week voor de eindoefening is er<br />

reeds een indeling gemaakt van twee pelotons<br />

en de bijbehorende functies hierin<br />

die gedurende de gehele eindoefening<br />

zullen rouleren. Hiervoor zijn de verschillende<br />

klassen binnen de VVO (A t/m F)<br />

compleet door elkaar geschud en wordt<br />

de Opord ook duidelijk gericht aan de aan-<br />

gestelde PC’s, OPC’s en zijn IC’s, die dus<br />

ook vooraan in de zaal plaatsnemen. Na<br />

de Opord en een vragenrondje beginnen<br />

we om 23.00 uur met de voorbereidingen<br />

voor de eindoefening. Deze bestaan uit<br />

het verdelen van de diverse wapens en de<br />

groepsuitrusting, het beladen van trucks<br />

en het ophalen van de voeding voor 72<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

116<br />

uur selfsupporting. De voorbereidingen zijn<br />

rond 02.00 uur afgerond waarna iedereen<br />

nog even kan rusten tot 06.30 uur, namelijk<br />

aanvang ontbijt.<br />

Na een korte nachtrust en het ontbijt staat<br />

een ieder op maandagochtend 08.00 uur<br />

met zijn uitrusting, klaar voor vertrek,


op het exercitieterrein. Na een laatste<br />

(motiverende) toespraak van kaptmarns<br />

Hellendoorn (Hoofd Opleidingseenheid<br />

VVO), verplaatsen wij ons naar de Maas<br />

aan de achterzijde van de Vgkaz. Hier<br />

embarkeren we in een LCU die ons naar<br />

de Biesbosch brengt. Op de LCU kan er<br />

nog wat gerust worden en de PC’s en IC’s<br />

bereiden wat zaken voor wanneer wij<br />

aan land zullen gaan. Om circa 13.00 uur<br />

vaart de LCU het gebied in waar wij per<br />

peloton PH’s zullen inrichten. Voor 2-pel<br />

vinden de eerste missies direct die avond<br />

plaats. Het doel is de Vaarschool in de omgeving<br />

van de Biesbosch, TAI 1. Het doel<br />

dient eerst geobserveerd te worden door<br />

drie OP’s om op deze wijze informatie te<br />

kunnen verzamelen over vijand en terrein<br />

voor een Voorbereide Aanval.<br />

Nadat de IC’s van 2-pel hun secties hebben<br />

gebrieft, worden de drie OP-teams met<br />

LCRM’s en bij duisternis tactisch afgezet.<br />

De OP-teams hebben ongeveer twintig uur<br />

geobserveerd en hun bevindingen door<br />

tactisch radioverkeer kunnen bekendmaken<br />

aan de PC van 2-pel. Aan de hand van<br />

deze gegevens maakt de PC een order, voor<br />

een Voorbereide Aanval, op de Vaarschool,<br />

en brieft deze order aan de PC van 1-pel<br />

en zijn peloton op dinsdagavond. 1-Pel zal<br />

de aanval namelijk uitvoeren. Om 23.00<br />

uur embarkeren wij weer aan boord van<br />

de LCU om richting het doel te varen.<br />

Onderweg stapt het manoeuvre-element<br />

over op de LCRM’s en het vuursteunelement<br />

(3 x MAG) ligt op de klep van LCU.<br />

Om exact 00.00 uur is het H-Hour en landt<br />

het manoeuvre-element op het strandje<br />

van de Vaarschool. Doordat er agressief<br />

en snel wordt gehandeld is het doel rap<br />

genomen.<br />

Na de consolidatie worden de functies<br />

PC’s, IC’s, et cetera gewisseld en krijgen<br />

andere mariniers de leiding. Na wat<br />

onderling wisselen van diverse uitrusting,<br />

vanwege de functiewisselingen, is het<br />

ASAP instijgen in de Walibi’s en verplaatsen<br />

naar Ossendrecht. In deze omgeving<br />

is er namelijk een piloot gecrasht en hij<br />

dient uiteraard gevonden te worden.<br />

In Ossendrecht worden er wederom per<br />

peloton PH’s betrokken en gaan er diverse<br />

verkenningspatrouilles uit om de piloot te<br />

vinden. Tevens komt er via de verkenningen<br />

informatie binnen dat er zich in het<br />

gebied een RAT-line (Resupply And Transition)<br />

van de vijand bevindt. Zodoende dient<br />

deze RAT-line geobserveerd te worden<br />

door kleine teams uit het peloton en<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

117<br />

dienen zij een geschikte locatie voor een<br />

hinderlaag te vinden. De PC’s bereiden<br />

hun order voor om tweemaal een pelotonshinderlaag<br />

uit te voeren. Deze orders<br />

worden donderdag vroeg in de ochtend gegeven<br />

aan de pelotons. Hierna betrekken<br />

de twee pelotons rond 05.00 uur ieder een<br />

eigen hinderlaagpositie. De hinderlagen<br />

worden scherpgesteld en een aantal uren<br />

later worden beide hinderlagen agressief<br />

gesprongen op een vijandelijke truck.<br />

Donderdagmiddag wordt pelotonsgewijs<br />

gemarst van Ossendrecht naar de Rucphense<br />

Heide. De pelotons lopen niet als<br />

geheel, maar per geweergroep en staf. De<br />

pelotons komen weer samen op de Rucphense<br />

Heide middels een RV-linkup. Donderdagnacht<br />

worden er twee PH’s betrokken<br />

door de pelotons en gaan er vrijwel<br />

direct drie verkenningen per peloton uit.<br />

Deze verkenningen moeten informatie<br />

verzamelen over mogelijke aanwezigheid


van vijand in het gebied, het verkennen<br />

en het uitzetten van een startlijn/LD (Line<br />

of Departure). Dit ter voorbereiding om<br />

per peloton een Advance to Contact uit te<br />

voeren op vrijdagochtend.<br />

Vrijdagochtend om 10.00 uur staan beide<br />

pelotons aangetreden op een locatie op<br />

de Rucphense Heide en verplaatsen zich<br />

richting de FEBA (Front Edge of Battlefield<br />

Area). Voor de FEBA briefen de IC’s de<br />

secties over de Advance to Contact waarna<br />

we richting de startlijn/LD verplaatsen.<br />

De uitvoering is als volgt gepland: 1-pel<br />

en 2-pel verplaatsen zich simultaan op<br />

dezelfde hoogte voorwaarts, door middel<br />

van tweemaal een 2UP-formatie. Afhankelijk<br />

waar de vijand zich bevindt, wordt<br />

door de PC’s bepaald welk peloton de aanval<br />

zal inzetten. In totaal worden er twee<br />

aanvallen per peloton uitgevoerd; een geweergroepsaanval<br />

en een pelotonsaanval.<br />

Na de Advance to Contact betrekken beide<br />

pelotons een Hasty Harbour om wat te eten<br />

en te rusten. Om 18.00 uur verplaatsen de<br />

pelotons per Walibi naar TAI 2, Oirschot.<br />

Nadat er wederom door de pelotons PH’s<br />

zijn betrokken dienen deze nacht twee<br />

verkenningen uitgevoerd te worden. Een<br />

verkenning voor een Contact Agent die<br />

waarschijnlijk informatie heeft over de vijand<br />

en een verkenning op een vijandelijke<br />

zendmast. Zaterdagochtend na First Light<br />

worden de PH’s correct ingegraven en afgecamoufleerd<br />

om uit het zicht te blijven<br />

van vijand en burgers. Zaterdag overdag<br />

staat in het teken van verkenningen op de<br />

vijandelijke zendmast en een verkenning<br />

naar een cache waarin spullen zitten om<br />

de vijandelijke zendmast te vernietigen.<br />

Het vernietigen van deze zendmast zal<br />

uiteindelijk plaatsvinden bij het verlaten<br />

van het gebied.<br />

Zondagochtend 06.00 uur worden de<br />

Warning Orders uitgegeven aan vier mariniers<br />

die nog het examen ‘Patrouillegang’<br />

dienen te voltooien. Na de Warning Orders<br />

worden de voorbereidingen uitgevoerd<br />

voor de patrouilles; de maquettes worden<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

118<br />

gemaakt in de PH en de IC’s bereiden hun<br />

order voor. Om 11.00 uur gaan de patrouilles/examens<br />

op pad. Uiteindelijk hebben<br />

drie van de vier mariniers het examen<br />

alsnog gehaald. De gezakte marinier kan<br />

ASAP zijn spullen pakken en de PH én<br />

tevens de eindoefening direct verlaten.<br />

Zondagmiddag komt de radio-order binnen<br />

om medische assistentie te verlenen<br />

aan burgers die gemolesteerd zijn door de<br />

vijand. Er dient snel gehandeld te worden.<br />

De medische assistentie bestaat uit leden<br />

van 1- en 2-pel die gezamenlijk, middels<br />

een link-up, de opdracht dienen uit te voeren.<br />

Beide pelotons handelen goed en snel


waardoor de gewonde burgers de hulp<br />

krijgen die zij nodig hebben.<br />

Op maandag 00.30 uur komt over de<br />

radio de Fragorder binnen dat wij de PH’s<br />

dienen te verlaten en ons vier kilometer<br />

te verplaatsen richting een riviertje net<br />

buiten Oirschot. Direct wordt iedereen<br />

aan het werk gezet om de putten dicht te<br />

gooien en alles in te pakken. Na een korte<br />

verplaatsing komen we om 02.45 uur aan<br />

op de locatie waar LCR’s klaarliggen om<br />

een tactische verplaatsing van vijf kilometer<br />

over water uit te voeren. Nadat de PC’s<br />

de LCR’s hebben ingedeeld qua personeel<br />

en de 3 e lijn werd gescheiden van de 2 e<br />

lijn, was het ASAP peddelen. Na circa vijf<br />

kilometer worden we opgewacht door de<br />

kaderleden. Hier is het boot aftuigen en<br />

gereed maken voor een mars van twintig<br />

kilometer met 2 e lijn.<br />

Na twintig kilometer komen we aan op<br />

een locatie waar wij de mogelijkheid<br />

krijgen om snel iets warm te eten en te<br />

drinken, want twintig minuten later<br />

dienen wij wederom twintig kilometer te<br />

marsen naar Budel, TAI 3. Het verschil is<br />

alleen dat deze twintig kilometer met de<br />

3 e lijn plaatsvindt.<br />

Een ieder heeft deze mars als zwaar<br />

ervaren. Dit was voor velen het moment<br />

waar de overkill werd bereikt, waar<br />

sergent-majoor Garcia Moreno over sprak<br />

de zondagavond bij aanvang van deze<br />

eindoefening. Gedurende deze mars wordt<br />

er goed op elkaar gelet (buddy-buddy), er<br />

wordt gerust op de momenten wanneer<br />

dit nodig is (in plaats van één uur lopen,<br />

tien minuten rust) en het gehanteerde<br />

tempo kan iedereen bijhouden. We zullen<br />

met zijn allen deze mars voltooien!<br />

Aan het einde van de maandagmiddag,<br />

vlak voor de Nassau-Dietz Kazerne te Budel,<br />

worden de pelotons opgewacht door<br />

een kaderlid. We hebben allemaal het vermoeden<br />

dat het kaderlid ons een locatie<br />

zal toewijzen waar wij een Hasty Harbour<br />

moeten betrekken om ons voor te bereiden<br />

op de eindaanval. Op de weg voor de<br />

kazerne moeten wij halt houden, opsluiten<br />

en afhangen voor een praatje van het<br />

kaderlid waarbij hij ons<br />

vertelt dat er onlangs een<br />

grote brand heeft plaatsgevonden<br />

op het oefenterrein<br />

Budel-Weert en dat<br />

Code Rood is afgegeven:<br />

“niet roken, niet koken en<br />

niet vuren met wapens op<br />

het oefenterrein”. We krij-<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

119<br />

gen net voor de kazerne, bij een afspuitplaats<br />

voor voertuigen, de mogelijkheid<br />

om te koken, op te toppen en om te roken<br />

voor diegene die daar behoefte aan heeft.<br />

Hierna zullen we een Hard Routine moeten<br />

betrekken en afwachten op wat er komen<br />

gaat voor de waarschijnlijk laatste uren<br />

van deze eindoefening.<br />

Na dit praatje was het omhangen en<br />

verplaatsen richting de afspuitplaats. Na<br />

enkele meters dienen wij weer halt te<br />

houden en op te sluiten en krijgen wij te<br />

horen: “Lees voor kip, konijn. Dit was jullie<br />

eindoefening. Endex Operatie Pheasant!”<br />

Velen geloofden hun oren niet en na<br />

hereniging van beide pelotons volgen de<br />

felicitaties aan elkaar. Op de afspuitplaats<br />

staat ook een ziekenauto met medisch personeel<br />

voor diegene die dat nodig heeft,<br />

hoofdzakelijk pijntjes aan de voeten.<br />

De ‘Groene Module’, cq. Gevechtsopleiding<br />

van de VVO startte op 6 december<br />

2010 op de Vgkaz te Rotterdam met 94<br />

mariniers. Na diverse bivakken waar examens<br />

aan verbonden waren voor hoofdzakelijk<br />

Section Battle Drills en Patrouillegang,<br />

hebben uiteindelijk 75 mariniers<br />

de Groene Module met de bijbehorende<br />

eindoefening mogen voltooien. Na het<br />

voltooien of reeds voltooid hebben van de<br />

PSI (Praktische Schiet Instructie) en het<br />

Takenboek, is men klaar om als korporaal<br />

van de mariniers te functioneren binnen<br />

de diverse takken van het Korps.


Opleidingscentrum Amfibisch<br />

Commandant: LKOLMARNS M.J. Posthumus<br />

Eerste Officier: MAJMARNS R. Schepel<br />

Chef d’Equipage: AOOMARNALG M.J. van Daalen<br />

Inleiding Commandant<br />

Dat het OC Amfib in beweging is wordt duidelijk als men in de<br />

haven van de Joost Dourleinkazerne kijkt. Als laatste der Mohikanen<br />

ligt er nog één oude LCVP MK 2. Voor de rest is de gehele<br />

vloot van MK2’s en MK3’s vervangen door de nieuwe LCVP MK5c.<br />

Met dit nieuwe vaartuig is inmiddels de nodige ervaring opgedaan.<br />

Overigens niet alleen bij het OC Amfib maar ook bij 1- en<br />

2-Btcie. Behalve de nieuwe LCVP’s is inmiddels ook de pre-serie<br />

van de Frisc een regelmatige gast in de haven. Personeel van het<br />

OC Amfib is, in samenwerking met personeel van de DVS en van<br />

het AGB bezig met het testen en evalueren van dit vaartuig om<br />

uiteindelijk een goede invoer medio dit jaar mogelijk te maken.<br />

De activiteiten van het OC Amfib beperken zich niet alleen tot de<br />

omgeving Texel, de Waddenzee en het IJsselmeer. In november<br />

2010 heeft het kenniscentrum rivieroperaties een belangrijke<br />

bijdrage geleverd aan de oefening Emerald Move 2010 in Senegal.<br />

Onder leiding van dit kenniscentrum zijn zowel Senegalese<br />

eenheden als ook eenheden van de Luchtmobiele Brigade en van<br />

het Korps Mariniers onderwezen in het optreden op rivieren. In<br />

een gezamenlijke inspanning met 1-Btcie was het voor het eerst<br />

dat het kenniscentrum heeft opgetreden in een internationale<br />

oefening.<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

120<br />

Voor wat betreft het opleiden staat het programma vol met<br />

activiteiten. Veel energie wordt gestoken in het inlopen van de<br />

opleidingsachterstand bij voornamelijk LC3’s en LC2’s. Personeel<br />

met deze kwalificaties is met de invoer van de Frisc hard benodigd.<br />

Dat daarbij kwaliteitsborging voorop staat wordt uitgelegd<br />

in het artikel ‘More speed, more brains’ van majmarns Schepel.<br />

Daarnaast wordt steun verleend aan het MOC bij de amfibische<br />

onderdelen van zowel de EVO, VVO en Potom en aan diverse andere<br />

opleidingstrajecten zoals loopbaanlint, Smvbo, snuffelstages<br />

et cetera.<br />

Bij de uitvoering van al deze activiteiten wordt veel inzet en flexibiliteit<br />

van het OC Amfib verwacht. Gezien de huidige situatie<br />

veranderen gemaakte plannen nog wel eens. Alleen met de juiste<br />

mindset en (dat mag niet onvermeld blijven) de steun van zowel<br />

1- als ook 2-Btcie kan daarop worden ingespeeld. Met de invoer<br />

van het nieuwe materieel, het voorbereiden op de komst van<br />

nieuwe vaartuigen, het ontwikkelen en aanpassen van de diverse<br />

opleidingen, het leveren van steun wanneer dat wordt gevraagd<br />

en het regelmatig aanpassen van plannen kent het OC Amfib<br />

geen dull moments. Het doet mij dan ook genoegen om te zien dat<br />

er hard wordt gewerkt aan het behalen van de gestelde doelen.


LC1 opleiding<br />

bij Royal Marines, Poole UK<br />

“Welcome to 1 AGRM and 10 (LC) Training Squadron, your landing craft<br />

course”<br />

Op 9 januari ben ik (tijdelijk) sgtmarnalg Menno Hoogenbosch<br />

samen met sgtmarnalg Max Mateboer naar Poole, Engeland,<br />

afgereisd om de LC1 UK opleiding te volgen.<br />

De eerste dag begon gelijk goed. Praatje, inleiding over de LC1<br />

opleiding, conditieproef en intaketest. De conditieproef is even<br />

wat anders dan onze DCP. Hier is het meer militair georiënteerd,<br />

alle sportlessen zijn in PT-tenue. Haalde je met de intaketest minder<br />

dan 70% dan mocht je naar huis, RTU (Return To Unit). Nadat<br />

de sporttest en intaketest met goed resultaat waren afgelegd zijn<br />

we ingerouleerd. Daarna moesten we de ROR- (Rules Of the Road)<br />

test afleggen, zeg maar ‘de wegenverkeerswet’ van het water; 90%<br />

score is de ondergrens...<br />

De opleiding wordt gevolgd door zes man. Twee Nederlanders<br />

en vier Engelse Royal Marines onderofficieren. Dit in het kader<br />

van het UK/NL verband en het feit dat de LC branche ook hier tot<br />

stand is gekomen. Een nauwe samenwerking die bij ons als LC’s,<br />

nog steeds ‘QPO’ veelvuldig plaatsvindt.<br />

LC2 opleiding<br />

Door: KPLMARNALG Ronald van den Hoven en<br />

KPLMARNALG Mickel Metekohy<br />

Zondag 9 januari rijden we na een reis van zeven uur eindelijk<br />

Poole binnen, nadat het navigatiesysteem ons ongevraagd alle<br />

uithoeken van Poole heeft laten zien. Bij de kazerne aangekomen<br />

wordt er door de wacht nog even aangegeven dat ons stuur aan<br />

de verkeerde kant zit. Een grap die wij nog wel een paar keer<br />

gaan horen de komende tijd. Nadat we onze course instructor<br />

sgtmarnalg Iwan Poel hebben opgebeld komt hij ons even opzoeken<br />

op top camp om ons van de laatste tips & tools te voorzien.<br />

De eerste dagen gaat het vooral om theorie en het afleggen van<br />

testen. Door een redelijke voorbereiding in ons verlof hebben we<br />

het weten bij te benen en alle testen tot nu toe gehaald. Gezien<br />

de vooropleiding die wij hiervoor hebben gehad is het overigens<br />

meer het vertalen van de Nederlandse vaktermen naar het Engels<br />

wat relatief veel tijd kost. De verwachte taalbarrière tussen de<br />

andere zeven cursisten en ons blijkt veel minder groot dan verwacht.<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

121<br />

Wij zijn nu in week zeven beland en hebben ROR-, Assault navigatie-,<br />

engineering- en speedmarch testen gehaald en afgevinkt. Maar<br />

omdat het zo leuk is doen we elke woensdag een 8miler boot-run<br />

of speedmars (met dank aan onze ‘exchange senior’, sgtmarnalg<br />

Iwan Poel, die hier in Poole bij 10-training Squadron, twee jaar<br />

werkzaam is).<br />

Op moment van schrijven zitten we aan boord van een Britse<br />

LPD, HMS Bulwark in Plymouth. Voor Max een vertrouwt gevoel,<br />

hij heeft namelijk met 1-Btcie (Amfgevstbat) al eens eerder een<br />

deployment met dit schip uitgevoerd. Weer een mooi voorbeeld<br />

van UK/NL LF samenwerking. Nu legt hij onze Britse collega’s uit<br />

hoe de routine hier is. We zijn hier onder andere om de Britse<br />

docking procedures te trainen, met de Britse LCU. Daarna de pass<br />

out later deze week.<br />

Op het programma van de LC1 opleiding staat ook nog een reis<br />

naar de Falklands voor strandverkenningen en riverine operations.<br />

Daarna retour naar de UK, surf drills in Instow aan de westkust<br />

die berucht is om zijn hevige zeegang. Aan het eind van de opleiding<br />

zal er nog een Finex plaatsvinden. Niet geheel onbelangrijk,<br />

pas dan wordt bekend of we het gehaald hebben of niet. Tot de<br />

laatste dag scherp zijn dus.<br />

Tot nu toe gaat het hier goed, de twee cloggies zetten de standaard.<br />

We hebben nog even te gaan.<br />

Nadat week 3 van de opleiding begonnen is wordt het eindelijk<br />

leuk. Na twee weken overwegend theorielessen staat er uiteindelijk<br />

LCVP handling op het programma. Deze refreshment is een welkome<br />

afwisseling van het leslokaal. Na een week lang bumps en<br />

scrapes in en rond de haven van 10 Training Group RM stond er ook<br />

nog een weekend op het programma om te trainen met de Britse<br />

LPD HMS Albion in de buurt van Portsmouth. Door het slechte<br />

weer kon deze oefening helaas geen doorgang vinden.<br />

Helaas worstelt ook de Engelse LC-branche soms met dezelfde<br />

problemen als de Nederlandse. Motorische storingen zijn hier in<br />

RM Poole vrijwel aan de orde van de dag. Gelukkig heeft het nog<br />

geen gevolgen gehad voor onze opleiding, gewoon olie bij blijven<br />

vullen dan is er niks aan de hand aldus de maintenance crew.<br />

Komende weken zullen verschillende onderwerpen als, beach reccy,<br />

LCU, ORC nog de revue passeren waarna we eind maart onze<br />

amfibische examens beginnen en in de eerste week van april de<br />

grote finale van de LC2 UK, de Finex. Op 8 april is de Finex afgelopen<br />

waarna we nog één week in Engeland zullen verblijven om<br />

alle de laatste zaken af te handelen. En natuurlijk de course piss-up<br />

niet te vergeten.<br />

Als er geen onverwachte dingen opduiken hebben wij er vertrouwen<br />

in dat wij 15 april terugkeren naar Nederland en eindelijk<br />

aan onze eerste functie kunnen beginnen als LC2 bij de Bootcompagnie.


LC3 opleiding<br />

03-05-2010 / 19-11-2010<br />

Door: cursisten<br />

Op 3 mei 2010 beginnen zes mariniers, Bos, Nijboer, Nentjes, Bakker,<br />

Jacobs, Fels en twee korporaals van de mariniers Rumping en<br />

Methekoy - die elkaar op dat moment niet of nauwelijks kennen<br />

- aan een avontuur dat de jonge ‘sterke’ mannen nooit hebben<br />

verwacht. Al snel maken we kennis en er is gelijk een goede sfeer.<br />

Na de eerste weken met veel grappen en grollen komen we er al<br />

snel achter dat het niet alleen maar lol maken is. Door de toenemende<br />

leerstof en de vele examens weten we dat we aan de bak<br />

moeten en dat we de avonden en weekenden vaak in de boeken<br />

door zullen brengen in plaats van achter de Playstation of in de<br />

kroeg.<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

122<br />

Zo moeten we veel leren over de reglementen van binnen- en buitenwateren,<br />

kaartlezen en krassen en weten welke onderwerpen<br />

we in welke boeken kunnen vinden. Betonningen, radar, vaarbewijzen,<br />

marcom B, vlaggen en RTF-modules zijn ook ‘geduchte’<br />

boekwerken die we in ons hoofd moeten prenten. Sommigen<br />

hebben hier best wat moeite mee, maar dankzij de altijd vrolijke<br />

bootsman Pluijmakers weet iedereen de stof zodanig te beheersen<br />

dat de examens voor de meesten geen probleem opleveren.<br />

Voor sommige mariniers wordt het echter wel een herexamen en<br />

zelfs voor een enkeling een uitstel.<br />

Na zeven weken zijn we klaar bij de Opschool en dat was maar<br />

goed ook, want we zijn er wel een beetje klaar mee. Zo wordt er<br />

een - al met al leuke - uitdaging afgesloten met een lach en een<br />

traan. Ook Cupido heeft tijdens de opleiding zijn pijlen afgevuurd.<br />

Marinier Bos heeft zijn<br />

meisje ‘gevonden’ bij de Witte<br />

Raaf waar ze werkzaam was<br />

achter de bar en ze wonen nu<br />

samen in Anna Paulowna.<br />

Maar na zeven weken is het<br />

avontuur nog niet afgelopen,<br />

het spannendste gedeelte<br />

moet nog beginnen: de<br />

Praktijk!!<br />

De praktijk<br />

De praktijk, gepland direct na het zomerverlof, wordt helaas met<br />

twee maanden uitgesteld omdat er geen vaartuigen en instructeurs<br />

beschikbaar zijn. Intussen is korporaal Rumping na het


theoriegedeelte gestopt omdat hij de jungle-instructeur opleiding<br />

volgt.<br />

Op 18 oktober 2010 begint dan eindelijk de langverwachte praktijkmodule.<br />

De trotse Friestalige sergeant Bergsma, legt ons na<br />

de kennismaking uit wat onze taken zijn en leert ons een pre-sail<br />

te maken en te geven. Deze pre-sail wordt de eerste weken door<br />

maar liefst twee sergeanten (Bergsma, Schouten) en drie korporaals<br />

(Koopmans, Stroeve en Cents) verbetert en van commentaar<br />

voorzien.<br />

De derde dag mogen we al met twee Mk 5 Charlie’s proberen te<br />

manoeuvreren in de haven van de Joost Dourleinkazerne. Alles<br />

gaat redelijk soepel en wonderbaarlijk genoeg wordt er geen<br />

schade gevaren.<br />

In de eerste weken staan zowel theorielessen over onder andere<br />

Arbo en Milieu en reisplanning als praktijklessen zoals manoeuvreren,<br />

ankeren, landingen<br />

(met/zonder anker), man-overboord<br />

drills, FOB (Forward Operation<br />

Base), verlaatrol, marshallen<br />

en sleep- en branddrills op het<br />

programma.<br />

Elke maandag krijgen we<br />

een tussentijdse toets en een<br />

individueel praatje met sergant<br />

Bergsma en onze bootinstructeur<br />

over hoe we ervoor staan en wat onze aandachtspunten zijn.<br />

Na drie weken wordt sergeant Hermans bij ons gevoegd om mee<br />

te lopen als instructeur om de taak van sergeant Bergsma over te<br />

nemen bij de volgende LC3 opleiding.<br />

De derde en vierde week gaan we naar Medemblik voor twee oefeningen:<br />

Green Horn en Novice. Niemand weet wat ons te wachten<br />

staat, maar dit wordt al snel duidelijk doordat bij aankomst al gelijk<br />

opdrachten worden gegeven om verkenningen uit te voeren<br />

of voertuigen op te pikken. Dit wordt de hele week uitgevoerd bij<br />

onder andere Enkhuizen, Oude Zeug en Stavoren. Door deze oefeningen<br />

wordt het hele plaatje al een stuk duidelijker en hebben<br />

we zeker wat betreft het manoeuvreren meer ervaring gekregen.<br />

Na de oefeningen hebben we nog een laatste opdracht en dat is<br />

de examenweek. Hier moeten we schitteren en alles laten zien<br />

Maatwerk Instructeurs OC Amfib<br />

Door: KPLMARNALG Hoogenbosch,<br />

Junior instructeur OC Amfib<br />

In week 47 en 48 namen de instructeurs<br />

van het OC Amfib deel aan een ‘broodje<br />

speciaal’; maatwerk KM InstructeurOpleiding<br />

(KMIO). Maatwerk omdat dit georganiseerd<br />

is voor de reeds ‘ervaren’ op functie<br />

geplaatste instructeurs. KMIO instructeur is<br />

tegenwoordig één van de functie-eisen binnen<br />

de Opleidingseenheid van OC Amfib.<br />

Acht instructeurs namen onder leiding van<br />

aoomarnalg Boer (Hoofd Bureau Instructeursbegeleiding<br />

MOC) deel aan een intensieve<br />

cursus van twee weken teneinde hun<br />

instructeursvaardigheden op het gewenste<br />

niveau te brengen. Aansluitend op de<br />

cursus werd een ‘proeve van bekwaamheid’<br />

afgenomen door het Smvbo.<br />

Onderwerpen die in het programma aan<br />

bod kwamen waren onder andere:<br />

• de perfecte instructeur,<br />

• competenties en veranderingen,<br />

• leerpiramide van Bales,<br />

• lesstructuur en<br />

• werkvormen.<br />

Opdrachten middels een portfolio en het<br />

geven van diverse lessen van de ‘Amfibische<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

123<br />

wat we geleerd hebben - zowel in de praktijk als theoretisch<br />

(periode voor het zomerverlof). Voor velen is dit dus ook een<br />

uitdaging en kan gezonde spanning niet uitblijven. Iedereen doet<br />

examen zowel als eerste als tweede bestuurder en als bemanningslid.<br />

Het verlossende woord komt donderdag nadat iedereen<br />

zijn examen heeft afgerond. Iedereen is geslaagd voor het praktijkexamen,<br />

maar er is een fout gemaakt bij de Opschool. Daar<br />

moest namelijk bij de theoriemodule een examen afgenomen<br />

worden van het navigeren in de praktijk. Dit was niet gebeurd,<br />

dus kunnen de certificaten ook nog niet uitgedeeld worden. Het<br />

examen navigeren volgde de dinsdag daarop en daar is iedereen<br />

alsnog voor geslaagd.<br />

Met uitzondering van twee mariniers, die nog een marcom B examen<br />

moeten afleggen krijgt eenieder op woensdag het certificaat<br />

uitgereikt en mag zich ‘LC3’ noemen.<br />

‘Quotes’:<br />

Marinier Nentjes:<br />

Lc3 opleiding: een opleiding die niet makkelijk is maar als je inzet toont<br />

en als team samenwerkt er goed doorheen kan komen.<br />

Marinier Nijboer:<br />

Lc3 opleiding: vond het een goede ervaring, heb ik wat aan voor de toekomst<br />

bij de baas.<br />

Marinier Jacobs:<br />

Lc3 opleiding: leuke uitdaging waar multitasking een vereiste is.<br />

Korporaal Methekoy:<br />

Lc3 opleiding: begin van een mooie amfibische toekomst.<br />

Marinier Bakker:<br />

Lc3 opleiding: Leuke opleiding waarbij je wel je hoofd koel moest houden.<br />

Marinier Fels:<br />

Lc3 opleiding: Leuk uitdagende praktijkoefeningen theoretisch moeilijker<br />

dan gedacht.<br />

vakschool’ werden door middel van feedback<br />

door de begeleider geëvalueerd.<br />

Ik heb deze cursus als leuk en leerzaam<br />

ervaren. Ondanks dat ik al drie jaar werkzaam<br />

ben als instructeur heb ik er veel van<br />

opgestoken en heeft het mijn kennis als<br />

instructeur verbreed.<br />

Ook de reflectie door je medecursisten aan<br />

het eind van de door jouw gegeven les is<br />

leerzaam.<br />

Dinsdag 7 en vrijdag 10 december hebben<br />

de instructeur van OC Amfib de proef van<br />

bekwaamheid met goed gevolg afgerond.


Van Ghentkazerne<br />

Commandant: LTKOLMARNS G.T.J. Aben<br />

Chef-Staf: MAJMARNS P.P. Engles<br />

Kazerneadjudant: AOOMARNALG P.A. Pijcke<br />

Commando-overdracht<br />

Op donderdag 17 februari heeft kolonel der mariniers<br />

R. Hardenbol het commando over de Van Ghentkazerne<br />

overgedragen aan luitenant-kolonel der mariniers G.T.J. Aben.<br />

Na bijna 35 jaar trouwe dienst en twee jaar het commando te<br />

hebben gevoerd over de kazerne in Rotterdam ging kolonel<br />

Hardenbol met functioneel leeftijdsontslag. Zijn opvolger,<br />

luitenant-kolonel Aben, vervulde de functie van waarnemend<br />

commandant Defensie Verkeer- en Vervoersorganisatie (DVVO)<br />

en heeft het stokje van kolonel Hardenbol overgenomen.<br />

Hardenbol benadrukte de bijzondere band tussen de stad Rotterdam<br />

en de Van Ghentkazerne: “Juist die relatie met de stad<br />

Rotterdam en de contacten met de mensen die hier werken, leveren<br />

mij mooie herinneringen op aan mijn laatste functie bij het<br />

Korps.” Zijn opvolger, overste Aben, beaamde die bijzondere band<br />

en onderkende daarnaast ook nog een andere belangrijke taak<br />

van de Van Ghentkazerne, namelijk het leveren van facilitaire en<br />

logistieke ondersteuning aan eenheden in de regio.<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

124<br />

De commando-overdracht ging gepaard met het nodige ceremonieel<br />

en vond plaats in de sporthal van de Van Ghentkazerne. Bij<br />

de overdrachtceremonie waren vele genodigden aanwezig, waaronder<br />

familie, vrienden, collega’s en contacten uit de regio. De<br />

Marinierskapel der Koninklijke Marine en de Tamboers en Pijpers<br />

van het Korps Mariniers luisterden de ceremonie muzikaal op.<br />

Woonzorgcentrum De Nieuwe Plantage schakelt mariniers in<br />

Op vrijdag 18 en zaterdag 19 maart vond de grootste vrijwilligersactie<br />

van Nederland plaats: NL Doet. Voor de mariniers van<br />

de Vgkaz reden genoeg om hun handen een keer voor een ander<br />

doel uit de mouwen te steken. Zij boden op vrijdag 18 maart hun<br />

hulp aan Aafje thuiszorg huizen zorghotels.<br />

In het verzorgingshuis De Nieuwe Plantage van Aafje mochten<br />

de mariniers en marinemensen een dag meedraaien met de me-<br />

dewerkers. Aafje werkt vaak met vrijwilligers en was daarom blij<br />

met het initiatief van NL DOET. Het is een gemakkelijke manier<br />

voor veel mensen om kennis te maken met het vrijwilligerswerk<br />

in een zorginstelling. Dankzij zulke initiatieven wordt de<br />

drempel lager voor veel mensen om eens een kijkje te nemen op<br />

plekken waar zij normaal gesproken nooit komen. De mariniers<br />

en vlootpersoneel werden met open armen ontvangen en hebben<br />

onder andere de tuinmeubelen en het dakterras opgeknapt.


Marinierskapel der Koninklijke Marine en de<br />

Tamboers en Pijpers van het Korps Mariniers<br />

Directeur: MAJMARNS T. Ippel<br />

Dirigent: MAJMARNSKAP H. Cnossen<br />

Tamboer Maître: AOOMARNALG M. van der Stelt<br />

Marinierskapel marcheert en musiceert verder…<br />

Door: SMJRBDMZKT B. van Tienen<br />

Geloofsbrieven - Foto: John Turing<br />

Na het jubileumjaar 2010 wil de Marinierskapel natuurlijk nog<br />

minstens 65 jaar het ceremoniële en muzikale uithangbord van<br />

de Koninklijke Marine zijn. Net als elders echter hangt de nog<br />

onbekende uitslag van de aankomende bezuinigingsronde als<br />

een zwaard van Damocles boven de organisatie….<br />

Het militaire ceremonieel in de eerste maanden van 2011<br />

bestond uit de muzikale begeleiding bij de overhandiging van<br />

Geloofsbrieven van nieuw aangetreden buitenlandse ambassadeurs<br />

aan H.M. de Koningin. Samen met de Tamboers en Pijpers<br />

van het Korps Mariniers stonden de muzikanten hiervoor aangetreden<br />

op het voorplein van Paleis Noordeinde in Den Haag. De<br />

gewapende erewacht werd gevormd door detachementen van de<br />

mijnenjagers Hr. Ms. Zierikzee en Hr. Ms. Willemstad.<br />

Op de Van Ghentkazerne vond de commandowisseling plaats van<br />

kolonel Hardenbol naar overste Aben. In de sporthal werd deze<br />

overdracht feestelijk opgeluisterd.<br />

Bijzonder qua tenue was de Serenade gespeeld voor de reünie<br />

van Nieuw-Guinea-gangers; voor het eerst stond de Marinierskapel,<br />

geleid door kapelmeester, eerste luitenant Bongaerts, in het<br />

groene veldtenue.<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

125<br />

MARKAP in groen. Foto, Cees Baardman<br />

‘When the Swing comes Marching in’ is een succesvolle concertformule<br />

die in januari en februari samen met de bekende ‘Dutch<br />

Swing College Band’ in de schouwburgen van Velsen en Hoorn voor<br />

volle zalen werd gespeeld.<br />

Ook het traditionele Koninginneconcert in het Provinciehuis<br />

in Den Haag en het MSF concert (voorheen Marine Sanatorium<br />

Fonds) in Den Helder konden rekenen op grote waardering van<br />

enthousiaste luisteraars. Op beide concerten waren bijzondere<br />

dubbelconcerten geprogrammeerd, waarbij solisten uit het


orkest hun grote instrumentbeheersing en muzikaliteit demonstreerden.<br />

In het theater van Barneveld kon door een samenwerkingsverband<br />

een cheque aan de voorzitter van een kinderhospice van<br />

ongeneeslijk zieke kinderen overhandigd worden. De verrassende<br />

gastbijdrage kwam op dit concert van de vier loepzuiver zingende<br />

leading ladies van ‘YesSister, JazzSister’. Zij brachten samen met<br />

de kapel swingende jazz songs met een vleugje ‘Andrew Sisters’.<br />

Een aanrader voor een ieder als deze combinatie vervolging krijgt<br />

- Houd de agenda in de gaten!<br />

Foto: Gerbrand van Veen<br />

Het concert georganiseerd door de Senaat van het Korps Adelborsten<br />

in Den Helder kende dit jaar een geheel nieuwe formule<br />

en vond plaats in de ‘Zweedse’, de sporthal van het Koninklijk<br />

Instituut voor de Marine.<br />

Als introductie en aanloop naar deze avond had de manager van<br />

de Marinierskapel, kapitein Welle vooraf een gastcollege op het<br />

KIM verzorgd. Aan de hand van voorbeelden gespeeld door het<br />

blaaskwintet van de Marinierskapel kregen de Adelborsten een<br />

indruk van de veelzijdigheid van dit muzikale bedrijf en werden<br />

de taken van de militaire muziek toegelicht. Tamboers & Pijpers<br />

van het Korps Mariniers, gekleed in verschillende tenues, demonstreerden<br />

hun vaardigheden met slag- en blaastechnieken.<br />

Op 17 maart was een volle zaal met gasten en medewerkers van<br />

de Nederlandse Defensie Academie (NLDA) getuige van een verrassend<br />

optreden van het Tamboerkorps van het Korps Adelborsten<br />

(TKKA) dat vooraf onder leiding van gastdirigent Welle de juiste<br />

toon neerzette. Na binnenkomst van het cortège met de Plaatsvervangend<br />

Commandant der Zeestrijdkrachten, generaal-majoor<br />

der mariniers Van Ede, opende de TKKA samen met de Marinierskapel<br />

het concert met de NLDA-mars. Onder leiding van chefdirigent<br />

majoor Cnossen werd het programma voortgezet met<br />

een aantal licht klassieke werken, shownummers en solisten uit<br />

eigen gelederen. Uiteraard werd het Adelborstenlied aan het eind<br />

van de avond uit volle (adel)borst meegezongen.<br />

Als voorbereiding op een nieuwe taptoeshow, worden traditioneel<br />

de eerste maanden van het jaar benut om de nieuwe<br />

muziek, choreografie en exercitie in te studeren. Een eerste presentatie<br />

aan het grote publiek wordt geïntegreerd in de Marinetaptoe<br />

die ter gelegenheid van Koninginnedag in Den Helder en<br />

Rotterdam wordt gepresenteerd. Daarna vinden mogelijk aanpassingen<br />

en verbeteringen plaats voor de afsluitende taptoe van de<br />

Marinedagen in juli. Uiteindelijk wordt in oktober, mogelijk weer<br />

aangevuld met Fakkeldragers van het Korps Mariniers, de show<br />

uitgevoerd tijdens de Nationale Taptoe in Ahoy.<br />

Om op de hoogte te zijn van alle openbare activiteiten van de<br />

Marinierskapel der Koninklijke Marine is de agenda te raadplegen<br />

via: www.marine.nl/marinierskapel<br />

Concerttip: op de Veteranendag in Den Haag én het openingsconcert<br />

van de Marinedagen is zanger Jeroen van der Boom solist bij<br />

de Marinierskapel.<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

126


Commandant der Zeemacht<br />

in het Caraïbisch Gebied<br />

Commandant: BRIGGENMARNS D.A. Swijgman<br />

Plaatsvervangend Commandant: KTZ J.P.D. van Zaalen<br />

Chef d’Equipage: S-AOODOPS R. van Es<br />

Riverine Operatie Bootpeloton<br />

Door: LTZ2OC V. Strijbosch<br />

Foto’s: Peter Bijpost, AVDD<br />

Het Bootpeloton Caribisch Gebied van het Korps Mariniers heeft<br />

zich onlangs in North Carolina toegelegd op het opereren in rivierrijke<br />

gebieden. Dat gebeurde tijdens een uitwisseling met Amerikaanse<br />

mariniers op Camp Lejeune.<br />

Camp Lejeune<br />

Op de New River bekwaamden de zeesoldaten zich in het manoeuvreren<br />

en tactisch varen met twee typen boten van Riverine<br />

Squadron 3 van de Amerikaanse marine. Vanaf de vaartuigen<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

127<br />

vonden diverse schietoefeningen plaats. Zeventien mariniers van<br />

het Bootpeloton uit Curaçao en Aruba maakten onder de noemer<br />

‘Riverine Operaties’ gretig gebruik van de ruime kennis<br />

van en ervaring met het opereren in rivierrijke gebieden. Riverine<br />

Operaties is – naast militair optreden in de jungle en in de bergen<br />

en amfibische operaties – één van de kennisdomeinen van het<br />

Korps Mariniers.<br />

Racetrack<br />

Grenzend aan Camp Lejeune, dat qua omvang te vergelijken is met<br />

de provincie Utrecht, stroomt de New River. Een tachtig kilometer<br />

lange rivier die uitmondt in de Atlantische Oceaan. Een uitstekend<br />

oefenterrein voor de mariniers, die in de smallere zijrivieren in volle<br />

vaart hun stuurvaardigheden testten. Over een wat de Amerikanen<br />

racetrack noemden, werd een parcours afgelegd door de Riverine<br />

Patrol Boat en Riverine Assault Boat, die een snelheid kunnen halen<br />

van respectievelijk 53 en 72 kilometer per uur. Een behoorlijke klus<br />

voor de mariniers van het Caribische Bootpeloton, die heel andere<br />

stuurvaardigheden gewend zijn op open zee. Tot grote hilariteit<br />

ging er dan ook wel eens iets mis in een bocht met als<br />

gevolg een 180 graden in het rond draaiende boot. “Wees niet<br />

bang om een keer iets te raken”, waarschuwde senior chief van het<br />

Amerikaanse bootpeloton, sergeantmajoor Bennett voorafgaand<br />

aan een van de manoeuvreeroefeningen. “De rivier zit vol gevaren,<br />

wees je bewust daarvan.” Na afloop van de oefening, waarbij onder<br />

andere het nemen van scherpe bochten en het tactisch varen<br />

werden beoefend, klonk hij een stuk optimistischer: “Jullie hebben<br />

het echt in je!”


Volledig takenpakket<br />

Met Riverine Ops wordt opereren in riviergebieden bedoeld waarbij<br />

de rivier als hoofdtoegangsweg wordt gebruikt. Tijdens jungletrainingen<br />

ligt de nadruk ook op dit aspect. Tachtig procent van de wereldsteden<br />

ligt binnen tweehonderd kilometer uit de kust of aan een<br />

rivier. Een belangrijke manier om dan het gebied binnen te komen, is<br />

via een rivier. Bussemaker: “Mariniers zijn amfibisch getraind, maar<br />

specifiek met betrekking tot opereren vanuit zee. Nu kunnen we ons<br />

het volledige takenpakket van kleine bootoperaties eigen maken,<br />

zodat we vanaf een schip tot ver in het binnenland kunnen komen.”<br />

De New River in North Carolina is daarvoor zeer geschikt, vindt de<br />

Bootpelotonscommandant: “Op deze rivier kunnen we alle facetten<br />

in de praktijk brengen waar we nog relatief onbekend mee zijn. We<br />

kunnen hier varen op open water en in smalle rivieren. Bovendien<br />

hebben we de beschikking tot een speciaal schietgebied waar we<br />

vanaf de boten allerlei schietscenario’s beoefenen.”<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

128<br />

Kennisuitwisseling<br />

“Wij kunnen een hoop leren van de Amerikanen. Zij kunnen ons<br />

het complete plaatje van bootoperaties in riviergebieden laten<br />

zien”, aldus de commandant van het bootpeloton, eerste luitenant<br />

der mariniers Machiel Bussemaker, die aangaf dat zijn mariniers<br />

de vertaalslag maken naar de eigen middelen. Hij nam daarbij<br />

een voorsprong op de FRISC boot, die ook ingezet gaat worden<br />

in rivieren. “Maar zij kunnen op hun beurt weer van ons leren als<br />

het gaat om amfibische operaties vanaf een schip naar het land”,<br />

voegt hij toe en spreekt van een ‘kennisuitwisseling tussen de twee<br />

bootgroepen’. In juni neemt het Riverine Squadron 3 deel aan de<br />

grootschalige oefening Caribbean Archer bij de Benedenwindse<br />

Eilanden, waarbij zij het opereren vanaf Hr.Ms. Johan de Witt gaan<br />

beoefenen.


Marinierskazerne Savaneta<br />

Commandant: LTKOLMARNS E. Hofma<br />

Plaatsvervangend Commandant: MAJMARNS P. Damen<br />

Kazerneadjudant: AOOMARNALG G.J. den Engelsman<br />

32 e Infanteriecompagnie<br />

Cliff Assault Bonaire<br />

Door: ELNTMARNS A. Noordam en<br />

MARN 1ALG Y.A Vermaat<br />

Inleiding<br />

Van 18 tot en met 22 februari heeft de 32 ste<br />

Infanteriecompagnie van Aruba een amfibische<br />

compagniesoefening uitgevoerd<br />

op Bonaire in samenwerking met Hr. Mr.<br />

Rotterdam. De Rotterdam is als onderdeel<br />

van de maritieme gebiedsbescherming<br />

van de overzeese rijksdelen ingezet in het<br />

eerste trimester van 2011 als West Indian<br />

Guardship (WIGS).<br />

Hr. Ms Rotterdam wordt ingezet voor ondersteuning<br />

van kustwachttaken, drugsinterdictie<br />

operaties en ondersteuning van<br />

de permanent gestationeerde eenheden<br />

van het Korps Mariniers op Aruba en de<br />

Landmacht op Curaçao. Om de samenwerking<br />

en de getraindheid van het amfibisch<br />

opereren te beoefenen heeft de 32 ste Infcie<br />

een voorstel gedaan om een amfibische<br />

training uit te voeren op de Benedenwinden.<br />

Scenario van de oefening:<br />

Gedurende de afgelopen jaren wordt Bonaire<br />

geteisterd door een instabiele regering die<br />

onderdak biedt aan groepen piraten. Deze piraten<br />

blijken steeds vaker onder de invloed van<br />

terroristische groeperingen zoals Al-Qaida. De<br />

piraten ondernemen acties tegen de Europese<br />

en Amerikaanse handelsvloot. Het is een zeer<br />

lucratieve handel die steeds meer terroristen<br />

aantrekt. Zodoende is er beroep gedaan op de<br />

32 ste Infanteriecompagnie en Hr. Ms. Rotterdam<br />

om terroristische key-leaders uit te schakelen<br />

middels een Deliberate Attack. De aanval zal<br />

uitgevoerd worden op verschillende hooggeplaatste<br />

key-leaders die zich bevinden op de<br />

noorkust van Bonaire. Na het uitschakelen van<br />

de key-leaders moet de actie worden uitgebuit<br />

door het aangaan van ‘key-leader engagement’<br />

binnen het lokale bestuur van Bonaire.<br />

Na verschillende courses of actions besproken<br />

te hebben zal de opdracht uitgevoerd<br />

worden middels een Cliff Assault, een heimelijke<br />

infiltratie en een Deliberate Attack.<br />

De verwachting was dat dit tot maximale<br />

verrassing zou leiden. Uiteindelijk resulteerde<br />

dit in de volgende missies voor de<br />

pelotons en de Rotterdam:<br />

• Het 1 ste peloton zou verkenningen uitvoeren<br />

en werd voor de aanval ingezet<br />

als Quick Reaction Force (QRF).<br />

• Het 2 de peloton werd ingezet om de Cliff<br />

Assault uit te voeren en werd ingezet als<br />

assault element gedurende de aanval.<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

129<br />

• Het 3 de peloton werd ingezet als man<br />

packed vuursteunelement met MAG’s en<br />

.50’s.<br />

• Inzet van Hr. Ms. Rotterdam voor logistieke<br />

ondersteuning waarbij de <strong>Tweede</strong><br />

Bootcompagnie middels inzet van landingsvaartuigen<br />

en materieel alle ship to<br />

shore bewegingen uitvoert.<br />

• Inzet van de Lynx om observatie-eenheden<br />

in het voorterrein te droppen en<br />

als secundaire taak het afvoeren van<br />

gewonden.<br />

Op vrijdag 18 februari begon de 32 ste Infanteriecompagnie<br />

voor de kust van Aruba<br />

met het embarkeren aan boord van Hr. Ms<br />

Rotterdam. Na de gehele compagnie en<br />

verschillende transportvoertuigen geëmbarkeerd<br />

te hebben, zette de Rotterdam<br />

koers naar Bonaire met als tussenstop<br />

Curaçao.<br />

Voor de kust van Curaçao heeft de compagnie<br />

in de ochtend van 19 februari<br />

voorgeoefend ter voorbereiding op de<br />

geplande actie op Bonaire. Dit om de assault<br />

routines goed te doorlopen en funnies


in de uitvoering tijdens de Cliff Assault te<br />

voorkomen. Denk hierbij aan het ophalen<br />

van wapens, gereedmaken van de assaultstations,<br />

het verplaatsen naar verschillende<br />

ruimtes, het embarkeren van de<br />

LCVP’s, overstappen op Boston Whalers<br />

en de daadwerkelijke landing en Cliff Assault.<br />

Gedurende de middag zette Hr. Ms.<br />

Rotterdam koers naar Bonaire.<br />

Op zaterdagavond begon het eerste deel<br />

van de operatie. Van Hr. Ms. Rotterdam<br />

stapte de mariniers van het 2 de peloton<br />

over op LCVP’s en Boston Walers die<br />

ons tactisch naar het strand voor de klif<br />

brachten. Via een tactische strandlanding<br />

kwamen we aan op een klein strandje<br />

aan de voet van de tien meter hoge klif<br />

‘1000 steps’ genaamd. Samen met Mountain<br />

Leaders en mariniers hebben we het hele<br />

klim- en afdaalproces in werking gezet.<br />

Nadat alles gereed was en het merendeel<br />

van het 2 de peloton bovenop de klif was,<br />

werd de beveiliging uitgezet. Er werd een<br />

teken gegeven dat het 1 ste peloton met de<br />

2 de wave kon komen. Het 1 ste peloton werd<br />

opgevangen door een gids op het strand<br />

waarna ze verteld werden waar<br />

de Quadpod stond om hun zware uitrusting<br />

te plaatsen, waarna ze zelf via de<br />

knopentouwen en de ladders de klif zijn<br />

opgeklommen. Bovenaan de klif werden<br />

de geweergroepen in assembly areas gehergroepeerd<br />

en konden zij hun uitrusting<br />

ophalen die naar boven was getrokken via<br />

de haulage lijn. Toen het eerste peloton<br />

gereed was, hervatte zij hun eigen missie<br />

en gingen ze verder met hun infiltratie<br />

richting het doel alwaar een vuurbasis<br />

en startlijn verkend moest worden bij het<br />

piratennest, waar we maandagochtend de<br />

aanval op zouden uitvoeren.<br />

Op zondagavond werd de aanvalsploeg en<br />

het vuursteunelement geland via de cliff<br />

assault. Aan het einde van de middag vlak<br />

voor Last Light begon de scheepsomroep<br />

voor de mariniers de welbekende “now<br />

hear this … (serials)…muster at your assault<br />

stations … that is all” om te roepen. Het<br />

tweede deel van de operatie zou gaan<br />

plaatsvinden. Het 2 de peloton verplaatste<br />

zich wederom met de Boston Walers<br />

naar de klif en bereidde hier alles voor.<br />

Gedurende de avond zou het 3 de peloton<br />

(vuursteun) met zware uitrusting (waaronder<br />

de manpacked .50’s), de rots beklimmen.<br />

Nadat het 2 de en 3 de peloton boven<br />

in een assembly area waren aangekomen,<br />

kwam een gedeelte van het eerste peloton<br />

om ons naar de compagnies assembly area<br />

te gidsen. We sloten aan bij het 3 de peloton<br />

en verplaatsten middels een patrouille<br />

naar de assembly area. In de assembly area<br />

werden de laatste tactische afspraken en<br />

orders gegeven. Het eerste peloton werd<br />

ingezet als reserve, het 2 de peloton als manoeuvre<br />

element waarbij het 3 de peloton<br />

de vuursteun zou coördineren.<br />

Ondanks twee ‘gewonden’ aan onze zijde<br />

werd de aanval goed uitgevoerd en heeft<br />

de vijand verrassend genoeg verloren. De<br />

360 graden beveiliging werd uitgezet en<br />

de casevacs werden met de Lynx van Hr.<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

130<br />

Ms. Rotterdam snel geëvacueerd naar het<br />

schip.<br />

Na de korte maar toch lastige oefening<br />

kreeg de 32 ste Infanteriecompagnie gelegenheid<br />

voor R&R op Bonaire. Weliswaar<br />

was de R&R van korte duur, maar men<br />

kon het toch nuttig invullen door te<br />

duiken, te snorkelen of gewoon conform<br />

opdracht ‘key-leader engagement’ uit te<br />

voeren in Kralendijk.<br />

Trainingsdoelen en Lessons learned<br />

De trainingsdoelen van de 32 ste waren: Het<br />

plannen en voorbereiden van amfibische<br />

opdrachten aan boord van Hr. Ms. Rotterdam,<br />

het samenwerken met het personeel<br />

van de Rotterdam en 2-Btcie, het uitvoeren<br />

van een amfibische landing met een Cliff<br />

Assault, het uitvoeren van verkenningen,<br />

de Deliberate Attack en de amfibische<br />

backload.<br />

Gedurende deze oefening is er natuurlijk<br />

een aantal belangrijke lessen geleerd.<br />

Deze zijn besproken met de Hr. Ms Rotterdam,<br />

2-Btcie en binnen de 32 ste . De<br />

belangrijkste compagnies overschrijdende<br />

Lessons Learned waren:<br />

• Bij een amfibische landing zijn de<br />

details belangrijk en is vooroefening<br />

onontbeerlijk. Voorwaarde van succes<br />

is het juist vertalen van de aanvalsplannen<br />

in de Surfalt.<br />

• De kleine staf van de 32 ste Infcie leverde<br />

tijdens de oefening zowel de CLF staf,<br />

de raiding force als de excon organisatie.<br />

Iets wat op compagnies overschrijdend<br />

niveau slechts beperkt uit de verf kwam.<br />

Een aantal waardevolle leermomenten<br />

in de samenwerking met de Rotterdam<br />

zijn hierdoor verloren gegaan.<br />

• Gedurende de casevacs is gebruik gemaakt<br />

van de casevac procedure en niet<br />

de 9-liner omdat er geen standaardisatie<br />

van 9-liners was tussen de compagnie<br />

en de Rotterdam.<br />

• De haalplicht van gewonden ligt voor<br />

Hr. Ms Rotterdam op de grens van<br />

blauw en groen. Het meesturen van een<br />

AMV uit de landingforce voor de afvoer<br />

van een gewonde kan ervoor zorgen dat<br />

de hele operatie op land stil komt te liggen.<br />

Ondanks de korte tijdsplanning en snelle<br />

inzet heeft de compagnie in een korte tijd<br />

veel geleerd en kijken we terug op een<br />

goede oefening waarbij het samenwerken<br />

met amfibische ondersteuningsgroepen<br />

goed is verlopen. Tevens heeft het onderdeel<br />

cliff-assault, wat niet vaak beoefend<br />

wordt door onze operationele eenheden<br />

geleid tot een uitdagende en interessante<br />

training.


Beteugelen van<br />

Woelingen op Aruba<br />

Door: ELNTMARNS H. Th. Bouma, PC 1-Pel<br />

Foto’s: Peter Bijpost, AVDD<br />

Maandag 31 januari begon op Aruba de opleiding Beteugelen van<br />

Woelingen (BvW). De opleiding wordt gegeven door de Marechaussee<br />

en duurt drie weken. De eerste week bevat vooral veel<br />

theorie. Tijdens deze week worden de kaderleden onderwezen.<br />

De laatste twee weken zijn voor de gehele groep en is praktijkgericht.<br />

Tijdens het kadergedeelte, de eerste week, worden zaken als het<br />

toepassen van proportioneel geweld en subsidiariteit behandeld.<br />

Ook wordt stilgestaan bij groepsprocessen. Hierbij gaat het over<br />

de gedragingen van grote groepen en groepspsychologie. Het aanvragen<br />

van militaire bijstand, rechtspositionele mogelijkheden<br />

en andere randzaken worden ook nog even uitgelegd.<br />

De eerste week werd afgesloten met een Tactische Oefening Zonder<br />

Troepen. Een aantal vredelievende demonstranten gingen de<br />

straat op voor het behoud van hun woonwijk. Een tweede groep,<br />

vijftig man extremisten, wilden van de gelegenheid gebruik<br />

maken om eens even lekker te rellen. Ook was er een festival<br />

vlakbij de wijk. Het mag duidelijk zijn dat tijdens deze oefening<br />

alle groepen bij elkaar probeerden te komen, huizen in brand<br />

staken, mensen in elkaar sloegen en andere gezellige gebeurtenissen<br />

organiseerden. De grootste lesson learned viel wederom op<br />

het gebied van communicatie. Ook al werk je met een all-informed<br />

net dan is het niet vanzelfsprekend dat iedereen op de hoogte<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

131<br />

is van de gehele situatie. Dan is het dus belangrijk om als PC de<br />

groepscommandanten te blijven informeren over de gang van<br />

zaken en andersom.<br />

Het tweede gedeelte van de opleiding bestond uit meer praktijkgerichte<br />

lessen. Hier werden de manschappen (zogenoemde<br />

voeters) toegevoegd aan de kaderleden. Het BvW peloton was nu<br />

compleet. Een staandaard BvW peloton ziet er als volgt uit: Vier<br />

groepen van negen voeters waarvan twee brand- en traangas specialist<br />

zijn. Aan het hoofd van zo’n groep staat een groepscommandant<br />

(SGT) en een opvolgend (KPL). De pelotonsstaf bestaat


uit een cameraman, een plotter (verbindelaar), een OPC (SMJR) en<br />

een PC (ELNT).<br />

Met dit peloton, van top tot teen in de beschermende kleding,<br />

werd de kazerne meerdere malen ‘schoongeveegd’. Op Aruba is<br />

het dragen van de nogal warme beschermende middelen een welkome<br />

afwisseling op het dragen van doorgaans luchtige tenues.<br />

De basis drill van blijven drinken ter voorkoming van uitdroging<br />

en hittestuwing zat er na een tijdje dan ook goed in.<br />

Tijdens de laatste twee weken werden meerde zaken getoetst. Er<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

132<br />

was een schutterstest met de Glock17. Deze hield in dat je volledig<br />

omgehangen, van de tien schoten er zeven in een romp moest<br />

kunnen raken op een afstand tussen de zeven en dertien meter.<br />

Het mag duidelijk zijn dat iedereen dit heeft gehaald. Een ander<br />

toets was de individuele proef. Hier moest men individueel een<br />

straatje doorlopen. Beginnend met het plaatsnemen achter een<br />

streep met tien man tegenover je. Deze tien man beschikte over<br />

een pallet vol met houten blokjes en een hoop plezier. Daarna<br />

moest een vent op de correcte wijze worden aangehouden.<br />

Het derde scenario was dat een groep demonstranten stond te<br />

schreeuwen en er uiteindelijk één een pistool trok. Bij de vierde<br />

en laatste proef kwam een man op je afgestormd. Van top tot<br />

teen beschermd met een bezemsteel in zijn hand. Vechten dus.<br />

Als afsluiting van deze twee weken was een eindoefening op<br />

Seroe Colorado georganiseerd, het oude (deels verlaten) Esso dorp<br />

van Aruba. Meerde scenario’s kwamen aan de orde. Ten eerste<br />

het verkennen van het door een orkaan getroffen gebied voor het<br />

opmaken van de schade. Daarna wilde een groep het politiebureau<br />

plunderen om aan wapens te komen. Vervolgens werd een<br />

huis geplunderd en had de eigenaar van het huis al zijn vrienden<br />

gebeld om de plunderaars aan te pakken. Deze werd gevolgd<br />

door een grote demonstratie die wij moesten oplossen door alle<br />

betogers uit de wijk te verwijderen. De eindoefening eindigde<br />

met een blokkade en een sit-down actie.<br />

Al met al was het een leerzame cursus. Zeker met het oog op de<br />

militaire bijstandstaken die de 32 e Infanteriecompagnie op de<br />

Boven- en Benedenwinden vervult. Het was een welkome afwisseling<br />

om ook eens ‘blauw’ te opereren en samen te werken met<br />

personeel van een ander krijgsmachtdeel.


Deux Tricolores<br />

Door: KPLMARNALG Schiphorst en ELNTMARNS C.C. Steeneveld<br />

Foto’s: Peter Bijpost, AVDD<br />

Inleiding<br />

Eind 2010 hebben verschillende internationale eenheden deelgenomen<br />

aan de tweeweekse internationale oefening Deux Tricolores<br />

op Aruba. De deelnemers van deze editie waren een peloton van<br />

de CLAS uit Curaçao, een peloton mariniers van de 32 ste Infcie<br />

uit Aruba, een USMC peloton van 2nd Force Recon, en een Franse<br />

compagnie van de 33 RIMA (Regiment d’Infanterie de Marine) uit<br />

Martinique. De oefening bestond uit twee fases, een competitieve<br />

fase, georganiseerd op Aruba en een tactische fase op Curaçao.<br />

Geweergroepscompetitie op Aruba<br />

De competitie bestond uit diverse sportieve/tactische onderdelen<br />

zoals speedmars, waterhindernisbaan, een gewonden extractie<br />

oefening met een CLS protocol, schietvaardigheden, basic skills en<br />

drills en een stalk. Sommige onderdelen in de eerste fase werden<br />

als grensverleggend ervaren door de deelnemende eenheden. Met<br />

name het speedmarsen laat in de ochtend onder de tropische<br />

zon bleek pittig. Winnaar van de eerste fase werd een geweergroep<br />

van USMC Force Recon, die de hoogste overall score haalde<br />

(de mariniers van de 32 ste Infanteriecompagnie deden buiten<br />

mededinging mee). De eerste fase werd volledig georganiseerd<br />

door de 32 ste en ondersteund door de Marinierskazerne Savaneta.<br />

Na de prijsuitreiking werd afgesloten met een BBQ op de kazerne.<br />

Hierna werd de gelegenheid gegeven aan de bezoekende eenheden<br />

om in de avond het eiland te verkennen.<br />

Tactische fase Curaçao<br />

Kort na deze korte R&R zijn alle eenheden zich gaan voorbereiden<br />

voor de tactische fase. Het tactische scenario, dat door<br />

bureau Operaties uit Curaçao in elkaar was gezet, hield in dat<br />

Curaçao was bezet door terroristen en piraten die vanaf het<br />

eiland raids deden op schepen in de Caribische Zee. Het internationale<br />

samenwerkingsverband van Fransen, Amerikanen en<br />

Nederlanders moest deze piraterij een halt toe roepen en de twee<br />

kampen, vanwaar de vijand opereerde, uitschakelen. Alle eenheden<br />

hadden een dag de tijd om de tactische fase voor te bereiden.<br />

Een peloton van de op Curaçao gestationeerde CLAS compagnie<br />

fungeerde als oefenvijand.<br />

Als eerste werden de verkenningseenheden van Force Recon ingezet<br />

vanaf Aruba naar Curaçao, door middel van helikopters. De<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

133<br />

taak van Force Recon was het inrichten van observation posts (OP’s)<br />

en informatie te verzamelen over de beide kampen. Daarvoor<br />

beschikten zij over zeer moderne apparatuur. Ook beschikten zij<br />

over een Forward Air Controller (FAC’er), die tijdens de eindaanval<br />

zou zorgen voor de communicatie tussen grond en lucht, voor<br />

vuurondersteuning van een heli op het grootste kamp. Nadat<br />

er eyes on target (EOT) was, zijn de manoeuvre-eenheden (een<br />

compagnie Fransen en een compagnie Nederlandse mariniers)<br />

zich gaan verplaatsen richting Curaçao. Een gedeelte van de marinierscompagnie<br />

werd ook ingezet per heli, maar de main body<br />

verplaatste zich met behulp van Hr. Ms. Pelikaan en landden met<br />

de Boston Whalers van het Bootpeloton van Aruba en Curaçao.<br />

Beide compagnieën verkenden, over twee assen, eigen routes<br />

richting de doelen. Het moeilijke terrein van Oostpunt Curaçao,<br />

maakte dit soms zeer uitdagend. Uiteindelijk werden er PH’s<br />

betrokken, routes naar de objecten verkend, startlijnen en vuursteunlocaties<br />

uitgelegd, om op H-hour simultaan beide doelen<br />

middels een deliberate attack uit te schakelen. Aansluitend zijn de<br />

eenheden zich gaan verplaatsen richting een beachhead om met<br />

behulp van Boston Whalers, Hr. Ms. Pelikaan en de Puma helikopter<br />

van de Fransen te extracten naar Marinebasis Parera.<br />

Deux Tricolores was een mooie oefening om de internationale<br />

banden in het Caribische gebied te versterken. Voor de 32 ste Infcie<br />

zijn er niet vaak oefeningen op compagnies-plus-niveau, dat<br />

maakte de operatie ook voor de compagniestaf erg leerzaam. De<br />

oefening heeft laten zien dat bij het samenwerken met verschillende<br />

nationaliteiten er meer tijd genomen moet worden voor<br />

het planningsproces. Ook kunnen de taalbarrières soms voor<br />

vertraging en onduidelijkheid zorgen. Tijdens de tactische fase<br />

hebben we kunnen kijken naar het opereren van andere eenheden,<br />

die op details toch vaak anders zijn dan de Nederlandse.<br />

Geconcludeerd kan worden dat de oefening zowel uitdagend als<br />

leerzaam was voor de mariniers van de 32 ste Infcie van Aruba.


Reservisten<br />

Groen En Blauw Trekken Samen Op<br />

KM-reservisten, mariniers en<br />

vloot, werken intensief samen<br />

Door: LTZSD2 KMR A.W. Eilander (KMR Eenheid Rotterdam)<br />

Foto’s: KMR Rotterdam<br />

In navolging van het CLAS en het CLSK beschikt ook het CZSK<br />

over actieve reservisten. Er is al langere tijd sprake van de inzet<br />

van reservisten met een specifieke deskundigheid (RSD) zoals<br />

medisch personeel en ook de Zeeverkeersorganisatie maakt al<br />

jaren gebruik van afgezwaaid vlootpersoneel. Reservisten Militaire<br />

Taken (RMT) zijn hier sinds enige jaren aan toegevoegd<br />

en het ligt in de bedoeling dat de RMT-ers steeds meer zullen<br />

worden ingezet ter ondersteuning van de beroepsorganisatie.<br />

Vier jaar na de start van de eerste pilotprojecten, beschikt het<br />

CZSK nu over drie georganiseerde RMT-eenheden. Inmiddels<br />

beschikken alle eenheden over voldoende personeel en hun<br />

eigen kader. Elke eenheid bestaat nu uit zo’n honderd man. De<br />

eenheden zijn gestationeerd in respectievelijk Den Helder, Doorn<br />

en Rotterdam. Binnen de eenheden is zowel mariniers- als vlootpersoneel<br />

vertegenwoordigd en deze werken tijdens activiteiten<br />

en inzet op gelijke voet met elkaar samen, gebruikmakend van<br />

elkaars specialistische kennis en ervaring.<br />

Core Business<br />

‘Core’ business van het RMT-korps is het zoveel mogelijk ondersteunen<br />

en ontlasten van de beroepsorganisatie. Momenteel worden<br />

reservisten ingezet bij de ondersteuning van evenementen zoals<br />

de Marinedagen, Wereldhavendagen, SAIL Amsterdam, Vierdaagse<br />

en de jaarlijkse Veteranendag. Tijdens dergelijke evenementen<br />

nemen reservisten deel aan de organisatie en worden ze ingezet<br />

tijdens de op- en afbouwfase, en gedurende de evenementdagen<br />

zijn reservisten in diverse uitvoerende en leidinggevende functies<br />

te vinden. Van LCRM-bestuurder bij SAIL, en beveiliging tot lid<br />

van de informatiestand op de Veteranendag.<br />

Daarnaast worden de eenheden ingezet voor invullen van wachtdiensten.<br />

Het NSO Grondstation in Burum en het Amerikaanse<br />

SDDC in Capelle a/d IJssel zijn inmiddels bekende plaatsen waar<br />

reservisten wachtlopen. Overigens tot groot enthousiasme van de<br />

vragende eenheden !<br />

Ceremoniële taken<br />

Een ander goed voorbeeld waar reservisten het beroepspersoneel<br />

ondersteunen maar ook ontlasten is de inzet bij ceremoniële<br />

taken. Vanwege de grote operationele belasting en de frequente<br />

wijzigingen in samenstelling van de operationele eenheden, is<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

134<br />

het een logische stap juist reservisten in te zetten tijdens ceremoniële<br />

taken. Het CZSK is op tal van plechtigheden en evenementen<br />

gedurende het jaar ceremonieel aanwezig. Denk aan<br />

Prinsjesdag, Dodenherdenking, staatsbezoeken, et cetera. Medio<br />

2009 zijn hiervoor de eerste besprekingen gevoerd en dit heeft er<br />

inmiddels toe geleid dat de KMR Eenheid Rotterdam een draagploeg<br />

levert in het kader van het CP-100 protocol. Na maanden<br />

intensief opwerken is inmiddels een eerste draagploeg officieel<br />

afgetest door een krijgsmachtbreed examenteam te Den Haag.<br />

Op 17 april 2010 kwam het trieste bericht dat korporaal van<br />

de mariniers Jeroen Houweling en marinier Marc Harders bij<br />

een aanslag in Afghanistan om het leven zijn gekomen. Bij de<br />

ceremoniële plechtigheden die volgden na de repatriëring van<br />

de lichamen van de twee omgekomen mariniers is de draagploeg<br />

daadwerkelijk ingezet.<br />

Overige inzet<br />

De RMT-eenheden worden incidenteel voor allerhande overige<br />

taken aangevraagd, zoals het tijdens oefeningen of trainingen<br />

fungeren als scheidsrechter of oefenvijand. Reservisten met<br />

een technische achtergrond zijn ingezet om tijdens oefeningen<br />

apparatuur en voertuigen te onderhouden. FPX-oefeningen in<br />

Den Helder worden ondersteund door reservisten die optreden<br />

als oefentegenstander. Maar ook is er inzet voor derden, zoals in


maart 2010 toen de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond figuranten<br />

nodig had voor een Ontruimingsoefening in De Kuip te<br />

Rotterdam. Het scenario hield in dat er tijdens een evenement in<br />

het stadion rellen ontstaan in een vak op de tribune en waarbij<br />

brand uitbreekt in dat vak. Hierop moeten de diverse hulpverleners<br />

(politie, brandweer en ambulancediensten) adequaat<br />

reageren en het vak snel ontruimen. De reservisten fungeerden<br />

als ‘gecontroleerde’ weerstand tegen de ontruiming van het vak.<br />

Sportieve reservisten<br />

Net als ieder andere militair moeten ook reservisten voldoen aan<br />

de Defensie Conditie Proef. Naast de mogelijkheden om gebruik<br />

te maken van eigen sportfaciliteiten doen reservisten actief mee<br />

aan allerhande sportieve evenementen binnen de KM/Defensieorganisatie.<br />

Dit levert een nuttige interactie met de beroepscollega’s<br />

en verhoogt vaardigheden en fitheid. Een aantal voorbeelden<br />

zijn:<br />

• Vierdaagse van Nijmegen: deelname van een afvaardiging van<br />

zo’n 25 reservisten.<br />

• ASORL Nachtpatrouille, een deelname van 25 reservisten (mariniers-<br />

en vlootpersoneel) begin 2010 aan een patrouille in bergachtig<br />

terrein in Luxemburg. Voorafgaande aan dit evenement<br />

werd een KAKO-oefening georganiseerd in Doorn.<br />

• Tweedaagse Militaire Prestatie Tocht: In mei 2010 volbracht<br />

door het buddyteam van een korporaal de mariniers en een<br />

korporaal WDW.<br />

• Open Militaire Kampioenschap Speedmars. Op dit moment<br />

bereiden de reservisten zich voor het eerst voor op deelname<br />

aan dit kampioenschap op 27 mei 2011 op het KMA in Breda.<br />

Ook zijn er speciale competities voor reservisten zoals een militaire<br />

vijfkamp voor reservisten georganiseerd door NATO CIOR,<br />

een internationaal verband van reserve-officieren. Ontstaan uit<br />

een klein aantal deelnemende landen is het uitgegroeid tot een<br />

NAVO-breed orgaan, aangevuld met een aantal gastlanden, zoals<br />

Zuid-Afrika. De vijfkamp is vergelijkbaar met de internationale<br />

(CISM) vijfkamp en de Nederlandse Militaire Vijfkamp (MVK),<br />

maar doet een groter beroep op militaire vaardigheden. Afgelopen<br />

jaar deed een RMT-team mee aan de Nederlandse Militaire<br />

Vijfkamp die het presteerden 12 e te worden van de zestig deelnemende<br />

teams. Van de KM-eenheden die deelnamen werd het<br />

RMT-team zelfs tweede!<br />

Professionalisering<br />

De reservistenorganisatie bevindt zich nu in een fase waarin het<br />

accent ligt op competentieontwikkeling. Om volwaardig te kunnen<br />

worden ingezet dient iedere reservist voldoende geschoold te<br />

zijn, gelijk aan zijn beroepscollega. De ene reservist is nog recentelijk<br />

actief geweest een ander is al jaren de dienst uit, dus ook<br />

intern moeten de klokken gelijk gezet worden. Daarom is gestart<br />

te werken met een reservisten takenboek (PBI) met als speerpunten<br />

infex/eerbewijzen, schieten en geweldsinstructie.<br />

Om de opleidingscapaciteit van KM zo min mogelijk te belasten<br />

zijn eigen instructeurs opgeleid. In het najaar van 2010 zijn op<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

135<br />

het MOC te Rotterdam de laatste SI-opleidingen afgerond en<br />

daardoor beschikt de RMT organisatie nu over vijf gecertificeerde<br />

schietinstructeurs. Zij zullen dit jaar voor de drie RMT-eenheden<br />

een lesprogramma verzorgen voor gebruik van de C7 en Glock.<br />

Ook andere instructeuropleidingen lopen voortvarend. Afgelopen<br />

11 februari zijn op de Vgkaz Rotterdam een aantal instructeurs<br />

afgetest die infex-instructie en lessen eerbewijzen kunnen<br />

gaan geven.<br />

Zo’n 35 staf- en kaderleden van de drie RMT-eenheden zijn 4 en 5<br />

maart jongstleden op de Van Ghentkazerne in Rotterdam opgewerkt<br />

en afgetest in de vakken infex/Eerbewijzen en geweldsinstructie.<br />

Voor het eerst in het bestaan van de reservistenorganisatie hebben<br />

alle drie de eenheden hun opleidingsbehoefte voor 2011<br />

ingediend bij het OKM, het opleidingsbedrijf van CZSK. Deze<br />

opgave is een praktische vertaling van de eigen doelstellingen<br />

naar beschikbare KM-opleidingen.<br />

Toekomst<br />

Het CZSK raakt steeds meer gewend aan het inzetten van reservisten.<br />

De intenties voor de toekomst zijn dan ook positief. Immers<br />

reservisten nemen niet alleen hun kostbare militaire ervaring<br />

mee, maar hebben in de burgermaatschappij ook waardevolle<br />

kennis en ervaring opgedaan die voor het CZSK van belang kan<br />

zijn. Het CZSK ziet daar dan ook mogelijkheden. Zo sprak brigadegeneraal<br />

der mariniers Verkerk (Directeur Operaties van het<br />

Commando Zeestrijdkrachten en Commandant van het Korps<br />

Mariniers) in KMR Contact van november 2010: “Ik zou veel meer<br />

gebruik willen maken van de kennis en ervaring die reservisten<br />

in kunnen brengen vanuit hun werk in het bedrijfsleven en voor<br />

andere maatschappelijke organisaties. En ook veel meer gebruik<br />

maken van hun netwerk. Ik zie ze als belangrijke ambassadeurs<br />

voor de krijgsmacht. Vanuit hun achtergrond kunnen zij bovendien<br />

meedenken over de toekomst van Defensie.”<br />

Op dit moment beschikken de RMT-eenheden nog over een beperkt aantal<br />

niet ingevulde functieplaatsen. Mocht u als oud-marinier of lid van het<br />

vlootpersoneel belangstelling hebben om uw carrière als reservist voor te<br />

zetten, meldt u zich dan bij Bureau Reservisten in Den Helder.<br />

Nederlandse Militaire Vijfkamp


eservisten<br />

Cimic boven de Poolcirkel tijdens de<br />

Joint Arctic Training 2011<br />

Door: MAJMARNS KMR H. Steensma<br />

Foto’s: Sjoerd Hilckmann<br />

In december 2010 een presentatie aan<br />

C-MTC, in januari een verkenning in<br />

Doorn (Vbhkaz) bij de staf van het<br />

Eerste Mariniersbatajon en in februari<br />

mee naar Noorwegen. 1-Cimic Bataljon<br />

heeft de aandacht en krijgt de kans om<br />

aan te sluiten bij de Joint Arctic Training<br />

(JAT) 2011. Het doel is om basic Cimic<br />

awareness bij te brengen.<br />

Bij het bezoek in Doorn blijkt het noemen<br />

van Cimic uiteenlopende reacties op te<br />

roepen: Wie is eigenlijk Cimic opgeleid<br />

binnen 1-Marnsbat? CC 14e heeft een cursus<br />

gevolgd bij het CCOE, het in Enschede<br />

gevestigde Cimic Centre of Excellence (zie<br />

www.cimic-coe.org). OCC 12e, Capt RM<br />

James Musgrove vertelt een anecdote over<br />

zijn laatste missie waarin de Battery Commander<br />

tevens de Cimic man was: “with<br />

his left hand shelling, and with his right<br />

hand winning the hearts and minds”.<br />

Huh?<br />

“Is Civil-Military Cooperation nu een civiele<br />

of een militaire activiteit?” Dat willen de<br />

mariniers van de 13 de Infcie weten bij de<br />

les Cimic awareness die als achtergrondprogramma<br />

dient op de schietbaan tijdens<br />

de WWC. Kapitein KL Richard Galjard, de<br />

trainingsofficier van 1-Cimic bataljon uit<br />

Apeldoorn legt uit dat het een volwaardige<br />

militaire functie heeft die de commandant<br />

ondersteunt bij het behalen van zijn<br />

opdracht.<br />

Volgens de uitgedeelde Cimic quick<br />

reference card luidt de definitie van Cimic:<br />

“De coördinatie en coöperatie, ter ondersteuning<br />

van de missie tussen de NAVO<br />

commandant en civiele actoren, inclusief<br />

nationale populatie en locale autoriteiten,<br />

zo ook internationale, nationale en nietoverheidsorganisaties<br />

en agentschappen.”<br />

Kijken de ‘Cimic novices’ afkomstig uit<br />

de EVO nog een beetje wazig bij zoveel<br />

abstracte woorden, de ‘Cimic continuations’<br />

met uitzendervaring herinneren zich projecten<br />

in onder andere Irak (weg, fabriek)<br />

en in Afghanistan (Cimic house). Elk militair<br />

ingrijpen vindt tegenwoordig plaats in<br />

een omgeving waarin burgers wonen en<br />

werken. Door op een proactieve manier<br />

relaties met burgers en civiele organisaties<br />

te onderhouden, kan informatie verzameld<br />

worden en kan die band bijdragen<br />

aan de acceptatie en veiligheid van eigen<br />

troepen.<br />

Kapitein KL Wouter Hoogland, als reservist<br />

werkzaam bij 1-Cimic bataljon en tevens<br />

oud-marinier, heeft samen met de S2 en<br />

de S3 verkenningen uitgevoerd om tijdens<br />

de FTX Cimic events te laten plaatsvinden<br />

om de Cimic awareness in de sneeuw te<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

136<br />

testen. Bij de orderuitgifte voor Operation<br />

Snow Storm geeft de bataljonscommandant<br />

aan dat hij graag ziet dat zodra de<br />

doelen veiliggesteld zijn, hij een switch ziet<br />

van offensief optreden naar meer ‘nonkinetisch’<br />

optreden, om bij te dragen aan<br />

de stabiliteit in de AOR en om eventuele<br />

Cimic activiteiten te ondersteunen.<br />

En dan de praktijk op de ijzige grond: Het<br />

AT/Genie pel is in de FTX onderweg naar<br />

een post-blast investigation samen met de<br />

EOD. Bij aankomst bij het autowrak blijkt<br />

zich daar een groep burgers te bevinden<br />

die op de vlucht is voor het geweld van de<br />

vijandige militie. Zij hebben honger en<br />

dorst en er zijn (licht) gewonden bij die<br />

eerste hulp nodig hebben. Volgens de ROEcard<br />

en volgens de Commanders Intent moet<br />

de eenheid enige vorm van hulp bieden.<br />

Bovendien is dit een kans om actionable<br />

intelligence te verzamelen, conform de<br />

aanwijzing van de S2. De role-play, aangekleed<br />

met kleding afkomstig van het Leger<br />

des Heils uit Harstad, ziet er angstvallig<br />

echt uit als vluchtelingen met koffers en<br />

plastic zeilen. Dan is er ook nog ‘pers’<br />

aanwezig, die graag opnames wil maken<br />

en de wereld wil laten zien hoe de burgers<br />

behandeld worden door deze Nederlandse<br />

troepen. Zie hier de complexiteit van een<br />

op het eerste gezicht niet al te complexe<br />

situatie. De vluchtelingen worden bijeen<br />

gebracht op een veilige plaats, de CLS’er<br />

biedt zo goed als mogelijk eerste hulp en<br />

een snack-pack wordt gedeeld. Ondertussen<br />

geeft de luitenant een sitrep door en<br />

verzoekt om transport naar het vluchtelingenkamp.<br />

De action on IDPs (internally<br />

displaced persons) was die ochtend voor vertrek<br />

niet beoefend. Men was bedacht op<br />

vijand, en niet op burgers. Toch reageerde<br />

de eenheid uiteindelijk op gepaste wijze<br />

en werd de aandacht verdeeld over het<br />

tactisch veiligstellen van de IED site en het<br />

bieden van ondersteuning aan de hulpbehoevende<br />

burgers.<br />

Een tweede Cimic event betrof een sniper<br />

aanval op een bus met vluchtelingen in<br />

de gemeente Tjeldsund, met inzet van de<br />

echte burgemeester en zijn crisisstaf. De


mariniers van de role-play kregen dit keer<br />

versterking van een tiental Noorse tieners<br />

die ook in de bus zaten. De CLS’er van<br />

13-Infcie heeft al gauw een vol gewondennest<br />

en dan blijkt de chauffeur van de bus<br />

ook nog doodgeschoten achter het stuur<br />

van de bus te zitten. De CC neemt de leiding<br />

en stelt de omgeving veilig, verstuurt<br />

een sitrep naar de MCP en doet een beroep<br />

op de medewerking van de locale autoriteiten.<br />

Overleg met de burgemeester volgt.<br />

Die schakelt locale politie en geneeskundig<br />

personeel in. Zo ontstaat een overdracht<br />

van de militairen die als eerste op<br />

de plaats van het ongeluk aanwezig zijn,<br />

naar de autoriteiten van de gemeente.<br />

Cimic oefenwaarde voor eigen troepen,<br />

maar ook voor de Noren zelf.<br />

Dit was crosstraining die de aandacht trok<br />

van de Cimic officier van de Noorse Homeguard<br />

en van de LO van ATC North (Allied<br />

Training Centre North). Deze gebeurtenis<br />

past bij hun motto: ‘Worldclass preparations<br />

for world wide operations’. Wellicht voor herhaling<br />

vatbaar bij een volgende oefening.<br />

Adjudant Johan van Leeuwen van de<br />

AVDD schiet met zijn filmcamera mooie<br />

beelden. Als Cimic trainingsvideo zeker<br />

aan te raden om nog eens terug te zien.<br />

Tot zover Cimic in de oefening.<br />

No-play Cimic, oftewel het onderhouden<br />

van relaties met echte civiele instanties<br />

krijgt vorm door het bedanken van Vertex,<br />

de locale vertegenwoordiging van het<br />

Leger des Heils, waar de kleding voor de<br />

vluchtelingen vandaan kwam. Met hulp<br />

van korporaal Arnold Boer van CSS1<br />

wordt daags voor vertrek naar Nederland<br />

etenswaren en overgebleven pakken koffie<br />

van de winterdeployment aangeboden aan<br />

Vertex. De asielzoekers die er werken en<br />

hun familie zullen met plezier terugdenken<br />

aan het uitlenen van de verkleedkleren.<br />

Reservisten nemen deel aan defilé<br />

Lustrumviering Korps Mariniers 345 jaar<br />

Door: KPLMARNALG KMR A.J. van den Berg<br />

Foto’s: Evert Hettema<br />

Als reservisten van de KMR kregen wij de<br />

unieke gelegenheid deel te nemen aan de<br />

parade en het defilé Lustrumviering Korps<br />

Mariniers 2010 op de Coolsingel afgelopen<br />

11 december in Rotterdam. Nieuw was dit<br />

jaar het camo-peloton van het COM waar<br />

wij als reservisten deel van uitmaakten.<br />

Tenue was camo met een blauw-fleecejack<br />

erover heen met op de linkerarm het<br />

logo Camo Peloton. Per bus werden we<br />

vervoerd van het verzamelpunt Ahoy naar<br />

De Boompjes. Na intreden van het vaandel<br />

werd afmars gehouden naar de Coolsingel<br />

met de actief dienende mariniers en het<br />

ongewapend bataljon oud-mariniers on-<br />

der begeleiding van de marchingbands<br />

Kunst en Genoegen uit Leiden en Thalita<br />

uit Vlaardingen. Op de Coolsingel werden<br />

we begeleid door onze Marinierskapel van<br />

de Koninklijke Marine en de Tamboers en<br />

Pijpers van het Korps Mariniers. Pal voor<br />

het stadhuis werden we opgesteld voor de<br />

ceremonie.<br />

Om elf uur ving de parade aan. Daar<br />

werden de eenheden geïnspecteerd door<br />

de minister van Defensie Hillen en de<br />

Korpscommandant, brigadegeneraal der<br />

mariniers Verkerk. Vervolgens hield de minister<br />

een toespraak waarin onder andere<br />

werd stilgestaan bij het sneuvelen van<br />

korporaal van de mariniers Houweling en<br />

marinier Harders. Een bijzonder moment<br />

brak aan toen onze voormalig commandant<br />

der zeestrijdkrachten, luitenantgeneraal<br />

der mariniers b.d. R. Zuiderwijk<br />

benoemd werd tot officier in de orde van<br />

Oranje Nassau met de Zwaarden. Vervolgens<br />

sprak onze Korpscommandant ons<br />

toe. Flexibiliteit, een hoog moraal, sterke<br />

onderlinge band en “niet lullen maar poetsen”<br />

waren zijn kernwoorden in deze tijd<br />

van bezuinigingen. Om zich vervolgens<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

137<br />

Het Cimic team, drie pax sterk, was zeer<br />

blij met de geboden kans om deel te nemen<br />

aan JAT 2011. Er zijn waardevolle contacten<br />

gelegd en de Cimic vlag is gehesen.<br />

Wordt vervolgd!<br />

tot de minister te richten met de woorden<br />

“bij veel geweld en weinig geld, snel de mariniers<br />

in het veld”. Na de toespraken werd<br />

door de eenheden afmars gehouden om<br />

vervolgens het traditionele defilé aan te<br />

vangen. Het defilé werd afgenomen door<br />

onze Korpscommandant, de minister van<br />

Defensie, de burgemeester van Rotterdam,<br />

de commandant der zeestrijdkrachten en<br />

de voorzitters van het COM en WJB. Na<br />

het defilé begaven we ons per openbaar<br />

vervoer naar de Ahoy.<br />

Het middagprogramma in de Ahoy bestond<br />

uit een geweldige rijsttafel aangevuld<br />

met een muzikaal programma. Al<br />

met al was deze dag voor ons een geweldige<br />

happening en hebben we als reservist<br />

ons steentje bij kunnen dragen.


AOOMARNALG M. Bal (ICMS CBRN instructie)<br />

SMJRMARNALG P. van Homoet (CBRN instructie)<br />

NBC weg ermee !!!<br />

(Het broertje komt<br />

uit de kast !!!)<br />

Door: AOOMARNALG M. Bal<br />

Deze ochtend heeft de stroom van het drukke verkeer mij weer<br />

meegenomen richting Vught.<br />

Als marinier werkzaam binnen OTC Genie is dit al jarenlang een<br />

vast ritueel. Voordat de kazernepoort in zicht komt, laat ik nog<br />

even de agendapunten van de werkdag door mijn hoofd gaan.<br />

De centen van de baas zijn tegenwoordig niet van blik. Voor de<br />

slagboom van de kazerne staan mensen van de vakbond een flyer<br />

uit te delen. De komende bezuinigingen worden met wantrouwen<br />

tegemoet gezien. Men schuwt zelfs een demonstratie in het<br />

Haagse niet. Met de agendapunten van de dag nog steeds in mijn<br />

hoofd, vormt zich een prachtige combinatie. Als we deze demonstratie<br />

nu ook eens konden gebruiken om voor eens en altijd van<br />

het lastige Nucleaire, Biologische en Chemische oorlogsvoering<br />

(NBC) af te komen! Ondanks mijn werkzaamheden in de NBC<br />

wereld lijkt mij dit een ideale gelegenheid om gewoon eens af te<br />

rekenen, met deze oude belegen materie.<br />

Want welke marinier kan mij nu het nut vertellen van dat lastige<br />

stuk uitrusting op de linker heup (Item uit de ‘Koude Oorlog’)<br />

of onderin de plunjezak. Wie heeft er eigenlijk een positieve<br />

ervaring vanuit zijn EVO met het ‘gasgeneuzel’? Wanneer laten<br />

we het NBC, eens deel uitmaken van een oefening. Wat voor nut,<br />

maar vooral, wat is de realiteitszin van NBC? Dat de NAVO, elke<br />

militair verplicht om te voldoen aan bepaalde NBC eisen (basisvaardigheden),<br />

daar hebben wij mariniers even geen boodschap<br />

aan. We hebben het druk zat met de voertuig-, gevechts- en<br />

landingsdrills, daarbij doen we ook genoeg aan uitzendingen en<br />

oefeningen.<br />

In de paarse omgeving van de Joint NBC school te Vught, heeft<br />

onze organisatie twee mariniers geplaatst. Het is niet onze taak<br />

om het NBC weg te houden bij onze organisatie. Integendeel, we<br />

zijn er om het te promoten. Ik was ook zeer gelukkig met het<br />

verzoek om eens een stuk te schrijven over onze plaatsing bij de<br />

Landmacht (CLAS). Dit geeft mij in ieder geval de mogelijkheid<br />

om te vertellen dat wij (smjrmarnalg P van Homoet en aoomarnalg<br />

M. Bal), jullie niet vergeten zijn. Vanuit onze Externe Plaatsing<br />

maken wij graag gebruik van onze hernieuwde kennismaking<br />

om jullie een nieuw stuk informatie mee te geven.<br />

Binnen de oude NBC familie is er een broertje uit de kast<br />

gekomen met de naam Chemisch, Biologisch, Radiologisch en<br />

Uit het oog<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

138<br />

CBRN CT vroeger: zo zijn we in 2005 begonnen met de UIM / BBE alles stond<br />

toen in de kinderschoenen.<br />

Nucleair (CBRN). Meestal als er een familielid uit de kast komt,<br />

veroorzaakt dit minimaal een lichte opschudding. Deze kleine<br />

aardbeving heeft ook gevolgen. CBRN is in het zicht gekomen van<br />

de burgermaatschappij. Het belang van CBRN, in combinatie met<br />

de expertise van burgerhulpdiensten, blijkt een geweldig stuk<br />

gereedschap te zijn bij rampen en aanslagen op nationaal gebied.<br />

Hier raakt CBRN, de verantwoordelijkheid van het departement<br />

Binnenlandse zaken, waarbij de expertise ook voor een deel bij<br />

Defensie ligt. CBRN krijgt in deze context een andere dimensie<br />

waarbij de ICMS (Intensivering Civiele en Militaire Samenwerking)<br />

als gids in deze materie gebruikt gaat worden.<br />

Zoals in de tekst al aangegeven, zullen wij als Korpsafgevaardigden<br />

er veel aan doen om het oude NBC voor het grote deel bij<br />

ons weg te houden. Wij hopen dat er dan ruimte ontstaat voor<br />

de nieuwe doctrine. We voelen ons in ieder geval verplicht om<br />

een signaal af te geven bij deze nieuwe ontwikkelingen. In week<br />

5 is er in de nieuwsbrief CZSK een schrijven rondgegaan over<br />

de op korte termijn defensiebrede reorganisatie van het CBRN.<br />

Ondanks de bezuinigingen, wordt de oprichting van een nieuwe<br />

eenheid, hier niet belemmerd. Het heeft namelijk een algemeen<br />

nationaal belang. Het belang om te anticiperen binnen de derde<br />

hoofdtaak van Defensie (onder andere op CBRN gebied), samen<br />

met burgerhulpdiensten. (Derde Hoofdtaak: Ondersteuning van civiele<br />

autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire<br />

hulp, zowel nationaal als internationaal).


We moeten als Defensie dus een ander accent gaan leggen op<br />

het CBRN optreden zoals we dit dachten te kennen, vanuit het<br />

grootschalig conflict. Uiteraard zijn we met deze verschuiving<br />

al een aantal jaren bezig. Nu is het echter de tijd om het een<br />

tastbare vorm te laten aannemen. Hiermee moeten we in 2012<br />

de startlijn over. De nieuwe organisatie is aan het einde van de<br />

papierenmolen aangekomen, het ontwerp is daar. Dus handen<br />

uit de mouwen, pang!<br />

De Joint CBRN school werkt hier hard aan. Niet alleen om aan de<br />

vraag vanuit de burgermaatschappij te kunnen voldoen, maar<br />

ook om de komende reorganisatie te laten landen op de juiste<br />

strip. Het vullen met personeel komt op korte termijn in zicht.<br />

Response en adviesteams, ontsmettings- en detectieploegen. Allemaal<br />

taken en functies die zich dit jaar over de school zullen<br />

uitstorten. Trainingen en menige cursus zullen hun weg via de<br />

OT naar de instructie moeten gaan vinden.<br />

Als we kijken naar de assistentie bij rechtshandhaving en rampenbestrijding<br />

geven we op dit moment voorlichting aan de justitiële<br />

partners zoals: Explosieven Verkenners (EV /TEV), en Anti-<br />

Terreureenheden. Aanslagen met Radiologische en/of Chemische<br />

bommen of industriële rampen binnen Nederland, vragen om<br />

uitwisseling van kennis tussen Brandweer, Geneeskundige<br />

dienst, Politie en Defensie. Giftige chemische stoffen voor het<br />

vervaardigen van chemische terreurwapens, of de stoffen die<br />

gebruikt worden in drugslaboratoria kunnen relaties hebben bij,<br />

bijvoorbeeld personeelsontsmetting of een medische behandeling.<br />

Ook hierin zijn we actief, en kijken mee binnen de organi-<br />

Paarse training in de USA (TAT -Toxic Agent Training), waarbij echte strijdmiddelen<br />

worden gebruikt voor scenario’s voor ontsmetting en detectie.<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

139<br />

satie van bijvoorbeeld een veiligheidsregio, zoals Nederland er<br />

vijfentwintig heeft. De eerste politieagent is al opgenomen in<br />

de groep collega’s, en maakt deel uit van deze Defensieschool,<br />

samen met een liaison van de Geneeskundige Hulp Organisatie<br />

(GHOR).De verschuiving van NBC naar CBRN krijgt hier dus<br />

voeten in de aarde. De recente brand in Moerdijk heeft laten zien<br />

dat het belang van een organisatie, waar Civiel en Krijgsmacht<br />

hand in hand kunnen gaan, zijn meerwaarde zal hebben. Daarbij<br />

moet worden gewerkt aan een goede structuur op het gebied van<br />

alarmering, commandovoering, advies en inzet.<br />

Hoe gaat het met ons? Beide zijn we in ieder geval druk met het<br />

ondersteunen van de algemene CBRN cursussen. Het ‘oude’ NBC<br />

kan ieder geval niet helemaal vergeten worden. Functiegerichte<br />

cursussen gericht op het grootschalig conflict zullen bij de<br />

Chemische dreiging in een ander jas dan dat we gewend zijn, incl. detectiemiddel<br />

(Chempro 100- Neus A)<br />

Krijgmacht nooit verloren gaan. Zeker als we kijken naar de niet<br />

al te grote stabiliteit in de wereld (Midden Oosten). Er blijft een<br />

behoefte aan voorlichting en kennis van deze materie. Ook geven<br />

we voorlichting over het CBRN dreigingaspect. Als mariniers hebben<br />

we ook een stukje terrorisme awareness in ons pakket. Met de<br />

actuele bronnen op dit gebied, houdt deze materie ons scherp.<br />

Aan de vraag om voorlichting hieromtrent van Brandweer, Douane<br />

en Politie kunnen wij voldoen.<br />

Wij hebben het ‘lekker druk’, maar kunnen uiteraard altijd wel<br />

een gaatje vinden om onze eigen organisatie eens voor te lichten<br />

voor wat betreft het nieuwe CBRN.<br />

Collega’s laat je verrassen, CBRN is realiteit op een ander niveau.<br />

Verbreden is de toekomst.<br />

Hier valt nog een dikke boterham voor het Korps te verdienen op<br />

nationaal gebied.


Van Boord<br />

Ben ik nu al aan de beurt?<br />

AOOMARNALG H.A.T.M. de Groot<br />

Na 36 jaar, 4 maanden en 21 dagen gediend te hebben bij het<br />

Korps Mariniers ga ik op 1 mei 2011 met functioneel leeftijdsontslag.<br />

Ik ben adjudant onderofficier van de mariniers algemeen<br />

H.A.T.M. de Groot. Marinenummer 043094, registratienummer<br />

581013129. Oh ja, even op mijn kaartje kijken, het zijn inmiddels zoveel<br />

nummers geworden, Peoplesoft nummer 216692, en nog zijn<br />

er collega’s die mij niet kennen!<br />

Enkele hoogtepunten uit mijn carrière bij het Korps Mariniers.<br />

Opgekomen op 9 december 1974. FLO per 1 mei 2011.<br />

In die tijd mochten we nog om 12.00 uur een biertje drinken, we<br />

mochten roken in alle verblijven en werkruimtes. Als 2e klasser<br />

s’ avonds in het manschappenverblijf de schoenen poetsen voor de<br />

1e klassers, anders mochten we geen biertje en of soft bestellen.<br />

Dus kwam je als 2e klasser maar één keer in het verblijf, en zorgde<br />

je er wel voor om zo snel mogelijk 1e klasser te worden en je takenboek<br />

af te hebben. In de tijd dat we met vierhonderd boordplaatser<br />

s’ avonds in het verblijf vertoefden en onze spannende momenten<br />

van de dag bespraken. Wat we de dag hadden beleefd en hoe het<br />

beter kon. We sliepen met zestig personen in één barak, met drie<br />

toiletten en drie douches. De nissenhutten op Texel waar de verwarming<br />

zomers, maar ook in de winter niet werkte. De oefening<br />

die de volgende dag gepland stond werd gehouden op het oefenterrein<br />

A 1-2-3 of de Leusderheide of gingen we naar de Harskamp?<br />

Dat waren toch wel de oefenterreinen die we het meest bezochten.<br />

De oefeningen in het buitenland werden meestal gehouden in<br />

Engeland, Sardinië, Schotland, Denemarken, Noorwegen. Met HMS<br />

Bulwark (Brits helikoptervliegdekschip) meevaren. We waren ten<br />

slotte toch zeesoldaten, en hadden zelf geen amfibisch schip. Collegialiteit<br />

stond hoog in het vaandel. Nu toch ook nog steeds!<br />

Ik ben er niet de persoon naar die regelmatig ‘het podium’<br />

betreedt. Maar ik vind het een eer om een stukje voor de QPO te<br />

mogen schrijven. Het is tenslotte 36 jaar, 4 maanden en 21 dagen<br />

geleden dat ik bij het Korps Mariniers mijn intrede deed. Mijn<br />

laatste functie is coördinator opleidingen MTC-staf. Hier bevindt<br />

zich het bureau waar de oefenterreinen worden gecoördineerd en<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

140<br />

aangevraagd voor het gehele MTC. Wat schept mijn verbazing, de<br />

oefenterreinen die nu worden gebruikt, zijn dezelfde van 36 jaar geleden.<br />

Heeft de tijd stil gestaan? Nee, natuurlijk niet. Door de jaren<br />

heen zijn we als Korps wel degelijk de grenzen gaan verleggen met<br />

oefeningen in het buitenland. Amerika, Canada, Suriname, Brunei,<br />

Turkije, en nog vele meer.<br />

Als 16-jarige mijn intrede gedaan bij het Korps Mariniers. Ik wilde<br />

graag magazijnbeheerder worden of bij de dekdienst. Van het<br />

Korps Mariniers had ik nog nooit gehoord. Tijdens mijn keuring in<br />

Hollandse Rading vertelden ze mij dat ze alleen nog vacatures hadden<br />

voor het Korps. Na enige foto’s te hebben bekeken van de werkzaamheden<br />

bij het Korps Mariniers zoals hindernisbaan, touwbaan,<br />

waterbak, en wat ze al niet meer lieten zien dacht ik van: laat ik dat<br />

dan maar gaan doen. Ik was al lang blij dat ik een baantje kreeg<br />

bij Defensie. Na negen maanden ploeteren, verplicht met de hele<br />

opleiding de Vierdaagse van Nijmegen lopen, heb ik het takenboek<br />

voor marinier der 1e klasse na negen maanden voltooid. Zo trots als<br />

een pauw mocht ik me afmelden bij mijn militaire meerdere als:<br />

marinier 1 De Groot meldt zich!<br />

Kunnen we dit met zijn allen nog herinneren; aan de eerste vereiste<br />

voldaan te hebben om als volwaardige marinier geaccepteerd te<br />

worden bij de eenheden. Dit geldt voor alle rangen. Het moment<br />

van erkenning dat je erbij hoort. MARINIER. Dat is niet de eerste<br />

dag dat je opkomt in de Van Ghentkazerne. NEE, daar moet je dus<br />

wat voor doen. Na mijn EVO heb ik de specialistische opleiding


81mm mortieren gedaan. Was nog niet zo<br />

verkeerd dat er toen eerst een specialistische<br />

opleiding gevolgd diende te worden<br />

voordat men bij de operationele eenheden<br />

werd geplaatst. De wijde wereld kwam snel<br />

dichterbij. In juni 1976 werd ik op Aruba<br />

geplaatst. Foutje van de baas, ik was pas 17<br />

jaar. Je mocht pas met je 18e levensjaar met<br />

uitzending. Wat een belevenis. Ja, ik had een<br />

goede keuze gemaakt. Mijn vrienden stonden<br />

nog op het voetbalveld in de regen, en<br />

ik stond aan het strand op Aruba. Dat had ik<br />

toch zeker niet verwacht toen ik een jaar en<br />

zes maanden daarvoor naar de keuring ging. Ik heb vier uitzendingen<br />

mogen beleven naar de Antillen waarvan één voor vier jaar op<br />

Aruba. Geweldig ook voor mijn vrouw en kinderen. Na mijn eerste<br />

term op Aruba van juni 1976 t/m april 1977 ben ik ingerouleerd bij<br />

de 15de Ondersteuningscompagnie, 81mm Mortierpeloton en Verkenningspeloton.<br />

En daar gebeurde het dat door een weddenschap<br />

(kratje bier) ik in 1978 de commando- en parachutistenopleiding<br />

heb gedaan. In 1979 heb ik van de kikvorsmanopleiding mogen genieten.<br />

Als je het dan over stompen hebt, dan heb ik dat in deze opleidingen<br />

zeker gedaan. Vooral bij het opleidingskader kikvorsmanopleiding.<br />

Daar had iemand een kistje met kronkels (verzinsels)<br />

erin, dat hebben we geweten. Kikkeropleiding voltooid. Twee dagen<br />

later zat ik geplaatst op Hr. Ms. van Galen. Ik denk dat de schipper<br />

de eerste dagen niet goed wist wat hij met mij aanmoest. Ik meldde<br />

me bij de schipper voor werkzaamheden. “De Groot, ga maar<br />

naar het kabelgat, emmer en zwabber halen dan kun je de walegang<br />

gaan schrobben”. Dat duurde drie dagen. Ik naar de schipper<br />

de derde ochtend. Eerst de emmer en de zwabber opgehaald, bij<br />

hem op kantoor neergezet, met de mededeling dat ik niet één jaar<br />

en zes maanden heb lopen stompen om bij hem anderhalf jaar de<br />

walegang te schrobben. Ik vertelde hem “er zijn 180 marinemensen<br />

aan boord en één marinier en die is hier niet voor de walegang”. De<br />

schipper begreep wat ik bedoelde. Ik werd beheerder van de duikstore<br />

en persluchtapparaten, en eerste zwemmer van de wacht.<br />

Tevens medewerker bij de krakploeg (dekdienst). Tijdens olieladen<br />

met een ander schip, kreeg ik van de eerste officier te horen dat<br />

er waarschijnlijk een oefening man overboord werd gehouden en<br />

dat ik dat ook moest gaan uit voeren. Ik vertel dat aan de mannen<br />

die op het achterschip bezig waren. En ja, daar was een oranje boei<br />

(werd gebruikt voor oefening man overboord) tussen de twee schepen.<br />

Ik overboord, achter mij aan werd een rubberboot gegooid.<br />

Eén van de bemanningsleden drukte op de man overboord knop’.<br />

Hij moest zich melden bij de commandant die hem vroeg waarom<br />

hij op de knop had gedrukt. Hij vertelde dat de marinier De Groot<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

141<br />

dat had gezegd. Hij kreeg opdracht om de marinier De Groot naar<br />

de brug te sturen, waarop hij antwoordde dat ik overboord was gesprongen.<br />

Ja, toen werd het geen oefening meer. De olieslang werd<br />

gekapt om mij op te gaan halen. Het duurde twee uur voordat ik<br />

aan de horizon een schip zag aankomen. Dan ben je toch wel heel<br />

klein als je met een rubberbootje op die grote waterplas dobbert.<br />

De commandant vond het een goede actie. Het vertrouwen was<br />

gewekt. Veel meegemaakt en gezien tijdens deze plaatsing, ook<br />

nog een halfjaar op Hr. Ms. Abraham Crijnssen gezeten. Heb door<br />

mijn vaarperiode wel de Marine leren waarderen.<br />

Hierna nog vele plaatsingen gehad waarvan ik vier jaar bij de<br />

Whisky compagnie heb mogen dienen. Mijn mooiste tijd bij de<br />

baas heb ik wel bij deze compagnie mogen beleven. Hard werken,<br />

vele kilometers op de ski’s in Noorwegen afgelegd en de bergschoenen<br />

in Schotland. Bij deze compagnie was je toch zeker wel<br />

acht maanden per jaar op doorreis naar verschillende oefeningen.<br />

Ook bij de 21e Infanteriecompagnie vier jaar gediend, waarbij twee<br />

uitzendingen. Haïti 1 (Unmih) van maart t/m september 1995 en<br />

Bosnië (IFOR) december 1997 t/m maart 1998. Hierna vier jaar naar<br />

Aruba om vervolgens in 2002 weer aan te treden bij 11e Paracompagnie<br />

tot 2005. Waarbij ik ook bij deze eenheid één uitzending<br />

heb gedaan naar Irak (SFIR) van juli t/m november 2003. Het zegt<br />

het al, para-eenheid, niet dat ik nog ging springen met de bol, wel<br />

toen ik een aanbod kreeg om met één van de instructeurs mee te<br />

gaan voor een tandemsprong. Wat een beleving! Om nooit meer te<br />

vergeten. Nu begrijp ik ook waarom die vrije-vallers een dergelijke<br />

adrenaline shot hebben voordat ze uit dat vliegtuig springen. De<br />

para instructeurs van toen, bedankt voor deze geweldige ervaring.<br />

Met veel enthousiasme vijf jaar samen met mijn vriend Bert van<br />

Beek (smjrmarnalg b.d. ) de ‘Baron Van Ghent mariniers motortoertocht’<br />

georganiseerd. Waarbij we in 2010, zestig motorrijders<br />

hadden die meededen met deze rit. Als je zo terug gaat in de tijd is<br />

het teveel om alles op te noemen wat je zoal hebt gedaan. Ik denk<br />

dat ik wel van alle kanten wat heb mogen snoepen. In ieder geval is<br />

het bij het Korps Mariniers geen dag hetzelfde. Even terugkomend<br />

bij het begin van dit schrijven, over het biertje drinken en het roken.<br />

Was het toen beter als nu? Nee, het was anders. Nu is het in mijn<br />

optiek professioneler dan toen, en dat heeft ook zeker te maken<br />

met de uitrusting en transportmiddelen die nu bij de eenheden beschikbaar<br />

zijn. Tot slot ben ik een dankbare marinier die zolang bij<br />

dit Korps heeft mogen dienen met al zijn facetten. Er zal altijd even<br />

een tijd komen dat je denkt dat het bij een ander beter is. De tijd<br />

zal overwinnen en het Korps Mariniers ook. Hierbij wil ik een ieder<br />

bedanken waarmee ik ooit heb samengewerkt. Voor onder andere<br />

de collegialiteit en de fijne tijd die ik heb mogen beleven. Het gaat<br />

u allen goed, even de schouders eronder is een veel gehoorde kreet,<br />

ook nu weer in deze tijd.<br />

“QPO, Houdoe”, Hennie de Groot.


<strong>Mariniersmuseum</strong><br />

Directeur: mw. M.F. Groen<br />

Conservator: mw. E.S.S. Visser<br />

Museumnachtmariniers<br />

De tiende editie van de Rotterdamse<br />

Museumnacht op 5 maart 2011 stond<br />

volledig in het teken van 10 x 010. Er was<br />

deze editie weer veel te zien en te doen<br />

in de stad. Hoe krijg je het voor elkaar<br />

om van hot naar her te rennen en niets<br />

te missen? Natuurlijk weet een marinier<br />

daar wel raad mee en dat was dan ook<br />

de insteek van het <strong>Mariniersmuseum</strong>:<br />

zorg dat je fit bent en begin daarom de<br />

avond in het <strong>Mariniersmuseum</strong>. Aan<br />

deze oproep is ruim gehoor gegeven. Zo’n<br />

zevenhonderd mensen kwamen naar de<br />

Wijnhaven om erachter te komen of zij<br />

het in zich hadden om museumnachtmarinier<br />

te worden. Bij binnenkomst kregen<br />

zij een tienstrippenkaart uitgereikt en<br />

werden daarmee het museum ingestuurd<br />

om tien verschillende oefeningen te doen.<br />

Tenminste, als ze zover kwamen. De hit<br />

van de avond was om gewapend met een<br />

nachtkijker in het aardedonker de weg op een uitgezet parcours<br />

te vinden. Dat voor deze oefening ruim een half uur gewacht<br />

moest worden deerde niemand. Natuurlijk stond ook kaart en<br />

kompas op het programma. Fysiek werden de nachtelijke bezoekers<br />

ook op de proef gesteld doordat zij zich onder andere minimaal<br />

tien keer moesten opdrukken, met een loodzware rugzak<br />

op het stepapparaat vooruit moesten zien te komen en natuurlijk<br />

een stukje moesten tijgeren. Vijf mariniers, geplaatst bij de Roadshow<br />

en het MOC, waren de bezoekers met allerlei tips behulpzaam<br />

en konden diverse prangende vragen van het publiek over<br />

hun werk beantwoorden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat<br />

een groot deel van de bezoekers er in slaagde om de tien strippen<br />

te verzilveren en gingen dan ook gewapend met het getuigschrift<br />

als geoefend museumnachtmarinier de nacht weer in.<br />

Schilderij voor museum<br />

Aan de collectie van het <strong>Mariniersmuseum</strong> is op 2 februari een<br />

imposant werk over de missie in Afghanistan toegevoegd. Tijdens<br />

een bijzondere bijeenkomst van het bestuur van de Vrienden,<br />

waarbij ook de Commandant van het Korps Mariniers, brigadegeneraal<br />

R. Verkerk aanwezig was, is afscheid genomen van de<br />

voorzitter R. Spiekerman van Weezelenburg en het bestuurslid<br />

C. van der Linde. De nieuwe voorzitter kolonel der mariniers b.d.<br />

F. Hoogeland nodigde zijn voorganger uit om in de hal van het<br />

museum een schilderij te onthullen dat aan de collectie van de<br />

Stichting Historische Verzameling Korps Mariniers moest worden<br />

toegevoegd. En wie was er nu meer geëigend om dit te doen dan<br />

de scheidend voorzitter. Onder zijn voorzitterschap was immers<br />

de opdracht verleend tot het maken van dit doek. Met zichtbaar<br />

genoegen onthulde Spiekerman van Weezelenburg dan ook dit<br />

imposante schilderij. Spiekerman gaf aan dat dit doek dat net<br />

zoals het Viper schilderij is gemaakt door de talentvolle kunste-<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

142<br />

naar Casper Warmoeskerken. Het schilderij draagt bij aan het<br />

waarmaken van de missie van het museum. Het museum breidt<br />

haar collectie namelijk met een belangrijk werk uit, mariniers<br />

herkennen zich in dit werk en de bezoekers kunnen door de<br />

ogen van de kunstenaar daadwerkelijk kennismaken met de missie<br />

Afghanistan. Hierna nam de Korpscommandant het woord<br />

die aangaf blij te zijn dat de Vrienden ook zorgen voor de vastlegging<br />

van de geschiedenis door middel van het verstrekken van<br />

kunstopdrachten. Onze missies zijn het waard om door kunstenaarsogen<br />

vertaald te worden en zo eeuwig aan de vergetelheid<br />

te worden ontrukt. Hij gaf aan dit schilderij graag op zijn werkkamer<br />

te zien hangen maar begreep dat het doek in het museum<br />

een grotere rol kon spelen. Als laatste spreker dankte bestuurslid<br />

N. Nommensen van de Stichting Historische Verzameling Korps<br />

Mariniers de Vrienden voor dit indrukwekkende schilderij. Hij<br />

verzekerde de aanwezigen dat er tot in eeuwigheid goed gezorgd<br />

zou worden voor deze indrukwekkende patrouille.<br />

Voor de nieuwe aanwinst van het museum staan v.l.n.r. de nieuwe voorzitter<br />

Vrienden F. Hoogland, de scheidend voorzitter R. Spiekerman van Weezelenburg,<br />

de Commandant Korps Mariniers R. Verkerk en een bestuurslid van de<br />

St. Historische Verzameling Korps Mariniers N. Nommensen.<br />

Onderscheiding<br />

Vorig jaar heeft een delegatie van het Marine Corps Leaque,<br />

mede in het kader van het 345-jarig bestaan van het Korps<br />

Mariniers, een meerdaags bezoek aan Rotterdam gebracht. Als<br />

blijk van waardering voor de<br />

ondersteuning die zij van het<br />

<strong>Mariniersmuseum</strong> mochten<br />

ontvangen hebben zij aan<br />

sergeant-majoor Arnold Ho-<br />

Sam-Sooi en Marieke van Dijk<br />

respectievelijk de service medal<br />

en de citizen medal verleend. Op<br />

31 maart zijn deze onderscheidingen<br />

uitgereikt.<br />

Mijn herinnering aan de meidagen 1940<br />

Dit jaar is het al weer 71 jaar geleden dat het bombardement op<br />

Rotterdam plaatsvond. Op verschillende punten in de stad wordt<br />

aandacht besteed aan deze gebeurtenis, met als doel om zo veel


mogelijk Rotterdammers duidelijk te maken wat er zich in de<br />

meidagen 1940 in hun stad heeft afgespeeld.<br />

In het <strong>Mariniersmuseum</strong> is de speciale tentoonstelling Mijn<br />

herinnering te zien en in het metrostation Beurs/Churchillplein,<br />

WTC en bibliotheek komen op beeldschermen in korte interviews<br />

de mariniers van toen zelf aan het woord. Dat is heel<br />

bijzonder, omdat er anno 2011 nog maar drie mariniers bekend<br />

zijn die de strijd om Rotterdam persoonlijk hebben meegemaakt.<br />

Ondanks hun zeer hoge leeftijd vertellen de heren Arie<br />

Profijt, Jan Bulthuis en Ko Stroo op indringende wijze over hun<br />

belevenissen toentertijd. Hun persoonlijke verhaal vormt ook de<br />

basis voor een speciale minidocumentaire, die aangevuld met<br />

filmbeelden uit 1940, op TV Rijnmond vertoond gaat worden.<br />

De opnames voor deze interviews vonden in april 2011 plaats in<br />

het <strong>Mariniersmuseum</strong>.<br />

Uitgebreide interviews met de drie heren, al eerder opgenomen<br />

in 2009, kunt u bekijken en beluisteren op de tentoonstelling<br />

Mijn herinnering, waar ook het bijzondere relaas van de in 2010<br />

overleden Ton Loontjes te horen is. In Mijn herinnering vormen<br />

de interviews, wat museumobjecten en foto’s samen een aangrijpende<br />

herinnering aan een gebeurtenis om nooit meer te<br />

vergeten.<br />

OMLT-schilderijen voor <strong>Mariniersmuseum</strong><br />

Op donderdag 7 april heeft de Commandant van het Korps<br />

Mariniers, brigadegeneraal der mariniers R. Verkerk, in het<br />

<strong>Mariniersmuseum</strong> te Rotterdam drie schilderijen onthuld.<br />

Deze schilderijen herinneren aan de Operational Mentoring and<br />

Liaison Team (OMLT)-missies in Afghanistan. Een groot aantal<br />

OMLT’ers van het Korps Mariniers reisden af naar Rotterdam<br />

om de onthulling bij te wonen.<br />

In de periode van november 2006 tot en met november 2008<br />

hebben vijf OMLT’s van het Korps Mariniers deel uitgemaakt<br />

van het Nederlandse OMLT detachement van Task Force Uruzgan<br />

(TFU). De OMLT’s van het Korps, samen met OMLT’s van de<br />

Agenda:<br />

t/m 26 juni 2011<br />

Van scholier tot marinier<br />

Fotograaf Cornelie de Jong volgde van maart 2009 tot december 2009 de mariniers<br />

van lichting 0902.<br />

Mijn herinnering<br />

Het verhaal van Bulthuis, Profijt, Loontjes en Stroo over de meidagen 1940 in<br />

Rotterdam<br />

Verwacht<br />

vanaf 23 juli 2011<br />

Ayo Antillen<br />

De tentoonstelling wordt een feest van herkenning voor wie daar geweest is!<br />

Bekijk onze website voor alle actuele informatie: www.mariniersmuseumrotterdam.nl<br />

QUA PATET ORBIS - april 2011<br />

143<br />

Landmacht, zijn tijdens deze periode verantwoordelijk<br />

geweest voor het opwerken van eenheden van de 4e<br />

Brigade (205 Corps) van het Afghaanse nationale leger.<br />

De belangrijkste taken van de OMLT’s bestonden uit het<br />

begeleiden, ondersteunen en coachen van de Afghaanse<br />

militairen.<br />

De drie schilderijen, geschilderd door de Amsterdamse<br />

kunstenaar Henk Bezuijen, geven de missie in grote lijnen<br />

weer. Het eerste doek laat een specifieke opleidingssituatie<br />

zien en het tweede doek toont een gecombineerde<br />

patrouille in de Green met leden van het Afghaanse<br />

nationale leger en het Korps Mariniers. Het derde doek<br />

beeldt een eenheid van het Afghaanse nationale leger uit<br />

tijdens ceremonieel.<br />

Generaal Verkerk bedankte - naast Henk Bezuijen en het<br />

<strong>Mariniersmuseum</strong> - de Stichting Historische Verzameling<br />

Korps Mariniers voor het beschikbaar stellen van fondsen<br />

om het drieluik te laten maken. Bovenal bedankte hij de<br />

mariniers die deel uit hebben gemaakt van de OMLT’s<br />

voor de professionele manier waarop zij hun werkzaamheden<br />

onder vaak zware omstandigheden hebben<br />

verricht.<br />

Adres:<br />

<strong>Mariniersmuseum</strong><br />

Wijnhaven 7 – 13<br />

3011 WH Rotterdam<br />

Tel. 010 – 412 96 00<br />

Geopend:<br />

dinsdag t/m vrijdag 10.00 – 17.00 uur<br />

zaterdag en zondag 11.00 – 17.00 uur


Voorpagina:<br />

Riverine Operations van het Bootpeloton Caribisch<br />

Gebied in North Carolina, Verenigde Staten.<br />

Foto: Peter Bijpost, AVDD<br />

Achterpagina:<br />

Joint Arctic Training 2011: mariniers gaan tot het<br />

uiterste.... en verder!<br />

Foto: Cees Baardman

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!