05.09.2013 Views

Voorproefje (PDF) - CAL-XL

Voorproefje (PDF) - CAL-XL

Voorproefje (PDF) - CAL-XL

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

cultuur<br />

sikko cleveringa<br />

nieuwe<br />

stijl<br />

praktijkboek<br />

community arts<br />

en nieuwe<br />

cultuurfuncties<br />

Handleiding voor de projectscan<br />

en landelijke databank voor<br />

culturele interventies in<br />

maatschappelijke ontwikkeling<br />

laboratorium voor kunst & samenleving<br />

sociale infrastructuur<br />

sociale deelname<br />

creatiere<br />

gemeenschap publ<br />

zelforganisatie produ<br />

erfgoed & e<br />

sociale cohesie publieke beel<br />

persoonlijke o<br />

brongr<br />

1


cultuur sikko cleveringa<br />

nieuwe<br />

stijl


praktijkboek<br />

community arts<br />

+ nieuwe<br />

cultuurfuncties<br />

Handleiding voor de projectscan<br />

en landelijke databank voor<br />

culturele interventies in<br />

maatschappelijke ontwikkeling


inhoud<br />

➍ voorwoord ➏ inleiding<br />

➑h1cultuur<br />

nieuwe stijl<br />

essays: de pioniers -<br />

fase voorbij + kunst<br />

als waardemaker<br />

h2projectscan<br />

en<br />

creatie regie<br />

handleiding databank


h3sociaalartistieke<br />

praktijken<br />

vijf voorbeelden<br />

h4nieuwe<br />

cultuurfuncties<br />

essay: het arnhems<br />

model welzijn<br />

nieuwe stijl colofon<br />

verantwoording & credits cal to go


In werkproces mininaa 1<br />

demonstreert Sikko Cleveringa<br />

hier als coach<br />

een fractie van de veelheid<br />

aan gereedschappen<br />

die elk van ons overal en altijd<br />

voor handen heeft<br />

in het dagelijkse<br />

van het ‘publieke’ leven.<br />

Hij neemt de beschouwer mee<br />

in een scheppende sculptuur<br />

van ritueel ritmisch roteren,<br />

daarna haast haaks terug- en<br />

weer herboren hellend voort,<br />

wisselend geladen en gelaten,<br />

in even- en tegenwicht<br />

naar naadloos netwerken<br />

en motorisch meanderen.<br />

Tussen lichaam en geest,<br />

in presentie en absentie,<br />

na ontwaren en ontwarren,<br />

voorbij moeten en ontmoeten.<br />

Tussen hemel en aarde,<br />

in het hier en nu,<br />

vanuit een waanzinnig complex coloriet,<br />

vindt men zich terug in zijn eigen kleur,<br />

ja, zo lijkt het, men is niets,<br />

indien niet een acteur!<br />

man is<br />

nothing<br />

if not<br />

an<br />

actor<br />

voorwoord door adriaan nette, kunstenaar<br />

1 ‘Men Is Nothing If Not<br />

An Actor’; citaat van<br />

Casanova Giacomo 1725-<br />

1798. De foto’s zijn van de<br />

openingshandeling van<br />

Nijmegen Exposeert waar<br />

Adriaan en Sikko de selectie<br />

en intervisie van de<br />

deelnemende kunstenaars<br />

hebben begeleid.<br />

5


inleiding<br />

Dit praktijkboek trapt af met een reflectie op actuele ontwikkelingen in<br />

kunst en samenleving en geeft een toelichting op het begrip Cultuur nieuwe<br />

stijl. In hoofdstuk twee worden de projectscan en creatieregie geïntroduceerd<br />

als hulpmiddelen voor doelmatig werken aan sociaalartistieke praktijken.<br />

Beide hulpmiddelen vormen bovendien een inhoudelijke handleiding voor het<br />

gebruik van de landelijke projectendatabank voor culturele interventies in<br />

maatschappelijke ontwikkelingen. De projectscan is een conceptueel model<br />

dat inzichtelijk maakt hoe culturele interventies werken in maatschappelijke<br />

ontwikkeling. Het is een krachtig instrument dat bijdraagt aan het professio-<br />

naliseren en legitimeren van community arts. Aan de hand van vijf voorbeeld-<br />

projecten in hoofdstuk drie krijgen eerder gepresenteerde concepten verder<br />

vorm. Het vierde hoofdstuk is een informatieve tekst over de missie, visie en<br />

positie van cultuuraanjagers in een poging direct betrokkenen meer grip te<br />

geven op deze nieuwe cultuurfuncties. Het boek besluit met een overzicht van<br />

de ondersteuning die beleidsmakers en professionals in culturele en maat-<br />

schappelijke sectoren kunnen krijgen van Cal-xl.<br />

Op de websites van Cal-xl en Cultuurnetwerk Nederland is een landelijke data-<br />

bank van community arts projecten actief. Gebruikers kunnen onder andere<br />

projecten en programma’s bekijken, checklists downloaden en toegang vinden<br />

tot relevante sociale media netwerken. Met een inlogcode kunnen makers<br />

eigen projecten invoeren en vergelijken met andere projecten.<br />

We wensen iedereen veel leesplezier en hopen ‘onze’ lezers te ontmoeten in<br />

het netwerk van makers, aanjagers en partners in community arts en Cultuur<br />

nieuwe stijl.<br />

Namens Cal-xl en het Landelijk Platform Cultuuraanjagers,<br />

Sikko Cleveringa<br />

7


hoofdstuk 1<br />

cultuur<br />

nieuwe stijl<br />

in nederland heeft zich de afgelopen tien jaar een<br />

8<br />

belangrijke transformatie voltrokken in de relatie<br />

tussen kunst en samenleving. Daar is een lang<br />

traject van pionieren aan voorafgegaan en daar zal<br />

naar verwachting een lang traject van bestendiging<br />

op volgen. anno 2011 zit de relatie tussen kunst en<br />

samenleving in een turbulente fase. Deze publicatie<br />

heeft als ambitie de basisprincipes van deze Cultuur<br />

nieuwe stijl te ontrafelen en toegankelijk te maken<br />

voor beleidsmakers en professionals in zowel de cultuursector<br />

als andere maatschappelijke sectoren.<br />

een groep die de komende jaren samen deze nieuwe<br />

relatie tussen kunst en samenleving verder vorm<br />

gaat geven.


cocreatie heeft de toekomst<br />

Dat elk hoger gezag vandaag terrein lijkt te verliezen op het eigen gelijk<br />

van de burger, hoeft niet enkel cultuurpessimisme op te roepen. In community<br />

arts hebben kunstenaars al langer begrepen dat samen creëren met<br />

burgers een stuk vruchtbaarder voelt. Niet hun artistieke autoriteit geven<br />

ze op, wel hun maatschappelijke isolement. Steeds meer jonge artiesten<br />

beseffen: cocreatie heeft de toekomst. Religie en natiestaat vormen niet<br />

langer de bindende factor van weleer. De globalisering, met haar migratiestromen,<br />

resulteert in een postmoderne situatie waarin een hoop subculturen<br />

naast elkaar bestaan zonder nog langer betekenis te ontlenen<br />

aan één canon. Ook kunst vertolkt niet langer de betekenisgevende rol<br />

die ze ooit had. Met de ontzuiling neemt de overheid de taak op zich om<br />

kunstenaars te ondersteunen en daarmee wordt kunst een specialisme<br />

binnen de gelaagdheid van de samenleving. De kunst viert haar autonomie<br />

en zelfreflexiviteit. En zingt zichzelf los. Deze ontwikkeling is in<br />

Nederland statistisch vastgesteld: de meeste kunst- en cultuurconsumptie<br />

vindt plaats binnen de hogere sociaaleconomische strata. Voornamelijk<br />

hoog opgeleiden met modale en bovenmodale inkomens identificeren zich<br />

met de gevestigde canon. Lagere klassen verbinden zich daar niet mee.<br />

Zij stemmen met hun voeten en blijven weg uit de cultuurtempels. Kunst,<br />

kortom, heeft geen betekenis in hun dagelijkse werkelijkheid. Kunst wordt<br />

door grote groepen in de samenleving geassocieerd met een andere,<br />

elitaire wereld.<br />

nieuwe bronnen van verbeelding<br />

Uit ongenoegen met die geïsoleerde maatschappelijke positie zoeken<br />

kunstenaars in de jaren zestig van de vorige eeuw opnieuw verbindingen<br />

met die lagere sociaaleconomische strata. Hoe krijgt kunst weer<br />

betekenis? Beeldend kunstenaars als Adriaan Nette, Ida van der Lee<br />

en Jeanne van Heeswijk, en theatermakers als Peter van de Hurk (het<br />

Rotterdams Wijktheater) en Titia Bouwmeester (5eKwartier) draaien de<br />

klassieke verhoudingen om. Terwijl in de oude natiestaat het volk wordt<br />

opgevoed tot de culturele canon, zoeken deze kunstenaars actief de eigen<br />

leefwereld van gemeenschappen op om daar met hun artistiek arsenaal<br />

nieuwe betekenissen aan te geven. Zo werkt Adriaan Nette al enkele<br />

jaren in de wijk Landsherenkwartier in Deventer. Als beeldend kunstenaar<br />

zoomt hij in op de schoonheid van het dagelijkse leven in een periode<br />

van sloop en nieuwbouw. Hij neemt foto’s op buurtdagen van burgers of<br />

welzijnorganisaties en vergroot die foto’s uit tot mythische proporties.<br />

In de vorm van fotoboeken, exposities of billboards in de wijk geeft hij de<br />

beelden terug aan de wijk. Door dit jarenlang systematisch te doen, geeft<br />

Adriaan Nette voor zowel bewoners als voor buitenstaanders een nieuwe<br />

betekenis aan dat wat er in de wijk gaande is. Mensen kijken vanuit een<br />

schoonheidsbeleving naar hun eigen werkelijkheid. Een perspectief dat<br />

Het begin van dit hoofdstuk<br />

is geschreven in<br />

samenspraak met Wouter<br />

Hillaerts en deels gepubliceerd<br />

in Rekto Verso,<br />

Belgisch tijdschrift voor<br />

cultuur en kritiek.<br />

9


10<br />

1<br />

Het woord doelgroep is<br />

meer gangbaar, maar<br />

in deze publicatie wordt<br />

bewust gekozen voor het<br />

woord brongroep als alternatief.<br />

De term doelgroep<br />

komt uit de marketing<br />

en daar zet dit werkboek<br />

zich juist tegen af. De<br />

term brongroep komt<br />

uit het wetenschappelijk<br />

onderzoek en sluit goed<br />

aan op het gegeven dat<br />

een gedegen community<br />

arts project in de regel<br />

begint met een (artistiek)<br />

onderzoek in de leefwereld<br />

van de deelgemeenschap<br />

waar het project voor<br />

bedoeld is.<br />

uiteindelijk resulteert in een vorm van collectieve identiteitsvorming.<br />

Vele kunstenaars vrezen dat een dergelijke horizontale coproductie van<br />

zin- en betekenisgeving ten koste gaat van hun artistieke autonomie.<br />

Maar kunstenaars in community arts werken niet minder autonoom.<br />

Hun artistieke procedé is precies hetzelfde als bij een galeriekunstenaar:<br />

ze doen onderzoek naar bronnen, selecteren daarin en komen tot een<br />

verbeelding. Alleen gaan ze niet enkel te rade bij hun eigen bronnen<br />

of bij de kunstgeschiedenis, ze betrekken ook bronnen van specifieke<br />

gemeenschappen bij hun onderzoek, hun selectie en vaak ook de finale<br />

verbeelding.<br />

In bovenstaande drie stappen kiest een kunstenaar de brongroep 1 in meer<br />

of mindere mate mede- eigenaar te laten zijn van het resultaat: soms in<br />

artistieke zin, soms alleen in sociaalorganisatorische zin. Community arts<br />

is een autonoom maakproces: de maker blijft de regie voeren en maakt<br />

de artistieke keuzes. Boeiend aan een kunstenaar als Nette is dat hij<br />

een nieuwe beeldtaal creëert zonder dat hij het gehele project naar zich<br />

toetrekt. Hij speelt in op bestaande dynamieken in de wijk en arrangeert<br />

die subtiel naar een hoger artistiek plan. Veel andere community arts<br />

kunstenaars (onder)zoeken nog hoe ze de cocreatie bij de wijkbewoners<br />

kunnen houden zonder dat de deelnemers zich plooien naar hun verhaal.<br />

Intussen kiezen jongere kunstenaars spontaan voor processen van<br />

cocreatie. Terwijl de oudere generatie veelal opgeleid is aan reguliere<br />

kunstacademies, is de jongere generatie vaker afkomstig uit toegepaste<br />

kunsten, zoals design. Deze kunstenaars zijn van nature opgeleid om voor<br />

opdrachtgevers te werken en worstelen minder met hun artistieke positie<br />

binnen projecten met burgers. In Utrecht doet HIK Ontwerpers onder<br />

de noemer urban design – anderen spreken van social design – allerlei<br />

ontwerpingrepen in sociale omgevingen. In Rotterdam heeft Bureau Mest<br />

leegstaande woningen in de Afrikaanderwijk omgebouwd tot ‘kuswoningen’.<br />

En in Amsterdam-West ontwikkelden Young Designers+Industry<br />

(YD+I) in een paar jaar de kledinglijn PAL-West met lokale jongeren. Ze<br />

betrokken de jongeren bij de initiële ontwerpfase tot de finale marketeering<br />

als nieuwe culturele ondernemers. In al deze gevallen gaat het<br />

om multidisciplinaire teams van jonge ontwerpers die community arts<br />

spontaan afwisselen met professionele opdrachten. Ook jonge academiestudenten<br />

ontdekken meer en meer de schoonheid van cocreatie. De<br />

motivatie van meer vitale betekenis te zijn in de samenleving is sterk en<br />

levert een intrinsieke werkbevrediging op die blijkbaar doorslaggevend<br />

werkt.


autoriteit in interactie<br />

In essentie ontwikkelt zich hier een nieuw kunstenaarschap. Deze nieuwe<br />

generatie kunstenaars wil zich verbinden met specifieke groepen mensen<br />

die voor hen van wezenlijke betekenis zijn. Ze ontwikkelen ook een nieuw<br />

soort ambachtelijkheid: hoe daag je burgers en gemeenschappen uit te<br />

participeren, hoe blijf je hen motiveren, hoe handhaaf je hun eigenaarschap<br />

over het project? Op dat vlak kunnen de reguliere kunsten leren van<br />

de opgebouwde expertise bij community arts.<br />

Dat geldt niet alleen voor kunstenaars, maar ook voor instituten. Hoe<br />

interageer je als theater of museum met je stad? Kunstinstellingen kunnen<br />

niet langer bogen op hun klassieke autoriteit binnen de urbane ruimte.<br />

In 2000 is het parool: ‘doelgroepenmarketing in functie van toeleiding’.<br />

Anders gezegd: de non-participanten moeten de cultuurtempel in.<br />

Maar die strategie floreert bij het betekenismodel van de oude natiestaat<br />

waarin iedereen dezelfde gevestigde canon tot zich moet nemen.<br />

Vandaag beseffen instellingen: we moeten zelf naar de mensen toe en<br />

samen met hen deelcanons produceren vanuit hun eigen leefwereld. Een<br />

mooi voorbeeld van die ‘er op af’-strategie is het urban curator-beleid<br />

van het Museum Rotterdam, dat de wijken intrekt om daar nieuw erfgoed<br />

op te spitten. Zo maakten ze met strijdbare vrouwen uit achterstandswijken<br />

van Rotterdam-Zuid een glossy rond verhalen en kwesties die<br />

de brongroep zelf bezighield. Opnieuw fungeert cocreatie hier als een<br />

meer eigentijdse strategie om betekenissen te bewerkstelligen voor alle<br />

bewoners in de stad.<br />

Lever je daarmee je autoriteit als kunstenaar of instelling uit aan de<br />

smaak van Jan met de pet? Integendeel. In al die nieuwe coproducties<br />

van betekenisgeving wordt aan de kunstenaar juist een unieke vaardigheid<br />

toegekend: het vermogen een werkelijkheid te verbeelden met een<br />

specifieke kwaliteit die elders moeilijk te vinden is in deze maatschappij.<br />

Zelfs economische krachten beschouwen kunst als een steeds belangrijkere<br />

waardemaker. Onderzoek 2 wijst uit dat projecten als die van Adriaan<br />

Nette een positieve invloed hebben op de perceptie van de leefbaarheid<br />

van wijken. De hoogwaardige positie van het artistieke procedé wordt<br />

aantoonbaar op zijn waarde geschat, inclusief het mystieke randje dat<br />

erbij hoort. De postmoderne en gedifferentieerde samenleving stelt er<br />

alleen andere eisen aan: de autoriteit moet in interactie gaan.<br />

In deze nieuwe situatie is het voor kunstenaars cruciaal om antwoorden<br />

te formuleren op de referentiescheppende rol die is weggevallen met<br />

de natiestaat en de religie. Ida van der Lee doet dat op gepaste wijze in<br />

haar project Allerzielen Alom (2007 tot heden). Daarin ontwikkelt ze als<br />

kunstenaar, in coproductie met nabestaanden, eigentijdse vormen voor<br />

2 De Kracht van Cultuur -<br />

Effectieve cultuurimpulsen<br />

in de wijk. Community of<br />

practice (CoP). Downloaden<br />

via www.cal-xl.nl<br />

of bestellen via www.<br />

cultuurimpuls.nl.<br />

11


12<br />

3 Community arts wordt<br />

onder andere in kringen<br />

van cultuureducatie ook<br />

gezien als een instrument<br />

van toeleiding van<br />

doelgroepen naar het<br />

gevestigde canon; een<br />

laagdrempelige manier<br />

om kennis te maken met<br />

kunst en cultuur. Dat is<br />

in principe een misvatting;<br />

sociaalartistieke<br />

praktijken leiden vroeg of<br />

laat tot bridging met de<br />

gevestigde cultuur, maar<br />

dat is een gelijkwaardige<br />

uitwisseling en beïnvloeding,<br />

geen toeleiding.<br />

het vieren van dierbaren die overleden zijn. Allerzielen Alom vult het gat<br />

dat de ontkerkelijking heeft achtergelaten: het biedt houvast om te gaan<br />

met de dood. En dat ligt dicht bij de oude rituele functie van kunst, alleen<br />

zijn burgers nu zelf opdrachtgever. Van der Lee speelt, en met haar steeds<br />

meer kunstenaars, in op een hamvraag in elke maatschappij: hoe geven<br />

we betekenis en zin aan belangrijke gebeurtenissen in ons leven? Het antwoord<br />

moet uit de kunsten komen. Het is altijd uit de kunsten gekomen.<br />

In deze tijd is cocreatie met burgers een van de boeiendste strategieën<br />

om zowel van maatschappelijke betekenis te zijn als de autoriteit van de<br />

kunsten te herwinnen.<br />

van klassiek cultuurbereik naar cultuur<br />

nieuwe stijl<br />

Hoe heeft deze ontwikkeling zich vertaald in overheidsbeleid? In 2000<br />

wordt Actieplan Cultuurbereik opgezet. Daarin werkt het ministerie van<br />

OCW samen met de provincies en dertig gemeenten om meer en nieuw<br />

publiek te betrekken bij cultuur. Ook vanuit het grotestedenbeleid (1994)<br />

is er de bereidheid te investeren in kunst binnen sociale programma’s. In<br />

de slipstream van deze programma’s is een nieuwe beroepsgroep ontstaan<br />

van nieuwe cultuurfuncties die de opdracht krijgt nieuwe praktijken<br />

aan te jagen op het raakvlak van kunst en samenleving. Deze nieuwe<br />

cultuurfuncties worden in hoofdstuk vier nader toegelicht.<br />

De missie van Actieplan Cultuurbereik is om gesubsidieerde kunst en<br />

culturele voorzieningen ook daadwerkelijk van betekenis te laten zijn<br />

voor iedereen. Niet alleen voor de kunstminnende elite. De visie over hoe<br />

dat doel bereikt kan worden heeft de afgelopen jaren een interessante<br />

transformatie laten zien die parallel loopt aan de hier boven geschetste<br />

paradigma wisseling in de kunsten. Het gaat om de strategische keuze<br />

hoe het aanbod van culturele voorziening kan matchen met de latente<br />

vraag van groepen burgers die daar (nog) geen gebruik van maken. Kies<br />

je voor toeleiding vanuit de leefwereld naar de gevestigde instellingen of<br />

moeten de gevestigde instellingen er zelf op af? Cultuurfilosoof Francois<br />

Matarasso noemt dit proces in het boek Leven met Verschillen (Eugene<br />

van Erven) ‘democratisering van de cultuur’ versus ‘culturele democratie’.<br />

In dit werkboek noemen we dat klassiek cultuurbereik versus Cultuur<br />

nieuw stijl. In de tabel staat een korte typologie van beide visies.<br />

Community arts is in principe een exponent van Cultuur nieuwe stijl 3 .<br />

Klassiek cultuurbereik redeneert vanuit de opvatting dat er één cultureel<br />

canon is waartoe iedere burger opgevoed moet en kan worden. Cultuur<br />

nieuwe stijl gaat er vanuit dat er nieuwe cultuur geproduceerd kan en<br />

moet worden vanuit cocreatie met burgers in deelgemeenschappen. Bij<br />

de start van Actieplan Cultuurbereik in 2000 is de eerste benadering nog


■ klassiek cultuurbereik<br />

▶ Toeleiding vanuit de leefwereld naar de<br />

systeemwereld;<br />

▶ De vier P’s van de marketingmix:<br />

product, prijs, promotie en plaats (en<br />

personeel);<br />

▶ ‘Democratisering van de cultuur’.<br />

■ cultuur nieuwe stijl<br />

▶ Toeleiding vanuit de systeemwereld naar de<br />

leefwereld;<br />

▶ De vier krachten van creatieregie: voedingskracht,<br />

creatieve kracht, samenwerkingskracht<br />

en vormkracht;<br />

▶ ‘Culturele democratie’.<br />

dominant. In de huidige praktijk van 2011 heeft de tweede interpretatie<br />

van cultuurbereik inmiddels flink aan terrein gewonnen.<br />

▶ Nieuwe doelgroepen worden verleid om naar<br />

de gevestigde instellingen te komen;<br />

▶ Harmoniemodel: het in kaart brengen van<br />

het aanbod en dat goed communiceren;<br />

▶ Eventueel gevestigd aanbod naar de mensen<br />

toe brengen zoals bestaande cultuuruitingen<br />

in culturele wijkcentra.<br />

▶ De gevestigde instellingen worden verleid om<br />

naar de doelgroep te komen;<br />

▶ Conflictmodel: het op de kaart zetten van de<br />

vraag en daar ruimte voor bevechten;<br />

Eventueel nieuw aanbod naar de gevestigde<br />

instellingen toe brengen zoals nieuwe<br />

cultuuruitingen in de schouwburg.<br />

De keuze voor het een of het ander kan een politieke of een praktische<br />

motivatie hebben. Het moet of het kan. De eerste jaren van het nieuwe<br />

millennium laten daarin een spannende paradox zien. In 2000 kiest de<br />

politiek impliciet voor Cultuur nieuwe stijl (Actieplan Cultuurbereik), maar<br />

het veld vertaalt dat in de sfeer van klassiek cultuurbereik en doelgroepmarketing.<br />

In 2011 begint het veld Cultuur nieuwe stijl en community<br />

arts steeds meer te omarmen, maar lijkt de politiek terug te grijpen op<br />

het oude canon van nationaal erfgoed en klassieke cultuureducatie. De<br />

ontwikkeling in het culturele veld is volgens dit werkboek een pragmatische<br />

geweest waarbij al doende ontdekt werd dat klassiek cultuurbereik<br />

niet meer werkt in de huidige samenleving en dat Cultuur nieuwe stijl daar<br />

een antwoord op is. De politieke ontwikkeling heeft alles te maken met<br />

het koesteren van de multiculturaliteit in de jaren negentig en het actuele<br />

verlangen naar een eenduidige natiestaat met één nationale identiteit<br />

en één cultureel canon die dat reproduceert en representeert. De dubbele<br />

paradox is dat de gewone burger deze politiek steunt, terwijl hij zich bij<br />

uitstek niet meer herkent in die gevestigde cultuur. De kunstpraktijk zelf<br />

moet dit waar maken. Deze publicatie levert daar een bijdrage aan.<br />

■◀<br />

13


essay de<br />

pioniersfase<br />

voorbij<br />

14<br />

krista Heijster<br />

Projectleider Kunst<br />

in de wijk Cultuur-<br />

Ondernemen<br />

In het najaar van 2010 krijg ik een uitnodiging van Titia Bouwmeester,<br />

artistiek leider van 5eKwartier, voor de lunchvoorstelling KantineOost. Mee<br />

te brengen: een lepel. De locatie: een oud schoollokaal midden in Parkwijk<br />

(Haarlem). Samen met buurtbewoners neem ik plaats aan een grote tafel.<br />

Iedereen heeft een aardappel met een mesje voor zich liggen. Er pruttelt<br />

een grote pan soep. Muziek speelt en Titia vertelt over het ontstaan van<br />

Parkwijk. Voor buurtbewoners aan tafel roept het verhaal vele herinneringen<br />

op: over een oud spoorlijntje en de bouw van een park. Met de<br />

verhalen van theatermakers, muzikanten en de buurtbewoners wordt de<br />

wijk letterlijk opnieuw gebouwd. De aardappelen en de soepgroenten op<br />

tafel zijn de bouwstenen voor het verhaal. “Daar kwam de flat – een stukje<br />

aardappel wordt in het midden van de tafel rechtop geplaatst-, daar de<br />

school en hier de winkel van Piet.” De mannen van de plantsoenendienst<br />

schillen automatisch mee. De opbouwwerkers reageren nog wat lacherig,<br />

totdat theatermaker Danielle van Vree een verhaal vertelt over hun ervaringen.<br />

Met bewondering en trots herkennen ze zich. Parkwijk krijgt vorm<br />

en betekenis op een tafel in een oud gebouwtje. Er gebeurt iets magisch.<br />

Voor mij wordt de geschiedenis van Parkwijk een verhaal dat me intrigeert.<br />

Juist door die artistieke verbeelding. In een interdisciplinaire vorm wordt<br />

het verhaal van deze wijk teruggegeven aan de bewoners.<br />

Dit is een prachtig project waar zowel kunst als het sociale aspect met<br />

elkaar in evenwicht zijn. Het is voor een buitenstaander aantrekkelijk<br />

om als kunstvoorstelling te beleven, en tegelijkertijd krijgt het immateriële<br />

erfgoed van een buurt visueel vorm en wordt het aan de bewoners<br />

teruggegeven. Een sociaal en artistiek project, steeds vaker wordt de<br />

term community arts gebruikt. Dit is een kunststroming die steeds meer<br />

enthousiasme vindt onder kunstenaars en creatieven. Naast geëngageerde<br />

makers ontdekken medewerkers van gemeenten, zorginstellingen<br />

en woningcorporaties steeds vaker de kracht van kunst in hun werkgebied.<br />

Van kunst in en door een gemeenschap, voor en door mensen die<br />

doorgaans niet snel met kunst in aanmerking komen.


andere aanpak<br />

In het najaar 2011 ben ik op de Dordtselaan in Rotterdam. In opdracht van<br />

stichting Zuidzijde onderzoek ik de kansen voor een kunstproject. Een<br />

monumentale laan met vele verschillende culturen waarbij het lastig is te<br />

achterhalen waar bewoners behoefte aan hebben. Uitsluitend een object<br />

in de openbare ruimte plaatsen is niet meer van deze tijd. De stichting<br />

Zuidzijde heeft behoefte aan een community arts project dat wezenlijk<br />

aansluiting heeft bij bewoners en gebruikers van de laan. Om dat te achterhalen<br />

pakt kunstenaar Lobke Meeskes het totaal anders aan dan een<br />

gebruikelijke buurtbewonersvergadering. Ze arriveert met ‘Smakers’, een<br />

mobiel karretje met een kruidentuin op het dak. Lobke deelt zelfgemaakte<br />

soep uit en vraagt bewoners om hun wens voor de laan. Deze wens wordt<br />

op de volgende soepbeker bevestigd en nodigt uit tot onderlinge gesprekken.<br />

Niet zozeer is de behoefte aan welke kunst het gespreksonderwerp,<br />

maar de levensthema’s en meningen van de bewoners en gebruikers van<br />

de Dordtselaan. Het toekomstige kunstproject zal aansluiten op deze<br />

thema’s en meningen.<br />

Anno 2011 levert community arts een breed palet op van kunstprojecten<br />

die elkaar op allerlei gebieden overlappen en verstevigen: op het gebied<br />

van amateurkunst, erfgoed, welzijn, kunsteducatie, kunst in publieke<br />

ruimte en volkscultuur. Dit bonte palet duidt de veelvormigheid van community<br />

arts, maar nodigt ook uit tot discussie. Discussies over wat kunst<br />

is en wat sociaal werk is. Voor mij is deze terugkerende discussie achterhaald.<br />

Het staat de ontwikkeling van deze kunstvorm in de weg. Laten we<br />

het de paraplu noemen waaronder veel verschillende projecten en mensen<br />

schuilen. Met dit handboek willen we de kracht van community arts laten<br />

zien in al zijn verscheidenheid, maar binnen dat palet wel de verschillende<br />

werkvormen duiden, zodat hier bewuste keuzes in gemaakt kunnen<br />

worden.<br />

Opvallend is, is dat in de landen om ons heen de discussie over wat community<br />

arts is in het geheel niet speelt. Niet in de kunsten. Niet in het welzijnswerk.<br />

Niet in de politiek. In Groot-Brittannië is er in de jaren tachtig<br />

al aandacht voor de inzet van kunst en cultuur om achterstandssituaties<br />

in wijken en van bevolkingsgroepen het hoofd te bieden. In België komt<br />

community arts in de jaren negentig onder de aandacht van kunstenaars<br />

en politici. Een onderzoek naar armoede toont aan dat culturele armoede,<br />

meer dan sociale armoede, tot uitsluiting leidt. De ondersteuning van<br />

sociaalartistieke projecten komt tot stand onder de noemer art 23. In<br />

België is vanaf 2000 de financiële ondersteuning van projecten waar<br />

kunst en cultuur worden ingezet om sociaal-culturele achterstellingen te<br />

verminderen een feit.<br />

15


16<br />

In Nederland ontstaat vanaf 2004 een hausse aan community arts<br />

projecten. Werkelijk overal, van platteland tot stad, van noord tot zuid,<br />

ontkiemen ze in vruchtbare grond. Vaak op initiatief van de makers, zoals<br />

Merlijn Twaalfhoven en Ida van der Lee dat doen. Jeanne van Heeswijk<br />

en Adriaan Nette, die al jaren een actieve kunstpraktijk hebben, constateren<br />

dat het werk wat ze al jaren doen populair begint te worden.<br />

Jonge makers, als Francoise Braun, Lobke Meeskes en Carmela Bogman,<br />

doorbreken het taboe van de kunstacademie om over community arts te<br />

praten en starten projecten. Ze zoeken hun eigen weg in de terminologie,<br />

als social designer of vormgevers in de openbare ruimte. Ook steeds meer<br />

gemeenten en woningbouwcorporaties ervaren de kracht van kunst<br />

voor hun bewoners. De komst van cultuurmakelaars en scouts verbinden<br />

verschillende werkvelden die daarvoor nog nauwelijks samenwerkten.<br />

Vanuit de cultuurmakelaars ontstaat na verloop van tijd de behoefte aan<br />

reflectie. Vanaf 2007 worden speciale lectoraten in het leven geroepen,<br />

verschijnen publicaties, wordt onderzoek gedaan, conferenties en symposia<br />

georganiseerd en expertmeetings gehouden. In het najaar van 2010<br />

wordt het Community Arts Lab, Cal-xl opgericht, een tweejarig platform<br />

met als doelstelling om het productieklimaat van community arts in<br />

Nederland te verbeteren.<br />

burgerlijke ongehoorzaamheid<br />

Om tegemoet te komen aan de grotere behoefte van kunstenaars om<br />

actief te zijn in dit veld en hun artistieke en sociale kwaliteiten te professionaliseren,<br />

heeft Cultuur-Ondernemen in samenwerking met Cal-xl de post<br />

hbo-opleiding Community Arts Learning Lab ontwikkeld. Een eenjarige<br />

studie, speciaal voor makers. In het najaar van 2011 is deze voor het eerst<br />

van start gegaan. De huidige generatie makers ontdekt in de praktijk<br />

een eigen stijl van maken. Graag willen we die versterken op het vlak van<br />

artistieke, sociale en zeker zo belangrijke ondernemerschapvaardigheden.<br />

Niet alleen een mooi vak leren is van belang, maar ook hoe je je brood<br />

ermee kan verdienen. Een vaardigheid die kunstenaars vaak lastig vinden,<br />

maar ook uitdaagt om lef te hebben. Om Merlijn Twaalhoven te citeren:<br />

‘Als je maatschappelijk geëngageerd bent, ben je altijd onder nemend.’<br />

Eigenschappen die kunstenaars zelf van belang vinden in het werkterrein<br />

is burgerlijke ongehoorzaamheid. Het vermogen om eigenwijs en origineel<br />

te zijn. Authenticiteit staat hoog in het vaandel van de succesvolle<br />

makers, maar ook lef en idealisme. Het zijn hardwerkende mensen die een<br />

visie uitdragen en hierin vele verschillende talen kunnen spreken. Om een<br />

fonds te overtuigen, maar ook de winkeleigenaar en bewoner. Hiermee<br />

creëren zij een nieuw werkterrein, hun eigen markt. Dat vraagt ook het<br />

vermogen concepten te ontwikkelen en om te gaan met het spanningsveld<br />

tussen de inbreng van deelnemers en kunstenaars met hun eigen


artistieke ideeën. Door deelnemers van een project worden kunstenaars<br />

vaak geprezen om hun onbevangenheid. Ze benaderen mensen anders<br />

dan professionals van een wijk of straat. Hun belang is niet de veiligheid<br />

van de straat verbeteren, zorg te dragen voor minder criminaliteit of<br />

burenconflicten op te lossen. Ze werken vanuit een artistieke fascinatie en<br />

deelnemers voelen zich integer aangesproken. Een prachtige positie, wat<br />

vele positieve effecten kan teweeg brengen.<br />

De kwaliteiten van een goed kunstproject zijn lastig te ontrafelen. De<br />

geheimen geven zich moeilijk prijs. De sleutel van een sterk project zit in<br />

vele factoren, maar bovenal in de kracht van de deelnemende kunstenaars.<br />

Het grondwerk is gedaan, de fundering ligt. De komende jaren wordt er<br />

flink gebouwd aan verduurzamen en professionaliseren van projecten.<br />

Community arts verdient een vaste plek in het curriculum van de kunstvakopleidingen<br />

en een volwaardige positie in het kunstenveld. Kansen zijn<br />

er volop. Kunst, welzijn en onderwijs gaan prima hand in hand. Verschillende<br />

doelen hoeven elkaar niet te bijten. Die duurzame verankering,<br />

community arts als partner en aanjager bij ingrijpende veranderingsprocessen,<br />

dat is mijn wens voor de toekomst.<br />

■◀<br />

17


hoofdstuk 2<br />

project scan<br />

en creatie­<br />

regie<br />

De projectscan en creatieregie zijn twee krachtige<br />

instrumenten die de werking van kunst in maatschappelijke<br />

ontwikkeling inzichtelijk maken.<br />

Ze zijn van nut in de hele cyclus van een sociaalartistiek<br />

project. Dit hoofdstuk is een handleiding<br />

voor de verschillende toepassingen en een toelichting<br />

op de onderliggende concepten. bekijk de<br />

praktijkvoorbeelden op het digitale projectenweb<br />

(www.cal­xl.nl/projecten). vraag een inlogcode aan<br />

en ga er zelf mee aan de slag.<br />

22


toepassingen van de scan<br />

De projectscan is een conceptueel model dat in vier stappen zichtbaar<br />

maakt hoe culturele interventies werken in maatschappelijke ontwikkeling.<br />

Zowel kunstenaars als beleidsmakers, zowel culturele als sociale<br />

professionals, kunnen aan de hand van deze projectscan doelstellingen,<br />

beoogde effecten, het proces en het resultaat van projecten inzichtelijk<br />

maken voor zichzelf en derden. Daarmee is de scan een krachtig instrument<br />

dat bijdraagt aan het professionaliseren en legitimeren van sociaalartistieke<br />

praktijken. In dit hoofdstuk worden – na een korte inleiding over<br />

het gebruik en het ontstaan van de scan – de vier stappen van de scan<br />

uitgelegd. Iedere stap bestaat uit een checklist (a), een overzicht van indicatoren<br />

(b) en een toelichting op de theorie en praktijk van deze stap (c).<br />

De scan en creatieregie kunnen op verschillende momenten gebruikt<br />

worden. De instrumenten zijn nuttig in alle stappen van een projectcyclus:<br />

van nulmeting tot evaluatie.<br />

▶ De scan werkt als een mindmap die gebruikers als kladblok kunnen<br />

inzetten de contouren van het project te schetsen en gedachten<br />

daarover met anderen te delen.<br />

▶ De scan biedt een stappenplan voor procesmatig creëren.<br />

▶ De scan maakt inzichtelijk hoe de effecten van een culturele interventie<br />

tot stand komen.<br />

▶ De scan maakt inzichtelijk welke partijen in die effecten investeren, en<br />

welke incasseren.<br />

De scan vormt de basis voor de landelijke, digitale databank voor community<br />

arts (www.cal-xl.nl). Wanneer een aantal projecten in de databank<br />

is ingevoerd, krijgt de scan extra toepassingen zoals een geavanceerde<br />

zoekfunctie voor het vergelijken van verwante praktijken (benchmarking)<br />

en het weergeven van bepaalde trends in een overkoepelend wijkprogramma<br />

of een andere verzameling projecten.<br />

gebruikers van de scan<br />

De scan kan gebruikt worden in verschillende constellaties zoals in:<br />

▶ Gesprekken tussen opdrachtgever en opdrachtnemer;<br />

▶ Gesprekken binnen het projectteam, al dan niet inclusief de brongroep<br />

en gemeenschap;<br />

▶ Gesprekken tussen peers; collega kunstenaars, aanjagers,<br />

opdrachtgevers, etcetera;<br />

▶ Gesprekken tussen projecteigenaren en externe deskundigen die het<br />

project helpen beoordelen of evalueren.<br />

De projectscan schrijft de praktijk niet voor hoe het moet. Het geeft de<br />

praktijksituatie weer zoals die is, zonder waardeoordeel. In de eerste<br />

23


24<br />

1 Sikko Cleveringa<br />

(2005). Uit de Kunst<br />

in de Wijk, artistieke<br />

verbeeldingskracht als<br />

antwoord op maatschappelijke<br />

vraagstukken,<br />

Kunstenaars&CO en<br />

Landelijk Centrum<br />

Opbouwwerk.<br />

2 Tony & Barry Buzan<br />

(2007). Mindmappen; voor<br />

een beter geheugen en<br />

creatiever denken. Pearson<br />

Education Benelux<br />

3 Jo Bos, Ernst Harting,<br />

en anderen (2006).<br />

Projectmatig creëren 2.0.<br />

Scriptum.<br />

plaats gaat het om een weergave van de (subjectieve) perceptie van<br />

direct betrokkenen bij een project. Dat vormt een goede basis om vervolgens<br />

meer objectief onderzoek met enquêtes of analyse van statistieken<br />

uit te voeren.<br />

Het model is ontwikkeld in de praktijk binnen een groot netwerk van<br />

kunstenaars, cultuuraanjagers en onderzoekers. Het is een nieuwe variant<br />

op het beslismodel voor sociaalartistieke praktijken van 2005 1 . Dit model<br />

is op basis van voortschrijdend inzicht verder ontwikkeld en verrijkt. Een<br />

aantal andere concepten is in deze projectscan geïntegreerd: de Mind Map<br />

van Tony Buzan, de Creatieregie van Robbert Coppenhagen en de Effectenarena<br />

van Jochum Deuten.<br />

De projectscan als mindmap<br />

De projectscan kan als mindmap gehanteerd worden 2 . In feite volstaat<br />

het een mindmap te beginnen met het projectidee in het midden om<br />

dan vervolgens naar eigen inzicht vertakkingen te tekenen met basale<br />

ordeningsconcepten (zie de figuur op p. 26). Door de specifieke vorm kun<br />

je een enorme hoeveelheid informatie onderbrengen in één plaatje en<br />

maak je gemakkelijk meer creatieve associaties. Deze mindmap heeft al<br />

een basispatroon met acht assen met als voordeel dat de gebruiker niet<br />

opnieuw het wiel hoeft uit te vinden en dat verschillende projecten met<br />

elkaar vergeleken kunnen worden. Op de diagonale assen kun je aangeven<br />

wat je ambitie en realisatie is wat betreft de participatie van professionals<br />

en burgers. Van binnen naar buiten: van meedoen via mee organiseren<br />

naar mede-eigenaar zijn. Op de horizontale en verticale as geef je aan wat<br />

je ambitie en realisatie is wat betreft de impact op de project context: je<br />

brongroep, het publiek, de gemeenschap en de fysieke ruimte. Van binnen<br />

naar buiten: van individueel via collectief tot politiek. Voor de mindmap<br />

geldt vooral dat je hem intuïtief kan hanteren, schetsmatig en associatief<br />

en liefst met veel kleuren en plaatjes. Een andere inspirerende variant is<br />

sociaalartistiek twister: leg de projectscan groot op de grond en beweeg in<br />

gesprek met anderen letterlijk door je eigen project.<br />

De projectscan en creatieregie<br />

De projectscan is ook uitgewerkt in een stappenplan voor creatieregie.<br />

Creatie regie is een concept van Robbert Coppenhagen voor projectmatig<br />

creëren 3 . Met enige aanpassingen is het een krachtig instrument voor<br />

regie op sociaalartistieke praktijken. Creatieregie is een beproefd concept<br />

dat praktische handvatten biedt voor procesmatige project- en organisatieontwikkeling<br />

met veel aandacht voor de menselijke factor daarin.<br />

Cultuur nieuwe stijl is bij uitstek projectmatig en mensenwerk. De kern van<br />

creatieregie is dat je vier krachten onderscheidt die je in goede volgorde<br />

aanspreekt en vervolgens blijft activeren en in balans houdt. De vier


krachten worden kort gekarakteriseerd in het model op p. 27. Je kunt de<br />

lemniscaat van het model in principe in twee richtingen doorlopen, afhankelijk<br />

van het type project (blauwdruk of procesmatig). In geval van een<br />

procesmatig sociaalartistiek project wordt bij creatieregie om te beginnen<br />

gezocht naar een match tussen een vraagstuk in de samenleving waar<br />

kunst het verschil kan maken (voedingskracht) en een kunstenaar die<br />

daar een artistiek antwoord op kan formuleren (persoonlijke kracht). Vervolgens<br />

helpt de scan na te denken over welke burgers en professionals<br />

daar een bijdrage aan kunnen leveren (samenwerkingskracht) en in welke<br />

vorm het project daadwerkelijk impact kan hebben op het in stap 1 gesignaleerde<br />

vraagstuk (vormkracht). De waarde van creatieregie is dat naast<br />

kunnen ook veel aandacht besteed wordt aan willen. Wat drijft mensen<br />

en organisaties die deze krachten potentieel in zich hebben en hoe betrek<br />

je die bij dit project? Het antwoord heeft alles te maken met cocreatie. In<br />

de context van community arts is de oorspronkelijke term ‘persoonlijke<br />

kracht’ vervangen door ‘creatieve kracht’ omdat dit de positie is van de<br />

kunstenaar die de regie heeft over het project. De linker en rechter kant<br />

van het oorspronkelijke model is van positie verwisseld omdat de flow dan<br />

beter voelt. Er is dan ook een betere connotatie met de linker en rechter<br />

modus van stap 3.<br />

De vier stappen van creatieregie vallen samen met de belangrijkste<br />

elementen die in definities van community arts steeds terug komen.<br />

Community arts is:<br />

▶ een artistiek project (creatieve kracht);<br />

▶ dat reageert op een maatschappelijk tekort (voedingskracht);<br />

▶ en met inzet van zowel de betrokken burgers als professionals<br />

(samenwerkingskracht);<br />

▶ een meerwaarde oplevert met verbeeldingskracht (vormkracht).<br />

De projectscan als effectenarena<br />

Binnen de systematiek van de creatieregie is daarnaast het concept van<br />

de effectenarena geïntegreerd. De effectenarena is de afgelopen jaren<br />

ontwikkeld in kringen van wijkaanpak en volkshuisvesting (SEV/KEI). De<br />

effectenarena helpt de logica van een interventie in kaart te brengen in<br />

termen van oorzaak en gevolg en legt daarbij de nadruk op wie er wat<br />

in stopt en wie er wat uithaalt. Wat is de interventie? Wat is de beoogde<br />

waardevermeerdering? Waarom? Wie investeert en wie incasseert? De<br />

projectscan biedt hiermee ook goede aangrijppunten voor maatschappelijke<br />

kosten en baten analyses (MKBA) waarbij deze relaties in geld<br />

worden uitgedrukt. Het originele model van de effectenarena en de<br />

toelichting daarop is te vinden op www.effectenarena.nl. Momenteel<br />

wordt ook de effectenarena omgezet in een digitale databank in opdracht<br />

van Corpovenista, een werkgroep binnen KEI. Deze werkgroep heeft een<br />

25


26<br />

Toelichting bij de projectscan als mindmap ▶ een culturele interventie is<br />

als een steen die je in een vijver gooit. De vijver is de context. De golven<br />

hebben impact op de vermogens van de brongroep ten aanzien van<br />

zichzelf, de gemeenschap, het publieke domein en de fysieke ruimte. De<br />

deelnemers en professionals staan op de wallekant en dragen in mindere<br />

of meerdere mate hun steentje bij. Op de diagonale assen kun je aangeven<br />

wat je ambitie en realisatie is wat betreft de participatie van burgers en<br />

de professionele infrastructuur. Van meedoen via mee organiseren naar<br />

mede-eigenaar zijn. Op de horizontale en verticale as geef je aan wat je<br />

ambitie en realisatie is wat betreft de impact van je activiteiten: erfgoed<br />

en educatie, zelforganisatie, productie en programmering. Van individueel<br />

via collectief tot publiek/politiek. De mate van participatie en de mate van<br />

impact vormt een specifiek patroon in het water.<br />

sociale infrastructuur culturele infrastructuur<br />

|<br />

creatieregie<br />

gemeenschap publiek<br />

zelforganisatie productie programmering<br />

sociale cohesie | publieke beeldvorming | fysieke leefbaarheid |<br />

fysieke ruimte<br />

sociale deelname culturele deelname<br />

erfgoed & educatie<br />

| persoonlijke ontwikkeling |<br />

brongroep


Toelichting bij het model van creatieregie ▶ de kern van creatieregie is<br />

dat je vier krachten onderscheidt die je in goede volgorde aanspreekt en<br />

vervolgens blijft activeren en in balans houdt. De vier creatiekrachten worden<br />

ook wel de zij-kant, de ik-kant, de wij-kant en de het-kant genoemd.<br />

Bij sociaalartistieke praktijken begin je bij voorkeur bij de voedingskracht,<br />

daar verbind je je aan vanuit persoonlijke, creatieve kracht, je werft medestanders<br />

met samenwerkingskracht en je brengt het samen tot vormkacht.<br />

Het resultaat koppel je terug naar de voedingskracht met goede<br />

kans dat je daar genoeg feedback krijgt – postief en/of negatief – om<br />

weer een nieuwe loop in te gaan. De lemniscaat is in principe oneindig. Het<br />

model kent een beetje zwaartekracht in die zin dat de weg van de ik-kant<br />

naar de wij-kant vaak de meeste inspanning kost (reculer pour mieux<br />

sauter) en de weg van de het-kant naar de zij-kant vrijwel vanzelf gaat<br />

(ook als je zelf niks vraagt, kun je een reactie verwachten). De artistiek<br />

leider voert in principe de regie op alle krachten.<br />

samenwerkingskracht<br />

• Competenties<br />

• Teamsamenwerking<br />

• Communiceren<br />

wij­kant<br />

• Cultuur<br />

voedingskracht<br />

• Wensen van de klant<br />

• Behoeften<br />

• Bestaansreden<br />

• Krachtenvelden<br />

zij­kant<br />

het­kant<br />

ik­kant<br />

vormkracht<br />

• Kennis van het vak<br />

• Methodieken<br />

• Instrumenten<br />

• Procedures<br />

Persoonlijke kracht<br />

• Verbeeldingskracht<br />

• Kernkwaliteiten<br />

• Commitment<br />

• Bezieling en inspiratie<br />

• Leiderschap<br />

creatieregie sociaalartistieke<br />

praktijken<br />

27


28<br />

bredere oriëntatie op allerhande sociale interventies in maatschappelijke<br />

ontwikkeling. Getracht wordt de systematiek van beide databanken zo<br />

veel mogelijk op elkaar te laten aansluiten, al hoewel daar grenzen aan<br />

zitten. De projectscan redeneert vanuit de belangen van de brongroep en<br />

heeft aandacht voor de interventie (hoe en wat vraag). De effectenarena<br />

redeneert primair vanuit het algemeen belang en heeft daardoor meer<br />

aandacht voor de directe en indirecte effecten (de waarom vraag).<br />

volgordelijkheid in de stappen van creatieregie<br />

In dit hoofdstuk wordt de scan doorlopen in de procesmatige volgorde van<br />

creatieregie:<br />

stap 1 ▶ maatschappelijke vraag (voedingskracht)<br />

stap 2 ▶ culturele interventie (creatieve kracht)<br />

stap 3 ▶ cocreatie (samenwerkingskracht)<br />

stap 4 ▶ cultuurparticipatie en ­bereik (vormkracht)<br />

De volgordelijkheid van stappen en de vragen binnen de stappen is<br />

betrekkelijk. Dat begint al in de digitale scan waar gestart wordt met stap<br />

2 en daarna met stap 1, omdat de invoer van een project vaak begint met<br />

een naam en een artistiek leider en niet met de context en doelstellingen.<br />

De aanleiding van een project kan ook liggen in het gegeven dat twee<br />

professionele organisaties graag willen gaan samenwerken (stap 3) en<br />

daar een project bij zoeken. Soms is de vorm van een project (stap 4) zo<br />

inspirerend dat die elders ook vorm krijgt. Dan ligt het initiatief tot een<br />

project bij een geïnspireerde kunstenaar of aanjager (stap 2) en niet bij<br />

een beoogde brongroep. Dat neemt niet weg dat het in alle gevallen aanbeveling<br />

verdient bij de feitelijke formulering en uitvoering van een project<br />

alsnog bij stap 1 te beginnen. Voor wie moet dit project van betekenis zijn?<br />

Wat is de noodzaak van het project? Ook bij de beoordeling of evaluatie<br />

van een community arts project is stap 1 onmiskenbaar de eerste stap.<br />

Wanneer die stap wordt overgeslagen is de kans groot dat het project niet<br />

in de gemeenschap landt.<br />

leeswijzer<br />

Hieronder worden de vier stappen uitvoerig besproken. Iedere stap<br />

bestaat uit een checklist (a), een overzicht van indicatoren (b) en een<br />

toelichting op de theorie en praktijk van deze stap (c).<br />

De vragen van de checklist en de tabellen met indicatoren komen overeen<br />

met de systematiek van de online databank van Cal-xl. Bij het lezen van


dit hoofdstuk kan het behulpzaam zijn om een projectbeschrijving uit het<br />

projectenweb er bij te pakken. Je kunt dan zien hoe de scan in de praktijk<br />

werkt. Als je zelf een project in voert is het handig dit hoofdstuk er naast<br />

te leggen. In deel c van iedere stap bespreken we de nodige dilemma’s en<br />

overwegingen. Vat de scan niet te zwaar en absoluut op. Het is niet meer<br />

dan een hulpmiddel om je eigen keuzes helder te krijgen en daar met<br />

derden over te communiceren.<br />

29


every<br />

woman<br />

96<br />

titel van project<br />

ondertitel De vrouwen van de velden<br />

gemeente rotterdam<br />

De buurt de velden in Zuidwijk, rotterdam Zuid<br />

positie van project Programma stad als muze<br />

artistieke leiding elsbeth grievink · Zelfstandig ondernemer<br />

sjouk Hoitsma · Museum Rotterdam<br />

projecteigenaar nicole van Dijk · Museum Rotterdam<br />

cultuuraanjager irene van renselaar · Museum Rotterdam<br />

disciplines erfgoed, Literatuur, Beeldend<br />

looptijd 01­08­2010 tot en met 31­05­2011<br />

website www.stadalsmuze.nl<br />

korte omschrijving Museum Rotterdam zoekt met het meerjarige<br />

pioniersproject Stad als Muze inspirerende ontwikkelingen in Rotterdam.<br />

In Rotterdam Zuid zijn dat in 2011 de Vrouwen van de Velden. Een kerngroep<br />

van zeven vrouwen die zich spontaan hebben georganiseerd en<br />

samen het hoofd bieden aan de ingrijpende veranderingen in hun wijk. De<br />

Vrouwen van de Velden zijn de eerste Rotterdammers die meewerken aan<br />

participerend verzamelen binnen dit project. Het resultaat van de intensieve<br />

samenwerking wordt gepresenteerd in de glossy Every Woman. Een<br />

magazine dat past bij het onderwerp en tegelijk een breed publiek laat<br />

kennismaken met de levens van Rotterdammers anno nu. Every Woman<br />

lijkt sprekend op de vrouwenbladen uit de schappen, maar neemt de lezer<br />

mee in het dagelijks leven van zeven echte Rotterdamse vrouwen. Niet<br />

alleen hun levensverhaal, moederschap en hoop staan centraal, maar ook<br />

hun vindingrijkheid, stijl en saamhorigheid. De resultaten van het erfgoedproject<br />

zijn in tweede instantie ook in een tentoonstelling gepresenteerd.<br />

Hiervoor is de ontbijttafel als uitgangspunt gekozen, als onderdeel van<br />

een installatie, die is tentoongesteld in cultuurpodium Gemaal op Zuid.


every<br />

woman<br />

beschrijving<br />

van de culturele<br />

interventie<br />

98<br />

Museum Rotterdam heeft gekozen voor een ‘er op af’ strategie om<br />

potentieel cultureel erfgoed te traceren in de wijken van Rotterdam. Daar<br />

woont een bevolking met een grote culturele diversiteit, een grootstedelijke<br />

situatie en een turbulente geschiedenis die nog op geen enkele manier<br />

gecollectioneerd en gerepresenteerd wordt door het historisch museum.<br />

Daarvoor is na een aantal experimentele voorlopers het meerjarige programma<br />

Stad als Muze geformuleerd. Urban curator Irene van Renselaar is<br />

de aanjager van dit programma.<br />

cultureel erfgoed en cultuureducatie/brongroep<br />

Het project is begonnen in Rotterdam Zuid met verkennende gespreken<br />

met sleutelfiguren in de samenleving en analyse van statistische en<br />

andere gegevens over dit stadsdeel. Toen de contouren daarvan duidelijk<br />

werden, is gezocht naar een groep burgers die deze conditie op een treffende<br />

manier representeerde. De keuze viel op Vrouwen van de Velden. Ze<br />

vormen een actieve bewonersgroep, opgericht in reactie op de grote veranderingen<br />

in hun woonomgeving en op de ingrijpende herstructurerings<br />

operatie die op alle niveaus hun leven en dat van vele andere Rotterdammers<br />

tekent. De vrouwen ervaren een tekort op alle fronten van maatschappelijke<br />

ontwikkeling en ontwikkelen daarom zelf diverse strategieën<br />

om daar mee om te gaan. De groep bestaat uit zeven koplopers die op<br />

verschillende manieren actief zijn in hun buurt met daaromheen een groot<br />

netwerk. Hun belangrijkste ontmoetingsmoment is een wekelijks ontbijt<br />

en daar is Museum Rotterdam voor langere tijd bij aangeschoven. Daarnaast<br />

had het museum ook een eigen uitvalsbasis in de wijk. Voorwerpen,<br />

foto’s, illustraties, interviews en reportages zijn ingezet om de manier<br />

waarop de vrouwen omgaan met hun eigen problemen en die van de<br />

buurt, vast te leggen en te verzamelen. De vrouwen delen drie kernbegrippen:<br />

moederschap, saamhorigheid en vindingrijkheid.<br />

culturele zelforganisatie/gemeenschap<br />

De museummedewerkers zijn samen met de zeven vrouwen op zoek<br />

gegaan naar representatieve verhalen en objecten. Daarbij raakte een<br />

veel bredere gemeenschap betrokken. De vrouwen zijn zelf actief geweest<br />

in het verzamelen en selecteren van materialen en zijn daarmee ook op<br />

een nieuwe manier naar hun eigen geschiedenis gaan kijken. Deelname<br />

aan deze activiteit heeft in die zin ook invloed gehad op hoe ze hun eigen<br />

leven zien en het beeld dat hun omgeving daarvan heeft.<br />

culturele productie/publiek<br />

De presentatievorm is een damesblad geworden. Het format biedt veel<br />

ruimte de alledaagse thema’s op een ook voor de vrouwen en hun omgeving<br />

herkenbare manier te presenteren. Het is echter geen roddelblad<br />

geworden, maar een glossy met mooie foto’s, human interest interviews


en verschillende rubrieken. In kaderteksten plaatst Museum Rotterdam de<br />

Vrouwen van de Velden en de onderwerpen van de rubrieken ook in een<br />

historische context: op niveau van de stad: de geschiedenis van bewonersorganisaties<br />

in Rotterdam; op niveau van de groep: afgezet tegen de<br />

veranderende opvattingen over alleenstaande moeders; gezien vanuit<br />

het individu: zoals de verhuisplannen van een gezin ten gevolge van de<br />

herstructurering. Voor de verschillende niveaus zijn ook representatieve<br />

voorwerpen en beelden met hun betekenissen geselecteerd en opgenomen<br />

in de collectie van Museum Rotterdam .<br />

culturele programmering/fysieke ruimte<br />

Het blad is op feestelijke wijze gepresenteerd in een circustent op het<br />

Hijkerveld, met een rode loper, bubbels ter ontvangst, een museumwinkel,<br />

vitrines met voorwerpen van de Vrouwen van de Velden en collectiestukken<br />

van Museum Rotterdam. In een talkshow met zowel de vrouwen als<br />

historici werd ingegaan op de resultaten van het onderzoek. Het eerste<br />

exemplaar van Every Woman werd door vrouw van de Velden Gerda Lems<br />

overhandigd aan museumdirecteur Hans Walgenbach. Later is nog een<br />

expositie ingericht in Gemaal op Zuid, in een door kunstenaars vervaardigde<br />

installatie, en daar werden ook een aantal workshops georganiseerd<br />

met vrouwengroepen en bewonersorganisaties uit andere delen van de<br />

stad. Deze setting stond echter ver af van de dagelijkse werkelijkheid van<br />

de vrouwen en hun directe omgeving.<br />

analyse aan de hand van de projectscan<br />

Het project gaat vooral over eigen identiteit en beeldvorming en beweegt<br />

zich dus vooral op de verticale as van de scan. Het is interessant te zien<br />

dat een erfgoedinstelling bij het verzamelen van verhalen en interpreteren<br />

daarvan, ook die driedeling aanbrengt van particuliere verhalen,<br />

collectieve betekenissen en de plaats van de verhalen en objecten in de<br />

geschiedenis van de stad. De glossy is een interessante poging een vorm<br />

te vinden waar zowel de vrouwen als een breder publiek zich mee kunnen<br />

identificeren. De extra uitstraling die een glossy met zich meebrengt, heeft<br />

zeker gewerkt. Wel is het de vraag in welke mate de inhoud echt gelezen<br />

wordt en aankomt bij enerzijds de directe omgeving van de vrouwen en<br />

anderzijds bij het grotere publiek. Op de horizontale as zie je dat het meewerken<br />

aan dit project ook impact heeft gehad op de positie van de vrouwen<br />

binnen hun eigen gemeenschap. Het museum staat hier ambivalent<br />

in. We gaan daar hieronder nog nader op in. De impact op de fysieke plek<br />

is nog beperkt. Museum Rotterdam heeft met één zo’n project niet gelijk<br />

een nieuwe betekenis. Dat blijkt ook uit het gegeven dat de presentatie in<br />

het Gemaal op Zuid als vreemd terrein werd ervaren. Andersom geeft de<br />

gevestigde status van Museum Rotterdam wel extra uitstraling aan het<br />

project en kan niemand er meer omheen dat de alledaagse werkelijkheid<br />

van deze vrouwen het verdient gezien te worden.<br />

99


every<br />

Het programma Stad als Muze van Museum Rotterdam is een interessant<br />

erfgoed en community arts<br />

woman<br />

100<br />

voorbeeld hoe ook in de erfgoedsector gezocht wordt naar een nieuwe en<br />

betekenisvolle relatie met de samenleving. Het klassieke model van het<br />

Historisch museum – waar bijvoorbeeld het Teylers Museum in Haarlem<br />

model voor staat – is die van een verzamelplaats van artefacten die voor<br />

de eeuwigheid bewaard worden. Het wordt daar in een historische context<br />

geplaatst, krijgt een plek in het gevestigde canon en krijgt een rol in de<br />

interpretatie en reproductie daarvan. Eerst alleen voor de wetenschap,<br />

tegenwoordig voor een beoogd massapubliek. Dit model past naadloos in<br />

het paradigma van klassiek cultuurbereik.<br />

Het Museum Rotterdam is nu met een aantal andere koplopers in Nederland<br />

en elders op zoek naar een werkwijze die past bij het paradigma van<br />

Cultuur nieuwe stijl. Het wil van betekenis zijn voor deelgemeenschappen<br />

die niet gerepresenteerd zijn in het gevestigde canon en zoekt daarin naar<br />

vormen van cocreatie. Naast de curator krijgen ook kunstenaars een rol.<br />

Wat verder opvalt is dat de focus niet meer op het verleden, maar op het<br />

heden komt te liggen en als ze niet oppassen zelfs op de toekomst.<br />

In een gesprek met Paul van de Laar, directeur collecties en wetenschappelijk<br />

onderzoek van Museum Rotterdam en tevens lector stadsgeschiedenis<br />

aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, en Irene van Renselaar, hebben<br />

we in dat licht de driehoek burger – museum – kunstenaar tegen het licht<br />

gehouden. Dat leidt tot een aantal interessante inzichten:<br />

▶ De relatie museum - kunstenaar is relatief stabiel. De rol van de<br />

kunstenaar is hier die van vormgever van tentoonstellingen en educatiefmateriaal.<br />

Het gaat niet om de inhoud, maar puur om de verpakking.<br />

Het enige gevaar dat op de loer ligt, is die van een artists impression,<br />

waarbij de fantasie of vooroordelen van de kunstenaar op de loop gaan<br />

met de historische werkelijkheid. Dat wijkt echter niet af van de meer<br />

algemene discussie hoe objectief geschiedenis eigenlijk is en of het niet<br />

altijd een subjectieve interpretatie is van de werkelijkheid.<br />

▶ De relatie burger - museum is wel een frontlinie van Cultuur nieuwe<br />

stijl: de curator gaat ‘er op af’ en betrekt deze in het verzamelen van<br />

artefacten, de selectie en interpretatie ervan. Andersom kunnen burgers<br />

objecten uit de gevestigde collectie als gastcurator een nieuwe betekenis<br />

geven vanuit hun eigen perceptie. Er zijn niet alleen in Nederland,<br />

maar ook elders in Europa verschillende erfgoedinstellingen die hiermee<br />

experimenteren. Denk aan het Europese programma Museums tell different<br />

story’s en de erfgoedcellen in Vlaanderen die nu ook met zogeheten<br />

makelaars werken.<br />

▶ De relatie is burger - kunstenaar is de meest spannende, maar voor<br />

het museum ook de meest riskante. We weten dat in de context van<br />

Cultuur nieuwe stijl de kunstenaar in staat wordt geacht een nieuwe


etekenis te geven aan de dagelijkse werkelijkheid. In dit geval zou<br />

het gevolg van de culturele interventie zijn dat het leven van de zeven<br />

vrouwen en hun directe omgeving wezenlijk anders zou worden. Het<br />

museum brengt dan zelf emancipatie teweeg in plaats van de feitelijke<br />

situatie te documenteren. Een voorbeeld hiervan staat notabene op de<br />

cover van Every Woman. Het is een geënsceneerde foto van de zeven<br />

vrouwen aan een gestylde ontbijttafel die niet toevallig refereert aan<br />

oude schilderijen van regenten uit de 17de eeuw. Wat vertelt dit over de<br />

werkelijkheid? Hoe wordt deze foto over honderd jaar geïnterpreteerd?<br />

Is dit een nieuwe taak van musea? Voor de vrouwen en de gewone buitenwereld<br />

is dat geen issue, maar binnen de museale wereld is hier het<br />

laatste woord nog niet over gezegd. Ook binnen de muren van Museum<br />

Rotterdam is dat nog een fascinerende ontdekkingsreis.<br />

Zie: www.cal­xl.nl/projectenweb/every­woman/scan<br />

101


hoofdstuk 4<br />

nieuwe<br />

cultuur­<br />

functies<br />

Het grotestedenbeleid en actieplan cultuurbereik<br />

102<br />

zorgen er voor dat vanaf 2000 sociaal artistieke<br />

praktijken een enorme boost krijgen. met de<br />

opkomst van deze praktijken, groeit ook de<br />

behoefte aan nieuwe cultuurfuncties. in dit hoofdstuk<br />

worden die nieuwe cultuurfuncties nader<br />

toegelicht.


van project naar programma<br />

Met de term ‘nieuwe cultuurfuncties’ worden cultuurmakelaars,<br />

-verkenners en -scouts bedoeld die, eerst in grotere gemeenten en later<br />

ook in plattelandsgemeenten, voor langere tijd zijn aangesteld als<br />

intermediair het cultuurparticipatiebeleid vorm en inhoud te geven. De<br />

afgelopen tien jaar hebben zij een belangrijke rol gespeeld in het aanjagen<br />

en ondersteunen van zowel klassiek cultuurbereik als Cultuur nieuwe stijl.<br />

Hoewel er geen compleet overzicht is van community arts praktijken in<br />

Nederland, wordt wel duidelijk dat er een sterke corelatie bestaat tussen<br />

de aanwezigheid van een aanjager en de concentratie en continuïteit van<br />

community arts projecten. Zonder aanjager komen deze projecten nauwelijks<br />

van de grond en zeker niet structureel. In de provincie Overijssel is dit<br />

feitelijk vastgesteld in een onderzoek van Letty Ranshuijzen 1 . In andere<br />

provincies dient hetzelfde beeld zich aan. Cultuuraanjagers opereren op<br />

verschillende niveaus binnen een gemeente. Afhankelijk van hun opdracht<br />

ligt het accent op:<br />

▶ Het aanjagen van nieuwe vormen van cultuurparticipatie in de<br />

leef wereld van burgers (micro);<br />

▶ Het stimuleren van de stedelijke infrastructuur om zich met deze<br />

projecten te verbinden (meso);<br />

▶ (een bijdrage leveren aan) het ontwikkelen en uitvoeren van<br />

gemeentelijk beleid ten aanzien van cultuurparticipatie (macro).<br />

Vanwege hun langdurige aanwezigheid in een specifiek gebied, de<br />

opbouw van netwerken en een programmatische insteek zijn cultuuraanjagers<br />

in staat het incidentele karakter van projecten te overstijgen.<br />

Hun pionierende positie maakt het inbedden en verankeren van community<br />

arts praktijken binnen regulier beleid mogelijk. De praktijk leert echter<br />

dat opdrachtgevers en opdrachtnemers het nog altijd moeilijk vinden<br />

heldere afspraken te maken over de taakstelling en de beoogde effecten.<br />

En op welke wijze hierover naar derden wordt gecommuniceerd. Dat geldt<br />

niet alleen voor de betreffende projecten, maar ook voor de functie zelf. In<br />

de voorgaande hoofdstukken is aandacht besteed aan de projecten. In dit<br />

hoofdstuk wordt de functie van cultuuraanjager nader omschreven.<br />

De pioniers<br />

De eerste cultuurmakelaar die in Nederland werd aangesteld was Henk<br />

Foekema. In 1998 startte hij zijn werkzaamheden in Alkmaar. Kort daarop<br />

werd cultuurscout Marget Wallee aangesteld in Rotterdam, in 2001<br />

volgde Sikko Cleveringa in Deventer. In Alkmaar en Deventer bleef het<br />

bij één makelaar die als een spin in een web een netwerk om zich heen<br />

bouwde. In Rotterdam werden al snel meerdere cultuurscouts aangesteld<br />

die in verbinding stonden met directeuren van culturele instellingen als<br />

makelaars binnen de gevestigde infrastructuur. Een andere variant van<br />

1 Letty Ranshuijsen,<br />

(maart 2010), Niet<br />

invliegen, maar samen<br />

optrekken; community<br />

arts in Overijssel.<br />

103


128<br />

maak<br />

gebruik van<br />

het aanbod<br />

van cal­xl<br />

Of help het te organiseren in je eigen regio<br />

community arts lab Xl (cal­xl) is een landelijke<br />

netwerkorganisatie van koplopers in community<br />

arts en nieuwe cultuurfuncties. ons werk gaat<br />

over de kracht van cultuur in maatschappelijke<br />

ontwikkeling, over cultureel ondernemerschap<br />

en maatschappelijk engagement. in 2011 en<br />

2012 werkt cal­xl aan een duurzamer productieklimaat<br />

voor deze praktijken en betrekt daarbij<br />

graag nieuwe partners en nieuwe makers. in elke<br />

regio is al een netwerk actief. onze speerpunten<br />

zijn netwerk vorming, scholing, onderzoek en<br />

documentatie.


netwerkvorming ▶ netwerk- en intervisiebijeenkomsten voor zowel kop lopers als<br />

nieuw geïnteresseerden.<br />

cultuur nieuwe stijl / cultuur op tafel<br />

Neem deel aan netwerk- en intervisiebijeenkomsten<br />

in de regio rond actuele thema’s voor<br />

beleidsmakers, opdrachtgevers en aanjagers<br />

uit verschillende sectoren.<br />

kunst in de wereld<br />

Neem deel aan netwerk- en intervisiebijeenkomsten<br />

in de regio rond actuele thema’s voor<br />

kunstenaars en andere artistieke professionals.<br />

scholing ▶ post hbo-opleidingen met ervaren trainers, inspirerende docenten en<br />

gemotiveerde medecursisten.<br />

Partners in community arts<br />

Realiseer je eigen project als aanjager of<br />

ontwikkelaar. Leer in zes dagdelen optimaal<br />

werken met een projectscan, creatieregie en<br />

andere inspirerende methodieken.<br />

community arts learning lab<br />

Werk gedurende een jaar aan je competenties<br />

als maker. Scherp je eigen missie, visie en<br />

creatieve kracht in een ondernemingsplan, een<br />

leerpraktijk en vijftien studiedagen.<br />

onderzoek ▶ onderzoek en advies door ervaren onderzoekers die kennis delen binnen<br />

het netwerk van Cal-xl<br />

Projectonderzoek<br />

Profiteer van gespecialiseerde ondersteuning<br />

bij het analyseren, optimaliseren en<br />

documenteren van je eigen projectaanpak en<br />

-resultaten<br />

effectonderzoek<br />

Meet en weet de culturele en maatschappelijke<br />

effecten van je project of programma voor<br />

deelnemers, publiek en andere waardevangers.<br />

Documentatie ▶ opbouw en verspreiding van kennis over community arts en nieuwe<br />

cultuurfuncties<br />

Website<br />

Vind alles over community arts en nieuwe<br />

cultuurfuncties op één website, inclusief<br />

nieuws, agenda items, sociale media en internationale<br />

links: www.cal-xl.nl<br />

Projectenweb<br />

Bekijk en vergelijk sociaalartistieke praktijken<br />

uit heel Nederland en documenteer ook je<br />

eigen projecten in de geavanceerde landelijke<br />

databank.<br />

Cal-xl is een project van ZIMIHC in samenwerking met Kunstfactor, Cultuurnetwerk Nederland,<br />

Cultuur-Ondernemen, Movisie, Landelijk Platform Cultuuraanjagers en CoP Cultuurimpuls en<br />

wordt gefinancierd door het Fonds Cultuurparticipatie.<br />

Kijk voor meer activiteiten, informatie, data en contactpersonen op www.cal-xl.nl<br />

Je kunt ook mailen naar cal-xl@zimihc.nl of bel:<br />

Sikko Cleveringa - 06 81592248<br />

Ingrid Docter - 06 11352492<br />

ontmoet ons op www.cal­xl.nl


culturele infrastructuur<br />

eldvorming fysieke leefbaarheid<br />

liek fysieke ruimte<br />

uctie programmering<br />

tieregie<br />

educatie<br />

groep<br />

ontwikkeling<br />

130<br />

Een voorhoede van kunstenaars en cultuuraanjagers heeft samen met<br />

burgers en maatschappelijke organisaties de afgelopen tien jaar een<br />

nieuwe relatie tot stand gebracht tussen kunst en samenleving. Dit type<br />

werk gaat over de kracht van cultuur in maatschappelijke ontwikkeling,<br />

over cultureel ondernemerschap en maatschappelijk engagement. Nu de<br />

pioniersfase voorbij is, wordt het tijd deze sociaalartistieke praktijken<br />

een stevige bedding te geven en tot een krachtige stroming te<br />

maken. Dit praktijkboek biedt beleidmedewerkers, sociale<br />

en creatieve professionals, opdrachtgevers en opdrachtnemers,<br />

concrete instrumenten voor het ontwikkelen<br />

en uitvoeren van succesvolle projecten en meer jarige<br />

programma´s.<br />

Cultuur nieuwe stijl is een cocreatie<br />

in samenwerking met:<br />

cal­xl en het<br />

landelijk Platform cultuuraanjagers<br />

Met ondersteuning van:<br />

cultuurfonds bng<br />

vereniging nederlandse gemeenten<br />

cultuur­ondernemen<br />

isbn/ean: 978-90-818495-0-0<br />

Fonds cultuurparticipatie<br />

culturele deelname<br />

Met deze publicatie kun je concreet aan de slag.<br />

Maak gebruik van de instrumenten, zoals de<br />

projectscan en creatieregie, documenteer<br />

je ervaringen en resultaten in het digitale<br />

projectenweb en deel je kennis binnen<br />

Cal-xl, de landelijke netwerk organisatie<br />

voor community arts en nieuwe cultuurfuncties.<br />

De auteur van deze uitgave, Sikko<br />

Cleveringa, is ontwikkelingsdeskundige<br />

en hij is na ontwikkelingswerk in<br />

Rwanda en Burkina Faso, negen jaar<br />

cultuurmakelaar voor de gemeente<br />

Deventer geweest. Daarnaast is hij<br />

actief als medeorganisator van het<br />

Landelijk Platform Cultuuraanjagers,<br />

studieleider van de post-hbo cursus<br />

Partners in Community Arts en werkzaam<br />

als zelfstandig adviseur en onderzoeker<br />

van Het Vertrek. Sinds 2010 geeft hij,<br />

samen met Ingrid Docter, leiding aan Cal-xl.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!