De boerderij van de familie Dobbelsteen - Dewojstap.nl

De boerderij van de familie Dobbelsteen. (Kameren 8)
De oudste gegevens over deze boerderij dateren van het jaar 1761. In dat jaar behoorde
deze goederen waarschijnlijk nog tot de hoeve die Claas Heijmans Kilsdonk van de H. Geest
in Den Bosch had gekocht. Kort daarna is het waarschijnlijk gesplitst in twee boerderijen ten
behoeve van zijn beide zoons: Dirk (die het hiervoor genoemde huis kreeg) en Heymen. Zij
betaalden respectievelijk het bedrag van 9-2-8 en 7-2-10, hetgeen samen ongeveer overeen
komt met het bedrag voor de hele hoeve. Dit bedrag bestond uit guldens, stuivers en centen
of duiten. Ook het feit dat tot deze boerderijn de halve bakest behoorde, wijst op een eerdere
splitsing.
In 1773 was de erfdeling van Claes Heymen Kilsdonk, door Heymen, Hendrik, Delis, Dirk,
Peter en Willem van Loon als man van Catharina.
Voor Heymen was dit huis met hof en binnenveld en het halve bakhuis met de gehele steeg tot
aan het Zijl. Het was belast met 4 kannen rogge aan de koster. Oorspronkelijk was die pacht
24 kannen rogge groot en die moest hij samen met Dirk Kilsdonk, Hendrik v.d. Brand en Rut
Timmers moest betalen. Daarnaast kwam het onderhoud van de kleine brug over de Meer
voor ¼ deel voor zijn rekening. Een ander vierdedeel van het onderhoud was voor Rut
Timmers en de overige helft voor Hendr. v.d. Brand.
In 1776 verhuurde Heymen het aan Tijs van Schijndel. (Kohier van huizen 1776, nummer
99)
De familie Kilsdonk verkocht het op 27 juli 1807 voor fl. 280,-- aan Jacobus Verbakel. De
omschrijving luidde als volgt: Een huis met de halve bakest gelegen in de Kameren, groot 3
lop. 3 roeden, de ene zijde en het ene einde Johannes v.d. Wetering, de andere zijde Dirk
Kilsdonk, het andere einde de straat. (RAH. 19a, fol. 31v). Verbakel verkocht het op 15
december 1807 aan Hendrik van Gogh.
Aan het begin van de negentiende eeuw had Hendrik van Gogh op zijn bedrijf een jonge koe,
twee koeien en twee varkens.
Voor 1832 telde het drie ramen/deuren en was het van de achtste klasse. In het uiteindelijke
kadaster werd het een huis van de negende klasse en kreeg het sectie B nummer 1460.
In 1840 had het als huisnummer E 16 en woonde er Hendrik van Gogh met zijn vrouw
Ardiena van Zutphen en zwager Marte en hun knecht en meid.
Na de dood van haar man in 1841 verhuurde de weduwe van Gog het geheel aan Peter van
Gaalen.
Hun erfgenamen verkochten het op 15 juni 1842 aan Lukas Dobbelsteen. Ook toen was het
nog belast met het onderhoud van de brug of het schoor bij het huis bewoond door de
weduwe G. v.d. Braak en met 85 maatjes rogge aan de koster van Heeswijk.
Bij de erfdeling van zoon Hendrikus die gehuwd was met Anna Maria van Elswijk kwam het
op 25 juni 1900 in het bezit van Jan Dobbelsteen. Deze kreeg alle onroerende goederen ter
waarde van fl. 6400,--. (Not. Arch. Berlicum, akte 95) Toen deze in 1907 overleed, verkocht
zijn broer Marinus het op 27 maart 1908 aan hun broer Hendrikus. (N.A. Dinther, jaar 1908,
akte 32) Deze was gehuwd met Theodora v.d. Broek.
-27-
Rond 1940 werd de boedel gescheiden en kwam het huis toe aan Driek van Schijndel die
gehuwd was met Jans Dobbelsteen. Hij kreeg huis, stal, schuur groot 7.61 a. Op 14 april
1951 emigreerden zij naar Canada. Daarna werd het verkocht aan Pieter Dobbelsteen. Het
kreeg een nieuw kadasternummer na vereniging met perceel B 2315, nl. B 3984.
De fam. Dobbelsteen verkocht het aan H. Loomans, gemeenteambte-naar te Heeswijk. Deze
verkocht het aan de familie Jansen en nu woont er de familie van Schijndel.
(met dank aan de mevr. Potters-van Houtum)

foto omstreeks 1950, gemaakt voordat de familie van Schijndel
naar Canada emigreerde