artikel - Nationale Coöperatieve Raad voor land
artikel - Nationale Coöperatieve Raad voor land
artikel - Nationale Coöperatieve Raad voor land
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
ncr coöperatiedag<br />
Het coöperatieve antwoord<br />
Tijdens de NCR Coöperatiedag ‘Het coöperatieve antwoord’ werd de coöperatie<br />
gekoppeld aan thema’s als reputatie, jongeren, ontwikkelingssamenwerking,<br />
mvo en economische positie. Daarnaast stond in dit Jaar van de Coöperatie de<br />
finale van de NCR Coöperatieprijs op het programma.<br />
NCR-directeur Ruud Galle stond tijdens zijn welkomstwoord<br />
stil bij het VN Jaar van de Coöperatie dat veel<br />
extra aandacht <strong>voor</strong> de coöperatieve onderneming heeft<br />
opgeleverd, nationaal en internationaal. “Neder<strong>land</strong> weet<br />
weer hoe belangrijk coöperaties zijn”, zei Galle. Met een<br />
gezamenlijke omzet van 111 miljard euro bieden de honderd<br />
grootste coöperatieve ondernemingen 166.000 medewerkers<br />
werkgelegenheid en zijn zij goed <strong>voor</strong> 19% van het Binnen<strong>land</strong>s<br />
Bruto Product. Uit het regeerakkoord had Galle opgemaakt dat<br />
er bij het nieuwe kabinet zeker belangstelling bestaat <strong>voor</strong> een<br />
verdere transitie naar een meer groene en duurzame <strong>land</strong>bouw,<br />
mede ook met het oog op <strong>voor</strong>tzetting van de succesvolle<br />
export. Daarbij is de coöperatieve samenwerkingsvorm,<br />
waarbij de leden gezamenlijk investeren in de toekomst, heel<br />
belangrijk. In andere sectoren, zo zei de NCR-directeur met<br />
enige trots, wordt het coöperatief succesvol samenwerken nage-<br />
Ruud Galle<br />
volgd. “Er bestaat dus kennelijk een coöperatief antwoord<br />
op de drie grote crises van deze tijd, de economische crisis,<br />
de duurzaamheidcrisis, en de vertrouwenscrisis.”<br />
2 Coöperatie | nummer 613 | december 2012<br />
Cees van Riel<br />
Galle benadrukte nog dat het VN Internationaal Jaar van de<br />
Coöperatie 2012 een verder vervolg zal krijgen. De International<br />
Cooperative Alliance (ICA) heeft een “Co-operative<br />
Decade” afgekondigd met een omvangrijk programma<br />
waaraan ook de NCR zal deelnemen. Dit programma heeft<br />
als naam “The 2020 Challenge”.<br />
OnderzOek reputatie cOöperatie<br />
Hoofdspreker op de Coöperatiedag was dit jaar professor<br />
Cees van Riel die <strong>voor</strong>lopige resultaten presenteerde uit een<br />
onderzoek naar de reputatie van de coöperatieve onderneming.<br />
Er kwam een gemengd beeld uit naar voren. ‘Niet alleen<br />
goed nieuws’.<br />
Bij reputatie hebben we het over een optelsom van percepties<br />
van velen: van plusjes en minnetjes die zich in het verleden<br />
hebben opgestapeld bij individuen. Daarbij is de toedeling<br />
van die plussen en minnen sterk afhankelijk van de context<br />
waarin vergeleken wordt.<br />
BeOOrdeling cOöperaties<br />
Als we de dertig grootste bedrijven van Neder<strong>land</strong> als referentie<br />
nemen scoren de coöperaties behoorlijk goed. Er zitten er<br />
drie in de top-tien: Fries<strong>land</strong>Campina (2), Rabobank (6) en
CZ (9) met een score van resp. 75,8; 73,7 en 68,8. Alle drie<br />
in de categorie ‘sterk tot robuust’. Op de vraag hoe men<br />
coöperaties in het algemeen beoordeelt reageert 78,2% van<br />
het grote publiek ook positief. Onder coöperatieve leden is<br />
dat zelfs 83,8%. (Curieus is het verschil in negatieve beoordeling:<br />
4,2 procent bij het algemene publiek tegen 5,3% bij<br />
leden). Maar die positieve oordelen vertalen zich niet noodzakelijkerwijs<br />
in een goede reputatie. Bij vergelijking van<br />
reputaties binnen sectoren blijkt het beeld behoorlijk uiteen<br />
te lopen. Rabobank scoort fors hoger dan ING en ABN<br />
AMRO; binnen pensioenen scoort PGGM hoger dan ABP;<br />
maar de Coop verliest het van Jumbo, en in Agri scoren<br />
Danone en Nestlé vrijwel even hoog als Fries<strong>land</strong>Campina.<br />
Wel Of geen cOöperatie?<br />
Hierbij past de aantekening dat lang niet iedereen weet of<br />
een bedrijf een coöperatie is. Bij de Rabobank weet 72,5%<br />
dat. Maar bij Fries<strong>land</strong>Campina en Coop-supermarkten is<br />
dat maar de helft. En bij de grote coöperatieve verzekeringsmaatschappijen<br />
slechts een derde. Dat roept de vraag op of<br />
het niet zinvol is om je extra als coöperatie te profileren. Op<br />
het eerste gezicht is dat zo. Als er in het onderzoek specifiek<br />
‘Leden van de coöperatie investeren<br />
gezamenlijk in de toekomst’<br />
werd bijverteld dat er sprake is van een coöperatie zei<br />
gemiddeld één op de vijf respondenten positiever te gaan<br />
oordelen. Maar ook hier weer grote verschillen; per groep<br />
maar ook bínnen groepen. Achmea, Univé en PGGM hebben<br />
reputatie<strong>voor</strong>deel als je benadrukt dat het coöperaties zijn.<br />
Bij Coop en Rabobank pakt het negatief uit. En binnen Agri<br />
verschilde het: positief bij Fries<strong>land</strong>Campina maar negatief<br />
bij bij<strong>voor</strong>beeld Cosun. Het waarom blijft <strong>voor</strong>alsnog een<br />
vraagteken. Al met al gelooft Van Riel dat de ‘aanjagers van<br />
‘Coöperatie heeft een positieve<br />
klank maar dat leidt niet per se<br />
tot een betere reputatie’<br />
reputatie’ <strong>voor</strong> coöperaties niet veel anders zijn dan <strong>voor</strong><br />
andere ondernemingen: <strong>voor</strong>al de evaluatie van producten<br />
& diensten en governance zijn bepalend.<br />
ncr cOöperatieprijs<br />
De NCR Coöperatieprijs was letterlijk de finale van de<br />
Coöperatiedag. De aanwezigen mochten uit drie genomineerden<br />
de ‘meest coöperatieve agrarische ondernemer’ van 2012<br />
kiezen. De meest coöperatieve boer of tuinder is een ondernemer<br />
die het zakelijke <strong>voor</strong>deel van coöperatief ondernemen ziet<br />
en benut. Hij of zij is ook actief betrokken bij coöperaties. De<br />
bevlogen agrariër heeft een duidelijke toekomstvisie <strong>voor</strong><br />
zijn bedrijf, <strong>voor</strong> de sector en de rol die coöperaties daarin<br />
spelen. Een vakjury onder <strong>voor</strong>zitterschap van Jos van Campen<br />
heeft de drie finalisten geselecteerd uit 24 aanmeldingen. Uit<br />
alle provincies waren ondernemers aangemeld; de meeste<br />
agrarische sectoren werden vertegenwoordigd. Het leeftijdsverschil<br />
tussen de jongste en oudste kandidaat was 45 jaar.<br />
Van de drie finalisten werden videoportretten getoond waarin<br />
zij onder meer hun bedrijf lieten zien. Daarna presenteerden<br />
zij kort de toekomstige uitdagingen die zij als ondernemer<br />
zagen en de rol die coöperaties daarbij innemen.<br />
Coöperatie | nummer 613 | december 2012<br />
3
Dirk Bruins (2e van links) neemt de NCR Coöperatieprijs in ontvangst. Rechts van hem Edwin Michiels en Michiel Bouma.<br />
Derde werd Michiel Bouma uit de Noordoostpolder die<br />
druk doende is nieuwe afzetmogelijkheden te zoeken <strong>voor</strong><br />
Neder<strong>land</strong>se pootaardappelen en zich onder andere, samen met<br />
zijn coöperatie, afvraagt hoe China weerhouden kan worden<br />
exportsuccessen te boeken met het illegaal vermeerderen van<br />
Neder<strong>land</strong>s product.<br />
De tweede plaats was <strong>voor</strong> Edwin Michiels die in Horst-<br />
Melderslo een gemengd bedrijf voert met akkerbouw,<br />
bloembollen en vleesvarkens. Michiels legde sterk de nadruk<br />
op het verband tussen micro en macro: keuzemogelijkheden<br />
<strong>voor</strong> de drie kinderen aan de keukentafel en het verbinden van<br />
belangen om het bedrijf en dus de sector duurzaam te houden<br />
qua ruimte, rendement, kritische massa, milieu en trots.<br />
en de Winnaar is...<br />
Met 46% van de stemmen ging de NCR Coöperatieprijs naar<br />
Dirk Bruins, melkveehouder en coöperatief bestuurder te<br />
Dwingeloo. De 37-jarige Bruins werd door de jury onder<br />
meer geprezen om zijn oog <strong>voor</strong> de sociale omgeving. Zo<br />
entameerde hij een sponsorproject <strong>voor</strong> plaatselijke voetbaljeugd.<br />
In zijn bevlogen speech stelde Bruins twee andere<br />
zaken centraal. Op de eerste plaats de afzet. Daarin acht hij<br />
nieuwe markten en niches mogelijk. En dat betekent dat er<br />
meer differentiatie nodig is. Volgens hem missen coöperaties<br />
daar kansen. Als tweede punt noemde hij de keten. Boeren<br />
moeten zich realiseren dat ze politiek steeds zwakker staan.<br />
Er zijn nog 70.000 bedrijven, terwijl de kiesdeler 65.000 is.<br />
Als je dan bovendien ziet dat de productschappen worden<br />
4 Coöperatie | nummer 613 | december 2012<br />
afgeschaft, moeten coöperaties als ketenorganisaties bij<br />
uitstek dat oppakken. Want we moeten het met elkaar<br />
‘Dirk Bruins verkozen tot meest<br />
coöperatieve agrarische<br />
ondernemer 2012’<br />
doen: in vertrouwen en samenwerking dingen bereiken.<br />
De prijs, een reischeque van 3.500 euro, wil Bruins graag<br />
besteden om nog eens extra over de grens te gaan kijken.<br />
Vooral Oost-Europa intrigeert hem. In het kader van een<br />
NAJK-project is hij daar al eens geweest. ‘Daar heb ik<br />
gezien waar het toe leidt als er geen vertrouwen is. Dan<br />
ervaar je wat de kracht van de coöperaties hier is’.<br />
NCR-<strong>voor</strong>zitter Jos van Campen besloot de Coöperatiedag<br />
door Kees Wantenaar te bedanken <strong>voor</strong> zijn inzet <strong>voor</strong> de<br />
coöperatieve sector. Kees Wantenaar, onder meer <strong>voor</strong>zitter<br />
van Fries<strong>land</strong>Campina tot december 2011, was tot oktober<br />
2012 bestuurslid van de NCR.<br />
De videoportretten van de NCR Coöperatieprijs finalisten,<br />
en de meeste presentaties van de Coöperatiedag zijn te vinden<br />
op www.cooperatie.nl
cOöperaties in de eurOpese <strong>land</strong>- en tuinBOuW<br />
Jos Bijman, universitair docent aan Wageningen University<br />
De afgelopen twee jaar waren Jos Bijman en Krijn Poppe van respectievelijk Wageningen<br />
University en LEI projectmanagers van het EU-project ‘Support for farmers’ cooperatives’.<br />
De Europese Commissie wil via het project achtergrondinformatie verzamelen dat boeren<br />
helpt zich in coöperaties te verenigen om hun markt- én inkomenspositie te verbeteren. En<br />
om te weten te komen welke beleidsmaatregelen de ontwikkeling van coöperaties stimuleren.<br />
Het project levert veel gegevens over coöperaties en producentenorganisaties in de 27 lidstaten<br />
van de Europese Unie. Het gaat daarbij onder meer om 27 <strong>land</strong>enstudies, 8 sectorstudies<br />
– granen, zuivel, groente en fruit, varkens- en schapenvlees, olijven, wijn en suiker – en 34<br />
casestudies waarbij bij<strong>voor</strong>beeld internationale fusies centraal staan. Wat is nu het belang<br />
van coöperaties <strong>voor</strong> de <strong>land</strong>- en tuinbouw? Wat is de positie van de coöperatie in de keten?<br />
Trends die de onderzoekers signaleren zijn dat coöperaties steeds meer internationaliseren – er<br />
zijn nu 46 coöperaties in Europa met leden in het buiten<strong>land</strong> – en dat er meer hybride structuren<br />
ontstaan. De onderneming gaat dan deels naar de beurs, of is deels in handen van boerenorganisaties in plaats van dat de<br />
boeren rechtstreeks lid zijn. In zijn algemeenheid is er meer managerial entrepreneurship bij coöperaties in Noordwest-<br />
Europa dan in Zuid-Europa. Verder valt op dat veel topcoöperaties verdwijnen; in Neder<strong>land</strong> was dat al het geval.<br />
Gezien de marktaandelen is Fin<strong>land</strong> met bijna 75% het meest coöperatieve <strong>land</strong>; Neder<strong>land</strong> volgt op de tweede plaats. In<br />
Oost-Europa zijn deels door historische redenen de marktaandelen van coöperaties nog vrij beperkt te noemen. Kijkend naar<br />
sectoren dan behaalt zuivel het hoogste coöperatieve marktaandeel met zo’n 55%, gevolgd door groente en fruit. Gesteld kan<br />
worden dat de coöperatie een belangrijke rol in de voedselketen inneemt, en dat marktaandelen stijgen, maar de studie heeft<br />
geen <strong>voor</strong>beelden van een dominante marktmacht opgeleverd. Veel verschillen zijn te vinden in de bestuursmodellen. Een<br />
punt van aandacht bij de geconstateerde groei en internationalisering is ledenbetrokkenheid. En bovenal: mensen moeten via<br />
scholing geïnformeerd worden over het belang van coöperaties. Zelfs in het bedrijfskundeboek van Wageningen Universiteit<br />
wordt de coöperatieve onderneming (nog) niet vermeld, zo besluit Bijman.<br />
Zie het <strong>artikel</strong> van Jos Bijman en Krijn Poppe over de Europese coöperatiestudie op pagina 8.<br />
cOöperatie en jOngeren<br />
Huub Nelis, oprichter en directeur YoungWorks<br />
Voor coöperaties zijn jongeren vanuit verschillende invalshoeken van belang. Het is de<br />
nieuwe generatie leden en tussen hen bevinden zich de toekomstige bestuurders. Het zijn<br />
ook de nieuwe werknemers of klanten van de coöperatieve onderneming. Aansluiting vinden<br />
bij jongeren en ze erbij betrekken is een vak apart, zo blijkt uit de workshop van Huub Nelis,<br />
directeur van het communicatiebureau YoungWorks dat zich specifiek richt op jongeren.<br />
mbo-jongeren menen dat een coöperatie saai, onbetrouwbaar en ingewikkeld is. Jongeren<br />
denken eerst “what’s in it for me” en hun betrokkenheid is vluchtig. Ze hebben weinig tijd<br />
dus ook niet <strong>voor</strong> een actief lidmaatschap. Terwijl de coöperatieve waarden juist goed bij<br />
jongeren zouden moeten aansluiten. Een belangrijke trend onder jongeren is bij<strong>voor</strong>beeld<br />
delen, van zowel spullen als kennis, zoals in Icloud. Slim organiseren is de focus en het<br />
netwerk geeft jongeren status. Jongeren hechten waarde aan betrouwbaarheid, overzicht,<br />
transparantie en menselijkheid. “Dus als je ze de coöperatieve ondernemingsvorm uitlegt<br />
dan worden ze enthousiast. Ze koppelen het echter niet aan de huidige coöperaties.” Dus daar is nog wel werk te doen volgens<br />
Nelis. Waar het al mis gaat is dat jonge medewerkers er geen toegevoegde waarde in zien om andere jongeren te vertellen dat<br />
het gaat het om een coöperatieve ondernemingsvorm.<br />
Ook al zijn jongeren misschien wel iets te zelfverzekerd, ze zijn ook zelfstandig, ondernemend en willen meedenken. Dat hoeft niet<br />
altijd te botsen met een coöperatie volgens Nelis. Zijn tips zijn: “Kijk naar de vorm hoe je jongeren betrekt, reflecteer op de coöperatie<br />
van 2013 en durf anders te communiceren. Biedt ze een netwerk van leeftijdsgenoten waar ze onderling kennis kunnen delen.<br />
Vergaderen vinden jongeren saai maar ze willen wel invloed. Geeft duidelijk aan waarover ze invloed hebben en betrek ze bij<strong>voor</strong>beeld<br />
bij innovatie. Durf ook anders te communiceren waarbij je jongeren zelf hun digitale media laat kiezen en invullen. En ook al zijn<br />
jongeren meer gericht op het snel regelen, ze hebben wel hun eigen structuur. Durf ze dan ook hun eigen ruimte te geven.”<br />
Coöperatie | nummer 613 | december 2012<br />
5
cOöperatie en duurzaamheid<br />
Glenn van der Burg, senior programmamanager people MVO Neder<strong>land</strong><br />
Gerard Teuling, sectormanager food & agribusiness MVO Neder<strong>land</strong><br />
Glenn van der Burg en Gerard Teuling leidden een workshop<br />
over Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.<br />
MVO Neder<strong>land</strong> is een bedrijvennetwerk van zo’n<br />
2.000 bedrijven uit allerlei sectoren. Onder andere uit de<br />
agribusiness (www.mvoindeagribusiness.nl).<br />
Een <strong>voor</strong>beeld is CONO Kaasmakers dat samen met ijsmaker<br />
Ben&Jerry’s werkt aan het Caring Dairy programma.<br />
Op vrijwillige basis komen zo’n 500 deelnemende leden<br />
bijeen in groepjes waarin alle mogelijke duurzaamheidsindicatoren<br />
aan de orde komen. Bewustwording en het<br />
krijgen en uitwisselen van kennis zijn de sleutelwoorden.<br />
Bij CONO levert het ook wat op: deelnemende boeren<br />
krijgen ½ tot ¾ cent extra <strong>voor</strong> hun melk. Dat kan onder andere omdat promotie via maatschappelijke organisaties extra kaasomzet<br />
oplevert in het foodservice circuit. Die extra beloning triggert de zaal: meestal is die er niet. Een groot bedrijf kan bij<strong>voor</strong>beeld<br />
niet in zo’n niche duiken. Iedereen heeft zo zijn eigen idee over wat de belangrijkste duurzaamheidsthema’s zijn.<br />
In de discussie komt naar voren dat MVO-inspanningen grote betekenis hebben om je bedrijf toekomstbestendig te maken.<br />
Het stimuleert om allerlei interne bedrijfsprocessen en externe ontwikkelingen te evalueren. Dat kan kostenbesparingen opleveren<br />
(bij CONO wist menig boer energie te besparen door melkmachines beter af te stellen) maar ook stimuleren tot innovatie.<br />
Op de opmerking dat het zo moeilijk is om investeringen in duurzaamheid uit de markt terug te verdienen komen twee antwoorden.<br />
Eerst gaat het om je licence tot produce: steeds meer ketenpartijen stellen op MVO-gebied gewoon eisen. En op de tweede<br />
plaats kun je zaken ook sámen aanpakken. Zo hebben zeven mondiale spelers in de zaadveredeling afgesproken een substantiële<br />
bijdrage te leveren aan de wereldvoedsel<strong>voor</strong>ziening en gaat de Neder<strong>land</strong>se betonindustrie gezamenlijk aan duurzaam beton<br />
werken. Op zo’n manier hoeven kosten van MVO-innovaties niet te leiden tot concurrentienadeel op korte termijn. Waarmee<br />
onbenoemd een <strong>voor</strong>deel van coöperatie om de hoek kwam kijken.<br />
cOöperatie en OntWikkelingssamenWerking<br />
Kees Blok<strong>land</strong>, directeur Agriterra<br />
Kees Blok<strong>land</strong> benadrukte nog eens vurig hoe wenselijk het is dat coöperaties hun coöperatieve<br />
waarden meenemen naar de ‘gewone mensen’ die in derde <strong>land</strong>en proberen greep op hun<br />
eigen situatie te krijgen. Het valt hem op dat óók sommige coöperaties in derdewereld<strong>land</strong>en<br />
gemakkelijk vervallen in ‘beursgenoteerd gedrag’. Zijn adagium is echter: sluit aan bij<br />
lokale ontwikkelingen en ondersteun die met je coöperatieve expertise.<br />
Als <strong>voor</strong>beeld vertellen enkele Peruanen over Coopecan: een coöperatie van enkele honderden<br />
kleine houders van alpaca’s in het hooggebergte. In Peru is 97% van de alpaca-markt in handen<br />
van twee grote bedrijven. De coöperatie heeft nu 5% van de rest. Met hulp van Agriterra zijn de<br />
activiteiten sinds 2008 aanzienlijk uitgebreid. Van (de export van) grondstoffen naar gesponnen<br />
draden en inmiddels zelfs naar een eigen modelijn. Dit alles onder professioneel management.<br />
Henri Bisschop van Fries<strong>land</strong>Campina vertelde hoe Fries<strong>land</strong>Campina in Oost-Afrika expertise<br />
beschikbaar stelt aan lokale zuivelcoöperaties. Dat kan variëren van kwaliteitsborging en<br />
distributie tot het opzetten van fabrieken. Vooralsnog verkeren de meeste Keniaanse melkcoöperaties nog in een heel primitief<br />
stadium: het collectioneren van melk over vaak grote afstanden. Voor een volgende stap – die van verdere verwaarding – vindt een<br />
strenge zakelijke selectie plaats. De meeste veelbelovende worden uitgekozen stap <strong>voor</strong> stap de markt te verkennen, een businessplan<br />
te maken, en de distributie van eindproducten te organiseren. De <strong>voor</strong>uitzichten zijn goed: <strong>voor</strong> een melkfabriekje met distributie over<br />
lokale kiosken is een terugverdientijd van 4 tot 4,5 jaar <strong>voor</strong>zien. Op 22 november 2012 ontvingen Agriterra en Fries<strong>land</strong>Campina<br />
op Nyenrode een Business Development Award <strong>voor</strong> deze initiatieven. ‘Misschien dat Fries<strong>land</strong>Campina met deze initiatieven op<br />
lange termijn ook zakelijke <strong>voor</strong>delen kan behalen in de snel groeiende Afrikaanse markt. Maar we doen het <strong>voor</strong>al omdat klanten<br />
en zakelijke partners tegenwoordig gewoon van je verwachten dat MVO onderdeel uitmaakt van je ontwikkelingsstrategie’.<br />
6 Coöperatie | nummer 613 | december 2012