Smokkelen in Noord-Brabantse grensstreek een toeristisch ... - ANV
Smokkelen in Noord-Brabantse grensstreek een toeristisch ... - ANV
Smokkelen in Noord-Brabantse grensstreek een toeristisch ... - ANV
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Neerlandia/Nederlands van Nu – 1-2011 NEERLANDIA SMOKKELEN<br />
22<br />
Het monument van de Kraaienpoot <strong>in</strong> Luijksgestel (<strong>Noord</strong>-Brabant) her<strong>in</strong>nert aan de ‘botertijd’, toen het smokkelen zich concentreerde op roomboter.<br />
Om zich douanemensen van het lijf te houden, werden kraaienpoten op de weg gestrooid. (foto Paul Spapens)<br />
In het Nederlandse grensdorp Luijksgestel staat aan de Dorpstraat<br />
het monument van de Kraaienpoot. De <strong>in</strong>clusief sokkel<br />
ongeveer 1,60 meter hoge kraaienpoot is <strong>in</strong> 1985 onthuld door<br />
de toenmalige burgemeester. Het idee om <strong>in</strong> dit Kempendorp<br />
<strong>een</strong> kraaienpootmonument op te richten, was afkomstig van<br />
Jan van den Dungen. De medewerker van de gem<strong>een</strong>te Luijksgestel<br />
vond op de zolder van het gem<strong>een</strong>tehuis <strong>een</strong> emmer vol<br />
met kraaienpoten. Die waren ooit van de weg geraapt nadat<br />
ze tijdens <strong>een</strong> nachtelijke achtervolg<strong>in</strong>g van <strong>een</strong> gepantserde<br />
smokkelwagen door de bijrijder waren uitgestrooid om zich de<br />
douane van het lijf te houden. De kraaienpoten <strong>in</strong> de emmer <strong>in</strong>spireerden<br />
Van den Dungen tot het monument dat <strong>in</strong> kenmerkende<br />
dorps<strong>een</strong>dracht werd gerealiseerd.<br />
Nu is het <strong>een</strong> van de bekendste objecten van Luijksgestel. Het is<br />
talloze keren gefotografeerd. Het komt <strong>in</strong> vrijwel alle wandel- en<br />
fietsroutes voor. Het monument, dat uniek is <strong>in</strong> de wereld, is<br />
<strong>een</strong> hommage aan de talloze <strong>een</strong>l<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> zijn dorp die al smokkelend<br />
wat bijverdienden en die voor g<strong>een</strong> kle<strong>in</strong>tje vervaard<br />
waren. En ten tweede drukt het het e<strong>in</strong>de van <strong>een</strong> tijdperk uit.<br />
De kraaienpoten werden gebruikt door smokkelaars die <strong>in</strong> georganiseerde<br />
bendes opereerden. Die groepen waren het beg<strong>in</strong><br />
van de crim<strong>in</strong>aliser<strong>in</strong>g van het smokkelen. Ze traden steeds<br />
Paul Spapens<br />
<strong>Smokkelen</strong> <strong>in</strong> <strong>Noord</strong>-<strong>Brabantse</strong><br />
<strong>grensstreek</strong> <strong>een</strong> <strong>toeristisch</strong> tijdverdrijf<br />
driester op. De reactie van de overheid was navenant. Het smokkelen<br />
evolueerde van <strong>een</strong> activiteit van stoere <strong>een</strong>l<strong>in</strong>gen naar<br />
goed georganiseerde crim<strong>in</strong>aliteit met onder meer fabriekjes<br />
waar<strong>in</strong> aan de lopende band kraaienpoten werden gemaakt. De<br />
kraaienpoot heeft vier punten. Eentje steekt er altijd naar boven.<br />
De douanemensen reden tijdens <strong>een</strong> achtervolg<strong>in</strong>g de banden<br />
van hun auto’s kapot op dat geduchte wapen.<br />
Het Kraaienpootmonument is <strong>een</strong> van de tastbare her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gen<br />
aan het smokkelen langs de <strong>Noord</strong>-Brabants-Belgische grens.<br />
Die her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gen zijn <strong>toeristisch</strong> van aard. Het smokkelverleden<br />
is <strong>een</strong> populair <strong>toeristisch</strong> thema <strong>in</strong> de <strong>Noord</strong>-Brabants-<br />
Belgische <strong>grensstreek</strong>. Een paar voorbeelden. Door de enclave<br />
Baarle-Hertog/Baarle-Nassau loopt de Baolse Smokkelroute,<br />
<strong>een</strong> <strong>toeristisch</strong>e wandel<strong>in</strong>g door beide enclavedorpen. De Smokkelaarsroute<br />
is <strong>een</strong> thematische fietsroute van 44 kilometer <strong>in</strong> de<br />
Vlaamse grensgem<strong>een</strong>ten Ravels en Baarle-Hertog. Op elf plaatsen<br />
staat <strong>een</strong> smokkelaarsklomp, <strong>een</strong> tot de verbeeld<strong>in</strong>g sprekend<br />
attribuut uit het smokkelverleden. Aan de onderkant waren<br />
zool en hak verwisseld, zodat de douane het spoor van de smokkelaar<br />
<strong>in</strong> de verkeerde richt<strong>in</strong>g volgde. Streekmuseum de Acht<br />
Zaligheden <strong>in</strong> Eersel heeft <strong>een</strong> arrangement <strong>in</strong> het programma<br />
van <strong>een</strong> bezoek aan het museum <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met <strong>een</strong> bustocht
kriskras over de grens langs plaatsen waar zich ooit smokkelaars<br />
ophielden. In de bus zit <strong>een</strong> kenner van de streek die de geschiedenis<br />
van het smokkelen uit de doeken doet, opgesmukt met<br />
smeuïge anekdotes, zoals het verhaal van de Belgische dame die<br />
<strong>in</strong> Nederland boter haalde. Ze stopte de pakjes <strong>in</strong> <strong>een</strong> korset rond<br />
haar middel. De douane had haar door. Ze moest net zo lang<br />
naast de gloeiend hete kachel gaan staan totdat de gesmolten<br />
boter langs haar benen naar beneden droop.<br />
Dat verhaal uit de jaren 50 van de vorige eeuw stamt vermoedelijk<br />
uit het westen van <strong>Noord</strong>-Brabant, maar tegenwoordig is<br />
het overal langs de grens te beluisteren. Het past <strong>in</strong> de trend om<br />
het smokkelen te zien als <strong>een</strong> romantisch tijdverdrijf van keuterboertjes,<br />
die na het melken van <strong>een</strong> paar schonkige koetjes <strong>een</strong><br />
pungel over hun schouder gooiden, <strong>in</strong> het holst van de nacht de<br />
meet overtrokken en na afloop van <strong>een</strong> geslaagde tocht <strong>in</strong> <strong>een</strong><br />
grenscafé de schrik met <strong>een</strong> goed glas bier wegspoelden. Die<br />
romantiek kl<strong>in</strong>kt tot vandaag landelijk door <strong>in</strong> Hij was <strong>een</strong> smokkelaar.<br />
Dat lied van Johnny Hoes behoort tot de Nederlandse<br />
nationale muziekcanon:<br />
Hij was <strong>een</strong> smokkelaar,<br />
Die diep <strong>in</strong> de nacht,<br />
Steeds weer zijn smokkelwaar<br />
De grens overbracht.<br />
Kle<strong>in</strong> was het smokkelloon en groot het gevaar,<br />
Zo is het leven van <strong>een</strong> smokkelaar.<br />
Noodgedwongen<br />
Die <strong>Brabantse</strong> smokkelaar was <strong>in</strong> de regel <strong>een</strong> <strong>een</strong>l<strong>in</strong>g die<br />
óf ‘op zijn eigen’ (voor zichzelf) óf <strong>in</strong> groepen opereerde. Hij<br />
maakte <strong>in</strong> de eerste plaats gebruik van de grenssituatie, logisch<br />
natuurlijk, maar die situatie was juist <strong>in</strong> Brabant gunstig voor<br />
het smokkelbedrijf. Na de Belgische onafhankelijkheidsverklar<strong>in</strong>g<br />
op 4 oktober 1830 werd op 8 augustus 1843 <strong>in</strong> Maastricht<br />
<strong>een</strong> verdrag ondertekend waar<strong>in</strong> de loop van de grens werd<br />
vastgelegd. Die grens vertoont opvallende uitstulp<strong>in</strong>gen, die het<br />
ideaal maken om te smokkelen. Bovendien was na de Vrede van<br />
Munster <strong>in</strong> 1648 economische activiteit nabij de grens zo goed<br />
als volledig tot stilstand gekomen. Dat bracht met zich mee dat<br />
de grens generaties lang werd gemarkeerd door woeste natuur,<br />
even<strong>een</strong>s <strong>een</strong> ideale omstandigheid voor het smokkelbedrijf.<br />
Als gevolg van die politieke verwikkel<strong>in</strong>gen die de grensregio’s<br />
afsneden van hun natuurlijke achterland, vervielen de bewoners<br />
tot diepe armoede. Veruit de belangrijkste reden om te gaan<br />
smokkelen, was dan ook de armoede. Armoede als aanstichter<br />
bleek onder meer heel sterk tijdens de crisisjaren toen vanuit de<br />
grote <strong>in</strong>dustriesteden Tilburg en E<strong>in</strong>dhoven duizenden gelegenheidssmokkelaars<br />
de grens overstaken. Bij gebrek aan werk en<br />
aan <strong>een</strong> fatsoenlijk sociaal vangnet zagen gez<strong>in</strong>shoofden zich<br />
gedwongen tot het smokkelbedrijf. In oktober 1936 viel het de<br />
douane <strong>in</strong> West-Brabant op dat bekende smokkelgroepen niet<br />
meer <strong>in</strong> het veld werden gesignaleerd. De meeste smokkelaars<br />
hadden tijdelijk werk gevonden <strong>in</strong> de voor dat deel van Brabant<br />
SMOKKELEN<br />
In Weelde (gem<strong>een</strong>te Ravels) staat <strong>een</strong> smokkelaarsklomp als onderdeel<br />
van de Smokkelaarsroute, <strong>een</strong> thematische fietsroute. De aan de onderkant<br />
omgekeerde klomp maakt de werk<strong>in</strong>g goed duidelijk. (foto Paul Spapens)<br />
kenmerkende bietencampagne. Werkloosheid en de niet toereikende<br />
steun kwamen regelmatig tijdens rechtszaken aan de<br />
orde. Soms vielen de straffen om die reden lager uit. Maar veelal<br />
hoefden de smokkelaars niet op clementie te rekenen. Van de<br />
andere kant lieten de douanemensen wel vaak zien over <strong>een</strong> sociaal<br />
hart te beschikken. In de smokkelverhalen uit die tijd komt<br />
de douaneman vaak naar voren als <strong>een</strong> rechtlijnige boeman. De<br />
werkelijkheid was dat hij handelde naar de geest en niet naar<br />
de letter van de wet. J. Reijntjes, <strong>in</strong>specteur <strong>in</strong>voerrechten en<br />
accijnzen <strong>in</strong> Tilburg, verklaarde <strong>in</strong> oktober 1936: “De meeste<br />
smokkelaars worden voornamelijk gerekruteerd uit de kr<strong>in</strong>gen<br />
der werkloozen. En dit is best te begrijpen, want als zij <strong>een</strong><br />
beetje geluk hebben bij hun smokkelarij, varen ze er f<strong>in</strong>ancieel<br />
allicht beter bij dan bij den steun.” <br />
N/NvN publiceert <strong>in</strong> 2011 <strong>een</strong> serie van vier verhalen over de<br />
geschiedenis van het smokkelen tussen <strong>Noord</strong>-Brabant en België.<br />
De verhalen zijn mede gebaseerd op het boek <strong>Smokkelen</strong> <strong>in</strong> Brabant<br />
van Paul Spapens en Anton van Oirschot. In de volgende aflever<strong>in</strong>g<br />
wordt aandacht besteed aan de smokkel van zout <strong>in</strong> de negentiende<br />
eeuw en tijdens de Eerste Wereldoorlog.<br />
23<br />
Neerlandia/Nederlands van Nu – 1-2011
Neerlandia/Nederlands van Nu – 2-2011 NEERLANDIA SMOKKELEN<br />
16<br />
Aan de Belgische kant van de grens is <strong>in</strong> de buurt van Hamont (B) en Budel (NL) <strong>een</strong> stukje Dodendraad nagemaakt. Op <strong>in</strong>itiatief van het stadsbestuur van<br />
Hamont-Achel en van de heemkundekr<strong>in</strong>g De Goede Stede Hamont is deze replica <strong>in</strong> mei 2000 geopend. De Dodendraad ligt aan <strong>een</strong> druk bereden <strong>toeristisch</strong><br />
fietspad en trekt daardoor veel bekijks. (foto Paul Spapens)<br />
Paul Spapens<br />
Tijdens de Eerste Wereldoorlog<br />
vielen de meeste doden en gewonden<br />
<strong>Noord</strong>-<strong>Brabantse</strong> smokkelaar werd nooit <strong>een</strong> outcast omdat hij<br />
samenlev<strong>in</strong>g van goedkopere goederen voorzag<br />
De <strong>Noord</strong>-<strong>Brabantse</strong> samenlev<strong>in</strong>g had <strong>een</strong> duidelijk (eigen)<br />
belang bij de activiteiten van de smokkelaars. Zij voorzagen<br />
<strong>in</strong> het goedkoper aanbieden van goederen. In de samenlev<strong>in</strong>g<br />
is de smokkelaar nooit <strong>een</strong> outcast geworden. Bovendien kon<br />
<strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe ieder<strong>een</strong> zich onder bepaalde omstandigheden<br />
genoodzaakt zien om te gaan smokkelen. Dat speelde sterk ten<br />
tijde van de crisisjaren. De smokkelaar genoot respect omdat<br />
zijn praktijk bepaald g<strong>een</strong> <strong>een</strong>voudige bijverdienste en al helemaal<br />
g<strong>een</strong> romantisch tijdverdrijf was. Hij moest moeilijkheden<br />
het hoofd bieden. Om uit de handen van de wet te blijven,<br />
moest hij slimmer zijn dan de sterke arm.<br />
Juist die verhalen van onverschrokkenheid en Tijl Uilenspiegelachtige<br />
slimheid worden nog steeds verteld <strong>in</strong> <strong>Noord</strong>-<br />
<strong>Brabantse</strong> grenscafés en tijdens de huifkartochten over<br />
smokkelpaden. Het gevaar dat <strong>in</strong> het lied Hij was <strong>een</strong> smokkelaar<br />
van Johnny Hoes wordt bezongen, kon van onvermoede<br />
kanten komen. In de jaren 30 greep het fenom<strong>een</strong> van de<br />
zwarte commiezen om zich h<strong>een</strong>. Dat waren lieden die ooit<br />
zelf gesmokkeld hadden. Ze kenden alle <strong>in</strong>s and outs. Op het<br />
moment dat de smokkelaar zich veilig waande en zijn contrabande<br />
afleverde, deed de zwarte commies zich als douaneman<br />
voor. “Halt douane”, riepen ze <strong>in</strong> het holst van de nacht. De<br />
smokkelaas renden weg. De zwarte commies kon zich op zijn<br />
dooie akkertje de zakken met smokkelwaar toe-eigenen. Zij<br />
werden gehaat, net zoals de douanemensen die zich niet aan<br />
ongeschreven erecodes hielden.<br />
Een van de belangrijkste erecodes was het achterwege laten<br />
van wapens. Zolang smokkelaars zich daar niet van bedienden,<br />
was ook de douane daar uitermate terughoudend <strong>in</strong>. Een<br />
beruchte dodelijke schietpartij deed zich voor op 5 mei 1916.<br />
Een soldaat-commies schoot Geert Schrauwen alias Klaveren<br />
Vrouwke dood. Die bijnaam – en tegenwoordig <strong>een</strong> geuzennaam<br />
– ontl<strong>een</strong>de de beruchte smokkelaar aan zijn vermogen,<br />
om net als de troefkaart van <strong>een</strong> kaartspel, steeds van vermomm<strong>in</strong>g<br />
te veranderen. Het dodelijk schot viel vlakbij <strong>een</strong> ardu<strong>in</strong>stenen<br />
hulpgrenspaal bij Horendonk tussen het Nederlandse<br />
Nispen en het Vlaamse Essen. De volksmond kent de grensmarker<strong>in</strong>g<br />
als Strontpaal omdat douaniers te velde er hun behoefte<br />
achter deden. Zij veegden als het ware hun kont af aan<br />
iemand die ze als <strong>een</strong> groot tegenstander zagen.<br />
De Eerste Wereldoorlog, waar<strong>in</strong> Klaveren Vrouwke sneefde, is<br />
<strong>een</strong> van de zes episodes die s<strong>in</strong>ds de Belgische onafhankelijkheid<br />
de geschiedenis van de <strong>Noord</strong>-<strong>Brabantse</strong> smokkelaars<br />
hebben gemarkeerd. In chronologische volgorde waren dat de<br />
zoutsmokkel <strong>in</strong> het laatste kwart van de negentiende eeuw, de<br />
Eerste Wereldoorlog, de crisisjaren, de Tweede Wereldoorlog, de<br />
wederopbouw en tot slot de botersmokkel, de tijd waar<strong>in</strong> de <strong>een</strong>l<strong>in</strong>g<br />
uit de romantische verhalen afhaakte en de bendevorm<strong>in</strong>g<br />
en crim<strong>in</strong>aliser<strong>in</strong>g begon. Het was de grens tussen beide landen<br />
die de dief (de smokkelaar) de gelegenheid bood. De smokkelpraktijk<br />
hangt echter niet all<strong>een</strong> samen met de nationale staten.<br />
Zolang er grenzen zijn geweest tussen bijvoorbeeld hertogdom-
men of bisdommen, is er gesmokkeld. Met de grenzen h<strong>in</strong>gen<br />
accijnsverschillen samen. Een smokkelaar ontduikt de accijnzen.<br />
Zoutsmokkel<br />
Zeker na de Belgische onafhankelijkheid is <strong>in</strong> de loop van de geschiedenis<br />
veel meer van Zuid naar <strong>Noord</strong> gesmokkeld dan omgekeerd.<br />
Dat had enkel en all<strong>een</strong> te maken met de voortdurend<br />
hogere accijnzen <strong>in</strong> Nederland. Een eerste grootschalig gevolg<br />
van het verschil <strong>in</strong> accijnzen was de smokkel van zout. In 1870<br />
werd de accijns op zout door de Belgen afgeschaft, terwijl die <strong>in</strong><br />
Nederland gewoon bleef bestaan. In België kostte <strong>een</strong> kilo zout<br />
rond de drie cent, <strong>in</strong> Nederland werd <strong>een</strong> accijns van negen cent<br />
geheven. Zout was uitermate belangrijk <strong>in</strong> de toenmalige huishoudens,<br />
onder andere om het vlees van <strong>een</strong> zelfgeslacht varken<br />
te pekelen. Er werd dan ook <strong>in</strong> november, de traditionele slachtmaand,<br />
tweemaal zo veel gesmokkeld als <strong>in</strong> andere maanden.<br />
Vandaar dat de 13-jarige Johannes Sneijers uit Dommelen<br />
(Kempen) en zijn drie jaar oudere zus Ida <strong>in</strong> november 1873 zo<br />
vaak op stap g<strong>in</strong>gen. Op 14 november werden ze door de Valkenswaardse<br />
commiezen gesnapt toen ze met <strong>een</strong> vracht zout<br />
de Opperse Heide over wilden steken. Broer en zus gaven de<br />
moed niet op, maar die maand november zat het ze niet mee.<br />
De pechvogels werden nog drie keer bekeurd. In zekere z<strong>in</strong><br />
brachten zij het er nog genadig van af. Zoutsmokkelaar Mart<strong>in</strong>us<br />
van Zundert uit het West-<strong>Brabantse</strong> Ruchphen kreeg,<br />
toen hij was gesnapt, van de commiezen “met <strong>een</strong> steevige<br />
stok hard op zijn blote witte konte”. Slechts we<strong>in</strong>ig zoutsmokkelaars<br />
werden gesnapt, onorthodoxe maatregelen ten spijt.<br />
De commiezen konden rekenen op <strong>een</strong> vangstpremie van tien<br />
procent. Nadat <strong>in</strong> 1892 het prijsverschil grotendeels ongedaan<br />
was gemaakt, hield de zoutsmokkel op.<br />
Eerste Wereldoorlog<br />
Hoewel na de zouttijd onder andere nog geraff<strong>in</strong>eerde suiker,<br />
granen en het koortswerende k<strong>in</strong>abast zijn gesmokkeld, bleef<br />
het rustig aan de grens. Met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog<br />
kwam daar verander<strong>in</strong>g <strong>in</strong>. Het neutrale Nederland kon<br />
<strong>een</strong> hele tijd naar omstandigheden tamelijk goed voorzien <strong>in</strong> de<br />
behoeften van <strong>in</strong>woners, <strong>in</strong>dustrie en handel. De Duitse bezetter<br />
kleedde België uit tot op het bot en ruïneerde het land. Logisch<br />
dat <strong>een</strong> smokkel van Nederland naar België op gang kwam. Met<br />
name etenswaar en petroleum voor de verlicht<strong>in</strong>g door middel<br />
van olielampen g<strong>in</strong>gen richt<strong>in</strong>g België. Daarnaast waren er tal<br />
van bijzondere nicheproducten, zoals <strong>Noord</strong>-<strong>Brabantse</strong> kranten.<br />
De onafhankelijke berichtgev<strong>in</strong>g <strong>in</strong> die kranten over het verloop<br />
van de oorlog was voor de Belgen van cruciaal belang. Een bijzonder<br />
Belgisch product dat naar Nederland werd gesmokkeld,<br />
waren de brieven die ouders schreven aan hun zonen <strong>in</strong> de<br />
frontgebieden. Die brieven werden met vliegers over de dodendraad<br />
gevlogen. Het vliegertouw werd doorgeknipt. In <strong>Noord</strong>-<br />
Brabant werden de vliegers door handlangers opgevangen. In<br />
het Belgische postkantoor van Baarle-Hertog werden de brieven<br />
SMOKKELEN<br />
gestempeld en via Engeland naar de geadresseerden <strong>in</strong> de<br />
loopgraven gebracht. Baarle-Hertog is <strong>een</strong> Belgische enclave <strong>in</strong><br />
Nederland. Het stukje België kon niet door de Duitsers worden<br />
bezet. Het Belgische postkantoor bleef normaal functioneren.<br />
Belgische brieven werden als vanzelfsprekend <strong>in</strong> <strong>een</strong> Belgisch<br />
postkantoor afgestempeld. Tijdens de Eerste Wereldoorlog liepen<br />
de grensbewoners als vanouds voorop, maar er werd ook volop<br />
gesmokkeld onder leid<strong>in</strong>g van Nederlandse officieren en door de<br />
Duitsers. Tijdens de Eerste Wereldoorlog zijn voor de eerste keer<br />
(militaire) (vracht)auto’s <strong>in</strong>gezet voor smokkel <strong>in</strong> het groot.<br />
Pal op de grens bij het Nederlandse Schijf her<strong>in</strong>nert dit monument aan<br />
de dood van Klaveren Vrouwke. De st<strong>een</strong> rechts is de orig<strong>in</strong>ele ardu<strong>in</strong>stenen<br />
grenspaal waarbij de legendarische smokkelaar werd doodgeschoten.<br />
De st<strong>een</strong> ernaast is <strong>een</strong> replica. Het aanpalende douanehuisje is geplaatst<br />
door de heemkundekr<strong>in</strong>g. Het geheel is <strong>een</strong> <strong>toeristisch</strong>e attractie.<br />
(foto Paul Spapens)<br />
Veruit de meeste doden en gewonden tijdens het smokkelen<br />
<strong>in</strong> <strong>Noord</strong>-Brabant vielen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Dat<br />
was <strong>een</strong> rechtstreeks gevolg van de oorlogssituatie toen alles<br />
en ieder<strong>een</strong> letterlijk op scherp stond. Het dodelijkst was de<br />
dodendraad, <strong>een</strong> elektrische versperr<strong>in</strong>g die door de Duitsers<br />
aan de Belgische kant langs heel de Nederlands-Belgische<br />
grens werd aangelegd. Op de draden stond <strong>een</strong> elektrische<br />
spann<strong>in</strong>g van 2000 volt. Wie de draden aanraakte, werd ‘doodgebliksemd’.<br />
Ieder<strong>een</strong> die de grens illegaal wilde passeren,<br />
moest die dodelijke barrière nemen. Geheel naar hun aard<br />
vonden de smokkelaars allerlei methoden om de dodendraad<br />
te passeren. Het bekende hulpmiddel was het vouwraam of<br />
passeurraam, <strong>een</strong> uitv<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g die is gedaan <strong>in</strong> de Belgische<br />
Kempen. Dat vouwraam bestond uit scharnierend aan elkaar<br />
bevestigde latten. Het werd <strong>in</strong> opgevouwen toestand mee naar<br />
de elektrische versperr<strong>in</strong>g genomen. Vervolgens werd het<br />
tussen de draden gestoken en opengeklapt. De ruimte die ontstond<br />
was voldoende om <strong>een</strong> mens doorgang te verlenen. <br />
N/NvN publiceert <strong>in</strong> 2011 <strong>een</strong> serie van vier verhalen over de<br />
geschiedenis van het smokkelen tussen <strong>Noord</strong>-Brabant en België.<br />
De verhalen zijn mede gebaseerd op het boek <strong>Smokkelen</strong> <strong>in</strong> Brabant<br />
van Paul Spapens en Anton van Oirschot. In de volgende aflever<strong>in</strong>g<br />
wordt aandacht besteed aan de smokkel van speelkaarten uit Turnhout,<br />
tijdens de crisisjaren en de Tweede Wereldoorlog.<br />
17<br />
Neerlandia/Nederlands van Nu – 2-2011
Neerlandia/Nederlands van Nu – 3-2011 NEERLANDIA SMOKKELEN<br />
10<br />
Toen de Eerste Wereldoorlog afgelopen was, kwam behoorlijk<br />
de klad <strong>in</strong> de smokkel van en naar <strong>Noord</strong>-Brabant om na de<br />
beurskrach van Wall Street op 24 oktober 1929 weer <strong>in</strong> alle hevigheid<br />
om zich h<strong>een</strong> te grijpen. De economische crisis was zo groot<br />
dat tal van werklozen zich genoodzaakt zagen te gaan smokkelen.<br />
Zonder <strong>een</strong> goed sociaal vangnet zat er <strong>in</strong> de jaren vóór de<br />
Tweede Wereldoorlog voor veel grensbewoners niets anders op<br />
dan met contrabande de schoorst<strong>een</strong> te laten roken.<br />
Tussentijds schreven de <strong>Noord</strong>-<strong>Brabantse</strong> smokkelaars nog <strong>een</strong><br />
bijzonder hoofdstukje doordat als gevolg van hun activiteiten de<br />
accijns op speelkaarten werd opgeheven. Dat effect, dat door de<br />
belast<strong>in</strong>gbedenkers <strong>in</strong> Den Haag nooit was voorzien, is <strong>een</strong><br />
zeldzaamheid <strong>in</strong> de historie van het smokkelen.<br />
In 1919 werd <strong>een</strong> spel met m<strong>in</strong>der dan 32 kaarten met <strong>een</strong> kwartje<br />
belast en <strong>een</strong> spel met meer dan 32 kaarten met twee kwartjes.<br />
Met de opbrengst wilde de Nederlandse reger<strong>in</strong>g het herstel na<br />
de Eerste Wereldoorlog bekostigen, want al was Nederland buiten<br />
de oorlog gebleven, het had er wel van geleden. S<strong>in</strong>ds 1826 is <strong>in</strong><br />
de Vlaamse grensplaats Turnhout <strong>een</strong> grote speelkaarten<strong>in</strong>dustrie<br />
gevestigd. Daar, <strong>in</strong> België, kostte <strong>een</strong> spel kaarten slechts elf<br />
cent. De kaartsmokkel die uit dit prijsverschil voorsproot, speelde<br />
Paul Spapens<br />
Smokkelaars speelkaarten<br />
overtroeven Nederlandse belast<strong>in</strong>gbedenkers<br />
Werklozen zonder sociaal vangnet zagen zich gedwongen tot smokkel<br />
Deze Duitse munitiekist uit de Tweede Wereldoorlog – gevuld met pakjes<br />
tabak en sigaretten, onder meer van het beroemde Belgische merk V.F. De<br />
kist – werd aangetroffen op <strong>een</strong> zolder <strong>in</strong> grensgem<strong>een</strong>te Wortel, <strong>een</strong> deelgem<strong>een</strong>te<br />
van Hoogstraten. Er wordt van uitgegaan dat het om <strong>een</strong> verborgen<br />
voorraad van <strong>een</strong> tabaksmokkelaar gaat. De kist met tabak en sigaretten is<br />
te zien <strong>in</strong> het Nationaal Museum voor Douane en Accijnzen <strong>in</strong> Antwerpen.<br />
zich vooral af <strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>g van de <strong>Noord</strong>-<strong>Brabantse</strong> buurstad<br />
Tilburg. Een smokkelaar zoekt nu <strong>een</strong>maal bij voorkeur de kortste<br />
weg. De smokkel was zo omvangrijk dat <strong>in</strong> Nederland nauwelijks<br />
nog legaal geïmporteerde speelkaarten werden verkocht. Op<br />
1 april 1927 werd om die reden de speelkaartenaccijns afgeschaft.<br />
Crisisjaren<br />
Ruim twee jaar later begonnen de crisisjaren met de talloze<br />
werklozen die zich <strong>in</strong> alle mogelijke bochten moesten wr<strong>in</strong>gen<br />
om rond te komen. In de <strong>Noord</strong>-<strong>Brabantse</strong> <strong>grensstreek</strong> wisten ze<br />
wel hoe: smokkelen. “Mijn vader had nog geluk dat hij werk had<br />
bij Van Besouw”, vertelde <strong>een</strong> smokkelaar uit Goirle. “Toch was<br />
het armoe troef bij ons thuis. Het eten was slecht en we droegen<br />
gelapte kleren. ’s Avonds naaiden we met zijn allen jutezakken<br />
om wat bij te verdienen. Toen ik zonder werk kwam te zitten,<br />
kwam ik met werklozen <strong>in</strong> contact. Van hen hoorde ik dat smokkelen<br />
<strong>een</strong> goede manier was om aan geld te komen. Je moest wel<br />
smokkelen. Mijn ouders hadden er g<strong>een</strong> enkel probleem mee.<br />
Ik bracht tenm<strong>in</strong>ste fl<strong>in</strong>k wat geld b<strong>in</strong>nen. Eenmaal getrouwd en<br />
nog steeds zonder werk g<strong>in</strong>g ik met smokkelen gewoon door.”<br />
Omdat de economische nood zo hoog was, vulden de smokkelaars<br />
alle kle<strong>in</strong>e gaatjes <strong>in</strong> de markt, als er maar sprake was van<br />
Dezelfde Duitse munitiekist volgepakt met pakjes tabak en sigaretten. Het<br />
pakje Amateurs Sigaretten dat <strong>in</strong> de hand wordt gehouden, is Nederlands<br />
fabricaat. Amateurs Sigaretten zijn tussen 1942 en 1948 gemaakt. De surrogaattabak<br />
moest <strong>in</strong> de behoefte aan <strong>een</strong> rokertje voorzien. Het pakje bev<strong>in</strong>dt<br />
zich <strong>in</strong> de collectie van het Nationaal Museum van Douane en Accijnzen <strong>in</strong><br />
Antwerpen. (foto – l<strong>in</strong>ks en rechts – Francis Huijbrechts)
<strong>een</strong> ger<strong>in</strong>g prijsverschil. In 1934 kwam naar <strong>Noord</strong>-Brabant, nota<br />
bene de Philipsprov<strong>in</strong>cie, <strong>een</strong> stroom gloeilampen op gang. Met<br />
de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van het menggebod werd de grondslag gelegd voor<br />
de smokkel van margar<strong>in</strong>e. In iedere hoeveelheid Nederlandse<br />
margar<strong>in</strong>e moest eerst 25% en later zelfs 40% roomboter worden<br />
gemengd om de landbouwcrises het hoofd te bieden. In België<br />
gold dat gebod niet, waardoor de margar<strong>in</strong>e daar veel goedkoper<br />
was. Veel margar<strong>in</strong>esmokkelaars hadden <strong>een</strong> eigen afzet van<br />
enkele tientallen huishoudens en bakkers. Dat garandeerde ze<br />
<strong>een</strong> vast <strong>in</strong>komen. Toen de margar<strong>in</strong>esmokkel als gevolg van de<br />
waardeverm<strong>in</strong>der<strong>in</strong>g van de Nederlandse gulden niet meer lonend<br />
was, probeerden Belgische margar<strong>in</strong>efabrikanten de illegale<br />
export vast te houden door <strong>een</strong> heel goedkoop margar<strong>in</strong>emerk<br />
op de markt te brengen. Het <strong>in</strong>ferieure product luisterde naar de<br />
fantasievolle naam Keukenpietje.<br />
Naast margar<strong>in</strong>e werden veel vee en vloeitjes (sigarettenpapier)<br />
door de smokkelaars de grens over gebracht: vee g<strong>in</strong>g naar België,<br />
vloeitjes g<strong>in</strong>gen naar Nederland. De gesmokkelde vloeitjes werden<br />
door wijdvertakte organisaties overal <strong>in</strong> Nederland verkocht,<br />
tot aan de fabriekspoorten en <strong>in</strong> de stempellokalen. Bij de vloeitjessmokkel<br />
werden slimme tactieken toegepast. In België werden<br />
de b<strong>in</strong>nenbanden van fietsen vol met boekjes sigarettenpapier<br />
gepropt. Zonder dat er <strong>een</strong> haan naar kraaide, fietste de smokkelaar<br />
doodgemoedereerd terug naar Brabant. In de crisisjaren deed<br />
de gepantserde smokkelauto zijn <strong>in</strong>trede. Om dat smokkelen per<br />
auto de kop <strong>in</strong> te drukken, werden op alle doorgaande grenswegen<br />
barrières opgeworpen. De honderden zandgrensweggetjes<br />
werden afgesloten door middel van houten paaltjes.<br />
Tweede Wereldoorlog<br />
De smokkel tijdens de crisisjaren liep vrijwel zonder terugval<br />
over <strong>in</strong> de smokkel tijdens de Tweede Wereldoorlog. In zijn<br />
algem<strong>een</strong>heid g<strong>in</strong>gen voed<strong>in</strong>gsmiddelen naar België en brachten<br />
de smokkelaars tabak naar Nederland. Dankzij de kennis van de<br />
smokkelaars konden veel joden, geallieerde piloten en andere<br />
vluchtel<strong>in</strong>gen veilig de grens over worden gebracht.<br />
SMOKKELEN<br />
Het smokkelen van tabak v<strong>in</strong>dt nog steeds plaats. In 2000 werd <strong>in</strong> de regio Antwerpen <strong>een</strong> vrachtwagen uit Litouwen aangehouden. De vrachtwagen was beladen<br />
met dennenhouten balken waarvan terrassen en tu<strong>in</strong>huisjes werden gemaakt. In het midden van de lad<strong>in</strong>g waren balken dusdanig aangepast dat er 2,6<br />
miljoen namaaksigaretten <strong>in</strong> konden worden verborgen. De betrokkene werd veroordeeld tot <strong>een</strong> boete van drie miljoen euro. De smokkelbalk met <strong>in</strong>houd is<br />
te zien <strong>in</strong> het Nationaal Museum voor Douane en Accijnzen <strong>in</strong> Antwerpen. (foto Francis Huijbrechts)<br />
Als gevolg van het uitbreken van de oorlog kwam de aanvoer van<br />
kwaliteitstabak naar Nederland stil te liggen. De rantsoenen waren<br />
lang niet toereikend om <strong>in</strong> de behoefte aan <strong>een</strong> rokertje te voorzien.<br />
De surrogaatsigaren van biezen en stro waren niet te pruimen.<br />
Dus werd er druk eigen tabak geteeld, maar echte tabak was<br />
niet te versmaden. Daar wilden de rokers grof geld voor neertellen.<br />
De smokkelaars voorzagen <strong>in</strong> die behoefte. Belgen brachten Franse<br />
tabak naar de Nederlandse grens. Daar stonden Nederlandse<br />
smokkelaars klaar om de tabak over te nemen. Via de stations van<br />
plaatsen als Roosendaal, Breda en Tilburg werd de tabak richt<strong>in</strong>g<br />
Randstad gebracht. Daar betaalde de roker <strong>in</strong> april 1944 25 gulden<br />
voor <strong>een</strong> pakje, terwijl de officiële prijs 90 cent bedroeg.<br />
Dat prijsverschil was de aanleid<strong>in</strong>g tot <strong>een</strong> ongekende fraude.<br />
Er werd steeds meer gesmokkelde tabak <strong>in</strong> beslag genomen die<br />
voor honderd procent uit gedroogde bieten- en rabarberbladeren<br />
bestond. In de Belgische grensgem<strong>een</strong>te Essen floreerde <strong>een</strong><br />
grootschalige vervals<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>dustrie, compleet met <strong>een</strong> drukkerij<br />
voor de namaak van verpakk<strong>in</strong>gen en taksbanden. Tientallen<br />
thuiswerkers voorzagen de fantasievolle knoeierijen met <strong>een</strong><br />
vleugje essence van <strong>een</strong> tabaksgeur. De volksmond bedacht<br />
<strong>een</strong> schitterende benam<strong>in</strong>g voor die malafide rookwaar: fleur de<br />
matras. “Tienduizenden personen zijn met den smokkelhandel <strong>in</strong><br />
tabak gemoeid”, schreef <strong>een</strong> Tilburgse krant op 27 januari 1944.<br />
“Daardoor is het ook te verklaren dat vrijwel heel Nederland van<br />
Belgische tabak is voorzien.” Precies als tijdens de Eerste Wereldoorlog<br />
toonden de Duitsers zich tijdens de Tweede Wereldoorlog<br />
gedreven smokkelaars. Op 19 februari 1943 stelde het m<strong>in</strong>isterie<br />
van F<strong>in</strong>anciën vast dat de Duitsers bij grootscheepse smokkelpraktijken<br />
betrokken waren. <br />
N/NvN publiceert <strong>in</strong> 2011 <strong>een</strong> serie van vier verhalen over de geschiedenis<br />
van het smokkelen tussen <strong>Noord</strong>-Brabant en België.<br />
De verhalen zijn mede gebaseerd op het boek <strong>Smokkelen</strong> <strong>in</strong> Brabant<br />
van Paul Spapens en Anton van Oirschot. In de laatste aflever<strong>in</strong>g<br />
wordt aandacht besteed aan de smokkel direct na de Tweede Wereldoorlog<br />
en de roemruchte smokkel van roomboter.<br />
11<br />
Neerlandia/Nederlands van Nu – 3-2011
Hoe de pungelaar het loodje legde<br />
en de crim<strong>in</strong>ele bendes opkwamen<br />
Na de Tweede Wereldoorlog koos Nederland voor <strong>een</strong> beleid dat<br />
was gericht op wederopbouw. Nederlanders moesten de hand op<br />
de knip houden. Van luxegoederen, maar ook van veel gewone<br />
dagelijkse benodigdheden, kon men all<strong>een</strong> maar dromen. Hoe<br />
anders was dat <strong>in</strong> België, waar veel kon worden geïmporteerd via<br />
de haven van Antwerpen. Zoals eerder <strong>in</strong> de <strong>Noord</strong>-<strong>Brabantse</strong><br />
smokkelgeschiedenis is gebleken, schreeuwde die situatie om<br />
smokkel. De merkwaardige situatie deed zich voor dat Nederlandse<br />
kwaliteitstabak uit Indonesië met vrachtwagens tegelijk naar<br />
België werd geëxporteerd. Daar stonden Nederlandse smokkelaars<br />
klaar om de lad<strong>in</strong>g tegen <strong>een</strong> lagere prijs dan <strong>in</strong> Nederland<br />
op te kopen en naar het land van herkomst terug te brengen.<br />
De smokkel werd direct na de bevrijd<strong>in</strong>g <strong>in</strong> gang gezet door geallieerde<br />
militairen: Amerikanen, Polen, Engelsen en Canadezen<br />
brachten <strong>in</strong> hun volgeladen militaire trucks al die goederen over<br />
de grens waar <strong>in</strong> Nederland zo veel behoefte aan was: vulpennen,<br />
veiligheidsspelden, tabak, drank, fietsbanden ... Kenmerkend voor<br />
die tijd was de enorme schare gelegenheidssmokkelaars die de<br />
grens overstaken. Talloze Nederlanders, arm of rijk, kochten <strong>in</strong><br />
België de goederen die <strong>in</strong> Nederland moeilijk te krijgen waren.<br />
Op het smokkelboodschappenlijstje stonden onder meer: suiker,<br />
tabak, vloeitjes, kauwgom, koffie, wol, katoen, boven- en onderkled<strong>in</strong>g<br />
voor zowel dames als heren, deurmatten, jachtpatronen,<br />
elastiek, zeep, waspoeder, fietsen, k<strong>in</strong>derwagens ... Een Belg<br />
was geïnteresseerd <strong>in</strong> de volgende Nederlandse waren: paarden,<br />
koeien, kippen, konijnen, duiven, aardappelen, tarwe, gerst, uien,<br />
appels, vlas, stro, pekelhar<strong>in</strong>g, garnalen, oesters en boter.<br />
SMOKKELEN<br />
Paul Spapens<br />
Botersmokkelaars bleken ondernemende types: ze g<strong>in</strong>gen illegaal alcohol<br />
stoken en vervolgens chemische drugs maken<br />
Douaniers en medewerkers van de belast<strong>in</strong>gdienst ontmantelen <strong>een</strong><br />
sluikstokerij. De medewerker rechts sleept met <strong>een</strong> paar branders.<br />
(fotoarchief Paul Spapens)<br />
De meest <strong>in</strong>ventieve trucs werden bedacht om de streng oplettende<br />
douane bij de neus te nemen: benz<strong>in</strong>etanks met schotten er<strong>in</strong>,<br />
dubbele autobodems, autobanden, mach<strong>in</strong>es, lijkkisten, melkkannen,<br />
dr<strong>in</strong>kkruikjes van grensarbeiders ... Het geld dat men<br />
aan de leverancier van de smokkelwaar verschuldigd was, werd<br />
met postduiven over de grens gevlogen. Nooit eerder en nooit<br />
later zijn zo veel slimmigheden toegepast, ook <strong>in</strong> de smokkel<br />
van vee, die door zijn grootschaligheid zeer de aandacht trok.<br />
In november 1946 werd <strong>een</strong> smokkelcomplot <strong>in</strong> Hilvarenbeek<br />
opgelost. Met <strong>een</strong> w<strong>in</strong>stmarge van 45 procent werden ruim<br />
duizend koeien door 134 betrokkenen naar België gedreven.<br />
Smokkelbendes<br />
In <strong>een</strong> paar jaar tijd groeide de smokkel uit tot big bus<strong>in</strong>ess. De aloude<br />
pungelaar (Brabants voor ‘smokkelaar die zijn smokkelwaar<br />
<strong>in</strong> <strong>een</strong> zak, <strong>een</strong> pungel, over de schouder droeg’), die voortleeft <strong>in</strong><br />
de romantische verhalen, legde het af tegen de grootschaligheid<br />
van goed georganiseerde bendes. Een smokkelaar vertelde: “Ik<br />
heb tot 1950 gelopen. Toen was het gedaan met de smokkel <strong>in</strong> het<br />
kle<strong>in</strong>.” En <strong>een</strong> collega van hem zei: “Tot de pantserauto’s kwamen,<br />
daar was niet tegen te werken.”<br />
Deze grootschalige smokkel richtte zich op roomboter. De boterperiode<br />
begon <strong>in</strong> 1949 en e<strong>in</strong>digde medio jaren 60. De Nederlandse<br />
boeren produceerden zo veel roomboter dat die <strong>in</strong> het<br />
margar<strong>in</strong>e m<strong>in</strong>nende Nederland <strong>in</strong> g<strong>een</strong> jaren was te slijten. De<br />
boter was goedkoop. In België was de situatie precies tegenovergesteld:<br />
veel te we<strong>in</strong>ig boter, veel vraag en daardoor duur. <br />
In deze tankauto werd 7.200 kilo boter gesmokkeld. Douaniers ontdekken<br />
bovenop de tank de geheime toegang tot de illegale lad<strong>in</strong>g.<br />
(fotoarchief Paul Spapens)<br />
7<br />
Neerlandia/Nederlands van Nu – 4-2011
Neerlandia/Nederlands van Nu – 4-2011 NEERLANDIA SMOKKELEN<br />
8<br />
Deze Belgische smokkelvrachtwagen is aangehouden <strong>in</strong> Nederland. Het gevaarte is vooraan uitgerust met <strong>een</strong> 'sneeuwschuiver' voor het wegduwen van<br />
blokkades en met lamellen vóór de radiator. De lamellen werden naar beneden gelaten als er werd geschoten. (fotoarchief Paul Spapens)<br />
In 1961 betaalde de Belgische consument rond de zes gulden voor<br />
<strong>een</strong> kilo boter, tegen drie gulden <strong>in</strong> Nederland. Datzelfde jaar<br />
berekende de Belgische m<strong>in</strong>ister van Landbouw dat m<strong>in</strong>stens<br />
tien procent van de Nederlandse productie, die toen de honderd<br />
miljoen kilo per jaar naderde, naar België werd gesmokkeld.<br />
Zeker <strong>in</strong> de eerste jaren heeft de Nederlandse overheid we<strong>in</strong>ig<br />
gedaan om die smokkel de kop <strong>in</strong> te drukken. Nederland kwam<br />
op <strong>een</strong> goedkope manier van het boteroverschot af.<br />
Het gevaar dat de smokkelaars te duchten hadden, school dan ook<br />
grotendeels <strong>in</strong> België. De botersmokkel ondermijnde de Belgische<br />
zuivelnijverheid. Van beg<strong>in</strong> af aan was de Belgische douane<br />
veel beter uitgerust, onder meer met door de Belgische Boerenbond<br />
ter beschikk<strong>in</strong>g gestelde Amerikaanse highway patrol cars.<br />
Hun Nederlandse collega’s voelden zich aan hun lot overgelaten<br />
en raakten gefrustreerd. Later kwam daar zeker verander<strong>in</strong>g<br />
<strong>in</strong>, maar toen was de ‘wapenwedloop’ <strong>in</strong>middels goed op gang<br />
gekomen.<br />
Pantserwagens<br />
Het belangrijkste ‘wapen’ was de gepantserde auto. Hiervoor<br />
werden bij voorkeur Amerikaanse personenwagens gebruikt.<br />
Die werden <strong>in</strong> de haven van Antwerpen gekocht en <strong>in</strong> gespecialiseerde<br />
bedrijfjes aan de <strong>Brabantse</strong> kant van de grens voorzien van<br />
stalen platen. Die werden aangebracht bij de benz<strong>in</strong>etank, <strong>in</strong> de<br />
portieren, achter de rugleun<strong>in</strong>gen, onder het dashboard en langs<br />
de radiateur. Deze wagens stonden op zogeheten volle banden.<br />
En nog voelden de botersmokkelaars zich niet veilig genoeg. De<br />
kraaienpoot, waarvan <strong>in</strong> Luijksgestel <strong>een</strong> monument is opgericht,<br />
was het meest gebruikte attribuut. Talloze autobanden zijn er <strong>in</strong><br />
de <strong>grensstreek</strong> door aan flarden gescheurd. Maar ook de kraaienpoten<br />
bleken op den duur niet afdoende.<br />
Er zijn crim<strong>in</strong>ele daden gepleegd door <strong>in</strong> <strong>een</strong> bocht van <strong>een</strong> weg<br />
olie op het plaveisel te gooien waardoor de achtervolgende douane<br />
<strong>in</strong> <strong>een</strong> slip raakte. Er is met brandende benz<strong>in</strong>e op de weg en <strong>een</strong><br />
vlammenwerper geëxperimenteerd. Veelvuldig werden rookbommen<br />
gebruikt. Vrachtwagens werden omgebouwd tot rijdende<br />
forten met aan de voorzijde <strong>een</strong> ‘sneeuwschuiver’, waarmee <strong>in</strong><br />
vliegende vaart barricades van de douane van de weg konden worden<br />
gereden. De vrachtwagen van <strong>een</strong> Zundertse smokkelcomb<strong>in</strong>atie<br />
baarde opzien omdat op de achterzijde van de oplegger<br />
<strong>een</strong> stalen kooi was gebouwd. Daar<strong>in</strong> school <strong>een</strong> ‘levende radar’.<br />
De uitkijkpost stond <strong>in</strong> verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g met de chauffeur, die van hem<br />
aanwijz<strong>in</strong>gen kreeg over de verricht<strong>in</strong>gen van de achtervolgende<br />
douane. In de stalen kooi lagen kraaienpoten, molotovcocktails en<br />
blikken olie. Er werd geschoten. Er vielen doden en gewonden,<br />
ook door het brute optreden van de smokkelaars.
Illegale alcohol en chemische drugs<br />
Aan die crim<strong>in</strong>ele ontwikkel<strong>in</strong>g kwam <strong>een</strong> e<strong>in</strong>de als gevolg<br />
van de Europese landbouwpolitiek. De boterprijzen werden<br />
dusdanig gelijk dat de smokkel niet meer loonde. Na de ‘botertijd’<br />
beschikten de werkloos geworden <strong>Brabantse</strong> smokkelaars<br />
over geld, <strong>een</strong> groot afzetgebied en <strong>een</strong> perfecte <strong>in</strong>frastructuur.<br />
Die middelen hebben ze niet <strong>in</strong>gezet voor de smokkel van<br />
drugs, maar voor het stoken van illegale alcohol. In de jaren 50<br />
bestonden <strong>in</strong> de Belgische <strong>grensstreek</strong> grote illegale stokerijen.<br />
E<strong>in</strong>d jaren 50 kwam via die stokerijen giftige alcohol op de<br />
markt. De situatie was dermate ernstig en bedreigend voor<br />
de volksgezondheid dat de Belgische overheid hard moest<br />
<strong>in</strong>grijpen. In <strong>een</strong> reactie daarop werden de lucratieve stokerijen<br />
de grens overgebracht. Ze boden de <strong>Brabantse</strong> smokkelaars<br />
nieuw emplooi. De 66 grootschalige stokerijen die s<strong>in</strong>ds<br />
1968 <strong>in</strong> Nederland zijn ontmanteld, waren vrijwel allemaal<br />
eigendom van voormalige smokkelaars. De meeste stokerijen<br />
zijn aangetroffen <strong>in</strong> de <strong>Brabantse</strong> Kempen met uitlopers naar<br />
Limburg.<br />
Interieur van <strong>een</strong> sluikstokerij. Nadat aan de smokkel van boter <strong>een</strong> e<strong>in</strong>de<br />
was gekomen, g<strong>in</strong>gen <strong>Noord</strong>-<strong>Brabantse</strong> smokkelaars zich toeleggen op het<br />
illegaal stoken van alcohol, oftewel illegale jenever (<strong>in</strong> de volksmond).<br />
(fotoarchief Paul Spapens)<br />
In 1983 werd <strong>in</strong> het Limburgse Baexem <strong>een</strong> alcoholstokerij<br />
opgerold. Toen <strong>een</strong> team van de douane de schuur drie jaar<br />
later opnieuw b<strong>in</strong>nenviel met het vermoeden dat er alcohol<br />
werd gestookt, trof men er <strong>een</strong> amfetam<strong>in</strong>elaboratorium aan.<br />
Een comb<strong>in</strong>atie van <strong>een</strong> alcoholstokerij en <strong>een</strong> laboratorium<br />
voor chemische drugs werd <strong>in</strong> 1987 buiten werk<strong>in</strong>g gesteld <strong>in</strong><br />
het Vlaamse grensdorp Weelde Statie, nabij Baarle-Nassau.<br />
Een Vlaamse krant schreef: “De sluikstoker had, zoals de<br />
meeste ondernemers <strong>in</strong> deze onzekere tijden, zijn heil gezocht<br />
<strong>in</strong> diversificatie.” <br />
N/NvN publiceert <strong>in</strong> 2011 <strong>een</strong> serie van vier verhalen over<br />
de geschiedenis van het smokkelen tussen <strong>Noord</strong>-Brabant<br />
en België. De verhalen zijn mede gebaseerd op het boek<br />
<strong>Smokkelen</strong> <strong>in</strong> Brabant van Paul Spapens en Anton van<br />
Oirschot en Tappen uit <strong>een</strong> geheim vaatje van Paul Spapens<br />
en Piet Horsten.<br />
Kopieerwoede<br />
ALEX VAN EGMONDS COLUMN<br />
Het moge bekend zijn dat Aziaten erg goed zijn <strong>in</strong> het namaken<br />
van zo beetje alles dat op aarde te v<strong>in</strong>den is. Vooral de Ch<strong>in</strong>ezen<br />
hebben hier <strong>een</strong> handje van; dvd’s, merkkled<strong>in</strong>g, schoenen,<br />
elektronica, enzovoort. Als het geld oplevert, dan kan de<br />
Ch<strong>in</strong>ees er <strong>een</strong> kopietje van maken. Over de eventuele gevolgen<br />
(en gevaren) die deze namaak met zich mee kan brengen, lees<br />
ik zo af en toe <strong>in</strong> de media.<br />
Zo werd van de zomer <strong>een</strong> onechte Apple Store ontdekt <strong>in</strong> de<br />
zuidelijke stad Kunm<strong>in</strong>g. Die w<strong>in</strong>kel zag er heel treffend uit<br />
en zelfs het personeel aldaar wist niet beter dan dat het werkte<br />
voor de Amerikaanse softwaregigant. Niet veel later werd er <strong>in</strong><br />
dezelfde regio <strong>een</strong> kopie van Ikea ontdekt, compleet met het<br />
kleurschema dat de Zweedse firma voert. Op zich is dat nog vrij<br />
onschuldig; overal <strong>in</strong> Ch<strong>in</strong>a kom ik dat soort onechte w<strong>in</strong>kels<br />
tegen, maar gevaarlijker wordt het als voed<strong>in</strong>gsmiddelen<br />
worden nagemaakt of zelfs medicijnen.<br />
De Ch<strong>in</strong>ese overheid voert daarom regelmatig grote campagnes,<br />
waarbij speciale opspor<strong>in</strong>gsteams de strijd aangaan met de namaak<strong>in</strong>dustrie.<br />
Het leven van zo’n Ch<strong>in</strong>ese opspor<strong>in</strong>gsbeambte<br />
moet frustrerend zijn, want het is dweilen met de kraan open.<br />
Waar op vrijdag <strong>een</strong> paar w<strong>in</strong>kels met namaakproducten sluiten,<br />
daar openen op maandag weer <strong>een</strong> paar identieke w<strong>in</strong>kels met<br />
dezelfde illegale rotzooi. Immers, de vraag naar die namaakproducten<br />
stuurt het aanbod.<br />
Nu Ch<strong>in</strong>a <strong>in</strong> <strong>een</strong> razendsnelle economische ontwikkel<strong>in</strong>g zit,<br />
willen steeds meer Ch<strong>in</strong>ezen over dezelfde luxe beschikken<br />
als wij westerl<strong>in</strong>gen. Maar voor veel consumenten blijven die<br />
producten onbetaalbaar, aangezien ze geïmporteerd moeten<br />
worden en daar hangt uiteraard <strong>een</strong> fors prijskaartje aan. Als je<br />
als jonge ambitieuze Ch<strong>in</strong>ees met <strong>een</strong> krappe beurs dan toch<br />
succesvol wilt overkomen, dan koop je <strong>een</strong> namaakhorloge van<br />
<strong>een</strong> bekend westers merk. Het verschil zal <strong>een</strong> leek toch niet<br />
opmerken en het is nog stukken goedkoper ook.<br />
Ik moet bekennen dat ik van het kopiëren ook <strong>een</strong> handje heb.<br />
Menig gedigitaliseerd boek uit de immer groeiende collectie van<br />
de Digitale Bibliotheek van de Nederlandse Letteren (DBNL) is<br />
door mij gedownload en naar de lokale kopieerw<strong>in</strong>kel gebracht.<br />
Daar ben ik <strong>in</strong>middels vaste klant en weten ze wat ik wil. Voor<br />
<strong>een</strong> habbekrats worden alle teksten uitgepr<strong>in</strong>t, zorgvuldig<br />
<strong>in</strong>gebonden en daarna voorzien van <strong>een</strong> mooi omslagje, net als<br />
<strong>een</strong> echt boek. Uitgeverijen zullen die grove overtred<strong>in</strong>g van het<br />
auteursrecht afkeuren, maar zeg nu zelf, ter verspreid<strong>in</strong>g van de<br />
Nederlandse literatuur <strong>in</strong> Ch<strong>in</strong>a is alles geoorloofd.<br />
Alex van Egmond<br />
Docent Nederlands<br />
aan de Foreign<br />
Studies University<br />
<strong>in</strong> Pek<strong>in</strong>g, Ch<strong>in</strong>a<br />
9<br />
Neerlandia/Nederlands Neerlandia/Nederlands van Nu – 4-2011