05.09.2013 Views

Samenvatting Mediatheorie - Vincent Olislagers

Samenvatting Mediatheorie - Vincent Olislagers

Samenvatting Mediatheorie - Vincent Olislagers

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Samenvatting</strong> <strong>Mediatheorie</strong><br />

CMD-3 / CMD Pre-master<br />

Gedoceerd door Steven Malliet<br />

Beoordeling:<br />

schriftelijk examen<br />

2 vragen o.b.v. teksten / lessen / slides<br />

(12/20)<br />

kleine paper over één van de behandelde lessen<br />

(5/20)<br />

discussie tijdens examen<br />

(3/20)<br />

2009-2010<br />

<strong>Vincent</strong> <strong>Olislagers</strong>


Inhoudsopgave<br />

Les 1: Geschiedenis_________________________________________3<br />

Wat zijn media?.............................................................................................3<br />

De relatie tussen media en maatschappij..........................................................3<br />

Technologisch determinisme: 3<br />

Cultureel determinisme: 3<br />

Historische evolutie van de media:...................................................................3<br />

Orale cultuur.................................................................................................3<br />

Schrift cultuur...............................................................................................4<br />

Het ontstaan van de boekdrukkunst.................................................................4<br />

Industriële revolutie en moderne maatschappij..................................................5<br />

1960 – nu: postmoderniteit............................................................................6<br />

Les 2: Censuur____________________________________________6<br />

Geschiedenis van het boek..............................................................................6<br />

Boeken en censuur........................................................................................7<br />

Censuur in de 20ste eeuw...............................................................................7<br />

Censuur en vrijheid van meningsuiting.............................................................8<br />

Les 3: Propaganda_________________________________________8<br />

Geschiedenis van de krant..............................................................................8<br />

De 10 geboden van de oorlogspropaganda........................................................9<br />

Les 4: Beeldvorming_______________________________________10<br />

The Virtual Window......................................................................................10<br />

Geschiedenis van de film...............................................................................10<br />

Edward Said en het Orientalisme....................................................................11<br />

Representatie en symbolische constructie v. d. werkelijkheid.............................11<br />

Les 5: De Symbolische Realiteit en Media Effecten________________13<br />

Media effect onderzoek in de 20ste eeuw........................................................13<br />

Televisie en de sociaal constructivistische benaderingen:...................................13<br />

Cultivatie hypothese (George Gerbner) 13<br />

Schema theorie 14<br />

Mogelijke aangedragen paper onderwerpen:____________________15<br />

Les 1: Geschiedenis.....................................................................................15<br />

Les 2: Censuur............................................................................................15<br />

Les 3: Propaganda.......................................................................................15<br />

Les 4: Televisie en wereld beeld:....................................................................15<br />

Les 5: De Symbolische Realiteit en Media Effecten............................................15<br />

2 | 15


Les 1: Geschiedenis<br />

Wat zijn media?<br />

Medium = 'hulpmiddel'<br />

Enge betekenis van het woord:<br />

Materiële hulpmiddelen voor aanmaak en ontvangst van boodschappen<br />

Brede betekenis van het woord:<br />

Materiële hulpmiddelen voor aanmaak en ontvangst van boodschappen en de cultuur<br />

van communiceren die groeit rond bepaalde hulpmiddelen<br />

De term 'De Media' verwijst meestal naar de een aantal gevestigde (culturen rond)<br />

materiële hulpmiddelen: boek, krant, tijdschrift, film, televisie, radio, opgenomen<br />

muziek, Internet, games<br />

De relatie tussen media en maatschappij<br />

Technologisch determinisme:<br />

De technische aard van de gebruikte hulpmiddelen heeft een ingrijpende<br />

invloed op de manier waarop de samenleving in elkaar zit.<br />

Voorbeeld: Marshall McLuhan's 'The Medium is the Message'<br />

Cultureel determinisme:<br />

Technologie is ondergeschikt aan de manier waarop de maatschappij er gebruik<br />

van maakt.<br />

Technologie heeft geen sterke invloed op de maatschappij.<br />

Historische evolutie van de media:<br />

1. Orale cultuur<br />

◦ Gesproken taal als dominante medium<br />

2. Schriftcultuur<br />

◦ Geschreven taal vergroot mogelijkheden tot communicatie<br />

3. Het ontstaan van de boekdrukkunst (drukpers)<br />

◦ Ontstaan van massamedia<br />

4. Moderne cultuur<br />

◦ Vergroten en verbreden van de mogelijkheden van de massamedia<br />

5. Postmoderne cultuur<br />

◦ Vergroten en verbreden van de mogelijkheden van de massamedia<br />

Orale cultuur<br />

1. Technologisch / wetenschappelijk<br />

◦ Via de gesproken taal maakt de mens zich los van de natuur<br />

◦ Kennis van jacht, etc. wordt van generatie op generatie door gegeven<br />

3 | 15


2. Politiek / maatschappelijk<br />

◦ Kleine, vaak nomadische organisaties<br />

◦ Groot belang voor verhaalvertellers als collectief geheugen<br />

3. Filosofisch / religieus<br />

◦ Naast elkaar staan van verschillende mythologieën<br />

◦ Inhoud van mythologieën ligt niet volledig vast, maar verandert naargelang<br />

de leefomstandigheden<br />

4. Artistiek / cultureel<br />

◦ grotschilderingen als uitdrukking van relatie mens / natuur<br />

◦ muziek met informatieve en rituele functie<br />

S chrift cultuur<br />

Ontstaan van geschrift<br />

Ideogrammatische alfabetten bij de Sumieten, Egyptenaren en in China<br />

800 VC – Semieten ontwikkelen een eerste klank-gebaseerd alfabet, dat voorloper<br />

wordt van taal die de Grieken gebruikten<br />

Gebruik van o.a. papyrus, rots en wastabletten als materiële drager<br />

1. Politiek / Maatschappelijk<br />

◦ De mens krijgt grotere vat op omgeving<br />

◦ Er onstaat een verband tussen persoonlijk bezit en de schrijfcultuur<br />

◦ Ontstaan van sedentaire culturen<br />

◦ Schrift als motor achter politieke evoluties: ontstaan van retoriek, filosofie,<br />

democratische beginselen, ...<br />

◦ Sociale verschillen o.b.v. media geletterdheid en macht over verspreiding<br />

van geschriften<br />

2. Filosofisch / religieus<br />

◦ Het ontstaan van grote verhalen (bijv. opkomst van het Christendom)<br />

◦ In de Middeleeuwen: sterke invloed Christendom wegens monopolie op<br />

verspreiding teksten<br />

3. Artistiek / Cultureel<br />

◦ Loskoppeling zender / ontvanger<br />

◦ Opkomst van schriftgebaseerde media: theater, boek, poezie<br />

◦ Hoge vs. lage cultuur : filosofische geschriften vs. volkstheater, 'brood en<br />

spelen'<br />

◦ Verfijning van bestaande media: onstaan schilderkunst, beeldhouwkunst<br />

◦ Onder invloed van de Kerk veel religieus geïnspireerde kunst<br />

Het ontstaan van de boekdrukkunst<br />

Voorlopers van de boekdrukkunst:<br />

• vaste houtblokdruk (600 VC)<br />

• verwisselbare kleidruk (1000 VC) in China<br />

• ververwisselbare metaaldruk in Korea (13e eeuw)<br />

In 1446 herdefinieert Gutenberg bestaande principes: niet met een esthetisch<br />

oogmerk, maar met als expliciete doel toegespitst op massale verspreiding van taal<br />

4 | 15


1. Politiek / Maatschappelijk<br />

◦ complexer worden van de samenleving<br />

◦ kranten en boeken als motor achter verlichting, renaissance en<br />

democratiseringsbeweging<br />

◦ ontstaan van onderwijs en grote percentages geletterdheid<br />

2. Religieus / Filosofisch<br />

◦ almacht van Katholicisme valt weg: opkomst protestantisme, verlichting<br />

('God is een horlogemaker')<br />

◦ Functies van de media verbreden:<br />

▪ Informatie, verspreiden van ideeën<br />

▪ entertainment (bijv. Shakespeare, Cervantes, ...)<br />

▪ opkomst van de auteur, die de media als expressiemiddel gebruikt (bijv.<br />

Bach, Haydn,...; Breughel, Rubens, ...)<br />

Industriële revolutie en moderne maatschappij<br />

1. Politiek / Maatschappelijk<br />

◦ Opkomst moderne democratie, gebaseerd op principes Franse Revolutie<br />

◦ Tijd van de 'grote paradigmas' en de grote verhalen: socialisme, liberalisme,<br />

communisme<br />

◦ Burgerlijke maatschappijen met nog sterke klasse indeling<br />

◦ Opkomst 'vrije tijd' → creeert nieuwe functies voor de media<br />

2. Technologisch / Wetenschappelijk<br />

◦ 19de eeuw is de tijd van de uitvindingen<br />

◦ Twee belangrijke uitvindingen die de aard van informatie ingrijpend<br />

veranderden:<br />

▪ De telegraaf (Samuel Morse, 1835)<br />

▪ Fotografie (Niepce, 1822) / daguerreotypie (Daguerre, 1837)<br />

Uitvinding telegrafie (Morse, 1835)<br />

• Informatie wordt:<br />

◦ Contextvrij → informatie als 'ruilwaar'<br />

◦ Niet langer locatie-gebonden<br />

◦ overvloedig beschikbaar<br />

• Gevolg:<br />

◦ het typografische discours berust minder op argumentatie en retoriek, meer<br />

op onmiddellijke aantrekkingskracht<br />

• Uitvinding procédé fotografie<br />

◦ (Nicéphore Niepce, 1822)<br />

◦ Procédé: plaat met laag Syrisch<br />

asfalt in een bad terpentijn,<br />

blootgesteld aan belichting<br />

Foto van daken van Parijs door<br />

Nicéphore Niepce →<br />

5 | 15


• Daguerreotypie<br />

◦ (Louis Daguerre, 1e helft 19e eeuw)<br />

◦ zilveren plaat blootgesteld aan kwikdampen<br />

◦ scherpere resoluties mogelijk<br />

• Principe van filmrol en commercialiseerde fotografie<br />

◦ (Eastman Kodak 1888)<br />

1. Het discours van de beeldtaal wordt:<br />

◦ concreter dan schriftaal<br />

◦ moeilijker om algemene ideeën te formuleren<br />

◦ onweerlegbaar<br />

◦ geen ruimte voor discussie<br />

◦ fragmentarisch en niet contextgebonden<br />

2. Artistiek / cultureel<br />

◦ entertainment wordt belangrijker (bijv. Penny papers)<br />

◦ fictie neemt steeds belangrijkere plaats is (bijv. Dickens, Twain,...<br />

hoogdagen van de klassieke roman)<br />

◦ schilderkunst moet zich herdefiniëren (impressionisme, expressionisme)<br />

◦ opkomst van visuele en ogenblikkelijke cultuur<br />

1960 – nu: postmoderniteit<br />

Algemene kenmerken<br />

• wegvallen van het geloof in 'de waarheid' die kenmerkend was voor moderne<br />

tijdperk<br />

• rationaliteit als motor van vooruitgang maakt plaats voor irrationaliteit en<br />

ogenblikkelijkheid<br />

• coherentie maakt plaats voor collage en bricolage<br />

• kunstwerk heeft geen vaste, universele waarde meer, maar krijgt<br />

gebruikswaarde (recyclage principe)<br />

• Post-moderniteit, Laat-moderniteit, anti-moderniteit?<br />

Les 2: Censuur<br />

Geschiedenis van het boek<br />

Middeleeuwen → renaissance<br />

• Boek als drager van kennis en instrument van macht<br />

◦ boekdrukkunst en reformatie<br />

◦ rol van boeken in opkomst humanisme<br />

(Thomas More - Utopia; René Descartes – Discours de la methode)<br />

◦ invloed van het boek in Amerikaanse en Franse revolutie<br />

(Thomas Paine, Common Sense)<br />

6 | 15


Uitvinding van het linotype voor boekreproductie<br />

• 1884<br />

Uitvinding van het offsetprincipe voor boekreproductie →<br />

• 1885<br />

19de eeuw<br />

• Boek groeit uit tot massamedium<br />

◦ opkomst paperbacks en dime novels<br />

◦ verhaal en amusementswaarde komen centraal te staan<br />

◦ geletterdheid en 'triviale' karakter brengen angst en morele paniek met zich<br />

mee<br />

Boeken en censuur<br />

Culturele waarde van het boek<br />

• Boeken als motor van sociale en culturele verandering<br />

• Boeken als ultieme test van de waarheid<br />

• Boeken als venster op het verleden<br />

• Boeken als middel tot persoonlijke ontplooiing<br />

Kennis en de strijd om de waarheid<br />

• Verbod op vertalingen van Bijbel; Chained Bibles<br />

• De inquisitie en de lijst van verboden boeken<br />

• Zegel van Engelse Koning op publicaties in VS (18e eeuw)<br />

• Slavernij en geletterdheid (Beecher Stowe, Uncle Tom's Cabin, 1852)<br />

• Boekenverbrandingen (Athene, 411VC → Nazi Duitsland)<br />

De angst voor moreel verval<br />

• 1873 Anthony Comstock en de New York Society for the Oppression of Vice<br />

• Financiële en beleidsmatige steun van politieke en economische machthebbers<br />

• Uit de handel halen van 'immorele boeken' (Balzac, Tolstoi, Whitman, ...)<br />

Censuur in de 20ste eeuw<br />

Parents Music Resource Centre (PMRC)<br />

• Organisatie opgericht door Tipper Gore (1985)<br />

• Geaffilieerd met verscheidene parlementsleden en senators in VS<br />

• Aanvankelijk vooral informerende functie<br />

• Later:<br />

◦ drukkingsmiddel op RIAA (Recording Industry Association of America)<br />

◦ Senaatshoorzittingen rond record labeling leiden tot 'zelfcensuursysteem'<br />

Parents Music Resource Centre (PMRC) en processen:<br />

• opleggen van geluidslimieten: Rock against Racism concerten (New York, 1989)<br />

• aanzetten tot zelfmoord: Ozzy Osbourne (1984) & Judas Priest (1988)<br />

• obsceniteit: 2 live Crew “As Nasty as they want to be”<br />

• promoten van criminaliteit: NWA en Body Count<br />

7 | 15


Censuur en vrijheid van meningsuiting<br />

Eerste amendement aan de grondwet van de VS:<br />

“Congress shall make no law ... abridging the freedom of speech, or of the press.”<br />

(1791)<br />

enkel vrijheid van pers?<br />

• Ook reclame, film, televisie, muziek genieten grondwettelijke bescherming<br />

enkel federale wet?<br />

• Wetten van steden, gemeenten en staten ondergeschikt aan federale wet<br />

• Niet-wettelijke drukkingsmiddelen worden niet aan banden gelegd<br />

Beperkingen vervat in andere grondwettelijke rechten<br />

Acuut en duidelijk gevaar voor de samenleving<br />

• vrijheid van pers ← → recht op een eerlijk proces<br />

• vrijheid van pers ← → laster en eerroof<br />

• vrijheid van pers ← → fatsoen en goede zeden<br />

• vrijheid van pers ← → auteursrecht<br />

Conclusie: Vrijheid van 'pers' maakt censuur wettelijk verboden, maar:<br />

• Mogelijkheid tot drukking buiten de wet om (economisch, politiek)<br />

◦ bijv. PMRC, New York Society for the Oppression of Vice<br />

• Grenzen opgelegd in andere grondwettelijke rechten<br />

Grens ligt bij<br />

• Geweld?<br />

◦ Moeilijk uit te maken of en hoe media inhouden tot geweld aanzetten<br />

• Morele inhouden?<br />

◦ Bijv. Leeftijdsbeperkingen op films en games → systeem van zelfcensuur<br />

• Andere grondwettelijke rechten?<br />

◦ Vaak moeilijk uit te maken welk basisrecht primeert<br />

(zie vele processen rond muziek, boeken, ...)<br />

• Ideologie?<br />

◦ Discussies rond propaganda<br />

Les 3: Propaganda<br />

Geschiedenis van de krant<br />

Traditioneel twee belangrijke functies voor de krant:<br />

• Informatie (politiek, oorlog, nieuws over thuisland in colonies)<br />

• Politieke opinievorming / satire<br />

Kranten onmiddellijker en toegankelijker als boek en daarom vaak ook effectiever op<br />

korte termijn<br />

8 | 15


19de eeuw: opkomst krant als massamedium<br />

• combinatie spektakel en informatie:<br />

◦ de 'penny press' en de opkomst van de moderne krant<br />

• de telegraaf en de groeiende autonomie van de journalist<br />

• eerste media imperiums gebaseerd op een populistische, activistische aanpak:<br />

◦ Joseph Pulitzer, Randolph Hearst:<br />

De pers als de vierde macht<br />

• Filosofie: 'pers moet toezien op het correct functioneren van rechterlijke,<br />

wetgevende en uitvoerende macht'<br />

◦ opent deuren voor onderzoeksjournalistiek<br />

• opkomst van kranten die zich scharen achter een opkomende moderne<br />

ideologieën:<br />

◦ socialistische pers, liberale pers, Katholieke pers<br />

• Combinatie van massamedium met politieke functie opent deuren voor een<br />

nieuw politiek discours<br />

• Gebruik van (bewegende) beelden versterken impact van media als instrument<br />

voor politieke opinievorming<br />

De 10 geboden van de oorlogspropaganda<br />

1. “Wij willen geen oorlog”<br />

2. “Alleen de vijand heeft schuld aan de oorlog”<br />

◦ aantonen of 'bewijzen' dat men wel verplicht is om oorlog te voeren<br />

◦ vaak op zoek gaan naar redenen om oorlog/conflict te rechtvaardigen<br />

3. “Wij vechten niet tegen een volk maar tegen een boosaardige leider”<br />

◦ diabolisering van de 'kopman' van de tegenstanders<br />

◦ uitvergroten van details die slechte karakter van kopman in de verf zetten<br />

4. “Wij verdedigen een nobel doel, geen materiële belangen”<br />

◦ einde maken aan onderdrukking<br />

◦ redden van de democratie<br />

◦ redden van een klein volk<br />

5. “Enkel de vijand begaat wreedheden”<br />

6. “De vijand gebruikt wapens die niet zijn toegestaan”<br />

◦ gebruik van geweld van onze kant is een jammer neveneffect<br />

◦ wij spelen het spel eerlijk<br />

7. “Onze verliezen zijn beperkt”<br />

◦ oorlogen zijn risicoloos voor 'de goeden'<br />

◦ wij spelen het spel eerlijk<br />

8. “Kunstenaars en intelectuelen steunen onze zaak”<br />

◦ gebruik van mediapersoonlijkheden om goede zaak te verdedigen<br />

9. “De oorlog heeft een heilig karakter”<br />

10. “Wie de propaganda in vraag stelt is een verrader”<br />

◦ direct aanspreken van toeschouwers voor de goede zaak<br />

2e Wereldoorlog:<br />

• Leni Riefenstahl vs. Walt Disney<br />

• tegenovergestelde discoursen over dezelfde feiten<br />

War against Terror:<br />

• Beeldvorming van het Westen tegenover Moslims vs. beeldvorming van Moslims<br />

tegenover het Westen<br />

• tegenovergestelde discoursen over dezelfde situatie<br />

9 | 15


Les 4: Beeldvorming<br />

The Virtual Window<br />

Het venster/ beeldscherm als een stuk architectuur<br />

• een afgebakende ruimte voor het 'tentoonstellen' van visuele beelden.<br />

• evolutie van architecturaal venster (realistisch) naar beeldscherm (virtueel)<br />

Het venster door de tijden heen<br />

• Traditioneel (Romeinse tijd):<br />

◦ opening voor licht en ventilatie.<br />

• 12e tot 16e eeuw:<br />

◦ vooruitgang in gebruik van glas brengt verandering in percepties mee.<br />

• 1525:<br />

◦ ontwikkeling van perspectief plaatst de kijker centraal<br />

Perspectief = constructie (uitvinding)<br />

• Perspectiva (Latijn): doorkijken<br />

• Subjectief: kijker staat centraal<br />

Albrecht Dürer, 1525 - The Painter’s Manual →<br />

The age of windows: Het venster als scheiding tussen private en publieke sfeer<br />

• glas als luxe product: indicator van klasse onderscheid<br />

• het kaderen van een private ruimte naar buiten toe<br />

• het kaderen van een publieke ruimte naar binnen toe<br />

Geschiedenis van de film<br />

Edward Muybridge<br />

• verkorting belichtingstijd<br />

• in serie plaatsen van camera's om snelle opeenvolging foto's te maken<br />

• zoopraxiscoop om beelden te projecteren<br />

◦ Eerste film projector<br />

10 | 15


Principe van beweging en diepte overbrengen op immobiele toeschouwer:<br />

• 1895 Gebroeders Lumière – Arrivé d'un train en gare<br />

• 1902 Georges Melies – Voyage vers la lune<br />

• 1915 D.W. (David Wark) Griffith – Birth of a Nation<br />

• 1925 Sergie Eisenstein – Battleship Potemkin<br />

• 1941 Orson Welles – Citizen Kane<br />

Het virtuele en verhalende karakter van de filmtaal zorgt voor een nieuwe perspectief<br />

op de relatie tussen beeld en kijker<br />

Evolutie van venstercultuur naar schermcultuur:<br />

Het venster<br />

• Transparant<br />

• Blik op reële wereld<br />

• Bewegende kijker<br />

• Variabel frame<br />

Edward Said en het Orientalisme<br />

Het filmscherm<br />

• Opaque<br />

• Blik op virtuele wereld<br />

• Kijker is onbeweeglijk<br />

• Vast frame<br />

Representatie en de symbolische constructie van de werkelijkheid<br />

• Uitgangspunt Edward Said:<br />

◦ Schrijft over de systematische misrepresentatie van de Oosterse cultuur in<br />

Westerse media<br />

• “Orientalism was ultimately a political vision of reality whose structure<br />

promoted the difference between the familiar (Europe, West, "us") and the<br />

strange (the Orient, the East, "them").”<br />

Patronen van representatie van het Oosten:<br />

• Despotisch en clan-gericht<br />

• Capabel om abstracte en mystieke plannen te smeden, maar niet praktisch<br />

aangelegd<br />

• Ze hebben een dubieuze visie op sexualiteit<br />

• Ze zijn vreemd (niet zoals “wij”)<br />

Tegelijkertijd:<br />

Behalve clichématige, generaliserende beelden zijn er ook verhalen een beelden die<br />

het Oosten op een meer genuanceerde en gedetailleerde manier weergeven<br />

(bijv. Gustave Flaubert)<br />

Representatie en symbolische constructie v. d. werkelijkheid<br />

Objectieve Sociale realiteit<br />

• Geheel van sociale, politieke en economische, wetten, regels en wetmatigheden<br />

die de basiscondities van ons functioneren in de wereld dicteren<br />

Subjectieve Sociale realiteit<br />

• Mentale (psychologische) voorstelling die individuen hebben over de objectieve<br />

sociale realiteit<br />

11 | 15


Socialisatie:<br />

• Proces waarbij individuen en groepen de objectieve sociale realiteit<br />

internaliseren, en hun subjectieve sociale realiteit opbouwen<br />

Gebeurt door interactie met:<br />

• Objectieve sociale realiteit: directe aanvaringen met wetten, sancties, ...<br />

• Symbolische representaties van de objectieve sociale realiteit:<br />

• Onderwijs, wetenschap, opvoeding<br />

• Boeken, televisie, films, ...<br />

Sociaal constructivisme:<br />

• Symbolische realiteiten zijn geen letterlijke afspiegeling van de objectieve<br />

sociale realiteit, maar constructies daarvan.<br />

• Deze constructies hebben hun grondslag in de objectieve sociale realiteit, maar<br />

brengen op hun eigen manier een boodschap<br />

• De subjectieve sociale realiteit is op zijn beurt een constructie, die gebeurt op<br />

basis van het beeld dat men via symbolische realiteiten en de directe omgang<br />

krijgt<br />

Marxistisch perspectief op sociaal constructivisme (bijv. Gramsci):<br />

• Band tussen objectieve sociale realiteit en symbolische realiteiten is er één van<br />

macht en beïnvloeding<br />

• Hegemonie: culturele overwicht van machthebbers manifesteert zich in de<br />

boodschappen die via media en onderwijs worden verspreid<br />

Said is niet akkoord met Marxistische idee:<br />

• Hij noemt tegenvoorbeelden van gedetailleerde en positieve representaties van<br />

het Oosten<br />

Maar:<br />

• zegt ook dat de beelden die we van het Oosten krijgen niet volledig onwaar<br />

zijn.<br />

Orientalisme kan niet bestudeerd worden zonder rekening te houden met:<br />

• Politieke Machtsverhoudingen tussen het Westen en het Oosten<br />

• Context van auteurs van teksten over Orient:<br />

◦ zij zijn gesocialiseerd in Westerse visie (Said was zelf een Amerikaan van<br />

Palestijnse afkomst)<br />

Politieke verhoudingen tussen het Westen en het Oosten (1800 - 1950)<br />

• De renaissance maakt einde aan culturele en politieke dominantie van het<br />

Oosten<br />

• Colonialisme en imperialisme volgt<br />

• Darwinisme en notie van evolutionaire vooruitgang volgt<br />

• Wij kunnen het Oosten kennen (gevoel van superioriteit)<br />

De context van auteurs:<br />

• Principe van 'Antropologen van Mars': blik van buitenstaander op<br />

binnenstaander<br />

• Zowel clichématige voorstellingen als genuanceerde voorstellingen zijn<br />

problematisch<br />

• Auteurs van Orientalistische teksten worden niet gemanipuleerd door controle<br />

apparaat (cfr. Marxisme) maar zijn gesocialiseerd in Westerse cultuur<br />

12 | 15


Les 5: De Symbolische Realiteit en Media Effecten<br />

Media effect<br />

onderzoek in de 20ste eeuw<br />

Payne Fund Studies (jaren '20 & '30)<br />

• Idee van 'machtige media' ontstaan tijdens WOI en opkomst filmische<br />

propaganda<br />

• 'Hypodermic needle' model:<br />

◦ hoofd van de ontvanger als trechter waarin media boodschappen gieten<br />

• Eenzijdig (simplistich) onderzoek:<br />

◦ Gebaseerd op positivistische methoden (uit exacte wetenschappen)<br />

◦ Directe verbanden tussen film kijken en gedrag (voornamelijk agressie)<br />

Chicago School en Herbert Blumer (jaren '30)<br />

• Onderzoekt: Wat de rol van de media is in de leefwereld van het publiek<br />

• Context, ervaringen en percepties van kijkers worden belangrijke factoren in<br />

het media effect onderzoek<br />

• Onderzoekt de emotionele effecten van film:<br />

◦ (imitatiegedrag, invloed op spelgedrag, beeldvorming van relaties,<br />

seksualiteit, ...)<br />

Televisie en de sociaal constructivistische benaderingen:<br />

• Agenda setting theorie: media vertellen ons niet wat we moeten denken, maar<br />

wel waarover.<br />

• Zwijgspiraal theorie: televisie zorgt voor uniformisering van wat mensen<br />

denken<br />

• Cultivatie hypothese: televisie cultiveert een wereldbeeld dat door de mensen<br />

wordt overgenomen<br />

Cultivatie hypothese (George Gerbner)<br />

• Verhalen zijn geen afspiegeling van realiteit, maar streven een dramatisch<br />

effect na<br />

• Belang van demografie van de televisiewereld<br />

• Bepaalde personen (groepen) zijn systematisch de slechte of het slachtoffer<br />

• Onderzoek brengt tv demografie in kaart en associeert die met denkbeelden bij<br />

de ontvangers<br />

• Resonantie: televisie versterkt bepaalde denkbeelden die wijdverspreid zijn<br />

• Mainstreaming: televisie vlakt verschillen af tussen groepen die er andere<br />

denkbeelden op nahouden<br />

Kritiek op Cultivatie hypothese:<br />

• Is er wel sprake van een lineair verband?<br />

• Wat met tussenliggende variabelen?<br />

• Resonantie en mainstreaming kunnen alles verklaren<br />

Nood aan psychologische verklaringen voor het tv effect model<br />

Vraag verschuift van 'wat is het effect?' naar 'hoe voltrekt zich een effect?'<br />

13 | 15


Schema theorie<br />

Een schema is:<br />

“A cognitive structure that represents knowledge about a concept or type of<br />

stimulus, including its attributes and the relations among these attributes”<br />

Schema's zijn dus modellen die onze kennis, onze houdingen en ons gedrag sturen<br />

Schema's zijn:<br />

• Gebaseerd op concrete informatie<br />

• Abstract en complex<br />

• Persistent en bestand tegen inconsequenties<br />

Soorten schema's:<br />

• Persoon-schema<br />

• zelf-schema<br />

• Rol-schema<br />

• Scripts<br />

• Inhoudsvrije schema<br />

Achtergrond van schema theorie:<br />

• Aandacht voor cognitieve processen:<br />

◦ hoe verwerken mensen informatie?<br />

• Aandacht voor cognitieve bias:<br />

◦ welke fouten maken we bij het verwerken van informatie?<br />

• Menselijke perceptie is doorgaans niet neutraal<br />

• Menselijke redeneringen zijn doorgaans niet objectief<br />

Opbouw van schema's en de menselijke fout:<br />

• Vertekeningen: treden op tijdens het registreren van informatie<br />

• Omissie: weglaten van relevante informatie<br />

• Commissie: opnemen van irrelevante informatie<br />

• Fouten: incorrecte redeneringen tijdens het verwerken van<br />

informatie<br />

Retrouctieprincipe als redeneerfout:<br />

• Testen van de plausibiliteit van een idee<br />

• inductie en deductie<br />

• Drie principes:<br />

◦ False consensus effect<br />

◦ Fundamentele attributiefout<br />

◦ Neiging tot veralgemenen<br />

14 | 15


Mogelijke aangedragen paper onderwerpen:<br />

Les 1: Geschiedenis<br />

-<br />

Les 2: Censuur<br />

• Blacklisting en communist hunt (Hollywood jaren '40)<br />

• Specifieke cases/processen gedetailleerd onder de loupe nemen<br />

Les 3: Propaganda<br />

Analyse van 1 of meerdere propaganda films<br />

Gebruik van Media in politieke campagnes (bijv. Amerikaanse presidentsverkiezingen)<br />

Les 4: Televisie en wereld beeld:<br />

• Voorstelling van Rusland in koude oorlog films<br />

• Beeldvorming van 19e eeuwse VS in Westerns<br />

• Beeld van: Vrouwen (mannen)? Jongeren (Ouderen)? Armen (rijken)?<br />

Les 5: De Symbolische Realiteit en Media Effecten<br />

-<br />

15 | 15

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!