digitaal tijdschrift voor cultuur, kunst en landschap flevoland 12 / 2012
digitaal tijdschrift voor cultuur, kunst en landschap flevoland 12 / 2012
digitaal tijdschrift voor cultuur, kunst en landschap flevoland 12 / 2012
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Het verhaal van het sleutelgat<br />
door Hein Walter<br />
Er was e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> sleutelgat. Ze heette Kiek. Ze woonde met haar vader<br />
<strong>en</strong> moeder in e<strong>en</strong> bouwvallig huisje aan de rand van e<strong>en</strong> woud. Kiek<br />
was e<strong>en</strong> jaar of vijfti<strong>en</strong>. Haar moeder was van goed<strong>en</strong> huize, de dochter<br />
van e<strong>en</strong> deftig portaal, haar vader was de zoon van e<strong>en</strong> boerse<br />
schuurdeur. Hun ouders hadd<strong>en</strong> fel teg<strong>en</strong> het huwelijk geprotesteerd,<br />
maar de aantrekkingskracht was te groot geweest. De geliefd<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong><br />
hun geluk beproefd. Kiek was hun liefdesdochter.<br />
Het lev<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> portaal is goed, je maakt van alles mee. Het lev<strong>en</strong><br />
van e<strong>en</strong> schuurdeur is hard, maar eerlijk. Kiek dacht vaak na over beide<br />
lev<strong>en</strong>s. Dan dacht ze na over het lev<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> gracht<strong>en</strong>panddeur,<br />
glanz<strong>en</strong>d in de lak <strong>en</strong> met e<strong>en</strong> koper<strong>en</strong> klopper; daarna dagdroomde<br />
ze van het boer<strong>en</strong>lev<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> gebladderde schuurdeur in de wind, met<br />
de geur van koei<strong>en</strong>poep. Ze had echter ge<strong>en</strong> van beide. Kiek was e<strong>en</strong><br />
sleutelgat. En het lev<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> sleutelgat is bepaald niet om over naar<br />
huis te schrijv<strong>en</strong>. Ze was klein <strong>en</strong> onbelangrijk. Ze werd nooit <strong>voor</strong> vol<br />
aan gezi<strong>en</strong>.<br />
Natuurlijk, op elk doosje past e<strong>en</strong> dekseltje, in elk sleutelgat past e<strong>en</strong><br />
sleutel, maar als je vijfti<strong>en</strong> b<strong>en</strong>t <strong>en</strong> je de wereld altijd gezi<strong>en</strong> hebt als<br />
door e<strong>en</strong> klein gaatje, dan d<strong>en</strong>k je dat jouw lev<strong>en</strong> gedoemd is om nietig<br />
te blijv<strong>en</strong>. Maar op e<strong>en</strong> dag brak de wereld <strong>voor</strong> haar op<strong>en</strong>. Daar moest<br />
overig<strong>en</strong>s wel eerst haar lev<strong>en</strong> volkom<strong>en</strong> <strong>voor</strong> verwoest word<strong>en</strong>, want<br />
zo gaat dat nu e<strong>en</strong>maal. Voor zonneschijn is er e<strong>en</strong> fikse reg<strong>en</strong>. Als je de<br />
figur<strong>en</strong> beschouwt die bijzondere lev<strong>en</strong>s hebb<strong>en</strong> gehad, dan zie je dat<br />
ze allemaal e<strong>en</strong> groot drama hebb<strong>en</strong> meegemaakt. Het grote drama in<br />
het lev<strong>en</strong> van Kiek was e<strong>en</strong> grote brand. Waardoor de brand ontstaan<br />
was, is nooit opgehelderd, maar feit is wel dat het hele huis eraan ging.<br />
Op die dag verloor Kiek alles wat haar dierbaar was: haar vader <strong>en</strong><br />
moeder kwam<strong>en</strong> om in de brand. Het gebeurde ’s nachts, terwijl iedere<strong>en</strong><br />
sliep. Ze hadd<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> schijn van kans gehad. Niets bleef er over,<br />
alles verbrandde. Maar door e<strong>en</strong> groot wonder had Kiek de brand<br />
overleefd. Ze had zelfs nerg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> brandwondje, ge<strong>en</strong> schrammetje.<br />
CUNST<br />
26<br />
De m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> uit de buurt war<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong> naar het afbrand<strong>en</strong>de<br />
huis, zoals m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> overal in de wereld daardoor word<strong>en</strong> aangetrokk<strong>en</strong><br />
als mott<strong>en</strong> naar het licht. Maar ze hadd<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> poging<strong>en</strong> ondernom<strong>en</strong><br />
om het vuur te bluss<strong>en</strong>. Het was ze ook niet gelukt als ze het hadd<strong>en</strong><br />
geprobeerd, want het was e<strong>en</strong> <strong>en</strong>orme vuurzee. De m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> stond<strong>en</strong><br />
eromhe<strong>en</strong> <strong>en</strong> kek<strong>en</strong>. Kiek stond tuss<strong>en</strong> de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in. Ze wist niet meer<br />
hoe ze het vuur ontsnapt was, maar daar stond ze. Sprakeloos was ze,<br />
apathisch, ze kon nauwelijks adem<strong>en</strong>. De tran<strong>en</strong> die vloeid<strong>en</strong><br />
verdampt<strong>en</strong> mete<strong>en</strong> door de hitte.<br />
Normaal zou iemand zich natuurlijk onmiddellijk ontferm<strong>en</strong> over e<strong>en</strong><br />
meisje dat haar ouders op zo’n gruwelijke manier verliest, maar over<br />
Kiek ontfermde zich niemand. Ze werd niet opgetild, ge<strong>en</strong> arm werd er<br />
om haar he<strong>en</strong> geslag<strong>en</strong>, ge<strong>en</strong> hand op haar schouder. Niemand lette op<br />
Kiek. En Kiek was als verlamd. Ze moest blijv<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong> naar hoe de<br />
vlamm<strong>en</strong> laaid<strong>en</strong>. De volg<strong>en</strong>de morg<strong>en</strong> stond ze er nog. De vlamm<strong>en</strong><br />
war<strong>en</strong> gedoofd, er kwam<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> nog wat ijle rooksliert<strong>en</strong> uit de berg<br />
as. E<strong>en</strong> merel deed haar uit haar star<strong>en</strong> ontwak<strong>en</strong>. To<strong>en</strong> ze opkeek,<br />
vloog hij weg.<br />
Kiek keek om zich he<strong>en</strong>. Ge<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s te zi<strong>en</strong>. Ze keek verwonderd naar<br />
het <strong>landschap</strong> dat te<strong>voor</strong>schijn gekom<strong>en</strong> was op de plek waar het huis<br />
had gestaan. Ze had dat <strong>landschap</strong> nooit eerder zo gezi<strong>en</strong>. Er liep e<strong>en</strong><br />
weggetje. Ze keek weer terug naar de asrest<strong>en</strong> <strong>en</strong> to<strong>en</strong> realiseerde ze<br />
zich t<strong>en</strong> volle dat ze nu alle<strong>en</strong> was, wees, dat hier niets meer was om<br />
<strong>voor</strong> te blijv<strong>en</strong>. Dus kon ze weggaan! Maar waarhe<strong>en</strong>? Ze draaide<br />
langzaam rond <strong>en</strong> keek naar alle richting<strong>en</strong> <strong>en</strong> besloot to<strong>en</strong> de kant op<br />
te gaan van het <strong>landschap</strong> dat zich vandaag <strong>voor</strong> haar had<br />
geop<strong>en</strong>baard, het weggetje op dat ze niet k<strong>en</strong>de.<br />
Kiek had de hele dag gewandeld. Ze was verschill<strong>en</strong>de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong>,<br />
maar niemand had haar aangekek<strong>en</strong>, laat staan gegroet. Aan<br />
het eind van de dag kwam ze aan bij e<strong>en</strong> dorpje. Er was bedrijvigheid.<br />
M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> liep<strong>en</strong> druk he<strong>en</strong> <strong>en</strong> weer, kinder<strong>en</strong> lacht<strong>en</strong>. Kiek bleef staan<br />
<strong>en</strong> probeerde oogcontact te mak<strong>en</strong>, maar ook hier merkte niemand