Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
22 | happinez<br />
Jordanië<br />
Verst opte schoonheid<br />
<strong>REIZEN</strong><br />
happinez | 23
Petra Rond een eeuw voor Christus begonnen de Nabateeërs met de bouw van de stad Petra, die met grote precisie<br />
werd uitgehouwen in de zandstenen bergen. De roze stad lag op het kruispunt van vele karavaansroutes. Door tol te<br />
heffen op de handel wisten de Nabateeërs een economisch bloeiende gemeenschap op te bouwen. Ze waren polytheïstisch<br />
en geloofden heilig in het hiernamaals. Hun belangrijkste god was de god van de bergen want in hun ogen<br />
was niets zo krachtig als een berg. Petra werd in de dertiende eeuw verlaten en pas herontdekt in 1812 door de<br />
Zwitserse archeoloog J. Burckardt. Als je door de Siq-kloof richting de verborgen stad loopt voel je de kracht die de<br />
Nabateeërs toedichtten aan de bergen. En als je aan het eind van de kloof Petra ontwaart, begrijp je waarom deze<br />
verborgen stad vaak ‘het achtste wereldwonder’ wordt genoemd en door de Unesco tot Werelderfgoed is verklaard.<br />
Huizenhoge rotswanden met continu wisselende kleurenschakeringen van roze, rood, oranje en bruin, waarin huizen en<br />
graftombes zijn uitgehakt. De beroemde ‘schatkamer’, een acht meter diep vertrek, gaat schuil achter een prachtige<br />
façade van zeker dertig meter hoog.<br />
De mooiste tijd om Petra te bezoeken, of liever gezegd te ervaren,<br />
is ’s ochtends heel vroeg, bij het openen van de poort, als de grote<br />
bezoekersstroom nog niet op gang is gekomen. Via tientallen tempels,<br />
een amfitheater (het enige ter wereld dat volledig uitgehouwen<br />
is in de bergen) en een Romeinse weg, leidt een bergpad naar een<br />
hoog gelegen klooster. De vijftig meter hoge voorgevel van het gebouw<br />
is uitgehouwen uit oranjekleurig steen. Voorbij het klooster ligt<br />
een van de mooiste uitzichtpunten van Petra over de Jordaanvallei.<br />
24 | happinez<br />
De verborgen stad Petra, de Dode Zee en de vele heilige plaatsen zijn de grote trekpleisters<br />
voor wie Jordanië bezoekt. Minder bekend zijn de bedoeïenenstammen die er nog op<br />
traditionele wijze leven, diep verborgen in de indrukwekkende Wadi Rum-woestijn. Een leven<br />
zonder elektriciteit, stromend water of mechanische vervoermiddelen. Een bezoek aan zo’n<br />
stam werkt als een confronterende spiegel. Bij deze mensen met hun zwervend bestaan<br />
ontmoet je oprechte gastvrijheid en zie je geluk dat niet samenhangt met bezit.<br />
Enkele tienduizenden bedoeïenen trekken nog<br />
steeds door Jordanië met hun beit shaàr, de<br />
karakteristieke langwerpige geitenharen tenten,<br />
op zoek naar vruchtbare gebieden voor<br />
hun kuddes. Zij zijn de enige oorspronkelijke<br />
bewoners van het land. Vooral in het oosten en<br />
zuiden van het land kom je hun tenten tegen,<br />
vaak in groepjes van drie of vier bij elkaar. Een<br />
Jordaanse gids neemt ons mee naar een van<br />
die bedoeïenenkampen, diep verscholen in de<br />
Wadi Rum-woestijn.<br />
Drie en een derde dag<br />
Het is nog vroeg als we met de 4x4 jeep de<br />
eindeloze zandvlaktes van de woestijn op<br />
rijden. Het ochtendlicht kleurt de her en der<br />
verspreide rotsformaties dieprood en okergeel,<br />
scherp afstekend tegen de felblauwe lucht.<br />
We komen al snel de eerste bewoners van dit<br />
ogenschijnlijk verlaten landschap tegen.<br />
Meisjes op ezels, volledig gesluierd tegen stof<br />
en zon, met hun kudde geiten. En verderop de<br />
silhouetten van herders in witte gewaden met<br />
op hun hoofd een kufiya, de roodwit geblokte<br />
hoofddoek die het straat- en woestijnbeeld<br />
van Jordanië bepaalt.<br />
Vanaf de top van een heuvel zien we in de verte<br />
het bedoeïenenkamp liggen dat we zullen<br />
gaan bezoeken: drie bruine tenten, aan de voet<br />
van een berg. Hier, ver weg van de bewoonde<br />
wereld, wonen een paar families van de<br />
Zawayda-stam.<br />
Onze chauffeur brengt ons naar de tent van<br />
Ali Muawad en zijn vrouw Thuraya. De begroeting<br />
tussen de beide mannen is hartelijk; ze<br />
zoenen elkaar drie keer op dezelfde wang. We<br />
worden uitgenodigd in de el shigg, het mannenvertrek<br />
van een van de drie tenten, waar de<br />
woestijnbewoners traditioneel hun gasten ont-<br />
vangen. De voorkant van de tent is helemaal<br />
open met uitkijk op de kale berghellingen naast<br />
het kamp en biedt zo meteen voldoende inkijk<br />
voor nieuwsgierige stamleden - vooral kinderen<br />
- die ons buitenlanders blijkbaar een enorme<br />
bezienswaardigheid vinden.<br />
Het bruinwit gestreepte tentdoek is geweven<br />
van geitenhaar, dat uitzet bij regen en zo het<br />
weefsel waterproof maakt. Daarnaast hebben<br />
hier en daar aan elkaar genaaide juten koffiezakken<br />
- met opschrift Café do Brasil een tweede<br />
leven als tentzeil gekregen. Verder is de inrichting<br />
sober. In een hoek een waterpijp en in<br />
het midden een smeulend bergje kolen waarop<br />
een zwart geblakerde theeketel wordt warm<br />
gehouden. Eromheen ligt een kring van kleu-<br />
<strong>REIZEN</strong><br />
rige matten en kussens, waarop we worden<br />
uitgenodigd plaats te nemen. De anderen<br />
gaan soepel in kleermakers- of hurkzit. Dat<br />
valt voor ons - met de lange rit nog in de<br />
benen - niet mee.<br />
Thee en karnemelk<br />
Ali draagt een lang grijs gewaad met daaroverheen<br />
een donkergrijs jasje dat hem minstens<br />
drie maten te groot is. Zijn vrouw Thurya, van<br />
top tot teen in het zwart gekleed, hurkt achter<br />
hem neer. Hun gezichten zijn donker, met diepe<br />
rimpels. Hoe oud zouden ze zijn? We vragen<br />
het, maar ze weten het niet. Ze lijken wat verlegen<br />
met ons bezoek, maar behandelen ons<br />
met alle egards die een gast toekomt. Want<br />
‘Bevangen door ontzag hulde onze minuscule karavaan zich in een doodse<br />
stilte, beschaamd om eigen nietigheid tegenover zoiets overweldigends...<br />
Alleen in kinderdromen zijn landschappen zo stil en weids.’<br />
(Lawrence of Arabia over de Wadi Rum-woestijn)<br />
happinez | 25
volgens de traditie van de bedoeïenen is gastvrijheid<br />
een van de belangrijkste waarden van<br />
het leven. Iedere reiziger is welkom, op welk<br />
uur van de dag dan ook. De gedachte daarachter<br />
is eenvoudig: vandaag komt er iemand bij<br />
jou langs die tijdelijk onderdak nodig heeft en<br />
morgen zou jij door zijn kamp kunnen trekken<br />
en is hij degene die je gastvrijheid biedt. Maar<br />
er zijn ook grenzen aan deze al eeuwenoude<br />
gedrags code: een bezoek mag nooit langer<br />
duren dan drie en een derde dag. Wie langer<br />
blijft maakt misbruik van de vrijgevigheid van<br />
de gastheer; want hoe weinig eten er ook is<br />
voor de familie zelf, de gast krijgt altijd eerst.<br />
Als teken van welkom biedt Ali aan om een<br />
schaap voor ons te slachten - voor deze familie<br />
een rib uit het lijf. We maken hem duidelijk<br />
dat we het gebaar zeer waarderen, maar niet<br />
kunnen aannemen. Hij lijkt er vrede mee te<br />
hebben; dan maar een kopje thee? Hij pakt de<br />
ketel van het vuur en schenkt kleine glaasjes<br />
mierzoete, sterke muntthee voor ons in. Ook<br />
gaat er een roestige metalen kom met een<br />
witte drank rond. Het ruikt een beetje zurig.<br />
We nemen er net als de anderen een flinke<br />
slok uit, laten een beleefd ‘mmmm’ horen en<br />
nemen er snel een slok thee achteraan.<br />
Leven in eenvoud<br />
De bedoeïenengemeenschap bestaat in totaal<br />
uit drie families. Hun belangrijkste bron van<br />
26 happinez<br />
inkomsten is de kudde schapen en geiten.<br />
Daarom verplaatsen de families drie keer per<br />
jaar hun hele hebben en houden op zoek naar<br />
de vruchtbaarste grond voor het vee. Traditiegetrouw<br />
zorgt de vrouw voor het huishoudelijke<br />
werk. Ze melkt de geiten, bakt het brood,<br />
sprokkelt hout en zorgt voor de kinderen. De<br />
mannen zijn de jagers en strijders. Omdat de<br />
bedoeïenen nu een relatief vredig bestaan leiden,<br />
wordt er op die laatste kwaliteit nauwelijks<br />
meer een beroep gedaan en brengen zij hun<br />
dagen door met het hoeden van de schapen,<br />
jagen op konijnen en vogels en het bespreken<br />
van de dagelijkse dingen met de andere mannen.<br />
Een eenvoudig, primitief bestaan, maar<br />
Ali zou zich geen ander leven dan dit wensen.<br />
“Deze manier van leven geeft ons waardigheid,”<br />
zegt hij. Samen met Thuraya heeft hij zeven<br />
zonen en twee dochters, waarvan er twee getrouwd<br />
zijn. De anderen studeren nog in een<br />
nabijgelegen stad. “Ze leiden daar een totaal<br />
ander leven dan hier en worden er aan de<br />
verleidingen van de moderne maatschappij<br />
blootgesteld. Maar daar maken we ons niet al<br />
te veel zorgen over. Ons geluk wordt bepaald<br />
door hun geluk. Als ze maar een gelukkig<br />
huwelijk en kinderen krijgen, zijn wij ook<br />
gelukkig. En ook al verandert hun manier van<br />
leven misschien, onze cul tuur gaat nooit verloren,”<br />
zegt Ali. Thuraya knikt instemmend.<br />
Zelf zijn ze al veertig jaar gelukkig getrouwd.<br />
En wat betekent geluk nog meer voor hen?<br />
Hun ogen beginnen te glinsteren en ze praten<br />
druk door elkaar heen. Echt gelukkig, vertellen<br />
ze, zijn ze als ze gastvrij kunnen zijn en vreugde<br />
zien in de ogen van hun gasten. Trots laten ze<br />
ons de rest van hun tent zien. In een primitieve<br />
keukenhoek hangt aan een driepoot een zak<br />
van geitenvel waaruit wit sap in een kom<br />
druppelt. Zo maken ze de yoghurtachtige drank<br />
op basis van geitenmelk die we net gedronken<br />
hebben. De vrouwen hebben hun eigen vertrek,<br />
el muhram, dat met tentdoek is afgescheiden<br />
van het mannendeel. Het is er donker, het enige<br />
licht komt van net zo’n bergje smeulende<br />
kolen als in het mannenvertrek. Er liggen twee<br />
vrouwen op matten, vast moeder en dochter,<br />
die verlegen naar ons glimlachen.<br />
Een paar kinderen springen op en neer op een<br />
stapel dekens in een hoek en uit een bundeltje<br />
op de grond komen baby geluidjes.<br />
Zorg voor de buurman<br />
Overal in het kamp scharrelen kippen en rennen<br />
kinderen rond. Tussen twee tenten staat<br />
een gammele kippenren met een pasgeboren<br />
geitenlam erin. In een van de tenten liggen<br />
een man en vrouw uitgestrekt op matten met<br />
elkaar te praten. We begroeten hen in het<br />
voorbijgaan. Onmiddellijk springt de man op<br />
en gebaart dat we binnen moeten komen.<br />
En ook al kunnen we geen woord met elkaar<br />
Woestijnbewoners De naam bedoeïen is afkomstig van het Arabische<br />
badawi, wat woestijnbewoner of nomade betekent. Deze overwegend Arabische<br />
woestijnbewoners leven vooral in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Tegenwoordig<br />
maken ze nog maar drie procent van de totale bevolking van Jordanië uit,<br />
maar hun manier van leven, gebruiken en geloof dwingen nog steeds veel respect<br />
af bij de rest van de bevolking. Er zijn tien belangrijke bedoeïenenstammen in Jordanië.<br />
Elke stam heeft zijn eigen stamhoofd, de sjeigh, gekozen door de stamleden.<br />
Men beschouwt hem als het meest wijze stamlid. De sjeighs beslechten stammenconflicten<br />
onderling, buiten het nationale rechtssysteem om. De afgelopen decennia hebben veel bedoeïenen<br />
hun nomadenbestaan ingeruild voor een stenen huis in een dorp of stad, terwijl anderen op een<br />
vaste plek zijn neergestreken om gewassen te verbouwen. Deels door de behoefte aan een<br />
comfortabeler bestaan, maar ook door steun van de overheid. Vooral koningin Noor, de vrouw van<br />
de overleden koning Hoessein, zet zich al jarenlang actief in voor het behoud van het cultureel<br />
erfgoed van dit deel van de bevolking. Zij stimuleert de zelfredzaamheid door bijvoorbeeld het<br />
verstrekken van microkredieten aan vrouwen die traditionele, kleurrijke kleden weven.<br />
<strong>REIZEN</strong><br />
happinez | 27
uitwisselen, hun blikken en gebaren spreken<br />
boekdelen: we zijn welkom. Maar onze gids zit<br />
al in de auto, de motor loopt. We gebaren dat<br />
we moeten vertrekken. De man komt naar buiten<br />
en gaat voor zijn tent staan. Als wij naar de<br />
auto lopen begint hij te zingen. Een afscheidslied?<br />
Als we terugrijden door de uitgestrekte<br />
woestijn speelt een lokaal gezegde dat de gids<br />
mij op de heenreis vertelde door het hoofd:<br />
‘Zorg altijd voor je zevende buurman’. Als iedereen<br />
dit doet, legde hij uit, ontstaat er een<br />
keten van onderlinge zorg voor elkaar. Mijn<br />
gehaaste leven, waarin niets ooit genoeg lijkt,<br />
komt me opeens als absurd voor als ik het<br />
afzet tegen de tevredenheid van deze mensen<br />
met hun eenvoudige bestaan. Wat een contrast<br />
met onze ‘ieder voor zich’ samenleving. Want<br />
om heel eerlijk te zijn kan ik me het gezicht<br />
van mijn tweede buurman niet eens voor de<br />
geest halen, laat staan dat van de zevende.<br />
Kijk voor meer informatie over Jordanië op<br />
www.visitjordan.com. Enkele reisorganisaties<br />
die reizen naar Jordanië in hun programma<br />
hebben opgenomen zijn Summum reizen<br />
(020 4215555 of www.summum.nl), Woestijnreizen<br />
(020 4202220 of www.woestijnreizen.nl),<br />
SNP (024 3277000 of www.snp.nl), Wellness<br />
Travel (0181 473070 of www.wellness-travel.nl)<br />
TEKST MONIQUE JANSSE FOTOGRAFIE ESTER GEBUIS<br />
MET DANK AAN HET JORDAANS VERKEERSBUREAU<br />
<strong>REIZEN</strong><br />
In de voetsporen van Mozes Jordanië is de bakermat van veel bijbelverhalen en<br />
kent tal van heilige plekken zoals de grot van Lot, de gevangenis van Johannes de Doper<br />
en de spirituele geboortegrond van het christendom, Bethanië, de plek waar Jezus in de<br />
Jordaan werd gedoopt. Een van heiligste plekken is de berg Nebo. In het Oude Testament<br />
staat dat Mozes vlak voordat hij stierf deze berg beklom en uitkeek over het beloofde land<br />
van melk en honing. Het uitzicht vanaf de Nebo over Israël en de Dode Zee is adembenemend.<br />
Op de berg staat de Mozeskerk, gebouwd in de vierde eeuw, met prachtige<br />
mozaïeken op de grond waarop de mens wordt afgebeeld als jager, boer en handelaar.<br />
Deze heilige plek trekt pelgrims uit alle windstreken. In het jaar 2000 startte Paus Johannes Paulus<br />
II hier zijn pelgrimstocht naar het Heilige Land. Een marmeren tableau geeft op het uitzichtpunt de<br />
richtingen aan naar tot de verbeelding sprekende plaatsen als Bethlehem en Jeruzalem.<br />
happinez | 29