06.09.2013 Views

Ten geleide - Katholieke Hogeschool Brugge - Oostende

Ten geleide - Katholieke Hogeschool Brugge - Oostende

Ten geleide - Katholieke Hogeschool Brugge - Oostende

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Departement Lerarenopleiding<br />

Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs<br />

Praktijkgids<br />

2011-2012<br />

Departement Lerarenopleiding ● KHBO Campus <strong>Brugge</strong> ● Xaverianenstraat 10 ● 8200 <strong>Brugge</strong> (Sint-Michiels)<br />

talent@work


<strong>Ten</strong> <strong>geleide</strong><br />

Praktijkcomponent<br />

Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs<br />

Elk jaar opnieuw moeten en kunnen we een beroep doen op een netwerk van scholen in<br />

het kader van de praktijkvorming van onze studenten uit de opleiding bachelor in het<br />

onderwijs: secundair onderwijs.<br />

We danken alle directies, coördinatoren, mentoren en leraren voor hun inzet en<br />

bereidheid om mee te werken aan de opleiding van onze studenten. Hoe goed we<br />

studenten theoretisch ook voorbereiden, het onderwijsvak onder de knie krijgen<br />

vooronderstelt een intens leerbad in de dagelijkse onderwijspraktijk. Anders dan bij de<br />

aanvangsbegeleiding van jonge en startende leraren impliceert begeleiding van de<br />

praktijkervaringen (stages) van onze studenten ook een bijdrage van de stagescholen tot<br />

de evaluatie van de leergroei van de studenten. In de loop van de stagetrajecten volgen<br />

onze docenten, ook op de stageschool, de studenten en hebben ze de kans om met het<br />

be<strong>geleide</strong>nde schoolteam van gedachten te wisselen. Evalueren vooronderstelt een goed<br />

inzicht in de ontwikkelende verwachtingen (de leerlijn) ten aanzien van studenten.<br />

In deze bundel – die zich richt tot directies, stagementoren en klasmentoren – vindt u<br />

een gedetailleerde beschrijving van de praktijkopleiding (stages) zoals wij die in de<br />

verschillende opleidingsfases vorm geven:<br />

- er wordt omschreven wat van deze stage verwacht wordt;<br />

- u vindt er systematisch terug wanneer de studenten op stagescholen aanwezig zijn<br />

en hoe de afspraken verlopen;<br />

- er wordt aangegeven wat dan van hen verwacht wordt;<br />

- u vindt ook de modeldocumenten terug die u kunt hanteren bij begeleiding en<br />

beoordeling (u hoeft deze niet uit deze brochure te scheuren: de studenten<br />

bezorgen u losbladige beoordelingsformulieren).<br />

Indien u vragen of bedenkingen heeft rond de stage, de organisatie of een<br />

student kan u steeds contact opnemen met het stagesecretariaat op nummer<br />

050 30 51 38 of via ler.stage@khbo.be. Elke schooldag vanaf 8.00 uur en verder<br />

tijdens de schooluren kan u daar terecht met vragen en opmerkingen.<br />

Griet Grymonpon Johan L. Vanderhoeven<br />

Opleidingshoofd BASO Departementshoofd<br />

KHBO-Departement Lerarenopleiding KHBO-Departement Lerarenopleiding<br />

KHBO – Departement Lerarenopleiding - Xaverianenstraat 10 - 8200 <strong>Brugge</strong> (Sint-Michiels) - www.khbo.be


2<br />

<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Brugge</strong> – <strong>Oostende</strong>


Inhoudstafel<br />

1 VISIE OP DE STAGE ................................................................................ 7<br />

1.1 Uitgangspunten ........................................................................................ 7<br />

1.2 Visie op be<strong>geleide</strong>n en beoordelen .............................................................. 7<br />

2 AANVRAGEN VAN DE STAGES ................................................................ 9<br />

2.1 Organisatie van de aanvraag van de stages .................................................. 9<br />

2.2 Voorwaarden bij de keuze van een stageschool............................................. 9<br />

3 ORGANISATIE EN KALENDER VAN STAGE: SECUNDAIR ONDERWIJS 1 11<br />

3.1 Organisatie .............................................................................................11<br />

3.2 Kalender 2011-2012 .................................................................................11<br />

3.3 In welke onderwijsvormen/scholen lopen de studenten stage? .......................12<br />

4 ORGANISATIE EN KALENDER VAN STAGE: SECUNDAIR ONDERWIJS 2 . 13<br />

4.1 Organisatie .............................................................................................13<br />

4.2 Kalender 2011-2012 .................................................................................13<br />

4.3 In welke onderwijsvormen lopen de studenten stage? ..................................14<br />

5 ORGANISATIE EN KALENDER VAN STAGE: SECUNDAIR ONDERWIJS 3 . 15<br />

5.1 Organisatie .............................................................................................15<br />

5.2 Kalender 2011-2012 .................................................................................15<br />

5.3 In welke onderwijsvormen lopen de studenten stage? ..................................16<br />

6 BELANGRIJKE NAMEN EN ADRESSEN ................................................... 17<br />

7 ALGEMENE ORGANISATIE VAN DE STAGES .......................................... 19<br />

7.1 Contactname met mentoren in de stagescholen ...........................................19<br />

7.2 Afwezigheid op stage ................................................................................19<br />

7.3 Op te vragen informatie over de stageschool ...............................................19<br />

7.4 Specifieke richtlijnen i.v.m. leerboeken en didactisch materiaal .....................20<br />

8 SPECIFIEKE INFORMATIE VOOR DE EXTERNE STAGES IN DE EERSTE<br />

OPLEIDINGSFASE ................................................................................ 21<br />

8.1 Aantal observatielessen ............................................................................21<br />

8.2 Aantal lessen tijdens de actieve stage .........................................................21<br />

8.3 Afspraken in verband met lesonderwerpen en lesvoorbereidingen ..................22<br />

8.4 Evaluatie van de lessen ............................................................................22<br />

8.5 Eindevaluatie ...........................................................................................22<br />

9 SPECIFIEKE INFORMATIE VOOR DE VAKOVERSCHRIJDENDE STAGE IN<br />

DE TWEEDE OPLEIDINGSFASE ............................................................. 23<br />

9.1 Observatiestage .......................................................................................23<br />

9.2 Vakoverschrijdend project .........................................................................23<br />

10 SPECIFIEKE INFORMATIE VOOR DE ACTIEVE STAGES IN DE TWEEDE<br />

OPLEIDINGSFASE ................................................................................ 25<br />

10.1 Aantal stagelessen tijdens de drie actieve stages .........................................25<br />

10.2 Evaluatie van de lessen ............................................................................25<br />

10.3 Eindevaluatie ...........................................................................................25<br />

11 SPECIFIEKE INFORMATIE VOOR DE ACTIEVE STAGE VAN DRIE WEKEN<br />

IN DE DERDE OPLEIDINGSFASE ........................................................... 27<br />

11.1 Opvatting en organisatie van de stage in de derde opleidingsfase ..................27<br />

Praktijkgids 2011-2012 – Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs<br />

3


11.2 Aantal lessen in de actieve stage van drie weken .........................................27<br />

11.3 Gevraagde stageactiviteiten ......................................................................27<br />

11.4 Suggesties voor de (vak-)mentor ...............................................................28<br />

12 SPECIFIEKE INFORMATIE VOOR DE ZELFSTANDIGE STAGE IN DE DERDE<br />

OPLEIDINGSFASE ................................................................................ 31<br />

12.1 Visie op de stage .....................................................................................31<br />

12.2 Aantal lessen tijdens de zelfstandige stage ..................................................32<br />

12.3 Concrete afspraken en suggesties ..............................................................33<br />

12.4 Organisatiebetrokkenheid .........................................................................34<br />

12.5 Beoordelingscriteria ..................................................................................35<br />

12.6 Contact met de mentor .............................................................................36<br />

12.7 Eindevaluatie ...........................................................................................36<br />

13 SPECIFIEKE INFORMATIE OVER DE BUSO- OF DE ALTERNATIEVE STAGE<br />

in DE DERDE OPLEIDINGSFASE ............................................................ 37<br />

13.1 Kernideeën van de stage ...........................................................................37<br />

13.2 Begeleiding .............................................................................................37<br />

13.3 Alternatieve stage waarin het vak centraal staat: o.a. volwassenenonderwijs,<br />

deeltijds kunstonderwijs… .........................................................................37<br />

13.4 De evaluatie ............................................................................................37<br />

13.5 Enkele afspraken voor de BuSO- of de alternatieve stage ..............................38<br />

13.6 Leidraad bij het stagebezoek BuSO-stage of alternatieve stage waar zorg<br />

centraal staat ..........................................................................................38<br />

13.7 Opdracht keuzestage (voor BuSO of stage waarin zorg centraal staat) ............39<br />

14 VRAGEN EN ANTWOORDEN OVER STAGE .............................................. 41<br />

14.1 Hoe legt de student contact met de (vak-)mentoren? ...................................41<br />

14.2 Wat als de student niet het gewenste aantal uren krijgt? ..............................41<br />

14.3 Wat moet de student doen als hij veel verschillende (vak-)mentoren<br />

toegewezen krijgt? ...................................................................................41<br />

14.4 Welke afspraken zijn er i.v.m. de vakoverschrijdende observatiestage BSO? ...41<br />

14.5 Kan de student zijn vakken wel geven in het BSO? .......................................41<br />

14.6 Mag de student project algemene vakken (PAV) of maatschappelijke vorming<br />

(MAVO) geven? ........................................................................................42<br />

14.7 Hoe komt de student aan voldoende lesuren economie, biologie en fysica in het<br />

BSO? ......................................................................................................42<br />

14.8 Wat zijn de mogelijke opdrachten van een student 3PKV binnen een<br />

kunsteducatieve organisatie? .....................................................................42<br />

14.9 Moet de student eerst een les observeren tijdens de stage? ..........................43<br />

14.10 Wat is de rol van de (vak-)mentor? ............................................................43<br />

14.11 Kan de school een student vragen om aan andere activiteiten deel te nemen? .43<br />

14.12 Mag een student een (vak-)mentor vervangen? ...........................................44<br />

14.13 Hoe moet de lesvoorbereiding er uit zien? ...................................................44<br />

14.14 Mag de (vak-)mentor vooraf de lesvoorbereiding vragen? .............................44<br />

14.15 Wat moet de student doen bij het begin van zijn stage? ...............................45<br />

14.16 Mag de mentor tussenkomen of de les overnemen? ......................................45<br />

14.17 Wat moet de student doen bij het begin van de les? .....................................45<br />

14.18 Wat moet de student doen op het einde van zijn stage?................................45<br />

14.19 Wat moet de student doen na zijn stage? ....................................................45<br />

14.20 Welke verwachtingen hebben een school/(vak-)mentor m.b.t. de houding en het<br />

optreden van een stagiair? ........................................................................46<br />

14.21 Zijn er regels i.v.m. kledij en andere uiterlijke kenmerken? ...........................46<br />

15 REFLECTIE ........................................................................................... 47<br />

15.1 Wat is reflecteren? ...................................................................................47<br />

15.2 Hoe reflecteren? ......................................................................................47<br />

4<br />

<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Brugge</strong> – <strong>Oostende</strong>


15.3 Reflectieopdrachten in de eerste opleidingsfase ...........................................48<br />

15.4 Reflectieopdracht tweede opleidingsfase .....................................................49<br />

15.5 Reflectieopdracht derde opleidingsfase .......................................................50<br />

16 DE EVALUATIE ..................................................................................... 53<br />

16.1 Wat moet de student een bezoekende docent kunnen voorleggen?.................53<br />

16.2 Op basis van welke criteria wordt de student geëvalueerd? ...........................53<br />

17 STAGEREGLEMENT ............................................................................... 55<br />

17.1 Ziekte en afwezigheid ...............................................................................55<br />

17.2 Wijzigingen .............................................................................................55<br />

17.3 Voorwaarden keuze stageschool ................................................................55<br />

17.4 Schorsing van de stage .............................................................................56<br />

18 MEDISCH ONDERZOEK, ZWANGERSCHAP EN STAGE ... Fout! Bladwijzer niet<br />

gedefinieerd.<br />

18.1 Medisch onderzoek en stage ......................................................................57<br />

18.2 Zwangerschap en stage ............................................................................59<br />

19 BIJLAGEN ............................................................................................. 61<br />

Praktijkgids 2011-2012 – Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs<br />

5


6<br />

<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Brugge</strong> – <strong>Oostende</strong>


1 VISIE OP DE STAGE<br />

1.1 Uitgangspunten<br />

Bij de opbouw van de stageleerlijn wordt er een combinatie gemaakt tussen de<br />

betrokkenheidniveaus en de basiscompetenties. Ze geven in grote lijnen weer hoe de<br />

stages zijn afgestemd op het leerproces van de student en op de verwachtingen van het<br />

werkveld, gecombineerd met de basiscompetenties.<br />

Het uitgangspunt van de stageleerlijn zijn de niveaus van betrokkenheid zoals onderzoek<br />

deze bij leraren-in-opleiding heeft vastgesteld. De studenten stellen zich bij de start van<br />

hun opleiding vooral vragen met betrekking tot hun eigen functioneren en hun taken. Ze<br />

hebben nog relatief weinig oog voor de noden van de leerlingen of de organisatie. Deze<br />

niveaus van betrokkenheid kunnen per opleidingsfase als volgt worden voorgesteld:<br />

Organisatie<br />

Leerling<br />

Taak<br />

Zelf<br />

Opleidingsfase<br />

1<br />

Opleidingsfase<br />

2<br />

Praktijkgids 2011-2012 – Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs<br />

Opleidingsfase<br />

3<br />

In de stageleerlijn wordt deze opbouw geconcretiseerd in specifieke doelen per<br />

opleidingsfase. Daarbij wordt rekening gehouden met de decretaal vastgelegde<br />

basiscompetenties voor leraren.<br />

1.2 Visie op be<strong>geleide</strong>n en beoordelen<br />

Om het proces van be<strong>geleide</strong>n en beoordelen te structureren en te verdelen onder de<br />

verschillende betrokken partijen wordt het model van Korthagen (zie ook hoofdstuk 15)<br />

gebruikt. Hieraan worden de verschillende begeleidingsgesprekken opgehangen.<br />

Om ervaringen uit de praktijk te verwerken en vast te kunnen houden, is reflecteren een<br />

belangrijke vaardigheid. Het model van Korthagen helpt studenten op weg om deze<br />

vaardigheid te begrijpen en te integreren in hun leerproces. We vinden het zeer<br />

belangrijk dat studenten zich verantwoordelijk voelen voor hun eigen leerproces. De<br />

begeleiding van de hogeschool is zo opgebouwd dat studenten steeds meer hun eigen<br />

ontwikkeling tot een startbekwame leraar ter hand nemen. Op het einde van de opleiding<br />

wordt van een startbekwame leraar verwacht dat hij een zelfsturende, onderzoekende en<br />

reflectieve houding heeft. Hij moet de doelen van de verschillende fasen van de opleiding<br />

dan ook voor ogen houden. Hij is medeverantwoordelijk om de doelen te behalen.<br />

Doorheen de gesprekken met mentoren, vakleraren en de bezoekende docenten<br />

doorloopt de student dit reflectieproces. Het model kan ook helpen om het<br />

begeleidingsgesprek voor te bereiden (voor meer informatie hierover: zie verder vanaf<br />

hoofdstuk 15).<br />

7


8<br />

<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Brugge</strong> – <strong>Oostende</strong>


2 AANVRAGEN VAN DE STAGES<br />

De stages in een stageschool worden door het opleidingshoofd Griet Grymonpon<br />

georganiseerd.<br />

2.1 Organisatie van de aanvraag van de stages<br />

De stages worden aangevraagd volgens de gemaakte afspraken binnen de<br />

scholengemeenschap (tweede en derde opleidingsfase begin september en eerste<br />

opleidingsfase in november, met uitzondering van studenten die kunnen afstuderen in<br />

januari).<br />

In de scholengemeenschappen Sint-Maarten, Sint-Michiel, OLV van Groeninge,<br />

Molenland, Oostkust, Houtland en Sint-Jan gaan de aanvragen rechtstreeks naar de<br />

coördinerende directeur. Na overleg wordt aan het opleidingsinstituut de definitieve<br />

regeling doorgegeven. In de andere scholengemeenschappen van het katholieke net en<br />

de scholen van het provinciaal of officieel net, wordt de aanvraag door het<br />

opleidingsinstituut naar de school zelf opgestuurd. Ook hier verwittigt de school<br />

rechtstreeks het opleidingsinstituut als er problemen zijn met de stage-aanvragen. De<br />

studenten komen niet meer afzonderlijk naar de scholen, maar laten alle documenten<br />

ondertekenen op een van de contactdagen. Enkel in scholen van het GO!, provinciaal of<br />

stedelijk onderwijs, of buiten de provincie West- Vlaanderen neemt de student zelf<br />

contact op met de school om toestemming te vragen. Op het toestemmingsformulier (zie<br />

bijlage 4, 10 en 16) kunnen dan de verdere afspraken tussen de stageschool en de<br />

student genoteerd worden.<br />

Met alle stagescholen wordt een globale samenwerkingsovereenkomst (zie bijlage 1)<br />

gesloten voor de duur van één academiejaar en voor alle studenten die op een school<br />

stagelopen. De hogeschool stelt ook – conform de federale wetgeving – formulieren<br />

risico-analyse ter beschikking die nog moeten terug bezorgd worden aan de hogeschool<br />

(dit is wettelijk niet vereist voor loutere observatiestages).<br />

2.2 Voorwaarden bij de keuze van een stageschool<br />

De studenten mogen geen stage lopen in een school waar familieleden (tot de derde<br />

graad) werken of waar de eigen kinderen school lopen. Bij twijfel neemt men best<br />

contact op met het opleidingshoofd.<br />

De studenten lopen in hun driejarige opleiding niet meer dan twee keer stage in dezelfde<br />

stageschool.<br />

Voor de zelfstandige stage (derde opleidingsfase) kiest de student een school waarin hij<br />

al zijn vakken kan geven. Deze school mag niet de school zijn waar hij tijdens het<br />

secundair onderwijs les volgde.<br />

Praktijkgids 2011-2012 – Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs<br />

9


10<br />

<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Brugge</strong> – <strong>Oostende</strong>


3 ORGANISATIE EN KALENDER VAN<br />

STAGE: SECUNDAIR ONDERWIJS 1<br />

3.1 Organisatie<br />

Stage: secundair onderwijs 1 wordt, als opleidingsonderdeel van de eerste<br />

opleidingsfase, voor een groot deel op donderdag georganiseerd. Enkel de<br />

observatiestage en de actieve stage in de externe school vinden op andere momenten<br />

plaats. Uitzonderlijk kan de actieve stage in een Brugse oefenschool op een andere dag<br />

georganiseerd worden.<br />

Stage: secundair onderwijs 1 houdt in:<br />

1. Micro–teaching (op de hogeschool)<br />

2. Observatie- en actieve stage in een Brugse oefenschool (meestal op donderdag)<br />

3. Observatie- en actieve stage in een externe school<br />

De stages in een Brugse oefenschool worden, onder verantwoordelijkheid van het<br />

opleidingshoofd, door docente Marie Jeanne Aspeele georganiseerd.<br />

3.2 Kalender 2011-2012<br />

Donderdag 29-09-11<br />

Donderdag 06-10-11<br />

Donderdag 13-10-11<br />

Donderdag 20-10-11<br />

Donderdag 01-12-11<br />

Donderdag 08-12-11<br />

dinsdag 06-12-2011<br />

en maandag 30-01-<br />

2012<br />

Donderdag 09-02-12<br />

Donderdag 16-02-12<br />

Woe 29-02-2012<br />

t.e.m. vrijdag 02-03-<br />

2012<br />

Feedbackgesprek na LASSI<br />

Observatiestage in een Brugse oefenschool (met bespreking)<br />

Micro-teaching (elke student twee keer)<br />

Contactmoment stagescholen<br />

Micro-teaching (elke student twee keer)<br />

Observatiestage in een externe school<br />

Vrijdag 09-03-12 Actieve stage in een Brugse oefenschool<br />

Donderdag 19-04-12 Actieve stage in een Brugse oefenschool<br />

Maandag 23-04-12 Uiterste datum ingeven stagerooster externe stage<br />

Vrijdag 27-04-12 Actieve stage in een Brugse oefenschool<br />

Wo 02-05-2012 Actieve stage in een externe school<br />

t.e.m. vrijdag 04-05-<br />

2012<br />

dinsdag 08-05-12 Actieve stage in een Brugse oefenschool<br />

Maandag 14-05-12 Actieve stage in een Brugse oefenschool<br />

Op de andere donderdagen wordt op de hogeschool het didactisch atelier georganiseerd.<br />

Praktijkgids 2011-2012 – Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs<br />

11


Deze data kunnen om redenen van organisatorische aard in de loop van het<br />

academiejaar veranderd worden.<br />

3.3 In welke onderwijsvormen/scholen lopen de studenten<br />

stage?<br />

De studenten uit de eerste opleidingsfase lopen meestal stage in hun afstudeerschool of<br />

de middenschool waar ze gestudeerd hebben.<br />

Studenten project algemene vakken (PAV) geven PAV in een BSO-school. Zij mogen ook<br />

MAVO geven.<br />

Studenten project kunstvakken (PKV) doen hun stage PKV in een eerste graad en/of een<br />

educatieve dienst.<br />

12<br />

<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Brugge</strong> – <strong>Oostende</strong>


4 ORGANISATIE EN KALENDER VAN STAGE:<br />

SECUNDAIR ONDERWIJS 2<br />

4.1 Organisatie<br />

Stage: secundair onderwijs 2 van de tweede opleidingsfase is onderverdeeld in drie<br />

verschillende opleidingsonderdelen. (stage onderwijsvak 1, stage onderwijsvak 2,<br />

vakoverschrijdend werk). Studenten kunnen zich inschrijven voor de stage van slechts<br />

één van hun onderwijsvakken waardoor zij niet in elke stage les moeten geven voor alle<br />

onderwijsvakken.<br />

• Het opleidingsonderdeel stage: secundair onderwijs 2 start met twee lessen in de<br />

Brugse oefenscholen: één les per onderwijsvak.<br />

• In de tweede opleidingsfase gaat de student driemaal op stage in een externe<br />

stageschool. Er zijn twee stageperiodes van één week en één stageperiode van<br />

twee weken.<br />

• Vakoverschrijdende werken: De student start met een korte vakoverschrijdende<br />

observatiestage in het BSO.<br />

In kleine groepen wordt een vakoverschrijdend stageproject uitgewerkt dat<br />

uitgevoerd wordt op maandag 21november 2012.<br />

4.2 Kalender 2011-2012<br />

Donderdag 22 september 2011 Voorbereiding vakoverschrijdend project<br />

Donderdag 29 september 2011<br />

Donderdag 06 oktober 2011<br />

Donderdag 13 oktober 2011<br />

Vrijdag 07-10-2011 en maandag 17-10-<br />

2011<br />

Maandag 17-10-2011<br />

Praktijkgids 2011-2012 – Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs<br />

Lessen in Brugse oefenscholen/<br />

Voorbereidingsdagen vakoverschrijdende<br />

project<br />

Contactdag stageschool<br />

Voorbereiding vakoverschrijdend project<br />

13


Maandag 24-10-2011 Voorbereidingsdag en observatie stage2_1<br />

Vrijdag 28 oktober 2011 Voorbereidingsdag vakoverschrijdend<br />

project<br />

Maandag 7 november 2011 t.e.m.<br />

Observatie & actieve stage2_1<br />

maandag 14 november 2011<br />

Dinsdag 15 november 2011 en woensdag Observatiestage BSO<br />

16 november 2011<br />

Donderdagvoormiddag 17 november en Voorbereiding vakoverschrijdend project<br />

vrijdag 18 november 2011<br />

Maandag 21 november 2011<br />

Dinsdagvoormiddag 22 november 2011<br />

Dinsdagnamiddag 22 november 2011<br />

Dinsdag 06-12-2011 en maandag 30-01-<br />

2012<br />

Woensdag 1 februari t.e.m. vrijdag 3<br />

februari 2012<br />

Maandag 27 februari t.e.m. vrijdag 9<br />

maart 2012<br />

Woensdag 18 april 2012<br />

Maandag 23 april t.e.m. vrijdag 27 april<br />

2012<br />

14<br />

Stage vakoverschrijdend project<br />

Evaluatie vakoverschrijdend project<br />

Sessie stemhygiëne<br />

Bezoek stagescholen sem2<br />

Observatie stage 2_2<br />

Actieve stage 2_2<br />

Observatie stage2_3<br />

Actieve stage 2_3<br />

(Deze data kunnen om redenen van organisatorische aard in de loop van het<br />

academiejaar veranderd worden.)<br />

4.3 In welke onderwijsvormen lopen de studenten stage?<br />

De stage in de tweede opleidingsfase gaat voor de lessen eind september/begin oktober<br />

door in een aantal Brugse scholen.<br />

Daarnaast lopen heel wat studenten stage in scholen buiten <strong>Brugge</strong>. Bij voorkeur komen<br />

daarvoor de scholen uit de eigen regio in aanmerking.<br />

Meestal wisselen studenten elke stageperiode van school. Dit wisselen brengt een ruim<br />

spectrum van diverse stage-ervaringen aan en het biedt ook een nieuwe kans als het in<br />

de voorgaande periode wat tegenviel.<br />

De studenten doen een vakoverschrijdende BSO-observatiestage.<br />

De school waar de student de BSO-observatie doet, is ook de school voor de BSO/TSOstage.<br />

Elke student moet in de tweede opleidingsfase minstens één stage doen in het<br />

BSO, indien nodig aangevuld met stage-uren in het TSO. De andere stages kunnen zowel<br />

in A-stroom, ASO, TSO en KSO.<br />

Studenten mechanica en/of elektriciteit geven uiteraard enkel in TSO en BSO les.<br />

Studenten project algemene vakken (PAV) mogen in de tweede opleidingsfase geen<br />

maatschappelijke vorming (MAVO) geven, enkel project algemene vakken (PAV).<br />

Studenten project kunstvakken (PKV) doen hun stage PKV in een educatieve dienst of<br />

voeren een project uit in samenwerking met een school.<br />

<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Brugge</strong> – <strong>Oostende</strong>


5 ORGANISATIE EN KALENDER VAN STAGE:<br />

SECUNDAIR ONDERWIJS 3<br />

5.1 Organisatie<br />

Stage: secundair onderwijs 3 wordt, als opleidingsonderdeel van de derde opleidingsfase<br />

georganiseerd als één geïntegreerd opleidingsonderdeel.<br />

Tijdens de Stage: secundair onderwijs 3 kunnen de studenten gevraagd worden om een<br />

demoles te geven aan de eerstejaarsstudenten. Een student kan dit niet weigeren.<br />

In de derde opleidingsfase gaan de studenten tweemaal op stage in een externe<br />

stageschool. De eerste stage duurt drie weken en de ingroeistage acht weken. Eén van<br />

deze twee stages wordt zo veel als mogelijk in het BSO gedaan. Wie kiest voor een stage<br />

in het BuSO of voor een alternatieve stage (volwassenenonderwijs,...) doet zes weken<br />

ingroeistage en twee weken alternatieve stage.<br />

Voor studenten met een speciaal traject (Erasmus, internationale klas,<br />

ontwikkelingssamenwerking of onderwijskunde) duurt de tweede stage maar 2 weken.<br />

5.2 Kalender 2011-2012<br />

5.2.1 Voor studenten die afstuderen na de tweede examenperiode (juni<br />

2012)<br />

Donderdag 29-09-11<br />

Donderdag 06-10-11<br />

Donderdag 13-10-11<br />

Donderdag 20-10-11<br />

Vrijdag 07-10-2011 en maandag<br />

17-10-2011<br />

Praktijkgids 2011-2012 – Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs<br />

Demolessen aan eerstejaarsstudenten in<br />

Brugse oefenscholen<br />

Contactdag stageschool eerste periode<br />

Maandag 24 oktober 2011 Observatie BuSO- school<br />

Voorbereidingsdag stage<br />

Maandag 7 november tot vrijdag 25 Actieve stage (3 weken)<br />

november 2011<br />

Dinsdag 06-12-2010 en maandag<br />

Contactdag stageschool tweede periode<br />

30-01-2012<br />

Maandag 13 februari t.e.m. vrijdag 30 Zelfstandige stage (6 weken)<br />

maart 2012<br />

Maandag 16 april t.e.m. vrijdag 27 april Keuzestage (2 weken)<br />

2012<br />

of<br />

of<br />

Maandag 13 februari t.e.m. vrijdag 27 Zelfstandige stage (8 weken)<br />

april 2012<br />

(Deze data kunnen om redenen van organisatorische aard in de loop van het<br />

academiejaar veranderd worden.)<br />

5.2.2 Voor studenten die afstuderen na de eerste examenperiode (februari<br />

2012)<br />

Maandag 3 oktober t.e.m. vrijdag 21<br />

oktober 2011<br />

Actieve stage (3 weken)<br />

Maandag 24 oktober 2011 Observatie BuSO- school<br />

15


Maandag 14 november t.e.m. vrijdag 23<br />

december 2011<br />

Maandag 9 januari t.e.m. vrijdag 20<br />

januari 2012<br />

of<br />

Maandag 14 november 2011 t.e.m.<br />

vrijdag 20 januari 2012<br />

16<br />

Zelfstandige stage (6 weken)<br />

Keuzestage (2 weken)<br />

of<br />

Zelfstandige stage (8 weken)<br />

(Deze data kunnen om redenen van organisatorische aard in de loop van het<br />

academiejaar veranderd worden.)<br />

5.2.3 Voor studenten die het keuzetraject Erasmusuitwisseling,<br />

ontwikkelingssamenwerking, internationale klas of onderwijskunde<br />

volgen.<br />

De lengte van de stage in het tweede semester wordt voor deze studenten ingekort naar<br />

twee weken. De precieze datum zal via de student worden meegedeeld aan de<br />

stageschool.<br />

Voor studenten onderwijskunde: van ma. 30 januari tot vr. 10 februari 2012 of van ma.<br />

16 april tot vr. 27 april.<br />

Voor studenten internationale klas: van ma. 7 mei tot di. 22 mei.<br />

Voor studenten Erasmus of ontwikkelingssamenwerking: ofwel eind januari (bij<br />

voorkeur) ofwel bij terugkomst in mei. (Voor deze data zijn wij afhankelijk van de<br />

buitenlandse instellingen)<br />

5.3 In welke onderwijsvormen lopen de studenten stage?<br />

De 3-wekenstage en de ingroeistage worden georganiseerd in de 1e graad A- of Bstroom<br />

en in de 2e graad van alle onderwijsvormen: ASO, TSO, KSO en BSO. In het BSO<br />

kan dat ook ook in de 3e graad. De student moet in dit stagejaar lesgeven in de tweede<br />

graad (zeker in de tweede periode).<br />

Normaal doet de student één periode BSO, waarin hij meestal naast zijn eigen<br />

onderwijsvakken ook typische BSO-vakken kan geven, zoals maatschappelijke vorming<br />

(MAVO) (voor studenten aardrijkskunde of geschiedenis), natuurwetenschappen (voor<br />

studenten biologie of fysica) of bedrijfsbeheer (voor studenten economie).<br />

Studenten mechanica en/of elektriciteit geven uiteraard enkel in TSO en BSO les.<br />

Studenten project algemene vakken (PAV) mogen in de derde opleidingsfase geen<br />

maatschappelijke vorming (MAVO) geven, enkel project algemene vakken (PAV).<br />

Wie kiest voor een keuzestage kan die doen in het BUSO, het volwassenenonderwijs,<br />

ziekenhuisschool, basiseducatie,…<br />

<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Brugge</strong> – <strong>Oostende</strong>


6 BELANGRIJKE NAMEN EN ADRESSEN<br />

Griet Grymonpon Opleidingshoofd griet.grymonpon@khbo.be<br />

Marie Jeanne Aspeele<br />

Heidi Ver Eecke<br />

Docent verantwoordelijk voor<br />

de stages Brugse<br />

oefenscholen<br />

Contactpersoon voor de<br />

stage<br />

Praktijkgids 2011-2012 – Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs<br />

mariejeanne.aspeele@khbo.be<br />

heidi.vereecke@khbo.be<br />

050 30 51 38<br />

17


18<br />

<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Brugge</strong> – <strong>Oostende</strong>


7 ALGEMENE ORGANISATIE VAN DE STAGES<br />

De student moet aanwezig zijn op de contactdag van de stageschool.<br />

De data voor de scholen van het bisdom <strong>Brugge</strong> zijn:<br />

- voor de eerste periode: vrijdag 07-10-2011 en maandag 17-10-2011<br />

- voor de tweede periode: dinsdag 06-12-2011 en maandag 30-01-2012<br />

- voor BuSO: maandag 24-10-2011<br />

7.1 Contactname met mentoren in de stagescholen<br />

De studenten nemen pas contact op met de (vak-)mentoren in de stagescholen zelf als<br />

de directie of stageverantwoordelijke hen het stagerooster heeft bezorgd. Het is aan te<br />

bevelen om zo snel mogelijk na ontvangst van het rooster contact op te nemen met de<br />

(vak-)mentor.<br />

Niet alle (vak-)mentoren stellen het op prijs om thuis opgebeld te worden. Wat daarvoor<br />

ook de reden is: die wens moet gerespecteerd worden. Studenten contacteren deze<br />

personen telefonisch op school (vb. tijdens de recreaties).<br />

De student geeft de (vak-)mentoren de tijd om de lesopdrachten klaar te maken. De<br />

student spreekt af waar, wanneer en hoe de lesopdrachten opgehaald kunnen worden:<br />

vb. telefonisch, op de stageschool, in de contactvoormiddag of na de lessen, bij de<br />

mentor thuis (dit laatste enkel op hun voorstel). Het is belangrijk gemaakte afspraken te<br />

respecteren. De student probeert dergelijke afspraken zoveel mogelijk te plaatsen op<br />

vrije momenten en zo weinig mogelijk tijdens de lestijden in de hogeschool.<br />

Studenten zorgen ervoor dat ze zelf ook bereikbaar zijn. Zij laten hun KHBO- e-mailadres<br />

en een telefoonnummer waarop ze bereikbaar zijn, achter.<br />

Het is verstandig en nuttig om met de (vak)mentoren af te spreken hoe en wanneer zij<br />

het best bereikt kunnen worden indien er nog bijkomende informatie of uitleg nodig is.<br />

Ook de eigen vakdocenten kunnen bij de voorbereiding nog geraadpleegd worden.<br />

De student houdt steeds in gedachten dat hij als stagiair te gast is bij een (vak-)mentor<br />

die alle geboden service vaak bovenop zijn gewone lesopdracht doet.<br />

7.2 Afwezigheid op stage<br />

Afwezigheid voor elke stage moet steeds gewettigd zijn (worden).<br />

De student neemt bij afwezigheid op de stage onmiddellijk contact op met het<br />

stagesecretariaat (050 30 51 38), de betrokken vakdocenten en de (vak-)mentoren van<br />

de stageschool.<br />

Na wettiging van de afwezigheid moet deze stage ingehaald worden. De student<br />

neemt daarvoor zo snel mogelijk contact op met de stagementor van de school en met<br />

het opleidingshoofd.<br />

7.3 Op te vragen informatie over de stageschool<br />

Scholen verschillen erg van elkaar. Elke school heeft een eigen schoolcultuur, eigen<br />

gebruiken, tradities en sfeer. Een stagiair moet zich daarop voorbereiden en zich daarin<br />

proberen in te leven. De student vraagt daarom naar de volgende schoolgebonden<br />

documenten of zaken:<br />

Praktijkgids 2011-2012 – Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs<br />

19


• het pedagogisch project<br />

• het schoolwerkplan<br />

• het schoolreglement<br />

• afspraken i.v.m. gebruik van de leraarskamer<br />

• de werking bibliotheek en mediatheek<br />

• waar en hoe kan worden gekopieerd<br />

• waar kunnen worden ontleend (overhead, cd- speler, DVD- speler, beamer,<br />

diaprojector)?<br />

• internetmogelijkheden in de klassen en op school<br />

• …<br />

7.4 Specifieke richtlijnen i.v.m. leerboeken en didactisch<br />

materiaal<br />

De studenten gebruiken in principe de leerboeken uit de bibliotheek van de hogeschool<br />

en niet het boek van de (vak-)mentor of van leerlingen van de stageschool. De student<br />

neemt fotokopieën van de bladzijden die hij nodig heeft, zodat het boek ook nog door<br />

andere studenten geraadpleegd kan worden.<br />

Als het leerboek (of de lerarenhandleiding) dat een student nodig heeft, niet in het<br />

bibliotheekbestand is opgenomen, verwittigt de student zelf onmiddellijk de<br />

bibliothecaris. Geregeld worden de boekenlijsten van de verschillende scholen nagekeken<br />

om de leerboeken aan te vullen. De bibliotheek beschikt trouwens over een vrij volledige<br />

collectie schoolboeken.<br />

Als de (vak-)mentor blaadjes of documentatie ter beschikking stelt, bezorgt de student<br />

deze persoonlijk terug vóór het einde van de stage.<br />

Voor speciaal didactisch materiaal, zoals kaarten, wandplaten, labo-materiaal, projector<br />

e.d... maakt de student duidelijke afspraken met de (vak-)mentor. Voor welk materiaal<br />

moet de student zelf zorgen? Wat is er op de stageschool in de klas aanwezig? Is het<br />

bereikbaar op dit lesuur (vb. indien het vaklokaal reeds bezet is)? Wie heeft de –<br />

eventueel - speciale sleutel van een vaklokaal? Wie haalt het materiaal op en wie plaatst<br />

het terug? Deze afspraken worden niet gemaakt net voor de les begint, maar tijdig<br />

vooraf.<br />

De student maakt ook afspraken i.v.m. het bordplan en de notities van de leerlingen.<br />

De student gebruikt niet zomaar het materiaal, of, sterker nog, de voorbereiding van de<br />

(vak-) mentor! Dat vermindert sterk de leerkansen op stage.<br />

Leerlingenblaadjes moeten studenten normaal zelf kopiëren en bekostigen, tenzij de<br />

(vak-) mentor het expliciet anders voorstelt. De school noch de ouders van de leerlingen<br />

hebben wat dit betreft verplichtingen tegenover een stagiair. Als het gaat om blaadjes uit<br />

een op de school uitgegeven cursus, dan worden die normaal daar afgedrukt. De student<br />

spreekt dan wel zo af dat ze er zijn als de les begint.<br />

20<br />

<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Brugge</strong> – <strong>Oostende</strong>


8 SPECIFIEKE INFORMATIE VOOR DE EXTERNE<br />

STAGES IN DE EERSTE OPLEIDINGSFASE<br />

De data van deze stages staan beschreven in hoofdstuk 3.<br />

8.1 Aantal observatielessen<br />

• Het aantal observatielessen vragen we als volgt aan naargelang de<br />

vakkencombinaties:<br />

Algemeen vak 1<br />

3 à 5<br />

Mechanica of<br />

elektriciteit<br />

2 theorie en min 3<br />

praktijk<br />

Mechanica<br />

2 theorie en min 3<br />

praktijk<br />

Algemeen vak 2<br />

3 à 5<br />

Algemeen vak<br />

3 à 5<br />

Elektriciteit<br />

2 theorie en min 3<br />

praktijk<br />

8.2 Aantal lessen tijdens de actieve stage<br />

Praktijkgids 2011-2012 – Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs<br />

Totaal<br />

8 lesuren<br />

Totaal<br />

9 lesuren<br />

Totaal<br />

10 lesuren<br />

• De school voor de actieve stage is dezelfde als de school van de observatiestage.<br />

Ook de vakmentoren zijn bij voorkeur dezelfde.<br />

• Het aantal uren dat studenten in een externe school les moeten geven, kan je<br />

afleiden uit de onderstaande tabel:<br />

Algemeen vak 1<br />

3 à 5<br />

Mechanica of<br />

elektriciteit<br />

2 theorie en min 3<br />

praktijk<br />

Mechanica<br />

2 theorie en min 3<br />

praktijk<br />

Algemeen vak 2<br />

3 à 5<br />

Algemeen vak<br />

3 à 5<br />

Elektriciteit<br />

2 theorie en min 3<br />

praktijk<br />

Totaal<br />

8 lesuren<br />

Totaal<br />

9 lesuren<br />

Totaal<br />

10 lesuren<br />

Voor studenten met project kunstvakken als onderwijsvak, kan een afwijkende regeling<br />

gelden.<br />

De studenten PKV lopen stage in een school en/of externe organisatie die ze zelf zoeken.<br />

De periode kan afwijken van de gewone stageperiode.<br />

21


8.3 Afspraken in verband met lesonderwerpen en<br />

lesvoorbereidingen<br />

• De studenten krijgen het onderwerp van de les (indien mogelijk), tijdens de<br />

observatiestage, via persoonlijk contact met de stageschool en de (vak-)mentoren.<br />

• De student maakt de lesvoorbereidingen en vult de voorbladen volledig in.<br />

• De student kan een beroep doen op een vakdocent om de lesvoorbereidingen na te<br />

kijken.<br />

• Bij de aanvang van de les geeft de student aan de observerende vakmentor of docent<br />

een mapje af, met daarin: de volledige lesvoorbereiding met voorblad, een blanco<br />

lesrapport (waarvan het hoofd en het aandachtspunt door de student is ingevuld),<br />

kopieën van de geraadpleegde bladzijden uit het leerboek en de stageleerlijn.<br />

• De vakmentor en/of de vakdocent vult een lesrapport in.<br />

8.4 Evaluatie van de lessen<br />

Tijdens de stage in een Brugse oefenschool en in de externe stageschool, wordt door de<br />

aanwezige vakdocent/onderwijskundige, de mentor of de vakmentor voor elke les een<br />

evaluatieformulier ingevuld (zie bijlage 6 en 7). Dit formulier is gemaakt op basis van de<br />

doelstellingen van de stageleerlijn voor 1 BASO.<br />

De lessen worden met de student individueel besproken.<br />

8.5 Eindevaluatie<br />

Om een credit voor Stage: secundair onderwijs 1 te kunnen verwerven, moet de student<br />

aan alle activiteiten opgesomd in het programma van de praktijkopleiding, geparticipeerd<br />

hebben. Er is dus een aanwezigheidsplicht voor dit opleidingsonderdeel!<br />

Bij de eindevaluatie van Stage: secundair onderwijs 1 houden we rekening met de<br />

basisdoelen van Stage: secundair onderwijs 1. Deze basisdoelen staan geordend in de<br />

stageleerlijn (zie bijlage 3).<br />

De student krijgt één eindbeoordeling voor het volledige opleidingsonderdeel Stage:<br />

secundair onderwijs 1. Dit cijfer wordt bepaald in overleg met alle vakdocenten, docenten<br />

vakdidactiek en docenten onderwijskunde, onder voorzitterschap van het<br />

departementshoofd. De examencommissie moet deze score bevestigen en de<br />

desgevallend behaalde credit toekennen.<br />

Voor stage is geen tweede examenkans mogelijk.<br />

22<br />

<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Brugge</strong> – <strong>Oostende</strong>


9 SPECIFIEKE INFORMATIE VOOR DE<br />

VAKOVERSCHRIJDENDE STAGE IN DE TWEEDE<br />

OPLEIDINGSFASE<br />

Deze stage bestaat uit een observatiestage BSO en uit het vakoverschrijdend project.<br />

De data van deze stages staan beschreven in hoofdstuk 4<br />

9.1 Observatiestage<br />

De student observeert tien lessen of activiteiten. Hij volgt daarvoor dezelfde klas in<br />

het beroepsonderwijs gedurende twee dagen.<br />

De student voert een gesprek met een leerkracht/ leerlingen/ de directie/<br />

leerlingenbe<strong>geleide</strong>r en tracht zicht te krijgen op een aantal punten via meegekregen<br />

opdrachten. Hij maakt een verslag hiervan.<br />

9.2 Vakoverschrijdend project<br />

Het vakoverschrijdend project wordt georganiseerd in samenwerking met stagescholen<br />

die zich hiervoor kandidaat stelden.<br />

De scholen die zich inschrijven voor een thema worden uitgenodigd voor de eerste<br />

afspraken met de hogeschool. De docenten die de groepen studenten be<strong>geleide</strong>n zijn<br />

daarbij aanwezig. Er is een eerste overleg dat resulteert in duidelijke afspraken. Het is de<br />

bedoeling dat elke groep studenten instaat voor een volledige projectdag met leerlingen<br />

van het tweede of het derde jaar secundair onderwijs.<br />

In de introductie half september worden de studenten ingeleid in de kenmerken van een<br />

goed project. Ze zitten samen in groepen van een zestal studenten en zetten hun eerst<br />

ontwerp op papier.<br />

De studenten nemen vervolgens contact op met de verantwoordelijke coördinatoren en<br />

mentoren in de secundaire school om op hun beurt overleg te plegen en verwachtingen<br />

en mogelijkheden af te tasten. Dit overleg verloopt gedurende de volgende weken op<br />

permanente basis.<br />

De studenten werken het project uit onder begeleiding van docenten van de hogeschool<br />

en de mentoren van de stageschool. Er wordt goed overlegd over de beginsituatie en<br />

doelstellingen zodat er echt vakoverschrijdend gewerkt wordt. Soms worden er externe<br />

instanties bij betrokken. Het werken in workshops behoort tot de mogelijkheden. Het is<br />

belangrijk dat de studenten zelf leiding en uitvoering op zich nemen.<br />

Op maandag 21 november 2011 wordt het project uigevoerd. Er is een docent van de<br />

hogeschool aanwezig die samen met de mentoren de uitvoering evalueert. Daarna wordt<br />

in groep gereflecteerd over de ervaringen. Een groepsportfolio wordt ingediend.<br />

Praktijkgids 2011-2012 – Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs<br />

23


24<br />

<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Brugge</strong> – <strong>Oostende</strong>


10 SPECIFIEKE INFORMATIE VOOR DE ACTIEVE<br />

STAGES IN DE TWEEDE OPLEIDINGSFASE<br />

De data van deze stages staan beschreven in hoofdstuk 4<br />

10.1 Aantal stagelessen tijdens de drie actieve stages<br />

Stage 2_1<br />

(1 week)<br />

Stage 2_2<br />

(2 weken)<br />

Stage 2_3<br />

(1 week)<br />

Vak (1)<br />

5 uur<br />

12 uur<br />

6 uur<br />

Vak (2)<br />

5 uur<br />

12 uur<br />

6 uur<br />

Praktijkgids 2011-2012 – Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs<br />

Totaal<br />

10 lesuren<br />

24 lesuren<br />

12 lesuren<br />

Voor mechanica of elektriciteit vragen wij iets meer: eerste stage 3 uur theorie en 4 uur praktijk, voor de<br />

tweede stage 6 uur theorie en 9 uur praktijk en voor de derde stage 3 uur theorie en 6 uur praktijk. Deze<br />

studenten komen enkel tot en met het 3de jaar TSO en het 4de jaar BSO.<br />

Voor studenten project kunstvakken (PKV) geldt een afwijkende stageregeling:<br />

Studenten die het vak PKV volgen, komen enkel voor één vak op stage. Afhankelijk van de plaats van hun PKV<br />

stage, kan het zijn dat zij vragen om hun uren op enkele dagen te concentreren.<br />

10.2 Evaluatie van de lessen<br />

Tijdens de stage wordt door de aanwezige vakdocent/onderwijskundige, de mentor of de<br />

vakmentor voor elke les een evaluatieformulier ingevuld (zie bijlage 12). Dit formulier is<br />

gemaakt op basis van de doelstellingen van de stageleerlijn voor 2BASO. De student<br />

bezorgt de mentor voor elke les een evaluatieformulier.<br />

De lessen worden met de student individueel besproken.<br />

10.3 Eindevaluatie<br />

Om een credit voor de verschillende opleidingsonderdelen van Stage: secundair<br />

onderwijs 2 te kunnen verwerven, moet de student aan alle activiteiten opgesomd in het<br />

programma van de praktijkopleiding, geparticipeerd hebben. Er is dus een<br />

aanwezigheidsplicht voor dit opleidingsonderdeel.<br />

Voor elk van de verschillende opleidingsonderdelen van Stage: secundair onderwijs 2 is<br />

er slechts één examenkans per academiejaar.<br />

25


26<br />

<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Brugge</strong> – <strong>Oostende</strong>


11 SPECIFIEKE INFORMATIE VOOR DE ACTIEVE<br />

STAGE VAN DRIE WEKEN IN DE DERDE<br />

OPLEIDINGSFASE<br />

De data van deze stages staan beschreven in hoofdstuk 5.<br />

11.1 Opvatting en organisatie van de stage in de derde<br />

opleidingsfase<br />

Het doel van deze stage bestaat erin dat de studenten zich verder bekwamen in hun,<br />

hoofdzakelijk lesgebonden, competenties. Aangezien deze stage voor velen de<br />

voorlaatste stage is, is ze ook oriënterend voor de stage in het tweede semester die zes<br />

tot acht weken duurt (“ingroeistage”).<br />

De stage van in de derde opleidingsfase benadert de onderwijsrealiteit bij voorkeur zo<br />

nauw mogelijk. Dat betekent dat er vanaf nu naast het lesgeven ook aandacht kan zijn<br />

voor de andere aspecten van het leraarschap (toetsen, huiswerken, vakvergaderingen,<br />

jaarplannen, agenda…).<br />

11.2 Aantal lessen in de actieve stage van drie weken<br />

Tijdens deze stage geven de studenten minimaal 36 lesuren (door de praktijkuren<br />

wordt dit 48 uur voor studenten mechanica of elektriciteit, 54 uur voor studenten die<br />

mechanica en elektriciteit combineren). Daarbij streven we naar een gelijke<br />

verhouding per onderwijsvak (zie kader). Om geen bijkomende inhaalles te moeten<br />

zoeken door vrije dagen en andere activiteiten, vragen wij om indien mogelijk 7 uur<br />

per week per vak te plannen. Er is een mogelijke observatie-, contact- en<br />

voorbereidingsdag voorzien op maandag 25 oktober (een aantal studenten moeten<br />

die dag ook naar hun BUSO stageschool) of vrijdag 29 oktober.<br />

Per week te plannen Onderwijsvak 1<br />

7 lesuren<br />

Per week te plannen Mechanica of elektriciteit<br />

3 uur theorie<br />

6 uur praktijk<br />

Per week te plannen Mechanica<br />

3 uur theorie<br />

6 uur praktijk<br />

Praktijkgids 2011-2012 – Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs<br />

Onderwijsvak 2<br />

7 lesuren<br />

Onderwijsvak 2<br />

7 lesuren<br />

Elektriciteit<br />

3 uur theorie<br />

6 uur praktijk<br />

Voor de studenten met project kunstvakken (PKV) geldt een andere regeling. Deze<br />

studenten komen meestal enkel voor hun ander onderwijsvak in de school terecht.<br />

Voor PKV lopen zij stage in een educatieve dienst (zie 14.8) of werken ze mee aan<br />

een project. Hierdoor kan het zijn dat de studenten PKV vragen om bepaalde dagen<br />

vrij te zijn.<br />

11.3 Gevraagde stageactiviteiten<br />

Het kan zinvol zijn dat de student de stage start met het volgen van een luisterles per<br />

(vak-)mentor en/of per vak.<br />

27


De student kan (misschien pas best vanaf de tweede week) ingeschakeld worden bij het<br />

opstellen, afnemen, corrigeren en eventueel bespreken van toetsen, overhoringen,<br />

schriftelijke beurten, huiswerk of andere opdrachten voor de leerlingen.<br />

11.4 Suggesties voor de (vak-)mentor<br />

11.4.1 Afspraken<br />

De (vak-)mentor maakt best duidelijke afspraken met de student over:<br />

- de lesopdracht: duidelijke afbakening, precieze aanduiding van lesuur en lokaal<br />

- het didactisch materiaal: Wat is beschikbaar op school? Waar en hoe is het te<br />

vinden? Wie zorgt voor het ter plaatste brengen en het opbergen?<br />

- de wenselijke timing van de les: voor de studenten is het goed omgaan met<br />

timing een nieuw aspect<br />

- de methode en leermiddelen: o.a. afspraken of suggesties over het gebruik van<br />

het handboek of bijkomende leerlingenbladen, de te raadplegen<br />

achtergrondinformatie…<br />

- het bordplan en de notities van de leerlingen, zodat er geen breuk is met hun<br />

gewone manier van werken. Voor zelfgemaakte leerlingenblaadjes dient de<br />

student zelf in te staan, tenzij het gaat om blaadjes die normaal ter beschikking<br />

van de leerlingen gesteld worden.<br />

11.4.2 Voorbereiding<br />

De studenten maken een goed gestructureerde, schriftelijke voorbereiding die de<br />

essentiële lescomponenten bevat, maar met nadruk op de methodische uitwerking. In<br />

functie van de praktische haalbaarheid mag ze naar het einde van de stage toe beknopt<br />

zijn, maar efficiënt. Omdat het voor studenten echter niet eenvoudig is om die twee<br />

kenmerken te combineren, is communicatie daarover aangewezen. Beknoptheid ontslaat<br />

de studenten in ieder geval niet van een mentale en schriftelijke voorbereiding van de<br />

les.<br />

We raden de studenten aan hun voorbereiding te laten doorlopen voor een gehele<br />

leereenheid. In dit geval maken ze op het voorblad een indeling van de doelstellingen per<br />

les of geven ze op de achterkant de planning aan per les.<br />

Tijdens de les stellen de studenten hun voorbereiding ter beschikking van de mentor.<br />

11.4.3 Uitvoering en begeleiding<br />

Tijdens de les kan de (vak-)mentor tussenkomen om een fout recht te zetten of om te<br />

wijzen op het gebruik van het leerboek of op iets wat in een andere les aan bod was<br />

gekomen. Heel uitzonderlijk kan door de mentor een deel van de les overgenomen<br />

worden. Na een minder goede les kan de (vak-)mentor de student voorstellen een<br />

(parallel)les te volgen. Dit kan voor de stagiair een belangrijk leermoment zijn.<br />

De studenten zijn nog altijd in opleiding en hebben dus nog geen voltijdse lesopdracht.<br />

Zowel de schoolsituatie als bepaalde aspecten van hun stageopdracht zijn voor hen<br />

nieuw en kunnen in het begin onzekerheid oproepen. Wanneer tijdens de eerste week<br />

niet alles even gesmeerd loopt op het vlak van afspraken of met de lespraktijk, of<br />

wanneer er een misverstand dreigt te ontstaan, vragen we dat de mentor tijdig in een<br />

open gesprek duidelijk zijn mening verwoordt en overlegt met de student, zodat het<br />

probleem ook vlug gereduceerd wordt.<br />

28<br />

<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Brugge</strong> – <strong>Oostende</strong>


11.4.4 Beoordeling van de activiteiten<br />

Voor de meeste lessen is het zinvol een Dagelijks lesrapport (zie bijlage 19) in te vullen.<br />

In de derde opleidingsfase vinden we het niet meer nodig dat elke activiteit apart wordt<br />

beoordeeld. Van belang zijn nu de prestaties en de evolutie van de student over de<br />

volledige stageperiode. Graag toch minstens een vijftiental dagelijkse rapporten invullen,<br />

gespreid over de drie weken, zodat we de evolutie kunnen volgen.<br />

Het is ook heel nuttig om met de student mondeling te reflecteren over de uitgevoerde<br />

activiteit en mogelijke suggesties aan te reiken voor de volgende les.<br />

De studenten moeten bij het begin van de stage aan de (vak-)mentoren een eindrapport<br />

geven, zodat op het einde van de stage het Eindrapport (zie bijlage 20) (een schriftelijke<br />

eindbeoordeling per vak) kan ingevuld worden en met de student besproken kan worden.<br />

De student geeft de (vak-)mentor bij het begin van de stage een gefrankeerde en<br />

geadresseerde envelop met een formulier Eindrapport zodat dit rechtstreeks naar het<br />

departement lerarenopleiding (ter attentie van het opleidingshoofd, Griet Grymonpon)<br />

kan opgestuurd worden.<br />

Op het Eindrapport vragen we het oordeel over de verschillende aspecten van het<br />

functioneren van de student, maar geen algemene (samenvattende) beoordeling. We<br />

denken dat je zo een genuanceerd beeld kunt geven. De conclusies voor de totaliteit van<br />

het stagegebeuren worden geformuleerd binnen het opleidingsinstituut op basis van alle<br />

beschikbare gegevens en in een proces van permanente evaluatie.<br />

11.4.5 Verwachtingen t.a.v. de stagiair<br />

We verwachten van onze studenten dat ze:<br />

- de gewoonten, afspraken en reglementen van de school respecteren;<br />

- een actieve houding aannemen t.o.v. de normale taken van de leraar en<br />

openstaan voor kritische opmerkingen in dit verband;<br />

- discreet omgaan met de informatie die ze van en over de leerlingen vernemen;<br />

- een stijlvolle communicatiehouding en -vaardigheid hebben bij het overleg met de<br />

leerlingen, de mentoren en met andere personeelsleden.<br />

Praktijkgids 2011-2012 – Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs<br />

29


30<br />

<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Brugge</strong> – <strong>Oostende</strong>


12 SPECIFIEKE INFORMATIE VOOR DE<br />

ZELFSTANDIGE STAGE IN DE DERDE<br />

OPLEIDINGSFASE<br />

De data van deze stages staan beschreven in hoofdstuk 5<br />

12.1 Visie op de stage<br />

12.1.1 Situering van de “ingroei”stage in de opleiding<br />

De ingroeistage is een zelfstandige stage als afsluitende stage van de opleiding. De<br />

student heeft in de eerste stage van de derde opleidingsfase al drie weken stage gelopen<br />

en misschien ook al twee weken in het BuSO of op een alternatieve stageplaats.<br />

In de ingroeistage werkt de student gedurende lange(re) tijd met een (relatief) vaste<br />

klasgroep. Door extra aandacht te besteden aan de relatie met de klas, door het<br />

didactisch inspelen op de verschillen tussen de leerlingen, door het betrokken worden in<br />

de evaluatie en de opvolging ervan, door een nieuwe aanpak uit te proberen en daarover<br />

te reflecteren, zet hij een cruciale stap in de ontwikkeling naar een beginnende leraar.<br />

De student wordt daarbij uitgedaagd om die ontwikkeling vorm te geven met<br />

toenemende zelfstandigheid. De mate van die zelfstandigheid en de snelheid van zijn<br />

evolutie wordt mede door de (vak-)mentor bepaald, maar hij zou naar het einde van de<br />

ingroeistage in staat moeten zijn om de lessen zelfstandig te geven. Anders is de student<br />

niet klaar voor het lerarenberoep.<br />

De stage wordt evenwel niet beperkt tot lesgeven. De student moet ook ervaring opdoen<br />

in de andere facetten van het beroep van leraar: samenwerken met collega’s,<br />

participeren aan vergaderingen, oudercontacten, buitenschoolse activiteiten, contact<br />

nemen met externe instanties, administratieve taken vervullen, kennismaken met de<br />

schoolvisie, de schoolwerkplanning en de organisatie van de leerlingenbegeleiding…<br />

Deze stage kan ook voor de stageschool een meerwaarde betekenen. Door de directe<br />

begeleiding <strong>geleide</strong>lijk af te bouwen en door de student in toenemende mate zelfstandig<br />

de klas in handen te laten nemen, komt er voor de (vak-)mentor tijd vrij voor het<br />

be<strong>geleide</strong>n van leerlingen of voor andere schooltaken zoals overleg, uitwerken van<br />

materiaal, leerlingenbegeleiding, vervangen van een zieke collega…<br />

De student kan ook actief zoeken naar hoe hij een bijdrage kan leveren aan de werking<br />

van de school (middagactiviteit, bewaking, een verslag maken van een vergadering,<br />

leerlingen extra opvolgen,…).<br />

Het spreekt voor zich dat een goed gelukte ingroeistage het beste visitekaartje is als de<br />

jonge leraar straks gaat solliciteren. Dit visitekaartje kan hij niet alleen gebruiken in de<br />

stageschool, maar in de volledige scholengemeenschap.<br />

12.1.2 Overgang van directe begeleiding naar zelfstandigheid<br />

Het is een wezenlijk onderdeel van de stage dat de student de overgang naar een meer<br />

zelfstandige stage moet kunnen realiseren. Aangezien dit voor de verschillende studenten<br />

en eventueel voor de verschillende vakken anders kan lopen, is het onmogelijk om<br />

daarvoor een strikt stappenplan te schetsen. Het is in de eerste plaats de<br />

Praktijkgids 2011-2012 – Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs<br />

31


verantwoordelijkheid van de student zelf om het groeien naar zelfstandigheid te<br />

bewaken.<br />

12.1.3 Be<strong>geleide</strong>n naar zelfstandigheid<br />

Vanuit de opleiding wordt een stapsgewijze begeleiding naar zelfstandigheid voorzien.<br />

Op basis van de eerste stage wordt aan de student een bepaald statuut toegekend. Een<br />

score van 12 of meer (per vak) heeft als gevolg dat de student geen vakgebonden<br />

stagebezoeken meer krijgt, tenzij hijzelf of de (vak-)mentor daarom vraagt. Een score<br />

lager dan 12 betekent dat de student tijdens de eerste drie weken van de stage nog<br />

(minstens) één vakgebonden stagebezoek van een docent krijgt.<br />

Ongeveer halfweg de stage is er een gesprek tussen de vaste stagebe<strong>geleide</strong>r van de<br />

opleiding, de (vak-)mentor(en) en de student. Dit gesprek gebeurt op basis van de eigen<br />

reflecties van de student en op basis van de stagerapporten (eventueel per vak),<br />

opgemaakt door de stagebe<strong>geleide</strong>r en de mentoren. Het gesprek heeft als doel om het<br />

groeiproces zo goed mogelijk in kaart te brengen. Een centrale vraag daarbij is de mate<br />

waarin de student geacht wordt de lessen zelfstandig te kunnen geven.<br />

In de overgang van directe begeleiding naar meer zelfstandigheid zijn er vele<br />

tussenstations mogelijk. De student moet er in elk geval naar streven om de stage te<br />

beëindigen in een van de twee laatste omstandigheden:<br />

• de (vak-)mentor observeert de les en helpt de student nadien te reflecteren en<br />

leerdoelen te bepalen;<br />

• de (vak-)mentor geeft de student meer zelfstandigheid in het lesgeven terwijl hij<br />

zelf een aantal leerlingen apart neemt;<br />

• de (vak-)mentor laat de student alle taken zelf uitvoeren (dus ook: huiswerk,<br />

materiaal, leerlingen ophalen …);<br />

• de (vak-)mentor verlaat tijdens de les de klas (en bespreekt dat nadien);<br />

• de (vak-)mentor laat de student (de leerlingen ophalen en) de les alleen starten;<br />

• de (vak-)mentor blijft een volledige les weg. Toch is ook nog dan feedback<br />

mogelijk omdat de student verslag uitbrengt bij de (vak-)mentor of omdat hij<br />

opmerkingen opvangt bij de leerlingen;<br />

• de (vak-)mentor geeft de student de status van ‘interim-leraar’.<br />

Centraal in het verwerven van meer zelfstandigheid is dat de student leerkansen krijgt<br />

om alleen een goede en taakgerichte relatie met de klas te ontwikkelen. Die overstap is<br />

misschien wel de moeilijkste van de opleiding. Studenten mogen er niet van uitgaan dat<br />

dit een evidentie is en bespreken hun ervaringen met de (vak-)mentor (ook al is hij niet<br />

naar de les komen kijken).<br />

12.2 Aantal lessen tijdens de zelfstandige stage<br />

De student geeft in deze stageperiode een totaal aantal van 14 uur per lesweek. Voor<br />

mechanica of elektriciteit wordt dit 16 uur omwille van de praktijkuren en voor wie beide<br />

vakken combineert 18 uur.<br />

Het is mogelijk dat een student geen les meer kan geven gedurende de laatste<br />

week/weken van de stage (omdat er een toetsperiode is). De student gaat er dan vanuit<br />

dat hij werk heeft zoals een gewone leraar: opmaken, afnemen (dus ook bewaken),<br />

nakijken en administratief verwerken van toetsen. Aangezien de student daarin nog maar<br />

weinig ervaring heeft, is overleg met (vak-)mentoren aangewezen. Een stagiair moet<br />

zich in elk geval zoveel mogelijk proberen in te schakelen in de normale werking van de<br />

school. De student houdt een agenda bij van deze activiteiten. Tijdens de examenperiode<br />

32<br />

<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Brugge</strong> – <strong>Oostende</strong>


estaat de opdracht uit een analoge opdracht als een leraar met 14 lesuren per week<br />

(toezichten, verbeteren, klassenraden..).<br />

Per week te plannen Onderwijsvak 1<br />

7 lesuren<br />

Per week te plannen Mechanica of elektriciteit<br />

3 uur theorie<br />

6 uur praktijk<br />

Per week te plannen Mechanica<br />

3 uur theorie<br />

6 uur praktijk<br />

Praktijkgids 2011-2012 – Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs<br />

Onderwijsvak 2<br />

7 lesuren<br />

Onderwijsvak 2<br />

7 lesuren<br />

Elektriciteit<br />

3 uur theorie<br />

6 uur praktijk<br />

De studenten met PKV (project kunstvakken) gaan tijdens deze stage een kunsteducatief<br />

project ontwikkelen, organiseren, ten uitvoer brengen en evalueren binnen de school.<br />

12.3 Concrete afspraken en suggesties<br />

12.3.1 De agenda van de lessen (gekoppeld aan een mini-jaarplan)<br />

De student maakt voordat de stage begint per vak een mini-jaarplan (liefst) voor de<br />

volledige periode van de ingroeistage en gebruikt daarvoor het passende document (zie<br />

bijlage 21). Hij kan zich daarbij baseren op de jaarplannen van de (vak-)mentor, maar<br />

het is natuurlijk ook erg leerrijk om ze zelfstandig te leren opmaken.<br />

De student overlegt in het begin van de stage met de (vak-)mentor over dat ‘minijaarplan’:<br />

• de student bespreekt waarmee rekening is gehouden bij de opmaak van het minijaarplan<br />

• er wordt nagegaan in hoeverre de leerstof goed werd verdeeld over de<br />

verschillende weken en indien nodig wordt dit aangepast.<br />

De student noteert op het mini-jaarplan belangrijke vaststellingen, vb. als de lessen in<br />

werkelijkheid te traag (te snel) zouden vorderen. De student zoekt best samen met de<br />

(vak-)mentor naar oplossingen.<br />

De student maakt dus voor iedere klas en voor ieder vak een goede agenda. Hij vult<br />

daartoe op de mini-jaarplannen de data aan en bewaart deze in de stagemap.<br />

12.3.2 Lesontwerpen<br />

Ook (vak-)mentoren hebben op basis van een vaak jarenlange ervaring een manier<br />

ontwikkeld om lesontwerpen te maken. Wanneer ze teleurgesteld zijn over de manier<br />

waarop de student dat aanpakt, beïnvloedt dat vaak op negatieve wijze de<br />

communicatie. De student overlegt daarom in het begin van de stage met de (vak-)<br />

mentor over de manier waarop de lessen worden voorbereid en ontworpen. De student<br />

brengt dit onderwerp zeker ook ter sprake bij de halftijdse evaluatie.<br />

12.3.3 Evaluatiegegevens van de lessen en reflectie<br />

De student verzamelt in de stagemap de evaluatiegegevens zoveel mogelijk per<br />

onderwijsvak:<br />

33


34<br />

• het dagelijks lesrapport (zie bijlage 19): lesevaluaties door de (vak-)mentor<br />

(indien dit schriftelijk is gebeurd) of verslagen van vakgebonden stagebezoeken<br />

door de vakdocenten (minimum 20 lesrapporten);<br />

• het halftijds reflectieverslag per vak ter voorbereiding van het halftijds overleg.<br />

Dit bevat minimaal de positieve punten/gemaakte vorderingen en de werkpunten<br />

voor de tweede helft van de stage;<br />

• het stagerapport (eventueel per vak), opgemaakt door de stagebe<strong>geleide</strong>r en de<br />

mentoren ter gelegenheid van het halfweggesprek;<br />

• een neerslag van het overleg tussen stagebe<strong>geleide</strong>r, (vak-)mentor(en) en<br />

student, opgemaakt door de stagebe<strong>geleide</strong>r;<br />

• een korte “eindreflectie” per vak, o.a. gebruik makend van een lijst met<br />

basiscompetenties (zie stageleerlijn: bijlage 3). Daaraan voegt de student een<br />

kort “algemeen gedeelte” toe, met eventueel algemene opmerkingen, een<br />

samenvatting van de ervaringen en een beschrijving van de activiteiten die tijdens<br />

de toetsperiode werden uitgevoerd.<br />

12.4 Organisatiebetrokkenheid<br />

[Dit deel van de ingroeistage is niet van toepassing voor studenten die een speciaal<br />

traject doen (Erasmus, Noord Zuid, onderwijskunde, International Class)]<br />

Studenten ontwikkelen hun betrokkenheid op organisatieniveau door in de loop van de<br />

ingroeistage (minstens) zes/acht activiteiten uit te voeren (zie onderstaande lijst). Zij<br />

kunnen in samenspraak met de (vak-)mentoren, de stagecoördinator en/of de directie<br />

bepalen welke activiteiten ze uitvoeren. Zo kunnen ze ook een service bieden aan de<br />

stageschool.<br />

Enkele tips voor initiatieven:<br />

• een bespreking maken van een schooldocument (bv. de informatiefolder met de<br />

structuur van de school, het pedagogisch project, het reglement, de<br />

voorzieningen, Europese projecten, de schoolwebsite, het taalbeleid, manieren om<br />

intern informatie mee te delen): opvallende kenmerken, eventuele knelpunten.<br />

(let op: geen herhaling van de opdracht voor agogische vaardigheden uit de<br />

tweede opleidingsfase);<br />

• een bespreking maken van een schooldocument i.v.m. de aanpak van<br />

risicoleerlingen (bv. drugsbeleid, ADHD-aanpak, spijbelaanpak, pestactieplan,<br />

afspraken over dyslexie, time-out en contracten);<br />

• een beschrijving maken van het schoolbeleid in verband met diversiteit;<br />

• een beschrijving maken van de organisatie van het aankomen van de leerlingen<br />

op school ’s ochtends en het verlaten van de school ’s avonds;<br />

• een goed voorbereid en gestructureerd gesprek voeren met een personeelslid met<br />

specifieke taken en eventueel een halve dag met die persoon meelopen (bv.<br />

directeur, adjunct-directeur, graadcoördinator, technisch adviseur,<br />

systeembeheerder, ICT-coördinator, leerlingbe<strong>geleide</strong>r, GON-be<strong>geleide</strong>r,<br />

aanvangsbe<strong>geleide</strong>r, bibliothecaris, pastoraal medewerker, leraar leefsleutels,<br />

klassenleraar, taakleraar of remedial teacher, veiligheidscoördinator, opvoeder,<br />

CLB-afgevaardigde, milieucoördinator, preventieadviseur, coördinator voor de<br />

ontvangst van nieuwe leraren, vertrouwensleraar…);<br />

• een actieve inbreng hebben in een pedagogische studiedag, open dag,<br />

schoolfeest, sportmiddag, excursie, middagactiviteit, bedrijfsbezoek, retraite,<br />

bezinningsactiviteit, GIP, vakkenintegratie…;<br />

• een bespreking maken van de inrichting en uitrusting van een werkplaats,<br />

vaklokaal, bibliotheek, speelplaats, lerarenkamer…;<br />

• een portret maken van één klas (begin van de stage) en haar leefwereld,<br />

aangevuld met gegevens uit de be<strong>geleide</strong>nde klassenraad en de klassenraad op<br />

het einde van het trimester;<br />

<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Brugge</strong> – <strong>Oostende</strong>


• een specifieke aanpak ontwikkelen voor een leerling met probleemgedrag<br />

(observeren, analyseren, plannen, handelen, evalueren);<br />

• een oudercontact voorbereiden (wat ga je zeggen over die leerling en hoe ga je<br />

dat doen?), en actief meemaken;<br />

• toezicht houden tijdens een invaluur (een zogenaamd ‘wachtuur’), tijdens de<br />

avondstudie, in de eetzaal of de schoolkantine, op de speelplaats, bij de<br />

schoolpoort, bij de fietsenstalling, tijdens de strafstudie en daar een verslag van<br />

opstellen;<br />

• het verslag opstellen van een vergadering van de vakwerkgroep en dat<br />

verspreiden;<br />

• een eigen presentatie houden (of een eigen bijdrage hebben) op een vergadering<br />

van de vakwerkgroep;<br />

• een verslag maken van een klassenraad, van de afspraken die er gemaakt<br />

worden, en van de voorgangsbewaking.<br />

• (eigen initiatieven) …<br />

Belangrijke suggesties<br />

De student is zelf verantwoordelijk voor het werken aan zijn “organisatiebetrokkenheid”.<br />

De school geeft de student veel mogelijkheden. Het is zaak dat hij die mogelijkheden<br />

benut, zodat hij tijdens de ingroeistage voldoende gebruik maakt van de geboden<br />

leerkansen. Dat betekent o.m. dat de student goed moet weten wat hij wil doen, dat hij<br />

actief op zoek gaat naar leerkansen, dat hij zijn werk goed roostert en dat hij het hele<br />

proces goed regelt. De student kan het best in overleg met de (vak-)mentor een<br />

planning opstellen.<br />

Bij de planning van activiteiten gaat de student uit van een gemiddelde studielast van<br />

een halve dag per week (die kan worden aangetoond in de agenda). Dat hoeft evenwel<br />

geen vaste halve dag te zijn en het hoeft niet om vier aaneengesloten uren te gaan. We<br />

rekenen op ongeveer vier uur per opdracht. Sommige opdrachten wegen vanzelfsprekend<br />

veel lichter, andere vragen meer werk.<br />

Het is zinvol om een aantal initiatieven aan elkaar te koppelen door uit te gaan van een<br />

probleemsituatie (een leerling met problemen, de zorginitiatieven op school, wat zegt het<br />

reglement, wat is er voordien gebeurd en welke initiatieven waren al eerder genomen,<br />

kennismaking met CLB of met de leerlingbe<strong>geleide</strong>r, participatie in een<br />

informatiebijeenkomst over het probleem…).<br />

De student draagt zorg voor een evenwichtige keuze. Hij valt mensen niet lastig, maar<br />

participeert actief.<br />

12.5 Beoordelingscriteria<br />

Het cijfer voor stage wordt bepaald op basis van het behalen van de basiscompetenties<br />

van de beginnende leraar, ondersteund door de stagerapporten, het stageportfolio per<br />

onderwijsvak en de stagemap en bespreking van de activiteiten i.v.m.<br />

organisatiebetrokkenheid.<br />

De beoordelingscriteria voor de stagemap zijn:<br />

• de map bevat op een geordende manier alle afgesproken documenten<br />

• de map wordt op tijd ingediend<br />

• het mini-jaarplan is ten laatste in de loop van de eerste week van de stage met de<br />

(vak-)mentor besproken<br />

• er zijn geen blijvende spanningen met de (vak-)mentor over de lesontwerpen<br />

• de activiteiten i.v.m. de organisatiebetrokkenheid zijn kwaliteitsvol beschreven in<br />

de agenda en dekken op een behoorlijke manier de te verwerven competenties<br />

Praktijkgids 2011-2012 – Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs<br />

35


36<br />

• de student slaagt erin om de uitgevoerde activiteiten diepgaand en vanuit een<br />

coherente visie te bespreken met de stagebe<strong>geleide</strong>r.<br />

12.6 Contact met de mentor<br />

De basisregels voor een goed contact met de mentor zijn dezelfde als in de andere<br />

stages.<br />

Maar er komen voor de ingroeistage een aantal nieuwe aandachtspunten bij:<br />

• De student bespreekt met de mentor het uiteindelijke doel van de ingroeistage:<br />

de student moet in staat zijn om op het einde van de stage zelfstandig voor de<br />

klas te staan en moet daarom in samenspraak met de (vak-)mentor wegen<br />

zoeken om daarnaar te groeien (zie ook hoofdstuk 7 van de brochure);<br />

• De student gaat er niet van uit dat problemen vanzelf opgelost raken. Wanneer<br />

tijdens de eerste week niet alles even gesmeerd loopt op het vlak van afspraken<br />

of met de lespraktijk of wanneer er een misverstand dreigt te ontstaan, probeert<br />

de student zo snel mogelijk (en constructief) te overleggen met de (vak-)mentor,<br />

zodat het probleem niet escaleert. De student of de mentor kan ook contact<br />

opnemen met de stagebe<strong>geleide</strong>r van de KHBO;<br />

• De student zoekt manieren om zich als stagiair ten dienste te stellen, om de<br />

(vak-) mentor (of de school) te helpen. In een aantal gevallen kunnen studenten<br />

daarvoor putten uit de opdrachten ‘organisatiebetrokkenheid’.<br />

12.7 Eindevaluatie<br />

Om een credit voor het opleidingsonderdeel Stage: secundair onderwijs 3 te kunnen<br />

verwerven, moet de student aan alle activiteiten opgesomd in het programma van de<br />

praktijkopleiding, geparticipeerd hebben.<br />

Alle activiteiten voor het opleidingsonderdeel Stage: secundair onderwijs 3 moeten in een<br />

zelfde academiejaar plaats vinden.<br />

Voor het opleidingsonderdeel Stage: secundair onderwijs 3 is er slechts één examenkans<br />

per academiejaar.<br />

<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Brugge</strong> – <strong>Oostende</strong>


13 SPECIFIEKE INFORMATIE OVER DE BUSO- OF DE<br />

ALTERNATIEVE STAGE IN DE DERDE<br />

OPLEIDINGSFASE<br />

13.1 Kernideeën van de stage<br />

Tijdens de BuSO- of de alternatieve stage verkennen de studenten expliciet en gericht:<br />

• het lesgeven aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften<br />

• het analyseren van een specifieke onderwijscontext<br />

• hun eigen gevoeligheden tegenover deze leerlingen<br />

• het formuleren wat voor hen aantrekkelijke kanten zijn aan deze onderwijscontext<br />

13.2 Begeleiding<br />

De begeleiding verschilt naargelang de aard van de stage.<br />

13.2.1 BuSO-stage of alternatieve stage waarin zorg voor leerlingen centraal<br />

staat<br />

Voor deze stage is er:<br />

• een opvolging door de docenten didactiek<br />

• geen lesbezoek, maar wel een gesprek met de student (Hoe zit de organisatie op<br />

de school in elkaar? Welke leerlingen lopen hier school? …) en met een of<br />

meerdere (vak-)mentoren.<br />

13.3 Alternatieve stage waarin het vak centraal staat: o.a.<br />

volwassenenonderwijs, deeltijds kunstonderwijs…<br />

Voor deze stage is er:<br />

• een opvolging door de stagebe<strong>geleide</strong>r;<br />

• er is een lesbezoek, en/of een gesprek met de student (Hoe zit de organisatie op<br />

school in elkaar? Welke leerlingen, studenten, cursisten lopen hier school?) en<br />

met een of meerdere (vak-)mentoren;<br />

• de vakdocenten kunnen eventueel de rol van de stagebe<strong>geleide</strong>r overnemen.<br />

13.4 De evaluatie<br />

De evaluatie van de BuSO- of de alternatieve stage is:<br />

80 % op basis van verslagen/commentaar van de (vak-)mentoren (of eigen lesbezoeken)<br />

20 % op basis van gesprek met de student/reflectie.<br />

Praktijkgids 2011-2012 – Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs<br />

37


13.5 Enkele afspraken voor de BuSO- of de alternatieve stage<br />

Sommige instellingen laten de studenten eerst een dag tot zelfs een week observeren.<br />

Het is immers niet altijd eenvoudig om te beginnen lesgeven in een klas die de student<br />

helemaal niet kent.<br />

Tijdens zo’n observatieperiode observeert de student minstens een viertal uren per dag.<br />

De student probeert om al tijdens de observatieperiode actief betrokken te worden bij de<br />

didactische activiteiten (vb. door het be<strong>geleide</strong>n van een deelgroepje of van een<br />

individuele leerling).<br />

Tijdens de stage hebben de studenten normaal gezien een weekopdracht van 14 à 16<br />

lesuren. Een aantal opdrachten kunnen niet zomaar in “uren” worden vertaald. We<br />

vragen dan dat de stage minimum 2/3 van een voltijdse opdracht kan zijn.<br />

De lessen/activiteiten in een BuSO school hoeven niet noodzakelijk in de eigen<br />

vakgebieden van de student te vallen: studenten mogen alle onderwerpen geven die<br />

onder de noemer algemene sociale vorming (ASV) vallen.<br />

Het is voor de student belangrijk om vanaf de eerste dag actief betrokken te zijn bij het<br />

schoolgebeuren. Hij neemt een geïnteresseerde, vragende houding aan. In sommige<br />

instellingen verwacht men uitdrukkelijk dat de student zelf initiatief neemt.<br />

De student respecteert de privacy van de school, van de personeelsleden en vooral van<br />

de leerlingen. Informatie die studenten over de leerlingen vernemen (van henzelf, van de<br />

be<strong>geleide</strong>rs, uit een individueel dossier of uit het werk van de leerlingen zelf), houdt de<br />

student altijd voor zichzelf! Dat is elementaire deontologie en een vorm van<br />

beroepsgeheim.<br />

Studenten richten zich voor wat de omgang met de leerlingen betreft naar de regels van<br />

de instelling.<br />

Voor deze stage houden studenten een normale stagemap bij met documenten,<br />

lesmateriaal, de eindrapport(en) (zie bijlage 20) en het reflectieverslag. Het eigenlijke<br />

reflectieverslag voor scholen waar zorg centraal staat, wordt vervangen door een<br />

specifieke taak ‘keuzestage’ (zie verder).<br />

Zoals tijdens alle stages is een goede communicatie met de (vak-)mentor(en) van groot<br />

belang.<br />

13.6 Leidraad bij het stagebezoek BuSO-stage of alternatieve<br />

stage waar zorg centraal staat<br />

De student stelt op een creatieve manier een ‘programma’ op, waarbij hij aan een ‘gastbuitenstaander’<br />

demonstreert dat hij op een zinvolle manier stage loopt in het BuSO.<br />

Mogelijke onderwerpen die de student bespreekt:<br />

1 De instelling en haar speciale voorzieningen<br />

o de algemene structuur van de instelling, MPI, internaat, semi-internaat<br />

o type(s), opleidingsvorm(en) en studierichtingen<br />

o personeel: personeelsomkadering, omschrijving van de taak van de leraar,<br />

multidisciplinaire werking<br />

o hoe zit het lessenrooster van de leerlingen in elkaar? Maakt de school een<br />

onderscheid tussen vakgebieden?<br />

38<br />

<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Brugge</strong> – <strong>Oostende</strong>


o hoe worden de leerlingen gegroepeerd?<br />

2 Een profiel van de leerlingen<br />

o leeftijd<br />

o eigen aard van de leerlingen<br />

o toelatingsvoorwaarden<br />

o toekomstmogelijkheden<br />

3 Didactische aanpak<br />

o specifieke aanpak<br />

o werken leraren met een individueel handelingsplan?<br />

o hoe worden eventuele gedragsmoeilijkheden aangepakt?<br />

4 Het werk dat de student doet (of dat hij gaat doen)/Hoe vordert de opdracht<br />

keuzestage?<br />

o administratief (lesrooster, agenda …)<br />

o materiaal dat daar werd gemaakt/gebruikt<br />

o ervaringen in de gegeven lessen<br />

5 Hoe kijkt de student tegen die stage aan?<br />

o verwachtingen<br />

o positieve/negatieve ervaringen<br />

o opgedane inzichten<br />

o leerpunten/aandachtspunten voor de volgende dagen<br />

6 Een kort contact met een of meerdere (vak-)mentoren<br />

13.7 Opdracht keuzestage (voor BuSO of stage waarin zorg<br />

centraal staat)<br />

De student moet in zijn opdracht bij de stage aangeven hoe men in een<br />

specifieke onderwijscontext de aanpak afstemt op leerlingenkenmerken.<br />

Als er iets is wat in de keuzestage opvalt, dan is het dat leraren hun leerlingen<br />

aanvaarden. Eigenlijk is dit een basishouding die ook in het ‘gewone’ onderwijs<br />

van belang is. Leraren gaan op zoek naar een aanpak die voor die specifieke<br />

leerling adequaat is. Om dat te kunnen, hebben ze zicht nodig op de individuele<br />

problematiek van de leerling en moeten ze verder - in team - creatief naar<br />

oplossingen zoeken om de leerling maximaal te laten vorderen.<br />

Hij moet verder op één pagina een goed geschreven portret maken van een<br />

typische aanpak voor één specifieke leerling aan wie hij les heeft gegeven. De<br />

gedetailleerde opdracht vindt hij terug op Toledo.<br />

Praktijkgids 2011-2012 – Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs<br />

39


40<br />

<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Brugge</strong> – <strong>Oostende</strong>


14 VRAGEN EN ANTWOORDEN OVER STAGE<br />

14.1 Hoe legt de student contact met de (vak-)mentoren?<br />

De student ontvangt van de stageschool de gegevens over de mentoren. Hierin wordt<br />

duidelijk afgesproken op welke manier de student contact mag nemen: telefonisch of per<br />

mail om de stageonderwerpen te ontvangen.<br />

14.2 Wat als de student niet het gewenste aantal uren krijgt?<br />

Elke student streeft er naar om het minimum aantal lessen te halen (zie hoofdstukken 8<br />

tot 12). De student vraagt eventueel aan de (vak-)mentor in kwestie of hij het aantal uur<br />

kan inhalen. De student legt het probleem ook aan de directeur of de stagecoördinator<br />

van de school voor.<br />

Indien er geen oplossing komt, neemt de student tijdig contact op met het<br />

opleidingshoofd om te overleggen.<br />

14.3 Wat moet de student doen als hij veel verschillende<br />

(vak-)mentoren toegewezen krijgt?<br />

In de aanvraagbrief dringen we er bij de scholen op aan dat studenten een beperkt<br />

aantal (vak-)mentoren toegewezen krijgen (vb. één per vakgebied en per graad of<br />

onderwijsvorm) en aan een beperkt aantal klassen les geven. Deze situatie sluit het best<br />

aan bij de realiteit van het leraarschap. Zo kunnen studenten zich beter voorbereiden op<br />

het klas houden: ze leren de leerlingen bij naam kennen, worden geconfronteerd met de<br />

resultaten van hun lessen, spelen in op wat voorafging en wat volgt, leren de klas leiding<br />

geven en orde houden. Tezelfdertijd kan de (vak-)mentor gemakkelijker afspraken met<br />

de student maken, zijn evolutie op de voet volgen en bijsturen waar nodig.<br />

Indien er per vak toch (veel) verschillende (vak-)mentoren toegewezen worden, kan de<br />

student in de eerste plaats de directie er nog eens beleefd aan herinneren wat er in de<br />

aanvraagbrief staat.<br />

14.4 Welke afspraken zijn er i.v.m. de vakoverschrijdende<br />

observatiestage BSO?<br />

De student volgt een klas (niet vakgebonden) gedurende twee dagen (10 lesuren) (niet<br />

vakgebonden). De student krijgt een specifieke opdracht voor deze stage van de docent<br />

die verantwoordelijk is voor dit opleidingsonderdeel.<br />

14.5 Kan de student zijn vakken wel geven in het BSO?<br />

Voor Nederlands, Frans, wiskunde, technisch-technologische opvoeding en plastische<br />

opvoeding moeten er een aantal lessen worden gegeven in het BSO. In welke mate dit<br />

ook kan voor de andere onderwijsvakken, hangt af van de bestaande studierichtingen in<br />

de stageschool.<br />

Meestal hebben deze stagescholen naast B-stroom/BSO ook TSO-richtingen, waar een<br />

aantal lesuren van de onderwijsvakken kunnen gegeven worden.<br />

Praktijkgids 2011-2012 – Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs<br />

41


14.6 Mag de student project algemene vakken (PAV) of<br />

maatschappelijke vorming (MAVO) geven?<br />

Studenten met onderwijsvakken aardrijkskunde of geschiedenis kunnen MAVO geven.<br />

Daarnaast worden eventueel ook een aantal lesuren aardrijkskunde en/of geschiedenis in<br />

het TSO gevraagd.<br />

PAV wordt enkel nog gegeven door die studenten die PAV als opleidingsvak kiezen.<br />

(behalve in de eerste opleidingsfase). Studenten PAV uit de tweede en derde<br />

opleidingsfase geven geen MAVO (behalve als ze ook aardrijkskunde of geschiedenis als<br />

opleidingsvak hebben).<br />

14.7 Hoe komt de student aan voldoende lesuren economie,<br />

biologie en fysica in het BSO?<br />

Economie kan vervangen worden door bedrijfsbeheer. Ook toegepaste economie (diverse<br />

benamingen) behoort tot de mogelijkheden.<br />

Biologie en fysica zitten in een gezamenlijk pakket natuurwetenschappen. De student zal<br />

daar wat flexibel moeten in zijn.<br />

14.8 Wat zijn de mogelijke opdrachten van een student 3PKV<br />

binnen een kunsteducatieve organisatie?<br />

42<br />

• Een stageperiode binnen een kunsteducatieve organisatie is voor een student PKV<br />

een uitgelezen kans om een breed beeld te krijgen van het reilen en zeilen binnen<br />

deze sector. Naast het educatieve aspect zijn er immers heel wat ondersteunende<br />

processen die de dagelijkse werking van een educatieve dienst kleuren. Binnen<br />

deze stage focust de student daarom niet uitsluitend op het educatieve luik van<br />

de organisatie maar gaat een deel van de aandacht ook uit naar de aanpak op<br />

vlak van communicatie en organisatie.<br />

• Om de student op een vlotte manier te laten meedraaien in een organisatie en<br />

hierbinnen ook effectieve leer- en te groeikansen te creëren is een duidelijk<br />

omlijnde opdracht vastleggen een belangrijk vertrekpunt. In gesprek met de<br />

student/opleiding kan zo een opdrachtomschrijving tot stand komen die naar een<br />

evenwicht zoekt tussen de verwachtingen van de stageplaats enerzijds en<br />

voldoende leerkansen biedt aan de student anderzijds. De opsomming van<br />

mogelijke stagetaken hieronder vormt een inspiratielijst met voorbeelden van<br />

opdrachten die mogelijkheden bieden tot het verwerven van competenties op vlak<br />

van educatie, communicatie en organisatie.<br />

• Educatie<br />

• Communicatie<br />

het be<strong>geleide</strong>n van workshops/ateliers/ … gericht naar verschillende<br />

doelgroepen ( kinderen, jongeren, volwassenen en gezinnen)<br />

meedenken over de didactische aanpak en inhoud van (nieuwe) workshops<br />

vertalen van pedagogische doelstellingen naar concrete activiteiten<br />

het opstellen en verspreiden van een promotiefolder voor het educatieve<br />

activiteiten/evenementen<br />

het maken van een persbericht / artikel<br />

meedenken over de promotionele aanpak en mee instaan voor de uitvoering<br />

ervan<br />

<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Brugge</strong> – <strong>Oostende</strong>


• Organisatie<br />

meedraaien in de dagelijkse werking van de organisatie<br />

deelnemen aan teamvergaderingen, plannings- en evaluatievergaderingen en<br />

diverse overlegmomenten<br />

ondersteunen van technische, logistieke en administratieve taken<br />

het (helpen) organiseren van workshops / themadagen / andere educatieve<br />

activiteiten<br />

14.9 Moet de student eerst een les observeren tijdens de<br />

stage?<br />

In de eerste opleidingsfase is een afzonderlijke observatiestage voorzien.<br />

In de tweede opleidingsfase worden een of twee observatiedagen voorzien per stage. De<br />

student kan ook observeren en lesgeven op eenzelfde dag. Op de stageaanvraag stellen<br />

we ook voor dat elke stage zou beginnen met twee observatielessen per vak. Deze<br />

luisterlessen zijn supplementair bij de gevraagde lesopdracht.<br />

In de derde opleidingsfase zijn er geen extra observatiedagen gepland, maar er kan altijd<br />

een observatieles gepland worden.<br />

14.10 Wat is de rol van de (vak-)mentor?<br />

De (vak-)mentor speelt in hoofdzaak een be<strong>geleide</strong>nde rol. Iedere les zal hij door middel<br />

van het lesrapport de stageles beoordelen en tips geven.<br />

We dringen sterk aan op een mondelinge bespreking aan de hand van het lesrapport. Dit<br />

is voor stagiairs heel leerrijk en motiverend.<br />

Omdat de (vak-)mentor de verantwoordelijkheid draagt voor de leerlingen en de te<br />

bereiken doelstellingen, heeft hij het recht eisen te stellen qua wenselijke methodiek,<br />

timing, gebruik van didactisch materiaal, gebruik van het handboek en het bord, de<br />

notities van de leerlingen… Binnen deze grenzen kan de stagiair zijn eigen weg gaan.<br />

Wanneer het fout gaat in de les op het vlak van leerstof, methodiek, tucht... kan en mag<br />

de (vak-)mentor zonder aarzelen ingrijpen door o.a.:<br />

• een specifieke fout te laten corrigeren door de stagiair;<br />

• de stagiair(e) discreet bij zich te roepen voor een mededeling over een<br />

bordnotitie, over de te volgen werkwijze, het tempo van de les, de orde…;<br />

• zelf een deel van de les over te nemen als het helemaal niet meer vlot;<br />

• een ordeopmerking te geven aan de klas als de student nog in gebreke<br />

blijft, nadat de student zelf de kans gekregen heeft om in te grijpen.<br />

Als student is men te gast in de klas van de (vak-)mentor. De leerkans die wordt<br />

geboden verdient appreciatie. Voor de (vak-)mentor betekent een stagiair meestal een<br />

bijkomende belasting waarvoor hij niet wordt vergoed.<br />

14.11 Kan de school een student vragen om aan andere<br />

activiteiten deel te nemen?<br />

Tijdens de stage mag een school van een stagiair alles vragen wat men normaal van<br />

leraren verwacht. De opdracht voor studenten in de eerste opleidingsfase wordt best<br />

beperkt tot enkele observatielessen en actieve lessen.<br />

Praktijkgids 2011-2012 – Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs<br />

43


Wel mag men een stagiair nog niet de volledige burgerlijke aansprakelijkheid laten<br />

dragen: vb. het leiden van een excursie, het alleen be<strong>geleide</strong>n van leerlingen op straat...<br />

Stagiairs nemen best een actieve, bereidwillige houding aan t.o.v. deze bijkomende<br />

activiteiten. Dat zal uiteindelijk meer gewaardeerd worden dan een louter passieve,<br />

afwachtende houding.<br />

14.12 Mag een student een (vak-)mentor vervangen?<br />

Dit is enkel mogelijk voor studenten die Stage secundair onderwijs 3 volgen, binnen de<br />

stageperiode en altijd in overleg met het opleidingshoofd van de lerarenopleiding.<br />

Een student die Stage: secundair onderwijs 2 volgt, mag de les van de (vak-)mentor<br />

uitzonderlijk overnemen, als de school kan garanderen dat er iemand de les volgt.<br />

14.13 Hoe moet de lesvoorbereiding eruitzien?<br />

De studenten gebruiken steeds het algemeen lesvoorbereidingsmodel (met voorblad) (zie<br />

bijlage 2).<br />

De lessen moeten op basis van dit algemeen model en van de daarbij gegeven richtlijnen<br />

voorbereid worden. Dit model dient wel aangevuld te worden met de structuren of de<br />

lesfasen uit de methodiek van het betreffende vak. Studenten worden geacht een<br />

verzorgde voorbereiding te presenteren. De pagina's moeten genummerd zijn.<br />

De ervaring leert dat studenten speciale aandacht moeten besteden aan het bordplan en<br />

aan wat de leerlingen zelf moeten noteren (leerlingennotities of syntheseblad). Veel<br />

(vak-)mentoren vinden dit (terecht) heel belangrijk.<br />

Studenten nemen bij de voorbereiding van de stage best niet teveel hooi op de vork wat<br />

betreft het maken van didactisch materiaal en leerlingenblaadjes. Werken met een<br />

realistische timing in functie van alle lessen die moeten gegeven worden is verstandig.<br />

Studenten putten best eerst en vooral uit de mogelijkheden van het beschikbare<br />

materiaal zoals het handboek. Het is wel cruciaal om voldoende documentatie en<br />

achtergrondinformatie gericht door te nemen over de lesonderwerpen (mits gericht te<br />

lezen).<br />

14.14 Mag de (vak-)mentor vooraf de lesvoorbereiding vragen?<br />

Studenten zetten best zelf de eerste stap en stellen de (vak-)mentor voor om de<br />

lesvoorbereiding na te kijken. De (vak-)mentor blijft immers de verantwoordelijkheid<br />

dragen over de leerresultaten van de leerlingen.<br />

Studenten mogen er evenwel niet van uitgaan dat de (vak-)mentor hun voorbereiding<br />

moet nazien. Een goede communicatie hieromtrent is belangrijk.<br />

De student zorgt er wel voor dat de voorbereiding altijd beschikbaar is bij de uitvoering<br />

van de les.<br />

44<br />

<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Brugge</strong> – <strong>Oostende</strong>


14.15 Wat moet de student doen bij het begin van zijn stage?<br />

De eerste dag van de stage meldt de student zich aan op het onthaal of op het<br />

secretariaat van de stageschool. Hij meldt zich tevens aan bij de directie (en<br />

stagecoördinator of mentorcoach) en bedankt nog eens voor de mogelijkheid om stage te<br />

lopen.<br />

In enkele scholen is het niet vanzelfsprekend dat een student zomaar de lerarenkamer<br />

binnenstapt. Studenten vragen waar zij tijdens hun springuren mogen werken of<br />

vertoeven.<br />

14.16 Mag de mentor tussenkomen of de les overnemen?<br />

Loopt er iets fout in de les, dan weet de (vak-)mentor dat hij mag tussenkomen. De<br />

student moet zich daardoor niet volledig uit het lood laten slaan. Loopt het volledig fout,<br />

dan kan de (vak-)mentor overnemen. Hij kan ook voorstellen dat de student een<br />

parallelles of een andere les van hem volgt als observatieles. Studenten kunnen dit enkel<br />

weigeren als zij op hetzelfde uur zelf een stageles moeten geven.<br />

14.17 Wat moet de student doen bij het begin van de les?<br />

Bij het begin van de les stelt de student spontaan de lesvoorbereiding en de<br />

evaluatiedocumenten ter beschikking van de (vak-)mentor en van de bezoekende<br />

docent.<br />

14.18 Wat moet de student doen op het einde van zijn stage?<br />

De student zorgt ervoor dat hij over alle lesrapporten van de betrokken (vak-)mentoren<br />

beschikt.<br />

De student bedankt de (vak-)mentoren voor de begeleiding en de<br />

directie/stagecoördinator voor de geboden kansen.<br />

De student geeft alle ontleende materiaal in goede staat terug aan de (vak-)mentoren of<br />

de bibliotheek.<br />

Als de student nog een toets of een taak moet corrigeren, of een andere kopie beloofd<br />

heeft aan de (vak-)mentor, moet hij dat zo vlug mogelijk in orde brengen.<br />

14.19 Wat moet de student doen na zijn stage?<br />

Uiterlijk drie dagen na de stage wordt een kopie van de lesrapporten in een plastiek<br />

hoesje afgeleverd aan elke vakdocent (behalve van de ingroeistage). De student let erop<br />

dat het hoofd goed ingevuld is. Als de kopieën enkelzijdig zijn, worden ze aan elkaar vast<br />

geniet.<br />

De originele lesrapporten blijven in de stagemap samen met de zelfreflectieopdrachten,<br />

zodat de stagemap in orde is voor de volgende stageperiode of om af te leveren.<br />

Rapporteringformulieren worden niet nagemaakt op de computer! De student mag er zelf<br />

kopiëren voor gebruik tijdens de stage, maar in dit geval wel recto-verso.<br />

Praktijkgids 2011-2012 – Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs<br />

45


14.20 Welke verwachtingen hebben een school/(vak-)mentor<br />

m.b.t. de houding en het optreden van een stagiair?<br />

Zoals ook op het informatieformulier voor de (vak-)mentoren vermeld is, verwachten alle<br />

betrokken partijen dat studenten met interesse en met inzet aan hun stage werken (ook<br />

al loopt wellicht niet alles van een leien dakje).<br />

Studenten nemen een actieve houding aan: tonen voldoende initiatief t.o.v. de<br />

(vak-)mentoren, maar zijn niet te veeleisend, opdringerig of betweterig. Studenten<br />

stellen zich diplomatisch op bij meningsverschillen. De student beseft dat de<br />

(vak-)mentoren uiteindelijk zelf verantwoordelijk blijven voor de leerprestaties van hun<br />

leerlingen. De mentoren hebben dus ook het recht om eisen te stellen qua wenselijke<br />

methodiek, timing, gebruik van media, leerboek en bord en de notities van de leerlingen,<br />

zelfs al wijkt dit af van wat de student leerde op de hogeschool.<br />

De student houdt er ook rekening mee dat er in het statuut van de leraar secundair<br />

onderwijs nog geen voorzieningen zijn opgenomen wat betreft stagebegeleiding. Het gaat<br />

dus meestal om een supplementaire opdracht die al dan niet vrijwillig wordt opgenomen<br />

en ook nergens gecompenseerd wordt, in bezoldiging, in lesuren of in nascholing.<br />

De student let best van bij het begin op de tucht in de klas en streeft minstens naar een<br />

zakelijke werksfeer. Als het niet zo goed lukt, kan de student verschillende concrete<br />

vormen van aanpak uittesten.<br />

14.21 Zijn er regels i.v.m. kledij en andere uiterlijke kenmerken?<br />

De student draagt verzorgde kledij die niet in tegenspraak is met het schoolreglement. In<br />

bepaalde scholen is men veel strenger: in hotelscholen of instituten voor voeding zijn<br />

zeker geen jeans toegelaten. Studenten moeten zich houden aan de wensen en eisen van<br />

de stageschool.<br />

Studenten worden geacht met stijl op te treden t.o.v. leerlingen en personeel en<br />

gebruiken een verzorgde taal. De student volgt het reglement of de gewoonten van de<br />

school indien er moet opgetreden worden tegen bepaalde leerlingen (dat gebeurt best in<br />

afspraak met de (vak-)mentor).<br />

46<br />

<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Brugge</strong> – <strong>Oostende</strong>


15 REFLECTIE<br />

15.1 Wat is reflecteren?<br />

Reflecteren heeft te maken met het nadenken over jezelf, over je handelen met als doel<br />

te komen tot een ander en beter handelen. Korthagen (1992) omschrijft het als:<br />

“Iemand reflecteert als hij/zij zijn/haar ervaringen en/of kennis probeert te<br />

herstructureren.”<br />

Reflecteren is het herinterpreteren van ervaringen om te komen tot een hoger niveau<br />

van beroepsuitoefening. Door te reflecteren na iedere stageles, kan de student zijn<br />

gedrag bijsturen en zo vorderen in goed lesgeven.<br />

15.2 Hoe reflecteren?<br />

Reflecteren over het eigen handelen betekent dat je terugblikt op praktijkervaringen; dat<br />

je je bewust wordt van je eigen handelen, dat je de essentiële aspecten kan aanwijzen<br />

en daarin een samenhang kan zoeken om tenslotte alternatieven te ontwikkelen. Je<br />

selecteert daarna één van die alternatieven en probeert dat uit; op dat moment kan de<br />

reflectiecyclus herhaald worden.<br />

Dit proces wordt in het spiraalmodel van reflectie (naar Korthagen, 1982) voorgesteld:<br />

Bewustwording van<br />

essentiële aspecten<br />

Kernvragen bij deze reflectiecyclus zijn:<br />

Fase 1: Wat wilde ik bereiken, wat wilde ik uitproberen?<br />

Fase 2: Wat gebeurde er concreet?<br />

Fase 3: Wat is de samenhang tussen de antwoorden in fase 2?<br />

Fase 4: Wat zou ik een volgende keer wel/niet doen?<br />

Fase 5: Wat wil ik bereiken, wat wil ik uitproberen?<br />

Praktijkgids 2011-2012 – Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs<br />

3<br />

Alternatieven ontwikkelen<br />

en daaruit kiezen<br />

4<br />

2<br />

Terugblikken<br />

5<br />

1<br />

Uitproberen<br />

Handelen /<br />

ervaring<br />

47


15.3 Reflectieopdrachten in de eerste opleidingsfase<br />

15.3.1 Reflectie na een stageles in een Brugse oefenschool<br />

Voor studenten die het opleidingsonderdeel didactiek 1 volgen: zie didactiek 1.<br />

Voor studenten die het opleidingsonderdeel didactiek 1 niet volgen: Na elke stageles<br />

tijdens de stage in een Brugse oefenschool, wordt er van de student verwacht dat hij<br />

reflecteert over zijn eigen handelen. Hij gebruikt daarbij de reflectiecyclus van Korthagen<br />

om tot een goede reflectie te komen (zie hoofdstuk 15.2).<br />

48<br />

Fase 1 (handelen) (=fase 5 vorige cyclus)<br />

• Wat wilde ik bereiken?<br />

• Waar wilde ik op letten?<br />

• Wat wilde ik proberen?<br />

Fase 2 (terugblik)<br />

Wat gebeurde er concreet?<br />

Eigen perspectief<br />

• Wat wilde ik?<br />

• Wat deed ik?<br />

• Wat dacht ik?<br />

• Wat voelde ik?<br />

Perspectief van de andere(n):<br />

wat denk ik dat de andere(n)<br />

• … wilden?<br />

• … deden?<br />

• … dachten?<br />

• … voelden?<br />

Fase 3 (bewustwording van de essentiële aspecten)<br />

• Hoe hangen de antwoorden op de vorige vragen met elkaar<br />

samen?<br />

• Wat is daarbij de invloed van de context?<br />

• Wat betekent dit nu voor mij?<br />

• Wat is dus het probleem (of de positieve ontdekking)<br />

Fase 4 (alternatieven)<br />

• Welke alternatieven zie ik?<br />

• Welke voor- en nadelen hebben die?<br />

• Wat neem ik mij nu voor de volgende keer voor?<br />

15.3.2 Reflectie na een stageles in een externe school<br />

Na elke stageles tijdens de stage in een externe school, wordt er van de student<br />

verwacht dat hij reflecteert over zijn eigen handelen. Elke student kiest vier lessen en<br />

maakt hiervan een schriftelijk verslag (de student hoeft dus niet meer voor elke les een<br />

verslag in te dienen).<br />

15.3.3 Reflectieopdracht na stage: secundair onderwijs 1<br />

Op het einde van het stagetraject van de eerste opleidingsfase (1 BASO) worden acht<br />

gedragsindicatoren beoordeeld (zie stageleerlijn in bijlage). Elke student maakt een<br />

reflectieverslag in functie van deze gedragsindicatoren.<br />

De student bespreekt in een verslag elke gedragsindicator. Dat kan gebeuren aan de<br />

hand van de volgende vragen:<br />

• Heb je het gevoel dat je deze gedragsindicator verworven hebt/nageleefd hebt?<br />

• Welke evolutie merkte je doorheen het eerste jaar m.b.t. deze gedragsindicator?<br />

• Wat vond/vind je moeilijk aan deze gedragsindicator?<br />

<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Brugge</strong> – <strong>Oostende</strong>


Studenten staven hun antwoorden zoveel mogelijk met concrete voorbeelden uit de<br />

stage-ervaringen! Waar nodig maken studenten onderscheid tussen de beide<br />

onderwijsvakken uit hun pakket.<br />

De reflectieopdracht wordt in de stagemap bewaard.<br />

15.4 Reflectieopdracht tweede opleidingsfase<br />

15.4.1 POP & PAP<br />

Op basis van de stageleerlijn ontwikkelt de student een persoonlijk ontwikkelingsplan<br />

(POP): dit is een persoonlijk document waarop de student aanduidt in welke mate de<br />

gedragsindicatoren uit de stageleerlijn verworven zijn. Dit resulteert in een aantal<br />

kwaliteiten / vorderingen en werkpunten / aandachtspunten.<br />

Nadien wordt de student begeleid om vanuit zijn POP een persoonlijk actieplan (PAP) te<br />

maken (zie bijlage 22). Daarin worden de volgende stappen gezet:<br />

• Selecteren<br />

De student maakt een realistisch prioriteitenlijstje: hij weerhoudt daarbij zeker alle<br />

indicatoren van de eerste opleidingsfase met een lage score en de indicatoren van de<br />

tweede opleidingsfase met de minste score.<br />

• Concretiseren<br />

De student concretiseert de aangeduide indicatoren. Wat is precies het knelpunt?<br />

• Actiepunten formuleren<br />

De student formuleert gerichte maar realistische acties om de werkpunten aan te<br />

pakken. Dat betekent voor studenten een hele wijziging in redeneren. In plaats van de<br />

situatie (de stage) te ondergaan, wordt hen hier duidelijk gemaakt dat ze vaak erg<br />

doelgericht werk kunnen maken van eigen geformuleerde actiepunten.<br />

• Criteria bepalen<br />

De student formuleert criteria, zodat het vooraf helder is wanneer de acties succesvol<br />

zijn. Die criteria moeten meetbaar en haalbaar zijn.<br />

Het is wenselijk dat de docenten op de hoogte zijn van de actiepunten van hun<br />

studenten. Ze kunnen die ook bespreekbaar maken in een les.<br />

De actiepunten worden opgevolgd in de eerste stage. In een vakgebonden<br />

reflectieverslag gaat de student reflecteren over deze actiepunten, waarbij hij gebruik<br />

maakt van de cyclus van Korthagen.<br />

De vakdocenten bespreken individueel (of in groep) de verslagen en helpen de studenten<br />

om hun persoonlijk actieplan op basis van de stage-ervaringen aan te passen.<br />

Deze cirkel van actieplannen maken, uitvoeren, meten, reflecteren en bijsturen wordt<br />

telkens naar aanleiding van de stage rondgemaakt.<br />

15.4.2 Overzicht van te maken reflecties<br />

• POP (persoonlijk ontwikkelingsplan) & PAP (persoonlijk actieplan) VOOR elke stage<br />

• per les (na voorblad lesvoorbereiding)<br />

• per periode, per vak: syntheseverslag<br />

Praktijkgids 2011-2012 – Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs<br />

49


15.5 Reflectieopdracht derde opleidingsfase<br />

15.5.1 POP & PAP<br />

Via een reflectieopdracht in het begin van het academiejaar formuleert de student zijn<br />

kwaliteiten/werkpunten. Door in die oefening de stageleerlijn als uitgangspunt te nemen,<br />

krijgt hij ook zicht op de typische aandachtspunten voor derdejaarsstudenten: nl.<br />

gerichtheid op (begeleiding van) leerlingen en op de organisatie. Op basis van de<br />

stageleerlijn ontwikkelt de student een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP): dit is een<br />

persoonlijk document waarop de student aanduidt in welke mate de gedragsindicatoren<br />

uit de stageleerlijn verworven zijn. Dit resulteert in een aantal kwaliteiten/vorderingen en<br />

werkpunten/aandachtspunten.<br />

Nadien wordt de student begeleid om vanuit zijn POP een persoonlijk actieplan (PAP) te<br />

maken (zie bijlage 22). Daarin worden de volgende stappen gezet:<br />

• Selecteren<br />

De student maakt een realistisch prioriteitenlijstje: hij weerhoudt daarbij zeker alle<br />

indicatoren van de tweede opleidingsfase met een lage score en de indicatoren van de<br />

derde opleidingsfase met de minste score.<br />

• Concretiseren<br />

De student concretiseert de aangeduide indicatoren. Wat is precies het knelpunt?<br />

• Actiepunten formuleren<br />

De student formuleert gerichte maar realistische acties om de werkpunten aan te<br />

pakken. Dat betekent voor studenten een hele wijziging in redeneren. In plaats van de<br />

situatie (de stage) te ondergaan, wordt hen hier duidelijk gemaakt dat ze vaak erg<br />

doelgericht werk kunnen maken van eigen geformuleerde actiepunten.<br />

• Criteria bepalen<br />

De student formuleert criteria, zodanig dat hij vooraf helder zicht krijgt wanneer de<br />

acties succesvol zijn. Die criteria moeten meetbaar en haalbaar zijn.<br />

Een verschil met de opdracht tijdens de stage: secundair onderwijs 2 is dat de student<br />

nu een vaste stagebe<strong>geleide</strong>r heeft die hem los van het vak begeleidt. In gesprekken<br />

voor en na de stage (en in het halfweggesprek tijdens de ingroeistage) neemt de<br />

confrontatie tussen de beoogde stagedoelen en subjectieve onderwijstheorie van de<br />

student een belangrijke plaats in de reflectie. De student bezorgt zijn persoonlijk<br />

actieplan voor ieder gesprek aan de vaste stagebe<strong>geleide</strong>r.<br />

Deze cirkel van actieplannen maken, uitvoeren, meten, reflecteren en bijsturen wordt<br />

telkens naar aanleiding van de stage rondgemaakt.<br />

15.5.2 Lesreflectie<br />

De student maakt een korte praktijkgerichte zelfreflectie na een les (één of twee lesuren)<br />

of na een bijkomende activiteit. Van deze reflectie schrijft hij enkel de conclusies neer,<br />

geordend rond de vragen:<br />

• Wat moet ik een volgende keer vermijden?<br />

• Wat kan ik een volgende keer weer doen?<br />

• Welke suggesties, aanpassingen kan ik noteren voor het geval ik de les nog eens<br />

moet geven?<br />

Dit kan kort op de achterzijde van het voorblad van de lesvoorbereiding genoteerd<br />

worden. Deze concrete terugblik is een belangrijk middel om zijn eigen leerproces te<br />

50<br />

<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Brugge</strong> – <strong>Oostende</strong>


evorderen. Op die manier verwerft hij ervaring. Volgens de basiscompetenties is de<br />

reflectieve ingesteldheid en de zelfreflectie een vanzelfsprekendheid voor de ontwikkeling<br />

van beroepsbekwaamheid (zie basiscompetentie 5.3 en attitude A3, A4).<br />

15.5.3 Het syntheseverslag<br />

De student maakt na de stage een syntheseverslag. Voor dit verslag maakt hij o.m.<br />

gebruik van zijn zelfevaluaties, zijn eventuele persoonlijke notities, de gesprekken met<br />

zijn (vak-)mentoren of stagebe<strong>geleide</strong>rs en de checklist van de basiscompetenties voor<br />

stage (stageleerlijn).<br />

In het vakoverschrijdende gedeelte vermeldt de student: zijn algemene ervaringen<br />

tijdens de stage, de eventuele problemen, nieuw ontdekte aspecten van het leraarsvak<br />

en het leraar-zijn en aan welke basiscompetenties hij meent nog te moeten werken in de<br />

toekomst.<br />

In het vakgebonden gedeelte vermeldt de student: de aspecten waarin hij meent het<br />

meest vorderingen gemaakt te hebben voor de verschillende vakken en specifieke<br />

problemen en ervaringen.<br />

Het syntheseverslag omvat twee tot drie pagina's (A4).<br />

Het syntheseverslag komt in zijn geheel in de stagemap. Aan elke vakdocent geeft de<br />

student echter het vakoverschrijdende en het vakgebonden gedeelte voor zijn vak,<br />

onmiddellijk na de stage.<br />

15.5.4 Overzicht van te maken reflecties<br />

• POP (persoonlijk ontwikkelingsplan) & PAP (persoonlijk actieplan) voor elke stage<br />

• lesreflectie<br />

• syntheseverslag<br />

Praktijkgids 2011-2012 – Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs<br />

51


52<br />

<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Brugge</strong> – <strong>Oostende</strong>


16 DE EVALUATIE<br />

16.1 Wat moet de student een bezoekende docent kunnen<br />

voorleggen?<br />

De student kan aan een bezoekende docent steeds de volgende documenten voorleggen:<br />

• planning, agenda, evaluaties<br />

• blanco dagelijks lesrapport<br />

• lesvoorbereiding<br />

16.2 Op basis van welke criteria wordt de student<br />

geëvalueerd?<br />

De eindbeoordeling van de stage is het resultaat van een evaluatie die vooral rekening<br />

houdt met de evolutie doorheen de stage.<br />

In de eerste en tweede opleidingsfase gaat de aandacht naar de competenties die in de<br />

stageleerlijn bij de overeenkomstige fase als bereikt worden verondersteld. (volle<br />

bolletjes)<br />

In de derde opleidingsfase gaat de aandacht naar de mate waarin de basiscompetenties<br />

van de beginnende leraar, gelinkt aan de stage, bereikt worden. Deze competenties zijn<br />

dan ook de rubrieken die op het eindrapport terug te vinden zijn.<br />

Praktijkgids 2011-2012 – Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs<br />

53


54<br />

<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Brugge</strong> – <strong>Oostende</strong>


17 STAGEREGLEMENT<br />

17.1 Ziekte en afwezigheid<br />

Wie tijdens een stageperiode afwezig is, om welke reden ook, moet stage inhalen.<br />

Hoeveel stage ingehaald moet worden, wordt met het opleidingshoofd afgesproken.<br />

Wie tijdens een stageperiode ziek wordt of plotseling verhinderd is stage te lopen, moet<br />

de betrokken partijen daarvan zo vlug mogelijk op de hoogte stellen. Dit gebeurt bij<br />

voorkeur nog de avond vóór en uiterlijk de ochtend van de stage, vóór de aanvang van<br />

de school.<br />

Men waarschuwt de hogeschool (uitsluitend telefonisch via 050 30 51 38), de<br />

stageschool en bij voorkeur ook de stagementor en de bezoekende docent(en).<br />

Wie wegens ziekte afwezig is, dient dit met een geldig doktersbewijs te staven.<br />

Dit bewijs wordt, ook voor een afwezigheid van één dag, zo spoedig mogelijk op<br />

het secretariaat afgegeven (of toegestuurd). Briefjes waarbij een arts verklaart<br />

dat hij de student niet zelf heeft onderzocht of die worden afgeleverd na de<br />

ziekteperiode zijn ongeldig.<br />

Wie om een wettige reden, andere dan ziekte, afwezig zal zijn tijdens de stage, moet<br />

daartoe toelating vragen aan het departementshoofd. Het departementshoofd levert<br />

hiervoor een bewijs af dat de afwezigheid wettigt en dat moet worden voorgelegd aan de<br />

stagementor en aan de directeur van de stageschool.<br />

Een stageactiviteit waarbij een student onwettig afwezig was, kan niet ingehaald worden.<br />

Dit betekent dus dat de student voor stage niet meer kan slagen in dat academiejaar.<br />

17.2 Wijzigingen<br />

Wanneer zich tijdens de stage wijzigingen in het stageschema (lessenrooster) voordoen,<br />

waardoor een bezoek van de docent op dat moment niet opportuun is (repetitie,<br />

schoolfeest,...), stelt men de bezoekende docent daarvan zo snel mogelijk op de hoogte.<br />

Zo kan de docent hiermee rekening houden bij de planning van de stagebezoeken.<br />

17.3 Voorwaarden keuze stageschool<br />

• Studenten mogen geen stage lopen in een school waar familieleden tot in de<br />

derde graad werken of waar eigen kinderen school lopen. Bij twijfel neemt men<br />

best contact op met het opleidingshoofd.<br />

• Studenten lopen in hun driejarige opleiding niet meer dan twee keer stage in<br />

dezelfde stageschool.<br />

Alle uitzonderingen die niet met voorgaande paragrafen te maken hebben, worden aan<br />

het opleidingshoofd voorgelegd en met het departementshoofd besproken.<br />

Bij problemen kan, in overleg met het opleidingshoofd en het departementshoofd,<br />

besloten worden om de stage voortijdig te beëindigen.<br />

Praktijkgids 2011-2012 – Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs<br />

55


17.4 Schorsing van de stage<br />

17.4.1 Tijdelijke schorsing van de stage<br />

Stages en stagecontracten kunnen tijdelijk door het departementshoofd en het<br />

opleidingshoofd als beperkte examencommissie worden geschorst op vraag van de<br />

stageschool of op aangeven van het opleidingshoofd als:<br />

• te laat of geen contact wordt opgenomen met de stageschool of de stagementoren<br />

• er sprake is van manifest onbeleefd of brutaal gedrag;<br />

• de student kledij en/of uiterlijk niet verzorgt;<br />

(eerste opleidingsfase)<br />

• de lesvoorbereiding niet op het afgesproken moment wordt ingeleverd;<br />

• de lesvoorbereiding of de correctie ervan verwaarloosd wordt;<br />

• de student weigert samen te werken met medestudenten die dezelfde les moeten<br />

geven;<br />

(tweede en derde opleidingsfase)<br />

• de lesvoorbereiding niet op vraag van de mentor wordt ingeleverd;<br />

• de lesvoorbereiding of de correctie ervan wordt verwaarloosd;<br />

• de stagelessen onvoldoende voorbereid zijn voor een langere periode<br />

• de student herhaaldelijk te laat komt, afwezig is zonder vooraf te verwittigen;…<br />

Een stageactiviteit waarvoor de student tijdelijk wordt geschorst, kan niet worden<br />

ingehaald. De beoordeling van de stage zal gebeuren op basis van de wel uitgevoerde<br />

stageactiviteiten, rekening houdend met een negatieve beoordeling voor<br />

beroepshouding. Het wegvallen van stageactiviteiten als gevolg van een tijdelijke<br />

schorsing kan ook het wegvallen van bezoeken door een docent van de hogeschool<br />

impliceren.<br />

17.4.2 Definitieve schorsing van de stage<br />

Het departementshoofd en het opleidingshoofd kunnen, als beperkte examencommissie,<br />

beslissen tot een definitieve schorsing van de stage bij duurzame herhaling van de<br />

redenen die leiden tot een tijdelijke schorsing of bij grensoverschrijdend gedrag.<br />

17.4.3 Tuchtmaatregelen<br />

Een tijdelijke of definitieve schorsing kan bij ernstige feiten aanleiding geven tot het<br />

opstarten van een tuchtprocedure overeenkomstig het Onderwijs- en examenreglement<br />

van de KHBO.<br />

56<br />

<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Brugge</strong> – <strong>Oostende</strong>


18 MEDISCH ONDERZOEK, ZWANGERSCHAP EN<br />

STAGE<br />

18.1 Medisch onderzoek en stage<br />

De Federale wetgeving bepaalt dat in sommige gevallen stages enkel mogelijk zijn na<br />

een medisch onderzoek en eventueel bepaalde inentingen. Het gaat dan telkens om<br />

onderzoeken die ook verplicht zijn voor elke werknemer die in die instelling/school in<br />

dienst wordt genomen. In de opleidingen gezondheidszorg moeten alle studenten aan<br />

zo’n onderzoek deelnemen. In de lerarenopleidingen komt dat slechts in een zeer beperkt<br />

aantal gevallen voor: met name vooral voor stages in sommige scholen voor<br />

buitengewoon onderwijs en in ziekenhuisscholen.<br />

Om te bewijzen dat je in deze speciale gevallen het verplichte medisch onderzoek hebt<br />

doorlopen, ontvang je een Formulier voor de GezondheidsBeOordeling (GBO). Dat<br />

formulier kan je enkel krijgen na een gezondheidsbeoordeling die uitgevoerd wordt door<br />

PROVIKMO, de externe dienst voor preventie en bescherming van de KHBO, en dus NIET<br />

via de huisarts.<br />

Dit onderzoek en eventueel noodzakelijke inentingen zijn uiteindelijk gratis (het Fonds<br />

voor de Beroepsziekten draagt de kosten), maar je moet de kosten wel vooraf betalen.<br />

Je wordt nadien terugbetaald.<br />

Praktisch verloop van de procedure<br />

Er zijn vier data waarop we dit medisch onderzoek in samenwerking met de<br />

Arbeidsgeneeskundige Dienst van de KHBO organiseren: 28 september 2011, 12 oktober<br />

2011, 19 oktober 2011 en 26 oktober 2011. Deze onderzoeken hebben plaats in lokaal<br />

B003 op de campus.<br />

Omdat er voor de stages in het buitengewoon onderwijs (zowel in het eerste als het<br />

tweede semester) een contactdag is op 24 oktober 2011 en we op die dag ook een<br />

bijna volledig overzicht hebben van welke studenten in scholen die een medisch<br />

onderzoek vragen stage zullen lopen, organiseren we voor de lerarenopleiding het<br />

onderzoek zoveel mogelijk op 26 oktober 2011. Ook op 19 oktober 2011 is er een<br />

mogelijkheid voor wie al vroeger weet of een onderzoek nodig is.<br />

De gezondheidsbeoordeling omvat het preventief medisch onderzoek door de<br />

preventieadviseur-arbeidsgeneesheer van PROVIKMO en de controle op vaccinatiestatus<br />

in functie van de aard van de werkpost en de risicofactoren.<br />

Om een afspraak te maken voor dit verplicht medisch onderzoek moet je jezelf<br />

elektronisch registreren op de site van PROVIKMO (zie verder). Je bent zelf<br />

verantwoordelijk om ervoor te zorgen dat je onderzoeksmoment vóór de<br />

aanvang van je eerste stage gepland is!<br />

Het is de bedoeling dat, wanneer je je aanbiedt op dit PROVIKMO-onderzoek, je een<br />

geldig en recent bewijs van antistoffen Hepatitis B kan voorleggen. Hiervoor moet je,<br />

voorafgaand aan dit PROVIKMO-onderzoek, langsgaan bij de huisarts die via een<br />

bloedafname de antistoffentiter Hepatitis B kan (laten) bepalen.<br />

In geval van voldoende antistoffen ben je ook ‘voldoende beschermd’ om op stage te<br />

gaan en zal PROVIKMO je een gunstig formulier GBO bezorgen.<br />

In geval van onvoldoende antistoffen zal PROVIKMO je een formulier GBO bezorgen<br />

met de opmerking dat je nog gevaccineerd moet worden zodat je eveneens<br />

‘voldoende beschermd’ bent om de stage aan te vangen! De nodige vaccins worden<br />

Praktijkgids 2011-2012 – Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs<br />

57


58<br />

toegediend door de huisarts. De kosten verbonden aan de aankoop van die vaccins<br />

(bij de apotheek) kan je terugbetaald krijgen door het Fonds voor de Beroepsziekten<br />

(FBZ). Hiervoor moet je eerst een aanvraag tot terugbetaling indienen bij het FBZ, en<br />

dit wel volgens een voorgeschreven procedure.<br />

In geval van onvoldoende antistoffen wordt, tijdens het onderzoeksmoment bij<br />

PROVIKMO, de vaccinatie en terugbetalingsprocedure opgestart door PROVIKMO:<br />

1. PROVIKMO bezorgt je de nodige formulieren (511N en 513N) om terugbetaling<br />

van de nodige vaccins aan te vragen bij het Fonds voor Beroepsziekten. Deze<br />

formulieren, die je als aanvrager volledig invult en ondertekent, stuurt PROVIKMO<br />

op naar het FBZ.<br />

2. PROVIKMO geeft je een verwijsbrief (voor de nodige vaccins) waarmee je naar de<br />

huisarts gaat.<br />

3. De huisarts bezorgt je een voorschrift voor deze vaccins (TWINRIX®) waarmee je<br />

naar de apotheek gaat. De betalingsbewijzen van de apotheek hou je zorgvuldig<br />

bij!<br />

4. De huisarts dient de vaccins toe en bezorgt je een vaccinatiebewijs. Eén kopie van<br />

het vaccinatiebewijs voeg je bij jouw formulier GBO én één kopie stuur je op naar<br />

PROVIKMO, t.a.v. Mevr M. Wallyn, Dirk Martensstraat 26, 8200 BRUGGE.<br />

5. De goedkeuring van jouw aanvraag tot terugbetaling wordt door FBZ per post<br />

opgestuurd, ongeveer 1 maand na aanvraag.<br />

De goedkeuring bestaat uit:<br />

de eigenlijke beslissingsbrief,<br />

uitleg over de manier waarop de effectieve terugbetaling kan verkregen<br />

worden,<br />

het nodige aantal voorschriftenformulieren, nl. Voorschriftenformulier voor<br />

toegekende verstrekkingen voorzien in de specifieke nomenclatuur, om de<br />

effectieve terugbetaling bij het Fonds aan te vragen.<br />

6. De voorschriftenformulieren moet je laten invullen door zowel de huisarts, die het<br />

vaccin heeft voorgeschreven (en toegediend), als door de apotheker die het<br />

vaccin verkocht heeft. In de kolom Bedrag van de persoonlijke tussenkomst moet<br />

de apotheker de prijs van het product invullen (er mag slechts 1 product per<br />

formulier ingevuld worden.)<br />

7. Deze, correct en volledig ingevulde, formulieren stuur je terug naar het Fonds<br />

voor de Beroepsziekten, Sterrenkundelaan 1, 1210 BRUSSEL<br />

8. Na ongeveer twee maanden zal het FBZ het verschuldigde bedrag betalen per<br />

postassignatie.<br />

Registratie voor het onderzoek bij PROVIKMO<br />

De registratie voor het VERPLICHT medisch onderzoek bij PROVIKMO moet als volgt<br />

gebeuren:<br />

1. Surf naar www.provikmo.be.<br />

2. Klik links onder E-Webtools op stagiairs.<br />

3. Klik om de toepassing te starten.<br />

4. Registreer je en log in door je persoonlijke gegevens en het schooltoken<br />

‘opleiding’ in te vullen.<br />

5. Reserveer je afspraak. De mogelijke onderzoeksmomenten zijn:<br />

• woensdagnamiddag 19/10/2011<br />

• woensdagnamiddag 26/10/2011<br />

Let op: je kan maar vanaf 30 dagen vóór het medisch onderzoek inschrijven.<br />

Inschrijven op de dag van het medisch onderzoek is niet meer mogelijk.<br />

6. Lees aandachtig de akkoordverklaring en klik onderaan.<br />

<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Brugge</strong> – <strong>Oostende</strong>


7. Vul op alle tabbladen de gevraagde gegevens zeer nauwkeurig in.<br />

8. Je ontvangt een bevestigingsmail met het door jou gekozen onderzoeksmoment.<br />

Op het onderzoeksmoment, dat doorgaat in het onderzoekslokaal B003 van de campus<br />

<strong>Brugge</strong>, breng je zeker mee:<br />

- de bevestigingsmail;<br />

- je SIS-kaart;<br />

- je vaccinatiekaartje met overzicht van ALLE reeds gekregen vaccins (eventueel<br />

vooraf opvragen bij je huisarts):<br />

- de antistoffenbepaling over hepatitis B (dit moet je enkele dagen vooraf door je<br />

huisarts laten uitvoeren).<br />

Na het onderzoek ontvang je een formulier voor de gezondheidsbeoordeling<br />

(GBO) dat geldig blijft voor de duur van de opleiding en dat je steeds dient voor<br />

te leggen op elke plaats waar je stage(s) verricht en men ernaar vraagt.<br />

Wat bij problemen?<br />

Als er echt een datumprobleem is waardoor je niet op de aangeduide uren aanwezig kan<br />

zijn, neem je contact op met Mevrouw Croubels (leen.croubels@khbo.be) (lokaal B006 op<br />

Campus <strong>Brugge</strong>). Zij kan dan in uitzonderlijke gevallen individuele afspraken regelen<br />

(deze gaan dan meestal wel door buiten de campus).<br />

Denk erom: in het beperkte aantal gevallen is dit medisch onderzoek ook voor<br />

stagiairs van de lerarenopleiding verplicht!<br />

18.2 Zwangerschap en stage<br />

Als je zwanger bent mag je nooit stage lopen in een kleuterklas (ook zwangere<br />

kleuterleidsters moeten vervroegd onmiddellijk hun onderwijsactiviteiten staken). Dat<br />

heeft alles te maken met veiligheidsrisico’s bij het contact met nog niet volledig zindelijke<br />

peuters/kleuters.<br />

Dezelfde regel geldt ook in een aantal scholen voor buitengewoon onderwijs (inbegrepen<br />

de ziekenhuisscholen).<br />

In sommige gevallen kan je dan nog wel stage lopen op een school, maar in elk geval<br />

niet meer in een klas bij de peuters/kleuters.<br />

Als je zwanger bent, neem dat onmiddellijk contact op met je opleidingshoofd om te<br />

bespreken welke gevolgen dit heeft voor je studietraject en je stages. We zoeken samen<br />

naar een oplossing.<br />

Praktijkgids 2011-2012 – Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs<br />

59


60<br />

<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Brugge</strong> – <strong>Oostende</strong>


20 BIJLAGEN<br />

Algemene documenten<br />

Bijlage 1 Samenwerkingsovereenkomst<br />

Bijlage 2 Voorblad van een lesontwerp<br />

Bijlage 3 Stageleerlijn<br />

Documenten stage: secundair onderwijs 1<br />

Bijlage 4 Toestemmingsformulier externe stage<br />

Bijlage 5 Stagerooster (observatiestage en actieve stage)<br />

Bijlage 6 Evaluatieformulier en lesrapport 1 BASO voor interne stage<br />

Bijlage 7 Evaluatieformulier en lesrapport 1 BASO voor externe stage<br />

Bijlage 8 Checklist van de stagemap (tussentijds)<br />

Bijlage 9 Checklist van de stagemap (eindevaluatie)<br />

Documenten stage: secundair onderwijs 2<br />

Bijlage 10 Toestemmingsformulier stage: secundair onderwijs 2<br />

Bijlage 11 Stagerooster (observatiestage en actieve stage)<br />

Bijlage 12 Evaluatieformulier en lesrapport stage: secundair onderwijs 2<br />

Bijlage 13 Checklist stagemap tussentijdse evaluatie<br />

Bijlage 14 Checklist stagemap eindevaluatie<br />

Bijlage 15 PAP (persoonlijk actieplan)<br />

Documenten stage: secundair onderwijs 3<br />

Bijlage 16 Toestemmingsformulier stage: secundair onderwijs 3<br />

Bijlage 17 Stagerooster<br />

Bijlage 18 Documenten bij de lesvoorbereiding: richtlijnen voor studenten<br />

Bijlage 19 Dagelijks lesrapport 3 BASO<br />

Bijlage 20 Eindrapport<br />

Bijlage 21 Agenda geïntegreerd in de jaarplanning<br />

Bijlage 22 PAP (persoonlijk actie plan)<br />

Praktijkgids 2011-2012 – Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs<br />

61


62<br />

<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Brugge</strong> – <strong>Oostende</strong>


KHBO Departement Lerarenopleiding<br />

Xaverianenstraat 10 - 8200 <strong>Brugge</strong> (Sint-Michiels)<br />

Tel: 050 30 51 00 – Fax: 050 30 51 01 – www.khbo.be<br />

Tussen<br />

RAAMOVEREENKOMST 2011 - 2012<br />

Preservicetraining (stage)<br />

Geïntegreerde Lerarenopleiding<br />

Professionele Bachelor in het onderwijs: Secundair Onderwijs<br />

De opleidingsinstelling<br />

<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Brugge</strong>-<strong>Oostende</strong> (103762)<br />

Bijlage 2<br />

Departement Lerarenopleiding ........................................................................<br />

Xaverianenstraat 10.......................................................................................<br />

8200 <strong>Brugge</strong> (Sint-Michiels) ............................................................................<br />

vertegenwoordigd door<br />

Johan L.Vanderhoeven ...................................................................................<br />

Departementshoofd .......................................................................................<br />

hiertoe voldoende gemachtigd, hierna genoemd de opleidingsinstelling,<br />

en de instelling (naam) .................................................................................<br />

(adres) .........................................................................................................<br />

(instellingsnummer(s)) ...................................................................................<br />

vertegenwoordigd door<br />

(naam).........................................................................................................<br />

(functie) .......................................................................................................<br />

hierna genoemd de stageplaats,<br />

wordt overeengekomen wat volgt:


Artikel 1 Opzet en stageperiode<br />

§1 De stageplaats verbindt zich ertoe een aantal stagiairs op te nemen om een<br />

verplichte stage te lopen in het kader van het opleidingsprogramma van de<br />

geïntegreerde lerarenopleiding zoals bedoeld in artikel 12quater §2 van het<br />

decreet van 2 maart 1999 tot regeling van een aantal aangelegenheden van het<br />

volwassenenonderwijs, zoals gewijzigd, en de artikelen 55quinquies §2 en<br />

55octies §6 van het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van<br />

het hoger onderwijs in Vlaanderen, zoals gewijzigd.<br />

§2 De opleidingsinstelling verbindt zich ertoe de stagiair een verklaring te laten<br />

ondertekenen waarin deze verklaart op de hoogte te zijn van de inhoud van deze<br />

overeenkomst, ermee akkoord te gaan en de bepalingen ervan te allen tijde te<br />

zullen naleven. Anderzijds heeft de stagiair het recht om zich te beroepen op alle<br />

hem/haar in deze overeenkomst toegekende rechten.<br />

§3 De stagiair volbrengt deze stage als student van de opleidingsinstelling en kan in<br />

geen enkel verband worden beschouwd als werknemer in dienstverband van de<br />

stageplaats.<br />

§4 Het aantal stagiairs op te nemen door de stageplaats wordt bepaald in overleg<br />

tussen de opleidinginstelling en de stageplaats.<br />

§5 Het bestaan van deze overeenkomst sluit niet uit dat partijen met derden<br />

overeenkomsten afsluiten en kan dus niet als een exclusiviteitsovereenkomst<br />

worden beschouwd<br />

Artikel 2 Stagevergoeding<br />

De stagiair ontvangt geen bezoldiging of vergoeding voor de opdrachten verricht in het<br />

kader van de preservicetraining.<br />

Artikel 3 Rol van de stagecoördinator, -be<strong>geleide</strong>r en mentor<br />

§ 1 De opleidingsinstelling stelt voor de stage één of meerdere stagecoördinatoren<br />

aan, zijnde<br />

mevrouw Griet Grymonpon,<br />

opleidingshoofd leraar secundair onderwijs (griet.grymonpon@khbo.be).<br />

Onder verantwoordelijkheid van het opleidingshoofd kan een deel van de stageorganisatie<br />

worden toegewezen aan een vakdocent. Voor stageactiviteiten in<br />

Brugse oefenscholen is dit Marie-Jeanne Aspeele (mariejeanne.aspeele@khbo.be).<br />

In onderling overleg met de opleidingsinstelling stelt de stageplaats per stagiair<br />

één of meerdere leraars aan als mentor en/of klas- of vakmentor.<br />

§ 2 Voor alle besprekingen en problemen aangaande de stage wendt de stagiair zich<br />

tot de stagecoördinator of –be<strong>geleide</strong>r van de opleidingsinstelling of tot de mentor<br />

van de stageplaats.<br />

§ 3 De mentor en de stagiair regelen in onderling overleg waar, wanneer en hoe de<br />

onderdelen van de stage, opgelegd door de opleidinginstelling worden uitgevoerd.<br />

De stage kan pas worden aangevat na goedkeuring van het overzicht van de<br />

stageactiviteiten door de stagecoördinator of -be<strong>geleide</strong>r.<br />

Raamovereenkomst - Preservicetraining - Lerarenopleiding<br />

2/4


§ 4 De stagecoördinator of -be<strong>geleide</strong>r, de mentor en de stagiair maken onderling de<br />

nodige afspraken voor de bespreking en de evaluatie van de stage. De<br />

opleidingsinstelling is eindverantwoordelijke voor de beoordeling van de stagiair.<br />

Hierbij wordt rekening gehouden met het beoordelingsadvies van de stageplaats.<br />

Artikel 4 Verplichtingen van de opleidingsinstelling<br />

§1 De stageplaats krijgt van de opleidingsinstelling tijdig informatie over het opzet en<br />

de organisatie van de stage, evenals over de verwachte competenties die de<br />

stagiair moet nastreven.<br />

§2 De opleidingsinstelling eerbiedigt het opvoedingsproject en de belangen van de<br />

stageplaats.<br />

§3 Gedurende de uitvoering van deze stageovereenkomst blijft de stagiair verzekerd<br />

door de opleidingsinstelling als volgt:<br />

- tegen lichamelijke ongevallen zowel tijdens de stage als op de weg van en naar<br />

de stageplaats, volgens de waarborgen opgenomen in de polis 705017693<br />

onderschreven bij AXA<br />

- in geval van burgerlijke aansprakelijkheid tijdens de stageactiviteiten bij<br />

MUTUELLE SAINT-CHRISTOPHE ASSURANCES onder de polis 0004611500398.<br />

§4 De opleidingsinstelling bewaart met het oog op wettelijke controle het dossier van<br />

de stagiair op een centrale plaats.<br />

Dit is KHBO Campus <strong>Brugge</strong> Xaverianenstraat 10 8200 <strong>Brugge</strong> (Sint-Michiels).<br />

Artikel 5 Verplichtingen van de stageplaats<br />

§1 Voor de aanvang van de stage informeert de stageplaats de stagiair over het<br />

opvoedingsproject en het instellingsreglement van de stageplaats.<br />

§ 2 De stageplaats eerbiedigt het pedagogisch project en de belangen van de<br />

opleidingsinstelling.<br />

§3 De stageplaats bezorgt aan de opleidingsinstelling een evaluatie over de stagiair<br />

zoals voorgeschreven door de opleidingsinstelling.<br />

§4 De stageplaats past de bepalingen van de Welzijnswet van 4 augustus 1996 en in<br />

het bijzonder het KB van 21 september 2004 toe. De stageplaats stelt de<br />

opleidingsinstelling en de stagiair in kennis van de resultaten van de risicoanalyse<br />

door het invullen van werkpostfiche en deelt eveneens de gegevens mee van de<br />

preventieadviseur-arbeidsgeneesheer die aan de stageplaats verbonden is. Indien<br />

uit deze analyse blijkt dat er een gezondheidstoezicht noodzakelijk is, geeft de<br />

stageplaats aan de opleidingsinstelling expliciet de opdracht dit<br />

gezondheidstoezicht te laten uitvoeren door de preventiedienst waarbij de<br />

opleidingsinstelling aangesloten is. Het formulier voor de gezondheidsbeoordeling<br />

wordt overhandigd aan de stageplaats.<br />

§3 Elk ongeval tijdens de stage of op weg van en naar de stageplaats moet<br />

onmiddellijk gemeld worden aan de opleidingsinstelling.<br />

Raamovereenkomst - Preservicetraining - Lerarenopleiding<br />

3/4


Artikel 6 Verwachtingen van de stagiair<br />

§1 De stagiair eerbiedigt het opvoedingsproject, het instellingsreglement en de<br />

belangen van de stageplaats.<br />

§2 De stagiair leeft de voorschriften na inzake veiligheid, hygiëne en gezondheid,<br />

zoals bepaald in de Welzijnswet en de uitvoeringsbesluiten, alsook de reglementen<br />

inzake arbeidsorganisatie, lokalen en leerlingen. De bedoelde voorschriften<br />

worden voor de aanvang van de stage door de stageplaats aan de stagiair<br />

bekendgemaakt.<br />

§3 De stagiair verbindt zich ertoe aanwezig te zijn bij elke geplande stageactiviteit in<br />

de stageplaats. In geval van gewettigde afwezigheid, of bij het hernemen van de<br />

stage na een periode van afwezigheid, verwittigt de stagiair vooraf de<br />

stagecoördinator of -be<strong>geleide</strong>r van de opleidingsinstelling en de mentor van de<br />

stageplaats.<br />

§4 De stagiair draagt zorg voor alle zaken en materialen die de stageplaats hem/haar<br />

in het kader van de stage ter beschikking stelt.<br />

§5 De stagiair is gebonden aan geheimhouding van alles wat hij/zij vertrouwelijk<br />

tijdens de stage te kennen heeft gekregen en alles waarvan hij het vertrouwelijke<br />

karakter moet begrijpen.<br />

§6 Elk ongeval tijdens de stage of op weg van en naar de stageplaats moet<br />

onmiddellijk gemeld worden aan de opleidingsinstelling.<br />

§7 Op vraag van de stageplaats en in overleg met de stagecoördinator of -be<strong>geleide</strong>r<br />

mag de stagiair stageactiviteiten uitvoeren die niet zijn opgenomen in het<br />

overzicht van deze stageactiviteiten.<br />

Artikel 7 Betwistingen<br />

§1 De eindverantwoordelijkheid voor de stage van de stagiair ligt bij de<br />

opleidingsinstelling. Indien de stageplaats of de stagiair de verplichtingen van<br />

deze overeenkomst niet naleven, zal de andere partij de stagecoördinator of -<br />

be<strong>geleide</strong>r hiervan op de hoogte brengen.<br />

§2 Bij betwistingen wordt getracht in onderling overleg tot een oplossing te komen.<br />

Als dit niet lukt, stellen de drie partijen in onderling overleg een extern<br />

bemiddelaar aan.<br />

Artikel 8 Einde van de overeenkomst<br />

§ 1 Deze overeenkomst wordt afgesloten voor de duur van één of meerdere<br />

academiejaren en kan niet stilzwijgend worden verlengd. Zij kan worden<br />

opgezegd door één van de partijen uiterlijk drie maanden voor het einde van de<br />

overeenkomst.<br />

§ 2 Noch de opleidingsinstelling, noch de stageplaats, noch de leraar in opleiding kan<br />

de stage zonder overleg eenzijdig voortijdig afbreken.<br />

Raamovereenkomst - Preservicetraining - Lerarenopleiding<br />

4/4


In twee exemplaren opgemaakt te <strong>Brugge</strong> op 1 september 2011, waarbij elke partij<br />

verklaart een afschrift te hebben ontvangen.<br />

Voor de stageplaats, Voor de opleidingsinstelling,<br />

Johan L.Vanderhoeven<br />

(Naam en handtekening) Departementshoofd<br />

BIJLAGEN<br />

De lijsten van de stagiairs per stageperiode, de praktijkgidsen, de risico-analyses en de<br />

werkpostfiches indien van toepassing, maken integraal deel uit van deze overeenkomst.<br />

Raamovereenkomst - Preservicetraining - Lerarenopleiding<br />

5/4


Naam:<br />

LESONTWERP (voorblad)<br />

Datum: Vakmentor S.O:<br />

Stageschool: Vak:<br />

Lesonderwerp:<br />

1 MEDIA EN BRONNEN<br />

2 BEGINSITUATIE<br />

3 DOELSTELLINGEN<br />

3.1 Verwijzing naar het leerplan:<br />

3.2 Leerdoelen:<br />

3.3 Vakoverschrijdende eindterm(en):<br />

4 BORDPLAN: zie bijlage<br />

Bijlage 2<br />

Klas en lokaal: aantal lln:


Leeg vakje Er worden nog geen verwachtingen gesteld t.o.v. de student.<br />

○ De stagiair doet een poging tot…<br />

● De vereiste stageverwachting is bereikt.<br />

DE LERAAR ALS BEGELEIDER VAN LEER-EN ONTWIKKELINGSPROCESSEN<br />

De stagiair stage 1 stage 2 stage 3<br />

1 Doelgerichtheid kiest voor een les doelstellingen rekening houdend met het leerplan. ○ ● ●<br />

kiest een passende werkvorm. ○ ● ●<br />

bereikt de vastgestelde doelen. ○ ● ●<br />

kiest doelstellingen op langere termijn / voor grotere gehelen. ●<br />

2 Methodische<br />

uitvoering<br />

3 Gebruik van<br />

leermiddelen<br />

4 Communicatie met<br />

leerlingen<br />

5 Evaluatie<br />

Stageleerlijn BASO Bijlage 3<br />

voert de gekozen werkvorm efficiënt uit. ○ ● ●<br />

benut in zijn interactie met de leerlingen de kennis en ervaring die de leerlingen vroeger of<br />

elders hebben opgedaan.<br />

○ ● ●<br />

reageert op een gepaste manier op vragen en fouten van leerlingen. ○ ●<br />

biedt de leerlingen zinvolle kansen om actief te zijn. ○ ●<br />

schrijft verzorgd op bord. ○ ● ●<br />

gebruikt een gestructureerd bordplan. ○ ● ●<br />

ondersteunt de les op het juiste moment met visueel/auditief/ ICT materiaal. ○ ● ●<br />

gebruikt adequaat bestaande leermiddelen (leerboek, transparanten, werkblaadjes, …).<br />

○ ● ●<br />

ontwikkelt zelf aangepaste leermiddelen indien nodig. ○ ●<br />

hanteert een verzorgde en adequate schrijf- en spreektaal. ● ● ●<br />

communiceert vlot met de leerlingen. ● ● ●<br />

spreekt voldoende luid en duidelijk. ○ ● ●<br />

werkt een gepaste evaluatievorm uit. ○ ●<br />

doet op basis van evaluatie en toetsing betrouwbare uitspraken over de kennis en<br />

vaardigheden van de leerlingen.<br />

○ ●<br />

geeft opbouwende commentaar op het werk van de leerlingen en op de manier waarop ze<br />

werken.<br />

○ ●<br />

DE LERAAR ALS OPVOEDER<br />

De stagiair stage 1 stage 2 stage 3<br />

6 Leerlingbetrokkenheid gaat op een respectvolle manier met de leerlingen om. ● ● ●<br />

betrekt zoveel mogelijk leerlingen in de les. ○ ● ●<br />

sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen. ○ ●<br />

spoort leerlingen aan om verzorgd en duidelijk te spreken. ○ ●<br />

gaat gepast om met specifieke zorgvragen van leerlingen. ○ ●<br />

DE LERAAR ALS INHOUDELIJK EXPERT<br />

De stagiair stage 1 stage 2 stage 3<br />

7 Beheersing kennis en beheerst de kennisinhouden en vaardigheden die relevant zijn voor de les. ● ● ●<br />

vaardigheden<br />

gebruikt vakterminologie correct. ○ ● ●<br />

beschikt over een ruime achtergrondkennis. ○ ●


Leeg vakje Er worden nog geen verwachtingen gesteld t.o.v. de student.<br />

○ De stagiair doet een poging tot…<br />

● De vereiste stageverwachting is bereikt.<br />

DE LERAAR ALS ORGANISATOR<br />

De stagiair stage 1 stage 2 stage 3<br />

8 Inzet en<br />

verantwoordelijk-<br />

komt afspraken en regels na en gaat respectvol om met de personeelsleden op de<br />

stageschool.<br />

● ● ●<br />

heidszin<br />

heeft de lesvoorbereiding grondig uitgewerkt. ● ● ●<br />

participeert actief in het klas- en schoolgebeuren. ●<br />

is in orde met de vereiste administratie ● ● ●<br />

9 Timemanagement maakt een lesvoorbereiding met een realistische tijdsinschatting. ○ ●<br />

past de les aan in functie van de nog resterende tijd. ○ ●<br />

werkt met een tijdsplanning over verschillende weken. ●<br />

10 Klasmanagement geeft leiding aan de klas. ● ● ●<br />

staat enthousiast voor de klas. ○ ● ●<br />

heeft aandacht voor veiligheid en hygiëne. ○ ● ●<br />

biedt organisatievormen, leermiddelen en leermaterialen aan die leerdoelen en<br />

leeractiviteiten ondersteunen.<br />

○ ● ●<br />

pakt storend gedrag van leerlingen efficiënt aan. ○ ●<br />

DE LERAAR ALS INNOVATOR - ONDERZOEKER<br />

De stagiair stage 1 stage 2 stage 3<br />

11 Reflectie benoemt sterke en zwakke punten uit de lessen. ○ ● ●<br />

formuleert constructieve oplossingen voor het wegwerken van zwakke punten. ○ ● ●<br />

confronteert zijn reflecties met de mening van mentoren, stagebe<strong>geleide</strong>rs en<br />

medestudenten.<br />

○ ●<br />

neemt initiatief om situaties te creëren om zijn competenties te verbreden. ○ ●<br />

12 Creativiteit verrijkt de les met een persoonlijke inbreng. ○ ●<br />

koppelt actuele en maatschappelijke gebeurtenissen aan de leerinhoud. ○ ●<br />

past vernieuwende inzichten uit de opleiding toe in de praktijk. ○ ●<br />

DE LERAAR ALS LID VAN EEN SCHOOLTEAM - PARTNER VAN OUDERS EN EXTERNEN<br />

De stagiair stage 1 stage 2 stage 3<br />

13 Communicatie zorgt ervoor dat de mentor correct en tijdig geïnformeerd is over de stage. ○ ● ●<br />

gaat constructief om met feedback van mentoren. ○ ● ●<br />

spreekt mentoren aan en is zelf ook aanspreekbaar als het gaat om het vragen of geven<br />

van hulp bij het werk.<br />

● ●<br />

functioneert als partner van de mentor bij het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van<br />

onderwijs.<br />

●<br />

communiceert op een gepaste manier met leraren, ouders en externen over het klas-en<br />

schoolgebeuren.<br />


Bijlage 4<br />

Toestemming voor een didactische eerstejaarsstage - academiejaar 2011-2012<br />

Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs<br />

Naam van de student:<br />

Mail:<br />

Tel:<br />

Stageschool:<br />

1 e jaar Vakken:………….<br />

Hierbij bevestigt ondergetekende dat bovenstaande student in de stageplanning van het<br />

schooljaar 2010-2011 opgenomen is voor de ook in bijlage vermelde periode(s):<br />

⇒ participatiestage (woe 29 feb tot vrijdag 2 maart 2012)<br />

⇒ actieve stage (woe 2 mei tot vrijdag 4 mei 2012)<br />

De student dient voor de verdere afhandeling van de stage contact op te nemen:<br />

⇒ met: .................................................. (directeur, adjunct-directeur, stagecoördinator,<br />

mentor- coach,….)<br />

⇒ in de maand: ..................................... of op datum van: ......................... ………….<br />

Datum: ..................................<br />

Departement Lerarenopleiding<br />

Xaverianenstraat 10 - 8200 <strong>Brugge</strong> (Sint-Michiels)<br />

Tel. 050 30 51 00 – Fax 050 30 51 01<br />

Stagecoördinatie: griet.grymonpon@khbo.be<br />

Contactpersoon: heidi.vereecke@khbo.be (050 30 51 38)<br />

Naam/functie: ............................... Handtekening: ............................ .................


Departement Lerarenopleiding Tel. 050 30 51 00 Bijlage 5<br />

Xaverianenstraat 10 - 8200 BRUGGE (SINT-MICHIELS)<br />

stagecoördinatie: griet.grymonpon@khbo.be<br />

contactpersoon: heidi.vereecke@khbo.be (050 30 51 38)<br />

STAGEROOSTER stage: secundair onderwijs 1 (ACTIEVE STAGE) 2011-2012<br />

Stagiair: Onderwijsvakken<br />

Stageschool:<br />

(volledig<br />

adres)<br />

Op te nemen gegevens: juiste schooluren, vak, mentor en lokaal (zo mogelijk: onderwerp).<br />

In speciale gevallen: plan met de juiste toegang tot de school (ook parkeermogelijkheid noteren).<br />

Indien afwijkende data, goed aanduiden<br />

UREN MAANDAG<br />

Vak, mentor, lokaal<br />

1 ……..<br />

2 ……..<br />

3 ……..<br />

4 ……..<br />

5 ……..<br />

6 ……..<br />

7 ……..<br />

8 ……..<br />

bij elke wijziging, bij ziekte<br />

of bij het wegvallen van een<br />

les<br />

Mentoren – vak, naam<br />

indien niet vermeld<br />

hierboven:<br />

Opmerkingen<br />

DINSDAG<br />

Vak, mentor, lokaal<br />

Duid met een gekleurde pijl aan als je ook de achterkant gebruikt<br />

>><br />

WOENSDAG<br />

2 mei 2012<br />

Vak, mentor, lokaal<br />

DONDERDAG<br />

3 mei 2012<br />

Vak, mentor, lokaal<br />

Officieel stagedocument<br />

door de student te bezorgen:<br />

1 ex. aan de pedagoog,<br />

1 ex. in de map en 1<br />

ex. aan elke vakdocent (alle<br />

lessen vermelden, lessen<br />

van het keuzevak markeren).<br />

VRIJDAG<br />

4 mei 2012<br />

Vak, mentor, lokaal<br />

Altijd onmiddellijk telefonisch het stagesecretariaat verwittigen (050 30 51 38). Stuur het<br />

nieuwe rooster per e-mail naar heidi.vereecke@khbo.be en naar al je vakdocenten.


Naam van mentor of stagebe<strong>geleide</strong>r:<br />

Handtekening:<br />

Naam van student: ZO zwaar onvoldoende<br />

O onvoldoende<br />

V voldoende<br />

G goed<br />

ZG zeer goed<br />

BASISDOELEN STAGE ZO O V G ZG TOELICHTING<br />

De leraar als be<strong>geleide</strong>r van leer- en ontwikkelingsprocessen<br />

Communicatie<br />

met leerlingen<br />

1. Hanteert een verzorgde<br />

en adequate schrijf- en<br />

spreektaal.<br />

2. Communiceert vlot met<br />

de leerlingen.<br />

De leraar als opvoeder<br />

Leerlingbetrokkenheid<br />

De leraar als inhoudelijk expert<br />

Beheersing<br />

kennis en<br />

vaardigheden<br />

De leraar als organisator<br />

Inzet en<br />

verantwoordelijkheidszin <br />

Klasmanagement<br />

3. Gaat op een respectvolle<br />

manier met de leerlingen<br />

om.<br />

4. Beheerst de<br />

kennisinhouden die relevant<br />

zijn voor de les.<br />

5. Beheerst de<br />

vaardigheden die relevant<br />

zijn voor de les.<br />

6. Komt regels en afspraken<br />

na en gaat respectvol om<br />

met het personeel op de<br />

stageschool.<br />

7. Heeft de lesvoorbereiding<br />

grondig uitgewerkt.<br />

8. Is in orde met de<br />

vereiste administratie<br />

8. Geeft leiding aan de klas.<br />

Bijlage 6


Naam van mentor of stagebe<strong>geleide</strong>r:<br />

<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Brugge</strong>-<strong>Oostende</strong><br />

Xaverianenstraat 10, 8200 Sint-Michiels <strong>Brugge</strong><br />

Stagecoördinator Griet Grymonpon (griet.grymonpon@khbo.be)<br />

Contactpersoon Heidi Ver Eecke (heidi.vereecke@khbo.be – 050 30 51 38)<br />

Bijlage 6<br />

LESRAPPORT STAGE: SECUNDAIR ONDERWIJS 1<br />

Student: Stageschool:<br />

Vak: Datum:<br />

Lesonderwerp:<br />

(in te vullen door de student)<br />

AANDACHTSPUNT VAN DE STUDENT<br />

(in te vullen door de mentor of stagebe<strong>geleide</strong>r)<br />

FEEDBACK<br />

Positieve punten Werkpunten


Naam van mentor of stagebe<strong>geleide</strong>r:<br />

Handtekening:<br />

Naam van student:<br />

BASISDOELEN STAGE TOELICHTING<br />

De leraar als be<strong>geleide</strong>r van leer- en ontwikkelingsprocessen<br />

Communicatie<br />

met leerlingen<br />

De leraar als opvoeder<br />

Leerlingbetrokkenheid<br />

De leraar als inhoudelijk expert<br />

Beheersing<br />

kennis en<br />

vaardigheden<br />

De leraar als organisator<br />

Inzet en<br />

verantwoordelijkheidszin <br />

Klasmanagement<br />

1. Hanteert een verzorgde<br />

en adequate schrijf- en<br />

spreektaal.<br />

2. Communiceert vlot met<br />

de leerlingen.<br />

3. Gaat op een respectvolle<br />

manier met de leerlingen<br />

om.<br />

4. Beheerst de<br />

kennisinhouden die relevant<br />

zijn voor de les.<br />

5. Beheerst de<br />

vaardigheden die relevant<br />

zijn voor de les.<br />

6. Komt regels en afspraken<br />

na en gaat respectvol om<br />

met het personeel op de<br />

stageschool.<br />

7. Heeft de lesvoorbereiding<br />

grondig uitgewerkt.<br />

8. Is in orde met de<br />

vereiste administratie<br />

8. Geeft leiding aan de klas.<br />

Bijlage 7


Naam van mentor:<br />

<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Brugge</strong>-<strong>Oostende</strong><br />

Xaverianenstraat 10, 8200 Sint-Michiels <strong>Brugge</strong><br />

Stagecoördinator Griet Grymonpon (griet.grymonpon@khbo.be)<br />

Contactpersoon Heidi Ver Eecke (heidi.vereecke@khbo.be – 050 30 51 38)<br />

Bijlage 7<br />

LESRAPPORT STAGE: SECUNDAIR ONDERWIJS 1<br />

Student: Stageschool:<br />

Vak: Datum:<br />

Lesonderwerp:<br />

(in te vullen door de student)<br />

AANDACHTSPUNT VAN DE STUDENT<br />

(in te vullen door de mentor )<br />

FEEDBACK<br />

Positieve punten Werkpunten


Naam: Bijlage 8<br />

Vakken:<br />

Checklist voor de stagemap 1 BASO: tussentijdse<br />

evaluatie<br />

MAP<br />

LESRAPPORTEN<br />

AGENDA<br />

OPDRACHTEN EN<br />

LESVOORBEREI-<br />

DINGEN<br />

De documenten zitten in een KHBO-stagemap. JA / NEEN<br />

De map is voorzien van een etiket met NAAM-KLAS-<br />

VAKKEN (op de rug van de map).<br />

JA / NEEN<br />

De voorziene schutbladen zitten in de map. JA / NEEN<br />

De stageleerlijn zit achteraan in de map. JA / NEEN<br />

Er is een ingevulde en een blanco checklist aanwezig. JA / NEEN<br />

De checklisten zitten vooraan in de map en de naam<br />

van de student is ingevuld.<br />

JA / NEEN<br />

De fiche 'stage secundair onderwijs 1' zit vooraan in<br />

de stagemap (met handtekeningen).<br />

JA / NEEN<br />

Alle scores van de lesrapporten werden overgenomen<br />

op het overzichtsblad.<br />

Het overzicht van de scores werd nagezien door de<br />

dossierhouder.<br />

De lesrapporten van de stage in de Brugse<br />

oefenscholen zitten in de map.<br />

Van alle lesrapporten werd een kopie aan de<br />

vakdocent gegeven.<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEEN<br />

De agenda van de observatiestage (sept-okt) is<br />

ingevuld.<br />

JA / NEEN<br />

De agenda van de microteaching is ingevuld. JA / NEEN<br />

De agenda van de stage in de Brugse oefenscholen is<br />

ingevuld (observeren en lesgeven).<br />

JA / NEEN<br />

De opdrachten van de observatiestage (sept/okt)<br />

zitten in de map.<br />

De lesvoorbereidingen van de microteaching zitten in<br />

de map.<br />

De lesvoorbereidingen van de stage in de Brugse<br />

oefenscholen zitten in de map.<br />

De observatieopdrachten bij de lessen in de Brugse<br />

oefenscholen zitten in de map.<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEEN<br />

Checklist voor de stagemap: stage secundair onderwijs 1 (tussentijdse evaluatie)


Naam: Bijlage 9<br />

Vakken:<br />

Checklist voor de stagemap 1 BASO: eindevaluatie<br />

MAP<br />

LESRAPPORTEN<br />

AGENDA<br />

OPDRACHTEN EN<br />

LESVOORBEREIDINGEN<br />

De documenten zitten in een KHBO-stagemap. JA / NEEN<br />

De map is voorzien van een etiket met NAAM-KLAS-<br />

VAKKEN (op de rug van de map).<br />

JA / NEEN<br />

De voorziene schutbladen zitten in de map. JA / NEEN<br />

De stageleerlijn zit achteraan in de map. JA / NEEN<br />

Er is een ingevulde en een blanco checklist aanwezig. JA / NEEN<br />

De checklisten zitten vooraan in de map en de naam<br />

van de student is ingevuld.<br />

JA / NEEN<br />

De twee fiches 'stage secundair onderwijs 1' zitten<br />

vooraan in de stagemap (met handtekeningen).<br />

JA / NEEN<br />

Alle scores van de lesrapporten (stage in de Brugse<br />

oefenschool) werden overgenomen op het<br />

overzichtsblad.<br />

Het overzicht van de scores werd nagezien door de<br />

dossierhouder.<br />

De lesrapporten van de stage in de Brugse<br />

oefenscholen zitten in de map.<br />

De lesrapporten van de stage in de externe school<br />

zitten in de map.<br />

Van alle lesrapporten werd een kopie aan de<br />

vakdocent gegeven.<br />

Checklist voor de stagemap: stage secundair onderwijs 1 (eindevaluatie)<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEEN<br />

De agenda van de observatiestage (sept-okt) is<br />

ingevuld.<br />

JA / NEEN<br />

De agenda van de microteaching is ingevuld. JA / NEEN<br />

De agenda van de stage in de Brugse oefenscholen is<br />

ingevuld (observeren en lesgeven).<br />

JA / NEEN<br />

De agenda van de observatiestage in de externe<br />

school is ingevuld.<br />

JA / NEEN<br />

De agenda van de actieve stage in de externe school<br />

is ingevuld.<br />

JA / NEEN<br />

De opdrachten van de observatiestage (sept/okt)<br />

zitten in de map.<br />

De lesvoorbereidingen van de microteaching zitten in<br />

de map.<br />

De lesvoorbereidingen van de stage in de Brugse<br />

oefenscholen zitten in de map.<br />

De observatieopdrachten bij de lessen in de Brugse<br />

oefenscholen zitten in de map.<br />

De opdrachten van de observatiestage in de externe<br />

school zitten in de map.<br />

De lesvoorbereidingen van de stage in de externe<br />

school zitten in de map.<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEE<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEEN


Bijlage 10<br />

Toestemming voor een didactische tweedejaarsstage - academiejaar 2011-2012<br />

Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs<br />

Naam van de student:<br />

Mail:<br />

Tel:<br />

Stageschool:<br />

2 de jaar Vakken:………….<br />

Hierbij bevestigt ondergetekende dat bovenstaande student in de stageplanning van het<br />

schooljaar 2011-2012 opgenomen is:<br />

⇒ voor de op de aanvraagbrief vermelde periode(s) : .............................................. ..<br />

⇒ ......................................................................................................................<br />

De student dient voor de verdere afhandeling van de stage contact op te nemen:<br />

⇒ met: .................................................. (directeur, adjunct-directeur,<br />

stagecoördinator,….)<br />

⇒ in de maand: ..................................... of op datum van: ......................... ………….<br />

Datum: ..................................<br />

Departement Lerarenopleiding<br />

Xaverianenstraat 10 - 8200 <strong>Brugge</strong> (Sint-Michiels)<br />

Tel. 050 30 51 00 - Fax 050 30 51 01<br />

Stagecoördinatie: griet.grymonpon@khbo.be<br />

Contactpersoon: heidi.vereecke@khbo.be (050 30 51 38)<br />

Naam/functie: ............................... Handtekening: ............................ .................


STAGEROOSTER stage: secundair onderwijs 2 (observatiestage) 2011-2012<br />

Stagiair: Onderwijsvakken<br />

Stageschool:<br />

(volledig adres)<br />

Op te nemen gegevens: juiste schooluren, vak, mentor en lokaal (zo mogelijk: onderwerp).<br />

In speciale gevallen: plan met de juiste toegang tot de school (ook parkeermogelijkheid noteren).<br />

Geldigheidsperiode: ………………………………………………………………………………………………………..<br />

UREN MAANDAG DINSDAG WOENSDAG DONDERDAG VRIJDAG<br />

1 ……..<br />

2 ……..<br />

3 ……..<br />

4 ……..<br />

5 ……..<br />

6 ……..<br />

7 ……..<br />

8 ……..<br />

Opmerkingen:<br />

Bij elke wijziging: altijd mailen naar heidi.vereecke@khbo.be (van zodra je de wijziging te weten komt.) Ook de betrokken<br />

Bij ziekte of andere<br />

afwezigheid<br />

Departement Lerarenopleiding Bijlage 11<br />

Xaverianenstraat 10 - 8200 <strong>Brugge</strong> (Sint-Michiels)<br />

Tel. 050 30 51 38 – Fax 050 30 51 01<br />

stagecoördinatie: griet.grymonpon@khbo.be<br />

contactpersoon: heidi.vereecke@khbo.be<br />

docenten verwittigen op de afgesproken manier.<br />

Officieel stagedocument.<br />

Een exemplaar moet<br />

door de student. aan het<br />

opleidingshoofd en 1ex.<br />

aan elke vakdocent<br />

bezorgd worden. (alle<br />

lessen vermelden, lessen<br />

van het keuzevak<br />

markeren).<br />

Ziekte of afwezigheid moet altijd telefonisch (050 30 51 38) gemeld worden aan het<br />

stagesecretariaat, van zodra je dit weet. Wacht niet op een doktersbriefje, dit moet je wel zo vlug<br />

mogelijk aan de school bezorgen, zelfs bij één dag afwezigheid op je stageschool.<br />

Vergeet ook niet om de vakdocenten en je stageschool onmiddellijk te verwittigen.


STAGEROOSTER stage: secundair onderwijs 2 (actieve stage) 2011-2012<br />

Stagiair: Onderwijsvakken<br />

Stageschool:<br />

(volledig adres)<br />

Op te nemen gegevens: juiste schooluren, vak, mentor en lokaal (zo mogelijk: onderwerp).<br />

In speciale gevallen: plan met de juiste toegang tot de school (ook parkeermogelijkheid noteren).<br />

Geldigheidsperiode: ………………………………………………………………………………………………………..<br />

UREN MAANDAG DINSDAG WOENSDAG DONDERDAG VRIJDAG<br />

1 ……..<br />

2 ……..<br />

3 ……..<br />

4 ……..<br />

5 ……..<br />

6 ……..<br />

7 ……..<br />

8 ……..<br />

Opmerkingen:<br />

Bij elke wijziging: altijd mailen naar heidi.vereecke@khbo.be (van zodra je de wijziging te weten komt.) Ook de betrokken<br />

Bij ziekte of andere<br />

afwezigheid<br />

Departement Lerarenopleiding Bijlage 11<br />

Xaverianenstraat 10 - 8200 <strong>Brugge</strong> (Sint-Michiels)<br />

Tel. 050 30 51 38 – Fax 050 30 51 01<br />

stagecoördinatie: griet.grymonpon@khbo.be<br />

contactpersoon: heidi.vereecke@khbo.be<br />

docenten verwittigen op de afgesproken manier.<br />

Officieel stagedocument.<br />

Een exemplaar moet<br />

door de student. aan het<br />

opleidingshoofd en 1ex.<br />

aan elke vakdocent<br />

bezorgd worden. (alle<br />

lessen vermelden, lessen<br />

van het keuzevak<br />

markeren).<br />

Ziekte of afwezigheid moet altijd telefonisch (050 30 51 38) gemeld worden aan het<br />

stagesecretariaat, van zodra je dit weet. Wacht niet op een doktersbriefje, dit moet je wel zo vlug<br />

mogelijk aan de school bezorgen, zelfs bij één dag afwezigheid op je stageschool.<br />

Vergeet ook niet om de vakdocenten en je stageschool onmiddellijk te verwittigen.


Naam van mentor of stagebe<strong>geleide</strong>r:<br />

<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Brugge</strong>-<strong>Oostende</strong><br />

Xaverianenstraat 10, 8200 Sint-Michiels (<strong>Brugge</strong>)<br />

Stagecoördinator Griet Grymonpon (griet.grymonpon@khbo.be)<br />

Contactpersoon Heidi Ver Eecke (heidi.vereecke@khbo.be)<br />

Bijlage 12<br />

LESRAPPORT STAGE: SECUNDAIR ONDERWIJS 2<br />

Student: Stageschool:<br />

Vak: Datum:<br />

Lesonderwerp:<br />

FEEDBACK<br />

Positieve punten Werkpunten


Naam van mentor of stagebe<strong>geleide</strong>r:<br />

Handtekening:<br />

Naam student:<br />

BASISDOELEN STAGE TOELICHTING<br />

De leraar als be<strong>geleide</strong>r van leer- en ontwikkelingsprocessen<br />

Doelgerichtheid Kiest en bereikt voor een les<br />

doelstellingen rekening houdend met het<br />

leerplan.<br />

Kiest een passende werkvorm.<br />

Methodische<br />

uitvoering Voert de gekozen werkvorm efficiënt uit.<br />

Gebruik van<br />

leermiddelen<br />

Communicatie<br />

met leerlingen<br />

De leraar als opvoeder<br />

Leerlingbetrokkenheid<br />

Benut in zijn interactie met de leerlingen<br />

de kennis en ervaring die de leerlingen<br />

vroeger of elders hebben opgedaan.<br />

Gebruikt een gestructureerd en verzorgd<br />

bordplan.<br />

Gebruikt adequaat bestaande<br />

leermiddelen en media.<br />

Hanteert een verzorgde en adequate<br />

spreek- en schrijftaal.<br />

Communiceert vlot met de leerlingen.<br />

Spreekt voldoende luid en duidelijk.<br />

Gaat op een respectvolle manier met de<br />

leerlingen om.<br />

Betrekt zoveel mogelijk leerlingen in de<br />

les.<br />

Bijlage 12


Naam van mentor of stagebe<strong>geleide</strong>r:<br />

Handtekening:<br />

De leraar als inhoudelijk expert<br />

Beheersing<br />

kennis en<br />

vaardigheden<br />

De leraar als organisator<br />

Inzet en<br />

verantwoordelijk<br />

-heidszin<br />

Beheerst de kennisinhouden en<br />

vaardigheden die relevant zijn voor de<br />

les.<br />

Gebruikt vakterminologie correct.<br />

Komt regels en afspraken na en gaat<br />

respectvol om met het personeel op de<br />

stageschool.<br />

Heeft de lesvoorbereiding grondig<br />

uitgewerkt.<br />

Is in orde met de vereiste administratie.<br />

Klasmanagement<br />

Staat enthousiast voor de klas.<br />

Geeft leiding aan de klas.<br />

De leraar als innovator - onderzoeker<br />

Reflectie<br />

Benoemt sterke en zwakke punten uit de<br />

lessen.<br />

Formuleert constructieve oplossingen<br />

voor het wegwerken van zwakke punten.<br />

Naam student:<br />

De leraar als lid van een schoolteam – partner van ouders en externen<br />

Communicatie Zorgt voor een goede communicatie met<br />

de mentor (informeren, omgaan met<br />

feedback, hulp vragen of geven).<br />

Bijlage 12


Naam: Bijlage 13<br />

Onderwijsvakken:<br />

Checklist voor de stagemap 2 BASO: eerste semester<br />

MAP<br />

AGENDA<br />

LES-<br />

RAPPORT<br />

ANDERE DOCUMENTEN EN<br />

LESVOORBEREIDINGEN<br />

De documenten zitten in een KHBO-stagemap. JA / NEEN<br />

De map is voorzien van een etiket met NAAM-GROEP-<br />

VAKKEN (op de rug van de map).<br />

De schutbladen zitten in de juiste volgorde (zelf te<br />

maken):<br />

• agenda (per vak)<br />

• lesrapporten (per vak)<br />

• opdrachten<br />

• lesroosters stage<br />

• reflecties<br />

• lesvoorbereidingen (per vak)<br />

Checklist voor de stagemap: stage secundair onderwijs 2 (eerste semester)<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEEN<br />

De stageleerlijn zit achteraan in de map. JA / NEEN<br />

Er is een ingevulde en een blanco checklist aanwezig<br />

(vooraan in de map).<br />

Een kopie van de ingevulde agenda (met<br />

handtekeningen) van de observatiestage in het BSO<br />

zit in de map (origineel bij opdracht).<br />

De ingevulde agenda van de opwarmstage zit in de<br />

map.<br />

De ingevulde agenda van de novemberstage zit in de<br />

map (agenda per vak!).<br />

Het overzicht van de reeds gegeven lessen zit in de<br />

map.<br />

Alle lesrapporten (opwarm- en novemberstage) zitten<br />

in de stagemap (per vak).<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEEN<br />

Van alle lesrapporten werd een kopie aan de<br />

vakdocent gegeven. JA / NEEN<br />

De observatieopdrachten bij de opwarmstage zitten in<br />

de map.<br />

De opdrachten bij de observatielessen tijdens de<br />

novemberstage zitten in de map.<br />

De lesroosters (observatiestage en novemberstage)<br />

zitten in de map.<br />

Het persoonlijk actieplan voor de novemberstage zit in<br />

de map (per vak).<br />

Een eindreflectie (per vak uitgewerkt) over de<br />

novemberstage zit in de map.<br />

De lesvoorbereidingen van de opwarm- en<br />

novemberstage zitten in de map (per vak).<br />

Voor iedere les is een korte reflectie aanwezig (op de<br />

ommezijde van het voorblad van de lesvoorbereiding).<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEEN


Naam: Bijlage 14<br />

Onderwijsvakken:<br />

Checklist voor de stagemap 2 BASO: tweede semester<br />

(indien 2 mappen: map met lesvoorbereidingen van het tweede semester en eventueel een<br />

andere map met alle andere documenten van het volledige academiejaar)<br />

MAP<br />

AGENDA<br />

LES-<br />

RAPPORT<br />

ANDERE DOCUMENTEN EN<br />

LESVOORBEREIDINGEN<br />

De documenten zitten in een KHBO-stagemap. JA / NEEN<br />

De map is voorzien van een etiket met NAAM-GROEP-<br />

VAKKEN (op de rug van de map).<br />

De schutbladen zitten in de juiste volgorde (zelf te<br />

maken):<br />

• agenda (per vak)<br />

• lesrapporten (per vak)<br />

• opdrachten<br />

• lesroosters stage<br />

• reflecties<br />

• lesvoorbereidingen (per vak)<br />

Checklist voor de stagemap: stage secundair onderwijs 2 (tweede semester)<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEEN<br />

De stageleerlijn zit achteraan in de map. JA / NEEN<br />

Er is een ingevulde en een blanco checklist aanwezig<br />

(vooraan in de map).<br />

Een kopie van de ingevulde agenda van de<br />

observatiestage in het BSO zit in de map.<br />

De ingevulde agenda van de elke stage zit in de map<br />

(agenda per vak!).<br />

Het overzicht van de reeds gegeven lessen zit in de<br />

map.<br />

Alle lesrapporten (van alle stageperiodes) zitten in de<br />

stagemap (per vak).<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEEN<br />

Van alle lesrapporten werd een kopie aan de<br />

vakdocent gegeven. JA / NEEN<br />

De observatieopdrachten bij de opwarmstage zitten in<br />

de map.<br />

De opdrachten bij de observatielessen tijdens de<br />

externe stages zitten in de map.<br />

De lesroosters (observatiestages en externe stages)<br />

zitten in de map.<br />

Het persoonlijk actieplan per externe stageperiode zit<br />

in de map (per vak).<br />

Een eindreflectie (per vak uitgewerkt) per externe<br />

stageperiode zit in de map.<br />

De lesvoorbereidingen van de externe stages zitten in<br />

de map (per vak) (enkel tweede semester).<br />

Voor iedere les is een korte reflectie aanwezig (op de<br />

ommezijde van het voorblad van de lesvoorbereiding).<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEEN<br />

JA / NEEN


Bijlage 15<br />

PERSOONLIJK ACTIEPLAN Student: …………………………..<br />

PLAN:<br />

Selecteer de indicatoren van de<br />

stageleerlijn<br />

en concretiseer het specifiek probleem.<br />

DO:<br />

Geef aan hoe je aan je probleem wilt<br />

werken.<br />

Omschrijf je actiepunten.<br />

1.<br />

2.<br />

3.<br />

1.<br />

2.


CHECK:<br />

Geef de criteria om te bepalen of je actie<br />

succesvol was.<br />

3.<br />

1.<br />

2.<br />

3.<br />

Bijlage 15


Bijlage 16<br />

Toestemming voor een didactische derdejaarsstage - academiejaar 2011-2012<br />

Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs<br />

Naam van de student:<br />

Mail:<br />

Tel:<br />

Stageschool:<br />

3 de jaar Vakken:………….<br />

Hierbij bevestigt ondergetekende dat bovenstaande student in de stageplanning van het<br />

schooljaar 2011-2012 opgenomen is:<br />

⇒ voor de op de aanvraagbrief vermelde periode(s) : .............................................. ..<br />

⇒ ......................................................................................................................<br />

De student dient voor de verdere afhandeling van de stage contact op te nemen:<br />

⇒ met: .................................................. (directeur, adjunct-directeur,<br />

stagecoördinator,….)<br />

⇒ in de maand: ..................................... of op datum van: ......................... ………….<br />

Datum: ..................................<br />

Departement Lerarenopleiding<br />

Xaverianenstraat 10 -8200 <strong>Brugge</strong> (Sint-Michiels)<br />

Tel. 050 30 51 00 Fax 050 30 51 01<br />

Stagecoördinatie: griet.grymonpon@khbo.be<br />

Contactpersoon: heidi.vereecke@khbo.be (Tel 050 30 51 38)<br />

Naam/functie: ............................... Handtekening: ............................ .................


STAGEROOSTER stage: secundair onderwijs 3 2011-2012<br />

Stagiair: Onderwijsvakken<br />

Stageschool:<br />

(volledig<br />

adres)<br />

Op te nemen gegevens: juiste schooluren, vak, mentor en lokaal (zo mogelijk: onderwerp).<br />

In speciale gevallen: plan met de juiste toegang tot de school (ook parkeermogelijkheid noteren).<br />

Geldigheidsperiode: ……………………….<br />

UREN MAANDAG DINSDAG WOENSDAG DONDERDAG VRIJDAG<br />

1 ……..<br />

2 ……..<br />

3 ……..<br />

4 ……..<br />

5 ……..<br />

6 ……..<br />

7 ……..<br />

8 ……..<br />

Opmerkingen:<br />

Bij elke wijziging: altijd mailen naar heidi.vereecke@khbo.be (van zodra je de wijziging te weten komt). Ook de betrokken<br />

docenten verwittigen op de afgesproken manier.<br />

Bij ziekte of andere<br />

afwezigheid<br />

Departement Lerarenopleiding Bijlage 17<br />

Xaverianenstraat 10 - 8200 <strong>Brugge</strong> (Sint-Michiels)<br />

Tel. 050 30 51 38 – Fax 050 30 51 01<br />

stagecoördinatie: griet.grymonpon@khbo.be<br />

contactpersoon: heidi.vereecke@khbo.be<br />

Officieel stagedocument.<br />

Dit document moet op<br />

TOLEDO+ geplaatst<br />

worden.<br />

Een exemplaar wordt door<br />

de student aan het<br />

opleidingshoofd en 1ex.<br />

aan elke vakdocent<br />

bezorgd . (alle lessen<br />

vermelden, lessen van het<br />

keuzevak markeren).<br />

Ziekte of afwezigheid moet altijd telefonisch (050 30 51 38) gemeld worden aan het<br />

stagesecretariaat, van zodra je dit weet. Wacht niet op een doktersbriefje, dit moet je wel zo vlug<br />

mogelijk aan de school bezorgen, zelfs bij één dag afwezigheid op je stageschool.<br />

Vergeet ook niet de vakdocenten en je stageschool onmiddellijk te verwittigen.


Documenten bij de lesvoorbereiding: richtlijnen voor studenten<br />

Doel<br />

Kunnen werken met de documenten die voor de lesvoorbereiding noodzakelijk zijn.<br />

Bijlage 18<br />

Motivatie<br />

Je moet voldoen aan de ‘eisen’ van de pedagogische begeleiding (APR 5). Die verwacht<br />

dat een beginnende leraar bij het voorbereiden van de les werkt met een aantal documenten:<br />

leerplan, een (jaar)plan en agenda, een lesvoorbereiding.<br />

Hoewel sommigen beweren dat al die documenten overbodig zijn en alleen maar “planlast”<br />

met zich meebrengen, is het nogal duidelijk dat een goed gebruik van die documenten<br />

de efficiëntie in het lesgeven fel verhoogt.<br />

Afspraken<br />

Leerplan<br />

Verwijs voor een geheel van lessen in de lesvoorbereidingen naar het meest recente<br />

leerplan (conform de afspraken met de vakdocenten).<br />

Agenda<br />

Hou een agenda bij per vak en per klas. Het bevat minimaal de rubrieken: datum (+<br />

lesuur), lesonderwerp met verwijzing naar het boek (notities), persoonlijk werk en toetsen<br />

(zie document).<br />

Vul voor de les de agenda in en werk die eventueel achteraf bij.<br />

Let erop dat de formuleringen in de schoolagenda van de leerlingen overeenkomen met<br />

je eigen agenda.<br />

Overleg met de stagementor over je agenda.<br />

(Mini-) jaarplan<br />

Probeer meer greep te krijgen op je timing door in je agenda - voor de 3-weken stage<br />

begint - per vak in te schatten hoeveel lestijden je nodig zult hebben voor grotere gehelen<br />

(hoofdstukken, thema’s, lessenreeksen). Nu kun je het eens uitproberen, zodat je het<br />

in de ingroeistage succesvoller kunt aanpakken.<br />

Werk waar mogelijk de globale timing al een beetje verder uit, zodanig dat je zo snel<br />

mogelijk kunt tussenkomen als je teveel afwijkt van je timing.<br />

Overleg met de stagementor. Vraag bijvoorbeeld naar het jaarplan van de stagementor,<br />

zodat je een richtlijn hebt voor het ontwerpen van een lessenreeks.<br />

Als je niet alle uren van het vak mag geven, maak je toch een planning op voor alle uren.<br />

Bespreek met de mentor strategieën om je lesgeven (waar zinvol) aan te passen aan die<br />

planning.<br />

Lesvoorbereiding<br />

Experimenteer voorzichtig met (meer) efficiënte manieren om lessen voor te bereiden.<br />

Dit is voor vele stagementoren en –be<strong>geleide</strong>rs een delicaat punt. Bespreek daarom geregeld<br />

met hen de manier waarop je de lessen hebt ontworpen.<br />

Veel hangt bijvoorbeeld af van de kwaliteit van de lessen. Als je goed lesgeeft, is dit een<br />

sein om je lesvoorbereiding bondiger (maar even efficiënt) te maken. Zijn de lessen nog<br />

niet denderend, dan is het niet erg verstandig om te snoeien in je lesvoorbereidingen.<br />

Pedagogisch be<strong>geleide</strong>rs maken dikwijls de volgende afspraken:<br />

Behoud altijd een goed gestoffeerd lesplan, zodat je het volgende jaar voldoende steun<br />

hebt om zonder veel extra werk deze les opnieuw te kunnen geven.<br />

Schrijf de titel van de les, de doelen, een lijst met materiaal, een verwijzing naar een<br />

leerboek op een titelblad.<br />

Inhoud: veel hangt af van hoe goed je de inhoud zelf beheerst. Schrijf het boek niet letterlijk<br />

over. Behoud in de inhoudskolom in ieder geval wel de structuur en de kernideeën.<br />

Blijf veel aandacht besteden aan werkvormen en materiaal (maar verwoord die veel efficiënter).<br />

Voor vele lessen is het voorbereiden van een goed bordplan een grote winst.


Bijlage 18<br />

Maak altijd de oefeningen zelf.<br />

Bereid ook de evaluatie goed voor.<br />

Werk niet meer in termen van aparte lessen, maar overzie het geheel. Werk m.a.w. lessenreeksen<br />

uit (of bundel desnoods de lesontwerpen in een lessenreeks.)


KATHOLIEKE HOGESCHOOL BRUGGE-OOSTENDE<br />

Departement Lerarenopleiding<br />

Xaverianenstraat 10 - 8200 BRUGGE (Sint-Michiels)<br />

Tel. 050 30 51 00 - Fax 050 30 51 01<br />

Opleidingshoofd: griet.grymonpon@khbo.be<br />

Contactpersoon: heidi.vereecke@khbo.be (Tel. 050 30 51 38)<br />

Bijlage 19<br />

Dagelijks lesrapport Stage: secundair onderwijs 3<br />

Student: .................................................................. School: ............................................................<br />

Vak: ....................................................................... Klas: ...............................................................<br />

Lesonderwerp: ....................................................... Stagementor: ..................................................<br />

................................................................................ Datum: .............................................................<br />

De leraar als be<strong>geleide</strong>r van leer- en ontwikkelingsprocessen<br />

doelgerichtheid, methodische uitvoering, gebruik van leermiddelen (bord en media), communicatie met leerlingen(taal)<br />

, evaluatie<br />

De leraar als opvoeder, als organisator en als lid van een schoolteam<br />

Leerlingbetrokkenheid, inzet en verantwoordelijkszin , time-management, klas-management, communicatie met mentor<br />

De leraar als inhoudelijk expert, als innovator, als onderzoeker<br />

beheersing van kennis en vaardigheden, creativiteit, reflectie<br />

Handtekening


Naam van mentor:<br />

Handtekening:<br />

Naam van student:<br />

BASISDOELEN STAGE TOELICHTING<br />

De leraar als be<strong>geleide</strong>r van leer- en ontwikkelingsprocessen<br />

1 Doelgerichtheid<br />

2 Methodische<br />

uitvoering<br />

3 Gebruik van<br />

leermiddelen<br />

4<br />

Communicatie<br />

met leerlingen<br />

5 Evaluatie<br />

Kiest en bereikt voor een les en voor<br />

grotere gehelen doelstellingen rekening<br />

houdend met het leerplan.<br />

Kiest een passende werkvorm.<br />

Voert de gekozen werkvorm efficiënt uit<br />

en biedt de leerlingen zinvolle kansen<br />

om actief te zijn.<br />

Benut in zijn interactie met de<br />

leerlingen de kennis en ervaring die de<br />

leerlingen vroeger of elders hebben<br />

Reageert op een gepaste manier op<br />

vragen en fouten van leerlingen.<br />

Gebruikt een gestructureerd en<br />

verzorgd bordplan.<br />

Gebruikt adequaat bestaande<br />

leermiddelen en media.<br />

Ontwikkelt zelf aangepaste leermiddelen<br />

indien nodig.<br />

Hanteert een verzorgde en adequate<br />

spreek- en schrijftaal.<br />

Communiceert vlot met de leerlingen.<br />

Spreekt voldoende luid en duidelijk.<br />

Werkt een gepaste evaluatievorm uit.<br />

Geeft betrouwbaar en opbouwend<br />

commentaar over de kennis en<br />

vaardigheden van de leerlingen.<br />

Bijlage 20


Naam van mentor:<br />

Handtekening:<br />

De leraar als opvoeder<br />

6 Leerlingbetrokkenheid<br />

De leraar als inhoudelijk expert<br />

7 Beheersing<br />

kennis en<br />

vaardigheden<br />

De leraar als organisator<br />

8 Inzet en<br />

verantwoordelij<br />

k-heidszin<br />

Gaat op een respectvolle manier met de<br />

leerlingen om.<br />

Betrekt zoveel mogelijk leerlingen in de<br />

les.<br />

Sluit aan bij de leefwereld van de<br />

leerlingen.<br />

Spoort leerlingen aan om verzorgd en<br />

duidelijk te spreken.<br />

Gaat gepast om met specifieke<br />

zorgvragen van leerlingen.<br />

Beheerst de kennisinhouden en<br />

vaardigheden die relevant zijn voor de<br />

les en beschikt over een ruime<br />

achtergrondkennis.<br />

Gebruikt vakterminologie correct.<br />

Komt regels en afspraken na en gaat<br />

respectvol om met het personeel op de<br />

stageschool.<br />

Heeft de lesvoorbereiding grondig<br />

uitgewerkt.<br />

Participeert actief in het klas- en<br />

schoolgebeuren.<br />

Is in orde met de vereiste administratie<br />

Naam van student:<br />

Bijlage 20


Naam van mentor:<br />

Handtekening:<br />

9 Timemanagement<br />

Werkt met een flexibele tijdsplanning op<br />

korte en lange termijn<br />

10 Klasmanagement<br />

Geeft leiding aan de klas<br />

Staat enthousiast voor de klas.<br />

Heeft aandacht voor veiligheid en<br />

hygiëne.<br />

Pakt storend gedrag van leerlingen<br />

efficiënt aan.<br />

De leraar als innovator - onderzoeker<br />

11 Reflectie Benoemt sterke en zwakke punten uit<br />

de lessen en confronteert ze met de<br />

mening van mentoren.<br />

Formuleert constructieve oplossingen<br />

voor het wegwerken van zwakke<br />

punten.<br />

12 Creativiteit<br />

Neemt initiatief om situaties te creëren<br />

om zijn competenties te verbreden.<br />

Kiest voor originele en creatieve<br />

aanpak.<br />

Koppelt actuele en maatschappelijke<br />

gebeurtenissen aan de leerinhoud.<br />

De leraar als lid van een schoolteam – partner van ouders en externen<br />

13 Communicatie<br />

Zorgt voor een goede communicatie<br />

met de mentor (informeren, omgaan<br />

met feedback, hulp vragen of geven)<br />

Functioneert als partner van de mentor,<br />

ouders en externen.<br />

Naam van student:<br />

Bijlage 20


<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Brugge</strong>-<strong>Oostende</strong><br />

Xaverianenstraat 10, 8200 Sint-Michiels (<strong>Brugge</strong>)<br />

Stagecoördinator Griet Grymonpon (griet.grymonpon@khbo.be)<br />

Contactpersoon Heidi Ver Eecke (heidi.vereecke@khbo.be)<br />

Bijlage 20<br />

EINDRAPPORT STAGE: SECUNDAIR ONDERWIJS 3<br />

Student: Stageschool:<br />

Vak: Stagementor:<br />

Opvallendste kwaliteiten<br />

Belangrijkste werkpunten en/of suggesties voor de toekomst<br />

Datum en handtekening<br />

Gelieve dit document met de student te bespreken en op te sturen naar:<br />

KHBO<br />

t.a.v.: Griet Grymonpon<br />

Opleidingshoofd BASO<br />

Xaverianenstraat 10<br />

8200 <strong>Brugge</strong> (Sint-Michiels)<br />

griet.grymonpon@khbo.be<br />

(De student bezorgt u een geadresseerde enveloppe met postzegel.)


Naam van mentor:<br />

Handtekening:<br />

Naam van student:<br />

BASISDOELEN STAGE TOELICHTING<br />

De leraar als be<strong>geleide</strong>r van leer- en ontwikkelingsprocessen<br />

1 Doelgerichtheid<br />

2 Methodische<br />

uitvoering<br />

3 Gebruik van<br />

leermiddelen<br />

4<br />

Communicatie<br />

met leerlingen<br />

5 Evaluatie<br />

Kiest en bereikt voor een les en voor<br />

grotere gehelen doelstellingen rekening<br />

houdend met het leerplan.<br />

Kiest een passende werkvorm.<br />

Voert de gekozen werkvorm efficiënt uit<br />

en biedt de leerlingen zinvolle kansen<br />

om actief te zijn.<br />

Benut in zijn interactie met de<br />

leerlingen de kennis en ervaring die de<br />

leerlingen vroeger of elders hebben<br />

Reageert op een gepaste manier op<br />

vragen en fouten van leerlingen.<br />

Gebruikt een gestructureerd en<br />

verzorgd bordplan.<br />

Gebruikt adequaat bestaande<br />

leermiddelen en media.<br />

Ontwikkelt zelf aangepaste leermiddelen<br />

indien nodig.<br />

Hanteert een verzorgde en adequate<br />

spreek- en schrijftaal.<br />

Communiceert vlot met de leerlingen.<br />

Spreekt voldoende luid en duidelijk.<br />

Werkt een gepaste evaluatievorm uit.<br />

Geeft betrouwbaar en opbouwend<br />

commentaar over de kennis en<br />

vaardigheden van de leerlingen.<br />

Bijlage 20


Naam van mentor:<br />

Handtekening:<br />

De leraar als opvoeder<br />

6 Leerlingbetrokkenheid<br />

De leraar als inhoudelijk expert<br />

7 Beheersing<br />

kennis en<br />

vaardigheden<br />

De leraar als organisator<br />

8 Inzet en<br />

verantwoordelij<br />

k-heidszin<br />

Gaat op een respectvolle manier met de<br />

leerlingen om.<br />

Betrekt zoveel mogelijk leerlingen in de<br />

les.<br />

Sluit aan bij de leefwereld van de<br />

leerlingen.<br />

Spoort leerlingen aan om verzorgd en<br />

duidelijk te spreken.<br />

Gaat gepast om met specifieke<br />

zorgvragen van leerlingen.<br />

Beheerst de kennisinhouden en<br />

vaardigheden die relevant zijn voor de<br />

les en beschikt over een ruime<br />

achtergrondkennis.<br />

Gebruikt vakterminologie correct.<br />

Komt regels en afspraken na en gaat<br />

respectvol om met het personeel op de<br />

stageschool.<br />

Heeft de lesvoorbereiding grondig<br />

uitgewerkt.<br />

Participeert actief in het klas- en<br />

schoolgebeuren.<br />

Is in orde met de vereiste administratie<br />

Naam van student:<br />

Bijlage 20


Naam van mentor:<br />

Handtekening:<br />

9 Timemanagement<br />

Werkt met een flexibele tijdsplanning op<br />

korte en lange termijn<br />

10 Klasmanagement<br />

Geeft leiding aan de klas<br />

Staat enthousiast voor de klas.<br />

Heeft aandacht voor veiligheid en<br />

hygiëne.<br />

Pakt storend gedrag van leerlingen<br />

efficiënt aan.<br />

De leraar als innovator - onderzoeker<br />

11 Reflectie Benoemt sterke en zwakke punten uit<br />

de lessen en confronteert ze met de<br />

mening van mentoren.<br />

Formuleert constructieve oplossingen<br />

voor het wegwerken van zwakke<br />

punten.<br />

12 Creativiteit<br />

Neemt initiatief om situaties te creëren<br />

om zijn competenties te verbreden.<br />

Kiest voor originele en creatieve<br />

aanpak.<br />

Koppelt actuele en maatschappelijke<br />

gebeurtenissen aan de leerinhoud.<br />

De leraar als lid van een schoolteam – partner van ouders en externen<br />

13 Communicatie<br />

Zorgt voor een goede communicatie<br />

met de mentor (informeren, omgaan<br />

met feedback, hulp vragen of geven)<br />

Functioneert als partner van de mentor,<br />

ouders en externen.<br />

Naam van student:<br />

Bijlage 20


Vak<br />

Klas<br />

(volledig)<br />

Aantal<br />

Lestijden<br />

Datum<br />

Hoofdstuk<br />

Hoofdstuk<br />

Agenda geïntegreerd in de jaarplanning (per vak - klas)<br />

Leerinhoud<br />

Naam<br />

Student BASO<br />

nummer<br />

leerplan<br />

Persoonlijk<br />

werk en<br />

toetsen<br />

Bijlage 21<br />

Opmerkingen


Aantal<br />

Lestijden<br />

Datum<br />

Hoofdstuk<br />

Hoofdstuk<br />

Leerinhoud<br />

Persoonlijk<br />

werk en<br />

toetsen<br />

Bijlage 21<br />

Opmerkingen


Bijlage 22<br />

PERSOONLIJK ACTIEPLAN Student: …………………………..<br />

PLAN:<br />

Selecteer de indicatoren van de<br />

stageleerlijn<br />

en concretiseer het specifiek probleem.<br />

DO:<br />

Geef aan hoe je aan je probleem wilt<br />

werken.<br />

Omschrijf je actiepunten.<br />

1.<br />

2.<br />

3.<br />

1.<br />

2.


CHECK:<br />

Geef de criteria om te bepalen of je actie<br />

succesvol was.<br />

3.<br />

1.<br />

2.<br />

3.<br />

Bijlage 22

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!