06.09.2013 Views

Wat is archeologie? Wat doet een archeoloog precies? - Goes

Wat is archeologie? Wat doet een archeoloog precies? - Goes

Wat is archeologie? Wat doet een archeoloog precies? - Goes

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

§1. Archeologie, algem<strong>een</strong><br />

<strong>Wat</strong> <strong>is</strong> <strong>archeologie</strong>?<br />

Lesbrief <strong>archeologie</strong><br />

Archeologie <strong>is</strong> kijken naar het verleden, uitgaande van de mens. Het woord komt uit de<br />

Griekse woorden archaios = het oude en logos = kenn<strong>is</strong>. Archeologie <strong>is</strong> dus de wetenschap<br />

van het oude.<br />

De <strong>archeologie</strong> houdt zich bezig met overblijfselen die ons <strong>een</strong> beeld geven van de manier<br />

waarop mensen vroeger leefden. Dat kunnen dingen zijn zoals kleding, werktuigen, wapens,<br />

potten, munten of bakstenen.<br />

Alles <strong>is</strong> voor archeologen interessant. Zij komen veel te weten uit oude beerputten. Een<br />

beerput was <strong>een</strong> afvalput, die diende als toilet, maar ook als vuiln<strong>is</strong>bak. Maaltijdresten,<br />

gebroken serviesgoed, glas, tuinafval, kapotte meubels en andere resten werden tijdens<br />

opgravingen gevonden. Die vondsten geven ons <strong>een</strong> goed beeld van het dagelijks leven van<br />

vroeger.<br />

<strong>Wat</strong> <strong>doet</strong> <strong>een</strong> <strong>archeoloog</strong> <strong>precies</strong>?<br />

Een <strong>archeoloog</strong> zoekt naar oude<br />

voorwerpen en sporen van oude<br />

bewoning. Dat kan hij doen door in de<br />

grond te graven.<br />

Een archeolog<strong>is</strong>che opgraving <strong>is</strong> aan<br />

regels gebonden. Je kunt niet zomaar <strong>een</strong><br />

schop in de grond steken. Dan verniel je<br />

m<strong>is</strong>schien wat je wilt opgraven. Vóór er op <strong>een</strong> bepaalde plaats (archeologen spreken van <strong>een</strong><br />

‘site’= archeolog<strong>is</strong>che werkplaats) wordt gegraven, wordt er zorgvuldig geboord en gemeten.<br />

Daarna wordt laag na laag weggehaald. Ook wordt er gekeken naar de ligging van de lagen en<br />

de omgeving van de vondst, die net zo belangrijk zijn als het voorwerp en de scherven zelf.<br />

Na de opgraving worden de vondsten gewassen, getekend, gefotografeerd en uitgebreid<br />

beschreven. Ook moeten ze genummerd worden, op de binnenkant van <strong>een</strong> scherf of pot<br />

bijvoorbeeld. Daarna worden de vondsten geconserveerd.<br />

<strong>Wat</strong> <strong>is</strong> conserveren?<br />

Oude voorwerpen kunnen lang goed bewaard blijven, bijv. omdat ze afgesloten zijn van<br />

zuurstof en vocht. Als voorwerpen worden ontdekt en van hun plaats gehaald, dan kunnen ze<br />

beschadigd raken. Om dit te voorkomen krijgen de opgegraven voorwerpen <strong>een</strong> bepaalde<br />

behandeling, waardoor ze langdurig beschermd, geconserveerd, zijn. Zo worden vondsten<br />

gereinigd en, als het nodig <strong>is</strong>, weer in elkaar gezet.<br />

Als de voorwerpen zijn bestudeerd en geconserveerd, dan gaan ze meestal naar het depot.<br />

Een depot <strong>is</strong> <strong>een</strong> opslagplaats voor vondsten. Speciale en mooie vondsten gaan naar musea.<br />

Educatieve dienst H<strong>is</strong>tor<strong>is</strong>ch Museum De Bevelanden, <strong>Goes</strong> 1


Hoe dateer je <strong>een</strong> voorwerp?<br />

Lesbrief <strong>archeologie</strong><br />

Dateren <strong>is</strong> het bepalen van de ouderdom van <strong>een</strong> voorwerp. Er zijn verschillende methodes<br />

om de ouderdom te bepalen. De belangrijkste zijn stratigrafie en typologie. Stratigrafie heeft<br />

te maken met de ouderdom van de grondlagen en de plaats van het voorwerp. Bij typologie<br />

wordt gekeken naar kenmerken (bijvoorbeeld versieringen) die typerend zijn voor <strong>een</strong><br />

bepaalde periode.<br />

Waarom <strong>archeologie</strong>?<br />

Archeologie geeft ons <strong>een</strong> beeld van het verleden aan de hand van voorwerpen of<br />

overblijfselen. Alles wat mensen hebben achtergelaten <strong>is</strong> belangrijk.Voedselresten laten zien<br />

wat mensen vroeger aten, slijtage op potten of pannen laat zien hoe en waarvoor mensen<br />

vroeger hun keukengerei gebruikten.<br />

Deze informatie haal je niet altijd uit geschreven bronnen. Soms ontbreken er bronnen<br />

waardoor er “gaten” in de geschieden<strong>is</strong> ontstaan. Vooral vóór de tijd dat het schrift bestond,<br />

biedt <strong>archeologie</strong> <strong>een</strong> uitkomst. Door middel van overblijfselen van oude culturen proberen<br />

archeologen <strong>een</strong> zo volledig mogelijk beeld daarvan te geven.<br />

§2. Aardewerk<br />

Aardewerk <strong>is</strong> <strong>een</strong> verzamelnaam voor voorwerpen gemaakt uit gebakken klei. Daarbij kun je<br />

denken aan potten, pannen en kruiken, maar ook aan tegels. We beperken ons hier tot<br />

vaatwerk gemaakt van aardewerk.<br />

Bij de aardewerkopdracht in het museum onderscheiden we vier soorten aardewerk:<br />

- grijsbakkend<br />

- roodbakkend<br />

- st<strong>een</strong>goed<br />

- witbakkend<br />

Grijsbakkend aardewerk<br />

Grijsbakkend aardewerk bestaat uit <strong>een</strong> ijzerhoudende klei. De grijze kleur <strong>is</strong> ontstaan doordat<br />

aan het einde van het bakproces de zuurstoftoevoer in de oven werd afgesloten (reducerend<br />

bakken). Zo werd het aardewerk waterafstotend. We noemen het ook wel gesmoord<br />

aardewerk. Het zorgde ook voor <strong>is</strong>olatie, bijv. om vloe<strong>is</strong>tof koel te houden. Van dit type<br />

aardewerk werden o.a. waterkannen en kookpotten gemaakt. Tussen de 13 de en de 15 de eeuw<br />

was er vooral grijsbakkend aardewerk. Daarna werd het verdrongen door roodbakkend<br />

aardewerk.<br />

Een mooi voorbeeld van het grijsbakkend aardewerk <strong>is</strong> de vuurklok met<br />

handvat. Een vuurklok zette je over het vuur h<strong>een</strong> om het vuur op <strong>een</strong> laag<br />

pitje te houden. Zo kon het vuur ’s nachts blijven gloeien onder de stolp<br />

door de luchtgaten in de klok. De vuurklok werd vooral gebruikt in de tijd<br />

dat huizen voornamelijk nog uit hout werden gemaakt. Je had toen nog<br />

g<strong>een</strong> haard maar <strong>een</strong> open vuurplek in het midden. Op het moment dat de<br />

huizen (zo rond de late middeleeuwen) van st<strong>een</strong> werden en er haarden en<br />

schoorstenen werden gebouwd, verdw<strong>een</strong> dit type vuurstolp.<br />

Educatieve dienst H<strong>is</strong>tor<strong>is</strong>ch Museum De Bevelanden, <strong>Goes</strong> 2


Lesbrief <strong>archeologie</strong><br />

Roodbakkend aardewerk<br />

In de 13 de eeuw veranderde de productie van aardewerk flink. De verstedelijking, de<br />

bevolkingstoename en de special<strong>is</strong>atie in diverse bedrijfstakken (ambachten) leidden tot het<br />

ontstaan van pottenbakker als beroep. Het was in deze eeuw dat roodbakkend aardewerk voor<br />

het eerst in onze streken voorkwam.<br />

Roodbakkend aardewerk bestaat uit dezelfde klei als grijsbakkend. Het verschil zit hem in het<br />

bakken; roodbakkend aardewerk werd oxyderend gebakken. Tijdens het bakken werd er<br />

zuurstof toegelaten waardoor het ijzer in de klei ging oxyderen.<br />

Het aardewerk was poreus. De delen die in aanraking kwamen met<br />

het voedsel, bijvoorbeeld de binnenkant van <strong>een</strong> kom, werden daarom<br />

voorzien van <strong>een</strong> laagje loodglazuur om zo de poreusheid te<br />

verminderen. De kom was daardoor ook beter te reinigen.<br />

Loodglazuur was erg giftig en zorgde voor loodvergiftiging. Het was<br />

moeilijk te maken en erg duur. Het werd vanaf de 14 e en 15 e eeuw<br />

gebruikt in onze streken, in Vlaanderen al eerder.<br />

Zowel rood als grijsbakkende klei werd lokaal en regionaal gemaakt.<br />

St<strong>een</strong>goed<br />

St<strong>een</strong>goed werd van grijs- of bruinbakkende rivierklei gemaakt en heeft <strong>een</strong> fijne structuur.<br />

Het <strong>is</strong> waterdicht en daardoor bijzonder geschikt om vloe<strong>is</strong>toffen in te bewaren en om uit te<br />

drinken, zoals kannen en bekers vanaf de 12 e en 13 e eeuw en bronwaterflessen vanaf de 17 e en<br />

18 e eeuw. Het <strong>is</strong> afkomstig uit het Rijn/Moezel gebied rondom Keulen en heel herkenbaar aan<br />

de heldere klank als je twee scherven tegen elkaar tikt. Het maken van st<strong>een</strong>goed in Duitsland<br />

begon al in de 10 e en 11 e eeuw en <strong>is</strong> vanaf de 13 e eeuw hier ingevoerd.<br />

Op het latere st<strong>een</strong>goed zat altijd zoutglazuur. Dit glazuur werd gemaakt op bas<strong>is</strong> van zout,<br />

waardoor het aardewerk <strong>een</strong> bruine, soms grijze, maar vooral glanzende tint kreeg.<br />

Witbakkend aardewerk<br />

Witbakkend aardewerk <strong>is</strong> gemaakt van tertiaire zeeklei. Dat <strong>is</strong> <strong>een</strong> zeer oude kle<strong>is</strong>oort uit het<br />

Rijn-, Moezel- en Maasgebied. Door de uitspoeling zit er g<strong>een</strong> zout meer in de klei, waardoor<br />

er vrijwel g<strong>een</strong> ijzer meer in zit. Hierdoor blijft het aardewerk bij het bakken wit en wordt het<br />

niet rood of grijs.<br />

De grondstof werd bijna nergens in Nederland gedolven en werd dan ook geïmporteerd.<br />

All<strong>een</strong> in Zuid-Limburg was deze klei voorhanden waardoor er in de middeleeuwen <strong>een</strong> heuse<br />

pottenbakkersindustrie ontstond.<br />

De vroegste productieperiode in Nederland ligt tussen 1400 en 1550. Vanaf de 16 de eeuw<br />

werd op lokaal niveau vrij veel witbakkend aardewerk gemaakt. Het hoogtepunt ervan lag in<br />

de 18 de en 19 de eeuw.<br />

Educatieve dienst H<strong>is</strong>tor<strong>is</strong>ch Museum De Bevelanden, <strong>Goes</strong> 3


Lesbrief <strong>archeologie</strong><br />

Op witbakkend aardewerk werd vaak <strong>een</strong> groene glazuur aangebracht.<br />

Aan het glazuur werd dan kopervijlsel toegevoegd, waardoor het <strong>een</strong><br />

groene kleur kreeg.<br />

Al deze keramieksoorten zijn terug te vinden in het museum en worden tijdens de opdracht<br />

gebruikt.<br />

Verschillen in aardewerk ontstaan o.a. door de kle<strong>is</strong>oort, de baktemperatuur en de manier van<br />

bakken met meer of minder zuurstof. We gaan de verschillen <strong>een</strong>s op <strong>een</strong> rijtje zetten. <strong>Wat</strong><br />

zijn nu de meest zichtbare verschillen?<br />

Structuur<br />

Elke kle<strong>is</strong>oort heeft <strong>een</strong> eigen structuur.<br />

Grijsbakkend en roodbakkend aardewerk hebben <strong>een</strong> losse structuur. Het <strong>is</strong> poreus en als je<br />

scherven van dit soort aardewerk tegen elkaar tikt hoor je <strong>een</strong> doffe klank.<br />

St<strong>een</strong>goed heeft <strong>een</strong> fijne structuur en geeft daardoor <strong>een</strong> heldere klank. Witbakkend<br />

aardewerk zit er <strong>een</strong> beetje tussen in.<br />

Kleur<br />

Elke type aardewerk heeft <strong>een</strong> andere kleur. We hebben kunnen lezen dat dit komt door de<br />

kle<strong>is</strong>oort die wordt gebruikt. Ook de baktemperatuur en de hoeveelheid toegevoegde zuurstof<br />

heeft hier mee te maken.<br />

Grijsbakkend aardewerk wordt reducerend gebakken. Roodbakkend aardewerk wordt<br />

oxyderend gebakken.<br />

Glazuur<br />

Glazuur <strong>is</strong> <strong>een</strong> dunne glasachtige laag aangebracht op bijv. potten en pannen. Aan de<br />

binnenkant van het vaatwerk werd vaak <strong>een</strong> glazuurlaag aangebracht. Dit had <strong>een</strong> functie,<br />

namelijk het minder poreus maken van de potten. Hierdoor werd het vaatwerk geschikt voor<br />

het bewaren van vloe<strong>is</strong>toffen. Door glazuur werd het vaatwerk<br />

minder vuil en was het beter schoon te houden.<br />

Maar glazuur kon ook gebruikt worden ter versiering van de<br />

objecten. Door loodglazuur - eventueel met kopervijlsel - of<br />

zoutglazuur aan de klei toe te voegen, kreeg je <strong>een</strong> mooie rode,<br />

groene of <strong>een</strong> andere kleur.<br />

Verkleuringen, aanslag en sporen<br />

Potten en pannen werden vroeger in het vuur gezet, waardoor er verkleuringen ontstonden.<br />

Vuur zorgde ook voor roetaanslag, zoals aan de binnenkant van <strong>een</strong> vuurklok.<br />

Voorwerpen die lang in zout zeewater gelegen hebben vertonen soms dierlijke sporen, zoals<br />

zeepokken.<br />

Educatieve dienst H<strong>is</strong>tor<strong>is</strong>ch Museum De Bevelanden, <strong>Goes</strong> 4


Lesbrief <strong>archeologie</strong><br />

Versiering<br />

Hoe kun je vaatwerk versieren? Niet all<strong>een</strong> glazuur werd gebruikt als versiering. <strong>Wat</strong> dacht je<br />

van duimafdrukken, gaten, versieringen door middel van <strong>een</strong> stokje, touwtje, kammetje of<br />

verf. Voor archeologen zijn deze versieringen niet all<strong>een</strong> mooi om naar te kijken, maar ook<br />

bijzonder nuttig om te bepalen hoe oud <strong>een</strong> voorwerp <strong>is</strong>.<br />

Gebruik<br />

Natuurlijk werden al die potten en pannen niet zomaar gemaakt. Elk voorwerp<br />

had zijn eigen functie en naargelang de functie ontstond de vorm.<br />

Een belangrijk gebruiksobject in het middeleeuwse hu<strong>is</strong>houden was de<br />

kookpot. De kookpot, ook wel grape genoemd, had drie poten met meestal<br />

nog <strong>een</strong> één of twee oren of hengsel. De oudste kookpotten waren kogelpotten met <strong>een</strong> hele<br />

bolle bodem, die in (as van) het vuur werden gezet. Die bodem werd in de loop van de tijd<br />

steeds vlakker om hem geschikt te maken voor het koken op <strong>een</strong> fornu<strong>is</strong>.<br />

§3. Koken in de middeleeuwen<br />

Archeolog<strong>is</strong>che vondsten geven ons <strong>een</strong> goed beeld van het dagelijks leven van vroeger.<br />

Middeleeuws vaatwerk en voedselresten tonen ons hoe er vroeger werd gegeten.<br />

De ketel of kookpot, had <strong>een</strong> belangrijke plaats in de keuken. Warm eten bestond eeuwenlang<br />

vooral uit ketelkost, <strong>een</strong>voudig voedsel dat in één pot werd bereid, zoals brij, pap, potage of<br />

hutspot. Potage was <strong>een</strong> soort soep met vleesbouillon en groenten zoals knollen, wortelen,<br />

rapen en peulvruchten.<br />

Omdat de kost voornamelijk vloeibaar was, at men uit <strong>een</strong> houten kom of papkom. Platte<br />

borden zul je in de middeleeuwen dan ook bijna niet tegenkomen. Daarnaast werd vooral veel<br />

brood gegeten. Brood was volksvoedsel nummer één. Donker brood, gemaakt van rogge of<br />

gerst, werd voornamelijk door de armere bevolking gegeten. Licht tarwebrood was duurder en<br />

werd daarom voornamelijk door de rijken genuttigd.<br />

Qua bestek kende men het mes en de lepel, vorken<br />

bestonden toen nog niet. Eten deed je met <strong>een</strong> lepel,<br />

<strong>een</strong> stuk brood of met je vingers. Over het algem<strong>een</strong><br />

at men twee maaltijden per dag, tussen de middag en<br />

’s avonds. Het ontbijt (bijt betekent <strong>een</strong> beetje), werd<br />

niet gezien als <strong>een</strong> volwaardige maaltijd en werd<br />

vooral genuttigd door kinderen, zieken, bejaarden en<br />

voor mensen die hard moesten werken.<br />

Doordat de ketel, kookpot, zo’n belangrijke plaats in<br />

de keuken innam, kennen we veel uitdrukkingen met het woord pot: pottenkijkers, de pot<br />

verwijt de ketel dat-ie zwart ziet en het <strong>is</strong> allemaal één pot nat.<br />

Educatieve dienst H<strong>is</strong>tor<strong>is</strong>ch Museum De Bevelanden, <strong>Goes</strong> 5


Vragen<br />

Lesbrief <strong>archeologie</strong><br />

1. <strong>Wat</strong> <strong>is</strong> <strong>een</strong> <strong>archeoloog</strong> en wat <strong>doet</strong> hij?<br />

Een <strong>archeoloog</strong> <strong>is</strong> <strong>een</strong> onderzoeker. Hij heeft <strong>archeologie</strong> (oudheidkunde) gestudeerd aan <strong>een</strong><br />

universiteit en zoekt en onderzoekt oude voorwerpen.<br />

2. <strong>Wat</strong> kan <strong>een</strong> <strong>archeoloog</strong> allemaal tegenkomen in de grond?<br />

Potten, pannen, kledingresten, meubels, etensresten.. Je kunt het zo gek niet bedenken of<br />

mensen gooien het weg. Niet alles blijft bewaard natuurlijk. Dat wat de tand des tijds heeft<br />

doorstaan, wordt opgegraven.<br />

3. Mogen de archeologen de voorwerpen houden? Indien nee, wat gebeurt er dan met de<br />

gevonden voorwerpen?<br />

Nee, de archeologen onderzoeken het voorwerp (tekenen, fotograferen, meten, beschrijven<br />

het) en brengen het daarna naar het depot.<br />

4. Hebben jullie wel <strong>een</strong>s <strong>een</strong> opgraving gezien?<br />

Indien nee, hoe denken jullie dat het eruit ziet? Indien ja, wat hebben jullie gezien?<br />

5. Mag ieder<strong>een</strong> graven en mag dit overal gebeuren?<br />

All<strong>een</strong> archeologen of mensen onder leiding van <strong>een</strong> <strong>archeoloog</strong> mogen graven. Je moet eerst<br />

toestemming aan de gem<strong>een</strong>te vragen, voordat je gaat graven. Zomaar <strong>een</strong> schop in de grond<br />

steken mag zeker niet!<br />

6. Waarom was het middeleeuws eten vooral <strong>een</strong>voudige kost?<br />

Vroeger moesten de mensen eten wat er lokaal aanwezig was. Ze waren gebonden aan de<br />

lokaal verbouwde gewassen en seizoenen. Op <strong>een</strong> primitieve manier (pekelen) bewaarden ze<br />

hun vlees en v<strong>is</strong>. Vandaag de dag kunnen we Chinees, Italiaans, Japans, Turks, Grieks etc.<br />

eten. De kinderen van nu hebben veel meer keus.<br />

Educatieve dienst H<strong>is</strong>tor<strong>is</strong>ch Museum De Bevelanden, <strong>Goes</strong> 6


Literatuurlijst<br />

Lesbrief <strong>archeologie</strong><br />

• J.P. Glerum, Aan tafel. Antieke culinaire gebruiksvoorwerpen. Tien eeuwen<br />

eetgewoontes, koken en tafelen. Baarn.<br />

• J. McIntosch, Oogetuigen. Archeologie, 2003 Antwerpen.<br />

Internetsites<br />

• http://20eeuwennederland.nl<br />

• http://<strong>archeologie</strong>.breda.nl/<br />

• http://cms.dordrecht.nl/<br />

• http://www.archeos.nl<br />

• http://www.cultuurwijzer.nl<br />

• http://opgraven.nl<br />

Educatieve dienst H<strong>is</strong>tor<strong>is</strong>ch Museum De Bevelanden, <strong>Goes</strong> 7

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!