06.09.2013 Views

Een wereld van verschil

Een wereld van verschil

Een wereld van verschil

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Ontwenningsverschijnselen (dag –14 t/m 0)<br />

De twee weken voor vertrek worden door ons beleefd als een soort<br />

junkie die moet afkicken <strong>van</strong> zijn verslaving. <strong>Een</strong> verslaving aan de<br />

mensen om je heen waar je afscheid <strong>van</strong> moet nemen (c’est morir un<br />

pue), aan je vaste ritme in de dagelijkse gang <strong>van</strong> zaken en aan je<br />

huis, je vertrouwde plek. Menigmaal onszelf afgevraagd waar we<br />

toch aan begonnen zijn. En in die zin waren die twee weken helemaal<br />

niet leuk.<br />

Aan de andere kant was die periode ook weer fantastisch. Één <strong>van</strong> de<br />

redenen voor onze reis is weer 'back to basic' gaan. Met als doel, niet<br />

alleen al je zintuigen weer goed te activeren, maar ook om, als we<br />

straks terug zijn, alles wat we hebben weer enorm te waarderen. Daar<br />

waar we in ons drukke leven geen tijd meer hebben om even stil te<br />

staan bij mooie dingen, of überhaupt de meest simpele zaken nog<br />

waarderen. Zien we met z’n allen die mooie zonsondergang nog wel<br />

of staan we stil bij het feit dat de meeste mensen geen gas, water en<br />

licht hebben?<br />

En wat is nu het mooie? Daar waar wij dachten dat de waardering pas<br />

zou komen als we terug zouden zijn, zijn we er al in die twee weken<br />

in volle hevigheid mee geconfronteerd. Op zulke momenten ga je pas<br />

echt beseffen wat je voor die paar maanden achterlaat. Je familie,<br />

fantastische vrienden en een prima club mensen op je werk.<br />

Opstartproblemen (dag 1 t/m 5)<br />

Vreemd, kerstmis hier in Nairobi. Je hebt er eigenlijk geen weet <strong>van</strong><br />

zij het op die foeilelijke nepkerstboom in de lobby <strong>van</strong> het hotel met<br />

welgeteld drie ballen, en de hele dag mensen die ‘merry christmas’<br />

tegen je zeggen.<br />

Het hotel zou werkelijk een aanwinst zijn voor de Hiltongroep. <strong>Een</strong><br />

snelweg onder het raam, welke niet goed meer sluit en afgedekt<br />

wordt door een dik gordijn wat stikt naar de uitlaatgassen. <strong>Een</strong><br />

strakke betonnen vloer waar af en toe een kakkerlak voorbij trippelt<br />

en een badkamer waar de grootte <strong>van</strong> de douchekop heel wat belooft,<br />

maar uiteindelijk niet meer weet te produceren dan een nietig<br />

1


straaltje. Gecombineerd met de disco aan de overkant, heerlijk slecht<br />

geslapen! Kortom een frisse start <strong>van</strong> ons avontuur.<br />

Uit de ‘smaakvol’ ingerichte lobby worden we de volgende ochtend<br />

bijkans ontvoerd naar het kantoor <strong>van</strong> één of ander safaribureautje.<br />

Ze kunnen werkelijk alles voor ons betekenen, echter wij zijn alleen<br />

geïnteresseerd in het kopen <strong>van</strong> een auto, die safari regelen we zelf<br />

wel.<br />

Laten we overigens eerst eens vertellen wat ons reisplan is. De<br />

bedoeling is om in Nairobi een jeep te kopen en daarmee door Kenia,<br />

Tanzania, Zambia, Malawi, Botswana, Namibië en Zuid-Afrika te<br />

trekken. <strong>Een</strong> ronde die na een half jaar weer moet eindigen in Kenia<br />

waar we de jeep trachten te verkopen. Als toetje hebben we dan nog<br />

twee weken Seychellen voor onszelf bedacht. Na het lezen <strong>van</strong> dit<br />

boek zul je merken dat het allemaal iets anders uitpakt.<br />

Het begint al met het feit dat de prijs <strong>van</strong> een jeep hier in Nairobi<br />

veel hoger ligt dan ons vooraf is voorgespiegeld. Tezamen met de<br />

wijze <strong>van</strong> zaken doen die hier op zijn minst dubieus genoemd kan<br />

worden, doet het ons besluiten om, na flink onderhandelen, op het<br />

aanbod <strong>van</strong> het eerdergenoemde safaribureautje in te gaan, en de<br />

komende weken een huurauto te nemen. <strong>Een</strong> Suzuki Vitara.<br />

Snel weg uit deze drukke, stinkende stad, met zijn hectische verkeer.<br />

We rijden naar Lake Naivasha waar we op een rustige camping<br />

belanden. Voor het eerst zetten we de tent op en koken we ons eigen<br />

potje op het kampvuur. Om ons heen nijlpaarden, buffels, pelikanen<br />

en vervet apen. Eindelijk in de natuur. Nu nog een goede nachtrust.<br />

2


Rustig slapen, vergeet het maar. De floatingmatten, die je ervoor<br />

moeten behoeden dat je na een nacht slapen geen hernia hebt,<br />

functioneren niet. De ene is lek en bij de andere zijn de kamers<br />

losgescheurd. Hierdoor verspreidt de lucht zich niet geleidelijk maar<br />

blijft in een grote bult op één plek. Met veel moeite het lek<br />

dichtgeplakt en met wat acrobatiek weet Jeanette rond de bult te<br />

slapen. Later kopen we twee vijf centimeter dikke schuimrubberen<br />

matrassen, waardoor we verder heerlijk slapen op ons kingsize bed.<br />

Back to basic<br />

Het is natuurlijk wel weer even wennen zo terug naar de basis. Het<br />

huishouden hier draait volledig om het kampvuur. Koken is niet<br />

even een paar toetsen op de magnetron aanslaan en in 3 minuten<br />

staat het eten op tafel. Nee, eerst het kampvuur aansteken, wachten<br />

tot hij goed brandt, driepoot in het vuur zetten waar de pan op kan<br />

staan en wanneer een tweepits fornuis vereist is, zet je er nog een<br />

driepoot naast. Dan rustig wachten tot het water kookt of het eten<br />

pruttelt. En op één of andere manier smaakt het eten nog lekkerder<br />

dan thuis!<br />

3


Je kleren wassen hetzelfde ritueel. 'Even' een kopje koffie drinken,<br />

hetzelfde ritueel. Hebben ze daar dan geen warm water, zul je<br />

misschien afvragen? Jawel, maar daarbij ben je afhankelijk <strong>van</strong> de,<br />

daar is hij weer, houtgestookte boiler. En deze wordt maar één keer<br />

per dag opgestookt in de namiddag zodat je lekker warm kunt<br />

douchen.<br />

In de avond kan het hier soms sterk afkoelen en wederom zorgt het<br />

kampvuur voor uitkomst. Zo kun je uren zo niet een hele dag bezig<br />

zijn met het huishouden, terwijl je in Nederland voor dezelfde<br />

dingen in een uurtje klaar bent. Wat zijn de magnetron, het<br />

koffiezetapparaat, de wasmachine en de boiler toch mooie<br />

uitvindingen!<br />

4


De Keniaan (dag 6)<br />

Op de camping raken we in gesprek met een wat rijkere Keniaan.<br />

Hij heeft ooit een half jaar bij de Bata in Best gewerkt, maar heeft<br />

nu zijn eigen zaken in Kenia en Tanzania. Hij vertelt ons hoe een<br />

typisch Afrikaans land in elkaar zit.<br />

Kenia bestaat zoals de meeste Afrikaanse landen uit diverse<br />

stammen die naast elkaar leven maar zeker niet met elkaar. Deze<br />

stammencultuur gecombineerd met goed ontwikkelde<br />

corruptiepraktijken zorgt ervoor dat dergelijke landen sterk<br />

onderontwikkeld blijven. Om een paar voorbeelden te geven. De<br />

onlangs gekozen nieuwe president heeft bij zijn aantreden 300<br />

Mercedessen voor zichzelf besteld en het nieuwe parlement heeft<br />

unaniem besloten om het salaris <strong>van</strong> een parlementariër met 300% te<br />

verhogen. En dan te bedenken dat de publieke opinie in Nederland<br />

al op zijn achterste benen staat bij een voorstel <strong>van</strong> enkele<br />

procenten bij onze parlementariërs.<br />

Nu heerst er in het noorden <strong>van</strong> Kenia hongersnood <strong>van</strong>wege de<br />

extreme droogte dit jaar. De president heeft daarom aan Groot-<br />

Brittannië gevraagd, zijnde een voormalige kolonie, om hulp, het<br />

liefste geld maar voedsel is ook goed. Groot-Brittannië op haar beurt<br />

heeft geantwoord dat de president dan eerst maar eens zijn 300<br />

Mercedessen moet verkopen. Au, dat is natuurlijk tegen het zere<br />

been! Als reactie worden nu alle Engelse producten geboycot, het de<br />

Engelse bedrijven in Kenia zo lastig mogelijk gemaakt en de<br />

Engelse toerist kan ook maar beter wegblijven. En dat terwijl de<br />

Engelsen de voornaamste buitenlandse motor zijn <strong>van</strong> de economie,<br />

hoe kortzichtig kun je zijn!<br />

Weer even terug naar de stammencultuur. Als er een nieuwe<br />

minister op een ministerie komt zal het hele ministerie ver<strong>van</strong>gen<br />

worden met mensen <strong>van</strong> dezelfde stam als de minister. Alle<br />

besluiten die er worden genomen zullen alleen in het voordeel zijn<br />

<strong>van</strong> die stam. Zo kan het zijn dat er geen fatsoenlijke weg loopt naar<br />

de Masai Mara, de grootste toeristentrekpleister, waar de meeste<br />

inkomsten <strong>van</strong>daan komen. En waarom? Omdat in dat gebied de<br />

Masai wonen die in het parlement niets vertellen hebben.<br />

5


Landsbelang is hier onbekend, alleen het stammenbelang geldt.<br />

Ontwikkelingsgeld heeft volstrekt geen zin.<br />

De heilige koe (dag 7)<br />

Vanuit Lake Naivasha doen we een dagtrip naar Lake Nakuru,<br />

bekend om zijn vele flamingo’s. De weg er naar toe is een drama.<br />

Oh, oh, oh, wat hebben onze auto’s in Nederland dan toch een<br />

paradijselijk leventje. Zachtjes zoevend over glad asfalt <strong>van</strong> A naar<br />

B, 120 kilometer een dik uur werk. Op menig zaterdag worden ze<br />

<strong>van</strong> een sopje voorzien en een levensverwachting <strong>van</strong> toch zeker<br />

meer dan 200.000 kilometer is volstrekt normaal.<br />

Zo niet hun collega’s in Kenia. De hoofdsnelweg heeft een oppervlak<br />

waar elk autotestinstituut jaloers op zou zijn, als ze het zouden<br />

vergelijken met hun eigen wasbord. Bij elke rit wordt de vering tot<br />

het uiterste getest en daarboven, laat staan het lichaam <strong>van</strong> de<br />

ingezetenen.<br />

De maximum snelheid in dit land is 80 kilometer, maar hoe je die in<br />

godsnaam moet bereiken is een raadsel. En toch, als jij op het<br />

tandvlees er 70 kilometer per uur uitperst, terwijl je met je hoofd<br />

tegen het dak aanstoot, komt er doodleuk een grote Afrikaanse<br />

touringcar jouw inhalen.<br />

<strong>Een</strong> rit kost derhalve al gauw twee keer zo veel tijd als in Holland en<br />

de levensduurverwachting zal ver onder de 100.000 kilometer<br />

blijven, indien elk onderdeel dan al niet <strong>van</strong> de wagen is getrild.<br />

6


En dan hebben we het nog niet gehad over de vele<br />

politiecontroleposten die elke tien kilometer verschijnen. Als je er<br />

voorbij mag, moet je een slalom maken tussen twee rijen gevaarlijk<br />

uitziende pinnen. Je voelt aan je stuurwiel dat de banden uit angst<br />

erbij <strong>van</strong>daan willen blijven. Als Nederland het paradijs zou zijn voor<br />

onze heilige koe, dan is Kenia toch zeker de hel voor dit wagenpark.<br />

Lake Nakuru is een sodameer met 300.000 flamingo’s en een paar<br />

pelikanen. De flamingo’s foerageren hier op kril wat hen die mooie<br />

dieprode kleur geeft. De mooiste foto’s worden gemaakt als ze<br />

wegvliegen, want pas als ze hun vleugels uitslaan komen de kleuren<br />

goed tot hun recht. Na een tocht rond het meer <strong>van</strong> drie uur, gaan we<br />

de verschrikkelijke hobbelweg weer terug.<br />

7


Op de camping even lekker douchen. Vanuit de douche hebben we<br />

een prachtig uitzicht op het meer in de verte met daar tussen koeien<br />

die in de wei lopen welke vol staat met bananenbomen. Dat is heel<br />

wat anders dan een klein raampje met melkglas thuis.<br />

Masai Mara (dag 8 t/m 12)<br />

Om hier te geraken hebben we een etappe <strong>van</strong> Parijs – Dakar moeten<br />

overwinnen, zo slecht als de weg hier is. Het asfalt is een grote<br />

gatenkaas, over meer dan 100 kilometer. Ook het vinden <strong>van</strong> de<br />

juiste weg is een hele uitdaging. Vaak geen borden, en als ze er wel<br />

staan moet de copiloot uitstappen om ze <strong>van</strong> een dikke laag zand te<br />

ontdoen voordat de ontcijfering kan beginnen. Heel avontuurlijk<br />

maar enorm afzien.<br />

We merken al gauw dat de campings in de Masai Mara niet veel<br />

voorstellen. We kiezen die met een voor ons bekende naam; Aruba<br />

campsite. Meteen worden we lastiggevallen door Masai die zeer<br />

opdringerig zijn en overal geld voor willen. Wat dat betreft moeten<br />

we even een beeld bijstellen:<br />

Wie kent ze niet de kleurige reisgidsen over Kenia waar steevast het<br />

Masaivolk in hun rode gewaden wordt afgebeeld. <strong>Een</strong> volk dat nog<br />

8


leeft <strong>van</strong> de natuur. Ze trakteren de toerist op hun apart gezang met<br />

keelklanken en hun dans waarbij ze zo hoog mogelijk springen. Wie<br />

herinnert zich niet de reclame <strong>van</strong> Robijn met Frank Goovers; “Oh,<br />

wat een mooie kleuren”! Nu, de Masai beschouwt elke blanke als een<br />

tas vol geld. Alles moet betaald worden. Het mooiste voorbeeld is<br />

nog wel de bewaking, schijnt alleen op hun campings nodig te zijn.<br />

Zowel ’s-nachts als overdag. Maar ’s-nachts gaat de bewaker als jij<br />

slaapt ook gewoon slapen en overdag als jij op gamedrive bent, rooft<br />

hij je tent leegt.<br />

<strong>Een</strong> bezoek aan hun dorpen is niet eens meer commercieel te<br />

noemen. Ze doen twee minuten een dans met gezang, laten even zien<br />

hoe je vuur maakt en hop daar komen de overgeprijsde souvenirs te<br />

voorschijn. Mocht je daar nog niet genoeg aan gespendeerd hebben<br />

dan vragen ze je ook nog vorstelijk te doneren aan hun gemeenschap.<br />

Maar verder…hakuna matata.<br />

Gelukkig lopen we een Zwitser tegen het lijf die hier al maanden zijn<br />

kampement heeft. Hij nodigt ons uit om onze tent bij hem neer te<br />

zetten en <strong>van</strong>avond samen te eten. Bovendien weet hij precies waar<br />

het wild zich bevindt en biedt hij aan ons die morgenvroeg aan te<br />

wijzen. Zijn beide aanbiedingen nemen we maar al te graag aan. Ten<br />

eerste om ons wat veiliger te voelen tussen al die opdringerige Masai<br />

en ten tweede zou het ons wellicht dagen kosten om het wild te<br />

spotten.<br />

9


Rocco Sette, heet de Zwitser en zijn maat de Keniaan John. Rocco<br />

probeert zijn droom waar te maken of moeten we zeggen zijn illusie.<br />

Mede dankzij zijn midlife crisis besloot hij vijf jaar geleden hier naar<br />

toe te komen om foto’s te maken <strong>van</strong> het wildlife in de Masai Mara.<br />

Hij is een beroepsfotograaf met telelenzen die er uitzien als<br />

raketwerpers en Frans Lantink (beroemde Nederlandse<br />

10


natuurfotograaf) als één <strong>van</strong> zijn grote voorbeelden.<br />

(www.africansouls.net)<br />

Zijn ultieme doel is om met zijn foto’s één <strong>van</strong> de vele internationale<br />

fotocompetities te winnen. Voor het geld? Nee, want het verdiend<br />

bijna niets als je wint en voor de roem hoef je het ook niet te doen.<br />

Alles heeft hij er voor opgegeven; gescheiden, zijn fotozaak in<br />

Zwitserland verkocht en uiteindelijk 300.000 euro in de afgelopen<br />

vijf jaar uitgegeven. Hij leeft in een constante haat – liefde<br />

verhouding met de Masai, die aan de ene kant hem het wild<br />

aanwijzen en aan de andere kant zijn tent leegroven.<br />

11


<strong>Een</strong> aparte ervaring om deel uit te mogen maken <strong>van</strong> zijn<br />

kampement. In het midden een houten tafel en het kampvuur,<br />

daaromheen de tenten en auto’s. Terwijl Rocco ’s-middags nog<br />

mooie foto’s aan het schieten is, wat we later op zijn laptop mogen<br />

aanschouwen, komen er olifanten drinken bij de rivier waaraan wij<br />

staan. Zelfs de campingchef wordt bang als ze proberen over te<br />

steken richting camping. De Masai jagen de olifanten weg door met<br />

stenen naar ze te gooien. Weer een bewijs <strong>van</strong> dit lompe volk.<br />

’s-Avonds gaan we onder een gigantisch mooie sterrenhemel het<br />

nieuwe jaar in. Nog nooit zo’n aparte jaarwisseling meegemaakt. De<br />

volgende ochtend om half zes al weer op voor de dieren. Bij de<br />

ingang <strong>van</strong> het park is niemand dus we besluiten om zonder te<br />

betalen het park in te rijden. Rocco ziet al gauw een cheeta, terwijl<br />

wij er zo voorbij zouden rijden. Later volgen een grote mannetjes<br />

leeuw, een leeuwin met welpen en een leeuwin die aanstalten maakt<br />

om iets te <strong>van</strong>gen, maar na een half uur toch maar besluit niets te<br />

doen.<br />

Wat zijn wij blij dat we Rocco zijn tegengekomen omdat we anders<br />

niets zouden zien en hopeloos zouden verdwalen. In het park zo<br />

groot als Noord Brabant staat niets aangegeven, zijn geen verharde<br />

wegen en zonder GPS kom je niet ver. Om half één rijden we het<br />

park uit, niet via de officiële uitgang, maar gewoon ergens anders<br />

aangezien het park niet omheind is. Zo besparen we <strong>van</strong>daag al 60<br />

dollar.<br />

De zware reisdag <strong>van</strong> gisteren, jaarwisseling en vroeg uit bed begint<br />

zijn tol te eisen. Dankzij de vermoeidheid maken we een fout door de<br />

autosleutel in het contact te laten zitten terwijl we de deuren<br />

dichtgooien. Het alarmsysteem dat al dagen <strong>van</strong> slag is sluit uit<br />

zichzelf de auto af. Wat nu? Gelukkig zijn we te moe om meteen in<br />

paniek te raken. Met een ijzeren staaf en een groot mes buigen we de<br />

deur iets open zodat we met een lange pin op de ontgrendeling<br />

kunnen drukken. De deur is iets verbogen en er is wat lichte<br />

lakschade, maar het probleem is al weer verholpen.<br />

De volgende ochtend weer vroeg op voor de ochtendgamedrive.<br />

Wederom gaan we niet door de officiële ingang naar binnen. Als<br />

12


eerste treffen we een mannetjesleeuw die aan het paren is met een<br />

vrouwtje. Voor 72 uur zullen ze elkaar niet met rust laten. Van zeer<br />

dichtbij volgen we het schouwspel en maken we een aantal mooie<br />

foto’s. Hierna rijden we naar de Mara rivier. Onderweg komen we<br />

nog even met de onderkant <strong>van</strong> de auto vast te zitten, maar met de<br />

‘four wheel drive’ ingeschakeld zijn we zo weer los.<br />

Bij de Mara rivier hebben we geluk. Normaal steken de gnoes en de<br />

zebra’s in juli over tijdens de grote trek, maar door de droogte steken<br />

nu al groepen over. Voor onze neus zien we ze door het water<br />

ploegen, met op de oever loerende krokodillen, een fantastisch<br />

gezicht. Na al dit moois rijden we terug naar de campsite waar<br />

Jeanette kookt en om vier uur trekken we opnieuw het park in.<br />

Als we avontuur en spanning zoeken dan krijgen we nu wel een<br />

overdosis. Net voordat we weer illegaal het park inrijden tanken we<br />

eerst. Niet bij een normale benzinepomp, maar bij een Masaidorp<br />

waar een Masai met een jerrycan diesel aan komt lopen. We vragen<br />

of de pomp met loodvrij ook open is en even later wordt er een<br />

andere jerrycan tevoorschijn gehaald. Er wordt een slang in de<br />

13


jerrycan gedaan, even zuigen.. heerlijk smaakje! Helaas geen<br />

Freebees hier.<br />

Tijdens het tanken zien we dat de rechterachterband minder hard is<br />

dan de rest. Lekke band? Nu wisselen met al die grijpgrage<br />

kinderhandjes om ons heen is geen optie. Maar zo meteen in het park<br />

met wilde dieren? We besluiten voor het laatste, aangezien we nog<br />

niet 100% overtuigd zijn dat hij lek is.<br />

Als we net het park in zijn waarschuwt Rocco ons voor de rangers<br />

die nu duidelijk aan het controleren zijn. We proberen ze te ontlopen<br />

maar ze komen steeds dichterbij. Opeens raakt voor de zoveelste keer<br />

een hobbel of een steen de onderkant <strong>van</strong> de wagen en meteen horen<br />

we een metaalgeluid wat niet zo hoort te klinken. Rocco wijst al dat<br />

er iets los hangt onder de auto. We stoppen om te kijken en<br />

tegelijkertijd komen de rangers op ons af. We stappen zo’n beetje<br />

tegelijk uit de auto en gebruiken meteen het euvel als<br />

afleidingsmanoeuvre.<br />

De stalen plaat die het carter aan de onderzijde beschermt is los<br />

gekomen en bungelt aan één zijde nog maar vastzittend aan twee<br />

bouten terwijl dat er vier moeten zijn. Waarschijnlijk heeft het<br />

vastzitten <strong>van</strong> heden morgen de bouten al goed beschadigd. Maar<br />

zonder stalen plaat kom je in dit terrein niet ver. Heel rustig rijden en<br />

hopen dat iemand het kan maken.<br />

Ondertussen is Rocco druk bezig om de rangers verder af te leiden<br />

door ze sigaretten en een Zwitsers zakmes te geven. Zonder naar ons<br />

betalingsbewijs te vragen rijden ze weer verder. Waardoor we deze<br />

twee dagen toch 120 dollar besparen, onvervalste omkooppraktijken!<br />

De rest <strong>van</strong> de rit wordt het gespannen duimen dat de plaat blijft<br />

zitten en de band niet lek is. In het dichtstbijzijnde ‘dorp’ vinden we<br />

iemand om ons euvel te herstellen. De zon is inmiddels onder. De<br />

auto wordt in een donkere steeg gereden en er komt een hele oude<br />

generator te voorschijn, iemand trekt zijn overal aan om vervolgens<br />

de plaat vast te lassen. Rocco, John en Jeanette gaan doodleuk ergens<br />

een kopje thee drinken, terwijl ik bij mezelf denk, nee ik laat de auto<br />

niet alleen in zo’n donkere steeg met allerlei duistere types om je<br />

14


heen. Echt een ideale plek om beroofd te worden of op z’n minst de<br />

auto volledig te strippen. Terwijl ik hem help last de man met de<br />

overal de plaat vast en doet hij ook nog wat lucht in de band. De rest<br />

heeft zijn thee leeg en komt terug en met een geruster hart rijden we<br />

naar de camping.<br />

De volgende ochtend staan we iets eerder dan Rocco op om in een<br />

recordtempo de tent af te breken. We willen namelijk niet hier alleen<br />

nog zijn met die vervelende Masai als Rocco weer het park intrekt.<br />

We nemen innig afscheid, we kennen elkaar amper drie dagen maar<br />

het voelt als een hechte vriendschap. Via een andere weg rijden we<br />

het gebied uit. De route werd ons makkelijk uitgelegd, maar zonder<br />

borden en met een weg die zich continue opsplitst ben je hier in notime<br />

verdwaald. Net op het moment dat we omkeren om terug te<br />

rijden en de oude weg maar terug te nemen, komt er gelukkig een bus<br />

aan die onze kant uitrijdt. We volgen hem en komen uiteindelijk op<br />

de hoofdweg uit die we zoeken. Wederom is hoofdweg een<br />

schandalige benaming. De weg is bijkans nog slechter dan we tot nu<br />

toe gehad hebben. Na zeven uur afzien zijn we weer terug in<br />

Naivasha.<br />

De bloemetjes buiten zetten (dag 13)<br />

In Naivasha doen we een poging om bij de rozenkwekers binnen te<br />

komen voor een rondleiding. Rond het Lake Naivasha staat het<br />

namelijk vol <strong>van</strong> de bloemenkassen waar bij elkaar zo’n 80% <strong>van</strong> de<br />

<strong>wereld</strong>productie aan rozen wordt gekweekt. Dagelijks vliegt er een<br />

volle Boeing 747 naar Aalsmeer. Hier geplukt binnen twee dagen in<br />

Nederland in de winkel.<br />

We staan voor het hek <strong>van</strong> Sher Agency, <strong>van</strong> Nederlandse eigenaren.<br />

“Of we een afspraak hebben”. “Nee, we willen alleen even<br />

rondkijken”. “Of we een visitekaartje hebben”. “Nee, ook niet”. Dan<br />

maar het paspoort. De bewaker rent ermee naar een kantoor en komt<br />

na vijf minuten terug. We mogen binnen tot de receptie. Daar moeten<br />

we vervolgens drie kwartier wachten. Overal liggen Hollandse<br />

tijdschriften voor de bloemenkwekerij. In één er<strong>van</strong> lezen we dat het<br />

bedrijf door de Ethiopische president gevraagd is om ook daar te<br />

beginnen. Ze zijn namelijk erg goed voor de werkgelegenheid en de<br />

15


werknemers. Hier in Naivasha werken 5000 mensen. Ze hebben<br />

allemaal een woning en een fiets gekregen en er is een ziekenhuis<br />

gebouwd. Bovendien krijgen ze salarissen die hoger liggen dan<br />

gemiddeld.<br />

Na drie kwartier mogen we naar een ander kantoor. We verwachten<br />

een Nederlander die in dienst is <strong>van</strong> de eigenaren die ons vriendelijk<br />

te woord zal staan en twee medelanders, zo ver <strong>van</strong> huis, wel een<br />

kijkje in de keuken gunt. In plaats daar<strong>van</strong> zitten er twee gigantisch<br />

dikke mannen, duidelijk vader en zoon, ieder achter zijn eigen bureau<br />

ons onvriendelijk en arrogant aan te kijken. De vergelijking met<br />

padden komt naar boven, maar het zijn de eigenaren zelf. Enigszins<br />

beduusd leggen we uit dat we graag een kijkje in hun kassen willen<br />

nemen aangezien Jeanette bloemschikken op school geeft. <strong>Een</strong><br />

meewarige ongeïnteresseerde blik wordt ons toegeworpen. Alsof er<br />

totaal niets te zien valt en ze absoluut niet begrijpen wat iemand op<br />

vakantie hier toch komt zoeken. Net als de moed ons in de schoenen<br />

zinkt wordt er iemand opgetrommeld die ons een half uur moet<br />

rondleiden. Zucht, toch gelukt.<br />

16


We worden door de snijkamers geleid, een enorme ruimte met<br />

tientallen mensen die de rozen op maat snijden en bundelen. Daarna<br />

gaan ze de koeling in. Vervolgens komen we in een kamer waar alle<br />

gekweekte varianten staan. Als laatste een wandeling door de<br />

immense kassen, zover het oog kan kijken vol met rozen. Bij het<br />

volgende Valentijnboeket hebben we voortaan een fraai beeld <strong>van</strong> de<br />

herkomst.<br />

De grensovergang (dag 14 t/m 16)<br />

Elke grensovergang in Afrika is gebruikelijk een stressvolle<br />

bedoeling. Allerlei kantoortjes, veel officiële mensen, veel<br />

slagbomen, en veel vervelende personen die je <strong>van</strong> alles proberen te<br />

verkopen omdat je zogenaamd anders in Tanzania niet mag rijden.<br />

Autoverzekeringen, gevarendriehoek, brandblussers. Elke reisgids<br />

staat vol met opmerkingen om vooral op deze sjacheraars niet in te<br />

gaan.<br />

Het eerste kantoor; immigratie Kenia. Hier moet je per persoon een<br />

geel kaartje invullen en daarna stempelen ze je visum voor Kenia af.<br />

De personen zijn nu het land uit. Volgend kantoor; het exporteren<br />

<strong>van</strong> je auto uit Kenia. Ik moet plaatsnemen aan het bureau <strong>van</strong> een<br />

strenge beambte en geef hem het papier dat we <strong>van</strong> het<br />

verhuurbedrijf hebben meegekregen voor dit verhaal.<br />

In niet mis te verstane bewoordingen maakt hij mij duidelijk dat het<br />

papier, geschreven op het briefpapier <strong>van</strong> het verhuurbedrijf, geen<br />

enkele waarde heeft. Hij laat mij tevens het juiste formulier zien wat<br />

alleen bij de officiële instantie in Nairobi gehaald kan worden. Ik<br />

moet maar teruggaan naar Nairobi en vervolgens gaat hij verder met<br />

zijn werkzaamheden. Verbouwereerd en tegelijkertijd woedend op<br />

het verhuurbedrijf blijf ik stug zitten. Zou hij ze dan niet even<br />

kunnen bellen om uitleg te vragen? Hij gunt mij geen blik waardig,<br />

maar naar meerdere keren vragen en mijn zieligste gezicht<br />

opzettend, krijg ik antwoord. Hoe ik het in mijn harses haal om hem<br />

ook nog eens op kosten te jagen voor een telefoongesprek. Dat komt<br />

wel goed zeg ik, ik betaal voor het gesprek. Ondertussen moet ik<br />

weer wachten voor het papierwerk <strong>van</strong> andere toeristen.<br />

17


Uiteindelijk neemt hij de moeite om zijn gsm uit zijn broekzak te<br />

halen en te bellen. <strong>Een</strong> kleine overwinning, denk ik, maar zodra hij<br />

iemand aan de lijn krijgt, begint hij hem de huid vol te schelden.<br />

Hoe ze in godsnaam denken op zo'n manier een auto over de grens<br />

te krijgen, of ze geen respect voor de autoriteiten hebben, en de<br />

verbinding wordt verbroken. Ik probeer hem nog hoopvol aan te<br />

kijken maar hij is niet te vermurwen. Hij gaat weer verder met zijn<br />

werk.<br />

De moed begint in mijn schoenen te zakken. Terug naar Nairobi<br />

betekent een nieuw visum <strong>van</strong> 50 dollar per persoon kopen, want ze<br />

zijn zojuist afgestempeld. Eind rijden, hoop gedoe. Ik kijk rond in<br />

zijn kantoor en zie een grote poster op de muur waarop staat dat ze<br />

tegen corruptie hard zullen optreden. Dus daar moet ik mee<br />

oppassen. Nieuwe poging. Is er geen andere manier waarop dit<br />

geregeld kan worden? Geen respons. Mijn gezicht zal wel mijn<br />

gedachten weergeven, dat ik het nu echt niet meer weet, want ineens<br />

reageert hij zelf. Dat toch de toerist hier niet de dupe <strong>van</strong> moet<br />

worden en dergelijke. Hij schrijft nu zelf het benodigde papier uit<br />

en met een ferme klap slaat hij twee stempels op het document, wat<br />

een mooi geluid! Als ik aanstalten maak om weg te gaan zegt hij;<br />

“en de kosten voor het telefoongesprek?” Even in dubio wat je nu<br />

moet geven voor een gesprek <strong>van</strong> 30 seconden, geef ik 10 dollar. Ze<br />

waren het meer dan waard!<br />

Nu mogen we door de slagboom naar Tanzania. Daar hetzelfde<br />

ritueel en na 4 uur zijn we de grens over. Om vervolgens na 20<br />

kilometer staande te worden gehouden door de politie. Of we een<br />

gevarendriehoek en een brandblusser hebben? Nee, die hebben we<br />

niet. Je mag er toch <strong>van</strong>uit gaan dat het verhuurbedrijf alles op orde<br />

heeft. Hij maakt ons duidelijk dat dat een serieuze overtreding is die<br />

twee keer 20 dollar kost. Ik moet in zijn kantoor plaatsnemen.<br />

Gefrustreerd hoor ik hem zeggen dat er wel iets te regelen valt en<br />

voor 20 dollar kunnen we verder rijden. Welkom in Tanzania!!<br />

De volgende ochtend gaan we op zoek naar het kantoor <strong>van</strong> het<br />

verhuurbedrijf in Arusha. Na lang zoeken vinden we een klein<br />

onooglijk hokje waar het blijkt te zijn. Echter net voordat we de auto<br />

18


ergens willen parkeren worden we aangehouden door de politie. Niet<br />

weer! Terwijl hij ons om het rijbewijs vraagt, gebeurt er iets achter<br />

ons wat zijn interesse wekt en hij wuift ons verder. Eindelijk een<br />

gelukje.<br />

We gaan binnen bij het verhuurbedrijf en leggen onze problemen uit.<br />

Hier en daar kloppen we de boel wat op om later wat<br />

onderhandelingsruimte te hebben. Bij de douane waren we 100 dollar<br />

kwijt en bij de politie 40. De grote baas wordt gebeld en ik krijg hem<br />

aan de lijn. Hij komt 15 januari naar Arusha en bezweert ons dat hij<br />

dan alles zal vergoeden. Daar moeten we dan maar op vertrouwen.<br />

We schaffen zelf nog een gevarendriehoek en een brandblusser aan<br />

en gaan zelfs nog even naar het politiebureau om te vragen of de<br />

autoverzekering uit Kenia in orde is. Zij zeggen <strong>van</strong> wel!! Nu alles<br />

weer geregeld is kan de gemoedstoestand wat tot rust komen.<br />

Kwikfit (dag 17)<br />

De rechterachterband is slap. Dezelfde band die we in de Masai Mara<br />

ook al moesten oppompen. Nu is het duidelijk erger. Gauw<br />

verwisselen en in het dorp de lekke band laten maken. Dat gaat<br />

natuurlijk op z’n Afrikaans. Eerst wordt de band weer opgepompt en<br />

dan onder de kraan gehouden om te zien of er bubbeltjes verschijnen.<br />

Er zit een groot gat in wat schijnbaar al eerder getracht is te maken.<br />

Er worden twee staafjes die lijken op rubber tussen een stalen pin<br />

geklemd. Deze pin wordt diep in de band gestoken en daarna zonder<br />

het rubber eruit gehaald. Omdat het gat zo groot is wordt dit nog<br />

twee keer herhaald. Telkens even nat maken om te zien of de bubbels<br />

wegblijven en na de derde keer lijkt het daar wel op. De band wordt<br />

weer opgepompt, het rubber nog iets bijgeknipt en klaar is Kees. Echt<br />

zeker voelt het niet aan, maar dezelfde band heeft het met de vorige<br />

reparatie ook twee weken uitgehouden. En wat mag je eigenlijk ook<br />

verwachten voor drie euro.<br />

Ngorongoro (dag 18 t/m 23)<br />

De weg naar Karatu, een plaats dicht bij de Ngorongoro krater, is<br />

voor de verandering eens perfect. Later horen we dat die speciaal<br />

door Japan is aangelegd zodat de bussen vol met cameradragende<br />

19


Japanners zonder hobbels naar deze fotogenieke bestemming kunnen<br />

rijden.<br />

Eindelijk kunnen we tijdens het rijden genieten <strong>van</strong> de omgeving in<br />

plaats <strong>van</strong> turen naar de gaten in de weg. Één keer worden we<br />

aangehouden door de politie. Rijbewijs oké, gevarendriehoek oké,<br />

brandblusser oké, autoverzekering? De politieagent beweert dat de<br />

verzekering niet in orde is.Wij zeggen dat de Keniaanse verzekering<br />

hier ook geldig is, dat we het bovendien bij het hoofdbureau <strong>van</strong><br />

politie in Arusha hebben laten controleren, en dat de vorige drie<br />

controleposten het ook goed vonden. Beetje bluf. Het helpt, de agent<br />

laat ons doorrijden.<br />

De Kudu campsite en lodge is prima, rustig met goede<br />

voorzieningen. En natuurlijk komen we meteen weer Hollanders<br />

tegen. Drie aparte heren. <strong>Een</strong> gepensioneerde boer, die geen Engels<br />

spreekt en malariapillen maar flauwekul vindt, een<br />

gemeenteambtenaar die nogal vol <strong>van</strong> zichzelf is en een<br />

rijksambtenaar die nu verkeerscentrales bouwt, maar in het verleden<br />

voor bedrijven meerdere fabrieken in Tanzania heeft opgezet. Met<br />

zijn kennis <strong>van</strong> het Swahili en fantastische verhalen uit het verleden<br />

over Tanzania is hij de meest kleurrijke <strong>van</strong> het stel.<br />

20


De drie heren zetten voor een stichting hier vrijwillig een gebouw<br />

neer bedoeld als ‘congrescentrum’ voor doktoren uit geheel<br />

Tanzania. Gebouw is voor ons misschien een groot woord. In een<br />

zeecontainer is er een twintig jaar oude strandtent als bouwpakket<br />

hier naar toe verscheept. Volledig compleet is hij al lang niet meer,<br />

maar de heren weten er met hulp <strong>van</strong> de plaatselijke bevolking toch<br />

nog iets <strong>van</strong> te maken.<br />

De volgende ochtend zijn we vroeg op pad naar de Ngorongoro<br />

krater. De entree is extreem hoog, 190 dollar. Na de ingang begint de<br />

klim omhoog naar de kraterwand op een hoogte <strong>van</strong> zo’n 2200 meter,<br />

door een soort tropisch regenwoud. Bovenaan de rand krijgen we een<br />

prachtig uitzicht op de krater.<br />

De Ngorongoro krater is met een afmeting <strong>van</strong> twintig bij twintig<br />

kilometer één <strong>van</strong> de grootste ter <strong>wereld</strong>. In de verder droge en<br />

weinig begroeide omgeving is het een oase <strong>van</strong> leven met een<br />

volledig eigen ecosysteem. De kraterwand <strong>van</strong> 600 meter hoogte<br />

blijkt een soort bescherming te bieden als een ark <strong>van</strong> Noach. De<br />

dieren hebben zich hier ongestoord met een continue voorraad aan<br />

voedsel en water kunnen ontwikkelen. Hierdoor zijn de exemplaren<br />

21


ook groter en worden ze veel ouder. Zo komen we een olifant tegen<br />

<strong>van</strong> 80 jaar oud en de slagtanden die deze beesten hier hebben zijn zo<br />

extreem lang, het lijken wel mammoeten. De hoge kraterwanden<br />

creëren overdag hun eigen bewolking waaruit flinke regenbuien<br />

vallen die alles hier zo groen houden.<br />

We rijden een uur over de kraterwand om bij de weg te komen die<br />

ons naar beneden moet leiden. <strong>Een</strong>maal beneden is het landschap een<br />

combinatie <strong>van</strong> steppegras, kleine bossen rond de rivieren, hier en<br />

daar een waterpoel met nijlpaarden en een groot sodameer waar<br />

enkele flamingo’s in rondstruinen met altijd de kraterwand als<br />

achtergrond. We zien grote groepen bavianen, kuddes gnoes, zebra’s<br />

en buffels, nijlpaarden en een enkele olifant. Later op de dag zien we<br />

ook nog een zwarte neushoorn.<br />

Op een enkele picknickplaats mag je uit de auto op eigen risico. En<br />

dat is niet overdreven. De vervetapen klimmen als ze de kans krijgen<br />

door je autoruit naar binnen en de roofvogels nemen met een<br />

duikvlucht je broodje zo uit de hand. Wat overigens een fantastisch<br />

gezicht is zo lang je zelf niet de pineut bent. Ook de wc is een<br />

spannende aangelegenheid aangezien er leeuwen uit komen drinken.<br />

Met plezier laat je daarbij iemand voor gaan.<br />

Na de hele dag door de krater te hebben gereden beginnen we aan de<br />

steile klim omhoog. Bij wat natter weer zou dit absoluut een<br />

probleem zijn geweest, maar na een half uur flink ploeteren komt de<br />

Suzuki toch boven. Gauw terug naar de tent. Op 500 meter <strong>van</strong> de<br />

camping worden we weer aangehouden door de politie. Moe als we<br />

zijn <strong>van</strong> de hele dag hobbelen, kan er dat ook nog wel bij. Wederom<br />

is de verzekering niet goed. <strong>Een</strong> kwartier lang wordt er flink<br />

gebakkeleid. Uiteindelijk geeft hij het op en mogen we doorrijden<br />

aangezien we niet meer de typische toerist zijn die makkelijk<br />

toegeeft, maar lastige figuren die niet willen begrijpen dat hij ook<br />

maar gewoon zijn werk doet.<br />

22


Als we op de camping komen is het al aardig donker en druppelt het<br />

af en toe. Toch weten we het nog droog te houden tijdens het koken,<br />

maar als we willen gaan slapen breekt het los. Voorafgegaan door<br />

flinke bliksemflitsen en donder worden de sluizen opengezet.<br />

Uiteindelijk zal het tot zes uur ’s-morgens blijven regenen. En we<br />

moesten nog wel glimlachen toen we op de <strong>wereld</strong>radio hoorden dat<br />

het in Nederland de hele dag had geregend bij vijf graden.<br />

Het eerste uur loopt het water nog netjes langs de tent maar daarna<br />

loopt het toch geleidelijk de voortent in. Jammer dan, niks aan te<br />

doen, het zal <strong>van</strong>zelf wel onder de binnentent doorlopen. Eindelijk<br />

een waterbed! Het lawaai op de tent <strong>van</strong> de druppels is oorverdovend<br />

maar Jeanette slaapt er prima <strong>van</strong>. De volgende ochtend blijkt de tent<br />

prima waterdicht te zijn. De modder heeft alleen een slagveld<br />

aangericht, alles zit onder.<br />

Na zo’n regenbui zie je de natuur groeien en tot leven komen. Op het<br />

campingveld ontstaan tijdens de schemer scheuren in de grond<br />

waaruit witten larven komen. Na een paar minuten rond te krioelen<br />

krijgen ze vleugels en vliegen weg. Het lijkt in eerste instantie alsof<br />

23


ze dubbele vleugels hebben, maar het blijken koppeltjes te zijn. Ze<br />

vliegen tien meter, komen dan op de grond neer en verliezen meteen<br />

hun vleugels. Vervolgens lopen ze achter elkaar als een treintje<br />

verder en verdwijnen daarna weer in de grond. Termieten, rare<br />

kostgangers!<br />

We brengen een bezoek aan de Gibbsfarm vlakbij onze camping.<br />

Eerst een wandeling door het oerwoud naar de 'elephant cave'. Hier<br />

komen de olifanten ’s-nachts naar toe om met hun slagtanden<br />

stukken <strong>van</strong> de rots te schrapen, waar essentiële mineralen voor hen<br />

inzitten. Hoe die beesten weten dat die mineralen hier zijn is al<br />

bijzonder, maar hoe ze de steile helling opkomen is een raadsel. Wat<br />

de wandeling apart maakt is het feit dat hier gewoon olifanten,<br />

buffels en luipaarden rondlopen. De sporen en uitwerpselen zie je<br />

overal liggen. Geeft het geheel toch een extra dimensie.<br />

De Gibbsfarm is een luxe lodge met een schitterende aangelegde<br />

tuin. We gebruiken hier de lunch <strong>van</strong> dezelfde klasse en eten ons<br />

buikje rond. Als de ober komt hoeven we alleen het drinken af te<br />

rekenen, schijnbaar denkt men dat we bij de Franse groep horen die<br />

hier verblijft. We doen natuurlijk alsof onze neuzen bloeden en gaan<br />

op ons gemak terug naar de camping. Maar geloof het of niet,<br />

eenmaal op onze camping komt er een telefoontje met de vraag of we<br />

wel betaald hebben. Wij beweren uiteraard <strong>van</strong> wel en daarmee is de<br />

kous af, althans daar gaan we nu <strong>van</strong>uit.<br />

24


Tegen vier uur ontstaat er een Duitse invasie. Over gründlichkeit<br />

gesproken. Er rijdt een gigantische Duitse vrachtwagen het terrein<br />

op. Achter de gebruikelijke cabine zit een touringcargedeelte voor 24<br />

passagiers, daarachter een net zo groot slaapgedeelte. In drie lagen<br />

boven elkaar kunnen de reizigers in hun eigen kooi slapen. Het lijkt<br />

wel krap, zelfs op een soort mortuarium, maar toch. Achter en opzij<br />

<strong>van</strong> de slaapcabine schuiven platforms uit waar een complete keuken<br />

wordt geïnstalleerd. Wij hadden ze nog nooit gezien maar er schijnen<br />

er vele over de <strong>wereld</strong> te rijden; Roll tours, das rollende hotel.<br />

25


De ultieme stresstest (dag 24 t/m 26)<br />

Na een goede nacht waarbij de krekels met de kikkers een wedstrijd<br />

doen wie het meeste geluid kan maken, vertrekken we op tijd naar<br />

Arusha. Dat wordt een spannende dag. Komen we langs de<br />

politieposten en zal de directeur <strong>van</strong> het verhuurbedrijf op zijn<br />

afspraak verschijnen en alles betalen. Onderweg naar Arusha worden<br />

we een keer staande gehouden door de politie. Echter in plaats <strong>van</strong><br />

dat hij de gebruikelijke routine afwerkt vraagt hij beleefd of hij een<br />

lift naar de stad kan krijgen. Als hij ziet dat onze achterbank volledig<br />

volgestouwd is met spullen, begrijpt hij dat dat niet gaat en laat ons<br />

doorrijden.<br />

<strong>Een</strong>maal in Arusha gaan we meteen naar het verhuurbedrijf. De<br />

afspraak is er niet en aan de gezichtsuitdrukkingen af te lezen zal die<br />

ook niet komen. We vertellen dat de afspraak dan maar naar onze<br />

campsite moet komen waar we op hem zullen wachten. Er komt<br />

uiteindelijk niemand opdagen.<br />

We leggen het probleem voor aan de manager <strong>van</strong> de campsite, die<br />

zegt dat we de auto bij de politie moeten brengen. Hij kent de<br />

commissaris erg goed. Ons enorm ontwikkeld wantrouwen tegen<br />

deze bevolking, zegt ons dat dat weer iets te snel gaat. We weten het<br />

even niet meer. We besluiten om maar te gaan internetten. De vele<br />

emailtjes <strong>van</strong> jaloerse mensen die ons benijden om de avonturen die<br />

we beleven haalt ons een beetje uit de dip. Morgen maar weer langs<br />

het verhuurbedrijf.<br />

Voordat we gaan slapen pakken we de luciferpoppetjes uit<br />

Guatamala erbij die <strong>van</strong> Machteld gekregen hebben. Het gebruik wil<br />

dat je je probleem verteld aan één <strong>van</strong> de poppetjes, deze onder je<br />

kussen legt en morgenvroeg zijn de zorgen voorbij. Zo gek kun je<br />

ons dus krijgen dat we nu al tegen lucifers gaan praten.<br />

De volgende ochtend komt er zowaar een chauffeur opdagen op de<br />

camping. Iemand die we kennen uit Nairobi. Hij is gisterenavond<br />

met de bus aangekomen. Het eerste wat we denken; zouden die<br />

luciferpoppetjes echt werken. Maar nee, nog niet helemaal. Hij heeft<br />

26


geen geld bij zich. Het bedrijf heeft grote financiele problemen<br />

omdat ze een groot ongeluk gehad hebben, waardoor ze veel<br />

verzekeringsgeld hebben moeten betalen. Of ze de borgsom en de<br />

overige kosten later op een bankrekening kunnen storten. Nou echt<br />

niet! In duidelijke taal leggen we hem uit dat na alles wat er gebeurd<br />

is, wij volstrekt geen vertrouwen in het bedrijf hebben. We eisen het<br />

geld <strong>van</strong> hem, want anders gaan we niet weg en gaat de auto naar de<br />

politie. Vertwijfeld blijft hij een kwartier lang voor zich uitstaren.<br />

Uiteindelijk moeten we maar naar het verhuurbedrijf met hem gaan<br />

om te kijken of we daar wat kunnen regelen. Na lang wachten op dat<br />

kantoortje krijgen we wederom iemand uit Nairobi aan de lijn die<br />

verteld dat hij <strong>van</strong>daag nog iemand met de bus meestuurt met het<br />

geld. Morgenvroeg krijgen we alles en dan worden we naar Dar es<br />

Salaam gebracht. Eerst zien. dan geloven! Maar het gaat hier wel<br />

om minimaal 450 dollar, dus die extra dag is de moeite wel waard.<br />

De volgende dag breken we op tijd de tent af. We verwachten de<br />

chauffeur om acht uur, maar hij is er niet. De hartslag begint alweer<br />

een tikje harder te gaan. Om negen uur komt hij uiteindelijk<br />

aanzetten, zonder geld. We willen de moed opgeven en maar naar<br />

Dar es Salaam rijden, maar zijn verhaal is weer net iets te uitdagend<br />

om het toch nog maar weer eens te proberen. Hij vertelt dat we naar<br />

het kantoortje moeten rijden waar hij om tien uur een telefoontje<br />

verwacht dat het geld overgemaakt is naar een bank in Arusha waar<br />

hij het dan kan ophalen. Vooruit dan maar weer. We wachten tot elf<br />

uur zonder dat het telefoontje komt. In combinatie met de volslagen<br />

onbewogenheid die deze mensen uitstralen, zijn we het nu echt zat,<br />

we gaan naar Dar es Salaam.<br />

Overtuigd <strong>van</strong> het feit dat we het menen, wordt er wederom<br />

gevraagd of we nog even kunnen wachten want dan bellen ze zelf<br />

naar Nairobi. Of we nog even willen wachten!? We wachten al twee<br />

dagen verdorrie! Maar wederom denk je, ach dat ene telefoontje<br />

moet nog kunnen. Overigens betekent bellen hier niet even een paar<br />

toetsen indrukken. Nee, eerst moet er een loopjongen ergens in de<br />

stad beltegoed gaan halen. Deze wordt vervolgens met diepe<br />

zuchten afgerekend als ware het het volledige familiekapitaal dat<br />

betaald moet worden. Het telefoontje brengt goed nieuws! Het geld<br />

is overgemaakt en kan in Arusha <strong>van</strong> de bank gehaald worden.<br />

27


Meteen er na toe. Krijgen we dan toch nog ons geld? Helaas, de<br />

bankbeambte zegt dat hij nog niets binnen heeft en dat wanneer dat<br />

wel zo zou zijn hij het pas aan het eind <strong>van</strong> de dag mag vrijgeven.<br />

Vraag ons niet waarom, hij is niet te vermurwen.<br />

Het touwtje <strong>van</strong> de jojo <strong>van</strong> onze gevoelens knapt. Ze zoeken het<br />

maar uit, dan maar geen geld, we gaan. Ik ga nog even tekeer tegen<br />

de chauffeur, waarna Jeanette er nog een schepje bovenop doet. Net<br />

voordat we wegrijden stellen we hem nog voor de keuze om mee te<br />

rijden en het geld in Dar es Salaam te regelen. Hij jammert dat het<br />

daar veel moeilijker is en als het niet lukt hij dan zonder geld en<br />

auto nooit meer thuis komt. Aangezien we toch wel opzien tegen de<br />

vele politiecontroles die we ongetwijfeld zullen tegenkomen en het<br />

dan toch wel handig is om iemand bij je te hebben die de taal<br />

spreekt, beloven we hem dat we dan een buskaartje voor hem zullen<br />

betalen. Iets in mijn achterhoofd vertelt me dat hij dus schijnbaar<br />

ook niet gelooft dat er ooit geld komt.<br />

Nu vraagt hij of hij nog even een simkaart voor zijn telefoon kan<br />

kopen. Als hij die uiteindelijk heeft krijgt hij het ding niet aan de<br />

praat. Weer verstrijken er vele minuten. We hebben geen bloed meer<br />

onder onze nagels en rijden aan. Haastig rent hij ons achterna en<br />

springt in de auto. Het is nu twaalf uur en de rit naar Dar es Salaam<br />

behoort zo'n acht tot negen uur te duren, dat halen we dus niet voor<br />

het donker. We zien wel hoe ver we komen.<br />

Ondertussen heeft hij zijn telefoon aan de praat gekregen en er<br />

wordt druk gebeld. Of we bij de eerstvolgende plaats willen<br />

wachten, dan wordt het geld daar overgemaakt. Hij oogst alleen nog<br />

een minzaam lachje <strong>van</strong> ons. <strong>Een</strong>maal bij die plaats aangekomen,<br />

Moshi, gelooft hij er gelukkig zelf ook niet meer in. Echter het<br />

telefoonverkeer houdt aan. Op een gegeven moment kijkt hij ons<br />

lachend aan. Hij heeft zojuist allerlei codes doorgekregen waarmee<br />

hij morgen geld op kan halen in Dar es Salaam. Tuurlijk. Nee, echt<br />

waar, zegt hij, want tot nu toe had hij die gegevens nog helemaal<br />

niet gekregen. Hij lijkt er erg zeker over, zou het dan toch nog?<br />

28


Ondertussen is het half vier en zijn we halverwege. De weg is prima,<br />

zoals bij ons een 80 km weg, zo hard mag je hier ook, en de<br />

politiecontroles vallen mee. Uiteindelijk zien we er tien en worden<br />

bij drie aangehouden, maar mogen al snel weer doorrijden.<br />

Als we nu verder gaan komen we in het donker aan. Maar dat<br />

betekent wel dat we dit idiote tempo <strong>van</strong> 120 km moeten handhaven,<br />

en ik straks ruim zeven uur onafgebroken achter het stuur heb<br />

gezeten. Het alternatief is hier in the middle of nowhere een<br />

slaapplaats zoeken en wederom een dag vertraging oplopen. We<br />

besluiten door te rijden.<br />

Als het donker wordt, wat hier in een kwartier gebeurt, komen we in<br />

de buurt <strong>van</strong> Dar es Salaam. De snelheid gaat er nu volledig uit. Er<br />

staat een file de stad in en inhalen is levensgevaarlijk aangezien de<br />

helft <strong>van</strong> de automobilisten zonder licht rijdt. Gelukkig weten we in<br />

het donker redelijk snel het vooraf uit de Lonely Planet reisgids<br />

uitgezochte hotel te vinden. Lichamelijk en geestelijk gebroken<br />

stappen we om acht uur uit de auto, waar we meteen verwelkomt<br />

worden door de enorme vochtige warmte. Het zweet gutst meteen<br />

uit alle poriën. Helaas is het hotel volledig volgeboekt, dat kan er<br />

ook nog wel bij. We worden verwezen naar een ander hotel, wat we<br />

in het donker niet kunnen vinden. We belanden een paar straten<br />

verder bij een luxe hotel dat ver boven ons budget ligt. Volledig<br />

uitgeput hebben we niet meer de puf om in het donker verder te<br />

zoeken in een stad die we niet kennen en waar bovendien 's-avonds<br />

ook minder leuke dingen gebeuren. De chauffeur zoekt voor zichzelf<br />

een slaapplaats, nadat we hem daarvoor geld hebben gegeven en we<br />

spreken de volgende ochtend om negen uur af.<br />

De volgende ochtend fris weer op, hoewel dat maar kort duurt als je<br />

de airco <strong>van</strong> het hotel verlaat. Later op de dag zien we een<br />

thermometer 36 graden aangeven. Na het ontbijt wachten we op de<br />

chauffeur. Het is negen uur, het wordt half tien, tien uur, half elf.<br />

Voor de zoveelste keer besluiten we dat ze maar stikken in hun geld<br />

en trekken ons eigen plan. We vertellen de portier <strong>van</strong> het hotel dat<br />

we om twaalf uur nog even terugkomen, maar gaan er <strong>van</strong>uit dat dat<br />

vergeefse moeite is. Met enige moeite weten we in de stad wat geld<br />

29


te pinnen en kopen een kaartje voor de veerboot naar Zanzibar om<br />

16.00 uur.<br />

Maar wat nu te doen met de auto? We hebben al die tijd gedreigd<br />

met de politie, maar moet je in zo'n land wel in aanraking komen<br />

met de politie? En hoe lang gaat die bureaucratie wel niet duren?<br />

Geloven ze ons wel of trekken ze hun eigen bevolking voor?<br />

Moeten we de auto maar ergens achterlaten of zou dan het<br />

verhuurbedrijf aangifte doen? Toch nog maar even langs het hotel<br />

rijden. Het is half één. De chauffeur is op komen dagen. Hij heeft<br />

zich verslapen. Dat meen je toch niet! We springen meteen de auto<br />

in om naar de bank te gaan. Ik zet Jeanette en de chauffeur voor de<br />

deur <strong>van</strong> de bank af en zoek een parkeerplek voor de auto. Als ik bij<br />

het bankkantoor aan kom kijkt Jeanette me al vertwijfeld aan. De<br />

stroom in de bank is uitgevallen waardoor ze niet in de computer<br />

kunnen en daardoor geen geld kunnen verstrekken. Jezus, we<br />

ontploffen zowat, hoe krijg je een mens overspannen!<br />

We hebben nu nog drie uur de tijd om te hopen dat de stroom weer<br />

gaat werken, weer wachten. We leggen de chauffeur uit dat we om<br />

16.00 uur de boot moeten hebben en dat hij dan kan fluiten naar zijn<br />

auto. Zenuwachtig vraagt hij of ik mee wil lopen om weer beltegoed<br />

te gaan halen, zodat hij wederom zijn baas kan bellen. Als we<br />

terugkomen staat Jeanette al voor het raam te zwaaien. De stroom<br />

doet het weer, ze kunnen uitbetalen. Ook bij de chauffeur zie je alle<br />

spanning verdwijnen als hij begint te lachen, eindelijk emotie!<br />

Uiteindelijk betaalt hij mij 600 dollar uit. We hadden recht op 450<br />

dollar <strong>van</strong> de borg en de extra kosten aan de grens en voor de<br />

politie, maar we hadden het iets opgeklopt om wat wisselgeld te<br />

hebben. Meerdere stressvolle dagen en het geld al menigmaal als<br />

verloren beschouwd, worden we zowat emotioneel. We dragen de<br />

auto over aan de chauffeur en nemen de veerboot naar Zanzibar. De<br />

<strong>wereld</strong> <strong>van</strong> lichtblauwe zee, wit strand, wuivende palmbomen en<br />

geen stof, hobbelige wegen, vervelende mensen en bovenal geen<br />

stress!!<br />

30


Zanzibar (dag 27 t/m 35)<br />

De naam lijkt haast verzonnen in een exotische roman, te mooi om<br />

echt te bestaan. Maar toch. Al <strong>van</strong>af de twaalfde eeuw, met een<br />

hoogtepunt in het midden <strong>van</strong> de negentiende eeuw, heeft de sultan<br />

<strong>van</strong> Oman geheerst over dit eiland tot 1964. Drijvend op de handel in<br />

specerijen en slaven, welke enorme vormen aannamen, werd zelfs in<br />

de negentiende eeuw het hof <strong>van</strong> de sultan verplaatst <strong>van</strong> Oman naar<br />

Zanzibar. In die tijd was het eiland de grootste producent <strong>van</strong><br />

kruidnagel, toen onbetaalbaar nu slechts een euro in de supermarkt.<br />

Bovendien verhandelde het eiland 50.000 slaven elk jaar, die in de<br />

binnenlanden <strong>van</strong> Tanzania, toen nog Tanganyika genaamd, werden<br />

ge<strong>van</strong>gen. Pas in 1964 toen de sultan door een revolutie werd<br />

verdreven, kwam er een unie met het vasteland, waardoor het huidige<br />

Tanzania ontstond.<br />

31


De sfeer op het eiland is er echter nog steeds. In Stonetown zie je<br />

overal de ruines <strong>van</strong> de oude paleizen. De bouwstijl Arabisch,<br />

waarbij elk huis een gigantische houten toegangsdeur heeft, rijk<br />

bewerkt met allerlei versiersels. Dezelfde houtsierkunst zie je terug<br />

in de vele balkons die boven je hoofd lijken te zweven. De straten<br />

zijn smal, niet meer dan twee en een halve meter breed, om de zon<br />

weg te houden. Het lijkt sterk op Venetië, maar dan meer vervallen<br />

en geen grachten. Behalve dan als het gaat regenen en het water geen<br />

andere keus heeft om via de straatjes de zee op te zoeken; natte<br />

voeten! En ja, als je niet je best doet of geen fantasie hebt, dan zie je<br />

alleen maar afgebladderde muren, ingestorte daken en vuiligheid. Erg<br />

zuinig zijn ze niet op hun erfgoed ondanks dat ze op de lijst <strong>van</strong><br />

Unesco staan.<br />

32


Als je over het eiland rijdt ont<strong>van</strong>gt je neus continue de geur <strong>van</strong><br />

allerlei specerijen. Stap op een willekeurige plek uit de auto het<br />

tropische woud in en binnen 100 meter heb je al zoveel kruiden en<br />

vruchten gezien dat het je begint te duizelen. Zonder een gids zou je<br />

nooit ontdekken hoe de specerijen die wij dagelijks in de keuken<br />

gebruiken groeien. Kaneel; een stuk schors <strong>van</strong> een boom wat opkrult<br />

als je het droogt. Nootmuskaat; een pit, zwart gekleurd met rode<br />

strepen, komend uit een vrucht die nog het meest lijkt op een kleine<br />

peer. Vanille, kruidnagel, sinaasappels, mandarijnen, citroenen,<br />

limoenen, koffiebonen, rode bananen, sterappels en kokosnoten, te<br />

veel om op te noemen.<br />

En dan nog de wateren rond het eiland. Onder het wateroppervlak<br />

bevindt zich natuurlijk het koraal. Helaas, zoals op zoveel plekken op<br />

deze aarde, is er niet veel <strong>van</strong> over. Gelukkig heeft Zanzibar nog een<br />

andere troef; dolfijnen!<br />

Met slechts drie andere toeristen stappen we in onze boot. Terwijl we<br />

uitvaren maken we ons meteen klaar om op het teken in het water te<br />

kunnen glijden. Tevreden kijken we naar ons eigen snorkelmateriaal,<br />

daar waar de andere met zojuist gehuurd inferieur spul waarschijnlijk<br />

de gedachte hebben hoe vaak er al iemand in hun snorkelbril heeft<br />

gespuugd. Ineens zien we ze zwemmen, een flinke groep, we denken<br />

uiteindelijk wel een stuk of 30. De boot manoeuvreert net voor ze en<br />

dan erin. Dit zullen we nog vijf tot zes keer herhalen. Elke keer is het<br />

een genot om deze sierlijke beesten te zien zwemmen, maar de<br />

tweede en laatste keer zijn fantastisch. Bij de tweede sprong in het<br />

water beland ik precies midden in de groep, ik kan er zelfs één<br />

aanraken. Alsof er elektriciteit door mijn vingers stroomt, zo mooi is<br />

de ervaring. Elke keer ben ik de enige die ze heel lang kan volgen,<br />

toch niet voor niets al die jaren gefietst. Echter zodra je met z'n<br />

allen in het water springt gaan ze dieper zwemmen. De laatste keer<br />

weet ik door wat geluiden te maken de aandacht <strong>van</strong> één dolfijn te<br />

trekken. Hij komt omhoog uit de groep en draait een slag richting mij<br />

zodat hij bijna op zijn rug zwemt. Even hebben we oogcontact, een<br />

magisch moment met dit intelligente beest. En dan met een paar<br />

krachtige slagen <strong>van</strong> hun staart verdwijnen ze in de diepte. <strong>Een</strong>maal<br />

terug op de boot blijf ik nog lang nagenieten, een levenservaring<br />

rijker.<br />

33


De volgende dag verlaten we Mtoni beach resort en gaan op weg<br />

naar de andere kant <strong>van</strong> het eiland voor het belangrijkste onderdeel<br />

<strong>van</strong> deze reis. Het laatste stuk stopt de asfaltweg en veranderd in een<br />

witte strandzandweg. We zijn in ‘the middle of nowhere’ met slechts<br />

wuivende palmbomen om ons heen. Aan het einde <strong>van</strong> de weg,<br />

gescheiden door een muur <strong>van</strong> gevlochten palmbladeren, Matemwe<br />

Bungalows.<br />

We worden ont<strong>van</strong>gen met een bloemenkrans en een kokosnoot<br />

waaruit we met een rietje de ijskoude melk drinken. Door een<br />

werkelijk prachtig aangelegde tuin waar Rob <strong>van</strong> Linden zijn vingers<br />

bij zou aflikken, worden we naar onze suite gebracht. <strong>Een</strong> enorme<br />

kamer met een badkamer <strong>van</strong> zowat dezelfde grote, overal versierd<br />

met kleurrijke bloemen. En dan het uitzicht <strong>van</strong>af onze veranda,<br />

adembenemend! De slechts twaalf bungalows zijn gebouwd op<br />

koraalrotsen welke schitterende vormen hebben. Voor ons een stuk<br />

wit strand, met babyzacht zand en daarna een ondiep stuk zee,<br />

<strong>van</strong>wege het feit dat het eb is, met allerlei tinten lichtblauw water.<br />

Dan een muur <strong>van</strong> koraalrif waarachter de branding <strong>van</strong> de echte zee<br />

die zich uitstrekt tot de horizon. Links in de verte nog een Robinson<br />

Crusoë eiland en rechts een oude verweerde houten vissersboot om<br />

het plaatje af te maken. Need I say more!<br />

Op 23 januari 2006 versturen we <strong>van</strong>uit dit paradijs de volgende<br />

e-mail:<br />

Just married!!!<br />

Voor sommigen misschien geen verrassing, maar toch. Op<br />

23 januari zijn wij op het maagdelijk witte strand <strong>van</strong><br />

Zanzibar getrouwd! Dit na anderhalf jaar verloofd te zijn<br />

geweest. Dus wees gerust, het was geen plotselinge<br />

opwelling of acute zonnesteek, nee, alles zorgvuldig<br />

gepland, zelfs al een jaar geleden met het papierwerk<br />

begonnen. En voordat jullie ons gaan bestoken met vragen<br />

als; hoe was de ceremonie, waarom daar, hoe was het<br />

aanzoek, etc. hier alvast wat antwoorden.<br />

34


Onze relatie is exact vijf en een half jaar geleden begonnen<br />

in Namibië, <strong>van</strong>daar de 23ste. Tijdens onze reis naar<br />

Indonesië, anderhalf jaar geleden, heb ik Jeanette<br />

gevraagd. Overigens op vrijdag de dertiende, wat puur<br />

toeval was. Tijdens zonsopkomst hadden wij de Borobodur,<br />

de grootste boeddhistische tempel, voor ons alleen. Deze<br />

gigantische tempel heeft drie niveaus. Op het hoogste<br />

niveau, toepasselijk het goddelijke niveau genoemd, staan<br />

stupa's. Meer dan manshoge klokvormen met grote<br />

vierkante of ruitvormige gaten erin. In elke stupa staat een<br />

boeddha beeld. Het gebruik wil dat wanneer je door de<br />

gaten de handen of voeten <strong>van</strong> de boeddha aanraakt, dat je<br />

dat je leven lang geluk zal brengen. Niets mooier om dan,<br />

als je dat samen tegelijkertijd doet, je vriendin ten huwelijk<br />

te vragen!!<br />

Daarna natuurlijk de vraag; hoe gaan we trouwen? Als<br />

man, en gelukkig heb ik begrepen ben ik daar niet de enige<br />

in, is even langs het gemeentehuis voldoende. <strong>Een</strong> vrouw wil<br />

toch graag wat meer romantiek. Tijdens onze<br />

voorbereidingen voor deze reis kwamen wij in aanraking<br />

met het idee trouwen op Zanzibar. Dat paste precies in het<br />

plaatje. Elkaar ontmoet op reis, gevraagd op reis, waarom<br />

ook niet trouwen op reis. Dat maakt dit bovendien een<br />

gigantisch lange huwelijksreis!!<br />

35


De ceremonie is eenvoudig maar prachtig. We hebben<br />

afgesproken om elf uur te trouwen, maar het wordt twaalf<br />

uur, het blijft Afrika. De Regional Commissioner neemt<br />

eerst wat papierwerk door en daarna gaat de mannelijke<br />

helft met hem mee naar de trouwlocatie. Het strand met<br />

prachtig gevormde koraalrotsen is versierd met bloemen en<br />

een boog waaronder alles plaatsvindt. Na enige tijd<br />

arriveert Jeanette begeleidt door traditioneel geklede en<br />

zingende dames die bloemenblaadjes voor haar uitgooien.<br />

Dan volgt het gebruikelijke .... Yes, I do!! Waardoor wij nu<br />

intens gelukkig kunnen zeggen;<br />

Vele honeymoongroeten <strong>van</strong> meneer en mevrouw Ulijn.<br />

De dagen rond het huwelijk verblijven we continue in<br />

romantische sferen. <strong>Een</strong> ontbijt op de veranda, de<br />

petroleumlampen die ’s-avonds alles verlichten of een<br />

snorkeltrip in je eigen privé-boot. Onze ceremoniemeester<br />

Annet verzorgt alles tot in de puntjes.<br />

Neem nou die snorkeltrip. In een verweerde houten<br />

vissersboot worden we door de branding naar een plek<br />

gebracht waar we prima kunnen snorkelen. Het koraal mag<br />

dan veel geleden hebben, de kleurrijke en grote aantallen<br />

vissen maken dat ruimschoots goed. Na het zwemmen<br />

worden we door de boot afgezet op een verlaten strand.<br />

Slechts wit zand, dhows en een fantastisch blauw gekleurde<br />

branding om ons heen.<br />

We maken een wandeling totdat we bij een rieten<br />

overkapping komen, hier een banda genaamd. Daar blijkt de<br />

keuken <strong>van</strong> het resort een heerlijke wederom overdadige<br />

lunch voor ons tweeën klaargemaakt te hebben. Genietend<br />

<strong>van</strong> het uitzicht peuzelen we de vis en kip <strong>van</strong> de barbecue<br />

lekker op met alle gerechten die daar nog bijkomen. En dan<br />

verwachten ze dat we bij het avondeten weer zoveel weg<br />

stouwen. Na de lunch met de boot terug, alweer een dag<br />

voorbij in het paradijs!<br />

37


Vliegen op z’n Afrikaans (dag 36)<br />

Helaas moeten we weer verder. Na alle perikelen rond de auto<br />

hebben we ons plan om een jeep te kopen definitief laten varen. In<br />

plaats <strong>van</strong> door het zuidelijke deel <strong>van</strong> Tanzania, Zambia en Malawi<br />

te rijden, vliegen we naar Zuid-Afrika. Als we daar een auto huren en<br />

tevens door Namibië en Botswana trekken, zijn we zelfs goedkoper<br />

uit. Echter we moeten nog een kleine maand overbruggen want het<br />

regenseizoen is daar nog niet helemaal voorbij. De Seychellen lijkt<br />

ons een goede tussenstop en tevens een mooi vervolg <strong>van</strong> onze<br />

huwelijksreis.<br />

En het ging weer bijna mis. Het begon allemaal met het kopen <strong>van</strong> de<br />

vliegtickets meer dan een week geleden. In een klein kantoor <strong>van</strong> vijf<br />

bij twee huist een dochter <strong>van</strong> Kenia Airways; Precision Air. <strong>Een</strong><br />

gewaagde naam in Afrika als je het ons vraagt. Ze verkopen tickets<br />

naar de Seychellen via Nairobi. Overigens zeggen de bewoners zelf<br />

niet Sei-Sjellen maar Sea-Sjels.<br />

Als we besluiten de tickets te nemen worden ze met de hand<br />

uitgeschreven. Er staan weliswaar drie computers met een printer,<br />

maar waarom zou je die gebruiken als je een pen hebt. Nadat de<br />

hiërogliefen volledig door de dame zijn vertaald, halen we onze<br />

creditcard tevoorschijn om te betalen. No, credit card, only cash! Dat<br />

is ruim 1.000.000 Tanzanianse shilling waar<strong>van</strong> het grootste biljet<br />

10.000 is. Dat past niet eens in je broekzakken. Kunnen we beter<br />

zo’n koffer aanschaffen die je ziet in <strong>van</strong> die gangsterfilms. <strong>Een</strong> dag<br />

en een korte periode miljonair zijn later, hebben we dan toch de<br />

tickets waarmee we een week later, op 28 januari, vliegen.<br />

En het ging weer bijna mis. Op tijd met de taxi vertrokken naar<br />

Zanzibar Airport. Aan de buitenzijde is al de balie voor het<br />

inchecken. We geven onze tickets af aan een meneer die nerveus naar<br />

een kantoor loopt. Ondertussen kijken wij op het<br />

vluchtinformatiebord, wat niet het hightech idee is zoals wij dat<br />

gewend zijn op Schiphol. Nee, alles met de hand op een whiteboard<br />

geschreven. Onze vlucht <strong>van</strong> 16.30 naar Nairobi staat er niet tussen.<br />

Waarschijnlijk wordt het bord niet echt bijgehouden, hoewel we<br />

rechtsboven toch 28 januari zien staan.<br />

38


De man met onze tickets komt weer terug. Onze vlucht is<br />

geannuleerd, maar als we hard rennen kunnen we het vliegtuig dat nu<br />

vertrekt nog halen. Of we dat wel willen, want ze hebben niet op eten<br />

voor ons gerekend. Geen probleem, zeggen we bijna in koor. Want<br />

<strong>van</strong>daag niet gaan betekent een extra overnachting, onze aansluiting<br />

in Nairobi niet halen, en wanneer gaat er dan weer een vlucht?<br />

In een recordtijd worden we ingecheckt, wat eigenlijk betekent dat er<br />

niets gecheckt wordt en we zo door kunnen rennen het vliegveld op.<br />

Voor ons een paar kleine vliegtuigjes waar maximaal tien man in<br />

kunnen. “Moeten we daar in”, roept Jeanette verschrikt, en ik zie<br />

haar kleiner worden. “Nee”, zegt onze begeleider, en wijst naar<br />

rechts, waar in een hoek een Boeiing 737 klaar staat voor vertrek.<br />

<strong>Een</strong>maal aan boord wordt de deur achter ons dichtgegooid en<br />

ont<strong>van</strong>gen we voor het eerst de blikken <strong>van</strong> andere passagiers met in<br />

gedachte; zijn die twee verantwoordelijk voor onze vertraging. Nog<br />

maar amper de veiligheidsriem om en het vliegtuig vertrekt al.<br />

Ruim een uur en veel turbulentie later zijn we in Nairobi. Als we via<br />

de trap uit het vliegtuig zijn, wachten we om te zien of onze bagage<br />

wel is meegekomen. Met opluchting zien we, dat ondanks alle<br />

haast, onze rugzakken uitgeladen worden. Op naar de volgende test<br />

voor ons vertrouwen in Precision Air.<br />

Bij de transferdesk zouden we een hotelvoucher moeten krijgen. En<br />

zowaar we krijgen er één inclusief diner en transfers. Meer dan we<br />

gehoopt hadden. Dan zal het wel een bed zijn met vlooien en eten<br />

met kakkerlakken. Sorry, we zijn nu eenmaal goed verpest.<br />

Voor het zover is moeten we eerst door de paspoortcontrole. Bij de<br />

transferdesk hebben ze ons verteld dat we een nieuw visum moeten<br />

kopen. Voor één nachtje Kenia!! Eerst maar doen of we <strong>van</strong> niets<br />

weten en voorbij de visumdesk rechtstreeks naar de paspoortcontrole.<br />

“Visum”?, de standaardvraag. “Ja, zit er in”. De beambte bladert<br />

door het paspoort en vindt het reeds afgestempelde visum. Hij wijst<br />

op de reeds verlopen data en we reageren dat we slechts een nacht in<br />

transit zijn. Of hij nu een goede bui had, de rij achter ons te lang<br />

werd, of hij onze single entry visum aanzag voor een multiple entry<br />

39


visum, we weten het niet, maar hij stempelt netjes alles af. Elke<br />

besparing voelt als een overwinning op dit land met zijn oplichters,<br />

dus met een brede grijns lopen we verder.<br />

In een bus vol Afrikaanse zakenmensen worden we naar het hotel<br />

gereden. We passeren daarbij ook nog bijna het kantoor <strong>van</strong> het<br />

autoverhuurbedrijf, waarbij even de gedachte opkomt om ze een<br />

bezoek te brengen. En dan het hotel; redelijk goed, het eten zelfs<br />

goed en het drinken gratis omdat we die 'per ongeluk' vergeten af te<br />

rekenen. Ja, terugpakken zullen we ze. Na een korte nacht om vijf<br />

uur terug in het busje naar het vliegveld. Terwijl we pas om 8.40<br />

vliegen. Zekerheid boven alles zeggen ze, wat met hun manier <strong>van</strong><br />

klokkijken niet onverstandig is.<br />

Voor de incheckbalie wordt de bagage gecontroleerd en we hebben<br />

zowaar een fout gemaakt. De coiffureschaar <strong>van</strong> Dana, bedoeld om<br />

onderweg onze haren zelf te knippen, zit nog in de handbagage. Dan<br />

moeten we de handbagage maar inchecken, zeggen ze. Echter voor<br />

die balie staat een gigantische rij. Eigenwijs als we zijn, doen we dat<br />

niet en gaan gewoon door de paspoortcontrole met schaar. Als we in<br />

Zanzibar makkelijk een bom mee hadden kunnen nemen, dan moet<br />

een schaar hier ook lukken. Maar nee, bij het boarden wederom<br />

controle en we moeten alsnog daar de handbagage inchecken. In<br />

ieder geval die enorme rij omzeild.<br />

De vlucht is rustig en we landen om 13.00, plus drie uur tijds<strong>verschil</strong><br />

met Nederland. Daar de laatste fase <strong>van</strong> toch weer een spannende<br />

verplaatsing. Bij de paspoortcontrole moet je aangeven<br />

welke accommodatie je hebt geboekt en een ticket laten zien voor de<br />

terugvlucht, anders sturen ze je terug! Wij hebben geen <strong>van</strong> beide. De<br />

geboekte accommodatie is zo verzonnen dankzij internet. Daarnaast<br />

geven we ons E-ticket aan de beambte af. Daar staat dat we op zes<br />

augustus terugvliegen <strong>van</strong>uit Nairobi. Echter het papier staat zo vol<br />

met informatie dat hij het al gauw opgeeft. Met een nieuwe stempel<br />

bij de reeds bonte verzameling in ons paspoort, komen we aan op de<br />

Seychellen.<br />

40


De Seychellen (dag 37 t/m 55)<br />

Menigeen zal bij het horen <strong>van</strong> de naam Seychellen de gedachte<br />

hebben; Daar wil ik ook wel heen. Om meteen daarna de droom weer<br />

te laten vervliegen met het idee; Dat kan ik nooit betalen. En<br />

inderdaad deze eilanden staan bekend als extreem duur en dat zijn ze<br />

ook als je het stramien <strong>van</strong> de toeristenindustrie aanhoudt. Dat<br />

betekent namelijk verblijven in een duur resort <strong>van</strong> minimaal 150,<br />

maar dan heb je nog niet zoveel, tot 300 euro per nacht. Je behoort je<br />

dan te verplaatsen over het eiland met een overprijsde taxi, tien<br />

kilometer is 30 euro, of een huurauto voor 50 euro per dag. Uit eten<br />

valt nog mee, ongeveer 25 euro met zijn tweeën. Overdag moet je<br />

natuurlijk met allerlei boottripjes mee á 50 euro de man. En wil je<br />

naar één <strong>van</strong> de andere eilanden dan is het 'not done' om niet een<br />

klein vliegtuig of helikopter te nemen. Zie daar een vakantie <strong>van</strong> drie<br />

weken die al gauw 10.000 euro kost.<br />

Nou, geloof me, dat zit ook niet in ons budget. Maar het kan ook<br />

anders. Met wat meer moeite, wij hebben het ter plaatse gedaan,<br />

maar het kan ook vooraf via internet, vind je een self catering<br />

appartement. Vier slaapplaatsen, badkamer en een 'fully equiped'<br />

zoals dat hier heet, keuken. Vaak maar een paar appartementen in een<br />

gebouw op sublieme locaties. We zitten als enige in een gebouw <strong>van</strong><br />

drie appartementen en <strong>van</strong>af het terras spring je zo de zee in. Prijs 65<br />

euro per nacht. (www.seychelles.net/desirade ons verblijf voor drie<br />

weken)<br />

De volgende uitdaging wordt dan zelf je maaltje bij elkaar<br />

sprokkelen. De grotere supermarkten vertonen grotendeels lege<br />

schappen. Alles moet geïmporteerd worden en dankzij de corrupte<br />

overheid hapert dat nogal. De markt en de kleinere winkeltjes bieden<br />

uitkomst. Met z'n tweeën eet je al gauw voor tien euro per dag.<br />

Tevens in de kleine supermarkt de volgende grote besparing; geld<br />

wisselen. Kijk op internet, bij de bank, of waar dan ook, je krijgt<br />

ongeveer zes rupee voor een euro. Niet bij de kleine supermarkt, daar<br />

krijg je twaalf rupee voor een euro. Als iemand ons dat uit kan<br />

leggen graag! Maar je geld wordt twee maal zoveel waard.<br />

41


<strong>Een</strong> andere uitkomst is het openbaar vervoer. Om de 300 meter een<br />

halte, om de vijf minuten een bus en elke rit, hoe lang of hoe kort,<br />

kost 25 eurocent. Ideaal, en dat je de enige toerist bent die er gebruik<br />

<strong>van</strong> maakt, zal ons een zorg zijn. Verplaatsen naar andere eilanden<br />

kan ook met de veerboot en boottripjes zijn flauwekul als het koraal<br />

voor je deur ligt. Kijk aan de Seychellen als lowbudget locatie!<br />

Tijdens het douchen de eerste avond een mindere ervaring. Langs het<br />

douchegordijn kruipt een tien centimeter grote kakkerlak omhoog.<br />

Niets vermoedend was ik mijn haren en tegen de tijd dat ik mijn ogen<br />

open doe, kan hij mij bijna met zijn akelige voelsprieten een kusje<br />

geven. Met de rillingen op mijn lijf sla ik hem <strong>van</strong> schrik verder de<br />

badkamer in, waar hij rustig onder de deur doortrippelt, de<br />

slaapkamer in. Daarna hebben we hem niet meer gezien, maar de<br />

eerste nacht slaapt het wel wat onrustiger.<br />

42


Tijd krijgt een andere dimensie als je zo lang op reis bent. Het lijkt<br />

alsof we al maanden <strong>van</strong> huis zijn. Het leven hier kabbelt rustig<br />

verder genietend <strong>van</strong> het uitzicht <strong>van</strong>af ons terras. Op zo’n 300 meter<br />

de branding met zijn sierlijk krullende golven. Daarvoor een gedeelte<br />

dat veranderd <strong>van</strong> eb naar vloed en visa versa, waar we prima kunnen<br />

snorkelen. Het zit vol met koraal en vele vissen die af en toe uit het<br />

water springen. Soms in de verte een gigantische vissersboot op zoek<br />

naar tonijn. Ze zijn zo groot als een cruiseschip met een grote<br />

uitkijktoren waar <strong>van</strong>daan ze zoeken naar de vis. Gelet op de<br />

hoeveelheden die deze jongens kunnen <strong>van</strong>gen, zal het vinden wel<br />

steeds moeilijker worden. Als ze vol zijn meren ze af in de haven <strong>van</strong><br />

Victoria bij de hypermoderne fabriek <strong>van</strong> Heinz, de grootste in de<br />

<strong>wereld</strong>. Zouden ze hier geen visquota hebben?<br />

De dag bestaat grotendeels uit snorkelen, lezen, puzzelen, <strong>van</strong> het<br />

uitzicht genieten, een strandwandeling maken, naar het plaatselijke<br />

supermarktje, snorkelen en de dag is alweer bijna voorbij. ’s-Avonds<br />

we telkens een prachtig opkomende maan te zien. Net zoals je<br />

normaal de zon op ziet komen, alleen nu is de hemel eromheen<br />

donker. Als een rode gloeiende bal komt hij uit de zee. Op zijn weg<br />

omhoog veranderd hij <strong>van</strong> rood naar warmgeel en uiteindelijk wit.<br />

Als we daar zo samen naar zitten te kijken denken we bij onszelf; zou<br />

daar het woord honeymoon <strong>van</strong>daan komen.<br />

Twee keer huren we een auto en rijden rond over het eiland, Mahé<br />

genaamd. Het is hier enorm groen en er zijn behoorlijke bergen tot<br />

wel 1000 meter hoog. De wegen doen sterk denken aan Italië, één<br />

<strong>van</strong> de meren. Overal gemetselde muren <strong>van</strong> natuursteen voorzien<br />

<strong>van</strong> een strakke platte afwerking. Alleen is het water wat je ziet niet<br />

een meer, maar de Indische oceaan. De wegen slingeren sierlijk langs<br />

de zee, telkens uitzicht gevend op weer een rustig mooi strand. <strong>Een</strong><br />

paar <strong>van</strong> die wegen slingeren over de bergen naar de andere kant <strong>van</strong><br />

het eiland waarbij je getrakteerd wordt op mooie vergezichten op de<br />

eilanden in de buurt.<br />

43


<strong>Een</strong> kleine <strong>wereld</strong><br />

We bezoeken tijdens ons verblijf één <strong>van</strong> die eilanden, la Dique<br />

genaamd. Om half acht in de ochtend vertrekt de supersnelle<br />

catamaran veerboot naar Praslin. Prachtig om te zien hoe deze boot<br />

over het water scheert met een duizelingwekkende vaart. Zodra hij op<br />

open ruwe zee komt wordt de vaart het wat minder soepel. Her en der<br />

zie je wat gezichten wit worden. Gelukkig hebben wij nog nooit last<br />

gehad <strong>van</strong> zeeziekte en dat zal nu ook niet gebeuren.<br />

In een uur meert hij af in Praslin, het tweede grootste eiland. Wij<br />

gaan echter meteen door naar la Dique in een kleinere langzamere<br />

veerboot. Praslin staat bekend om zijn Coco de Mer, een palmboom<br />

met een dubbele kokosnoot, welke de grootste vrucht op aarde is. Hij<br />

groeit alleen op dit eiland. De zeekokosnoot kreeg zijn naam op de<br />

Malediven waar hij telkens aan kwam drijven en men dacht dat ze op<br />

zee groeiden. Aangezien ze ook in de botanische tuin in Victoria<br />

gepland zijn, slaan we Praslin over. Op la Dique hebben ze iets veel<br />

interessanters; huurfietsen!<br />

Binnen een half uur zien we de aanlegsteiger <strong>van</strong> la Dique, met<br />

daarvoor in het mooiste blauwe water dat we ooit gezien hebben een<br />

gigantisch jacht. Net <strong>van</strong> de boot worden we al meteen aangesproken<br />

door de fietsverhuur. De manier waarop dat gaat is al een eerste<br />

voorbode <strong>van</strong> de sfeer op dit eiland. Geen formulieren, geen borg,<br />

geen fietsslot. En zet hem maar weer een keer terug als je weggaat.<br />

Naast de fiets is het enige vervoer de ossenwagen, geen auto’s; relax!<br />

44


We kopen een plattegrond <strong>van</strong> het eiland, maar de dame heeft te<br />

weinig wisselgeld. No worries, kom aan het eind <strong>van</strong> de dag maar<br />

terug om te betalen. We besluiten eerst naar het hoogste punt <strong>van</strong> het<br />

eiland te fietsen. Het is op zich niet ver, maar de weg is supersteil.<br />

Twee maanden niet fietsen en een temperatuur <strong>van</strong> 35 graden zorgen<br />

ervoor dat het luie zweet in stromen het lichaam verlaat.<br />

45


<strong>Een</strong>maal boven een mooi uitzicht over het eiland en de pareltjes<br />

eromheen. Vlakbij ons staan twee mannen druk te discussiëren over<br />

een schijnbaar nog te bouwen huis. Één <strong>van</strong> de twee kijkt ons met<br />

een blik aan alsof hij al dagen aan de marihuana is, wat wel weer heel<br />

toepasselijk is voor dit Jamaicaans aandoende eiland. Opeens zegt hij<br />

met een zwaar accent; “alles goed”? We denken nog, leuk kunstje<br />

geleerd voor de toerist, maar nee, hij heeft jaren in Alkmaar gewoond<br />

en staat ons in zijn beste gebroken Nederlands te woord. De andere<br />

man, een blanke, is opgegroeid in Namibië en zijn moeder woont in<br />

Someren. We kunnen net zo goed thuisblijven zo groot is de <strong>wereld</strong>.<br />

Na onze begroeting met deze semi-landgenoten, nemen we de<br />

afdaling richting Source d’Argent, het meest gefotografeerde strand<br />

<strong>van</strong> de Seychelles. En inderdaad de combinatie <strong>van</strong> de enorme<br />

granieten rotsen met het witte strand en de blauwe zee is perfect.<br />

Het oude kerkhof ziet er luguber uit. Zouden hier al die piraten<br />

begraven liggen waar deze eilandengroep vroeger zo berucht om<br />

was? Het verhaal gaat dat ze hun geroofde schatten her en der op de<br />

eilanden begraven hebben. Er is zelfs een miljonair die een eiland<br />

gekocht heeft om hem helemaal af te graven op zoek naar een schat.<br />

De gaten kun je nog steeds op dat eiland zien. Zwaar vermoeid <strong>van</strong><br />

46


het fietsen en graven, gaan we weer met de boot terug naar Praslin en<br />

<strong>van</strong>daar met een overvolle catamaran naar Mahé. Deze keer worden<br />

er veel kotszakken verbruikt.<br />

Achtergronden<br />

Naarmate je langer op een plek blijft heb je meer tijd om je te<br />

verdiepen in de plaatselijke bevolking en het land. De geschiedenis,<br />

hoe kort ook, is kostelijk leesvoer. In 1501 ontdekt door de<br />

Portugezen werd het pas in 1770 voor het eerst bewoond door een<br />

handje vol Fransen. Samen met zeer veel slaven waren zij de<br />

grondleggers <strong>van</strong> Victoria en de vele plantages.<br />

In 1811 komt alles in handen <strong>van</strong> de Britten die meteen de<br />

slavenhandel verbieden. Op dat moment waren <strong>van</strong> de 7500<br />

bewoners er 6600 slaaf. Het kleine gedeelte blanke Fransozen<br />

keerden grotendeels terug naar huis. Achter bleef een bevolking<br />

bestaande uit een mengelmoes <strong>van</strong> allerlei Afrikaanse stammen. Zo<br />

ontstaat de Creoolse bevolking en haar gelijknamige taal. <strong>Een</strong><br />

verbastering <strong>van</strong> het Frans zodat ze onderling konden communiceren<br />

zonder dat de blanke het kon verstaan. Het Creools kom je ook nog<br />

tegen in Haïti en Mauritius.<br />

De Engelsen deden er nog een schepje bovenop door de Seychelles te<br />

gebruiken als verbanningsoord voor opstandige Afrikaanse<br />

koningshuizen. Pas in 1976 wordt het land zelfstandig. Echter de<br />

coalitie <strong>van</strong> twee partijen houdt een jaar stand, wanneer er bij<br />

afwezigheid <strong>van</strong> de leider <strong>van</strong> de ene partij, er een staatsgreep wordt<br />

gepleegd door de andere partij.<br />

De Seychelles worden ingericht als socialistische heilstaat, en geloof<br />

het of niet, hier werkt het prima. Zelfs in 1992 toen er voor het eerst<br />

weer vrije verkiezingen waren, koos men weer voor dezelfde<br />

president. Hij regeert nog steeds.<br />

Het grootste probleem <strong>van</strong> deze eilandenstaten is hun<br />

handelsbalanstekort. Doordat de grond te arm is, kunnen ze bijna<br />

niets verbouwen. Doordat ze te weinig arbeidskrachten hebben,<br />

kunnen ze geen industrie opbouwen, Gevolg is dat alles geïmporteerd<br />

47


moet worden, wat tevens een kostbare zaak is doordat men zo ver<br />

<strong>van</strong> het vaste land verwijderd is. Er gaat derhalve zoveel buitenlands<br />

geld naar buiten, wat de toeristenindustrie, de visserij en de<br />

palmboomplantages nooit meer goed kunnen maken.<br />

Daardoor zijn de schappen in de supermarkt zo leeg. De overheid wil<br />

maar al te graag haar grip op alle binnenkomende buitenlandse<br />

deviezen houden en verbiedt de Seychellois om Rupees te wisselen.<br />

Gevolg ze wisselen het illegaal rechtstreeks met de toerist voor het<br />

dubbele <strong>van</strong> de officiële koers. Ze moeten wel willen ze zelf<br />

bijvoorbeeld een televisie kopen of überhaupt op vakantie gaan.<br />

Rupees worden bij geen enkele buitenlandse bank aangenomen.<br />

<strong>Een</strong> ander probleem is het stijgen <strong>van</strong> de zeespiegel. Hierdoor<br />

verdwijnen de mooie stranden die de eilanden zo aantrekkelijk<br />

maken voor de toerist. Om nog maar niet te spreken over de<br />

Malediven waar het hoogste punt <strong>van</strong> de hele eilandengroep nog<br />

maar twee meter boven zeeniveau ligt.<br />

Vissen<br />

Tot nu toe hebben we het niet aangedurfd iets te schrijven over de<br />

prachtige onderwater<strong>wereld</strong> omdat het gewoonweg te mooi voor<br />

woorden is. Aan de andere kant zou het raar zijn er niets over te<br />

zeggen terwijl we hier drie weken met onze neus in het water liggen.<br />

Dus toch maar een poging wagen.<br />

Zodra je met je snorkelbril onderwater kijkt kom je in een andere<br />

<strong>wereld</strong>. <strong>Een</strong> <strong>wereld</strong> zonder geluid, maar met zeer veel kleuren en<br />

vormen. Terwijl je daar zo rond dobbert, voel je je als een onderzeeër<br />

op ontdekkingsreis in een nieuwe <strong>wereld</strong>. Het koraal heeft weliswaar<br />

niet meer de grandeur <strong>van</strong> vervolgen tijden, maar toch zie je her en<br />

der hoe het moet zijn geweest. De <strong>verschil</strong>lende kleuren, paars, wit,<br />

geel, groen, verwerkt in <strong>verschil</strong>lende vormen. Soms als zachte<br />

tentakels die met de stroming mee wuiven, soms een struik met lange<br />

punten alsof het potloden zijn. Dan weer in de vorm <strong>van</strong> bloemen,<br />

dan weer in de vorm <strong>van</strong> hersenen. Het heeft nog het meeste weg <strong>van</strong><br />

een zeer goed gecultiveerde rotstuin.<br />

48


Echter de grootste attractie zijn de vissen. Pak een papier en teken<br />

een vis, waarbij je alle vrijheid mag nemen voor wat betreft de vorm.<br />

Kleur hem vervolgens in met allerlei kleuren in een motief dat je leuk<br />

vind, en de kans is erg groot dat je deze vis hier aan zult treffen.<br />

Alsof allerlei kunstenaars zich hebben mogen uitleven, een museum<br />

vol kleurrijke schilderijen. We zouden ze tekort doen om de<br />

individuele schoonheid te beschrijven. Het is de vermoeidheid die je<br />

elke keer weer dwingt om je los te maken uit deze <strong>wereld</strong>.<br />

En nog eens vissen<br />

We krijgen zowaar buren. Tot nu toe zaten we helemaal alleen. De<br />

vrouwelijke helft <strong>van</strong> onze Duitse buren blijkt oorspronkelijk uit<br />

Brazilië te komen. Haar moeder woont nog steeds diep in het<br />

Amazonegebied en dochterlief is nog steeds niet haar natuurdrang<br />

verloren. Ze bloeit hier helemaal op nu ze hier uit de natuur allerlei<br />

fruit kan verzamelen en vooral nu ze voor de deur haar eigen vis kan<br />

<strong>van</strong>gen. Gewapend met een nylondraad met vishaak en een beetje<br />

brood <strong>van</strong>gt ze zonder veel moeite meerdere vissen.<br />

Dat wil ik ook proberen. Met wat uitleg en geduld <strong>van</strong>g ik na twee<br />

uur de allereerste vis in mijn leven. Voor een echte visser misschien<br />

flauwekul, maar ik ben apetrots met mijn <strong>van</strong>gst <strong>van</strong> 30 centimeter.<br />

’s-Avonds wordt de eigen ge<strong>van</strong>gen vis heerlijk opgepeuzeld. Ja, ik<br />

weet dat ik niet bekend sta als visliefhebber, maar je eigen op<br />

primitieve wijze ge<strong>van</strong>gen vis, smaakt natuurlijk altijd verrukkelijk.<br />

We zijn nog vergeten te vertellen dat we elke avond een<br />

miereninvasie hebben. Nu is dat op zich niet zo opzienbarend, wel<br />

dat ze een grootte hebben <strong>van</strong> drie centimeter. Die wil je 's-nachts<br />

niet in je bed voelen kruipen. Elke avond pletten we de eerste<br />

indringers en stoppen alle gaten dicht waardoor ze naar<br />

binnenkomen. Gelukkig zijn we elke avond succesvol.<br />

49


<strong>Een</strong> <strong>wereld</strong> <strong>van</strong> <strong>verschil</strong> (dag 56 t/m 58 )<br />

In de taxi naar het vliegveld voor de vlucht naar Johannesburg via<br />

Nairobi. In gedachte nemen we afscheid <strong>van</strong> de roddels <strong>van</strong> de<br />

huishoudster Celine, nemen we afscheid <strong>van</strong> het winkeltje <strong>van</strong><br />

mister Muthu, en <strong>van</strong> de bus die telkens als hij de bocht om kwam<br />

een harde hoge puf uit het onderste <strong>van</strong> zijn motorruim liet<br />

ontsnappen.<br />

Op de vlucht naar Nairobi leren we een Belgisch stel kennen die<br />

totaal onvoorbereid met het openbaar vervoer willen gaan<br />

backpacken in Tanzania en Kenia. We geven ze wat tips, maar<br />

moeten ze daarbij helaas wakker schudden uit hun iets te romantische<br />

voorstelling <strong>van</strong> reizen door die landen. “Allé, als we zo dadelijk<br />

geland zijn dan nemen we meteen de trein naar Lake Naivasha”.<br />

Maar voordat jullie uit het vliegtuig zijn en de juiste Matutu, het<br />

plaatselijke transport, gevonden hebben om bij het station te komen<br />

is het al donker, en dan rondlopen in Nairobi kunnen we toch echt<br />

afraden. “Oh”! En je wil graag de Kilimanjaro beklimmen, dat gaat<br />

op zijn minst 1200 euro de man kosten. “Slik”!. Nadat we bij het<br />

landen in Nairobi afscheid hebben genomen, vragen we ons nog vaak<br />

af hoe ze zich verder gered hebben.<br />

Na vier uur wachten in Nairobi en een vlucht <strong>van</strong> vier uur naar<br />

Johannesburg, komen we rond middernacht aan op een verlaten<br />

vliegveld. De bagage komt wederom compleet <strong>van</strong> de band af hoewel<br />

er duidelijk mee geknoeid is omdat de ritsen openstaan. Gelukkig zit<br />

daar niets waardevols in. Wat overigens ook frappant is, is het feit<br />

dat bij elke vlucht je toch de bagage tegelijkertijd samen incheckt,<br />

maar dat ze nooit tegelijkertijd samen <strong>van</strong> de band rollen!? Het<br />

vliegveld <strong>van</strong> Johannesburg; één <strong>van</strong> de mooiste die we kennen. Hier<br />

geen plek voor handgeschreven informatieborden.<br />

De vele autoverhuurbedrijven staan bij de uitgang al hongerig op de<br />

toerist te wachten. Via internet hebben we bij Hertz een auto geboekt.<br />

Het blijkt een Opel Corsa tweedeurs. Wij vinden een vierdeurs<br />

praktischer en nadat we ze wijzen op het feit, dat de foto op de<br />

50


website ook een vierdeurs laat zien, krijgen we een Volkswagen Golf<br />

Chico voorgeschoteld.<br />

Dan de vraag hoe duur de autoverzekering is. De prijs op het internet<br />

is namelijk zonder. Blijkt de totaalprijs ineens te verdubbelen! Als de<br />

dame achter de balie de indruk krijgt dat we dan afhaken getuige<br />

onze gang naar de deur, komt ze ineens met een boek met hun eigen<br />

tarieven inclusief verzekering. De prijs ligt slechts twee euro hoger<br />

dan de prijs op internet zonder verzekering. Op onze reactie dat we<br />

dat wel heel raar vinden, komt geen blikken of blozen. Bijna had de<br />

achteloze toerist een veel te dure huurauto. Maar ja, de dame weet<br />

natuurlijk niet dat wij onze opleiding in Kenia gevolgd hebben.<br />

We rijden vervolgens in een andere <strong>wereld</strong>. Gisteren de Seychellen,<br />

<strong>van</strong>daag Zuid-Afrika. En zeker als we Kenia en Tanzania erbij in<br />

gedachte nemen, dan hebben we nu niet meer het gevoel dat we in<br />

Afrika zijn. Nee, eerder Europa.<br />

De goedverlichte driebaans autowegen brengen ons overal naartoe.<br />

Geen scheurtje in het wegdek te bekennen. Zelfs geen plastic zak in<br />

de perfect gemanicuurde middenberm. Langs de weg prima<br />

onderhouden gebouwen met neonreclame <strong>van</strong> bekende grote<br />

bedrijven in het Engels en in het Nederlands. Oh nee, Zuid-<br />

Afrikaans.<br />

Het driesterren hotel voor de eerste drie nachten is super. Zeker als je<br />

het vergelijkt met ons driesterren hotel in Nairobi. Hier geen<br />

betonnen vloeren maar hoogpolig tapijt. Geen vieze uitlaatgassen die<br />

de kamer binnenkomen omdat de ramen niet goed meer sluiten of een<br />

irritant pisstraaltje dat uit de douchekop komt.<br />

En dan de supermarkt. De afgelopen drie weken zijn we gewend<br />

geraakt aan het winkeltje <strong>van</strong> Mister Muthu. Niet meer dan drie bij<br />

vier meter, wat de keuzemogelijkheden <strong>van</strong> de dagelijkse<br />

boodschappen natuurlijk drastisch beperkt. Bovendien waren de<br />

openingstijden een groot raadsel aangezien hij op de meest vreemde<br />

momenten gesloten was.<br />

51


Hier in Johannesburg een shopping mall <strong>van</strong> gigantische proporties.<br />

Open <strong>van</strong> zeven uur 's-morgens tot één uur 's-nachts. Luxe winkels,<br />

de één met een nog duurdere uitstraling dan de andere; Gucci,<br />

Versace etc. Alsof hier iedereen een goudmijn in zijn tuin heeft. Bij<br />

de allereerste Mc-Donalds <strong>van</strong> deze reis, zie daar de echte<br />

beschaving, moeten we toch even een Mc-Flurry halen.<br />

In de shopping mall een supermarkt, niet een miezerig C-1000<br />

winkeltje, nee, een winkel <strong>van</strong> een grote die wij in Nederland niet<br />

kennen. Na twee maanden schamele keuze en zelfs lege schappen,<br />

lopen we hier kwijlend in rond. Arme welvaartskinderen die we zijn.<br />

Regen! (dag 59 en 60)<br />

We gaan richting Kimberley, bekend <strong>van</strong> de diamantmijnen.<br />

Onderweg achtervolgen donkere luchten, bliksem en regen ons de<br />

hele dag. Het landschap is heuvelachtig met veel graslanden met vee<br />

en slechts spaarzame bomen. Kimberley halen we niet, dus we<br />

besluiten in Bloemhof onze tent op te zetten. We gaan op tijd slapen<br />

hoewel daar weinig <strong>van</strong> komt.<br />

Ons kingsize bed <strong>van</strong> Kenia en Tanzania hebben we daar achter<br />

moeten laten, te groot voor het vliegtuig, en derhalve hebben we hier<br />

nieuwe schuimrubberen matjes moeten kopen. We hebben ze in de<br />

winkel goed uitgeprobeerd, maar nu in de praktijk kunnen we de<br />

harde ondergrond te goed voelen. De volgende dag kopen we een<br />

tweepersoons luchtbed met handpomp voor de broodnodige<br />

lichaamsbeweging.<br />

Naast het bed komt er ook nog een wild paard rond de tent grazen die<br />

zo gauw hij een geluid hoort luid hinnekend weggaloppeerd. Als we<br />

’s-morgens wakker worden komt er een onweersfront ras naderbij.<br />

Snel eruit, tent opbreken en net op tijd zitten we in de auto als het<br />

noodweer losbarst. De hele dag blijft het stortregenen. Echter ons<br />

hoor je niet klagen, het is pas de eerste dag waarbij het weer roet in<br />

het eten gooit.<br />

52


John Wayne (dag 61)<br />

Wie kent ze niet die ouderwetse westernfilms met bijvoorbeeld John<br />

Wayne in de hoofdrol. Steevast eindigen dergelijke films met de held<br />

die te paard langzaam verdwijnt in een prachtig ruig landschap,<br />

terwijl de aftiteling over het scherm begint te rollen. Nou, in een<br />

dergelijk landschap rij je continue in het noordwesten <strong>van</strong> Zuid-<br />

Afrika. Weidse blikken over ruig terrein met her en der struiken. In<br />

de verte de scherpe contouren <strong>van</strong> mooi gevormde bergen. De<br />

blauwe lucht netjes versierd met kleine witte wolken alsof het watten<br />

zijn. Het enige <strong>verschil</strong> met de film is het zwarte, kaarsrechte<br />

asfaltlint, dat je tot aan de horizon in de lucht ziet verdwijnen. Echter<br />

de telefoonpalen die langs de weg meelopen zijn er nog steeds en we<br />

zouden kunnen zweren, dat we de aftiteling via de<br />

achteruitkijkspiegel in de achterruit kunnen zien wegdraaien.<br />

53


Back to basic deel 2<br />

Je huis is je auto en je tent. In Kenia hadden we een Suzuki Vitara,<br />

nu hebben we een Golf Chico. Het allereerste model Golf wordt hier<br />

nog steeds gemaakt, die <strong>van</strong> ons heeft pas 2000 kilometer op de<br />

teller. Echter geen airco, stuurbekrachtiging, comfortabele stoelen en<br />

dergelijke zaken die het rijden zo aangenaam maken. Hier is het weer<br />

werken en zweten in de auto.<br />

Onze tent is drie bij twee meter. Je slaapt op een schuimrubberen<br />

matras of zoals nu een luchtbed wat net dik genoeg is om de harde<br />

ondergrond niet te voelen, welke zelden waterpas is. Als het 's-nachts<br />

regent, wat hier nogal extreem kan zijn, is het gespannen afwachten<br />

of het water langs je tent blijft stromen of uiteindelijk ook onder je<br />

tent doorstroomt. Na zo'n regenbui verandert de <strong>wereld</strong> om je heen<br />

<strong>van</strong> super stoffig naar extreem modderig. We zijn er nog steeds niet<br />

uit wat erger is.<br />

Slapen is ook elke nacht weer wennen aan de nieuwe geluiden om je<br />

heen. Krekels en kikkers zijn geen probleem, maar krijsende<br />

kraanvogels of de vreemde geluiden die nijlpaarden maken zijn al<br />

wat minder. Irritant wordt al een zwerm sprinkhanen die tussen de<br />

binnen en buitentent ge<strong>van</strong>gen zit. Dan hebben we nog mongoose en<br />

apen op zoek naar eten om nog maar niet te spreken over een op<br />

botten kauwende hyena of zelfs een hinnikend wild paard dat rond je<br />

tent komt grazen. We hebben al reeds een paar oordoppen versleten.<br />

Ja, soms mis je je eigen bedje wel eens!!<br />

Karoo National Park (dag 62 en 63)<br />

Er zijn duidelijk twee soorten blanke Zuid-Afrikanen. Die met een<br />

Engelse oorsprong en die met een Nederlandse. Die met een<br />

Hollandse achtergrond zijn voornamelijk agrariërs, of laat ik het<br />

maar gewoon zeggen, het zijn boeren. Boeren in de negatieve zin <strong>van</strong><br />

lomp, luidruchtig en egoïstisch. Typische lui die je niet naast je op de<br />

camping wenst.<br />

En dan heb je de Engelse Zuid-Afrikanen. Vaak goed opgeleid, in de<br />

stad wonend en uiterst vriendelijk. We hadden al een tijd onze<br />

54


koelelementen niet ‘ververst’ zodat de kaas in de koelbox begon te<br />

drijven. Bijna gelijktijdig komen we op het idee om de buren te<br />

vragen of we de kaas niet bij hun in de koelkast mogen stoppen.<br />

We raken aan de praat en voor we er erg in hebben krijgen we een<br />

gids met alle goede campings in zuidelijk Afrika en de uitnodiging<br />

om bij hun onze laatste week in Zuid-Afrika te verblijven. Ze wonen<br />

namelijk op een groot stuk land net buiten Johannesburg. Over<br />

vriendelijkheid gesproken!! Helaas staan ze op het punt te vertrekken<br />

dus de kaas zal nog wel even blijven zweten.<br />

Stellenbosch (dag 64 t/m 69)<br />

Vintage!<br />

Tijdens onze rit naar Stellenbosch werden we continue gevolgd door<br />

mooie rond gevormde bergen in allerlei bruine schakeringen.<br />

Wederom geen boom te bekennen. Zo’n 50 kilometer <strong>van</strong><br />

Stellenbosch rijden we plotseling een vallei in waar nog steeds<br />

dezelfde bruine bergen ineens scherp afsteken tegen de groene<br />

bodem <strong>van</strong> de vallei. Irrigatie heeft ervoor gezorgd dat er zover je<br />

kunt kijken wijnranken staan, rijk behangen met rijpe witte en rode<br />

druiven.<br />

We rijden het wijngebied in. Alles draait hier om dit goddelijke<br />

vocht. Bij elk wijnhuis kun je gratis proeven, zelfs in de supermarkt<br />

kan er geproefd worden. Ook het hout voor het kampvuur veranderd<br />

<strong>van</strong> gewone boomstammen in oude wijnranken.<br />

Het gebied doet sterk denken aan Frankrijk, echter hier geen dure<br />

Bordeaux maar flessen die beginnen bij twee en een halve euro.<br />

Samen met het gratis proeven bij meer dan 100 wijnhuizen het<br />

walhalla voor de alcoholist. We vinden een camping uit de gids die<br />

we gekregen hebben. Ineens staan we in een dennenbos met een<br />

deken <strong>van</strong> dennennaalden op de grond en nieuwsgierige eekhoorntjes<br />

om ons heen. Heerlijk die lucht, net als thuis.<br />

55


Voltage?<br />

Vandaag zijn er regionale verkiezingen in Zuid-Afrika. Om te<br />

kunnen stemmen krijgt iedereen de middag vrij. Goed voor een hoge<br />

opkomst denken we, in ieder geval is het overal erg druk. We gaan<br />

wijn proeven bij het wijnhuis Eikendal. Blijkt dat er de nacht<br />

daarvoor een overval geweest is, waarbij veel geld is buit gemaakt.<br />

Goede timing, aangezien gisteren de stroom in het hele gebied uit is<br />

gevallen. Iets wat hier de laatste tijd nogal veelvuldig gebeurt.<br />

Je vraagt je af of alle bewoners in Stellenbosch dan geen<br />

doodsangsten uitstaan, omdat hun hoog voltage hekwerken rond hun<br />

huizen op dat moment weinig indruk maken. Moet je ons in<br />

Nederland horen klagen over criminaliteit. Hier bouwen ze hele<br />

woonwijken met grote hekken en toegangspoorten met 24 uur<br />

bewaking. Permanent opgesloten in hun eigen kooi.<br />

<strong>Een</strong> dag met wat minder weer en zelfs een koude nacht. Dan maar<br />

een rondje rijden met de auto. Langs de kust naar Kaap de Goede<br />

Hoop. We passeren Boulders Beach waar we bij de pinguïns langs<br />

gaan. Weliswaar hebben ze voor de toerist een apart gebied afgezet,<br />

56


maar ze lopen overal los door het dorp heen. Koddig waggelen ze<br />

met zijn tweeën tussen het verkeer door, door de tuinen richting het<br />

strand.<br />

Als we verder rijden komen we langs een enorme sloppenwijk,<br />

Khayelitsha. Later horen we dat de wijk enorm gegroeid is. Voor de<br />

bewoners zijn stenen huizen gebouwd. Echter als de nieuwe<br />

bewoners hier intrekken, wordt hun oude krotje meteen weer<br />

bewoond. Hetzij door illegalen uit Mozambique of Zimbabwe welke<br />

twee keer per week met volle treinen het land weer worden uitgezet,<br />

hetzij door arbeiders die naar Kaapstad komen om te werken terwijl<br />

ze elders in het land een normaal huis hebben. Zo’n krotje betekent<br />

dan gratis onderdak en geen belastingen.<br />

We besluiten om de moeder <strong>van</strong> een collega <strong>van</strong> Caspar te bezoeken<br />

die hier overwintert. Haar verhaal over de huizenprijzen welke de<br />

laatste tien jaar verdrievoudigd zijn en nu nog steeds maar een fractie<br />

<strong>van</strong> die bij ons bedragen, doet ons verlekkert rondkijken naar al die<br />

‘te koop’ bordjes onderweg.<br />

Aan het eind <strong>van</strong> de dag doen we inkopen bij de supermarkt en zijn<br />

net op tijd klaar als de stroom voor de zoveelste keer uitvalt. We<br />

verlaten de pikdonkere supermarkt en rijden terug. Ook de<br />

stoplichten werken natuurlijk niet, maar het is opvallend hoe<br />

gedisciplineerd de automobilisten daarmee omgaan. Bij elke<br />

kruising, voorrangsweg of niet, gaan telkens alsof het automatisch<br />

gestuurd wordt, twee auto’s per richting de kruising over. <strong>Een</strong> soort<br />

ritssysteem alleen werkt het hier wel. Net zoals het begrip service<br />

hier nog werkt. Tanken en de autoruiten worden netjes<br />

schoongemaakt en de olie en water gecontroleerd. Maar ja, wij<br />

hebben Freebees.<br />

De Tafelberg<br />

Het weer is veranderd <strong>van</strong> 20 naar 35 graden, strak blauwe lucht. We<br />

rijden langs de kust richting Kaapstad. We doen de Chapman’s Peak<br />

drive. Jaren is deze prachtige kustweg gesloten geweest. Tijdens<br />

zware regenval zijn er <strong>van</strong> de slechts schaars begroeide bergkliffen<br />

enorme rotsblokken naar beneden gekomen, wat de weg<br />

57


ontoegankelijk maakte. Door geldgebrek heeft de overheid zeer lang<br />

over het herstel gedaan, maar het resultaat mag er zijn. Op ongeveer<br />

100 tot 200 meter hoogte is de weg in de kliffen uitgehakt met onder<br />

je een bijna loodrechte wand die eindigt in een ruw kolkende zee.<br />

Jaloers kijken we naar de fietsers die hier allemaal, op voor onze<br />

begrippen onbetaalbare racefietsen, klimmend de machtige<br />

vergezichten consumeren. Met recht één <strong>van</strong> de mooiste kustwegen<br />

ter <strong>wereld</strong>.<br />

Na dit rij genot de Tafelberg. En nu eens niet toeristisch met de<br />

kabelbaan, maar te voet via de Plattekloofroute. Over een horizontale<br />

afstand <strong>van</strong> een kilometer stijgt dit wandelpad <strong>van</strong> 300 meter naar<br />

1100 meter; steil!! Het pad heeft nog het meeste weg <strong>van</strong> een oude,<br />

met marmeren rotsblokken geplaveide, Romeinse weg, maar dan in<br />

trapvorm. Echter een trap gemaakt voor reuzen aangezien het<br />

hoogte<strong>verschil</strong> tussen de treden minimaal 50 centimeter tot een meter<br />

bedraagt. Na anderhalf uur komen we boven, onderweg en zeker op<br />

de top beloont met fantastische uitzichten over Kaapstad en<br />

omgeving. Moedig als we zijn besluiten we het 'Romeinse'<br />

wandelpad weer terug naar beneden te nemen, wat met onze slechte<br />

knieën bijna nog zwaarder is. Moe maar voldaan komen we weer bij<br />

de auto, Julius Caesar zou trots op ons zijn! Nog niet wetende dat we<br />

de komende drie dagen stijf zullen staan <strong>van</strong> de spierpijn.<br />

58


The Baths (dag 70 en 71)<br />

Wederom een mooie reisdag, we weten zo langzamerhand niet meer<br />

hoe we het moeten omschrijven. Na een goede nachtrust, dankzij, en<br />

dat moeten we echt even kwijt, zeer gedisciplineerde Zuid-<br />

Afrikaanse kampeerders. Aan de ene kant <strong>van</strong> onze tent een grote<br />

59


groep schooljeugd op kamp en aan de andere kant een groot feest in<br />

één <strong>van</strong> de bijgebouwen met disco, waarschijnlijk een bruiloft.<br />

Klokslag tien uur en het is doodstil!! Dat moeten we bij ons nog eens<br />

zien.<br />

We rijden via de Bainskloofpas naar Ceres. Uitzichten over ruwe,<br />

kale bergen met in de diepte de rivier. Van Ceres naar Citrusdal<br />

veranderen de wijnranken in fruitbomen. We komen geen auto’s<br />

meer tegen in deze goed gecultiveerde vallei met slechts enkele<br />

boerderijen. Het laatste stuk over de laatste pas <strong>van</strong> <strong>van</strong>daag gaat<br />

over gravelweg, kunnen we vast wennen. De temperatuur is<br />

inmiddels gestegen naar 40 graden een verdubbeling met twee dagen<br />

geleden.<br />

Uit het befaamde campingboek kiezen we ‘the Baths’. We krijgen<br />

een mooie plek toegewezen langs zo’n perfect stromend beekje.<br />

Zoiets wat je graag in je eigen tuin bij de vijver wilt creëren maar wat<br />

op één of andere manier nooit schijnt te lukken. Even lekker<br />

opfrissen in de beek na een warme reisdag.<br />

60


Verrassing, het water is hartstikke warm, wel 45 graden. De camping<br />

heeft niet voor niets zijn naam gekregen; natuurlijke bronnen. Ze<br />

hebben een koud en warm zwembad en privé bubbelbaden. Het enige<br />

wat ze hoeven te doen is het water <strong>van</strong> de beek aftappen. Dat hebben<br />

onze, na gisteren, met spierpijn gevulde benen wel verdiend.<br />

De volgende dag is het 42 graden, echt te. We beginnen op boeren te<br />

lijken die ook altijd wel wat te klagen hebben over het weer. De hele<br />

dag in het zwembad gehangen, je kunt ook niet veel anders bij deze<br />

temperaturen. Voor het eerst komen we weer eens Hollanders tegen.<br />

<strong>Een</strong> stel dat ook net getrouwd is in Stellenbosch op een<br />

wijnlandgoed. Trots vertellen ze hun verhaal. Daarna kan Jeanette het<br />

natuurlijk niet laten om in geuren en kleuren onze bruiloft uit de<br />

doeken te doen. Het stel wordt steeds stiller en je ziet ze denken, shit,<br />

dat klinkt veel beter.<br />

Onze buren op de camping nodigen ons uit om bij hun te eten, wat<br />

we niet afslaan. Echt interessante mensen waarover we lange<br />

verhalen kunnen schrijven zijn het niet, maar hun gastvrijheid en<br />

vriendelijkheid is super.<br />

De kapper (dag 72)<br />

De volgende dag vertrekken we naar Lambertsbaai. <strong>Een</strong> vissersdorp<br />

met een klein eiland vol met Jan <strong>van</strong> Gent vogels. De 100 kilometer<br />

ernaartoe via Clanwilliam zijn zo afgelegd. Onderweg overal<br />

rooibosplantages. De enige plek op aarde waar deze thee <strong>van</strong>daan<br />

komt. Overigens ziet een rooibos er niet uit als een theestruik, meer<br />

een brem.<br />

Op het eiland <strong>van</strong> Lambertsbaai geen Jan <strong>van</strong> Gent te bekennen.<br />

Normaal moeten er hier duizenden zitten getuige de foto’s en de<br />

keurig opgezette uitkijkposten. Echter de zeeleeuwen hebben het<br />

eiland overgenomen en de vogels verjaagd. Je kunt zien dat de<br />

beheerders enigszins in paniek zijn aangezien de vogels nog nooit<br />

eerder weggeweest zijn. Is het dorp zijn enige attractie kwijt?<br />

En dan is het zover. Ik wordt door Jeanette geknipt. Zouden de<br />

oefensessies <strong>van</strong> Dana voldoende zijn geweest? Gelukkig hoeft ze na<br />

61


afloop niet te lachen wat al een goed teken is en verder kan ik mezelf<br />

niet zien. Morgen in Springbok de nieuwe haarlook voor 2006<br />

neerzetten. Als toetje een mooie zonsondergang met op de<br />

achtergrond het onmiskenbare zeegeluid <strong>van</strong> klotsende golven<br />

aangevuld met het geluid <strong>van</strong> voorbijvliegende zeemeeuwen.<br />

De Muldertjes (dag 73 en 74)<br />

Na een heerlijke koele nacht aan zee trekken we het binnenland weer<br />

in. Vanaf nu zal het voornamelijk hitte zijn wat ons vergezeld. Het<br />

eerste stuk <strong>van</strong> de rit is groen met vele plantages, perfect geïrrigeerd<br />

door allerlei kanalen die het water uit de Olifantsrivier halen. Zodra<br />

we de Olifantsrivier achter ons laten verdwijnt het groen en krijgt de<br />

omgeving een bruine kleur. De wegen zijn weer lang en kaarsrecht.<br />

Aan het begin <strong>van</strong> de lente moet het hier kleurrijk zijn met allerlei<br />

wilde bloemen. Het is dat we er foto’s <strong>van</strong> gezien hebben want<br />

anders zou je het niet geloven in deze dorre boel.<br />

In Springbok vinden we een camping die niet veel voorstelt maar die<br />

wel een grote attractie voor ons heeft; de Muldertjes. <strong>Een</strong> belangrijk<br />

onderdeel <strong>van</strong> het rondtrekken is het ontmoeten <strong>van</strong> andere reizigers<br />

en het uitwisselen <strong>van</strong> elkaars boeiende reisverhalen. Jan en Jos, hij<br />

64, zij 63, zijn al 12 jaar aan het trekken.<br />

Nadat hij vervroegd uit het leger kon stappen, hebben ze al hun<br />

bezittingen verkocht en hebben eerst vier jaar met een camper door<br />

Europa getrokken. Daarna hebben ze vele jaren op de Bahamas<br />

gewoond. Toen door de Verenigde Staten getrokken en een jaar in<br />

Chili gezeten. En nu zijn ze al vele maanden in Zuid-Afrika. Hun<br />

enige bezittingen; een oude Mercedes en een tent, die ze hier gekocht<br />

hebben. Wat een manier om je zeer vervroegde pensioen door te<br />

brengen! Tegen een schaduwrijke muur, met een glas wijn luisteren<br />

we geboeid naar de vele reisverhalen en zijn verleden uit het leger.<br />

Puur genieten!<br />

62


Water, water en nog eens water (dag 75 t/m 77)<br />

We zeggen gedag tegen de Muldertjes met de intentie elkaar in<br />

Upington over een paar dagen weer te zien om samen naar het<br />

Transfrontier Park te rijden. De gravelwegen schijnen daar minder te<br />

zijn en dan is met twee auto’s rijden niet onverstandig. We gaan <strong>van</strong><br />

Springbok langs Pofadder naar de Augrabies watervallen. De route is<br />

om <strong>van</strong> te kwijlen. Zover je kunt kijken <strong>van</strong> dat lange gras met <strong>van</strong><br />

die goudgele aren aan de bovenkant, een blonde gloed tot ver voorbij<br />

de horizon. De aarde eronder is rood <strong>van</strong> kleur. <strong>Een</strong> kleur die ook<br />

terugkomt in de prachtig gevormde bergen die her en der in het goud<br />

zijn weggelegd. <strong>Een</strong> ongekende weidsheid en verlatenheid. Tijdens<br />

de 350 kilometer die we afleggen komen we slechts twee dorpen<br />

tegen. Zuid-Afrika begint steeds meer indruk op ons te maken en dan<br />

met name de stukken die je niet gauw doet als toerist.<br />

Langs de weg komen we een paar keer een vreemd verkeersbord<br />

tegen met het opschrift; 'Speedtesting only allowed for authorised<br />

vehicles', met een getal <strong>van</strong> 250 eronder. Raar bord, hoewel deze<br />

kaarsrechte wegen, waar bijna geen auto op rijdt, wel uitnodigen om<br />

het gaspedaal verder in te drukken. Na een uur begrijpen we het bord,<br />

als er met een bloedgang vier Porsches 911 turbo ons voorbij stuiven,<br />

een tijdje later gevolgd door een Porsche Cayenne met reservewielen<br />

op zijn dak; chique materiaalwagen. Het toeval wil dat ze op dezelfde<br />

63


camping staan uit te dampen, waar wij onze tent opslaan. Op de<br />

achterzijde <strong>van</strong> de auto's een grote sticker met; authorised<br />

speedtesting vehicle. De Porsches worden netjes afgedekt zodat<br />

niemand foto's kan maken <strong>van</strong> dit nieuwe model. Zouden ze nog<br />

vacatures hebben?<br />

Augrabies betekent plek met veel lawaai en dat is niets te veel<br />

gezegd als je in de buurt <strong>van</strong> de watervallen komt. Met veel kracht en<br />

geweld stort het water <strong>van</strong> de Oranjerivier 60 meter naar beneden om<br />

verder te stromen in een na vele eeuwen uitgesleten kloof.<br />

Doordat de brede rivier hier in een nauwe kloof wordt geperst, krijgt<br />

het water een enorme snelheid. <strong>Een</strong> fantastisch natuurspektakel waar<br />

je ook nog eens zeer dichtbij in de buurt kunt komen dankzij<br />

aangelegde looppaden en platforms. De vele regenval in het<br />

stroomgebied <strong>van</strong> de rivier, maakt het geheel nog indrukwekkender.<br />

64


Als we die middag terugkeren bij de tent zien we nog net hoe de<br />

bavianen er met onze was <strong>van</strong>door gaan. Gelukkig laten ze <strong>van</strong><br />

schrik alles vallen als we ze achterna rennen en kunnen we ons<br />

wasgoed overal verspreidt weer verzamelen.<br />

Het is wederom erg warm, te warm om een vuurtje te stoken.<br />

Daardoor hebben de muggen ’s-avonds vrij spel en moeten we al<br />

gauw in onze steekvrije, warme tent kruipen. Ook overdag steken die<br />

kleine etters erop los, of je nu ingesmeerd bent of niet. Het enige<br />

nadeel <strong>van</strong> dit verder mooie nationale park.<br />

65


Ook de wandeling die we maken is prachtig. Hoewel we vroeg<br />

beginnen brandt de zon onbarmhartig. Maar het landschap en de<br />

uitzichten in de kloof vergoeden alles. Langs avontuurlijke paden,<br />

klauterend over rotsen en her en der het water overstekend over<br />

geïmproviseerde bruggetjes, maken we een ronde <strong>van</strong> twee uur. Net<br />

voor het einde <strong>van</strong> de wandeling zien we pootafdrukken staan <strong>van</strong><br />

een luipaard. Niet dat we zo’n spoorzoekers zijn, maar we hadden op<br />

een informatiebord gezien hoe die afdrukken eruitzien. Opeens gaat<br />

het wandeltempo toch omhoog, je bent in een wildpark per slot <strong>van</strong><br />

rekening.<br />

Het tijdverdrijf <strong>van</strong> de Zuid-Afrikaan in het weekend: laadt de four<br />

wheel drive helemaal vol met koelboxen vol eten en drinken en een<br />

paar stoelen, rij naar een nationaal park, en ga de hele dag op het gras<br />

in de schaduw je braai (lees barbecue) vullen. Zo ook rond onze tent<br />

die middag. Overal een gezellige drukte en de geur <strong>van</strong> vlees op de<br />

braai.<br />

Het enige nadeel; ze voeren de apen. Deze keer geen bavianen maar<br />

vervet apen. Op zich leuke beesten om naar te kijken als ze lief met<br />

elkaar spelen. Lastig als ze op je tent gaan dansen en je continue op<br />

je hoede moet zijn als ze snel voorbij rennend iets bij je weg<br />

proberen te halen.<br />

Weersinvloeden (dag 78 t/m 81)<br />

In Upington treffen we de Muldertjes weer teneinde samen met hun<br />

het Transfrontier park in te trekken. De avond voordat we daar na toe<br />

willen rijden begint het te regenen. Als we de volgende morgen het<br />

park bellen wordt ons ten strengste afgeraden te komen. De wegen<br />

zijn helemaal weggespoeld en het zal wel enige tijd duren voordat die<br />

weer hersteld zijn.<br />

Gelukkig komen we op de camping een Duitser tegen die net uit<br />

Namibië komt. Hij is er lyrisch over. Ook daar heeft het geregend de<br />

afgelopen tijd, zelfs meer dan de afgelopen 20 jaar bij elkaar.<br />

Resultaat de woestijn bloeit! Ons programma is gauw aangepast.<br />

66


Op 16 maart, lang zal ze leven Jeanette is jarig, rijden we Namibië in.<br />

De grensovergang wordt in 15 minuten genomen, wat een <strong>verschil</strong>.<br />

De natuur die ons tegemoet komt is adembenemend, bijna niet meer<br />

te beschrijven. Namibië kennen wij als droog, stof, zand en stenen,<br />

prachtig in zijn kleurfacetten en ruwheid. Nu zien we groen, water,<br />

goudgeel, lieflijk, aaibaar. Absurd hoe schijnbaar al die miljarden<br />

zaadjes al die jaren hebben gewacht op het water.<br />

Als we in Ais Ais aankomen, in de benedenloop <strong>van</strong> Fish River<br />

canyon, zien we wat het water hier nog maar een week geleden heeft<br />

aangericht. Zes meter hoger dan nu heeft het de gehele camping<br />

overspoeld. Ze zijn net weer een beetje overeind aan het krabbelen.<br />

De gebouwen zijn weer netjes, maar het campingveld is nog bedekt<br />

met een dikke laag opgedroogd zand wat enorm stoffig is.<br />

’s-Avonds vieren we Jeanette haar verjaardag met een flinke braai.<br />

Hoewel de zon hier diep in de canyon snel onder is koelt het niet af.<br />

De hele nacht komt de temperatuur niet onder de 35 graden, we doen<br />

geen oog dicht. Later krijgen we te horen dat deze plek ‘s-nachts de<br />

warmste is in Namibië, het wordt er nooit kouder dan 32 graden.<br />

Hadden ze dat niet eerder kunnen vertellen. Gauw weg hier. We<br />

nemen weer afscheid <strong>van</strong> de Muldertjes en gaan richting Luderitz.<br />

67


Luderitz (dag 82 en 83)<br />

Luguber en vervlogen tijden, twee begrippen die helemaal passen bij<br />

Luderitz. Luguber is de omgeving. Honderden kilometers rond dit<br />

havenstadje alleen maar grijs zand en stenen, waarover continue een<br />

harde wind waait. De wind suist om je oren en het zand stuift<br />

onheilspellend om je heen. Zelfs de zee heeft een vreemde groene<br />

kleur, waarin de vissersboten een macabere dans op de ruwe golven<br />

maken.<br />

Er is maar één lange weg naar het havenstadje waar je de laatste 300<br />

kilometer geen noemenswaardige plaats meer tegenkomt. Ten<br />

noorden <strong>van</strong> de weg de Namib woestijn. Ten zuiden <strong>van</strong> de weg<br />

Sperrgebiet! Ja, nog steeds op zijn Duits, aangezien Namibië vroeger<br />

een kolonie was. Bovendien klinkt Sperrgebiet veel<br />

afschrikwekkender dan restricted area, niet? Durf met je auto dit<br />

gebied in te rijden en de kans is groot dat je het niet naverteld. Eerst<br />

schieten ze en dan pas stellen ze vragen. Dit gebied is eigendom <strong>van</strong><br />

Consolidated Diamond Mines. In een gebied de helft zo groot als<br />

Nederland worden de diamanten gewonnen.<br />

68


Luderitz zelf kent maar een korte bloeiperiode <strong>van</strong> 1850 tot ongeveer<br />

1920. Waarin het groot werd dankzij vogelpoep wat <strong>wereld</strong>wijd<br />

gebruikt werd als goede kunstmest, en als inscheephaven voor de<br />

Duitse troepen, die hun oorlogen met de Hottentotten voerden.<br />

Daarna is de tijd stilgezet. De kleurrijke huizen gebouwd in<br />

Jugendstil stijl, staan er nog steeds. Op veel plekken is de weg nog<br />

steeds niet voorzien <strong>van</strong> asfalt. En de woning waar we inzitten brengt<br />

je helemaal terug in die tijd. Op de gevel staat nog heel groot de<br />

naam <strong>van</strong> de handelaren die hier toen in huisden; Krabbenhoft und<br />

Lampe. Binnen schilderijen <strong>van</strong> die tijd; een oud portret, een<br />

stoomschip, een ingelijste passagierslijst <strong>van</strong> die Deutsche Ost-<br />

Afrika Linie uit 1902 met een foto <strong>van</strong> een Duitse officier. De<br />

boekenkast staat vol boeken met oude vergeelde kaften. <strong>Een</strong> oude<br />

<strong>wereld</strong>bol uit 1893 met alle toenmalige koloniën en grote<br />

landkaarten. Eigenlijk verwacht je dat de toenmalige bewoners elk<br />

moment zo weer binnenstappen.<br />

Sossusvlei (dag 84 en 85)<br />

Namibië, land <strong>van</strong> extremen. Wie er ooit is geweest herinnert zich de<br />

woestenij, het zand, stof en de stenen. Niet verwonderlijk aangezien<br />

dit land de oudste woestijn ter <strong>wereld</strong> herbergt; de Namib. Geen<br />

wonder ook dat in lijsten <strong>van</strong> droogste en zonnigste plaatsen, vele<br />

Namibiese oorden bovenin voorkomen.<br />

Onderweg kom je slechts één of twee auto's per dag tegen, veelal<br />

toeristen. Namibië is dan ook het dunst bevolkte land op deze<br />

aardbol. Met als groot voordeel; de mooiste sterrenhemel inclusief<br />

melkweg die je kunt bedenken, aangezien er totaal geen<br />

lichtvervuiling is. De toerist komt voor Fish River Canyon; na de<br />

Grand Canyon de grootste in de <strong>wereld</strong>, voor Sossusvlei; de hoogste<br />

duinen ter <strong>wereld</strong> in een vlammende kleur rood, en voor Etosha; een<br />

uitgedroogde zoutpan, zo groot als Noord-Brabant, waar alle wilde<br />

dieren wel gedwongen worden om naar de enkele, door de mens,<br />

aangelegde waterputten te komen.<br />

69


Ook wij kennen Namibië zo uit 2000 toen we hier voor het eerst<br />

waren. Niet gelovig zijnde, zeiden we toen al; God moet hier hebben<br />

geëxperimenteerd. Laatst lazen wij een zin die misschien nog<br />

dichterbij komt; ‘God has made Namibia in anger’. Wel nu, Hij is erg<br />

vergevingsgezind. Het heeft geregend in de woestijn! Resultaat:<br />

Namibië is volledig groen geworden. In Ethosha is geen dier meer te<br />

bekennen, omdat er overal genoeg water en eten is. Fish River<br />

Canyon is <strong>van</strong> een slootje uitgegroeid tot een razende rivier. En de<br />

rode duinen <strong>van</strong> Sossusvlei zijn groen bedekt met struiken en gras<br />

zoals wij later op de dag ontdekken. Bizar! Iets wat je volgens vele<br />

Namibiërs slechts één keer in je leven kunt zien, mogen wij dat nu<br />

net meemaken.<br />

70


We rijden <strong>van</strong> Luderitz naar Sossusvlei, over de wegen waar onze<br />

relatie in 2000 is begonnen. <strong>Een</strong> bijzonder moment op deze<br />

huwelijksreis. Alsof de cirkel rond is. Bijna, het laatste stuk ligt in<br />

Swakopmund. De route was weer <strong>van</strong> een buitenaardse schoonheid<br />

nu alles zo groen is. De C13 die vorige week nog dicht was <strong>van</strong>wege<br />

overstromingen is goed te doen. Soms moeten we wat los zand of<br />

water passeren, maar Chico staat zijn mannetje. Onderweg fietst ons<br />

nog een oudere man, zwaar bepakt, tegemoet. Met elke passerende<br />

auto krijgt hij weer een stofdouche over zich heen. Wat bezielt<br />

mensen toch!<br />

In Sossusvlei komen we er pijnlijk achter dat ook hier de toerist als<br />

melkkoe is ontdekt. Er wordt voortaan entree gevraagd voor het park<br />

en de campingprijzen zijn verviervoudigd. Jeanette zou hier voor<br />

haar verjaardag een ballonvlucht cadeau krijgen, maar ook die<br />

prijzen zijn te gortig. Dan moeten we maar iets anders verzinnen.<br />

De volgende dag rijden we het park in. Naarmate je verder de<br />

woestijn inrijdt verdwijnt het groen langzaam en krijgen de duinen<br />

weer hun egale rode kleur. Met een normale auto kun je maar tot een<br />

bepaald punt komen <strong>van</strong>wege het mulle zand, het laatste stuk moet je<br />

dan lopen. Ook hier wordt de verwende toerist op zijn wenken<br />

bediend; een shuttlejeep voor 25 euro. Wij nemen de benenwagen.<br />

71


Na anderhalf uur door de woestijn gelopen te hebben komen we bij<br />

Deadvlei. In tegenstelling tot Sossusvlei komt hier nooit water in te<br />

staan. Ter verduidelijking een vlei is een soort waterplas. Deadvlei is<br />

een opgedroogd meer met een witte bodem die sterk aftekent tegen<br />

de hoge rode duinen eromheen. Op de witte bodem staan heel sinister<br />

nog een paar dode zwarte bomen.Na Deadvlei lopen we naar<br />

Sossusvlei, waar bij extreme regenval wel water inkomt als de rivier<br />

voldoende kracht krijgt om helemaal door de woestijn heen te stoten.<br />

De wandeling duurt een half uur en het lichaam begint tegen de geest<br />

te vechten. De geest geniet <strong>van</strong> de omgeving en wil het liefste elke<br />

duin beklimmen. Het lichaam schreeuwt om vocht waar we langzaam<br />

door heen beginnen te raken bij 42 graden.<br />

Sossusvlei staat inderdaad vol water. Het mooiste uitzicht is<br />

natuurlijk weer <strong>van</strong>af een duin die 300 meter hoog is, wat een extra<br />

aanslag op de vochthuishouding met zich meebrengt. Halverwege de<br />

klim horen we een licht gebrom in de verte. Even later vliegen er drie<br />

ultralight helikopters vlak over ons hoofd heen. Ook in Namibië is zo<br />

langzamerhand alles mogelijk voor de verwende rijke toerist. Op één<br />

of andere manier maakt het een grote inbreuk op de ongereptheid <strong>van</strong><br />

deze natuur, jammer.<br />

72


Als we weer afdalen beginnen we toch wel ernstig op te zien tegen de<br />

lange wandeling terug naar de auto, nu onze watervoorraad <strong>van</strong> twee<br />

liter bijna op is. Beneden zien we een jeep staan met een persoon erin<br />

en we besluiten hem te vragen of we een lift kunnen krijgen. Blijkt<br />

dat we hem bij Fish River ook zijn tegengekomen, waardoor een lift<br />

gauw geregeld is. Hij is met nog twee andere jongelui op vakantie.<br />

De andere twee voegen zich even later bij ons. Aan het einde <strong>van</strong> de<br />

middag gaan ze nog een rondvlucht maken. We vragen ze wat dat<br />

kost. 900 euro waarschijnlijk, maar als het 1200 zou zijn dan vinden<br />

ze dat ook een redelijke prijs. Pardon, drie studenten en 1200 euro<br />

voor een uur vliegen spenderen, is voor hen heel normaal!? Waar<br />

gaat dat heen?<br />

Swakopmund (dag 86 t/m 92)<br />

De volgende dag rijden we richting Swakopmund. Maar eerst gaan<br />

we langs Solitaire waar Moose de beste appeltaart <strong>van</strong> Namibië bakt.<br />

Tien jaar geleden streek hier Ton <strong>van</strong> der Lee neer. Nadat hij vele<br />

jaren succesvol films had gemaakt, had hij het wel gezien met het<br />

drukke, stressvolle leven en besloot naar Afrika te trekken, nadat hij<br />

thuis alles had verkocht. Hij begon in Kaapstad, kocht er een open<br />

jeep en kwam na wat omzwervingen in Solitaire terecht, wat toen<br />

niet meer was dan een pompstation.<br />

Nadat hij bevriend raakt met de eigenaar en zijn broer Moose,<br />

besloot hij, om de tijd te doden, samen met hen een restaurant en<br />

camping bij te bouwen. Solitaire groeide gestaag en zeker toen er een<br />

vermelding in de reisgids Lonely Planet kwam te staan, kwamen er<br />

hordes toeristen op af. Uiteindelijk ontvlucht <strong>van</strong> der Lee Solitaire<br />

omdat hij weer in een druk en stressvol leven terecht was gekomen.<br />

Hij heeft er een heel boek over geschreven (Solitaire), geen bestseller<br />

maar grappig om te lezen.<br />

Na de apfelstrudel gaan we weer verder door het groene landschap<br />

waar we zelfs kamelen tegenkomen. De grens met de beschaving<br />

wordt weer bereikt als de gravelweg bij Walvisbaai overgaat in<br />

73


asfalt. We schrikken een beetje als we zien hoe sterk Walvisbaai en<br />

Swakopmund zijn gegroeid. Zeker twee tot drie keer groter!<br />

Zes jaar geleden verbleven we precies tussen deze twee plaatsen op<br />

een volledig afgelegen alleenstaande camping. Nu is er een complete<br />

woonwijk met luxe vakantiewoningen omheen gebouwd. <strong>Een</strong> plek<br />

waar even later Angelina Jolie en Bradt Pitt hun kind krijgen, voor<br />

degene die dergelijk nieuws volgt.<br />

In Swakopmund treffen we op de camping de Muldertjes weer. Zij<br />

hebben na ons afscheid alleen maar pech gehad. <strong>Een</strong> band aan<br />

flarden gereden en de wielbouten beschadigd. Wederom prijzen we<br />

ons gelukkig met Chico onze Golf, afkloppen!<br />

Full circle 1<br />

Het idee was mooi, zelfs romantisch. Toen onze relatie in Namibië<br />

begon, heb ik voor Jeanette in Swakopmund bij een edelsmid<br />

oorbellen en een ketting gekocht. Iets wat de meeste mensen niet<br />

ontgaan kan zijn, aangezien ze deze altijd draagt. Wie goed op de<br />

foto's <strong>van</strong> ons huwelijk heeft gekeken ziet dat wij slechts symbolisch<br />

een ring <strong>van</strong> palmblad dragen. Zodra wij tijdens onze reis weer terug<br />

in Namibië zouden zijn, daar waar alles begon, is er natuurlijk niets<br />

mooiers om bij dezelfde edelsmid een trouwring te laten maken, die<br />

past bij de ketting en oorbellen.<br />

Echter is de edelsmid er nog?? En ja hoor, hij is er nog steeds!<br />

Hoewel het plaatsje Swakopmund drie keer zo groot is geworden, is<br />

de winkel en de edelsmid niets veranderd. Op wederom precies de<br />

23ste (deze keer puur toeval) bestellen we de trouwring, waar we<br />

nog vijf dagen op moeten wachten. De steen moet namelijk nog uit<br />

de mijn komen.<br />

74


Oad; je komt ons ook overal tegen!<br />

Rustig genietend <strong>van</strong> de meest luxe camping die we tot nu toe gehad<br />

hebben, zijn we in het zonnetje een boek aan het lezen op het verder<br />

verlaten terrein. Luxe omdat elke plek zijn eigen afgesloten<br />

badkamer, terras, openhaard en afwasbak heeft. Plus een prima<br />

bijgehouden grasveld wat na al dat zand een hele verademing is.<br />

Onze rust wordt wreed verstoord. Het begint met een hele grote DAF<br />

truck die aan komt rijden vol met gele stickers <strong>van</strong> OAD reizen; je<br />

komt ons ook overal tegen. Vier mannen stappen uit en beginnen<br />

driftig om ons heen twaalf tenten op te zetten, we worden volledig<br />

ingebouwd. Even erna komt er een gigantische touringcar aanrijden<br />

met 21 stuks <strong>van</strong> dat vervelende volk, Hollanders.<br />

Meteen nemen ze luid kakelend bezit <strong>van</strong> de camping, lopen kris kras<br />

langs ons heen, geen blik of woord richting ons werpend. Wij zijn<br />

ook niet zo happig om te laten merken dat we de taal spreken totdat<br />

ze ook nog brutaal gebruik willen gaan maken <strong>van</strong> onze privé<br />

75


adkamer, daar betalen we tenslotte een vorstelijke prijs voor.<br />

Jeanette bekent kleur en roept op harde toon dat dat toch echt de<br />

bedoeling niet is.<br />

De rest <strong>van</strong> de middag blijven ze ons terrein als openbare snelweg<br />

gebruiken en het gekakel houdt gelukkig na tienen op. De volgende<br />

ochtend worden we ruw gewekt door de motor en uitlaatgassen <strong>van</strong><br />

de touringcar die lange tijd stationair blijft draaien. De bus heeft<br />

motorproblemen en een camping is natuurlijk de uitgelezen plek om<br />

een garage te beginnen. De twee overige campinggasten pakken hun<br />

boeltje in en vluchten de camping af.<br />

Wij moeten helaas nog een paar nachten bijboeken. Bij de receptie<br />

vragen we hoe lang de groep nog blijft, nog één nacht. Gelukkig,<br />

zeggen we en vertellen de receptioniste wat er is gebeurd. Daarna<br />

gaan we de stad in. Als we na vijf uur terugkomen kijken we<br />

verbaasd op. Onze plek is volledig afgezet met roodwit lint. Meteen<br />

komt de Zuid-Afrikaanse groepsleider Cas, zijn naam heeft hij in<br />

ieder geval mee, naar ons toe om zich te verontschuldigen voor het<br />

gedrag <strong>van</strong> de groep. Of we mee willen quadbike rijden. Bovendien<br />

staat hij erop dat we <strong>van</strong>avond mee-eten en als klap op de vuurpijl<br />

vergoed hij ons hele verblijf <strong>van</strong> een week hier op de camping. OAD;<br />

kwamen we ze maar overal tegen!<br />

Het quadbikerijden is met zo’n grote groep oudjes een beetje saai<br />

omdat het tempo niet verder komt dan een slakkengangetje. Tenzij je<br />

achteraan de groep rijdt en een gat kunt laten vallen die je daarna<br />

volgas weer opvult. Heerlijk als Jeanette, die achterop zit, me steeds<br />

strakker om mijn middel grijpt om niet achterover te vallen en<br />

tegelijkertijd bij elke teug extra gas steeds harder Kappie!, Kappie!,<br />

Kappie! Begint te roepen.<br />

76


Zandhappen<br />

Vanochtend werden we opgehaald voor het zandboarden. Althans<br />

Jeanette, mij krijg je niet zo gek, ik kijk wel toe. Op één <strong>van</strong> de<br />

hoogste duinen in de omgeving mag je je zelf op een dun plaatje hout<br />

naar beneden storten. Langzaam bouwen ze de lengte en hoogte op<br />

totdat je op het laatst met 75 kilometer naar beneden suist. En om<br />

eerlijk te zijn ziet het er nog gaaf uit ook.<br />

Jeanette geniet met volle teugen, een grijns <strong>van</strong> oor tot oor. Gillend<br />

zoeft ze <strong>van</strong> elke berg waarbij haar reeds bruine huidskleur telkens<br />

donkerder wordt <strong>van</strong> de lagen zand die ze opdoet. De hele middag<br />

geniet ze als een klein kind nog na. Was ze onlangs niet een jaartje<br />

ouder geworden?<br />

77


<strong>Een</strong> ballon, een ballon, een ballonnetje..<br />

En dan is het toch zover. <strong>Een</strong> ballonvlucht over Namibië als<br />

verjaardagscadeau. Al om zes uur worden we opgehaald en rijden we<br />

landinwaarts. Het kost zeker een uur rijden om de mist die net voor<br />

de kust hangt en met name de wind kwijt te raken. Maar het lukt en<br />

we verlaten de asfaltweg en rijden de woestijn in. De ballon staat<br />

zeer snel overeind en voordat we het weten zijn we al los <strong>van</strong> de<br />

grond.<br />

We klimmen meteen naar 1600 voet, wat vele malen hoger is dan<br />

waar de ballonnen in Nederland mogen vliegen. We kunnen<br />

gigantisch ver wegkijken en zien zelfs Brandberg op 150 kilometer<br />

afstand. Onder ons alleen maar zandvlakte afgewisseld met wat<br />

rotsblokken. Wat een <strong>verschil</strong> met Nederland waar vierkant<br />

aangelegde woonwijken worden afgewisseld met vierkant<br />

gecultiveerde akkergronden. Hier nergens de invloed <strong>van</strong><br />

mensenhanden te vinden. Waar je ook zou landen je zou er<br />

spreekwoordelijk de eerste voet op de maan zetten.<br />

78


Na een tijd op hoogte te hebben gevlogen gaat hij net boven de grond<br />

vliegen, en dan bedoelen we ook net, op één meter. Het wat wazige<br />

beeld <strong>van</strong> de grote hoogte wordt nu helder. Na 45 minuten landen we<br />

perfect rustig.<br />

In het midden <strong>van</strong> de woestijn wordt de ontbijttafel gedekt. Niets dan<br />

stilte en oneindigheid om ons heen. Gelukkig afgewisseld door het<br />

fluiten <strong>van</strong> de vogels want anders zou de stilte pijn doen aan je oren.<br />

Het mooiste ontbijt in ons leven.<br />

En dan het verhaal <strong>van</strong> onze 68-jarige ballonvaarder Laurent<br />

Potgieter. Geboren in Kenia en daar zijn eerste bedrijf opgezet in<br />

Mombasa, offshore duiken voor industriële toepassingen. Toen de<br />

Engelse invloed daar minder werd zag hij al vroegtijdig dat het de<br />

verkeerde kant op zou gaan en vertrok naar het toenmalige Rhodesië,<br />

nu Zimbabwe. Daar behoorde hij bij de groep blanken die na het<br />

koloniale bewind <strong>van</strong> de Engelsen de macht overnamen. Zoals hij het<br />

zelf omschrijft had hij daar een klein koninkrijkje gebouwd totdat<br />

Mugabe, nu nog steeds de president, aan de macht kwam.<br />

Potgieter was één <strong>van</strong> de eerste die zijn bedrijf moest inleveren aan<br />

de staat vele jaren geleden. Met slechts een zakje vol edelstenen kon<br />

hij het land ontvluchten en moest op zijn vijftigste opnieuw<br />

beginnen. De edelstenen brachten hem ertoe om lange tijd handel te<br />

drijven tussen de mijnen in Namibië en de Verenigde Staten. Daar<br />

nam hij zijn hobby vliegen weer op, maar dit keer geen vliegtuig<br />

maar een luchtballon.<br />

Kort daarna werd hij door één <strong>van</strong> de mijnen gevraagd om een<br />

project te leiden in het noorden <strong>van</strong> Namibië voor twee jaar. Als dank<br />

werd hij beloond met een gratis verblijf in Swakopmund voor zes<br />

maanden, waar hij uiteindelijk niet meer weg is gegaan. Heerlijk om<br />

met zo’n man over Afrika te praten en te ontdekken dat onze<br />

denkbeelden opgedaan in een paar maanden niet afwijken <strong>van</strong> de<br />

levenservaring <strong>van</strong> deze man.<br />

Na het ontbijt rijden we weer terug. Halverwege wijst hij naar een<br />

berg en zegt; “die is <strong>van</strong> mij”. Vijftien jaar geleden heeft hij de<br />

rechten gekocht op voorwaarde dat hij de rotzooi, het werd gebruikt<br />

79


als vuilnisbelt, zou opruimen. Dat heeft hij gedaan. Vanaf het<br />

hoogste punt <strong>van</strong> de berg, 500 meter, heeft hij een kabel naar<br />

beneden gespannen met een lengte <strong>van</strong> een kilometer. Met een tuig<br />

aan kun je je dan naar beneden laten storten. “Ik doe het nog elke<br />

dag”, zegt hij. De man blijft verbazen.<br />

Full Circle 2<br />

Spannende dag, de ring moet <strong>van</strong>daag klaar zijn. ’s-Morgens gaan we<br />

al bij de edelsmid langs, maar we moeten geduld hebben, pas om zes<br />

uur is hij klaar. De rest <strong>van</strong> de dag de tijd gedood met internetten,<br />

boodschappen en wat lezen en puzzelen op de camping. We worden<br />

ongeduldig en om half zes staan we alweer op de stoep. Hij is klaar.<br />

Als hij de ring laat zien, zie ik in één oogopslag dat het resultaat<br />

fantastisch is. Ik hou echter mijn mond, het gaat tenslotte om Jeanette<br />

haar mening. Ook daar hoef ik niet over te twijfelen; ze straalt <strong>van</strong><br />

oor tot oor. Het past perfect bij de ketting en oorbellen en ook het<br />

symbool zie je er prima in terug, een hartje met een boog erboven;<br />

geborgen liefde.<br />

Terwijl de edelsmid een foto neemt, schuif ik de ring om Jeanette<br />

haar vinger. Hiermee is de trouwceremonie pas echt voltooid. De<br />

cirkel is rond.<br />

80


Buikpijn (dag 93 en 94)<br />

Als we uit Swakopmund vertrekken verlaten we met enige weemoed<br />

ons stekkie waar we voor ons doen erg lang hebben gestaan. Het gras<br />

onder de tent is zelfs geel geworden. Helaas voelt Jeanette zich niet<br />

zo lekker, misselijk en buikpijn. Misschien is het eten niet goed<br />

gevallen. We rijden dezelfde weg terug naar Solitaire, dus veel<br />

nieuws valt er niet over te melden. Bij Moose weer een stuk<br />

apfelstrudel gegeten. Althans ik want Jeanette wordt niet goed bij het<br />

zien <strong>van</strong> het gevaarte; twintig bij tien centimeter. Na Solitaire buigen<br />

we af naar de Naukluft bergen waar we morgen willen lopen, mits<br />

Jeanette zich goed voelt.<br />

De eerste camping in Bullsport is een aanfluiting. Je wordt via een<br />

lange bijna onbegaanbare weg letterlijk de bush ingestuurd waar<br />

verder helemaal niets of niemand is en daar moet je ook nog eens 35<br />

euro voor betalen. Het alternatief een huisje kost al gauw 130 euro.<br />

Ter vergelijking de camping in Upington, weliswaar de goedkoopste,<br />

kost zeven euro en de perfecte kamer waar we nu inzitten kost<br />

twintig euro. Waar gaat dat heen met Namibië.<br />

We rijden verder en vinden in het Naukluft park een beter alternatief.<br />

Na een lange nacht <strong>van</strong> twaalf uur, waar halen we de slaap <strong>van</strong>daan,<br />

voelt Jeanette zich nog niet helemaal 100%. We besluiten niet te<br />

wandelen en door te rijden naar Keetmanshoop.<br />

Als we daar binnen rijden besluiten we zowaar om een Bed &<br />

Breakfast te nemen, omdat we eigenlijk geen zin hebben om voor één<br />

nacht de tent weer op te zetten. Maar goed ook want even later begint<br />

het te regenen. Om nog maar even aan te geven hoe bijzonder dat is,<br />

Keetmanshoop is de op acht na droogste plaats ter <strong>wereld</strong>. De<br />

gedachte aan al die modder op de camping, verregend eten en natte<br />

tent om in te pakken, laat ons deze keer glimlachen om de druppels.<br />

81


Kgalagadi Transfrontier Park (dag 95 t/m 101)<br />

Terug in Zuid-Afrika ontmoeten we wederom de Muldertjes in<br />

Upington. We gaan een hernieuwde poging wagen het Kgalagadi<br />

Transfrontier Park in te komen. Het weer en de wegen zijn<br />

opgeknapt, nu alleen nog een reservering regelen. Als dat na enige<br />

moeite gelukt trekken we richting park.<br />

Even een kleine wetenswaardigheid over Upington. Deze plaats heeft<br />

een weinig gebruikt vliegveld met een landingsbaan <strong>van</strong> 4,9<br />

kilometer lengte. De langste <strong>van</strong> Afrika en speciaal aangelegd voor<br />

de spaceshuttel mocht die uit moeten wijken.<br />

Het Kgalagadi Transfrontier Park. Pak het snijpunt <strong>van</strong> Zuid-Afrika,<br />

Botswana en Namibië en leg daar een land overheen ter grootte <strong>van</strong><br />

twee keer Nederland, en je hebt het grootste natuurpark ter <strong>wereld</strong>.<br />

Door dit park dat grotendeels bestaat uit het rode zand <strong>van</strong> de<br />

Khalahari woestijn lopen twee rivieren; de Aoub en de Nossob rivier.<br />

Als bezoeker rijd je over de opgedroogde bedding <strong>van</strong> deze twee<br />

rivieren <strong>van</strong> waterput naar waterput, welke door de mens zijn<br />

aangelegd zodat de dieren toch nog water kunnen vinden in de verder<br />

droge omgeving. In potentie een park dat het Kruger kan overtreffen.<br />

Helaas is het voor ons enigszins tegengevallen.<br />

Het begint al met de weg er naar toe. Zestig kilometer gravelweg <strong>van</strong><br />

erbarmelijke kwaliteit. Alsof we terug zijn in Kenia. Ook de wegen<br />

in het park zijn niet veel beter. We zien weliswaar veel gemsbokken,<br />

wat niet verwonderlijk is aangezien het park voorheen ook zo heette,<br />

maar verder is het aanbod mager.<br />

Aan het eind <strong>van</strong> de dag blijkt de hobbelweg zijn slachtoffer geëist te<br />

hebben. Jan krijgt de motor <strong>van</strong> de Mercedes niet meer uit. Er is iets<br />

los gerammeld in het contactslot, wat gelukkig de volgende dag<br />

provisorisch gerepareerd kan worden.<br />

Ook de volgende dag zien we niet meer dan gemsbokken en<br />

stokstaartjes en heel veel gaten in de weg, wat ons al gauw doet<br />

besluiten het park te verlaten.<br />

82


Kimberley (dag 102 t/m 107)<br />

De auto <strong>van</strong> Jan is gerepareerd na vijf uur sleutelen, een nieuw<br />

contactslot en slechts honderd euro betaald te hebben. Blij dat we<br />

Upington kunnen verlaten, aangezien we opgevreten worden door<br />

stekende vliegjes, trekken we naar Kimberley.<br />

Kimberley is het verhaal <strong>van</strong> Cecil John Rhodes (1853 – 1902). De<br />

Engelsman Rhodes richtte in 1887 de Beers Consolidated Mines<br />

Company op, na de vondst <strong>van</strong> diamanten in de buurt <strong>van</strong> Kimberley.<br />

Na vijf jaar bezit de Beers 90% <strong>van</strong> alle diamanten ter <strong>wereld</strong>. De<br />

rijkdom is enorm en daaruit ontstaan grootse ideeën.<br />

Rhodes droomde <strong>van</strong> een rijk dat strekt <strong>van</strong> Kaapstad tot Cairo.<br />

Nadat hij de minister-president <strong>van</strong> de Britse kaapkolonie werd, kon<br />

hij aan zijn droom gaan werken. Al gauw werd het Bechuanaland (nu<br />

Botswana) overgenomen en daarna kwam Rhodesië (nu Zimbabwe).<br />

Veel verder is hij niet gekomen.<br />

Echter het huidige Consolidated Diamant Mining bezit nog steeds de<br />

meerderheid <strong>van</strong> de <strong>wereld</strong>productie <strong>van</strong> diamanten. En als je naar de<br />

kaart <strong>van</strong> oostelijk Afrika kijkt, dan hebben de Engelsen zijn droom<br />

later toch aardig waar gemaakt.<br />

In die setting lopen we <strong>van</strong>daag de historische stadswandeling. We<br />

lopen langs oude gebouwen die de sfeer <strong>van</strong> 1900 nog uitstralen. In<br />

de oude bestuurskamer <strong>van</strong> de Beers lijkt het alsof de leden net zijn<br />

weggelopen. Bij het station is een museum maar deze is gesloten.<br />

Van achter het hek kunnen we een gigantische stoomlocomotief zien<br />

staan. Door de poort komen twee mensen die ons binnenlaten zodat<br />

we de locomotief <strong>van</strong> dichtbij kunnen zien. De twee personen werken<br />

op de trein die nu op het perron op zijn passagiers staat te wachten.<br />

Aangezien we interesse tonen voor de oude lok nodigen ze ons uit<br />

om een kijkje in de trein te nemen. De trein is namelijk <strong>van</strong> dezelfde<br />

leeftijd.<br />

83


Van binnen hoogpolig tapijt en een houten betimmering die alleen<br />

gemaakt kan zijn door de beste vaklui. De privé vertrekken <strong>van</strong> de<br />

slechts 32 waarschijnlijk erg rijke reizigers zien er poepie chique uit.<br />

We mogen er een paar zien omdat de bewoners op excursie in de stad<br />

zijn. Grote twee persoonsbedden, een zithoek en een enorme<br />

badkamer met ligbad en natuurlijk gouden kranen.<br />

De loungewagon staat vol met <strong>van</strong> die grote Engelse fauteuils. En<br />

zonder stropdas en galajurk kom je niet in de restauratiewagon. De<br />

trein rijdt <strong>verschil</strong>lende routes maar die <strong>van</strong> Kaapstad naar Dar es<br />

Salaam spreekt toch wel tot de verbeelding. Ook de folder past in het<br />

geheel; Rovos rail, the pride of Africa. Journeys on the most<br />

luxurious train in the world. De Oriënt Express maar dan zonder<br />

moord.<br />

De prijs is natuurlijk ook navenant, niet te betalen voor iemand die<br />

alleen nep roodlederen banken kent, wanden vol graffiti, smerige<br />

ruiten en een buurman met een irritante walkman of GSM aan zijn<br />

84


oor. Nee, zo iemand kan slechts met open mond weer terug op het<br />

perron stappen.<br />

Breedbeeld televisie<br />

We hebben gisteravond televisie gekeken, breedbeeld wel te<br />

verstaan. In de lucht tekenen zich donkere wolken af waar in de verte<br />

schitterende weerlichten een mooi schouwspel bieden. Totdat de<br />

wind op begint te steken en we binnen een half uur midden in het<br />

televisieprogramma zitten. We hebben geluk, het wordt geen heftige<br />

film. Na een uur schakelt de tv zichzelf uit en is het scherm weer op<br />

zwart met kleine fonkelende lichtpuntjes.<br />

The big hole<br />

In Kimberley gaan we ook nog langs the big hole. Dit is het grootste<br />

door mensenhanden gegraven gat in de <strong>wereld</strong>. Eromheen hebben ze<br />

een dorp herbouwd uit de tijd dat het gat gegraven werd om de<br />

diamanten te vinden. Je waant je terug in die tijd. Als attractie kun je<br />

zelf ervaren hoe moeilijk het is om deze edelstenen tussen de gewone<br />

kiezels te vinden. Je krijgt een emmer vol kleine steentjes waartussen<br />

ergens een glazen steentje is gestopt. Vind je deze steen ter grootte<br />

<strong>van</strong> een speldenknop dan win je een prijs. Na een uur lang met de<br />

beroemde stofkam door het gruis gegaan te zijn, moeten we deze<br />

toch inspannende bezigheid vruchteloos staken. En dan te bedenken<br />

dat ze dit rond 1900 dag in dag uit deden, om na tien uur arbeid, in<br />

een hok gemaakt <strong>van</strong> stalen golfplaten niet groter dan twee bij twee,<br />

het vermoeide lichaam ten ruste te leggen.<br />

Bloemfontein e.o. (dag 108 t/m 130)<br />

We komen in de buurt <strong>van</strong> ons reisdoel <strong>van</strong> de afgelopen paar dagen.<br />

Dankzij het extreme regenseizoen konden we niet verder Namibië<br />

intrekken om vervolgens de oversteek te maken naar Botswana.<br />

Dankzij Jan en Jos krijgen we een mooi alternatief. Zij hebben een<br />

aantal weken geleden Angelique ontmoet die hun uitgenodigd heeft<br />

om naar haar ‘kindjes’ te komen kijken. We praten hier over<br />

leeuwen, cheeta’s en andere katachtige die zij met de fles<br />

grootbrengt. Zij neemt ons twee dagen op sleeptouw, terwijl ze ons<br />

85


niet eens kent en Jan en Jos slechts een uur gesproken heeft. Wat een<br />

gastvrijheid!<br />

Als we in Bloemfontein zijn moeten we nog twee dagen op<br />

Angelique wachten. Om de tijd te doden maken we met zijn tweeën<br />

een wandeling door een botanische tuin. Zoals gebruikelijk als wij<br />

dergelijke parken bezoeken staat er weinig in bloei, maar het is dan<br />

ook al herfst. We doen een wandeling die ons naar de top <strong>van</strong> een<br />

heuvel brengt, waar we een mooi uitzicht hebben over de tuin en de<br />

omgeving.<br />

Als we weer verder lopen verhuist mijn hart plotsklaps naar mijn keel<br />

waar hij het volgende half uur niet meer uit verdwijnt. Jeanette loopt<br />

twee meter voor mij een flauwe bocht om, nog steeds genietend <strong>van</strong><br />

het uitzicht aan haar linkerzijde. Daardoor heeft ze niet in de gaten<br />

dat in de flauwe bocht aan de rechterzijde <strong>van</strong> haar op vijftig<br />

centimeter afstand een zandgele Kaapse cobra, tien centimeter in<br />

doorsnee, zich al heeft opgericht en verlekkert naar haar kuiten kijkt.<br />

Volledig in shock reageer ik waarschijnlijk totaal verkeerd en roep in<br />

paniek; “stop, terug, wegwezen!” Jeanette schrikt <strong>van</strong> mijn panische<br />

reactie en rent mij achterna, luid roepend; “wat is er, wat is er?”<br />

Gelukkig slaat de slang niet toe en heeft zelfs Jeanette het hele<br />

serpent niet eens gezien. Maar we durven toch ook niet terug te lopen<br />

om het beest nader te bekijken. Van zo dichtbij hadden we een slang<br />

nog nooit ervaren en om eerlijk te zijn hadden we daar ook geen<br />

behoefte aan.<br />

Katjes zonder handschoenen<br />

En dan is het eindelijk zover. Om vier uur worden we door<br />

Angelique naar een privé gamepark gebracht genaamd Amanzi.<br />

Dergelijke parken zijn plekken waar wij niet snel zelf zullen komen<br />

aangezien ze voor mensen bedoeld zijn met grotere beurzen. We<br />

kijken meteen al onze ogen uit naar de luxe lodges die hier gebouwd<br />

zijn.<br />

We worden in een open truck gezet vol met banken en rijden het park<br />

in. Op een gegeven moment komen we langs een groot hek wat onder<br />

86


stroom staat. Even later begrijpen we waarom. Hier zitten de leeuwen<br />

in. Het zijn drie mannetjes en een vrouwtje, alle vier niet ouder dan<br />

twee jaar en met de fles groot gebracht door Angelique. Als ze haar<br />

horen en zien, zijn ze dolenthousiast en komen langs een gedeelte<br />

<strong>van</strong> het hek dat niet onder stroom staat kopjes geven. Ze duwen<br />

elkaar weg om maar aangeraakt te kunnen worden door haar.<br />

Bovendien zijn ze niet éénkennig want ook wij kunnen ze aaien. We<br />

aaien leeuwen!!<br />

Als we de kooi in zouden stappen dan zouden ze ons enthousiast<br />

begroeten en tegen ons aanspringen. Echter als we dan zouden<br />

vallen, wat niet ondenkbaar is bij deze grote beesten, dan veranderd<br />

de speelse huiskat in een gevaarlijk roofdier, dat je zou verslinden.<br />

Want alles wat op de grond ligt of wegrent is prooi. Dat is wat<br />

Angelique ook is overkomen. Zwaar gewond aan haar hoofd, haar<br />

oor hing er zelfs bijna af, kan ze het gelukkig nog navertellen. Alleen<br />

een klein litteken is nog zichtbaar. Maar ondanks dat, is ze nog steeds<br />

volledig toegewijd aan deze beesten.<br />

We hebben leeuwen geaaid!! Die ongelooflijke gedachte blijft bij ons<br />

als we weer verder rijden. In het park zien we nog allerlei bokken,<br />

zebra's en struisvogels, maar wie maakt zich daar nu nog druk over.<br />

Totdat de Unimog vrachtwagen een heuvel beklimt en we een<br />

prachtig uitzicht krijgen over de omgeving. Perfect getimed want de<br />

zon gaat net onder en de lucht geeft een kleurenspektakel alsof een<br />

groot schilder zijn laatste meesterstuk aan het maken is.<br />

Om het geheel volledig af te maken zijn twee medewerkers <strong>van</strong> het<br />

park schijnbaar vooruitgereden en hebben een tafel gedekt met<br />

allerlei lekkere hapjes en de bubbels zijn al ingeschonken. Als het<br />

oog en de tong ruimschoots verwend zijn rijden we weer terug.<br />

Onderweg zijn we nog steeds in gedachten verzonken; We hebben<br />

leeuwen geaaid!!<br />

87


Josef<br />

De volgende dag brengt Angelique ons naar een wildfarm. Vroeger<br />

was dit big business toen er nog op groot wild gejaagd mocht<br />

worden. Echter sinds het jachtverbod is dit een uitstervende industrie<br />

slechts nog kwekend voor privé gameparken of dierentuinen.<br />

De aankomst op de farm wordt meteen ingeluid met de voedertijd<br />

<strong>van</strong> de cheeta baby's, slechts twee weken oud. Om de vier uur krijgen<br />

ze de fles, deze keer natuurlijk ook <strong>van</strong> ons. Ze kijken nog amper uit<br />

hun oogjes en hun kopjes met het pluizige, stekelige haar zien er zo<br />

vertederend uit. Na de cheeta’s wordt Josef tevoorschijn gehaald,<br />

onze kuitenbijter. <strong>Een</strong> twee maanden oud welpje <strong>van</strong> een witte<br />

leeuw. Hij waggelt nog op zijn poten maar heeft al duidelijk het<br />

jagersinstinct als hij telkens onverwacht je kuiten bespringt. Het is<br />

net een uit de kluiten gewassen hondenpup. Nee, we mogen hem niet<br />

meenemen.<br />

88


Daarna doen we een ronde langs de diverse kooien. <strong>Een</strong> leeuw en een<br />

tijger liggen gebroederlijk langs elkaar. Ze mogen dan misschien<br />

samen opgegroeid zijn, maar het blijft een wonderlijke combinatie.<br />

Ze hebben hier jaguars, een kleine beer, enorm veel tijgers, cheeta’s,<br />

een luipaard en veel, heel veel leeuwen. <strong>Een</strong> verzameling katten waar<br />

geen enkele dierentuin aan kan tippen. Omdat ze allemaal met de<br />

hand zijn grootgebracht komen ze ook allemaal naar het hek om<br />

89


gekroeld te worden. Echter steek niet je hand door de tralies want dan<br />

ben je hem kwijt.<br />

Na de braai gaan we voor ons doen laat naar bed en worden 's-nachts<br />

meerdere keren wakker door het diepe indrukwekkende gebrul <strong>van</strong><br />

de vele mannetjesleeuwen. Niet dat we er ons aan storen want het is<br />

één <strong>van</strong> de machtigste geluiden die we kennen. En dat onder je<br />

badkamerraam.<br />

De volgende ochtend zijn we vroeger dan de rest wakker en maken<br />

nu zelf een ronde langs de kooien. Hoewel de hekken hoog zijn<br />

bekruipt je toch een beangstigend gevoel tussen al die krachtige<br />

roofdieren. Er zou eens iemand een deur open hebben laten staan.<br />

Zonder kleerscheuren en een paar mooie foto's rijker belanden we<br />

weer op de veilige binnenplaats waar Josef al weer een aanval inzet<br />

op onze kuiten. Mogen we hem echt niet meenemen??<br />

De volgende dag nemen we afscheid <strong>van</strong> Angelique en haar vriend<br />

Bertus en <strong>van</strong> Jan en Jos. We rijden stil richting de Drakensbergen<br />

alle indrukken nog verwerkend. Goh, we missen Josef nu al. De<br />

wegen worden glooiender en zelfs bergachtig nu we in de buurt<br />

komen <strong>van</strong> Lesotho. Voor de afwisseling staan hier vele bomen<br />

waar<strong>van</strong> de bladeren vele kleuren hebben. Het valt ons nu eigenlijk<br />

pas op dat we in de herfst belanden. De komende dagen wordt dat<br />

nog eens extra onderstreept doordat het weer zich herfstachtig<br />

gedraagt. Veel krijgen we niet te zien <strong>van</strong> de Drakensbergen. Toch<br />

maar weer een poging wagen om naar Botswana te gaan? Het<br />

regenseizoen zal nu toch wel voorbij zijn? We besluiten om richting<br />

Johannesburg te rijden waar we ons campingboek nog terug moeten<br />

brengen.<br />

Gastvrijheid (dag 131 t/m 140)<br />

Zoals we eerder schreven ontmoeten we Barry en Hanna Beacher<br />

eind februari in het Karoo National Park. Slechts een half uur<br />

spreken we mekaar, aangezien hun op het punt staan naar huis te<br />

rijden en wij net een wandeling door het park willen maken. Ze<br />

hebben net een campinggids gekocht met alle campings <strong>van</strong> zuidelijk<br />

Afrika erin. Zonder aarzeling geven ze de gids aan ons af, met de<br />

90


opmerking dat wij er de komende tijd wel meer plezier <strong>van</strong> zullen<br />

hebben dan zij. Mochten we in de buurt komen <strong>van</strong> waar zij wonen,<br />

dan moeten we het boekwerk maar retourneren. Voor onze nuchtere<br />

begrippen zijn we toch wildvreemden voor elkaar, maar toch laten ze<br />

een kleinood bij ons achter wat in Nederland al gauw 40 euro kost.<br />

En wie zegt of wij het terugbrengen?<br />

Ons goed fatsoen, ja we bezitten er nog een beetje <strong>van</strong>, laat ons<br />

uiteindelijk, nu we in de buurt zijn, het boek terugbrengen. Het is wel<br />

even zoeken aangezien het fenomeen stadsplattegrond aan het begin<br />

<strong>van</strong> de gemeentegrens hier niet echt is ingeburgerd. Uiteindelijk<br />

staan we voor het imposante hek <strong>van</strong> een landgoed. Na meerdere<br />

malen aangebeld te hebben, komt iemand <strong>van</strong> het personeel ons<br />

vertellen dat er niemand thuis is. Enigszins teleurgesteld schrijven we<br />

een briefje om te laten weten dat we in ieder geval langs zijn<br />

geweest. Halverwege het briefje komen ze net aangereden. Natuurlijk<br />

moeten we binnenkomen om wat te drinken.<br />

Maar daar blijft het niet bij. We moeten blijven eten en slapen.<br />

Uiteindelijk blijven we zelfs een meerdere dagen, waarbij het begrip<br />

'mi casa, su casa' (ons Spaans is een beetje roestig) werkelijk <strong>van</strong><br />

toepassing is. We worden volledig opgenomen in het gezin, drie keer<br />

per dag wordt de tafel voor ons gedekt en we mogen nog net niet in<br />

hun bed slapen. Meerdere malen denken we bij onszelf; dat zouden<br />

wij thuis met volslagen vreemden niet doen. We kunnen het dan ook<br />

niet nalaten dat aan hen te vertellen. De enig reactie die we krijgen is:<br />

'You can't receive if you don’t give’.<br />

Het mooie aan een verblijf bij de 'lokale bevolking' is dat je het land<br />

en haar problemen beter leert kennen. En ja, we zijn ons er<strong>van</strong><br />

bewust dat het een eenzijdige blanke kant is. In feite is de apartheid<br />

nooit verdwenen, echter de rollen zijn omgedraaid. De zwarte<br />

bevolking is nu aan de macht en dat zal met vrije verkiezingen ook<br />

altijd zo blijven, aangezien de blanke bevolking slechts 16% <strong>van</strong> het<br />

totaal bedraagt. Nu komt weer het stammensysteem om de hoek<br />

kijken waarover we reeds in Kenia schreven. Gevolg er zijn wetten<br />

<strong>van</strong> kracht die aangeven dat alleen de zwarte bevolking de<br />

leidinggevende posities mogen bekleden ongeacht of ze er geschikt<br />

voor zijn. Dat is bijvoorbeeld de reden waarom de Koeberg<br />

91


kerncentrale in Kaapstad stilligt en de stad meerdere keren per dag<br />

zonder stroom moet zien te leven. <strong>Een</strong> nog mooier voorbeeld zijn de<br />

nationale rugby en criquetteams die verplicht zijn een minimum aan<br />

zwarte spelers op te stellen. Twee sporten die bij deze<br />

bevolkingsgroep absoluut niet ingeburgerd zijn. Zoiets als het<br />

bobsleeteam <strong>van</strong> Jamaica bij de Olympische Winterspelen.<br />

Daarbij staat de krant vol verhalen over corruptie en zelfverrijking<br />

<strong>van</strong> de nieuwe generatie politici. Zie daar een typisch afglijdend<br />

Afrikaans land. Dit is overigens niet alleen het verhaal <strong>van</strong> Barry en<br />

Hannah, maar <strong>van</strong> elke blanke Zuid-Afrikaan die we treffen. Allen<br />

zijn er ook <strong>van</strong> overtuigd dat zodra Nelson Mandela sterft het land de<br />

richting <strong>van</strong> Zimbabwe uitgaat. Dus mocht je nog naar Zuid-Afrika<br />

willen, wacht niet te lang!<br />

Maar, zeggen we tegen Barry, dan verkoop je toch gewoon alles en<br />

emigreer je? Ze zouden graag willen, maar de Rand is zo zwak dat<br />

hun hele landgoed amper genoeg zou opbrengen om in Nederland<br />

een rijtjeshuis te kopen. Eigenlijk zijn ze ge<strong>van</strong>gen in hun eigen land,<br />

wat nog eens extra versterkt wordt door het hoge, onder stroom<br />

staande, hek rond het landgoed.<br />

Het weer in Botswana wil maar niet verbeteren en ook de<br />

voorspellingen voor Zuid-Afrika worden voor ons kampeerders niet<br />

echt om over naar huis te schrijven, maar ja wat wil je ook we gaan<br />

al richting winter. En hoewel ze er volstrekt geen probleem mee<br />

hebben kunnen we toch ook niet eeuwig bij Barry en Hannah blijven.<br />

Na veel mogelijkheden de revue te hebben laten passeren waarbij het<br />

internet een belangrijk onderdeel vormt besluiten we om de grote<br />

oversteek te wagen. We beëindigen ons Afrika verhaal en gaan<br />

verder in Amerika!<br />

92


Verenigde Staten<br />

Oversized (dag 141 en 142)<br />

Één <strong>van</strong> de zwaardere onderdelen <strong>van</strong> een <strong>wereld</strong>reis is toch wel een<br />

lange verplaatsing door de lucht. Urenlang opgepropt in dezelfde<br />

houding zonder dat je kunt zeggen; “Jongens, ik stop even, laten we<br />

over een uur verder gaan”. Tijdens een lange vlucht naar Amerika<br />

komen daar nog twee dimensies bij. De dag heeft ineens 33 uur in<br />

plaats <strong>van</strong> 24, dankzij het tijds<strong>verschil</strong> tussen Nederland en Los<br />

Angeles <strong>van</strong> negen uur. Op dit moment zegt het lichaam dan ook dat<br />

we al een hele nacht hadden moeten slapen, terwijl de geest zegt;<br />

“niet zeuren, je mag zo naar bed”.<br />

De andere dimensie, noem ons watjes, is toch dat we naar het land<br />

vliegen <strong>van</strong> 9/11. <strong>Een</strong> wijze <strong>van</strong> vliegtuiggebruik die ons niet echt<br />

aanstaat. Die lichte vliegangst wordt nog extra verstevigd doordat er<br />

tijdens het opstijgen een luide klap te horen valt. Alsof er in het ruim<br />

een grote container omvalt, althans dat maken we ons de hele vlucht<br />

wijs. Getuige het feit dat we veilig landen, zal dat ook wel zo<br />

geweest zijn.<br />

Strenger zijn ze in de Verenigde Staten in ieder geval wel geworden.<br />

Er wordt bij binnenkomst een digitale foto <strong>van</strong> je genomen en<br />

vingerafdrukken. Niet met inkt, zoals Jeanette dacht, maar digitaal.<br />

Hoewel we het wel grappiger hadden gevonden als iedereen met<br />

zwarte vingers het gebouw uit zou lopen. Ook moet je een goed<br />

sluitend verhaal hebben over je verblijf. Hier geen Afrikaans gemak.<br />

Twee Nederlandse meiden, waar<strong>van</strong> één toevallig een ex-leerling <strong>van</strong><br />

Jeanette, hadden hun verhaal niet goed op orde. Ze worden er dan<br />

ook meteen uitgepikt om in een aparte ruimte hun verhaal beter te<br />

onderbouwen. We hebben ze daarna niet meer teruggezien.<br />

Onze eerste echte kennismaking met de Verenigde Staten, buiten het<br />

budgetvliegen waar je voor het eten en je koptelefoon moet betalen,<br />

is het straatbeeld. Meteen is duidelijk dat ze het Kyoto verdrag nooit<br />

zullen ondertekenen. De auto’s zijn gewoon veel groter dan bij ons.<br />

Er rijden jeeps, mini<strong>van</strong>s en Caddilacs. Hier geen kleine, zuinige<br />

Japanners, nee, in tien minuten zie je net zoveel overstreched limo’s<br />

93


ijden. En op het nieuws klagen ze dat de benzineprijs zo hoog is; 80<br />

eurocent.<br />

De vrachtwagens zijn langer en de campers zijn groot! Daar komen<br />

we zelf achter als we de volgende ochtend opgehaald worden door<br />

het verhuurbedrijf. Na een video uitleg, wat zeker geen overbodige<br />

luxe is, nemen we ons huis voor de komende weken in ont<strong>van</strong>gst.<br />

WAUW! Nu is het contrast ook erg groot na maanden met een<br />

Golfje, tent en houtvuur in de weer te zijn geweest. We voelen ons<br />

rijke kapitalisten en schamen ons zelfs een beetje. Totdat we aan het<br />

einde <strong>van</strong> de dag op de camping zien dat we verreweg de kleinste<br />

hebben. Grote trailers en touringcarbussen, waar<strong>van</strong> de wanden ook<br />

nog uitschuiven, het blijft Amerika!<br />

De eerste kilometers, sorry miles, zijn erg spannend voor iemand die<br />

nog nooit een vrachtwagen <strong>van</strong> acht meter bestuurd heeft. Iets wat hij<br />

in Nederland ook niet zou mogen volgens zijn rijbewijs, maar daar<br />

doen ze hier dan weer niet moeilijk over. Overigens kijkt degene <strong>van</strong><br />

ons twee die dat wel zou mogen wijselijk de kat uit de boom. Zonder<br />

schade komen we bij de supermarkt terecht waar we grote inkopen<br />

doen. Hier valt al gauw op dat Amerikanen dol zijn op kortingen.<br />

Bonuskaart, uitgeknipte kortingsbonnen, twee voor de prijs <strong>van</strong> één,<br />

94


gratis producten bij het volgende bezoek, het lijken de hamsterweken<br />

<strong>van</strong> de Albert Hein wel.<br />

Oversized, dat is toch wel wat je de hele dag ziet als je hier zo rond<br />

rijdt. De vrachtwagens zijn lang en erg groot. Met <strong>van</strong> die mooie<br />

neuzen in allerlei kleuren, opgesmukt met vele chroomelementen,<br />

waar<strong>van</strong> het lijkt alsof de chauffeur ze net heeft gepoetst. <strong>Een</strong> genot<br />

om ze de hele dag tegemoet en voorbij te zien rijden. De campers of<br />

moet ik zeggen de verlengde touringcars, zijn nog langer dan we<br />

dachten, aangezien ze stuk voor stuk ook nog een auto meeslepen.<br />

Niet op een aanhangwagen, maar op een ingenieuze wijze wordt de<br />

vooras vastgekoppeld. Het ziet er alleen vreemd uit om zo’n auto<br />

zonder eigen wil op een meter achter zo’n loei <strong>van</strong> een bus te zien<br />

hobbelen.<br />

Bij het binnenrijden <strong>van</strong> Arizona komen meteen mijn jeugdige<br />

literaire helden in gedachte. Arendsoog en Witte Veder en niet te<br />

vergeten Lucky Luck en Jolly Jumper. In plaats <strong>van</strong> dat zij hier het<br />

landschap te paard doorkruizen, zijn het gigantisch lange treinen <strong>van</strong><br />

wel 200 wagons. Alsof dat nog niet voldoende is zetten ze hier niet<br />

één container op een wagon, maar twee bovenop elkaar.<br />

Dat Amerikanen chauvinistisch zijn spreekt voor zich, maar de vele<br />

Amerikaanse vlaggen die hier wapperen hebben een formaat dat wel<br />

vijf keer zo groot is als het rood-wit-blauw dat tijdens<br />

Koninginnedag wappert. Ook de reclameborden hebben afmetingen<br />

die doen vermoeden dat de term horizonvervuiling hier niet is<br />

uitgevonden.<br />

Nu rijden we <strong>van</strong>daag een behoorlijke etappe <strong>van</strong> 310 mile, veelal<br />

over de Interstates, drukke snelwegen zoals wij die ook kennen.<br />

Echter zo gauw we daar<strong>van</strong> afgaan en in dit geval de Mojave<br />

woestijn inrijden, herleven de oude Afrikaanse tijden. Geen auto’s<br />

meer, geen reclameborden, alleen asfalt en landschap wat ook nog<br />

sterk op Zuid-Afrika lijkt. Aan het eind <strong>van</strong> de rit krijgen we ook nog<br />

een bonus doordat Arizona, waar we nu zijn, het een uur later heeft<br />

dan California. Stel je voor dat je slapend in je ritme komt.<br />

95


Route 66 (dag 143)<br />

Iedereen heeft er wel eens <strong>van</strong> gehoord, één of andere weg in de VS<br />

<strong>van</strong> kust naar kust. Meer wisten wij er eigenlijk ook niet <strong>van</strong>. De<br />

moeder <strong>van</strong> alle wegen noemen ze hem hier, omdat het in de jaren 50<br />

de eerste landelijke highway was. Ondertussen is hij bijna volledig<br />

ver<strong>van</strong>gen en resten er nog slechts kleine originele stukken, waar<strong>van</strong><br />

wij <strong>van</strong>daag het langste overgebleven relikwie berijden. Alles langs<br />

deze weg is stil blijven staan, ergens na ’54 of zo. Soms vervallen,<br />

soms nostalgisch.<br />

We stoppen langs de weg bij een oude departmentstore die werkelijk<br />

alles verzameld heeft uit die tijd, hoewel we toch denken dat die T-<br />

Ford <strong>van</strong> ver voor de oorlog is. Oude uithangborden, schitterende<br />

benzinepompen, en andere Route 66 uitingen. Het plaatsje Williams<br />

is nog helemaal <strong>van</strong> die tijd. Houten huizen met veranda’s en<br />

standaard schommelstoel, oude auto’s met namen als Dodge en veel<br />

Harley Davidsons, waar<strong>van</strong> sommigen vinden dat dat de enige<br />

manier is om deze weg te berijden.<br />

Je durft er in de winkels haast geen etenswaren te kopen want dat<br />

spul uit 1957 zal nu toch wel bedorven zijn. Met het oude station met<br />

96


originele puffende en fluitende stoomlok op de achtergrond stappen<br />

we even de tijdmachine in door in de bibliotheek gebruik te maken<br />

<strong>van</strong> het hypermoderne, hier dus volledig uit de toon vallende,<br />

internet. Gratis wel te verstaan! Waarschijnlijk durven ze die<br />

toverdoos hier nog niet aan te raken.<br />

GRAND canyon (dag 144 en 145)<br />

Na Williams op naar de Grand Canyon. Nu hebben we al de derde<br />

grootste in de <strong>wereld</strong> mogen aanschouwen, Blyde rivier canyon in<br />

Zuid-Afrika. We hebben de op één na grootste zelfs twee keer mogen<br />

zien, waar<strong>van</strong> de laatste keer nog geen twee maanden geleden; Fish<br />

River canyon. Dus die Amerikanen met hun Grand zullen toch echt<br />

hun best moeten doen om ons te imponeren. Nou, dat is gelukt!<br />

De eerste blik is, is….. je wordt er stil <strong>van</strong>. Even denken we nog, nee<br />

dat kan niet dit is nep, een goed beschilderd decordoek. En dan dringt<br />

het langzaam tot je door dat je als mens maar een nietig onderdeel<br />

vormt <strong>van</strong> onze machtige natuur. De canyon heeft er miljoenen jaren<br />

over gedaan om dit schouwspel <strong>van</strong> kloven, kleuren, diepte en<br />

breedte te ontwerpen. Bij elk uitzichtpunt een ander invalshoek en na<br />

elk half uur een ander kleurenpallet. Met een breedte <strong>van</strong> 30<br />

kilometer, een diepte <strong>van</strong> drie kilometer en ik weet niet hoeveel<br />

lengte, met recht de grootste. Dat moet iedereen eigenlijk eens in zijn<br />

leven gezien hebben.<br />

Na twee uur lopen langs de rand houden we onze eerste<br />

kennismaking voor gezien en gaan we terug naar onze weldadige<br />

luxe. Deze keer verblijven we midden in het bos op loopafstand <strong>van</strong><br />

de canyon. Heerlijk zo’n camper. Altijd alles bij de hand zonder dat<br />

je daar enige moeite voor hoeft te doen. Niet elke avond je tent<br />

opzetten en het luchtbed volpompen om te kunnen slapen. Geen<br />

kampvuur opstoken om te kunnen koken en niet eerst bij de douches<br />

uitzoeken welke er wel warm water heeft en of de wc’s niet al te<br />

smerig zijn. Echt in de natuur wat wel wordt onderstreept door het<br />

feit dat er twee herten langs de camper staan de grazen. Beetje groot<br />

voor de barbecue, of niet?<br />

97


De volgende dag lopen we een stuk omlaag via de Kaibab trail.<br />

Hoewel we uiteindelijk 500 meter afdalen blijft de diepte<br />

onbereikbaar ver weg. De gedachte aan onze wandeling naar de top<br />

<strong>van</strong> de Tafelberg komt naar boven, hoewel het uitzicht hier nog<br />

magnifieker is. Het pad wordt ook gebruikt door pakezels, die geleidt<br />

door een cowboy, voorzichtig stappend achterelkaar aan een touw,<br />

dit keer omhoog komen.<br />

Er schijnt helemaal beneden bij de rivier een lodge te zijn, waar deze<br />

ezels een dag over doen om ze te bevoorraden. Daar beneden is ook<br />

een lange hangbrug over de Colorado rivier. Lijkt ons machtig om<br />

daar overheen te lopen, maar de lange wandeling houdt ons tegen. Na<br />

lang op een uiterste rotspunt <strong>van</strong> het uitzicht te hebben genoten gaan<br />

we weer terug omhoog. We geven onszelf die middag vrij om bij te<br />

komen <strong>van</strong> de inspanningen.<br />

98


’s-Avonds gaan we terug naar de canyon voor de zonsondergang.<br />

Echter om dat enigszins te doen slagen heb je wel de zon nodig. Op<br />

het moment suprème gaat deze schuil achter de wolken. We hebben<br />

een druk bezocht uitzichtpunt gevonden en zitten daar op de stenen<br />

ondergrond rustig af te wachten. Jeanette kan het niet nalaten om de<br />

mensen om ons heen die niet voldoen aan haar kledingsvoorschriften<br />

op de korrel te nemen. “Hoe kan dat vrouwtje nu zo’n kort rokje<br />

aandoen, en dan heeft ze er ook nog een string onder! Dan kun je net<br />

zo goed helemaal in je blote kont gaan lopen!” Gelukkig is dat<br />

Hollandse taaltje een hoop gebrabbel voor de Amerikanen.<br />

Het stel dat naast ons zit, ziet echter haar kans schoon en vraagt in<br />

het mooie Belgische dialect of we een foto <strong>van</strong> hen willen maken.<br />

Maar goed dat zij dat korte rokje niet aanheeft. Ze doen het rondje<br />

wat wij gepland hebben in twee weken met huurauto, motels en<br />

tussenvluchten. Veel moeten ze dan natuurlijk overslaan.<br />

Onbegrijpelijk denken wij verwende <strong>wereld</strong>reizigers, met bijna op de<br />

kop af vijf maanden ervaring.<br />

99


De volgende ochtend gaan we met het prima functionerend openbaar<br />

vervoer de diverse uitzichtpunten <strong>van</strong> de westelijke kant langs.<br />

Uitkijkpunten met sprekende namen als Mohave point, Maricopa<br />

point, Hopi point etc. Soms nemen we de bus en soms wandelen we<br />

langs de rand naar het volgende oogstrelende moment. De wolken<br />

spelen <strong>van</strong>daag een grote rol zodat niet altijd de zon aanwezig is. Dat<br />

stuk extra licht is toch hoogst noodzakelijk om alle hoeken en kloven<br />

goed uit te lichten voor de foto.<br />

Als we het westelijke deel gehad hebben doen we ’s-middags met de<br />

camper het oostelijke deel. De weg blijft de rand akelig dicht volgen<br />

zodat je eigenlijk niet eens je camper uit hoeft. Het allerlaatste<br />

uitzichtpunt is Dessert view, waar we tevens een nieuwe<br />

kampeerplek vinden. Er is hier geen kantoor waar je kunt betalen.<br />

Alles gaat met een betaalautomaat. Staanplaatsnummer intoetsen,<br />

hoeveel personen, kenteken, hoeveel nachten en dan nog geld<br />

inwerpen, klaar is kees. Aan het eind <strong>van</strong> de dag komt de parkranger<br />

je bon controleren. Gemak dient de Amerikaan.<br />

100


Monument Valley (dag 146)<br />

Na een koude nacht en blij dat we niet in een tent slapen, werpen we<br />

nog een laatste blik op één <strong>van</strong> de zeven <strong>wereld</strong>wonderen. We rijden<br />

richting Monument Valley. De weg doet vermoeden dat er<br />

geologisch flink is geëxperimenteerd. Vele rotspartijen <strong>van</strong><br />

<strong>verschil</strong>lende vorm en kleur. Helaas wordt het uitzicht soms bevuild<br />

met vele elektriciteitsmasten of stacara<strong>van</strong>s <strong>van</strong> de indianen die<br />

lukraak in het landschap lijken te zijn neergezet. Dan had ik toch<br />

liever traditionele wigwams gezien.<br />

We stoppen onderweg bij een ‘scenic view’ en bekijken de souvenirs<br />

<strong>van</strong> de Navajo indianen. De dreamcatcher spreekt ons wel aan. Het<br />

lijkt nog het meeste op een wiel waarin kunstzinnig een spinnenweb<br />

is nagebootst waaraan allerlei tierlantijntjes hangen. Het verhaal erbij<br />

geeft de prullaria gevoelsmatig een duidelijke meerwaarde. Boze<br />

dromen worden ge<strong>van</strong>gen in het web en kunnen jou tijdens je slaap<br />

niet bereiken, terwijl goede dromen hun weg altijd wel weten te<br />

vinden. Hét middel tegen nachtmerries als je het ons vraagt.<br />

Aan het eind <strong>van</strong> de rit rijden we Monument Valley binnen. Op zich<br />

hoeven we het landschap dat zich voor ons ontvouwt niet te<br />

omschrijven, je hoeft alleen maar een reclame <strong>van</strong> Marlboro erbij te<br />

halen. Vele films hebben dit als achtergrond gebruikt en zelfs in<br />

stripverhalen vind je het terug. Hierbij dachten we altijd dat de<br />

tekenaar iets teveel fantasie tentoonspreidde, maar het bestaat echt.<br />

Op een verder vlak prairielandschap steken ineens recht omhoog rode<br />

stenen zuilen de lucht in. Door de tand des tijd is schijnbaar alles<br />

tussen de zuilen weggesleten en staan ze er nu eigenlijk best wel<br />

eenzaam bij, wachtend tot ook hun tijd <strong>van</strong> erosie komt.<br />

101


Er is één camping in deze vallei die natuurlijk met Amerikaanse<br />

overdrevenheid over ‘breathtaking views’ beschikt. Deze keer is daar<br />

niets <strong>van</strong> overdreven.<br />

Valley of the Gods (dag 147)<br />

Fantastisch wat een mooie rit achter de rug. Het begint al meteen als<br />

we Monument Valley uitrijden en we in de achteruitkijkspiegel een<br />

prachtig plaatje zien. Gauw het gevaarte aan de kant voor een foto.<br />

De lens <strong>van</strong>gt een lange weg door de prairie die allerlei kleuren laat<br />

zien tussen groen, geel en rood. Aan het einde <strong>van</strong> de weg vormt zo’n<br />

rode granieten zuil de afbakening met de blauwe lucht.<br />

102


103


Als we weer aanstalten maken om door te rijden zien we een volledig<br />

bepakte fietser ons tegemoet komen. Onze gedachten gaan meteen uit<br />

naar Karin en Peter, vrienden <strong>van</strong> ons die al vier jaar op de fiets de<br />

<strong>wereld</strong> over trekken. Hoe fantastisch moet het zijn om in zo’n<br />

landschap te mogen rondfietsen. Tegelijkertijd bedenk je je dan dat<br />

de afstanden wel erg groot zijn en de temperatuur extreem hoog. Hij<br />

liever als wij.<br />

Het blijkt een Belg te zijn. Ook zo’n zot die zo nodig een jaar wat<br />

anders wil en in die tijd <strong>van</strong> Alaska naar de zuidelijkste punt <strong>van</strong><br />

Argentinië wil fietsen. Voordat we afscheid nemen kunnen we het<br />

niet nalaten om zijn bidons met water bij te vullen. Is dat uit<br />

galantheid of medelijden?<br />

Onze rit gaat verder en voert naar het Gooseneck uitzichtpunt, een<br />

toepasselijke naam aangezien de rivier hier een diepe kloof heeft<br />

gemaakt in de vorm <strong>van</strong> meerdere zwanenhalzen. Jeanette presteert<br />

het om binnen de afstand <strong>van</strong> de camper tot het uitzichtpunt, amper<br />

25 meter, haar enkel stevig om te zwikken. Dat wordt de rest <strong>van</strong> de<br />

dag pootje omhoog en ijzen.<br />

De tocht gaat met enige aarzeling verder. Langs de weg verschijnen<br />

allerlei angstige voortekenen. ‘Dirt road ahead, steep grades, sharp<br />

turns, not recommended for RV (camper), no cars above 10.000<br />

Lbs’. Dat voorspelt weinig goeds. In de voorwaarden <strong>van</strong> het<br />

verhuurbedrijf staat duidelijk dat je niet over een ‘dirt road’ mag<br />

rijden en wat is in godsnaam ‘10.000 Lbs’?<br />

Godsnaam is in dit geval wel toepasselijk, want we zijn in de Valley<br />

of the Gods. Dus bovenaan deze steile bergweg moet de hemel zijn,<br />

nietwaar! We laten ons niet afschrikken en zetten door, wetende dat<br />

we ook de wegen <strong>van</strong> Kenia overleeft hebben. De rit is waarlijk<br />

goddelijk en de beloning, de blik over de Valley of the Gods, hemels.<br />

Elke verdere omschrijving zou godslastering zijn. Nadat onze<br />

hartslag weer tot rust is gekomen en we ons hoofd uit de wolken<br />

hebben rijden we door. Op de verdere weg naar Moab blijft het<br />

landschap om <strong>van</strong> te smullen, echt één <strong>van</strong> de mooiste ritten die we<br />

gereden hebben.<br />

104


Canyons, canyons en nog eens …(dag 148 t/m 152)<br />

Rond Moab liggen een aantal nationale parken. Arches,<br />

Canyonlands, Dead horse point, Capitol Reef. We bezoeken ze<br />

allemaal hoewel de duur <strong>van</strong> ons verblijf in elke park korter wordt.<br />

Elke uitzichtpunt zou in Europa een grote toeristische trekpleister<br />

zijn, maar op een gegeven moment raak je verzadigd <strong>van</strong> al dat<br />

geologische geweld. Tijd voor wat afwisseling in Bryce.<br />

Bryce Canyon (dag 153)<br />

Wederom een koude nacht, tegen het vriespunt. Voordat we ontbijten<br />

rijden we eerst een stuk zodat het goed warm in de camper wordt.<br />

Het eerste gedeelte <strong>van</strong> de rit zien we prachtige berkenbossen. Nu zul<br />

je misschien afvragen, wat nu zo bijzonder aan een berkenboom is?<br />

Als ze met duizenden strak langs elkaar staan met hun spierwitte<br />

stammen en fris groen bladerdak, dan is dat een mooi gezicht.<br />

Opvallend zijn ook de vele dieren die we langs de weg tegenkomen,<br />

nu we zo vroeg op zijn. Herten, eekhoorns en uit de kluiten gewassen<br />

marmotten. Na de berken veranderd het landschap. We rijden over<br />

het randje <strong>van</strong> een bergklif met aan weerszijde diepe afgronden, even<br />

later dalen we weer helemaal af en rijden we op de bodem <strong>van</strong> een<br />

kloof met loodrechte wanden. Aan het einde; Bryce canyon.<br />

Als vorm en kleur de belangrijkste ingrediënten voor een natuurfoto<br />

zijn, dan is dit het paradijs voor de fotograaf. <strong>Een</strong> plek die makkelijk<br />

kan wedijveren met Sossusvlei en zeker bij de plaatsen hoort die je<br />

gezien moet hebben op de <strong>wereld</strong>. <strong>Een</strong> persoonlijke lijst die wij zelf<br />

bijhouden en waar onder andere ook het Great Barrier Reef, Bromo,<br />

Etosha, Zanzibar, Mont Blanc en de Grand Canyon op staan.<br />

Hoe moeten we het omschrijven? Het lijkt er nog het meeste op dat<br />

Gaudi hier geboren is of op zijn minst de inspiratie <strong>van</strong>daan heeft<br />

gehaald. De rotsen zijn hier dankzij wind en weer, vorst en dooi<br />

gebeeldhouwd in pilaren die veel weg hebben <strong>van</strong> de kunstige toppen<br />

<strong>van</strong> de torens op de Sagrada Familia, je weet wel die kerk in<br />

Barcelona die maar niet afkomt. Ze zijn voorzien <strong>van</strong> de kleuren wit,<br />

oranje, goudgeel en rood in de meest <strong>verschil</strong>lende overgangen.<br />

105


Of dat nog niet genoeg is voor het oog om te bevatten staan er ook<br />

nog bomen tussendoor waar<strong>van</strong> de levende bonsaaitjes zijn en de<br />

dode bijkans nog kunstzinniger. “Kon ik er maar een paar mee naar<br />

huis nemen”, hoor ik onze bloemist de hele dag roepen. Er lopen<br />

<strong>verschil</strong>lende wandelroutes naar beneden, waar je als fotograaf<br />

helemaal in trans raakt. Dat doorkijkje, die dode boom erbij, die<br />

kleuren zijn mooi en hop, het fotorolletje is vol.<br />

106


Angels Landing (dag 154)<br />

Onderweg <strong>van</strong>daag een bizon gezien. Hij stond gewoon als een<br />

kuddedier in de wei te grazen, niet meer dan een doodgewone<br />

Hollandse koe. En dat terwijl wij zo’n machtige indruk <strong>van</strong> die<br />

beesten hadden. Of zou dat komen omdat we teveel naar ‘Dances<br />

with wolves’ gekeken hebben; Tatanka!<br />

107


Zion National Park is even mooi als je er binnenrijdt, maar niet<br />

buitengewoon bijzonder. Ze gaan er prat op dat ze hier mountain<br />

lions hebben, oftewel poema’s. Echter die krijg je als gewone<br />

sterveling niet te zien, daar heb je nachtcamera’s voor nodig die op<br />

een bewegingssensor zijn aangesloten, en dan heb je in ieder geval<br />

een foto <strong>van</strong> ze.<br />

De wandeling <strong>van</strong>daag, of moeten we zeggen de lichamelijke en<br />

psychologische uitputtingsslag was wel zeer tof. De naam <strong>van</strong> de<br />

tocht doet al iets vermoeden; Angels Landing! Er staat vier uur voor,<br />

maar dat moet natuurlijk ook in drie kunnen. Nu denk je misschien,<br />

wandelen is toch een ontspannende bezigheid. Vanwaar die<br />

psychische vermoeidheid? Wel, de laatste kilometer loop je over de<br />

rug <strong>van</strong> een bergkam, vaak niet breder dan één meter, en aan beide<br />

zijden gaat het loodrecht 500 meter omlaag. Slik! Het enige wat hulp<br />

kan bieden zijn de stalen kettingen om je aan vast te grijpen en<br />

zenuwen <strong>van</strong> hetzelfde materiaal. Het eindpunt is duidelijk; in plaats<br />

<strong>van</strong> aan twee zijden dodelijke afgronden, nu aan drie zijden. We zijn<br />

op het allerhoogste en uiterste puntje. <strong>Een</strong> plek waar een mens niet<br />

hoort te zijn, slechts de engeltjes.<br />

Las Vegas (dag 155 en 156)<br />

Dagen hebben we nu rondgereden in het beste wat de Amerikaanse<br />

natuur te bieden heeft. Miljoenen jaren hebben geleid tot<br />

hoogstandjes als Bryce en Grand Canyon. Het lijkt wel of Las Vegas<br />

wil laten zien wat de mens in huis heeft. En ja, dan kun je denken aan<br />

de verderfelijke aanblik <strong>van</strong> duizenden gokkasten in honderden<br />

hallen waarachter net zo velen hun gokverslaving kracht bijzetten.<br />

Alles is erop gericht om je naar binnen te lokken en je binnen te<br />

houden. Zelfs de deuren draaien makkelijker naar binnen open dan<br />

naar buiten. Als je tenminste nog de uitgang weet te vinden.<br />

108


109


Echter je kunt ook denken aan de machtige stalen <strong>van</strong> bouwkunst die<br />

je hier aantreft. Nergens op aarde kun je op één dag New York, Parijs<br />

en Venetië bezoeken. Neem nu de Venetian. Aan de buitenzijde zie<br />

je het Dogenpaleis en de beroemde klokkentoren op bijna ware<br />

grootte nagemaakt. Daarvoor de spreekwoordelijke gondels. Niet<br />

alleen buiten water, binnen gaan de kanaaltjes gewoon verder. Je<br />

kunt er een heuse gondeltocht maken. Aan weerszijde <strong>van</strong> het water<br />

zijn de steegjes exact nagemaakt, met dit <strong>verschil</strong> dat het er hier wat<br />

minder smoezelig uitziet.<br />

Binnen vind je ook het grote San Marco plein, alleen de duiven<br />

missen we nog. Binnen? We waren toch zo net een deur door<br />

gegaan? Nog eens goed kijken. Het plafond is geschilderd. Het lijkt<br />

net echt. Alleen zijn hier wolken aan het firmament terwijl het buiten<br />

toch echt onbewolkt is.<br />

Het kan allemaal nog gekker, mocht je daar behoefte aan hebben. Ze<br />

hebben hier een toren genaamd de Stratosfeer. Toevallig het hoogste<br />

gebouw in het westen <strong>van</strong> de Verenigde Staten. Op het dak staat een<br />

stalen pin <strong>van</strong> 100 meter. Langs die pin schieten ze je omhoog met<br />

een duizelingwekkende snelheid waarmee je 4-G op je donder krijgt.<br />

Als je dan weer terugzakt, mag je even gewichtsloosheid ervaren.<br />

Wanneer het lichaam lekker wakker is geschud, stap je in een soort<br />

katapult die je over de rand <strong>van</strong> het dak schiet. Net als je denkt, dat<br />

was het, houdt het ding je wel weer tegen, maar dan ben je inmiddels<br />

wel 20 meter voorbij de dakrand.<br />

Vervolgens stap je in een ouderwetse zweefmolen die ze dan ook<br />

netjes over de rand <strong>van</strong> het dak draaien, slechts 350 meter lucht onder<br />

je. Om de laatste stukken ingewanden nog <strong>van</strong> zijn plaats te krijgen<br />

nog even in de achtbaan die meerdere rondjes over het dak <strong>van</strong> de<br />

toren raast. Welke idioot verzint nou zo iets!<br />

Lichtjes, lichtjes en nog eens lichtjes. Dat is natuurlijk waar het<br />

bekend om staat. Het maakt een prachtige indruk, zelfs op iemand die<br />

geboren is in de lichtstad. Hoeveel Philips gloeilampen zullen hier<br />

wel niet gebruikt zijn? Elk casino doet zijn uiterste best om je naar<br />

binnen te lokken. <strong>Een</strong> fonteinenshow bij de Bellagio, een<br />

110


vuurspuwende vulkaan bij de Mirage, een gevecht tussen twee<br />

piratenschepen inclusief vuurwerk bij Treasure Island en waar ter<br />

<strong>wereld</strong> kun je nu de Eifeltoren samen met de Arc de Triumph op één<br />

foto krijgen. Het is Madurodam voor volwassenen en ook zo over de<br />

top.<br />

Het stroomverbruik aan licht en airco zit aan het maximum <strong>van</strong> wat<br />

de Hooverdam kan bieden en de riolering wordt al tot over het<br />

uiterste gebruikt getuige de mooslucht die overal langs de ‘Strip’ als<br />

een klamme deken je neus binnendrijft.<br />

Vandaag nog even naar Egypte geweest, daarna New York, Toscane<br />

en Rome. En toen hadden we het eigenlijk wel gehad, terwijl we er<br />

net een dag zijn. We zijn doodmoe <strong>van</strong> het slenteren waarbij je<br />

zonder erg toch een hele afstand aflegt. Misschien hadden we wat<br />

vaker op de gekoelde terrassen moeten gaan zitten. Of misschien zijn<br />

we niet echte stedelingen en meer natuurliefhebbers, hoewel je Las<br />

Vegas toch een keer gezien moet hebben.<br />

En hebben we nog gegokt zul je je afvragen? Nee! En we zijn er<br />

eigenlijk best trotst op dat we al die verlokkingen hebben weten te<br />

weerstaan. Op één of andere manier is het Holland Casino dan toch<br />

wat knusser.<br />

Death Valley (dag 157)<br />

Vanmorgen naar de Hooverdam gereden. Daar zijn ze hier apentrots<br />

op als technisch hoogstandje. En als je al die lichten moet laten<br />

branden en airco’s moet laten draaien in Las Vegas, dan mag dat ook<br />

wel. Echter als we hem zien dan valt het een beetje tegen. We hadden<br />

een veel groter gevaarte verwacht. Dan zijn onze Delta werken toch<br />

een heel stuk indrukwekkender. De veiligheidsvoorzieningen zijn<br />

wel behoorlijk opgevoerd. Ze zijn zelfs een nieuwe weg aan het<br />

aanleggen die volgens ons bedoeld is om het verkeer verre <strong>van</strong> de<br />

dam te houden.<br />

We vervolgen onze weg richting Death Valley. In de verte zien we de<br />

skyline <strong>van</strong> Las Vegas kleiner worden en nu pas zien we de bruine,<br />

vieze deken die over de stad ligt; smog! Onderweg zien we ook voor<br />

111


het eerst hoe ze hier toch al die mooie huizen snel uit de grond<br />

stampen. Het is allemaal houtskeletbouw waar ze vervolgens<br />

plamuur tegenaan spuiten zodat het een echt stenen huis lijkt. Niks<br />

geen gemetselde muren, stalen balken of beton.<br />

En dan Death Valley. De heetste plek op aarde! Ze hebben hier ooit<br />

56 graden Celsius gemeten. En ja, er is een plek op aarde waar het<br />

ooit warmer was, in Libië, maar gemiddeld over de jaren is het hier<br />

toch nog het warmst. Overigens valt het <strong>van</strong>daag ‘mee’ slechts 47<br />

graden.<br />

Voordat we het park inrijden laten we ons nog goed voorlichten bij<br />

een infocentrum. We mogen namelijk officieel <strong>van</strong> de<br />

verhuurmaatschappij hier niet rijden. <strong>Een</strong> oververhitte motor lijkt niet<br />

onwaarschijnlijk. Echter tot waar we nu zitten is het bergafwaarts en<br />

dan kunnen we morgenvroeg als het nog ‘koel’ is de vallei weer<br />

uitklimmen. Het gaat overigens echt bergafwaarts, hier is tevens het<br />

laagste punt <strong>van</strong> Amerika, 86 meter onder zeeniveau.<br />

Gelukkig heeft de campsite waar we nu staan elektriciteit, echter<br />

geen schaduw. De airco maakt overuren en krijgt het voor ons gevoel<br />

amper koeler. Het contrast met de camping in Las Vegas kan bijna<br />

niet groter, we staan helemaal alleen midden in de woestijn.<br />

112


Tiogapas (dag 158)<br />

Vanmorgen werden we nog wakker in de natuurlijke bakoven,<br />

<strong>van</strong>middag houden we sneeuw in onze handen, zo divers kan de V.S.<br />

zijn. ’s-Morgens bij zonsopgang weggereden om uit de diepe kuil te<br />

geraken die Death Valley heet. <strong>Een</strong> lange klim <strong>van</strong> 20 mile waar de<br />

camper best moeite mee heeft. <strong>Een</strong> groot bord gebiedt de airco af te<br />

zetten om oververhitting te voorkomen, niet dat we die ooit aan<br />

hebben. Om de vijf mile staat er een tank met water voor de radiator.<br />

Dat zullen ze niet voor niets gedaan hebben.<br />

Als we het laagste punt <strong>van</strong> de Verenigde Staten gehad hebben<br />

komen we meteen langs het hoogste, Mount Whitney (4417 meter).<br />

We rijden door het dal <strong>van</strong> de Owens rivier en het Owens meer, of<br />

moeten we zeggen voormalig. Er is een speciaal aquaduct aangelegd<br />

die Los Angeles moet voorzien <strong>van</strong> drinkwater, gevolg rivier en meer<br />

staan al jaren leeg. De grond is daardoor kurkdroog waardoor er<br />

stofstormen ontstaan. De bewoners hebben jaren geklaagd bij de<br />

gemeente L.A. om er iets aan te doen. Uiteindelijk zijn ze overstag<br />

gegaan en dat vinden ze in Los Angeles een hele goede daad. Ter ere<br />

daar<strong>van</strong> staat hier zelfs een grote plaquette die dat benadrukt. Maar<br />

113


heeft het dorstige L.A. de problemen ook niet veroorzaakt? Rare<br />

jongens die Amerikanen.<br />

Volgende stop het Monolake. <strong>Een</strong> mysterieus zoutwatermeer waar<br />

door een specifiek proces vreemde torens uit het water steken die erg<br />

veel op de koraalrotsen <strong>van</strong> Zanzibar lijken. Weer een staaltje<br />

onbegrijpelijke natuur. Zoals op zoveel plekken de laatste paar dagen<br />

hebben de Amerikanen ook hier veel militaire atoomproeven<br />

uitgevoerd. Nog even en de camper heeft geen stroomaansluiting<br />

meer nodig, geven we <strong>van</strong>zelf licht.<br />

We wisten dat de Tiogapas gesloten zou zijn, nog teveel sneeuw en<br />

kans op lawines, waardoor we morgen 200 mile moeten omrijden.<br />

Toch rijden we het eerste stuk de berg op totdat we niet meer verder<br />

kunnen. En niet voor niets. Mooie Alpenplaatjes met drie meter<br />

sneeuw om ons heen. Bevroren bergmeren waar het licht een blauwe<br />

gloed over werpt. Krachtige beken vol snelstromend ijskoud<br />

smeltwater, waar langs we een mooie plek vinden om te overnachten.<br />

114


Yosemite National Park (dag 159 t/m 162)<br />

<strong>Een</strong> vermoeiende dag. In plaats <strong>van</strong> de Tiogapas rijden we <strong>van</strong>daag<br />

de Sonorapas, want we moeten toch over die berg heen, niet waar. De<br />

camper heeft het weer zwaar met stukken <strong>van</strong> 16% en ook de<br />

chauffeur komt aan zijn trekken. De hele rit het stuur volledig naar<br />

links, dan naar rechts, weer naar links, bochten, bochten en nog eens<br />

bochten. Het prachtige uitzicht als beloning. Zwitserland is er niets<br />

bij. Eindpunt Yosemite National Park.<br />

115


Of je nu <strong>van</strong>af een hoog punt de vallei inkijkt, of beneden door het<br />

bos langs de wildstromende beken loopt, het lijkt wel alsof de beste<br />

landschaparchitecten hier hun visie <strong>van</strong> het meest ideale bergaanzicht<br />

hebben neergelegd. Ze spreken hier dan ook over de ‘spirit of<br />

Yosemite’ in een hele mooie documentairefilm, en eigenlijk hebben<br />

ze ook wel gelijk. Er kan er maar één het zo scheppen. Je zou haast<br />

gelovig worden als je maandenlang al die schitterende plekken op<br />

aarde bezoekt.<br />

De bergen bestaan hier uit massief granieten rotsen waar<strong>van</strong> het<br />

oppervlak glad is gepolijst. Ze steken ver boven alles en iedereen uit.<br />

Tussen deze giganten spugen her en der enorme watervallen vele<br />

meters omlaag. En dan praten we niet over een klein pisstraaltje.<br />

Nee, nu in het voorjaar als de sneeuw smelt, zijn ze op hun sterkst.<br />

Het zijn dan ook de vijfde en de zevende hoogste watervallen in de<br />

<strong>wereld</strong>.<br />

Als bosbewoner is het woud hier om te smullen. De dennenbomen<br />

zijn hier veel dikker en hoger dan in Oisterwijk en dan moeten we<br />

morgen nog de giant sequoias gaan zien. Tussen de bomen stromen<br />

overal idyllische waterweggetjes. En als dan, zoals bij Mirror lake, de<br />

grote granieten bergen in het water weerspiegelen, is het plaatje<br />

helemaal af.<br />

We doen de Misty trail. <strong>Een</strong> pad dat <strong>van</strong>af de voet <strong>van</strong> een waterval<br />

omhoog klimt naar de top <strong>van</strong> die waterval om dat vervolgens te<br />

herhalen bij de spuwende waterstroom die daar weer boven ligt. Als<br />

je daar geraakt heb je overigens wel 650 meter geklommen en 12<br />

kilometer afgelegd.<br />

Nou die mist kun je vergeten, het zijn gewoon slagregens. Ondanks<br />

de plastic poncho’s worden onze broeken kletsnat. Maar ons hoor je<br />

niet klagen, want de keren dat we nat zijn geworden deze reis kunnen<br />

we op één hand tellen. De tocht kan qua schoonheid gemakkelijk<br />

wedijveren met de andere tochten die we gedaan hebben. Wat blijft<br />

de natuur hier toch mooi.<br />

116


Sequoias<br />

Suh-koi-jahs, we hebben er maar even achtergezet hoe je dit<br />

scrabbelwoord uitspreekt. Net zoals we al gauw Jossimeid zeggen<br />

terwijl het Joh-si-me-tie moet zijn, maar dat terzijde. Sequoias zijn<br />

bomen en niet zomaar bomen. Het zijn de grootste en één <strong>van</strong> de<br />

oudste levende dingen op aarde. Er staan er hier 500. Om een beeld<br />

te scheppen <strong>van</strong> hun grandeur hier wat cijfers. Ze kunnen 100 meter<br />

hoog worden en 10 meter in doorsnee. Ze worden gemiddeld 2700<br />

jaar oud, maar 3200 jaar is ook al gemeten, waarbij we ons afvragen<br />

hoe lang het geduurd heeft om de jaarringen te tellen. Who wants to<br />

live forever?<br />

117


Hoe kan zo’n gevaarte het zo lang uithouden, vraag je je met gepast<br />

respect af? Wel het feit dat hun bast een bepaalde stof bevat die hen<br />

een volledige weerstand tegen ziektes en vuur geeft, helpt natuurlijk<br />

aardig. Ook hier heeft de mens, wie anders, in zijn over ijver deze<br />

bomen te beschermen, een vergissing gemaakt. Kost wat kost<br />

moesten bosbranden worden voorkomen. Fout. Deze bomen hebben<br />

juist branden nodig om te overleven.<br />

Toch zien ze er ook heel kwetsbaar uit. Met slechts een paar wortels<br />

wordt het gevaarte staande gehouden als ware het een naald op zijn<br />

kop. Als ze dan omvallen breken ze in honderden stukken uit elkaar,<br />

zo fragiel zijn ze. Vervolgens blijven ze dan met gemak 300 tot 1000<br />

jaar liggen omdat dezelfde stof ze behoedt voor verrotting. En je<br />

begrijpt het, een nieuwe is niet zomaar gemaakt. Het duurt al gauw<br />

20 jaar voor een zaadje om te ontkiemen. Wat ben je dan als mens<br />

een nietig propje tussen deze woudreuzen. Nog kleiner dan Paulus de<br />

Boskabouter.<br />

Fast food (dag 163 en 164)<br />

Gisteren besloten om niet naar het Sequoia National Park te gaan,<br />

maar in plaats daar<strong>van</strong> het Lassen Vulcanic Park te bezoeken en<br />

<strong>van</strong>daar uit ook het stuk kustweg ten noorden <strong>van</strong> San Francisco te<br />

rijden. We hebben per slot <strong>van</strong> rekening nog tijd genoeg. Vandaag<br />

maar flink gebuffeld en de afstand <strong>van</strong> 400 mile in één keer afgelegd.<br />

De weg lijkt veel op Holland; vlak, groen en veel koeien. De<br />

vrachtwagens met hun glimmende chroom deden weer <strong>van</strong> zich<br />

spreken en de verbazing is wederom groot over de hoeveelheid fast<br />

food ketens die bij elke afslag met meerdere tegelijk om de maag <strong>van</strong><br />

de automobilist strijden. We betwijfelen of hier überhaupt normaal<br />

voedsel in een normaal restaurant te krijgen is. Één <strong>van</strong> de weinige<br />

dingen waar je hier echt kotsmisselijk <strong>van</strong> kunt worden, om maar in<br />

de juiste termen te blijven. Alsmede wat het resultaat is op de mensen<br />

die er veelvuldig gebruik <strong>van</strong> maken. Zeven op de tien heeft hier een<br />

ernstige mate <strong>van</strong> overgewicht. En dan te bedenken dat wij sinds de<br />

aan<strong>van</strong>g <strong>van</strong> onze reis vier tot zes kilo zijn afgevallen. We vallen hier<br />

echt uit de toon.<br />

118


Helaas zullen we <strong>van</strong> het Lassen Vulcanic Park niet veel zien. Er ligt<br />

nog drie tot vier meter sneeuw. Ze hebben een record aan sneeuwval<br />

dit jaar gehad, 14 meter, en het duurt nog zeker tot midden juli<br />

voordat de doorgaande weg sneeuwvrij is. We doen nog een moedige<br />

poging de Bumpashel trail te belopen, welke naar bubbelende<br />

modderpoelen en spuitende geisers moet leiden, maar het is gewoon<br />

te gevaarlijk. Het pad loopt steil omlaag en is volledig voorzien <strong>van</strong><br />

een metersdikke ijzige sneeuwlaag. Als je uitglijdt schuif je zo<br />

honderden meters omlaag.<br />

De Stellar Jay<br />

<strong>Een</strong> knalblauwe vogel met een zwarte kop en een kuif <strong>van</strong> dezelfde<br />

kleur. Familie <strong>van</strong> de grote spechten die we <strong>van</strong> thuis kennen. Als we<br />

hem de eerste keer zien denken we meteen, daar moeten we een foto<br />

<strong>van</strong> hebben, anders geloven ze ons nooit. “Jeanette, gauw de camera,<br />

telelens”, terwijl ik het beestje in de gaten hou als het <strong>van</strong> tak naar<br />

tak fladdert.<br />

119


Voor je gevoel duurt het een eeuwigheid voordat de gevraagde items<br />

tevoorschijn komen. Op één of andere manier gaat de rits <strong>van</strong> de hoes<br />

dan net niet soepel genoeg open of gaan de doppen <strong>van</strong> de opzetlens<br />

er niet gauw genoeg af. Als ik de gevraagde onderdelen in mijn<br />

handen heb, is het blauwe kreng al gevlogen. Het blijft een<br />

stressvolle bezigheid zo’n foto maken.<br />

Maar we hebben mazzel <strong>van</strong>daag. Net als we de spullen weer bijna<br />

ingepakt hebben, komt hij zowaar teruggevlogen. Nu komt de druk<br />

volledig bij de fotograaf te liggen. De opzetlens moet nog op de<br />

camera geschroefd worden. <strong>Een</strong> fluitje <strong>van</strong> een cent in minder<br />

gespannen tijden. Gelukkig heeft de vogel nu wat meer geduld.<br />

Dan begint de eeuwige twijfel je parten te spelen. Hoe dicht kun je<br />

het object naderen zonder dat hij wegvliegt? Wanneer is de close up,<br />

close genoeg? In tijgersluipgang wordt de afstand kleiner gemaakt.<br />

Zou dit de ideale foto zijn? Nee, dat takje zit nog in de weg, shit, hij<br />

kijkt de verkeerde kant uit. En dan moet het er toch <strong>van</strong> komen, er<br />

moet een keer afgedrukt worden. “Klik”, de foto is genomen.<br />

Maar het blijft net zoals een landschapsfoto genomen op een<br />

bergweg; je hebt het gevoel dat een bocht verder het plaatje nog<br />

mooier kan zijn. Ook onze blauwe vriend past in dat rijtje. <strong>Een</strong> week<br />

later zien we hem terug op de camping waar we nu staan. En nog<br />

één, en nog één! Hondsbrutaal komen ze vlak voor je zitten als je iets<br />

te eten hebt. Het zal wel toevallig zijn dat hier vlak in de buurt de<br />

film Birds <strong>van</strong> Hitchcock is opgenomen. Als ik de camera zou<br />

pakken, zou ik moeten uitzoomen. Maar het gekke is om de één of<br />

andere reden pak ik die er nu niet bij.<br />

We zijn er bijna (dag 165)<br />

Weer een machtige Alpenrit achter de rug. In dit geval rijden we door<br />

het lieflijke Oostenrijk, althans voor ons gevoel. De wegen zijn weer<br />

eindeloos bochtig en soms zo smal dat twee campers elkaar niet<br />

kunnen passeren. De camper heeft het zelfs zo zwaar dat de remmen<br />

oververhit raken getuige de brandlucht die de cabine binnenstroomt.<br />

Dit is de laatste bergketen, de Trinity mountains, die ons scheidt <strong>van</strong><br />

120


de kust. Vanaf morgen zullen we de kust via de beroemde Highway<br />

nummer one niet meer verlaten.<br />

Na de bergen rijden we door de Avenue of the Giants. <strong>Een</strong> 32 mile<br />

lange weg met wederom <strong>van</strong> die enorme bomen aan weerszijde die<br />

kaarsrecht naar de nog steeds blauwe lucht wijzen.<br />

Ze hebben er zelfs één zo groot dat je erdoorheen kunt rijden. Helaas<br />

hebben ze er een toeristische kermisattractie <strong>van</strong> gemaakt. Dan vindt<br />

de chauffeur het na zeven uur rijden wel weer welletjes voor<br />

<strong>van</strong>daag. Morgen gaan we naar het leukste dorp op aarde!<br />

Caspar (dag 166)<br />

Na meer dan een half jaar rondgereisd te hebben over twee<br />

continenten en door vele landen hebben we dan eindelijk onze<br />

bestemming bereikt. <strong>Een</strong> bruisende <strong>wereld</strong>stad gelegen aan de kust<br />

zo’n 150 mile boven San Francisco. De naam <strong>van</strong> dit pareltje der<br />

welvaart; Caspar, met welgeteld 312 inwoners.<br />

121


Alles klinkt hier overbekend in de oren; de Caspar street, de Caspar<br />

road, de Caspar creek en natuurlijk de Caspar inn. Ja, je kunt er ook<br />

een in slaap gesukkeld kustplaatsje in zien, met oude, door de<br />

eeuwige zeelucht verweerde, houten huizen. Echter jullie zien<br />

gewoon de potentie <strong>van</strong> zo’n levenslustig dorp niet, zoals ik die kan<br />

zien. Bovendien heeft het ook jaren zonder zijn naamgever moeten<br />

stellen. Maar waar is de fanfare, zijn de slingers, het<br />

welkomstcomité? “We zijn er al voorbij, schat”, zegt Jeanette, die<br />

wreed mijn droom verstoord.<br />

Highway one (dag 167)<br />

We beginnen <strong>van</strong>daag aan Highway nummer one, dé kustweg<br />

volgens velen, en getuige de vele Harleys die we zien rijden zullen<br />

velen wel weer beweren dat dat op een motor moet. Niet zijnde echte<br />

motorfans kunnen we toch veel waardering opbrengen voor de<br />

prachtige apparaten die we voorbij zien pruttelen. Echter die<br />

waardering stopt al gauw, als ze op de camping de gaskraan<br />

opendraaien terwijl jij al in bed ligt.<br />

122


Highway 1 slingert langs de ruige rotsachtige kust, met steile kliffen<br />

en soms ook lieflijke stranden. Om de zoveel miles een kustdorp<br />

bestaande uit houten huizen die allemaal vechten om het mooiste<br />

plekje op de uiterste rand <strong>van</strong> de klif. Wanneer ze in <strong>verschil</strong>lende<br />

kleuren geschilderd zijn vormt het een mooie ansichtkaart, maar<br />

veelal zijn de huizen niet geschilderd en hebben ze een natuurlijk<br />

verweerd uiterlijk. Je kunt het de eigenaren niet kwalijk nemen dat ze<br />

niet ieder jaar de kwast ter hand willen nemen in gevecht met de zilte<br />

zeelucht, welke nog extra hulp krijgt <strong>van</strong> de mist die hier met flarden<br />

landinwaarts trekt.<br />

Langs de weg een ware bloemenzee. <strong>Een</strong> veldboeket <strong>van</strong> bloemen<br />

welke je bij ons niet zo gauw meer in het wild tegenkomt. <strong>Een</strong><br />

stortvloed <strong>van</strong> Latijn daalt over mij neer als onze bloemist haar<br />

kennis etaleert. Bij mij is het meer <strong>van</strong>, die oranje, dat paarse kelkje,<br />

oh en die lijkt op gele brem en zo verder. Als we tegen drieën<br />

stoppen hebben we een fantastische plek; boven op zee. Wederom<br />

veranderd het beeld uit de diverse ramen <strong>van</strong> de camper alsof er elke<br />

dag nieuwe schilderijen aan de muur worden gehangen.<br />

123


Als we dichter naar het water lopen zien we dat de rotsen bedekt zijn<br />

met vele varianten rotsplanten. Van die soorten waar<strong>van</strong> je in het<br />

tuincentrum een fortuin betaald. We zien pelikanen langs vliegen en<br />

zeeleeuwen voor ons in de zee spelen. <strong>Een</strong> mooi besluit <strong>van</strong> de dag,<br />

of nee, het kan nog beter; zouden we een mooie zonsondergang<br />

krijgen? Wie weet, <strong>van</strong>middag liet de zon al een raar verschijnsel<br />

zien. <strong>Een</strong> grote ring rond de zon als een soort regenboog. Volgens<br />

ons noemen ze dat een Halo? Of gaan we ons na al die schoonheid<br />

zelfs dingen verbeelden? Maar gauw een foto nemen.<br />

San Francisco (dag 168)<br />

Gisteren wat pech met het weer. De mist maakt niet alleen het<br />

uitzicht belabberd, het ontneemt je ook het zicht op de volgende<br />

bocht, die ze hier nogal veel hebben. En met loodrechte afgronden op<br />

tien centimeter rechts <strong>van</strong> je is dat geen prettig gevoel. Met wat<br />

moeite vinden we een camping net ten noorden <strong>van</strong> San Francisco.<br />

Die moeite doen we onszelf aan omdat we het vertikken om op een<br />

commerciële camping te gaan staan. Vaak twee tot drie keer duurder<br />

dan de door ons geliefde campings in de nationale bosgebieden. Het<br />

enige <strong>verschil</strong> is stroom. Nou, daar kunnen door de wolgeverfde<br />

Afrikagangers wel zonder. Bovendien staan we dan midden in de<br />

natuur op grote plekken in plaats <strong>van</strong> hutje aan mutje midden in de<br />

stad, op een veredelde betonnen parkeerplaats.<br />

Vandaag klaart het weer op en in de middag zitten we weer als<br />

<strong>van</strong>ouds in de warme zon. Maar goed ook want de Golden Gate<br />

bridge met mist zou jammer zijn. <strong>Een</strong> fantastisch staaltje techniek en<br />

bouwkunde, zeker voor die tijd, 1937. Echter wat hem echt mooi<br />

maakt is de baksteenrode kleur en de ligging zo aan de mond <strong>van</strong> de<br />

baai met San Francisco op de achtergrond.<br />

124


Ook die laatste getuigt <strong>van</strong> schoonheid. Gebouwd op 42 heuvels heb<br />

je altijd een schuin perspectief. Of het nu de fris gekleurde<br />

Victoriaanse huizen zijn met een prachtige gevel en het eeuwige<br />

trappetje naar de voordeur, of de oude gerestaureerde cable cars die<br />

knarsend over de rails omhoog proberen te komen, San Francisco<br />

doet niet aan als een <strong>wereld</strong>stad, meer een knus dorp.<br />

We doen de stad op de goedkope wijze nu we al aardig door ons<br />

budget zijn. Met enig speurwerk, waarbij de veel te brede camper in<br />

de te smalle straten maar nauwelijks langs de geparkeerde auto’s<br />

glijdt, vinden we een gratis parkeerplek, 28 dollar bespaard. We<br />

stappen op de cable car bedoeld voor de plaatselijke bevolking en<br />

mijden daarmee de toeristische variant. Voor anderhalve dollar rijden<br />

we anderhalf uur door de stad. We hadden ons ook kunnen ergeren<br />

aan de lange wachtrijen bij zijn collega voor tien dollar.<br />

We bezoeken het gezellige Fisherman’s wharf en zien af <strong>van</strong> een<br />

boottocht naar Alcatraz, omdat we dan waarschijnlijk worden<br />

vastgehouden <strong>van</strong>wege te weinig toeristische uitgaven. Angel eiland<br />

klinkt aantrekkelijk en ook de fietstochten over de Golden Gate<br />

bridge, maar de prijzen zijn navenant en passen meer bij een vakantie<br />

<strong>van</strong> drie weken dan bij een <strong>wereld</strong>reis <strong>van</strong> zes maanden.<br />

125


Voldaan met wat we gezien hebben verlaten we het groene,<br />

fietsminded San Francisco en rijden nog een stuk zuidwaarts totdat<br />

we weer een mooie camping in een state park hebben gevonden.<br />

Even de duin over lopen en we staan op een verlaten strand oog in<br />

oog met de zee. Hopelijk doet de naam <strong>van</strong> de camping zichzelf eer<br />

aan (Sunset beach) omdat het maar niet wil lukken met die<br />

zonsondergang.<br />

Decadentie (dag 169 t/m 175)<br />

Voordat we onze tocht over de Highway 1 hervatten, rijden we door<br />

de aardbeienvelden waar Mexicanen, de variant op onze Polen, druk<br />

aan het plukken zijn, naar het begin <strong>van</strong> de 17 mile drive. Volgens de<br />

Lonely Planet een mooie autotocht bij Carmel. Als je <strong>van</strong> decadentie<br />

houdt klopt dat zeker! Het ene Toscaanse paleis na het andere<br />

gelegen tussen vier strak aangelegde golfbanen. De pensionados<br />

stappen hier zo <strong>van</strong>uit hun achtertuin de golfbaan op om een balletje<br />

te meppen. De rondrit is meer een advertentie om hier een huis te<br />

kopen, overigens allemaal tussen de twee en zes miljoen, dan dat er<br />

natuurschoon te bewonderen is. Of zou de Amerikaan dit daar ook<br />

onder scharen?<br />

Het Hearst Castle waar we aan het einde <strong>van</strong> de dag langsrijden sluit<br />

daar helemaal bij aan. <strong>Een</strong> rijke krantenmagnaat bouwde hier een<br />

kasteel dat moet lijken op zijn Europese collega’s en stouwde het vol<br />

met antiek. Nou dat vinden die Amerikanen smullen. Het wordt<br />

omschreven als hét hoogtepunt in deze streek, terwijl dat naar onze<br />

mening toch echt de kustweg is. Rijendik willen ze met één <strong>van</strong> de<br />

vier rondleidingen mee, want ja, we laten niet alles ineens zien.<br />

Lekker commercieel.<br />

Wij houden het bij de weg die haar schoonheid weer hervat heeft.<br />

Wederom de bloemenpracht en bomen gesnoeid door de wind. We<br />

bezoeken een elephant seal kolonie. Uit de kluiten gewassen<br />

zeehonden met zo’n rare grote neus, hebben één <strong>van</strong> de vele stranden<br />

uitgekozen als broedplaats. Alsof je naar een dagje strand in<br />

Scheveningen kijkt. Lekker zonnebaden zij aan zij, en af en toe flink<br />

ruzie maken als de Duitse buurman je plek heeft ingepikt.<br />

126


<strong>Een</strong> handig systeem zijn de informatieborden die je bij elke<br />

bezienswaardigheid tegenkomt en die je alles vertellen wat je maar<br />

weten wilt. Of het nu deze elephant seals zijn, de Golden Gate<br />

bridge, of het zoveelste uitzichtpunt <strong>van</strong> de Grand Canyon, ze zijn er<br />

altijd. Zouden ze ook een bord hebben dat aangeeft waar we een<br />

mooie zonsondergang kunnen zien, want het wil nog steeds niet<br />

lukken!<br />

Typisch Amerikaans<br />

Vannacht toch op een plek geslapen, zo typisch Amerikaans. In feite<br />

staan we op de vluchtstrook <strong>van</strong> een doorgaande weg. Aan de andere<br />

kant <strong>van</strong> de weg geen vluchtstrook, maar een spoorbaan, waar om de<br />

zoveel tijd een Amtraktrein voorbij dendert. Nog 50 meter verder de<br />

snelweg. Welke zot gaat daar nu slapen, vraag je je af?<br />

Wel die kant moet je helemaal niet opkijken, nee aan de andere kant<br />

<strong>van</strong> de camper is het te doen. Je stapt namelijk zo het strand op met<br />

25 meter verder de zee met zijn sterke branding. De branding die<br />

goed is voor mooie beelden <strong>van</strong> surfende jongelui, en ervoor zorgt<br />

dat je de trein en de auto’s niet hoort.<br />

127


We staan hier ook echt niet alleen. Er zijn 129 plekken die helemaal<br />

vol staan met bumper aan bumper geparkeerde campers, een lint <strong>van</strong><br />

zo’n twee kilometer. We hebben echt mazzel dat we de enige vrije<br />

plek hebben kunnen bemachtigen gisteren. En eindelijk een<br />

behoorlijke zonsondergang, maar we zitten dan ook eerste rang.<br />

Cultuur snuiven?<br />

Nadat we Oranje op de <strong>wereld</strong>radio horen winnen <strong>van</strong> Ivoorkust,<br />

stappen we zowaar weer eens op de fiets. We fietsen langs de<br />

stranden <strong>van</strong> Los Angeles met bekende namen als Santa Monica en<br />

Venice. De overbekende Baywatch beelden worden ons<br />

voorgeschoteld. Geen Pamela kunnen ontdekken maar wel veel<br />

dames die graag in haar voetsporen zouden willen treden. Voor het<br />

eerst in dit gedeelte <strong>van</strong> de reis maakt het mannelijk oog overuren.<br />

Maar hij heeft dan ook voldoende rust gehad.<br />

Bodybuilders, skatende dames achter een kinderwagen, hardlopers,<br />

eindelijk een gedeelte <strong>van</strong> Amerika dat wel op zijn figuur let. Dat kan<br />

ook niet anders want Hollywood is om de hoek. We rijden over de<br />

Hollywood boulevard waar de sterren in de stoep liggen, zien de<br />

128


<strong>wereld</strong>beroemde grote witte letters op de heuvel en denken bij<br />

onszelf dat we daar nu niet echt warm <strong>van</strong> worden. Bij gebrek aan<br />

cultuur is dit het hoogst haalbare, maar ja, het land komt ook pas net<br />

kijken.<br />

Op de weg terug naar de camping komen we vast te staan in de file.<br />

Misschien een les voor thuis dat ook zes rijbanen niet mogen baten.<br />

De camping overigens ligt in een park waar vele films en series zijn<br />

opgenomen, althans dat vertelt een bord, dat zegt dat de omgeving je<br />

misschien wel bekend zal voorkomen aangezien het zo vaak in films<br />

is gebruikt. We zullen wel weer op de bank hebben liggen slapen,<br />

want voor ons zijn het gewoon heuvels en bomen die je overal tegen<br />

kunt komen.<br />

Naar huis!!<br />

Op één <strong>van</strong> de laatste dagen wassen we de camper. Als je hem<br />

namelijk niet schoon inlevert, kost je dat 50 dollar. De hele dag zijn<br />

we aan het poetsen. Dan is een dergelijk groot bakbeest ineens<br />

minder voordelig. Tijdens het wassen ontdekken we dat er een gat in<br />

de carrosserie zit. Oeps. Met tandpasta wordt de beschadiging dicht<br />

geplamuurd, hopen dat ze niets zien.<br />

Wanneer we de camper gespannen inleveren kijkt het verhuurbedrijf<br />

alleen maar of de tanks leeg zijn en er voldoende benzine inzit.<br />

Hebben we ons daar zo druk over gemaakt. Net voordat we naar huis<br />

vliegen versturen we nog een laatste mailtje:<br />

Aan alles komt een eind en zo ook aan onze droom. De droom is<br />

werkelijkheid geworden en verheven tot een blijvende herinnering,<br />

waar wij de rest <strong>van</strong> ons leven <strong>van</strong> zullen genieten. En ja, het eindigt<br />

ruim een maand eerder dan we gepland hadden, maar dat wisten wij<br />

al toen we naar de V.S. vertrokken. Het is hier letterlijk twee keer zo<br />

duur als in Afrika. Met andere woorden, de bodem <strong>van</strong> de schatkist is<br />

bereikt.<br />

Wij hebben in ieder geval enorm genoten en gelet op de vele<br />

positieve reacties op onze verhalen, denken wij dat we dat ook goed<br />

hebben weten te verwoorden. Enorm bedankt voor de vele, vele<br />

129


complimenten die onze schrijversego's hebben mogen strelen. Het<br />

emailverkeer is voor ons een belangrijk onderdeel <strong>van</strong> de reis<br />

geworden, die mede in mindere tijden een oppepper gaf en er altijd<br />

voor zorgde dat het contact met thuis nooit volledig weg was. Want<br />

wees gerust, wij zijn niet verwilderd of maatschappijschuw<br />

geworden, nee, wij verheugen ons weer op ons vertrouwde leventje!<br />

Tjsa, en dan die maand die we over hebben. Op veler verzoek zullen<br />

we kijken of we een boekje <strong>van</strong> de reis kunnen maken. Want jullie<br />

hebben slechts een fractie <strong>van</strong> onze belevenissen per mail<br />

meegekregen. En nu onze ego's zo vaak gestreeld zijn denken wij dat<br />

dat samen met de foto's een mooi verhaal kan opleveren.<br />

En vooruit dan nog 1 verhaaltje:<br />

Het mooiste land.<br />

Sommige mensen vragen ons wel eens; wat vind je nu het mooiste<br />

land,waar zou je wel willen wonen? Wel nu, na lang nadenken en de<br />

<strong>verschil</strong>lende landen de revue te hebben laten passeren, zijn wij<br />

eruit.<br />

Het is een land waar in ieder geval de supermarkten behoorlijk<br />

gevuld zijn, want er is niets zo saai als de hele week hetzelfde eten.<br />

Het is ook een land waar geen enge ziektes zijn zoals malaria, gele<br />

koorts of West Nijl virus. Hoewel er aan de vogelgriep waarschijnlijk<br />

weinig landen ontkomen.<br />

<strong>Een</strong> land waar de wegen goed geasfalteerd zijn, en je niet na elke rit<br />

je ingewanden opnieuw moet rangschikken. Ook is er geen corruptie<br />

die zo verlammende werkt dat vooruitgang niet mogelijk is. Dit land<br />

kent geen inflatie <strong>van</strong> 900% zodat je geld als sneeuw voor de zon<br />

verdwijnt.<br />

Hier geen gewelddadige berovingen zodat je je huis of zelfs hele<br />

woonwijken moet voorzien <strong>van</strong> hoge hekken die onder stroom staan.<br />

In dit land hoef je je auto onder het rijden niet perse op slot te doen,<br />

omdat je anders het volgende stoplicht misschien niet overleefd. Hier<br />

kun je nog gewoon zaken doen en hoef je er niet <strong>van</strong>uit te gaan dat<br />

130


iedereen een oplichter is, die jou <strong>van</strong> zoveel mogelijk geld wil<br />

ontdoen.<br />

Het water uit de kraan is er zowaar goed drinkbaar, je hebt er nog<br />

steeds een betrouwbare stroomvoorziening. Bovendien ga je er,<br />

misschien wel te, gemakkelijk de grens over in plaats <strong>van</strong> vier uur<br />

afzien. In dit land hoeft niet alles groter te zijn, zodat het haast<br />

waanzin wordt. Is fast food niet verheven tot culinaire standaard en<br />

wordt er toch iets verstandiger met het milieu omgegaan.<br />

Ja, wij zijn er wel uit wat het mooiste land is!<br />

131

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!