THEMA: GENIETEN
THEMA: GENIETEN
THEMA: GENIETEN
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
28<br />
Da’s pas genieten …<br />
Rare vogels toch, die mensen … De ene<br />
heeft er een kankerstokje voor nodig,<br />
een andere komt er niet aan toe zonder<br />
behoorlijk wat hoog of laag gegist, enkel<br />
dan wel dubbelgestookt vocht ter afsluiting<br />
van een Bourgondische smulpartij.<br />
Sommigen vinden hun opperste zaligheid<br />
in een lekker potje seks op de keukentafel,<br />
anderen hebben daar een king-size bed met<br />
knalrooie satijnen lakens voor vandoen, op<br />
22 uur vliegen van huis, terwijl de muskieten<br />
bewonderend toekijken vanachter de<br />
klamboe.<br />
En jijzelf dan? hoor ik je denken. Ach, rookgerei<br />
hoorde er nog wél een klein beetje<br />
bij in de early sixties, met de vrienden in<br />
een studentenkroegje in het troosteloze<br />
grauwe provincienest dat Gent in die tijd<br />
nog was. Of in het piepkleine maar destijds<br />
enorm populaire jazz-kroegje “Gard’civik”<br />
op de Antwerpse Stadswaag, in een wat<br />
scheefgezakt XVIe eeuws pand. Het is daar<br />
dat ik mijn lief ‘oepschààrde’ na een avondje<br />
stappen met wat wederzijdse vrienden,<br />
mijn huidige ‘smeerpoes’. Een medestudente<br />
van het lief van een van mijn medestudenten<br />
werd dus mijn lief. Ben je nog<br />
mee? Achteraf, nadat de anderen te kennen<br />
hadden gegeven ‘van crèmerie te gaan<br />
veranderen’, bleven wij onder ons tweetjes<br />
achter om naar de muziek te luisteren,<br />
onze eerste nacht samen doorpratend tot<br />
het tijd werd voor ‘de eerste tram’. Die<br />
kroeg hoorde toe aan Johan Koopmans,<br />
een Nederlandse kunstschilder die zich<br />
toelegde op miniatuurwerkjes, maar die<br />
ook een voortreffelijk jazzpianist was. Tot<br />
in ’t holst van de nacht zat die man dingen<br />
als ‘Take Five’ op een gammele buffetpiano<br />
te rammen, met een bassist en een drummer.<br />
De man achter de toog was destijds<br />
ene Ferre Grignard, die wat later verkaste<br />
naar De Muze en die in ‘64 wereldberoemd<br />
werd in Vlaanderen met z’n “Ring ring, I’ve<br />
got to sing”. Rond de klok van twee placht<br />
Ferre z’n toog ’n halfuurtje aan anderen<br />
over te laten. Hij schoof dan een oude keukenstoel<br />
onder het lampje van pierkendun<br />
dat het hele ‘orkest’ verlichtte, greep z’n<br />
gitaar en zette “Who’s afraid of the drunken<br />
Sailor” in.<br />
Jarenlang was dat historisch pandje ons<br />
geliefkoosd plekje, waar het erg prettig<br />
toeven was, en waar we met volle teugen<br />
genoten van de muziek, de “ambiance” en<br />
vooral ook van mekaar. Ferre is al van ’82<br />
zo dood als een pier, en of Johan nog leeft<br />
… wie zal het zeggen. Eens afgestudeerd<br />
moest ik eerst nog een jaartje ‘onder de<br />
wapens’, en meteen daarna kwam ik in de<br />
mallemolen van een 35-jarige loopbaan<br />
in een grootbank terecht. De kinderen<br />
werden groot, de jaren vlogen steeds sneller<br />
voorbij. Vakantie nemen was natuurlijk<br />
leuk, maar tegen de tijd dat ik eindelijk die<br />
bank (en Marcella haar kliniek) wat begon<br />
te vergeten, moesten we alweer beginnen<br />
aftellen en was de lol er grotendeels af.<br />
Gelukkig waren we allebei gezond. Mijn<br />
pso kwam maar rond mijn 45e uit z’n hol<br />
gekropen, maar bloeddrukverlagers bleven<br />
voor ons beiden achterwege tot we aan<br />
ons pensioen konden gaan denken. Betablokkers<br />
zijn ook maar ‘vertrouwde kost’<br />
geworden na mijn 60e, en meteen werd<br />
ons ook duidelijk hoe slecht die pillen zich<br />
verstaan met pso.<br />
Al die kwalen en kwaaltjes, pillen en zalfjes<br />
1/07