06.09.2013 Views

11 Jurisprudentie inzake uitbuiting in de seksindustrie - Nationaal ...

11 Jurisprudentie inzake uitbuiting in de seksindustrie - Nationaal ...

11 Jurisprudentie inzake uitbuiting in de seksindustrie - Nationaal ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>11</strong>.1 Inleid<strong>in</strong>g<br />

<strong>11</strong><br />

<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

Mensenhan<strong>de</strong>l wordt on<strong>de</strong>r meer aangepakt door <strong>de</strong> opspor<strong>in</strong>g en vervolg<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> da<strong>de</strong>rs.<br />

Uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk doet <strong>de</strong> strafrechter uitspraak en geeft een e<strong>in</strong>door<strong>de</strong>el over hetgeen een verdachte<br />

ten laste is gelegd. Tot nu toe is en wordt veelal on<strong>de</strong>rzoek gedaan naar <strong>de</strong> werkwijze<br />

van politie en OM: het traject vóórdat <strong>de</strong> zaak bij <strong>de</strong> rechter komt. Het e<strong>in</strong>dresultaat, <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

vorm van rechterlijke uitspraken, is echter nog niet eer<strong>de</strong>r systematisch geanalyseerd. Het is<br />

van belang dat ook hier zicht op is, aangezien ook <strong>de</strong> wijze waarop <strong>de</strong> rechter omgaat met<br />

mensenhan<strong>de</strong>lzaken van belang is bij een succesvolle aanpak daarvan.<br />

BNRM heeft on<strong>de</strong>rzoek gedaan naar <strong>de</strong> recente Ne<strong>de</strong>rlandse jurispru<strong>de</strong>ntie op het terre<strong>in</strong><br />

van mensenhan<strong>de</strong>l <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie. <strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> op het terre<strong>in</strong> van <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> an<strong>de</strong>re<br />

sectoren (overige <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>) is hierbij buiten beschouw<strong>in</strong>g gelaten. 1 Het on<strong>de</strong>rzoek betreft<br />

een kwalitatief en een kwantitatief <strong>de</strong>el. 2<br />

Het doel van het on<strong>de</strong>rzoek is het verkrijgen van een completer beeld van <strong>de</strong> recente jurispru<strong>de</strong>ntie.<br />

De vragen <strong>in</strong> het kwantitatieve on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het on<strong>de</strong>rzoek betreffen on<strong>de</strong>r meer<br />

het type mensenhan<strong>de</strong>lzaken dat doorgaans voor <strong>de</strong> rechter wordt gebracht. Zijn dat vooral<br />

mensenhan<strong>de</strong>lzaken die zich b<strong>in</strong>nen Ne<strong>de</strong>rland afspelen, al dan niet met Ne<strong>de</strong>rlandse slachtoffers,<br />

of zaken die grensoverschrij<strong>de</strong>nd zijn? Staan vooral pooiers terecht, of ook ronselaars<br />

of vervoer<strong>de</strong>rs? Betreffen het vooral zaken waar<strong>in</strong> slachtoffers aangifte hebben gedaan? En<br />

wat betekent het voor het bewijs als geen aangifte is gedaan? Navolgen<strong>de</strong> paragrafen geven<br />

antwoor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong>ze vragen en geven an<strong>de</strong>re kwantitatieve, feitelijke resultaten van het on<strong>de</strong>rzoek<br />

weer.<br />

In het kwalitatieve <strong>de</strong>el wordt ook aandacht besteed aan <strong>de</strong> wijze van ten laste leggen, <strong>de</strong>elnem<strong>in</strong>gsvormen,<br />

pog<strong>in</strong>g, strafverzwaren<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> juridische kwalificatie van<br />

<strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van art. 273f Sr. 3 Ook <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g door <strong>de</strong> rechter van <strong>de</strong><br />

mogelijkhe<strong>de</strong>n voor slachtoffers om een vrije keuze te maken, mogelijke alternatieven en <strong>de</strong><br />

rol daarvan bij <strong>de</strong> – al dan niet – bewezenverklar<strong>in</strong>g zijn aandachtspunten <strong>in</strong> dit hoofdstuk.<br />

Een aantal on<strong>de</strong>rwerpen is na<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzocht. Dit betreft het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> rechter over <strong>de</strong><br />

betrouwbaarheid van verklar<strong>in</strong>gen van slachtoffers, <strong>de</strong> strafmotiver<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> strafmaat en <strong>de</strong><br />

door het slachtoffer gevor<strong>de</strong>r<strong>de</strong> en toegeken<strong>de</strong> scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>g.<br />

1 Zie hiervoor §12.6.<br />

2 De on<strong>de</strong>rzoeksverantwoord<strong>in</strong>g is opgenomen <strong>in</strong> Bijlage 2.<br />

3 Aan een aantal van <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rwerpen is ook aandacht besteed <strong>in</strong> Hoofdstuk 12, <strong>in</strong> verband met <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong><br />

an<strong>de</strong>re sectoren dan <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie.<br />

429


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

Met <strong>de</strong> resultaten van dit on<strong>de</strong>rzoek wordt beoogd een handvat te bie<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> rechtspraktijk<br />

4 en een <strong>in</strong>strument te leveren ter bevor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> rechtseenheid.<br />

Het kwantitatieve <strong>de</strong>el betreft 108 vonnissen <strong>in</strong> eerste aanleg gewezen <strong>in</strong> 2007. 5 Het gaat<br />

hierbij om 65 verschillen<strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>lzaken waar m<strong>in</strong>imaal één en maximaal zeven, en<br />

<strong>in</strong> totaal 108 verdachten zijn betrokken. BNRM heeft met me<strong>de</strong>werk<strong>in</strong>g van het LOVS alle<br />

ongeanonimiseer<strong>de</strong> uitspraken over 2007 ontvangen. 6<br />

Het kwalitatieve <strong>de</strong>el van het on<strong>de</strong>rzoek bevat ook alle vonnissen en arresten s<strong>in</strong>ds 2007<br />

gewezen voor zover gepubliceerd op www.rechtspraak.nl. 7<br />

In §<strong>11</strong>.2 wor<strong>de</strong>n eerst enkele cijfers over 2007 gepresenteerd: vrijspraken en veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen,<br />

kwalificaties van mensenhan<strong>de</strong>lfeiten, en <strong>de</strong>licten die – naast mensenhan<strong>de</strong>l – ten laste zijn<br />

gelegd en bewezen verklaard. (Cijfers over verdachten en veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> da<strong>de</strong>rs zijn opgenomen<br />

<strong>in</strong> Hoofdstuk 9).<br />

In §<strong>11</strong>.3 wordt <strong>de</strong> <strong>in</strong>houd van art. 273f Sr besproken, <strong>in</strong>clusief een kort overzicht van <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationale<br />

achtergron<strong>de</strong>n van art. 273f Sr. §<strong>11</strong>.4 illustreert <strong>de</strong> toepass<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>lbepal<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> (straf)rechtspraktijk met een aantal voorbeel<strong>de</strong>n. §<strong>11</strong>.5 gaat na<strong>de</strong>r <strong>in</strong> op<br />

strafverzwaren<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n, en §<strong>11</strong>.6 behan<strong>de</strong>lt pog<strong>in</strong>g en me<strong>de</strong>plichtigheid. Bewijsperikelen<br />

komen na<strong>de</strong>r aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> <strong>in</strong> §<strong>11</strong>.7. In §<strong>11</strong>.8 wor<strong>de</strong>n cijfers over slachtoffers gepresenteerd.<br />

De strafmotiver<strong>in</strong>g wordt besproken <strong>in</strong> §<strong>11</strong>.9. Gegevens over scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>g<br />

zijn opgenomen <strong>in</strong> §<strong>11</strong>.10 waarbij ook <strong>de</strong> mogelijkheid wordt bekeken hoe ten behoeve van<br />

scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>g aan het slachtoffer een verband gelegd kan wor<strong>de</strong>n met ontnem<strong>in</strong>g van<br />

we<strong>de</strong>rrechtelijk verkregen voor<strong>de</strong>el. Het hoofdstuk sluit af met enkele conclusies <strong>in</strong> §<strong>11</strong>.<strong>11</strong>.<br />

<strong>11</strong>.2 Enige cijfers<br />

<strong>11</strong>.2.1 Vrijspraken en veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen<br />

Van <strong>de</strong> 108 aangebrachte en bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> zaken uit 2007 resulteer<strong>de</strong>n 74 (69%) <strong>in</strong> een volledige<br />

of partiële veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g voor mensenhan<strong>de</strong>l en 34 (31%) <strong>in</strong> een volledige vrijspraak voor<br />

mensenhan<strong>de</strong>l. In 65 zaken (60%) was sprake van vrijspraak ten aanzien van <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval<br />

één ten laste gelegd mensenhan<strong>de</strong>lfeit.<br />

In vergelijk<strong>in</strong>g tot het percentage vrijspraken voor het <strong>de</strong>lict verkracht<strong>in</strong>g 8 blijkt het percentage<br />

volledige vrijspraken voor mensenhan<strong>de</strong>l (31%) relatief hoog. Ondanks het feit dat het<br />

4 De gebruikte juridische begrippen zijn zoveel mogelijk met voorbeel<strong>de</strong>n verdui<strong>de</strong>lijkt zodat het hoofdstuk<br />

ook voor lezers werkzaam buiten <strong>de</strong> rechtspraktijk begrijpelijk is.<br />

5 In 105 zaken waren dit vonnissen van <strong>de</strong> rechtbank. In drie zaken betrof dit vonnissen van <strong>de</strong> politierechter.<br />

Gelet op <strong>de</strong> ernst van dit <strong>de</strong>lict is laatstgenoem<strong>de</strong> forumkeuze opmerkelijk.<br />

6 Voor zover besproken uitspraken ook zijn gepubliceerd op www.rechtspraak.nl wordt <strong>in</strong> dit hoofdstuk een<br />

LJN-nummer genoemd.<br />

7 Zulks uiteraard <strong>in</strong> <strong>de</strong> context van eer<strong>de</strong>re jurispru<strong>de</strong>ntie.<br />

8 De vergelijk<strong>in</strong>g met dit <strong>de</strong>lict is gemaakt omdat ook verkracht<strong>in</strong>g vaak moeilijk te bewijzen is. Ook bij ten<br />

laste geleg<strong>de</strong> verkracht<strong>in</strong>gen is regelmatig sprake van verklar<strong>in</strong>gen van verdachte en (vermeend) slachtoffer<br />

die elkaar tegenspreken.<br />

430


<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

percentage vrijspraken voor ten laste geleg<strong>de</strong> verkracht<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren 1995 tot en met 2007<br />

varieert, met bijvoorbeeld 13% <strong>in</strong> 1995 en 2001, is het nooit hoger geweest dan 23% <strong>in</strong> 2007.<br />

9 10<br />

Tabel <strong>11</strong>.1 Aantal veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen en vrijspraken voor mensenhan<strong>de</strong>l<br />

Veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen voor mensenhan<strong>de</strong>l Vrijspraken voor mensenhan<strong>de</strong>l<br />

N % N %<br />

Volledig 9 43 40% 34 31%<br />

Partieel 10 31 29% 31 29%<br />

Totaal 74 69% 65 60%<br />

N=108=100%<br />

Omdat OM-data <strong>11</strong> een an<strong>de</strong>re manier van registratie hanteert dan BNRM <strong>in</strong> dit hoofdstuk,<br />

verschillen <strong>de</strong> cijfers wat betreft – bijvoorbeeld – het aantal veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen en vrijspraken.<br />

BNRM heeft alleen mensenhan<strong>de</strong>lzaken <strong>in</strong> relatie tot <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie <strong>in</strong> dit<br />

on<strong>de</strong>rzoek meegenomen, terwijl <strong>in</strong> <strong>de</strong> cijfers van OM-data ook zaken met betrekk<strong>in</strong>g tot<br />

<strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> an<strong>de</strong>re sectoren zijn opgenomen. Daarnaast heeft OM-data één zaak geregistreerd<br />

als een vrijspraak, terwijl het <strong>in</strong> werkelijkheid een veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g voor <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval<br />

mensenhan<strong>de</strong>l betreft. Dit verklaart het verschil tussen 73 (OM-data) en 74 (BNRM-on<strong>de</strong>rzoek)<br />

veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen wegens (me<strong>de</strong>) mensenhan<strong>de</strong>l <strong>in</strong> 2007. De vrijspraken van OM-data<br />

zijn gebaseerd op volledige vrijspraken – voor alle ten laste geleg<strong>de</strong> feiten – en <strong>de</strong> vrijspraken<br />

volgens het BNRM zijn gebaseerd op volledige vrijspraken – voor mensenhan<strong>de</strong>l. Dit zijn <strong>de</strong><br />

voornaamste re<strong>de</strong>nen die hebben geleid tot verschillen <strong>in</strong> cijfers. Deze verschillen zijn <strong>in</strong><br />

Tabel <strong>11</strong>.2 weergegeven:<br />

Tabel <strong>11</strong>.2 Verschil <strong>in</strong> cijfers OM en BNRM 2007 12<br />

Afdoen<strong>in</strong>g OM BNRM<br />

Veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g 97 81%<br />

N % N %<br />

– me<strong>de</strong> voor mensenhan<strong>de</strong>l<br />

73 61% 74 69%<br />

– uitsluitend overige <strong>de</strong>licten<br />

24 20%<br />

Vrijspraak 14 12% 34 31%<br />

Ovar – – – –<br />

Rechter niet bevoegd 2 2% – –<br />

9 Ten aanzien van alle ten laste geleg<strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>lfeiten.<br />

10 Ten aanzien van m<strong>in</strong>stens één van <strong>de</strong> ten laste geleg<strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>lfeiten, maar niet allemaal.<br />

<strong>11</strong> OM-data is ontwikkeld door het Parket Generaal met het doel om snel bestuurlijke <strong>in</strong>formatie op centraal<br />

niveau te kunnen leveren en te beschikken over een basisbestand voor on<strong>de</strong>rzoek en analyse. Zie ook Hoofdstuk<br />

9 en 10.<br />

12 Zie ook Tabel 10.8.<br />

431


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

432<br />

Afdoen<strong>in</strong>g OM BNRM<br />

N % N %<br />

OM niet ontvankelijk 1 1% – –<br />

T.t.z. gevoegd 4 3% – –<br />

Overige besliss<strong>in</strong>gen 2 2% – –<br />

Totaal 120 100% 108 100%<br />

In OM-data wordt helaas niet geregistreerd of het om mensenhan<strong>de</strong>l <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

gaat, (beoog<strong>de</strong>) <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> een an<strong>de</strong>re sector, of mensenhan<strong>de</strong>l met het oogmerk van orgaanverwij<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g.<br />

Van stekkie tot stickie<br />

In <strong>de</strong>ze zaak, besproken <strong>in</strong> §12.6.2, was sprake van tewerkstell<strong>in</strong>g van Bulgaren <strong>in</strong> hennepkwekerijen.<br />

Daarnaast zou<strong>de</strong>n enkele werkneemsters seksueel zijn misbruikt. Zeven verdachten<br />

ston<strong>de</strong>n terecht. Naast mensenhan<strong>de</strong>l wer<strong>de</strong>n ook verkracht<strong>in</strong>g 13 , mensensmokkel, het telen<br />

en berei<strong>de</strong>n van hennep en <strong>de</strong>elname aan een crim<strong>in</strong>ele organisatie ten laste gelegd. 14 De ten<br />

laste geleg<strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>l had zowel betrekk<strong>in</strong>g op overige <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> als op seksuele <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>.<br />

De ten laste geleg<strong>de</strong> seksuele <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> zag op (stelselmatige) verkracht<strong>in</strong>g van één van <strong>de</strong><br />

werkneemsters. Uit OM-data wordt <strong>in</strong> zaken als <strong>de</strong>ze niet dui<strong>de</strong>lijk of het gaat om een ver<strong>de</strong>nk<strong>in</strong>g<br />

van seksuele <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> dan wel an<strong>de</strong>re gedwongen arbeid of diensten, of bei<strong>de</strong>.<br />

<strong>11</strong>.2.2 Kwalificaties van mensenhan<strong>de</strong>lfeiten<br />

In <strong>de</strong> bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> vonnissen is ook nagegaan hoe <strong>de</strong> rechtbanken <strong>de</strong> 74 veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen <strong>in</strong><br />

mensenhan<strong>de</strong>lzaken uit 2007 hebben gekwalificeerd. In totaal betreffen <strong>de</strong>ze 74 veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen<br />

143 bewezen verklaar<strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>lfeiten van <strong>in</strong> totaal 228 ten laste geleg<strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>lfeiten.<br />

Het percentage vrijspraken ten aanzien van <strong>de</strong> ten laste geleg<strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>lfeiten<br />

ligt hoger – namelijk 37% – dan voor het aantal mensenhan<strong>de</strong>lzaken – 31%. De 143<br />

bewezen verklaar<strong>de</strong> feiten zijn als volgt door <strong>de</strong> rechtbanken gekwalificeerd:<br />

Tabel <strong>11</strong>.3 Kwalificaties bewezen verklaar<strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>lfeiten<br />

Kwalificatie N %<br />

Mensenhan<strong>de</strong>l 30 21%<br />

Mensenhan<strong>de</strong>l, <strong>in</strong> verenig<strong>in</strong>g 55 39%<br />

Mensenhan<strong>de</strong>l, meermalen gepleegd 15 10%<br />

Mensenhan<strong>de</strong>l, <strong>in</strong> verenig<strong>in</strong>g, meermalen gepleegd 30 21%<br />

Overig 13 9%<br />

Totaal 143 100%<br />

13 Verkracht<strong>in</strong>g werd aan drie verdachten ten laste gelegd.<br />

14 Rb. Rotterdam, 5 juli 2007, niet gepubliceerd. De Rb. Rotterdam veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> <strong>de</strong> verdachten voor <strong>de</strong>ze laatste<br />

drie <strong>de</strong>licten, maar achtte verkracht<strong>in</strong>g en mensenhan<strong>de</strong>l niet bewezen.


<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

De categorie ‘overig’ bestaat uit ‘pog<strong>in</strong>gen tot mensenhan<strong>de</strong>l’, al dan niet ‘<strong>in</strong> verenig<strong>in</strong>g’,<br />

‘<strong>de</strong> voortgezette han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van mensenhan<strong>de</strong>l, meermalen gepleegd’, ‘me<strong>de</strong>plichtigheid aan<br />

mensenhan<strong>de</strong>l’, al dan niet ‘<strong>in</strong> verenig<strong>in</strong>g’ en ‘mensenhan<strong>de</strong>l, terwijl <strong>de</strong> persoon ten aanzien<br />

van wie <strong>de</strong> feiten wor<strong>de</strong>n gepleegd <strong>de</strong> leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, meermalen<br />

gepleegd’ al dan niet ‘<strong>in</strong> verenig<strong>in</strong>g’.<br />

<strong>11</strong>.2.3 Ten laste geleg<strong>de</strong> en bewezen verklaar<strong>de</strong> <strong>de</strong>licten an<strong>de</strong>rs dan<br />

mensenhan<strong>de</strong>l<br />

In Tabel <strong>11</strong>.4 is te zien welke an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>licten <strong>in</strong> <strong>de</strong> 108 zaken naast mensenhan<strong>de</strong>l ten laste<br />

zijn gelegd en welke bewezen zijn verklaard. Ook <strong>in</strong>dien is vrijgesproken van alle ten laste<br />

geleg<strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>lfeiten kan veroor<strong>de</strong>eld zijn voor an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>licten.<br />

15 16 17 18 19 20 21<br />

Tabel <strong>11</strong>.4 Ten laste geleg<strong>de</strong> en bewezen verklaar<strong>de</strong> overige <strong>de</strong>licten<br />

Overige <strong>de</strong>licten Tenlastelegg<strong>in</strong>g Bewezenverklar<strong>in</strong>g<br />

N % N %<br />

Gewelds<strong>de</strong>licten 15 42 39% 28 26%<br />

Ze<strong>de</strong>n<strong>de</strong>licten 16 40 37% 22 20%<br />

Witwassen, drugs<strong>de</strong>licten, belast<strong>in</strong>gontduik<strong>in</strong>g 20 19% 20 19%<br />

Vermogens<strong>de</strong>licten 17 15 14% 9 8%<br />

Mensensmokkel 18 13 12% 8 7%<br />

Deelname crim<strong>in</strong>ele organisatie 19 <strong>11</strong> 10% 7 6%<br />

Valsheid<strong>de</strong>licten 20 7 6% 5 5%<br />

Overtre<strong>de</strong>n WWM 7 6% 4 4%<br />

Overige misdrijven 5 5% 5 5%<br />

Beïnvloed<strong>in</strong>g verklar<strong>in</strong>g 21 1 1% 1 1%<br />

N=108<br />

Geweld- en ze<strong>de</strong>n<strong>de</strong>licten zijn het meest frequent naast mensenhan<strong>de</strong>l ten laste gelegd. Relatief<br />

vaak is bij <strong>de</strong> categorie ze<strong>de</strong>n<strong>de</strong>licten sprake van verkracht<strong>in</strong>g – <strong>in</strong> 15 gevallen. Slechts<br />

<strong>in</strong> vier zaken leid<strong>de</strong> een ten laste geleg<strong>de</strong> verkracht<strong>in</strong>g ook tot een bewezenverklar<strong>in</strong>g. 22 Het<br />

15 Waaron<strong>de</strong>r artt. 138, 141, 282 284, 285, 287, 300, 302 Sr en nog enkele an<strong>de</strong>re gewelds<strong>de</strong>licten.<br />

16 Waaron<strong>de</strong>r artt. 240b, 242, 243, 244, 246, 248b Sr en nog enkele overige ze<strong>de</strong>n<strong>de</strong>licten.<br />

17 Artt. 310, 3<strong>11</strong>, 312, 317, 321, 326, 416 Sr.<br />

18 Art. 197a Sr.<br />

19 Art. 140 Sr.<br />

20 Artt. 225, 231, 232 Sr.<br />

21 Art. 285a Sr.<br />

22 Dat betekent <strong>in</strong> bijna 75% van <strong>de</strong> zaken een vrijspraak.<br />

433


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

witwassen van gel<strong>de</strong>n, drugs<strong>de</strong>licten en belast<strong>in</strong>gontduik<strong>in</strong>g komt <strong>in</strong> ongeveer één vijf<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>el van alle zaken voor en wordt – <strong>in</strong>dien ten laste gelegd – ook altijd bewezen verklaard.<br />

Mensensmokkel en <strong>de</strong>elname aan een crim<strong>in</strong>ele organisatie zijn <strong>in</strong> 12%, respectievelijk, 10%<br />

van alle zaken ten laste gelegd en <strong>in</strong> 7%, respectievelijk, 6% van alle zaken bewezen verklaard.<br />

Het beïnvloe<strong>de</strong>n van een verklar<strong>in</strong>g is slechts <strong>in</strong> één zaak naast mensenhan<strong>de</strong>l ten<br />

laste gelegd en, naast vrijspraak voor <strong>de</strong> ten laste geleg<strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>lfeiten, bewezen<br />

verklaard.<br />

Zoals uit Tabel <strong>11</strong>.4 blijkt, wordt mensenhan<strong>de</strong>l vaak gelijktijdig ten laste gelegd met an<strong>de</strong>re<br />

zware <strong>de</strong>licten, zoals geweld en ze<strong>de</strong>n<strong>de</strong>licten. 23 Geweld- en ze<strong>de</strong>n<strong>de</strong>licten kunnen ook als<br />

dwangmid<strong>de</strong>len van een mensenhan<strong>de</strong>lfeit beschouwd wor<strong>de</strong>n. Het is mogelijk om bijvoorbeeld<br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> verkracht<strong>in</strong>g niet alleen als zelfstandig <strong>de</strong>lict maar ook als dwangmid<strong>de</strong>l van<br />

mensenhan<strong>de</strong>l ten laste te leggen (zie §<strong>11</strong>.3.4).<br />

In §<strong>11</strong>.3.4 wordt na<strong>de</strong>r <strong>in</strong>gegaan op <strong>de</strong> betekenis van gebruikt seksueel, dan wel, fysiek geweld<br />

en bedreig<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g verband, gezien <strong>in</strong> <strong>de</strong> context van <strong>de</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>ssituatie.<br />

<strong>11</strong>.3 Artikel 273f Sr<br />

<strong>11</strong>.3.1 Inleid<strong>in</strong>g<br />

Op 1 januari 2005 trad <strong>de</strong> nieuwe mensenhan<strong>de</strong>lbepal<strong>in</strong>g, art. 273a Sr <strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g (<strong>in</strong> september<br />

2006 zon<strong>de</strong>r <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijke wijzig<strong>in</strong>g omgenummerd tot 273f Sr). De bepal<strong>in</strong>g houdt<br />

een aanzienlijke verruim<strong>in</strong>g <strong>in</strong> van gedrag<strong>in</strong>gen die als mensenhan<strong>de</strong>l strafbaar zijn gesteld:<br />

naast seksuele <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> ook an<strong>de</strong>re vormen van <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> op het terre<strong>in</strong> van arbeid en<br />

diensten en <strong>de</strong> gedwongen verwij<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van organen.<br />

Het nieuwe artikel werd, an<strong>de</strong>rs dan art. 250a (oud) Sr, opgenomen <strong>in</strong> <strong>de</strong> titel ‘Misdrijven<br />

tegen <strong>de</strong> persoonlijke vrijheid’, <strong>in</strong> plaats van <strong>de</strong> titel ‘Misdrijven tegen <strong>de</strong> ze<strong>de</strong>n’. 24 Daarmee<br />

werd het karakter van het strafbare feit benadrukt: niet <strong>de</strong> sector waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong><br />

plaatsv<strong>in</strong>dt, maar het feit dat <strong>de</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> een <strong>in</strong>breuk op <strong>de</strong> persoonlijke vrijheid van het<br />

slachtoffer betekent, vormt <strong>de</strong> strafwaardigheid van <strong>de</strong> han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g. NRM5<br />

Waar <strong>in</strong> dit hoofdstuk gesproken wordt over art. 273f Sr wordt <strong>de</strong> bepal<strong>in</strong>g bedoeld zoals<br />

<strong>de</strong>ze gold – ook als 273a Sr – vanaf 1 januari 2005 tot 1 juli 2009:<br />

23 Het komt voor dat an<strong>de</strong>re ten laste geleg<strong>de</strong> <strong>de</strong>licten geen verband hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> ten laste geleg<strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>lfeiten.<br />

In <strong>de</strong> meeste gevallen betreffen <strong>de</strong>ze an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>licten echter <strong>de</strong>licten die <strong>in</strong> <strong>de</strong> sfeer van mensenhan<strong>de</strong>l<br />

hebben plaatsgevon<strong>de</strong>n. Zoals lidmaatschap van een crim<strong>in</strong>ele organisatie, geweld, verkracht<strong>in</strong>g,<br />

witwassen.<br />

24 S<strong>in</strong>ds 2000 is <strong>de</strong> strafbaarstell<strong>in</strong>g van mensenhan<strong>de</strong>l <strong>in</strong> het Wetboek van Strafrecht een aantal keren gewijzigd.<br />

In 2000 werd art. 250ter (oud) Sr vervangen door art. 250a (oud) Sr en werd ook het profiteren van<br />

mensenhan<strong>de</strong>l strafbaar. Dat was ook het jaar waar<strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland het algemeen bor<strong>de</strong>elverbod ophief. In<br />

2002 volg<strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g naar <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie <strong>in</strong> bre<strong>de</strong> z<strong>in</strong> (seksuele han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen met en voor<br />

een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> tegen betal<strong>in</strong>g) – dus niet meer alleen <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> prostitutie (met een <strong>de</strong>r<strong>de</strong>).<br />

434


<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

Artikel 273f Sr<br />

1. Als schuldig aan mensenhan<strong>de</strong>l wordt met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of<br />

geldboete van <strong>de</strong> vijf<strong>de</strong> categorie gestraft:<br />

1°. <strong>de</strong>gene die een an<strong>de</strong>r door dwang, geweld of een an<strong>de</strong>re feitelijkheid of door dreig<strong>in</strong>g<br />

met geweld of een an<strong>de</strong>re feitelijkheid, door afpers<strong>in</strong>g, frau<strong>de</strong>, misleid<strong>in</strong>g dan wel door<br />

misbruik van uit feitelijke omstandighe<strong>de</strong>n voortvloeiend overwicht, door misbruik van<br />

een kwetsbare positie of door het geven of ontvangen van betal<strong>in</strong>gen of voor<strong>de</strong>len om <strong>de</strong><br />

<strong>in</strong>stemm<strong>in</strong>g van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die an<strong>de</strong>r heeft, werft,<br />

vervoert, overbrengt, huisvest of opneemt, met het oogmerk van <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> van die an<strong>de</strong>r<br />

of <strong>de</strong> verwij<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van diens organen;<br />

2°. <strong>de</strong>gene die een an<strong>de</strong>r werft, vervoert, overbrengt, huisvest of opneemt, met het oogmerk<br />

van <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> van die an<strong>de</strong>r of <strong>de</strong> verwij<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van diens organen, terwijl die an<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt;<br />

3°. <strong>de</strong>gene die een an<strong>de</strong>r aanwerft, me<strong>de</strong>neemt of ontvoert met het oogmerk die an<strong>de</strong>r <strong>in</strong><br />

een an<strong>de</strong>r land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele<br />

han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen met of voor een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> tegen betal<strong>in</strong>g;<br />

4°. <strong>de</strong>gene die een an<strong>de</strong>r met een van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r 1° genoem<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len dw<strong>in</strong>gt of beweegt zich<br />

beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten of zijn organen beschikbaar<br />

te stellen dan wel on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r 1° genoem<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n enige han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>rneemt<br />

waarvan hij weet of re<strong>de</strong>lijkerwijs moet vermoe<strong>de</strong>n dat die an<strong>de</strong>r zich daardoor beschikbaar<br />

stelt tot het verrichten van arbeid of diensten of zijn organen beschikbaar stelt;<br />

5°. <strong>de</strong>gene die een an<strong>de</strong>r ertoe brengt zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van<br />

seksuele han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen met of voor een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> tegen betal<strong>in</strong>g of zijn organen tegen betal<strong>in</strong>g<br />

beschikbaar te stellen dan wel ten aanzien van een an<strong>de</strong>r enige han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>rneemt<br />

waarvan hij weet of re<strong>de</strong>lijkerwijs moet vermoe<strong>de</strong>n dat die an<strong>de</strong>r zich daardoor beschikbaar<br />

stelt tot het verrichten van die han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen of zijn organen tegen betal<strong>in</strong>g beschikbaar<br />

stelt, terwijl die an<strong>de</strong>r <strong>de</strong> leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt;<br />

6°. <strong>de</strong>gene die opzettelijk voor<strong>de</strong>el trekt uit <strong>de</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> van een an<strong>de</strong>r;<br />

7°. <strong>de</strong>gene die opzettelijk voor<strong>de</strong>el trekt uit <strong>de</strong> verwij<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van organen van een an<strong>de</strong>r,<br />

terwijl hij weet of re<strong>de</strong>lijkerwijs moet vermoe<strong>de</strong>n dat diens organen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r 1° bedoel<strong>de</strong><br />

omstandighe<strong>de</strong>n zijn verwij<strong>de</strong>rd;<br />

8°. <strong>de</strong>gene die opzettelijk voor<strong>de</strong>el trekt uit seksuele han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen van een an<strong>de</strong>r met of voor<br />

een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> tegen betal<strong>in</strong>g of <strong>de</strong> verwij<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van diens organen tegen betal<strong>in</strong>g, terwijl die<br />

an<strong>de</strong>r <strong>de</strong> leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt;<br />

9°. <strong>de</strong>gene die een an<strong>de</strong>r met een van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r 1° genoem<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len dw<strong>in</strong>gt dan wel beweegt<br />

hem te bevoor<strong>de</strong>len uit <strong>de</strong> opbrengst van diens seksuele han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen met of voor een<br />

<strong>de</strong>r<strong>de</strong> of van <strong>de</strong> verwij<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van diens organen.<br />

2. Uitbuit<strong>in</strong>g omvat ten m<strong>in</strong>ste <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> van een an<strong>de</strong>r <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie, an<strong>de</strong>re vormen van<br />

seksuele <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>, gedwongen of verplichte arbeid of diensten, slavernij en met slavernij<br />

of dienstbaarheid te vergelijken praktijken.<br />

3. De schuldige wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete<br />

van <strong>de</strong> vijf<strong>de</strong> categorie, <strong>in</strong>dien:<br />

1°. <strong>de</strong> feiten, omschreven <strong>in</strong> het eerste lid, wor<strong>de</strong>n gepleegd door twee of meer verenig<strong>de</strong><br />

personen;<br />

2°. <strong>de</strong> persoon ten aanzien van wie <strong>de</strong> <strong>in</strong> het eerste lid omschreven feiten wor<strong>de</strong>n gepleegd,<br />

<strong>de</strong> leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt.<br />

4. De feiten, omschreven <strong>in</strong> het eerste lid, gepleegd door twee of meer verenig<strong>de</strong> personen<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> omstandigheid, bedoeld <strong>in</strong> het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, on<strong>de</strong>r 2°, wor<strong>de</strong>n gestraft met gevangenisstraf<br />

van ten hoogste tien jaren of geldboete van <strong>de</strong> vijf<strong>de</strong> categorie.<br />

435


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

436<br />

5. Indien een van <strong>de</strong> <strong>in</strong> het eerste lid omschreven feiten zwaar lichamelijk letsel ten gevolge<br />

heeft of daarvan levensgevaar voor een an<strong>de</strong>r te duchten is, wordt gevangenisstraf van ten<br />

hoogste twaalf jaren of geldboete van <strong>de</strong> vijf<strong>de</strong> categorie opgelegd.<br />

6. Indien een van <strong>de</strong> <strong>in</strong> het eerste lid omschreven feiten <strong>de</strong> dood ten gevolge heeft, wordt gevangenisstraf<br />

van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van <strong>de</strong> vijf<strong>de</strong> categorie opgelegd.<br />

7. Artikel 251 is van overeenkomstige toepass<strong>in</strong>g.<br />

Op 1 juli 2009 is <strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>lbepal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> art. 273f Sr we<strong>de</strong>rom aangepast. Deze laatste wijzig<strong>in</strong>g<br />

betreft <strong>de</strong> strafmaat en niet <strong>de</strong> <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijke <strong>de</strong>lictsomschrijv<strong>in</strong>g (zie §2.2 en Bijlage 1).<br />

De wetgever heeft gekozen voor één mensenhan<strong>de</strong>lbepal<strong>in</strong>g, waar<strong>in</strong> veel gedrag<strong>in</strong>gen van<br />

uiteenlopen<strong>de</strong> aard strafbaar zijn gesteld. Dat maakt art. 273f Sr een complex artikel. Het<br />

on<strong>de</strong>rscheid tussen <strong>de</strong> aard van verschillen<strong>de</strong> soorten werk c.q. dienstverlen<strong>in</strong>g, en tussen<br />

meer<strong>de</strong>rjarige en m<strong>in</strong><strong>de</strong>rjarige slachtoffers, maakt dat er een groot aantal subon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len nodig<br />

was om alle strafbaar te stellen gedrag<strong>in</strong>gen te beschrijven. Het resultaat is het langste<br />

artikel uit het Wetboek van Strafrecht, dat bovendien niet eenvoudig te doorgron<strong>de</strong>n is. Dit<br />

komt me<strong>de</strong> door het gebruik van een aantal termen die niet na<strong>de</strong>r zijn uitgelegd. Deze termen<br />

zijn afkomstig uit <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationale regel<strong>in</strong>gen die ten grondslag liggen aan <strong>de</strong> nieuwe<br />

mensenhan<strong>de</strong>lbepal<strong>in</strong>g. Voor <strong>de</strong> <strong>in</strong>terpretatie van het wetsartikel zijn daarom niet alleen Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

rechtsbronnen van belang, maar ook <strong>de</strong> achterliggen<strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationale regelgev<strong>in</strong>g.<br />

Daar<strong>in</strong> wordt mensenhan<strong>de</strong>l on<strong>de</strong>r meer getypeerd als een (ernstige) vorm van georganiseer<strong>de</strong><br />

misdaad en een schend<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> rechten van <strong>de</strong> mens. In dit licht moet het <strong>de</strong>lict dan<br />

ook wor<strong>de</strong>n bezien. 25<br />

<strong>11</strong>.3.2 Internationale achtergrond<br />

Voor <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse mensenhan<strong>de</strong>lwet- en regelgev<strong>in</strong>g is met name een aantal b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> afspraken<br />

<strong>in</strong> VN- en EU-verband van belang, zoals het ‘VN-Protocol <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>de</strong> preventie, bestrijd<strong>in</strong>g<br />

en bestraff<strong>in</strong>g van mensenhan<strong>de</strong>l, <strong>in</strong> het bijzon<strong>de</strong>r vrouwenhan<strong>de</strong>l en k<strong>in</strong><strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l’ 26<br />

(2000) en het ‘EU-Ka<strong>de</strong>rbesluit <strong><strong>in</strong>zake</strong> bestrijd<strong>in</strong>g van mensenhan<strong>de</strong>l’ (2002). 27 De <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie<br />

van mensenhan<strong>de</strong>l <strong>in</strong> art. 273f Sr is me<strong>de</strong> gebaseerd op <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>ternationale documenten:<br />

Art. 3 Palermo Protocol (2000) luidt:<br />

For the purposes of this Protocol:<br />

(a) “Traffick<strong>in</strong>g <strong>in</strong> persons” shall mean the recruitment, transportation, transfer, harbour<strong>in</strong>g<br />

or receipt of persons, by means of the threat or use of force or other forms of coercion, of<br />

abduction, of fraud, of <strong>de</strong>ception, of the abuse of power or of a position of vulnerability<br />

25 Smit & Boot-Matthijssen, 2007.<br />

26 Ne<strong>de</strong>rland ratificeer<strong>de</strong> dit Protocol, een aanvull<strong>in</strong>g op het ‘VN-Verdrag tegen grensoverschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> georganiseer<strong>de</strong><br />

misdaad’, op 27 juli 2005.<br />

27 Voor een volledige weergave van relevante <strong>in</strong>ternationale regelgev<strong>in</strong>g, zie ‘Uitvoer<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>ternationale regelgev<strong>in</strong>g<br />

ter bestrijd<strong>in</strong>g van mensensmokkel en mensenhan<strong>de</strong>l’, memorie van toelicht<strong>in</strong>g, Kamerstukken II<br />

2003/04, 29 291, nr. 3, p.1.


<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

or of the giv<strong>in</strong>g or receiv<strong>in</strong>g of payments or benefits to achieve the consent of a person<br />

hav<strong>in</strong>g control over another person, for the purpose of exploitation. Exploitation shall<br />

<strong>in</strong>clu<strong>de</strong>, at a m<strong>in</strong>imum, the exploitation of the prostitution of others or other forms of<br />

sexual exploitation, forced labour or services, slavery or practices similar to slavery, servitu<strong>de</strong><br />

or the removal of organs;<br />

(b) The consent of a victim of traffick<strong>in</strong>g <strong>in</strong> persons to the <strong>in</strong>ten<strong>de</strong>d exploitation set forth<br />

<strong>in</strong> subparagraph (a) of this article shall be irrelevant where any of the means set forth <strong>in</strong><br />

subparagraph (a) have been used;<br />

(c) The recruitment, transportation, transfer, harbour<strong>in</strong>g or receipt of a child for the purpose<br />

of exploitation shall be consi<strong>de</strong>red “traffick<strong>in</strong>g <strong>in</strong> persons” even if this does not <strong>in</strong>volve<br />

any of the means set forth <strong>in</strong> subparagraph (a) of this article;<br />

(d) “Child” shall mean any person un<strong>de</strong>r eighteen years of age.<br />

Art. 1 EU-Ka<strong>de</strong>rbesluit mensenhan<strong>de</strong>l (2002) luidt:<br />

1. Elke lidstaat neemt <strong>de</strong> nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen<br />

strafbaar wor<strong>de</strong>n gesteld: werv<strong>in</strong>g, vervoer, overbreng<strong>in</strong>g, huisvest<strong>in</strong>g en daaropvolgen<strong>de</strong><br />

opnem<strong>in</strong>g van een persoon, met <strong>in</strong>begrip van wissel<strong>in</strong>g of overdracht van <strong>de</strong> controle<br />

over <strong>de</strong>ze persoon, wanneer:<br />

a) gebruik wordt gemaakt van dwang, geweld of bedreig<strong>in</strong>g, met <strong>in</strong>begrip van ontvoer<strong>in</strong>g,<br />

of<br />

b) gebruik wordt gemaakt van misleid<strong>in</strong>g of frau<strong>de</strong>, of<br />

c) er sprake is van misbruik van machtspositie of van een situatie van kwetsbaarheid, zodanig<br />

dat <strong>de</strong> betrokken persoon <strong>in</strong> feite geen an<strong>de</strong>re keuze heeft dan zich te laten misbruiken,<br />

of<br />

d) geld of voor<strong>de</strong>len wor<strong>de</strong>n gegeven of ontvangen om <strong>de</strong> <strong>in</strong>stemm<strong>in</strong>g te verkrijgen van een<br />

persoon die controle heeft over een an<strong>de</strong>r persoon, tene<strong>in</strong><strong>de</strong> <strong>de</strong> arbeid of <strong>de</strong> diensten<br />

van <strong>de</strong>ze persoon uit te buiten, met <strong>in</strong>begrip van ten m<strong>in</strong>ste gedwongen of verplichte<br />

arbeid of diensten, slavernij of met slavernij of dienstbaarheid te vergelijken praktijken,<br />

of <strong>de</strong> prostitutie van an<strong>de</strong>ren te exploiteren, of met het oog op an<strong>de</strong>re vormen van seksuele<br />

exploitatie, met <strong>in</strong>begrip van pornografie.<br />

2. De <strong>in</strong>stemm<strong>in</strong>g van het slachtoffer van mensenhan<strong>de</strong>l met voorgenomen of bestaan<strong>de</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong><br />

doet niet terzake <strong>in</strong>dien een van <strong>de</strong> <strong>in</strong> lid 1 genoem<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len is gebruikt.<br />

3. Indien bij het <strong>in</strong> lid 1 bedoel<strong>de</strong> gedrag een k<strong>in</strong>d betrokken is, maakt dit gedrag een strafbaar<br />

feit van mensenhan<strong>de</strong>l uit, ook al is geen van <strong>de</strong> <strong>in</strong> lid 1 genoem<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len gebruikt.<br />

4. Voor <strong>de</strong> toepass<strong>in</strong>g van dit Ka<strong>de</strong>rbesluit betekent “k<strong>in</strong>d” elke persoon bene<strong>de</strong>n <strong>de</strong> leeftijd<br />

van 18 jaar.<br />

In maart 2009 presenteer<strong>de</strong> <strong>de</strong> Europese Commissie overigens een voorstel voor een nieuw<br />

EU-Ka<strong>de</strong>rbesluit mensenhan<strong>de</strong>l (zie §3.4.4). 28<br />

Het voorstel hanteert <strong>in</strong> art. 1 <strong>de</strong> ruime <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie van mensenhan<strong>de</strong>l zoals <strong>de</strong>ze ook is opgenomen<br />

<strong>in</strong> het VN-Palermo Protocol en het ‘Verdrag van <strong>de</strong> Raad van Europa <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>de</strong> bestrijd<strong>in</strong>g<br />

van mensenhan<strong>de</strong>l’ (2005), om <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge aanpass<strong>in</strong>g van wetgev<strong>in</strong>g te bevor<strong>de</strong>ren. 29<br />

28 Voorstel voor een ka<strong>de</strong>rbesluit van <strong>de</strong> Raad <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>de</strong> voorkom<strong>in</strong>g en bestrijd<strong>in</strong>g van mensenhan<strong>de</strong>l en <strong>de</strong><br />

bescherm<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> slachtoffers, en tot <strong>in</strong>trekk<strong>in</strong>g van Ka<strong>de</strong>rbesluit 2002/629/JBZ, COM(2009) 136 <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itief,<br />

25 maart 2009.<br />

29 Dat betekent dat <strong>de</strong> voorgestel<strong>de</strong> <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie ook mensenhan<strong>de</strong>l met het oog op het wegnemen van organen<br />

omvat. In tegenstell<strong>in</strong>g tot het VN-Protocol en het Verdrag van <strong>de</strong> Raad van Europa expliciteert het voorstel<br />

437


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

<strong>11</strong>.3.3 Delictsomschrijv<strong>in</strong>g art. 273f Sr<br />

De <strong>de</strong>lictsomschrijv<strong>in</strong>g van art. 273f lid 1 sub 1 Sr is – conform het VN-Palermo Protocol en<br />

het EU-Ka<strong>de</strong>rbesluit (2002) – geformuleerd <strong>in</strong> termen van een ‘gedrag<strong>in</strong>g’ (werven, vervoeren,<br />

overbrengen, huisvesten, opnemen), door mid<strong>de</strong>l van een ‘dwang- c.q. drukmid<strong>de</strong>l’, met<br />

het ‘oogmerk van <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>’ (art. 273f lid 1 sub 1 Sr).<br />

Het begrip ‘<strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>’ wordt <strong>in</strong> art. 273f lid 2 Sr uitgelegd <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van een niet-limitatieve<br />

opsomm<strong>in</strong>g van hetgeen ten m<strong>in</strong>ste 30 on<strong>de</strong>r <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> kan wor<strong>de</strong>n verstaan: <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> van<br />

een an<strong>de</strong>r <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie, an<strong>de</strong>re vormen van seksuele <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>, gedwongen of verplichte<br />

arbeid of diensten, 31 slavernij en met slavernij of dienstbaarheid te vergelijken praktijken. 32<br />

Het zou <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval hel<strong>de</strong>r moeten zijn dat <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie, en daar gaat dit<br />

hoofdstuk over, per <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> is. 33<br />

In art. 273f lid 1 sub 4 Sr wordt <strong>de</strong>gene die een an<strong>de</strong>r met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> dwangmid<strong>de</strong>len dw<strong>in</strong>gt<br />

of beweegt zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten, strafbaar<br />

gesteld, alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong>gene die jegens een an<strong>de</strong>r enige han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>rneemt – on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong><br />

omstandighe<strong>de</strong>n – waarvan hij weet of re<strong>de</strong>lijkerwijs moet vermoe<strong>de</strong>n dat die an<strong>de</strong>r<br />

zich daardoor beschikbaar stelt.<br />

Opzettelijk voor<strong>de</strong>el trekken uit <strong>de</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> van een an<strong>de</strong>r is strafbaar gesteld <strong>in</strong> art. 273f<br />

lid 1 sub 6 Sr, terwijl sub 9 <strong>de</strong>gene strafbaar stelt die een an<strong>de</strong>r met een dwang- of drukmid<strong>de</strong>l<br />

dw<strong>in</strong>gt of beweegt hem te bevoor<strong>de</strong>len uit <strong>de</strong> opbrengst van prostitutie of seksuele<br />

han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen voor een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> tegen betal<strong>in</strong>g. Bei<strong>de</strong> suble<strong>de</strong>n zijn vormen van profijt trekken<br />

uit mensenhan<strong>de</strong>l. De profijttrekker kan, maar hoeft niet een an<strong>de</strong>r te zijn dan <strong>de</strong>gene die <strong>de</strong><br />

<strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>ssituatie heeft gecreëerd. 34<br />

Art. 273f lid 1 sub 3 Sr stelt strafbaar het aanwerven, me<strong>de</strong>nemen of ontvoeren van iemand,<br />

met het oogmerk die an<strong>de</strong>r <strong>in</strong> een an<strong>de</strong>r land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot<br />

het verrichten van seksuele han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen met of voor een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> tegen betal<strong>in</strong>g. Deze strafbe-<br />

ook <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> van met be<strong>de</strong>larij verband hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> activiteiten of van illegale activiteiten, als één van <strong>de</strong><br />

vormen van <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> (art. 1 lid 3 voorstel Ka<strong>de</strong>rbesluit Europese Commissie). Gezien <strong>de</strong> niet-limitatieve<br />

opsomm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het VN-Protocol (en <strong>in</strong> het Verdrag van <strong>de</strong> Raad van Europa) moeten <strong>de</strong>ze vormen ook geacht<br />

wor<strong>de</strong>n daar al on<strong>de</strong>r te vallen – en dus ook on<strong>de</strong>r 273f Sr.<br />

30 Art. 273f Sr implementeert me<strong>de</strong> het VN-Protocol, <strong>in</strong>clusief <strong>de</strong> bewoord<strong>in</strong>gen ‘<strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> omvat ten m<strong>in</strong>ste<br />

[...] <strong>in</strong> art. 273f lid 2 Sr.<br />

31 Het VN-Protocol spreekt van ‘gedwongen arbeid of diensten’, terwijl het EU-Ka<strong>de</strong>rbesluit (2002) spreekt<br />

van ‘gedwongen of verplichte arbeid of diensten’. In <strong>de</strong> Engelse versie wordt gesproken van ‘forced or compulsory’.<br />

‘Compulsary’ betekent on<strong>de</strong>r meer verplicht, (af)gedwongen of opgelegd, en zit dus dicht tegen<br />

‘forced’ aan. Nu het Ka<strong>de</strong>rbesluit bei<strong>de</strong> begrippen naast elkaar gebruikt, is voorgesteld bei<strong>de</strong> begrippen op te<br />

nemen <strong>in</strong> <strong>de</strong> omschrijv<strong>in</strong>g van <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> (Kamerstukken II 2003/04, 29 291, nr. 3, p.19).<br />

32 De term ‘ten m<strong>in</strong>ste’ <strong>in</strong> art. 273f lid 2 Sr geeft aan dat het hier gaat om een niet-limitatieve opsomm<strong>in</strong>g.<br />

De Ne<strong>de</strong>rlandse wetgev<strong>in</strong>g is <strong>in</strong>ternationaal gezien hier<strong>in</strong> uniek. Op grond van het legaliteitsbeg<strong>in</strong>sel wordt<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> recente UNODC Draft Law aga<strong>in</strong>st Traffick<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Persons gesteld dat an<strong>de</strong>re vormen van <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong><br />

expliciet <strong>in</strong> nationale wetgev<strong>in</strong>g moeten wor<strong>de</strong>n opgenomen. Het VN-Protocol bevat geen <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie van exploitation<br />

ofwel <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>.<br />

33 Voor <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> an<strong>de</strong>re sectoren ligt dit <strong>in</strong>gewikkel<strong>de</strong>r, zie Hoofdstuk 12. Seksuele han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen met en<br />

voor een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> tegen betal<strong>in</strong>g is prostitutie.<br />

34 Cleiren & Nijboer, 2008, art. 273f Sr, aant. 8(j).<br />

438


<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

pal<strong>in</strong>g implementeert het ‘Verdrag van Genève van 1933 nopens <strong>de</strong> bestrijd<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> han<strong>de</strong>l<br />

<strong>in</strong> meer<strong>de</strong>rjarige vrouwen’. 35<br />

Op een aantal elementen wordt hieron<strong>de</strong>r na<strong>de</strong>r <strong>in</strong>gegaan: (dwang)mid<strong>de</strong>len en het begrip<br />

‘<strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>’.<br />

<strong>11</strong>.3.4 (Dwang)mid<strong>de</strong>len<br />

Art. 273f lid 1 sub 1 Sr beschrijft een aantal (dwang)mid<strong>de</strong>len:<br />

‘Dwang, geweld of een an<strong>de</strong>re feitelijkheid, dreig<strong>in</strong>g met geweld of een an<strong>de</strong>re feitelijkheid,<br />

afpers<strong>in</strong>g, frau<strong>de</strong>, misleid<strong>in</strong>g, misbruik van uit feitelijke omstandighe<strong>de</strong>n voortvloeiend overwicht,<br />

misbruik van een kwetsbare positie, en het geven of ontvangen van betal<strong>in</strong>gen of voor<strong>de</strong>len<br />

om <strong>de</strong> <strong>in</strong>stemm<strong>in</strong>g van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die an<strong>de</strong>r heeft.’<br />

Hierbij moet wor<strong>de</strong>n opgemerkt dat <strong>de</strong>ze mid<strong>de</strong>len niet relevant zijn wanneer sprake is van<br />

m<strong>in</strong><strong>de</strong>rjarige slachtoffers. 36 Ook zon<strong>de</strong>r gebruik van dwang of een an<strong>de</strong>r mid<strong>de</strong>l is – bijvoorbeeld<br />

– het huisvesten van een m<strong>in</strong><strong>de</strong>rjarige met het oogmerk van <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> strafbaar als<br />

mensenhan<strong>de</strong>l. 37 Ook is dwang niet vereist bij het aanwerven, me<strong>de</strong>nemen of ontvoeren van<br />

iemand met het oogmerk die an<strong>de</strong>r <strong>in</strong> een an<strong>de</strong>r land ertoe te brengen zich beschikbaar te<br />

stellen tot het verrichten van seksuele han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen met of voor een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> tegen betal<strong>in</strong>g (art.<br />

273f lid 1 sub 3 Sr). 38<br />

Dwang wordt geëffectueerd door <strong>de</strong> aanwend<strong>in</strong>g van mid<strong>de</strong>len. Daaron<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n verstaan<br />

alle mid<strong>de</strong>len die <strong>in</strong> art. 273f lid 1 sub 1 Sr zijn opgesomd.<br />

In <strong>de</strong> jurispru<strong>de</strong>ntie zijn voorbeel<strong>de</strong>n te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n van (aan <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> gerelateer<strong>de</strong>) dwang –<br />

met name <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie. 39 Uitbuit<strong>in</strong>g impliceert een zekere mate van onvrijwilligheid<br />

bij <strong>de</strong>gene die wordt uitgebuit. Die onvrijwilligheid schuilt <strong>in</strong> <strong>de</strong> onmogelijkheid zich aan <strong>de</strong><br />

<strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>ssituatie te onttrekken. 40 Dwangmid<strong>de</strong>len kunnen iemand <strong>in</strong> een <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>ssituatie<br />

brengen, maar ook beletten dat iemand zich aan <strong>de</strong> situatie onttrekt. De <strong>in</strong>stemm<strong>in</strong>g<br />

van een slachtoffer van mensenhan<strong>de</strong>l met <strong>de</strong> beoog<strong>de</strong> of bestaan<strong>de</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> is irrelevant<br />

wanneer een van <strong>de</strong> dwangmid<strong>de</strong>len is gebruikt. Dit uitgangspunt is conform bestaan<strong>de</strong> <strong>in</strong>-<br />

35 Stb. 1935, 598. Ter uitvoer<strong>in</strong>g van dit verdrag betrof dit oorspronkelijk artikel 250a lid 1 sub 2 (oud) Sr.<br />

36 Behalve ten aanzien van art. 273f lid 1 sub 9 Sr.<br />

37 In <strong>de</strong> strafbepal<strong>in</strong>gen van art. 273f lid 1 sub 2, 5 en 8 Sr vormen <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r sub 1 genoem<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len geen <strong>de</strong>lictsbestand<strong>de</strong>el.<br />

Zie §<strong>11</strong>.4.6.<br />

38 Conform art. 273f lid 1 sub 3 Sr. Zie §<strong>11</strong>.4.2.<br />

39 Smit & Boot-Matthijssen, 2007.<br />

40 Ook <strong>de</strong> verdragsgeschie<strong>de</strong>nis van het VN-Palermo Protocol is hierbij relevant: ‘the reference to the abuse of a<br />

position of vulnerability is un<strong>de</strong>rstood to refer to any situation <strong>in</strong> which the person <strong>in</strong>volved has no real and<br />

acceptable alternative but to submit to the abuse <strong>in</strong>volved,’ Interpretative notes for the official records (travaux<br />

préparatoires) of the negotiation of the United Nations Convention aga<strong>in</strong>st Transnational Organized<br />

Crime and the Protocols thereto, UN Doc. A/55/383/Add.1 (3 november 2000).<br />

439


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

ternationale regelgev<strong>in</strong>g. 41 De genoem<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len maken geen <strong>de</strong>el uit van <strong>de</strong> <strong>de</strong>lictsomschrijv<strong>in</strong>g<br />

van mensenhan<strong>de</strong>l waar het gaat om m<strong>in</strong><strong>de</strong>rjarigen, en dan is <strong>in</strong>stemm<strong>in</strong>g dus<br />

nooit relevant. 42<br />

In geval van maatregelen die <strong>de</strong> fysieke vrijheid rechtstreeks beperken (bijvoorbeeld opsluit<strong>in</strong>g<br />

of bewak<strong>in</strong>g) is onttrekk<strong>in</strong>g feitelijk onmogelijk. Wanneer <strong>de</strong> uitbuiter het slachtoffer<br />

door an<strong>de</strong>re maatregelen <strong>in</strong> <strong>de</strong> greep houdt, zou onttrekk<strong>in</strong>g praktisch gezien wel mogelijk<br />

zijn, maar kan <strong>de</strong> belev<strong>in</strong>g van het slachtoffer een beletsel vormen. Uit feiten en omstandighe<strong>de</strong>n<br />

moet dan wel blijken dat het slachtoffer re<strong>de</strong>lijkerwijs mocht veron<strong>de</strong>rstellen dat hij<br />

of zij niet op eigen kracht uit die situatie kon komen. Dit kan bijvoorbeeld gelegen zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

(gepercipieer<strong>de</strong>) consequenties van een onttrekk<strong>in</strong>g of <strong>in</strong> <strong>de</strong> feitelijke verblijfs- of arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n<br />

waar<strong>in</strong> het slachtoffer zich bev<strong>in</strong>dt. 43 Zo zou <strong>de</strong> onvrijheid kunnen wor<strong>de</strong>n<br />

gelezen <strong>in</strong> een schuldrelatie met <strong>de</strong> werkverschaffer of een <strong>de</strong>r<strong>de</strong>, <strong>de</strong> culturele context, m<strong>in</strong><strong>de</strong>rjarigheid<br />

of een comb<strong>in</strong>atie van <strong>de</strong>ze factoren. NRM5<br />

De Rechtbank Leeuwar<strong>de</strong>n oor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> bijvoorbeeld dat <strong>de</strong> verdachte, door misbruik te maken<br />

van <strong>de</strong> sociale situatie van het slachtoffer, door haar voortdurend on<strong>de</strong>r druk te zetten<br />

door mid<strong>de</strong>l van (<strong>de</strong> dreig<strong>in</strong>g met) fysiek geweld en emotionele chantage en door haar te<br />

voorzien van een vals i<strong>de</strong>ntiteitsbewijs, een situatie had gecreëerd die haar ertoe bracht als<br />

prostituee te (blijven) werken. 44 De Rechtbank Gron<strong>in</strong>gen veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> een verdachte voor<br />

mensenhan<strong>de</strong>l die on<strong>de</strong>r meer haar slachtoffer on<strong>de</strong>r <strong>in</strong>vloed van voodoo had gebracht. 45 De<br />

omstandigheid dat iemand verslaafd is aan verdoven<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len kan een factor zijn waardoor<br />

<strong>de</strong> keuzevrijheid van betrokkene beperkt is, en <strong>de</strong>ze daarmee niet <strong>de</strong> mogelijkheid heeft<br />

zich te onttrekken aan <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>. 46 Dat iemand niet legaal <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland verblijft, kan ook<br />

wor<strong>de</strong>n aangemerkt als een omstandigheid die wijst op <strong>de</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> van afhankelijkheid, en<br />

dus misbruik van uit feitelijke verhoud<strong>in</strong>gen voortvloeiend overwicht met zich brengt, aldus<br />

<strong>de</strong> Hoge Raad. 47<br />

41 Zie art. 1 lid 2 EU-Ka<strong>de</strong>rbesluit (2002) en art. 3 sub b VN-Palermo Protocol. Op grond van <strong>de</strong>ze bepal<strong>in</strong>gen<br />

is <strong>de</strong> <strong>in</strong>stemm<strong>in</strong>g van het slachtoffer van mensenhan<strong>de</strong>l met <strong>de</strong> beoog<strong>de</strong> of bestaan<strong>de</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> niet relevant<br />

<strong>in</strong>dien één van <strong>de</strong> dwangmid<strong>de</strong>len is gebruikt. Deze bepal<strong>in</strong>gen hebben niet tot uitdrukkelijke wetgev<strong>in</strong>g<br />

geleid; uit <strong>de</strong> memorie van toelicht<strong>in</strong>g blijkt dat dit niet nodig werd geacht (Kamerstukken II 2003/04, 29 291,<br />

nr. 3, p.19).<br />

42 Zie art. 273f lid 1 sub 2, sub 5 en sub 8 Sr.<br />

43 Zie <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze context ook Hof Arnhem, 23 mei 2006, LJN: AX4208, waar<strong>in</strong> het hof - <strong>in</strong> een zaak over seksuele<br />

<strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> - oor<strong>de</strong>elt: “Eventuele <strong>in</strong>stemm<strong>in</strong>g van het slachtoffer met zijn/haar <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> is niet bepalend.<br />

Wezenlijk is dat het slachtoffer on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> gegeven omstandighe<strong>de</strong>n re<strong>de</strong>lijkerwijs geen an<strong>de</strong>re keuze heeft<br />

dan <strong>in</strong> een toestand van <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> te geraken en <strong>in</strong> feite <strong>de</strong> vrijwilligheid bij het slachtoffer geheel, althans <strong>in</strong><br />

ernstige mate ontbreekt”.<br />

44 Rb. Leeuwar<strong>de</strong>n, 23 maart 2002, LJN: AF2879.<br />

45 Rb. Gron<strong>in</strong>gen, 12 <strong>de</strong>cember 2000, LJN: AA8975.<br />

46 HR, 18 april 2000, NJ 2000, 443.<br />

47 HR, 18 april 2000, NJ 2000, 443. Zie ook EHRM, 26 juli 2005, Siliad<strong>in</strong> v. France, r.o. <strong>11</strong>8 waar<strong>in</strong> het Europese<br />

Hof overweegt dat “although the applicant was not threatened by a ‘penalty’, the fact rema<strong>in</strong>s that she was <strong>in</strong><br />

an equivalent situation <strong>in</strong> terms of the perceived seriousness [cursiver<strong>in</strong>g: BNRM] of the threat. She was an<br />

adolescent girl <strong>in</strong> a foreign land, unlawfully present <strong>in</strong> French territory and <strong>in</strong> fear of arrest by the police”.<br />

440


<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

Het ontbreken van vrijwilligheid kan ontstaan <strong>in</strong> een later stadium, en ook ten aanzien van<br />

iemand die al <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie werkt, 48 of dat van plan is. Zo oor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> bijvoorbeeld <strong>de</strong><br />

Rechtbank Den Haag dat misbruik was gemaakt van <strong>de</strong> kwetsbare, geïsoleer<strong>de</strong> en afhankelijke<br />

positie waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> slachtoffers verkeer<strong>de</strong>n, ondanks het feit dat <strong>de</strong> vrouwen – afkomstig<br />

uit Oost-Europa – <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie waren gaan werken om veel geld te verdienen en een<br />

beter bestaan op te bouwen. 49<br />

Overigens wordt niet vereist dat het mid<strong>de</strong>l tegen het slachtoffer zelf wordt aangewend. Een<br />

mid<strong>de</strong>l kan tegen een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n gebruikt om een an<strong>de</strong>r over te halen of een an<strong>de</strong>r te doen<br />

toegeven aan <strong>de</strong> wil van <strong>de</strong> da<strong>de</strong>r.<br />

Tabel <strong>11</strong>.5 bevat een weergave van <strong>de</strong> gebruikte (feitelijke) vormen van dwang zoals ge<strong>de</strong>stilleerd<br />

uit <strong>de</strong> veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen. Verschillen<strong>de</strong> (dwang)mid<strong>de</strong>len kunnen <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met<br />

elkaar voorkomen.<br />

50 51 52 53 54<br />

Tabel <strong>11</strong>.5 Feitelijke vormen van dwang<br />

N=74<br />

Feitelijke vormen van dwang N %<br />

Fysiek geweld 50 30 41%<br />

Dreigen met geweld 51 29 39%<br />

Psychisch geweld 52 16 22%<br />

Seksueel geweld 53 7 9%<br />

Controle 41 55%<br />

Afscherm<strong>in</strong>g 40 54%<br />

Misleid<strong>in</strong>g 42 57%<br />

Afhankelijkheid 39 53%<br />

Schul<strong>de</strong>n 54 23 31%<br />

Verkoop/schenk<strong>in</strong>g/uitlenen 7 9%<br />

48 Hof Den Haag, 17 maart 1997, NJ 1997, 429.<br />

49 Rb. Den Haag, 30 <strong>de</strong>cember 2002, LJN: AF2850. In <strong>de</strong>ze z<strong>in</strong> ook Rb. Leeuwar<strong>de</strong>n, 2 januari 2007, LJN:<br />

AZ5824, waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> rechtbank overwoog dat <strong>de</strong> verdachte op schaamteloze wijze had geprofiteerd van het<br />

feit dat slachtoffers vanwege <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>r slechte levensomstandighe<strong>de</strong>n en het ontbreken van enig toekomstperspectief<br />

<strong>in</strong> hun geboorteland Letland had<strong>de</strong>n besloten om <strong>in</strong> het buitenland <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie te gaan<br />

werken. An<strong>de</strong>rs Rb. Alkmaar, 18 maart 2008, LJN: BC7682.<br />

50 Inclusief fysiek geweld tegen <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n, zoals familie of vrien<strong>de</strong>n van het slachtoffer, al werd dit maar sporadisch<br />

genoemd.<br />

51 Inclusief dreigen met geweld tegen <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n, zoals familie of vrien<strong>de</strong>n van het slachtoffer, al werd dit maar<br />

sporadisch genoemd.<br />

52 Hieron<strong>de</strong>r valt on<strong>de</strong>r meer: het verne<strong>de</strong>ren van het slachtoffer, het misbruik maken van <strong>de</strong> psychische gesteldheid<br />

van het slachtoffer, het misbruik maken van gezag, het chanteren van het slachtoffer on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re<br />

door mid<strong>de</strong>l van het dreigen met het doorvertellen van het sekswerk en het dreigen met het doorverkopen<br />

van het slachtoffer aan een an<strong>de</strong>re groep mensenhan<strong>de</strong>laren.<br />

53 Hieron<strong>de</strong>r valt vijf keer <strong>de</strong> verkracht<strong>in</strong>g van het slachtoffer en twee keer an<strong>de</strong>r seksueel geweld.<br />

54 Inclusief afgesproken of opgeleg<strong>de</strong> vrijkoopsommen.<br />

441


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

Van alle toegepaste geweldsvormen is ‘fysiek niet-seksueel geweld’ het vaakst – <strong>in</strong> 41% van <strong>de</strong><br />

vonnissen – door da<strong>de</strong>rs toegepast en <strong>in</strong> bijna evenveel vonnissen is het ‘dreigen met geweld’<br />

als dwangmid<strong>de</strong>l gehanteerd. ‘Psychisch geweld’ is <strong>in</strong> ongeveer één vijf<strong>de</strong> <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> vonnissen<br />

bewezen verklaard en ‘seksueel geweld’ <strong>in</strong> 9% van <strong>de</strong> vonnissen.<br />

Op <strong>de</strong> slachtoffers is <strong>in</strong> meer dan <strong>de</strong> helft van het aantal vonnissen – <strong>in</strong> 55% – ‘controle’ uitgeoefend<br />

door of via <strong>de</strong> da<strong>de</strong>r. Hierbij moet gedacht wor<strong>de</strong>n aan, bijvoorbeeld, het (laten)<br />

begelei<strong>de</strong>n van het slachtoffer van en naar <strong>de</strong> werkplek waardoor het slachtoffer nooit alleen<br />

over straat gaat, het constant (laten) bellen van het slachtoffer tij<strong>de</strong>ns werktijd, het <strong>in</strong> bezit<br />

hebben van <strong>de</strong> sleutel van <strong>de</strong> woonplek van het slachtoffer, en het (laten) controleren van <strong>de</strong><br />

verdiensten van het slachtoffer. Bijna even vaak zijn slachtoffers <strong>in</strong> meer of m<strong>in</strong><strong>de</strong>re mate<br />

afgeschermd van <strong>de</strong> buitenwereld. Deze ‘afscherm<strong>in</strong>g’ uit zich <strong>in</strong> bijvoorbeeld <strong>de</strong> fysieke opsluit<strong>in</strong>g<br />

van het slachtoffer, het creëren van een sociaal isolement, <strong>de</strong> <strong>in</strong>name van <strong>de</strong> telefoon<br />

en het paspoort van het slachtoffer. Controle op het slachtoffer gaat vaak samen met <strong>de</strong> afscherm<strong>in</strong>g<br />

van het slachtoffer.<br />

In 57% van <strong>de</strong> vonnissen is sprake van valse voorwendselen ofwel ‘misleid<strong>in</strong>g’ 55 . Bijvoorbeeld<br />

ten aanzien van een (lief<strong>de</strong>s)relatie en toekomst (<strong>in</strong> 22 vonnissen), ten aanzien van <strong>de</strong><br />

f<strong>in</strong>anciële positie van verdachte (<strong>in</strong> 16 vonnissen), <strong>de</strong> arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n (<strong>in</strong> 15 vonnissen)<br />

en/of het soort werk (<strong>in</strong> 14 vonnissen).<br />

Daarnaast is uit meer dan <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> vonnissen gebleken dat <strong>de</strong> slachtoffers op verschillen<strong>de</strong><br />

manieren ‘afhankelijk’ zijn (gemaakt) van <strong>de</strong> da<strong>de</strong>rs, bijvoorbeeld voor geld<br />

(<strong>in</strong> 18 vonnissen), voor <strong>de</strong> toegang tot Ne<strong>de</strong>rland (<strong>in</strong> 13 vonnissen), voor huisvest<strong>in</strong>g (<strong>in</strong><br />

13 vonnissen), voor een i<strong>de</strong>ntiteitsbewijs (<strong>in</strong> tien vonnissen), voor werk (<strong>in</strong> zeven vonnissen)<br />

en/of voor verdoven<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len (<strong>in</strong> acht vonnissen). Het afhankelijk maken van een<br />

slachtoffer resulteer<strong>de</strong> <strong>in</strong> het ontstaan van ‘uit feitelijke omstandighe<strong>de</strong>n voortvloeiend<br />

overwicht’.<br />

In bijna één <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong>el van het aantal vonnissen staan slachtoffers <strong>in</strong> een ‘schuldrelatie’ tot<br />

<strong>de</strong> uitbuiter. Meestal betreffen dit schul<strong>de</strong>n <strong>in</strong> verband met <strong>de</strong> reis dan wel smokkel naar<br />

Ne<strong>de</strong>rland.<br />

Uit zeven vonnissen blijkt expliciet dat sprake is van ‘verkoop, schenk<strong>in</strong>g en/of uitlenen’ van<br />

een slachtoffer. In <strong>de</strong>ze zaken zijn slachtoffers behan<strong>de</strong>ld als eigendom.<br />

Hieron<strong>de</strong>r zullen <strong>de</strong> dwangmid<strong>de</strong>len ‘misbruik van een kwetsbare positie’, ‘van uit feitelijke<br />

omstandighe<strong>de</strong>n voortvloeiend overwicht’ en ‘misleid<strong>in</strong>g’ en <strong>de</strong> vraag of dwangmid<strong>de</strong>len<br />

apart of <strong>in</strong> on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g verband moeten wor<strong>de</strong>n gezien na<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n geadstrueerd met een<br />

aantal praktijkvoorbeel<strong>de</strong>n. Op <strong>de</strong>ze punten blijkt uit het on<strong>de</strong>rzoek dat nogal wat ondui<strong>de</strong>lijkheid<br />

bestaat.<br />

55 Zie HR, 2 oktober 2001, LJN: AB2806, over het begrip misleid<strong>in</strong>g en HR, 8 september 2009, LJN: BJ3537,<br />

waarbij <strong>de</strong> Hoge Raad oor<strong>de</strong>elt dat aan <strong>de</strong> begrippen misleid<strong>in</strong>g en misbruik van een kwetsbare positie me<strong>de</strong><br />

feitelijke betekenis toekomt.<br />

442


<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

Misbruik van een kwetsbare positie, van uit feitelijke omstandighe<strong>de</strong>n voortvloeiend overwicht en<br />

misleid<strong>in</strong>g<br />

Ook <strong>de</strong> <strong>in</strong> art. 273f lid 1 sub 1 Sr genoem<strong>de</strong> (dwang)mid<strong>de</strong>len zijn <strong>de</strong>els gebaseerd op <strong>in</strong>ternationale<br />

regelgev<strong>in</strong>g. Tabel <strong>11</strong>.6 geeft weer hoe dit <strong>in</strong> nationale (straf)wetgev<strong>in</strong>g is geïmplementeerd.<br />

56 57<br />

Tabel <strong>11</strong>.6 Implementatie van <strong>de</strong> (dwang)mid<strong>de</strong>len <strong>in</strong> artikel 273f lid 1 sub 1 Sr<br />

Artikel 3 sub a VN-Palermo<br />

Protocol<br />

the threat or use of force or other<br />

forms of coercion, of abduction<br />

Artikel 1 lid 1 EU-Ka<strong>de</strong>rbesluit<br />

Mensenhan<strong>de</strong>l<br />

dwang, geweld of bedreig<strong>in</strong>g,<br />

met <strong>in</strong>begrip van ontvoer<strong>in</strong>g<br />

Artikel 273f lid 1 sub 1 Sr<br />

dwang, geweld of een an<strong>de</strong>re<br />

feitelijkheid of door dreig<strong>in</strong>g met<br />

geweld of een an<strong>de</strong>re feitelijkheid<br />

afpers<strong>in</strong>g<br />

fraud frau<strong>de</strong> frau<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>ception misleid<strong>in</strong>g misleid<strong>in</strong>g<br />

the abuse of power misbruik van machtspositie,<br />

zodanig dat <strong>de</strong> betrokken persoon<br />

<strong>in</strong> feite geen an<strong>de</strong>re keuze heeft<br />

dan zich te laten misbruiken, of<br />

the abuse of a position of<br />

vulnerability<br />

the giv<strong>in</strong>g or receiv<strong>in</strong>g of<br />

payments or benefits to achieve<br />

the consent of a person hav<strong>in</strong>g<br />

control over another person<br />

misbruik van situatie van kwetsbaarheid,<br />

zodanig dat <strong>de</strong> betrokken<br />

persoon <strong>in</strong> feite geen an<strong>de</strong>re keuze<br />

heeft dan zich te laten misbruiken<br />

geld of voor<strong>de</strong>len wor<strong>de</strong>n gegeven<br />

of ontvangen om <strong>de</strong> <strong>in</strong>stemm<strong>in</strong>g<br />

te verkrijgen van een persoon die<br />

controle heeft over een an<strong>de</strong>r<br />

persoon<br />

misbruik van uit feitelijke<br />

omstandighe<strong>de</strong>n voortvloeiend<br />

overwicht 57<br />

misbruik van een kwetsbare<br />

positie<br />

het geven of ontvangen van<br />

betal<strong>in</strong>gen of voor<strong>de</strong>len om <strong>de</strong><br />

<strong>in</strong>stemm<strong>in</strong>g van een persoon te<br />

verkrijgen die zeggenschap over<br />

die an<strong>de</strong>r heeft<br />

Voorbeel<strong>de</strong>n van een position of vulnerability, zoals <strong>de</strong>ze uit begelei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> documenten bij<br />

het Protocol en het Ka<strong>de</strong>rbesluit blijken, zijn een illegale of onzekere immigratie- of verblijfstatus,<br />

een m<strong>in</strong><strong>de</strong>rheidspositie, omstandighe<strong>de</strong>n als ziekte, zwangerschap of een fysieke<br />

of mentale handicap. 58 Voor misbruik van een kwetsbare positie hoeft geen sprake te zijn<br />

van een relationele ongelijkheid. 59<br />

Het mid<strong>de</strong>l ‘misbruik van uit feitelijke omstandighe<strong>de</strong>n voortvloeiend overwicht’ heeft een<br />

ruimere reikwijdte dan het mid<strong>de</strong>l ‘abuse of power’ uit het Protocol en ‘misbruik van machts-<br />

56 Story, 2009.<br />

57 In <strong>de</strong> voorloper van art. 273f lid 1 sub 1 (art 250a (oud)) Sr stond <strong>in</strong> plaats van ‘omstandighe<strong>de</strong>n’, ‘verhoud<strong>in</strong>gen’.<br />

58 Zie bijvoorbeeld Legislative Gui<strong>de</strong>, p.268 en COM(2000)854, §4.<br />

59 Vgl. Noyon e.a., (2006), art. 273f Sr, aant. 3, supplement 137.<br />

443


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

positie’ uit het Ka<strong>de</strong>rbesluit. 60 Deze (dwang)mid<strong>de</strong>len zijn geobjectiveerd. Misbruik van uit<br />

feitelijke omstandighe<strong>de</strong>n voortvloeiend overwicht en misbruik van een kwetsbare positie<br />

wor<strong>de</strong>n wel eens door elkaar gebruikt. 61<br />

Over <strong>de</strong> vraag welke feiten en omstandighe<strong>de</strong>n een situatie zo maken dat sprake is van misleid<strong>in</strong>g,<br />

misbruik van uit feitelijke omstandighe<strong>de</strong>n voortvloeiend overwicht of van misbruik<br />

van een kwetsbare positie zijn <strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> vonnissen divers. Dat het vaak lastig is<br />

waaron<strong>de</strong>r bepaal<strong>de</strong> feiten precies vallen wordt ook on<strong>de</strong>rkend <strong>in</strong> <strong>de</strong> conclusie bij HR, 8 september<br />

2009 62 , waar ten aanzien van het begrip misleid<strong>in</strong>g werd opgemerkt dat het daarbij<br />

gaat om een diffuus complex van <strong>in</strong> on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge samenhang te beschouwen gedrag<strong>in</strong>gen, feiten<br />

en omstandighe<strong>de</strong>n. 63 De Hoge Raad bevestig<strong>de</strong> het oor<strong>de</strong>el van het Hof Arnhem 64 dat<br />

gratis cocaïne leveren en daardoor een slachtoffer afhankelijk maken, het slachtoffer on<strong>de</strong>r<br />

druk zetten en brengen naar een prostitutieplek, een kamer regelen en controle uitoefenen,<br />

alle <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> met misbruik van uit feitelijke omstandighe<strong>de</strong>n voortvloeiend overwicht en<br />

misleid<strong>in</strong>g oplevert (art 273f, lid 1, sub 4 Sr).<br />

444<br />

De Rechtbank Amsterdam 65 ziet <strong>in</strong> het feit dat verdachte valselijk had voorgewend dat hij een<br />

toekomst <strong>in</strong> Spanje op wil<strong>de</strong> bouwen met het slachtoffer en <strong>de</strong> hevige verliefdheid van het<br />

slachtoffer op hem, misbruik van uit feitelijke omstandighe<strong>de</strong>n voortvloeiend overwicht.<br />

Daarbij is ook betrokken dat <strong>de</strong> verdachte zich ook bij an<strong>de</strong>re vrouwen op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> wijze heeft<br />

voorgedaan. Rechtbank Den Bosch 66 ziet daarentegen <strong>in</strong> het door verdachte aan het slachtoffer<br />

voorhou<strong>de</strong>n dat hij schul<strong>de</strong>n had en dat zij samen een huisje of leuke kleren kon<strong>de</strong>n kopen,<br />

terwijl slachtoffer verliefd was op verdachte, dit misbruik niet.<br />

In veel van dit soort (loverboy)zaken komt het aspect schul<strong>de</strong>n terug. Het lijkt als drukmid<strong>de</strong>l<br />

te wor<strong>de</strong>n gebruikt. Zie over werkwijzen van da<strong>de</strong>rs §9.4, NRM3 en NRM5. Het is niet<br />

toevallig dat een verdachte beg<strong>in</strong>t over schul<strong>de</strong>n, een gezamenlijke toekomst en dan <strong>de</strong> mogelijkheid<br />

van prostitutie oppert. Het is een patroon en moet dan ook als zodanig herkend<br />

wor<strong>de</strong>n.<br />

60 Uit <strong>de</strong> memorie van toelicht<strong>in</strong>g bij <strong>de</strong> <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van het wetsartikel 250ter (oud) en 250bis (oud) Sr wordt dit<br />

mid<strong>de</strong>l bijvoorbeeld als volgt toegelicht: dit misbruik wordt veron<strong>de</strong>rsteld wanneer “<strong>de</strong> prostitué(e) <strong>in</strong> een situatie<br />

verkeert of komt te verkeren die niet gelijk is aan <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n waar<strong>in</strong> een mondige prostitué(e)<br />

<strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland pleegt te verkeren” (Kamerstukken II 1988/89, 21 027, nr. 3, p.3-4.<br />

61 In <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> dat ‘misbruik van een kwetsbare positie’ niet <strong>in</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse strafbaarstell<strong>in</strong>g van mensenhan<strong>de</strong>l<br />

was opgenomen, wer<strong>de</strong>n gedrag<strong>in</strong>gen die nu hieron<strong>de</strong>r zou<strong>de</strong>n vallen, geïnterpreteerd als ‘misbruik<br />

van uit feitelijke verhoud<strong>in</strong>gen voortvloeiend overwicht.’ Voorbeel<strong>de</strong>n hiervan zijn dat een persoon<br />

verslaafd is aan verdoven<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len of <strong>de</strong> omstandigheid dat een persoon geen legale verblijfstatus <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland<br />

heeft. In HR, 18 april 2000, NJ 2000, 443, r.o. 3.3.1, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze omstandighe<strong>de</strong>n gekwalificeerd als<br />

misbruik van uit feitelijke verhoud<strong>in</strong>gen voortvloeiend overwicht.<br />

62 HR, 8 september 2009, LJN: BJ3537, conclusie AG Vell<strong>in</strong>ga.<br />

63 De discussie of van misleid<strong>in</strong>g sprake is geweest zal zich dus dienen af te spelen rond <strong>de</strong> vraag of misleid<strong>in</strong>g<br />

bewezen is en niet rond <strong>de</strong> vraag of misleid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> tenlastelegg<strong>in</strong>g <strong>de</strong>ug<strong>de</strong>lijk is omschreven.<br />

64 Hof Arnhem, 3 september 2007, niet gepubliceerd.<br />

65 Rb. Amsterdam, 21 <strong>de</strong>cember 2007, LJN: BC1037.<br />

66 Rb. Den Bosch, 19 februari 2009, LJN: BH3388.


<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

Een voorbeeld van het herkennen van een patroon is te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> het navolgen<strong>de</strong> arrest van<br />

het Hof Amsterdam. 67<br />

‘In <strong>de</strong>ze strafzaak is sprake van meisjes en jonge vrouwen, die <strong>in</strong> een positie van emotionele<br />

afhankelijkheid zijn gebracht door verdachte en zijn me<strong>de</strong>da<strong>de</strong>r(s). Verdachte en/of zijn<br />

me<strong>de</strong>da<strong>de</strong>r(s) g<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze opzet een relatie aan met een vrouw, aan wie <strong>in</strong> het beg<strong>in</strong> alle aandacht<br />

en lief<strong>de</strong> werd gegeven en een gou<strong>de</strong>n toekomst met verdachte <strong>in</strong> het vooruitzicht werd<br />

gesteld. Vervolgens kwam – veelal vrij snel – een omslagpunt <strong>in</strong> <strong>de</strong> relatie, waarna <strong>de</strong> vrouw<br />

door <strong>de</strong> verdachte werd voorgehou<strong>de</strong>n dat, als zij met hem ver<strong>de</strong>r wil<strong>de</strong>, zij <strong>de</strong>gene was die -<br />

door zich te prostitueren - voor <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële mid<strong>de</strong>len moest zorgen. Als <strong>de</strong> vrouw dan eenmaal<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie was gebracht, werd zij vervolgens verplicht om alle verdiensten aan verdachte<br />

en/of zijn me<strong>de</strong>da<strong>de</strong>r(s) af te geven, veelal on<strong>de</strong>r het voorwendsel dat het geld zou wor<strong>de</strong>n<br />

gespaard voor hun bei<strong>de</strong>r toekomst. Zowel uit verklar<strong>in</strong>gen van diverse aangeefsters als ook<br />

uit <strong>de</strong> verslagen van verschillen<strong>de</strong> tapgesprekken blijkt dat verdachte en/of zijn me<strong>de</strong>da<strong>de</strong>r(s)<br />

besliste(n) dat een vrouw pas met haar werkzaamhe<strong>de</strong>n voor die dag mocht stoppen als een<br />

bepaald bedrag was verdiend, zoals ook voor haar werd bepaald waar en wanneer zij moest<br />

werken. Verdachte en/of zijn me<strong>de</strong>da<strong>de</strong>r(s) hebben aldus han<strong>de</strong>lend een aanzienlijk overwicht<br />

gekregen op <strong>de</strong> vrouwen en/of hen misleid. Van een ‘mondige prostitué(e)’, zoals <strong>de</strong> wetgever<br />

die heeft omschreven, is <strong>in</strong> <strong>de</strong> beschreven omstandighe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het geheel geen sprake. Ook <strong>de</strong><br />

omstandigheid dat sommige van <strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze zaak betrokken vrouwen reeds eer<strong>de</strong>r als prostituee<br />

werkten doet aan het voorgaan<strong>de</strong> niet af. Naar het oor<strong>de</strong>el van het hof leveren <strong>de</strong> bewezen<br />

verklaar<strong>de</strong> feiten en omstandighe<strong>de</strong>n, ‘misbruik van uit feitelijke verhoud<strong>in</strong>gen voortvloeiend<br />

overwicht en/of misleid<strong>in</strong>g’ op.’<br />

Hoewel het van belang is een patroon te herkennen, moet dat – met name gelet op <strong>de</strong> snelle<br />

wijzig<strong>in</strong>gen en aanpass<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> werkwijzen van da<strong>de</strong>rs – er niet toe lei<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> feiten<br />

en omstandighe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n ‘afgev<strong>in</strong>kt’ op basis van één bepaal<strong>de</strong> werkwijze, zoals bijvoorbeeld<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> hierna te bespreken uitspraken van het Hof Den Bosch 68 en <strong>de</strong> Rechtbank<br />

Utrecht, 69 waarbij aan het nog bestaan<strong>de</strong> contact met <strong>de</strong> familie (dus geen losweken) en het<br />

gewoon naar school en kantoor gaan (doorslaggeven<strong>de</strong>) betekenis werd toegekend.<br />

De vraag of sprake is van één of meer van <strong>de</strong> dwangmid<strong>de</strong>len moet eerst wor<strong>de</strong>n beantwoord.<br />

Eerst na het vaststellen van het bestaan van die (geobjectiveer<strong>de</strong>) situatie van dwang<br />

komt men toe aan <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> vraag of het slachtoffer re<strong>de</strong>lijkerwijze geen an<strong>de</strong>re<br />

keus had. Met dit vraagstuk wordt niet eenduidig omgegaan zoals uit <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong><br />

voorbeel<strong>de</strong>n blijkt. De Rechtbank Den Bosch 70 laat <strong>de</strong> vraag of er een dwangsituatie was <strong>in</strong><br />

het mid<strong>de</strong>n. Zon<strong>de</strong>r echter allereerst dui<strong>de</strong>lijkheid te creëren omtrent <strong>de</strong> dwangsituatie is <strong>de</strong><br />

vraag of het slachtoffer daaraan weerstand kon bie<strong>de</strong>n niet te beantwoor<strong>de</strong>n. Dan wordt die<br />

vraag als het ware geobjectiveerd.<br />

67 Hof Amsterdam, 28 november 2006, LJN: AZ3374.<br />

68 Hof Den Bosch, 15 april 2009, LJN: BI<strong>11</strong>62.<br />

69 Rb. Utrecht, 29 mei 2009, LJN: BD8803.<br />

70 Rb. Den Bosch, 19 februari 2009, LJN: BH3388.<br />

445


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

446<br />

De Rechtbank Amsterdam 71 overweegt hierover dat <strong>de</strong> dwang niet noodzakelijkerwijs behoeft<br />

te bestaan uit fysiek geweld, bedreig<strong>in</strong>g of f<strong>in</strong>anciële dwang, maar kan ook wor<strong>de</strong>n bewerkstelligd<br />

doordat het slachtoffer komt te verkeren <strong>in</strong> een afhankelijke situatie waar<strong>in</strong> zij on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

gegeven omstandighe<strong>de</strong>n geen an<strong>de</strong>re keuze heeft dan <strong>in</strong> een situatie van <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> te geraken<br />

of te verblijven. Het dwangmid<strong>de</strong>l wordt dan gevormd door misbruik van uit feitelijke omstandighe<strong>de</strong>n<br />

voortvloeiend overwicht, en <strong>de</strong> rechtbank ziet dat misbruik <strong>in</strong> <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n<br />

dat verdachte door een relatie aan te knopen met het slachtoffer, haar voor te hou<strong>de</strong>n dat hij<br />

grote schul<strong>de</strong>n had en dat met prostitutie goed geld kon wor<strong>de</strong>n verdiend, haar te vragen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

prostitutie te gaan, zulks terwijl verdachte veel ou<strong>de</strong>r was dan het slachtoffer, het slachtoffer <strong>in</strong><br />

een situatie van afhankelijkheid heeft doen verkeren. De rechtbank ziet hier<strong>in</strong> een actief duwen<br />

door verdachte <strong>in</strong> <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g van prostitutie en oor<strong>de</strong>elt dat het slachtoffer <strong>in</strong> een toestand is<br />

gebracht waar<strong>in</strong> haar geen an<strong>de</strong>re keuze is gelaten dan aan zijn wens gehoor te geven. 72<br />

De Rechtbank Den Bosch 73 overwoog dat mogelijk sprake was geweest van misbruik van uit<br />

feitelijke omstandighe<strong>de</strong>n voortvloeiend overwicht of van misbruik van een kwetsbare positie,<br />

maar overweegt niettem<strong>in</strong> dat het slachtoffer niet <strong>in</strong> een situatie verkeer<strong>de</strong> waarbij zij door<br />

toedoen van verdachte objectief gezien <strong>in</strong> haar keuzevrijheid is beperkt of re<strong>de</strong>lijkerwijs kon menen<br />

dat zij <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie moest gaan werken. De rechtbank overweegt voorts dat niet kan<br />

wor<strong>de</strong>n gezegd dat zij door <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>shan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen van verdachte is bewogen zich beschikbaar<br />

te stellen voor prostitutie.<br />

Bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g of het slachtoffer re<strong>de</strong>lijkerwijs een an<strong>de</strong>re keuze had kunnen maken<br />

speelt <strong>de</strong> perceptie van het slachtoffer een rol 74 .<br />

Rechtbank Den Haag 75<br />

‘De schend<strong>in</strong>g van fundamentele mensenrechten – lichamelijke en geestelijke <strong>in</strong>tegriteit en<br />

persoonlijke vrijheid – is maatgevend. Bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g of daarvan sprake is spelen <strong>de</strong> ernst,<br />

duur en omvang van <strong>de</strong> drukmid<strong>de</strong>len en het uit <strong>de</strong> situatie te behalen economisch voor<strong>de</strong>el een<br />

rol. Instemm<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> situatie door het slachtoffer is niet relevant, als één van <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong><br />

drukmid<strong>de</strong>len is gebruikt. De subjectieve belev<strong>in</strong>g [cursiver<strong>in</strong>g BNRM] kan wel een rol spelen<br />

bij <strong>de</strong> beantwoord<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> vraag of het slachtoffer zich aan <strong>de</strong> machtssfeer van <strong>de</strong> verdachte<br />

had kunnen onttrekken.’<br />

Dezelf<strong>de</strong> lijn wordt overigens ook gevolgd <strong>in</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> casus uit <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten:<br />

USA v. Timothy H. Bradley and Kathleen M. O’Dell, no. 04-<strong>11</strong>46, no. 04-<strong>11</strong>47, US Court of Appeals<br />

for the first circuit, 2004 U.S.App. Lexis 25174, <strong>de</strong>c. 8, 2004 <strong>de</strong>ci<strong>de</strong>d.<br />

71 Rb. Amsterdam, 9 juni 2009, LJN: BI6950.<br />

72 De rechtbank spreekt vrij van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len geweld on<strong>de</strong>r bewezenverklar<strong>in</strong>g van ‘meermalen heeft geslagen,<br />

geduwd, en tegen meubels aan gegooid, bij <strong>de</strong> keel gegrepen’. Uit het vonnis wordt niet dui<strong>de</strong>lijk hoe <strong>de</strong><br />

rechtbank dit ziet. Wellicht wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> bewezen geweldshan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen gezien <strong>in</strong> het licht van het overwicht.<br />

73 Rb. Den Bosch, 19 februari 2009, LJN: BH3388.<br />

74 EHRM, 26 juli 2005, Siliad<strong>in</strong> v. France.<br />

75 Rb. Den Haag, 14 <strong>de</strong>cember 2007, LJN: BC1761.


<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

Een verweer van <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>dig<strong>in</strong>g dat <strong>de</strong> werknemers niet wer<strong>de</strong>n gedwongen om te blijven werken<br />

en dat zij had<strong>de</strong>n kunnen vluchten om daaraan te ontkomen, weerlegt het hof. Dit met <strong>de</strong><br />

overweg<strong>in</strong>g dat het erom gaat of <strong>de</strong> persoon <strong>in</strong> kwestie <strong>in</strong> re<strong>de</strong>lijkheid kon geloven dat er een<br />

dwang bestond om te (blijven) werken 76 . Hiervan was <strong>in</strong> dit geval sprake volgens het Hof.<br />

De hiervoor weergegeven overweg<strong>in</strong>g van het hof komt overeen met <strong>de</strong> (niet gepubliceer<strong>de</strong>)<br />

re<strong>de</strong>ner<strong>in</strong>g van het OM <strong><strong>in</strong>zake</strong> Caliml<strong>in</strong>. Het OM brengt bere<strong>de</strong>neerd het volgen<strong>de</strong> naar voren:<br />

‘The fact that Mart<strong>in</strong>ez may have had an opportunity to escape is irrelevant if the <strong>de</strong>fendants,<br />

us<strong>in</strong>g one or more of the prohibited means discussed earlier, ma<strong>de</strong> Mart<strong>in</strong>ez reasonably<br />

believe that she could not leave or that she would suffer serious harm if she did so. A victim<br />

who reasonably believes she cannot leave is un<strong>de</strong>r no affirmative duty to try to escape. Bradley,<br />

390 F.3d 145,153 (uphold<strong>in</strong>g jury <strong>in</strong>struction that government need not prove physical restra<strong>in</strong>t,<br />

such as the use of cha<strong>in</strong>s, barbed wire, or locked doors to establish offense of forced labor; and<br />

the fact that the victim may have had the opportunity to flee is not <strong>de</strong>term<strong>in</strong>ative of the offense<br />

of forced labor if the <strong>de</strong>fendants placed the victim <strong>in</strong> such fear or circumstances that he did not<br />

reasonably believe he could leave).’ 77<br />

Ook <strong>de</strong> omstandigheid dat het slachtoffer zelf aangeeft dat het werken <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie haar<br />

vrije keuze is lijkt een rol te spelen bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g. 78 Soms wordt <strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>g van een<br />

slachtoffer omtrent vrije keuze niet geaccepteerd. De Rechtbank Arnhem 79 overweegt bijvoorbeeld<br />

dat hoewel aangeefster verklaart dat het haar vrije keuze was om <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie<br />

te gaan werken, <strong>de</strong> rechtbank daaraan geen geloof hecht omdat het slachtoffer on<strong>de</strong>r druk<br />

van verdachte stond.<br />

Het al dan niet bestaan van een vrije keuze moet gezien wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het licht van het gebruik<br />

van dwangmid<strong>de</strong>len. Juist <strong>in</strong> geval van misleid<strong>in</strong>g, misbruik van overwicht of van<br />

een kwetsbare positie zal een slachtoffer vaak het i<strong>de</strong>e hebben dat zij zelf die keuze heeft<br />

gemaakt.<br />

Ook lijkt bij <strong>de</strong> vraag of er voor het slachtoffer een re<strong>de</strong>lijk alternatief was een rol te spelen of<br />

een slachtoffer ook nog een m<strong>in</strong> of meer gewoon leven heeft.<br />

Zo ook het Hof Den Bosch 80 (<strong>in</strong> een zogenaam<strong>de</strong> overweg<strong>in</strong>g ten overvloe<strong>de</strong>) die <strong>in</strong> dat<br />

verband overwoog <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g te nemen dat aangeefster er blijk van heeft gegeven dat ze<br />

<strong>in</strong> die tijd – hoewel wellicht ook getroebleerd – toch <strong>in</strong> staat was om wel bewust belangrijke<br />

keuzes te maken zoals het naar school gaan om haar opleid<strong>in</strong>g af te maken. Het hof kan dan<br />

ook niet uitsluiten dat aangeefster het voorstel van verdachte weloverwogen heeft aangegre-<br />

76 USA v. Bradley and O’Dell, on<strong>de</strong>r p.7, nr. 6, **18.<br />

77 Van Del<strong>de</strong>n, 2009.<br />

78 Het uitgangspunt is dat <strong>de</strong> <strong>in</strong>stemm<strong>in</strong>g van het slachtoffer niet relevant is als er sprake is van dwangmid<strong>de</strong>len.<br />

Zie art. 1 lid 2 EU-Ka<strong>de</strong>rbesluit (2002) en art. 3 sub b VN-Palermo Protocol. Op grond van <strong>de</strong>ze bepal<strong>in</strong>gen is<br />

<strong>de</strong> <strong>in</strong>stemm<strong>in</strong>g van het slachtoffer van mensenhan<strong>de</strong>l met <strong>de</strong> beoog<strong>de</strong> of bestaan<strong>de</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> niet relevant<br />

<strong>in</strong>dien één van <strong>de</strong> dwangmid<strong>de</strong>len is gebruikt. Deze bepal<strong>in</strong>gen hebben niet tot uitdrukkelijke wetgev<strong>in</strong>g<br />

geleid; uit <strong>de</strong> memorie van toelicht<strong>in</strong>g blijkt dat dit niet nodig werd geacht (Kamerstukken II 2003/04, 29 291,<br />

nr. 3, p.19).<br />

79 Rb. Arnhem, 29 april 2008, LJN: BD0634. Zie ook Rb. Utrecht, 18 april 2008, LJN: BC9917, besproken <strong>in</strong><br />

§<strong>11</strong>.7.2.<br />

80 Hof Den Bosch, 15 april 2009, LJN: BI<strong>11</strong>62.<br />

447


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

pen als een mogelijkheid om thuis weg te kunnen. Daarbij, aldus het hof, heeft zij verklaard<br />

dat ze toen ze ermee begon het als haar eigen keuze beschouw<strong>de</strong>. 81<br />

In januari 2008 oor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> het Hof Den Bosch dat, gelet op <strong>de</strong> wetsgeschie<strong>de</strong>nis en het VN-<br />

Protocol, en <strong>de</strong> redactie van art. 273f Sr, een zeker <strong>in</strong>itiatief en actief han<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> da<strong>de</strong>r(s)<br />

wordt vooron<strong>de</strong>rsteld waarbij doelbewust misbruik wordt gemaakt van <strong>de</strong> zwakkere of<br />

kwetsbare positie van slachtoffers. 82 Pas als dat is vastgesteld, kan wor<strong>de</strong>n beoor<strong>de</strong>eld of<br />

een en an<strong>de</strong>r is geschied met het oogmerk van <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>, aldus het hof. Dit betrof een zaak<br />

waar<strong>in</strong> mensenhan<strong>de</strong>l ten laste was gelegd <strong>in</strong> <strong>de</strong> horecasector. Het OM heeft cassatie <strong>in</strong>gesteld<br />

83 (zie hierover na<strong>de</strong>r §12.6).<br />

Dit uitgangspunt – zoals geformuleerd door het Hof Den Bosch – wordt nadien soms ook<br />

gevolgd <strong>in</strong> jurispru<strong>de</strong>ntie <strong>in</strong> mensenhan<strong>de</strong>lzaken die zich afspelen <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie. 84<br />

Het Hof Den Bosch 85 ziet ook ten aanzien van seksuele <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> redactie van art. 273f<br />

Sr een voorwaar<strong>de</strong> van een zeker <strong>in</strong>itiatief en actief han<strong>de</strong>len met een doelbewust misbruik<br />

van <strong>de</strong> kwetsbare positie van het slachtoffer.<br />

Deze voorwaar<strong>de</strong> volgt niet zon<strong>de</strong>r meer uit <strong>de</strong> <strong>de</strong>lictsomschrijv<strong>in</strong>g en het is <strong>de</strong> vraag of het<br />

hof <strong>de</strong>ze voorwaar<strong>de</strong> terecht stelt.<br />

Dwang- en drukmid<strong>de</strong>len apart bezien of als geheel?<br />

Mensenhan<strong>de</strong>l v<strong>in</strong>dt vaak plaats <strong>in</strong> een omgev<strong>in</strong>g van geweld, dreig<strong>in</strong>g en dwang. Soms<br />

wordt dit geweld (seksueel dan wel fysiek) als dwangmid<strong>de</strong>l bij <strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>l ten laste<br />

gelegd, soms als afzon<strong>de</strong>rlijk feit en soms als geweld tegen een an<strong>de</strong>r slachtoffer. 86 Het is van<br />

belang om <strong>de</strong>ze hele omgev<strong>in</strong>g te betrekken bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> vraag of er sprake is<br />

van mensenhan<strong>de</strong>l en <strong>de</strong> dwangmid<strong>de</strong>len te bezien <strong>in</strong> on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g verband. 87<br />

81 Zie ook Rb. Utrecht, 29 mei 2008, LJN: BD8803, <strong>in</strong> welke zaak het feit dat het slachtoffer naast haar werk <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> prostitutie ook nog een gewone baan had en nog contact had met haar familie een belangrijke rol speel<strong>de</strong><br />

bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> mate van keuzevrijheid van het slachtoffer.<br />

82 Hof Den Bosch, 30 januari 2008, LJN: BC2999; LJN: BC3000 (Ch<strong>in</strong>ese horeca).<br />

83 Het arrest van <strong>de</strong> Hoge Raad wordt 24 november 2009 verwacht.<br />

84 Rb. Alkmaar, 18 maart 2008, LJN: BC7682. Zo overwoog <strong>de</strong> Rb. Alkmaar, net als het Hof Den Bosch, dat<br />

voor <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g of sprake was van het gebruik van dwangmid<strong>de</strong>len beoor<strong>de</strong>eld moet wor<strong>de</strong>n of er sprake<br />

is van een zeker <strong>in</strong>itiatief en actief han<strong>de</strong>len van verdachte. De rechtbank verklaart <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze zaak – waarbij<br />

verdachte wordt verweten <strong>in</strong> Hongaarse kranten vrouwen te hebben geworven om <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie<br />

te werken <strong>in</strong> zijn escortbedrijf – art. 273f lid 1, sub 3 Sr wel bewezen, maar hetzelf<strong>de</strong> feitencomplex ten<br />

laste gelegd als sub 9 (<strong>de</strong> vrouwen werkten <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls <strong>in</strong> het escortbedrijf van verdachte en waren illegaal)<br />

leidt tot een vrijspraak omdat alle personen had<strong>de</strong>n verklaard vrijwillig te werken en op eigen <strong>in</strong>itiatief. Dat<br />

laatste <strong>in</strong>itiatief wordt kennelijk gezien <strong>in</strong> het zelf reageren op <strong>de</strong> advertentie van verdachte.<br />

85 Hof Den Bosch, 15 april 2008, LJN: BI<strong>11</strong>62.<br />

86 Er zijn zaken waar<strong>in</strong> verkracht<strong>in</strong>gen, (zware) mishan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen en vrijheidsberov<strong>in</strong>gen, naast als dwangmid<strong>de</strong>len<br />

van ten laste geleg<strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>l<strong>de</strong>licten, ook als aparte feiten ten laste zijn gelegd. Zo is <strong>in</strong> vijf vonnissen<br />

verkracht<strong>in</strong>g als dwangmid<strong>de</strong>l bewezen verklaard, waarvan <strong>in</strong> één geval tevens als zelfstandig <strong>de</strong>lict<br />

(overigens tevens het enige vonnis waar<strong>in</strong> verkracht<strong>in</strong>g naast dwangmid<strong>de</strong>l ook als zelfstandig <strong>de</strong>lict ten<br />

laste was gelegd: Rb. Utrecht, 25 juli 2007, LJN: BB0450). In dit vonnis betrof <strong>de</strong> verkracht<strong>in</strong>g als dwangmid<strong>de</strong>l<br />

en <strong>de</strong> verkracht<strong>in</strong>g als zelfstandig <strong>de</strong>lict niet <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> verkracht<strong>in</strong>g. Het g<strong>in</strong>g <strong>in</strong> casu om twee verschillen<strong>de</strong><br />

verkracht<strong>in</strong>gen van twee verschillen<strong>de</strong> slachtoffers.<br />

87 HR, 8 september 2009, LJN: BJ3537.<br />

448


<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

In een vonnis van <strong>de</strong> Rechtbank Den Haag 88 wer<strong>de</strong>n alle dwangmid<strong>de</strong>len afzon<strong>de</strong>rlijk beoor<strong>de</strong>eld.<br />

De rechtbank heeft <strong>in</strong> die zaak vastgesteld dat er aanwijz<strong>in</strong>gen zijn dat het slachtoffer on<strong>de</strong>r<br />

<strong>in</strong>vloed en druk van verdachte haar werk als prostituee heeft verricht, dat verdachte haar <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> gaten hield, maar vervolgens ziet <strong>de</strong> rechtbank het bewezen verklaar<strong>de</strong> geweld niet <strong>in</strong> verband<br />

met <strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>l. Ook <strong>de</strong> bedreig<strong>in</strong>g wordt wel aannemelijk verklaard maar niet <strong>in</strong> verband<br />

gebracht met <strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>l. Evenm<strong>in</strong> was het feit dat slachtoffer het met <strong>de</strong> prostitutie verdien<strong>de</strong><br />

geld afdroeg voor <strong>de</strong> rechtbank relevant. Tegelijkertijd acht <strong>de</strong> rechtbank wel het afzon<strong>de</strong>rlijke<br />

ten laste geleg<strong>de</strong> opzettelijk van <strong>de</strong> vrijheid beroven van ditzelf<strong>de</strong> slachtoffer bewezen.<br />

Ook <strong>de</strong> Rechtbank Utrecht 89 ziet het door verdachte tegen het slachtoffer gebruikte geweld los<br />

van <strong>de</strong> gedwongen prostitutie. Aan verdachte was ten laste gelegd geduren<strong>de</strong> ruim twee jaar<br />

een slachtoffer gedwongen <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie te brengen en te hou<strong>de</strong>n, te beoor<strong>de</strong>len op grond<br />

van art. 273f, lid 1, sub 4 en sub 9 Sr en geduren<strong>de</strong> ruim vier jaar ditzelf<strong>de</strong> slachtoffer te hebben<br />

getracht zwaar lichamelijk letsel toe te brengen dan wel te mishan<strong>de</strong>len. De rechtbank acht <strong>de</strong><br />

mishan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g geduren<strong>de</strong> die perio<strong>de</strong> (2003-2007) bewezen; het gaat om slaan tegen <strong>de</strong> sche<strong>de</strong>l<br />

en <strong>de</strong> oren, waarbij het bloed uit <strong>de</strong> oren kwam, schoppen tegen <strong>de</strong> benen en slepen aan <strong>de</strong><br />

haren. Ook acht <strong>de</strong> rechtbank bewezen <strong>de</strong> bedreig<strong>in</strong>g dat als slachtoffer verdachte zou verlaten<br />

zij haar dochter niet meer zou zien. Toch acht <strong>de</strong> rechtbank <strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>l niet bewezen<br />

omdat niet bewezen was dat het slachtoffer door <strong>de</strong>ze mid<strong>de</strong>len is bewogen zich beschikbaar<br />

te stellen voor prostitutie.<br />

Ook Rechtbank Den Haag 90 oor<strong>de</strong>elt, on<strong>de</strong>r vrijspraak van mensenhan<strong>de</strong>l en veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g ter<br />

zake mishan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g en bedreig<strong>in</strong>g, dat niet is komen vast te staan dat er tussen het gebruikte<br />

geweld en <strong>de</strong> bedreig<strong>in</strong>gen een rechtstreeks verband was met het werk <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie. De<br />

bedreig<strong>in</strong>g bestond uit <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n: ‘Ik ga met mijn vuist <strong>in</strong> je kut en trek <strong>de</strong> baarmoe<strong>de</strong>r er uit’.<br />

Uit <strong>de</strong> bewijsmid<strong>de</strong>len bleek dat aangeefster zwanger was en verdachte een abortus eiste.<br />

Uit <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e 200 bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> vonnissen na januari 2007 gewezen ontstaat een beeld dat, ook<br />

bij bewezenverklar<strong>in</strong>g van dwangmid<strong>de</strong>len, het Ne<strong>de</strong>rlandse prostitutiebeleid soms een rol lijkt<br />

te spelen bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> vraag of een slachtoffer al dan niet re<strong>de</strong>lijkerwijze een an<strong>de</strong>re<br />

keuze had kunnen maken. Dat is wellicht verklaarbaar op grond van <strong>de</strong> memorie van toelicht<strong>in</strong>g<br />

91 bij het oorspronkelijke wetsvoorstel <strong><strong>in</strong>zake</strong> art. 273a (oud) Sr waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> vergelijk<strong>in</strong>g werd<br />

gemaakt met ‘<strong>de</strong> mondige Ne<strong>de</strong>rlandse prostituee’. Die vergelijk<strong>in</strong>g kan echter niet an<strong>de</strong>rs dan<br />

doelen op <strong>de</strong> situatie waar<strong>in</strong> die prostituee reeds werkzaam is <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie, en kan geen rol<br />

spelen bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> ‘vrije keuze’ om <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie te gaan. 92<br />

<strong>11</strong>.3.5 Het begrip ‘<strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>’<br />

Mensenhan<strong>de</strong>l is (gericht op) <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>. 93 Art. 273f lid 2 Sr geeft een niet-limitatieve opsomm<strong>in</strong>g<br />

van wat on<strong>de</strong>r <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> kan wor<strong>de</strong>n verstaan, maar <strong>de</strong>ze opsomm<strong>in</strong>g biedt geen<br />

hel<strong>de</strong>r afgebakend, <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijk criterium. In relatie tot <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie spreken <strong>de</strong> wetgever<br />

88 Rb. Den Haag, 8 augustus 2006, LJN: AY5835.<br />

89 Rb. Utrecht, 3 oktober 2008, LJN: BG1625.<br />

90 Rb. Den Haag, 5 oktober 2007, LJN: BB5303.<br />

91 Kamerstukken II 1988/89, 21 027, nr. 3, pp.3-4.<br />

92 Zie hieropvolgend §<strong>11</strong>.3.5.<br />

93 Kamerstukken II 1988/89, 21 027, nr. 3, p. 2.<br />

449


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

en <strong>de</strong> Hoge Raad van een <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>ssituatie <strong>in</strong>dien <strong>de</strong> betrokkene <strong>in</strong> een situatie verkeert die<br />

niet gelijk is aan <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n waar<strong>in</strong> een mondige prostitué(e) <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland pleegt<br />

te verkeren. 94 De aard van het te verrichten werk is <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze uitleg van groot gewicht. Bij gedwongen<br />

tewerkstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie is per <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie sprake van <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>, immers <strong>de</strong><br />

lichamelijke <strong>in</strong>tegriteit is dan altijd <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g. 95<br />

Uit <strong>de</strong> wetsgeschie<strong>de</strong>nis, me<strong>de</strong> gebaseerd op eer<strong>de</strong>r genoem<strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationale <strong>in</strong>strumenten,<br />

blijkt dat niet vereist is dat <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> ook daadwerkelijk heeft plaatsgevon<strong>de</strong>n. 96<br />

<strong>11</strong>.4 Artikel 273f Sr <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk<br />

Uit <strong>de</strong> 108 bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> vonnissen uit 2007 is gebleken dat <strong>in</strong> één vonnis nog art. 250ter lid 1<br />

sub 1 (oud) Sr ten laste is gelegd. Art. 250a (oud) Sr kwam <strong>in</strong> 25 vonnissen op <strong>de</strong> tenlastelegg<strong>in</strong>g<br />

voor. Echter, <strong>in</strong> <strong>de</strong> meeste vonnissen, 94 <strong>in</strong> totaal, waren strafbare feiten (ook) op grond<br />

van <strong>de</strong> toen relatief nieuwe bepal<strong>in</strong>g, art. 273f Sr, ten laste gelegd. 97<br />

De toepass<strong>in</strong>g van artikel 273f lid 1 Sr <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk levert nogal eens problemen op. Een<br />

aantal hiervan wordt hieron<strong>de</strong>r besproken.<br />

Rechtsmacht<br />

Uitgangspunt voor <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse regel<strong>in</strong>g van rechtsmacht is het territorialiteitsbeg<strong>in</strong>sel:<br />

<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse strafwet is toepasselijk op ie<strong>de</strong>r die zich <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland aan enig strafbaar feit<br />

schuldig maakt. 98<br />

Het is echter vaste jurispru<strong>de</strong>ntie dat <strong>in</strong>dien het feit zowel <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland als <strong>in</strong> het buitenland<br />

is gepleegd, vervolg<strong>in</strong>g krachtens art. 2 Sr ook ten aanzien van <strong>de</strong>, van dat strafbare feit <strong>de</strong>el<br />

uitmaken<strong>de</strong>, gedrag<strong>in</strong>gen die buiten Ne<strong>de</strong>rland hebben plaatsgevon<strong>de</strong>n, mogelijk is. 99 Dat<br />

betekent dus dat als slechts een <strong>de</strong>el van het feit <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland wordt gepleegd het gehele feit<br />

<strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland mag wor<strong>de</strong>n vervolgd los van <strong>de</strong> vraag of <strong>de</strong> <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland begane strafbare<br />

feiten reeds als zelfstandige <strong>de</strong>licten <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van bijvoorbeeld pog<strong>in</strong>g kunnen wor<strong>de</strong>n<br />

gezien.<br />

Het Verdrag van <strong>de</strong> Raad van Europa <strong><strong>in</strong>zake</strong> bestrijd<strong>in</strong>g van mensenhan<strong>de</strong>l 100 voorziet <strong>in</strong> een<br />

bepal<strong>in</strong>g waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> verplicht<strong>in</strong>g tot vestig<strong>in</strong>g van rechtsmacht, buiten het grondgebied van<br />

staten, ruimer is geformuleerd dan <strong>de</strong> thans gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse (straf)wetgev<strong>in</strong>g. 101 Gelet<br />

94 Bijvoorbeeld HR, 5 februari 2002, LJN: AD5235, waar<strong>in</strong> wordt verwezen naar <strong>de</strong> memorie van antwoord bij<br />

het wetsvoorstel waarmee art. 250ter (oud) Sr werd geïntroduceerd. Art. 250ter (oud) en art. 250a (oud) Sr<br />

zijn voorlopers van het huidige art. 273f Sr.<br />

95 Hetzelf<strong>de</strong> geldt voor <strong>de</strong> gedwongen verwij<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van organen.<br />

96 Kamerstukken II 2003/04, 29 291, nr. 3, p.19. Zie ook HR, 19 september 2006, LJN: AX9215.<br />

97 Het is mogelijk dat <strong>in</strong> één vonnis meer<strong>de</strong>re mensenhan<strong>de</strong>lfeiten ten laste zijn gelegd op basis van verschillen<strong>de</strong><br />

artikelnummers afhankelijk van <strong>de</strong> (vermeen<strong>de</strong>) pleegperio<strong>de</strong>n.<br />

98 Art. 2 Sr. De rechtsmacht van Ne<strong>de</strong>rland is geregeld <strong>in</strong> artt. 2-8 Sr.<br />

99 Cleiren & Nijboer, 2008, art. 2 Sr, aant. 3c.<br />

100 Zie hierover na<strong>de</strong>r §3.5.1.<br />

101 Zie art. 31 Verdrag van <strong>de</strong> Raad van Europa <strong><strong>in</strong>zake</strong> bestrijd<strong>in</strong>g van mensenhan<strong>de</strong>l.<br />

450


<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

op <strong>de</strong> aard van het misdrijf mensenhan<strong>de</strong>l heeft het kab<strong>in</strong>et voorgesteld te kiezen voor <strong>de</strong><br />

maximale bescherm<strong>in</strong>gsomvang die het Verdrag biedt. Om <strong>de</strong>ze re<strong>de</strong>n is voorgesteld om,<br />

conform het Verdrag, 102 <strong>de</strong> rechtsmacht voor <strong>de</strong> <strong>in</strong> het Verdrag omschreven strafbare feiten<br />

op drie punten uit te brei<strong>de</strong>n. 103 Zie hierover na<strong>de</strong>r §2.6.<br />

Mensenhan<strong>de</strong>l hoeft niet grensoverschrij<strong>de</strong>nd te zijn, maar is dit wel vaak. Art 273f lid 1 sub 3<br />

Sr is dat per <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie. 104 Het kan daarbij gaan om het aanwerven <strong>in</strong> het buitenland en hier uitbuiten,<br />

maar het kan ook gaan om hier te lan<strong>de</strong> aanwerven en <strong>in</strong> het buitenland tewerk stellen<br />

of, zoals <strong>in</strong> <strong>de</strong> zaak Koolvis 105 het aanwerven <strong>in</strong> het buitenland (Nigeria) en via Ne<strong>de</strong>rland,<br />

zowel hier als <strong>in</strong> an<strong>de</strong>re Europese lan<strong>de</strong>n uit te buiten <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie.<br />

De Rechtbank Gron<strong>in</strong>gen 106 sprak een veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g uit ten aanzien van art. 273f lid 1 sub 3<br />

Sr van Bulgaarse vrouwen uit Bulgarije naar Ne<strong>de</strong>rland. De rechtbank verklaart bewezen<br />

dat verdachte <strong>de</strong> slachtoffers heeft vervoerd uit Bulgarije naar Ne<strong>de</strong>rland, doch verklaart ten<br />

aanzien van <strong>de</strong> gedrag<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> Bulgarije <strong>de</strong> officier van justitie op grond van het ontbreken<br />

van rechtsmacht niet ontvankelijk. Gezien <strong>de</strong> bewezenverklar<strong>in</strong>g is het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> rechtbank<br />

ten aanzien van het ontbreken van rechtsmacht niet juist.<br />

Rechtbank Almelo (Sneep) 107<br />

‘De raadsman heeft geconclu<strong>de</strong>erd dat het openbaar m<strong>in</strong>isterie ten aanzien van feit 1 van <strong>de</strong><br />

tenlastelegg<strong>in</strong>g betreffen<strong>de</strong> [vrouw 21] niet-ontvankelijk dient te wor<strong>de</strong>n verklaard, nu <strong>de</strong> verdachte<br />

niet <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse nationaliteit heeft en <strong>de</strong> rechtbank geen rechtsmacht toekomt ten<br />

aanzien van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van feit 1 die <strong>in</strong> het buitenland hebben plaatsgevon<strong>de</strong>n.<br />

De rechtbank <strong>de</strong>elt die men<strong>in</strong>g niet. Op grond van artikel 2 Sr is <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse strafwet van<br />

toepass<strong>in</strong>g op ie<strong>de</strong>r die zich <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland aan enig strafbaar feit schuldig maakt. Verdachte<br />

wordt on<strong>de</strong>r feit 1 mensenhan<strong>de</strong>l verweten, hetgeen naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> rechtbank, voor<br />

zover betrekk<strong>in</strong>g hebbend op één en het hetzelf<strong>de</strong> slachtoffer, beschouwd dient te wor<strong>de</strong>n als<br />

één voortdurend <strong>de</strong>lict, dat wordt gerealiseerd door een samenstel van han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen op verschillen<strong>de</strong><br />

plaatsen. Ten aanzien van [vrouw 21] wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> verdachte <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van mensenhan<strong>de</strong>l<br />

verschillen<strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>gshan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen verweten die zowel <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland als <strong>in</strong> België<br />

hebben plaatsgevon<strong>de</strong>n. Indien naast <strong>in</strong>, ook buiten Ne<strong>de</strong>rland gelegen plaatsen kunnen gel<strong>de</strong>n<br />

als plaats waar het strafbare feit is gepleegd, is op grond van voornoemd wetsartikel vervolg<strong>in</strong>g<br />

van dat strafbare feit <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland mogelijk, ook ten aanzien van <strong>de</strong> van het strafbare feit <strong>de</strong>el<br />

uitmaken<strong>de</strong> gedrag<strong>in</strong>gen die buiten Ne<strong>de</strong>rland hebben plaatsgevon<strong>de</strong>n. Het verweer wordt<br />

<strong>de</strong>rhalve verworpen.<br />

102 Art. 31 lid 1 sub a tot en met c verplicht tot het vestigen van rechtsmacht, wanneer het feit op het eigen grondgebied<br />

of aan boord van een eigen schip of vliegtuig is gepleegd (artt. 2 en 3 Sr). Art. 31 lid 1 sub d verplicht<br />

tot het vestigen van rechtsmacht voor feiten, gepleegd buiten het eigen land door een on<strong>de</strong>rdaan of een staatloze<br />

die <strong>in</strong> dat land een vaste woon- of verblijfplaats heeft, <strong>in</strong>dien het feit naar het recht van <strong>de</strong> plaats <strong>de</strong>lict<br />

strafbaar is of het feit is gepleegd buiten <strong>de</strong> rechtsmacht van enige Staat. Art. 31 lid 1 sub e verplicht tot het<br />

vestigen van rechtsmacht voor feiten gepleegd tegen een eigen on<strong>de</strong>rdaan. Op grond van art. 45 van het Verdrag<br />

mag Ne<strong>de</strong>rland een voorbehoud maken bij een (<strong>de</strong>el van) <strong>de</strong>ze bepal<strong>in</strong>g. Ne<strong>de</strong>rland heeft aangegeven<br />

niet van dit voorbehoud gebruik te zullen maken. Zie ook §3.5.1.<br />

103 Kamerstukken II 2007/08, 31 429, nr. 3.<br />

104 Zie hierover ver<strong>de</strong>r <strong>in</strong> §<strong>11</strong>.4.2<br />

105 Zie hierover §9.5.5.<br />

106 Rb. Gron<strong>in</strong>gen, 2 juli 2009, LJN: BJ1334.<br />

107 Rb Almelo, <strong>11</strong> juli 2008, LJN: BD6969.<br />

451


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

452<br />

Ten aanzien van <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>rlijk on<strong>de</strong>r 3 ten laste geleg<strong>de</strong> mishan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van [vrouw 21] stelt <strong>de</strong><br />

rechtbank vast dat dit verwijt betrekk<strong>in</strong>g heeft op een afzon<strong>de</strong>rlijk <strong>de</strong>lict waarvan uitvoer<strong>in</strong>gshan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen<br />

uitsluitend <strong>in</strong> België hebben plaatsgevon<strong>de</strong>n. Aan <strong>de</strong> rechtbank komt daarvoor<br />

geen rechtsmacht toe, zodat <strong>de</strong> officier van justitie niet-ontvankelijk wordt verklaard <strong>in</strong> <strong>de</strong> vervolg<strong>in</strong>g<br />

van feit 3, voor zover dit betrekk<strong>in</strong>g heeft op [vrouw 21].’<br />

Het slaan van slachtoffer (vrouw 21) was zowel als dwangmid<strong>de</strong>l als als afzon<strong>de</strong>rlijk feit ten<br />

laste gelegd. Het geweld was sowieso <strong>de</strong> context waar<strong>in</strong> <strong>de</strong>ze mensenhan<strong>de</strong>lfeiten plaatsvon<strong>de</strong>n<br />

(zie §<strong>11</strong>.3.4). Het slaan van slachtoffer (vrouw 21) komt niet terug <strong>in</strong> <strong>de</strong> bewezenverklar<strong>in</strong>g,<br />

hetgeen opmerkelijk is daar <strong>in</strong> <strong>de</strong> strafmotiver<strong>in</strong>g <strong>de</strong> rechtbank overweegt dat verdachte<br />

dit slachtoffer heeft geslagen. Indien het slaan <strong>in</strong> <strong>de</strong> tenlastelegg<strong>in</strong>g terzake mensenhan<strong>de</strong>l<br />

hetzelf<strong>de</strong> slaan zou betreffen als het slaan <strong>in</strong> <strong>de</strong> tenlastelegg<strong>in</strong>g terzake mishan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g, dan<br />

had wellicht <strong>de</strong> connectie met het mensenhan<strong>de</strong>lfeit kunnen lei<strong>de</strong>n tot rechtsmacht. De<br />

rechtbank spreekt vrij van <strong>de</strong>elname aan een crim<strong>in</strong>ele organisatie. Indien het lidmaatschap<br />

van <strong>de</strong> crim<strong>in</strong>ele organisatie (zowel <strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>lfeiten als <strong>de</strong> mishan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g waren <strong>in</strong> dat<br />

ka<strong>de</strong>r ten laste gelegd) wel bewezen was verklaard, zou dit overigens an<strong>de</strong>rs zijn geweest. 108<br />

Tenlastelegg<strong>in</strong>g<br />

Artikel 273f Sr is niet eenvoudig ten laste te leggen. Vaak blijkt uit <strong>de</strong> feitelijke omschrijv<strong>in</strong>g<br />

van <strong>de</strong> strafbare gedrag<strong>in</strong>gen dat sprake is van een reeks han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen die (achtereenvolgens)<br />

kunnen vallen on<strong>de</strong>r sub 1, sub 4 én sub 9 109 , maar waar niettem<strong>in</strong> een keuze wordt gemaakt<br />

om één van <strong>de</strong> suble<strong>de</strong>n als strafbare gedrag<strong>in</strong>g ten laste te leggen.<br />

Met name het on<strong>de</strong>rscheid tussen sub 1 en sub 4 geeft vaak problemen. Zo wordt sub 1 vaak<br />

ten laste gelegd en blijkt uit <strong>de</strong> feitelijke omschrijv<strong>in</strong>g dat sub 4 reeds een voltooid <strong>de</strong>lict op<br />

zou leveren.<br />

Soms wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> gedrag<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> dwangmid<strong>de</strong>len door elkaar gehaald.<br />

Rechtbank Den Haag <strong>11</strong>0<br />

In <strong>de</strong> tenlastelegg<strong>in</strong>g heeft <strong>de</strong> officier van justitie naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> rechtbank een aantal<br />

feitelijke uitwerk<strong>in</strong>gen on<strong>de</strong>r een onjuiste kwalificatie gerangschikt. Zo maakt het iemand<br />

zon<strong>de</strong>r geldige verblijfsstatus <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland laten verblijven eer<strong>de</strong>r <strong>de</strong>el uit van het drukmid<strong>de</strong>l<br />

‘misbruik van uit feitelijke verhoud<strong>in</strong>gen voortvloeiend overwicht’ dan van <strong>de</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> zelf,<br />

terwijl het tegen ger<strong>in</strong>ge betal<strong>in</strong>g lange dagen tewerk stellen <strong>in</strong> <strong>de</strong> huishoud<strong>in</strong>g nu juist een<br />

<strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g is van <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>. Omdat <strong>de</strong> rechtbank niet gebon<strong>de</strong>n is aan <strong>de</strong> kwalificatie van <strong>de</strong><br />

officier van justitie, zal <strong>de</strong> rechtbank <strong>de</strong> ten laste geleg<strong>de</strong> feitelijke uitwerk<strong>in</strong>gen beoor<strong>de</strong>len<br />

op hun bewijsbaarheid. Voor zover <strong>de</strong>ze bewezen zijn, kwalificeert <strong>de</strong> rechtbank <strong>de</strong>ze zoals<br />

zij juist acht. Overigens geeft <strong>de</strong> wijze waarop dit wetsartikel is geredigeerd wel aanleid<strong>in</strong>g tot<br />

verwarr<strong>in</strong>g.<br />

108 HR 14 <strong>de</strong>cember 2004, LJN: AD4292, conclusie AG Wortel.<br />

109 Voor <strong>de</strong> leesbaarheid wordt gerefereerd aan <strong>de</strong>ze suble<strong>de</strong>n. Hetzelf<strong>de</strong> geldt natuurlijk voor <strong>de</strong> suble<strong>de</strong>n 2, 5<br />

en 8.<br />

<strong>11</strong>0 Rb. Den Haag, 14 <strong>de</strong>cember 2007, LJN: BC1761.


<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

De strafverzwaren<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n niet altijd expliciet genoemd <strong>11</strong>1 (zie §<strong>11</strong>.5).<br />

Het volgen<strong>de</strong> voorbeeld illustreert het belang van <strong>de</strong> keuzen die bij <strong>de</strong> tenlastelegg<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n<br />

gemaakt.<br />

Rechtbank Zutphen, <strong>11</strong>2<br />

Dit betreft een vonnis waarbij vrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> escort werkten en waarbij die werkzaamhe<strong>de</strong>n<br />

en <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze zijn verricht zijn beoor<strong>de</strong>eld als ware het een geval van<br />

‘overige <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>’. <strong>11</strong>3 Het g<strong>in</strong>g hier om twee vrouwen uit Brazilië die <strong>in</strong> verschillen<strong>de</strong> perio<strong>de</strong>s<br />

<strong>in</strong> het escortbedrijf van verdachten hebben gewerkt. Naast een aantal vormen van mensenhan<strong>de</strong>l<br />

is ook mensensmokkel ten laste gelegd.<br />

De rechtbank spreekt vrij van mensenhan<strong>de</strong>l en veroor<strong>de</strong>elt voor mensensmokkel. De rechtbank<br />

acht <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> feitelijkhe<strong>de</strong>n bewezen:<br />

Dat verdachte:<br />

– <strong>de</strong> tickets voor <strong>de</strong> reis van (plaats) Brazilië naar Amsterdam (en terug) heeft besteld bij een<br />

reisbureau en;<br />

– <strong>de</strong> tickets voor die reis heeft betaald en opgestuurd naar die (slachtoffer B) en;<br />

– die (slachtoffer B) heeft opgehaald van het vliegveld en;<br />

– die (slachtoffer B) on<strong>de</strong>rdak en huisvest<strong>in</strong>g heeft verschaft en;<br />

– kled<strong>in</strong>g en l<strong>in</strong>gerie voor die (slachtoffer B) heeft gekocht en;<br />

– die (slachtoffer B) uitleg heeft gegeven over <strong>de</strong> escort en;<br />

– on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> naam (naam A) advertenties heeft geplaatst op <strong>in</strong>ternet en <strong>in</strong> kranten voor escort<br />

met daarbij vermeld een telefoonnummer en;<br />

– als er klanten een meisje bestel<strong>de</strong>n (telefonisch) <strong>in</strong>licht<strong>in</strong>gen heeft verschaft en heeft laten<br />

verschaffen aan (<strong>de</strong>) klant(en) en;<br />

– als <strong>de</strong> klant een meisje bestel<strong>de</strong> het adres van die klant heeft genoteerd en gecontroleerd en;<br />

– die (slachtoffer B) heeft opgedragen te gaan werken als prostituee/escortdame en;<br />

– (vervolgens) die (slachtoffer B) heeft vervoerd en heeft laten vervoeren van en naar <strong>de</strong><br />

klant(en) en;<br />

– voor condooms en sponzen heeft gezorgd en;<br />

– het geld dat die (slachtoffer B) verdien<strong>de</strong> met <strong>de</strong> escort (tussen <strong>de</strong> €125 en €150) <strong>in</strong> ontvangst<br />

heeft genomen en;<br />

– van dat verdien<strong>de</strong> geld €30 en/of €35 als basisverdienste aan die (slachtoffer B) heeft afgegeven<br />

en;<br />

– die (slachtoffer B) heeft verteld/me<strong>de</strong>ge<strong>de</strong>eld dat ze elke dag beschikbaar moest zijn om te<br />

werken’<br />

Wat meteen opvalt is dat het OM niet gekozen heeft voor het ten laste leggen van art. 273f<br />

lid 1 sub 3 Sr, doch voor art. 273f lid 1 sub 1, subsidiair sub 4 Sr. Art. 273f lid 1 sub 1 en sub 4 Sr<br />

kunnen ook heel goed naast elkaar ten laste gelegd wor<strong>de</strong>n. Een veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g op grond van<br />

<strong>11</strong>1 Bijvoorbeeld Rb. Rotterdam, 13 augustus 2007, niet gepubliceerd.<br />

<strong>11</strong>2 Rb. Zutphen, 17 maart 2009, LJN: BH6277; LJN: BH6262.<br />

<strong>11</strong>3 Zo ook <strong>in</strong> Rb. Den Haag, 9 juni 2009, LJN: BJ1279; LJN: BJ1280; LJN: BJ1281, waarbij seksuele diensten met<br />

een an<strong>de</strong>r <strong>in</strong> Ch<strong>in</strong>ese massagesalons ook ten laste waren gelegd als overige <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>. An<strong>de</strong>rs Rb. Alkmaar,<br />

26 juli 2006, LJN: AY5332, waarbij <strong>in</strong> Thaise massagesalons, het te werk stellen en aldaar verrichten van<br />

seksuele han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen met een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> is ten laste gelegd en bewezen verklaard als gedwongen prostitutie. Uitbuit<strong>in</strong>g<br />

buiten <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie was ten tij<strong>de</strong> van het plegen van het <strong>de</strong>lict nog niet strafbaar.<br />

453


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

art. 273f lid 1 sub 3 Sr zou op grond van <strong>de</strong> vaststell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> feiten, zoals blijkt uit eer<strong>de</strong>rgenoem<strong>de</strong><br />

bewezenverklar<strong>in</strong>g niet uit hebben kunnen blijven. Ook valt op dat <strong>de</strong> tenlastelegg<strong>in</strong>g<br />

ten aanzien van het primair ten laste geleg<strong>de</strong> niet uitgaat van het feit dat het oogmerk<br />

van <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> gericht was op <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie. Uitbuit<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie is per<br />

<strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>. Arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>n en -omstandighe<strong>de</strong>n als verdiensten en huisvest<strong>in</strong>g<br />

doen daarbij niet terzake. En escort is prostitutie. Wellicht heeft het feit dat dit niet als<br />

<strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie ten laste is gelegd <strong>de</strong> rechtbank op het verkeer<strong>de</strong> been gezet. Ook<br />

vervolg<strong>in</strong>g terzake art. 273f lid 1 sub 9 Sr blijft achterwege terwijl ook op dit punt eer<strong>de</strong>rgenoem<strong>de</strong><br />

bewezenverklar<strong>in</strong>g voldoen<strong>de</strong> aanknop<strong>in</strong>gspunten biedt.<br />

De rechtbank motiveert <strong>de</strong> vrijspraak van <strong>de</strong> ten laste geleg<strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>l aldus: <strong>11</strong>4<br />

‘De rechtbank stelt voorop dat sprake is van een maatschappelijk ongewenste arbeidssituatie,<br />

wanneer vrouwen, die <strong>in</strong> hun thuisland <strong>in</strong> een sociale of economisch moeilijke positie<br />

verkeren, door een an<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n overgehaald om <strong>in</strong> een ver land als escortdame werkzaam<br />

te zijn <strong>in</strong> het bedrijf van die an<strong>de</strong>r’<br />

De rechtbank noemt dit een ongewenste arbeidssituatie, terwijl het regelrecht valt on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

kwalificatie van art. 273f lid 1 sub 3 Sr en dus mensenhan<strong>de</strong>l oplevert. <strong>11</strong>5 Het gaat immers om<br />

prostitutie. De rechtbank overweegt ver<strong>de</strong>r:<br />

‘Dat gegeven op zichzelf brengt echter nog niet met zich mee dat vrouwen op een onaanvaardbare<br />

wijze <strong>in</strong> hun han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g- en keuzevrijheid zijn beperkt en tegen onaanvaardbare<br />

arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>n werkzaam zijn, zodanig dat sprake is van <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>. Dit is afhankelijk<br />

van <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re feiten en omstandighe<strong>de</strong>n van het geval.’<br />

Ten aanzien van het uitoefenen van dwangmid<strong>de</strong>len overweegt <strong>de</strong> rechtbank:<br />

‘Het gegeven dat door verdachte en me<strong>de</strong>verdachte kennelijk druk werd uitgeoefend op (slachtoffer<br />

B) en (slachtoffer A) om dagelijks vanaf een bepaal<strong>de</strong> tijd (18.00 uur) beschikbaar te zijn<br />

en te werken bij fysiek ongemak is op zichzelf niet te kwalificeren als dwang. Dat verdachte<br />

en (me<strong>de</strong>verdachte A) dreig<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> families van (slachtoffer B) bekend te maken dat zij<br />

werkte als escortdame, gaf wellicht bij aangeefster een morele druk, doch <strong>de</strong>ze kan niet als<br />

zodanig wor<strong>de</strong>n gezien, dat om die re<strong>de</strong>n door haar geen weerstand kon wor<strong>de</strong>n gebo<strong>de</strong>n<br />

aan wat verdachte en me<strong>de</strong>verdachte van haar verwachtten’ <strong>11</strong>6<br />

Het feitencomplex geeft vaak aanleid<strong>in</strong>g meer<strong>de</strong>re suble<strong>de</strong>n ten laste te leggen, en soms lijkt<br />

<strong>de</strong> keuze om te beperken tot één of twee van die suble<strong>de</strong>n willekeurig.<br />

Het verschil tussen <strong>de</strong> feiten uit art 273f lid 1 sub 1 en sub 4 Sr zit on<strong>de</strong>r meer <strong>in</strong> het feit dat<br />

het voor sub 1 niet nodig is dat het slachtoffer is bewogen zich beschikbaar te stellen voor<br />

prostitutie. Als <strong>de</strong> dwangmid<strong>de</strong>len, <strong>de</strong> gedrag<strong>in</strong>g en het oogmerk zijn vastgesteld dan zijn<br />

alle <strong>de</strong>lictsbestand<strong>de</strong>len vervuld. Oogmerk tot <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie is voldoen<strong>de</strong> fei-<br />

<strong>11</strong>4 De tenlastelegg<strong>in</strong>g met betrekk<strong>in</strong>g tot slachtoffer B betreft meer<strong>de</strong>re perio<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze<br />

casus beperkt zich tot <strong>de</strong> eerste perio<strong>de</strong>.<br />

<strong>11</strong>5 Art. 273f lid 1 sub 3 Sr was echter niet ten laste gelegd.<br />

<strong>11</strong>6 Zie ook <strong>de</strong> kopjes ‘misbruik van een kwetsbare positie, van uit feitelijke omstandighe<strong>de</strong>n voortvloeiend<br />

overwicht en misleid<strong>in</strong>g’ en ‘(dwang)mid<strong>de</strong>len apart bezien of als geheel’ <strong>in</strong> §<strong>11</strong>.3.4.<br />

454


<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

telijk omschreven (zie §<strong>11</strong>.4.1). An<strong>de</strong>rs Rb. Utrecht <strong>11</strong>7 <strong>in</strong> een zaak waar<strong>in</strong> zowel art. 273f lid<br />

1 sub 1 als sub 4 en sub 9 Sr cumulatief ten laste waren gelegd. De rechtbank overweegt dat<br />

niet bewezen is dat het slachtoffer is bewogen zich beschikbaar te stellen voor <strong>de</strong> prostitutie<br />

en gaat voorts <strong>in</strong> op <strong>de</strong> vraag of het slachtoffer een an<strong>de</strong>re keuze had kunnen maken. Dat is<br />

echter voor sub 1 niet relevant. Toch spreekt <strong>de</strong> rechtbank vrij van <strong>de</strong> hele tenlastelegg<strong>in</strong>g.<br />

In Tabel <strong>11</strong>.7 is te zien <strong>in</strong> hoeveel van <strong>de</strong> geanalyseer<strong>de</strong> vonnissen <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> suble<strong>de</strong>n<br />

ten laste zijn gelegd en <strong>in</strong> hoeveel van <strong>de</strong> veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> suble<strong>de</strong>n bewezen<br />

zijn verklaard. Verschillen<strong>de</strong> categorieën sluiten elkaar niet uit; het komt immers regelmatig<br />

voor dat verschillen<strong>de</strong> suble<strong>de</strong>n <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met elkaar ten laste wor<strong>de</strong>n gelegd en bewezen<br />

wor<strong>de</strong>n verklaard.<br />

Tabel <strong>11</strong>.7 Aantal vonnissen waar<strong>in</strong> betreffen<strong>de</strong> suble<strong>de</strong>n ten laste zijn gelegd/ bewezen zijn verklaard<br />

Tenlastelegg<strong>in</strong>g<br />

N=108<br />

Bewezenverklar<strong>in</strong>g<br />

N=74<br />

N % N %<br />

Art. 273a/f lid 1 sub 1 67 62% 38 51%<br />

Art. 273a/f lid 1 sub 3 36 33% 22 30%<br />

Art. 273a/f lid 1 sub 4 34 32% 22 30%<br />

Art. 273a/f lid 1 sub 6 20 19% 14 19%<br />

Art. 273a/f lid 1 sub 9 23 21% 16 22%<br />

Art. 273a/f lid 1 sub 2, 5 of 8 37 34% 24 32%<br />

In <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> paragrafen wordt besproken hoe verschillen<strong>de</strong> artikel(sub)le<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n toegepast<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk. Omdat veelal meer<strong>de</strong>re suble<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n ten laste gelegd en dus toegepast,<br />

is het on<strong>de</strong>rscheid niet altijd even eenduidig.<br />

<strong>11</strong>.4.1 Sub 1<br />

Art. 273f lid 1 sub 1 Sr luidt:<br />

‘<strong>de</strong>gene die een an<strong>de</strong>r door dwang, geweld of een an<strong>de</strong>re feitelijkheid of door dreig<strong>in</strong>g met<br />

geweld of een an<strong>de</strong>re feitelijkheid, door afpers<strong>in</strong>g, frau<strong>de</strong>, misleid<strong>in</strong>g dan wel door misbruik<br />

van uit feitelijke omstandighe<strong>de</strong>n voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare<br />

positie of door het geven of ontvangen van betal<strong>in</strong>gen of voor<strong>de</strong>len om <strong>de</strong> <strong>in</strong>stemm<strong>in</strong>g van<br />

een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die an<strong>de</strong>r heeft, werft, vervoert, overbrengt,<br />

huisvest of opneemt, met het oogmerk van <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> van die an<strong>de</strong>r of <strong>de</strong> verwij<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van<br />

diens organen;’<br />

<strong>11</strong>7 Rb. Utrecht, 3 oktober 2008, LJN: BG1625.<br />

455


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

Uit Tabel <strong>11</strong>.7 blijkt dat <strong>in</strong> een ruime meer<strong>de</strong>rheid van <strong>de</strong> geanalyseer<strong>de</strong> vonnissen sub 1 ten<br />

laste is gelegd (N=67). In ruim <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> geanalyseer<strong>de</strong> vonnissen die <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval tot<br />

een veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g voor mensenhan<strong>de</strong>l hebben geleid is sub 1 bewezenverklaard (N=38). In<br />

m<strong>in</strong>stens <strong>11</strong>8 29 vonnissen is door <strong>de</strong> rechtbank, ten aanzien van <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval één feit ten<br />

laste gelegd on<strong>de</strong>r sub 1, vrijgesproken.<br />

Achtergrond van <strong>de</strong> strafbepal<strong>in</strong>g als omschreven <strong>in</strong> sub 1<br />

De verbo<strong>de</strong>n gedrag<strong>in</strong>gen zijn ontleend aan het VN-Protocol mensenhan<strong>de</strong>l (2000) en<br />

het EU-Ka<strong>de</strong>rbesluit mensenhan<strong>de</strong>l (2002). De genoem<strong>de</strong> activiteiten zijn gericht op <strong>de</strong><br />

verwezenlijk<strong>in</strong>g van het e<strong>in</strong>ddoel, <strong>de</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>. Werven, vervoeren, overbrengen, huisvesten<br />

en opnemen zullen moeten wor<strong>de</strong>n uitgelegd <strong>in</strong> overeenstemm<strong>in</strong>g met het gewone<br />

dagelijks spraakgebruik enerzijds, maar an<strong>de</strong>rzijds zullen zij <strong>in</strong>houd moeten krijgen die <strong>in</strong><br />

overeenstemm<strong>in</strong>g is met <strong>de</strong> wens om mensenhan<strong>de</strong>l zo breed mogelijk te kunnen aanpakken.<br />

Met die strekk<strong>in</strong>g is het onverenigbaar om <strong>de</strong> termen beperkt en slechts letterlijk uit<br />

te leggen. <strong>11</strong>9<br />

456<br />

Rechtbank Amsterdam 120<br />

De tenlastelegg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze zaak is niet gepubliceerd. 121 Uit <strong>de</strong> bewijsoverweg<strong>in</strong>g kan opgemaakt<br />

wor<strong>de</strong>n dat 273f lid 1 sub 1 en sub 9 Sr ten laste zijn gelegd. Van sub 1 wordt vrijgesproken<br />

en <strong>de</strong> rechtbank overweegt daarbij betrokken te hebben <strong>de</strong> uit het Protocol <strong><strong>in</strong>zake</strong> mensenhan<strong>de</strong>l<br />

voortvloeien<strong>de</strong> wens om het begrip werven en <strong>de</strong> begrippen vervoeren, overbrengen,<br />

huisvesten en opnemen niet alleen beperkt en letterlijk uit te leggen. De rechtbank overweegt<br />

voorts dat niet bewezen is dat verdachte <strong>de</strong> slachtoffers heeft geworven met het oogmerk van<br />

<strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>. Veeleer was verdachte, aldus <strong>de</strong> rechtbank uit op louter f<strong>in</strong>ancieel gew<strong>in</strong> door op<br />

manipulatieve wijze gebruik te maken van <strong>de</strong> situatie waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> slachtoffers zich bevon<strong>de</strong>n<br />

dan dat hij <strong>de</strong>ze situatie voor hen had gecreëerd of hen daartoe had overgehaald. De rechtbank<br />

veroor<strong>de</strong>elt op grond van sub 9. Uit <strong>de</strong> bewezenverklar<strong>in</strong>g blijkt dat <strong>de</strong> rechtbank bewezen acht<br />

dat ‘verdachte <strong>de</strong> wachttij<strong>de</strong>n bepaal<strong>de</strong>’, ‘het slachtoffer toestemm<strong>in</strong>g moest vragen als zij met<br />

haar werk als prostituee moest stoppen’ en ‘dat zij van verdachte langer door moest werken als<br />

zij niet genoeg verdiend had’.<br />

Het is niet dui<strong>de</strong>lijk waarom <strong>de</strong> OvJ er niet voor heeft gekozen om <strong>de</strong> tenlastelegg<strong>in</strong>g me<strong>de</strong><br />

te baseren op sub 4.<br />

De rechtbank betrekt <strong>in</strong> haar oor<strong>de</strong>el ook <strong>de</strong> omstandigheid dat <strong>de</strong> slachtoffers al vrijwillig<br />

werkzaam waren <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie, en het niet verdachte was geweest die hen <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie<br />

had gebracht. Dat is <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel óók voor art. 273f lid 1 sub 1 Sr niet relevant, zeker nu uit dit<br />

<strong>11</strong>8 Het is mogelijk dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> 38 vonnissen waar<strong>in</strong> <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval één feit bewezen is verklaard on<strong>de</strong>r (on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re)<br />

sub 1, tevens is vrijgesproken voor een an<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>r sub 1 ten laste gelegd feit.<br />

<strong>11</strong>9 Noyon e.a., bij tot 1 november 2006, art. 273f Sr, aant. 3.2; Cleiren & Nijboer, 2008, art. 273f Sr, aant. 8(e).<br />

120 Rb. Amsterdam, 21 februari 2008, LJN: BC8624.<br />

121 Bij een aantal rechtbanken wor<strong>de</strong>n/wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> tenlastelegg<strong>in</strong>gen niet geïncorporeerd <strong>in</strong> <strong>de</strong> vonnissen waardoor<br />

<strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie die uit het op www.rechtspraak.nl gepubliceer<strong>de</strong> vonnis is te halen, beperkt is.


<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

vonnis blijkt dat <strong>de</strong> verdachte het slachtoffer belette <strong>de</strong> prostitutie te verlaten. 122 Kennelijk<br />

acht <strong>de</strong> rechtbank dit voor een veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g op grond van art. 273f lid 1 sub 1 Sr wel van belang.<br />

De vraag is of <strong>in</strong>dien <strong>de</strong> tenlastelegg<strong>in</strong>g me<strong>de</strong> zou zijn gebaseerd op sub 4 <strong>de</strong> rechtbank<br />

wel tot een veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g terzake dat sublid zou zijn overgegaan.<br />

De gedrag<strong>in</strong>gen moeten gericht zijn op <strong>de</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>. De <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> zelf hoeft nog niet te<br />

hebben plaatsgevon<strong>de</strong>n. Het feitelijk bewezen verklaar<strong>de</strong> geeft vervolgens <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g aan dit<br />

oogmerk 123 .<br />

In <strong>de</strong> veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen wordt het begrip ‘<strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>’ veelal uitgewerkt <strong>in</strong> termen van gedwongen<br />

prostitutie dan wel <strong>de</strong> afname van verdiensten. In elf vonnissen is volgens <strong>de</strong> bewezenverklar<strong>in</strong>g<br />

ook expliciet sprake van <strong>de</strong> afname van verdiensten.<br />

<strong>11</strong>.4.2 Sub 3<br />

Art. 273f lid 1 sub 3 Sr luidt als volgt:<br />

‘<strong>de</strong>gene die een an<strong>de</strong>r aanwerft, me<strong>de</strong>neemt of ontvoert met het oogmerk die an<strong>de</strong>r <strong>in</strong> een<br />

an<strong>de</strong>r land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen<br />

met of voor een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> tegen betal<strong>in</strong>g;’<br />

Uit Tabel <strong>11</strong>.7 blijkt dat <strong>in</strong> één <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> geanalyseer<strong>de</strong> vonnissen uit 2007 sub 3 ten<br />

laste is gelegd (N=36). In bijna één <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> vonnissen die <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval tot een<br />

veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g voor mensenhan<strong>de</strong>l hebben geleid is sub 3 bewezen verklaard (N=22). In m<strong>in</strong>stens<br />

124 14 vonnissen is door <strong>de</strong> rechtbank, ten aanzien van <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval één feit on<strong>de</strong>r sub<br />

3 ten laste gelegd, vrijgesproken.<br />

Uit Tabel <strong>11</strong>.8 blijkt dat <strong>in</strong> opvallend veel vonnissen sprake is van slachtoffers afkomstig uit<br />

Roemenië. Ne<strong>de</strong>rland was voor alle buitenlandse slachtoffers (ver<strong>de</strong>eld over 33 tenlastelegg<strong>in</strong>gen<br />

en 19 bewezenverklar<strong>in</strong>gen) het bestemm<strong>in</strong>gsland en voor <strong>de</strong> drie Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

slachtoffers was dit België.<br />

122 Rb. Maastricht, 6 februari 2008, LJN: BC4379. An<strong>de</strong>rs Rb. Den Haag, 29 januari 2008, LJN: BC2949, waarbij<br />

<strong>de</strong> rechtbank (terecht) overweegt dat <strong>de</strong> omstandigheid dat het slachtoffer al <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie werkte niet<br />

relevant is nu ‘zij er toe gebracht is om niet langer zelfstandig maar voor verdachte <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie te gaan<br />

werken.’<br />

123 Rb. Alkmaar, 26 juli 2006, LJN: AY5332. De rechtbank verklaart <strong>de</strong> dagvaard<strong>in</strong>g nietig omdat het oogmerk<br />

van <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie zon<strong>de</strong>r na<strong>de</strong>re feitelijke uitwerk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> term <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> tenlastelegg<strong>in</strong>g<br />

niet voldoet aan art. 261 Sv. De Hoge Raad (HR, 9 september 2006, LJN: AX9215) acht <strong>de</strong> term ‘seksuele<br />

han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen’ echter wel voldoen<strong>de</strong> feitelijk omschreven.<br />

124 Het is mogelijk dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> 22 vonnissen waar<strong>in</strong> <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval één feit bewezen is verklaard on<strong>de</strong>r (on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re)<br />

sub 3, tevens is vrijgesproken voor een an<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>r sub 3 ten laste gelegd feit.<br />

457


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

Tabel <strong>11</strong>.8 Nationaliteiten van slachtoffers <strong>in</strong> <strong>de</strong> vonnissen waar<strong>in</strong> 273f lid 1 sub 3 Sr ten laste is gelegd 125<br />

458<br />

Tenlastelegg<strong>in</strong>g Bewezenverklar<strong>in</strong>g<br />

N % N %<br />

Roemenië 16 44% 9 41%<br />

Tsjechië 6 17% 5 23%<br />

Polen/ Litouwen 125 6 17% 2 9%<br />

Bulgarije 4 <strong>11</strong>% 2 9%<br />

Ne<strong>de</strong>rland 3 8% 3 14%<br />

Hongarije 1 3% 1 5%<br />

Totaal 36 100% 22 100%<br />

Achtergrond van <strong>de</strong> strafbepal<strong>in</strong>g als omschreven <strong>in</strong> sub 3<br />

Art. 273f lid 1 sub 3 Sr bevat een bepal<strong>in</strong>g die een verplicht<strong>in</strong>g uit het ‘Internationaal Verdrag<br />

van Genève van 1933 nopens <strong>de</strong> bestrijd<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> han<strong>de</strong>l <strong>in</strong> meer<strong>de</strong>rjarige vrouwen’<br />

<strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse strafwetgev<strong>in</strong>g implementeert. 126 ‘Het Internationaal verdrag nopens <strong>de</strong> bestrijd<strong>in</strong>g<br />

van <strong>de</strong> han<strong>de</strong>l <strong>in</strong> meer<strong>de</strong>rjarige vrouwen’ (1933) verplichtte staten tot strafbaarstell<strong>in</strong>g<br />

van het aanwerven van meer<strong>de</strong>rjarige vrouwen wanneer dit gebeurt met het oog op het<br />

plegen van ontucht <strong>in</strong> een an<strong>de</strong>r land, ‘zelfs met hun goedv<strong>in</strong><strong>de</strong>n’. 127 (On)vrijwilligheid is<br />

zodoen<strong>de</strong> niet relevant aangezien het bestand<strong>de</strong>el dwang ontbreekt <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze bepal<strong>in</strong>g. Het<br />

aanwerven van een persoon voor prostitutie uit het buitenland (ook <strong>de</strong> EU) is dus strafbaar,<br />

ook al stemt <strong>de</strong> aangeworven persoon daarmee <strong>in</strong>.<br />

In het algemeen zijn <strong>de</strong>ze strafbare gedrag<strong>in</strong>gen overigens moeilijk aan te tonen, aldus <strong>de</strong><br />

memorie van toelicht<strong>in</strong>g bij <strong>de</strong> wijzig<strong>in</strong>gswet van 1994. 128 ‘Veel meer dan dat aldus voldaan<br />

is aan een <strong>in</strong>ternationale verdragsverplicht<strong>in</strong>g, lijkt <strong>de</strong> wetgever dus niet van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhavige<br />

bepal<strong>in</strong>g te verwachten.’ Toch blijkt uit <strong>de</strong> praktijk dat voor art. 273f lid 1 sub 3 Sr relatief vaak<br />

te wor<strong>de</strong>n vervolgd (zie Tabel <strong>11</strong>.7). 129<br />

Enkele bestand<strong>de</strong>len uit <strong>de</strong> strafbaarstell<strong>in</strong>g zijn door <strong>de</strong> wetgever of rechter na<strong>de</strong>r toegelicht.<br />

Gelet op <strong>de</strong> wetsgeschie<strong>de</strong>nis is het <strong>de</strong> bedoel<strong>in</strong>g om het slachtoffer van han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen<br />

als hier strafbaar gesteld een bre<strong>de</strong> bescherm<strong>in</strong>g te geven. De Hoge Raad heeft <strong>de</strong> termen<br />

aanwerven en me<strong>de</strong>nemen daarom behoorlijk ruim uitgelegd. ‘Aanwerven’ is ie<strong>de</strong>re daad<br />

125 Drie slachtoffers zijn afkomstig uit Polen, één slachtoffer is afkomstig uit Litouwen en twee slachtoffers zijn<br />

afkomstig uit Polen of Litouwen<br />

126 Ter uitvoer<strong>in</strong>g van dit verdrag betrof dit oorspronkelijk artikel 250a lid 1 sub 2 (oud) Sr.<br />

127 Zie ook Gerritsma & Wijers, 2003.<br />

128 Kamerstukken II 1988/89, 21 027, nr. 3, p.9.<br />

129 Een kantteken<strong>in</strong>g die bij <strong>de</strong> bepal<strong>in</strong>g wordt geplaatst is dat dit verbod op ‘werv<strong>in</strong>g over <strong>de</strong> grens’ <strong>de</strong> toegang<br />

van on<strong>de</strong>rdanen uit an<strong>de</strong>re lidstaten tot <strong>de</strong> legale Ne<strong>de</strong>rlandse prostitutiemarkt belemmert (arbeidsvormen<br />

die geen seksuele han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen met zich meebrengen vallen overigens buiten het bereik van <strong>de</strong>ze strafbaarstell<strong>in</strong>g),<br />

hetgeen <strong>in</strong> strijd is met het Gemeenschapsrecht (Gerritsma & Wijers, 2003).


<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

waardoor een persoon wordt aangeworven tene<strong>in</strong><strong>de</strong> die persoon <strong>in</strong> een an<strong>de</strong>r land tot prostitutie<br />

te brengen, zon<strong>de</strong>r dat behoeft te blijken dat <strong>de</strong> wijze van aanwerv<strong>in</strong>g <strong>de</strong> keuzevrijheid<br />

heeft beperkt. 130 ‘Me<strong>de</strong>nemen’ kon <strong>in</strong> een mensenhan<strong>de</strong>lzaak bewezen wor<strong>de</strong>n, ook al was<br />

het slachtoffer alleen naar Ne<strong>de</strong>rland gereisd. Het slachtoffer was <strong>in</strong> dat geval ‘on<strong>de</strong>r valse<br />

voorwendselen naar Ne<strong>de</strong>rland gelokt en daar gedwongen om <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie te werken’. 131<br />

Het ticket was door een me<strong>de</strong>da<strong>de</strong>r betaald en het slachtoffer was <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland door <strong>de</strong> verdachte<br />

en een me<strong>de</strong>da<strong>de</strong>r van het vliegveld gehaald. 132<br />

Enkele toepass<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> strafbepal<strong>in</strong>g als omschreven <strong>in</strong> sub 3<br />

Hieron<strong>de</strong>r volgt een aantal uitspraken ten aanzien van art. 273f lid 1 sub 3 Sr. Het meest opvallend<br />

is daarbij <strong>de</strong> uitspraak van <strong>de</strong> Rechtbank Maastricht 133 (gevolgd door <strong>de</strong> Rechtbank<br />

Leeuwar<strong>de</strong>n 134 ). Aan verdachte was ten laste gelegd art. 273f lid 1 sub 3, subsidiair sub 9<br />

en als afzon<strong>de</strong>rlijk feit sub 6 Sr. De rechtbank spreekt verdachte van alle ten laste geleg<strong>de</strong><br />

feiten vrij. Voor zover hier van belang overweegt <strong>de</strong> rechtbank daarbij:<br />

‘In Ne<strong>de</strong>rland is echter niet ie<strong>de</strong>re vorm van prostitutie strafbaar. Uitgangspunt van het<br />

Ne<strong>de</strong>rlandse beleid ter zake van exploitatie van prostitutie is dat met strafrechtelijke mid<strong>de</strong>len<br />

moet wor<strong>de</strong>n opgetre<strong>de</strong>n tegen vormen van exploitatie waarbij op ongeoorloof<strong>de</strong><br />

wijze economisch profijt wordt getrokken uit <strong>de</strong> exploitatie (<strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>) dan wel <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong><br />

persoon niet telkens volledig vrij tot het verrichten van <strong>de</strong> seksuele han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen kan<br />

beslissen, daarvan kan afzien en ook helemaal daarmee kan stoppen.’<br />

Hier is door <strong>de</strong> rechtbank een verband gelegd met het Ne<strong>de</strong>rlandse prostitutiebeleid.<br />

An<strong>de</strong>rs Rechtbank Den Haag 135<br />

In <strong>de</strong>ze zaak werd een beroep gedaan op <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>rgenoem<strong>de</strong> uitspraak van <strong>de</strong> Rechtbank<br />

Maastricht. De rechtbank verwerpt dit verweer met <strong>de</strong> overweg<strong>in</strong>g dat art. 273f lid 1 sub 3 Sr<br />

niet vereist dat sprake is van dwang of ongeoorloof<strong>de</strong> beïnvloed<strong>in</strong>g. Het enkel aanwerven van<br />

personen met het oogmerk zich voor prostitutie beschikbaar te stellen is een gedrag<strong>in</strong>g die<br />

on<strong>de</strong>r dat artikel strafbaar is gesteld.<br />

130 HR 18 april 2000, NJ 2000, 443.<br />

131 HR 20 <strong>de</strong>cember 2005, LJN: AU3425. Noyon e.a., bij tot 1 november 2006, art. 273f Sr, aant. 3, supplement<br />

137 – me<strong>de</strong>nemen moet ruim wor<strong>de</strong>n uitgelegd.<br />

132 Wat betreft het me<strong>de</strong>nemen of ontvoeren van personen kan ook nog gewezen wor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

die art. 278 Sr biedt, s<strong>in</strong>ds <strong>de</strong> Hoge Raad heeft geoor<strong>de</strong>eld dat niet alleen <strong>de</strong> ‘export’ maar ook <strong>de</strong> ‘import’<br />

van personen daaron<strong>de</strong>r kan vallen (Cleiren & Nijboer, 2008, p.<strong>11</strong>91, verwijzend naar HR, 20 november<br />

2001, LJN: AB2809; LJN: AB2810). Het ontvoeren van personen naar Ne<strong>de</strong>rland met het oogmerk om hen<br />

we<strong>de</strong>rrechtelijk on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> macht van een an<strong>de</strong>r te brengen of om hen <strong>in</strong> hulpeloze toestand bijvoorbeeld <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

seks<strong>in</strong>dustrie te werk te stellen, kan ook vallen on<strong>de</strong>r mensenroof. Art. 278 Sr is bedreigd met een gevangenisstraf<br />

van maximaal twaalf jaar.<br />

133 Rb. Maastricht, 6 februari 2008, LJN: BC4379.<br />

134 Rb. Leeuwar<strong>de</strong>n, 10 maart 2009, LJN: BH5358.<br />

135 Rb. Den Haag, 7 maart 2008, LJN: BC6098.<br />

459


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

Een an<strong>de</strong>r voorbeeld van <strong>de</strong> toepass<strong>in</strong>g van dit sublid <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk volgt <strong>in</strong> het hieropvolgen<strong>de</strong><br />

ka<strong>de</strong>r.<br />

460<br />

Rechtbank Haarlem 136<br />

De rechtbank spreekt <strong>in</strong> drie zaken vrij van het (subsidiair) ten laste geleg<strong>de</strong> art. 273f lid 1 sub 3<br />

Sr, met <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> motiver<strong>in</strong>g:<br />

‘Ten aanzien van het on<strong>de</strong>r feit 1 impliciete subsidiair ten laste geleg<strong>de</strong> overweegt <strong>de</strong> rechtbank<br />

dat <strong>in</strong> het begrip ‘bewegen tot’ naar haar oor<strong>de</strong>el besloten ligt dat het moet gaan om een situatie<br />

waar<strong>in</strong> door verdachte en/of me<strong>de</strong>da<strong>de</strong>rs misbruik wordt gemaakt van <strong>de</strong> situatie van het<br />

slachtoffer, waardoor <strong>de</strong>ze wordt bewogen tot het zich beschikbaar stellen tot het verrichten<br />

van seksuele han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen. Op grond van <strong>de</strong> <strong>in</strong> het on<strong>de</strong>rhavige dossier voorkomen<strong>de</strong> bewijsmid<strong>de</strong>len<br />

is <strong>de</strong> rechtbank van oor<strong>de</strong>el dat daaruit, behalve <strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>g van het slachtoffer<br />

zelf niet volgt dat verdachte en me<strong>de</strong>verdachten het oogmerk hebben gehad om het slachtoffer<br />

er toe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen. Zo<br />

blijkt uit het dossier niet van gedrag<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> zij<strong>de</strong> van verdachte en/of me<strong>de</strong>verdachten<br />

waardoor het slachtoffer is bewogen, althans door welke gedrag<strong>in</strong>gen bij dat slachtoffer het<br />

wilsbesluit is gewekt om als prostituee te zullen gaan werken.’<br />

De rechtbank formuleert hier een aanvullen<strong>de</strong> eis die niet uit <strong>de</strong> <strong>de</strong>lictomschrijv<strong>in</strong>g volgt. Bij<br />

art. 273f lid 1 sub 3 Sr is het gebruik van dwangmid<strong>de</strong>len immers niet <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>lictsomschrijv<strong>in</strong>g<br />

opgenomen.<br />

Uit bovengenoem<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n blijkt dat dit sub lid niet éénduidig wordt toegepast. In 22<br />

van <strong>de</strong> 36 zaken is een veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g gevolgd voor art.273f lid 1 sub 3 Sr.<br />

<strong>11</strong>.4.3 Sub 4<br />

Art. 273f lid 1 sub 4 Sr luidt:<br />

‘<strong>de</strong>gene die een an<strong>de</strong>r met een van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r 1° genoem<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len dw<strong>in</strong>gt of beweegt zich<br />

beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten of zijn organen beschikbaar<br />

te stellen dan wel on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r 1° genoem<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n enige han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>rneemt<br />

waarvan hij weet of re<strong>de</strong>lijkerwijs moet vermoe<strong>de</strong>n dat die an<strong>de</strong>r zich daardoor beschikbaar<br />

stelt tot het verrichten van arbeid of diensten of zijn organen beschikbaar stelt;’<br />

Uit Tabel <strong>11</strong>.7 blijkt dat <strong>in</strong> ongeveer één <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> geanalyseer<strong>de</strong> vonnissen uit 2007<br />

sub 4 ten laste is gelegd (N=34). In bijna één <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> vonnissen die <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval tot<br />

een veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g voor mensenhan<strong>de</strong>l hebben geleid is sub 4 bewezen verklaard (N=22). In<br />

m<strong>in</strong>stens 137 twaalf vonnissen is door <strong>de</strong> rechtbank, ten aanzien van <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval één feit ten<br />

laste gelegd on<strong>de</strong>r sub 4, vrijgesproken.<br />

136 Rb. Haarlem, 10 <strong>de</strong>cember 2007, LJN: BD9897; LJN: BD9902; LJN: BD9894.<br />

137 Het is mogelijk dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> 22 vonnissen waar<strong>in</strong> <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval één feit bewezen is verklaard on<strong>de</strong>r (on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re)<br />

sub 4, tevens is vrijgesproken voor een an<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>r sub 4 ten laste gelegd feit.


<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

Achtergrond van <strong>de</strong> strafbepal<strong>in</strong>g als omschreven <strong>in</strong> sub 4<br />

Voor <strong>de</strong> strafbaarheid op grond van dit sublid is het niet relevant of <strong>de</strong> arbeid of dienst daadwerkelijk<br />

is uitgevoerd. De Hoge Raad oor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> dat ‘voor strafbaarheid (...) niet vereist is<br />

dat daadwerkelijk enige seksuele han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g is verricht. Bepalend is dat het slachtoffer zich<br />

on<strong>de</strong>r dwang of beïnvloed<strong>in</strong>g daarvoor beschikbaar heeft gesteld.’ 138 Het gaat hierbij om<br />

elke han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g waardoor <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r <strong>in</strong> <strong>de</strong> feitelijke situatie komt te verkeren dat hij of zij zich<br />

beschikbaar stelt. 139 Als een zodanige daad geldt on<strong>de</strong>r meer ie<strong>de</strong>re gedrag<strong>in</strong>g gericht tegen<br />

een vrouw die zich vrijwillig heeft verbon<strong>de</strong>n tot prostitutie, ertoe strekken<strong>de</strong> haar te belemmeren<br />

<strong>in</strong> vrijheid met prostitutie op te hou<strong>de</strong>n. 140<br />

Op <strong>de</strong> relatie tussen het bewegen uit sub 4 en <strong>de</strong> gehanteer<strong>de</strong> dwangmid<strong>de</strong>len is na<strong>de</strong>r <strong>in</strong>gegaan<br />

<strong>in</strong> §<strong>11</strong>.3.4.<br />

Het bestand<strong>de</strong>el ‘weet of re<strong>de</strong>lijkerwijs moet vermoe<strong>de</strong>n’ <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze bepal<strong>in</strong>g omvat overigens<br />

zowel opzet als culpa. Wanneer <strong>de</strong> verdachte weet ‘dat die an<strong>de</strong>r zich daardoor beschikbaar<br />

stelt tot het verrichten van [...]’ is er sprake van opzet en wanneer <strong>de</strong> verdachte ‘re<strong>de</strong>lijkerwijs<br />

moet vermoe<strong>de</strong>n dat die an<strong>de</strong>r zich daardoor beschikbaar stelt tot het verrichten van (...)’ is<br />

er sprake van culpa. 141<br />

<strong>11</strong>.4.4 Sub 6<br />

Art. 273f lid 1 sub 6 Sr luidt als volgt:<br />

‘<strong>de</strong>gene die opzettelijk voor<strong>de</strong>el trekt uit <strong>de</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> van een an<strong>de</strong>r;’<br />

Uit Tabel <strong>11</strong>.7 blijkt dat <strong>in</strong> bijna één vijf<strong>de</strong> <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> geanalyseer<strong>de</strong> vonnissen sub 6 ten laste<br />

is gelegd (N=20). In een even groot <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen is sub 6 bewezen verklaard<br />

(N=14). In m<strong>in</strong>stens 142 zeven vonnissen is door <strong>de</strong> rechtbank, ten aanzien van <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval<br />

één feit ten laste gelegd on<strong>de</strong>r sub 6, vrijgesproken.<br />

Art. 273f lid 1 sub 6 tot en met sub 9 Sr stelt verschillen<strong>de</strong> vormen van het trekken van voor<strong>de</strong>el<br />

uit mensenhan<strong>de</strong>l strafbaar. Bij <strong>de</strong> opnem<strong>in</strong>g van profijt trekken uit seksuele <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong><br />

<strong>in</strong> art. 250a (oud) Sr werd aangegeven dat afzon<strong>de</strong>rlijke strafbaarstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> profijttrekker<br />

noodzakelijk werd geacht, omdat niet zeker was of <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnem<strong>in</strong>gsbepal<strong>in</strong>gen hier voldoen<strong>de</strong><br />

bescherm<strong>in</strong>g bo<strong>de</strong>n. 143<br />

138 HR, 19 september 2006, LJN: AX9215. Deze uitspraak was gebaseerd op art. 250a lid 1 sub 1 Sr, één van <strong>de</strong><br />

voorlopers van art. 273f lid 1 sub 4 Sr.<br />

139 Cleiren & Nijboer, 2008, art. 273f Sr, aant. 8(h).<br />

140 Cleiren & Nijboer, 2008, art. 273f Sr, aant. 8(h), verwijzend naar HR, 19 mei 1992, NJ 1992, 716 en HR, 6 juli<br />

1999, NJ 1999, 701.<br />

141 Het opzet en <strong>de</strong> culpa <strong>in</strong> art. 273f lid 1 sub 5 Sr hoeven niet gericht te zijn op <strong>de</strong> omstandigheid dat het slachtoffer<br />

<strong>de</strong> leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, vgl. Kamerstukken II 1996/97, 25 437, nr. 3, p.9. Dit betekent<br />

dat <strong>de</strong> da<strong>de</strong>r geen wetenschap hoeft te hebben van <strong>de</strong> leeftijd van het slachtoffer.<br />

142 Het is mogelijk dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> 14 vonnissen waar<strong>in</strong> <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval één feit bewezen is verklaard on<strong>de</strong>r (on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re)<br />

sub 6, tevens is vrijgesproken van een an<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>r sub 6 ten laste gelegd feit.<br />

143 Kamerstukken II 1996/97, 25 437, nr. 3, p.9.<br />

461


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

De profijttrekker kan, maar hoeft niet een an<strong>de</strong>r te zijn dan <strong>de</strong>gene die <strong>de</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>ssituatie<br />

heeft gecreëerd. 144<br />

De Rechtbank Maastricht 145 overweegt naar aanleid<strong>in</strong>g van een zaak waar<strong>in</strong> art. 273f lid 1<br />

sub 6 Sr ten laste is gelegd dat voor bewezenverklar<strong>in</strong>g is vereist dat verdachte het slachtoffer<br />

heeft uitgebuit en dat hij ook <strong>de</strong> opzet had uit te buiten. Daarvan was <strong>de</strong> rechtbank niet<br />

gebleken en <strong>de</strong> rechtbank spreekt verdachte vrij. Voor sub 6 is zélf uitbuiten en <strong>de</strong> opzet<br />

daartoe echter niet vereist. De <strong>in</strong> sub 6 opgenomen opzet moet gericht zijn op het voor<strong>de</strong>el<br />

trekken. De rechtbank heeft waarschijnlijk bedoeld dat niet was komen vast te staan dat het<br />

slachtoffer was uitgebuit en dat is wel vereist voor een veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g op grond van art. 273f<br />

lid 1 sub 6 Sr.<br />

<strong>11</strong>.4.5 Sub 9<br />

Art. 273f lid 1 sub 9 Sr luidt als volgt:<br />

‘<strong>de</strong>gene die een an<strong>de</strong>r met een van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r 1° genoem<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len dw<strong>in</strong>gt dan wel beweegt<br />

hem te bevoor<strong>de</strong>len uit <strong>de</strong> opbrengst van diens seksuele han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen met of voor een <strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

of van <strong>de</strong> verwij<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van diens organen.’<br />

Deze strafbepal<strong>in</strong>g geldt ook ten aanzien van m<strong>in</strong><strong>de</strong>rjarige slachtoffers; art. 273f Sr kent ten<br />

aanzien van <strong>de</strong>ze gedrag<strong>in</strong>g geen aparte bepal<strong>in</strong>g die van toepass<strong>in</strong>g is op slachtoffers die<br />

nog niet <strong>de</strong> leeftijd van 18 jaar hebben bereikt – zoals sub 2 en sub 5 ten opzichte van sub 1,<br />

respectievelijk, sub 4.<br />

Uit Tabel <strong>11</strong>.7 blijkt dat <strong>in</strong> ongeveer één vijf<strong>de</strong> <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> geanalyseer<strong>de</strong> vonnissen sub 9 ten<br />

laste is gelegd (N=23). In ongeveer een even groot <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen is sub 9 bewezen<br />

verklaard (N=16). In m<strong>in</strong>stens 146 zeven vonnissen is door <strong>de</strong> rechtbank, ten aanzien van<br />

<strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval één feit ten laste gelegd on<strong>de</strong>r sub 9, vrijgesproken.<br />

Voor een bewezenverklar<strong>in</strong>g op grond van art. 273f lid 1 sub 9 Sr is net zo m<strong>in</strong> als voor sub 1<br />

nodig dat het slachtoffer door verdachte is bewogen zich beschikbaar te stellen voor prostitutie.<br />

De vaststell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> dwangmid<strong>de</strong>len <strong>in</strong> relatie tot het bewegen tot bevoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g uit<br />

<strong>de</strong> opbrengst van <strong>de</strong> prostitutie is voldoen<strong>de</strong>. In die z<strong>in</strong> is het bewijs voor dit sublid eenvoudiger<br />

vast te stellen.<br />

<strong>11</strong>.4.6 Sub 2, 5 en 8 (m<strong>in</strong><strong>de</strong>rjarige slachtoffers)<br />

Wanneer het slachtoffer m<strong>in</strong><strong>de</strong>rjarig is, is van mensenhan<strong>de</strong>l sprake zon<strong>de</strong>r dat het gebruik<br />

van (dwang)mid<strong>de</strong>len is vereist.<br />

144 Cleiren & Nijboer, 2008, art. 273f Sr, aant. 8(h).<br />

145 Rb. Maastricht, 6 februari 2008, LJN: BC4379.<br />

146 Het is mogelijk dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> 16 vonnissen waar<strong>in</strong> <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval één feit bewezen is verklaard on<strong>de</strong>r (on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re)<br />

sub 9, tevens is vrijgesproken van een an<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>r sub 9 ten laste gelegd feit.<br />

462


<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

Art. 273f lid 1 sub 2 Sr luidt :<br />

‘<strong>de</strong>gene die een an<strong>de</strong>r werft, vervoert, overbrengt, huisvest of opneemt, met het oogmerk van<br />

<strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> van die an<strong>de</strong>r of <strong>de</strong> verwij<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van diens organen, terwijl die an<strong>de</strong>r <strong>de</strong> leeftijd van<br />

achttien jaren nog niet heeft bereikt;’<br />

Art. 273f lid 1 sub 5 Sr luidt:<br />

‘<strong>de</strong>gene die een an<strong>de</strong>r ertoe brengt zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele<br />

han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen met of voor een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> tegen betal<strong>in</strong>g of zijn organen tegen betal<strong>in</strong>g beschikbaar<br />

te stellen dan wel ten aanzien van een an<strong>de</strong>r enige han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>rneemt waarvan hij weet of<br />

re<strong>de</strong>lijkerwijs moet vermoe<strong>de</strong>n dat die an<strong>de</strong>r zich daardoor beschikbaar stelt tot het verrichten<br />

van die han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen of zijn organen tegen betal<strong>in</strong>g beschikbaar stelt, terwijl die an<strong>de</strong>r <strong>de</strong> leeftijd<br />

van achttien jaren nog niet heeft bereikt;’<br />

Art. 273f lid 1 sub 8 Sr luidt:<br />

‘<strong>de</strong>gene die opzettelijk voor<strong>de</strong>el trekt uit seksuele han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen van een an<strong>de</strong>r met of voor een<br />

<strong>de</strong>r<strong>de</strong> tegen betal<strong>in</strong>g of <strong>de</strong> verwij<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van diens organen tegen betal<strong>in</strong>g, terwijl die an<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt;’<br />

Uit Tabel <strong>11</strong>.7 blijkt dat <strong>in</strong> ongeveer één <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> geanalyseer<strong>de</strong> vonnissen sub 2, 5 en/<br />

of 8 ten laste is gelegd (N=37). In bijna één <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen is sub 2, 5 en/of 8<br />

bewezen verklaard (N=24). In m<strong>in</strong>stens 147 13 vonnissen is door <strong>de</strong> rechtbank, ten aanzien van<br />

<strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval één feit ten laste gelegd on<strong>de</strong>r sub 2, 5 en/of 8, vrijgesproken.<br />

Het opzet en <strong>de</strong> culpa <strong>in</strong> art. 273f lid 1 sub 2, 5, 8 Sr hoeven niet gericht te zijn op <strong>de</strong> omstandigheid<br />

dat het slachtoffer <strong>de</strong> leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (vgl. Kamerstukken<br />

II 1996/97, 25 437, nr. 3, p.9). Dit betekent dat <strong>de</strong> da<strong>de</strong>r geen wetenschap hoeft te hebben<br />

van <strong>de</strong> leeftijd van het slachtoffer. Van sub 9 bestaat, zoals eer<strong>de</strong>r gezegd, geen variant van<br />

m<strong>in</strong><strong>de</strong>rjarigheid.<br />

<strong>11</strong>.5 Strafverzwaren<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n<br />

Zowel artikel 250ter (oud), 250a (oud), 273a (oud) en 273f Sr bevatten strafverzwaren<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n.<br />

S<strong>in</strong>ds 1 juli 2009 is <strong>de</strong> strafbedreig<strong>in</strong>g voor mensenhan<strong>de</strong>l verhoogd (zie §2.2<br />

en Bijlage 1). Concreet gaat het om <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> wijzig<strong>in</strong>gen:<br />

– <strong>in</strong> het eerste lid (ongekwalificeer<strong>de</strong> vormen van mensenhan<strong>de</strong>l) wordt het strafmaximum<br />

verhoogd van zes naar acht jaar;<br />

– <strong>in</strong> het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid (mensenhan<strong>de</strong>l <strong>in</strong> verenig<strong>in</strong>g gepleegd of mensenhan<strong>de</strong>l gepleegd jegens een<br />

slachtoffer jonger dan 16 jaar) wordt het strafmaximum verhoogd van acht naar twaalf jaar;<br />

– <strong>in</strong> het vijf<strong>de</strong> lid (mensenhan<strong>de</strong>l gepleegd on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> strafverzwaren<strong>de</strong> omstandigheid van<br />

zwaar lichamelijk letsel of levensgevaar) wordt het strafmaximum verhoogd van twaalf<br />

naar 15 jaar;<br />

147 Het is mogelijk dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> 24 vonnissen waar<strong>in</strong> <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval één feit bewezen is verklaard on<strong>de</strong>r (on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re)<br />

sub 2, 5 en/of 8, tevens is vrijgesproken voor een an<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>r sub 2, 5 en/of 8 ten laste gelegd feit.<br />

463


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

– <strong>in</strong> het zes<strong>de</strong> lid (mensenhan<strong>de</strong>l <strong>de</strong> dood tengevolge hebbend) wordt het strafmaximum<br />

verhoogd van 15 naar 18 jaar.<br />

Omdat <strong>in</strong> het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid <strong>de</strong> strafmaat wordt verhoogd ten aanzien van bei<strong>de</strong> strafverzwaren<strong>de</strong><br />

omstandighe<strong>de</strong>n komt het vier<strong>de</strong> lid te vervallen. Deze bepal<strong>in</strong>g stel<strong>de</strong> – tot 1 juli 2009 – <strong>de</strong><br />

strafmaat op mensenhan<strong>de</strong>l, gepleegd <strong>in</strong> verenig<strong>in</strong>g én jegens een slachtoffer jonger dan 16<br />

jaar, op maximaal tien jaar.<br />

In Tabel <strong>11</strong>.9 is het <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> geanalyseer<strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>lvonnissen te zien waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

strafverzwaren<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n ten laste zijn gelegd, en het aantal veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen<br />

waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> strafverzwaren<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n ook bewezen zijn verklaard.<br />

Het betreft hier uiteraard geen categorieën die elkaar uitsluiten; het is immers mogelijk dat<br />

<strong>in</strong> één vonnis verschillen<strong>de</strong> strafverzwaren<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n ten laste zijn gelegd en ook<br />

bewezen zijn verklaard, alleen al omdat vaak meer dan één feit ten laste is gelegd en ook bewezen<br />

is verklaard. Naar aanleid<strong>in</strong>g van Tabel <strong>11</strong>.9 kan daarom slechts gesteld wor<strong>de</strong>n dat <strong>in</strong><br />

m<strong>in</strong>imaal 80 vonnissen en <strong>in</strong> maximaal 82 vonnissen strafverzwaren<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n ten<br />

laste zijn gelegd, en <strong>in</strong> m<strong>in</strong>imaal 52 vonnissen en maximaal 54 vonnissen strafverzwaren<strong>de</strong><br />

omstandighe<strong>de</strong>n ook bewezen zijn verklaard.<br />

Tabel <strong>11</strong>.9 Aantal vonnissen waar<strong>in</strong> betreffen<strong>de</strong> suble<strong>de</strong>n ten laste zijn gelegd/bewezen zijn verklaard 148<br />

In verenig<strong>in</strong>g<br />

(art. 250ter/a lid 2 sub 1 (oud)/273a/f lid 3 sub 1)<br />

Slachtoffer jonger dan 16 jaar<br />

(art. 250ter/a lid 2 sub 2 (oud)/273a/f lid 3 sub 2)<br />

In verenig<strong>in</strong>g én slachtoffer jonger dan 16 jaar<br />

(art. 250ter/a lid 3 (oud) 148 /273a/f lid 4)<br />

Zwaar lichamelijk letsel ten gevolge hebben<br />

(art. 250ter/a lid 2 sub 3 (oud)/ 73a/f lid 5)<br />

De dood ten gevolge hebben<br />

(art. 273a/f lid 6)<br />

464<br />

Tenlastelegg<strong>in</strong>g<br />

N=108<br />

Bewezenverklar<strong>in</strong>g<br />

N=74<br />

N % N %<br />

80 74% 52 70%<br />

– – 1 1%<br />

– – 2 3%<br />

– – – –<br />

– – – –<br />

In §<strong>11</strong>.5.1 tot en met §<strong>11</strong>.5.3 wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> tabel weergegeven strafverzwaren<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n<br />

besproken.<br />

148 Art. 250ter/a lid 3 (oud) Sr kan naast <strong>de</strong> comb<strong>in</strong>atie van ‘<strong>in</strong> verenig<strong>in</strong>g’ en ‘slachtoffer jonger dan 16 jaar’ ook<br />

<strong>de</strong> comb<strong>in</strong>atie ‘<strong>in</strong> verenig<strong>in</strong>g’ en ‘zwaar lichamelijk letsel’ <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>n. Aangezien zowel art. 250ter lid 3 (oud)<br />

Sr als art. 250a lid 3 (oud) Sr <strong>in</strong> <strong>de</strong> geanalyseer<strong>de</strong> vonnissen van 2007 niet voorkomt op <strong>de</strong> tenlastelegg<strong>in</strong>gen<br />

– en dus ook niet <strong>in</strong> <strong>de</strong> bewezenverklar<strong>in</strong>gen – heeft dit geen <strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong> gegevens zoals weergegeven.


<strong>11</strong>.5.1 In verenig<strong>in</strong>g (me<strong>de</strong>plegen)<br />

<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

Uit Tabel <strong>11</strong>.9 blijkt dat ‘mensenhan<strong>de</strong>l gepleegd door twee of meer verenig<strong>de</strong> personen’<br />

conform art. 250ter/a lid 2 sub 1 (oud) en art. 273a/f lid 3 sub 1 Sr <strong>in</strong> bijna drie kwart van<br />

<strong>de</strong> geanalyseer<strong>de</strong> vonnissen ten laste is gelegd (N=80=74%). Relatief gezien – op basis van<br />

<strong>de</strong> veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen – is <strong>de</strong>ze strafverzwaren<strong>de</strong> omstandigheid iets m<strong>in</strong><strong>de</strong>r vaak bewezen verklaard<br />

(N=52=70%). In m<strong>in</strong>stens 149 28 vonnissen is door <strong>de</strong> rechtbank, ten aanzien van <strong>in</strong><br />

ie<strong>de</strong>r geval één feit waarbij <strong>de</strong> strafverzwaren<strong>de</strong> omstandigheid ‘<strong>in</strong> verenig<strong>in</strong>g’ ten laste is<br />

gelegd, vrijgesproken.<br />

<strong>11</strong>.5.2 Slachtoffer jonger dan 16 jaar<br />

Uit Tabel <strong>11</strong>.9 blijkt dat ‘mensenhan<strong>de</strong>l ten aanzien van een slachtoffer jonger dan 16 jaar’<br />

conform art. 250ter/a lid 2 sub 2 (oud) en art. 273a/f lid 3 sub 2 Sr nooit ten laste is gelegd,<br />

maar <strong>in</strong> één vonnis wel bewezen is verklaard. 150 Hiervan is tevens sprake bij <strong>de</strong> gecomb<strong>in</strong>eer<strong>de</strong><br />

strafverzwaren<strong>de</strong> omstandigheid ‘mensenhan<strong>de</strong>l <strong>in</strong> verenig<strong>in</strong>g ten aanzien van een<br />

slachtoffer jonger dan 16 jaar’ conform art. 250ter/a lid 3 (oud) en art. 273a/f lid 4 Sr 151 . Tweemaal<br />

is <strong>de</strong>ze strafverzwar<strong>in</strong>g bewezen verklaard, terwijl dit niet ten laste was gelegd. 152<br />

Opmerkelijk is dat <strong>in</strong> elf vonnissen <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval één slachtoffer ten tij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> ten laste<br />

geleg<strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>lfeiten jonger was dan 16 jaar. 153 In die gevallen is nagelaten <strong>de</strong> strafverzwaren<strong>de</strong><br />

omstandigheid ‘mensenhan<strong>de</strong>l ten aanzien van een slachtoffer jonger dan 16 jaar’<br />

expliciet ten laste te leggen.<br />

Rechtbank Rotterdam 154<br />

Deze zaak betrof mensenhan<strong>de</strong>l ten aanzien van een slachtoffer jonger dan 16 jaar. De tenlastelegg<strong>in</strong>g<br />

op dit punt luid<strong>de</strong> – voor zover relevant – dat verdachte <strong>in</strong> een bepaal<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> <strong>in</strong><br />

gemeente X, ter uitvoer<strong>in</strong>g van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een an<strong>de</strong>r ertoe<br />

te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer seksuele han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen<br />

met of voor een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> tegen betal<strong>in</strong>g, ‘terwijl die an<strong>de</strong>r <strong>de</strong> leeftijd van achttien jaren nog niet<br />

had bereikt’ (art. 273f lid 1 sub 5 Sr). De strafverzwaren<strong>de</strong> omstandigheid – het feit dat het<br />

slachtoffer jonger was dan 16 jaar – wordt niet expliciet als zodanig genoemd, ook niet als zodanig<br />

gekwalificeerd.<br />

149 Het is mogelijk dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> 52 vonnissen waar<strong>in</strong> <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval één feit bewezen is verklaard on<strong>de</strong>r (on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re)<br />

<strong>de</strong> strafverzwaren<strong>de</strong> omstandigheid ‘<strong>in</strong> verenig<strong>in</strong>g’, tevens is vrijgesproken voor een an<strong>de</strong>r feit dat ten<br />

laste is gelegd on<strong>de</strong>r (on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re) <strong>de</strong> strafverzwaren<strong>de</strong> omstandigheid ‘<strong>in</strong> verenig<strong>in</strong>g’.<br />

150 Rb. Den Bosch, 28 november 2007, niet gepubliceerd.<br />

151 In dit hoofdstuk wordt uitgegaan van het wetsartikel 273f Sr geldig tot 1 juli 2009.<br />

152 Rb. Den Bosch, 28 november 2007, niet gepubliceerd (ten aanzien van een an<strong>de</strong>r feit dan waarbij alleen<br />

‘mensenhan<strong>de</strong>l ten aanzien van een slachtoffer jonger dan 16 jaar’ bewezen is verklaard) en Rb. Haarlem, 17<br />

april 2007, niet gepubliceerd.<br />

153 Dit betroffen <strong>in</strong> totaal twaalf slachtoffers; <strong>in</strong> één vonnis was sprake van twee slachtoffers jonger dan 16 jaar.<br />

154 Rb. Rotterdam, 13 augustus 2007, niet gepubliceerd.<br />

465


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

In 24 vonnissen was <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval één slachtoffer ten tij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> ten laste geleg<strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>lfeiten<br />

m<strong>in</strong><strong>de</strong>rjarig – wellicht ou<strong>de</strong>r dan 16 maar <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval jonger dan 18 jaar. Op<br />

dit moment is een mensenhan<strong>de</strong>l<strong>de</strong>lict gepleegd ten aanzien van een m<strong>in</strong><strong>de</strong>rjarige (tussen<br />

<strong>de</strong> 16 en 18 jaar) nog geen strafverzwaren<strong>de</strong> omstandigheid. Dit zou <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst kunnen<br />

veran<strong>de</strong>ren.<br />

In het voorstel van <strong>de</strong> Europese Commissie voor een nieuw EU-Ka<strong>de</strong>rbesluit <strong><strong>in</strong>zake</strong> mensenhan<strong>de</strong>l<br />

(maart 2009) wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> strafverzwaren<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n uitgebreid. 155 Door<br />

mid<strong>de</strong>l van verzwaren<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n moet volgens <strong>de</strong> Commissie reken<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n<br />

met <strong>de</strong> noodzaak om bijzon<strong>de</strong>r kwetsbare slachtoffers te beschermen. Hierbij gaat<br />

het on<strong>de</strong>r meer om k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren. 156 Een strafverhogen<strong>de</strong> omstandigheid is namelijk dat het feit<br />

is gepleegd ten aanzien van een bijzon<strong>de</strong>r kwetsbaar slachtoffer. Een k<strong>in</strong>d is dat per <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie,<br />

en een k<strong>in</strong>d wordt <strong>in</strong> het voorstel ge<strong>de</strong>f<strong>in</strong>ieerd als elke persoon die jonger is dan 18 jaar. Het<br />

voorstel bevat overigens, net als het huidige EU-Ka<strong>de</strong>rbesluit (2002), niet een verplicht<strong>in</strong>g<br />

voor nationale rechters om <strong>de</strong>ze omstandighe<strong>de</strong>n daadwerkelijk toe te passen bij <strong>de</strong> strafbepal<strong>in</strong>g.<br />

De strafverzwaren<strong>de</strong> omstandigheid die is gebaseerd op <strong>de</strong> leeftijd van seksuele meer<strong>de</strong>rjarigheid<br />

(<strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland: 16 jaar) is niet relevant voor mensenhan<strong>de</strong>l, noch b<strong>in</strong>nen noch buiten<br />

<strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie. 157 De strafverzwaren<strong>de</strong> omstandigheid zoals <strong>de</strong>ze nu <strong>in</strong> art. 273f Sr is opgenomen<br />

zou daarom nu al aangepast kunnen wor<strong>de</strong>n tot 18 jaar. Overigens hebben ECPAT<br />

International en het K<strong>in</strong><strong>de</strong>rrechtencollectief eer<strong>de</strong>r aangegeven dat <strong>de</strong> strafverzwaren<strong>de</strong><br />

omstandigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>lbepal<strong>in</strong>g moet wor<strong>de</strong>n uitgebreid tot m<strong>in</strong><strong>de</strong>rjarigen (on<strong>de</strong>r<br />

18 jaar), waar het gaat om seksuele <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>. 158<br />

<strong>11</strong>.5.3 Zwaar lichamelijk letsel, levensgevaar voor een an<strong>de</strong>r, dan wel <strong>de</strong> dood<br />

ten gevolge hebbend<br />

Artikel 250ter/a lid 2 sub 3 (oud) Sr en 273a/f lid 5 Sr 159 – mensenhan<strong>de</strong>l met zwaar lichamelijk<br />

letsel ten gevolge hebbend – of <strong>in</strong> geval van 273a/f lid 5 Sr – mensenhan<strong>de</strong>l waarbij levensgevaar<br />

voor een an<strong>de</strong>r te duchten is – en art. 273a/f lid 6 Sr – mensenhan<strong>de</strong>l met <strong>de</strong> dood ten<br />

gevolge hebbend – komen <strong>in</strong> <strong>de</strong> geanalyseer<strong>de</strong> vonnissen niet voor op <strong>de</strong> tenlastelegg<strong>in</strong>gen.<br />

155 Zie §3.4.4.<br />

156 Alsme<strong>de</strong> om volwassenen die wegens persoonlijke omstandighe<strong>de</strong>n, of wegens <strong>de</strong> lichamelijke of psychologische<br />

gevolgen van het misdrijf, kwetsbaar zijn, aldus het voorstel van <strong>de</strong> Europese Commissie.<br />

157 In het (huidige) Ka<strong>de</strong>rbesluit van 2002 wordt gesproken van een bijzon<strong>de</strong>r kwetsbaar slachtoffer ‘at least<br />

when the victim was un<strong>de</strong>r the age of sexual majority un<strong>de</strong>r national law and the offence has been committed<br />

for the purpose of exploitation of the prostitution of others or other forms of sexual exploitation, <strong>in</strong>clud<strong>in</strong>g<br />

pornography’, art. 3 lid 2 sub b EU-Ka<strong>de</strong>rbesluit mensenhan<strong>de</strong>l.<br />

158 ECPAT International, 2006; NGO Report on the implementation of the Optional Protocol to the Convention<br />

on the Rights of the Child on the sale of children, child prostitution and child pornography <strong>in</strong> the Netherlands,<br />

mei 2008. Het K<strong>in</strong><strong>de</strong>rrechtencollectief bestaat uit Defence for Children International/ECPAT<br />

Ne<strong>de</strong>rland, Unicef Ne<strong>de</strong>rland, <strong>de</strong> Lan<strong>de</strong>lijke Verenig<strong>in</strong>g van K<strong>in</strong><strong>de</strong>r- en Jongerenrechtsw<strong>in</strong>kels, <strong>de</strong> Nationale<br />

Jeugdraad, Plan Ne<strong>de</strong>rland, Save the Children Ne<strong>de</strong>rland, Jantje Beton en <strong>de</strong> Sticht<strong>in</strong>g K<strong>in</strong><strong>de</strong>rpostzegels<br />

Ne<strong>de</strong>rland.<br />

159 In dit hoofdstuk wordt uitgegaan van het wetsartikel 273f Sr geldig tot 1 juli 2009.<br />

466


<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

Dit betekent niet dat mensenhan<strong>de</strong>l gepleegd on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze strafverzwaren<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n<br />

– met name zwaar lichamelijk letsel ten gevolge hebbend en waarbij levensgevaar voor<br />

een an<strong>de</strong>r te duchten is – <strong>in</strong> <strong>de</strong> geanalyseer<strong>de</strong> vonnissen niet ten laste gelegd en mogelijk<br />

bewezen verklaard had<strong>de</strong>n kunnen wor<strong>de</strong>n. Een voorbeeld hiervan is een zaak waar<strong>in</strong> aan<br />

een verdachte acht feiten ten laste zijn gelegd, waaron<strong>de</strong>r pog<strong>in</strong>g tot doodslag, pog<strong>in</strong>g tot<br />

zware mishan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g en twee mensenhan<strong>de</strong>lfeiten. Deze vier feiten zijn gepleegd ten aanzien<br />

van hetzelf<strong>de</strong> slachtoffer en zijn allemaal <strong>in</strong> eerste aanleg bewezen verklaard. 160 In het hier<br />

op volgen<strong>de</strong> ka<strong>de</strong>r is een aantal ten laste geleg<strong>de</strong> én bewezen verklaar<strong>de</strong> feitelijkhe<strong>de</strong>n (die<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el uitmaken van <strong>de</strong>ze vier bewezen verklaar<strong>de</strong> feiten) opgesomd:<br />

Rechtbank Utrecht161 Ten aanzien van <strong>de</strong> pog<strong>in</strong>g tot doodslag van slachtoffer A heeft verdachte on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re:<br />

– (telkens) met kracht <strong>de</strong> keel van dat slachtoffer dichtgeknepen en dichtgeknepen gehou<strong>de</strong>n<br />

en vervolgens dat slachtoffer met haar rug tegen <strong>de</strong> muur gedrukt en bij haar keel omhoog<br />

geduwd totdat dat slachtoffer het bewustzijn verloor en vervolgens dat slachtoffer tegen het<br />

lichaam aan getrapt/geschopt totdat zij bij bewustzijn kwam;<br />

– dat slachtoffer een groot mes op <strong>de</strong> keel gezet en vervolgens dat slachtoffer met dat mes <strong>in</strong><br />

haar arm en pols gesne<strong>de</strong>n.<br />

Ten aanzien van <strong>de</strong> pog<strong>in</strong>g tot zware mishan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van slachtoffer A heeft verdachte on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re:<br />

– telkens met kracht <strong>in</strong>/tegen het gezicht en/of <strong>de</strong> neus van dat slachtoffer geslagen/gestompt;<br />

– met kracht met zijn voet tegen het lichaam van dat slachtoffer geschopt;<br />

– een bran<strong>de</strong>nd shaggie uitgedrukt op <strong>de</strong> knie en/of het (boven)been en/of (on<strong>de</strong>r)been van<br />

dat slachtoffer;<br />

– een kopstoot tegen <strong>de</strong> neus van dat slachtoffer gegeven;<br />

– met een mes <strong>in</strong> het been van dat slachtoffer gestoken/gesne<strong>de</strong>n en/of vervolgens azijn en/of<br />

chloor <strong>in</strong>/over <strong>de</strong> bloe<strong>de</strong>n<strong>de</strong> wond heeft gegoten.<br />

Ten aanzien van <strong>de</strong> twee mensenhan<strong>de</strong>lfeiten ten opzichte van slachtoffer A heeft verdachte<br />

dwangmid<strong>de</strong>len toegepast die bestaan uit dat verdachte on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re:<br />

– tatoeages heeft laten zetten op haar (rechter)bovenarm en l<strong>in</strong>kerborst;<br />

– dat slachtoffer stelselmatig heeft mishan<strong>de</strong>ld en/of met een verhitte vleesspies, althans een<br />

verhit voorwerp, tegen <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rkant van haar blote voet heeft gehou<strong>de</strong>n;<br />

– tegen dat zwangere slachtoffer heeft gezegd dat zij een abortus moest laten plegen en/of haar<br />

on<strong>de</strong>r druk heeft gezet en/of ertoe heeft aangezet een abortus te laten plegen.<br />

De zelfstandig ten laste geleg<strong>de</strong> en bewezen verklaar<strong>de</strong> pog<strong>in</strong>g tot doodslag en pog<strong>in</strong>g tot<br />

zware mishan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g hebben bei<strong>de</strong> plaatsgevon<strong>de</strong>n geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> vier en een half jaar duren<strong>de</strong><br />

<strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>ssituatie waar<strong>in</strong> het slachtoffer zich bevond. Deze twee feiten kunnen daarmee<br />

tevens wor<strong>de</strong>n opgevat als dwangmid<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> twee ten laste geleg<strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>lfeiten,<br />

hetgeen mensenhan<strong>de</strong>l waarvan levensgevaar voor een an<strong>de</strong>r te duchten is zou hebben kunnen<br />

opleveren. Het is mogelijk om één en hetzelf<strong>de</strong> feit – bijvoorbeeld <strong>de</strong> pog<strong>in</strong>g tot dood-<br />

160 In hoger beroep is niet pog<strong>in</strong>g tot zware mishan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g, maar slechts mishan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g bewezen verklaard (Hof<br />

Amsterdam, 5 februari 2009, LJN: BH 2476).<br />

161 Rb. Utrecht, 25 juli 2007, LJN: BB0450.<br />

467


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

slag – niet alleen als zelfstandig <strong>de</strong>lict ten laste te leggen maar ook als dwangmid<strong>de</strong>l – én als<br />

strafverzwaren<strong>de</strong> omstandigheid.<br />

Opmerkelijk is daarnaast dat <strong>de</strong> daadwerkelijk bewezen dwangmid<strong>de</strong>len ook <strong>de</strong> strafverzwar<strong>in</strong>g<br />

van 273f lid 5 Sr had<strong>de</strong>n kunnen opleveren. Zo is het echter noch ten laste gelegd<br />

noch beoor<strong>de</strong>eld. Het (laten) zetten van tatoeages kan on<strong>de</strong>r omstandighe<strong>de</strong>n als zwaar lichamelijk<br />

letsel wor<strong>de</strong>n aangemerkt. 162 Het zetten van tatoeages is iets dat mensenhan<strong>de</strong>laren<br />

regelmatig bij hun slachtoffers (laten) doen (zie §9.4.4). In <strong>de</strong> zaak Sneep heeft on<strong>de</strong>r<br />

an<strong>de</strong>re het dw<strong>in</strong>gen dan wel bewegen tot abortus wel geleid tot een tenlastelegg<strong>in</strong>g en bewezenverklar<strong>in</strong>g<br />

van <strong>de</strong> strafverzwaren<strong>de</strong> omstandigheid als omschreven on<strong>de</strong>r lid 5. Uit <strong>de</strong><br />

strafoverweg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze zaak is het volgen<strong>de</strong> opgenomen:<br />

468<br />

Rechtbank Almelo (Sneep) 163<br />

‘Ook heeft <strong>de</strong> rechtbank <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g genomen of sprake is geweest van verkracht<strong>in</strong>g, gedwongen<br />

borstvergrot<strong>in</strong>g, abortus als wettelijke strafverzwar<strong>in</strong>gsgrond, <strong>de</strong> rol die verdachte b<strong>in</strong>nen<br />

het geheel heeft gehad en eventuele recidive’ (cursiver<strong>in</strong>g: BNRM).<br />

Art. 82 Sr bevat een aantal voorbeel<strong>de</strong>n van zwaar lichamelijk letsel. 164 Uit dit wetsartikel<br />

blijkt <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval dat het dw<strong>in</strong>gen of bewegen tot abortus als zwaar lichamelijk letsel kan<br />

wor<strong>de</strong>n opgevat conform <strong>de</strong> uitspraken <strong>in</strong> <strong>de</strong> zaak Sneep. Overigens bevat dit wetsartikel<br />

geen limitatieve opsomm<strong>in</strong>g, hetgeen <strong>de</strong> rechter <strong>de</strong> vrijheid geeft an<strong>de</strong>re gevallen ook als<br />

zwaar lichamelijk letsel te beschouwen. 165<br />

<strong>11</strong>.6 Pog<strong>in</strong>g en me<strong>de</strong>plichtigheid<br />

<strong>11</strong>.6.1 Pog<strong>in</strong>g<br />

Bij art. 273f Sr is van een voltooid <strong>de</strong>lict al snel sprake. Zo is noch voor sub 1, noch voor sub 4,<br />

noodzakelijk dat het slachtoffer al <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie heeft gewerkt. 166 In feite is <strong>in</strong> vrijwel 167 alle<br />

uit 2007 bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> zaken waar pog<strong>in</strong>g is bewezen verklaard sprake van een voltooid <strong>de</strong>lict.<br />

162 Een situatie waar<strong>in</strong> bij een bewusteloze vrouw een tatoeage werd aangebracht, werd door <strong>de</strong> Hoge Raad als<br />

zwaar lichamelijk letsel aangemerkt (Cleiren & Nijboer, 2008, p.1272, verwijzend naar HR, 22 mei 1990, NJ<br />

1991, 93).<br />

163 Rb. Almelo, <strong>11</strong> juli 2008, LJN:BD6957, LJN:BD6969, LJN:BD6972, LJN:BD6974, LJN:BD6965 en<br />

LJN:BD6960.<br />

164 ‘1. On<strong>de</strong>r zwaar lichamelijk letsel wor<strong>de</strong>n begrepen: ziekte die geen uitzicht op volkomen genez<strong>in</strong>g overlaat,<br />

voortduren<strong>de</strong> ongeschiktheid tot uitoefen<strong>in</strong>g van zijn ambts- of beroepsbezighe<strong>de</strong>n, en afdrijv<strong>in</strong>g of dood<br />

van <strong>de</strong> vrucht van een vrouw. 2. On<strong>de</strong>r zwaar lichamelijk letsel wordt me<strong>de</strong> begrepen stor<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> verstan<strong>de</strong>lijke<br />

vermogens die langer dan vier weken geduurd heeft.’<br />

165 Cleiren & Nijboer, 2008, p.635 en p.1272.<br />

166 HR, 19 september 2006, LJN: AX9215.<br />

167 Bij <strong>de</strong> uitspraken van <strong>de</strong> Rb. Amsterdam (6 november 2007, niet gepubliceerd) is niet goed op te maken wat<br />

<strong>de</strong> feitelijke gebeurtenissen zijn geweest. Bewezen was dat verdachte afspraken had gemaakt om het slachtoffer<br />

voor €500 over te dragen aan een onbekend gebleven man hetgeen is gekwalificeerd als pog<strong>in</strong>g van art.<br />

273f lid 1 sub 9.


<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

Dit geldt voor <strong>de</strong> tenlastelegg<strong>in</strong>gen waar <strong>de</strong> pog<strong>in</strong>g primair 168 ten laste is gelegd evenzeer als<br />

voor <strong>de</strong> bewezenverklar<strong>in</strong>gen van subsidiair ten laste geleg<strong>de</strong> pog<strong>in</strong>g mensenhan<strong>de</strong>l, on<strong>de</strong>r<br />

vrijspraak van het primair ten laste geleg<strong>de</strong> <strong>de</strong>lict.<br />

In zes vonnissen was sprake van een (primair) ten laste geleg<strong>de</strong> pog<strong>in</strong>g tot mensenhan<strong>de</strong>l.<br />

Uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk is <strong>in</strong> negen vonnissen, een primair, dan wel subsidiair ten laste geleg<strong>de</strong> pog<strong>in</strong>g<br />

ook bewezen verklaard.<br />

Rechtbank Rotterdam 169<br />

De officier van justitie had primair art. 273f lid 1 sub 5 Sr ten laste gelegd, subsidiair pog<strong>in</strong>g daartoe.<br />

Ter zitt<strong>in</strong>g requireert <strong>de</strong> OvJ tot vrijspraak van zowel het voltooi<strong>de</strong> <strong>de</strong>lict als <strong>de</strong> pog<strong>in</strong>g omdat,<br />

aldus <strong>de</strong> OvJ, er sprake zou zijn van vrijwillige terugtred. De rechtbank gaat daar niet <strong>in</strong> mee en<br />

veroor<strong>de</strong>elt terzake <strong>de</strong> pog<strong>in</strong>g tot mensenhan<strong>de</strong>l. Uit <strong>de</strong> na<strong>de</strong>re bewijsoverweg<strong>in</strong>g komt naar voren<br />

dat <strong>de</strong> daadwerkelijke prostitutie niet plaats heeft gevon<strong>de</strong>n maar dat het slachtoffer zich wel<br />

<strong>de</strong>gelijk beschikbaar heeft gesteld daarvoor. Dit zou dus dui<strong>de</strong>n op een voltooid <strong>de</strong>lict.<br />

Rechtbank Gron<strong>in</strong>gen 170<br />

In <strong>de</strong>ze zaak heeft <strong>de</strong> OvJ art. 273f lid 1 sub 4 Sr ten laste gelegd en ter terechtzitt<strong>in</strong>g gewijzigd<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> pog<strong>in</strong>gvariant. Één van <strong>de</strong> han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen: ‘huisvesten <strong>in</strong> zijn won<strong>in</strong>g’, is <strong>in</strong> dit verband ter<br />

zitt<strong>in</strong>g gewijzigd <strong>in</strong> ‘(tij<strong>de</strong>lijk) on<strong>de</strong>rdak heeft gebo<strong>de</strong>n’. Ook ‘(tij<strong>de</strong>lijk) on<strong>de</strong>rdak verschaffen’<br />

zou vallen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> term ‘huisvest of opneemt’ <strong>in</strong> art. 273f lid 1 sub 1 Sr en zou hiermee een<br />

voltooid <strong>de</strong>lict hebben opgeleverd.<br />

Rechtbank Utrecht 171<br />

Door <strong>de</strong> OvJ was art. 273f lid 1 sub 4 jo. art. 45 Sr ten laste gelegd. Ook hier is on<strong>de</strong>r meer bewezen<br />

verklaard dat verdachte aan het slachtoffer on<strong>de</strong>rdak heeft gebo<strong>de</strong>n, alsme<strong>de</strong> dat verdachte<br />

het slachtoffer heeft gebracht naar het Zandpad (plaats van prostitutie). Net als <strong>in</strong> <strong>de</strong> zaak van<br />

<strong>de</strong> Rechtbank Gron<strong>in</strong>gen (23 januari 2007), leveren <strong>de</strong> bewezen feitelijkhe<strong>de</strong>n het voltooi<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>lict ex art. 273f lid 1 sub 1 Sr op.<br />

De Rechtbank Den Haag, 172 overweegt <strong>in</strong> dit verband dat ‘hoewel bewezen kan wor<strong>de</strong>n verklaard<br />

dat verdachte aangeefster heeft vervoerd, overgebracht en gehuisvest, <strong>de</strong>ze han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen<br />

gelet op hun uiterlijke verschijn<strong>in</strong>gsvorm veeleer aangemerkt dienen te wor<strong>de</strong>n als een beg<strong>in</strong> van<br />

uitvoer<strong>in</strong>g van verdachte’s voornemen om aangeefster als prostituee aan te werven, <strong>de</strong>rhalve als<br />

een pog<strong>in</strong>g dan als een voltooid <strong>de</strong>lict’ (cursiver<strong>in</strong>g BNRM). Deze overweg<strong>in</strong>g is gezien <strong>de</strong> tekst<br />

van <strong>de</strong> wet, me<strong>de</strong> <strong>in</strong> het licht van <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationale regelgev<strong>in</strong>g niet juist (zie ook §<strong>11</strong>.4.1).<br />

De vraag is wat dan wel gezien moet wor<strong>de</strong>n als een strafbare pog<strong>in</strong>g. Het sturen van sms-jes<br />

met werven<strong>de</strong> <strong>in</strong>houd, het langs het Zandpad (<strong>in</strong> Utrecht) rij<strong>de</strong>n terwijl reeds een kamer is<br />

gehuurd?<br />

168 Bijvoorbeeld <strong>in</strong> <strong>de</strong> zaak Rb. Almelo (2 maart 2007, niet gepubliceerd) waar <strong>de</strong> suble<strong>de</strong>n 1, 4 en 9 waren ten<br />

laste gelegd <strong>in</strong> <strong>de</strong> pog<strong>in</strong>gvariant. De rechtbank veroor<strong>de</strong>elt voor <strong>de</strong> pog<strong>in</strong>g en overweegt on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> strafmotiver<strong>in</strong>g<br />

dat het niet is gelukt omdat <strong>de</strong> vrouw zich daartegen verzette. Maar ook <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze zaak dui<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

bewezen verklaar<strong>de</strong> gedrag<strong>in</strong>gen op een voltooid <strong>de</strong>lict.<br />

169 Rb. Rotterdam, 13 augustus 2007, niet gepubliceerd.<br />

170 Rb. Gron<strong>in</strong>gen, 23 januari 2007, LJN: AZ6816; LJN: AZ6817; LJN: AZ6818.<br />

171 Rb. Utrecht, 6 augustus 2007, LJN: BB<strong>11</strong>86. Zie ook: Rb. Almelo, 2 maart 2007, niet gepubliceerd.<br />

172 Rb. Den Haag, 29 januari 2008, LJN: BC2949.<br />

469


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

In het wetsvoorstel ter uitvoer<strong>in</strong>g van het ‘Verdrag van <strong>de</strong> Raad van Europa <strong><strong>in</strong>zake</strong> bescherm<strong>in</strong>g<br />

van k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren tegen seksuele <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> en seksueel misbruik’ (Verdrag van Lanzarote) wordt<br />

groom<strong>in</strong>g specifiek strafbaar gesteld (zie art. 23 Verdrag) 173 . Ook <strong>de</strong> loverboymetho<strong>de</strong> kent een<br />

zogenaam<strong>de</strong> groom<strong>in</strong>gperio<strong>de</strong>. Het verlei<strong>de</strong>n, verliefd maken en losweken wor<strong>de</strong>n daarbij toegepast<br />

op <strong>de</strong> weg naar <strong>de</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>. Zo kan, gelet op weer an<strong>de</strong>re mensenhan<strong>de</strong>l/loverboymetho<strong>de</strong>n<br />

(zie §9.4.3), bijvoorbeeld het verkrachten en daarvan opnamen maken en dreigen dit op<br />

<strong>in</strong>ternet te zetten, een beg<strong>in</strong> van geweld, dreig<strong>in</strong>g en dwang vormen voor een latere <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>.<br />

Het Hof Arnhem 174 acht het <strong>in</strong>palmen onvoldoen<strong>de</strong> om een strafbare pog<strong>in</strong>g aan te nemen. AG<br />

Machielse zet <strong>in</strong> zijn conclusie bij het arrest van <strong>de</strong> HR van 2 oktober 2001 175 uiteen hoe elk <strong>de</strong>lict<br />

zijn eigen uitvoer<strong>in</strong>gsbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen heeft en hoe <strong>in</strong> die zaak van belang was of een beg<strong>in</strong> gemaakt<br />

was met misleid<strong>in</strong>g. Het Hof Den Bosch had <strong>in</strong> die zaak het schrijven van lief<strong>de</strong>sbrieven,<br />

het aangeven van verdachte dat hij een relatie met het slachtoffer wil en het vertellen aan <strong>de</strong><br />

slachtoffers dat hij, verdachte, heel rijk was, geëigend geoor<strong>de</strong>eld om die vrouwen te mislei<strong>de</strong>n.<br />

Het hof had daarbij overwogen dat bij een <strong>de</strong>lict als mensenhan<strong>de</strong>l het verheimelijken van <strong>de</strong><br />

eigen bedoel<strong>in</strong>g juist een kenmerk is van misleid<strong>in</strong>g. De Hoge Raad verwierp het beroep.<br />

De Rechtbank Haarlem 176 heeft een strafbare pog<strong>in</strong>g bewezen verklaard hier<strong>in</strong> bestaand dat<br />

verdachte op dw<strong>in</strong>gen<strong>de</strong> wijze tegen een slachtoffer had gezegd: “Jij wordt hoer voor mij en<br />

je kunt €300 tot €500 verdienen”.<br />

Het zou preventief kunnen werken als <strong>in</strong> een eer<strong>de</strong>r stadium een succesvolle vervolg<strong>in</strong>g<br />

plaats zou kunnen v<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Hier over zou jurispru<strong>de</strong>ntie ontwikkeld kunnen wor<strong>de</strong>n. Het<br />

<strong>in</strong>stellen van hoger beroep is hierbij ook van belang.<br />

<strong>11</strong>.6.2 Me<strong>de</strong>plichtigheid<br />

In tien zaken werd me<strong>de</strong>plichtigheid aan mensenhan<strong>de</strong>l primair, dan wel subsidiair, ten laste<br />

gelegd. Zeven keer leid<strong>de</strong> dit tot een volledige vrijspraak ten aanzien van <strong>de</strong> ten laste geleg<strong>de</strong><br />

mensenhan<strong>de</strong>lfeiten en <strong>in</strong> twee zaken leid<strong>de</strong> dit tot een bewezenverklar<strong>in</strong>g van en veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />

voor <strong>de</strong>ze <strong>de</strong>elnem<strong>in</strong>gsvorm.<br />

Op zich vormen <strong>de</strong> gedrag<strong>in</strong>gen huisvesten of opnemen, vervoeren en overbrengen reeds <strong>de</strong><br />

bestand<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> <strong>de</strong>lictomschrijv<strong>in</strong>g van art. 273f lid 1 sub 1 Sr. An<strong>de</strong>rs dan bijvoorbeeld<br />

het als chauffeur optre<strong>de</strong>n bij een diefstal met geweld (art. 312 Sr) waar immers het vervoeren<br />

geen bestand<strong>de</strong>el van het <strong>de</strong>lict vormt, moet bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van een tenlastelegg<strong>in</strong>g gebaseerd<br />

op art. 273f lid1 sub1 Sr aan <strong>de</strong> gedrag<strong>in</strong>gen als vermeld een eigen betekenis wor<strong>de</strong>n<br />

toegekend. Met het vervoeren of huisvesten op zich (naast uiteraard <strong>de</strong> aanwezigheid van<br />

dwangmid<strong>de</strong>len en oogmerk) is <strong>de</strong> <strong>de</strong>lictomschrijv<strong>in</strong>g vervuld. De wetgever heeft expliciet<br />

<strong>de</strong>ze gedrag<strong>in</strong>gen afzon<strong>de</strong>rlijk als mensenhan<strong>de</strong>l strafbaar gesteld.<br />

173 Zie ook §2.6.<br />

174 Hof Arnhem, 28 november 2006, LJN: AZ3374.<br />

175 HR, 2 oktober 2001, LJN: AB2806.<br />

176 Rb. Haarlem, 9 mei 2006, LJN: BD5491.<br />

470


<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

De Rechtbank Mid<strong>de</strong>lburg 177 spreekt vrij van het ten laste geleg<strong>de</strong> ‘mensenhan<strong>de</strong>l <strong>in</strong> verenig<strong>in</strong>g’<br />

en veroor<strong>de</strong>elt voor ‘me<strong>de</strong>plichtigheid aan mensenhan<strong>de</strong>l’. Zij acht hier alleen het chauffeursschap/vervoeren<br />

bewezen en kwalificeert dat als me<strong>de</strong>plichtigheid. Zon<strong>de</strong>r het dossier <strong>in</strong> te<br />

zien is over <strong>de</strong> feitelijke toedracht niet meer te zeggen en dus ook niet over <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g<br />

tussen <strong>de</strong>ze verdachte en <strong>de</strong> hoofdverdachte. Toch is nog wel iets op te maken uit <strong>de</strong> strafmotiver<strong>in</strong>g.<br />

‘De verdachte heeft tegen betal<strong>in</strong>g voor zijn neef als chauffeur naar en van Antwerpen<br />

gere<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> vriend<strong>in</strong> van die neef, die <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie werkzaam was. Uit gevoer<strong>de</strong> telefoongesprekken<br />

heeft verdachte gaan<strong>de</strong>weg moeten opmaken dat <strong>de</strong>ze vriend<strong>in</strong> haar wil om<br />

dat werk te doen niet <strong>in</strong> vrijheid bepaal<strong>de</strong>, maar dat zij daartoe werd aangezet door zijn neef.<br />

Verdachte had daaraan het gevolg moeten verb<strong>in</strong><strong>de</strong>n niet meer als handlanger van zijn neef op<br />

te tre<strong>de</strong>n. De rechtbank rekent hem aan dat hij <strong>de</strong>sondanks toch is doorgegaan met het vervoer.<br />

Daarmee heeft hij zich me<strong>de</strong>plichtigheid gemaakt aan mensenhan<strong>de</strong>l.’ De rechtbank oor<strong>de</strong>elt<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> vrijspraakoverweg<strong>in</strong>g dat het me<strong>de</strong>plegen van mensenhan<strong>de</strong>l reeds niet bewezen kan<br />

wor<strong>de</strong>n verklaard omdat verdachte geheel on<strong>de</strong>rgeschikt was aan zijn ou<strong>de</strong>re neef, en ‘slechts<br />

een voor het <strong>de</strong>lict niet wezenlijke rol heeft vervuld door als chauffeur op te tre<strong>de</strong>n en het slachtoffer<br />

op door <strong>de</strong> neef bepaal<strong>de</strong> tij<strong>de</strong>n naar en van Antwerpen te vervoeren’ (cursiver<strong>in</strong>g: BNRM).<br />

Al met al wordt dan toch dui<strong>de</strong>lijk dat <strong>de</strong> rechtbank van oor<strong>de</strong>el is dat <strong>de</strong>ze verdachte geduren<strong>de</strong><br />

zes en een halve maand als handlanger een vrouw die, zoals verdachte <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval na<br />

enige tijd wist, tot prostitutie werd gedwongen van Ne<strong>de</strong>rland naar Antwerpen en terug heeft<br />

vervoerd.<br />

An<strong>de</strong>rs Rechtbank Haarlem 178 waar <strong>de</strong> han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen vervoeren en huisvesten sec als me<strong>de</strong>plegen<br />

wer<strong>de</strong>n gekwalificeerd.<br />

Eén vijf<strong>de</strong> <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> da<strong>de</strong>rs vervul<strong>de</strong> <strong>de</strong> rol van ‘snor<strong>de</strong>r’: <strong>de</strong>gene die een<br />

slachtoffer van en naar <strong>de</strong> werkplek brengt. Bijna drie kwart van <strong>de</strong> veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> da<strong>de</strong>rs<br />

vervul<strong>de</strong> <strong>de</strong> rol van pooier. De helft was betrokken bij het ronselen van slachtoffers en 35%<br />

vervoer<strong>de</strong> slachtoffers van het buitenland naar Ne<strong>de</strong>rland. Ongeveer een kwart dien<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

slachtoffers te bewaken en 5% van <strong>de</strong> veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong>n was exploitant van een seksbedrijf. 179<br />

Zie over <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> rollen van da<strong>de</strong>rs ook §9.3.3.<br />

<strong>11</strong>.7 Bewijsperikelen<br />

<strong>11</strong>.7.1 Type vonnissen<br />

De 108 geanalyseer<strong>de</strong> vonnissen betreffen <strong>de</strong>els verkorte vonnissen al dan niet met bewijs-<br />

of vrijspraakoverweg<strong>in</strong>gen, <strong>de</strong>els verkorte vonnissen met uitgewerkte bewijsmid<strong>de</strong>len naar<br />

aanleid<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>gesteld hoger beroep, <strong>de</strong>els promis-vonnissen en drie vonnissen van <strong>de</strong> politierechter.<br />

On<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> tabel geeft een overzicht:<br />

177 Rb. Mid<strong>de</strong>lburg, 30 oktober 2007, niet gepubliceerd.<br />

178 Rb. Haarlem, 17 april 2007, niet gepubliceerd.<br />

179 De verschillen<strong>de</strong> rollen sluiten elkaar niet uit. Het komt regelmatig voor dat een da<strong>de</strong>r verschillen<strong>de</strong> rollen<br />

b<strong>in</strong>nen het mensenhan<strong>de</strong>lproces vervult.<br />

471


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

Tabel <strong>11</strong>.10 Ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g geanalyseer<strong>de</strong> vonnissen 2007 180<br />

472<br />

Type vonnis N %<br />

Verkorte vonnissen zon<strong>de</strong>r na<strong>de</strong>re bewijs-/ vrijspraakoverweg<strong>in</strong>gen 26 24%<br />

Verkorte vonnissen met na<strong>de</strong>re bewijs-/ vrijspraakoverweg<strong>in</strong>gen 47 44%<br />

Verkorte vonnissen met uitgewerkte bewijsmid<strong>de</strong>len 180 14 13%<br />

Promis-vonnissen 18 17%<br />

Politierechtervonnissen 3 3%<br />

Totaal 108 100%<br />

Van <strong>de</strong> 29 vonnissen zon<strong>de</strong>r na<strong>de</strong>re bewijs-/vrijspraakoverweg<strong>in</strong>gen, dan wel uitwerk<strong>in</strong>g van<br />

bewijsmid<strong>de</strong>len is 19 keer sprake van een veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g (66%) en tien keer sprake van vrijspraak<br />

(34%).<br />

Gelet op het feit dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> geanalyseer<strong>de</strong> vonnissen uit 2007 <strong>de</strong> bewijsmid<strong>de</strong>len slechts <strong>in</strong> 30%<br />

(verkorte vonnissen met uitgewerkte bewijsmid<strong>de</strong>len en promis-vonnissen) van <strong>de</strong> zaken 181<br />

waren uitgewerkt, is voorzichtigheid hier gebo<strong>de</strong>n. Daar waar <strong>in</strong> <strong>de</strong> bewijsoverweg<strong>in</strong>gen<br />

specifiek aandacht is besteed aan bepaal<strong>de</strong> bewijsproblemen (N=79=70%) is <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>formatie<br />

gebruikt. Deze 79 vonnissen (100%) hebben 55 keer (70%) tot een veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g voor mensenhan<strong>de</strong>l<br />

geleid.<br />

<strong>11</strong>.7.2 Aangiftes en verklar<strong>in</strong>gen van getuigen (slachtoffers)<br />

Slachtoffers van mensenhan<strong>de</strong>l kunnen van dit <strong>de</strong>lict aangifte doen bij <strong>de</strong> politie alsme<strong>de</strong><br />

een belasten<strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>g ten aanzien van verdachte(n) afleggen bij <strong>de</strong> politie en <strong>de</strong> rechtercommissaris.<br />

In mensenhan<strong>de</strong>lzaken spelen <strong>de</strong>ze aangiftes en belasten<strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>gen een<br />

belangrijke rol als bewijsmid<strong>de</strong>l. Slachtoffers zijn echter vaak tij<strong>de</strong>ns het opspor<strong>in</strong>gson<strong>de</strong>rzoek,<br />

<strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tot slachtoffers van an<strong>de</strong>rsoortige <strong>de</strong>licten, nog op één of an<strong>de</strong>re manier<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong> vermeen<strong>de</strong> da<strong>de</strong>rs. Lief<strong>de</strong>s- of juist angstgevoelens spelen vaak<br />

nog lange tijd een rol. Dit levert problemen op voor het vergaren van bewijs. Er zijn slachtoffers<br />

die vanwege bovengenoem<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen geen aangifte willen doen of an<strong>de</strong>rsz<strong>in</strong>s een belasten<strong>de</strong><br />

verklar<strong>in</strong>g willen afleggen. An<strong>de</strong>ren wel, maar zij trekken <strong>de</strong>ze met enige regelmaat<br />

na enige tijd weer <strong>in</strong>. Dit zijn veel voorkomen<strong>de</strong> problemen waar een rechter <strong>in</strong> mensenhan<strong>de</strong>lzaken<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk mee te maken heeft.<br />

Rechtbank Utrecht 182<br />

De rechtbank overweegt dat er weliswaar wettig bewijs is dat er sprake was van gedwongen<br />

prostitutie, doch dat bij die rechtbank <strong>de</strong> overtuig<strong>in</strong>g ontbreekt. Doorslaggevend was hiervoor<br />

180 In twee van <strong>de</strong>ze vonnissen was ook een extra overweg<strong>in</strong>g met het bewijs opgenomen.<br />

181 N=32 – zie on<strong>de</strong>rzoeksverantwoord<strong>in</strong>g, Bijlage 2.<br />

182 Rb. Utrecht, 18 april 2008, LJN: BC9917.


<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

dat het slachtoffer geen aangifte had gedaan en eer<strong>de</strong>re belasten<strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>gen zowel bij <strong>de</strong><br />

RC als ter terechtzitt<strong>in</strong>g had <strong>in</strong>getrokken. De rechtbank wijdt hier nog een algemene overweg<strong>in</strong>g<br />

aan:<br />

“Als <strong>de</strong>gene die het werk daadwerkelijk verricht met grote stelligheid volhoudt dat het niet onvrijwillig<br />

was en dat het evenm<strong>in</strong> gebeur<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r omstandighe<strong>de</strong>n waarvan gezegd kan wor<strong>de</strong>n<br />

dat het verrichte werk daardoor on<strong>de</strong>r dwangcondities heeft plaatsgevon<strong>de</strong>n dan is er naar<br />

het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> rechtbank niet sprake van een situatie waar<strong>in</strong> door het strafrecht bescherm<strong>in</strong>g<br />

kan wor<strong>de</strong>n gebo<strong>de</strong>n.”<br />

Zon<strong>de</strong>r <strong>in</strong> te gaan op <strong>de</strong> specifieke omstandighe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze zaak is <strong>de</strong>ze overweg<strong>in</strong>g opmerkelijk.<br />

Een <strong>de</strong>rgelijke algemene overweg<strong>in</strong>g (ten overvloe<strong>de</strong>) miskent <strong>de</strong> algehele problematiek<br />

rond <strong>de</strong> aangifte <strong>in</strong> mensenhan<strong>de</strong>lzaken. Instemm<strong>in</strong>g van een slachtoffer is niet relevant<br />

wanneer gebruik is gemaakt van (dwang)mid<strong>de</strong>len. Ook het slachtoffer dat <strong>in</strong>stemt moet aan<br />

het strafrecht bescherm<strong>in</strong>g kunnen ontlenen.<br />

Tabel <strong>11</strong>.<strong>11</strong> Verklar<strong>in</strong>gen van slachtoffers<br />

Tenlastelegg<strong>in</strong>g<br />

N=108<br />

Bewezenverklar<strong>in</strong>g<br />

N=74<br />

N % N %<br />

Aangifte en/of belasten<strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>g 69 64% 55 74%<br />

– waarvan <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval aangifte<br />

52 48% 39 53%<br />

Ontlasten<strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>g 18 17% 7 9%<br />

Belasten<strong>de</strong> én ontlasten<strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>g 16 15% 7 9%<br />

Wanneer <strong>de</strong> percentages uit Tabel <strong>11</strong>.<strong>11</strong> met elkaar wor<strong>de</strong>n vergeleken, ontstaat <strong>de</strong> <strong>in</strong>druk<br />

dat, zoals verwacht, aangiftes en/of belasten<strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>gen, relatief gezien, tot meer veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen<br />

lei<strong>de</strong>n. Immers, <strong>in</strong> 64% van alle vonnissen is hiervan sprake en <strong>in</strong> 74% van alle<br />

veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen ook. Voor ontlasten<strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>gen (17% - 9%) of tegenstrijdige verklar<strong>in</strong>gen<br />

(15% - 9%) zou dan het tegenovergestel<strong>de</strong> gel<strong>de</strong>n.<br />

Uit 69 (64%) van <strong>de</strong> 108 geanalyseer<strong>de</strong> vonnissen is specifiek gebleken dat een (vermoe<strong>de</strong>lijk)<br />

slachtoffer aangifte heeft gedaan tegen betreffen<strong>de</strong> verdachte en/of ten aanzien van verdachte<br />

een belasten<strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>g heeft afgelegd bij <strong>de</strong> politie en/of <strong>de</strong> rechter-commissaris. 183 In<br />

55 (80%) van <strong>de</strong>ze 69 vonnissen betroffen dit veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen. In 52 van die 69 vonnissen was<br />

<strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval sprake van één of meer<strong>de</strong>re aangiftes van (vermoe<strong>de</strong>lijke) slachtoffers, waarvan<br />

39 keer (75%) sprake was van een veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g voor mensenhan<strong>de</strong>l.<br />

Verklar<strong>in</strong>gen van slachtoffers bij politie of rechter-commissaris die verdachten ontlasten zijn<br />

<strong>in</strong> m<strong>in</strong>stens 18 vonnissen genoemd. M<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan <strong>de</strong> helft hiervan betrof veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen. 184<br />

183 Aangezien <strong>in</strong> een aantal vonnissen bewijsmid<strong>de</strong>len niet zijn uitgewerkt kunnen <strong>de</strong> cijfers <strong>in</strong> werkelijkheid<br />

groter zijn.<br />

184 N=7=39%.<br />

473


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

In m<strong>in</strong>stens 16 vonnissen was sprake van zowel belasten<strong>de</strong> als ontlasten<strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>gen afkomstig<br />

van slachtoffers. Dit kunnen <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> slachtoffers zijn – die terugkomen op een aangifte<br />

of een an<strong>de</strong>re eer<strong>de</strong>r afgeleg<strong>de</strong> (belasten<strong>de</strong>) verklar<strong>in</strong>g – maar het komt ook voor dat<br />

verschillen<strong>de</strong> getuigen elkaar <strong>in</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> zaak tegenspreken. In m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong>ze<br />

vonnissen volg<strong>de</strong> een veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g voor mensenhan<strong>de</strong>l. 185<br />

De mogelijke consequenties voor het oor<strong>de</strong>el over <strong>de</strong> betrouwbaarheid van (belasten<strong>de</strong> en<br />

ontlasten<strong>de</strong>) verklar<strong>in</strong>gen van getuigen (slachtoffers) wor<strong>de</strong>n toegelicht <strong>in</strong> <strong>de</strong> navolgen<strong>de</strong><br />

paragraaf.<br />

Beïnvloe<strong>de</strong>n getuigen (slachtoffers)<br />

Soms blijkt dat verklar<strong>in</strong>gen van getuigen (slachtoffers) door verdachten zijn beïnvloed.<br />

474<br />

Rechtbank Amsterdam 186<br />

‘Daar waar verdachte heeft willen doen geloven dat <strong>de</strong> slachtoffers vrijwillig <strong>de</strong> prostitutie zijn<br />

<strong>in</strong>gegaan, wijst <strong>de</strong> rechtbank er op dat het hier om jonge kwetsbare vrouwen g<strong>in</strong>g die zich door<br />

verdachte’s gedrag <strong>in</strong> een afhankelijke positie van hem bevon<strong>de</strong>n en dat er dan geen sprake<br />

meer is van ‘vrijwilligheid’. Een en an<strong>de</strong>r heeft er zelfs toe geleid dat een van <strong>de</strong> slachtoffers<br />

tene<strong>in</strong><strong>de</strong> verdachte vrij te pleiten, zich bereid toon<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r e<strong>de</strong> onwaarhe<strong>de</strong>n te verklaren.’<br />

Rechtbank Utrecht 187<br />

‘De raadsman van verdachte heeft bij brief van 7 <strong>de</strong>cember 2006 als bijlage een brief van aangeefster,<br />

gericht aan haar va<strong>de</strong>r, aan <strong>de</strong> rechtbank gezon<strong>de</strong>n. Ter zitt<strong>in</strong>g heeft aangeefster verklaard<br />

dat zij die brief <strong>in</strong><strong>de</strong>rdaad heeft geschreven. In die brief staat dat zij niet gedwongen<br />

werd om <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie te werken. Daarover heeft aangeefster verklaard dat verdachte haar<br />

heeft gedwongen dit te schrijven. Me<strong>de</strong> gezien al het bovenstaan<strong>de</strong> acht <strong>de</strong> rechtbank <strong>de</strong>ze<br />

uitleg van aangeefster geloofwaardig.’ 188<br />

In dit vonnis benadrukt <strong>de</strong> rechtbank ook <strong>de</strong> angst van het slachtoffer. De rechtbank beschrijft<br />

<strong>de</strong> <strong>in</strong>druk die het slachtoffer heeft gemaakt: ‘Aangeefster heeft ter zitt<strong>in</strong>g ook een betrouwbare<br />

en geloofwaardige <strong>in</strong>druk gemaakt. Uit het dossier komt het beeld naar voeren van een slachtoffer,<br />

aangeefster, dat volledig <strong>in</strong> <strong>de</strong> ban was van verdachte en waarbij alleen al <strong>de</strong> gedachte<br />

aan verdachte voldoen<strong>de</strong> was voor grote paniek en totale ontred<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. Zo verklaren diverse<br />

verbalisanten dat aangeefster <strong>in</strong> een gesprek letterlijk trilt van angst als zij vertelt over hetgeen<br />

haar is overkomen. Het getuigenverhoor van aangeefster ter zitt<strong>in</strong>g heeft dit beeld bevestigd.<br />

Ook ter zitt<strong>in</strong>g was aangeefster erg emotioneel en beef<strong>de</strong> haar lichaam.’<br />

Ook blijkt uit vier uitspraken dat getuigen (slachtoffers) zijn bedreigd.<br />

Ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> zaak Sneep bleek sprake van bedreig<strong>in</strong>g van getuigen (slachtoffers). In <strong>de</strong> strafmotiver<strong>in</strong>g<br />

ten aanzien van één van <strong>de</strong> verdachten overweegt <strong>de</strong> rechtbank dat van <strong>de</strong> zij<strong>de</strong> van<br />

verdachten niet werd geschroomd om bedreig<strong>in</strong>gen te uiten, waarbij alleen al te <strong>de</strong>nken valt<br />

aan het dreigen om <strong>de</strong> won<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> familie van aangeefster (slachtoffer) met explosieven<br />

185 N=7=44%.<br />

186 Rb. Amsterdam, 21 <strong>de</strong>cember 2007, LJN: BC1037.<br />

187 Rb. Utrecht, 27 maart 2007, niet gepubliceerd.<br />

188 Deze passage is opgenomen <strong>in</strong> <strong>de</strong> strafmotiver<strong>in</strong>g.


<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

op te blazen, dan wel aangeefster zelf te vermoor<strong>de</strong>n als zij haar aangifte niet zou <strong>in</strong>trekken.<br />

189<br />

Het komt voor dat volgens het OM sprake is van een groter aantal slachtoffers dan die ten<br />

tij<strong>de</strong> van dagvaar<strong>de</strong>n aangifte hebben gedaan of an<strong>de</strong>rsz<strong>in</strong>s een verklar<strong>in</strong>g hebben afgelegd.<br />

Soms wordt bewijs via taps of observaties 190 verzameld waarbij <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntiteit van sommige<br />

personen onbekend blijft. Zij wor<strong>de</strong>n dan ook niet met naam als slachtoffer opgenomen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

tenlastelegg<strong>in</strong>g. In mensenhan<strong>de</strong>lzaken is dit soms onvermij<strong>de</strong>lijk. In een aantal zaken hebben<br />

rechtbanken <strong>in</strong> 2007 op dit punt echter geoor<strong>de</strong>eld dat <strong>de</strong> omschrijv<strong>in</strong>g van ‘<strong>de</strong>ze personen’,<br />

respectievelijk, ‘een of meer (an<strong>de</strong>re) vrouwen’ <strong>in</strong> <strong>de</strong> tenlastelegg<strong>in</strong>gen te ondui<strong>de</strong>lijk is.<br />

De tenlastelegg<strong>in</strong>gen ten aanzien van <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len zijn dan ook nietig verklaard. 191<br />

Een probleem van geheel an<strong>de</strong>re or<strong>de</strong> <strong>de</strong>ed zich voor bij <strong>de</strong> politierechter <strong>in</strong> Mid<strong>de</strong>lburg. Het<br />

komt voor dat iemand wordt gedagvaard voor het doen van een valse aangifte van mensenhan<strong>de</strong>l.<br />

De politierechter <strong>in</strong> Mid<strong>de</strong>lburg sprak <strong>in</strong> 2007 een verdachte hiervan vrij.<br />

Rechtbank Mid<strong>de</strong>lburg 192<br />

Een vrouw werd verdacht van het doen van twee valse aangiftes. De officier van justitie acht<br />

<strong>de</strong> eerste aangifte vals omdat verdachte daar<strong>in</strong> verzwijgt dat zij <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> juli tot <strong>de</strong>cember<br />

2005 geduren<strong>de</strong> enige tijd, <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval op <strong>11</strong> september 2005 en enige tijd daarna, <strong>in</strong> België is<br />

geweest. De twee<strong>de</strong> aangifte acht <strong>de</strong> officier van justitie vals omdat verdachte daar<strong>in</strong> verklaart<br />

dat zij geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> gehele perio<strong>de</strong> van juli 2005 tot maart 2007 <strong>in</strong> <strong>de</strong> macht is geweest van <strong>de</strong><br />

man die haar misbruikt heeft, terwijl zij aantoonbaar <strong>in</strong> <strong>de</strong>cember 2005 aangifte heeft kunnen<br />

doen en <strong>in</strong> een hulpverlen<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g is geweest.<br />

Naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> politierechter kleven aan het eerste proces-verbaal van aangifte alleen<br />

al zoveel formele gebreken dat het niet tot bewijs kan dienen van <strong>de</strong> juistheid van enige door<br />

verdachte afgeleg<strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>g. Er is geen professionele tolk aanwezig geweest, aangeefster<br />

heeft niet on<strong>de</strong>rtekend, <strong>de</strong> wijzig<strong>in</strong>g van het on<strong>de</strong>rwerp van <strong>de</strong> aangifte is niet gemotiveerd en<br />

als gevolg van <strong>de</strong> wijzig<strong>in</strong>g had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> richtlijnen uit <strong>de</strong> Aanwijz<strong>in</strong>g opspor<strong>in</strong>g en vervolg<strong>in</strong>g<br />

<strong><strong>in</strong>zake</strong> seksueel misbruik gehanteerd moeten wor<strong>de</strong>n hetgeen niet is gebeurd, er is geen twee<strong>de</strong><br />

verbalisant aanwezig geweest, <strong>de</strong> gestel<strong>de</strong> vragen zijn niet vermeld, als plaats <strong>de</strong>lict wordt vermeld<br />

het Bureau van politie, etc. Daarnaast moet <strong>de</strong> <strong>in</strong>houd van het proces-verbaal als zo onvolledig<br />

en onvoldragen wor<strong>de</strong>n gekenschetst dat daaraan als document van waarheidsv<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g<br />

geen betekenis toekomt. De verklar<strong>in</strong>g van verdachte dat zij het gevoel heeft bij het doen van<br />

<strong>de</strong>ze aangifte niet serieus te zijn genomen komt <strong>de</strong> politierechter voor als een un<strong>de</strong>rstatement.<br />

Verdachte had an<strong>de</strong>rhalf jaar later een twee<strong>de</strong> aangifte gedaan bij een an<strong>de</strong>r politiekorps. Ook<br />

ten aanzien van <strong>de</strong>ze aangifte achtte het OM het aannemelijk dat verdachte valse aangiftes<br />

heeft gedaan, met name omdat verdachte bij het <strong>in</strong>takegesprek dat is voorafgegaan aan <strong>de</strong><br />

aangifte niet heeft vermeld dat zij al <strong>in</strong> <strong>de</strong>cember 2005 <strong>in</strong> Amsterdam aangifte had gedaan en<br />

omdat <strong>in</strong> <strong>de</strong> Amsterdamse aangifte het België-verhaal niet voorkwam. De officier van justitie<br />

heeft <strong>de</strong>ze conclusie overgenomen en besloten dat verdachte moest wor<strong>de</strong>n aangehou<strong>de</strong>n voor<br />

het doen van een valse aangifte.<br />

189 Rb. Almelo, <strong>11</strong> juli 2008, LJN: BD6957.<br />

190 Zie §8.4.<br />

191 Rb. Amsterdam, 26 juli 2007, niet gepubliceerd en Rb. Almelo, 2 maart 2007, niet gepubliceerd. Het betroffen<br />

5 (5%) van <strong>de</strong> 108 vonnissen <strong>in</strong> eerste aanleg uit 2007.<br />

192 Rb. Mid<strong>de</strong>lburg, 3 april 2007, LJN: BA2128.<br />

475


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

476<br />

De politierechter is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong>ze conclusie op zijn m<strong>in</strong>st voorbarig is. Van essentiële<br />

tegenstrijdighe<strong>de</strong>n tussen <strong>de</strong> twee aangiftes is geen sprake. Op hoofdlijnen past verdachte’s<br />

verhaal <strong>in</strong> <strong>de</strong> twee verschillen<strong>de</strong> aangiftes (<strong>de</strong> man [naam en alias], zijn uiterlijke kenmerken,<br />

waaron<strong>de</strong>r een opvallen<strong>de</strong> tatoeage <strong>in</strong> hartvorm, het vertrek uit Mid<strong>de</strong>lburg en het verblijf <strong>in</strong><br />

een won<strong>in</strong>g <strong>in</strong> of bij Den Haag, <strong>de</strong> verkracht<strong>in</strong>gen, het vertrek naar België en het verblijf daar <strong>in</strong><br />

een bor<strong>de</strong>el, <strong>de</strong> terugkeer naar Ne<strong>de</strong>rland en het verblijf <strong>in</strong> Amsterdam <strong>in</strong> een won<strong>in</strong>g). Dat er<br />

hiaten kunnen voorkomen bij het afnemen van <strong>de</strong>rgelijke verhoren is niet ongebruikelijk, zoals<br />

<strong>de</strong> getuige-<strong>de</strong>skundige ter zitt<strong>in</strong>g heeft toegelicht. Dat is te verklaren uit <strong>de</strong> vele angsten, taboes<br />

en onzekerhe<strong>de</strong>n alsme<strong>de</strong> een gebrekkig tijdsbesef waarmee slachtoffers van mensenhan<strong>de</strong>l<br />

veelal kampen.<br />

In casu acht <strong>de</strong> politierechter het niet onbegrijpelijk dat verdachte bij <strong>de</strong> aangifte <strong>in</strong> Amsterdam<br />

het België-verhaal niet heeft verteld, alleen al omdat <strong>de</strong> nadruk zo is gelegd op <strong>de</strong> verkracht<strong>in</strong>gen<br />

(het proces-verbaal vangt aan met <strong>de</strong> z<strong>in</strong>sne<strong>de</strong>: ‘ik heb u net verteld hoe ik naar Ne<strong>de</strong>rland<br />

ben gekomen en nu wil ik u vertellen over die verkracht<strong>in</strong>g’).<br />

Dat <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>re Amsterdamse aangifte <strong>in</strong> het eerste <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> aangifte niet ter sprake<br />

is gekomen is naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> politierechter verklaarbaar omdat het verhoor is gestopt<br />

bij het verblijf <strong>in</strong> België. Aan het feit dat die aangifte bij het <strong>in</strong>takegesprek niet aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> is<br />

gekomen kan <strong>de</strong> politierechter geen doorslaggeven<strong>de</strong> betekenis toekennen omdat een <strong>in</strong>takegesprek<br />

niet op een lijn kan wor<strong>de</strong>n gesteld met een aangifte; bovendien beslaat het <strong>in</strong>takegesprek<br />

slechts twee pag<strong>in</strong>a’s tekst voor <strong>de</strong> beschrijv<strong>in</strong>g van een perio<strong>de</strong> van meer dan an<strong>de</strong>rhalf jaar<br />

waar<strong>in</strong> verdachte op veel verschillen<strong>de</strong>, voor haar steeds vreem<strong>de</strong>, plaatsen is geweest. Het zou<br />

heel goed kunnen dat verdachte bepaal<strong>de</strong> gebeurtenissen gewoon vergeten is te vertellen of dat<br />

zij ze m<strong>in</strong><strong>de</strong>r belangrijk heeft geacht en daardoor heeft overgeslagen.<br />

De politierechter acht dan ook evenm<strong>in</strong> wettig en overtuigend bewezen dat verdachte er bij het<br />

doen van <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> aangifte op uit is geweest om <strong>de</strong> politie te mislei<strong>de</strong>n en spreekt dan ook vrij.<br />

<strong>11</strong>.7.3 Betrouwbaarheid getuigenverklar<strong>in</strong>gen van (vermeen<strong>de</strong>) slachtoffers<br />

Een slachtoffer van mensenhan<strong>de</strong>l on<strong>de</strong>rv<strong>in</strong>dt vaak uiteenlopen<strong>de</strong> psychische en lichamelijke<br />

problemen als gevolg van dit door haar on<strong>de</strong>rgane misdrijf. Met name psychische problemen,<br />

waaron<strong>de</strong>r bijvoorbeeld een posttraumatische stressstoornis, kunnen lei<strong>de</strong>n tot een gebrekkig<br />

geheugen met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> gebeurtenissen. Dit heeft <strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong> getuigenverklar<strong>in</strong>gen<br />

die (vermeen<strong>de</strong>) slachtoffers van mensenhan<strong>de</strong>l afleggen. Daarnaast zijn slachtoffers van mensenhan<strong>de</strong>l,<br />

om verschillen<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen, niet altijd bereid een verklar<strong>in</strong>g af te leggen. Schaamte,<br />

angst voor represailles en lief<strong>de</strong>sgevoelens voor <strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>laar zijn hier enkele voorbeel<strong>de</strong>n<br />

van. 193 In <strong>de</strong> Aanwijz<strong>in</strong>g mensenhan<strong>de</strong>l staan richtlijnen voor <strong>de</strong> omgang (tij<strong>de</strong>ns verhoren)<br />

met vermeen<strong>de</strong> slachtoffers van mensenhan<strong>de</strong>l door politie en justitie. 194<br />

In dit <strong>de</strong>el van het jurispru<strong>de</strong>ntieon<strong>de</strong>rzoek is on<strong>de</strong>rzocht welke factoren meespelen bij <strong>de</strong><br />

waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> getuigenverklar<strong>in</strong>gen van slachtoffers door <strong>de</strong> rechter. In 42 (39%) van <strong>de</strong><br />

<strong>in</strong> totaal 108 vonnissen heeft <strong>de</strong> rechter <strong>in</strong> <strong>de</strong> bewijs- of vrijspraakmotiver<strong>in</strong>g iets positiefs<br />

193 Shreki, 2009. Zie voor een uitgebreid on<strong>de</strong>rzoek hiernaar: C. Zimmerman e.a.: Stolen Smiles: a summary<br />

report on the physical and psychological health consequences of women and adolescents trafficked <strong>in</strong> Europe, f<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gs<br />

from a European study, The London School of Hygiene & Tropical Medic<strong>in</strong>e 2006.<br />

194 Stcrt. 2008, 253.


<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

en/of negatiefs gezegd over <strong>de</strong> betrouwbaarheid van <strong>de</strong> getuigenverklar<strong>in</strong>gen die als bewijsmid<strong>de</strong>len<br />

<strong>in</strong> het strafproces zijn gebruikt.<br />

Prof. R. Bullens (bijzon<strong>de</strong>r hoogleraar forensische psychologie en diagnostiek) heeft <strong>in</strong> <strong>de</strong> megazaak<br />

‘Sneep’ opgetre<strong>de</strong>n als getuige-<strong>de</strong>skundige en heeft <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze rol <strong>de</strong> betrouwbaarheid van<br />

slachtofferverklar<strong>in</strong>gen getoetst. Ter zitt<strong>in</strong>g verklaart hij dat hij bij het toetsen van <strong>de</strong> betrouwbaarheid<br />

van verklar<strong>in</strong>gen vooral reken<strong>in</strong>g houdt met:<br />

– <strong>de</strong> persoonlijkheid van het slachtoffer (waarbij persoonlijkheidsproblematiek zoals mogelijke<br />

persoonlijkheidsstoornissen een rol spelen);<br />

– <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne consistentie van <strong>de</strong> afgeleg<strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>gen van een slachtoffer (waarbij <strong>de</strong> mate<br />

van consistentie b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>g en tussen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>gen van hetzelf<strong>de</strong><br />

slachtoffer een rol spelen) en;<br />

– <strong>de</strong> toegepaste verhoortechnieken (waarbij <strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>g is afgenomen<br />

professioneel dient te zijn – <strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> sfeer tij<strong>de</strong>ns het verhoor en <strong>de</strong> houd<strong>in</strong>g van<br />

<strong>de</strong> verhoor<strong>de</strong>rs dienen neutraal te zijn – en <strong>de</strong> mate waar<strong>in</strong> is doorgevraagd op met name<br />

<strong>in</strong>consistenties een rol spelen). 195<br />

De eerste twee factoren die volgens Bullens van <strong>in</strong>vloed zijn op <strong>de</strong> betrouwbaarheid van slachtofferverklar<strong>in</strong>gen<br />

zijn ook uit <strong>de</strong> vonnissen uit 2007, die door BNRM zijn geanalyseerd, naar<br />

voren gekomen. De toegepaste verhoortechnieken echter niet.<br />

De verschillen<strong>de</strong> factoren van betrouwbaarheid van een getuigenverklar<strong>in</strong>g<br />

Uit <strong>de</strong> analyse van <strong>de</strong> 42 bewijs- en vrijspraakmotiver<strong>in</strong>gen blijkt dat <strong>de</strong> rechter <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval vijf<br />

verschillen<strong>de</strong> factoren heeft laten meewegen bij het <strong>in</strong> een bepaal<strong>de</strong> mate (on)betrouwbaar achten<br />

van getuigenverklar<strong>in</strong>gen. De frequentiever<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong>ze vijf factoren zijn <strong>in</strong> Tabel <strong>11</strong>.12<br />

schematisch weergegeven. Daarna volgt een beschrijv<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze verschillen<strong>de</strong> factoren.<br />

Tabel <strong>11</strong>.12 Betrouwbaarheidsfactoren<br />

Bewijs- en vrijspraakmotiver<strong>in</strong>gen<br />

N=42<br />

N %<br />

De aan/afwezigheid van steunbewijs 32 76%<br />

De <strong>in</strong>houd van <strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>g: mate van consistentie 24 57%<br />

De <strong>in</strong>houd van <strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>g: mate van ge<strong>de</strong>tailleerdheid <strong>11</strong> 26%<br />

De (on)waarschijnlijkheid van een valse verklar<strong>in</strong>g 9 21%<br />

De persoon van <strong>de</strong> getuige 4 10%<br />

1. De aan/afwezigheid van steunbewijs<br />

In 32 vonnissen is door <strong>de</strong> rechter geoor<strong>de</strong>eld dat <strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>gen van een slachtoffer wel of<br />

juist geen on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> an<strong>de</strong>r bewijsmateriaal. In <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong>ze vonnissen is<br />

hierbij specifiek aangegeven dat het om steunbewijs <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van verklar<strong>in</strong>gen van an<strong>de</strong>re<br />

195 BNRM-verslag van een zitt<strong>in</strong>gsdag <strong>in</strong> <strong>de</strong> zaak Sneep, 9 juni 2008.<br />

477


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

getuigen gaat en <strong>in</strong> <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re helft is volstaan met steunbewijs <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van an<strong>de</strong>re bewijsmid<strong>de</strong>len.<br />

De aanwezigheid van steunbewijs heeft naar verwacht<strong>in</strong>g een positieve <strong>in</strong>vloed<br />

op <strong>de</strong> betrouwbaarheidsperceptie van <strong>de</strong> rechter op <strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>g(en) en <strong>de</strong> afwezigheid van<br />

steunbewijs en/of <strong>de</strong> aanwezigheid van tegenstrijdig bewijs heeft waarschijnlijk een negatieve<br />

<strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong>ze betrouwbaarheidsperceptie.<br />

In 21 vonnissen heeft <strong>de</strong> rechter <strong>de</strong> aanwezigheid van steunbewijs <strong>in</strong> relatie tot <strong>de</strong><br />

getuigenverklar<strong>in</strong>g(en) benadrukt.<br />

2. De <strong>in</strong>houd van <strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>gen: mate van consistentie<br />

In 24 vonnissen is door <strong>de</strong> rechter <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne consistentie 196 van <strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>gen genoemd.<br />

Zo komt het voor dat een rechter specifiek <strong>de</strong> consistentie van verschillen<strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>gen<br />

van een slachtoffer noemt dan wel <strong>de</strong> <strong>in</strong>consistentie. Dit heeft naar verwacht<strong>in</strong>g een positieve,<br />

respectievelijk, negatieve <strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong> betrouwbaarheidsperceptie van <strong>de</strong> rechter op<br />

<strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>gen.<br />

Vier keer heeft <strong>de</strong> rechter geoor<strong>de</strong>eld dat <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>gen van hetzelf<strong>de</strong> slachtoffer<br />

<strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijk consistent zijn.<br />

In 13 vonnissen is juist benadrukt dat <strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>gen van het slachtoffer van elkaar verschillen,<br />

zoals bijvoorbeeld uit <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> overweg<strong>in</strong>g blijkt: ‘Aangeefster B heeft bij <strong>de</strong> politie<br />

een belasten<strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>g afgelegd, maar heeft <strong>de</strong>ze verklar<strong>in</strong>g bij <strong>de</strong> rechter-commissaris op<br />

essentiële punten afgezwakt en <strong>de</strong>els herroepen.’ 197<br />

In zeven vonnissen erkent <strong>de</strong> rechter dat sprake is van <strong>in</strong>terne <strong>in</strong>consistenties tussen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

verklar<strong>in</strong>gen van een vermeend slachtoffer, maar acht hij <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>consistenties verklaarbaar.<br />

In <strong>de</strong>ze gevallen zijn <strong>de</strong> ontlasten<strong>de</strong> <strong>in</strong>consistente verklar<strong>in</strong>gen niet geloofwaardig<br />

geacht, aangezien <strong>de</strong> slachtoffers zich ten tij<strong>de</strong> van het afleggen van <strong>de</strong>ze verklar<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen<br />

<strong>de</strong> <strong>in</strong>vloedssfeer van <strong>de</strong> verdachten bevon<strong>de</strong>n. Enkele door <strong>de</strong> rechter genoem<strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>gen<br />

bestaan dan ook ‘uit angst voor (represailles door) <strong>de</strong> verdachte’, ‘uit lief<strong>de</strong>/me<strong>de</strong>dogen<br />

voor <strong>de</strong> verdachte’ en ‘door een afhankelijkheidssituatie waar<strong>in</strong> het slachtoffer zich bev<strong>in</strong>dt’,<br />

zoals bijvoorbeeld Rechtbank Arnhem 198 .<br />

Het is opvallend dat <strong>de</strong> rechter soms zelf een verklar<strong>in</strong>g heeft gezocht voor <strong>de</strong> <strong>in</strong>consistenties<br />

<strong>in</strong> verklar<strong>in</strong>gen. Dit duidt erop dat <strong>de</strong> rechter <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze gevallen reken<strong>in</strong>g heeft gehou<strong>de</strong>n<br />

met <strong>de</strong> specifieke problemen die spelen bij slachtofferverklar<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> mensenhan<strong>de</strong>lzaken.<br />

478<br />

Rechtbank Utrecht 199<br />

‘Van <strong>in</strong>consistenties die <strong>de</strong> betrouwbaarheid en het gebruik voor het bewijs van <strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>gen<br />

van <strong>de</strong> getuige (naam getuige) <strong>in</strong> <strong>de</strong> weg zou<strong>de</strong>n kunnen staan, is naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong><br />

rechtbank geen sprake. Veeleer gaat het <strong>in</strong> <strong>de</strong> latere verklar<strong>in</strong>gen van (naam getuige) uitsluitend<br />

196 Met <strong>in</strong>terne consistentie wordt bedoeld dat <strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>gen van eenzelf<strong>de</strong> slachtoffer met elkaar <strong>in</strong> overeenstemm<strong>in</strong>g<br />

zijn. Met externe consistentie wordt bedoeld dat <strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>gen van verschillen<strong>de</strong> slachtoffers<br />

met elkaar <strong>in</strong> overeenstemm<strong>in</strong>g zijn.<br />

197 Rb. Rotterdam, 12 november 2007, niet gepubliceerd.<br />

198 Rb. Arnhem, 12 <strong>de</strong>cember 2007, niet gepubliceerd.<br />

199 Rb. Utrecht, 25 juli 2007, LJN: BB0450.


<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

om een krampachtig aandoen<strong>de</strong> ontkenn<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>re ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong> aangifte uit 2005<br />

waarbij <strong>de</strong> getuige er niet <strong>in</strong> slaagt om overtuigend aan te geven wat <strong>de</strong> re<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> latere<br />

<strong>in</strong>trekk<strong>in</strong>g was en welke an<strong>de</strong>re personen dan verdachte verantwoor<strong>de</strong>lijk zou<strong>de</strong>n zijn geweest<br />

voor <strong>de</strong> door haar <strong>in</strong> 2005 beschreven gebeurtenissen. Opvallend was <strong>in</strong> dit verband ook dat <strong>de</strong><br />

nadien door (naam getuige) afgeleg<strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>gen geen nieuwe <strong>in</strong>formatie bevatten.’<br />

‘(...) <strong>de</strong> rechtbank meent dat er voldoen<strong>de</strong> aanwijz<strong>in</strong>gen zijn dat <strong>de</strong> getuige ook ter zitt<strong>in</strong>g zich<br />

<strong>in</strong> een <strong>de</strong>rgelijke positie bevond’.<br />

Opvallend <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze zaak is dat <strong>de</strong> OvJ <strong>in</strong> een door haar opgemaakt proces-verbaal van bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen<br />

aangegeven heeft dat <strong>de</strong> getuige ter zitt<strong>in</strong>g naar waarheid moest verklaren maar dat<br />

zij <strong>de</strong> getuige als zou blijken dat dat niet het geval was niet opnieuw zou laten aanhou<strong>de</strong>n op<br />

ver<strong>de</strong>nk<strong>in</strong>g van me<strong>in</strong>eed. De rechtbank overweegt te dien aanzien dit onwenselijk te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n<br />

aangezien het ‘wezenlijk [is] voor het strafproces waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> waarheidsv<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g centraal staat<br />

dat een beëdig<strong>de</strong> getuige <strong>de</strong> waarheid verklaart en niet door <strong>de</strong> officier van justitie op voorhand<br />

een zekere mate van immuniteit wordt verschaft’. Toch heeft <strong>de</strong> rechtbank er begrip voor dat<br />

<strong>de</strong> OvJ er voor heeft willen zorgen dat juist <strong>de</strong>ze getuige op <strong>de</strong> zitt<strong>in</strong>g zou verschijnen.<br />

Overigens is dit <strong>de</strong> eerste zaak waar een zogenaamd sfeer-pv aan het dossier was toegevoegd,<br />

on<strong>de</strong>r meer <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>nd een uiteenzett<strong>in</strong>g van prof. R. Bullens waar<strong>in</strong> uitgebreid wordt beschreven<br />

<strong>in</strong> welke positie slachtoffers van zogenaam<strong>de</strong> ‘loverboys’ verkeren waarbij dreig<strong>in</strong>gen<br />

met geweld, grote psychische druk en het <strong>in</strong>spelen op schuldgevoelens van veelal kwetsbare<br />

jonge vrouwen niet wordt geschuwd. De rechtbank ziet dan ook af van het opmaken van proces<br />

verbaal van me<strong>in</strong>eed. 200<br />

3. De <strong>in</strong>houd van <strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>gen: mate van ge<strong>de</strong>tailleerdheid<br />

In elf vonnissen is door <strong>de</strong> rechter waar<strong>de</strong> gehecht aan <strong>de</strong> ge<strong>de</strong>tailleerdheid van <strong>de</strong> door <strong>de</strong><br />

vermeen<strong>de</strong> slachtoffers afgeleg<strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>gen. Een verklar<strong>in</strong>g kan veel of we<strong>in</strong>ig <strong>de</strong>tails bevatten,<br />

hetgeen naar verwacht<strong>in</strong>g een positieve, respectievelijk negatieve <strong>in</strong>vloed heeft op <strong>de</strong><br />

betrouwbaarheidsperceptie van <strong>de</strong> rechter op <strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>g.<br />

Tien keer is <strong>de</strong>ze factor <strong>in</strong> positieve z<strong>in</strong> aangehaald. En één keer, juist door het gebrek aan<br />

<strong>de</strong>tails, heeft <strong>de</strong>ze factor een negatieve lad<strong>in</strong>g.<br />

4. De (on)waarschijnlijkheid van een valse verklar<strong>in</strong>g<br />

In negen vonnissen heeft <strong>de</strong> rechter het niet aannemelijk geacht dat een door een slachtoffer<br />

afgeleg<strong>de</strong> getuigenverklar<strong>in</strong>g vals is, en heeft <strong>de</strong>ze verklar<strong>in</strong>g als betrouwbaar beschouwd.<br />

Deze aanname is gebaseerd op ofwel het gebrek aan een motief om vals te verklaren, het feit<br />

dat <strong>de</strong>els ontlastend is verklaard of omdat niet aannemelijk is gemaakt dat <strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>g is<br />

afgelegd <strong>in</strong> ruil voor een verblijfsstatus.<br />

Rechtbank Gron<strong>in</strong>gen 201<br />

‘De rechtbank is gebleken dat een motief tot het afleggen van valse verklar<strong>in</strong>gen ontbreekt, nu<br />

<strong>de</strong> vrouwen juist heel angstig waren om belastend tegenover <strong>de</strong> verdachten te verklaren en ook<br />

ver<strong>de</strong>r geen belang lijken te hebben bij het openbaar wor<strong>de</strong>n van alle <strong>in</strong>formatie.’<br />

200 Dit lijkt op een toepass<strong>in</strong>g van het non punishment-beg<strong>in</strong>sel (zie hierover Hoofdstuk 6).<br />

201 Rb. Gron<strong>in</strong>gen, 23 januari 2007, LJN: AZ6816; LJN: AZ6818.<br />

479


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

Ten aanzien van 19 slachtoffers blijkt uit het vonnis iets over hun verblijfstatus. In 2007 betreft<br />

dit <strong>in</strong> totaal vijf vonnissen. 202 In één van <strong>de</strong> (we<strong>in</strong>ige) gevallen dat een rechtbank een<br />

overweg<strong>in</strong>g wijdt aan <strong>de</strong> verblijfstatus van een slachtoffer, betreft dit een aspect van kwetsbaarheid:<br />

480<br />

Rechtbank Den Haag 203<br />

‘Hoewel zulks uit het dossier niet expliciet blijkt, hanteert <strong>de</strong> rechtbank als uitgangspunt bij<br />

<strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> status van <strong>de</strong> slachtoffers <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze zaak dat zij allen illegaal <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland<br />

verbleven. De rechtbank komt tot <strong>de</strong>ze vaststell<strong>in</strong>g gelet op <strong>de</strong>els het terug naar Bulgarije sturen<br />

van <strong>de</strong>ze slachtoffers en <strong>de</strong>els het wijzen op <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> B-9 status. Door hun illegale<br />

status <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland werd <strong>de</strong> kwetsbaarheid van <strong>de</strong> positie van <strong>de</strong> slachtoffers vergroot.’<br />

In twee vonnissen 204 uit 2007 heeft <strong>de</strong> rechtbank <strong>de</strong> stell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>dig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> hand<br />

gewezen dat <strong>de</strong> slachtoffers slechts aangifte hebben gedaan jegens verdachte om zodoen<strong>de</strong><br />

een B9-status te verkrijgen. In bei<strong>de</strong> gevallen was <strong>de</strong> rechtbank van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong>ze stell<strong>in</strong>g<br />

niet door feiten en omstandighe<strong>de</strong>n aannemelijk is gewor<strong>de</strong>n. Het verkrijgen van <strong>de</strong><br />

B9-status zou met name vanuit het oogpunt van <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>dig<strong>in</strong>g naar voren gebracht kunnen<br />

wor<strong>de</strong>n als een motief om een (<strong>de</strong>els) valse verklar<strong>in</strong>g af te leggen ten aanzien van verdachte.<br />

Het valt dan ook op dat <strong>in</strong> slechts twee vonnissen uitdrukkelijk iets gezegd wordt<br />

over een <strong>de</strong>rgelijk motief. Dit betekent echter niet dat het verkrijgen van <strong>de</strong> B9-status door<br />

het vermeen<strong>de</strong> slachtoffer na het doen van aangifte geen punt van discussie is geweest <strong>in</strong> een<br />

strafzaak, maar blijkbaar is het niet vaak aanleid<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>dig<strong>in</strong>g om een uitdrukkelijk<br />

betrouwbaarheidsverweer te voeren. In geen van <strong>de</strong> vonnissen heeft <strong>de</strong> rechtbank het<br />

verkrijgen van <strong>de</strong> B9-status als <strong>in</strong>dicatie genoemd voor het afleggen van een valse verklar<strong>in</strong>g<br />

of an<strong>de</strong>rsz<strong>in</strong>s als aantast<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> betrouwbaarheid van <strong>de</strong> door het vermeen<strong>de</strong> slachtoffer<br />

afgeleg<strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>g. Uit <strong>de</strong> vonnissen zelf kan overigens zel<strong>de</strong>n afgeleid wor<strong>de</strong>n of een vermeend<br />

slachtoffer <strong>de</strong> B9-status verkregen heeft of niet. 205<br />

5. De persoon van <strong>de</strong> getuige<br />

In vier vonnissen is specifiek gesproken over <strong>de</strong> <strong>in</strong>druk die <strong>de</strong> persoon van <strong>de</strong> getuige op <strong>de</strong><br />

rechter heeft gemaakt. Deze <strong>in</strong>druk kan overwegend positief of negatief zijn, hetgeen naar<br />

verwacht<strong>in</strong>g een positieve, respectievelijk negatieve <strong>in</strong>vloed heeft op <strong>de</strong> betrouwbaarheidsperceptie<br />

van <strong>de</strong> rechter op <strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>g(en) die <strong>de</strong>ze persoon heeft afgelegd.<br />

In <strong>de</strong> vier zaken waar<strong>in</strong> <strong>de</strong>ze factor is genoemd, is dit <strong>in</strong> positieve z<strong>in</strong> gedaan.<br />

202 Rb. Haarlem, 17 april 2007, niet gepubliceerd: ‘(...) door <strong>de</strong>ze meisjes, zon<strong>de</strong>r legale verblijfsstatus, naar Ne<strong>de</strong>rland<br />

mee te nemen...’ en Rb. Haarlem, 4 september 2007, niet gepubliceerd: ‘Hierbij heeft verdachte misbruik<br />

gemaakt van <strong>de</strong> kennelijke grote wens van <strong>de</strong> gesmokkel<strong>de</strong> personen om zich – al dan niet tij<strong>de</strong>lijk – <strong>in</strong><br />

Europa te vestigen, terwijl dit voor hen op legale wijze niet mogelijk was.’<br />

203 Rb. Den Haag, 20 april 2007, LJN: BA3472; LJN: BA3480; LJN: BA3485.<br />

204 Rb. Arnhem, 21 februari 2007, niet gepubliceerd en Rb. Arnhem, 21 september 2007, niet gepubliceerd.<br />

205 Shreki, 2009.


<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

De betrouwbaarheid van een getuigenverklar<strong>in</strong>g<br />

De vijf verschillen<strong>de</strong> factoren, zoals hiervoor beschreven, vormen gezamenlijk 206 een maatstaf<br />

die <strong>de</strong> betrouwbaarheid van <strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>gen volgens <strong>de</strong> rechter <strong>in</strong> een vonnis weergeeft.<br />

In <strong>de</strong>ze paragraaf is gezocht naar een mogelijke relatie tussen het overwegend wel of niet betrouwbaar<br />

achten van getuigenverklar<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> een vonnis en veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen, respectievelijk,<br />

vrijspraken.<br />

207 208 209<br />

Tabel <strong>11</strong>.13 Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> betrouwbaarheidsscore <strong>in</strong> relatie tot veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g mensenhan<strong>de</strong>l<br />

Volledige vrijspraak<br />

mensenhan<strong>de</strong>l<br />

Veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />

mensenhan<strong>de</strong>l<br />

Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> Betrouwbaarheidsscore 207 ** -1,18 208 1,45 209<br />

N=42 / **p


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

<strong>11</strong>.8 Slachtoffers<br />

Tabel <strong>11</strong>.14 Aantal slachtoffers<br />

482<br />

Tenlastelegg<strong>in</strong>gen Bewezenverklar<strong>in</strong>gen Vrijspraken<br />

N % N % N %<br />

Aantal 108 100% 74 69% 34 31%<br />

Aantal slachtoffers 257 100% 174 68% 83 32%<br />

De 108 bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> uitspraken uit 2007 betreffen <strong>in</strong> totaal 257 (vermoe<strong>de</strong>lijke) slachtoffers. 212<br />

Het kan zijn dat eenzelf<strong>de</strong> persoon als slachtoffer voorkomt op meer<strong>de</strong>re tenlastelegg<strong>in</strong>gen<br />

van meer<strong>de</strong>re verdachten. Het gaat dus niet per <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie om 257 verschillen<strong>de</strong> personen.<br />

Het totale aantal slachtoffers dat uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk ook <strong>in</strong> (veroor<strong>de</strong>len<strong>de</strong>) vonnissen staat vermeld<br />

is 174. Dat betekent dat <strong>in</strong> 83 gevallen (32%) een slachtoffer wel als zodanig door het OM werd<br />

geï<strong>de</strong>ntificeerd maar dat dit niet leid<strong>de</strong> tot een bewezenverklar<strong>in</strong>g van het ten laste geleg<strong>de</strong><br />

mensenhan<strong>de</strong>lfeit ten aanzien van <strong>de</strong>ze persoon. Dit percentage komt bijna overeen met het<br />

percentage vrijspraken voor mensenhan<strong>de</strong>l (31%). Ook bij <strong>de</strong>ze getallen gaat het overigens<br />

niet per <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie om 174, respectievelijk, 83 verschillen<strong>de</strong> personen.<br />

213 214<br />

Tabel <strong>11</strong>.15 Gemid<strong>de</strong>ld aantal slachtoffers<br />

Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> M<strong>in</strong>imum Maximum<br />

Aantal ten laste geleg<strong>de</strong> slachtoffers per tenlastelegg<strong>in</strong>g 2,4 213 1 14<br />

Aantal erken<strong>de</strong> slachtoffers per bewezenverklar<strong>in</strong>g 2,4 214 1 14<br />

Gemid<strong>de</strong>ld g<strong>in</strong>g het om 2,4 slachtoffers per ten laste geleg<strong>de</strong> zaak en om 2,4 slachtoffers per<br />

veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g mensenhan<strong>de</strong>l. In zowel <strong>de</strong> bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> tenlastelegg<strong>in</strong>gen als <strong>in</strong> <strong>de</strong> bewezenverklar<strong>in</strong>gen<br />

g<strong>in</strong>g het om m<strong>in</strong>imaal één slachtoffer en maximaal 14.<br />

<strong>11</strong>.8.1 Persoonlijke kenmerken<br />

Uit Tabel <strong>11</strong>.16 blijkt dat <strong>de</strong> overgrote meer<strong>de</strong>rheid van alle vermoe<strong>de</strong>lijke en erken<strong>de</strong> slachtoffers<br />

vrouw waren. Van vijf vermoe<strong>de</strong>lijke en twee erken<strong>de</strong> slachtoffers is het geslacht onbekend.<br />

M<strong>in</strong>stens 34 slachtoffers waren m<strong>in</strong><strong>de</strong>rjarig (jonger dan 18 jaar) en <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval<br />

twaalf slachtoffers waren jonger dan 16 jaar. Echter, uitsluitend van 91 vermoe<strong>de</strong>lijke en van<br />

68 erken<strong>de</strong> slachtoffers is <strong>de</strong> geboortedatum opgenomen <strong>in</strong> <strong>de</strong> vonnissen. Vermoed wordt<br />

212 Deze cijfers kunnen niet vergeleken wor<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> cijfers uit 2007 omtrent slachtoffers zoals gepresenteerd<br />

<strong>in</strong> Hoofdstuk 4 afkomstig van CoMensha. CoMensha registreert <strong>de</strong> gemel<strong>de</strong> slachtoffers zon<strong>de</strong>r dat dit<br />

betekent dat <strong>de</strong> hen betreffen<strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>l leidt tot een opspor<strong>in</strong>gs- dan wel vervolg<strong>in</strong>gson<strong>de</strong>rzoek.<br />

213 SD=2,2; N=108.<br />

214 SD=2,4; N=74.


<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

dat dit met name is gedaan <strong>in</strong>dien een slachtoffer m<strong>in</strong><strong>de</strong>rjarig of net meer<strong>de</strong>rjarig was. Het<br />

jongste slachtoffer dat met geboortedatum <strong>in</strong> een vonnis stond vermeld was ten tij<strong>de</strong> van het<br />

<strong>de</strong>lict elf jaar en het oudste slachtoffer 31 jaar. Van bei<strong>de</strong> is het slachtofferschap vastgesteld.<br />

215 216<br />

Tabel <strong>11</strong>.16 Persoonlijke kenmerken slachtoffers<br />

Sekse<br />

Leeftijd<br />

Vermoe<strong>de</strong>lijke slachtoffers 215 Erken<strong>de</strong> slachtoffers 216<br />

N % N %<br />

Mannelijk 8 3% 5 3%<br />

Vrouwelijk 244 95% 167 96%<br />

Onbekend 5 2% 2 1%<br />

Totaal 257 100% 174 100%<br />

Jonger dan 16 jaar 12 5% 7 4%<br />

Tussen 16 en 18 jaar 22 9% 13 7%<br />

Tussen 18 en 21 jaar 33 13% 26 15%<br />

21 Jaar en ou<strong>de</strong>r 24 9% 22 13%<br />

Onbekend 166 65% 106 61%<br />

Totaal 257 100% 174 100%<br />

De zaak met betrekk<strong>in</strong>g tot het elfjarige slachtoffer is atypisch. 217 Het g<strong>in</strong>g hier om een pedofiele<br />

verdachte met een persoonlijkheidsstoornis aan wie zowel <strong>de</strong> ontucht met meer<strong>de</strong>re<br />

jonge jongens als <strong>de</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> van twee jongens van respectievelijk elf en 14 jaar werd verweten.<br />

Hij werd veroor<strong>de</strong>eld tot twee jaar gevangenisstraf en TBS met dwangverpleg<strong>in</strong>g.<br />

<strong>11</strong>.8.2 Specifieke kenmerken van het <strong>de</strong>lict<br />

Plaats gedwongen werk<br />

In <strong>de</strong> meeste zaken uit 2007 – aldus <strong>de</strong> 74 vonnissen waar<strong>in</strong> verdachten wer<strong>de</strong>n veroor<strong>de</strong>eld<br />

voor mensenhan<strong>de</strong>l – g<strong>in</strong>g het om gedwongen tewerkstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland.<br />

In ie<strong>de</strong>r geval <strong>in</strong> vijf zaken is een slachtoffer (ook) gedwongen tewerk gesteld <strong>in</strong> het buitenland.<br />

In drie gevallen g<strong>in</strong>g het om gedwongen prostitutie <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland én het buitenland.<br />

In twee zaken waren slachtoffers <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland geronseld en <strong>in</strong> België (Antwerpen) te werk<br />

gesteld.<br />

215 N=257.<br />

216 N=174.<br />

217 Rb. Den Bosch, 28 november 2007, niet gepubliceerd.<br />

483


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

218 219<br />

Tabel <strong>11</strong>.17 Duur <strong>de</strong>lict en gedwongen tewerkstell<strong>in</strong>g<br />

484<br />

Tenlastelegg<strong>in</strong>g Bewezenverklar<strong>in</strong>g<br />

Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> M<strong>in</strong>imum Maximum Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> M<strong>in</strong>imum Maximum<br />

Duur <strong>de</strong>lict <strong>in</strong> dagen 389 218 1 4343 308 219 1 3247<br />

Rechtbank Den Bosch 220<br />

De Rechtbank Den Bosch wees vonnis <strong>in</strong> een zaak waar verdachte werd verweten dat hij een<br />

vrouw van 1 januari 1995 tot 22 november 2006, bijna twaalf jaar, had uitgebuit <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie.<br />

De rechtbank is van oor<strong>de</strong>el dat het slachtoffer <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van 1 januari 1995 tot 1<br />

januari 1998 vrijwillig <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie werkte en spreekt vrij van <strong>de</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> die perio<strong>de</strong>.<br />

De rechtbank overwoog daarbij dat het slachtoffer weliswaar verliefd was op verdachte,<br />

aanmerkelijk jonger was en we<strong>in</strong>ig levenservar<strong>in</strong>g had, maar dat er onvoldoen<strong>de</strong> aanwijz<strong>in</strong>gen<br />

waren dat zij zodanig on<strong>de</strong>r <strong>in</strong>vloed stond van verdachte dat zij niet vrij was <strong>in</strong> haar keuze om<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie te gaan werken, me<strong>de</strong> omdat het slachtoffer ook verklaart dat zij weliswaar<br />

op verzoek van verdachte maar vrijwillig voor <strong>de</strong> prostitutie heeft gekozen. 221 Zij was verliefd<br />

en wil<strong>de</strong> geld verdienen om verdachte <strong>in</strong> staat te stellen zijn schul<strong>de</strong>n af te betalen, aldus <strong>de</strong><br />

rechtbank. Maar na 1 januari 1998 is er volgens <strong>de</strong> rechtbank wel sprake van dwangmid<strong>de</strong>len<br />

en <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> die bewezen wordt verklaard is iets m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan negen jaar waar<strong>in</strong> verdachte het<br />

slachtoffer op een gewelddadige wijze heeft uitgebuit. De eis was vijf jaar. De rechtbank acht<br />

een kortere (maar nog steeds extreem lange perio<strong>de</strong>) perio<strong>de</strong> bewezen en legt 36 maan<strong>de</strong>n<br />

gevangenisstraf, waarvan zes voorwaar<strong>de</strong>lijk op. 222<br />

<strong>11</strong>.8.3 Non punishment-beg<strong>in</strong>sel en herhaald slachtofferschap<br />

Non punishment-beg<strong>in</strong>sel<br />

Uit twee vonnissen komt naar voren dat een slachtoffer on<strong>de</strong>r <strong>in</strong>vloed van, dan wel gedwongen<br />

door verdachte, zelf strafbare feiten heeft gepleegd. Dit betreft het me<strong>de</strong>plegen van<br />

mensenhan<strong>de</strong>l en <strong>de</strong> me<strong>de</strong>plichtigheid aan verkracht<strong>in</strong>g.<br />

Herhaald slachtofferschap<br />

In ten m<strong>in</strong>ste één zaak uit 2007 lijkt sprake te zijn van herhaald slachtofferschap. Uit het vonnis<br />

van <strong>de</strong> Rechtbank Utrecht 223 blijkt dat het slachtoffer <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van 1 mei 2003 tot en<br />

met 31 oktober 2003 is gedwongen zich te prostitueren, hierna gevlucht is en <strong>in</strong> een ‘Blijf van<br />

m’n lijf-huis’ heeft gezeten, waarna zij we<strong>de</strong>rom <strong>in</strong> <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> da<strong>de</strong>r is gevallen<br />

en zich van 1 januari 2005 tot en met 13 september 2006 we<strong>de</strong>rom heeft laten prostitueren.<br />

218 SD=575,2; N=100 (van 8 vonnissen is dit onbekend).<br />

219 SD=518,6; N=74.<br />

220 Rb. Den Bosch, 25 september 2007, LJN: BB4477.<br />

221 Zie over vrije keuze <strong>in</strong> relatie tot dwangmid<strong>de</strong>len het kopje ‘misbruik van een kwetsbare positie, van uit<br />

feitelijke omstandighe<strong>de</strong>n voortvloeiend overwicht en misleid<strong>in</strong>g’ <strong>in</strong> §<strong>11</strong>.3.4.<br />

222 Bij <strong>de</strong> strafmaat zou <strong>de</strong> duur van het <strong>de</strong>lict een rol kunnen spelen.<br />

223 Rb. Utrecht, 27 maart 2007, niet gepubliceerd.


<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

Hierna heeft ze pas aangifte gedaan en is aan verdachte bei<strong>de</strong> perio<strong>de</strong>s ten laste gelegd. Ten<br />

aanzien van <strong>de</strong> eerstgenoem<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> is verdachte echter niet veroor<strong>de</strong>eld.<br />

<strong>11</strong>.9 Strafmotiver<strong>in</strong>g en strafmaat<br />

<strong>11</strong>.9.1 Aard van <strong>de</strong> geëiste en opgeleg<strong>de</strong> straffen<br />

De geëiste straffen<br />

Uit Tabel <strong>11</strong>.18 blijkt dat <strong>in</strong> totaal <strong>in</strong> m<strong>in</strong>imaal 96 (89%) van <strong>de</strong> 108 geanalyseer<strong>de</strong> vonnissen<br />

een gevangenisstraf is geëist, waarvan 94 keer geheel of ge<strong>de</strong>eltelijk onvoorwaar<strong>de</strong>lijk.<br />

De geëiste gevangenisstraffen zijn vier keer <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met een taakstraf (werkstraffen),<br />

zeven keer <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met een bijkomen<strong>de</strong> straf (verbeurdverklar<strong>in</strong>gen) en tien keer <strong>in</strong><br />

comb<strong>in</strong>atie een maatregel (zeven keer onttrekk<strong>in</strong>g aan verkeer van <strong>in</strong> beslag genomen voorwerpen<br />

en drie keer TBS) geëist. Het is, voor zover bekend, niet voorgekomen dat het OM<br />

als zwaarste straf een taakstraf of geldboete heeft geëist. 224 Wel is het één keer voorgekomen<br />

dat het OM volledige vrijspraak heeft geëist 225 ten aanzien van alle ten laste geleg<strong>de</strong> feiten. In<br />

die zaak is ook vrijspraak gevolgd.<br />

226 227 228<br />

Tabel <strong>11</strong>.18 Geëiste straffen en maatregelen<br />

Geëiste hoofdstraffen In comb<strong>in</strong>atie met geëiste:<br />

Onvoorwaar<strong>de</strong>lijke<br />

gevangenisstraf<br />

Deels voorwaar<strong>de</strong>lijke<br />

gevangenisstraf<br />

Voorwaar<strong>de</strong>lijke<br />

gevangenisstraf<br />

Taakstraf Geldboete Bijkomen<strong>de</strong><br />

straf<br />

Maatregel<br />

N % N % N % N % N %<br />

65 60% – – – – 6 6% 6 6%<br />

29 27% 2 2% – – 1 1% 4 4%<br />

2 2% 2 2% – – – – – –<br />

Taakstraf – – – – – – – – – –<br />

Geldboete – – – – – – – – – –<br />

Vrijspraak 1 1%<br />

Onbekend 226 <strong>11</strong> 10% – – – – – – – –<br />

Totaal 108 100% 4 4% – – 7 6% 227 10 9% 228<br />

224 In 2008 is dit <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval één keer gebeurd. Eerst was een transactievoorstel door <strong>de</strong> OvJ uit doen gaan van<br />

<strong>11</strong>0 uren. Rb. Zwolle-Lelystad, 27 november 2008, LJN: BG5957 (zie ook §<strong>11</strong>.9.4).<br />

225 Rb. Amsterdam, 7 september 2007, niet gepubliceerd.<br />

226 In een aantal vonnissen was <strong>de</strong> strafeis van het OM niet opgenomen.<br />

227 Dit is niet gelijk aan <strong>de</strong> som van <strong>de</strong> <strong>de</strong>elpercentages <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze kolom. Dit komt doordat <strong>de</strong> <strong>de</strong>elpercentages<br />

afgerond zijn op gehele percentages.<br />

228 Dit is niet gelijk aan <strong>de</strong> som van <strong>de</strong> <strong>de</strong>elpercentages <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze kolom. Dit komt doordat <strong>de</strong> <strong>de</strong>elpercentages<br />

afgerond zijn op gehele percentages.<br />

485


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

De opgeleg<strong>de</strong> straffen<br />

Uit Tabel <strong>11</strong>.19 blijkt dat <strong>in</strong> totaal <strong>in</strong> 72 (97%) van <strong>de</strong> 74 veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen een gevangenisstraf is<br />

opgelegd, waarvan 70 keer geheel of ge<strong>de</strong>eltelijk onvoorwaar<strong>de</strong>lijk. De opgeleg<strong>de</strong> gevangenisstraffen<br />

zijn acht keer <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met een taakstraf (werkstraffen), twee keer <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie<br />

met een bijkomen<strong>de</strong> straf (verbeurdverklar<strong>in</strong>gen) en vijf keer <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met een<br />

maatregel (vier keer onttrekk<strong>in</strong>g aan verkeer van <strong>in</strong> beslag genomen voorwerpen en één keer<br />

TBS) opgelegd. Eenmaal is als zwaarste straf uitsluitend een taakstraf (werkstraf) opgelegd<br />

en eenmaal een geldboete.<br />

Voor wat betreft <strong>de</strong> vonnissen waar<strong>in</strong> een (<strong>de</strong>els) voorwaar<strong>de</strong>lijke gevangenisstraf is opgelegd<br />

– N=35 – is negen keer sprake van zowel algemene als bijzon<strong>de</strong>re voorwaar<strong>de</strong>n geduren<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> proeftijd. De bijzon<strong>de</strong>re voorwaar<strong>de</strong>n betroffen <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze zes keer het opvolgen van<br />

voorschriften en aanwijz<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> Reclasser<strong>in</strong>g en drie keer een contactverbod met het<br />

slachtoffer.<br />

229 230<br />

Tabel <strong>11</strong>.19 Opgeleg<strong>de</strong> straffen en maatregelen<br />

486<br />

Opgeleg<strong>de</strong> hoofdstraffen In comb<strong>in</strong>atie met opgeleg<strong>de</strong>:<br />

Onvoorwaar<strong>de</strong>lijke<br />

gevangenisstraf<br />

Deels voorwaar<strong>de</strong>lijke<br />

gevangenisstraf<br />

Voorwaar<strong>de</strong>lijke<br />

gevangenisstraf<br />

Taakstraf Geldboete Bijkomen<strong>de</strong><br />

straf<br />

Maatregel<br />

N % N % N % N % N %<br />

37 50% – – – – 2 3% 2 3%<br />

33 45% 7 9% – – – – 3 4%<br />

2 3% 1 1% – – – – – –<br />

Taakstraf 1 1% – – – – – – – –<br />

Geldboete 1 1% – – – – – – – –<br />

Totaal 74 100% 8 <strong>11</strong>% 230 – – 2 3% 5 7%<br />

229 De cijfers <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze tabel verschillen <strong>in</strong> beperkte mate van Tabel 10.10, afkomstig van OM-data. Zo is <strong>in</strong> OMdata<br />

één vonnis niet meegenomen waardoor het totaal op 73 veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen voor mensenhan<strong>de</strong>l komt <strong>in</strong><br />

plaats van op 74 (dit betreft het vonnis gewezen door <strong>de</strong> Rb. Gron<strong>in</strong>gen op 3 april 2007 – niet gepubliceerd).<br />

Dit verklaart ook het verschil tussen 69 (OM-data) danwel 70 (BNRM-on<strong>de</strong>rzoek) opgeleg<strong>de</strong> (<strong>de</strong>els) onvoorwaar<strong>de</strong>lijke<br />

gevangenisstraffen. Daarnaast bestaat ten aanzien van <strong>de</strong> taakstraffen (OM-data=2, BN-<br />

RM-on<strong>de</strong>rzoek=1) en geldboetes (OM-data=1, BNRM-on<strong>de</strong>rzoek=1) een verschil. In <strong>de</strong> zaak van <strong>de</strong> Rb.<br />

Haarlem (7 <strong>de</strong>cember 2007, niet gepubliceerd) is voor het <strong>de</strong>lict mensenhan<strong>de</strong>l slechts een geldboete opgelegd<br />

en geen taakstraf. Dit is een vonnis afkomstig van <strong>de</strong> politierechter, waaruit niet blijkt of het <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze om<br />

ongekwalificeer<strong>de</strong>, dan wel, gekwalificeer<strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>l gaat, waardoor <strong>de</strong>ze onjuistheid <strong>in</strong> Tabel 10.10<br />

niet verbeterd kan wor<strong>de</strong>n.<br />

230 Dit is niet gelijk aan <strong>de</strong> som van <strong>de</strong> <strong>de</strong>elpercentages <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze kolom. Dit komt doordat <strong>de</strong> <strong>de</strong>elpercentages<br />

afgerond zijn op gehele percentages.


<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

<strong>11</strong>.9.2 Verschillen tussen geëiste en opgeleg<strong>de</strong> straffen<br />

In <strong>de</strong> veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen uit 2007 (N=74) komt <strong>de</strong> rechter meestal tot een lagere straf dan geeist.<br />

Dit is waarschijnlijk groten<strong>de</strong>els te verklaren uit het feit dat niet altijd alle ten laste<br />

geleg<strong>de</strong> feiten waarop <strong>de</strong> eis van het OM gebaseerd is, bewezen wor<strong>de</strong>n verklaard. In een<br />

vijftal vonnissen heeft <strong>de</strong> rechtbank een zwaar<strong>de</strong>re straf opgelegd dan het OM had geëist<br />

en <strong>in</strong> 14 vonnissen was <strong>de</strong> opgeleg<strong>de</strong> straf conform <strong>de</strong> strafeis. Het meest opvallen<strong>de</strong> vonnis<br />

waarbij <strong>de</strong> rechtbank boven <strong>de</strong> eis van het OM uitg<strong>in</strong>g is het vonnis van <strong>de</strong> Rechtbank<br />

Haarlem 231 waar twaalf maan<strong>de</strong>n gevangenisstraf, waarvan vier voorwaar<strong>de</strong>lijk was geëist<br />

en <strong>de</strong> rechtbank 36 maan<strong>de</strong>n waarvan twaalf voorwaar<strong>de</strong>lijk oplegt. De rechtbank overweegt<br />

hierbij dat <strong>de</strong> door <strong>de</strong> OvJ gevor<strong>de</strong>r<strong>de</strong> straf volstrekt onvoldoen<strong>de</strong> recht doet aan <strong>de</strong><br />

ernst van <strong>de</strong> feiten. Het gaat <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze zaak om twee jonge slachtoffers, 17 en nog geen 16<br />

jaar oud, die verdachte uit Duitsland heeft gehaald en vervolgens geduren<strong>de</strong> drie maan<strong>de</strong>n<br />

<strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie heeft gedwongen en uitgebuit. Hoewel <strong>de</strong> OvJ niet expliciet<br />

art. 273f lid 3 sub 2 Sr 232 ten laste heeft gelegd wordt dit wel zo door <strong>de</strong> rechtbank gekwalificeerd.<br />

Tabel <strong>11</strong>.20 Verschil opgeleg<strong>de</strong> straf en geëiste straf 233<br />

Verschil opgeleg<strong>de</strong> straf en geëiste straf N %<br />

Lichter 52 70%<br />

Zwaar<strong>de</strong>r 5 7%<br />

Gelijk 14 19%<br />

Onbekend 233 3 4%<br />

Totaal 74 100%<br />

In <strong>de</strong> zaken die tot een veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g voor mensenhan<strong>de</strong>l hebben geleid en waarbij een<br />

(<strong>de</strong>els) onvoorwaar<strong>de</strong>lijke gevangenisstraf werd geëist (N=70), bedroeg <strong>de</strong> geëiste onvoorwaar<strong>de</strong>lijke<br />

gevangenisstraf gemid<strong>de</strong>ld 30,2 maan<strong>de</strong>n, variërend van 0,25 tot maximaal 144<br />

maan<strong>de</strong>n.<br />

Gemid<strong>de</strong>ld werd <strong>in</strong> 2007 <strong>in</strong> eerste aanleg, <strong>in</strong>dien een (<strong>de</strong>els) onvoorwaar<strong>de</strong>lijke gevangenisstraf<br />

werd opgelegd, 20,6 maan<strong>de</strong>n onvoorwaar<strong>de</strong>lijke gevangenisstraf opgelegd, variërend<br />

van 0,10 tot maximaal 144 maan<strong>de</strong>n.<br />

231 Rb. Haarlem, 17 april 2007, niet gepubliceerd.<br />

232 De strafverzwaren<strong>de</strong> omstandigheid dat het slachtoffer jonger dan 16 jaar is.<br />

233 In sommige vonnissen is <strong>de</strong> strafeis van het OM niet opgenomen, waardoor ook het verschil met <strong>de</strong> opgeleg<strong>de</strong><br />

straf niet bekend is – het betreffen <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze <strong>de</strong> drie vonnissen afkomstig van <strong>de</strong> politierechter.<br />

487


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

234 235<br />

Tabel <strong>11</strong>.21 Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> geëiste en opgeleg<strong>de</strong> gevangenisstraf<br />

488<br />

Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> M<strong>in</strong>imum Maximum<br />

Geëiste onvoorwaar<strong>de</strong>lijke gevangenisstraf (<strong>in</strong> maan<strong>de</strong>n) 30,2 234 0,25 144<br />

Opgeleg<strong>de</strong> onvoorwaar<strong>de</strong>lijke gevangenisstraf (<strong>in</strong> maan<strong>de</strong>n) 20,6 235 0,10 144<br />

De Rechtbank Utrecht 236 leg<strong>de</strong> <strong>de</strong> hoogste gevangenisstraf op van twaalf jaar 237 . In die zaak<br />

had<strong>de</strong>n het geweld en <strong>de</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> ongeveer vier en half jaar geduurd ten opzichte van één<br />

slachtoffer (slachtoffer A). Er waren nog twee an<strong>de</strong>re slachtoffers. Het vonnis was conform<br />

<strong>de</strong> eis, zij het dat <strong>de</strong> rechtbank één feit m<strong>in</strong><strong>de</strong>r bewezen achtte en dus <strong>in</strong> feite boven <strong>de</strong> eis uit<br />

g<strong>in</strong>g. De rechtbank spreekt <strong>in</strong> <strong>de</strong> strafmotiver<strong>in</strong>g van een verne<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>ssituatie<br />

en buitensporig geweld. Ook was een aandachtspunt dat verdachte niet op <strong>de</strong> zitt<strong>in</strong>g was<br />

verschenen (verdachte was op vrije voeten).Uit <strong>de</strong> bewijsmid<strong>de</strong>len blijkt tevens dat het eerste<br />

slachtoffer bij vijf maan<strong>de</strong>n zwangerschap een gedwongen abortus had moeten on<strong>de</strong>rgaan.<br />

Dit is niet als strafverzwaren<strong>de</strong> omstandigheid meegewogen. De verdachte g<strong>in</strong>g <strong>in</strong> hoger<br />

beroep en het hof 238 sprak vrij op een aantal on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len. Het hof splitst <strong>de</strong> strafoplegg<strong>in</strong>g<br />

per slachtoffer en acht voor <strong>de</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> en <strong>de</strong> ernstige geweldshan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen ten opzichte<br />

van slachtoffer A vijf jaar passend. Daardoor komt <strong>de</strong> gehele strafoplegg<strong>in</strong>g op zes jaar en<br />

elf maan<strong>de</strong>n.<br />

Zowel het hof als <strong>de</strong> rechtbank benoemen <strong>de</strong> manipulatieve, mislei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> loverboytechniek,<br />

<strong>de</strong> afhankelijkheid, het buitensporig geweld en <strong>de</strong> respectloosheid alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> ernstige gevolgen<br />

voor het slachtoffer. Het hof noemt nog een omstandigheid die <strong>in</strong> het voor<strong>de</strong>el van<br />

<strong>de</strong> verdachte is meegenomen, namelijk dat <strong>de</strong> bewezen pog<strong>in</strong>g doodslag een lichte variant<br />

betrof waarbij geen blijvend letsel is opgelopen. 239<br />

De Rechtbank Mid<strong>de</strong>lburg 240 legt <strong>in</strong> 2007 <strong>de</strong> laagste straf op. Voor me<strong>de</strong>plichtigheid (zie ook<br />

§<strong>11</strong>.6.2) geduren<strong>de</strong> een perio<strong>de</strong> van zes en een halve maand ten opzichte van één slachtoffer<br />

veroor<strong>de</strong>elt <strong>de</strong> rechtbank een 23-jarige verdachte tot 90 dagen gevangenisstraf waarvan<br />

83 dagen voorwaar<strong>de</strong>lijk en een taakstraf van 60 uur. De OvJ had naast <strong>de</strong> opgeleg<strong>de</strong> <strong>de</strong>els<br />

voorwaar<strong>de</strong>lijke vrijheidsstraf een taakstraf van 240 uur geëist. Ook <strong>de</strong> verdachte <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze<br />

zaak bevond zich ten tij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> terechtzitt<strong>in</strong>g niet <strong>in</strong> preventieve hechtenis.<br />

234 SD=25,5; N=70 (<strong>in</strong> drie zaken is <strong>de</strong> strafeis onbekend (politierechtervonnissen) en <strong>in</strong> één zaak is slechts een<br />

voorwaar<strong>de</strong>lijke gevangenisstraf geëist).<br />

235 SD=19,0; N=70 (er is tweemaal een geheel voorwaar<strong>de</strong>lijke gevangenisstraf opgelegd en tweemaal <strong>in</strong> het<br />

geheel geen gevangenisstraf opgelegd (taakstraf en geldboete)).<br />

236 Rb. Utrecht, 25 juli 2007, LJN: BB0450, ook besproken <strong>in</strong> §<strong>11</strong>.5.3 en §<strong>11</strong>.7.3 en el<strong>de</strong>rs.<br />

237 Zie voor <strong>de</strong> casusbeschrijv<strong>in</strong>g §<strong>11</strong>.5.3.<br />

238 Hof Amsterdam, 5 februari 2009, LJN: BH 2476.<br />

239 Zie voor een beschrijv<strong>in</strong>g van het (ook door het hof) bewezen verklaar<strong>de</strong> geweld §<strong>11</strong>.5.3.<br />

240 Rb. Mid<strong>de</strong>lburg, 31 oktober 2007, niet gepubliceerd.


<strong>11</strong>.9.3 Strafmaat<br />

<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

Gezien het beperkte aantal zaken waar<strong>in</strong> een an<strong>de</strong>re strafmodaliteit is geëist of opgelegd dan<br />

een onvoorwaar<strong>de</strong>lijke gevangenisstraf, en gezien het beperkte aantal zaken waar<strong>in</strong> alleen<br />

een voorwaar<strong>de</strong>lijke gevangenisstraf is geëist of opgelegd, zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze paragraaf alleen <strong>de</strong><br />

relaties tussen <strong>de</strong> relevante variabelen en <strong>de</strong> geëiste en opgeleg<strong>de</strong> onvoorwaar<strong>de</strong>lijke gevangenisstraf<br />

bekeken <strong>in</strong> <strong>de</strong> vonnissen die een veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g voor mensenhan<strong>de</strong>l bevatten.<br />

Deze paragraaf beschrijft <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie een aantal factoren waarvan wordt verwacht dat<br />

ze <strong>in</strong>vloed hebben op <strong>de</strong> opgeleg<strong>de</strong> strafmaat, en vervolgens mogelijk aanwezige verban<strong>de</strong>n.<br />

Strafbeïnvloe<strong>de</strong>n<strong>de</strong> factoren<br />

Seksueel geweld: hieron<strong>de</strong>r vallen alle situaties waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> verdachte seksueel geweld heeft gebruikt.<br />

Het betreft verkracht<strong>in</strong>g en/of an<strong>de</strong>r seksueel geweld, als apart bewezen verklaard <strong>de</strong>lict<br />

of als on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el (dwangmid<strong>de</strong>l) van mensenhan<strong>de</strong>l. Bij ‘an<strong>de</strong>r seksueel geweld’ moet gedacht<br />

wor<strong>de</strong>n aan – bijvoorbeeld – ontucht met een m<strong>in</strong><strong>de</strong>rjarige, gemeenschap met een persoon<br />

jonger dan 16 jaar, en feitelijke aanrand<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> eerbaarheid. Het seksuele geweld kan ook<br />

gericht zijn tegen een an<strong>de</strong>r slachtoffer dan het slachtoffer van het <strong>de</strong>lict mensenhan<strong>de</strong>l.<br />

(Grof) geweld: hieron<strong>de</strong>r vallen alle gevallen waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> verdachte fysiek niet-seksueel geweld<br />

heeft gebruikt. Zowel fysiek niet-seksueel geweld tegen het slachtoffer en/of <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n als apart<br />

bewezen verklaard <strong>de</strong>lict of als on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el (dwangmid<strong>de</strong>l) van mensenhan<strong>de</strong>l behoren tot<br />

<strong>de</strong>ze factor. Bij fysiek geweld kan gedacht wor<strong>de</strong>n aan zware mishan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g en eenvoudige<br />

mishan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g. 241<br />

Misleid<strong>in</strong>g (werkwijze ‘loverboys’): hieron<strong>de</strong>r vallen alle gevallen waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> verdachte het<br />

slachtoffer heeft misleid <strong>in</strong> verband met een relatie dan wel gezamenlijke toekomst. 242<br />

Leeftijd slachtoffers: hierbij is per vonnis gekeken naar <strong>de</strong> leeftijd van het jongste slachtoffer<br />

en is een on<strong>de</strong>rscheid gemaakt tussen slachtoffers jonger dan 16 jaar, slachtoffers tussen 16<br />

en 18 jaar, slachtoffers tussen 18 en 21 jaar (nèt meer<strong>de</strong>rjarig) en slachtoffers van 21 jaar en<br />

ou<strong>de</strong>r (ruim meer<strong>de</strong>rjarig). 243<br />

Aantal slachtoffers: hier wordt het aantal slachtoffers van mensenhan<strong>de</strong>l per vonnis mee bedoeld.<br />

244<br />

Duur <strong>de</strong>lict: hier wordt het aantal dagen dat het langste bewezen verklaar<strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>lfeit<br />

heeft geduurd per vonnis mee bedoeld.<br />

241 Ook voor het (grove) geweld geldt dat dit tezamen <strong>in</strong> on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g verband met het mensenhan<strong>de</strong>l<strong>de</strong>lict bezien<br />

moet wor<strong>de</strong>n, waardoor het van on<strong>de</strong>rgeschikt belang is of dit geweld ook tegen het mensenhan<strong>de</strong>lslachtoffer<br />

heeft plaatsgevon<strong>de</strong>n.<br />

242 On<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze categorie kunnen ook buitenlandse slachtoffers vallen die niet door een mensenhan<strong>de</strong>laar zijn<br />

misleid omtrent een relatie of gezamenlijke toekomst (‘loverboy’), maar door een mensenhan<strong>de</strong>laar die met<br />

een mooi verhaal over een toekomst <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland slachtoffers heeft geworven.<br />

243 Het betreft hier <strong>de</strong> jongste slachtoffers <strong>in</strong> <strong>de</strong> 74 veroor<strong>de</strong>len<strong>de</strong> vonnissen voor mensenhan<strong>de</strong>l. Het is mogelijk<br />

dat niet van al <strong>de</strong>ze slachtoffers het slachtofferschap is vastgesteld. Dit is het geval <strong>in</strong>dien niet alle ten laste<br />

geleg<strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>lfeiten bewezen wor<strong>de</strong>n verklaard en het jongste slachtoffer slechts gerelateerd was<br />

aan één van <strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>lfeiten waarvoor is vrijgesproken.<br />

244 Hierbij zijn dus niet slachtoffers van overige bewezen verklaar<strong>de</strong> <strong>de</strong>licten geteld.<br />

489


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

Recidive: hier wordt gekeken of sprake is van enige vorm van recidive. 245<br />

De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> opgeleg<strong>de</strong> onvoorwaar<strong>de</strong>lijke gevangenisstraf is 19,50 maan<strong>de</strong>n 246 waarbij <strong>de</strong><br />

kortste opgeleg<strong>de</strong> onvoorwaar<strong>de</strong>lijke gevangenisstraf m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan een maand bedraagt en <strong>de</strong><br />

hoogste opgeleg<strong>de</strong> onvoorwaar<strong>de</strong>lijke gevangenisstraf 144 maan<strong>de</strong>n 247 .<br />

In Tabel <strong>11</strong>.22 is <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van het opgeleg<strong>de</strong> onvoorwaar<strong>de</strong>lijke <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> gevangenisstraf<br />

te zien.<br />

Tabel <strong>11</strong>.22 Frequentiever<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> onvoorwaar<strong>de</strong>lijk opgeleg<strong>de</strong> gevangenisstraf<br />

490<br />

Onvoorwaar<strong>de</strong>lijk opgeleg<strong>de</strong> gevangenisstraf N %<br />

0 t/m 12 maan<strong>de</strong>n 27 37%<br />

13 t/ 24 maan<strong>de</strong>n 31 42%<br />

meer dan 2 jaar 16 22%<br />

Totaal 74 100%<br />

Slechts <strong>in</strong> drie van <strong>de</strong> 16 vonnissen waar<strong>in</strong> een onvoorwaar<strong>de</strong>lijke gevangenisstraf van meer<br />

dan twee jaar is opgelegd, betroffen dit straffen van boven <strong>de</strong> vier jaar.<br />

De navolgen<strong>de</strong> tabellen (Tabellen <strong>11</strong>.23 tot en met <strong>11</strong>.25) geven <strong>de</strong> verban<strong>de</strong>n weer tussen <strong>de</strong><br />

zeven beschreven factoren en <strong>de</strong> opgeleg<strong>de</strong> onvoorwaar<strong>de</strong>lijke gevangenisstraf.<br />

Zoals <strong>in</strong> Tabel <strong>11</strong>.23 te zien bestaat een significant verband tussen <strong>de</strong> bewezenverklar<strong>in</strong>g van<br />

seksueel geweld en <strong>de</strong> toegepaste strafmaat. Er kan wor<strong>de</strong>n gesteld dat wanneer een vorm van<br />

seksueel geweld bewezen is verklaard, <strong>de</strong> opgeleg<strong>de</strong> onvoorwaar<strong>de</strong>lijke gevangenisstraf hoger<br />

is. Deze positieve samenhang met <strong>de</strong> opgeleg<strong>de</strong> straf blijkt ook te bestaan voor <strong>de</strong> factor<br />

fysiek niet-seksueel geweld, welke samenhang zelfs zeer significant is. De bewezenverklar<strong>in</strong>g<br />

van <strong>de</strong> loverboymethodiek (misleid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> verband met relatie/gezamenlijke toekomst) blijkt<br />

geen significante relatie te vertonen met <strong>de</strong> opgeleg<strong>de</strong> straf 248 , net als <strong>de</strong> aanwezigheid van<br />

enige vorm van recidive. Met name dit laatste is opmerkelijk, daar <strong>de</strong> aan-, respectievelijk,<br />

afwezigheid van enige vorm van recidive vrijwel altijd door <strong>de</strong> rechter <strong>in</strong> <strong>de</strong> strafmotiver<strong>in</strong>g<br />

als strafverzwaren<strong>de</strong>, respectievelijk, strafverm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren<strong>de</strong> omstandigheid wordt genoemd.<br />

245 Het kan <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze zodoen<strong>de</strong> gaan om eer<strong>de</strong>r gepleeg<strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>l<strong>de</strong>licten (vier keer), gewelds<strong>de</strong>licten (tien<br />

keer), ze<strong>de</strong>n<strong>de</strong>licten (twee keer), vermogens<strong>de</strong>licten (vier keer), drugs<strong>de</strong>licten (één keer) en overige <strong>de</strong>licten<br />

(twaalf keer). In totaal is bij 25 (34%) van <strong>de</strong> 74 (100%) veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>laren sprake van enige<br />

vorm van recidive.<br />

246 SD en N respectievelijk 19,10 en 74 – NB: dit gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> verschilt licht van het eer<strong>de</strong>r genoem<strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

– zie Tabel <strong>11</strong>.21. Dit is te verklaren doordat <strong>in</strong> dit geval ook <strong>de</strong> vier vonnissen zijn meegenomen waar<strong>in</strong> geen<br />

onvoorwaar<strong>de</strong>lijke gevangenisstraf is opgelegd (tweemaal geheel voorwaar<strong>de</strong>lijk en tweemaal geen gevangenisstraf).<br />

Deze viermaal 0 maan<strong>de</strong>n zegt namelijk wel iets over <strong>de</strong> strafoplegg<strong>in</strong>g en zijn daarom op <strong>de</strong>ze<br />

plaats wel meegenomen.<br />

247 B<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> 74 veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen voor mensenhan<strong>de</strong>l vallen 31 veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen waarvoor gelijktijdig ook is veroor<strong>de</strong>eld<br />

voor een an<strong>de</strong>r <strong>de</strong>lict. Vanzelfsprekend hebben <strong>de</strong>ze overige <strong>de</strong>licten een <strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong> strafmaat.<br />

248 Deze misleid<strong>in</strong>gsvorm wordt kennelijk alleen gezien als een toegepaste methodiek.


<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

249 250 251 252 253<br />

Tabel <strong>11</strong>.23 Samenhang dwangmid<strong>de</strong>len, misleid<strong>in</strong>gstechniek en recidive met strafmaat<br />

Dwangmid<strong>de</strong>len 0-12 Maan<strong>de</strong>n 13-24 Maan<strong>de</strong>n Meer dan<br />

2 jaar<br />

Totaal aantal<br />

vonnissen<br />

N % N % N % N %<br />

Seksueel geweld 249 * 2 12% 9 53% 6 35% 17 100%<br />

Grof geweld 250 ** 4 13% 16 52% <strong>11</strong> 36% 31 100% 251<br />

Misleid<strong>in</strong>g loverboys 252 7 32% 6 27% 9 41% 22 100%<br />

Recidive 253 7 28% 9 36% 9 36% 25 100%<br />

N=74 / *p


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

hoogste categorie ‘meer dan twee jaar’ dan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re leeftijdscategorieën, ondanks dat dit<br />

resultaat niet significant is. 257<br />

258 259 260 261 262 263 264 265 266 267<br />

Tabel <strong>11</strong>.25 Samenhang overige factoren met strafmaat<br />

Gemid<strong>de</strong>ld aantal bewezen verklaar<strong>de</strong><br />

slachtoffers per vonnis 258 *<br />

492<br />

0-12 Maan<strong>de</strong>n 13-24 Maan<strong>de</strong>n Meer dan<br />

2 jaar<br />

Totaal aantal<br />

vonnissen<br />

1,41 259 3,29 260 2,13 261 2,35 262<br />

Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> duur <strong>de</strong>lict <strong>in</strong> dagen 263 ** 78,89 264 242,10 265 823,63 266 308,28 267<br />

N=74 / *p


<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

gesteld <strong>in</strong> het overleg tussen <strong>de</strong> voorzitters van <strong>de</strong> strafrechtsectoren van <strong>de</strong> rechtbanken en<br />

gerechtshoven (LOVS), na uitgebrei<strong>de</strong> consultatieron<strong>de</strong>s b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> rechtbanken en hoven.<br />

Voor mensenhan<strong>de</strong>l bestaan op dit moment nog geen oriëntatiepunten. Uit on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong><br />

strafmotiver<strong>in</strong>g blijkt dat hier door <strong>de</strong> rechter wel naar gezocht wordt. 268<br />

Rechtbank Almelo (Sneep) 269<br />

‘De rechtbank heeft gekeken naar veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen door an<strong>de</strong>re rechterlijke colleges <strong>in</strong> het land,<br />

waarbij is getracht om aansluit<strong>in</strong>g te zoeken bij <strong>de</strong> feiten en omstandighe<strong>de</strong>n zoals die zich<br />

<strong>in</strong> dit dossier hebben voorgedaan. Dit alles overwegend heeft <strong>de</strong> rechtbank <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze zaak als<br />

uitgangspunt genomen een onvoorwaar<strong>de</strong>lijke vrijheidsstraf van acht tot tien maan<strong>de</strong>n per<br />

slachtoffer, welk strafm<strong>in</strong>imum door <strong>de</strong> rechtbank is verhoogd <strong>in</strong>dien er ten opzichte van dit<br />

slachtoffer sprake is geweest van ernstig geweld. Daarnaast heeft <strong>de</strong> rechtbank als strafverzwaren<strong>de</strong><br />

respectievelijk strafverm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren<strong>de</strong> omstandigheid aangemerkt <strong>de</strong> lengte van <strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />

waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> feiten zich hebben afgespeeld meegewogen. Ook heeft <strong>de</strong> rechtbank <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g<br />

genomen of sprake is geweest van verkracht<strong>in</strong>g, gedwongen borstvergrot<strong>in</strong>g, abortus als wettelijke<br />

strafverzwar<strong>in</strong>gsgrond, <strong>de</strong> rol die verdachte b<strong>in</strong>nen het geheel heeft gehad en eventuele<br />

recidive. Ver<strong>de</strong>r heeft <strong>de</strong> rechtbank als uitgangspunt voor <strong>de</strong>elname aan <strong>de</strong> crim<strong>in</strong>ele organisatie<br />

een gevangenisstraf van twaalf maan<strong>de</strong>n genomen en voor <strong>de</strong> verdachten die een leid<strong>in</strong>ggeven<strong>de</strong><br />

rol hebben vervuld een gevangenisstraf van 24 maan<strong>de</strong>n.’ 270<br />

De rechtbank legt bijvoorbeeld <strong>in</strong> één van die zaken 271 voor het me<strong>de</strong>plegen van mensenhan<strong>de</strong>l<br />

– art. 273f lid 1 sub1, sub 3, sub 4, sub 6 en sub 9 Sr – een gevangenisstraf op van acht<br />

maan<strong>de</strong>n. De rechtbank overweegt daarbij dat het slechts g<strong>in</strong>g om één vrouw, geduren<strong>de</strong> een<br />

‘relatief korte’ perio<strong>de</strong>, waarbij geen sprake was van ernstig geweld. De bewezen verklaar<strong>de</strong><br />

duur van <strong>de</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> was negen maan<strong>de</strong>n. Of dit een relatief korte perio<strong>de</strong> is hangt uiteraard<br />

af van waar het mee wordt vergeleken. Het is niet aannemelijk dat het slachtoffer <strong>de</strong>ze<br />

perio<strong>de</strong> – 270 dagen, zes dagen per week – als relatief kort heeft ervaren.<br />

De rechtbank Utrecht 272 overweegt eveneens bij <strong>de</strong> strafoplegg<strong>in</strong>g te betrekken, hetgeen voor<br />

soortgelijke <strong>de</strong>licten wordt opgelegd en legt voor een bewezen verklaar<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van vijf<br />

dagen gedwongen prostitutie van één slachtoffer 15 maan<strong>de</strong>n gevangenisstraf op.<br />

Ook <strong>de</strong> Rechtbank Amsterdam 273 zoekt <strong>in</strong> <strong>de</strong> straftoemet<strong>in</strong>g naar oriëntatiepunten en verwijst<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong>ze naar een eigen eer<strong>de</strong>r gewezen vonnis. 274 En legt uit waarom zij daar ook weer<br />

enigsz<strong>in</strong>s van afwijkt.<br />

268 Story, 2009.<br />

269 Rb. Almelo, <strong>11</strong> juli 2008, LJN: BD6957; LJN: 6960; LJN: BD6965; LJN: BD6969; LJN: BD6972 en LJN:<br />

BD6974 (Sneep).<br />

270 De manier waarop <strong>de</strong> Rb. Almelo naar <strong>de</strong> veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen van an<strong>de</strong>re colleges heeft gekeken blijkt niet uit<br />

<strong>de</strong>ze strafmotiver<strong>in</strong>g.<br />

271 Rb. Almelo, <strong>11</strong> juli 2008, LJN: BD6969.<br />

272 Rb. Utrecht, 16 juli 2007, LJN: BJ3128.<br />

273 Rb. Amsterdam, 9 juni 2009, LJN: BI6950.<br />

274 Rb. Amsterdam, 21 februari 2008, LJN: BC8624, <strong>in</strong> welk vonnis weer naar an<strong>de</strong>re uitspraken wordt verwezen.<br />

493


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

Op het <strong>de</strong>lict verkracht<strong>in</strong>g staat een straf van maximaal twaalf jaren en geldt als oriëntatiepunt<br />

24 maan<strong>de</strong>n. De strafbedreig<strong>in</strong>g voor verkracht<strong>in</strong>g is hoger dan die voor ongekwalificeer<strong>de</strong><br />

mensenhan<strong>de</strong>l – per 1 juli 2009 acht jaren. Verkracht<strong>in</strong>g wordt regelmatig gebruikt als<br />

dwangmid<strong>de</strong>l van mensenhan<strong>de</strong>l.<br />

De Rechtbank Almelo 275 overweegt <strong>in</strong> dit verband dat da<strong>de</strong>rs veelal eerst zelf seksueel contact<br />

met <strong>de</strong> vrouw hebben maar dat dit contact vooral lijkt te zijn bedoeld om te kunnen<br />

beoor<strong>de</strong>len of het slachtoffer geschikt is voor <strong>de</strong> prostitutie en tevens om haar weerstand<br />

tegen dit werk te breken en haar nog aanwezige gevoelens van eigenwaar<strong>de</strong> te verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren,<br />

waarna zij vervolgens <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie kan wor<strong>de</strong>n gebracht.<br />

In vier van <strong>de</strong> geanalyseer<strong>de</strong> vonnissen uit 2007 is verkracht<strong>in</strong>g als dwangmid<strong>de</strong>l van mensenhan<strong>de</strong>l<br />

bewezen verklaard, <strong>in</strong> één vonnis is verkracht<strong>in</strong>g niet alleen als dwangmid<strong>de</strong>l van<br />

mensenhan<strong>de</strong>l, maar ook als zelfstandig <strong>de</strong>lict bewezen verklaard 276 en <strong>in</strong> drie zaken is verkracht<strong>in</strong>g<br />

uitsluitend als zelfstandig <strong>de</strong>lict bewezen verklaard. Van <strong>de</strong>ze laatste drie zaken is<br />

<strong>in</strong> één zaak vrijgesproken voor mensenhan<strong>de</strong>l. Tabel <strong>11</strong>.26 geeft <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> <strong>de</strong> strafoplegg<strong>in</strong>gen<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong>ze vonnissen.<br />

277 278 279 280 281 282 283<br />

Tabel <strong>11</strong>.26 Strafoplegg<strong>in</strong>gen mensenhan<strong>de</strong>lzaken verband hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> met verkracht<strong>in</strong>g<br />

494<br />

284<br />

Verkracht<strong>in</strong>g zowel als dwangmid<strong>de</strong>l van<br />

mensenhan<strong>de</strong>l als als zelfstandig <strong>de</strong>lict<br />

Verkracht<strong>in</strong>g als zelfstandig <strong>de</strong>lict naast<br />

veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g voor mensenhan<strong>de</strong>l<br />

Verkracht<strong>in</strong>g als dwangmid<strong>de</strong>l van<br />

mensenhan<strong>de</strong>l<br />

Verkracht<strong>in</strong>g als zelfstandig <strong>de</strong>lict naast<br />

vrijspraak voor mensenhan<strong>de</strong>l<br />

Vonnis Onvoorwaar<strong>de</strong>lijk opgeleg<strong>de</strong><br />

gevangenisstraf <strong>in</strong> maan<strong>de</strong>n<br />

Rechtbank Utrecht 277 144,00<br />

Rechtbank Den Bosch 278 16,40<br />

Rechtbank Arnhem 279 42,00<br />

Rechtbank Amsterdam 280 24,00<br />

Rechtbank Amsterdam 281 15,00<br />

Rechtbank Amsterdam 282 18,00<br />

Rechtbank Utrecht 283 30,00<br />

Rechtbank Leeuwar<strong>de</strong>n 284 60,00<br />

275 Rb. Almelo, 2 maart 2007, niet gepubliceerd.<br />

276 Dit betreft twee verschillen<strong>de</strong> verkracht<strong>in</strong>gen van twee verschillen<strong>de</strong> slachtoffers, Rb. Utrecht, 25 juli 2007,<br />

LJN: BB0450.<br />

277 Rb. Utrecht, 25 juli 2007, LJN: BB0450.<br />

278 Rb. Den Bosch, 2 maart 2007, niet gepubliceerd.<br />

279 Rb. Arnhem, 12 <strong>de</strong>cember 2007, niet gepubliceerd.<br />

280 Rb. Amsterdam, 15 februari 2007, niet gepubliceerd.<br />

281 Rb. Amsterdam, 15 februari 2007, niet gepubliceerd.<br />

282 Rb. Amsterdam, 15 februari 2007, niet gepubliceerd.<br />

283 Rb. Utrecht, 27 maart 2007, niet gepubliceerd.<br />

284 Rb. Leeuwar<strong>de</strong>n, 18 oktober 2007, niet gepubliceerd.


<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

Opvallend is <strong>de</strong> relatief lage strafoplegg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het vonnis van <strong>de</strong> Rechtbank Den Bosch (2<br />

maart 2007) en <strong>de</strong> relatief hoge strafoplegg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het vonnis van <strong>de</strong> Rechtbank Leeuwar<strong>de</strong>n<br />

(18 oktober 2007). Deze vonnissen zijn met elkaar vergeleken. In Den Bosch g<strong>in</strong>g het om<br />

twee jonge meisjes van 17 en 18 jaar die bij verdachte wer<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rgebracht door een zekere<br />

U die van verdachte’s won<strong>in</strong>g een soort bor<strong>de</strong>el wil<strong>de</strong> maken. In ruil daarvoor zou verdachte<br />

vrij seks met <strong>de</strong> twee meisjes mogen hebben. Bewezen verklaard zijn mensenhan<strong>de</strong>l, mensenhan<strong>de</strong>l<br />

terwijl het slachtoffer bene<strong>de</strong>n <strong>de</strong> 18 jaar is en eenmalige verkracht<strong>in</strong>g van het<br />

eerste slachtoffer. Geen geweld, wel dwang door feitelijkhe<strong>de</strong>n, en <strong>de</strong> feiten hebben <strong>in</strong> het<br />

bestek van een week plaatsgevon<strong>de</strong>n. De eis is vier jaar gevangenisstraf. De rechtbank matigt<br />

<strong>de</strong> straf vanwege <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgeschikte rol van verdachte en zijn openheid tegen <strong>de</strong> politie<br />

en legt 672 dagen gevangenisstraf waarvan 180 dagen voorwaar<strong>de</strong>lijk op. Bij <strong>de</strong> Rechtbank<br />

Leeuwar<strong>de</strong>n betrof het een uitgeproce<strong>de</strong>er<strong>de</strong> Ch<strong>in</strong>ese ex-ama. Verdachte werd verweten dat<br />

hij geduren<strong>de</strong> vier en een halve maand meermalen <strong>in</strong> verenig<strong>in</strong>g het slachtoffer heeft verkracht<br />

en tevens hem geduren<strong>de</strong> die perio<strong>de</strong> zou hebben bewogen zich beschikbaar te stellen<br />

voor prostitutie. De OvJ eist acht jaar gevangenisstraf. De rechtbank spreekt verdachte vrij<br />

van <strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>l maar veroor<strong>de</strong>elt op grond van <strong>de</strong> verkracht<strong>in</strong>g. Er is enig geweld en er<br />

is sprake van specifieke recidive. De straf is vijf jaar.<br />

Hieron<strong>de</strong>r volgt nog een aantal voorbeel<strong>de</strong>n van strafoplegg<strong>in</strong>gen:<br />

Rechtbank Den Haag 285<br />

Er was één slachtoffer, <strong>de</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> duur<strong>de</strong> negen jaar, er was sprake van bizar en excessief<br />

geweld en blijvend letsel. De eis was drie jaar gevangenisstraf en TBS met dwangverpleg<strong>in</strong>g en<br />

het vonnis is vijf jaar gevangenisstraf.<br />

Rechtbank Den Haag 286<br />

Er was sprake van <strong>in</strong> totaal negen feiten, waarvan drie keer mensenhan<strong>de</strong>l ten aanzien van drie<br />

verschillen<strong>de</strong> slachtoffers en vijf keer gewelds<strong>de</strong>licten. In één van <strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>lfeiten was<br />

verkracht<strong>in</strong>g als dwangmid<strong>de</strong>l opgenomen. De <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>sperio<strong>de</strong>s waren respectievelijk vijf<br />

maan<strong>de</strong>n, en drie en twee weken. De eis was vier jaar gevangenisstraf waarvan één jaar voorwaar<strong>de</strong>lijk<br />

met <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re voorwaar<strong>de</strong> een agressieregulatie therapie te volgen. Het vonnis<br />

is conform.<br />

Rechtbank Zwolle-Lelystad 287<br />

De rechtbank veroor<strong>de</strong>elt op grond van één slachtoffer, 15 jaar oud, vijf bewezen verklaar<strong>de</strong><br />

feiten, waaron<strong>de</strong>r naast <strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>l ook een gewelddadige groepsverkracht<strong>in</strong>g.<br />

De <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> duur<strong>de</strong> 15 maan<strong>de</strong>n. De eis was zeven jaar, het vonnis 40 maan<strong>de</strong>n gevangenisstraf.<br />

Rechtbank Amsterdam 288<br />

Het gaat om twee slachtoffers, elk bijna twee en een half jaar <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie uitgebuit waarbij<br />

sprake was van een forse bedreig<strong>in</strong>g, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re met een pistool en het trappen tegen het<br />

lichaam van één slachtoffer. De eis is vier jaar gevangenisstraf en <strong>de</strong> rechtbank overweegt dat<br />

vier jaar teveel is nu <strong>de</strong> slachtoffers niet ook afhankelijk van drugs zijn gemaakt.<br />

285 Rb. Den Haag, 23 januari 2008, LJN: BC2583.<br />

286 Rb. Den Haag, 13 maart 2009, LJN: BH3317.<br />

287 Rb. Zwolle-Lelystad, 27 januari 2009, LJN: BH3317.<br />

288 Rb. Amsterdam, 21 <strong>de</strong>cember 2007, LJN: BC1037.<br />

495


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

496<br />

Rechtbank Den Haag 289<br />

Eén vrouw was opgesloten en we<strong>de</strong>rrechtelijk van haar vrijheid beroofd. Tevens werd verdachte<br />

veroor<strong>de</strong>eld <strong>de</strong>ze vrouw en een an<strong>de</strong>re vrouw te hebben getracht aan te werven met het oog<br />

op <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie. Er wordt vier jaar geëist en drie jaar opgelegd. Verdachte was<br />

niet lang daarvoor ook tot drie jaar gevangenisstraf terzake mensenhan<strong>de</strong>l veroor<strong>de</strong>eld.<br />

Rechtbank Utrecht 290<br />

De rechtbank oor<strong>de</strong>elt ten aanzien van een meisje, licht verstan<strong>de</strong>lijk gehandicapt, dat geduren<strong>de</strong><br />

an<strong>de</strong>rhalf jaar is uitgebuit <strong>in</strong> <strong>de</strong> escort door een echtpaar. Zij moest onbescherm<strong>de</strong> seks<br />

on<strong>de</strong>rgaan en werd ook als zodanig geadverteerd. De onbescherm<strong>de</strong> seks wordt bewezen verklaard<br />

als pog<strong>in</strong>g zwaar lichamelijk letsel. De OvJ vor<strong>de</strong>rt vier jaar gevangenisstraf en <strong>de</strong> rechtbank<br />

legt drie jaar op met een verwijz<strong>in</strong>g naar hetgeen zoal <strong>in</strong> dit soort zaken pleegt te wor<strong>de</strong>n<br />

opgelegd.<br />

Rechtbank Zwolle-Lelystad 291<br />

De rechtbank veroor<strong>de</strong>elt een verdachte ter zake het lidmaatschap van een crim<strong>in</strong>ele organisatie<br />

met als oogmerk het plegen van mensenhan<strong>de</strong>l, en het me<strong>de</strong>plegen van mensenhan<strong>de</strong>l.<br />

De twee slachtoffers kwamen uit Bulgarije, er was geen sprake van geweld. De duur van <strong>de</strong><br />

<strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> was respectievelijk vier en een halve en één maand. De rol van verdachte wordt kle<strong>in</strong><br />

<strong>in</strong>geschat en verdachte heeft zichzelf aangemeld bij <strong>de</strong> politie. Er was een transactie van <strong>11</strong>0<br />

uren taakstraf uitgegaan, <strong>de</strong> rechtbank legt <strong>11</strong>0 uren op.<br />

Rechtbank Amsterdam 292<br />

Het gaat om drie slachtoffers uit Polen, die respectievelijk negen, drie en twee maan<strong>de</strong>n zijn<br />

uitgebuit <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie, waarbij zij meermalen zijn verkracht, welke verkracht<strong>in</strong>g als dwangmid<strong>de</strong>l<br />

is ten laste gelegd. De OvJ vor<strong>de</strong>rt een gevangenisstraf van 24 maan<strong>de</strong>n. De rechtbank<br />

houdt reken<strong>in</strong>g met het feit dat verdachte op zitt<strong>in</strong>g blijk geeft tot <strong>in</strong>keer te zijn gekomen en<br />

legt 18 maan<strong>de</strong>n op.<br />

Rechtbank Den Haag 293<br />

Verdachte had <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze zaak vier vrouwen, respectievelijk negen, vijf en vier maan<strong>de</strong>n uitgebuit<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie, waarbij sommige van <strong>de</strong> slachtoffers tot onveilige seks wer<strong>de</strong>n gedwongen.<br />

Er was sprake van fors geweld. De OvJ eist zes jaar gevangenisstraf en <strong>de</strong> rechtbank legt 42<br />

maan<strong>de</strong>n gevangenisstraf op.<br />

Rechtbank Den Haag 294<br />

Een slachtoffer uit Roemenië is geduren<strong>de</strong> vier dagen uitgebuit. De OvJ eist vier maan<strong>de</strong>n<br />

waarvan twee voorwaar<strong>de</strong>lijk en <strong>de</strong> rechtbank vonnist terzake art. 273f lid 1 sub 1, 3 en 9 Sr<br />

conform, reken<strong>in</strong>g hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> met <strong>de</strong> korte duur van <strong>de</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>.<br />

Het bepalen van <strong>de</strong> strafmaat is lastig en een vergelijk<strong>in</strong>g van uitspraken zoals hierboven<br />

doet wellicht niet geheel recht aan <strong>de</strong> afweg<strong>in</strong>gen die daarbij wor<strong>de</strong>n gemaakt. Bovendien<br />

behelzen vele vonnissen meer<strong>de</strong>re <strong>de</strong>licten zodat niet is vast te stellen welk ge<strong>de</strong>elte van <strong>de</strong><br />

straf specifiek is geënt op <strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>lfeiten. Daarnaast spelen ook an<strong>de</strong>re zaken een<br />

rol zoals <strong>de</strong> houd<strong>in</strong>g van verdachte ter terechtzitt<strong>in</strong>g. Niettem<strong>in</strong> lijken voor <strong>de</strong> bestraff<strong>in</strong>g<br />

van het <strong>de</strong>lict 273f Sr oriëntatiepunten gewenst.<br />

289 Rb. Den Haag, 29 januari 2009, LJN: BC2949.<br />

290 Rb. Utrecht, 10 <strong>de</strong>cember 2008, LJ: BG6680.<br />

291 Rb. Zwolle-Lelystad 27 november 2008, LJN: BG5957.<br />

292 Rb. Amsterdam, 15 februari 2007, niet gepubliceerd.<br />

293 Rb. Den Haag, 20 april 2007, LJN: BA3485.<br />

294 Rb. Den Haag, 21 september 2007, LJN: BB4065.


<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

<strong>11</strong>.10 Scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>g en ontnem<strong>in</strong>g van we<strong>de</strong>rrechtelijk verkregen<br />

voor<strong>de</strong>el<br />

<strong>11</strong>.10.1 Vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen tot scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>g<br />

Als slachtoffers zich willen voegen als bena<strong>de</strong>el<strong>de</strong> partij op grond van artikelen 51a-51f Sv juncto<br />

artikel 361 Sv dan kunnen zij dit doen voor 295 of tij<strong>de</strong>ns 296 <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> strafzaak.<br />

Het voegen als bena<strong>de</strong>el<strong>de</strong> partij <strong>in</strong> het strafproces is een civiele vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van het slachtoffer<br />

<strong>in</strong>gebed <strong>in</strong> het strafproces. De vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g wordt dus beheerst door <strong>de</strong> materiële regels van<br />

het burgerlijke recht op grond van onrechtmatige daad. De rechter kan op verzoek van <strong>de</strong> bena<strong>de</strong>el<strong>de</strong><br />

partij, dan wel op vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> OvJ, dan wel ambtshalve <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>gsmaatregel<br />

opleggen. 297 Uit het jurispru<strong>de</strong>ntieon<strong>de</strong>rzoek <strong>in</strong> §<strong>11</strong>.10.2 blijkt dat <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>gsmaatregel<br />

bijna altijd samen met <strong>de</strong> toekenn<strong>in</strong>g van een vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g tot scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>g<br />

wordt opgelegd. Het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) neemt <strong>in</strong> geval van <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>gsmaatregel<br />

<strong>de</strong> <strong>in</strong>casso uit han<strong>de</strong>n van het slachtoffer. NRM5 (Zie hierover §4.4).<br />

In 2007 hebben 40 vermeen<strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>lslachtoffers 298 een vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g tot scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong>gediend. Drie vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen hou<strong>de</strong>n verband met zowel het ten laste geleg<strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>l<strong>de</strong>lict<br />

als met een an<strong>de</strong>r – gelijktijdig – ten laste gelegd <strong>de</strong>lict. Deze drie vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen<br />

zijn niet meegenomen aangezien niet dui<strong>de</strong>lijk is welk <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen betrekk<strong>in</strong>g<br />

heeft op <strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>l<strong>de</strong>licten. Uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk gaat het daarom om 37 (14%) van <strong>de</strong> 257 vermeen<strong>de</strong><br />

mensenhan<strong>de</strong>lslachtoffers uit 2007 (100%), die <strong>in</strong> eerste aanleg een vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g bena<strong>de</strong>el<strong>de</strong><br />

partij hebben <strong>in</strong>gediend uitsluitend verband hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> met ten laste geleg<strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>lfeiten.<br />

Van elf van <strong>de</strong>ze vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen is het gevor<strong>de</strong>r<strong>de</strong> bedrag onbekend 299 , waardoor<br />

slechts van <strong>in</strong> totaal 26 vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen het vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsbedrag genoemd is. 300<br />

De <strong>in</strong>gedien<strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen zijn soms uitgesplitst naar vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen van immateriële (26 keer,<br />

waarvan 19 bekend) en materiële aard (tussen <strong>de</strong> 17 en 21 keer 301 , waarvan 16 bekend). Echter,<br />

<strong>in</strong> sommige gevallen is beschreven dat het om zowel een immateriële als een materiële vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

gaat, maar hierbij blijkt niet uit het vonnis welk <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g immaterieel en<br />

welk <strong>de</strong>el materieel van aard is (elf keer, waarvan zeven bekend). In <strong>de</strong>ze paragraaf wordt <strong>in</strong><br />

dit geval gesproken van een gecomb<strong>in</strong>eer<strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g.<br />

295 Art. 51b, lid 1 Sr.<br />

296 Art. 51b, lid 2 Sr.<br />

297 Art. 36f Sr. De maatregel kan wor<strong>de</strong>n opgelegd <strong>in</strong>dien en voorzover <strong>de</strong> verdachte jegens het slachtoffer naar<br />

burgerlijk recht aansprakelijk is voor <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> die door het strafaar feit is toegebracht, art.36f lid 2 Sr.<br />

298 Eigenlijk 43 vermeen<strong>de</strong> mensenhan<strong>de</strong>lslachtoffers, maar drie van <strong>de</strong>ze vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen hou<strong>de</strong>n geen verband<br />

met het mensenhan<strong>de</strong>l<strong>de</strong>lict maar met een an<strong>de</strong>r gelijktijdig ten laste gelegd <strong>de</strong>lict, waardoor zij op <strong>de</strong>ze<br />

plaats buiten beschouw<strong>in</strong>g zijn gelaten.<br />

299 In <strong>de</strong>ze gevallen wordt <strong>in</strong> het vonnis uitsluitend verwezen naar een <strong>in</strong>gedien<strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g, maar is <strong>de</strong>ze <strong>in</strong> het<br />

vonnis niet gespecificeerd overgenomen.<br />

300 Bij het vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsbedrag wordt uitgegaan van het bedrag dat <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie door het slachtoffer is gevor<strong>de</strong>rd.<br />

301 Van één onbeken<strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g is zeker dat het om een materiële vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g gaat en van vier onbeken<strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen<br />

kan dit niet met zekerheid wor<strong>de</strong>n gesteld.<br />

497


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

In Tabel <strong>11</strong>.27 zijn <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> gevor<strong>de</strong>r<strong>de</strong> bedragen voor scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>gen opgenomen,<br />

waarbij on<strong>de</strong>rscheid is gemaakt naar vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen voor immateriële scha<strong>de</strong>, materiële<br />

scha<strong>de</strong>, comb<strong>in</strong>atie van materiële en immateriële scha<strong>de</strong> en <strong>de</strong> totale omvang van <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen.<br />

302 303 304 305 306 307 308 309<br />

Tabel <strong>11</strong>.27 Ingedien<strong>de</strong> beken<strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen tot scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>g<br />

Immateriële<br />

scha<strong>de</strong><br />

Materiële<br />

scha<strong>de</strong><br />

Comb<strong>in</strong>atie<br />

materiële en<br />

immateriële<br />

scha<strong>de</strong><br />

498<br />

Per beken<strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

(totaal €179.606,08)<br />

Per vonnis met alleen beken<strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen<br />

(totaal €179.606,08)<br />

Per beken<strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

(totaal €69.700,43)<br />

Per vonnis met alleen beken<strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen<br />

(totaal €69.700,43)<br />

Per beken<strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

(totaal €277.640)<br />

Per vonnis met alleen beken<strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen<br />

(totaal €261.640)<br />

Totaal Per beken<strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

(totaal €526.806,51)<br />

Per vonnis met alleen beken<strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen<br />

(totaal €510.806,51)<br />

Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> gevor<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>g<br />

M<strong>in</strong>imum Maximum<br />

€9.452,95 302 €300 €30.000<br />

€<strong>11</strong>.973,74 303 €300 €35.000<br />

€4.356,28 304 €50 €31.100<br />

€5.361,57 305 €50 €31.100<br />

€39.662,86 306 €2.500 €123.640<br />

€65.410 307 €2.500 €127.500<br />

€20.261,79 308 €350 €123.640<br />

€26.884,55 309 €350 €127.500<br />

Uit Tabel <strong>11</strong>.27 blijkt dat het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> immateriële gevor<strong>de</strong>r<strong>de</strong> bedrag €9.452,95 is, hetgeen<br />

meer dan het dubbele is van het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> materiële gevor<strong>de</strong>r<strong>de</strong> bedrag van €4.356,28. De<br />

gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> gecomb<strong>in</strong>eer<strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g (slechts gebaseerd op zeven vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen) is hiermee<br />

vergeleken opvallend hoog, namelijk €39.662,86, hetgeen verklaarbaar is door <strong>de</strong> outlier 310 :<br />

<strong>de</strong> maximale vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van €123.640 die hier<strong>in</strong> is opgenomen. In totaal is door <strong>de</strong> slachtoffers<br />

die een vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g hebben <strong>in</strong>gediend en van wie het vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsbedrag uit het vonnis<br />

302 N=19.<br />

303 SD en N respectievelijk 10778,48 en 15 (20 vonnisen waarvan vijf onbekend).<br />

304 N=16.<br />

305 SD en N respectievelijk 9050,66 en 13 (tussen <strong>de</strong> 14 en 16 vonnissen waarvan tussen <strong>de</strong> één en <strong>de</strong> drie onbekend).<br />

306 N=7.<br />

307 SD en N respectievelijk 69520,93 en 4 (zes vonnissen waarvan twee onbekend).<br />

308 N=26.<br />

309 SD en N respectievelijk 37685,47 en 19.<br />

310 Een outlier is een waar<strong>de</strong> die opvallend veel van het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> afwijkt en het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> zodoen<strong>de</strong> sterk<br />

kan beïnvloe<strong>de</strong>n, zeker wanneer het een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> op basis van een kle<strong>in</strong>e steekproef betreft. In dit geval is<br />

het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> gebaseerd op slechts zeven waar<strong>de</strong>n, waardoor <strong>de</strong> maximale vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van €123.640: oftewel<br />

<strong>in</strong> dit geval <strong>de</strong> outlier, het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> sterk omhoog haalt.


<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

bleek, gemid<strong>de</strong>ld €20.261,79 gevor<strong>de</strong>rd met een m<strong>in</strong>imumbedrag van €350 en een maximumbedrag<br />

van €123.640.<br />

De 37 <strong>in</strong>gedien<strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen zijn ver<strong>de</strong>eld over 26 vonnissen (24%) van <strong>de</strong> totaal 108 geanalyseer<strong>de</strong><br />

mensenhan<strong>de</strong>lvonnissen (100%). In zeven vonnissen is het totaal gevor<strong>de</strong>r<strong>de</strong> bedrag<br />

onbekend, waardoor slechts van 19 vonnissen het totale vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsbedrag genoemd is. Het<br />

gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> totale vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsbedrag per vonnis waar<strong>in</strong> één of meer slachtoffers een vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

hebben <strong>in</strong>gediend die alle bekend zijn is €26.884,55, met een m<strong>in</strong>imumbedrag van €350<br />

en een maximumbedrag van €127.500.<br />

De hoogste vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 2007 was <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong>:<br />

Rechtbank Den Haag 3<strong>11</strong><br />

‘(slachtoffer), (...), heeft zich als bena<strong>de</strong>el<strong>de</strong> partij gevoegd ter zake van <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g tot scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>g,<br />

groot €123.640. Deze vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g is <strong>de</strong>els door <strong>de</strong> bij het voeg<strong>in</strong>gsformulier gevoeg<strong>de</strong><br />

en ter zitt<strong>in</strong>g overleg<strong>de</strong> beschei<strong>de</strong>n gestaafd, terwijl dat ge<strong>de</strong>elte van <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g, dat<br />

eenvoudig van aard is, rechtstreeks – naar uit het on<strong>de</strong>rzoek ter terechtzitt<strong>in</strong>g is gebleken –<br />

haar grondslag v<strong>in</strong>dt <strong>in</strong> het on<strong>de</strong>r 1 aan verdachte ten laste geleg<strong>de</strong> en bewezen verklaar<strong>de</strong> feit.<br />

De rechtbank zal <strong>de</strong>rhalve bepalen dat <strong>de</strong> bena<strong>de</strong>el<strong>de</strong> partij ge<strong>de</strong>eltelijk ontvankelijk is <strong>in</strong> haar<br />

vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g en zal <strong>de</strong>ze vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>de</strong>els toewijzen.<br />

De rechtbank zal <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> bena<strong>de</strong>el<strong>de</strong> partij toewijzen: - voor zover <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

betrekk<strong>in</strong>g heeft op <strong>de</strong> gele<strong>de</strong>n immateriële scha<strong>de</strong>, tot een bedrag van €5.000, bij wijze van<br />

voorschot; - voor zover <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g betrekk<strong>in</strong>g heeft op <strong>de</strong> gemaakte reiskosten voor het doen<br />

van aangifte, te weten €140.<br />

De rechtbank zal <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> bena<strong>de</strong>el<strong>de</strong> partij voor het overige niet-ontvankelijk<br />

verklaren, aangezien dat ge<strong>de</strong>elte van <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g niet van zo eenvoudige aard is dat zij<br />

zich leent voor behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het strafged<strong>in</strong>g. Tevens wordt <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>gsmaatregel<br />

opgelegd.<br />

De aard van <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen (immaterieel, materieel) is meestal niet ver<strong>de</strong>r gespecificeerd<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> vonnissen. Slechts van zeven vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen is meer <strong>in</strong>formatie <strong>in</strong> <strong>de</strong> vonnissen te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n<br />

over <strong>de</strong> achtergrond dan wel on<strong>de</strong>rbouw<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. Twee keer is immateriële<br />

scha<strong>de</strong> gevor<strong>de</strong>rd omdat het slachtoffer door het <strong>de</strong>lict lichamelijk letsel had opgelopen. Materiële<br />

scha<strong>de</strong> is drie keer gevor<strong>de</strong>rd als ge<strong>de</strong>rf<strong>de</strong> <strong>in</strong>komsten/ontnomen gel<strong>de</strong>n en twee keer<br />

als een vergoed<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> kosten voor rechtsbijstand.<br />

<strong>11</strong>.10.2 Toekenn<strong>in</strong>gen van vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen tot scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>g<br />

Van <strong>de</strong> 37 <strong>in</strong>gedien<strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen (100%) zijn 21 (57%) toegekend, waarvan twee vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen<br />

geheel en 19 <strong>de</strong>els.<br />

In Tabel <strong>11</strong>.28 zijn <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> toegeken<strong>de</strong> scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>gen te zien uitgesplitst naar<br />

immaterieel, materieel, <strong>de</strong> comb<strong>in</strong>atie daarvan en totaal.<br />

3<strong>11</strong> Rb. Den Haag, 20 augustus 2007, LJN: BB2033.<br />

499


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

312 313 314 315 316 317 318 319<br />

Tabel <strong>11</strong>.28 Toegeken<strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen tot scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>g<br />

Immaterieel<br />

(totaal €64.050)<br />

Materieel<br />

(totaal €20.372)<br />

Comb<strong>in</strong>atie<br />

(totaal €8.000)<br />

Totaal<br />

(totaal €92.422)<br />

500<br />

Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> toegeken<strong>de</strong><br />

scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>g<br />

M<strong>in</strong>imum Maximum<br />

Per (<strong>de</strong>els) toegeken<strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g €3.558,33 312 €300 €12.500<br />

Per vonnis waar<strong>in</strong> is toegekend €4.926,92 313 €300 €12.500<br />

Per (<strong>de</strong>els) toegeken<strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g €5.093 314 €70 €20.092<br />

Per vonnis waar<strong>in</strong> is toegekend €5.093 315 €70 €20.092<br />

Per (<strong>de</strong>els) toegeken<strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g €8.000 316 €8.000 €8.000<br />

Per vonnis waar<strong>in</strong> is toegekend €8.000 317 €8.000 €8.000<br />

Per (<strong>de</strong>els) toegeken<strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g €4.401,05 318 €70 €27.592<br />

Per vonnis waar<strong>in</strong> is toegekend €5.776,38 319 €70 €27.592<br />

Uit Tabel <strong>11</strong>.28 blijkt dat het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> materiële toegeken<strong>de</strong> bedrag van €5.093 opvallend<br />

hoog is, zowel <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g tot het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> immateriële toegeken<strong>de</strong> bedrag van<br />

€3.558,33, als <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g tot het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> materiële gevor<strong>de</strong>r<strong>de</strong> bedrag van €4.356,28.<br />

Dit is te verklaren door het feit dat slechts vier (25%) van <strong>de</strong> <strong>in</strong> totaal 16 materiële vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen<br />

(100%) (<strong>de</strong>els) zijn toegekend, waaron<strong>de</strong>r één toekenn<strong>in</strong>g van €20.092. In totaal is aan<br />

<strong>de</strong> slachtoffers die hun vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g tot scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>g (<strong>de</strong>els) toegekend hebben gekregen<br />

gemid<strong>de</strong>ld een bedrag van €4.401,05 toegekend, met een m<strong>in</strong>imumbedrag van €70 en een<br />

maximumbedrag van €27.592.<br />

De 21 toegeken<strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen zijn ver<strong>de</strong>eld over 16 vonnissen (84%) van <strong>de</strong> totaal 19 vonnissen<br />

waar<strong>in</strong> een vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g tot scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>g uitsluitend met betrekk<strong>in</strong>g tot mensenhan<strong>de</strong>l<br />

is <strong>in</strong>gediend (100%). Het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> totale bedrag dat per vonnis is toegekend waar<strong>in</strong><br />

één of meer slachtoffers een vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g hebben toegekend gekregen is €5.776,38 met een m<strong>in</strong>imumbedrag<br />

van €70 en een maximumbedrag van €27.592.<br />

De hoogste toekenn<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 2007 was <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong>:<br />

Rechtbank Zwolle-Lelystad 320<br />

‘Bij het on<strong>de</strong>rzoek ter terechtzitt<strong>in</strong>g is komen vast te staan, dat <strong>de</strong> bena<strong>de</strong>el<strong>de</strong> partij (...) rechtstreeks<br />

scha<strong>de</strong> heeft gele<strong>de</strong>n ten gevolge van <strong>de</strong> ten laste van verdachte on<strong>de</strong>r 1 en 2 bewezen<br />

verklaar<strong>de</strong> feiten. De hoogte van die scha<strong>de</strong> is, gelet op <strong>de</strong> <strong>in</strong>houd van het “voeg<strong>in</strong>gsformulier<br />

312 N=18.<br />

313 Sd. en N respectievelijk 3720,25 en 13.<br />

314 N=4.<br />

315 Sd. en N respectievelijk 9999,39 en 4.<br />

316 N=1.<br />

317 N=1.<br />

318 N=21.<br />

319 Sd. en N respectievelijk 6919,95 en 16.<br />

320 Rb. Zwolle-Lelystad, 24 mei 2007, niet gepubliceerd.


<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

bena<strong>de</strong>el<strong>de</strong> partij <strong>in</strong> het strafproces” en gelet op hetgeen tij<strong>de</strong>ns het on<strong>de</strong>rzoek ter terechtzitt<strong>in</strong>g<br />

naar voren is gekomen, genoegzaam komen vast te staan tot een bedrag van €27.592<br />

(€20.000 aan materiële scha<strong>de</strong>, €7.500 aan immateriële scha<strong>de</strong> en €92 aan rechtsbijstandkosten),<br />

vermeer<strong>de</strong>rd met <strong>de</strong> kosten die – tot op he<strong>de</strong>n – wor<strong>de</strong>n begroot op nihil.<br />

De vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> bena<strong>de</strong>el<strong>de</strong> partij, die <strong>in</strong> die vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g ontvankelijk is, is <strong>in</strong> dier voege<br />

toewijsbaar.<br />

De vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> bena<strong>de</strong>el<strong>de</strong> partij (...) is naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> rechtbank voor wat het<br />

meer gevor<strong>de</strong>r<strong>de</strong> betreft niet van zo eenvoudige aard dat <strong>de</strong>ze zich leent voor behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />

het strafged<strong>in</strong>g. De rechtbank zal <strong>de</strong>rhalve bepalen dat <strong>de</strong> bena<strong>de</strong>el<strong>de</strong> partij <strong>in</strong> die vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

voor dat <strong>de</strong>el niet ontvankelijk is en dat <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g voor dat <strong>de</strong>el slechts bij <strong>de</strong> burgerlijke<br />

rechter kan wor<strong>de</strong>n aangebracht.<br />

De rechtbank zal voorts terzake van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r 1 en 2 bewezen verklaar<strong>de</strong> feiten aan <strong>de</strong> verdachte<br />

op <strong>de</strong> voet van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht <strong>de</strong> verplicht<strong>in</strong>g opleggen tot<br />

betal<strong>in</strong>g aan <strong>de</strong> Staat van bovengenoem<strong>de</strong> geldsom van €27.592 ten behoeve van het slachtoffer<br />

(...).’<br />

De aard van <strong>de</strong> toegeken<strong>de</strong> scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>g (immaterieel, materieel) is niet altijd ver<strong>de</strong>r<br />

gespecificeerd <strong>in</strong> <strong>de</strong> vonnissen. 321 18 keer is meer <strong>in</strong>formatie <strong>in</strong> <strong>de</strong> vonnissen te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n met<br />

betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> aard van <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>g.<br />

Elf keer is immateriële scha<strong>de</strong> aan het slachtoffer toegekend omdat <strong>de</strong>ze scha<strong>de</strong> naar billijkheid<br />

is vastgesteld, drie keer omdat het bewezen geachte <strong>de</strong>lict een <strong>in</strong>breuk op <strong>de</strong> lichamelijke<br />

en psychische <strong>in</strong>tegriteit van het slachtoffer heeft gemaakt en twee keer omdat vast is<br />

komen te staan dat het betreffen<strong>de</strong> feit scha<strong>de</strong> aan het slachtoffer heeft berokkend. Materiële<br />

scha<strong>de</strong> is één keer toegekend voor vergoed<strong>in</strong>g van reiskosten voor het doen van aangifte en<br />

één keer voor vergoed<strong>in</strong>g voor rechtsbijstand.<br />

Bij alle 21 (<strong>de</strong>els) toegeken<strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen tot scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>g heeft <strong>de</strong> rechter een scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>gsmaatregel<br />

opgelegd. Dit houdt <strong>in</strong> dat <strong>de</strong> Staat het bedrag <strong>in</strong>t ten behoeve van het<br />

slachtoffer (zie §4.4).<br />

<strong>11</strong>.10.3 Motiver<strong>in</strong>g van afwijz<strong>in</strong>g en niet-ontvankelijkverklar<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen<br />

Van <strong>de</strong> 37 <strong>in</strong>gedien<strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen tot scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>g uitsluitend verband hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> met<br />

mensenhan<strong>de</strong>lfeiten zijn 35 vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>de</strong>els (19) of geheel (16) niet toegekend. Deze vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen<br />

zijn dan (<strong>de</strong>els) afgewezen of (<strong>de</strong>els) niet-ontvankelijk verklaard. Vijf keer is het<br />

voorgekomen dat een vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g zowel <strong>de</strong>els werd afgewezen als <strong>de</strong>els niet-ontvankelijk werd<br />

verklaard. De genoem<strong>de</strong> gron<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> vonnissen voor <strong>de</strong> afwijz<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> niet-ontvankelijkheidsverklar<strong>in</strong>gen<br />

zijn te zien <strong>in</strong> Tabel <strong>11</strong>.29.<br />

321 Uit het voeg<strong>in</strong>gsformulier is dit on<strong>de</strong>rscheid wel te halen. Er heeft echter geen dossieron<strong>de</strong>rzoek plaatsgevon<strong>de</strong>n.<br />

501


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

322 323<br />

Tabel <strong>11</strong>.29 Gron<strong>de</strong>n van afwijz<strong>in</strong>g/niet-ontvankelijkheid<br />

N=35<br />

502<br />

N %<br />

Vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g is niet eenvoudig van aard (niet-ontvankelijk) 21(+5 322 ) 60%(+14% 323 )<br />

Vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g ziet niet op een bewezen verklaard feit (afwijz<strong>in</strong>g) 6 17%<br />

Scha<strong>de</strong> is niet aan verdachte toe te rekenen (afwijz<strong>in</strong>g) 5 14%<br />

Vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g is te hoog (afwijz<strong>in</strong>g) 3 9%<br />

Totaal 35 100%<br />

Uit Tabel <strong>11</strong>.29 blijkt dat het grootste ge<strong>de</strong>elte van <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen (<strong>de</strong>els) niet wordt toegekend<br />

omdat <strong>de</strong> <strong>in</strong>gedien<strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g niet van zo eenvoudige aard is dat het geschikt is om te wor<strong>de</strong>n<br />

meegenomen <strong>in</strong> het betreffen<strong>de</strong> strafproces. Een slachtoffer kan dan alsnog (dat <strong>de</strong>el van) <strong>de</strong><br />

vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g bij <strong>de</strong> civiele rechter <strong>in</strong>dienen. Indien een vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g (<strong>de</strong>els) wordt afgewezen op één<br />

van <strong>de</strong> drie gron<strong>de</strong>n zoals <strong>in</strong> <strong>de</strong> tabel uiteengezet, bestaat <strong>de</strong>ze mogelijkheid niet meer.<br />

<strong>11</strong>.10.4 De ontnem<strong>in</strong>gsvor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

Met <strong>de</strong> <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Plukze wetgev<strong>in</strong>g ontstond <strong>de</strong> mogelijkheid het we<strong>de</strong>rrechtelijk verkregen<br />

voor<strong>de</strong>el te ontnemen aan <strong>de</strong> veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> 324 . Op vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> OvJ kan <strong>de</strong> rechter<br />

aan <strong>de</strong> veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> <strong>de</strong> ontnem<strong>in</strong>gsmaatregel opleggen. Dit gebeurt bij een afzon<strong>de</strong>rlijke<br />

rechterlijke besliss<strong>in</strong>g 325 . Dit houdt evenwel niet <strong>in</strong> dat <strong>de</strong> ontnem<strong>in</strong>gsvor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g niet gelijktijdig<br />

met <strong>de</strong> srafzaak (hoofdzaak) kan wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld 326 . Vaak echter, zeker bij <strong>de</strong> meer<br />

omvangrijke en <strong>in</strong>gewikkel<strong>de</strong> zaken, zal <strong>de</strong> ontnem<strong>in</strong>gsvor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g later wor<strong>de</strong>n aangebracht.<br />

De OvJ moet tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> strafzaak, vóór het requisitoir, aangeven of een ontnem<strong>in</strong>gsvor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

wordt <strong>in</strong>gediend. De rechter schat vervolgens <strong>in</strong> <strong>de</strong> ontnem<strong>in</strong>gszaak het we<strong>de</strong>rrechtelijk<br />

verkregen voor<strong>de</strong>el dat veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> met het strafbare feit heeft verkregen. 327<br />

De OvJ zal over het algemeen een f<strong>in</strong>ancieel rapport <strong>in</strong>brengen ter on<strong>de</strong>rbouw<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. 328<br />

322 De vijf vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen die <strong>de</strong>els zijn afgewezen en <strong>de</strong>els niet-ontvankelijk zijn verklaard, zijn dit op grond van<br />

‘scha<strong>de</strong> niet aan verdachte toe te rekenen’, respectievelijk ‘vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g niet eenvoudig van aard’. In <strong>de</strong>ze tabel<br />

zijn <strong>de</strong>ze vijf vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen opgenomen <strong>in</strong> <strong>de</strong> afwijz<strong>in</strong>gsgrond ‘scha<strong>de</strong> niet aan verdachte toe te rekenen’. Echter,<br />

eigenlijk behoren ze tevens <strong>de</strong>els bij <strong>de</strong> niet-ontvankelijkheidsgrond. Aangezien dit zou lei<strong>de</strong>n tot een<br />

totaalpercentage van <strong>11</strong>4% is ervoor gekozen <strong>de</strong>ze vijf vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen op weergegeven manier alleen tussen<br />

haakjes bij <strong>de</strong> niet-ontvankelijkheidsgrond te noemen.<br />

323 Zie voorgaan<strong>de</strong> voetnoot.<br />

324 De achterliggen<strong>de</strong> gedachte van het wegnemen van het we<strong>de</strong>rrechtelijk verkregen voor<strong>de</strong>el is om een signaal<br />

af te geven dat misdaad niet loont en crim<strong>in</strong>elen daar te raken waar zij het ook voelen: <strong>in</strong> hun portemonnee.<br />

325 Art. 36e lid 1 Sr.<br />

326 Kamerstukken II 1992/93, 21 504 en 22 083, p.2.<br />

327 Art. 36e lid 4 Sr.<br />

328 Hof Arnhem, 19 maart 2008, LJN: BC7232. Het Hof overweegt dat er geen wettelijke bepal<strong>in</strong>g is die aangeeft<br />

op welke manier het OM het ontnem<strong>in</strong>gsdossier feitelijk vorm <strong>de</strong>nkt te geven doch dat het wel op <strong>de</strong> weg van


<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

In NRM5 is reeds aangegeven dat bij mensenhan<strong>de</strong>lzaken ook altijd f<strong>in</strong>ancieel gerechercheerd<br />

moet wor<strong>de</strong>n (en dit is <strong>in</strong> <strong>de</strong> Aanwijz<strong>in</strong>g mensenhan<strong>de</strong>l opgenomen). In <strong>de</strong> bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> ontnem<strong>in</strong>gszaken<br />

gaat het veelal om <strong>de</strong> door het slachtoffer <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie verdien<strong>de</strong> geld, met<br />

aftrek van gemaakte kosten, die <strong>in</strong> directe relatie staan tot het <strong>de</strong>lict. 329 De rechter heeft bij<br />

<strong>de</strong> bepal<strong>in</strong>g daarvan een grote vrijheid. Een exorbitante levensstijl behoeft hier niet on<strong>de</strong>r te<br />

vallen. 330 De rechtbank Den Haag 331 wees een ontnem<strong>in</strong>gsvor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g toe tot een bedrag van<br />

€108.000 en berekent dit zoals hieron<strong>de</strong>r geïllustreerd aan <strong>de</strong> hand van het aantal slachtoffers,<br />

<strong>de</strong> gewerkte dagen, het (geschatte) aantal klanten en <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

prostitutie, met aftrek van kosten.<br />

Aangeefster [A]<br />

1. Veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> heeft aangeefster voor zich laten werken van <strong>11</strong> oktober 2006 tot en met 1 november<br />

2006, dit zijn drie weken;<br />

2. aangeefster had twee klanten per dag;<br />

3. aangeefster vroeg €100 per klant;<br />

4. hoewel aangeefster verklaart dat zij dagelijks werkte is uit gegaan van zes werkdagen.<br />

Aangeefster [B]<br />

5. Veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> heeft aangeefster voor zich laten werken van mei 2006 tot en met 20 november<br />

2006, dit zijn <strong>de</strong>rtig weken.<br />

6. aangeefster ontv<strong>in</strong>g zes klanten per dag;<br />

7. aangeefster ontv<strong>in</strong>g €100 per klant.<br />

8. <strong>in</strong> <strong>de</strong> bereken<strong>in</strong>g is uitgegaan van zes werkdagen per week.<br />

Kosten.<br />

9. Aangeefsters verklaar<strong>de</strong>n dat veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> hun werkbenodigdhe<strong>de</strong>n zoals condooms,<br />

sponsjes en l<strong>in</strong>gerie voor ze kocht. Verbalisant stelt <strong>de</strong>ze kosten op €1.000;<br />

10. <strong>de</strong> afspraken met klanten wer<strong>de</strong>n telefonisch gemaakt en ook controleer<strong>de</strong> verdachte <strong>de</strong><br />

vrouwen telefonisch. Verbalisant stelt <strong>de</strong>ze kosten op €1.000;<br />

<strong>11</strong>. <strong>de</strong> rechtbank heeft geconstateerd dat bei<strong>de</strong> aangeefsters verklaren dat veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> hen geld<br />

gaf voor boodschappen en soms ook voor uitgaan. De rechtbank zal <strong>de</strong>ze kosten stellen op<br />

€1.600<br />

Voor<strong>de</strong>el [A]:<br />

drie weken x zes dagen x twee klanten x €100 = €3.600<br />

Voor<strong>de</strong>el [B]:<br />

30 weken x zes dagen x zes klanten x €100 = €108.000<br />

Kosten:<br />

1000 + 1000 + 1600 = €3.600<br />

het OM ligt een <strong>de</strong>rgelijke bereken<strong>in</strong>g te maken.<br />

329 HR, 5 februari 2008, LJN: BC2913.<br />

330 HR, 27 mei 2008, LJN: BC7961.<br />

331 Rb. Den Haag, 29 april 2008, LJN: BI4830. Ook an<strong>de</strong>re rechtbanken leg<strong>de</strong>n forse ontnem<strong>in</strong>gsmaatregelen<br />

op. Zie <strong>in</strong> dit verband Rb. Utrecht, 24 juni 2008, LJN: BE9470 (€49.544), Rb. Den Bosch, 15 <strong>de</strong>cember<br />

2008, LJN: BG6328 (€37.971) (overigens brengt <strong>de</strong> rechtbank <strong>de</strong> verplicht<strong>in</strong>g om aan <strong>de</strong> bena<strong>de</strong>el<strong>de</strong> partij<br />

een bedrag €13.215 te betalen (zie art. 36f Sr) <strong>in</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. Het vonnis van <strong>de</strong> Rb. Den Bosch, noch het arrest<br />

van het Hof Den Bosch is <strong>in</strong> <strong>de</strong> hoofdzaak gepubliceerd zodat niet nagegaan kan wor<strong>de</strong>n hoe <strong>de</strong> hoogte van<br />

<strong>de</strong> toegeken<strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> bena<strong>de</strong>el<strong>de</strong> partij is vastgesteld), en Rb. Utrecht, 10 <strong>de</strong>cember 2008, LJN:<br />

BG6683 (€18.641).<br />

503


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

Uit Tabel <strong>11</strong>.28 blijkt dat <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> toegeken<strong>de</strong> scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>g aan slachtoffers daar<br />

niet vaak en niet <strong>in</strong> die mate bij <strong>in</strong> <strong>de</strong> buurt komt. Vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen voor materiële scha<strong>de</strong> betreffend<br />

ge<strong>de</strong>rf<strong>de</strong> <strong>in</strong>komsten wor<strong>de</strong>n veelal als niet van eenvoudige aard niet ontvankelijk<br />

verklaard.<br />

Toch zijn er ook voorbeel<strong>de</strong>n van toekenn<strong>in</strong>gen van vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen bena<strong>de</strong>el<strong>de</strong> partij wegens<br />

ge<strong>de</strong>rf<strong>de</strong> <strong>in</strong>komsten zoals <strong>de</strong> Rechtbank Utrecht 332 waarbij <strong>de</strong> rechtbank kennelijk zon<strong>de</strong>r<br />

f<strong>in</strong>ancieel rapport <strong>de</strong> ge<strong>de</strong>rf<strong>de</strong> <strong>in</strong>komsten berekent (het g<strong>in</strong>g om perio<strong>de</strong>s van vijf, respectievelijk,<br />

zeven dagen). De rechtbank wijst ook een bedrag toe voor het verwij<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong><br />

tatoeages. De Rechtbank Utrecht 333 , <strong>in</strong> een an<strong>de</strong>re zaak, kent een bedrag van €33.309,85 toe<br />

ter zake ge<strong>de</strong>rf<strong>de</strong> <strong>in</strong>komsten. De rechtbank beschikt <strong>in</strong> die zaak over een f<strong>in</strong>ancieel rapport,<br />

waaruit als <strong>in</strong>komsten is vermeld een bedrag van €95.171. De rechtbank wijst daarvan 35%<br />

toe als ge<strong>de</strong>rf<strong>de</strong> <strong>in</strong>komsten, nu het slachtoffer als zij voor een legitiem escortbureau had gewerkt<br />

niet méér zou hebben verdiend.<br />

Vervolgens beslist <strong>de</strong> rechtbank op <strong>de</strong> ontnem<strong>in</strong>gsvor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g waarbij ten aanzien van <strong>de</strong> gemaakte<br />

kosten wordt aangesloten bij het opgestel<strong>de</strong> rapport <strong><strong>in</strong>zake</strong> het strafrechtelijk f<strong>in</strong>ancieel<br />

on<strong>de</strong>rzoek.<br />

De rechtbank begroot <strong>de</strong> aftrekbare kosten op totaal €24.578 terzake autokosten, werkkled<strong>in</strong>g<br />

en huisvest<strong>in</strong>g en stelt het we<strong>de</strong>rrechtelijk verkregen voor<strong>de</strong>el op €70.593,00 vast. De<br />

rechtbank overweegt voorts:<br />

“In <strong>de</strong> hoofdzaak heeft <strong>de</strong> rechtbank 35% van <strong>de</strong> bruto-opbrengst toegerekend aan <strong>de</strong> bena<strong>de</strong>el<strong>de</strong><br />

partij [slachtoffer], als zijn<strong>de</strong> haar <strong>de</strong>el <strong>in</strong> <strong>de</strong> verdiensten/werkzaamhe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

prostitutie, te weten een bedrag van €33.309,85. Naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> rechtbank dient<br />

dit bedrag <strong>in</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>in</strong>g te wor<strong>de</strong>n gebracht op het voor<strong>de</strong>el van €70.593,00. Derhalve stelt<br />

<strong>de</strong> rechtbank het totale we<strong>de</strong>rrechtelijk verkregen voor<strong>de</strong>el vast op €37.283,15”. Dit bedrag<br />

komt dus toe aan <strong>de</strong> Staat en betreft <strong>de</strong> door het slachtoffer verdien<strong>de</strong> <strong>in</strong>komsten. Dit kan<br />

toch niet <strong>de</strong> bedoel<strong>in</strong>g zijn.<br />

In een eer<strong>de</strong>r besproken zaak uit Utrecht 334 had <strong>de</strong> rechtbank een bedrag van €45.000 als<br />

eenvoudig te beoor<strong>de</strong>len toegekend. Het slachtoffer was voor dat bedrag verkocht aan een<br />

an<strong>de</strong>re mensenhan<strong>de</strong>laar. Dat dat we<strong>de</strong>rrechtelijk verkregen voor<strong>de</strong>el aan verdachte moet<br />

wor<strong>de</strong>n ontnomen is hel<strong>de</strong>r, maar of het een op dat bedrag waar<strong>de</strong>erbare scha<strong>de</strong> van het<br />

slachtoffer is is <strong>de</strong> vraag.<br />

332 Rb. Utrecht, 16 juli 2009, LJN: BJ3128.<br />

333 Rb. Utrecht, 10 <strong>de</strong>cember 2008, LJN: BG6680. In twee strafzaken van gedwongen prostitutie (twee verdachten,<br />

zelf<strong>de</strong> feitenrelaas) behan<strong>de</strong>lt <strong>de</strong> Rb. Utrecht (bei<strong>de</strong> van 10 <strong>de</strong>cember 2008, LJN: BG6680, BG6681,<br />

BG6682 en BG6683) ook <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> bena<strong>de</strong>el<strong>de</strong> partij en tevens <strong>de</strong> ontnem<strong>in</strong>gsvor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g.<br />

De rechtbank neemt hier uitdrukkelijk het strafrechtelijk f<strong>in</strong>ancieel on<strong>de</strong>rzoek als uitgangspunt voor haar<br />

bereken<strong>in</strong>g. Het strafrechtelijk f<strong>in</strong>ancieel on<strong>de</strong>rzoek bevat on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re notities die het slachtoffer zelf heeft<br />

bijgehou<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> agenda die door <strong>de</strong> verdachte en me<strong>de</strong>verdachte is bijgehou<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> dat zij het<br />

slachtoffer tewerk stel<strong>de</strong> als prostituee.<br />

334 Rb. Utrecht, 25 juli 2007, LJN: BB0450.<br />

504


<strong>11</strong>.10.5 Verbeterpunten<br />

<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

De praktijk blijkt dus voor slachtoffers van mensenhan<strong>de</strong>l die hun ge<strong>de</strong>rf<strong>de</strong> <strong>in</strong>komsten uit<br />

seksuele <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> willen vor<strong>de</strong>ren weerbarstig te zijn. Uit bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen van het jurispru<strong>de</strong>ntieon<strong>de</strong>rzoek<br />

(zie §<strong>11</strong>.10.1) komt naar voren dat slechts 14% (N=35) van het totale aantal<br />

slachtoffers (N=257) een vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g tot scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>g heeft <strong>in</strong>gediend. Van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhavige<br />

veertien procent werd een beperkt aantal vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk door <strong>de</strong> rechter toegewezen;<br />

het overgrote <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen tot scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>g werd slechts ge<strong>de</strong>eltelijk<br />

of niet toegewezen. 335<br />

Uit <strong>de</strong> toegewezen ontnem<strong>in</strong>gszaken blijkt dat het f<strong>in</strong>ancieel rapport voor <strong>de</strong> rechter een<br />

belangrijke bijdrage vormt voor het vaststellen van <strong>de</strong> <strong>in</strong>komsten uit <strong>de</strong> prostitutie. Met een<br />

<strong>de</strong>rgelijk f<strong>in</strong>ancieel rapport zou <strong>de</strong> materiële scha<strong>de</strong> van het slachtoffer eenvoudiger kunnen<br />

wor<strong>de</strong>n vastgesteld, zoals uit eer<strong>de</strong>r beschreven voorbeeld blijkt.<br />

Om <strong>de</strong> positie van het slachtoffer hier<strong>in</strong> te verbeteren, zou het f<strong>in</strong>ancieel rapport (ook) ten<br />

dienste moeten staan van het slachtoffer. Dit zou bijvoorbeeld kunnen door dit rapport<br />

reeds bij <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> hoofdzaak aan het strafdossier toe te voegen, dan wel aan<br />

het slachtoffer ter beschikk<strong>in</strong>g te stellen. Ook zou, <strong>in</strong> geval van een vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g tot ontnem<strong>in</strong>g<br />

van we<strong>de</strong>rrechtelijk verkregen voor<strong>de</strong>el, <strong>de</strong> ontnem<strong>in</strong>gsvor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g standaard gelijktijdig met<br />

<strong>de</strong> strafzaak kunnen wor<strong>de</strong>n aangebracht, opdat <strong>de</strong> rechter die oor<strong>de</strong>elt over <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

bena<strong>de</strong>el<strong>de</strong> partij direct kennis draagt van het f<strong>in</strong>ancieel rapport. Omdat dit laatste niet altijd<br />

gebeurt, zou daarnaast <strong>de</strong> mogelijkheid moeten wor<strong>de</strong>n gecreëerd <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g bena<strong>de</strong>el<strong>de</strong><br />

partij - <strong>in</strong>gediend tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> strafzaak - aan te hou<strong>de</strong>n ter gelijktijdige behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g met <strong>de</strong><br />

ontnem<strong>in</strong>gsvor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. Hiertoe zou <strong>de</strong> wet moeten wor<strong>de</strong>n aangepast.<br />

Uit het rapport Compensation for Trafficked and Exploited Persons <strong>in</strong> the OSCE Region van<br />

<strong>de</strong> OVSE (2008) blijkt dat het probleem voor slachtoffers om scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>g te krijgen<br />

ook <strong>in</strong> an<strong>de</strong>re lan<strong>de</strong>n speelt. 336 Er zijn strafrechtelijke, civielrechtelijke en arbeidsrechtelijke<br />

procedures en <strong>in</strong> sommige lan<strong>de</strong>n ook scha<strong>de</strong>fondsen (zoals <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland) maar <strong>de</strong>sondanks<br />

is het voor slachtoffers moeilijk om hun scha<strong>de</strong> vergoed te krijgen, hetzij van <strong>de</strong> da<strong>de</strong>r zelf<br />

hetzij van <strong>de</strong> Staat. In dit verband bevelen <strong>de</strong> OVSE, UNHCHR en <strong>de</strong> Raad van Europa aan<br />

om opbrengsten uit misdrijven (‘crim<strong>in</strong>al assets’) te gebruiken om slachtoffers te compenseren<br />

of fondsen op te richten om slachtoffers te helpen en te rehabiliteren. 337<br />

335 Het jurispru<strong>de</strong>ntieon<strong>de</strong>rzoek wijst uit dat <strong>de</strong> re<strong>de</strong>n hiervoor voornamelijk gelegen is <strong>in</strong> <strong>de</strong> niet-ontvankelijkheid<br />

van <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>g door <strong>de</strong> niet-eenvoudige aard van <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g.<br />

336 OSCE-ODIHR, mei 2008.<br />

337 Compensation for Trafficked and Exploited Persons <strong>in</strong> the OSCE Region, OVSE-ODIHR, mei 2008, p. 42. Het<br />

VN-Verdrag <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>de</strong> bestrijd<strong>in</strong>g van georganiseer<strong>de</strong> misdaad bepaalt overigens dat lidstaten – voor zover<br />

dit op grond van nationaal recht mogelijk is – primair moeten overwegen om bijvoorbeeld <strong>in</strong> beslag genomen<br />

opbrengsten van misdrijven terug te geven aan <strong>de</strong> verzoeken<strong>de</strong> staat zodat <strong>de</strong>ze <strong>de</strong> slachtoffers van misdrijven<br />

kan compenseren, zie art. 14 lid 2 VN-Verdrag <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>de</strong> bestrijd<strong>in</strong>g van georganiseer<strong>de</strong> misdaad.<br />

505


Mensenhan<strong>de</strong>l – zeven<strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> nationaal rapporteur<br />

<strong>11</strong>.<strong>11</strong> Conclusies<br />

In <strong>de</strong>ze paragraaf wordt aangegeven waar ten aanzien van <strong>de</strong> <strong>in</strong> dit hoofdstuk besproken on<strong>de</strong>rwerpen<br />

<strong>de</strong> knelpunten liggen en welke on<strong>de</strong>rwerpen <strong>in</strong> het bijzon<strong>de</strong>r aandacht verdienen.<br />

Artikel 273f Sr is geen eenvoudig wetsartikel. De bepal<strong>in</strong>g is veelledig en gelaagd. Bij <strong>de</strong> <strong>in</strong>terpretatie<br />

en toepass<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze bepal<strong>in</strong>g is ook <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationale verdragsgeschie<strong>de</strong>nis<br />

van belang, evenals kennis van werkwijzen van da<strong>de</strong>rs en slachtofferproblematiek.<br />

Het on<strong>de</strong>rzoek naar Ne<strong>de</strong>rlandse jurispru<strong>de</strong>ntie <strong>in</strong> mensenhan<strong>de</strong>lzaken <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

laat zien dat diverse juridische vraagstukken soms op een verschillen<strong>de</strong> manier wor<strong>de</strong>n bena<strong>de</strong>rd<br />

en dat ook <strong>de</strong> context van geweld, dwang, misleid<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> mogelijkheid van slachtoffers<br />

zich daaraan te onttrekken niet eenduidig wor<strong>de</strong>n beoor<strong>de</strong>eld. Verklar<strong>in</strong>gen van slachtoffers,<br />

en met name <strong>de</strong> consistentie daar<strong>in</strong>, spelen een belangrijke rol bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van<br />

het bewijs. Daarbij valt op dat <strong>de</strong> rechter soms zelf een verklar<strong>in</strong>g zoekt voor <strong>de</strong> <strong>in</strong>consistenties<br />

<strong>in</strong> verklar<strong>in</strong>gen van slachtoffers. Dit duidt erop dat <strong>de</strong> rechter <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze gevallen reken<strong>in</strong>g<br />

heeft gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> specifieke problemen die spelen bij slachtofferverklar<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> mensenhan<strong>de</strong>lzaken.<br />

Uit <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e 200 bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> vonnissen na januari 2007 gewezen, ontstaat<br />

een beeld dat, ook bij bewezenverklar<strong>in</strong>g van dwangmid<strong>de</strong>len, het Ne<strong>de</strong>rlandse prostitutiebeleid<br />

soms een rol lijkt te spelen bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> vraag of een slachtoffer al dan niet<br />

re<strong>de</strong>lijkerwijze een an<strong>de</strong>re keuze had kunnen maken. Dat is wellicht verklaarbaar op grond<br />

van <strong>de</strong> memorie van toelicht<strong>in</strong>g bij het oorspronkelijke wetsvoorstel <strong><strong>in</strong>zake</strong> art. 273a (oud) Sr<br />

waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> vergelijk<strong>in</strong>g werd gemaakt met ‘<strong>de</strong> mondige Ne<strong>de</strong>rlandse prostituee’. Die vergelijk<strong>in</strong>g<br />

kan echter niet an<strong>de</strong>rs dan doelen op <strong>de</strong> situatie waar<strong>in</strong> die prostituee reeds werkzaam<br />

is <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie, en kan geen rol spelen bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> ‘vrije keuze’ om <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

prostitutie te gaan. Het aantal vrijspraken <strong>in</strong> mensenhan<strong>de</strong>lzaken is hoog, ook bijvoorbeeld<br />

<strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g tot het aantal vrijspraken <strong>in</strong> verkracht<strong>in</strong>gszaken. An<strong>de</strong>rs dan verwacht komt<br />

uit het on<strong>de</strong>rzoek naar voren dat dit slechts voor een <strong>de</strong>el het gevolg is van gebrek aan betrouwbare<br />

verklar<strong>in</strong>gen van slachtoffers en getuigen.<br />

Reeds een aantal jaren wordt over het opzetten van een leergang mensenhan<strong>de</strong>l gesproken.<br />

Inmid<strong>de</strong>ls zijn door <strong>de</strong> SSR een basis- en verdiep<strong>in</strong>gscursus ontwikkeld. De oorspronkelijke<br />

opzet voor <strong>de</strong> leergang was een opbouw van zes cursuson<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len, waar<strong>in</strong> ook <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationale<br />

regelgev<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> vreem<strong>de</strong>l<strong>in</strong>grechtelijke achtergrond, <strong>de</strong> maatschappelijke context en<br />

<strong>de</strong> juridische knelpunten aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> zou<strong>de</strong>n komen met als slot een professionele ontmoet<strong>in</strong>g.<br />

Dit is echter nog niet van <strong>de</strong> grond gekomen. Rechters nemen slechts <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nteel <strong>de</strong>el<br />

aan <strong>de</strong> reeds bestaan<strong>de</strong> cursussen.<br />

Er is b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> ZM geen specialisatie voor mensenhan<strong>de</strong>l. B<strong>in</strong>nen het OM is daar <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls<br />

door <strong>de</strong> aanstell<strong>in</strong>g van regio-officieren van justitie wel toe overgegaan.<br />

Het aantal mensenhan<strong>de</strong>lzaken dat bij <strong>de</strong> rechtbanken wordt aangebracht, bedroeg <strong>de</strong> laatste<br />

jaren tussen <strong>de</strong> 100 en 150 per jaar. Dat leidt bij een ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g over 19 rechtbanken niet tot<br />

het opbouwen en vasthou<strong>de</strong>n van voldoen<strong>de</strong> kennis en expertise. Concentratie van mensenhan<strong>de</strong>lzaken<br />

zou expertisevorm<strong>in</strong>g en het behoud daarvan kunnen bevor<strong>de</strong>ren.<br />

506


<strong>Jurispru<strong>de</strong>ntie</strong> <strong><strong>in</strong>zake</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> seks<strong>in</strong>dustrie<br />

Uit het BNRM-on<strong>de</strong>rzoek blijkt dat zowel <strong>de</strong> strafeis als <strong>de</strong> strafmaat <strong>in</strong> mensenhan<strong>de</strong>lzaken<br />

uiteen loopt. Vanuit <strong>de</strong> praktijk lijkt behoefte te bestaan aan oriëntatiepunten In <strong>de</strong><br />

zaak Sneep zijn voor het eerst uitgangspunten ten aanzien van <strong>de</strong> strafwaardigheid van<br />

mensenhan<strong>de</strong>l geformuleerd, te weten acht tot tien maan<strong>de</strong>n gevangenisstraf per slachtoffer,<br />

afhankelijk van <strong>de</strong> duur van <strong>de</strong> <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong>, <strong>de</strong> mate van het gebruikte geweld en <strong>de</strong> rol<br />

van <strong>de</strong> verdachte. Een perio<strong>de</strong> van <strong>uitbuit<strong>in</strong>g</strong> van negen maan<strong>de</strong>n werd daarbij als ‘relatief<br />

kort’ beoor<strong>de</strong>eld. Het valt op dat strafverzwaren<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n zel<strong>de</strong>n expliciet wor<strong>de</strong>n<br />

benoemd, noch door het openbaar m<strong>in</strong>isterie <strong>in</strong> <strong>de</strong> tenlastelegg<strong>in</strong>g, noch door <strong>de</strong> rechter <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> kwalificatie. BNRM heeft <strong>de</strong> voorlopige hechtenis niet <strong>in</strong> het on<strong>de</strong>rzoek betrokken. Wel<br />

bleek uit <strong>de</strong> vonnissen dat 30% van <strong>de</strong> verdachten én 28% van <strong>de</strong> veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong>n ten tij<strong>de</strong> van<br />

<strong>de</strong> terechtzitt<strong>in</strong>g niet preventief waren ge<strong>de</strong>t<strong>in</strong>eerd. BNRM is voornemens hier na<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek<br />

naar te doen.<br />

Bestu<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van strafvonnissen levert veel <strong>in</strong>formatie op. Zo blijken <strong>de</strong> vonnissen uit 2007<br />

vooral mensenhan<strong>de</strong>lzaken te betreffen waarbij slachtoffers waren gedwongen <strong>in</strong> <strong>de</strong> prostitutie<br />

te werken <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland. Bijna driekwart van <strong>de</strong> veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> da<strong>de</strong>rs vervul<strong>de</strong> <strong>de</strong> rol van<br />

pooier. De helft was betrokken bij het ronselen van slachtoffers en 35% bracht slachtoffers<br />

vanuit het buitenland naar Ne<strong>de</strong>rland. Ongeveer een kwart dien<strong>de</strong> <strong>de</strong> slachtoffers te bewaken<br />

en iets m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan een vijf<strong>de</strong> <strong>de</strong>el was belast met het vervoer van slachtoffers van en naar<br />

<strong>de</strong> werkplek. Een m<strong>in</strong><strong>de</strong>rheid van <strong>de</strong> veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong>n, 5%, was exploitant van een seksbedrijf.<br />

Voornoem<strong>de</strong> veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> da<strong>de</strong>rs vervul<strong>de</strong>n vaak meer<strong>de</strong>re rollen. Niet is te zien of het om<br />

vergun<strong>de</strong>, onvergun<strong>de</strong>, dan wel illegale seksbedrijven g<strong>in</strong>g.<br />

Uit <strong>de</strong> bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> vonnissen blijkt voor het slachtoffer met name <strong>de</strong> materiële scha<strong>de</strong> moeilijk<br />

te verhalen. Vaak gaat het hierbij om ge<strong>de</strong>rf<strong>de</strong> <strong>in</strong>komsten. In het meren<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> vonnissen<br />

wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen (of dit ge<strong>de</strong>elte van <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g) te <strong>in</strong>gewikkeld gevon<strong>de</strong>n, en wordt<br />

het slachtoffer niet-ontvankelijk verklaard. Toch is een lichte veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> wat recentere<br />

uitspraken te zien, met name wanneer ter terechtzitt<strong>in</strong>g een f<strong>in</strong>ancieel rapport voorhan<strong>de</strong>n is.<br />

Dit f<strong>in</strong>ancieel rapport wordt opgemaakt ten behoeve van <strong>de</strong> ontnem<strong>in</strong>gsvor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. Hierbij doet<br />

zich echter het probleem voor dat <strong>de</strong> ontnem<strong>in</strong>g niet altijd gelijktijdig met <strong>de</strong> hoofdzaak wordt<br />

aangebracht. Dit zou verbeterd kunnen wor<strong>de</strong>n. Ook zou het f<strong>in</strong>ancieel rapport aan <strong>de</strong> rechter<br />

kunnen wor<strong>de</strong>n overgelegd ten behoeve van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> bena<strong>de</strong>el<strong>de</strong><br />

partij. Tot slot zou <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g bena<strong>de</strong>el<strong>de</strong> partij, <strong>in</strong>gediend ter zake <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

hoofdzaak, ook aangehou<strong>de</strong>n kunnen wor<strong>de</strong>n om tegelijk te dienen met <strong>de</strong> later aangebrachte<br />

ontnem<strong>in</strong>gsvor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. Hiertoe zou <strong>de</strong> wet moeten wor<strong>de</strong>n aangepast.<br />

Uit het jurispru<strong>de</strong>ntieon<strong>de</strong>rzoek komt naar voren dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> gevallen waar<strong>in</strong> een pog<strong>in</strong>g bewezen<br />

is verklaard, <strong>in</strong> feite meestal sprake was van een voltooid <strong>de</strong>lict. Er zijn nauwelijks<br />

vervolg<strong>in</strong>gen aangetroffen voor een ‘echte’ pog<strong>in</strong>g. Toch geeft <strong>de</strong> jurispru<strong>de</strong>ntie van <strong>de</strong> Hoge<br />

Raad <strong><strong>in</strong>zake</strong> pog<strong>in</strong>g tot mensenhan<strong>de</strong>l wel mogelijkhe<strong>de</strong>n om hier vaker toe over te gaan.<br />

Het zou preventief kunnen werken als <strong>in</strong> een eer<strong>de</strong>r stadium een succesvolle vervolg<strong>in</strong>g zou<br />

kunnen plaats v<strong>in</strong><strong>de</strong>n.<br />

507

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!