07.09.2013 Views

Diversiteit en concurrentie bij bijen

Diversiteit en concurrentie bij bijen

Diversiteit en concurrentie bij bijen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>en</strong>tomologische bericht<strong>en</strong><br />

72 (0) 2012<br />

<strong>Diversiteit</strong> <strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tie <strong>bij</strong> <strong>bij</strong><strong>en</strong><br />

TREFWOORDEN<br />

Apidae s.l., bescherming, bloembezoek, biodiversiteit, concurr<strong>en</strong>tie, evolutie<br />

Entomologische Bericht<strong>en</strong> 72 (1-2): 99-106<br />

Bij<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote groep insect<strong>en</strong>, die is geëvolueerd sedert het Krijt<br />

<strong>en</strong> nu ongeveer 20.000 soort<strong>en</strong> omvat. Hun afhankelijkheid van bloem<strong>en</strong><br />

voor het vergar<strong>en</strong> van voedsel, voor zowel zichzelf als voor hun larv<strong>en</strong>,<br />

verklaart het evolutionair uite<strong>en</strong>waaier<strong>en</strong> van de bloemplant<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />

groot aantal soort<strong>en</strong>, in sam<strong>en</strong>hang met het ontstaan van e<strong>en</strong> groot aantal<br />

<strong>bij</strong><strong>en</strong>soort<strong>en</strong>, die zich tegelijkertijd specialiser<strong>en</strong> op die verschill<strong>en</strong> in de<br />

plant<strong>en</strong>wereld. Vrijwel al die <strong>bij</strong><strong>en</strong>soort<strong>en</strong> nestel<strong>en</strong> solitair, minder dan<br />

vijf proc<strong>en</strong>t leeft in e<strong>en</strong> primitieve dan wel meer complexe kolonie. De<br />

diversiteit in lichaamsgrootte, in de relatieve l<strong>en</strong>gte van de tong <strong>en</strong> in<br />

e<strong>en</strong> aantal andere lichaamsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, is gekoppeld aan de mate van<br />

efficiëntie waarmee het voedsel kan word<strong>en</strong> verzameld: het gaat om de<br />

kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong> van de uit te voer<strong>en</strong> gedraging<strong>en</strong>. Deze diversiteit werd<br />

verkreg<strong>en</strong> door aanpassing<strong>en</strong> aan de variatie in bloemvorm<strong>en</strong>, die weer<br />

voortvloeide uit de concurr<strong>en</strong>tie onder de plant<strong>en</strong>soort<strong>en</strong> om het bind<strong>en</strong><br />

van de bestuiver. Het stuifmeel van de verschill<strong>en</strong>de bloemplant<strong>en</strong> k<strong>en</strong>t<br />

belangrijke verschill<strong>en</strong> in de aminozuursam<strong>en</strong>stelling <strong>en</strong> het gehalte aan<br />

eiwitt<strong>en</strong>. Door zich te specialiser<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> bepaalde plant<strong>en</strong>soort heeft<br />

e<strong>en</strong> aantal soort<strong>en</strong> <strong>bij</strong><strong>en</strong> bereikt dat ze hun larv<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> van<br />

voedsel met e<strong>en</strong> stabiele voedingswaarde. Zulke oligolectische soort<strong>en</strong><br />

moet<strong>en</strong> dan wel hun hele lev<strong>en</strong>scyclus afstemm<strong>en</strong> op die van hun voed-<br />

selplant<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke inperking van hun flexibiliteit vergelek<strong>en</strong><br />

met de polylectische soort<strong>en</strong>. De laatst<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> het hele zomerseizo<strong>en</strong><br />

broed producer<strong>en</strong>. Concurr<strong>en</strong>tie speelde dus e<strong>en</strong> grote rol in de evolutie<br />

van de <strong>bij</strong><strong>en</strong>. Hoe is dat op korte termijn, in het reil<strong>en</strong> <strong>en</strong> zeil<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

lokale populatie? Is concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> soort<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke oorzaak<br />

van de verarming van onze <strong>bij</strong><strong>en</strong>fauna? In dit artikel wordt gesteld dat <strong>bij</strong><br />

interspecifieke concurr<strong>en</strong>tie, dankzij het evolutionaire specialisatieproces,<br />

doorgaans uitwijkmogelijkhed<strong>en</strong> bestaan. De hoofdoorzaak van de<br />

verarming ligt in het veranderde grondgebruik <strong>en</strong> de overgang van<br />

handarbeid naar gemechaniseerd terreinbeheer, ook in terrein<strong>en</strong> waar<br />

bescherming van de natuur e<strong>en</strong> van de doelstelling<strong>en</strong> is. Naast het gebrek<br />

aan financiële middel<strong>en</strong> is het ons gebrek aan inzicht in de complexiteit<br />

van ecosystem<strong>en</strong> dat ons hier opbreekt.<br />

Bij<strong>en</strong> <strong>en</strong> plant<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> nauw verband<br />

Bij<strong>en</strong> ontstond<strong>en</strong> in de geologische periode van het Krijt, ongeveer<br />

120 miljo<strong>en</strong> jaar geled<strong>en</strong>, als afsplitsing van graafwesp<strong>en</strong><br />

(Grimaldi & Engel 2005). Ze specialiseerd<strong>en</strong> zich op het gebruik<br />

van stuifmeel als eiwitbron voor hun larv<strong>en</strong>, inplaats van het<br />

jag<strong>en</strong> op dierlijke prooi<strong>en</strong>, zoals de graafwesp<strong>en</strong> do<strong>en</strong>. Dat stuifmeel<br />

vond<strong>en</strong> ze in de bloem<strong>en</strong> van de Angiosperm<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> plant<strong>en</strong>groep<br />

die in dezelfde periode ontstond. Dat leidde tot e<strong>en</strong><br />

onderlinge afhankelijkheid, zij het niet tot de harmonieuze relatie<br />

tuss<strong>en</strong> plant <strong>en</strong> bezoeker die er zo vaak van is gemaakt. Lang<br />

niet alle bloembezoek draagt <strong>bij</strong> aan de bestuiving. De plant<br />

biedt nectar of olie aan, e<strong>en</strong> <strong>en</strong>ergiebron waarmee bestuivers<br />

word<strong>en</strong> aangelokt, maar het stuifmeel is daar in eerste instantie<br />

niet voor bedoeld. Alle<strong>en</strong> <strong>bij</strong> e<strong>en</strong> insect dat aan welomschrev<strong>en</strong><br />

specificaties van grootte <strong>en</strong> gedrag voldoet zal het stuifmeel op<br />

de juiste plek van het lichaam terecht kom<strong>en</strong>, met als mogelijk<br />

gevolg dat stuifmeel wordt overgebracht naar e<strong>en</strong> andere bloem<br />

<strong>en</strong> daar tot zaadvorming zal leid<strong>en</strong>. Plant<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> er dan ook<br />

alle belang <strong>bij</strong> dat e<strong>en</strong> dergelijke bezoeker het stuifmeel over-<br />

Hayo H.W. Velthuis<br />

br<strong>en</strong>gt naar e<strong>en</strong> exemplaar van dezelfde plant<strong>en</strong>soort. Dat is de<br />

evolutionaire kracht die ertoe heeft geleid dat we nu e<strong>en</strong> groot<br />

aantal plant<strong>en</strong>families k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> met zeer verschill<strong>en</strong>de bloem<strong>en</strong>.<br />

Deze verschill<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong> de bouw van de bloem, de grootte, de<br />

kleur <strong>en</strong> de geur (Meeuse 1961, Barth 1985). Dankzij hun leervermog<strong>en</strong><br />

zijn <strong>bij</strong><strong>en</strong> in staat efficiënt op zoek te gaan naar nog e<strong>en</strong><br />

exemplaar van diezelfde plant<strong>en</strong>soort, nadat ze e<strong>en</strong> bloem met<br />

e<strong>en</strong> grote hoeveelheid voedsel hebb<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong>. Bestuivers zijn<br />

ge<strong>en</strong> weldo<strong>en</strong>ers, voor h<strong>en</strong> is het verzamel<strong>en</strong> van veel voedsel<br />

in zo kort mogelijke tijd van belang. Om e<strong>en</strong> goede bestuiver te<br />

zijn moet<strong>en</strong> ze word<strong>en</strong> gemanipuleerd door de plant<strong>en</strong>soort.<br />

Het is deze concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> de plant<strong>en</strong>soort<strong>en</strong> om de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong><br />

van de bestuivers die veel heeft <strong>bij</strong>gedrag<strong>en</strong> aan het ontstaan<br />

van de <strong>en</strong>orme verscheid<strong>en</strong>heid onder de bloemplant<strong>en</strong>.<br />

Hun bloem<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> voor deze di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>baar<br />

zijn, maar ook aantrekkelijk.<br />

Verschill<strong>en</strong>de diergroep<strong>en</strong> lever<strong>en</strong> goede bestuivers: we<br />

vind<strong>en</strong> ze onder de kevers, de vlieg<strong>en</strong>, de vlinders, de <strong>bij</strong><strong>en</strong>,<br />

zowel als onder sommige zoogdier<strong>en</strong> <strong>en</strong> vogels. Zij kwam<strong>en</strong><br />

99


100 <strong>en</strong>tomologische bericht<strong>en</strong><br />

72 (0) 2012<br />

a<br />

b<br />

c<br />

d<br />

e<br />

1. Xylocopa sulcatipes, e<strong>en</strong> hout<strong>bij</strong> uit het woestijngebied van het Midd<strong>en</strong>-Oost<strong>en</strong>. Deze <strong>bij</strong> nestelt in holle st<strong>en</strong>gels, zoals van de rietsoort Arundo<br />

donax. De röntg<strong>en</strong>foto’s ton<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de stadia van het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> broedcel. Eerst werd er gedur<strong>en</strong>de <strong>en</strong>kele dag<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de stuifmeel<br />

<strong>en</strong> nectar verzameld, dat teg<strong>en</strong> de nodus in de plant<strong>en</strong>st<strong>en</strong>gel werd gedeponeerd. De <strong>bij</strong> meet eerst met haar pot<strong>en</strong> de omvang van de<br />

voedselvoorraad <strong>en</strong> begint dan het voedsel te verm<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, door het onder zich te hark<strong>en</strong> (a-c). Dan wordt de wand nauwkeurig gelikt, wellicht<br />

om e<strong>en</strong> bescherming teg<strong>en</strong> schimmels <strong>en</strong> bacteriën aan te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> (d). Nu keert de <strong>bij</strong> zich om, harkt het voedsel terug <strong>en</strong> maakt e<strong>en</strong> compact<br />

<strong>bij</strong><strong>en</strong>brood van specifieke vorm (e-g). Dan drukt ze met daar achterlijf e<strong>en</strong> geul in de bov<strong>en</strong>zijde van het brood (h) waarin vervolg<strong>en</strong>s het ei<br />

wordt gedeponeerd (i). Let op de grootte van het ei. Hierna zwiept ze met het achterlijf teg<strong>en</strong> het <strong>bij</strong><strong>en</strong>brood, waardoor dat wordt verplaatst<br />

<strong>en</strong> de onderkant vrij komt van de celwand. Dan knaagt ze vezels van de binn<strong>en</strong>zijde van het wandgedeelte geleg<strong>en</strong> voor de broedcel, die ze<br />

gebruikt om e<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>schot te mak<strong>en</strong> dat de cel afsluit (j). Dit tuss<strong>en</strong>schot di<strong>en</strong>t tev<strong>en</strong>s als bodem voor de volg<strong>en</strong>de cel, waarvoor het wijfje<br />

de volg<strong>en</strong>de dag begint te fourager<strong>en</strong>. Foto’s: Yvonne Wolf<br />

1. Xylocopa sulcatipes, a carp<strong>en</strong>ter bee from the desert regions of the Middle East. This bee nests in hollow stems, such as from the reed Arundo<br />

donax. The x-ray pictures show the process of making a brood cell. Collection of a suffici<strong>en</strong>t amount of poll<strong>en</strong> and nectar takes a few days. This<br />

material is provisorily deposited against the nodus of the reed stem. The preparation of the bee bread starts by measuring the quantity of food<br />

deposited by embracing it with the legs. A thorough mixture of the food is achieved by scraping it away and depositing it underneath the abdom<strong>en</strong><br />

(a-c). Subsequ<strong>en</strong>tly, the wall of the brood cell is meticulously licked, perhaps to apply some protection against fungi and bacteria (d). Th<strong>en</strong><br />

the bee turns and rakes the food back to the <strong>en</strong>d of the tunnel, making a compact bee bread of a specific shape (e-g). With the abom<strong>en</strong> a depression<br />

is made in the top side of the bee bread (h) in which the egg is deposited (i). Note the large size of the egg. By a sweep of the abdom<strong>en</strong>, the<br />

position of the bee bread is changed so that it lies free from most of the cell wall. Finally, the female gnaws fibres from the tunnel wall in front of<br />

the brood cell, which she uses to construct a cell partition (j). This partition also functions as the bottom of the second cell. The next morning the<br />

female starts foraging for this cell.<br />

op verschill<strong>en</strong>de mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de evolutie van de bloemplant<strong>en</strong><br />

op het toneel. Van h<strong>en</strong> zijn de <strong>bij</strong><strong>en</strong> <strong>bij</strong>zonder, in de zin dat ze<br />

de bloem niet alle<strong>en</strong> opzoek<strong>en</strong> om zichzelf te voed<strong>en</strong>, maar ook<br />

om de product<strong>en</strong> van de bloem te verzamel<strong>en</strong> voor de voeding<br />

van hun nageslacht. Dat betek<strong>en</strong>t dat zij veel meer bloem<strong>en</strong> bezoek<strong>en</strong><br />

dan voor hun eig<strong>en</strong> voeding nodig is, <strong>en</strong> dat maakt dat<br />

zij van e<strong>en</strong> grote betek<strong>en</strong>is zijn geweest voor de evolutie van de<br />

bloemplant<strong>en</strong> (Barth 1985).<br />

Er zijn op dit mom<strong>en</strong>t t<strong>en</strong>minste 16.000 <strong>en</strong> mogelijk wel<br />

20.000 soort<strong>en</strong> <strong>bij</strong><strong>en</strong>, al naar de taxonomische inzicht<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

na extrapolatie van nieuwe vondst<strong>en</strong>, want nog lang niet alle<br />

soort<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> te zijn ontdekt <strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> (Mich<strong>en</strong>er 2000).<br />

Dit grote aantal is het gevolg van specialisatie <strong>en</strong> differ<strong>en</strong>tiatie,<br />

waarmee onderlinge concurr<strong>en</strong>tie uit de weg wordt gegaan.<br />

De soort<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> in allerlei opzicht<strong>en</strong>. Zo is de kleinst bek<strong>en</strong>de<br />

lev<strong>en</strong>de soort 1,8 mm lang, <strong>en</strong> de grootste 3,9 cm. Dat is<br />

e<strong>en</strong> verschil ev<strong>en</strong> groot als dat tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> konijn <strong>en</strong> e<strong>en</strong> olifant.<br />

f<br />

g<br />

h<br />

i<br />

j<br />

Nestbouw <strong>en</strong> voortplanting<br />

Wat betreft nestbouw <strong>en</strong> voortplanting zijn <strong>bij</strong><strong>en</strong> erg e<strong>en</strong>vormig<br />

(zie figuur 1). Bij<strong>en</strong> zijn, op <strong>en</strong>kele uitzondering<strong>en</strong> na,<br />

solitair nestel<strong>en</strong>de dier<strong>en</strong>. Deze soort<strong>en</strong> verton<strong>en</strong> het volg<strong>en</strong>de<br />

stereotype gedrag: e<strong>en</strong> wijfje graaft e<strong>en</strong> gang, in de grond of in<br />

e<strong>en</strong> deel van e<strong>en</strong> plant, of maakt gebruik van e<strong>en</strong> al bestaande<br />

gang (Mich<strong>en</strong>er 1974, 2000). Aan het eind van de gang ontstaat<br />

haar eerste broedcel; ze legt er e<strong>en</strong> voorraad voedsel aan voor<br />

haar eerste nakomeling. Het voedsel is doorgaans e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>gsel<br />

van stuifmeel <strong>en</strong> nectar. Met haar pot<strong>en</strong> meet ze met zekere<br />

regelmaat hoeveel er al werd verzameld <strong>en</strong> indi<strong>en</strong> dat g<strong>en</strong>oeg<br />

is, wordt e<strong>en</strong> compacte bal gekneed. Daarop legt ze e<strong>en</strong> ei.<br />

Dan wordt e<strong>en</strong> wand geconstrueerd die deze eerste cel afsluit<br />

<strong>en</strong> begint het wijfje met het verzamel<strong>en</strong> van proviand voor e<strong>en</strong><br />

aan te legg<strong>en</strong> tweede broedcel, <strong>en</strong>zovoort. Dit is in e<strong>en</strong> simpele<br />

tunnel. In teg<strong>en</strong>stelling daarmee mak<strong>en</strong> sommige groep<strong>en</strong> <strong>bij</strong><strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> vertakt gang<strong>en</strong>stelsel. Het aantal broedcell<strong>en</strong> is doorgaans<br />

heel beperkt, niet meer dan 10-15. Gemiddeld produceert e<strong>en</strong>


<strong>en</strong>tomologische bericht<strong>en</strong><br />

72 (0) 2012<br />

2. De grote zijde<strong>bij</strong>, Colletes cunicularis (Linnaeus), is gespecialiseerd op wilg<strong>en</strong>. Ze nestelt in zandige grond, zoals de rivierduintjes van onze<br />

grote rivier<strong>en</strong>, in zandafgraving<strong>en</strong> <strong>en</strong> in de duin<strong>en</strong>, soms in e<strong>en</strong> aggregatie met heel veel nest<strong>en</strong> <strong>bij</strong> elkaar. Foto: Tim Faas<strong>en</strong><br />

2. Colletes cunicularis (Linnaeus) is specialist on willow catkins. It nests in sandy soils, such as the deposits alongside the larger rivers, in sand pits<br />

and in the coastal dunes, sometimes in large and d<strong>en</strong>se aggregations.<br />

vrouwtje ev<strong>en</strong>veel zon<strong>en</strong> als dochters <strong>en</strong> meestal is er maar één<br />

g<strong>en</strong>eratie per jaar. Uit e<strong>en</strong> gemiddeld nest kom<strong>en</strong> dus in e<strong>en</strong><br />

volg<strong>en</strong>de ronde t<strong>en</strong> hoogste 5-8 nieuwe nest<strong>en</strong> voort. Het gevolg<br />

is, dat e<strong>en</strong> populatie <strong>bij</strong><strong>en</strong> maar heel langzaam to<strong>en</strong>eemt. Bij<br />

veel andere insect<strong>en</strong> word<strong>en</strong> per vrouwtje ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong>, zo niet<br />

honderd<strong>en</strong> eier<strong>en</strong> geproduceerd. Bij<strong>en</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> invester<strong>en</strong><br />

in broedzorg: zij bouw<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nest dat de nakomeling<strong>en</strong> veel<br />

bescherming biedt <strong>en</strong> ze voorzi<strong>en</strong> de cell<strong>en</strong> van prima voedsel.<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> legg<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> extreem groot ei (Iwata & Sakagami<br />

1966), waaruit e<strong>en</strong> uit de kluit<strong>en</strong> gewass<strong>en</strong> larf tevoorschijn<br />

komt. In vergelijking met andere insect<strong>en</strong> is de overlevingskans<br />

van de jeugdstadia daardoor erg hoog.<br />

Daarnaast zijn er, in allerlei overgang<strong>en</strong> vanuit de solitaire<br />

leefwijze, sociale <strong>bij</strong><strong>en</strong>. Daarmee word<strong>en</strong> niet die soort<strong>en</strong> bedoeld<br />

waar<strong>bij</strong> e<strong>en</strong> aantal nest<strong>en</strong> vlak <strong>bij</strong> elkaar te vind<strong>en</strong> zijn.<br />

Dat noem<strong>en</strong> we aggregaties (zie figuur 2). Onder sociaal verstaan<br />

we hier dat er meerdere vrouwelijke individu<strong>en</strong> in het<br />

nest zijn <strong>en</strong> waar<strong>bij</strong> ééntje, de koningin, de eier<strong>en</strong> legt <strong>en</strong> de<br />

ander<strong>en</strong> haar behulpzaam zijn <strong>bij</strong> de verzorging van het broed,<br />

<strong>bij</strong> het (groter) mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> het verdedig<strong>en</strong> van het nest. Sam<strong>en</strong><br />

vorm<strong>en</strong> die sociale soort<strong>en</strong> minder dan vijf proc<strong>en</strong>t van alle<br />

<strong>bij</strong><strong>en</strong>soort<strong>en</strong>. Het zijn vooral de hommels, de tropische angelloze<br />

<strong>bij</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> de honing<strong>bij</strong><strong>en</strong> die dan in het oog spring<strong>en</strong>, maar<br />

er zijn ook veel overgang<strong>en</strong> van solitair naar sociaal <strong>bij</strong> de<br />

Halictidae (groef<strong>bij</strong><strong>en</strong>) <strong>en</strong> de Xylocopinae (erts- <strong>en</strong> hout<strong>bij</strong><strong>en</strong>).<br />

Het zijn deze laatste groep<strong>en</strong> <strong>bij</strong><strong>en</strong> die voor het begrijp<strong>en</strong> van<br />

de ecologische aanleiding<strong>en</strong> van die overgang <strong>en</strong> de mechanism<strong>en</strong><br />

die daar<strong>bij</strong> e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> van <strong>bij</strong>zondere interesse zijn<br />

(figuur 3).<br />

<strong>Diversiteit</strong><br />

Tuss<strong>en</strong> al die soort<strong>en</strong> <strong>bij</strong><strong>en</strong>, zowel <strong>bij</strong> de solitaire als de sociale,<br />

bestaan op diverse terrein<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>. G<strong>en</strong>oemd werd<br />

al het verschil in lichaamsgrootte. Dat verschil br<strong>en</strong>gt met zich<br />

mee dat kleine <strong>bij</strong>tjes zich kunn<strong>en</strong> voldrink<strong>en</strong> aan bloem<strong>en</strong> met<br />

e<strong>en</strong> kleine hoeveelheid nectar, terwijl grote <strong>bij</strong><strong>en</strong> die bloem<strong>en</strong><br />

juist links lat<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>. Het vlieg<strong>en</strong> kost e<strong>en</strong> grote <strong>bij</strong> veel meer<br />

<strong>en</strong>ergie <strong>en</strong> het is de economie van kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong> die hier<br />

doorslaggev<strong>en</strong>d is (Heinrich 1979). Maar groot zijn heeft ook z’n<br />

voordel<strong>en</strong>: grote <strong>bij</strong><strong>en</strong> vlieg<strong>en</strong> vaak over grotere afstand<strong>en</strong> vanaf<br />

het nest naar voedselbronn<strong>en</strong> dan kleine <strong>bij</strong><strong>en</strong>, mits het zeer<br />

rijkdrag<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong> zijn. Er zijn ook belangrijke verschill<strong>en</strong><br />

in de l<strong>en</strong>gte van de tong t<strong>en</strong> opzichte van het lichaam: met e<strong>en</strong><br />

relatief lange tong kan e<strong>en</strong> <strong>bij</strong> dieper in de bloem reik<strong>en</strong>, e<strong>en</strong><br />

aanpassing dus aan trechtervormige, nauwe bloem<strong>en</strong>. Maar op<br />

vlakke bloem<strong>en</strong> zit de lange tong eerder in de weg. Tongl<strong>en</strong>gteverschill<strong>en</strong><br />

<strong>bij</strong> <strong>bij</strong><strong>en</strong> van dezelfde afmeting leid<strong>en</strong> dus al gauw<br />

tot verschill<strong>en</strong> in voorkeur<strong>en</strong> voor plant<strong>en</strong>soort<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> biotoop<br />

(Ranta & Lundberg 1980).<br />

Ook in het gedrag zijn er verschill<strong>en</strong>. Zo zijn er onder de<br />

<strong>bij</strong><strong>en</strong> belangrijke verschill<strong>en</strong> in de manier waarop stuifmeel<br />

wordt geoogst <strong>en</strong> getransporteerd (Zie Westrich, 1989). Vrijwel<br />

alle <strong>bij</strong><strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sterk behaard borststuk <strong>en</strong> deze har<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> de merkwaardigheid dat ze vertakt zijn. Die haardos<br />

vangt de loskom<strong>en</strong>de stuifmeelkorrels op wanneer de <strong>bij</strong> ze van<br />

de meeldrad<strong>en</strong> haalt. Onbehaarde <strong>bij</strong><strong>en</strong>, zoals de soort<strong>en</strong> van<br />

het geslacht Hylaeus, transporter<strong>en</strong> het stuifmeel in hun maag.<br />

Behaarde <strong>bij</strong><strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> speciaal verzamelapparaat, zoals<br />

korfjes aan de pot<strong>en</strong> of borstels aan de buikzijde, waarin het<br />

stuifmeel naar het nest wordt getransporteerd. Bij de meeste<br />

101


102 <strong>en</strong>tomologische bericht<strong>en</strong><br />

72 (0) 2012<br />

soort<strong>en</strong> plant<strong>en</strong> splijt<strong>en</strong> de helmhokk<strong>en</strong> in de l<strong>en</strong>gte op<strong>en</strong> wanneer<br />

het stuifmeel rijp is. Bij andere plant<strong>en</strong> komt er aan het<br />

uiteinde van de helmhok e<strong>en</strong> ronde op<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> het stuifmeel<br />

komt pas vrij wanneer de helmhok wordt geschud. Sommige<br />

soort<strong>en</strong> <strong>bij</strong><strong>en</strong> verstaan de kunst van het schudd<strong>en</strong>: door het<br />

borststuk met behulp van de vliegspier<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> trill<strong>en</strong> schudd<strong>en</strong><br />

ze het stuifmeel uit het kokertje. Het is de red<strong>en</strong> waarom<br />

aardhommels in de tomat<strong>en</strong>kass<strong>en</strong> zulke goede bestuivers zijn<br />

in vergelijking met de honing<strong>bij</strong><strong>en</strong>, die de kunst van dit vibrer<strong>en</strong><br />

niet beheers<strong>en</strong>.<br />

Stuifmeel di<strong>en</strong>t als eiwitbron voor de larve <strong>en</strong> de kwaliteit<br />

van stuifmeel is dan ook van groot belang. Nu verschill<strong>en</strong> plant<strong>en</strong>soort<strong>en</strong><br />

onderling sterk in het gehalte aan eiwit van e<strong>en</strong><br />

stuifmeelkorrel <strong>en</strong> ook in de sam<strong>en</strong>stelling van dat eiwit, dat wil<br />

zegg<strong>en</strong> uit welke aminozur<strong>en</strong> het is opgebouwd (Stanley & Linsk<strong>en</strong>s<br />

1974). Bij het mak<strong>en</strong> van het <strong>bij</strong><strong>en</strong>brood in e<strong>en</strong> broedcel<br />

kan e<strong>en</strong> wijfje waarschijnlijk alle<strong>en</strong> met<strong>en</strong> hoeveel ze heeft verzameld,<br />

de voedingswaarde zal haar onbek<strong>en</strong>d blijv<strong>en</strong>. Mogelijk<br />

is het eiwitgehalte <strong>en</strong> de aminozuursam<strong>en</strong>stelling e<strong>en</strong> red<strong>en</strong><br />

waarom er zoveel solitaire <strong>bij</strong><strong>en</strong> zijn die zich gespecialiseerd<br />

hebb<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele of <strong>en</strong>ige zeer verwante plant<strong>en</strong>soort<strong>en</strong>.<br />

Ze word<strong>en</strong> oligolectisch g<strong>en</strong>oemd, ter onderscheiding van de<br />

polylectische soort<strong>en</strong> waar<strong>bij</strong> e<strong>en</strong> veel grotere lijst plant<strong>en</strong> op<br />

het m<strong>en</strong>u voor de larv<strong>en</strong> staat. Oligolectie br<strong>en</strong>gt stabiliteit<br />

met zich mee. Maar het betek<strong>en</strong>t ook, dat zulke soort<strong>en</strong> slechts<br />

kunn<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> daar waar hun voedselplant is te vind<strong>en</strong>.<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> ze hun hele lev<strong>en</strong>scyclus afstemm<strong>en</strong> op de<br />

periode waarin de voedselplant bloeit (figuur 4-5). Je kunt ze<br />

dan ook maar gedur<strong>en</strong>de <strong>en</strong>kele wek<strong>en</strong> per jaar zi<strong>en</strong> vlieg<strong>en</strong>, de<br />

rest van het jaar zitt<strong>en</strong> ze, als prepop of jonge adult, in het nest<br />

verschol<strong>en</strong>. Polylectische soort<strong>en</strong>, omdat ze g<strong>en</strong>eralist zijn <strong>en</strong><br />

veel minder afhankelijk van de bloeiperiode <strong>en</strong> de mate van<br />

aanwezigheid van één soort voedselplant, kunn<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> lan-<br />

gere periode fourager<strong>en</strong>. Dat geeft ze de mogelijkheid om verschill<strong>en</strong>de<br />

g<strong>en</strong>eraties per seizo<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong>. Bij sociale soort<strong>en</strong><br />

kan het wijfje het lange seizo<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> om meerdere broedsels<br />

achter elkaar te producer<strong>en</strong>, waar<strong>bij</strong> het eerste broedsel,<br />

van louter wijfjes, haar helpt <strong>bij</strong> het grotere tweede broedsel.<br />

De vrouwtjes uit dat eerste broedsel legg<strong>en</strong> doorgaans ge<strong>en</strong><br />

eier<strong>en</strong>. Maar <strong>bij</strong> sommige soort<strong>en</strong> do<strong>en</strong> ze dat wel <strong>en</strong> producer<strong>en</strong><br />

zij de mannetjes van het tweede broedsel. Vrouwtjes uit het<br />

tweede broedsel par<strong>en</strong> met deze mannetjes, overwinter<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

sticht<strong>en</strong> het volg<strong>en</strong>de jaar de nieuwe nest<strong>en</strong>.<br />

Al e<strong>en</strong> aantal jar<strong>en</strong> geled<strong>en</strong> deed ik mee aan e<strong>en</strong> project van<br />

de botanische tuin in Utrecht, waar de hoogste klass<strong>en</strong> van lagere<br />

schol<strong>en</strong> op werkbezoek kwam<strong>en</strong>. Eén van de project<strong>en</strong> was<br />

kinder<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> hoekje van de tuin te lat<strong>en</strong> registrer<strong>en</strong> welke<br />

insect<strong>en</strong> de bloem<strong>en</strong> van de verschill<strong>en</strong>de plant<strong>en</strong>soort<strong>en</strong> bezocht<strong>en</strong>.<br />

We liet<strong>en</strong> ze eerst k<strong>en</strong>nismak<strong>en</strong> met de verschill<strong>en</strong>de<br />

hommelsoort<strong>en</strong>, die door de kleurtek<strong>en</strong>ing goed war<strong>en</strong> te onderscheid<strong>en</strong>,<br />

<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s met de honing<strong>bij</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> groef<strong>bij</strong>soort.<br />

Daarna liet<strong>en</strong> we de kinder<strong>en</strong> per bloemsoort noter<strong>en</strong><br />

door welke <strong>bij</strong><strong>en</strong>soort<strong>en</strong> ze bezocht werd<strong>en</strong>. In <strong>en</strong>kele ur<strong>en</strong> nam<strong>en</strong><br />

deze kinder<strong>en</strong> de grote verschill<strong>en</strong> waar tuss<strong>en</strong> deze <strong>bij</strong><strong>en</strong><br />

in hun bloemvoorkeur<strong>en</strong>, ja ze zag<strong>en</strong> dat van bepaalde hommelsoort<strong>en</strong><br />

de kleine exemplar<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde plant wel bezocht<strong>en</strong>,<br />

terwijl de grotere exemplar<strong>en</strong> er niet op voorkwam<strong>en</strong>.<br />

Concurr<strong>en</strong>tie binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> soort<br />

3. De eik<strong>en</strong>zand<strong>bij</strong>, Andr<strong>en</strong>a ferox Smith,<br />

heeft in de bodem e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gesteld<br />

nest met e<strong>en</strong> sterk vertakt gang<strong>en</strong>stelsel,<br />

waaraan de broedcell<strong>en</strong> zich bevind<strong>en</strong>.<br />

De aard van de sam<strong>en</strong>levingsvorm is<br />

onbek<strong>en</strong>d: heeft ieder vrouwtje daarbinn<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> territorium waar ze haar<br />

voortplanting kan realiser<strong>en</strong>, of zijn er<br />

dominante vrouwtjes die parasiter<strong>en</strong> op<br />

de activiteit<strong>en</strong> van andere vrouwtjes?<br />

Foto: Tim Faas<strong>en</strong>.<br />

3. Andr<strong>en</strong>a ferox Smith has in the soil a<br />

complex nest consisting of branching tunnels<br />

with neighbouring brood cells. So far<br />

the nature of this living together remains<br />

unknown: does each female have her own<br />

territory where she will be able to realise<br />

her own reproduction, or are there dominant<br />

females among them that parasitize<br />

on the activities of the other females?<br />

Al die veelvormigheid <strong>en</strong> soort<strong>en</strong>differ<strong>en</strong>tiatie heeft te mak<strong>en</strong><br />

met de rol van onderlinge concurr<strong>en</strong>tie in hun evolutie, <strong>bij</strong><br />

zowel de plant<strong>en</strong> als <strong>bij</strong> hun bestuivers. De grootste concurr<strong>en</strong>tie<br />

ondervind<strong>en</strong> ze van soortg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>, die hebb<strong>en</strong> immers<br />

exact dezelfde eis<strong>en</strong> voor wat betreft de omstandighed<strong>en</strong> om<br />

te groei<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich voort te plant<strong>en</strong>. Is de concurr<strong>en</strong>tie onder de<br />

exemplar<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> <strong>bij</strong><strong>en</strong>soort in e<strong>en</strong> bepaald gebiedje groot,<br />

dan resulteert dit in e<strong>en</strong> vermindering van het gemiddelde aantal<br />

nakomeling<strong>en</strong> dat zij zull<strong>en</strong> producer<strong>en</strong>. Het is in dat licht<br />

interessant dat er zoveel g<strong>en</strong>era zijn van koekoeks<strong>bij</strong><strong>en</strong>: dit zijn<br />

soort<strong>en</strong> die gebruik mak<strong>en</strong> van het nest <strong>en</strong> de broedcell<strong>en</strong> van<br />

e<strong>en</strong> andere <strong>bij</strong><strong>en</strong>soort. De larve van de koekoeks<strong>bij</strong> gebruikt het<br />

voedsel dat bestemd was voor de gastheerlarve. Van de in ons<br />

land gevond<strong>en</strong> soort<strong>en</strong> <strong>bij</strong><strong>en</strong> is rondweg zo’n 30% parasiet (Peeters<br />

et al. 1999)! Doorgaans parasiter<strong>en</strong> zij op nauw verwante<br />

<strong>bij</strong><strong>en</strong>soort<strong>en</strong>. Dit kan e<strong>en</strong> aanwijzing zijn dat de concurr<strong>en</strong>tie


<strong>en</strong>tomologische bericht<strong>en</strong><br />

72 (0) 2012<br />

4. De vroege zand<strong>bij</strong>, Andr<strong>en</strong>a praecox (Scopoli) nestelt in zandige grond. Het is e<strong>en</strong> oligolectische soort die is gespecialiseerd in het verzamel<strong>en</strong><br />

van nectar <strong>en</strong> stuifmeel van de verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> wilg<strong>en</strong>. Je kunt deze <strong>bij</strong><strong>en</strong> dan ook alle<strong>en</strong> in het vroege voorjaar aantreff<strong>en</strong>. Foto: Tim<br />

Faas<strong>en</strong><br />

4. Andr<strong>en</strong>a praecox (Scopoli) nests in the soil. It is an oligolectic species specialized in the collection of nectar and poll<strong>en</strong> from willow species.<br />

Consequ<strong>en</strong>tly, the bee can only bee se<strong>en</strong> during early Spring.<br />

tuss<strong>en</strong> soortg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> heeft geleid tot het ontstaan van e<strong>en</strong> gastheersoort<br />

<strong>en</strong> e<strong>en</strong> parasiet.<br />

Naast concurr<strong>en</strong>tie om het larvevoedsel speelt ook de overname<br />

van het nest e<strong>en</strong> rol. Het grav<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> lange tunnel om<br />

onderin broedcell<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> zware klus. Als gevolg van<br />

die werkzaamhed<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we <strong>bij</strong> veel <strong>bij</strong><strong>en</strong> duidelijke slijtage<br />

aan de kak<strong>en</strong> waarnem<strong>en</strong>, in e<strong>en</strong> mate die doet veronderstell<strong>en</strong><br />

dat ze niet e<strong>en</strong> tweede nest zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> nest is<br />

voor zulke soort<strong>en</strong> e<strong>en</strong> heel waardevol bezit. Van de vele te noem<strong>en</strong><br />

voorbeeld<strong>en</strong> van de waarde van het nest kies ik het volg<strong>en</strong>de:<br />

Bij in de natuur aangetroff<strong>en</strong> hommelnest<strong>en</strong>, die word<strong>en</strong><br />

begonn<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> solitaire koningin, kunn<strong>en</strong> we nogal e<strong>en</strong>s de<br />

lijk<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> van andere koninginn<strong>en</strong> van dezelfde soort. Dit<br />

hoeft niet te duid<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> groot gebrek aan geschikte plekk<strong>en</strong><br />

om e<strong>en</strong> nest te beginn<strong>en</strong>, het kan zeer wel gaan om de meerwaarde<br />

van e<strong>en</strong> nest waarin al flink wat <strong>en</strong>ergie werd geïnvesteerd.<br />

In het hommelnest ontstaan als eerste jonge werksters,<br />

die de koningin help<strong>en</strong> het nest te lat<strong>en</strong> uitgroei<strong>en</strong>, waarna<br />

later in de broedcyclus van de kolonie uit de vrouwelijke eitjes<br />

koninginn<strong>en</strong> gaan ontstaan <strong>en</strong> dan is het ook de tijd dat<br />

de eitjes voor de mannetjes word<strong>en</strong> gelegd. Het kan dus heel<br />

lucratief zijn om van e<strong>en</strong> soortg<strong>en</strong>oot, in de beginfase van de<br />

ontwikkeling van het nest, te prober<strong>en</strong> dit over te nem<strong>en</strong>. In het<br />

verl<strong>en</strong>gde daarvan lijkt het ontstaan van e<strong>en</strong> koekoekshommelsoort,<br />

op e<strong>en</strong> evolutionaire tijdschaal, dan om de hoek te ligg<strong>en</strong>.<br />

Achteruitgang van soort<strong>en</strong> <strong>en</strong> aantall<strong>en</strong><br />

De urg<strong>en</strong>tie onze in de natuur voorkom<strong>en</strong>de <strong>bij</strong><strong>en</strong>soort<strong>en</strong><br />

te bescherm<strong>en</strong>, staat sterk in de aandacht. Inderdaad gaan<br />

veel van onze wilde <strong>bij</strong><strong>en</strong> sterk in aantal achteruit <strong>en</strong> sommige<br />

soort<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> al dec<strong>en</strong>nia lang niet meer gezi<strong>en</strong>. Dat heeft in<br />

de eerste plaats te mak<strong>en</strong> met de versobering van onze flora,<br />

zowel in soort<strong>en</strong>rijkdom als in areal<strong>en</strong> van voorkom<strong>en</strong>. Met<br />

name oligolectische soort<strong>en</strong> zijn uitermate kwetsbaar. Van de<br />

ooit rijke, natuurlijke flora van wegberm<strong>en</strong>, dijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> uiterwaard<strong>en</strong><br />

is weinig overgeblev<strong>en</strong>. Wanneer e<strong>en</strong> waterschap of e<strong>en</strong><br />

geme<strong>en</strong>te de voedselplant<strong>en</strong> wegmaait voordat de <strong>bij</strong>behor<strong>en</strong>de<br />

<strong>bij</strong><strong>en</strong>soort het broedseizo<strong>en</strong> heeft voltooid, zal die <strong>bij</strong><strong>en</strong>soort<br />

daar sterk nadelige effect<strong>en</strong> van ondervind<strong>en</strong> <strong>en</strong> mogelijk lokaal<br />

uitsterv<strong>en</strong>. En dat geldt vaak ook wanneer via uitgestrooide<br />

zaadm<strong>en</strong>gsels in bloemrijke berm<strong>en</strong> <strong>en</strong> akkers wordt voorzi<strong>en</strong>,<br />

want de drachtplant<strong>en</strong> voor de meest kwetsbare soort<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong><br />

daar over het algeme<strong>en</strong> niet in. De meer algem<strong>en</strong>e, meest polylectische<br />

soort<strong>en</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> wel profiter<strong>en</strong> van dit<br />

artificiële bloem<strong>en</strong>aanbod.<br />

Daarnaast speelt hier de overgang van kleinschalig, handmatig<br />

onderhoud naar grootschalig mechanisch onderhoud<br />

e<strong>en</strong> belangrijke rol. Vroeger ontstond door dat m<strong>en</strong>selijk ingrijp<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> zeer fijnmazig mozaïek in de vegetatie, waar<strong>bij</strong><br />

bloembezoekers e<strong>en</strong> klein eindje verderop hun voedselplant<strong>en</strong><br />

kond<strong>en</strong> aantreff<strong>en</strong>. Teg<strong>en</strong>woordig word<strong>en</strong> grote oppervlaktes<br />

tegelijkertijd onder hand<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Dier<strong>en</strong> die in dat gebied<br />

nestgebond<strong>en</strong> zijn, kunn<strong>en</strong> daardoor afgesned<strong>en</strong> zijn geraakt<br />

van hun voedsel. De nog niet aan het nest gebond<strong>en</strong> individu<strong>en</strong><br />

zull<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> migrer<strong>en</strong>, met mogelijk e<strong>en</strong> kans in e<strong>en</strong> nog wel<br />

adequaat milieu te arriver<strong>en</strong>.<br />

Ook in beschermde gebied<strong>en</strong> eist grootschaligheid zijn<br />

tol: grote oppervlaktes gri<strong>en</strong>dcultuur word<strong>en</strong> in hetzelfde<br />

jaar teruggezet, waardoor er e<strong>en</strong> jaar zonder wilg<strong>en</strong>bloei volgt.<br />

103


104 <strong>en</strong>tomologische bericht<strong>en</strong><br />

72 (0) 2012<br />

Dit is funest voor m<strong>en</strong>ige insect<strong>en</strong>soort, die wellicht lokaal uitsterft.<br />

Met rupsbandvoertuig<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bom<strong>en</strong> verwijderd, ze<br />

word<strong>en</strong> met zware vrachtwag<strong>en</strong>s getransporteerd. Soortgelijke<br />

machines word<strong>en</strong> ingezet om grond te verplaats<strong>en</strong>. Wat gebeurt<br />

er met nest<strong>en</strong> van grondnestel<strong>en</strong>de insekt<strong>en</strong> wanneer er met<br />

zulk materieel overhe<strong>en</strong> wordt gered<strong>en</strong>? Vanzelfsprek<strong>en</strong>d zull<strong>en</strong><br />

de gang<strong>en</strong> van het nest zo stevig word<strong>en</strong> aangedrukt dat de<br />

onderin aanwezige insect<strong>en</strong> het oppervlak nooit meer zull<strong>en</strong><br />

bereik<strong>en</strong>.<br />

Concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> soort<strong>en</strong><br />

Als evolutionaire oorzaak van de grote diversiteit onder<br />

plant<strong>en</strong> zowel als onder de <strong>bij</strong><strong>en</strong> wordt de rol van de concurr<strong>en</strong>tie<br />

gezi<strong>en</strong>. Op die manier ontstond<strong>en</strong> de afzonderlijke niches<br />

<strong>en</strong> de specifieke relaties. Daarmee werd op de evolutionaire<br />

tijdschaal die concurr<strong>en</strong>tie uit de weg gegaan. Kunn<strong>en</strong> we op de<br />

tijdschaal van alledag nog iets van die concurr<strong>en</strong>tie terug zi<strong>en</strong>?<br />

Natuurlijk is er e<strong>en</strong> overlap in het bloembezoek van de verschill<strong>en</strong>de<br />

<strong>bij</strong><strong>en</strong>soort<strong>en</strong>. Verschill<strong>en</strong> in bouw <strong>en</strong> lichaamsgrootte<br />

onder de <strong>bij</strong><strong>en</strong> mak<strong>en</strong> dat bepaalde bloem<strong>en</strong> voor bepaalde<br />

<strong>bij</strong><strong>en</strong> niet toegankelijk zijn <strong>en</strong> andere juist wel. Maar afgezi<strong>en</strong><br />

van dit soort specialisaties zull<strong>en</strong> alle soort<strong>en</strong> <strong>bij</strong><strong>en</strong> e<strong>en</strong> plant<strong>en</strong>soort<br />

met grote hoeveelhed<strong>en</strong> nectar verkiez<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> soort<strong>en</strong><br />

met geringe hoeveelhed<strong>en</strong>. Zij moet<strong>en</strong> dat totaalaanbod<br />

in het terrein eerst inv<strong>en</strong>tariser<strong>en</strong> om zo’n keuze te kunn<strong>en</strong><br />

mak<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> bepaalde plant<strong>en</strong>soort. Dat vereist, naast aangebor<strong>en</strong><br />

voorkeur<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> goed leervermog<strong>en</strong>: welke plant<strong>en</strong>soort<br />

levert het meeste op? Maar door het bloembezoek daalt<br />

het nectaraanbod van de uitverkor<strong>en</strong> plant<strong>en</strong>soort gedur<strong>en</strong>de<br />

de dag. Wanneer de grote hoeveelheid nectar die ‘s nachts werd<br />

uitgescheid<strong>en</strong> al van e<strong>en</strong> groot perc<strong>en</strong>tage bloem<strong>en</strong> is geoogst,<br />

is deze vermindering in de gemiddelde opbr<strong>en</strong>gst per bloem<br />

voor e<strong>en</strong> grote <strong>bij</strong><strong>en</strong>soort aanleiding om uit te wijk<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong><br />

andere plant<strong>en</strong>soort. Voor e<strong>en</strong> kleinere <strong>bij</strong><strong>en</strong>soort daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>,<br />

5. De grote klokjes<strong>bij</strong>, Chelostoma rapunculi<br />

(Lepeletier), nestelt in al bestaande<br />

holtes in st<strong>en</strong>gels, zoals in het riet van<br />

dak<strong>en</strong>. Deze <strong>bij</strong> is oligolectisch <strong>en</strong> vliegt<br />

uitsluit<strong>en</strong>d op de verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong><br />

van het geslacht Campanula, oftewel<br />

klokjes. Omdat Campanula-soort<strong>en</strong> vaak<br />

in tuin<strong>en</strong> zijn te vind<strong>en</strong>, werd de grote<br />

klokjes<strong>bij</strong> e<strong>en</strong> <strong>bij</strong> van de bebouwde kom.<br />

De foto toont e<strong>en</strong> mannetje. Foto: Pieter<br />

van Breugel<br />

5. Chelostoma rapunculi (Lepeletier) makes<br />

its nest in pre-existing cavities in stems,<br />

such as in the reeds of thatched roofs.<br />

This bee is oligolectic and forages exclusively<br />

on the several Campanula species.<br />

Because Campanula species can frequ<strong>en</strong>tly<br />

be found in gard<strong>en</strong>s, this bee became a<br />

species of human habitations. A male is<br />

shown here.<br />

met e<strong>en</strong> kleiner maagje, is de productie van nectar sedert het<br />

mom<strong>en</strong>t dat de nachtvoorraad werd weggehaald nog voldo<strong>en</strong>de<br />

belon<strong>en</strong>d om op deze plant<strong>en</strong>soort te blijv<strong>en</strong> vlieg<strong>en</strong>. Zo ontstaan<br />

er voor het bezoek<strong>en</strong> van één plant<strong>en</strong>soort toch verschill<strong>en</strong><br />

in de niches van twee soort<strong>en</strong> <strong>bij</strong><strong>en</strong>. Voor gegev<strong>en</strong>s over<br />

overlap in het bloembezoek kan met te rade gaan <strong>bij</strong> Westrich<br />

(1989), voor e<strong>en</strong> meer theoretische onderbouwing <strong>bij</strong> Heinrich<br />

(1979) <strong>en</strong> <strong>bij</strong> De Jong & Klinkhamer (2005).<br />

Welke criteria moet<strong>en</strong> we aanlegg<strong>en</strong> om te kunn<strong>en</strong> besluit<strong>en</strong><br />

dat de aanwezigheid van de <strong>en</strong>e soort nadelig is voor de<br />

ander? Het sam<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> op één bepaalde plant<strong>en</strong>soort is<br />

daarvoor lang niet g<strong>en</strong>oeg. Ook wanneer daar op e<strong>en</strong> bepaald<br />

mom<strong>en</strong>t ge<strong>en</strong> stuifmeel of nectar meer van kan word<strong>en</strong> verzameld,<br />

omdat alles al is geoogst, wil dit niet zegg<strong>en</strong> dat de soort<strong>en</strong><br />

schade ondervind<strong>en</strong> van elkaars aanwezigheid. Wanneer<br />

het twee polylectische soort<strong>en</strong> betreft, is er waarschijnlijk maar<br />

e<strong>en</strong> gedeeltelijke overlap in de door deze soort<strong>en</strong> bezochte plant<strong>en</strong>soort<strong>en</strong>.<br />

Kom<strong>en</strong> ze in zo’n situatie tekort? Al die <strong>bij</strong><strong>en</strong> mak<strong>en</strong><br />

gebruik van de <strong>en</strong>orme hoeveelheid zuurstof die in de lucht<br />

aanwezig is, van concurr<strong>en</strong>tie om zuurstof zull<strong>en</strong> we dan ook<br />

niet kunn<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong> overlap in het bloembezoek kunn<strong>en</strong><br />

we wel sprek<strong>en</strong> van <strong>en</strong>ige concurr<strong>en</strong>tie, maar is dat schadelijk<br />

voor de <strong>en</strong>e of de andere soort? Mogelijk heeft zo’n soort<br />

dan wat meer tijd nodig om het broedsel te voltooi<strong>en</strong>, maar is<br />

de tijd e<strong>en</strong> beperk<strong>en</strong>de factor voor hun broedsucces? Er is pas<br />

echt sprake van schade door concurr<strong>en</strong>tie, wanneer de aan-<br />

wezigheid van de <strong>en</strong>e soort nadelig uitwerkt op de voortplanting<br />

van de ander. De onderlinge concurr<strong>en</strong>tie om voedsel van<br />

soort<strong>en</strong> waarvoor e<strong>en</strong> uitwijkmogelijkheid aanwezig is, leidt<br />

dus niet noodzakelijkerwijs tot achteruitgang van onze <strong>bij</strong><strong>en</strong>fauna.<br />

Het probleem <strong>bij</strong> deze discussies is dat de invloed van<br />

e<strong>en</strong> soort op de voortplanting van e<strong>en</strong> andere zo moeilijk is vast<br />

te stell<strong>en</strong>. Om concurr<strong>en</strong>tie als (mede)oorzaak van die achteruitgang<br />

te kunn<strong>en</strong> vaststell<strong>en</strong> moet je over e<strong>en</strong> aantal jar<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

voor e<strong>en</strong> groot aantal nest<strong>en</strong> van de te bestuder<strong>en</strong> soort het


Kader 1<br />

De aanwezigheid van <strong>bij</strong><strong>en</strong>kast<strong>en</strong> met honing<strong>bij</strong><strong>en</strong> in e<strong>en</strong> beschermd<br />

gebied, al dan niet tijdelijk daar geplaatst door imkers<br />

om er honing te winn<strong>en</strong>, wordt vaak gezi<strong>en</strong> als bedreiging van<br />

onze natuurlijke <strong>bij</strong><strong>en</strong>fauna (zie ook Van der Spek dit nummer).<br />

Het veel zi<strong>en</strong> van honing<strong>bij</strong><strong>en</strong> op bepaalde bloem<strong>en</strong> (figuur<br />

6) kan tot de voorbarige conclusie leid<strong>en</strong> dat honing<strong>bij</strong><strong>en</strong> het<br />

voedsel wegkap<strong>en</strong> voor de <strong>bij</strong>zondere <strong>bij</strong><strong>en</strong> die we zo graag zoud<strong>en</strong><br />

teg<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>.<br />

Honing<strong>bij</strong><strong>en</strong> lev<strong>en</strong> in grote kolonies. In teg<strong>en</strong>stelling tot<br />

<strong>bij</strong>voorbeeld hommels hebb<strong>en</strong> zij e<strong>en</strong> communicatiesysteem,<br />

de bek<strong>en</strong>de <strong>bij</strong><strong>en</strong>dans<strong>en</strong>, waarmee voedselbronn<strong>en</strong> aan nest-<br />

g<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> k<strong>en</strong>baar word<strong>en</strong> gemaakt (Lindauer 1961). Maar e<strong>en</strong><br />

heel klein deel van de fourageer<strong>bij</strong><strong>en</strong> is, in de wijde omgeving<br />

van de <strong>bij</strong><strong>en</strong>kast, inv<strong>en</strong>tariser<strong>en</strong>d op zoek naar de mogelijk-<br />

hed<strong>en</strong> het voedsel te verzamel<strong>en</strong>. Dat is economisch; ded<strong>en</strong> de<br />

<strong>bij</strong><strong>en</strong> van e<strong>en</strong> kolonie het allemaal op eig<strong>en</strong> houtje, dan zoud<strong>en</strong><br />

ze in hoge mate elkaars concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn. Die weinige speur<strong>bij</strong><strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> kolonie zijn op zoek naar drachtbronn<strong>en</strong> waar e<strong>en</strong><br />

groot aantal fourageer<strong>bij</strong><strong>en</strong> van kan oogst<strong>en</strong>. De danscommunicatie<br />

in het volk leidt er dan ook toe dat relatief onbetek<strong>en</strong><strong>en</strong>de<br />

drachtbronn<strong>en</strong> snel uit beeld rak<strong>en</strong>. De kolonie honing<strong>bij</strong><strong>en</strong><br />

moet het hebb<strong>en</strong> van massadracht: bloei<strong>en</strong>de bom<strong>en</strong>, grotere<br />

gebied<strong>en</strong> waar e<strong>en</strong> dominante plant<strong>en</strong>soort in bloei is. D<strong>en</strong>k<br />

aan koolzaadakkers, fruitboomgaard<strong>en</strong>, lind<strong>en</strong>lan<strong>en</strong>, klaver-<br />

weid<strong>en</strong>, heideveld<strong>en</strong>, etc. Dat zijn zulke <strong>en</strong>orme aantall<strong>en</strong> bloem<strong>en</strong>,<br />

dat de kleine aantall<strong>en</strong> wilde <strong>bij</strong><strong>en</strong> die er ook op foura-<br />

ger<strong>en</strong> er altijd hun voedsel zull<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> vind<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> kolonie honing<strong>bij</strong><strong>en</strong> verzamelt het voedsel uit e<strong>en</strong> groot<br />

gebied. Zonodig vlieg<strong>en</strong> ze afstand<strong>en</strong> van vijf of zes km he<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

weer, wat betek<strong>en</strong>t dat in pot<strong>en</strong>tie e<strong>en</strong> gebied van 75-100 km 2<br />

kan word<strong>en</strong> bestrek<strong>en</strong>. Bij het oogst<strong>en</strong> van nectar moet er dan<br />

zoveel aan suikers word<strong>en</strong> meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat maar e<strong>en</strong> deel ervan<br />

wordt verbruikt tijd<strong>en</strong>s de terugvlucht. Voor het verzamel<strong>en</strong><br />

van stuifmeel wordt e<strong>en</strong> veel kleiner gebied bezocht, omdat de<br />

honingmaag dan <strong>bij</strong> vertrek uit de kast de <strong>en</strong>ergie moet bevatt<strong>en</strong><br />

voor zowel de he<strong>en</strong>- als de terugvlucht.<br />

In onze strek<strong>en</strong> nestelde de honing<strong>bij</strong> van oorsprong in holle<br />

bom<strong>en</strong>. Al rond de jaartelling werd door de m<strong>en</strong>s de honing<br />

<strong>en</strong>tomologische bericht<strong>en</strong><br />

72 (0) 2012<br />

De honing<strong>bij</strong>, Apis mellifera Linnaeus, als concurrer<strong>en</strong>de soort<br />

gewonn<strong>en</strong>. Bij Bremerhav<strong>en</strong> werd <strong>bij</strong> het afgrav<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> terp<br />

e<strong>en</strong> van wilg<strong>en</strong>t<strong>en</strong><strong>en</strong> gevlocht<strong>en</strong> <strong>bij</strong><strong>en</strong>korf gevond<strong>en</strong>. Daardoor<br />

wet<strong>en</strong> we dat <strong>bij</strong><strong>en</strong>teelt in dit deel van Europa t<strong>en</strong>minste 2000<br />

jaar oud is. Teg<strong>en</strong>woordig lev<strong>en</strong> hier ge<strong>en</strong> <strong>bij</strong><strong>en</strong> meer in het wild.<br />

Zonder de hulp van de imkers zou deze soort hier allang uitgestorv<strong>en</strong><br />

zijn!<br />

In Latijns-Amerika is er e<strong>en</strong> grootschalig <strong>en</strong> ongewild experim<strong>en</strong>t<br />

geweest. Na de introductie in zuidelijk Brazilië in 1956<br />

<strong>en</strong> de daarop volg<strong>en</strong>de ontsnapping van zwerm<strong>en</strong> van afrikaanse<br />

honing<strong>bij</strong><strong>en</strong>, Apis mellifera scutellata (Lepeletier), was er de<br />

vrees dat deze lokaal nieuwe <strong>bij</strong><strong>en</strong>soort, die zich in rap tempo<br />

heeft verspreid over grote del<strong>en</strong> van Zuid- <strong>en</strong> Midd<strong>en</strong>-Amerika<br />

<strong>en</strong> in 1990 ook de zuidelijke stat<strong>en</strong> van de V.S. heeft bereikt, andere<br />

<strong>bij</strong><strong>en</strong>soort<strong>en</strong> zou uitroei<strong>en</strong>. Om dat te docum<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> werd<strong>en</strong><br />

in bepaalde regio’s gegev<strong>en</strong>s over de <strong>bij</strong><strong>en</strong>fauna’s, inclusief<br />

het bloembezoek, van voor <strong>en</strong> na de aankomst van de geafrikaniseerde<br />

honing<strong>bij</strong> vergelek<strong>en</strong>. Het bleek dat er van verdwijn<strong>en</strong><br />

van soort<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> sprake was, wel werd e<strong>en</strong> verandering in de<br />

frequ<strong>en</strong>tie waarmee bepaalde drachtplant<strong>en</strong> door sommige <strong>bij</strong><strong>en</strong><br />

werd<strong>en</strong> bezocht waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. De polylectische natuur van<br />

deze soort<strong>en</strong> maakte zulk e<strong>en</strong> verschuiving mogelijk. Concurr<strong>en</strong>tie<br />

om nestplaats<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> geafrikaniseerde honing<strong>bij</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

in boomholt<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>de kolonies van angelloze <strong>bij</strong><strong>en</strong> kreeg <strong>bij</strong>zondere<br />

aandacht, maar ook hier bleek ge<strong>en</strong> verdringing plaats<br />

te vind<strong>en</strong>. Honing<strong>bij</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> angelloze <strong>bij</strong><strong>en</strong> stell<strong>en</strong> geheel andere<br />

eis<strong>en</strong> <strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong> over sterk verschill<strong>en</strong>de mechanism<strong>en</strong><br />

voor de klimaatregeling in het nest, waardoor e<strong>en</strong> holte, al bewoond<br />

door e<strong>en</strong> kolonie van e<strong>en</strong> angelloze <strong>bij</strong><strong>en</strong>soort, voor honing<strong>bij</strong><strong>en</strong><br />

ongeschikt is geword<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> ander belangrijk verschil<br />

is dat e<strong>en</strong> kolonie honing<strong>bij</strong><strong>en</strong>, wanneer e<strong>en</strong> nestholte overvol<br />

is geword<strong>en</strong>, gaat zwerm<strong>en</strong> <strong>en</strong> pas daarna gaat de zwerm op<br />

zoek naar e<strong>en</strong> geschikte nieuwe nestgeleg<strong>en</strong>heid, terwijl de angelloze<br />

<strong>bij</strong><strong>en</strong> eerst e<strong>en</strong> nieuwe nestplaats zoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> pas nadat<br />

deze is gevond<strong>en</strong>, de oude kolonie geleidelijk aan splits<strong>en</strong>. Is er<br />

ge<strong>en</strong> geschikte nestplaats, dan verkommert de zwerm van de<br />

honing<strong>bij</strong>, terwijl de angelloze <strong>bij</strong><strong>en</strong> e<strong>en</strong> periode inlass<strong>en</strong> met<br />

massale productie van mannetjes inplaats van werksters. Wanneer<br />

deze mannetjes dan het nest hebb<strong>en</strong> verlat<strong>en</strong>, op zoek<br />

naar e<strong>en</strong> zeldzame, nog te bevrucht<strong>en</strong> koningin, is er weer voldo<strong>en</strong>de<br />

ruimte in het nest.<br />

Kortom: we wet<strong>en</strong> over het algeme<strong>en</strong> veel te weinig van de<br />

details van de biologie om de uitkomst van e<strong>en</strong> ecologische confrontatie<br />

tuss<strong>en</strong> twee soort<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> voorspell<strong>en</strong>. Dat geldt<br />

natuurlijk des te meer voor soort<strong>en</strong> waarvan we veel minder<br />

wet<strong>en</strong> dan van honing<strong>bij</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> angelloze <strong>bij</strong><strong>en</strong>.<br />

6. E<strong>en</strong> werkster van de honing<strong>bij</strong>, Apis mellifera. Foto: Bram<br />

Corneliss<strong>en</strong><br />

6. A worker of the honey bee, Apis mellifera.<br />

105


106 <strong>en</strong>tomologische bericht<strong>en</strong><br />

72 (0) 2012<br />

uiteindelijke aantal geconstrueerde broedcell<strong>en</strong> nagaan, in omstandighed<strong>en</strong><br />

met <strong>en</strong> zonder die concurr<strong>en</strong>t. Het hier noodzakelijke<br />

wet<strong>en</strong>schappelijke onderzoek is, op e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele uitzondering<br />

na, nooit ondernom<strong>en</strong>.<br />

Maar in mijn begrip van de oorzak<strong>en</strong> van de verarming van<br />

onze <strong>bij</strong><strong>en</strong>fauna speelt deze concurr<strong>en</strong>tie om het voedsel onder<br />

de verschill<strong>en</strong>de <strong>bij</strong><strong>en</strong>soort<strong>en</strong> slechts e<strong>en</strong> zeer ondergeschikte<br />

rol. Dat geldt ook voor concurr<strong>en</strong>tie die wordt veroorzaakt door<br />

de aanwezigheid van <strong>bij</strong><strong>en</strong>kast<strong>en</strong> met honing<strong>bij</strong><strong>en</strong>. De honing-<br />

Literatuur<br />

Barth FG 1985. Insects and flowers, the biology<br />

of a partnership. Princeton University<br />

Press.<br />

De Jong T & Klinkhamer T 2005. Evolutionary<br />

ecology of plant reproductive strategies.<br />

Cambridge University Press.<br />

Grimaldi D & Engel MS 2005. Evolution of the<br />

insects. Cambridge University Press.<br />

Heinrich B 1979. Bumblebee economics. Harvard<br />

University Press.<br />

Iwata K & Sakagami SF 1966. Gigantism and<br />

dwarfism in bee eggs in relation to the<br />

Summary<br />

<strong>bij</strong> wordt vaak g<strong>en</strong>oemd als factor in die verarming, maar er<br />

ontbreekt e<strong>en</strong> specificatie van de soort<strong>en</strong> die daardoor word<strong>en</strong><br />

bedreigd (zie kader 1). De hoofdoorzaak van de achteruitgang<br />

van onze inheemse <strong>bij</strong><strong>en</strong> zie ik in de <strong>en</strong>orme verarming van de<br />

wilde flora <strong>en</strong> daarnaast in de verstoring van de nest<strong>en</strong> <strong>en</strong> nestplaats<strong>en</strong>.<br />

Economische motiev<strong>en</strong>, <strong>bij</strong> boer<strong>en</strong>, wegbeheerders <strong>en</strong><br />

terreinbeheerders, tot in onze natuurreservat<strong>en</strong>, lijk<strong>en</strong> de realisatie<br />

van alle goede voornem<strong>en</strong>s t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het behoud<strong>en</strong><br />

van onze ooit rijke natuur in de weg te staan.<br />

Diversity and competition among bees<br />

The bees make up a large group of insects that have evolved since the Cretaceous.<br />

At pres<strong>en</strong>t there are perhaps 20.000 species. Their dep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>cy on flowers to obtain food<br />

for themselves as well as for their offspring is the evolutionary background for the species<br />

diversification in bees. Each species has evolved its own specialty in relation to the similarly<br />

large diversification among the Angiosperms. The majority of these bee species build<br />

a solitary nest, while less than five perc<strong>en</strong>t of the species live in a primitive or a more complex<br />

type of colony. The diversity in body size, in the relative tongue l<strong>en</strong>gth and a number<br />

of other morphological characters of bees relates to the degree of foraging effici<strong>en</strong>cy.<br />

The differ<strong>en</strong>ces amongst bees bear upon the costs and profits of adaptations to the diversity<br />

of flower shapes and sizes, which themselves are the results of competition amongst<br />

flowering plants for binding the pollinator. The poll<strong>en</strong> of the many flowering plant species<br />

differ considerably in protein cont<strong>en</strong>t as well as in amino acid composition of those proteins.<br />

By specializing on a certain plant species a number of bee species have stabilized<br />

the nutritional value of the provisioning of their larvae. As a consequ<strong>en</strong>ce, such oligolectic<br />

species had to synchronize their life cycle with that of their food plant, which constitutes<br />

a firm reduction in their flexibility. This is in contrast to the polylectic species, which can<br />

pot<strong>en</strong>tially breed the <strong>en</strong>tire summer season. Competition has played a major role in the<br />

evolution of the bees. But, how important is competition on a short term, for existing local<br />

populations? Is interspecific competition a major factor in the curr<strong>en</strong>t decline of our bee<br />

fauna? In this paper it is argued that due to the diversification of species most oft<strong>en</strong> a local<br />

population is able to escape from being damaged. The main cause of the impoverishm<strong>en</strong>t<br />

is in altered soil use and the changes in the managem<strong>en</strong>t of fields and nature reserves such<br />

as from manual to mechanical maint<strong>en</strong>ance, using heavy equipm<strong>en</strong>t. Apart from a lack of<br />

finance it is our poor understanding of the complexity of ecosystems that is at the base<br />

of the ignorant but inadequate managem<strong>en</strong>t. It is human activity rather than competition<br />

among species that <strong>en</strong>dangers our bees.<br />

Hayo H.W. Velthuis<br />

Klemit 1, 5325 KG Wellseind<br />

hhwv@xs4all.nl<br />

mode of life, with notes on the number of<br />

ovarioles. Japanese Journal of Ecology 16:<br />

4-16.<br />

Lindauer M 1961. Communication among social<br />

bees. Harvard University Press.<br />

Meeuse BJD 1961. The story of pollination.<br />

Ronald Press Company.<br />

Mich<strong>en</strong>er CD 1974. The social behavior of the<br />

bees. Belknap Press, Harvard University<br />

Press.<br />

Mich<strong>en</strong>er CD 2000. The bees of the world. John<br />

Hopkins University Press.<br />

Peeters TMJ, Raemakers IP & Smit J 1999. Voor-<br />

lopige atlas van de Nederlandse <strong>bij</strong><strong>en</strong>.<br />

European Invertebrate Survey - Nederland.<br />

Ranta E & Lundberg H 1980. Resource partitioning<br />

in bumblebees: the significance of<br />

differ<strong>en</strong>ces in proboscis l<strong>en</strong>gth. Oikos 35:<br />

298-302.<br />

Stanley RG & Linsk<strong>en</strong>s HF 1974. Poll<strong>en</strong>. Springer<br />

Verlag.<br />

Westrich P 1989. Die Wildbi<strong>en</strong><strong>en</strong> Bad<strong>en</strong>-Württembergs.<br />

Verlag Eug<strong>en</strong> Elmer.<br />

geaccepteerd: 17 december 2011

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!