Onweer-gids
Onweer-gids
Onweer-gids
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Toevoegingen bij de 2 de<br />
druk van januari 2006<br />
Eind 1998 verschenen twee werken over de onweersactiviteit in België. Een eerste deel<br />
gaf een theoretische blik op de materie, het tweede luik ligt nu voor u en bestudeert de<br />
onweersactiviteit tijdens de periode 1980 t.e.m 1997. Bij het verschijnen van beide<br />
werken was er nogal wat interesse van weerliefhebbers om de boeken te verkrijgen.<br />
Jammer genoeg was de oplage vrij beperkt en zo kwam het dat ik uiteindelijk door mijn<br />
boekenvoorraad zat. Daarna kreeg ik nog vrij regelmatig aanvragen voor beide werken<br />
maar die mensen moest ik dan helaas teleurstellen.<br />
Uiteindelijk ben ik nu tot het idee gekomen om het tweede werk in te scannen en onder<br />
digitale vorm heruit te brengen. Zo kan de samengebrachte informatie alsnog onder<br />
zoveel mogelijk geïnteresseerde mensen worden verspreid. Het eerste deel heb ik niet<br />
meer uitgebracht omdat veel passages intussen verouderd zijn. Als vervanging van de<br />
theoretische beschouwingen kan de recentere <strong>gids</strong> ‘Praktische Gids voor de<br />
<strong>Onweer</strong>liefhebber’ dienen (http://www.gv-developments.be/downloads/cursus.pdf).<br />
Het tweede deel, dat nu voor u ligt, is een opsomming van de interessantste<br />
onweersituaties in ons land tussen 1980 en 1997. Het schetst een zeer goed beeld van<br />
wat in ons land mogelijk is op onweergebied en waar de extremen zich zowat situeren,<br />
dit ondanks de relatief beperkte onderzoeksperiode 1<br />
.<br />
Het overzicht is gebaseerd op een ganse reeks bronnen, waaronder de persartikelen de<br />
belangrijkste waren. Aangezien het werk zo’n 10 jaar geleden is samengesteld, kunnen<br />
we de kwaliteit niet altijd vergelijken met de huidige normen. Dit temeer alles in eigen<br />
beheer is opgesteld. De foto’s en afbeeldingen zijn soms van matige kwaliteit doordat de<br />
gescande versie zelf reeds een kopie is van het origineel. Daarenboven dient te worden<br />
opgemerkt dat het internet toen nog geen bron van informatie vormde, zodat<br />
weerkaarten en dergelijke niet altijd makkelijk te vinden waren.<br />
Het niveau van de meteorologische duiding is zeer toegankelijk en voor elke<br />
weerliefhebber te begrijpen. De meteorologische kennis van de auteur in die tijd was<br />
bovendien niet te vergelijken met deze nu. Dit kan als voordeel dienen gezien op die<br />
manier zowat iedereen het boek kan lezen en begrijpen. Er is ook zeer veel aandacht<br />
besteed aan de gevolgen van zwaar onweer voor de samenleving.<br />
Ondanks de soms matige drukkwaliteit en de hierboven opgesomde beperkingen ben ik<br />
ervan overtuigd dat dit werk ook nog in deze over-geïnformatiseerde tijden zijn nut kan<br />
leveren en dat veel mensen nog iets kunnen leren uit dit werk. Dit temeer ik voor ons<br />
grondgebied geen ander vergelijkbaar werk ken die de onweersactiviteit van dichtbij<br />
bestudeert heeft.<br />
1 Een echt vervolg is er nooit gekomen. Wel kan een gelijkaardig overzicht gevonden worden voor de jaren 2001<br />
en 2002, die via het KMI zijn uitgebracht en die te vinden zijn op:<br />
http://www.kmi.be/sc_publication/data/pdf/rmi_scpub-014.pdf en<br />
http://www.kmi.be/sc_publication/data/pdf/rmi_scpub-015.pdf
Ik heb aan de inhoud van het ingescande werk niks gewijzigd. Bij een ganse reeks<br />
interessante onweersituaties heb ik evenwel een nieuwe korte weeranalyse toegevoegd,<br />
bestaande uit grond- en hoogtekaarten, detail-analyses en thermodynamische<br />
diagrammen. Deze waren bij de opstellingen van dit werk niet zo gemakkelijk te<br />
verkrijgen als nu, en ze bieden vanzelfsprekend een meerwaarde aan dit werk. Er werd<br />
onder meer gebruik gemaakt van de reanalyse-pagina op<br />
http://weather.ou.edu/~cgodfrey/reanalysis/. Ook de volgende pagina’s werden dikwijls<br />
gebruikt:<br />
http://www.wetterzentrale.de/topkarten/fsreaeur.html<br />
http://weather.uwyo.edu/upperair/sounding.html<br />
En ook de kaarten van Meteorologische abhandlungen serie B. Grundlagenmaterial –<br />
Berlinr Wetterkarte.<br />
Ik heb ook een zeer korte bespreking toegevoegd over de aaneensluitende periode 1998<br />
– 2000. Meestal heb ik me in deze gevallen beperkt tot het geven van enkele<br />
representatieve weerkaarten en analyses van de meest significante onweersgevallen.<br />
Een gedetailleerd overzicht van de onweersactiviteit tijdens de jaren 2001 en 2001 kunt<br />
u vinden in twee KMI-publicaties:<br />
http://www.kmi.be/sc_publication/data/pdf/rmi_scpub-014.pdf en<br />
http://www.kmi.be/sc_publication/data/pdf/rmi_scpub-015.pdf<br />
U zult zien da elk jaaroverzicht in deze publicatie wordt ingeleid met een overzicht waar<br />
ook de evolutie van het aantal onweersdagen wordt geschetst. De hierin gebruikte<br />
gemiddeldes komen uit (1) en zijn dus gebaseerd op cijfers van voor 1990. Ter<br />
vervollediging geef ik hierna recentere cijfers uit 2002 2<br />
:<br />
jan Feb Maa Apr mei jun jul aug Sep okt nov Dec<br />
2.2 4.3 4.2 8 13.2 12.8 12.5 12.8 9.7 5.8 3.3 3.2<br />
Wie up-to-date weerinfo wenst te bekomen via het internet kan daarvoor o.a terecht op<br />
http://users.fulladsl.be/spb4195/, http://users.fulladsl.be/spb4195/analyse.htm en op<br />
http://users.fulladsl.be/spb4195/weermodellen.htm.<br />
Op http://users.fulladsl.be/spb4195/cursus.htm zijn talrijke cursussen opgenomen,<br />
waaronder http://www.gv-developments.be/downloads/winter<strong>gids</strong>.pdf, die handelt over<br />
het winterweer in de Lage Landen. Discussiëren over het weer kan o.a. via<br />
http://www.weerwoord.be/ en http://www.gv-developments.be/weerforum.htm.<br />
2 De cijfers zijn overgenomen uit de KMI-publicatie ‘Overzicht van de onweersactiviteit in België in 2002’ en is<br />
te vinden op http://www.meteo.be/sc_publication/data/pdf/rmi_scpub-014.pdf.
Een overzicht van de belangrijkste weersituaties in ons land is te raadplegen op de KMIwebsite,<br />
meerbepaald op:<br />
http://www.meteo.be/nederlands/pages/Klimatologisch/century/index.html.<br />
Rest mij nog U ook bij deze heruitgave veel leesplezier te wensen!<br />
Karim Hamid<br />
Januari 2006
Conclusies (2006)<br />
In dit werk worden de belangrijkste onweersituaties die zich in België voordeden binnen de<br />
periode 1980 – 1997 besproken. Ook enkele belangrijke situaties van voor dit tijdsinterval<br />
kregen aandacht. In de eerste uitgave (van 1998) werd de klemtoon gelegd op de gevolgen van<br />
het onweer op de maatschappij en werden de onweersbuien besproken. In deze laatste druk<br />
(2006) zijn de belangrijkste onweersituaties vooral op meteorologisch vlak herbekeken. Zoals<br />
reeds in het voorwoord werd aangehaald werd een samenvatting van de meteorologische<br />
achtergrond toegevoegd bij de onweersituaties, dit steeds geïllustreerd aan de hand van<br />
representatieve weerkaarten en thermodynamische diagrammen.<br />
Wanneer we de verschillende onweersituaties in beschouwing nemen van de behandelde<br />
periode, kunnen we tot verscheidene conclusies komen.<br />
Eerst en vooral gaat het hier slechts om een relatief korte periode dat werd behandeld, maar<br />
later onderzoek 1<br />
wees duidelijk aan dat het beeld dat binnen deze periode werd naar voor<br />
gebracht, volledig representatief is met de perioden daarvoor en daarna. Met andere woorden,<br />
de beschouwde onweersperiode toont niet speciaal zwaardere of zwakkere onweersituaties dan<br />
voor of na dit tijdsbestek. We mogen de onweersituaties die in dit werk worden behandeld dan<br />
ook als representatief beschouwen voor wat we aan onweer in België kunnen verwachten.<br />
Wanneer we kijken naar de intensiteit en de impact van zware onweersbuien in België, dienen<br />
we te concluderen dat deze vergelijkbaar is met wat we in onze buurlanden zien. Eveneens zien<br />
we dat, wanneer de meteorologische omstandigheden voor onweer voor wat betreft België<br />
gunstig zijn, dit veelal ook het geval is voor onze buurlanden, en dit meerbepaald voor Noorden<br />
West-Frankrijk, Nederland en het westen van Duitsland. In veel gevallen worden de<br />
onweerscomplexen zelfs gevormd boven Frankrijk, waarna ze naar ons land worden<br />
geadvecteerd. Dit heeft alles te maken met de overheersende luchtstromingen in onze streken<br />
(zie verder).<br />
Wanneer we enkel de zeer actieve en uitgesproken onweersituaties in beschouwing nemen (en<br />
deze komen vrijwel elk jaar in ons land één of meerdere malen voor, en dit vrijwel uitsluitend<br />
binnen de periode juni-september), dan zien we dat deze niet zomaar bij gelijk welke<br />
synoptische situatie ontstaan. We kunnen twee categorieën opstellen van zware onweersituaties:<br />
een eerste omvat de onweersituaties waarbij het onweer op uitgestrekte geografische schaal<br />
plaatsvindt en waarbij vooral bliksemschade en wateroverlast wordt opgetekend. Een tweede<br />
categorie omvat de situaties waarbij vooral de windfenomenen opvallen, zoals zeer zware<br />
windstoten en hoosverschijnselen 2<br />
. Significante hagelschade treedt op bij zowel de eerste als de<br />
tweede categorie, maar met een voorkeur voor de tweede.<br />
Beide categorieën hebben de voorkeur voor een welbepaalde configuratie op de weerkaarten.<br />
De voorkeur gaat duidelijk naar situaties met een rug van hogedruk in de hoogte boven het<br />
Europese vasteland en een hoogtetrog ten westen van het continent. Aan de grond is de<br />
luchtdruk daarbij vrij hoog boven Scandinavië en Centraal- en Oost-Europa. Over het westen<br />
1 Zie onder meer verschillende KMI-publicaties zoals “Overzicht van de onweersactiviteit in België in 2001”, HAMID -<br />
2002 (http://www.kmi.be/sc_publication/data/pdf/rmi_scpub-014.pdf) en “Overzicht van de onweersactiviteit in België in<br />
2002”, HAMID - 2003 (http://www.kmi.be/sc_publication/data/pdf/rmi_scpub-015.pdf)<br />
2 Een interessante studie over windhozen in ons land is uitgevoerd door dhr. Dobbels in het kader van een<br />
scriptie aan de universiteit van Gent “Windhozen in België”, DOBBELS, 2005.
van Europa is de luchtdruk dan gemiddeld waarbij doorgaans weinig drukverschillen optreden<br />
(“barometrisch moerras”). Over het Iberisch schiereiland en het Franse binnenland is er veelal<br />
sprake van een thermisch lagedrukgebied, dat zich veelal traag naar het noorden verplaatst.<br />
Zolang de as van de hoogterug zich over of ten westen van België bevindt, is de kans op zeer<br />
zwaar onweer zeer beperkt. Dit verandert echter zeer snel wanneer de hoogtetrog waarvan<br />
reeds sprake, zich oostwaarts verplaatst en de rug-as naar Duitsland opschuift (zien afbeelding<br />
A). De reden hiervoor is niet van thermische aard, want onder de rug worden evengoed in deze<br />
situaties zeer hoge temperaturen bereikt aan de grond. De reden is dat de rug in eerste instantie<br />
de gebieden eronder beschermt voor dynamische triggers van allerlei aard (zowel aan de grond<br />
als in de hogere luchtlagen). Een tweede reden is dat de atmosfeer ten oosten en onder de rugas<br />
te stabiel is van opbouw door de warme bovenluchten.<br />
De meeste erg zware onweersituaties komen voor in het gebied tussen de rug-as en de trog-as,<br />
en dit meerbepaald vlakbij of net onder de opgaande tak van de hoogtetrog (deze tak is in de<br />
meeste gevallen SW-NE of S-N georiënteerd). Dit is niet verwonderlijk, want dit gebied staat<br />
onder invloed van zowel koudelucht advectie in de hoogte alsook van PVA. Bovendien is daar<br />
de warmelucht-advectie in de lagere regionen van de atmosfeer het sterkst, gezien de<br />
toenemende stroming op middelbaar niveau. Vlak voor de opgaande tak van de trog is er in<br />
deze situaties meestal sprake van een “tong” van zeer warme lucht op 850hpa, ook wel “Spanish<br />
Plume” genoemd, of theta-w-tong. Deze tong heeft op zijn beurt gevolgen voor de situatie aan<br />
de grond. Vlak onder de tong op enige hoogte ontstaat vrijwel altijd een zone van convergentie,<br />
veroorzaakt door het lijnvormig en lokaal dalen van de luchtdruk (thermische vore).<br />
Aan de grond vinden we in zowat alle gevallen een anticyclonale stroming over het vasteland<br />
met een cyclonaal wordend patroon over West-Europa. Onder de opgaande trogtak vinden we<br />
het koufront van het polaire front. Dit front ligt meestal vrij parallel met de hoogtestroming<br />
waardoor de oostwaartse progressie vrij zwak is. Aangezien de zware onweders te koppelen zijn<br />
aan de opgaande trogtak, zijn ze per definitie ook te koppelen aan het koufront, meerbepaald<br />
aan de oostkant van het front (en dus aan de warme kant van zowel de straalstoom als het<br />
polaire front). Veelal wordt gedacht dat het zware onweer wordt getriggerd op het koufront,<br />
maar onze studie wijst duidelijk uit dat in de meeste gevallen, het een prefrontale<br />
convergentielijn is die als grondtrigger werkt. In veel gevallen trekt het koufront dan geruisloos<br />
voorbij.<br />
De omstandigheden in de hogere luchtlagen zijn zeer van belang bij zware onweersbuien. Er is<br />
duidelijke een sterke voorkeur voor een significante stroming vanaf 500hpa tot aan het<br />
straalstroomniveau. We spreken dan over richtwaarden van ca. 40kts en hoger op 500hpa en<br />
liefst tot 60kts en meer op 200 à 300hpa. Van belang is ook de positie van eventuele jetstreaks<br />
binnen de straalstroom t.o.v ons land. We weten dat zowel de linker uitgang als de rechter<br />
ingang van de jetstreak een gunstige invloed hebben op de activering van onweersbuien (ageostrofische<br />
bewegingen) en aangezien we ons doorgaans bevinden aan de warme kant van de<br />
jet in de onweersituaties, zal het hier vooral de rechter ingang zijn die een rol kan spelen (C).<br />
We zien in de praktijk dat situaties in dat laatste geval van potentieel zeer gevaarlijke aard zijn,<br />
maar ook wanneer de straalstroom met zijn as over ons land ligt is het gevaar op extra zwaar<br />
onweer groot.<br />
Een volgend belangrijk punt is het verticale windprofiel, veroorzaakt door de synoptische<br />
situatie aan de grond en op grote hoogte. Gunstig zijn situaties met een uitgesproken toename<br />
van de wind met de hoogte, wat impliceert dat de straalstroom zich minstens in de buurt moet<br />
bevinden. Ook een verticale windruiming kan meehelpen met het dynamisch actief worden van
de onweders, maar is van beperkter belang. We spreken dan vooral over de tweede categorie<br />
van onweersbuien (zie hoger). Van uitermate hoog belang is in dat opzicht ook de<br />
windverdeling binnen de eerste 2000m. Vooral voor de vorming van hoosverschijnselen en<br />
dynamisch erg gevaarlijke onweersbuien is de windverdeling binnen deze luchtlaag van<br />
doorslaggevend belang. Hoosverschijnselen hebben duidelijk de voorkeur bij situaties waarbij<br />
de wind binnen de eerste 2000m snel met de hoogte toeneemt. Vooral vanaf een<br />
snelheidsverschil boven 20 à 25kts tussen 10m en 1500m verhoogt de kans op<br />
hoosverschijnselen snel. In deze situaties is er dan ook meestal sprake van een sterke Low-<br />
Level-Jet (LLJ) tot 40 à 50kts op 850hpa (ca.1500m). In combinatie met deze sterke verticale<br />
windtoename is het ook belangrijk dat de wind ook nog ruimt met de hoogte. In het ideale gzvzl<br />
ruimt de wind van SSW op 10m naar WSW op 850 à 800hpa (ca. 1500 à 2000m). In deze<br />
situaties, in een anders reeds onstabiele configuratie, wordt het gevaar op hoos- en andere<br />
destructieve windverschijnselen snel groter. Merk op dat hoosverschijnselen (veelal van zeer<br />
kleinschalige aard) in ons land vooral voorkomen wanneer aan de daarjuist genoemde<br />
voorwaarden wordt voldaan. Opvallend is ook dat deze hoosverschijnselen daarbij zonder<br />
probleem kunnen optreden in een anders weinig onstabiele configuratie (CAPE’s lager dan<br />
500J/kg). De hoosverschijnselen zijn vaak te koppelen aan zgn. “mini-supercells”. Dit type<br />
supercell lijkt de voorkeur te hebben om zich te ontwikkelen in de linker uitgang van een<br />
jetstreak. Dus in situaties waarbij ons land zich bevindt aan de koude kant van de straalstroom ,<br />
en dus in een a-typisch warme zomersituatie. Verschillende voorbeelden in deze publicatie<br />
tonen aan dat de link tussen de positie van de jetstreak en de kans op windhozen frappant is. In<br />
vrijwel alle gevallen bevindt ons land zich tijdens hoosverschijnselen gunstig t.o.v de jetstreak,<br />
met een voorkeur voor de linker uithang. Parameters die het gevaar op hoosverschijnselen<br />
helpen inschatten zijn de Storm Relative Helicity (SRH) en de Bulk Richardson Number<br />
(BRN).<br />
Potentieel zeer gevaarlijke situaties (de worst case als het ware) zijn omstandigheden waarbij een<br />
combinatie van onderstaande punten aanwezig is (D):<br />
- opgaande trogtak over België<br />
- wet-bulb-tong met op 850hpa temperaturen boven 15°<br />
- (potentieel) onstabiele opbouw van de atmosfeer<br />
- rechter ingang van een sterke jetstreak over België<br />
- sterke wind op 200 à 300hpa (>100kts)<br />
- sterke LLJ over ons land met waarden >50kts uit W-SW<br />
- zwakke grondstroming, overwegend uit SE-S<br />
- relatief snel naderende hoogtetrog op 500hpa met aan de voorzijde PVA<br />
In de meeste gevallen van zwaar onweer komen niet alle punten tegelijk voor.<br />
Wanneer we verder kijken naar de situaties die zwaar onweer brachten, valt ons op dat er in<br />
veel van de situaties sprake was van een duidelijke zuidelijk uitgezakte trog boven de Britse<br />
Eilanden. Dit is meestal een kortgolvige trog die onderdeel uitmaakt van de algemene<br />
Atlantische trog. Vaak is de trog zo goed ontwikkeld dat er op 500hpa sprake is van een<br />
afzonderlijk ULL nabij of ten zuidwesten van Ierland. Deze trog komt tijdens de ontwikkeling<br />
van de onweerssituatie geleidelijk naderbij met bijhorende advectie van koudere lucht en PVA<br />
in de hogere niveaus.<br />
Een bijzondere onweersituatie ontstaat bij een synoptische situatie waarbij de trog extra<br />
zuidwaarts afzakt en waarbij er over het West-Europese vasteland sprake is van een zuid-noord
georiënteerde trogtak (B). Hierdoor is de oostwaartse progressie van het polaire front extra<br />
zwak en worden de thermische contrasten tussen voor- en achterkant van het koufront extra<br />
groot. In vrijwel alle gevallen ontstaan er al dan niet stabiele golfjes op het front. Deze golfjes<br />
trekken vrij snel langs het front naar het noorden. Het is op deze golfjes dat er zeer vaak<br />
enorme onweercomplexen ontstaan (uitgestrekte MCS). Vooral de gebieden aan de warme kant<br />
van de golf (vlakbij de golftop) zijn in deze situatie bijzonder kwetsbaar. In ons geval worden de<br />
onweercomplexen gevormd boven het Franse Binnenland, waar ook nog eens de warmste lucht<br />
aanwezig is. Veelal zijn de in deze configuratie gevormde complexen niet zo dynamisch van<br />
aard. Het is vooral wateroverlast en het hoge bliksemaantal die hier de hoofdrol spelen. Ook<br />
hagel kan een factor van belang zijn.<br />
Samenvattend kunnen we stellen dat zeer zware onweersituaties in ons land vrijwel uitsluitend<br />
ontstaan wanneer de synoptische situatie zowel aan de grond als in de hogere luchtlagen<br />
daarvoor gunstig zijn. Voor dynamisch uitgesproken actieve onweersbuien is steeds een vorm<br />
van verticale windshear vereist waarbij voor de hoosvorming de klemtoon ligt bij een<br />
significante windruiming en –toename binnen de eerste 2000m. Hoosverschijnselen op zeer<br />
lokale schaal en tot ca. categorie F0-F2 komen voor in elk seizoen en meer uitgesproken<br />
hoosverschijnselen (tot en met F3) komen waarschijnlijk uitsluitend voor binnen de periode<br />
juni-september. Merk op dat dit een eerder subjectieve conclusie is op basis van 26 jaar onweer<br />
en rekening houdende met de gebrek aan betrouwbare gegevens over het aantal windhozen in<br />
ons land.
Afbeelding A: blauw: isohyps op 500/300hpa, rode streeplijn: rug-as op 500hpa, bruin: jetstreak op 200hpa<br />
Afbeelding B: geel: isohyps op 500hpa,<br />
Afbeelding C: blauw: isohyps op 500hpa, rood: jetsreak op 200hpa<br />
Afbeelding D: geel: isohyps op 500hpa, rode pijl: maximale warmelucht advectie oftewel theta-w-tong op<br />
850hpa, bruin: jetstreak op 200hpa
25/6/67<br />
Een uitgebreide meteorologische bespreking over de onweersituatie en bijhorende zware windhozen kan<br />
je vinden op de KNMI-website: http://www.knmi.nl/kenniscentrum/windhozen_1967.html<br />
Ik beperk me hier tot een samenvatting van de situatie op de weerkaarten. De hoogtekaart (zowel 300 als<br />
500hpa) toont een langgolvige trog boven de Britse Eilanden. Deze trog is vooral uitgesproken op<br />
300hpa. Op beide niveaus is er sprake van een afzonderlijk hoogtelaag nabij Ierland op 25/6 00z. Op<br />
grondniveau bevindt het polaire front zich in de opgaande tak van de trog, zoals gewoonlijk. Eén van<br />
deze golfjes slaat uit boven het westen van Frankrijk waardoor er een transport op gang komt van extra<br />
warme lucht vanuit het zuiden. De maxima halen op veel plaatsen 25 tot 29°. Het is pas wanneer het<br />
koufront overtrekt, dat de onweders losbarsten. Het hoeft ons niet te verbazen dat een significante trog<br />
net ten westen van ons aan de grondslag lag van de actieve onweersbuien. De nabijheid van de<br />
straalstroom heeft eveneens een grote rol gespeeld bij de ontwikkeling van de hozen.
500hp 25/6/67 00z
grondkaart 25/6/67 12z
24/7/69<br />
Vooral de hagelval tijdens de onweersbuien trekt hier onze aandacht. De hoogtekaart toont ons een<br />
hogedrukrug boven het Europese vasteland met boven West-Europa een aanvoer van warme lucht uit het<br />
zuiden. De maxima halen gemakkelijk de 30 graden. Om 06z bevindt het polaire front zich boven het<br />
westen van Frankrijk en schuift zeer traag naar het oosten. Aan de voorzijde bevindt er zich nog een<br />
thermische lagedrukvore met daarin verscholen een convergentielijn. Aan de achterzijde stijgt de<br />
luchtdruk alweer door de opbouw van een nieuwe hogedrukcel die zich vanaf het Azorenhoog losrukt om<br />
richting Scandinavië te trekken. De doortocht van het front betekent dus niet meer dan een korte<br />
onderbreking van het zomerweer, doch met lagere maxima
500hp 24/7/69 00z<br />
grondkaart 24/7/69 06z
grondkaart 24/7/69 12z
22/5/71<br />
De hoogtekaart toont zich opbouwende hoogterug boven de Noordzee en de Noorse Zee. Van belang<br />
hierbij is dat vooral het bijhorende westelijke hoogtelaag zich sterk ontwikkelt waarbij uiteindelijk een<br />
afsnoering plaatsvindt. Wij komen dus in toenemende mate onder invloed van de hoogtetrog.
22/5/71 00z<br />
22/5/71 06z
22/5/71 12z
Let op de sterke verticale windtoename in de onderste niveaus alsook op de vrij sterke stroming op jetniveau<br />
(90 kts op 200hPa). Er is ook sprake van enige verticale windruiming. De opbouw van de<br />
atmosfeer is in de onderste 3 km ook voorwaardelijk onstabiel.<br />
Aan de hand van bovenstaande kaart is vast te stellen dat de straalstroom over de Lage Landen lag<br />
(sterke gradiënt van de isohypsen).
Vooral van belang zijn hier de verticale windgegevens. De thermodynamische diagrammen tonen een zeer<br />
sterke verticale windshear. Ook de ruiming van de wind in onderste niveaus is aanwezig.let vooral op de<br />
Low-Level-shear. Aan de grond staat een stroming van 10-15kts, maar op 850hpa is dit reeds 40kts, een<br />
verschil van 25kts. Op 300hpa staat een wind van bijna 100kts. Merk op dat we ons naar de namiddag en<br />
avond bevinden in de linker uitgang van een sterke jetstreak, met de daarbij horende stevige divergentie in<br />
de hoogte.
De combinatie van flinke onstabiliteit en nauwelijks stroming in de atmosfeer zorg plaatselijk voor zeer<br />
veel neerslag, omdat de buien lang blijven hangen.
6/8/81<br />
Een wat onduidelijke situatie tekent zich af op de weerkaarten, vooral op de hoogtekaarten. Duidelijk is<br />
dat de stroming vrij zonaal is op de Atlantische Oceaan, bij ons is de stroming anticyclonaal, veroorzaakt<br />
door een hogedrukrug boven Centraal- en Oost-Europa. Een weinig significante trog bevindt zich boven<br />
de Golf van Biskaje. Tussen de trog en de rug stroomt zeer warme lucht naar onze streken met op 850hpa<br />
temperaturen rond 16 graden. In de loop van de namiddag trekt een koufront over (zie detailkaart) het<br />
land en gezien de zwakke stroming aan de grond en op grotere hoogte bleven de buien soms lange tijd<br />
boven een zelfde gebied hangen.
500hp 06/08/81 00z
grondkaart 06/08/81 06z
grondkaart 06/08/81 12z
Let op de sterke verticale windshear in de onderste niveaus.
22/6/82<br />
De hevigheid van het onweer werd hier voor een groot deel veroorzaakt door dynamische factoren.<br />
Opnieuw valt onze aandacht op een hoogtelaag, dat zich situeert ten zuidwesten van Ierland, en deel<br />
uitmaakt van een high-over-low blokkade ten westen van de Britse Eilanden. In de zuidwestelijke<br />
stroming voor de trog (of hoogtelaag) wordt vrij warme lucht aangevoerd waardoor de luchtmassa vrij<br />
onstabiel van opbouw is. Maar het is vooral de wind in de hoogte die van belang is, met een 80kts op<br />
300hpa. Let ook op de low-level-jet van 30kts. De warmste lucht blijft ten oosten van ons liggen.
500hp 22/06/82 00z
grondkaart 22/06/82 06z
grondkaart 22/06/82 12z
14/7/82<br />
De hoogtekaart (500hpa) vertoont volgende configuratie : een uitgestrekte trog met kern<br />
(hoogtelaagje) nabij La Coruña stuurt zeer warme lucht uit het zuiden naar onze streken. Een highover-low<br />
blokkade bevindt zich boven Centraal- en Oost-Europa. In de loop van de 14de trekt het<br />
hoogtelaagje richting Britse Eilanden, waardoor de stroming in de hoogte toeneemt. Op 850hpa klimt<br />
het kwik naar 15 graden. Op de detailkaart zien we de fronten verbonden met de trog net ons land<br />
binnentrekken. Het is nabij het koufront dat zich de onweders ontwikkelen, in de potentieel onstabiele<br />
luchtmassa (zie thermodynamisch diagram).
500hpa 14/7/82 00z
850hpa 14/7/82 06z
grondkaart 14/7/82 12z
20/9/82<br />
De stroming op de oceaan is min of meer zonaal, waarin onder meer de restanten zijn opgenomen van<br />
ex-tropische cycloon Debby. Over West-Europa buigt de stroming af naar het noord-oosten waardoor<br />
vrij warme luchtmassa’s naar onze streken worden gevoerd. Vlak voor het vasteland bevindt zich nog<br />
een belangrijke hoogtetrog. Tegen de avond komt er aan de voorzijde van de trog veel wind te staan in<br />
de hoogte, wat mag blijken uit de peiling. De wind neemt toe tot meer dan 40kts op 700hpa.
Let op de sterke verticale windshear in de onderste niveaus.
500hpa 20/9/82 00z
850hpa 20/9/82 06z
grondkaart 20/9/82 12z
Hieronder worden nog enkele foto’s weergegeven uit de getroffen streek van L’égise.<br />
(bron: ‘Windhozen in België’, Matthias Dobbels, 2005)<br />
(bron: ‘Windhozen in België’, Matthias Dobbels, 2005)
(bron: ‘Windhozen in België’, Matthias Dobbels, 2005)
De souding toont ons een aanzienlijk onstabiele atmosfeer.
9/7/84<br />
Een vrij uitgestrekte hoogtetrog bevindt zich boven de oceaan. De hoogtestroming is z-w<br />
georiënteerd over West-Europa waarbij zeer warme lucht wordt aangevoerd. Op de detailkaart is te<br />
zien dat zeer warme lucht over ons land stroomde. In Kleine Brogel werd het bijna 34 graden. De<br />
peiling van Ukkel van op de middag laat een zeer onstabiele atmosfeer zien, met ook significante<br />
windsnelheden op enige hoogte. Later op de dag ligt de jet over ons met op 200hpa snelheden tot<br />
80kts.
500hpa 9/7/84 00z
grondkaart 9/7/84 12z
12/5/85<br />
De 500hpa-kaart geeft een blokkerende hoogterug weer met as van de Azoren tot over Scandinavië.<br />
Een hoogtelaag circuleert ter hoogte van de Pyrreneëen en trekt vrij snel naar het noorden onze<br />
richting uit. Aan de Noordflank vindt warmeluchtadvectie plaats, zoals op de detailkaart te zien is. In<br />
combinatie met de koude bovenluchten (rond –22 op 500hpa) zorgt dit voor een onstabile situatie. Het<br />
thermodynamisch diagram toont die WAA ook onder de vorm van een inversie. Boven de inversie is<br />
de luchtmassa onstabiel.
500hpa 12/5/85 12z
grondkaart 12/5/85 12z
De souding toont ons een aanzienlijk onstabiele atmosfeer.
6/6/85<br />
Op de 500hpa-kaart zien we een hoogtetrog boven de Britse Eilanden met over onze streken een vrij<br />
sterke hoogtestroming (jet). Onder deze jet slenteren enkele frontale systemen. De detailkaart toont<br />
dat het lagedrukgebiedje (omsloten door de 1010hpa-isobaar) met bijhorende fronten in onze buurt<br />
ligt. In de hoogte komt de trog dichtbij, en dat zorgde waarschijnlijk voor de nodige onstabiliteit.
grondkaart 6/6/85 12z
Deze souding toont een significante windshear en tevens is de atmosfeer vrij onstabiel van<br />
opbouw.
14/8/85<br />
De 500hpa-kaart toont een omega-blokkade op de oceaan, met de bijhorende oostelijke trog over de<br />
Britse Eilanden. Met een zuidelijke stroming wordt warme subtropische lucht naar het noorden<br />
gevoerd. De straalstroom bevindt zich in onze geburen (dikke rode lijn op de 500hpa-kaart). Wij<br />
bevinden ons op de scheidingslijn en in de namiddag (zie detailkaart) bevinden we ons aan de warme<br />
kant van de storing (gebied met >30° met rood afgebakend).
500hpa 14/8/85 00z
grondkaart 14/8/85 12z
17/6/86<br />
We bevinden ons in een klassieke zomerse weerconfiguratie, met (16/6) een rug van hogedruk boven<br />
Europa en een grondhoog ter hoogte van de Oostzee. Op 17/6 amplificeert de rug wat terwijl een<br />
Atlantische trog dit eveneens doet, terwijl deze wat opschuift naar het oosten. Het bijhorende golvend<br />
polaire front bevindt zich op 17/6 12z boven het westen van Frankrijk. Aan de voorzijde van het front<br />
bevindt zich zeer warme lucht. De maxima op de 16de scoren hoog met waarden op veel plaatsen rond of<br />
boven 30°. De 16de arriveert dus het koufront op het warmste moment van de dag. Op en voor het front<br />
ontwikkelen zich in de onstabiele luchtmassa (zie hoogtepeiling) verschillende onweersbuien.
500hpa 17/6/86 00z
grondkaart 17/6/86 12z
3/8/86<br />
Op 3 augustus maken we één van de warmste dagen mee met in Kleine Brogel een<br />
maximumtemperatuur tot 37 graden. Aan de grondslag van deze situatie lage een zuidwestelijke<br />
stroming op 500hpa, met de jet boven de Britse Eilanden en ons land net aan de warme kant ervan.<br />
Het polaire front bevindt zich op 3/8 00z over Spanje en Frankrijk. Ter hoogte van de Golf van<br />
Biskaje begint het front te golven waardoor de stroming wat krimpt naar het zuiden. Hierdoor kan<br />
extreem warme lucht over ons land spoelen, waarbij een T850 wordt genoteerd tot bijna 20 graden!<br />
De voorste begrenzing van de continentaal subtropische luchtmassa bevindt zich op 3/8 12z dwars<br />
over ons land. Ten noorden van dit warmfront overal temperaturen boven 30°. Het is in deze<br />
luchtmassa dat de extreem hoge maxima worden opgetekend. Helemaal over het westen van Frankrijk<br />
zien we reeds het koufront. Het uiterste westen van het land zal nooit echt in de subtropische lucht<br />
terecht komen, aangezien het golflaagje net over het Kanaal en het westen van het land trekt.<br />
De hoogtepeiling van 3/8 12z toont een jet op 200hpa van 60kts, tegen de avond is deze aangetrokken<br />
tot 70kts en meer zuidelijk geworden. Let ook op de sterke wind op 700hpa (36kts). De straalstroom<br />
bevindt zich net ten westen van ons met een jetstreak over de Britse Eilanden en ons land bevond zich<br />
in de gevaarlijke rechter ingang ervan. Dit was een mooie situatie waarbij verschillende<br />
omstandigheden samenkwamen om samen tot fel onweer te zorgen. Meermaals is gebleken dat golfjes<br />
in een zuidelijke stroming tot explosieve onweersituaties kunnen zorgen aan hun warme kant, vooral<br />
wanneer deze golfjes zich ontwikkelen in de rechter ingang van een jetstreak en wanneer er aan de<br />
voorzijde van de golf een theta-w-pluim aanwezig is.
De souding toont een significante windshear en sterke hoogtewinden (70 kts op jet-level).<br />
Een golftop trekt over België, met de zeer warme lucht (20° op 850hpa) boven Duitsland.
© Dundee
500hpa 03/8/86 00z
850hpa 03/8/86 06z
grondkaart 03/8/86 12z
16+17/7/87<br />
Een omega-blokkade tekent zich af op de hoogtekaart met de rug boven Centraal-Europa en<br />
Scandinavië en de bijhorende westelijke trog boven de Britse Eilanden. Vooral op 17/7 komt de trog<br />
met bijhorend hoogtelaag zeer dichtbij waardoor ook de wind in de hoogte fors toeneemt. Op 17/7<br />
(12z) haalt de wind op het jet-niveau snelheden tot 80kts, wat er veel is voor de tijd van het jaar. Dit is<br />
de waarde voor St-Hubert. In Ukkel is de wind op dat niveau minder met snelheden rond 55kts. De<br />
straalstroom ligt bijgevolg vooral over het oosten van het land, waarbij we ons reeds grotendeels aan<br />
de koude kant van de jet-as bevinden. Op de re-analyse van het NCEP is de straalstroom weergegeven<br />
voor 17-18/7, waarbij we ons in de linker uitgang bevinden van de jetstreak die verbonden is aan het<br />
hoogtelaag. De weerkaart van 17/7 geeft aan dat we ons bevinden in een koelere luchtmassa (mP). Op<br />
de kaart van 850hpa (waarop in het rood ook de jet getekend is) zien we het polaire front reeds ten<br />
westen van ons land met de straalstroom vlak boven onze regio. Op de 16de zijn de onweders ontstaan<br />
in de subtropische luchtmassa aan de warme kant van het polaire front, de 17de is de oorsprong<br />
waarschijnlijk eerder van dynamische aard (divergentie in de hoogte nabij jet). De detail-analyse toont<br />
op 17/7 (12z) nog een frontaal systeem dat over het noordwesten van Frankrijk ligt.
500hpa 16/7/87 00z
850hpa 16/7/87 06z
grondkaart 16/7/87 12z
500hpa 17/7/87 00z
850hpa 17/7/87 06z
grondkaart 17/7/87 12z
27/6/90<br />
De algemene situatie toont een rug van hogedruk boven het Europese Vasteland met aan de grond een<br />
kern van hogedruk boven Centraal-Europa en boven het westen van Rusland. Lagedukkernen zijn actief<br />
boven de Noorse Zee en boven de Britse Eilanden. De tweede kern is ontstaan uit een golf op het polaire<br />
front dat zich bevindt in de opgaande tak van een langgolvige trog op de oceaan. De analysekaart van de<br />
27ste in de ochtend geeft deze situatie weer. Het polaire front golft boven de Britse Eilanden maar een<br />
frontaal systeem daarvoor bevindt zich over onze contreien. Het is daarop dat zich het onweer vormt. De<br />
ballopoplating van middernacht geeft duidelijk weer dat de stroming in de hoogte duidelijk aanwezig is,<br />
en met de zwakke stroming aan de grond geeft dit een significante windshear.
500hp 27/06/90 00z
grondkaart 27/06/90 06z
grondkaart 27/06/90 12z
2/7/91<br />
De hoogtekaart van 1/7 toont min of meer een omega-blokkade boven de oceaan, waarbij het oostelijke<br />
‘oksellaag’ afzakt naar de Britse Eilanden. Op de 2de komt de kern ervan te liggen nabij Ierland, met aan<br />
de voorzijde aanvoer van warme subtropische lucht. De mobiele zone bevindt zich boven onze streken<br />
met daaraan verbonden een golvend frontaal systeem. De detailkaart van 27/7 12z toont zo’n golfje boven<br />
het zuidwesten van ons land. Het systeem trekt in de loop van de namiddag over ons land en zorgt voor de<br />
nodige triggering. Op het thermodynamische diagram is te zien dat de stroming op 300hpa rond de 40kts<br />
bedraagt. Merk ook de windshear op, zowel voor wat betreft de richting als de snelheid. Ook is te zien dat<br />
de atmosfeer vrij onstabiel van opbouw is.
500hpa 02/07/91 00z
850hpa 02/07/91 06z
grondkaart 02/07/91 12z
7/7/91<br />
De hoogtekaart van 500hpa toont een uitgesproken rug boven Centraal-Europa met daarin zelfs een<br />
afzonderlijke kern. een trog met afzonderlijk hoogtelaag situeert zich ten zuiden van de Britse Eilanden<br />
en zorgt bij ons voor een zuidoostelijke stroming op alle niveaus. Op de grondkaart zien we hogedruk<br />
boven Centraal- en Noord-Europa. Een depressiekarn draait rondjes ten westen van Bretagne. Tussen<br />
beide systemen wordt warme subtropische lucht aangevoerd met temperaturen op 850hpa rond 15 graden.<br />
Dit zorgt aan de grond voor maxima rond 30 graden. De 850hpa-kaart van 7/7 0z toont deze situatie. Een<br />
frontaal systeem situeert zich op dat moment vlak voor ons land maar door golfvorming (frontaal systeem<br />
bevindt zich parallel met de stroming) schuift gans het systeem niet of nauwelijks op naar het oosten. Aan<br />
de voorzijde vindt een advectie plaats van de warme lucht.<br />
De detailkaart van 7/7 12z toont mooi de golfvorming op het front. Op de analyse is vlak voor het front<br />
nog een convergentielijn getekend, die moet samenvallen met de warmste lucht in de hoogte. Pas tegen de<br />
avond begint het front als koufront aan de oversteek over het land. De hoogtekaart van 8/7 0z toont dat<br />
ons land zich dan bevindt, vlak aan de voorzijde van een scherpe trog. Dit heeft ongetwijfeld voor de<br />
nodige dynamische triggering gezorgd (PVA), in combinatie met de onstabiele opbouw van de atmosfeer.<br />
De hoogtepeiling van 8/7 0z toont in de hoogte een jet van 65kts.
500hpa 07/07/91 00z
850hpa 07/07/91 06z
grondkaart 07/07/91 12z
7-10/6/92<br />
Gans de periode hebben we te maken met een high-over-low blokkade over West-Europa. Het hoogtelaag<br />
vult in de loop van de periode op en wordt meer een trog die wel geleidelijk wat naar het noorden<br />
opschuift. Een hogedrukgebied nabij Scandinavië bepaalt de grondkaarten en over West-Europa zijn de<br />
luchtdrukverschillen weinig uitgesproken. Gans de periode ligt een west-oost-georiënteerde occlusie over<br />
onze streken. De hoogtepeiling van 9/6 12z toont een enigszins onstabiele configuratie met een potentieel<br />
onstabiele opbouw tot ca. 630hpa. De onstabiliteit wordt mede veroorzaakt de vrij koude bovenluchten<br />
(T500 rond –18/-20°).
500hpa 09/06/92 00z
850hpa 09/06/92 06z
grondkaart 09/06/92 12z
21/7/92<br />
Op 500hpa zien we een langgolvige trog boven de Atlantische Oceaan met de opgaande tak over West-<br />
Europa. Een rug strekt zich uit over Centraal- en Zuid-Europa. Aan de hand van de situatie op 250hpa<br />
kunnen we afleiden dat wij ons bevonden in de rechter ingang van een jetstreak boven de Noordzee, wat<br />
voor extra dynamiseren van de situatie zal hebben gezorgd. Het betreft hier eigenlijk een mooie situatie<br />
met enkele karakteristieke voorkomens. Als we de grondanalyse bekijken van 21/7 07z, dan zien we dat<br />
het koufront zelf nog ten westen van ons land ligt.<br />
Een prefrontale convergentielijn ligt dan al over het oosten van ons land. Gezien het tijdstip van de buien<br />
(nacht) moeten we besluiten dat de onweders waarschijnlijk op en voor de convergentielijn zijn ontstaan.<br />
Op de detailanalyse is de situatie gegeven op de middag. We zien een prachtige onweerconfiguratie met<br />
voor het koufront zeer hoge temperaturen (tot 35 graden) en achter het front een temperatuurdaling van<br />
soms meer dan 10 graden. Ook op 850hpa is op het front een sterke temperatuursgradiënt te zien (met<br />
voor het front een T850 van 20 graden en achter het front rond 7 graden!) . Vooral over Centraal-Europa<br />
zorgde deze situatie voor zwaar onweer. Meer daarover is te lezen op<br />
http://www.pa.op.dlr.de/cleocd/synop/synop.htm#fig5c).
500hpa 21/07/92 00z
850hpa 21/07/92 06z
grondkaart 21/07/92 12z
© Dundee
850hpa 09/08/92 00z
grondkaart 09/08/92 12z
500hpa 10/08/92 00z<br />
grondkaart 10/08/92 06z
9>10/6/93<br />
Op 500hpa zien we een sterk meanderende stroming me voor ons van belang een trog ten westen van<br />
Ierland en een rug boven het Europese continent. De trog diept zich nog verder uit en op de hoogtekaart<br />
van 10/6 zien we een afzonderlijke kern binnen de trog ten zuidwesten van Ierland. Ook de rug is dan wat<br />
verder uitgebouwd. De grondanalyse laat zien dat een systeem in de nacht over ons land trok, hier<br />
getekend als occlusie, maar misschien betrof het ook een convergentielijn. Het thermodynamische<br />
diagram toont vlak voor de convergentielijn een potentieel onstabiele opbouw met een niet te<br />
verwaarlozen windshear.
500hpa 10/06/93 00z
grondkaart 10/06/93 0z
grondkaart 10/06/93 12z
Ook hier weer mooi te zien, de sterke windshear in de onderste niveaus (zowel richting als snelheid) en<br />
de vrij sterke hoogtestroming (75 kts op 300hPa).
2/6/94<br />
De weerkaarten zijn vrij chaotisch, zowel aan de grond als in de hoogte. Algemeen gezien hebben we te<br />
maken met een zonaal regime op de oceaan met daarin een opvullende trog die snel naar onze streken<br />
trekt. De trog is een overblijfsel van een afgesnoerd hoogtelaag waardoor de er sprake is van twee<br />
mobiele stromingen met een tak tussen IJsland en Schotland en een tweede tak boven het westen van het<br />
vasteland. Beide takken bevatten hun frontale systemen, waarbij voor ons de tweede van belang is. Het<br />
betreft hier een geoccludeerd systeem waarbij de warme sector ten westen van ons blijft.<br />
Interessant is dat de wind sterk met de hoogte toeneemt om voor de tijd van het jaar hoge waarden te<br />
bereiken. Zo zien we op de peiling van 2/6 12z op 320hpa een windsnelheid van 100kts ! Op 500hpa is<br />
dat 50kts. Opvallend is verder, wanneer we de kaart van 850hpa erbij nemen, dat de onweders<br />
klaarblijkelijk ontstaan zijn in de polaire luchtmassa. Vooral het samenspel van sterke hoogtestroming en<br />
de snel naderende hoogtetrog (tegen de avond was het kwik op 500hpa reeds gedaald naar –20.5°).
500hpa 02/06/94 00z (donker gekleurd gebied stelt de straalstroom voor op 500hpa)
850hpa 02/06/94 0z
grondkaart 02/06/94 12z
Ook hier weer mooi te zien, de sterke windshear in de onderste niveaus (zowel richting als snelheid) en<br />
de vrij sterke hoogtestroming (75 kts op 300hPa).
4/7/94<br />
Klassieke zomerse onweersituatie. Op 500hpa vinden we een kortgolvige trog terug ten westen van<br />
Ierland en een rug boven het Europese vasteland. De stroming is dan ook zuidwestelijk met de advectie<br />
van zeer warme lucht uit het zuiden. De T850 piekt rond 18°. Aan de grond vinden we boven Scandinavië<br />
een hogedrukgebied en ten noordwesten van Ierland bevindt zich een lagedruksysteem met een vore tot<br />
over onze streken. Op 850hpa zien we de luchtmassaverdeling. De echte fronten bevinden zich boven de<br />
Britse Eilanden. Over Frankrijk zien we op de weerkaart nog een frontaal systeem, dat gekoppeld is aan<br />
de zeer warme luchttong aldaar. Het is op en achter dit front dat de onweders zich ontwikkelen.
500hpa 04/07/94 00z<br />
grondkaart 04/07/94 06z
850hpa 04/07/94 0z
grondkaart 04/07/94 12z
satellietopname van 28/7/1994 05.40z © Dundee
27>28/7/94<br />
Op 27/7 is het zeer warm met in het binnenland vrijwel overal tropische temperaturen (>30°). Het<br />
zomerse weer werd veroorzaakt door een rug boven Europa. Doordat de rug traag maar zeker oostwaarts<br />
opschuift, komt de trog en bijhorend koufront naderbij. Voor dat koufront bevindt zich nog een goed<br />
ontwikkelde convergentielijn, te koppelen aan de prefrontale thetra-w-tong. In de ochtend van 28/7<br />
bereikt het front de Kuststreek. Op het koufront zit nog een golfje (onder meer af te leiden uit de 850hpaanalyse)<br />
waardoor alles nog wat trager verloopt. Vooral in het westen onweert het stevig, en deze zijn te<br />
koppelen met een MCS dat is ontstaan op het golfje. Dit is onder meer af te leiden uit de satellietopname<br />
van die ochtend, en ook uit de detailanalyse van 28/7 12z. op de detailanalyse is ook heel goed de<br />
convergentielijn te zien. De temperatuursdaling treedt voornamelijk op achter het koufront. Let ook op<br />
een tweede golfje boven Frankrijk waar eveneens onweer optreedt.
500hpa 28/07/94 00z<br />
grondkaart 28/07/94 06z
850hpa 28/07/94 0z
grondkaart 28/07/94 12z
23>24/8/94<br />
Een vrij a-typische onweersconfiguratie tekent zich af op de weerkaarten. De straalstroom bevindt zich<br />
vrij zuidelijk en buigt over het westen van Europa af naar het noordoosten. Over het vasteland vinden we<br />
een rug terug zie zich uitstrekt tot IJsland en Nova-Zmbla. Een afzonderlijk en goed ontwikkeld<br />
hoogtelaag bevindt zich boven Ierland.<br />
Op 23/8 komen we terecht in de warme sector van het grondlaag dat hoort bij het Ierse hoogtelaag. De<br />
onweders ontstaan op het koufront, dat op 24/8 00z over het westen van ons land ligt. De temperaturen op<br />
850hpa liggen niet bijzonder laag en er is in feite ook niet echt sprake van een echte jetstreak in de buurt.<br />
De hoogtepeiling van 23/8 12z toont niet echt een onstabiele configuratie, maar de opbouw is evenwel<br />
potentieel onstabiel van opbouw tussen verschillende niveaus.
500hpa 24/08/94 00z<br />
grondkaart 24/08/94 06z
850hpa 24/08/94 0z
satellietopname van 11/7/1995 13.40z © Dundee
satellietopname van 07.13z ©Dundee
7+8/6/96<br />
De weerkaarten tonen een zeer explosieve situatie. De 500hpa-kaart toont een langgolvige trog boven de<br />
Atlantische Oceaan en een uitgestrekte rug boven het vasteland. Van belang hier is ook een kortgolvige<br />
trog die vervat zit in de algemene Atlantische trog. Dit trogje bevindt zich op 8/6 00z boven de Golf van<br />
Biskaje en trekt onze kant uit. Op 8/12 12z bevindt deze trog zich reeds boven Frankrijk, met aan de<br />
voorzijde een advectie van positieve vorticiteit. De 850hpa-kaart vertoont een aanvoer van zeer warme<br />
lucht uit het zuiden (subtropische eigenschappen). De T850 klimt naar +18°. Het koufront trekt in de loop<br />
van de namiddag van west naar oost over het land (zie detailkaart).<br />
Op het front bevindt zich een onstabiel golfje waarop dan ook een occlusie is ontstaan. Reeds op 7 juni<br />
ontwikkelen zich enkele felle onweersbuien over het noorden van het land. De atmosfeer in potentieel<br />
onstabiel en we bevinden ons tegen het vallen van de avond vlakbij de rechter ingang van een stevige<br />
jetstreak boven de Noordzee. De lucht is te droog voor een massale ontwikkeling van onweersbuien,<br />
ondanks de zeer hoge maxima tot 35°. De onweersbuien op 7/6 ontstaan aan de voorzijde van het<br />
koufront,
500hpa 08/06/96 00z
grondkaart 08/06/96 06z
grondkaart 08/06/96 12z
satellietopname van 7/6/97 13.02z ©Dundee
Satellietopname van 24/8/97 om 17.30z ©Dundee
Kort overzicht van de belangrijkste onweerepisodes tijdens de periode 1998 – 2000<br />
06/06/1998<br />
Uitgebreide hagelschade in de streek van Kortrijk en Moeskroen (6cm diamater).
22/02/1999<br />
Windhoos in Heers zorgt voor veel schade. België bevindt zich in de linker uitgang van een sterke<br />
jetstreak.
30/05/1999<br />
Actieve onweersbuien met in streek van Antwerpen hagelbollen tot 6cm diameter. De buien ontstaan<br />
in de linker uitgang van een sterke jetstreak.
02/06/1999<br />
Felle onweersbuien zonder extreme toestanden weliswaar. Ook dit is opnieuw een situatie waarbij de<br />
linker uitgang van een jetstreak een rol speelt.
Nacht van 4 op 5/07/1999<br />
Fel onweer met hoge bliksemactiviteit en veel wateroverlast
08/08/1999<br />
Tornado's veroorzaken schade in de streek van Zedelgem/Ichtegem/Baarle-Hertog.
14/08/1999<br />
Een windhoos trekt over de streek van Doornik en Herne. Er wordt veel schade aangericht en de kracht<br />
van de hoos kan worden ingeschat op F3. de kaarten hieronder geven aan dat we ons bevinden onder<br />
de linker uitgang van een krachtige jetstreak. De grondanalyse laat een zgn. instant-occlusie zien, wat<br />
geen echte incclusie is, maar eerder een samengesmolten troglijn (comma) met golftop. Het is gekend<br />
dat deze systemen zeer actief kunnen zijn. Het verticale winddiagram toont een extreem sterke<br />
windshear met een grondwind van 5kts en een wind op 300hpa van 105kts. De Low-Level Shear<br />
daarentegen was op het moment van de peiling niet uitgesproken hoog, doch dit kon op het moment<br />
van de hoos anders geweest zijn.
03/06/2000<br />
Op uitgebreide schaal ontstaat er onweer met zeer veel bliksems boven België (ca. 47.000 1 ). Het<br />
onweercomplex wordt geactiveerd onder de rechter ingang van een jetstreak. Er wordt hagel gemeld<br />
met een diameter van 3cm.<br />
1 Halo n° 356 p12-13
Nacht van 2 op 3/07/2000<br />
Een intense onweerszone trekt over het land met op verschillende plaatsen wateroverlast en hagelval.<br />
De synoptische configuratie is gunstig: België in de linker uitgang van een jetstreak en aan de grond<br />
een instant occlusie (vermoedelijk gezien de grondanalyse) die over ons land trekt.
27/07/2000<br />
Een trog die vervat zit in een zonale stroming trekt over het land. Ons land bevindt zich aan de koude<br />
kant van de jet met boven ons land de linker uitgang van een stevige jetstreak. De hoogtepeiling toont<br />
een onstabiele en zeer vochtige atmosfeer. Lokaal worden windhoosjes gemeld.
15/09/2000
Geraadpleegde bronnen voor de heruitgave van 2006<br />
http://www.wetterzentrale.de/topkarten/fsreaeur.html<br />
http://weather.ou.edu/~cgodfrey/reanalysis/<br />
http://www.kmi.be/sc_publication/data/pdf/rmi_scpub-014.pdf<br />
http://www.kmi.be/sc_publication/data/pdf/rmi_scpub-015.pdf<br />
http://www.wetterzentrale.de/topkarten/fsreaeur.html<br />
http://weather.uwyo.edu/upperair/sounding.html<br />
http://www.sat.dundee.ac.uk/<br />
http://www.wetterzentrale.de/topkarten/tkbeoblar.htm<br />
analysekaarten van de Met Office http://www.wetterzentrale.de/topkarten/tkfaxbraar.htm<br />
Windhozen in België, scriptie door M. DOBBELS aan de RUG, 2005