40 dagen boekje 2013 - Gereformeerde Kerk Almkerk

25 februari maandag dag 11
1 Samuel 23:14-28 Achtervolging
Een vriendelijk woord wordt graag gehoord.
Met woorden kunnen we elkaar maken en breken, in de put en uit de
put helpen. Daarom is het zo belangrijk welke woorden we kiezen om
elkaar iets te vertellen of duidelijk te maken. Er zijn een paar van die
mooie woorden waarmee de omgang met elkaar doorgaans goed en
vriendelijk verloopt. Die woorden zijn de volgende:
Ze kosten niks en je krijgt er vaak
een vriendelijke houding voor terug.
Wat ook niks kost en wel veel
sympathie oplevert is groeten.
Een groet doet goed.
Er zijn veel manieren om te groeten:
Een hand geven. (dat komt het
meeste voor); Omhelzen; Kussen;
Buigen (Japanners); Neuzen tegen
elkaar wrijven (Groenland, Nieuw-Zeeland); Hoofdknikje (Engelsen);
Zwaaien (groeten over een grote afstand); Salueren (soldaten)
Er zijn 4 gouden groetregels:
1 Opstaan om te groeten (niet onderuit in je stoel blijven hangen)
2 Bij het groeten iemand aankijken (anders is het of je hem niet wilt
zien)
3 De ander een stevige hand geven (geen slap vaatdoekje, dan lijk je
wel een watje)
4 Het beste zeg je “Dag, …..” (en dan de naam of mevrouw/meneer).
Woorden als hallo, hoi en doei zijn gereserveerd voor je vrienden.
Als je iemand niet kent dan noem je duidelijk je eigen naam.
Vrij naar “Kinderen weten hoe het hoort” – de KinderDitz