07.09.2013 Views

Spellingbewustzijn: Weten wat je weet en weten wat ... - Anna Bosman

Spellingbewustzijn: Weten wat je weet en weten wat ... - Anna Bosman

Spellingbewustzijn: Weten wat je weet en weten wat ... - Anna Bosman

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Spellingbewustzijn</strong>: <strong>Wet<strong>en</strong></strong> <strong>wat</strong> <strong>je</strong> <strong>weet</strong> <strong>en</strong> wet<strong>en</strong> <strong>wat</strong> <strong>je</strong> niet <strong>weet</strong> 1<br />

Sam<strong>en</strong>vatting<br />

Raquel Paff<strong>en</strong><br />

Radboud Universiteit Nijmeg<strong>en</strong><br />

In dit onderzoek werd het spellingbewustzijn van leerling<strong>en</strong> van Groep 5 van e<strong>en</strong><br />

reguliere basisschool onderzocht. Het doel van het onderzoek was om na te gaan of e<strong>en</strong><br />

spellingbewustzijnstraining, ertoe zou leid<strong>en</strong> dat leerling<strong>en</strong> beter kond<strong>en</strong> inschatt<strong>en</strong><br />

welke woord<strong>en</strong> ze wel correct kunn<strong>en</strong> spell<strong>en</strong> <strong>en</strong> welke woord<strong>en</strong> ze niet correct kunn<strong>en</strong><br />

spell<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> de training spel<strong>en</strong> aandacht voor het metacognitief functioner<strong>en</strong> van het<br />

kind, het sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> het bevorder<strong>en</strong> van de motivatie e<strong>en</strong><br />

c<strong>en</strong>trale rol. Des te beter de metacognitieve vaardighed<strong>en</strong> van leerling<strong>en</strong> ontwikkeld <strong>en</strong><br />

inzetbaar zijn, des te g<strong>en</strong>uanceerder het beeld van hun spellingk<strong>en</strong>nis zal zijn. Er werd<br />

e<strong>en</strong> pretest-posttest control group design toegepast. De training bestond uit vijf<br />

bi<strong>je</strong><strong>en</strong>komst<strong>en</strong> <strong>en</strong> elk afzonderlijke bi<strong>je</strong><strong>en</strong>komst duurde ongeveer 30 minut<strong>en</strong>. De eerste<br />

bi<strong>je</strong><strong>en</strong>komst was individueel van aard, de overige bi<strong>je</strong><strong>en</strong>komst<strong>en</strong> vond<strong>en</strong> plaats in<br />

groepsverband (4 à 5 leerling<strong>en</strong> per groep). Bij de nameting bleek dat zowel de<br />

leerling<strong>en</strong> die hadd<strong>en</strong> deelg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> aan de training als de controle groep significant<br />

beter kond<strong>en</strong> aangev<strong>en</strong> welke woord<strong>en</strong> ze correct kond<strong>en</strong> spell<strong>en</strong>, maar het<br />

spelingbewustzijn van de trainingsgroep was meer vooruitgegaan. In het algeme<strong>en</strong><br />

blek<strong>en</strong> goede lezers over e<strong>en</strong> beter spellingbewustzijn te beschikk<strong>en</strong> dan zwakke lezers.<br />

Het leesniveau van leerling<strong>en</strong> bleek niet van invloed te zijn op de effectiviteit van de<br />

training, hetge<strong>en</strong> aangaf dat de training zowel voor de goede als zwakke lezers profijt<br />

opleverd<strong>en</strong>.<br />

1. Inleiding<br />

M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> drukk<strong>en</strong> zich uit in taal; het is e<strong>en</strong> belangrijk communicatiemiddel. Spelling is e<strong>en</strong><br />

onderdeel van taal, het is e<strong>en</strong> afspraak over hoe bepaalde woord<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong>. Deze afspraak is nodig zodat iedere<strong>en</strong> deel kan nem<strong>en</strong> aan die communicatie. In het<br />

basisonderwijs wordt veel tijd besteed aan spelling. Gemiddeld besteedt e<strong>en</strong> leerkracht<br />

anderhalf uur per week aan spelling, maar dat is te veel volg<strong>en</strong>s Zuidema (1988). Ondanks de<br />

aanzi<strong>en</strong>lijke hoeveelheid tijd die aan spelling besteed wordt in het basisonderwijs, wordt dit<br />

onderdeel vaak niet goed beheerst, blijkt uit gegev<strong>en</strong>s van de periodieke peiling van het<br />

onderwijsniveau (Wesdorp, 1985). Het is volg<strong>en</strong>s Zuidema <strong>en</strong> Weber (1993) dan ook<br />

1 Met dank aan de directeur, de leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerkracht<strong>en</strong> van Groep 5 van basisschool Titus Brandsma<br />

Zonder hun <strong>en</strong>thousiaste deelname was dit onderzoek niet mogelijk geweest.<br />

Deze scriptie is ook als artikel versch<strong>en</strong><strong>en</strong>. Paff<strong>en</strong>, R. & <strong>Bosman</strong>, A.M.T. (2005). <strong>Spellingbewustzijn</strong> kan met<br />

e<strong>en</strong> korte training gestimuleerd word<strong>en</strong>. Tijdschrift voor Orthopedagogiek. 44, 388-397.


R. Paff<strong>en</strong> (2003). Doctoraalscriptie Orthopedagogiek, RU Nijmeg<strong>en</strong><br />

w<strong>en</strong>selijk om de tijd die aan spelling besteed wordt in het basisonderwijs efficiënter te<br />

b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong> <strong>en</strong> terug te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />

In het algeme<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, zijn er slechts erg weinig m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die geheel foutloos<br />

kunn<strong>en</strong> spell<strong>en</strong>. Toch wordt aan foutloos spell<strong>en</strong> veel waarde gehecht. De maatschappelijke<br />

druk is zeer groot; het mak<strong>en</strong> van spelfout<strong>en</strong> wordt dikwijls gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong> van geringe<br />

intellig<strong>en</strong>tie. Assink <strong>en</strong> Verhoev<strong>en</strong> (1985) zegg<strong>en</strong> hierover dat spelfout<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bron van<br />

schaamte zijn als het <strong>je</strong>zelf betreft, maar e<strong>en</strong> bron van vermaak of ergernis als het om<br />

spelfout<strong>en</strong> van ander<strong>en</strong> gaat. E<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de beheersing van de spelling blijkt<br />

stigmatiser<strong>en</strong>d te werk<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kan de maatschappelijke druk zelfs leid<strong>en</strong> tot<br />

schrijfangst, dit geldt vooral voor m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die moeite hebb<strong>en</strong> met spell<strong>en</strong>.<br />

Er wordt de laatste jar<strong>en</strong> veel aandacht besteed aan de spelling van het Nederlands.<br />

Regelmatig verschijn<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schappelijke publicaties op dit terrein. Deze belangstelling<br />

komt vermoedelijk voort uit het feit dat talloze m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> moeite hebb<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> correcte<br />

spelling van hun schriftelijk werk. De spelling van het Nederlands blijkt e<strong>en</strong> complexe<br />

vaardigheid. Volg<strong>en</strong>s Dumont (1984) gaan problem<strong>en</strong> bij het lees- <strong>en</strong> schrijfproces gelijk op;<br />

ongeveer vijf à ti<strong>en</strong> proc<strong>en</strong>t van de leerling<strong>en</strong> van de basisschool heeft lees- <strong>en</strong><br />

spellingstoorniss<strong>en</strong>. Het is dan ook niet verwonderlijk dat m<strong>en</strong> zoekt naar allerlei manier<strong>en</strong><br />

om het aantal leerling<strong>en</strong> met spellingproblem<strong>en</strong> terug te dring<strong>en</strong>. De oorzaak van fout<strong>en</strong> kan<br />

gezocht word<strong>en</strong> in verschill<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong>, onder andere de aard van het spellingschrift, de<br />

moeilijkheid van de spellingregels <strong>en</strong> de manier waarop spelling op school wordt aangeleerd.<br />

E<strong>en</strong> poging om inzicht te verkrijg<strong>en</strong> in de ontstaanswijze van spelfout<strong>en</strong> kan de aanleiding<br />

vorm<strong>en</strong> tot voorstell<strong>en</strong> om de spelling te vere<strong>en</strong>voudig<strong>en</strong>. Het zoek<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> ‘optimale<br />

spelling’ zal niet gemakkelijk leid<strong>en</strong> tot pasklare antwoord<strong>en</strong>. De noodzaak om ev<strong>en</strong>tuele<br />

verandering<strong>en</strong> in het spellingreglem<strong>en</strong>t door te voer<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t uiterst zorgvuldig <strong>en</strong> g<strong>en</strong>uanceerd<br />

te word<strong>en</strong> behandeld (Assink & Verhoev<strong>en</strong>, 1985; Coh<strong>en</strong> & Kraak, 1972).<br />

E<strong>en</strong> alternatief ligt op het gebied van de verbetering van de didactiek. Doordat de visie<br />

op spelling verandert, blijft het spellingonderwijs voortdur<strong>en</strong>d in beweging. Er zijn in het<br />

spellingonderwijs verschill<strong>en</strong>de method<strong>en</strong> aan de orde geweest zoals de globaal methode, de<br />

analogiemethode, de analytische methode, de synthetische methode <strong>en</strong> de analytisch-<br />

synthetische methode op algoritmische grondslag. In deze bijdrage wordt ge<strong>en</strong> aandacht<br />

besteed aan de theoretische discussie welke didactiek het meest effectief is.<br />

E<strong>en</strong> betere ingang is mogelijk de mate waarin kinder<strong>en</strong> zich bewust zijn van hun eig<strong>en</strong><br />

spellinggedrag <strong>en</strong> spellingk<strong>en</strong>nis. Wanneer we uitgaan van het bov<strong>en</strong>staande gegev<strong>en</strong> kan de


R. Paff<strong>en</strong> (2003). Doctoraalscriptie Orthopedagogiek, RU Nijmeg<strong>en</strong><br />

vraag gesteld word<strong>en</strong> of leerling<strong>en</strong> zich wel bewust zijn van het feit dat spell<strong>en</strong> e<strong>en</strong> complexe<br />

vaardigheid is. Zijn basisschoolleerling<strong>en</strong> wel in staat e<strong>en</strong> juiste inschatting te mak<strong>en</strong> van hun<br />

huidige spellingk<strong>en</strong>nis? E<strong>en</strong> persoon is wellicht niet altijd de beste beoordelaar van zijn of<br />

haar eig<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> gedrag. Wanneer iemand namelijk zijn eig<strong>en</strong> gedrag beoordeelt,<br />

observeert het zijn gedrag van e<strong>en</strong> afstand <strong>en</strong> interpreteert het gedrag vervolg<strong>en</strong>s. Deze<br />

interpretatie kan fout<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong>, gezi<strong>en</strong> het sub<strong>je</strong>ctieve karakter van interpretaties in het<br />

algeme<strong>en</strong>. Daarom is van belang dat kinder<strong>en</strong> reflectieve vaardighed<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangeleerd<br />

waarbij de feedback van de leerkracht <strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> niet mag ontbrek<strong>en</strong>.<br />

Om kinder<strong>en</strong> reflectieve vaardighed<strong>en</strong> aan te ler<strong>en</strong> is het noodzakelijk dat leerling<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> zelfconcept ontwikkel<strong>en</strong>. Zonder dit zelfconcept is e<strong>en</strong> kind niet in staat zijn of haar<br />

bewustzijn te ontwikkel<strong>en</strong>. Bewustzijn is e<strong>en</strong> voorwaarde om te kunn<strong>en</strong> reflecter<strong>en</strong> op <strong>je</strong><br />

eig<strong>en</strong> gedrag (von Wright, 1992). De ontwikkeling van reflectieve process<strong>en</strong> <strong>en</strong> de rol van<br />

zelfreflectie met betrekking tot ler<strong>en</strong> in het algeme<strong>en</strong>, staan vaak c<strong>en</strong>traal in diverse<br />

onderzoek<strong>en</strong>. Zo wordt er door Vygotsky onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong> twee vorm<strong>en</strong> van<br />

reflectie, namelijk “ soznanie” oftewel bewustzijn in de brede zin van het woord <strong>en</strong><br />

“osozanie” ofwel zelfbewustzijn (Wertsch, 1985). Bewustzijn in breder perspectief wordt<br />

gezi<strong>en</strong> als het bewustzijn van de wereld om ons he<strong>en</strong>. In de meer specifieke zin van het woord<br />

gaat het hier om reflectie op <strong>je</strong> eig<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> int<strong>en</strong>ties. Om te achterhal<strong>en</strong> hoe e<strong>en</strong> individu<br />

red<strong>en</strong>eert, heeft het toegang nodig tot e<strong>en</strong> metamodel; deze verschaft de persoon inzicht in<br />

zijn eig<strong>en</strong> manier van red<strong>en</strong>er<strong>en</strong> (von Wright, 1992). Vygotsky (1978) beschrijft taal dan ook<br />

als e<strong>en</strong> mediator van het ler<strong>en</strong>, waarbij de interactie tuss<strong>en</strong> volwass<strong>en</strong>e <strong>en</strong> kind c<strong>en</strong>traal staat.<br />

Vanuit dit oogpunt kan spell<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> sociaal proces, waarbij kinder<strong>en</strong> onder<br />

voorbeeldgedrag van <strong>en</strong> in interacties met ander<strong>en</strong> de functies van geschrev<strong>en</strong> taal ler<strong>en</strong>.<br />

Gre<strong>en</strong> <strong>en</strong> Flavall (1995) acht<strong>en</strong> het van groot belang dat kinder<strong>en</strong> zich bewust word<strong>en</strong><br />

van hun d<strong>en</strong>k- (i.c. cognitieve) process<strong>en</strong>, omdat zij hierdoor meer controle krijg<strong>en</strong> over hun<br />

eig<strong>en</strong> leerproces. Metacognitie is e<strong>en</strong> term die door Flavall in 1976 werd geïntroduceerd <strong>en</strong><br />

verwijst naar het vermog<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> individu om over zijn of haar cognitieve process<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

strategieën te reflecter<strong>en</strong>. Metacognitie kan van invloed zijn op de beoordeling hoe moeilijk<br />

e<strong>en</strong> woord te spell<strong>en</strong> is, <strong>en</strong> hoe waarschijnlijk het is dat e<strong>en</strong> zojuist geschrev<strong>en</strong> woord correct<br />

of incorrect gespeld is. Expliciter<strong>en</strong> <strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong> van strategische k<strong>en</strong>nis zijn manier<strong>en</strong> om<br />

metacognitieve vaardighed<strong>en</strong> te bevorder<strong>en</strong> (Fisher, 1998; von Wright, 1992).<br />

Metacognitie wordt gezi<strong>en</strong> als de sleutel voor het optred<strong>en</strong> van transfer in het<br />

leerproces. Onder het begrip transfer wordt verstaan: het kunn<strong>en</strong> toepass<strong>en</strong> van aangeleerde<br />

strategieën in nieuwe oftewel andere situaties (Dockrell & McShane, 1992). Opgedane k<strong>en</strong>nis


R. Paff<strong>en</strong> (2003). Doctoraalscriptie Orthopedagogiek, RU Nijmeg<strong>en</strong><br />

of geleerde vaardighed<strong>en</strong>, zijn veelal bepaald door de context waarin deze tot stand gekom<strong>en</strong><br />

zijn, waardoor het geleerde niet automatisch geg<strong>en</strong>eraliseerd wordt naar e<strong>en</strong> nieuwe situatie<br />

(Boekaerts & Simons, 1995). Rec<strong>en</strong>te gegev<strong>en</strong>s uit e<strong>en</strong> onderzoek van Willem<strong>en</strong>, <strong>Bosman</strong> <strong>en</strong><br />

van Hell (2000) mak<strong>en</strong> aannemelijk dat voor succesvolle transfer de ontwikkeling van<br />

metacognitieve vaardighed<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vereiste is. Hoe geavanceerder de aangeleerde<br />

vaardighed<strong>en</strong>, des te groter de mogelijke waarde voor het optred<strong>en</strong> van transfer. Het patroon<br />

van resultat<strong>en</strong> van wet<strong>en</strong>schappelijk studies op het gebied van metacognitie <strong>en</strong> transfer, kan<br />

als volgt word<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gevat (von Wright, 1992). Training<strong>en</strong> waarbij kinder<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> uitleg<br />

krijg<strong>en</strong> over het hoe <strong>en</strong> waarom, leidt tot taakspecifieke k<strong>en</strong>nis, maar niet tot transfer.<br />

Wanneer leerling<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de training echter word<strong>en</strong> ingelicht over het belang van <strong>en</strong> inzicht<br />

in de procedures, is het waarschijnlijker dat het inzicht hierdoor verbetert <strong>en</strong> er transfer zal<br />

optred<strong>en</strong>, zeker bij oudere kinder<strong>en</strong>. De resultat<strong>en</strong> van diverse onderzoek<strong>en</strong> zijn echter<br />

complex <strong>en</strong> soms ook teg<strong>en</strong>strijdig (Brown, Brandsford, Feffara & Campione, 1983).<br />

Flavall <strong>en</strong> andere (1995) gev<strong>en</strong> aan dat het metacognitieve vermog<strong>en</strong> verandert<br />

naarmate iemand ouder wordt. Het impliceert echter niet dat m<strong>en</strong> jonge kinder<strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />

metacognitieve vaardighed<strong>en</strong> kan aanler<strong>en</strong> (de Bono, 1992). Van doorslaggev<strong>en</strong>de betek<strong>en</strong>is<br />

hierbij is de rol van de leerkracht <strong>en</strong> het aantal ervaring<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> leerling opdoet. Kinder<strong>en</strong><br />

met e<strong>en</strong> leerachterstand lat<strong>en</strong> veelal e<strong>en</strong> achterstand zi<strong>en</strong> in hun metacognitieve ontwikkeling<br />

(Campione, 1987; Watson,1996). Zij hebb<strong>en</strong> het metacognitief vermog<strong>en</strong> vergelijkbaar met<br />

veel jongere kinder<strong>en</strong>, die veelal hun geheug<strong>en</strong>capaciteit overschatt<strong>en</strong>. Kinder<strong>en</strong> met<br />

leerproblem<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> vaak ge<strong>en</strong> of minder inzicht in hun eig<strong>en</strong> leervermog<strong>en</strong> dan leerling<strong>en</strong><br />

zonder leerproblem<strong>en</strong>. Zij zijn veelal niet in staat verschill<strong>en</strong>de aanpakstrategieën toe te<br />

pass<strong>en</strong>. Hoogbegaafde kinder<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong> in het algeme<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> beter metacognitief<br />

vermog<strong>en</strong>. Zij hebb<strong>en</strong> gewoonlijk e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>uanceerder beeld van hun spellingk<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> wet<strong>en</strong><br />

doorgaans beter dan kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> normale begaafdheid <strong>wat</strong> h<strong>en</strong> kan help<strong>en</strong> om k<strong>en</strong>nis te<br />

vergar<strong>en</strong> over het begrip dat ze nodig hebb<strong>en</strong> dan kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> normale begaafdheid<br />

(Sternberg & Davidson, 1983).<br />

Uit het onderzoek van Willem<strong>en</strong>, e.a. (2000) is geblek<strong>en</strong> dat leerling<strong>en</strong> uit Groep 5<br />

baat hebb<strong>en</strong> bij de bevordering van metacognitieve spellingk<strong>en</strong>nis. E<strong>en</strong> relatief korte<br />

zelfcorrectietraining had tot gevolg dat deze leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beter inzicht kreg<strong>en</strong> in hun eig<strong>en</strong><br />

spellingk<strong>en</strong>nis, met als resultaat betere spellingprestaties bij stelopdracht<strong>en</strong>. De interesse in<br />

het verbeter<strong>en</strong> van het spellingbewustzijn van leerling<strong>en</strong> is niet nieuw. Reeds in 1924 deed<br />

Tidyman onderzoek naar het spellingbewustzijn van basisschoolleerling<strong>en</strong>. Hierin kwam naar<br />

vor<strong>en</strong> dat het spellingbewustzijn van basisschoolleerling<strong>en</strong> niet optimaal ontwikkeld was. De


R. Paff<strong>en</strong> (2003). Doctoraalscriptie Orthopedagogiek, RU Nijmeg<strong>en</strong><br />

leerling<strong>en</strong> beoordeeld<strong>en</strong> 93 % van de correct gespelde woord<strong>en</strong> als daadwerkelijk correct,<br />

terwijl zij slechts 31% van de fout geschrev<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> als fout gespeld beoordeeld<strong>en</strong> (38%<br />

van de foutgespelde woord<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> als correct beoordeeld <strong>en</strong> in 31 % van de gevall<strong>en</strong> war<strong>en</strong><br />

zij onzeker over de juistheid van de spelling). Vergelijkbare effect<strong>en</strong> zijn gevond<strong>en</strong> bij<br />

volwass<strong>en</strong> spellers (H<strong>en</strong>drickson & Pechstein, 1926). Spellers kunn<strong>en</strong> blijkbaar met redelijk<br />

veel vertrouw<strong>en</strong> aangev<strong>en</strong> <strong>wat</strong> zij wel wet<strong>en</strong>, maar met weinig vertrouw<strong>en</strong> <strong>wat</strong> zij niet wet<strong>en</strong>.<br />

Het grootste obstakel ligt waarschijnlijk in het feit dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> e<strong>en</strong> foute inschatting mak<strong>en</strong><br />

van <strong>wat</strong> zij d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> te wet<strong>en</strong> of te kunn<strong>en</strong>.<br />

Mijn onderzoek is gebaseerd op het werk van Tidyman (1924). Hierin wordt het<br />

spellingbewustzijn van leerling<strong>en</strong> van Groep 5 van e<strong>en</strong> reguliere basisschool onderzocht. Van<br />

belang is dat de speller, in dit geval e<strong>en</strong> basisschoolleerling, beter leert inschatt<strong>en</strong> welke<br />

woord<strong>en</strong> hij of zij wel <strong>en</strong> welke woord<strong>en</strong> hij of zij niet kan spell<strong>en</strong>. Block <strong>en</strong> Peskowitz (1990)<br />

duid<strong>en</strong> dit vermog<strong>en</strong> aan met de term “spellingbewustzijn”. Spellers die goed kunn<strong>en</strong><br />

inschatt<strong>en</strong> welke woord<strong>en</strong> zij wel <strong>en</strong> welke woord<strong>en</strong> zij niet kunn<strong>en</strong> spell<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> goed<br />

spellingbewustzijn. Het doel van het onderzoek is om na te gaan of de toegepaste<br />

spellingbewustzijnstraining, die gericht is op het aanler<strong>en</strong> van metacognitieve vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

k<strong>en</strong>nis, ertoe zal leid<strong>en</strong> dat het spellingbewustzijn van de leerling<strong>en</strong> zal verbeter<strong>en</strong>.<br />

De doelstelling van de training is dat leerling<strong>en</strong> meer controle krijg<strong>en</strong> over hun<br />

spellingproces, met uiteindelijk doel dat leerling<strong>en</strong> bij het verlat<strong>en</strong> van de basisschool hun<br />

eig<strong>en</strong> schrijfproduct<strong>en</strong> correct kunn<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>. Het impliceert beslist niet dat leerling<strong>en</strong> alle<br />

woord<strong>en</strong> foutloos moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>, maar zich juist bewust word<strong>en</strong> van het type<br />

woord<strong>en</strong> dat ze niet kunn<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>. Deze woord<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zij dan bijvoorbeeld in het<br />

woord<strong>en</strong>boek opzoek<strong>en</strong>. Het grote voordeel is dat spell<strong>en</strong> hierdoor minder belast<strong>en</strong>d is,<br />

waardoor de angst om fout<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> mogelijk zal afnem<strong>en</strong>. Of hierdoor ook daadwerkelijk<br />

het aantal spelfout<strong>en</strong> zal verminder<strong>en</strong>, moet zich nog uitwijz<strong>en</strong>.<br />

De spellingsontwikkeling van e<strong>en</strong> leerling wordt in de spellingbewustzijnstraining<br />

opgevat als e<strong>en</strong> actief proces waarin kinder<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> hun taalsysteem (specifiek<br />

spellingk<strong>en</strong>nis) maar ook de k<strong>en</strong>nis van de wereld voortdur<strong>en</strong>d reorganiser<strong>en</strong> op basis van het<br />

totale taalaanbod in formele <strong>en</strong> informele (leer)situaties. Naast de auditieve strategie, de<br />

analogiestrategie <strong>en</strong> de regelstrategie wordt de leerling ook metacognitieve strategieën<br />

aangeleerd waarmee ze hun spellingproces kunn<strong>en</strong> controler<strong>en</strong>. In het geval van e<strong>en</strong><br />

spellingbewustzijnstraining speelt zelfreflectie <strong>en</strong> zelfcorrectie e<strong>en</strong> wez<strong>en</strong>lijke rol.<br />

Zelfcorrectie kan bevorderd word<strong>en</strong> door leerling<strong>en</strong> te ler<strong>en</strong> zichzelf te bevrag<strong>en</strong> dan wel te<br />

corriger<strong>en</strong>. Kinder<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> uitgedaagd <strong>en</strong> actief betrokk<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bij de leersituatie,


R. Paff<strong>en</strong> (2003). Doctoraalscriptie Orthopedagogiek, RU Nijmeg<strong>en</strong><br />

hierdoor ler<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> adequate aanpakstrategieën hanter<strong>en</strong> (Verhoev<strong>en</strong> & van de V<strong>en</strong>,<br />

1997).<br />

De aandacht voor e<strong>en</strong> zorgvuldige instructie mag zeker niet onderschat word<strong>en</strong>, e<strong>en</strong><br />

goede instructie bevordert namelijk het bewustzijn, zodat de leerling<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> om aandacht te<br />

bested<strong>en</strong> aan hun gevoel of e<strong>en</strong> zojuist geschrev<strong>en</strong> woord goed oftewel fout geschrev<strong>en</strong> is.<br />

Tijd<strong>en</strong>s de training maakt de proefleider e<strong>en</strong> analyse van de spelfout<strong>en</strong> die door het kind<br />

word<strong>en</strong> gerealiseerd. Het besef dat e<strong>en</strong> woord fout geschrev<strong>en</strong> is, is slechts e<strong>en</strong> globale<br />

constatering. Het woord kan namelijk op verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> fout geschrev<strong>en</strong> zijn. E<strong>en</strong><br />

van de vele mogelijkhed<strong>en</strong> om te achterhal<strong>en</strong> welke strategieën kinder<strong>en</strong> toepass<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s het<br />

spell<strong>en</strong>, is h<strong>en</strong> ernaar te vrag<strong>en</strong>. Mede op basis van deze procesgerichte diagnose kan<br />

vastgesteld word<strong>en</strong> tot welke type speller de leerling behoort (voor e<strong>en</strong> opsomming <strong>en</strong><br />

beschrijving van de typ<strong>en</strong> spellers wordt verwez<strong>en</strong> naar de methode). Vervolg<strong>en</strong>s wordt<br />

sam<strong>en</strong> met het kind naar juiste strategie gezocht om de spellingbewustwording verder te<br />

ontwikkel<strong>en</strong>. Op deze wijze leert het kind beter in te schatt<strong>en</strong> welke woord<strong>en</strong> hij of zij vooral<br />

niet correct kan spell<strong>en</strong>. De belangrijkste factor die bijdraagt aan het vermog<strong>en</strong> van leerling<strong>en</strong><br />

om effectieve leerstrategieën te gebruik<strong>en</strong>, is volg<strong>en</strong>s Flavall e.a. (1995) k<strong>en</strong>nis hebb<strong>en</strong> over<br />

<strong>en</strong> ervaring hebb<strong>en</strong> met de toepassing ervan.<br />

2. Methode<br />

In dit onderzoek werd e<strong>en</strong> pretest-posttest control group design toegepast. Zowel de<br />

experim<strong>en</strong>tele als de controle groep nam deel aan de voormeting <strong>en</strong> nameting. De voortoets<br />

bestond uit e<strong>en</strong> door mijzelf sam<strong>en</strong>gesteld woorddictee, bestaande uit 200 woord<strong>en</strong> die<br />

auditief door de proefleider werd aangebod<strong>en</strong>. Alle<strong>en</strong> de experim<strong>en</strong>tele groep nam<br />

vervolg<strong>en</strong>s deel aan de spellingbewustzijnstraining.<br />

Proefperson<strong>en</strong><br />

Aan dit onderzoek nam<strong>en</strong> 43 leerling<strong>en</strong> deel uit de midd<strong>en</strong>bouw (groep 5) van e<strong>en</strong><br />

reguliere basisschool met e<strong>en</strong> leerstofjaarklass<strong>en</strong>systeem. De groep bestond uit 19 meis<strong>je</strong>s <strong>en</strong><br />

24 jong<strong>en</strong>s. Twee jong<strong>en</strong>s war<strong>en</strong> van allochtone afkomst. Er is gekoz<strong>en</strong> voor leerling<strong>en</strong> uit de<br />

midd<strong>en</strong>bouw, omdat naast <strong>en</strong>ige spellingk<strong>en</strong>nis ook het vermog<strong>en</strong> om te reflecter<strong>en</strong> op het<br />

eig<strong>en</strong> gedrag vereist is voor e<strong>en</strong> succesvol verloop van het experim<strong>en</strong>t. Bij aanvang van het


R. Paff<strong>en</strong> (2003). Doctoraalscriptie Orthopedagogiek, RU Nijmeg<strong>en</strong><br />

onderzoek liep de leeftijd van de leerling<strong>en</strong> uite<strong>en</strong> van 99 maand<strong>en</strong> tot 110 maand<strong>en</strong>. De<br />

gegev<strong>en</strong>s van de proefperson<strong>en</strong> staan weergegev<strong>en</strong> in Tabel 1.<br />

Tabel 1 : Proefpersoongegev<strong>en</strong>s<br />

Groep spellingbewustzijn in % leeftijd in maand<strong>en</strong> jong<strong>en</strong>/meis<strong>je</strong> N gemiddelde EMT<br />

Experim<strong>en</strong>teel 68.4 % (SD =10) 103 (SD =3.3) 10/12 22 58.1 (SD =19.6)<br />

Controle 68.7% (SD =11.1) 103 (SD =3.4) 14/7 21 59.2 (SD = 17.7)<br />

Procedure <strong>en</strong> materiaal<br />

Het doel van de training was erop gericht om leerling<strong>en</strong> meer controle te lat<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong><br />

over hun spellingproces. Van belang was dat de speller beter leerde inschatt<strong>en</strong> welke woord<strong>en</strong><br />

hij of zij wel <strong>en</strong> welke woord<strong>en</strong> hij of zij niet correct kan spell<strong>en</strong>. Dit vermog<strong>en</strong> wordt<br />

voortaan aangeduid met de term ‘spellingbewustzijn’. In de spellingbewustzijnstraining werd<br />

de spellingontwikkeling gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> actief proces, waarin de leerling<strong>en</strong> hun k<strong>en</strong>nis<br />

voortdur<strong>en</strong>d reorganiser<strong>en</strong> op basis van het totale taalaanbod. Tijd<strong>en</strong>s de training werd<br />

zelfcorrectie bevorderd door h<strong>en</strong> te ler<strong>en</strong> zichzelf te bevrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s hun eig<strong>en</strong> spelling te<br />

lat<strong>en</strong> corriger<strong>en</strong>.<br />

De taal- <strong>en</strong> spellingmethode die op school werd gehanteerd is Taaltijd (Haan,<br />

Huiz<strong>en</strong>ga, & Verlouw, 1995). Dit is e<strong>en</strong> gestructureerde methode waarin de spellingregels<br />

gecategoriseerd zijn. Bij de training werd ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s gebruik gemaakt van deze indeling van<br />

spellingcategorieën, omdat de leerling<strong>en</strong> die deelnam<strong>en</strong> aan de training hiermee vertrouwd<br />

war<strong>en</strong>. Ook de spellingkaart<strong>en</strong> die tijd<strong>en</strong>s de trainingsbi<strong>je</strong><strong>en</strong>komst<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gebruikt, zijn<br />

afkomstig uit deze methode.<br />

Voormeting<br />

De voormeting bestond uit e<strong>en</strong> door mijzelf sam<strong>en</strong>gesteld woorddictee, bestaande uit<br />

200 woord<strong>en</strong>. Dit dictee was gebaseerd op woord<strong>en</strong> uit de SVS-2 (Bosch, Gillijns, Krom &<br />

Moelands, 1991) <strong>en</strong> PI-dictee (Geelhoed & Reitsema, 1999) voor de groep<strong>en</strong> 4 tot <strong>en</strong> met 8.<br />

De voormeting vond plaats in e<strong>en</strong> afgeslot<strong>en</strong> ruimte binn<strong>en</strong> de school. De volledige toets<br />

werd afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> op twee verschill<strong>en</strong>de mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, gezi<strong>en</strong> de duur van de toets. Hiervoor is<br />

gekoz<strong>en</strong>, omdat verwacht werd dat de conc<strong>en</strong>tratie te sterk zou afnem<strong>en</strong> naarmate de toets<br />

vordert.<br />

De tweehonderd dicteewoord<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> door de proefleider auditief aangebod<strong>en</strong>, bij<br />

elk woord moest<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> besliss<strong>en</strong> of ze het woord wel of niet kunn<strong>en</strong> spell<strong>en</strong>. Zij


R. Paff<strong>en</strong> (2003). Doctoraalscriptie Orthopedagogiek, RU Nijmeg<strong>en</strong><br />

gav<strong>en</strong> dit aan door middel van ‘ja’ of ‘nee’ in te vull<strong>en</strong> op het testformulier in de eerste<br />

kolom. Vervolg<strong>en</strong>s werd h<strong>en</strong> gevraagd het woord daadwerkelijk te spell<strong>en</strong>. Het woord, dat de<br />

leerling<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> noter<strong>en</strong>, werd één keer door de proefleider herhaald. Hierdoor werd<br />

getracht te voorkom<strong>en</strong> dat leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> woord foutief speld<strong>en</strong>, omdat zij e<strong>en</strong> woord<br />

verkeerd hadd<strong>en</strong> verstaan. De leerling<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong> de opdracht om wanneer ze e<strong>en</strong> woord niet<br />

kond<strong>en</strong> spell<strong>en</strong>, het woord te spell<strong>en</strong> zoals ze dacht<strong>en</strong> dat het geschrev<strong>en</strong> moest word<strong>en</strong>.<br />

Er zijn dus vier combinaties mogelijk, namelijk e<strong>en</strong> kind geeft aan het woord te<br />

kunn<strong>en</strong> spell<strong>en</strong> <strong>en</strong> spelt het woord correct (ja –goed) of e<strong>en</strong> leerling kan d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> het woord<br />

correct te kunn<strong>en</strong> spell<strong>en</strong>, maar schrijft het woord fout (ja-fout). Ook is het mogelijk dat e<strong>en</strong><br />

leerling aangeeft het woord niet correct te kunn<strong>en</strong> spell<strong>en</strong>, maar het spelt het woord toch goed<br />

(nee-goed). Tot slot is het mogelijk dat e<strong>en</strong> leerling aangeeft e<strong>en</strong> woord niet goed te kunn<strong>en</strong><br />

spell<strong>en</strong> <strong>en</strong> het woord ook daadwerkelijk fout spelt (nee-fout). Aan de hand van deze gegev<strong>en</strong>s<br />

is de mate van spellingbewustzijn van e<strong>en</strong> leerling vastgesteld. Hierbij werd gekek<strong>en</strong> naar<br />

e<strong>en</strong> juiste inschatting van de huidige spellingk<strong>en</strong>nis, met andere woord<strong>en</strong>; wet<strong>en</strong> welke<br />

woord<strong>en</strong> <strong>je</strong> wel èn welke woord<strong>en</strong> <strong>je</strong> niet kunt spell<strong>en</strong>. Het spellingbewustzijn werd berek<strong>en</strong>d<br />

in perc<strong>en</strong>tages, waarbij de combinaties ja-goed <strong>en</strong> nee-fout werd<strong>en</strong> opgeteld <strong>en</strong> gedeeld door<br />

het totaal, deze score werd verm<strong>en</strong>igvuldigd met 100.<br />

Aan de hand van het perc<strong>en</strong>tage goed geschrev<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> is na te gaan of het e<strong>en</strong><br />

goede of zwakke speller betreft. E<strong>en</strong> leerling met e<strong>en</strong> goed spellingbewustzijn, had vaker de<br />

combinatie ja-goed <strong>en</strong> nee-fout gemaakt. Voor de ‘overmoedige speller’ gold dat hij of zij<br />

vaak aangaf e<strong>en</strong> woord correct te kunn<strong>en</strong> spell<strong>en</strong>, maar vervolg<strong>en</strong>s fout gespeld had. E<strong>en</strong><br />

‘onzekere speller” laat het teg<strong>en</strong>overgestelde zi<strong>en</strong>, deze vulde namelijk vaak in het woord niet<br />

te kunn<strong>en</strong> spell<strong>en</strong> <strong>en</strong> spelde het woord toch correct. Beide zijn voorbeeld<strong>en</strong> waarbij leerling<strong>en</strong><br />

hun spellingk<strong>en</strong>nis foutief hadd<strong>en</strong> ingeschat.<br />

Aan de hand van gegev<strong>en</strong>s van de voormeting, mate van spellingbewustzijn<br />

(weergegev<strong>en</strong> in perc<strong>en</strong>tages) <strong>en</strong> eerder geïnv<strong>en</strong>tariseerde Cito-gegev<strong>en</strong>s (EMT <strong>en</strong> SVS) werd<br />

er e<strong>en</strong> experim<strong>en</strong>tele <strong>en</strong> controle groep sam<strong>en</strong>gesteld. Deze groep<strong>en</strong> verschild<strong>en</strong> niet<br />

significant van elkaar <strong>wat</strong> betreft gemiddeld spellingbewustzijnsniveau <strong>en</strong> lees- <strong>en</strong><br />

spellingniveau. Aangezi<strong>en</strong> de correlatie tuss<strong>en</strong> SVS (Bosch, et.al.,1991) <strong>en</strong> EMT (Brus &<br />

Voet<strong>en</strong>, 1973) hoog is <strong>en</strong> de verdeling van de leestest beter was dan van de spellingtest, werd<br />

de EMT gekoz<strong>en</strong> om tot het onderscheid tuss<strong>en</strong> goede <strong>en</strong> zwakke lezers te kom<strong>en</strong>.


R. Paff<strong>en</strong> (2003). Doctoraalscriptie Orthopedagogiek, RU Nijmeg<strong>en</strong><br />

Training algeme<strong>en</strong><br />

Alle<strong>en</strong> de experim<strong>en</strong>tele groep nam vervolg<strong>en</strong>s deel aan de<br />

spellingbewustzijnstraining. De totale training bestond uit vijf bi<strong>je</strong><strong>en</strong>komst<strong>en</strong>. Deze hebb<strong>en</strong><br />

plaatsgevond<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> periode van 7 wek<strong>en</strong>. Bij elke bi<strong>je</strong><strong>en</strong>komst werd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> of meerdere<br />

metacognitieve vaardighed<strong>en</strong> geoef<strong>en</strong>d. Deze vaardighed<strong>en</strong> zijn ook in andere situaties dan de<br />

spellingbewustzijnstraining toepasbaar. Aan de hand van de gegev<strong>en</strong>s van de voormeting<br />

werd van elke leerling uit de experim<strong>en</strong>tele groep zowel e<strong>en</strong> kwalitatieve als kwantitatieve<br />

analyse van de spellingfout<strong>en</strong> gemaakt. Ook werd per leerling het spellingbewustzijn<br />

vastgesteld <strong>en</strong> nagegaan of de speller zijn of haar spellingk<strong>en</strong>nis ev<strong>en</strong>tueel onderschat of<br />

overschat had.<br />

Op grond van deze k<strong>en</strong>nis werd de experim<strong>en</strong>tele groep onderverdeeld in vijf min of<br />

meer homog<strong>en</strong>e subgroep<strong>je</strong>s, met elk 4 à 5 leerling<strong>en</strong>. Hiervoor is gekoz<strong>en</strong> omdat de<br />

aangebod<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> beter afgestemd kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op het spellingniveau van de leerling<strong>en</strong>.<br />

De duur van de training was ongeveer 30 minut<strong>en</strong>, afhankelijk per subgroep. Deze training<br />

werd in alle gevall<strong>en</strong> uitgevoerd in e<strong>en</strong> aparte ruimte binn<strong>en</strong> de school. De eerste training was<br />

individueel van aard <strong>en</strong> de daarop volg<strong>en</strong>de training<strong>en</strong> vond<strong>en</strong> plaats in groepsverband. De<br />

eerste bi<strong>je</strong><strong>en</strong>komst di<strong>en</strong>de om de leerling inzicht te verschaff<strong>en</strong> in zijn eig<strong>en</strong><br />

spellinggedrag/spellingk<strong>en</strong>nis. Sam<strong>en</strong> met de proefleider maakte de leerling e<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>taris<br />

van onder andere niet beheerste spellingcategorieën. Bij elke training werd door de<br />

proefleider e<strong>en</strong> woorddictee bestaande uit 30 woord<strong>en</strong> auditief aangebod<strong>en</strong>. De werkwijze<br />

was vergelijkbaar met de voormeting, alle<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> nadat ze het woord<br />

gespeld hadd<strong>en</strong>, aangev<strong>en</strong> of het woord al dan niet correct gespeld was. Op deze wijze werd<strong>en</strong><br />

de leerling<strong>en</strong> aangemoedigd hun werk zelf te corriger<strong>en</strong>.<br />

Tijd<strong>en</strong>s de training werd door de proefleider gebruik gemaakt van e<strong>en</strong><br />

zelfvervaardigde observatie- <strong>en</strong> registratieformulier om het spellinggedrag van leerling<strong>en</strong> te<br />

kunn<strong>en</strong> docum<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>. Op deze wijze werd van elke subgroep <strong>en</strong> ook leerling<strong>en</strong> afzonderlijk<br />

e<strong>en</strong> logboek bijgehoud<strong>en</strong> waarin ‘opvall<strong>en</strong>de punt<strong>en</strong>’ tijd<strong>en</strong>s de training werd<strong>en</strong> geregistreerd.<br />

Ook werd<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele interacties tuss<strong>en</strong> de proefleider <strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook tuss<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong><br />

onderling vastgelegd.<br />

Door de leerling zicht te lat<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> op zijn of haar eig<strong>en</strong> leerproces, hield elke<br />

leerling het aantal goed gematchte woord<strong>en</strong> (ja – goed <strong>en</strong> nee - fout) per training zelfstandig<br />

bij. Het aantal goed gespelde woord<strong>en</strong> was tijd<strong>en</strong>s de training van ondergeschikt belang. Het<br />

zou ook e<strong>en</strong> vertek<strong>en</strong>d beeld kunn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>, omdat leerling<strong>en</strong> ook woord<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong><br />

aangebod<strong>en</strong> waarvan werd verwacht dat zij deze nog niet correct hoefd<strong>en</strong> te spell<strong>en</strong> in Groep


R. Paff<strong>en</strong> (2003). Doctoraalscriptie Orthopedagogiek, RU Nijmeg<strong>en</strong><br />

5. Hier di<strong>en</strong>t b<strong>en</strong>adrukt te word<strong>en</strong> dat de leerling<strong>en</strong> niet alle woord<strong>en</strong> correct moest<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

spell<strong>en</strong>, maar juist dat ze met meer vertrouw<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> aangev<strong>en</strong> welke woord<strong>en</strong> wel <strong>en</strong><br />

welke woord<strong>en</strong> ze niet kunn<strong>en</strong> spell<strong>en</strong>. Voor e<strong>en</strong> overzicht van de gebruikte stimuli zie<br />

Bijlage A <strong>en</strong> Bijlage B. Er werd hierbij e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong> oef<strong>en</strong>woord<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

controlewoord<strong>en</strong>. De controlewoord<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de voor- <strong>en</strong> nameting gebruikt<br />

(zie Bijlage A) <strong>en</strong> dus niet tijd<strong>en</strong>s de training<strong>en</strong> geoef<strong>en</strong>d. Voor e<strong>en</strong> overzicht van de stimuli<br />

die gebruikt werd<strong>en</strong> als oef<strong>en</strong>woord<strong>en</strong> zie Bijlage B. In het onderstaande zal elke<br />

trainingsbi<strong>je</strong><strong>en</strong>komst kort word<strong>en</strong> toegelicht.<br />

Training specifiek<br />

Training 1 Het is belangrijk om te wet<strong>en</strong> <strong>wat</strong> de oorzaak is van fout<strong>en</strong> die leerling<strong>en</strong><br />

mak<strong>en</strong>. Om het inzicht in de problematiek te verruim<strong>en</strong> is er gekoz<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> individuele<br />

aanpak. De leerling moest zelf onder woord<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> met welke spellingcategorieën hij/zij<br />

moeilijkhed<strong>en</strong> heeft. De proefleider liet met behulp van e<strong>en</strong> analyse van de voormeting zi<strong>en</strong><br />

hoe vaak het betreff<strong>en</strong>de kind had ingevuld ‘ ja ik kan het woord spell<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> het woord<br />

daadwerkelijk goed had gespeld’ <strong>en</strong> ‘nee ik kan het woord niet spell<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> het woord ook fout<br />

had gespeld’. De proefleider maakte daarmee duidelijk dat de leerling op dat mom<strong>en</strong>t e<strong>en</strong><br />

juiste inschatting had gemaakt van zijn of haar huidige spellingk<strong>en</strong>nis. Vervolg<strong>en</strong>s liet de<br />

proefleider zi<strong>en</strong> dat de leerling niet in alle gevall<strong>en</strong> e<strong>en</strong> juiste inschatting had gemaakt. Het<br />

kan zijn dat e<strong>en</strong> leerling onzeker is <strong>en</strong> zijn/haar spellingk<strong>en</strong>nis onderschat of juist overmoedig<br />

is <strong>en</strong> zijn/haar spellingk<strong>en</strong>nis overschat. In sommige gevall<strong>en</strong> leidde dit tot e<strong>en</strong> confrontatie,<br />

omdat e<strong>en</strong> leerling zich niet bewust was van het feit dat hij zijn spellingk<strong>en</strong>nis voortdur<strong>en</strong>d<br />

overschatte. Het doel van deze bi<strong>je</strong><strong>en</strong>komst was de leerling inzicht te lat<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> in zijn/haar<br />

eig<strong>en</strong> spellinggedrag <strong>en</strong> spellingk<strong>en</strong>nis. Bij elke training werd<strong>en</strong> 30 woord<strong>en</strong> auditief<br />

aangebod<strong>en</strong>. De werkwijze was vergelijkbaar met de voormeting, alle<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> de<br />

leerling<strong>en</strong> nadat ze het woord gespeld hadd<strong>en</strong>, aangev<strong>en</strong> of het woord al dan niet correct<br />

gespeld was. Op deze wijze werd<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> aangemoedigd hun werk zelf te corriger<strong>en</strong>. Uit<br />

e<strong>en</strong> observatie tijd<strong>en</strong>s de voormeting bleek dat de leerling<strong>en</strong> weinig kritisch war<strong>en</strong> in het<br />

controler<strong>en</strong> van hun werk. Herhaalde feedback bleek noodzakelijk te zijn. Na elke vijf<br />

aangebod<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> vond er e<strong>en</strong> terugkoppeling plaats. Fout<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s direct<br />

gecorrigeerd. Van belang was dat de feedback zo positief mogelijk was. De proefleider<br />

probeerde sam<strong>en</strong> met de leerling te achterhal<strong>en</strong> <strong>wat</strong> de oorzaak van e<strong>en</strong> onjuiste inschatting<br />

was. Aan het eind van de bi<strong>je</strong><strong>en</strong>komst werd het aantal juist ingeschatte woord<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oteerd,<br />

zodat het voor de leerling mogelijk was zijn of haar eig<strong>en</strong> leerproces te volg<strong>en</strong>. Aan het eind


R. Paff<strong>en</strong> (2003). Doctoraalscriptie Orthopedagogiek, RU Nijmeg<strong>en</strong><br />

van de eerste bi<strong>je</strong><strong>en</strong>komst werd al kort vooruitgeblikt op de onderwerp<strong>en</strong> die in de tweede<br />

bi<strong>je</strong><strong>en</strong>komst c<strong>en</strong>traal zull<strong>en</strong> staan, namelijk zelfbevraging <strong>en</strong> zelfcorrectie.<br />

Training 2 Elke bi<strong>je</strong><strong>en</strong>komst startte met e<strong>en</strong> terugblik op de vorige bi<strong>je</strong><strong>en</strong>komst,<br />

waarbij het werk van elke leerling afzonderlijk besprok<strong>en</strong> werd. Veelal werd de nodige<br />

voork<strong>en</strong>nis t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van eerder geïnstrueerde metacognitieve vaardighed<strong>en</strong> opgefrist of<br />

opnieuw onderwez<strong>en</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s gaf de proefleider e<strong>en</strong> lesoverzicht om leerling<strong>en</strong><br />

duidelijkheid te verschaff<strong>en</strong>. De nieuw aan te ler<strong>en</strong> metacognitieve vaardigheid werd in kleine<br />

stap<strong>je</strong>s aangebod<strong>en</strong>. De vaardigheid werd hardopd<strong>en</strong>k<strong>en</strong>d door de proefleider voorgedaan. In<br />

de eerste plaats werd oriëntatie op de taak aan bod gesteld. E<strong>en</strong> manier om <strong>je</strong> te oriënter<strong>en</strong> op<br />

de taak is door middel van <strong>je</strong>zelf te bevrag<strong>en</strong>. Relevante vrag<strong>en</strong> die <strong>je</strong> <strong>je</strong>zelf kunt stell<strong>en</strong><br />

werd<strong>en</strong> door de proefleider hardop gesteld. Hierbij werd gebruik gemaakt van<br />

aanpakstrategieën die tijd<strong>en</strong>s de spellingles door de leerkracht eerder zijn aangebod<strong>en</strong>. Er is<br />

gekoz<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> veelzijdige b<strong>en</strong>adering waarin leerling<strong>en</strong> flexibel gebruik kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong><br />

van spellingstrategieën.<br />

De stapp<strong>en</strong> zijn weergev<strong>en</strong> in Figuur 1.<br />

Luister zorgvuldig naar het woord<br />

Één klankstuk Twee klankstukk<strong>en</strong><br />

luisterwoord <strong>weet</strong>woord regelwoord<br />

Figuur 1: Spell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> woord<br />

verdel<strong>en</strong><br />

twee woord<strong>en</strong> voorstuk/achterstuk twee klankstukk<strong>en</strong><br />

luisterwoord <strong>weet</strong>woord regelwoord<br />

Voor bijna elke spellingcategorie was er e<strong>en</strong> aparte spellingkaart waarop het voorbeeldwoord<br />

<strong>en</strong> e<strong>en</strong> afbeelding van het woord stond. Op die kaart was door middel van kleur<strong>en</strong> <strong>en</strong>


R. Paff<strong>en</strong> (2003). Doctoraalscriptie Orthopedagogiek, RU Nijmeg<strong>en</strong><br />

symbol<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> om <strong>wat</strong> voor e<strong>en</strong> soort woord het ging. Tijd<strong>en</strong>s de training werd ook<br />

gebruik gemaakt van deze kaart<strong>en</strong>. Veelal moest de leerling meervoudige spellingstrategieën<br />

toepass<strong>en</strong>.<br />

Nadat de proefleider de vaardigheid stapsgewijs had voorgedaan, werd de vaardigheid<br />

eerst e<strong>en</strong> aantal ker<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk geoef<strong>en</strong>d, alvor<strong>en</strong>s de leerling<strong>en</strong> deze vaardigheid<br />

zelfstandig toepast<strong>en</strong>. Het is belangrijk de leerling<strong>en</strong> in de geleg<strong>en</strong>heid te stell<strong>en</strong> om<br />

voldo<strong>en</strong>de succeservaring op te kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong>. Het is bek<strong>en</strong>d dat niets zo stimuler<strong>en</strong>d werkt als<br />

succes.<br />

Naast de spellingregels die aan bod kwam<strong>en</strong>, werd er tijd<strong>en</strong>s de training ook aandacht<br />

besteed aan de zog<strong>en</strong>aamde infostrategie, hiermee werd de leerling<strong>en</strong> geleerd hoe ze hun<br />

eig<strong>en</strong> spelling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> controler<strong>en</strong>. Dit is e<strong>en</strong> metacognitieve vaardigheid die ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s<br />

stapsgewijs werd aangeleerd. Door interacties tuss<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> te bevorder<strong>en</strong>, oef<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

leerling<strong>en</strong> in het formuler<strong>en</strong> <strong>en</strong> verduidelijk<strong>en</strong> van hun eig<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kproces, hetge<strong>en</strong> hun inzicht<br />

vergroot. De proefleider observeerde nauwkeurig of de leerling<strong>en</strong> hun werk goed<br />

controleerd<strong>en</strong>. Aan het eind van de bi<strong>je</strong><strong>en</strong>komst schreef elke leerling op hoe vaak hij/zij zijn<br />

spellingk<strong>en</strong>nis juist had ingeschat.<br />

Training 3 Aangezi<strong>en</strong> het belangrijk werd gevond<strong>en</strong> te wet<strong>en</strong> <strong>wat</strong> leerling<strong>en</strong> do<strong>en</strong><br />

wanneer ze niet wet<strong>en</strong> hoe ze e<strong>en</strong> woord moet<strong>en</strong> spell<strong>en</strong>, stond dit onderwerp in deze<br />

bi<strong>je</strong><strong>en</strong>komst c<strong>en</strong>traal. Allereerst vond er weer e<strong>en</strong> terugblik plaats op de vorige bi<strong>je</strong><strong>en</strong>komst<br />

<strong>en</strong> werd er e<strong>en</strong> lesoverzicht gegev<strong>en</strong> van deze bi<strong>je</strong><strong>en</strong>komst. De leerling<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> ieder voor<br />

zichzelf nagaan <strong>wat</strong> ze do<strong>en</strong> als ze e<strong>en</strong> woord niet kunn<strong>en</strong> spell<strong>en</strong>. Daarna vond er overleg<br />

plaats tuss<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong>. De leerling<strong>en</strong> gav<strong>en</strong> aan dat <strong>je</strong> e<strong>en</strong> woord bijvoorbeeld kunt<br />

opzoek<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> woord<strong>en</strong>boek. De leerling<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> zelf verwoord<strong>en</strong> hoe ze hierbij te werk<br />

zoud<strong>en</strong> gaan. Elke leerling had de beschikking over e<strong>en</strong> woord<strong>en</strong>boek. Ze kreg<strong>en</strong> de opdracht<br />

e<strong>en</strong> woord op te zoek<strong>en</strong>. De leerling<strong>en</strong> mocht<strong>en</strong> elkaar hierbij help<strong>en</strong>. Deze activiteit was erg<br />

tijdrov<strong>en</strong>d, aangezi<strong>en</strong> het alfabet nog niet volledig geautomatiseerd was <strong>en</strong> de schrijfwijze<br />

onbek<strong>en</strong>d. Andere mogelijkhed<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> uitgebreid besprok<strong>en</strong>. De werkwijze die hier werd<br />

beschrev<strong>en</strong> staat beter bek<strong>en</strong>d onder de naam peer tutoring. Peer tutoring veronderstelt<br />

communicatie tuss<strong>en</strong> twee of meerdere person<strong>en</strong> over het op te loss<strong>en</strong> probleem. Feedback<br />

over acties, strategieën <strong>en</strong> oplossingsverloop mak<strong>en</strong> onder andere deel uit van het<br />

communicatieproces. Coöperatief ler<strong>en</strong>, het voer<strong>en</strong> van discussies <strong>en</strong> dergelijke, draagt bij aan<br />

het ontwikkel<strong>en</strong> van metacognitieve vaardighed<strong>en</strong> (Fisher, 1995).<br />

Training 4 Observatie van het spellinggedrag van de leerling<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de training<strong>en</strong><br />

was van wez<strong>en</strong>lijk belang. Hierbij stelde de proefleider voorafgaand aan de training e<strong>en</strong> aantal


R. Paff<strong>en</strong> (2003). Doctoraalscriptie Orthopedagogiek, RU Nijmeg<strong>en</strong><br />

vrag<strong>en</strong> op om e<strong>en</strong> beter beeld te krijg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de leerling. Onder andere: Waarover<br />

d<strong>en</strong>kt het kind bij het mak<strong>en</strong> van de taak? Hoe d<strong>en</strong>kt het kind? Hoe d<strong>en</strong>kt het kind over<br />

zijn/haar eig<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kprocess<strong>en</strong> bij het mak<strong>en</strong> van de taak? Overschat of onderschat de leerling<br />

zijn spellingk<strong>en</strong>nis? Ook algem<strong>en</strong>e vrag<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> aan bod zoals: Wat is de algem<strong>en</strong>e indruk<br />

van de groep? Hoe verloopt de interactie tuss<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong>? Welke leerling<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> erg<br />

gemotiveerd <strong>en</strong> welke verton<strong>en</strong> stor<strong>en</strong>d gedrag? Welke leerling<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> telk<strong>en</strong>s om hulp<br />

vrag<strong>en</strong>? In hoeverre hebb<strong>en</strong> zij de metacognitieve vaardighed<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> gemaakt?<br />

Tijd<strong>en</strong>s de training werd door de proefleider gebruik gemaakt van e<strong>en</strong> observatie- <strong>en</strong><br />

registratieformulier om het spellinggedrag van de leerling<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> docum<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>.<br />

Aangezi<strong>en</strong> het onmogelijk was dit voor alle leerling<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de training bij te houd<strong>en</strong>,<br />

werd<strong>en</strong> voornamelijk de opvall<strong>en</strong>de punt<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de training geregistreerd. De werkwijze<br />

van deze training was vergelijkbaar met de vorige training<strong>en</strong>. Er werd<strong>en</strong> 30 woord<strong>en</strong> door de<br />

proefleider auditief aangebod<strong>en</strong>. De metacognitieve vaardighed<strong>en</strong> die in deze training c<strong>en</strong>traal<br />

stond<strong>en</strong> war<strong>en</strong> oriënter<strong>en</strong> op de taak <strong>en</strong> zelfcorrectie door middel van zelfinstructie. Relevante<br />

vrag<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> leerling zichzelf kan stell<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> eerst hardop door de proefleider gesteld.<br />

Dit in zichzelf prat<strong>en</strong> <strong>en</strong> zichzelf vrag<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> is k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die iets moeilijks<br />

moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong>. Vooral voor zwakke spellers <strong>en</strong> impulsieve leerling<strong>en</strong> werkte dit uitstek<strong>en</strong>d.<br />

Opvall<strong>en</strong>d was dat de goede spellers deze vaardighed<strong>en</strong> veelal uit zichzelf toepast<strong>en</strong>.<br />

Veelvuldige herhaling bleek het sleutelwoord om deze vaardighed<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong>.<br />

Training 5 Ter afsluiting van de spellingbewustzijnstraining passer<strong>en</strong> alle<br />

vaardighed<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> kort de revue. Aangezi<strong>en</strong> het de laatste bi<strong>je</strong><strong>en</strong>komst is, mak<strong>en</strong> de<br />

leerling<strong>en</strong> ter afsluiting e<strong>en</strong> spellingkwartet. De leerling<strong>en</strong> werkt<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s deze training in<br />

duo’s. Ze koz<strong>en</strong> elk één spellingcategorie uit <strong>en</strong> bedacht<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s 4 woord<strong>en</strong> die tot deze<br />

categorie behor<strong>en</strong>. De spelling werd vervolg<strong>en</strong>s gecontroleerd door de proefleider <strong>en</strong> waar<br />

nodig verbeterd door de leerling<strong>en</strong>. De leerling<strong>en</strong> werkt<strong>en</strong> zeer gemotiveerd <strong>en</strong> vond<strong>en</strong> het<br />

geweldig om met hun zelfgemaakte kwartetspel te kwartett<strong>en</strong>. Het kwartetspel had als doel<br />

spel<strong>en</strong>derwijs de spellingk<strong>en</strong>nis te vergrot<strong>en</strong>. De leerling<strong>en</strong> war<strong>en</strong> zo <strong>en</strong>thousiast dat het<br />

kwartetspel ook in de klas werd gebruikt.<br />

Het woorddictee werd voor de laatste keer afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> door de proefleider <strong>en</strong><br />

gecorrigeerd door de leerling<strong>en</strong>. De leerling<strong>en</strong> noteerd<strong>en</strong> tot slot hoeveel woord<strong>en</strong> ze juist<br />

hadd<strong>en</strong> ingeschat.


R. Paff<strong>en</strong> (2003). Doctoraalscriptie Orthopedagogiek, RU Nijmeg<strong>en</strong><br />

Nameting<br />

Bij zowel de experim<strong>en</strong>tele groep als controle groep vond e<strong>en</strong> nameting plaats. Het dictee<br />

<strong>en</strong> de afname van het dictee zijn id<strong>en</strong>tiek aan de voormeting. Tot slot heeft er e<strong>en</strong> individuele<br />

evaluatie plaatsgevond<strong>en</strong> met alle leerling<strong>en</strong> die hadd<strong>en</strong> deelg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> aan de training. Hierbij<br />

werd<strong>en</strong> de gegev<strong>en</strong>s van de voormeting <strong>en</strong> de nameting naast elkaar gelegd <strong>en</strong> vastgesteld of<br />

er e<strong>en</strong> verandering in spellinggedrag/spellingk<strong>en</strong>nis heeft plaatsgevond<strong>en</strong>. Per leerling werd<br />

er vastgesteld of de mate van spellingbewustzijn was toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van de<br />

voormeting. Bij kinder<strong>en</strong> die erg onzeker war<strong>en</strong> met betrekking tot hun spellingk<strong>en</strong>nis of juist<br />

hun spellingk<strong>en</strong>nis overschatt<strong>en</strong>, werd er ook gekek<strong>en</strong> of de onzekerheid ofwel overmoedig<br />

gedrag met behulp van de spellingbewustzijnstraining was afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

3. Resultat<strong>en</strong><br />

Resultat<strong>en</strong> van de pretest <strong>en</strong> posttest<br />

Voordat de resultat<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, zal allereerst word<strong>en</strong> teruggeblikt op<br />

de wijze waarop de mate van spellingbewustzijn werd bepaald, omdat de eerste analyses<br />

hierop gebaseerd zijn. Het spellingbewustzijn is eig<strong>en</strong>lijk niets anders dan e<strong>en</strong> juiste<br />

inschatting van <strong>je</strong> huidige spellingk<strong>en</strong>nis. Hierbij werd het spellingbewustzijn berek<strong>en</strong>d in<br />

perc<strong>en</strong>tages, waarbij de combinaties ja-goed <strong>en</strong> nee-fout werd<strong>en</strong> opgeteld <strong>en</strong> gedeeld door het<br />

totaal. Deze score werd vervolg<strong>en</strong>s verm<strong>en</strong>igvuldigd met 100. Voor alle kinder<strong>en</strong> uit de<br />

experim<strong>en</strong>tele <strong>en</strong> de controle groep werd het spellingbewustzijn vastgesteld bij de voormeting<br />

(pretest) <strong>en</strong> bij de nameting (posttest).<br />

Uit e<strong>en</strong> 2 (leesniveau: goed versus zwak) X 2(conditie: experim<strong>en</strong>teel versus controle)<br />

X2 (test: prestest vs. posttest) variantie-analyse op de gemiddelde score spellingbewustzijn in<br />

de pretest <strong>en</strong> posttest, bleek e<strong>en</strong> significant hoofdeffect van leesniveau, F(1,38) = 21.17, p <<br />

.001. De goede lezers (M = 78,0%) blek<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> significant beter spellingbewustzijn te<br />

beschikk<strong>en</strong> dan de zwakke lezers (M = 68.6%). Er was ook sprake van e<strong>en</strong> significant<br />

hoofdeffect van conditie, F (1,38) = 5.99 p < .02. Het hoofdeffect van test was ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s<br />

significant. F (1,38) = 70.59 p < .0001. Aangezi<strong>en</strong> het interactie-effect tuss<strong>en</strong> conditie <strong>en</strong> test<br />

ook significant was F (1,38) = 12.46 p < .001, is ervoor gekoz<strong>en</strong> om twee aparte analyses uit<br />

te voer<strong>en</strong>.


R. Paff<strong>en</strong> (2003). Doctoraalscriptie Orthopedagogiek, RU Nijmeg<strong>en</strong><br />

Experim<strong>en</strong>tele groep<br />

Er werd e<strong>en</strong> 2 (leesniveau: goed versus zwak) X 2 (testmom<strong>en</strong>t: pretest versus<br />

posttest) variantie-analyse op de gemiddelde spellingbewustzijnsscore voor de experim<strong>en</strong>tele<br />

groep uitgevoerd. Voor de kinder<strong>en</strong> uit de experim<strong>en</strong>tele groep gold dat het<br />

spellingbewustzijn op de posttest (M = 83.0%) significant hoger was dan op de pretest (M =<br />

68.3%), F (1,19) = 62.58 p < .0001. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> bleek dat de interactie tuss<strong>en</strong> leesniveau <strong>en</strong><br />

test niet significant was F (1,19) = 04 p = .85. Hetge<strong>en</strong> aangaf dat de training voor zowel de<br />

zwakke als goede lezers profijt opleverd<strong>en</strong>. Verschill<strong>en</strong> in leesniveau blek<strong>en</strong> niet van invloed<br />

te zijn op de effectiviteit van de training, namelijk het verhog<strong>en</strong> van het spellingbewustzijn<br />

van de leerling<strong>en</strong>.<br />

Controle groep<br />

Uit e<strong>en</strong> 2 (leesniveau: goed versus zwak) X 2 (testmom<strong>en</strong>t: pretest versus posttest)<br />

variantie-analyse op de gemiddelde spellingbewustzijnsscore voor de controle groep bleek<br />

e<strong>en</strong> significant verschil te zijn van het spellingbewustzijn op de pretest (M = 68.0%) <strong>en</strong><br />

posttest (M = 74.0 %). De interactie tuss<strong>en</strong> leesniveau <strong>en</strong> test was voor de controle groep<br />

ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s niet significant F (1,19)= .35 p = .56. Het spellingbewustzijn van beide groep<strong>en</strong> is<br />

toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> op de posttest. Aangezi<strong>en</strong> het spellingbewustzijn van de leerling<strong>en</strong> uit de<br />

experim<strong>en</strong>tele groep meer is toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, lijkt het aannemelijk dat dit het gevolg is van de<br />

deelname aan de spellingbewustzijnstraining.<br />

<strong>Spellingbewustzijn</strong>sresultat<strong>en</strong><br />

Het spellingbewustzijn werd al eerder omschrev<strong>en</strong> als wet<strong>en</strong> <strong>wat</strong> <strong>je</strong> <strong>weet</strong> <strong>en</strong> wet<strong>en</strong> <strong>wat</strong><br />

<strong>je</strong> niet <strong>weet</strong>. Op de interessante vraag, namelijk of leerling<strong>en</strong> beter in staat zijn juist in te<br />

schatt<strong>en</strong> <strong>wat</strong> ze wel kunn<strong>en</strong> spell<strong>en</strong> of daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> <strong>wat</strong> zij niet kunn<strong>en</strong> spell<strong>en</strong>, werd tot<br />

dusver nog ge<strong>en</strong> antwoord gegev<strong>en</strong>.<br />

Uit e<strong>en</strong> 2(conditie: experim<strong>en</strong>teel versus controle) X 2 (testmom<strong>en</strong>t: pretest versus<br />

posttest) variantie-analyse op de gemiddelde score voor hetge<strong>en</strong> ze wel wet<strong>en</strong> (ja-goed), bleek<br />

sprake te zijn van e<strong>en</strong> significant hoofdeffect van test, F(1,41) = 44.45 p


R. Paff<strong>en</strong> (2003). Doctoraalscriptie Orthopedagogiek, RU Nijmeg<strong>en</strong><br />

Wanneer er specifiek werd gekek<strong>en</strong> naar hetge<strong>en</strong> ze niet wet<strong>en</strong>, dus waarbij de<br />

leerling<strong>en</strong> van tevor<strong>en</strong> aangav<strong>en</strong> het woord niet te kunn<strong>en</strong> spell<strong>en</strong> <strong>en</strong> het woord ook<br />

daadwerkelijk fout speld<strong>en</strong> (nee-fout), werd<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> significante hoofdeffect<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong> van<br />

test F(1,41) = 2.6 p =.11 <strong>en</strong> conditie F(1,41) = .02 p = .88. Voor beide groep<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk<br />

gold dat bij de nameting (M = 14.0%) hun spellingbewustzijn met betrekking tot hetge<strong>en</strong> ze<br />

niet wet<strong>en</strong> niet significant is toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in vergelijking met de pretest (M = 11.3%). Wat<br />

betreft het interactie-effect tuss<strong>en</strong> conditie <strong>en</strong> test, bleek er sprake te zijn van e<strong>en</strong> marginaal<br />

significant resultaat, F (1,41) = 3.15 p = .08. Met betrekking tot de onderschatting van hun<br />

spellingk<strong>en</strong>nis zijn de leerling<strong>en</strong> vooruitgegaan, namelijk ze kunn<strong>en</strong> met meer zekerheid<br />

aangev<strong>en</strong> welke woord<strong>en</strong> ze correct kunn<strong>en</strong> spell<strong>en</strong>. Echter het bewustzijn van de leerling<strong>en</strong><br />

over hetge<strong>en</strong> ze niet correct kunn<strong>en</strong> spell<strong>en</strong>, is gelijk geblev<strong>en</strong>.<br />

In het onderzoek is ook gekek<strong>en</strong> naar het type ‘overmoedige speller’ die zich het best<br />

laat omschrijv<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> type speller die zijn eig<strong>en</strong> spellingk<strong>en</strong>nis voortdur<strong>en</strong>d overschat <strong>en</strong><br />

de ‘onzekere speller’ e<strong>en</strong> type speller die zijn spellingk<strong>en</strong>nis herhaaldelijk onderschat. E<strong>en</strong> 2<br />

(conditie: controle versus experim<strong>en</strong>teel) X 2 (test: pretest versus posttest) variantie-analyse<br />

op de gemiddelde score voor overschatting van de spellingk<strong>en</strong>nis (ja-fout) bracht e<strong>en</strong><br />

significant hoofdeffect van test aan het licht, F (1,41) = 57.48 p < .0001. Voor beide groep<strong>en</strong><br />

was er sprake van e<strong>en</strong> significante afname van de overschatting van hun spellingk<strong>en</strong>nis bij de<br />

nameting (M = 18.5%) in vergelijking met de voormeting (M = 28.3%). Verder werd ook de<br />

verwachte interactie tuss<strong>en</strong> conditie <strong>en</strong> test gevond<strong>en</strong>, F (1,41) = 7.95 p = .007. Het bleek dat<br />

de trainingsgroep e<strong>en</strong> significant grotere daling liet zi<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> 2 (conditie: controle versus<br />

experim<strong>en</strong>teel) X 2 (test: pretest versus posttest) variantie-analyse op de gemiddelde score<br />

voor e<strong>en</strong> onderschatting van hun spellingk<strong>en</strong>nis (nee-goed) bracht ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel significant<br />

hoofdeffect aan het licht.<br />

Trainingsresultat<strong>en</strong><br />

Het is moeilijk om de training<strong>en</strong> onderling te vergelijk<strong>en</strong> omdat het niveau van de<br />

woord<strong>en</strong> die gebruikt zijn tijd<strong>en</strong>s de training wellicht niet geheel vergelijkbaar is. Uit e<strong>en</strong> 2<br />

(leesniveau: goed versus zwak) X 2 (training: 1versus 2 versus 3 versus 4 versus 5) variantie-<br />

analyse op de gemiddelde score voor spellingbewustzijn, bleek e<strong>en</strong> significant hoofdeffect<br />

voor leesniveau, F (1,19) = 7.75 p =.012. Over alle training<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, bleek de gemiddelde<br />

score voor spellingbewustzijn bij de goede lezers (M = 88.4%) significant hoger te zijn dan<br />

voor de zwakke lezers (M = 73.6%). De overige effect<strong>en</strong> war<strong>en</strong> niet significant.


R. Paff<strong>en</strong> (2003). Doctoraalscriptie Orthopedagogiek, RU Nijmeg<strong>en</strong><br />

Uit e<strong>en</strong> 2 (leesniveau: goed versus zwak) X 2 (training: 1versus 2 versus 3 versus 4<br />

versus 5) variantie-analyse op de gemiddelde score voor juiste verbetering, bleek e<strong>en</strong><br />

significant hoofdeffect van leesniveau, F(1,19) = 10.51 p = .004. E<strong>en</strong> ‘juiste verbetering’<br />

hield in dat de leerling<strong>en</strong> nadat ze e<strong>en</strong> woord geschrev<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong>, het betreff<strong>en</strong>de woord<br />

controleerd<strong>en</strong> <strong>en</strong> in het geval het woord foutief geschrev<strong>en</strong> was, deze verbeterd<strong>en</strong>. Opvall<strong>en</strong>d<br />

is dat goede lezers (M = 76.6%) gemiddeld g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> over alle training<strong>en</strong> significant vaker e<strong>en</strong><br />

juiste verbetering aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> dan zwakke lezers (M = 65.7%). Opnieuw war<strong>en</strong> de rest van de<br />

effect<strong>en</strong> niet significant.<br />

Ook war<strong>en</strong> we nieuwsgierig hoe stabiel de m<strong>en</strong>ing van de leerling<strong>en</strong> is over hun<br />

spellingk<strong>en</strong>nis. Met andere woord<strong>en</strong>, verandert de m<strong>en</strong>ing van het kind nadat het kind het<br />

woord heeft geschrev<strong>en</strong>. Uit e<strong>en</strong> 2 (leesniveau: goed versus zwak) X 2 (training:1 versus 2<br />

versus 3 versus 4 versus 5) variantie-analyse op de gemiddelde score voor mate van stabiliteit<br />

van de m<strong>en</strong>ing over spellingk<strong>en</strong>nis, bleek ge<strong>en</strong> significant hoofdeffect van leesniveau, F(1,19)<br />

=.25 p = .62. Over alle training<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> bleek er ge<strong>en</strong> significant verschil te zijn tuss<strong>en</strong><br />

de goede lezers (M = .09%) <strong>en</strong> de zwakke lezers (M = .11%) <strong>wat</strong> betreft de mate van<br />

stabiliteit van de m<strong>en</strong>ing van hun spellingk<strong>en</strong>nis.<br />

Er bleek ge<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang te zijn tuss<strong>en</strong> spellingniveau <strong>en</strong> mate van herstell<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s<br />

training 1 (r = -.18, p =.44), training 2 (r = -.16, p =.49) <strong>en</strong> training 3 (r = -.23). In training 4<br />

was er e<strong>en</strong> marginaal significante correlatie (r = -.4, p =.08) <strong>en</strong> in training 5 e<strong>en</strong> significante<br />

correlatie (r = -.5, p = .02). In beide gevall<strong>en</strong> was er sprake van e<strong>en</strong> negatieve correlatie<br />

tuss<strong>en</strong> spellingniveau <strong>en</strong> mate van herstell<strong>en</strong>. Deze is als volgt: e<strong>en</strong> slecht spellingniveau gaat<br />

sam<strong>en</strong> met veel herstell<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> goed spellingniveau gaat sam<strong>en</strong> met weinig herstell<strong>en</strong>.<br />

4. Conclusie <strong>en</strong> discussie<br />

In het laatste deel van dit verslag zal eerst e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting gegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> van de<br />

resultat<strong>en</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s zal ingegaan word<strong>en</strong> op de consequ<strong>en</strong>ties van deze bevinding<strong>en</strong> voor<br />

het onderwijs. In dit onderzoek is nagegaan of het mogelijk is om e<strong>en</strong><br />

spellingbewustzijnstraining op te zett<strong>en</strong> voor leerling<strong>en</strong> van Groep 5 van e<strong>en</strong> reguliere<br />

basisschool, waarbij het verbeter<strong>en</strong> van de metacognitieve spellingk<strong>en</strong>nis als doel werd<br />

gesteld. De resultat<strong>en</strong> van het onderzoek liet<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat na afloop van de<br />

spellingbewustzijnstraining de leerling<strong>en</strong> die hadd<strong>en</strong> deelg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> aan de training significant<br />

beter kond<strong>en</strong> aangev<strong>en</strong> welke woord<strong>en</strong> ze correct kond<strong>en</strong> spell<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> <strong>en</strong>igszins onverwacht


R. Paff<strong>en</strong> (2003). Doctoraalscriptie Orthopedagogiek, RU Nijmeg<strong>en</strong><br />

effect was het feit dat de leerling<strong>en</strong> uit de controle groep ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s beter kond<strong>en</strong> aangev<strong>en</strong> bij<br />

de posttest welke woord<strong>en</strong> ze wel (ja –goed) kond<strong>en</strong> spell<strong>en</strong>. Hoewel de to<strong>en</strong>ame van het<br />

spellingbewustzijn bij de controle groep minder was dan bij de experim<strong>en</strong>tele groep, was het<br />

opvall<strong>en</strong>d dat zij ook geprofiteerd hebb<strong>en</strong> van het experim<strong>en</strong>t. E<strong>en</strong> afdo<strong>en</strong>de verklaring voor<br />

dit effect hebb<strong>en</strong> we niet. E<strong>en</strong> mogelijke red<strong>en</strong> hiervoor zou kunn<strong>en</strong> zijn dat de opdracht die<br />

aan h<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> werd tijd<strong>en</strong>s de voormeting, namelijk om na te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over het te spell<strong>en</strong><br />

woord, ertoe geleid heeft dat leerling<strong>en</strong> meer bewust zijn geword<strong>en</strong> van hun spellingk<strong>en</strong>nis.<br />

Het gevond<strong>en</strong> resultaat is in overe<strong>en</strong>stemming met de bevinding<strong>en</strong> in het onderzoek van<br />

Willem<strong>en</strong> e.a. (2000). Uit dit onderzoek bleek dat ook de leerling<strong>en</strong> die niet hadd<strong>en</strong><br />

deelg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> aan de zelfcorrectietraining, tijd<strong>en</strong>s het schrijv<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> opstel beter op hun<br />

spelling ging<strong>en</strong> lett<strong>en</strong>, waardoor het aantal spellingfout<strong>en</strong> afnam.<br />

E<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e conclusie is dat de aanpak die gekoz<strong>en</strong> is in de spellingbewustzijns-<br />

training goede mogelijkhed<strong>en</strong> biedt om het bewustzijn van vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> process<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s<br />

het spell<strong>en</strong> te bevorder<strong>en</strong>. De leerling<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> beter inschatt<strong>en</strong> welke woord<strong>en</strong> zij wel<br />

kunn<strong>en</strong> spell<strong>en</strong>, maar in mindere mate kond<strong>en</strong> zij aangev<strong>en</strong> welke woord<strong>en</strong> ze niet correct<br />

kunn<strong>en</strong> spell<strong>en</strong>. Het grootste obstakel is geleg<strong>en</strong> in het feit dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> het al te wet<strong>en</strong><br />

of te kunn<strong>en</strong>. Dit f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> staat beter bek<strong>en</strong>d als de “intellig<strong>en</strong>ce trap” (de Bono, 1992).<br />

Deze veronderstelling kan word<strong>en</strong> ondersteund door spontane opmerking<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong><br />

teg<strong>en</strong> de proefleidster: aquarium, dat is e<strong>en</strong> makkie! A-K-W-A-R-I-E-J-U-M. Op grond van<br />

hun fonologische k<strong>en</strong>nis d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> woord correct te kunn<strong>en</strong> spell<strong>en</strong>. Hierdoor<br />

overschatt<strong>en</strong> ze echter hun spellingk<strong>en</strong>nis.<br />

Vygotsky was e<strong>en</strong> van de eerst<strong>en</strong> die inzag <strong>wat</strong> het belang was van bewustzijn van <strong>en</strong><br />

controle over <strong>je</strong> k<strong>en</strong>nis voor het ler<strong>en</strong> op school. Ook Flavall onderschrijft het belang om het<br />

proces van ler<strong>en</strong> tot het bewustzijnsniveau van leerling<strong>en</strong> te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> (Fisher, 1998). Dit<br />

bracht ons bij de volg<strong>en</strong>de vraag: In hoeverre zijn kinder<strong>en</strong> zich bewust van hun eig<strong>en</strong><br />

spellingk<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> spellinggedrag? Veelal mak<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> keuzes, zonder zelf bewust te zijn<br />

van de keuzes die ze mak<strong>en</strong>. Het kritisch beoordel<strong>en</strong> van <strong>je</strong> eig<strong>en</strong> gedrag of k<strong>en</strong>nis is niet<br />

aangeleerd, maar moet ontwikkeld word<strong>en</strong> in het onderwijs? Het metalinguïstisch bewustzijn<br />

wordt geleidelijk aan ontwikkeld, waarin de impliciete k<strong>en</strong>nis over de structuur <strong>en</strong><br />

functieaspect<strong>en</strong> van taal expliciet wordt gemaakt (Tunmer & Herriman, 1984). Helaas komt<br />

het in de praktijk nog maar al te vaak voor dat er te veel aandacht besteed wordt aan het<br />

technische onderdeel van spell<strong>en</strong>. Met als gevolg dat aandacht voor het metacognitieve aspect<br />

hierdoor onderbelicht blijft. Nu is de vraag, <strong>wat</strong> stelt deze k<strong>en</strong>nis ons in staat te do<strong>en</strong>. E<strong>en</strong><br />

leerkracht kan ervoor zorg<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> kind bewust wordt van het feit dat e<strong>en</strong> door hem of haar


R. Paff<strong>en</strong> (2003). Doctoraalscriptie Orthopedagogiek, RU Nijmeg<strong>en</strong><br />

toegepaste strategie succesvol of zinloos kan zijn. Flavall (1978) gaat ervan uit, dat e<strong>en</strong><br />

persoon meer controle heeft over zijn m<strong>en</strong>tale activiteit<strong>en</strong>, wanneer hij zich bewust is van <strong>wat</strong><br />

hij doet <strong>en</strong> welke factor<strong>en</strong> van invloed zijn op zijn handel<strong>en</strong>. Metacognitieve process<strong>en</strong> gev<strong>en</strong><br />

leerling<strong>en</strong> inzicht in hun eig<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong>, waardoor ze hun spellinggedrag beter kunn<strong>en</strong><br />

stur<strong>en</strong> <strong>en</strong> evaluer<strong>en</strong>. De leerkracht di<strong>en</strong>t zich e<strong>en</strong> beeld te vorm<strong>en</strong> van hoe leerling<strong>en</strong> op<br />

spelling <strong>en</strong> taal in het algeme<strong>en</strong> reflecter<strong>en</strong> <strong>en</strong> in welke mate zij de verworv<strong>en</strong> inzicht<strong>en</strong><br />

inbouw<strong>en</strong> in hun eig<strong>en</strong> taalgedrag c.q. spellinggedrag. Het betreft hier zowel k<strong>en</strong>nis, als<br />

vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> attitudes. E<strong>en</strong> leerkracht di<strong>en</strong>t na te gaan in hoeverre het correct spell<strong>en</strong> reeds<br />

automatisch verloopt <strong>en</strong> in hoeverre de wil <strong>en</strong> het bewustzijn om correct te schrijv<strong>en</strong> (het<br />

spellinggewet<strong>en</strong>) reeds ontwikkeld is. Hierbij is het van wez<strong>en</strong>lijk belang dat de leerkracht de<br />

leerling<strong>en</strong> inzicht verschaft in de functionaliteit van spelling. Resultat<strong>en</strong> van mijn onderzoek<br />

lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat de verwachting van leerling<strong>en</strong> met betrekking tot e<strong>en</strong> te spell<strong>en</strong> woord te<br />

relater<strong>en</strong> is aan hun metacognitieve k<strong>en</strong>nis. Blijkbaar zijn leerling<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> goed ontwikkeld<br />

metacognitief vermog<strong>en</strong> beter in staat hun eig<strong>en</strong> spellingk<strong>en</strong>nis te beoordel<strong>en</strong> dan leerling<strong>en</strong><br />

met e<strong>en</strong> minder goed ontwikkeld metacognitief vermog<strong>en</strong>. Instructie in metacognitieve<br />

spellingstrategieën blijkt dus zeker zinvol te zijn.<br />

E<strong>en</strong> andere conclusie die uit de resultat<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> afgeleid is dat er zowel voor de<br />

zwakke als goede lezers sprake is van to<strong>en</strong>ame van het spellingbewustzijn. In het algeme<strong>en</strong><br />

blek<strong>en</strong> goede lezers over e<strong>en</strong> beter spellingbewustzijn te beschikk<strong>en</strong> dan zwakke lezers, echter<br />

het leesniveau van de leerling<strong>en</strong> bleek niet van invloed te zijn op de effectiviteit van de<br />

training. Hetge<strong>en</strong> aangaf dat de training zowel voor de goede als zwakke lezers profijt<br />

oplevert. De sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> onderling kan e<strong>en</strong> positieve bijdrage hebb<strong>en</strong><br />

geleverd aan het verbeter<strong>en</strong> van het spellingbewustzijn van leerling<strong>en</strong>. Coöperatief ler<strong>en</strong>, het<br />

voer<strong>en</strong> van discussies <strong>en</strong> dergelijke draagt bij aan het ontwikkel<strong>en</strong> van metacognitieve<br />

vaardighed<strong>en</strong> (Fisher, 1995). Het train<strong>en</strong> in kleine groep<strong>je</strong>s heeft e<strong>en</strong> speciale pedagogische<br />

<strong>en</strong> didactische betek<strong>en</strong>is. Namelijk kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> van leerervaring<strong>en</strong> van andere kinder<strong>en</strong><br />

uitstek<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong>. Zij ler<strong>en</strong> het volg<strong>en</strong> van <strong>wat</strong> andere kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> af te wissel<strong>en</strong> met de<br />

controle over hun eig<strong>en</strong> ler<strong>en</strong>. Er wordt veel belang gehecht aan de feedback van de<br />

proefleider <strong>en</strong> leerling<strong>en</strong>, omdat het de leerling in staat stelt zijn of haar spellinggedrag bij te<br />

stell<strong>en</strong>. Van Old<strong>en</strong>hov<strong>en</strong>, van Berkum <strong>en</strong> Sw<strong>en</strong>-Koopman (1985) gav<strong>en</strong> in hun onderzoek<br />

twee verklaring<strong>en</strong> voor het feit dat sam<strong>en</strong>werking leidt tot betere taakuitvoering. T<strong>en</strong> eerste<br />

zal de sam<strong>en</strong>werking tot betere resultat<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>, omdat de zwakkere speller meer uitleg<br />

krijgt. De meer compet<strong>en</strong>te speller probeert namelijk zijn aanpakstrategieën onder woord<strong>en</strong> te


R. Paff<strong>en</strong> (2003). Doctoraalscriptie Orthopedagogiek, RU Nijmeg<strong>en</strong><br />

br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> tweede blijkt dat de sam<strong>en</strong>werking de leerling<strong>en</strong> extra motiveert om hun best te<br />

do<strong>en</strong>.<br />

Uit het onderzoek van Jans<strong>en</strong>-Donderwinkel (2001) is geblek<strong>en</strong> dat leerling<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />

formele spellingsituatie (e<strong>en</strong> dictee) meer woord<strong>en</strong> correct spell<strong>en</strong> dan in e<strong>en</strong> informele<br />

spellingsituatie (schrijv<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> opstel). Dit kan mogelijk het gevolg zijn van e<strong>en</strong><br />

onvoldo<strong>en</strong>de ontwikkeld spellingbewustzijn. De einddoelstelling van het spellingonderwijs is<br />

echter niet e<strong>en</strong> foutloos dictee kunn<strong>en</strong> aflever<strong>en</strong>, maar e<strong>en</strong>voudige taal correct kunn<strong>en</strong> spell<strong>en</strong>.<br />

Ook Zuidema (1988) is van m<strong>en</strong>ing dat spell<strong>en</strong> in grote mate autonoom moet verlop<strong>en</strong>. Dat<br />

wil zegg<strong>en</strong> dat leerling<strong>en</strong> in allerlei spellingsituaties correct moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> spell<strong>en</strong> zonder er<br />

te lang bij na te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Dit sluit ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s nauw aan bij de uitgangspunt<strong>en</strong> <strong>en</strong> doelstelling<strong>en</strong><br />

van de spellingbewustzijnstraining zoals beschrev<strong>en</strong> in het onderzoeksverslag. De<br />

spellingbewuste houding die door middel van de training bij leerling<strong>en</strong> tot stand kwam, heeft<br />

bijgedrag<strong>en</strong> aan het vermog<strong>en</strong> van leerling<strong>en</strong> om vrijwel direct correct te kunn<strong>en</strong> inschatt<strong>en</strong><br />

welke woord<strong>en</strong> ze<br />

foutloos kunn<strong>en</strong> spell<strong>en</strong>. Daarnaast kunn<strong>en</strong> ze beter inschatt<strong>en</strong> welke woord<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel<br />

spellingproblem<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> oplever<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s de spellingbewustzijnstraining werd<strong>en</strong><br />

de leerling<strong>en</strong> ingelicht over het belang van e<strong>en</strong> juiste spelling <strong>en</strong> inzicht in hun leerprocess<strong>en</strong>,<br />

waadoor transfer bevorderd wordt. Hetge<strong>en</strong> inhoudt dat leerling<strong>en</strong> aangeleerde strategieën in<br />

nieuwe of andere situaties zull<strong>en</strong> toepass<strong>en</strong>.<br />

Ook de onderwijsinspectie geeft aanbeveling<strong>en</strong> voor het onderwijs om meer aandacht<br />

te bested<strong>en</strong> aan het ontwikkel<strong>en</strong> van het spellingbewustzijn van leerling<strong>en</strong>, deze zijn<br />

verwoord in de ‘Probleemid<strong>en</strong>tificatie <strong>en</strong> aanzet voor Actieplan Taal’ (Ministerie van O & W,<br />

1995). Hetge<strong>en</strong> als volgt werd beschrev<strong>en</strong>: Het is van groot belang dat het spellingbewustzijn<br />

bij kinder<strong>en</strong> wordt ontwikkeld, zodat de juiste schrijfwijze van onbek<strong>en</strong>de woord<strong>en</strong> kan<br />

word<strong>en</strong> afgeleid of opgezocht; er di<strong>en</strong>t aandacht geschonk<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> aan de transfer van<br />

geïsoleerd aangebod<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis naar het schrijv<strong>en</strong> in tekst<strong>en</strong>; in dit verband di<strong>en</strong><strong>en</strong> er<br />

methodiek<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> ontwikkeld <strong>en</strong> getoetst voor de wijze van correctie van spelfout<strong>en</strong> in<br />

zelfgeschrev<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> (www.ioe-dev<strong>en</strong>ter.nl/di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing/taallokaal_maart2003.pdf).<br />

Mijn onderzoek heeft e<strong>en</strong> positieve bijdrage geleverd aan precies deze ministeriële<br />

doelstelling<strong>en</strong>. De spellingbewustzijnstraining blijkt e<strong>en</strong> goed instrum<strong>en</strong>t te zijn voor<br />

basisschol<strong>en</strong> (midd<strong>en</strong>bouw) die meer aandacht will<strong>en</strong> sch<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan het ontwikkel<strong>en</strong> van het<br />

spellingbewustzijn van leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee tegemoet kom<strong>en</strong> aan doelstelling<strong>en</strong><br />

geformuleerd door het Ministerie van Onderwijs.


R. Paff<strong>en</strong> (2003). Doctoraalscriptie Orthopedagogiek, RU Nijmeg<strong>en</strong><br />

Literatuur<br />

Assink, E., & Verhoev<strong>en</strong>,G. (1985). Visies op spelling. Groning<strong>en</strong>: Wolters-Noordhoff.<br />

Block, K. K., & Peskowitz, N.B. (1990). Metacognition in Spelling: Using writing and<br />

reading to self-check spellings. The Elemantary School Journal, 91, 151-164.<br />

Boekaerts, M., & Simons, P.R. (1995). Ler<strong>en</strong> <strong>en</strong> instructie. Psychologie van de leerling <strong>en</strong> het<br />

leerproces. Ass<strong>en</strong>: Gocum.<br />

Bono, E de. (1992). Teach your child how to think. London:Viking.<br />

Bosch, L. van d<strong>en</strong>, Gillijns, P. Krom, & Moelands, F. (1991). Schaal Vordering<strong>en</strong> in<br />

Spellingvaardigheid 2 (SVS-2). Arnhem: Cito.<br />

Brus, B.T.H., & Voet<strong>en</strong>, M.J.M.(1973). E<strong>en</strong>-minuut-test, vorm A <strong>en</strong> B, Verantwoording <strong>en</strong><br />

Handleiding. Nijmeg<strong>en</strong>: Berkhout.<br />

Brown, A., Brandsford, J., Feffara, & R., Campione, J.(1983). Learning, remembering and<br />

Understanding. In Muss<strong>en</strong>, P. (ed.). Handbook of Child Psychology. New York:<br />

John Wiley.<br />

Campione, J. (1987).’Metacognitive compon<strong>en</strong>ts of instructional research with’, in Weinert<br />

F. and Kluwer, R. (eds.) Metacognition, Motivation and Understanding, Hillsdale NJ:<br />

LEA.<br />

Coh<strong>en</strong>, A., & Kraak, A. (1972). Spell<strong>en</strong> is spell<strong>en</strong> is spell<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>ning van de<br />

spellingproblematiek. D<strong>en</strong> Haag: Martinus Nijhoff.<br />

Dockrell, J.,& McShane, J. (1993). Childr<strong>en</strong>’s learning difficulties: A cognitive approach.<br />

Oxford,UK: Blackwell.<br />

Dumont, J.J. (1984). Lees <strong>en</strong> spellingsproblem<strong>en</strong>. Dyslexie, dysorthografie <strong>en</strong><br />

woordblindheid. Rotterdam: Lemniscaat.<br />

Fisher, R. (1995). Teaching childr<strong>en</strong> to learn, Stanley Thornes.<br />

Fisher, R. (1998). Thinking about thinking: Developing metacognition in childr<strong>en</strong>. Early<br />

Child Developm<strong>en</strong>t and Care, 141, 1-13.<br />

Flavall, J. (1997). Metacognition and cognitive monitoring: A new area of cognitive-<br />

developm<strong>en</strong>tal <strong>en</strong>quiry. American Psychologist, 34, 906-911.<br />

Flavall, J., Gre<strong>en</strong>, F., & Flavall, E. (1995).Young childr<strong>en</strong>’s knowledge about thinking.<br />

Monographs for the Society for Research in Child Developm<strong>en</strong>t, 60, 1. Chicago, IL:<br />

University of Chicago Press.<br />

Geelhoed, J. & Reitsema, P. (1999). PI-dictee. Lisse: Swets & Zeitlinger.


R. Paff<strong>en</strong> (2003). Doctoraalscriptie Orthopedagogiek, RU Nijmeg<strong>en</strong><br />

Haan, G. de, Huiz<strong>en</strong>ga, H., & Verlouw, L. (1995). Taaltijd Spelling Handleiding 5A.<br />

Groning<strong>en</strong>: Wolters-Noordhoff.<br />

H<strong>en</strong>drickson, G., & Pechstein, L.A. (1926). The spelling consciousness of college stud<strong>en</strong>ts.<br />

Journal of Educational Psychology, 17, 37-44.<br />

Jans<strong>en</strong>-Donderwinkel, E.M.B. (2001). Klooweej of Chloë: spelling in vri<strong>je</strong> stelopdracht<br />

versus<br />

formeel dictee, e<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tarisatie. Doctoraalscriptie Orthopedagogiek. Nijmeg<strong>en</strong>:<br />

Katholieke Universiteit Nijmeg<strong>en</strong>.<br />

Sternberg, R., & Davidson, J.E. (1983). Insight in the gifted. Educational Psychologist, 18,<br />

51-57.<br />

Tidyman, W.F. (1924). Do elemantary schoolpupils know wh<strong>en</strong> the make mistakes in<br />

spelling? School and Society, 20, 349- 350.<br />

Tunmer, W.E., & Herriman, H.L. (1984). Metalinguistic awar<strong>en</strong>ess in childr<strong>en</strong>; theorie<br />

research and implications, Berlin: Springer.<br />

Verhoev<strong>en</strong>, L., & V<strong>en</strong>, H. van de (1997). Vroegtijdige interv<strong>en</strong>tie van leesproblem<strong>en</strong> met<br />

nadruk op metacognitie <strong>en</strong> leesmotivatie. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 36, 118-<br />

130.<br />

Vygotsky, L.S. (1987). Mind in society: the developm<strong>en</strong>t of higher psychological processes,<br />

Cambridge: Harvard University Press.<br />

Watson, J. (1996). Reflections through interaction: The classroom experi<strong>en</strong>ce of pupils with<br />

learning difficulties, London: Falmer Press.<br />

Wertsch, J. (1995). Vygotsky and the social formation of mind. Cambridge: Harvard<br />

University Press.<br />

Wesdorp, L. (1993). In: Brouwer D., Op weg naar effectief spellingonderwijs, Hoevelak<strong>en</strong>.<br />

Willem<strong>en</strong>, M., <strong>Bosman</strong>, A.M.T., & van Hell, G.J. (2000). Beter ler<strong>en</strong> spell<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s het<br />

stell<strong>en</strong>. Pedagogische studiën, 77, 173-182.<br />

Wright, J. von (1992). Reflections on reflection. Learning and instruction, 2, 59-68.<br />

Zuidema, J. (1988). Efficiënt spellingonderwijs: e<strong>en</strong> leer- <strong>en</strong> expertmodel voor het spell<strong>en</strong>.<br />

Leuv<strong>en</strong>: Acco.<br />

Zuidema, J., & Weber, J. (1993). D of T: Duw<strong>en</strong> of Trekk<strong>en</strong>. In: Ruijss<strong>en</strong>aars, A.J.J.M., &<br />

Hamers, J.H.M., (red.) Lees- <strong>en</strong> spellingproblem<strong>en</strong> praktijk <strong>en</strong> onderzoek (p.131-139).<br />

Leuv<strong>en</strong>/Amersfoort: Acco


R. Paff<strong>en</strong> (2003). Doctoraalscriptie Orthopedagogiek, RU Nijmeg<strong>en</strong><br />

1. str<strong>en</strong>g<br />

2. schaats<br />

3. rups<br />

4. veertig<br />

5. illustratie<br />

6. melkkan<br />

7. vanzelfsprek<strong>en</strong>d<br />

8. plafond<br />

9. hartverscheur<strong>en</strong>d<br />

10. moeilijk<br />

11. nieuwsgierig<br />

12. dakloz<strong>en</strong><br />

13. kerkklok<br />

14. krokett<strong>en</strong><br />

15. ijverig<br />

16. zev<strong>en</strong>tig<br />

17. cirkel<br />

18. meubilair<br />

19. taxi<br />

20. sommige<br />

21. vliegveld<br />

22. verkoudheid<br />

23. bloei<br />

24. simpel<br />

25. kammet<strong>je</strong><br />

26. ballonn<strong>en</strong><br />

27. hobby<br />

28. kapstok<br />

29. zwemdiploma's<br />

30. kwaliteit<br />

31. echo<br />

32. bureau<br />

33. zorgvuldig<br />

34. vijver<br />

35. broodtrommel<br />

36. schaduw<br />

37. voetbalwedstrijd<br />

38. schreeuw<br />

39. spiegel<br />

40. marktplein<br />

41. februari<br />

42. vlecht<br />

43. geluidshinder<br />

44. kleur<br />

45. reusachtig<br />

46. vork<br />

47. storm<br />

48. brief<br />

Bijlage A : Stimuli gebruikt voor de voor- <strong>en</strong> nameting<br />

49. leuk<br />

50. knoop<br />

51. boodschapp<strong>en</strong><br />

52. familie<br />

53. kraan<br />

54. muziekinstrum<strong>en</strong>t<br />

55. bibliotheek<br />

56. houthakker<br />

57. dromedaris<br />

58. monnik<strong>en</strong><br />

59. punaise<br />

60. politie<br />

61. kinder<strong>en</strong><br />

62. ruïne<br />

63. voorzichtig<br />

64. kanonn<strong>en</strong><br />

65. bedd<strong>en</strong><br />

66. vuist<br />

67. feestdag<br />

68. kurkdroog<br />

69. c<strong>en</strong>trifuge<br />

70. kreeft<br />

71. peer<br />

72. deurbel<br />

73. journalist<br />

74. herfst<br />

75. alfabetisch<br />

76. emigratie<br />

77. applaus<br />

78. vitamine<br />

79. parapluut<strong>je</strong><br />

80. horloge<br />

81. onmiddellijk<br />

82. ernstig<br />

83. blij<br />

84. pett<strong>en</strong><br />

85. meer<br />

86. slurf<br />

87. fietsbel<br />

88. vleesgerecht<br />

89. fontein<br />

90. mond<br />

91. woord<strong>en</strong>boek<br />

92. schuur<br />

93. spuit<br />

94. buiig<br />

95. vlieg<br />

96. lucifer<br />

97. ambulance<br />

98. brill<strong>en</strong><br />

99. eindelijk<br />

100. gelukkig<br />

101. etalagepop<br />

102. c<strong>en</strong>trum<br />

103. cheque<br />

104. scherp<br />

105. schelp<br />

106. fornuis<br />

107. voet<br />

108. stoep<br />

109. uniform<br />

110. veiligheid<br />

111. weinig<br />

112. schipbreuk<br />

113. straks<br />

114. trots<br />

115. brand<br />

116. angst<br />

117. asperges<br />

118. k<strong>en</strong>niss<strong>en</strong><br />

119. romantisch<br />

120. accommodatie<br />

121. architect<br />

122. woning<br />

123. puddink<strong>je</strong><br />

124. verandering<br />

125. ideeën<br />

126. kettink<strong>je</strong><br />

127. w<strong>en</strong>kbrauw<strong>en</strong><br />

128. uitz<strong>en</strong>ding<br />

129. 's middags<br />

130. apotheek<br />

131. marathon<br />

132. bestemmingsplan<br />

133. begrijpelijk<br />

134. niveau<br />

135. explosie<br />

136. vaas<br />

137. plank<br />

138. schrik<br />

139. worst<br />

140. champignons<br />

141. garagepoort<br />

142. onverwachts<br />

143. expositie<br />

144. typ<strong>en</strong>


R. Paff<strong>en</strong> (2003). Doctoraalscriptie Orthopedagogiek, RU Nijmeg<strong>en</strong><br />

145. b<strong>en</strong>zine<br />

146. charmant<br />

147. pepermuntthee<br />

148. kwartiert<strong>je</strong><br />

149. v<strong>en</strong>tilatie<br />

150. brutaal<br />

151. export<br />

152. theater<br />

153. pilaar<br />

154. spaghetti<br />

155. liniaal<br />

156. schaar<br />

157. spin<br />

158. fruitmand<br />

159. op<strong>en</strong>er<br />

160. verfkwast<br />

161. wolk<br />

162. spoorloos<br />

163. machinist<br />

164. maximum<br />

165. alertheid<br />

166. cadeau<br />

167. computer<br />

168. traditie<br />

169. orthodontist<br />

170. chirurg<br />

171. kerstversiering<br />

172. exotisch<br />

173. bergtop<br />

174. helm<br />

175. bioscoop<br />

176. v<strong>en</strong>tiel<br />

177. verwarming<br />

178. hark<br />

179. zwaan<br />

180. stroop<br />

181. slang<strong>en</strong><br />

182. speelhoek<br />

183. hallucinatie<br />

184. fantastisch<br />

185. stationsklok<br />

186. stationsstraat<br />

187. baldadigheid<br />

188. eeuwwisseling<br />

189. soeplepel<br />

190. blaz<strong>en</strong><br />

191. tevred<strong>en</strong><br />

192. drieënveertig<br />

193. koningin<br />

194. bi<strong>je</strong>nkorf<br />

195. adress<strong>en</strong>boek<strong>je</strong><br />

196. dubbelt<strong>je</strong><br />

197. honderd<br />

198. weegschaal<br />

199. plotseling<br />

200. tapijt


R. Paff<strong>en</strong> (2003). Doctoraalscriptie Orthopedagogiek, RU Nijmeg<strong>en</strong><br />

Bijlage B: overzicht van de gebruikte oef<strong>en</strong>woord<strong>en</strong><br />

Oef<strong>en</strong>woord<strong>en</strong> Training 1 met behulp van e<strong>en</strong> fout<strong>en</strong>analyse werd<strong>en</strong> de oef<strong>en</strong>woord<strong>en</strong><br />

per leerling zorgvuldig gekoz<strong>en</strong>. Deze oef<strong>en</strong>woord<strong>en</strong> zijn niet<br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de Bijlage, omdat deze kindgebond<strong>en</strong> zijn.<br />

Oef<strong>en</strong>woord<strong>en</strong> Training 2 voor alle leerling<strong>en</strong> gelijk<br />

1 koffiefilter<br />

2 ‘s zaterdags<br />

3 visite<br />

4 plateau<br />

5 beïnvloed<strong>en</strong><br />

6 januari<br />

7 verkrijgbaar<br />

8 kritisch<br />

9 bagage<br />

10 feliciter<strong>en</strong><br />

11 verleg<strong>en</strong>heid<br />

12 trampoline<br />

13 theepott<strong>en</strong><br />

14 financieel<br />

15 vri<strong>en</strong>dschappelijk<br />

16 lichamelijk<br />

17 dolgelukkig<br />

18 wanneer<br />

19 terrein<br />

20 langzamerhand<br />

21 huissleutel<br />

22 gratis<br />

23 wisselbekers<br />

24 prinsess<strong>en</strong><br />

25 verstandig<br />

26 nieuwsbericht<strong>en</strong><br />

27 schriftelijk<br />

28 droevig<br />

29 verkleedkist<br />

30 voorrangsregels<br />

Oef<strong>en</strong>woord<strong>en</strong> Training 3<br />

1 gitaar 1. middelmatig 1. ravage<br />

2 trapladder 2. banan<strong>en</strong> 2. automatisch<br />

3 bocht 3. gevaarlijk 3. onmiddellijk<br />

25


R. Paff<strong>en</strong> (2003). Doctoraalscriptie Orthopedagogiek, RU Nijmeg<strong>en</strong><br />

4 liter 4. sneeuwwit 4. vogelverschrikker<br />

5 piloot 5. tribune 5. aspergesoep<br />

6 veerkrachtig 6. kamel<strong>en</strong> 6. pedaalemmer<br />

7 ballet 7. getall<strong>en</strong> 7. typisch<br />

8 melkfless<strong>en</strong> 8. feestelijk 8. kachel<br />

9 zev<strong>en</strong>tig 9. jaarlijks 9. schematisch<br />

10 sneeuwwit 10. winnaar l0. liefhebbers<br />

11 verliez<strong>en</strong> 11. achtti<strong>en</strong> 11. goochel<strong>en</strong><br />

12 achtti<strong>en</strong> 12. beweging 12. kinderachtig<br />

13 verdacht<strong>en</strong> 13. nachtvorst 13. niveau<br />

14 bed<strong>en</strong>kelijk 14. mom<strong>en</strong>teel 14. belonink<strong>je</strong><br />

15 hoofdletter 15. brandslang 15. ‘s wo<strong>en</strong>sdags<br />

16 mom<strong>en</strong>t 16. hoofdletter 16. t<strong>en</strong>niss<strong>en</strong><br />

17 ’s ocht<strong>en</strong>ds 17. staking 17. vakantie<br />

18 komkommer 18. haastig 18. konink<strong>je</strong><br />

19 grappig 19. matroz<strong>en</strong> 19. bed<strong>en</strong>kelijk<br />

20 kuss<strong>en</strong>t<strong>je</strong> 20. olieboll<strong>en</strong> 20. januari<br />

21 houtworm<strong>en</strong> 21. vloerkleed 21. neg<strong>en</strong>tig<br />

22 rapport 22. onvoldo<strong>en</strong>de 22. ordinair<br />

23 eig<strong>en</strong>aardig 23. gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> 23. baby<br />

24 gebouw<strong>en</strong> 24. pirat<strong>en</strong> 24. ideaal<br />

25 visnett<strong>en</strong> 25. ‘s zomers 25. hysterisch<br />

26 erfelijk 26. verbandtrommel 26. gigantisch<br />

27 sierad<strong>en</strong> 27. verwonderlijk 27. ijdelheid<br />

28 knuffel<strong>en</strong> 28. voetstapp<strong>en</strong> 28. conditie<br />

29 appelmoes 29. verplicht 29. maatschappelijk<br />

30 moeilijk 30. bemanning 30. figur<strong>en</strong><br />

Oef<strong>en</strong>woord<strong>en</strong> Training 4<br />

1 koning 1 schoonheid 1 experim<strong>en</strong>t<br />

2 konink<strong>je</strong> 2 restaurant<strong>je</strong> 2 verrassink<strong>je</strong><br />

3 verrassing 3 fietstocht<strong>je</strong> 3 wraak<br />

4 bloemboll<strong>en</strong> 4 verrassing 4 muzikaal<br />

5 ballonvaart 5 wraak 5 vloerverwarming<br />

26


R. Paff<strong>en</strong> (2003). Doctoraalscriptie Orthopedagogiek, RU Nijmeg<strong>en</strong><br />

6 pluizig 6 sam<strong>en</strong>stelling 6 combinatie<br />

7 hotelkamer 7 betrekkelijk 7 vergelijking<br />

8 <strong>wat</strong>ersport 8 vrucht<strong>en</strong>thee 8 interessant<br />

9 absoluut 9 shampoo 9 indrukwekk<strong>en</strong>d<br />

10 tweeënvijftig 10 beweging 10 stiekem<br />

11 medicijn<strong>en</strong> 11 telefoonnummer 11 ideeën<br />

12 telefoonnummer 12 oogdruppels 12 exc<strong>en</strong>triek<br />

13 peper 13 verrukkelijk 13 villa<br />

14 achtti<strong>en</strong> 14 inspanning 14 strategieën<br />

15 cadeau 15 flexibel 15 stadsc<strong>en</strong>trum<br />

16 beroemd 16 tomat<strong>en</strong> 16 fabrieksgebouw<br />

17 ‘s zomers 17 margarine 17 presid<strong>en</strong>t<br />

18 apparaat 18 brandstof 18 commercieel<br />

19 oef<strong>en</strong>ing 19 danseress<strong>en</strong> 19 rechtvaardigheid<br />

20 voortreffelijk 20 paling 20 omstandighed<strong>en</strong><br />

21 klassiek 21 behoedzaam 21 vrijheid<br />

22 Holland 22 strategieën 22 verplichting<br />

23 brugg<strong>en</strong> 23 finale 23 ijdelheid<br />

24 ell<strong>en</strong>de 24 tijgers 24 dieet<br />

25 deskundig 25 soldat<strong>en</strong> 25 beschadiging<br />

26 fietstocht<strong>je</strong> 26 muzikaal 26 statisch<br />

27 creativiteit 27 etage 27 danssfeert<strong>je</strong><br />

28 danssfeert<strong>je</strong> 28 belonink<strong>je</strong> 28 goochel<strong>en</strong><br />

29 professioneel 29 kampio<strong>en</strong> 29 int<strong>en</strong>siteit<br />

30 vergissing 30 presid<strong>en</strong>t 30 klassiek<br />

27


R. Paff<strong>en</strong> (2003). Doctoraalscriptie Orthopedagogiek, RU Nijmeg<strong>en</strong><br />

Oef<strong>en</strong>woord<strong>en</strong> Training 5<br />

1 zaterdagavond 1 vrijheid 1 training<br />

2 broodtrommel 2 dichterbij 2 complim<strong>en</strong>t<br />

3 pagina 3 begrijpelijk 3 wrat<br />

4 tribune 4 vertrouwelijk 4 afstandelijk<br />

5 ‘s winter 5 spijkerbroek 5 militair<br />

6 verhuizing 6 stoffig 6 baby<br />

7 reg<strong>en</strong>bui 7 lettergrep<strong>en</strong> 7 verzameling<strong>en</strong><br />

8 sigarett<strong>en</strong> 8 kozijn<strong>en</strong> 8 bureaut<strong>je</strong><br />

9 komkommer 9 ideeën 9 onschuldig<br />

10 zev<strong>en</strong><strong>en</strong>veertig 10 vergelijking 10 behaaglijk<br />

11 hinderniss<strong>en</strong> 11 afschuwelijk 11 videotheek<br />

12 nummerbord 12 klimaat 12 automatiser<strong>en</strong><br />

13 handigheid 13 sigarett<strong>en</strong> 13 magnetisch<br />

14 militair 14 wachtkamer 14 fantastisch<br />

15 minimaal 15 vloerverwarming 15 vakanties<br />

16 nachtwaker 16 bagage 16 motivatie<br />

17 vogelnest 17 vogelkooit<strong>je</strong> 17 chauffeur<br />

18 reg<strong>en</strong>pijp 18 goochel<strong>en</strong> 18 fortuin<br />

19 zeilschep<strong>en</strong> 19 beschadiging 19 tijdschrift<strong>en</strong><br />

20 Amerika 20 herhaling 20 categorieën<br />

21 veiligheid 21 interview 21 officier<br />

22 interessant 22 aquarium 22 combinatie<br />

23 vergelijking 23 categorieën 23 controler<strong>en</strong><br />

24 ell<strong>en</strong>dig 24 bloemkol<strong>en</strong> 24 medewerker<br />

25 fabrieksgebouw 25 broekzakk<strong>en</strong> 25 vitaliteit<br />

26 uitbundig 26 voorzichtig 26 excuser<strong>en</strong><br />

27 onrustig 27 hoofdsted<strong>en</strong> 27 succes<br />

28 ev<strong>en</strong>tueel 28 straathond 28 lokett<strong>en</strong><br />

29 verzameling<strong>en</strong> 29 magnetisch 29 reclamefolder<br />

30 programma’s 30 jachtgeweer 30 tweeënneg<strong>en</strong>tig<br />

28

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!